This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32024L1438
Directive (EU) 2024/1438 of the European Parliament and of the Council of 14 May 2024 amending Council Directives 2001/110/EC relating to honey, 2001/112/EC relating to fruit juices and certain similar products intended for human consumption, 2001/113/EC relating to fruit jams, jellies and marmalades and sweetened chestnut purée intended for human consumption, and 2001/114/EC relating to certain partly or wholly dehydrated preserved milk for human consumption
Richtlijn (EU) 2024/1438 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG van de Raad inzake honing, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten, Richtlijn 2001/113/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta en Richtlijn 2001/114/EG van de Raad inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk
Richtlijn (EU) 2024/1438 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG van de Raad inzake honing, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten, Richtlijn 2001/113/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta en Richtlijn 2001/114/EG van de Raad inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk
PE/25/2024/REV/1
PB L, 2024/1438, 24.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2024/1438/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 32001L0110 | Schrapping | bijlage I punt 2 punt (b) punt (viii) | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0110 | toevoeging | artikel 4a | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0110 | toevoeging | artikel 4b | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0110 | vervanging | bijlage I punt 3 streepje 3 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0110 | vervanging | artikel 2 zin | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0110 | vervanging | artikel 2 lid 2 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0110 | vervanging | artikel 2 lid 4 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0110 | vervanging | artikel 3 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0110 | vervanging | artikel 4 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | toevoeging | bijlage I deel I punt 6 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | toevoeging | bijlage I deel I punt 7 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | toevoeging | bijlage I deel II punt 2 streepje | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | toevoeging | bijlage I deel II punt 3 streepje | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | toevoeging | bijlage V tekst | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | toevoeging | artikel 3 lid 4 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | toevoeging | artikel 7 lid 2 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | toevoeging | artikel 7 lid 3 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | toevoeging | artikel 7b | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | toevoeging | artikel 7c | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | wijziging | artikel 7 lid | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | bijlage I deel I punt 1 punt (b) lid 1 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | bijlage I deel II punt 2 streepje 2 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | bijlage I deel II punt 2 streepje 3 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | bijlage I deel II punt 2 streepje 5 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | bijlage I deel II punt 2 streepje 7 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | bijlage I deel II punt 3 streepje 13 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | bijlage III | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | bijlage IV afdeling I tekst | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | artikel 3 zin | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | artikel 3 lid 1 punt (b) | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | artikel 3 lid 6 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | artikel 6 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | artikel 7a lid 2 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | artikel 7a lid 3 tekst | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0112 | vervanging | artikel 7a lid 5 tekst | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | Schrapping | bijlage III deel B streepje 4 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | Schrapping | artikel 2 punt 4 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | Schrapping | artikel 2 punt 6 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | toevoeging | bijlage II streepje | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | toevoeging | artikel 2 punt 2 alinea | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | toevoeging | artikel 6a | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | bijlage I deel I streepje 1 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | bijlage I deel I streepje 2 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | bijlage I deel I streepje 5 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | bijlage I deel I streepje 6 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | bijlage I deel II | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | bijlage II streepje 2 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | bijlage II streepje 3 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | bijlage II streepje 4 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | bijlage II streepje 5 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | bijlage II streepje 6 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | artikel 2 zin | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | artikel 2 punt 5 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0113 | vervanging | artikel 4 | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0114 | toevoeging | bijlage I punt 3 punt (d) | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0114 | toevoeging | bijlage I punt 4 punt (c) | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0114 | toevoeging | bijlage I punt 4 punt (d) | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0114 | vervanging | bijlage II punt (a) | 13/06/2024 | |
