Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024D1496

    Besluit (GBVB) 2024/1496 van de Raad van 27 mei 2024 tot wijziging van Besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië

    ST/8912/2024/INIT

    PB L, 2024/1496, 28.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1496/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1496/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    L-serie


    2024/1496

    28.5.2024

    BESLUIT (GBVB) 2024/1496 VAN DE RAAD

    van 27 mei 2024

    tot wijziging van Besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 31 mei 2013 heeft de Raad Besluit 2013/255/GBVB (1) vastgesteld.

    (2)

    De Raad blijft diep bezorgd over de situatie in Syrië. Na meer dan dertien jaar is het conflict in Syrië nog lang niet voorbij en blijft het een bron van ellende en instabiliteit. De tragische aardbeving van 6 februari 2023 heeft de reeds erbarmelijke humanitaire situatie in het land verergerd en de noden van de Syrische bevolking doen toenemen.

    (3)

    De Raad wijst erop dat de beperkende maatregelen van de Unie, met inbegrip van die welke zijn vastgesteld in het licht van de situatie in Syrië, de verlening van humanitaire hulp, waaronder medische bijstand, niet in de weg mogen staan of mogen belemmeren. De handel tussen de Unie en Syrië wordt in de meeste sectoren — waaronder de sectoren levensmiddelen en geneesmiddelen — niet beperkt door de in het licht van de situatie in Syrië vastgestelde beperkende maatregelen. Wat betreft individuele maatregelen, gelden bovendien uitzonderingen op grond waarvan tegoeden en economische middelen ter beschikking kunnen worden gesteld van aangewezen personen en entiteiten, indien die tegoeden of economische middelen enkel tot doel hebben humanitaire bijstand in Syrië of hulp aan de burgerbevolking in Syrië te verstrekken. In bepaalde gevallen is voorafgaande toestemming vereist van de bevoegde nationale autoriteit.

    (4)

    In zijn conclusies van 20 mei 2021 over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over “het humanitaire optreden van de EU: nieuwe uitdagingen, zelfde beginselen” heeft de Raad zijn voornemen herhaald om eventuele onbedoelde negatieve gevolgen van beperkende maatregelen van de Unie voor principieel humanitair optreden te vermijden en, waar die onvermijdelijk zijn, zo veel mogelijk te beperken. De Raad heeft herhaald dat de beperkende maatregelen van de Unie voldoen aan alle verplichtingen krachtens het internationaal recht, met name het internationaal recht inzake de mensenrechten, het internationaal humanitair recht en het internationaal vluchtelingenrecht. Hij heeft het belang onderstreept van volledige inachtneming van de humanitaire beginselen en het internationaal humanitair recht in het sanctiebeleid van de Unie, onder meer door waar nodig consequent humanitaire uitzonderingen op te nemen in de regelingen voor beperkende maatregelen, en door te zorgen voor een doeltreffend kader voor het toepassen van dergelijke uitzonderingen door humanitaire organisaties.

    (5)

    Op 9 december 2022 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (de “VN-Veiligheidsraad”) Resolutie 2664 (2022) aangenomen, waarin, onder verwijzing naar eerdere resoluties waarbij sanctiemaatregelen werden opgelegd als reactie op bedreigingen voor de internationale vrede en veiligheid, wordt benadrukt dat de maatregelen die de lidstaten van de Verenigde Naties hebben genomen om de sancties uit te voeren aan de verplichtingen krachtens het internationaal recht moeten voldoen en dat met die maatregelen geen nadelige gevolgen op humanitair vlak voor de burgerbevolking worden beoogd, noch voor humanitaire activiteiten of voor degenen die ze uitvoeren. In punt 1 van Resolutie 2664 (2022) besluit de VN-Veiligheidsraad dat voor bepaalde actoren de verstrekking, verwerking of betaling van tegoeden, andere financiële activa of economische middelen, of de verstrekking van goederen en diensten die noodzakelijk zijn om tijdig humanitaire bijstand te kunnen verlenen of andere activiteiten te ondersteunen die in menselijke basisbehoeften voorzien, toegestaan zijn en geen schending vormen van de door de VN-Veiligheidsraad of zijn sanctiecomités opgelegde bevriezing van tegoeden.

