This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32024R1288
Commission Implementing Regulation (EU) 2024/1288 of 6 May 2024 granting Cabo Verde a temporary derogation from the rules on preferential origin laid down in Delegated Regulation (EU) 2015/2446, in respect of prepared or preserved fillets of tuna and tuna loins (raw, cooked and frozen), prepared or preserved mackerel fillets and prepared or preserved frigate tuna or frigate mackerel fillets
Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1288 van de Commissie van 6 mei 2024 waarbij aan Kaapverdië een tijdelijke afwijking van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde regels betreffende de preferentiële oorsprong wordt toegestaan voor bereidingen of conserven van filets en zogenaamde loins van tonijn (rauw, gekookt en bevroren), bereidingen of conserven van makreelfilets en bereidingen of conserven van filets van valse bonito of kogeltonijn
Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1288 van de Commissie van 6 mei 2024 waarbij aan Kaapverdië een tijdelijke afwijking van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde regels betreffende de preferentiële oorsprong wordt toegestaan voor bereidingen of conserven van filets en zogenaamde loins van tonijn (rauw, gekookt en bevroren), bereidingen of conserven van makreelfilets en bereidingen of conserven van filets van valse bonito of kogeltonijn
C/2024/2839
PB L, 2024/1288, 7.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1288/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Derogation | 32015R2446 | artikel 41 punt (b) | 01/01/2024 | 31/12/2025 | |
Derogation | 32015R2446 | artikel 45 | 01/01/2024 | 31/12/2025 |
Publicatieblad |
NL L-serie |
2024/1288 |
7.5.2024 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/1288 VAN DE COMMISSIE
van 6 mei 2024
waarbij aan Kaapverdië een tijdelijke afwijking van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde regels betreffende de preferentiële oorsprong wordt toegestaan voor bereidingen of conserven van filets en zogenaamde loins van tonijn (rauw, gekookt en bevroren), bereidingen of conserven van makreelfilets en bereidingen of conserven van filets van valse bonito of kogeltonijn
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 64, lid 6, en artikel 66, punt b),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Kaapverdië komt in aanmerking voor de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur, het zogenaamde stelsel van algemene preferenties (SAP+), waarin artikel 1, lid 2, punt b), van Verordening (EU) nr. 978/2012 (2) van het Europees Parlement en de Raad voorziet. De regels betreffende de preferentiële oorsprong voor de toepassing van het SAP, met uitzondering van de procedureregels, zijn vastgesteld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 (3) van de Commissie. |
(2) |
Bij brief van 14 juli 2023 heeft Kaapverdië verzocht om verlenging van de tijdelijke afwijkingen van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde regels betreffende de preferentiële oorsprong, die bij Uitvoeringsverordeningen (EU) 2019/561 (4), (EU) 2019/620 (5) en (EU) 2021/966 (6) van de Commissie waren verleend. Dit verzoek betrof een jaarlijkse hoeveelheid van 5 000 ton bereidingen of conserven van filets en zogenaamde loins van tonijn (rauw, gekookt en bevroren), 3 000 ton bereidingen of conserven van makreelfilets en 1 000 ton bereidingen of conserven van filets van valse bonito of kogeltonijn. Op grond van de gevraagde afwijking zouden deze producten worden beschouwd als van oorsprong uit Kaapverdië, ook als ze uit niet van oorsprong zijnde vis zijn vervaardigd. |
(3) |
Om zijn verzoek om verlenging van deze afwijkingen te onderbouwen, voerde Kaapverdië dezelfde argumenten als in zijn eerdere verzoeken aan, die nog altijd relevant zijn, namelijk de lage vangsten van tonijn en makreel in zijn territoriale wateren, de beperkte vismogelijkheden buiten zijn territoriale wateren en de korte duur van het visseizoen, waardoor er minder mogelijkheden zijn om van oorsprong zijnde vis te vangen. Een ander belangrijk element is dat Kaapverdië zijn haveninfrastructuur heeft uitgebouwd. Daardoor kunnen er nu grotere hoeveelheden vis worden verwerkt, wat groeikansen biedt voor de visindustrie. Helaas beschikt Kaapverdië niet over een industriële vloot die voor een toereikende aanvoer voor zijn visserijsector zou kunnen zorgen, en investeert het ook onvoldoende in zijn vloot. Met de huidige beperkte vangstcapaciteit van vis van oorsprong zou de visserijsector haar maximale productiecapaciteit niet kunnen benutten. Tot slot wordt in het verzoek benadrukt dat Kaapverdië te kampen heeft met moeilijkheden als gevolg van de vertragingen die de inwerkingtreding van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en West-Afrika heeft opgelopen. In zijn argumentatie benadrukt Kaapverdië dat het van de SAP-regels betreffende de preferentiële oorsprong moet kunnen afwijken omdat het nog geen gebruik kan maken van de oorsprongscontingenten of cumulatieregels van de economische partnerschapsovereenkomst, waarvan de voorlopige toepassing nog niet van start is gegaan. |
