Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 41998X0106

    Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der Lidstaten, in het kader van de Raad bijeen van 1 december 1997 betreffende een gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen

    PB C 2 van 6.1.1998, p. 2–5 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2022; vervangen door 42022Y1115(01)

    41998X0106

    Resolutie van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen der Lidstaten, in het kader van de Raad bijeen van 1 december 1997 betreffende een gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen

    Publicatieblad Nr. C 002 van 06/01/1998 blz. 0002 - 0005


    BIJLAGE 1

    RESOLUTIE VAN DE RAAD EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN van 1 december 1997 betreffende een gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

    ERAAN HERINNEREND dat in april 1996 tijdens de informele bijeenkomst van de ministers van Financiën en Economische Zaken te Verona de aanzet is gegeven tot een integrale aanpak met betrekking tot het belastingbeleid en dat een en ander tijdens de bijeenkomst van september 1997 te Mondorf-les-Bains is bevestigd, in het licht van de volgende overwegingen: een op Europees niveau gecoördineerde actie is noodzakelijk om nog bestaande verstoringen op de interne markt te reduceren, om te voorkomen dat aanzienlijke belastinginkomsten worden misgelopen en om de belastingstructuren zodanig om te vormen dat zij gunstiger zijn voor de werkgelegenheid,

    MET ERKENNING VAN de belangrijke bijdrage van de groep "Belastingbeleid" aan de voorbereiding van deze resolutie,

    NOTA NEMEND van de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 5 november 1997,

    MET ERKENNING VAN de positieve effecten van eerlijke concurrentie en van de noodzaak om het internationale concurrentievermogen van de Europese Unie en de lidstaten te consolideren, maar tevens vaststellend dat belastingconcurrentie ook kan leiden tot belastingmaatregelen met schadelijke gevolgen,

    MET ERKENNING derhalve VAN de noodzaak van een gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen die tot doel heeft belastingmaatregelen met schadelijke gevolgen tegen te gaan,

    BENADRUKKEND dat de gedragscode een politieke verbintenis is en dus noch op de rechten en plichten van de lidstaten van invloed is, noch op de respectieve bevoegdheden van de lidstaten en de Gemeenschap zoals deze uit het Verdrag voortvloeien,

    NEMEN DE volgende GEDRAGSCODE AAN:

    Gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen Ter zake beoogde belastingmaatregelen

    A. Onverminderd de onderscheiden bevoegdheden van de lidstaten en de Gemeenschap, betreft deze gedragscode, die betrekking heeft op belastingregeling voor ondernemingen, maatregelen die de locatie van economische activiteiten in de Gemeenschap in aanzienlijke mate beïnvloeden of kunnen beïnvloeden.

    Bovenbedoelde economische activiteiten omvatten tevens alle activiteiten die binnen een groep van ondernemingen worden uitgeoefend.

    De belastingmaatregelen waarop de code betrekking heeft, omvatten wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen en administratieve praktijken.

    B. Binnen de in paragraaf A omschreven werkingssfeer worden als potentieel schadelijk en derhalve als onder deze gedragscode vallend beschouwd de belastingmaatregelen die een daadwerkelijk belastingniveau opleveren dat beduidend lager is, inclusief belasting tegen nultarief, dan die welke normaal gesproken in de betrokken lidstaat van toepassing zijn.

    Een dergelijk belastingniveau kan het gevolg zijn van het nominale belastingtarief, van de belastinggrondslag of van andere factoren.

    Bij de beoordeling van het schadelijke karakter van de maatregelen wordt onder andere rekening gehouden met de volgende criteria:

    1. worden de voordelen uitsluitend aan niet-ingezetenen of voor transacties met niet-ingezetenen toegekend?

    2. staan de voordelen geheel los van de binnenlandse economie, zodat zij geen gevolgen hebben voor de nationale belastinggrondslag?

    3. worden de voordelen ook toegekend als er geen sprake is van enige daadwerkelijke economische activiteit of substantiële economische aanwezigheid in de lidstaat die deze belastingvoordelen biedt?