Modifies | 32001L0114 | vervanging | artikel 3 zin | 13/06/2024 |
Publicatieblad |
NL L-serie |
2024/1438 |
24.5.2024 |
RICHTLIJN (EU) 2024/1438 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 14 mei 2024
tot wijziging van Richtlijn 2001/110/EG van de Raad inzake honing, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten, Richtlijn 2001/113/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta en Richtlijn 2001/114/EG van de Raad inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In overeenstemming met de doelstellingen van de mededeling van de Commissie van 11 december 2019 over “de Europese Green Deal” heeft de Commissie op 20 mei 2020 een mededeling aangenomen, getiteld “Een “van boer tot bord”-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem” (“de “van boer tot bord”-strategie”), waarin zij maatregelen voor een gezonder en duurzamer voedselsysteem van de Unie heeft aangekondigd. Met die maatregelen wil de Commissie onder meer producenten stimuleren om de samenstelling van levensmiddelen met een hoog suikergehalte te wijzigen, en wil zij de overgang naar gezonde en duurzame voedingspatronen vergemakkelijken. Om de consument in staat te stellen weloverwogen, gezonde en duurzame voedingskeuzes te maken, kondigde de Commissie voorts een mogelijke uitbreiding aan van verplichte oorsprongs- of herkomstaanduidingen voor bepaalde producten, daarbij goed rekening houdend met de mogelijke gevolgen voor de interne markt. |
(2) |
In Richtlijn 2001/110/EG van de Raad (3) zijn met betrekking tot honing definities, benamingen, gemeenschappelijke regels inzake de samenstelling, en de kwaliteits- en etiketteringsvoorschriften vastgelegd. |
(3) |
Gezien het nauwe verband tussen de kwaliteit van honing en de oorsprong ervan en de noodzaak te vermijden dat de consument wordt misleid omtrent de kwaliteit van het product, bevat Richtlijn 2001/110/EG regels voor de etikettering van de oorsprong om aan te geven waar de honing is geoogst. Volgens artikel 2, punt 4, van die richtlijn moeten met name het land of de landen van oorsprong waar de honing is vergaard, op het etiket worden vermeld en kan, indien de honing van oorsprong is uit meer dan één lidstaat of derde land, de verplichte vermelding van de landen van oorsprong naargelang het geval worden vervangen door een van de volgende vermeldingen: “gemengde EU-honing”, “gemengde niet-EU-honing” of “gemengde EU- en niet-EU-honing”. De verschillende regels die de lidstaten op basis daarvan hebben vastgesteld, zouden de consument misleid kunnen hebben en zouden de werking van de interne markt belemmerd kunnen hebben. |
(4) |
Gezien de grote belangstelling bij de consument voor de geografische oorsprong van honing, de doelstelling van de “van boer tot bord”-strategie om de consument beter in staat te stellen een weloverwogen keuze te maken, onder meer met betrekking tot de oorsprong van voedsel, en in het belang van het behoud van de efficiënte werking van de interne markt in de gehele Unie via een harmonisatie van de etiketteringsvoorschriften, is het passend de regels voor de etikettering van de oorsprong van honing te herzien. In deze richtlijn moet als standaardregel worden vereist dat het land of de landen van oorsprong in dalende volgorde op het etiket worden vermeld, samen met het percentage van elk land van oorsprong in het geval van mengsels, met een toegestane afwijking van 5 % voor elk afzonderlijk aandeel in het mengsel, berekend op basis van de traceerbaarheidsdocumentatie van de marktdeelnemer. |
(5) |
Ten behoeve van een zekere mate van flexibiliteit moeten de lidstaten echter kunnen bepalen dat het voor honingmengsels met meer dan vier verschillende landen van oorsprong is toegestaan slechts de vier grootste aandelen in termen van een percentage aan te geven, zolang zij samen meer dan 50 % van het totaal uitmaken. Eventuele andere landen van oorsprong moeten vermeld worden in dalende volgorde, zoals het geval is wanneer de standaardregel wordt toegepast. Dergelijke flexibiliteit belemmert het vrije verkeer van overeenkomstig de standaardregel geëtiketteerde honing niet, aangezien de standaardregel voorziet in volledigere, aan de consument te verschaffen informatie. Uit het verband tussen de standaardregel en die flexibiliteit volgt dat in gevallen waarin er meer dan vier landen van oorsprong zijn, indien de aandelen van het vijfde of van verdere landen van oorsprong even groot zijn als die van het vierde land, het niet mogelijk is alleen de vier grootste aandelen aan te geven. In dat geval moet de standaardregel van toepassing zijn. |
(6) |
Gezien de beperkte grootte van verpakkingen die slechts één portie honing van 30 g of minder bevatten en de daaruit voortvloeiende technische problemen, is het passend te bepalen dat in het geval van honingmengsels in plaats van de volledige naam van de landen van oorsprong een gestandaardiseerde en internationaal bekende code kan worden gebruikt, namelijk de internationale norm ISO 3166, waarin internationaal erkende lettercodes om naar landen te verwijzen, zijn gedefinieerd. Met name het gebruik van de tweelettercode (alfa-2-code), die door de Internationale Organisatie voor Standaardisatie als algemene code wordt aanbevolen, is geschikt om de technische problemen als gevolg van de beperkte omvang van de verpakkingen aan te pakken. |
