Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024D1847

    Besluit (Euratom) 2024/1847 van de Raad van 25 juni 2024 tot ontzegging van voordelen uit hoofde van deel III van het Verdrag inzake het Energiehandvest door de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) aan elke rechtspersoon die eigendom is van of onder zeggenschap staat van staatsburgers of onderdanen van de Russische Federatie of van de Republiek Belarus en aan elke investering in de zin van het Verdrag inzake het Energiehandvest die een investering is van een investeerder van de Russische Federatie of van de Republiek Belarus

    ST/8421/2024/REV/2

    PB L, 2024/1847, 1.7.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1847/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1847/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    L-serie


    2024/1847

    1.7.2024

    BESLUIT (EURATOM) 2024/1847 VAN DE RAAD

    van 25 juni 2024

    tot ontzegging van voordelen uit hoofde van deel III van het Verdrag inzake het Energiehandvest door de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) aan elke rechtspersoon die eigendom is van of onder zeggenschap staat van staatsburgers of onderdanen van de Russische Federatie of van de Republiek Belarus en aan elke investering in de zin van het Verdrag inzake het Energiehandvest die een investering is van een investeerder van de Russische Federatie of van de Republiek Belarus

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 101, tweede alinea,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Het Verdrag inzake het Energiehandvest (de “overeenkomst”) is door Euratom gesloten bij Besluit 98/181/EG, EGKS, Euratom van de Raad (1) en de Commissie en is op 16 april 1998 in werking getreden.

    (2)

    Op grond van artikel 17, lid 1, van de overeenkomst behoudt elke verdragsluitende partij zich het recht voor om de voordelen van deel III van de overeenkomst te ontzeggen aan een rechtspersoon indien staatsburgers of onderdanen van een derde staat eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over een dergelijke rechtspersoon en indien die rechtspersoon geen wezenlijke zakelijke activiteiten heeft op het grondgebied van de verdragsluitende partij waar hij is opgericht.

    (3)

    Op grond van artikel 17, lid 2, punt b), van de overeenkomst behoudt elke verdragsluitende partij zich het recht voor om de voordelen van deel III van de overeenkomst te ontzeggen aan een investering indien de ontzeggende verdragsluitende partij vaststelt dat het een investering betreft van een investeerder van een derde staat waarmee of ten aanzien waarvan de ontzeggende verdragsluitende partij maatregelen treft of handhaaft die transacties met investeerders van die staat verbieden, of overtreden of omzeild zouden worden indien de voordelen van deel III van de overeenkomst zouden worden verleend aan investeerders van die staat of aan hun investeringen.

    (4)

    De Unie heeft geleidelijk meer beperkende maatregelen opgelegd aan de Russische Federatie, aanvankelijk als reactie op de illegale annexatie van de Krim en Sebastopol en de moedwillige destabilisering van Oekraïne. De Unie heeft de beperkende maatregelen uitgebreid na de erkenning van de niet door de regering gecontroleerde gebieden in de Oekraïense regio’s Donetsk en Loehansk en het sturen van Russische troepen naar deze gebieden. Als reactie op de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne heeft de Unie de beperkende maatregelen aanzienlijk uitgebreid.

    (5)

    Tegelijkertijd zijn de beperkende maatregelen van de Unie ten aanzien van de Republiek Belarus uitgebreid naar aanleiding van de betrokkenheid van dat land bij de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne.

    (6)

    Noch de Russische Federatie, noch de Republiek Belarus is verdragsluitende partij bij de overeenkomst. Investeerders uit die landen zouden echter kunnen proberen gebruik te maken van rechtspersonen die op het grondgebied van een verdragsluitende partij bij de overeenkomst gevestigd zijn om aan te voeren dat Euratom of zijn lidstaten in strijd hebben gehandeld met de verplichtingen inzake investeringsbescherming van de overeenkomst en op die grond procedures voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten tegen Euratom of zijn lidstaten kunnen inleiden.

    (7)

    Het optreden van Euratom en dat van zijn lidstaten is in overeenstemming met de overeenkomst en andere relevante overeenkomsten, en vorderingen met betrekking tot dergelijke maatregelen zijn hoe dan ook uitgesloten op grond van de toepasselijke instrumenten en het algemene internationale recht. Desondanks is het passend aanvullende procedurele stappen te ondernemen om te voorkomen dat rechtspersonen die eigendom zijn van of gecontroleerd worden door burgers of onderdanen van de Russische Federatie of de Republiek Belarus uit hoofde van de overeenkosmt tegen Euratom of zijn lidstaten procedures voor de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten inleiden.