    4. wijken de regels voor het bepalen van de winst uit de binnenlandse activiteiten van een multinationale groep van ondernemingen af van de internationaal aanvaarde beginselen, met name van de in OESO-verband goedgekeurde regels?

    5. zijn de belastingmaatregelen onvoldoende doorzichtig, ook wanneer de wettelijke voorschriften op bestuursrechtelijk niveau minder stringent en op ondoorzichtige wijze worden toegepast?

    Standstill en terugdraaiing

    Standstill

    C. De lidstaten verbinden zich ertoe geen nieuwe belastingmaatregelen in te voeren die schadelijk zijn in de zin van deze gedragscode. De lidstaten nemen derhalve bij het bepalen van hun toekomstige beleid de aan de gedragscode ten grondslag liggende principes in acht en bij het beoordelen of nieuwe belastingmaatregelen al dan niet schadelijk zijn, houden zij naar behoren rekening met het in de paragrafen E tot en met I bedoelde onderzoek.

    Terugdraaiing

    D. De lidstaten verbinden zich ertoe hun bestaande voorschriften en heersende praktijken opnieuw te bezien in het licht van de aan de gedragscode ten grondslag liggende principes en het in de paragrafen E tot en met I bedoelde onderzoek. De lidstaten wijzigen deze voorschriften en praktijken indien nodig om alle schadelijke maatregelen zo spoedig mogelijk af te schaffen, rekening houdend met de besprekingen in de Raad na de onderzoeksprocedure.

    Onderzoek

    Verstrekking van informatie

    E. Overeenkomstig de beginselen van doorzichtigheid en openheid, verstrekken de lidstaten elkaar informatie over bestaande en beoogde belastingmaatregelen die mogelijk binnen de werkingssfeer van de gedragscode vallen. De lidstaten dienen in het bijzonder op verzoek van een andere lidstaat informatie te verstrekken over belastingmaatregelen waarop de gedragscode van toepassing lijkt te zijn. Ingeval de beoogde belastingmaatregelen door het parlement moeten worden goedgekeurd, mag de bovenbedoelde informatie worden verstrekt nadat de maatregelen aan het parlement zijn voorgelegd.

    Onderzoek van schadelijke maatregelen

    F. Elke lidstaat kan verzoeken om belastingmaatregelen van een andere lidstaat die mogelijk binnen de werkingssfeer van de gedragscode vallen, te bespreken en te becommentariëren. Aldus kan worden vastgesteld of de maatregelen in kwestie al dan niet schadelijk zijn in het licht van hun mogelijke effecten in de Gemeenschap. Bij dat onderzoek wordt rekening gehouden met alle in paragraaf B genoemde criteria.

    G. De Raad wijst tevens op de noodzaak om bij dit onderzoek zorgvuldig te beoordelen wat voor effecten de belastingmaatregelen op de andere lidstaten hebben, onder andere in het licht van de daadwerkelijke belastingheffing op de betrokken activiteiten in de gehele Gemeenschap.

    Voorzover de belastingmaatregelen worden gebruikt om de economische ontwikkeling van bepaalde gebieden te bevorderen, wordt nagegaan of zij in verhouding staan tot de beoogde doelstelling en of zij doelgericht zijn. In het kader van dit onderzoek wordt vooral aandacht besteed aan de bijzondere kenmerken en eisen van de ultraperifere gebieden en de kleine eilanden, zonder afbreuk te doen aan de integriteit en de samenhang van de communautaire rechtsorde, daaronder begrepen de interne markt en de gemeenschappelijke beleidssectoren.

    Procedure

    H. Door de Raad wordt een groep ingesteld om de belastingmaatregelen waarop deze gedragscode mogelijk van toepassing is, te onderzoeken en om toezicht te houden op de verstrekking van informatie over deze maatregelen. De Raad nodigt elke lidstaat en de Commissie uit een vertegenwoordiger op hoog niveau en een plaatsvervanger aan te wijzen voor deze groep, die door de vertegenwoordiger van een lidstaat wordt voorgezeten. De groep, die op gezette tijden vergadert, selecteert en onderzoekt de belastingmaatregelen overeenkomstig het bepaalde in de paragrafen E tot en met G. De groep brengt regelmatig verslag uit over de onderzochte maatregelen. Deze verslagen worden aan de Raad voor beraadslaging toegezonden en, indien de Raad daartoe besluit, bekendgemaakt.