(7) |
Uit het gecoördineerde controleplan van de Commissie voor de authenticiteit van honing (2015-2017) en de gecoördineerde actie van de Commissie “From the Hives” (2021-2022) blijkt dat een hoog percentage honing dat in de Unie in de handel wordt gebracht, vermoedelijk vervalst blijkt te zijn. Er moet worden gezorgd voor geharmoniseerde analysemethoden om de vervalsing van in de Unie geproduceerde en in de handel gebrachte honing op te sporen. Daarom moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om dergelijke uniforme methoden te ontwikkelen, naast de in artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2001/110/EG bedoelde bestaande uitvoeringsbevoegdheden. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (4). Voor de uitoefening van die bevoegdheden moet een specifieke termijn worden vastgesteld. |
(8) |
Bepaalde warmtebehandelingen kunnen leiden tot de afbraak van honingbestanddelen, met name enzymen. Pollen, die een belangrijk bestanddeel van honing zijn en tevens een link vormen met de botanische oorsprong daarvan, kunnen aanwijzingen geven over de geografische oorsprong van de honing. Teneinde eerlijke handelspraktijken te waarborgen en de belangen van de consument te beschermen, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) handelingen vast te stellen met betrekking tot de criteria om de florale, plantaardige of geografische oorsprong van honing te bepalen, en om ervoor te zorgen dat de honing die in de handel wordt gebracht, voldoet aan Richtlijn 2001/110/EG, met name om de deactivering van enzymen te voorkomen en om ervoor te zorgen dat pollen niet grotendeels worden verwijderd. |
(9) |
Om de belangen van de consument te beschermen, om fraude in verband met vervalste producten die niet voldoen aan de benaming “honing” zo veel mogelijk te beperken, om de validering van de verstrekte informatie over de oorsprong en de kwaliteit van de honing mogelijk te maken, en om maximale transparantie te bieden, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU traceerbaarheidsvoorschriften in te voeren die de beschikbaarheid van en de toegang tot essentiële informatie over de oorsprong van de honing, met inbegrip van het land van oorsprong in de toeleveringsketen van de Unie, van de oogstende producent of de importeur tot de consument, waarborgen. Geharmoniseerde traceerbaarheidsvoorschriften zijn nodig voor honing die in de Unie wordt geproduceerd of ingevoerd, om de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in staat te stellen de hele toeleveringsketen ten minste terug te volgen tot de eerste stap binnen de grenzen van de Unie. Die voorschriften mogen de administratieve lasten van de producenten niet verzwaren, maar moeten het voor de consument en de toezichthoudende autoriteiten gemakkelijker maken om een honing tijdens het hele proces, van het vergaren tot het bottelen van de honing, in de Unie te traceren. Door middel van de nieuwe voorschriften voor de traceerbaarheid van honing moet daarom gezorgd worden voor nauwkeurige informatie over de oorsprong van een honing en de authenticiteit ervan in de toeleveringsketen. De Commissie moet een haalbaarheidsstudie uitvoeren met het oog op een traceerbaarheidssysteem en om de meest geschikte eisen te formuleren, onder meer met betrekking tot een analyse van de beschikbare digitale oplossingen of methoden, met inbegrip van, waar passend, een unieke identificatiecode of een vergelijkbare techniek. |
(10) |
Bij de vaststelling van die gedelegeerde handelingen is het van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen van het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (5). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
(11) |
Om de Commissie met de beste beschikbare technische deskundigheid te ondersteunen, moet een platform worden opgericht. Dat platform moet onder meer aanbevelingen bevatten voor een traceerbaarheidssysteem van de Unie dat de beschikbaarheid van en toegang tot essentiële informatie over de oorsprong van de honing waarborgt, met daarin, waar passend, het land van oorsprong, het jaar van productie en een unieke productidentificatiecode, in de toeleveringsketen van de Unie, van de oogstende producent of de importeur tot de consument. Het moet ook de toekomstige oprichting van een Uniereferentielaboratorium voor honing ondersteunen om de controles te verbeteren en vervalsing van honing op te sporen door middel van geharmoniseerde methoden en om honing systematisch te testen aan de hand van de meest recente testmethoden om de authenticiteit en kwaliteit van honing aan te tonen. |
(12) |
In Richtlijn 2001/112/EG van de Raad (6) zijn de essentiële eisen vastgelegd ten aanzien van de productie, de samenstelling en de etikettering van voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten, teneinde de belangen van de consument te beschermen en het vrije verkeer van die producten te bevorderen. |
(13) |