(4) |
De afwijking waarin artikel 64, lid 6, van Verordening (EU) nr. 952/2013 (het douanewetboek van de Unie) voorziet, is tijdelijk van aard en wordt slechts toegekend als de naleving van de oorsprongsregels voor de betrokken producten erop vooruitgaat en de administratieve samenwerking beter verloopt. Om een dergelijke afwijking van de preferentiële oorsprongsregels te kunnen beheren, moet het verzoekende land voldoen aan eisen inzake de verstrekking van informatie over het gebruik van de afwijking en inzake het beheer van de hoeveelheden waarvoor de afwijking is toegestaan. |
(5) |
Bij het toezicht dat de Commissie de afgelopen jaren heeft verricht met betrekking tot de naleving van de preferentiële oorsprongsregels en de desbetreffende procedures door Kaapverdië alsook de administratieve samenwerking van het land met de Unie, zijn echter bepaalde tekortkomingen aan het licht gekomen, met name wat betreft de eis inzake administratieve samenwerking met de douaneautoriteiten van de lidstaten bij de controle van bewijzen van oorsprong in de visserijsector. |
(6) |
Het is de taak van de Europese Commissie erop toe te zien dat, ondanks dat tijdelijke afwijkingen worden toegestaan, Kaapverdië uiteindelijk zal voldoen aan de voorwaarden voor de controle van de bewijzen van oorsprong en dat de tekortkomingen in de administratieve samenwerking zullen worden verholpen. Een afwijking is niet het aangewezen instrument om een langetermijnoplossing te bieden voor de structurele problemen van de Kaapverdische visserijsector. |
(7) |
Gezien de niet-afhoudende economische moeilijkheden en het ontbreken van alternatieve oplossingen dient aan Kaapverdië evenwel, onder strikte voorwaarden, een tijdelijke afwijking te worden toegestaan van de in de preferentiële oorsprongsregels opgenomen verplichting dat producten slechts als van oorsprong uit het begunstigde land worden beschouwd als de daarin verwerkte materialen geheel en al in dat land zijn verkregen. Gelet op de hoeveelheden die in het kader van de vorige afwijking voor de jaren 2020-2023 volledig zijn benut, moet de afwijking worden toegestaan voor een jaarlijkse hoeveelheid van 3 000 ton bereidingen of conserven van filets en zogenaamde loins van tonijn (rauw, gekookt en bevroren), 2 700 ton bereidingen of conserven van makreelfilets en 600 ton bereidingen of conserven van filets van valse bonito of kogeltonijn. De looptijd van de afwijking moet worden beperkt tot een periode van twee jaar, waarin Kaapverdië de nodige inspanningen kan leveren om de vereiste structurele aanpassingen in zijn visserijsector te voltooien zodat het aan de oorsprongsregels voor de betrokken producten kan voldoen. Aan de toekenning van de afwijking moet evenwel de voorwaarde worden verbonden dat de Kaapverdische douaneautoriteiten de nodige stappen nemen om kwantitatieve controles te verrichten op de uitvoer van de onder de afwijking vallende producten en dat zij de Commissie een overzicht bezorgen van de hoeveelheden waarvoor krachtens deze verordening attesten van oorsprong zijn afgegeven, en van de volgnummers van die attesten. |
(8) |
Voorts moet Kaapverdië een beroep kunnen doen op een afwijking van de oorsprongsregels voor tonijn en makreel, op voorwaarde dat het bij de bevoegde diensten van de Commissie regelmatig rapporteert over de maatregelen die het heeft genomen om de naleving van de oorsprongsregels en de desbetreffende procedures voor de betrokken producten te waarborgen, en dat het administratieve samenwerking verleent zoals vereist voor de uitvoering van de preferentiële SAP-regeling als bedoeld in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 978/2012 (SAP-verordening). Deze rapportage moet volgens een nauwkeurig tijdschema gebeuren. Elke vertraging bij de naleving van de vastgestelde termijn moet tot een opschorting van de afwijking leiden, wat aan de bevoegde autoriteiten van Kaapverdië moet worden gemeld na een aanmaning en een verzoek om binnen tien werkdagen de rapportage te verrichten. De te rapporteren informatie is in een bijlage bij deze verordening opgenomen. De afwijking vindt slechts toepassing mits de in artikel 43 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde voorwaarden worden nageleefd. |
