Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024R0230

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2024/230 van de Commissie van 25 oktober 2023 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1342 van de Commissie ten aanzien van de informatie die door derde landen en door controleautoriteiten en controleorganen moet worden verzonden met het oog op het toezicht op hun erkenning uit hoofde van artikel 33, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad en de maatregelen die bij de uitoefening van dat toezicht moeten worden genomen

    C/2023/7080

    PB L, 2024/230, 9.1.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/230/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/230/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    Serie L


    2024/230

    9.1.2024

    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2024/230 VAN DE COMMISSIE

    van 25 oktober 2023

    tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1342 van de Commissie ten aanzien van de informatie die door derde landen en door controleautoriteiten en controleorganen moet worden verzonden met het oog op het toezicht op hun erkenning uit hoofde van artikel 33, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad en de maatregelen die bij de uitoefening van dat toezicht moeten worden genomen

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 (1) van de Raad, en met name artikel 48, lid 4, en artikel 57, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1342 (2) van de Commissie vormt een aanvulling op Verordening (EU) 2018/848 met voorschriften inzake de informatie die door derde landen en door controleautoriteiten en controleorganen moet worden verzonden met het oog op het toezicht op hun erkenning uit hoofde van artikel 33, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 834/2007 (3) van de Raad voor ingevoerde biologische producten en de maatregelen die bij de uitoefening van dat toezicht moeten worden genomen.

    (2)

    Met het oog op passend toezicht op overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Verordening (EG) nr. 834/2007 erkende derde landen, moet worden verduidelijkt dat de maatregelen van de bevoegde autoriteiten in derde landen naar aanleiding van een kennisgeving door de Commissie van een gegrond vermoeden van een onregelmatigheid of een inbreuk betreffende de naleving door ingevoerde biologische producten van de voorschriften van Verordening (EG) nr. 834/2007, productienormen en controlemaatregelen die op basis van de verrichte beoordeling als gelijkwaardig zijn aanvaard, onderzoeken ter plaatse van marktdeelnemers kunnen omvatten. Ook moet nader worden bepaald dat de bevoegde autoriteiten de Commissie en de betrokken lidstaat aan de hand van het model in bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 van de Commissie (4) in kennis moeten stellen van het resultaat van het onderzoek en van de genomen maatregelen.

    (3)

    Daarnaast moeten de redenen voor de maatregelen die de Commissie bij de uitoefening van haar toezicht op erkende derde landen moet nemen, nader worden uitgewerkt.

    (4)

    Met het oog op passend toezicht op overeenkomstig artikel 33, lid 3, van Verordening (EG) nr. 834/2007 erkende controleautoriteiten en controleorganen, moeten bijkomende voorschriften worden vastgesteld betreffende de procedures voor de regelmatige evaluatie van hun erkenning.

    (5)

    Daartoe moet in deze verordening nader worden bepaald welke aanvullende informatie door die controleautoriteiten en controleorganen aan de Commissie moet worden verstrekt met het oog op de uitoefening van dat toezicht. Deze verordening moet de Commissie ook de mogelijkheid bieden om risicogebaseerde onderzoeken ter plaatse van de controleautoriteiten en controleorganen te organiseren, en de voorwaarden voor de uitvoering van die onderzoeken bevatten. Voor de uitoefening van het toezicht van de controleautoriteiten en controleorganen door de Commissie moeten ook controles kunnen worden verricht voor de certificering van nieuwe marktdeelnemers of groepen marktdeelnemers.

    (6)

    Daarnaast moeten de redenen voor de maatregelen die de Commissie bij de uitoefening van haar toezicht op erkende controleautoriteiten en controleorganen moet nemen, nader worden uitgewerkt.

    (7)

    De autoriteiten van de lidstaten hebben aanzienlijke ervaring en deskundigheid opgedaan op het gebied van het verlenen van toegang tot ingevoerde biologische goederen in de Unie. De Commissie moet kunnen steunen op de ervaring van de lidstaten met onderzoeken die tijdens invoercontroles worden uitgevoerd met het oog op het toezicht op erkende derde landen en controleautoriteiten en controleorganen, met inbegrip van de evaluatie van hun operationele prestaties. De taken om de Commissie bij te staan bij de evaluatie van de erkenningen moeten billijk en evenredig over de lidstaten worden verdeeld, met inachtneming van het aantal stemmen per lidstaat in het Comité voor de biologische productie.

