Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024R1038

    Verordening (EU) 2024/1038 van de Commissie van 9 april 2024 tot wijziging van Verordening (EU) 2023/915 wat de maximumgehalten aan T-2- en HT-2-toxine in levensmiddelen betreft

    C/2024/2135

    PB L, 2024/1038, 10.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1038/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1038/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    L-serie


    2024/1038

    10.4.2024

    VERORDENING (EU) 2024/1038 VAN DE COMMISSIE

    van 9 april 2024

    tot wijziging van Verordening (EU) 2023/915 wat de maximumgehalten aan T-2- en HT-2-toxine in levensmiddelen betreft

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name artikel 2, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EU) 2023/915 van de Commissie (2) zijn maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen vastgesteld.

    (2)

    T-2- en HT-2-toxine zijn mycotoxinen die door diverse Fusarium-soorten worden geproduceerd. T-2-toxine wordt snel gemetaboliseerd in een groot aantal producten, waarbij HT-2-toxine een belangrijke metaboliet is.

    (3)

    De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in 2011 een wetenschappelijk advies uitgebracht over de risico’s voor de gezondheid van mens en dier in verband met de aanwezigheid van T-2- en HT-2-toxine in levensmiddelen en diervoeders (3). De EFSA heeft een toelaatbare dagelijkse inname (TDI) voor de contaminantengroep van 0,1 μg/kg lichaamsgewicht vastgesteld voor de som van T-2- en HT-2-toxine. De geschatte chronische blootstelling van mensen via het voedsel aan de som van T-2- en HT-2-toxine, op basis van de beschikbare gegevens over het vóórkomen, was voor populaties van alle leeftijdsgroepen lager dan de groeps-TDI, dus er bestaat geen onmiddellijk gezondheidsgevaar.

    (4)

    Rekening houdend met de conclusies van het wetenschappelijk advies van 2011 is Aanbeveling 2013/165/EU van de Commissie (4) vastgesteld om meer gegevens te verzamelen over T-2- en HT-2-toxine in granen en graanproducten, om een beter inzicht te krijgen in de jaarlijkse variatie in het vóórkomen en om meer informatie te verkrijgen over de invloed van voedselverwerking (bv. koken) en agronomische factoren op de aanwezigheid van T-2- en HT-2-toxine.

    (5)

    In 2017 heeft de EFSA een wetenschappelijk advies uitgebracht over de vraag of het passend zou zijn om een op gezondheid gebaseerde richtwaarde voor T-2- en HT-2-toxine en gewijzigde vormen daarvan als contaminantengroep vast te stellen (5). Er werd een acute referentiedosis (ARfD) van 0,3 μg/kg lichaamsgewicht vastgesteld voor de som van T-2- en HT-2-toxine en gewijzigde vormen daarvan als contaminantengroep. Daarnaast werd een groeps-TDI voor de som van T-2- en HT-2-toxine en gewijzigde vormen daarvan van 0,02 μg/kg lichaamsgewicht vastgesteld ter vervanging van de eerdere groeps-TDI van 0,1 μg/kg lichaamsgewicht.

    (6)

    Eveneens in 2017 publiceerde de EFSA een wetenschappelijk verslag over de blootstelling van mens en dier via het voedsel aan T-2- en HT-2-toxine (6). De schattingen van de acute blootstelling via het voedsel in dat verslag wezen niet op een overschrijding van de door de EFSA vastgestelde groeps-ARfD. In bepaalde scenario’s voor de chronische blootstelling via het voedsel werd de groeps-TDI echter overschreden bij zuigelingen, peuters en andere kinderen, en in het geval van hoge blootstellingen ook bij adolescenten, wat op een potentieel gezondheidsrisico wijst.

    (7)

    Om een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid te waarborgen, is het daarom passend maximumgehalten vast te stellen voor de aanwezigheid van T-2- en HT-2-toxine in levensmiddelen, rekening houdend met de recentste gegevens over het vóórkomen. Aangezien er echter zeer weinig gegevens over het vóórkomen beschikbaar zijn met betrekking tot de aanwezigheid van de gewijzigde vormen van T-2- en HT-2-toxine en er geen routinemethode voor de analyse ervan beschikbaar is, worden de maximumgehalten vooralsnog alleen vastgesteld voor de som van T-2- en HT-2-toxine.