In 2012 is Richtlijn 2001/112/EG gewijzigd bij Richtlijn 2012/12/EU van het Europees Parlement en de Raad (7) om rekening te houden met nieuwe regels inzake toegestane ingrediënten, zoals die welke de toevoeging van suikers betreffen, een praktijk die in vruchtensappen niet langer was toegestaan. In het licht van die gewijzigde samenstellingsvoorschriften voor vruchtensappen kon de vruchtensapindustrie gedurende slechts één jaar gebruikmaken van de vermelding dat vruchtensappen geen toegevoegde suikers bevatten, teneinde de consumenten te informeren en hen in staat te stellen een onmiddellijk en duidelijk onderscheid te maken tussen vruchtensappen en bepaalde andere soortgelijke producten op het punt van toevoeging van suikers. Die periode bleek te kort om de consumenten duidelijk te maken dat als gevolg van de nieuwe regels inzake toegestane ingrediënten geen suikers meer mochten worden toegevoegd aan vruchtensappen. Vruchtennectars die geen toegevoegde suikers of zoetstoffen bevatten, kunnen overeenkomstig deel II, punt 2, vijfde streepje, van bijlage I bij Richtlijn 2001/112/EG worden voorzien van de voedingsclaim “zonder toegevoegde suikers” of van elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zou hebben, vergezeld van de vermelding “bevat van nature aanwezige suikers”. Daardoor is het voor sommige consumenten en gezondheidswerkers nog steeds niet duidelijk dat vruchtensappen, in tegenstelling tot vruchtennectars, geen toegevoegde suikers mogen bevatten. Dat zou de consument misleid kunnen hebben, aangezien uit onderzoek is gebleken dat wanneer een keuze gemaakt moet worden tussen verschillende producten met een identieke of zeer vergelijkbare voedingssamenstelling, het product dat voorzien is van een voedingsclaim de voorkeur zou krijgen. |
(14) |
Aangezien consumenten zich met name steeds meer bewust zijn van de gezondheidsrisico’s in verband met de consumptie van suikers, is het passend om de regels inzake het gebruik van vermeldingen inzake suikers voor vruchtensappen te herzien zodat consumenten een weloverwogen keuze kunnen maken. Daarom is het passend een speciale regel vast te stellen voor het vrijwillige gebruik van een vermelding dat vruchtensappen alleen van nature aanwezige suikers bevatten. Een dergelijke vermelding beoogt te verwijzen naar kenmerken die voortvloeien uit de definitie van vruchtensappen zoals opgenomen in Richtlijn 2001/112/EG, en uit de daarin geïdentificeerde toegestane ingrediënten voor vruchtensappen. De invoering van een dergelijke vermelding geeft de consumenten waarheidsgetrouwe en nauwkeurige informatie overeenkomstig de doelstellingen om hen te informeren over de voedingskenmerken van producten, om het gemakkelijker te maken een onderscheid te maken tussen vruchtensappen enerzijds en vruchtennectars anderzijds, en om hen in staat te stellen weloverwogen keuzes te maken. |
(15) |
Als gevolg van de technische vooruitgang zijn of worden nieuwe verwerkingstechnieken ontwikkeld waarmee van nature aanwezige suikers volledig of gedeeltelijk kunnen worden verwijderd uit vruchtensappen en uit vruchtensappen uit concentraat, om tegemoet te komen aan de toenemende vraag van de consument naar producten met een lager suikergehalte. Dergelijke producten kunnen in de Unie in de handel worden gebracht voor zover aan alle toepasselijke wetgeving is voldaan. Voor het verkrijgen van die producten wordt echter een andere dan de in deel II, punt 3, van bijlage I bij Richtlijn 2001/112/EG opgesomde toegestane behandelingen toegepast, en het totale suikergehalte daarvan is lager dan dat van uit de vrucht geëxtraheerd sap. Bijgevolg kunnen zij niet de productbenaming “vruchtensap”, “geconcentreerd vruchtensap” of “vruchtensap uit concentraat” dragen. |
(16) |
Dergelijke producten zijn in toenemende mate verkrijgbaar op de markt van de Unie. Om het in de handel brengen ervan op de interne markt te vergemakkelijken en een gewijzigde productsamenstelling en innovatie mogelijk te maken, moet onverminderd toepasselijk Unierecht een nieuwe productcategorie worden gecreëerd voor vruchtensappen waarvan het gehalte aan van nature aanwezige suikers is verlaagd terwijl de andere essentiële fysische, chemische, organoleptische en nutritionele kenmerken van een gemiddelde soort sap van vruchten van dezelfde soort worden behouden. Die producten moeten de productbenaming “vruchtensap met verlaagd suikergehalte”, “vruchtensap met verlaagd suikergehalte uit concentraat”, of “geconcentreerd vruchtensap met verlaagd suikergehalte” kunnen dragen. Ter wille van de samenhang met Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad (8) moet het suikergehalte met ten minste 30 % worden verlaagd ten opzichte van respectievelijk een gemiddelde soort vruchtensap, vruchtensap uit concentraat en geconcentreerd vruchtensap waarvan het afkomstig is. Het is daarom passend die nieuwe productcategorieën op te nemen in deel I van bijlage I bij Richtlijn 2001/112/EG en regels vast te stellen over de toegestane ingrediënten van die producten en over de toegestane procedés en stoffen in deel II van die bijlage. Net zoals bij andere soorten vruchtensappen mag het gebruik van zoetstoffen of de toevoeging van ingrediënten met zoetkracht niet worden toegestaan voor die nieuwe productcategorieën. |
(17) |
Overeenkomstig bijlage I bij Richtlijn 2001/112/EG mogen vruchtennectars toegevoegde suikers, honing of beide bevatten. Om de productie en de afzet van vruchten te ondersteunen en tegelijkertijd rekening te houden met de noodzaak om een gewijzigde samenstelling van vruchtennectars, met minder suikers, te bevorderen, moet het aandeel suiker of honing dat mag worden toegevoegd aan vruchtennectars die van nature een laag zuurgehalte hebben en als zodanig kunnen worden geconsumeerd, worden verlaagd. |
(18) |
Na omzetting van deze richtlijn zal het aan de producenten van de nieuwe categorieën vruchtensappen, te weten vruchtensap met verlaagd suikergehalte, geconcentreerd vruchtensap met verlaagd suikergehalte en vruchtensap met verlaagd suikergehalte uit concentraat, zijn om de toegestane procedés zodanig te toe te passen dat het eindproduct voldoet aan de in Richtlijn 2001/112/EG vastgelegde kenmerken. Teneinde de doelstellingen van Richtlijn 2001/112/EG, zoals in dat opzicht gewijzigd bij deze richtlijn, te verwezenlijken, moet aan de Commissie evenwel de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen ten aanzien van het vaststellen van regels inzake de fysische, chemische, organoleptische en nutritionele kenmerken van de betrokken producten met verlaagd suikergehalte en het gebruik van de toegestane procedés om de hoeveelheid suikers te verlagen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
