Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024D1511

    Besluit (EU) 2024/1511 van de Raad van 22 april 2024 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER dat is ingesteld bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte in te nemen standpunt betreffende een wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

    ST/7796/2024/INIT

    PB L, 2024/1511, 29.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1511/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1511/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    L-serie


    2024/1511

    29.5.2024

    BESLUIT (EU) 2024/1511 VAN DE RAAD

    van 22 april 2024

    betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER dat is ingesteld bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte in te nemen standpunt betreffende een wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (“de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

    (2)

    Op grond van artikel 98 van de EER-overeenkomst kan bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.

    (3)

    Verscheidene verordeningen moeten in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (4)

    Bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (5)

    Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt betreffende de voorgestelde wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Gedaan te Luxemburg, 22 april 2024.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. BORRELL FONTELLES


    (1)   PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

    (2)   PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.


    ONTWERP

    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER NR. …

    van …

    tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (“de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EU) 2017/2401 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (2)

    Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (3)

    Verordening (EU) 2021/557 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2021 tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2402 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie om bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-crisis (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (4)

    Verordening (EU) 2021/558 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2021 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft aanpassingen aan het securitisatiekader ter ondersteuning van het economisch herstel in respons op de COVID-19-crisis (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (5)

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1221 van de Commissie van 1 juni 2018 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 wat betreft de berekening van wettelijke kapitaalvereisten voor securitisaties en eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties die door verzekerings- en herverzekeringsondernemingen worden aangehouden (5), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (6)

    Bij het opnemen van landen op de lijst van niet-coöperatieve jurisdicties in hun nationale wetgeving moeten de EVA-staten in de hoogste mate rekening houden met de EU-lijst van niet-coöperatieve jurisdicties.

    (7)

    Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

    1.

    In punt 1 (Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad), punt 30 (Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad), punt 31bb (Richtlijn 2011/61/EG van het Europees Parlement en de Raad) en punt 31bc (Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende streepje toegevoegd:

    “—

    32017 R 2402: Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35).”.

    2.

    Punt 1b (Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie) wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    het volgende streepje wordt toegevoegd:

    “—

    32018 R 1221: Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1221 van de Commissie van 1 juni 2018 (PB L 227 van 10.9.2018, blz. 1).”

    ;

    ii)

    aanpassingen b) en c) worden hernummerd als aanpassingen d) en e);

    iii)

    de volgende aanpassingen worden ingevoegd:

    “b)

    in artikel 178 bis worden voor de EVA-staten:

    i)

    in de leden 1 en 4 de woorden “1 januari 2019” gelezen als “de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit]”;

    ii)

    in de leden 1 tot en met 4 de woorden “31 december 2018” gelezen als “de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit]”;

    iii)

    in lid 3 de woorden “18 januari 2015” gelezen als “de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. 62/2018 van het Gemengd Comité van de EER van 23 maart 2018”;

    c)

    in artikel 180 worden voor de EVA-staten:

    i)

    in lid 10bis de woorden “1 januari 2019” gelezen als “de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit]”;

    ii)

    in lid 10bis de woorden “31 december 2018” gelezen als “de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit]”.”.

    3.

    Punt 14a (Verordening (EG) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad) wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    de volgende streepjes worden toegevoegd:

    “—

    32017 R 2401: Verordening (EU) 2017/2401 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 1);

    32021 R 0558: Verordening (EU) 2021/558 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2021 (PB L 116 van 6.4.2021, blz. 25).”

    ;

    ii)

    worden de aanpassingen k) tot en met r) hernummerd als aanpassingen m) tot en met t);

    iii)

    na aanpassing j) wordt de volgende aanpassing ingevoegd:

    “k)

    in artikel 254, lid 3, tweede alinea, wordt, wat betreft de EVA-staten, “2018” gelezen als “van het jaar van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit]”.”.

    4.

    Na punt 31bj (Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende ingevoegd:

    “31bk.

    32017 R 2402: Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35), gewijzigd bij:

    32021 R 0557: Verordening (EU) 2021/557 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2021 (PB L 116 van 6.4.2021, blz. 1).

    De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst met de volgende aanpassingen gelezen:

    a)

    Onverminderd de bepalingen van Protocol nr. 1 bij deze overeenkomst en tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, hebben de termen “lidsta(a)t(en)” en “bevoegde autoriteiten” niet alleen de in de verordening bedoelde betekenis, maar omvatten zij ook respectievelijk de EVA-staten en hun bevoegde autoriteiten.

    b)

    Verwijzingen naar de bevoegdheden van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad, en Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad in de verordening worden — in de gevallen als bedoeld in en overeenkomstig deze overeenkomst — begrepen als verwijzingen naar de bevoegdheden van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA met betrekking tot de EVA-staten.

    c)

    Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald, werken de ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA samen, wisselen zij informatie uit en raadplegen zij elkaar voor de toepassing van de verordening, in het bijzonder alvorens actie te ondernemen.

    d)