(9) |
De in de bijlagen bij deze verordening vermelde hoeveelheden moeten worden beheerd overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 (7) van de Commissie, waarin het beheer van tariefcontingenten is geregeld. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen moeten in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan en met terugwerkende kracht worden toegepast vanaf 1 januari 2024 om rekening te houden met de moeilijke situatie waarin Kaapverdië zich bevindt, en om het land in staat te stellen de afwijking toe te passen met ingang van die datum. |
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In afwijking van artikel 41, punt b), en artikel 45 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie worden de in de bijlagen I en II bedoelde producten, vervaardigd in Kaapverdië uit niet van oorsprong zijnde vis, beschouwd als van oorsprong uit Kaapverdië overeenkomstig de artikelen 2, 3 en 4 van deze verordening.
Artikel 2
1. De afwijking is van toepassing op producten die worden uitgevoerd uit Kaapverdië en voor het vrije verkeer in de Unie worden aangegeven tussen 1 januari 2024 en 31 december 2025.
2. De afwijking is van toepassing op producten tot de jaarlijkse hoeveelheden die zijn vastgesteld in bijlage I (tonijn) en bijlage II (makreel en kogeltonijn) bij deze verordening.
3. De afwijking vindt slechts toepassing mits de in artikel 43 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde voorwaarden worden nageleefd.
Artikel 3
De in de bijlagen I en II bij deze verordening vermelde hoeveelheden worden beheerd overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447, waarin het beheer van tariefcontingenten is geregeld.
Artikel 4
De afwijking wordt verleend op de volgende voorwaarden:
1) |
De Kaapverdische douaneautoriteiten nemen de nodige maatregelen voor het verrichten van kwantitatieve controles op de uitvoer van de in artikel 1 bedoelde producten. |
2) |
De door de geregistreerde exporteurs opgestelde attesten van oorsprong worden voorzien van de volgende aantekening: “Derogation — Commission Implementing Regulation (EU) 2024/1288”. |
3) |
De bevoegde Kaapverdische autoriteiten doen de Commissie ieder kwartaal een overzicht toekomen van de hoeveelheden waarvoor attesten van oorsprong krachtens artikel 92 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 zijn opgesteld, samen met de kopieën van deze bewijzen. Deze informatie wordt aan de Commissie gerapporteerd voor drie tijdvakken, te weten zes, twaalf en twintig maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, uiterlijk twee maanden na afloop van elk tijdvak. De eerste rapportage moet derhalve tussen 1 juli en 1 september 2024 gebeuren. De tweede rapportage moet tussen 1 januari en 1 maart 2025 gebeuren. De derde rapportage moet tussen 1 augustus en 1 oktober 2025 gebeuren. Over de resterende periode van 1 augustus tot en met 31 december 2025 wordt nog eens apart gerapporteerd binnen twee maanden na afloop van de in artikel 2, lid 1, vastgestelde periode van toepassing van de afwijking. |
(4) |
De bevoegde Kaapverdische autoriteiten doen de Commissie, tegelijk met de in lid 3 bedoelde rapportage, een verslag toekomen met gedetailleerde informatie over de maatregelen die zij hebben genomen om:
De door de bevoegde Kaapverdische autoriteiten te rapporteren informatie is opgenomen in bijlage III. |
Artikel 5
Indien de bevoegde autoriteiten de in artikel 4, leden 3 en 4, vastgestelde rapportageverplichtingen niet binnen de gestelde termijnen nakomen, zendt de Commissie de bevoegde Kaapverdische autoriteiten een aanmaning met het verzoek om de vereiste informatie binnen tien werkdagen te verstrekken. Indien de bevoegde autoriteiten niet binnen de gestelde termijn op dat verzoek reageren, kan de Commissie de afwijking waarin deze verordening voorziet, opschorten. Een opschorting heeft geen verlenging van de periode waarin deze verordening en de bijlagen I en II voorzien, tot gevolg. Een opschorting wordt ter kennis gebracht van de bevoegde Kaapverdische autoriteiten en in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt.