    (8)

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1342 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1342 wordt als volgt gewijzigd:

    (1)

    in artikel 1 wordt lid 6 vervangen door:

    “6.   Wanneer de Commissie door een lidstaat in kennis is gesteld van een gegrond vermoeden van een onregelmatigheid of een inbreuk met betrekking tot de conformiteit van ingevoerde biologische producten met de in Verordening (EG) nr. 834/2007 vastgestelde voorschriften of met de productienormen en controlemaatregelen die op basis van de verrichte beoordeling als gelijkwaardig zijn aanvaard, stelt zij de bevoegde autoriteit van het derde land daarvan in kennis. Die bevoegde autoriteit onderzoekt de oorsprong van de vermoede onregelmatigheid of inbreuk en brengt de Commissie en de betrokken lidstaat binnen 30 kalenderdagen na de kennisgeving van de Commissie op de hoogte van het resultaat van het onderzoek en van de genomen maatregelen, in voorkomend geval met inbegrip van onderzoeken ter plaatse bij marktdeelnemers, met gebruikmaking van het model in bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 van de Commissie (*1).”

    (*1)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 van de Commissie van 13 juli 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad met procedurele voorschriften voor de erkenning van controleautoriteiten en controleorganen die bevoegd zijn voor de controle van marktdeelnemers en groepen marktdeelnemers die in derde landen biologisch gecertificeerd zijn en van biologische producten in derde landen, en met voorschriften inzake het toezicht daarop en de door die controleautoriteiten en controleorganen uit te voeren controles en andere activiteiten (PB L 336 van 23.9.2021, blz. 7)."

    ;

    (2)

    Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    het volgende lid 1 bis wordt ingevoegd:

    “1 bis.   De controleautoriteit of het controleorgaan stelt de Commissie tijdig en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen in kennis van wijzigingen in de inhoud van het technische dossier.”

    ;

    (b)

    lid 3 wordt vervangen door:

    “3.   De Commissie kan de controleautoriteiten en controleorganen te allen tijde om aanvullende informatie verzoeken, met inbegrip van het jaarverslag. Die aanvullende informatie wordt in elektronische vorm verstrekt.”

    ;

    (c)

    de volgende leden 4 tot en met 7 worden toegevoegd:

    “4.   De Commissie kan regelmatig risicogebaseerde onderzoeken ter plaatse van de controleautoriteiten en controleorganen organiseren, teneinde de kwaliteit en de doeltreffendheid van de door elke controleautoriteit of elk controleorgaan verrichte controles te beoordelen. Deze onderzoeken kunnen met de betrokken accreditatie-instantie worden gecoördineerd. De Commissie kan tijdens die onderzoeken ter plaatse door onafhankelijke deskundigen worden vergezeld.

    De Commissie kan om nadere informatie verzoeken, waaronder het overleggen van een of meer verslagen over ad-hoconderzoeken ter plaatse die zijn opgesteld door onafhankelijke deskundigen die zij aanwijst.

    Onderzoeken ter plaatse kunnen het volgende omvatten:

    (a)

    een bezoek aan de kantoren of gebouwen van de controleautoriteiten en controleorganen, de door hen uitbestede diensten en de marktdeelnemers of groepen marktdeelnemers die onder hun controle staan, in de Unie en in derde landen;

    (b)

    een administratief onderzoek van de relevante stukken waarin de structuur, de werking en het kwaliteitsbeheer van de controleautoriteiten of controleorganen worden beschreven;

    (c)

    een administratief onderzoek van personeelsdossiers, met inbegrip van bewijs van competenties, opleidingsregisters, verklaringen inzake belangenconflicten en gegevens over de evaluatie van en het toezicht op het personeel;