(19) |
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze richtlijn, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend ten aanzien van de analysemethoden om te waarborgen dat bepaalde soorten vruchtensappen die in de Unie in de handel worden gebracht, in overeenstemming zijn met de vermelde samenstelling. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad. |
(20) |
In het licht van de Green Deal en de doelstelling van de “van boer tot bord”-strategie om de consument te helpen een weloverwogen keuze te maken, en gezien de grote belangstelling bij de consument voor etikettering die de oorsprong van levensmiddelen aangeeft, moet de Commissie uiterlijk 36 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag indienen met een beoordeling van de haalbaarheid van de verschillende mogelijkheden inzake etikettering die het land of de landen aangeeft waar de vrucht of vruchten, gebruikt voor de vervaardiging van vruchtensap en vruchtenpuree, is of zijn geoogst, indien passend vergezeld van een wetgevingsvoorstel. |
(21) |
In deel II, punt 3, van bijlage I bij Richtlijn 2001/112/EG zijn de toegestane behandelingen en stoffen voor vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten vastgelegd. Eiwit uit zonnebloempitten wordt in toenemende mate gebruikt voor directe menselijke consumptie en is een efficiënt middel gebleken voor het klaren van vruchtensappen. Om rekening te houden met die vooruitgang, moeten eiwitten uit zonnebloempitten worden toegevoegd aan de lijst van toegestane behandelingen en stoffen. |
(22) |
Uit kokosnoten geëxtraheerd sap wordt in toenemende mate in de Unie in de handel gebracht en geconsumeerd. Overeenkomstig artikel 3, punt 2, van Richtlijn 2001/112/EG is de wettelijke benaming van dat product “kokossap”. Volgens de internationale norm overeenkomstig de algemene Codex-norm voor vruchtensappen en nectars (CXS 247-2005), is de naam “kokoswater” echter een synoniem van “kokossap”, dat rechtstreeks uit de kokosnoot wordt geëxtraheerd zonder het kokosvlees te persen. Het is derhalve passend in bijlage III bij die richtlijn “kokoswater” toe te voegen als een specifieke benaming. Om ervoor te zorgen dat de specifieke benaming door alle consumenten in de Unie gemakkelijk kan worden begrepen, moet worden voorzien in de mogelijkheid om “kokoswater” te gebruiken in de officiële talen van de Unie. Aangezien kokossap uit concentraat bovendien kan worden verkregen door geconcentreerd kokossap te reconstitueren met drinkwater, moet in bijlage V bij die richtlijn een minimumbrixwaarde voor dat product worden vastgelegd. |
(23) |
In Richtlijn 2001/113/EG van de Raad (9) zijn de essentiële eisen vastgelegd voor de productie, de samenstelling en de etikettering van voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta. |
(24) |
Artikel 2, punt 4, van Richtlijn 2001/113/EG voorziet in de verplichte vermelding van het suikergehalte in de etikettering, tenzij de etikettering een voedingsclaim voor suiker bevat. Die eis ging verder dan de regels van Richtlijn 90/496/EEG van de Raad (10), waarin was bepaald dat het verstrekken van informatie over de voedingswaarde op voorverpakte levensmiddelen vrijwillig was, tenzij een voedingsclaim werd gemaakt, en dat de hoeveelheid suikers moest worden vermeld wanneer de voedingsclaim betrekking had op suikers. Richtlijn 90/496/EEG is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad (11). Op grond van die verordening is het nu verplicht op verpakkingen informatie over de voedingswaarde te verstrekken. Daarom is het niet langer nodig dat Richtlijn 2001/113/EG een specifieke bepaling inzake etikettering met betrekking tot suikers bevat en is het passend die bepaling te schrappen. |
(25) |
In het licht van de Green Deal en de doelstelling van de “van boer tot bord”-strategie om de consument te helpen een weloverwogen keuze te maken, en gezien de grote belangstelling bij de consument voor etikettering die de oorsprong van levensmiddelen aangeeft, moet de Commissie uiterlijk 36 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag indienen met een beoordeling van de haalbaarheid van de verschillende mogelijkheden inzake etikettering die het land of de landen aangeeft waar de vrucht of vruchten, gebruikt voor de vervaardiging van vruchtenjam of -confituur, vruchtengelei, citrusmarmelade en kastanjepasta is of zijn geoogst, indien passend vergezeld van een wetgevingsvoorstel. |
(26) |
Deel I van bijlage I bij Richtlijn 2001/113/EG heeft betrekking op de minimumhoeveelheid vruchten voor de bereiding van jam (confituur), gelei, extra jam (extra confituur) of extra gelei. De termen extra jam (extra confituur) en extra gelei mogen alleen worden gebruikt voor producten die worden bereid met een grotere hoeveelheid vruchten dan jam (confituur) respectievelijk gelei. Deel II van die bijlage heeft betrekking op het minimumgehalte aan oplosbare droge stof, d.w.z. suikers die van nature in de vruchten aanwezig zijn of die zijn toegevoegd, voor die producten, waarbij de lidstaten een lager minimumgehalte aan oplosbare droge stof kunnen toestaan om rekening te houden met de verschillende nationale tradities bij de bereiding van vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, of van kastanjepasta. |
(27) |