    (8)

    Teneinde ervoor te zorgen dat goede landbouwpraktijken worden toegepast om de aanwezigheid van T-2- en HT-2-toxine in granen tot een minimum te beperken, is het belangrijk een maximumgehalte voor onverwerkte granen vast te stellen. Aangezien onverwerkte haver vóór het malen of vóór gebruik in graanproducten die voor de eindverbruiker in de handel worden gebracht, met het kaf in de handel wordt gebracht, moet het maximumgehalte voor T-2- en HT-2-toxine in onverwerkte granen van haver van toepassing zijn op de onverwerkte granen van haver met inbegrip van het kafje, ook al is het kafje niet eetbaar.

    (9)

    Aangezien de mate waarin T-2- en HT-2-toxine voorkomen het hoogst is voor granen van haver, is het belangrijk dat er extra inspanningen worden geleverd om de aanwezigheid van T-2- en HT-2-toxine in granen van haver verder te verlagen en dat de Commissie op de hoogte wordt gesteld van de geboekte vooruitgang en van de nieuwe gegevens over het vóórkomen, teneinde in de toekomst het maximumgehalte voor T-2- en T-2-toxine in granen van haver en graanproducten van haver te verlagen.

    (10)

    Verordening (EU) 2023/915 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (11)

    Er moet worden voorzien in een overgangsperiode voor levensmiddelen die vóór de datum van toepassing van deze verordening rechtmatig in de handel zijn gebracht, rekening houdend met het feit dat bepaalde onder deze verordening vallende levensmiddelen een lange houdbaarheid hebben.

    (12)

    Om de marktdeelnemers in staat te stellen zich voor te bereiden op de nieuwe regels die bij deze verordening worden ingevoerd, is het passend te voorzien in een redelijke termijn totdat de nieuwe maximumgehalten van toepassing zijn.

    (13)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EU) 2023/915 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Aan artikel 8 wordt het volgende lid 5 toegevoegd:

    “5.   De lidstaten en de belanghebbende partijen stellen de Commissie uiterlijk op 1 januari 2028 in kennis van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek en van de voortgang die is gemaakt met betrekking tot de toepassing van preventieve maatregelen om het niveau van verontreiniging met T-2- en HT-2-toxine in haver en haverproducten te verlagen.

    De lidstaten en de belanghebbende partijen brengen regelmatig verslag uit aan de EFSA over het vóórkomen van T-2- en HT-2-toxine in haver en haverproducten.”

    .

    2)

    Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    In de bijlage genoemde levensmiddelen die vóór 1 juli 2024 rechtmatig in de handel zijn gebracht, mogen in de handel blijven tot en met de datum van minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum van die levensmiddelen.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2024.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 9 april 2024.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)   PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU) 2023/915 van de Commissie van 25 april 2023 betreffende maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1881/2006 (PB L 119 van 5.5.2023, blz. 103).

    (3)  Scientific opinion on the risks for animal and public health related to the presence of T-2 and HT-2 toxin in food and feed (EFSA Journal 2011;9(12):2481, https://doi.org/10.2903/j.efsa.2011.2481).

    (4)  Aanbeveling 2013/165/EU van de Commissie van 27 maart 2013 betreffende de aanwezigheid van T-2- en HT-2-toxine in granen en graanproducten (PB L 91 van 3.4.2013, blz. 12).

    (5)  Scientific opinion on the appropriateness to set a group health based guidance value for T2 and HT2 toxin and its modified forms (EFSA Journal 2017;15(1):4655, https://doi.org/10.2903/j.efsa.2017.4655).

    (6)  Scientific report on human and animal dietary exposure to T-2 and HT-2 toxin (EFSA Journal 2017;15(8):4972, https://doi.org/10.2903/j.efsa.2017.4972).


    BIJLAGE

    Aan punt 1 (Mycotoxinen) van bijlage I bij Verordening (EU) 2023/915 wordt de volgende vermelding 1.9 (T2- en HT-2-toxine) toegevoegd:

    “1.9

    T-2- en HT-2-toxine

    Maximumgehalte (μg/kg)

    Opmerkingen

     

     

    Som van T-2- en HT-2-toxine

    Voor de som van T-2- en HT-2-toxine hebben de maximumgehalten betrekking op ondergrensconcentraties, die worden berekend in de veronderstelling dat alle waarden onder de bepaalbaarheidsgrens nul zijn.

    1.9.1

    Onverwerkte granen, met uitzondering van de in de punten 1.9.1.1, 1.9.1.2, 1.9.1.3 en 1.9.1.4 vermelde producten

    50

    Met uitzondering van onverwerkte granen van mais die bestemd zijn om door natmalen te worden verwerkt, en met uitzondering van rijst.