    (d)

    een controle van dossiers van marktdeelnemers of groepen marktdeelnemers teneinde de behandeling van gevallen van niet-naleving en klachten, de minimale controlefrequentie, het gebruik van een risicogebaseerde aanpak bij de uitvoering van onderzoeken, de uitvoering van vervolgbezoeken en onaangekondigde bezoeken, het bemonsteringsbeleid en de uitwisseling van informatie met andere controleorganen en controleautoriteiten te verifiëren;

    (e)

    een evaluatieaudit, d.w.z. het onderzoeken van marktdeelnemers of groepen marktdeelnemers om na te gaan of de standaardcontrole- en risicobeoordelingsprocedures van de controleautoriteit of het controleorgaan worden nageleefd en om de doeltreffendheid ervan te verifiëren, met inachtneming van de ontwikkeling van de omstandigheden van de marktdeelnemer sinds de laatste inspectie van de controleautoriteit of het controleorgaan;

    (f)

    een getuigenaudit, d.w.z. de evaluatie van de uitvoering van het fysieke onderzoek ter plaatse door een inspecteur van de controleautoriteit of het controleorgaan.

    5.   Met het oog op de voorbereiding van onderzoeken ter plaatse bij de controleautoriteiten en controleorganen kan de Commissie de controleorganen en de controleautoriteiten om informatie verzoeken. Deze informatie moet binnen een door de Commissie vast te stellen termijn worden verstrekt.

    6.   Wanneer de Commissie door een lidstaat in kennis is gesteld van een gegrond vermoeden van een onregelmatigheid of een inbreuk met betrekking tot de conformiteit van ingevoerde biologische producten met de in Verordening (EG) nr. 834/2007 vastgestelde voorschriften of met de productienormen en controlemaatregelen die op basis van de verrichte beoordeling als gelijkwaardig zijn aanvaard, stelt zij de controleautoriteiten en controleorganen daarvan in kennis. De controleautoriteiten en controleorganen onderzoeken de oorsprong van de vermoede onregelmatigheid of inbreuk en brengen de Commissie en de betrokken lidstaat binnen 30 kalenderdagen na de kennisgeving van de Commissie op de hoogte van het resultaat van het onderzoek en van de door de controleautoriteiten en controleorganen genomen maatregelen, in voorkomend geval met inbegrip van onderzoeken ter plaatse bij marktdeelnemers, met gebruikmaking van het model in bijlage III bij Verordening (EU) 2021/1698.

    7.   Alvorens een nieuwe marktdeelnemer of groep marktdeelnemers te certificeren, waarborgt de controleautoriteit of het controleorgaan dat, indien de marktdeelnemer of groep marktdeelnemers in de laatste twee jaar door hun vorige controleautoriteit of controleorgaan zijn geschorst of geschrapt, de door die controleautoriteiten of controleorganen vastgestelde niet-naleving door de marktdeelnemer of groep marktdeelnemers zijn of worden aangepakt. Indien de controleautoriteit of het controleorgaan niet kan waarborgen dat de niet-naleving is of wordt aangepakt, zal de controleautoriteit of het controleorgaan de marktdeelnemer of groep marktdeelnemers niet certificeren.”

    ;

    (3)

    in artikel 3 wordt punt d) als volgt gewijzigd:

    (a)

    het inleidende deel wordt vervangen door:

    “de Commissie kan de vermelding van een derde land van de lijst schrappen indien:”;

    (b)

    punt iv) wordt vervangen door:

    “iv)

    dat derde land, na een verzoek van de Commissie, niet instemt met een onderzoek ter plaatse, of indien een onderzoek ter plaatse een negatief resultaat oplevert ten gevolge van het stelselmatig gebrekkig functioneren van de controlemaatregelen;”;

    (c)

    het volgende punt v) wordt toegevoegd:

    “v)

    de consument in enig ander geval het risico loopt te worden misleid ten aanzien van de ware aard van de door de controleautoriteit of het controleorgaan gecertificeerde producten.”;

    (4)

    In artikel 4 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

    (a)

    punt b) wordt vervangen door:

    “b)

    de Commissie kan de opname van een controleautoriteit of controleorgaan op de lijst schorsen, hetzij op basis van de ontvangen informatie, hetzij indien de controleautoriteit of het controleorgaan geen toereikende gegevens heeft verstrekt binnen een door de Commissie op basis van de ernst van het probleem vast te stellen termijn van minstens 30 dagen, dan wel niet met een onderzoek ter plaatse heeft ingestemd;”;

    (b)

    punt d) wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    punt iii) wordt vervangen door:

    “iii)

    de controleautoriteit of het controleorgaan na een verzoek van de Commissie alle informatie met betrekking tot zijn technische dossier of controlesysteem niet beschikbaar houdt of niet meedeelt binnen een door de Commissie op basis van de ernst van het probleem vast te stellen termijn, hetzij van minstens 30 dagen, hetzij overeenkomstig artikel 2, lid 1 bis;”;

    ii)

    punt iv) wordt vervangen door:

    “iv)

    de controleautoriteit of het controleorgaan de informatie over de onderzoeken naar niet-naleving niet beschikbaar houdt of niet meedeelt;”;

    iii)

    punt vi) wordt vervangen door:

    “vi)

    de controleautoriteit of het controleorgaan niet instemt met een door de Commissie vereist onderzoek ter plaatse of niet alle krachtens artikel 2, lid 5, gevraagde informatie verzendt, of indien een onderzoek ter plaatse een negatief resultaat oplevert als gevolg van het systematisch gebrekkig functioneren van de controlemaatregelen, of”;

    (5)

    het volgende artikel 4 bis wordt ingevoegd:

    “Artikel 4 bis

    Bijstand bij het toezicht door de lidstaten

    1.   Met het oog op de evaluatie van de erkenningen van derde landen overeenkomstig artikel 3 wordt de Commissie, indien zij de lidstaten om bijstand verzoekt, bijgestaan door twee lidstaten die optreden als corapporteurs voor het onderzoek van het jaarverslag en alle andere ontvangen informatie, en voor de evaluatie van de operationele prestaties van de derde landen.

    2.   Met het oog op de evaluatie van de erkenningen van de controleautoriteiten of controleorganen overeenkomstig artikel 2 wordt de Commissie, indien zij de lidstaten om bijstand verzoekt, bijgestaan door twee lidstaten die optreden als corapporteurs voor het onderzoek van het jaarverslag en alle andere ontvangen informatie, en voor de evaluatie van de operationele prestaties van de controleautoriteiten of controleorganen.

    3.   De Commissie kan de verzoeken om bijstand overeenkomstig de leden 1 en 2 proportioneel over de lidstaten verdelen aan de hand van het aantal stemmen per lidstaat in het Comité voor de biologische productie.”

    ;

    (6)

    in artikel 5 worden de derde en de vierde alinea vervangen door:

    “De artikelen 1 en 3 en artikel 4 bis, lid 1, zijn tot en met 31 december 2026 van toepassing.

    De artikelen 2 en 4 en artikel 4 bis, lid 2, zijn tot en met 31 december 2024 van toepassing.”.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 25 oktober 2023.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)   PB L 150 van 14.6.2018, blz. 1.

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1342 van de Commissie van 27 mei 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad met voorschriften inzake de informatie die door derde landen en door controleautoriteiten en controleorganen moet worden verzonden met het oog op het toezicht op hun erkenning uit hoofde van artikel 33, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad voor ingevoerde biologische producten en de maatregelen die bij de uitoefening van dat toezicht moeten worden genomen (PB L 292 van 16.8.2021, blz. 20).

    (3)  Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1).

    (4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1698 van de Commissie van 13 juli 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad met procedurele voorschriften voor de erkenning van controleautoriteiten en controleorganen die bevoegd zijn voor de controle van marktdeelnemers en groepen marktdeelnemers die in derde landen biologisch gecertificeerd zijn en van biologische producten in derde landen, en met voorschriften inzake het toezicht daarop en de door die controleautoriteiten en controleorganen uit te voeren controles en andere activiteiten (PB L 336 van 23.9.2021, blz. 7).


    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/230/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top