Indien voor de bereiding van jam (confituur) of gelei meer vruchten worden gebruikt, kan het minimumgehalte aan oplosbare droge stof in die producten worden bereikt met minder toegevoegde suiker. Om de productie van jam (confituur) en gelei met een hoger gehalte aan vruchten te stimuleren en aldus de vruchtenmarkt te ondersteunen, en rekening houdend met de noodzakelijke verlaging van de hoeveelheid vrije suikers, moet de in bijlage I bij Richtlijn 2001/113/EG vastgelegde minimumhoeveelheid vruchten voor de bereiding van jam (confituur) en gelei worden verhoogd. Om de consumenten te helpen beter geïnformeerde en gezonde voedingskeuzes te maken, is het eveneens passend het gebruik van de in deel I van die bijlage gedefinieerde gereserveerde benamingen toe te staan voor producten met een gehalte aan oplosbare droge stof van minder dan 60 % die voldoen aan de voorwaarden die gelden voor de voedingsclaim “verlaagd gehalte aan suikers” in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1924/2006. |
(28) |
In bijlage I bij Richtlijn 2001/113/EG wordt de term “marmelade” beperkt tot een bepaald mengsel van citrusvruchten. In een aantal officiële talen van de Unie worden de in die bijlage vastgelegde wettelijke benamingen weliswaar in de handel gebruikt om de daarin bedoelde producten aan te duiden, maar de consument gebruikt doorgaans de termen marmelade en jam (confituur) door elkaar om te verwijzen naar jam (confituur) van andere vruchten dan citrusvruchten. Om, waar dat het geval is, rekening te houden met het feit dat de consument die termen doorgaans door elkaar gebruikt, en rekening houdend met het feit dat de geharmoniseerde naam nog steeds jam (confituur) is, moeten de lidstaten in het geval van jam (confituur) van andere vruchten dan citrusvruchten het gebruik van de term marmelade voor de productbenaming jam (confituur) op hun grondgebied kunnen toestaan. Om verwarring bij de consument te voorkomen, moet, teneinde de twee productcategorieën van elkaar te onderscheiden, de term “citrusmarmelade”, waarbij de term “citrus” kan worden ingewisseld voor de naam van de gebruikte citrusvrucht of -vruchten, bijgevolg in de hele Unie worden gebruikt voor het product dat tot nu toe als “marmelade” werd gedefinieerd. Het is derhalve passend Richtlijn 2001/113/EG dienovereenkomstig te herzien wat de productnamen “marmelade” en “citrusmarmelade” betreft. |
(29) |
In een lidstaat die geen gebruik maakt van de mogelijkheid om jam (confituur) marmelade te noemen omdat de consumenten die termen daar niet door elkaar gebruiken, moet het echter mogelijk blijven om voor citrusmarmelade vervaardigd van drie of meer vruchten, op het grondgebied van die lidstaat het gebruik van de aanduiding “gemengde vruchtenmarmelade” of “[x]-vruchtenmarmelade” toe te staan, waarbij x het aantal gebruikte vruchten is. |
(30) |
Bijlage II bij Richtlijn 2001/113/EG bevat een lijst van aanvullende ingrediënten die kunnen worden gebruikt voor de bereiding van de producten die onder die richtlijn vallen. Sap van citrusvruchten kan worden gebruikt als een zuurvormer in jam (confituur), extra jam (extra confituur), gelei en extra gelei verkregen uit andere soorten vruchten. In vergelijking met niet uit concentraat verkregen sap, is vruchtensap in geconcentreerde vorm minder volumineus, minder zwaar om te vervoeren, stabieler en langer houdbaar, en vergt het minder energieverbruik om het watergehalte te verdampen bij de bereiding van het eindproduct, namelijk jam (confituur) of gelei. Het gebruik ervan bij de productie van jam (confituur), extra jam (extra confituur), gelei en extra gelei is daarom duurzamer dan dat van vers vruchtensap. Daarom is het passend in die bijlage te bepalen dat wanneer specifieke sappen mogen worden gebruikt in de verschillende categorieën jam (confituur), extra jam (extra confituur), gelei en extra gelei, zij in geconcentreerde vorm kunnen worden gebruikt. |
(31) |
Het gebruik van levensmiddelenadditieven wordt momenteel geregeld bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad (12), die specifieke bepalingen inzake jam (confituur) en extra jam (extra confituur) bevat. Het is derhalve passend het vierde streepje van punt 1 in deel B van bijlage III bij Richtlijn 2001/113/EG te schrappen en bijlage II bij die richtlijn dienovereenkomstig te wijzigen. |
(32) |
In Richtlijn 2001/114/EG van de Raad (13) zijn definities en gemeenschappelijke regels vastgelegd met betrekking tot de samenstelling, de bereidingskarakteristieken en de etikettering van bepaalde soorten verduurzaamde melk. |
(33) |
Punt 3 van bijlage I bij Richtlijn 2001/114/EG bevat een lijst van behandelingen die mogen worden toegepast om verduurzaamde melk geheel of gedeeltelijk te dehydrateren. Om in te spelen op de veranderende behoeften van de consument moet een behandeling om het lactosegehalte van melkproducten te verlagen worden toegestaan. Daarnaast moet de Engelse term “evaporated milk” in de bijzondere benamingen in bijlage II bij die richtlijn in overeenstemming worden gebracht met de internationale normen volgens de Codex-norm voor verdampte melk (CXS 281-1971). |
(34) |
De Richtlijnen 2001/110/EG, 2001/112/EG, 2001/113/EG en 2001/114/EG bevatten verwijzingen naar ingetrokken handelingen. Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad (14) is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 1169/2011. Richtlijn 89/107/EEG van de Raad (15) en Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en van de Raad (16) zijn ingetrokken en vervangen door Verordening (EG) nr. 1333/2008. Richtlijn 98/83/EG van de Raad (17) is ingetrokken en vervangen door Richtlijn (EU) 2020/2184 van het Europees Parlement en de Raad (18). Die verwijzingen moeten derhalve worden vervangen door verwijzingen naar de desbetreffende bepalingen van de Verordeningen (EU) nr. 1169/2011 en (EG) nr. 1333/2008 en van Richtlijn (EU) 2020/2184. |
(35) |
De Richtlijnen 2001/110/EG, 2001/112/EG, 2001/113/EG en 2001/114/EG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(36) |