Artikel 6
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2024.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 mei 2024.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/952/oj.
(2) Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (PB L 303 van 31.10.2012, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2012/978/oj).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2015/2446/oj).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/561 van de Commissie van 8 april 2019 waarbij aan Kaapverdië een tijdelijke afwijking van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde regels betreffende de preferentiële oorsprong wordt toegestaan voor bereidingen of conserven van filets van tonijn (PB L 98 van 9.4.2019, blz. 13, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2019/561/oj).
(5) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/620 van de Commissie van 17 april 2019 waarbij aan Kaapverdië een tijdelijke afwijking van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde regels betreffende de preferentiële oorsprong wordt toegestaan voor bereidingen of conserven van makreelfilets en bereidingen of conserven van filets van valse bonito of kogeltonijn (PB L 108 van 23.4.2019, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2019/620/oj).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/966 van de Commissie van 11 juni 2021 waarbij aan Kaapverdië een tijdelijke afwijking van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde regels betreffende de preferentiële oorsprong wordt toegestaan voor bereidingen of conserven van tonijnfilets, bereidingen of conserven van makreelfilets en bereidingen of conserven van filets van valse bonito of kogeltonijn (PB L 214 van 17.6.2021, blz. 34, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/966/oj).
(7) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2015/2447/oj).
BIJLAGE I
Volgnummer |
GN-code |
Taric-code |
Omschrijving |
Perioden |
Jaarlijkse hoeveelheid (in ton nettogewicht) |
09.1602 |
1604142100 1604142690 1604142800 1604207050 1604207055 1604143190 1604143690 1604143800 1604207099 0304870090 1604144120 1604144629 1604144820 1604207045 0304870020 1604144130 1604144830 |
10 |
Bereidingen of conserven van filets en loins van boniet (Katsuwonus pelamis) |
1.1.2024 tot en met 31.12.2024 |
3 000 |
1.1.2025 tot en met 31.12.2025 |
3 000 |
||||
Bereidingen of conserven van filets en loins van geelvintonijn (Thunnus albacares) |
|||||
Bereidingen of conserven van filets en loins van grootoogtonijn (Thunnus obesus) |
|||||
Bereidingen van witte tonijn (Thunnus alalunga) |
BIJLAGE II
Volgnummer |
GN-code |
Taric-code |
Omschrijving |
Perioden |
Jaarlijkse hoeveelheid (in ton nettogewicht) |
09.1647 |
1604151100 ex 1604 19 97 |
10 |
Bereidingen of conserven van makreelfilets (Scomber scombrus, Scomber japonicus, Scomber colias) |
1.1.2024 tot en met 31.12.2024 |
2 700 |
1.1.2025 tot en met 31.12.2025 |
2 700 |
||||
09.1648 |
ex 1604 19 97 1604209000 |
10 |
Bereidingen of conserven van filets van valse bonito of kogeltonijn (Auxis thazard, Auxis rochei) |
1.1.2024 tot en met 31.12.2024 |
600 |
1.1.2025 tot en met 31.12.2025 |
600 |
BIJLAGE III
Door de bevoegde Kaapverdische autoriteiten te rapporteren maatregelen overeenkomstig artikel 4, lid 4
Bij de in artikel 4, lid 4, bedoelde rapportage wordt een nauwkeurige beschrijving gegeven van de maatregelen die de bevoegde Kaapverdische autoriteiten hebben genomen om te waarborgen dat:
a) |
controles van de oorsprong van producten worden verricht op verzoek van de douaneautoriteiten van de lidstaten, per verzoek, binnen de in de artikelen 108 en 109 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 vastgestelde termijnen; |