    (6)

    Op 14 februari 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/338 (2) vastgesteld, waarbij de humanitaire vrijstelling op grond van Resolutie 2664 (2022) van de VN-Veiligheidsraad werd ingevoerd in de Unieregelingen inzake beperkende maatregelen, die uitvoering geven aan de maatregelen waartoe de VN-Veiligheidsraad of zijn sanctiecomités hebben besloten. Op 31 maart 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/726 (3) vastgesteld, waarbij de humanitaire vrijstelling op grond van Resolutie 2664 (2022) van de VN-Veiligheidsraad werd ingevoerd in de Unieregelingen inzake beperkende maatregelen, die uitvoering geven aan de maatregelen waartoe de VN-Veiligheidsraad of zijn sanctiecomités hebben besloten, alsook in aanvullende maatregelen waartoe de Raad heeft besloten. Op 27 november 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/2686 (4) vastgesteld, waarbij in bepaalde Unieregelingen inzake beperkende maatregelen de humanitaire vrijstelling werd ingevoerd ten behoeve van actoren bedoeld in Resolutie 2664 (2022) van de VN-Veiligheidsraad, ten behoeve van organisaties en agentschappen waaraan de Unie het certificaat van humanitair partnerschap heeft verleend, ten behoeve van organisaties en agentschappen die door een lidstaat zijn erkend of gecertificeerd, en ten behoeve van gespecialiseerd agentschappen van de lidstaten.

    (7)

    Op 23 februari 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/408 vastgesteld (5), waarin is voorzien in een vrijstelling van zowel de bevriezing van vermogensbestanddelen van aangewezen natuurlijke personen, rechtspersonen en entiteiten, als van de beperkingen op de terbeschikkingstelling van tegoeden en economische middelen aan die natuurlijke personen, rechtspersonen en entiteiten, ten behoeve van internationale organisaties en een aantal omschreven categorieën actoren die betrokken zijn bij humanitaire activiteiten, voor een aanvankelijke periode van zes maanden, tot en met 24 augustus 2023. Op 14 juli 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/1467 (6) vastgesteld, waarbij deze vrijstelling tot en met 24 februari 2024 werd verlengd. Op 18 december 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/2876 (7) vastgesteld, waarbij de vrijstelling verder werd verlengd tot en met 1 juni 2024 om snelle hulpverlening te faciliteren en voorspelbaarheid en rechtszekerheid te bieden aan de actoren die van die vrijstelling profiteren.

    (8)

    Teneinde de consistentie tussen de Unieregelingen inzake beperkende maatregelen onderling en met die van de VN-Veiligheidsraad of zijn sanctiecomités te vergroten, en om de steeds tijdige verlening van humanitaire bijstand zeker te stellen of andere activiteiten die tegemoetkomen aan elementaire menselijke behoeften te ondersteunen, is de Raad van oordeel dat de bij Besluit (GBVB) 2023/408 ingevoerde vrijstelling moet worden vervangen door een vrijstelling van de maatregelen tot bevriezing van tegoeden die van toepassing zijn op, en van de beperkingen op het beschikbaar stellen van tegoeden en economische middelen aan, de natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die zijn opgenomen in de lijst van Besluit 2013/255/GBVB, ten behoeve van actoren bedoeld in Resolutie 2664 (2022) van de VN-Veiligheidsraad, ten behoeve van organisaties en agentschappen waaraan de Unie het certificaat van humanitair partnerschap heeft verleend, ten behoeve van organisaties en agentschappen die door een lidstaat zijn erkend en gecertificeerd, en ten behoeve van gespecialiseerde agentschappen van de lidstaten. Die vrijstelling moet van toepassing zijn tot en met 1 juni 2025, in overeenstemming met de einddatum van de toepassing van Besluit 2013/255/GBVB, met dien verstande dat de Raad, onverminderd de herziening van Besluit 2013/255/GBVB, overweegt die vrijstelling na 1 juni 2025 te verlengen. Daarnaast is de Raad van mening dat het bestaande afwijkingsmechanisme moet worden gewijzigd voor de organisaties en actoren die bij humanitaire activiteiten betrokken zijn, maar niet in aanmerking komen voor bovengenoemde vrijstelling. Voorts moet er volgens de Raad in verband met die uitzonderingen een herzieningsclausule worden ingevoerd.