Om de lidstaten in staat te stellen nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen om aan deze richtlijn te voldoen, moet een omzettingsperiode van 18 maanden worden ingesteld. Om de marktdeelnemers voldoende tijd te geven om zich aan de nieuwe eisen aan te passen, mogen die nationale bepalingen tot omzetting van deze richtlijn pas 24 maanden na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn van toepassing worden. |
(37) |
Om rekening te houden met de belangen van marktdeelnemers die hun producten op de markt brengen of etiketteren overeenkomstig de bepalingen die gelden voordat de nationale bepalingen tot omzetting van deze richtlijn van toepassing worden, is het noodzakelijk passende overgangsmaatregelen vast te stellen. Daarom moet deze richtlijn toestaan dat die producten nog gedurende een beperkte periode na afloop van de omzettingsperiode worden verhandeld. |
(38) |
Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk het wijzigen van de Unievoorschriften inzake de samenstelling en de etikettering van honing, vruchtensappen, vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, en bepaalde geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen van deze richtlijn beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Richtlijn 2001/110/EG
Richtlijn 2001/110/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
de artikelen 3 en 4 worden vervangen door: “Artikel 3 Bij bakkershoning vermelden bulkcontainers, verpakkingen en verkoopdocumenten duidelijk de volledige verkoopbenaming zoals vastgelegd in bijlage I, punt 3. Artikel 4 De Commissie kan, rekening houdend met de internationale normen en de technische vooruitgang, uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de analysemethoden worden vastgelegd om te verifiëren of de honing aan deze richtlijn voldoet. De Commissie stelt uiterlijk op 14 juni 2028 uitvoeringshandelingen vast waarbij de analysemethoden voor het opsporen van vervalste honing worden vastgesteld, rekening houdend met de internationale normen en de technische vooruitgang. De in dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. Totdat de desbetreffende uitvoeringshandelingen zijn vastgesteld, gebruiken de lidstaten waar mogelijk internationaal erkende gevalideerde analysemethoden, zoals die welke door de Codex Alimentarius zijn goedgekeurd, om te verifiëren of aan deze richtlijn wordt voldaan.” |
3) |
de volgende artikelen worden ingevoegd: “Artikel 4 bis 1. Teneinde eerlijke handelspraktijken te garanderen en de belangen van de consument te beschermen, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 6 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze richtlijn aan te vullen door het volgende te bepalen:
De Commissie stelt de in de eerste alinea, punten b) tot en met e), bedoelde gedelegeerde handelingen uiterlijk op 14 juni 2029 vast. Alvorens die gedelegeerde handelingen vast te stellen, voert de Commissie haalbaarheidsstudies uit. In de haalbaarheidsstudie die zij met betrekking tot punt e) van de eerste alinea uitvoert, neemt de Commissie een analyse op van beschikbare digitale oplossingen of methoden, waar passend met inbegrip van een unieke identificatiecode of vergelijkbare technieken. In de in de eerste alinea bedoelde gedelegeerde handelingen voorziet de Commissie in passende overgangsregelingen voor producten die vóór de datum van toepassing van die gedelegeerde handelingen in de handel zijn gebracht. 2. De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 6 gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage II te wijzigen door de in die bijlage opgenomen criteria voor de samenstelling aan te passen aan de criteria die zijn vastgelegd in de in lid 1, eerste alinea, punt b), van dit artikel bedoelde gedelegeerde handelingen. Artikel 4 ter 1. Er wordt een platform opgericht dat bestaat uit:
2. Het platform:
3. Het platform wordt voorgezeten door de Commissie. De Commissie stelt voorschriften vast inzake de samenstelling en werkwijzen van het platform. De Commissie kan op ad-hocbasis deskundigen met specifieke expertise uitnodigen.” |
4) |
bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Wijzigingen van Richtlijn 2001/112/EG
Richtlijn 2001/112/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
artikel 6 wordt vervangen door: “Artikel 6 Voor de bereiding van de in deel I van bijlage I gedefinieerde producten mogen uitsluitend de in deel II van bijlage I genoemde behandelingen en stoffen en de met bijlage II in overeenstemming zijnde grondstoffen worden gebruikt. Vruchtennectars moeten bovendien voldoen aan bijlage IV.” |
3) |
artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
artikel 7 bis wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
de volgende artikelen worden ingevoegd: “Artikel 7 ter 1. De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, opgericht bij artikel 58, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002, met betrekking tot artikel 7, lid 3, van deze richtlijn. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (*3) . 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Wanneer het comité geen advies uitbrengt, stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet vast en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Artikel 7 quater De Commissie dient uiterlijk op 14 juni 2027 bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in met een beoordeling van de haalbaarheid van de verschillende mogelijkheden inzake etikettering waarbij het land of de landen wordt of worden vermeld waar de vrucht of vruchten, gebruikt voor de vervaardiging van vruchtensap of vruchtenpuree is of zijn geoogst. Dat verslag gaat, indien passend, vergezeld van een wetgevingsvoorstel. (*3) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).”;" |
6) |