    Het maximumgehalte is van toepassing op onverwerkte granen die voor eerste verwerking in de handel worden gebracht (6).

    1.9.1.1

    Onverwerkte granen van brouwgerst

    200

    Het maximumgehalte is van toepassing op onverwerkte granen van brouwgerst die voor eerste verwerking in de handel worden gebracht (6).

    1.9.1.2

    Andere onverwerkte granen van gerst dan granen van brouwgerst

    150

    Het maximumgehalte is van toepassing op onverwerkte granen van gerst die voor eerste verwerking in de handel worden gebracht (6).

    1.9.1.3

    Onverwerkte granen van mais en van harde tarwe

    100

    Met uitzondering van onverwerkte granen van mais waarvoor duidelijk is, bv. door etikettering of bestemming, dat zij uitsluitend zijn bestemd voor gebruik in een natmaalproces (zetmeelproductie).

    Het maximumgehalte is van toepassing op onverwerkte granen van mais en van harde tarwe die voor eerste verwerking in de handel worden gebracht (6).

    1.9.1.4

    Onverwerkte granen van haver met niet-eetbaar kafje

    1 250

    Het maximumgehalte is van toepassing op onverwerkte granen van haver met kaf die voor eerste verwerking in de handel worden gebracht (6).

    Het maximumgehalte is van toepassing op de granen van haver met inbegrip van het niet-eetbare kafje.

    1.9.2

    Granen die in de handel worden gebracht voor de eindverbruiker, met uitzondering van de in de punten 1.9.2.1 en 1.9.2.2 vermelde producten

    20

    Met uitzondering van rijst.

    1.9.2.1

    Haver die in de handel wordt gebracht voor de eindverbruiker

    100

     

    1.9.2.2

    Gerst, mais en harde tarwe die in de handel worden gebracht voor de eindverbruiker

    50

     

    1.9.3

    Maalderijproducten van granen, met uitzondering van de in de punten 1.9.3.1 en 1.9.3.2 vermelde producten

    20

    Met uitzondering van maalderijproducten van rijst.

    1.9.3.1

    Maalderijproducten van haver (met inbegrip van haverzemelen)

    100

     

    1.9.3.2

    Zemelen van andere granen dan haver en maalderijproducten van maïs

    50

     

    1.9.4

    Bakkerijproducten, met uitzondering van de in punt 1.9.5 vermelde producten, deegwaren, granensnacks en ontbijtgranen, met uitzondering van de in de punten 1.9.6, 1.9.7 en 1.9.8 vermelde producten

    20

    Met uitzondering van rijstproducten.

    Met inbegrip van kleine bakkerijproducten.

    Deegwaren: (droge) deegwaren met een watergehalte van ca. 12 %.

    1.9.5

    Bakkerijproducten die ten minste 90 % maalderijproducten van haver bevatten

    100

    Met uitzondering van rijstproducten.

    Met inbegrip van kleine bakkerijproducten.

    1.9.6

    Havervlokken

    100

     

    1.9.7

    Ontbijtgranen die voor ten minste 50 % bestaan uit zemelen van granen, maalderijproducten van granen van haver, maalderijproducten van granen van maïs, hele granen van haver, granen van gerst, granen van maïs of granen van harde tarwe, en voor minder dan 40 % uit maalderijproducten van granen van haver en hele granen van haver

    50

     

    1.9.8

    Ontbijtgranen die voor ten minste 50 % bestaan uit zemelen van granen, maalderijproducten van granen van haver, maalderijproducten van granen van maïs, hele granen van haver, granen van gerst, granen van maïs of granen van harde tarwe, en voor ten minste 40 % uit maalderijproducten van granen van haver en hele granen van haver

    75

     

    1.9.9

    Babyvoeding en verwerkte voedingsmiddelen op basis van granen voor zuigelingen en peuters (3)

    10

    Met uitzondering van rijstproducten.

    Het maximumgehalte geldt voor de droge stof (5) van het product zoals het in de handel wordt gebracht.

    1.9.10

    Voor zuigelingen en peuters bedoelde voeding voor medisch gebruik (3)

    10

    Met uitzondering van rijstproducten.

    Het maximumgehalte geldt voor de droge stof (5) van het product zoals het in de handel wordt gebracht.”


    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/1038/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top