EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024R1307

Verordening (EU) 2024/1307 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2024 tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1232 betreffende een tijdelijke afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2002/58/EG ten aanzien van het gebruik van technologieën door aanbieders van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten voor de verwerking van persoonsgegevens en andere gegevens ten behoeve van de bestrijding van online seksueel misbruik van kinderen (Voor de EER relevante tekst)

PE/52/2024/REV/1

PB L, 2024/1307, 14.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1307/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1307/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1307

14.5.2024

VERORDENING (EU) 2024/1307 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 29 april 2024

tot wijziging van Verordening (EU) 2021/1232 betreffende een tijdelijke afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2002/58/EG ten aanzien van het gebruik van technologieën door aanbieders van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten voor de verwerking van persoonsgegevens en andere gegevens ten behoeve van de bestrijding van online seksueel misbruik van kinderen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 16, lid 2, in samenhang met artikel 114, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2021/1232 van het Europees Parlement en de Raad (3) voorziet in een tijdelijke regeling ten aanzien van het gebruik van technologieën door bepaalde aanbieders van publiek beschikbare interpersoonlijke communicatiediensten met het oog op de bestrijding van online seksueel misbruik van kinderen, in afwachting van de voorbereiding en vaststelling van een rechtskader voor de lange termijn inzake de preventie en bestrijding van online seksueel misbruik van kinderen (het “rechtskader voor de lange termijn”). Die verordening is van toepassing tot 3 augustus 2024.

(2)

Het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van regels ter voorkoming en bestrijding van seksueel misbruik van kinderen, dat de Commissie op 11 mei 2022 heeft aangenomen, heeft tot doel te voorzien in het rechtskader voor de lange termijn. De interinstitutionele onderhandelingen over dat voorstel zijn echter nog niet van start gegaan en het is zeker dat zij niet op tijd zullen worden afgerond om de vaststelling, inwerkingtreding en toepassing van het rechtskader voor de lange termijn, met inbegrip van eventuele daarin opgenomen wijzigingen van Verordening (EU) 2021/1232, uiterlijk op 4 augustus 2024 hun beslag te laten krijgen.

(3)

Het is belangrijk dat online seksueel misbruik van kinderen overeenkomstig de toepasselijke regels van het Unierecht, met inbegrip van de voorwaarden van Verordening (EU) 2021/1232, doeltreffend bestreden kan worden, en de bestrijding ervan ononderbroken kan worden voortgezet totdat de interinstitutionele onderhandelingen over het voorstel worden afgerond en het rechtskader voor de lange termijn wordt vastgesteld, in werking treedt en van toepassing wordt. De medewetgevers verbinden zich ertoe om zo spoedig mogelijk tot een akkoord te komen over het rechtskader voor de lange termijnen om verdere verlengingen van Verordening (EU) 2021/1232 in de toekomst te vermijden.

(4)

Gezien de bijzondere omstandigheden moet Verordening (EU) 2021/1232 worden gewijzigd om de toepassingsperiode ervan te verlengen met een termijn die beperkt is tot wat strikt noodzakelijk is om het rechtskader voor de lange termijn vast te stellen en om het in werking te laten treden. Het is zeer belangrijk op te merken dat die verlenging uitzonderlijk is en geen precedent mag scheppen voor verdere verlengingen. Verordening (EU) 2021/1232 was aanvankelijk bedoeld als tijdelijk overgangsinstrument tussen de uitvoering van Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad (4), op grond waarvan nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten vanaf 21 december 2020 binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) vallen, en de totstandbrenging van een rechtskader voor de lange termijn. Anders dan de medewetgevers hadden verwacht, moet de toepassingsperiode van Verordening (EU) 2021/1232, gelet op het uitblijven van een akkoord over het rechtskader voor de lange termijn, worden verlengd.

(5)

Op grond van Verordening (EU) 2021/1232 moeten aanbieders van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten, met het oog op de toepassing van de tijdelijke afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2002/58/EG, een verslag over de verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van die verordening publiceren en bij de bevoegde toezichthoudende autoriteit en de Commissie indienen.

(6)

Met het oog op het verslag van de Commissie over de uitvoering van Verordening (EU) 2021/1232 is het noodzakelijk de rapportage van zowel de lidstaten als de aanbieders van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten aan de Commissie te verbeteren. Het is ook belangrijk te benadrukken dat de Commissie tijdig verslag moet uitbrengen over de uitvoering van Verordening (EU) 2021/1232.

(7)

Om de rapportage door aanbieders van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten te vergemakkelijken, met name om ervoor te zorgen dat hun verslagen machineleesbaar en gemakkelijk toegankelijk zijn, moet een gemeenschappelijk rapportageformaat voor die verslagen worden vastgesteld.

(8)

Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van artikel 3, lid 1, punt g), vii), van Verordening (EU) 2021/1232, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6).

(9)

Aangezien tijdig voor rechtszekerheid moet worden gezorgd en gezien de beperkte aard van de wijzigingen waarin deze verordening voorziet, namelijk de verlenging van de toepassingsperiode van de tijdelijke regeling en de toekenning van uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie met het oog op de vaststelling van een gemeenschappelijk rapportageformaat, is het passend te bepalen dat deze verordening zo spoedig mogelijk in werking moet treden.

(10)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (7) en heeft op 24 januari 2024 een advies uitgebracht.

(11)

Verordening (EU) 2021/1232 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) 2021/1232 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 3 wordt het volgende lid toegevoegd:

“4.   De gegevens in het in lid 1, punt g), vii), bedoelde verslag worden schriftelijk verstrekt met behulp van een standaardformulier. Uiterlijk op 3 december 2024 bepaalt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen de inhoud en de vormgeving van dat standaardformulier. Daarbij kan de Commissie de in lid 1, punt g), vii), opgenomen gegevenscategorieën in subcategorieën opsplitsen.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 9 bis, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.”.

2)

In artikel 9 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   Op basis van de verslagen die worden ingediend op grond van artikel 3, lid 1, punt g), vii), en van de statistieken die worden verstrekt op grond van artikel 8, stelt de Commissie uiterlijk op 4 september 2025 een verslag op over de uitvoering van deze verordening, dient zij dat verslag in bij het Europees Parlement en de Raad en geeft zij het Europees Parlement en de Raad toelichting daarbij.”.

3)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 9 bis

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.”.

4)

In artikel 10 wordt de tweede alinea vervangen door:

“Zij is van toepassing tot en met 3 april 2026.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 april 2024.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

M. MICHEL


(1)  Advies van 17 januari 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 10 april 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 29 april 2024.

(3)  Verordening (EU) 2021/1232 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juli 2021 betreffende een tijdelijke afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2002/58/EG ten aanzien van het gebruik van technologieën door aanbieders van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten voor de verwerking van persoonsgegevens en andere gegevens ten behoeve van de bestrijding van online seksueel misbruik van kinderen (PB L 274 van 30.7.2021, blz. 41).

(4)  Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (PB L 321 van 17.12.2018, blz. 36).

(5)  Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).

(6)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(7)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1307/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top