de bijlagen I en III worden gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze richtlijn; |
7) |
in bijlage IV, afdeling I, wordt de 24e rij “Kweeperen” vervangen door “Kweeperen (Cydonia oblonga L.) 50”; |
8) |
in bijlage V wordt tussen de rijen betreffende “Zwarte bes” en “Druif” de volgende rij ingevoegd:
|
Artikel 3
Wijzigingen van Richtlijn 2001/113/EG
Richtlijn 2001/113/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
artikel 4 wordt vervangen door: “Artikel 4 Voor de bereiding van de in bijlage I gedefinieerde producten mag uitsluitend worden gebruikgemaakt van de in bijlage II genoemde ingrediënten en van grondstoffen die in overeenstemming zijn met bijlage III.” |
3) |
het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 6 bis De Commissie dient uiterlijk op 14 juni 2027 bij het Europees Parlement en bij de Raad een verslag in met een beoordeling van de haalbaarheid van de verschillende mogelijkheden inzake etikettering waarbij het land of de landen wordt of worden vermeld waar de vrucht of vruchten, gebruikt voor de vervaardiging van vruchtenjam of -confituur, vruchtengelei, citrusmarmelade en kastanjepasta is of zijn geoogst. Dat verslag gaat, indien passend, vergezeld van een wetgevingsvoorstel.” |
4) |
bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn; |
5) |
bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
6) |
in bijlage III, deel B, punt 1, wordt het vierde streepje geschrapt. |
Artikel 4
Wijzigingen van Richtlijn 2001/114/EG
Richtlijn 2001/114/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
in artikel 3 wordt de inleidende zin vervangen door: “Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad (*6) is van toepassing op de in bijlage I bij deze richtlijn gedefinieerde producten, met inachtneming van de volgende voorwaarden: (*6) Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18).”;" |
2) |
bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
in bijlage II wordt punt a) vervangen door:
|
Artikel 5
Omzetting
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen, uiterlijk op 14 december 2025 worden vastgesteld en bekendgemaakt. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.
Zij passen die bepalingen toe met ingang van 14 juni 2026.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 6
Overgangsmaatregelen
Producten die vóór 14 juni 2026 in de handel zijn gebracht of geëtiketteerd overeenkomstig de Richtlijnen 2001/110/EG, 2001/112/EG, 2001/113/EG en 2001/114/EG, mogen verder in de handel worden gebracht totdat de voorraden zijn uitgeput.
Artikel 7
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 8
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 14 mei 2024.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
R. METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
H. LAHBIB
(1) PB C, C/2023/881 van 8.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2023/881/oj.
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 10 april 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 24 april 2024.
(3) Richtlijn 2001/110/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake honing (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 47).
(4) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
(5) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
(6) Richtlijn 2001/112/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 58).
(7) Richtlijn 2012/12/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 april 2012 tot wijziging van Richtlijn 2001/112/EG van de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten (PB L 115 van 27.4.2012, blz. 1).
(8) Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 9).
(9) Richtlijn 2001/113/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 67).
(10) Richtlijn 90/496/EEG van de Raad van 24 september 1990 inzake de voedingswaarde-etikettering van levensmiddelen (PB L 276 van 6.10.1990, blz. 40).
(11) Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18).
(12) Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).
(13) Richtlijn 2001/114/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk (PB L 15 van 17.1.2002, blz. 19).
(14) Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame (PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29).
(15) Richtlijn 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren mogen worden gebruikt (PB L 40 van 11.2.1989, blz. 27).
(16) Richtlijn 95/2/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 20 februari 1995 betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen (PB L 61 van 18.3.1995, blz. 1).
(17) Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 330 van 5.12.1998, blz. 32).
(18) Richtlijn (EU) 2020/2184 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 435 van 23.12.2020, blz. 1).
BIJLAGE I
De bijlagen I en III bij Richtlijn 2001/112/EG worden als volgt gewijzigd:
1) |
bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
bijlage III wordt vervangen door: “BJLLAGE III BIJZONDERE BENAMINGEN VOOR BEPAALDE PRODUCTEN DIE IN BIJLAGE I VOORKOMEN I. Bijzondere benamingen die alleen in de taal van de benaming mogen worden gebruikt
II. Bijzondere benamingen die mogen worden gebruikt in een of meer officiële talen van de Unie
|
(*1) Richtlijn (EU) 2020/2184 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (PB L 435 van 23.12.2020, blz. 1).”;”
BIJLAGE II
Bijlage I bij Richtlijn 2001/113/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
deel I wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
deel II wordt vervangen door:
(*1) Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 9).”." |
(*1) Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 9).”.”
ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2024/1438/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)