(1)

De aanhoudende droogte die in het najaar van 2023, alsook in de winter en het voorjaar van 2024 is waargenomen, bleef de wijnsector ernstig treffen, met name in Zuid-Italië en Spanje. De excessieve regens gedurende lange perioden in het voorjaar van 2024 in andere productiegebieden, met name Noord-Italië en Frankrijk, hebben wijnbouwers belet bepaalde verrichtingen tijdig uit te voeren. Het waren uitzonderlijke moeilijkheden waarmee de wijnbouwers in de betrokken regio’s werden geconfronteerd. Spanje, Italië en Frankrijk hebben de Commissie van deze situatie in kennis gesteld en haar verzocht passende maatregelen te nemen met betrekking tot de in 2024 verstrijkende vergunningen voor het aanplanten van wijnstokken. Andere lidstaten werden ook door deze ernstige gebeurtenissen getroffen, met vergelijkbare gevolgen, en ook zij zouden hun wijnproducerende regio’s als het zwaarst getroffen kunnen aanmerken.

(2)

Met name hebben de uitzonderlijk droge omstandigheden, enerzijds, en de excessieve gecumuleerde regens, anderzijds, de wijnbouwers belet om in hun wijngaarden werkzaamheden uit te voeren die doorgaans in het najaar, de winter en het voorjaar plaatsvinden, zoals het gereedmaken van de bodem, het uitplanten van nieuwe wijnstokken of het enten. In de door uitzonderlijke droogte of excessieve regens getroffen regio’s kunnen dergelijke activiteiten niet worden uitgevoerd wegens de droogte van de bodem en de uiterst ongunstige omstandigheden voor de teelt van nieuwe aanplantingen of omdat de percelen niet toegankelijk zijn en de grond niet kan worden bewerkt in geval van excessieve regens.

(3)

In artikel 62, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 is bepaald dat vergunningen voor het aanplanten of heraanplanten van wijnstokken drie jaar geldig zijn vanaf de datum waarop ze zijn verleend. In artikel 68, lid 2, eerste alinea, van die verordening is bepaald dat vergunningen die na een omzetting van aanplantrechten worden verleend, dezelfde geldigheidsduur hebben als de oorspronkelijke aanplantrechten. Binnen de geldigheidsduur van elke gegeven vergunning beslissen wijnbouwers doorgaans in de herfst over de rassen en het type in de nieuwe wijngaarden te produceren wijn, maken zij de bodem gereed in het najaar of de winter, en schaffen zij de nieuwe wijnstokken aan, die vervolgens in het voorjaar worden aangeplant omdat het voorjaar de meest geschikte periode van het jaar is voor de aanplant.

(4)

Als gevolg van de ongunstige meteorologische gebeurtenissen hebben wijnbouwers die houder zijn van in 2024 verstrijkende aanplantvergunningen voor gebruik in de door droogte of door excessieve regens getroffen regio’s niet zoals gepland gebruik van de vergunningen kunnen maken in het voorjaar van het laatste jaar van de geldigheid ervan. Aangezien niet te voorspellen valt hoelang dergelijke ongunstige meteorologische gebeurtenissen en de gevolgen ervan zullen aanhouden, staat niet vast dat die wijnbouwers hun aanplantvergunningen binnen de desbetreffende geldigheidsperioden zullen kunnen gebruiken. De wijnbouwers moeten de wijnstokken dan aanplanten tijdens het hete seizoen en dus op een minder geschikt moment van de teeltcyclus, onder moeilijke omstandigheden en tegen extra kosten, terwijl de wijnsector al te lijden heeft onder ongunstige marktomstandigheden.

(5)

Ter voorkoming van het verlies van de vergunningen voor nieuwe aanplant of van een snelle verslechtering van de omstandigheden waaronder de aanplant zou moeten worden uitgevoerd in de door de lidstaten als in 2024 door droogte of excessieve regens getroffen aan te merken regio’s, moet onverwijld worden voorzien in de mogelijkheid om de geldigheidsduur van aanplant- en heraanplantvergunningen die in 2024 verstrijken in door droogte of excessieve regens getroffen regio’s met een jaar te verlengen.

(6)

De geldigheidsduur van op grond van artikel 64, artikel 66 of artikel 68, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 afgegeven aanplant- en heraanplantvergunningen die in 2024 verstrijken en bestemd zijn voor gebruik in de regio’s die door de lidstaten zijn aangemerkt als zijnde getroffen door droogte of excessieve regens tijdens het voorjaar van 2024 moet daarom met nog eens twaalf maanden worden verlengd vanaf de huidige vervaldatum in 2024 teneinde de betrokken wijnbouwers in staat te stellen de wijnstokken in 2025 te planten.