    Besluiten, tijdelijke besluiten, kennisgevingen, eenvoudige verzoeken, intrekkingen van besluiten en andere maatregelen van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uit hoofde van artikel 10, lid 6, artikel 12 en artikel 15, worden onverwijld vastgesteld op basis van conceptversies die de ESMA op eigen initiatief of op verzoek van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft opgesteld.

    e)

    Artikel 4, punt a bis), wordt voor de EVA-staten gelezen als “het derde land wordt beschouwd als een niet-coöperatieve jurisdictie zoals gedefinieerd in de nationale wetgeving van de desbetreffende EVA-staat.”;

    f)

    In artikel 8, lid 1, artikel 9, lid 4, punt b), en artikel 29, lid 4, worden voor de EVA-staten de woorden “1 januari 2019” gelezen als “de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit]”.

    g)

    In artikel 9 worden voor de EVA-staten de woorden “Richtlijn 2014/17/EU” gelezen als “Besluit nr. 125/2019 van het Gemengd Comité van de EER van 8 mei 2019”.

    h)

    In artikel 10:

    i)

    worden in lid 1 de woorden “of in het geval van een in een EVA-staat opgezet securitisatieregister, bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,” ingevoegd na het woord “ESMA”;

    ii)

    worden in lid 5 de woorden “of in het geval van een in een EVA-staat opgezet securitisatieregister, bij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,” ingevoegd na het woord “ESMA”;

    iii)

    worden in lid 6 de woorden “of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ESMA”.

    i)

    In artikel 11 worden de woorden “of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ESMA”.

    j)

    In artikel 12 worden de woorden “of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ESMA”.

    k)

    In artikel 13:

    i)

    worden in lid 1 de woorden “of in voorkomend geval de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “ESMA”;

    ii)

    wordt lid 2 vervangen door:

    “De ESMA en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA stellen elkaar en de Commissie onverwijld in kennis van elk overeenkomstig lid 1 vastgesteld besluit.”.

    l)

    In artikel 15:

    i)

    worden in lid 1 de woorden “of in het geval van een in een EVA-staat opgezet securitisatieregister, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA,” ingevoegd na het woord “ESMA”;

    ii)

    wordt in lid 2 voor de EVA-staten het woord “ESMA” gelezen als “De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA”;

    iii)

    worden in de tweede zin van lid 3 de woorden “of in het geval van een in een EVA-staat gevestigd securitisatieregister, hiertoe geen conceptversie voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op te stellen” ingevoegd na het woord “trekken”.

    m)

    In artikel 16, lid 1, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

    “Wat betreft de in een EVA-staat gevestigde securitisatieregisters, worden vergoedingen in rekening gebracht door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op dezelfde basis als de vergoedingen die aan andere securitisatieregisters worden aangerekend overeenkomstig deze verordening en de in lid 2 vermelde gedelegeerde handelingen.

    De uit hoofde van dit lid door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA geïnde bedragen worden onverwijld overgemaakt aan de ESMA.”.

    n)

    In artikel 26 sexies, lid 5, punt c), onder i), worden de woorden “het Unierecht” vervangen door de woorden “de EER-overeenkomst”.

    o)

    In artikel 29, lid 5, worden voor de EVA-staten de woorden “10 oktober 2021” gelezen als “binnen zes maanden na de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit]” en de woorden “8 april 2021” gelezen als “de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit]”.

    p)

    In artikel 31, lid 4, worden de woorden “en indien de geadresseerde een EVA-staat is, het Permanent Comité van de EVA-staten” toegevoegd na het woord “Raad”.

    q)

    In artikel 35, wat betreft de EVA-staten, worden de woorden “18 januari 2019” gelezen als “de zeventiende dag na de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit]”.

    r)

    In artikel 37, lid 7, worden de woorden “, de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA” ingevoegd na het woord “Eiopa”.

    s)

    In artikel 43 worden voor de EVA-staten,

    i)

    de woorden “1 januari 2019” gelezen als “de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit]”;

    ii)

    in de leden 5 tot en met 6 de woorden “31 december 2018” gelezen als “de dag voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit]”.

    t)

    In artikel 43 bis worden voor de EVA-staten de woorden “9 april 2021” gelezen als “de datum van de inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van het Gemengd Comité van de EER van … [dit besluit]”.”.

    5.

    Punt 31eb (Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad) wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    het volgende streepje wordt toegevoegd:

    “—

    32017 R 2402: Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35).”

    ;

    ii)

    aanpassing g) wordt geschrapt;

    iii)

    de aanpassingen b) tot en met zm) worden hernummerd als aanpassingen g) tot en met zl).

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EU) 2017/2401, (EU) 2017/2402, (EU) 2021/557 en (EU) 2021/558 en van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1221 zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op …, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te …,

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    De secretarissen

    van het Gemengd Comité van de EER


    (1)   PB L 347 van 28.12.2017, blz. 1.

    (2)   PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35.

    (3)   PB L 116 van 6.4.2021, blz. 1.

    (4)   PB L 116 van 6.4.2021, blz. 25.

    (5)   PB L 227 van 10.9.2018, blz. 1.

    (*1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1511/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top