    I. De Raad verzoekt de Commissie de groep bij te staan bij de nodige voorbereidende werkzaamheden, en de informatieverstrekking en het verloop van het onderzoek te vergemakkelijken. Hiertoe vraagt de Raad de lidstaten de in paragraaf E bedoelde informatie aan de Commissie te verstrekken zodat de Commissie de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten kan coördineren.

    Steunmaatregelen van de staten

    J. De Raad constateert dat een deel van de belastingmaatregelen waarop de gedragscode betrekking heeft, mogelijk binnen de werkingssfeer van de artikelen 92 tot en met 94 van het Verdrag betreffende steunmaatregelen van de staten valt. De Raad neemt er nota van dat de Commissie toezegt om voor medio 1998, onverminderd het Gemeenschapsrecht en de doelstellingen van het Verdrag, richtsnoeren voor de toepassing van de regels inzake steunmaatregelen van de staten op maatregelen betreffende de directe belasting op bedrijven, bekend te maken nadat zij de deskundigen van de lidstaten in het kader van een multilaterale bijeenkomst een ontwerp zal hebben voorgelegd en dat zij zich ertoe verbindt er streng op toe te zien dat de regels inzake de bedoelde steunmaatregelen nauwgezet worden nageleefd, met inachtneming van onder andere de negatieve effecten van deze steunmaatregelen die door de toepassing van de gedragscode aan het licht worden gebracht. De Raad neemt tevens nota van het voornemen van de Commissie om de geldende belastingregelingen en de nieuwe ontwerpen van de lidstaten te onderzoeken of opnieuw te onderzoeken, daarbij zorg dragende voor samenhang en gelijke behandeling in de toepassing van de regels en de doelstellingen van het Verdrag.

    Bestrijding van belastingontwijking en -ontduiking

    K. De Raad verzoekt de lidstaten om, overeenkomstig de nationale wetgeving, hun volledige medewerking aan de bestrijding van belastingontwijking en -ontduiking te verlenen, met name bij de verstrekking van informatie aan andere lidstaten.

    L. De Raad merkt op dat bepalingen ter bestrijding van misbruik of tegenmaatregelen in de belastingwetgeving en in verdragen tot het vermijden van dubbele belasting een fundamentele rol vervullen bij het tegengaan van belastingontwijking en -ontduiking.

    Geografische uitbreiding

    M. De Raad acht het dienstig dat de beginselen die de uitbanning van schadelijke belastingmaatregelen beogen, in een zo ruim mogelijk geografisch kader aangenomen worden. Om dat te bereiken, verbinden de lidstaten zich ertoe de aanvaarding ervan buiten de Gemeenschap te bevorderen; tevens verbinden zij zich er toe de aanvaarding ervan te bevorderen in gebieden waar het Verdrag niet van toepassing is.

    In het bijzonder verbinden de lidstaten die afhankelijke of geassocieerde gebieden bezitten of die in andere gebieden bijzondere verantwoordelijkheden dragen of fiscale voorrechten genieten, zich er in het kader van hun grondwettelijke voorschriften toe dat de onderhavige beginselen in die gebieden worden toegepast. Deze lidstaten rapporteren over de stand van zaken in verslagen aan de in paragraaf H bedoelde groep, die deze verslagen zal beoordelen in het kader van het hierboven omschreven onderzoek.

    Voortgangsbewaking en herziening

    N. Teneinde een evenwichtige en doeltreffende toepassing van de gedragscode te waarborgen, verzoekt de Raad de Commissie om jaarlijks over de toepassing van de gedragscode en van de steunmaatregelen op belastinggebied verslag aan hem uit te brengen. De Raad en de lidstaten zullen de inhoud van de gedragscode twee jaar na de aanneming ervan aan een onderzoek onderwerpen.

    Top