(7)

Vanwege die moeilijkheden moet het wijnbouwers in door droogte of excessieve regens getroffen regio’s, als zij hun wijnbouwareaal niet willen uitbreiden, ook worden toegestaan afstand te doen van hun in 2024 verstrijkende aanplant- en heraanplantvergunningen zonder dat hun een administratieve sanctie als bedoeld in artikel 62, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wordt opgelegd.

(8)

Als gevolg van ernstige ongunstige meteorologische gebeurtenissen die zich in het voorjaar van 2024 in regio’s van verschillende lidstaten hebben voorgedaan, heeft de productie van groenten en fruit zware schade opgelopen. De vorst in april 2024 in Oostenrijk en Tsjechië, en de vorst in april 2024 en hagel in mei 2024 in Polen, waren van een uitzonderlijke intensiteit en troffen een aanzienlijk gebied en een aanzienlijk aandeel van de nationale productie. De groente- en fruitproductie in andere productieregio’s in de Unie is in het voorjaar van 2024 ook ernstig getroffen door ongunstige meteorologische gebeurtenissen.

(9)

Om de gevolgen van de vorst in april 2024 en de hagel in mei 2024 aan te pakken, voorziet Uitvoeringsverordening (EU) 2024/2030 van de Commissie (2) in financiële noodhulp voor de door de ongunstige klimaatgebeurtenissen in Oostenrijk, Tsjechië en Polen getroffen producenten in de sector groenten en fruit en de wijnsector. Die financiële steun is echter gericht op de getroffen producenten, terwijl de ongunstige meteorologische gebeurtenissen ook bredere problemen hebben veroorzaakt voor erkende producentenorganisaties in de sector groenten en fruit.

(10)

Gezien deze ernstige ongunstige meteorologische gebeurtenissen worden veel erkende producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties in de sector groenten en fruit waarvan de hoofdactiviteit zich in de getroffen regio’s bevindt, geconfronteerd met een aanzienlijke vermindering van de productie van hun aangesloten producenten. Om de consequenties van een dergelijke vermindering van de productie en de impact ervan voor hun erkenningsstatus en de mogelijke opschorting van betalingen voor hun lopende operationele programma’s op te vangen, moeten in de getroffen regio’s gevestigde producentenorganisaties in 2024 worden vrijgesteld van de bepalingen van artikel 11, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 van de Commissie (3) betreffende de verplichting dat de economische waarde van verkochte producten van niet bij de producentenorganisatie of de unie van producentenorganisaties aangesloten producenten, lager moet liggen dan de waarde van de afgezette productie van de producentenorganisatie of unie van producentenorganisaties.

(11)

De gevolgen van de hierboven beschreven ernstige ongunstige meteorologische gebeurtenissen in de wijnsector en de sector groenten en fruit gelden niet als marktverstoringen in de zin van artikel 219 van Verordening (EU) nr. 1308/2013. De rechtstreekse impact van de genoemde meteorologische gebeurtenissen is immers enerzijds de onmogelijkheid om de geplande verrichtingen voor het aanplanten van wijnstokken uit te voeren en anderzijds de drastische waardevermindering van de activiteit van de producentenorganisaties die met hun eigen aangesloten producenten wordt verricht. Geen van deze twee situaties geldt als een marktverstoring. Evenmin zijn ze het gevolg van dier- of plantenziekten of een crisis van het consumentenvertrouwen als bedoeld in artikel 220 van die verordening. De situaties waarop deze verordening beoogt te reageren, vormen een specifiek probleem in de zin van artikel 221 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 dat niet op te lossen valt met maatregelen uit hoofde van artikel 219 of artikel 220 van die verordening.

(12)

Gezien de omvang van de ernstige ongunstige meteorologische gebeurtenissen in het voorjaar van 2024 en de heersende onzekerheid op de markt in bepaalde regio’s voor de wijnsector, moeten die moeilijkheden worden verlicht door, slechts voor zover strikt noodzakelijk en alleen voor 2024, af te wijken van sommige bepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/891 die van toepassing zijn op vergunningen voor het aanplanten van nieuwe wijnstokken die in 2024 verstrijken en op vergunningen voor het heraanplanten van wijnstokken die geldig zijn en nog niet zijn gebruikt bij de inwerkingtreding van deze verordening in de wijnsector, en op erkende producentenorganisaties in de sector groenten en fruit in de getroffen regio’s.

(13)

De lidstaten moeten de Commissie informeren over de uitvoering van deze verordening, zodat de Unie de doeltreffendheid van de hierbij ingevoerde maatregelen kan monitoren.

(14)

Gezien de noodzaak om onmiddellijk actie te ondernemen, moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,