b) |
bij de controles van de oorsprong van producten van de zeevisserij en andere uit de zee gewonnen producten als bedoeld in artikel 44, lid 1, punt h), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 ook de plaats van vangst wordt gecontroleerd, en dat, in het geval van buiten de territoriale zee gewonnen producten als bedoeld in artikel 44, lid 1, punt h), van die verordening, de voorwaarden inzake de scheepseigendom worden gecontroleerd; |
c) |
de in artikel 108, lid 1, punt b), van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde controles bij exporteurs worden verricht met tussenpozen die worden bepaald aan de hand van passende risicoanalysecriteria overeenkomstig artikel 108, lid 2, van die verordening; |
d) |
exporteurs en overheidsfunctionarissen in Kaapverdië een gedegen kennis hebben van de preferentiële oorsprongsregels met het oog op de toepassing van het SAP en de desbetreffende procedures, door middel van toereikende instructies, opleidingen, seminars en/of informatie op het internet. |
Bij de rapportage wordt, wat de in punt a) bedoelde maatregelen betreft, per verzoek om controle van de oorsprong door de douaneautoriteiten van de lidstaten de volgende informatie verstrekt:
— |
de referentie en de datum van het verzoek om controle van de oorsprong; |
— |
de lidstaat die het verzoek heeft gedaan (“de verzoekende lidstaat”); |
— |
de datum van ontvangst van het verzoek door de bevoegde Kaapverdische autoriteiten; |
— |
de betrokken producten (GS-code en goederenomschrijving); |
— |
de datum van verzending van het antwoord aan de verzoekende lidstaat; |
— |
in voorkomend geval, de redenen voor een eventuele vertraging bij het beantwoorden van het verzoek; |
— |
de beoordeling van het verzoek door de bevoegde Kaapverdische autoriteiten (dat wil zeggen of de op het attest van oorsprong vermelde oorsprong wordt bevestigd of niet). |
Bij de rapportage wordt, wat de in punt c) bedoelde maatregelen betreft, de volgende informatie verstrekt:
— |
het aantal verrichte controles; |
— |
de door de bevoegde autoriteiten gebruikte risicoanalysecriteria om de risico’s te beoordelen en de tussenpozen tussen de periodieke controles bij de exporteurs te bepalen; |
— |
de bij de controles gevolgde werkwijze; |
— |
of de bevoegde autoriteiten bij exporteurs kopieën of een lijst van de door hen opgestelde attesten van oorsprong hebben opgevraagd overeenkomstig artikel 108, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447, teneinde regelmatige controles bij exporteurs te verrichten overeenkomstig artikel 108, lid 1, punt b), van die verordening; |
— |
of uit de controles is gebleken dat de exporteurs in Kaapverdië de toepasselijke procedures en regels betreffende de preferentiële oorsprong met het oog op de toepassing van het SAP goed begrijpen; |
— |
of er corrigerende maatregelen zijn genomen en/of sancties zijn opgelegd in gevallen waarin de exporteur een onjuist attest van oorsprong heeft opgesteld. |
Bij de rapportage worden, wat de in punt d) bedoelde maatregelen betreft, de instructies, documenten en opleidingscursussen verstrekt die zijn gebruikt om de exporteurs en overheidsfunctionarissen van Kaapverdië te onderrichten over de preferentiële oorsprongsregels voor de toepassing van het SAP en de desbetreffende procedures.
Bij de in artikel 4, lid 4, bedoelde rapportage wordt de informatie van de vorige rapportages geactualiseerd.
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1288/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)