    (8)

    Artikel 17 van de overeenkomst biedt de overeenkomstsluitende partijen de mogelijkheid de voordelen van de bepalingen inzake investeringsbescherming van de overeenkomst te ontzeggen aan investeerders van niet-overeenkomstsluitende partijen die misbruik van de overeenkomst trachten te maken door in de bovengenoemde situaties vorderingen inzake investeringen in te leiden (“ontzegging van voordelen”).

    (9)

    Het is passend een beroep te doen op artikel 17, lid 1, van de overeenkomst ten aanzien van elke rechtspersoon die eigendom is van of onder zeggenschap staat van staatsburgers of onderdanen van de Russische Federatie of van de Republiek Belarus en die geen wezenlijke zakelijke activiteiten heeft op het grondgebied van de verdragsluitende partij waar hij is opgericht. Het is eveneens passend om een beroep te doen op artikel 17, lid 2, punt b), van de overeenkomst ten aanzien van elke investering in de zin van de overeenkomst die een investering is van een investeerder van de Russische Federatie of van de Republiek Belarus in de in die bepaling omschreven omstandigheden.

    (10)

    De ontzegging van voordelen op grond van artikel 17 van de overeenkomst moet door de Commissie worden uitgevoerd door namens Euratom en alle betrokken lidstaten die partij zijn bij de overeenkomst de publieke verklaring in de bijlage bij dit besluit te verspreiden bij de Conferentie over het Energiehandvest of die voormalige verdragsluitende partijen zijn op het grondgebied waarvan de overeenkomst op grond van artikel 47, lid 3, ervan van toepassing blijft.

    (11)

    Dit besluit doet geen afbreuk aan het recht van de Unie, Euratom en alle lidstaten om zich ten aanzien van een investeerder of een investering afzonderlijk en op elk passend moment op artikel 17 van de overeenkomst te beroepen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De ontzegging door Euratom, op grond van artikel 17, lid 1, van het Verdrag inzake het Energiehandvest van de voordelen van deel III van die overeenkomst aan elke rechtspersoon die eigendom is van of onder zeggenschap staat van staatsburgers of onderdanen van de Russische Federatie of van de Republiek Belarus, en die geen wezenlijke zakelijke activiteiten heeft op het grondgebied van de verdragsluitende partij, of voormalige verdragsluitende partij, waar hij is opgericht, wordt goedgekeurd.

    2.   De ontzegging door Euratom, op grond van artikel 17, lid 2, punt b), van het Verdrag inzake het Energiehandvest van de voordelen van deel III van die overeenkomst aan elke investering van een investeerder van de Russische Federatie of van de Republiek Belarus, wordt goedgekeurd.

    Artikel 2

    De verspreiding van de verklaring in de bijlage door de Commissie bij de Conferentie over het Energiehandvest wordt goedgekeurd.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot de Commissie.

    Gedaan te Luxemburg, 25 juni 2024.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    H. LAHBIB


    (1)  Besluit 98/181/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 23 september 1997 betreffende sluiting door de Europese Gemeenschappen van het Verdrag inzake het Energiehandvest en het protocol bij het Energiehandvest betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten (PB L 69 van 9.3.1998, blz. 1).


    BIJLAGE

    VERKLARING

    namens de Europese Unie, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) en België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland en Zweden

    De Europese Unie, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) en de bovengenoemde lidstaten die verdragsluitende partij zijn, of geweest zijn, bij het Verdrag inzake het Energiehandvest (de “overeenkomst”) ontzeggen hierbij de voordelen van deel III van de overeenkomst aan:

    1)

    elke rechtspersoon die eigendom is van of onder zeggenschap staat van staatsburgers of onderdanen van de Russische Federatie of van de Republiek Belarus en die geen wezenlijke zakelijke activiteiten heeft op het grondgebied van de verdragsluitende partij, of voormalige verdragsluitende partij, waar hij is opgericht, op grond van artikel 17, lid 1, van de overeenkomst, en

    2)

    elke investering in de zin van de overeenkomst die een investering is van een investeerder van de Russische Federatie of van de Republiek Belarus, op grond van artikel 17, lid 2, punt b), van de overeenkomst.

    De Europese Unie en haar lidstaten hebben beperkende maatregelen vastgesteld, en handhaven deze, tegen de Russische Federatie wegens haar aanvalsoorlog tegen Oekraïne, en tegen de Republiek Belarus, die medeplichtig is aan deze aanvalsoorlog. De beperkende maatregelen omvatten maatregelen die i) transacties met investeerders van de Russische Federatie en van de Republiek Belarus verbieden, en ii) zouden worden overtreden of omzeild indien de voordelen van deel III van de overeenkomst zouden worden verleend aan investeerders van die staten of aan hun investeringen.


    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1847/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top