    (9)

    Verdere actie van de Unie is nodig om bepaalde in dit besluit vastgelegde maatregelen uit te voeren.

    (10)

    Besluit 2013/255/GBVB moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Besluit 2013/255/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 28 bis wordt vervangen door:

    Artikel 28 bis

    1.   De verboden in artikel 28, leden 1, 2 en 5, is tot 1 juni 2025 niet van toepassing op de verstrekking, verwerking of betaling van tegoeden, andere financiële activa of economische middelen, of op de verstrekking van goederen of diensten die noodzakelijk zijn om tijdig humanitaire bijstand te kunnen verlenen of andere activiteiten te ondersteunen die in menselijke basisbehoeften voorzien, indien dergelijke bijstand en andere activiteiten worden uitgevoerd door:

    a)

    de Verenigde Naties, met inbegrip van hun programma’s, fondsen en andere entiteiten en organen, alsmede hun gespecialiseerde agentschappen en aanverwante organisaties;

    b)

    internationale organisaties;

    c)

    humanitaire organisaties met de status van waarnemer bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en leden van die humanitaire organisaties;

    d)

    bilateraal of multilateraal gefinancierde niet-gouvernementele organisaties die deelnemen aan de humanitaire responsplannen van de Verenigde Naties, de Verenigde Naties-responsplannen voor vluchtelingen, andere oproepen van de Verenigde Naties of humanitaire clusters die worden gecoördineerd door het Verenigde Naties-Bureau voor de Coördinatie van Humanitaire Aangelegenheden;

    e)

    organisaties en agentschappen waaraan de Unie het certificaat van humanitair partnerschap heeft verleend of die door een lidstaat overeenkomstig nationale procedures gecertificeerd of erkend zijn;

    f)

    gespecialiseerde agentschappen van de lidstaten, of

    g)

    de werknemers, begunstigden, ondergeschikte organen of uitvoerende partners van de in de punten a) tot en met f) genoemde entiteiten terwijl en voor zover zij in die hoedanigheid handelen.

    2.   Het verbod in artikel 28, lid 5, is niet van toepassing op de tegoeden of economische middelen die aan de op de lijsten in bijlage I en bijlage II vermelde natuurlijke of rechtspersonen en entiteiten ter beschikking zijn gesteld door overheidsorganen, of door rechtspersonen of entiteiten die openbare financiering ontvangen om humanitaire bijstand te verlenen in Syrië of hulp aan de burgerbevolking in Syrië te verstrekken, op voorwaarde dat het ter beschikking stellen van deze tegoeden of economische middelen bedoeld is voor de aankoop of het vervoer van petroleumproducten of voor de financiering of financiële dienstverlening in dat verband, met als enige doelstelling het verstrekken van humanitaire hulp in Syrië of het verlenen van steun aan de burgerbevolking in Syrië, in overeenstemming met artikel 5, lid 3.

    3.   In gevallen die niet onder de leden 1 en 2 van dit artikel vallen en in afwijking van de verboden in artikel 28, leden 1, 2 en 5, kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder door hen passend geachte voorwaarden, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat het verstrekken van die tegoeden of economische middelen noodzakelijk is voor de tijdige verlening van humanitaire hulp of voor de ondersteuning van andere activiteiten die beantwoorden aan elementaire menselijke behoeften.

    4.   Indien de relevante bevoegde autoriteit binnen vijf werkdagen na ontvangst van een verzoek om toestemming uit hoofde van lid 2 geen negatief besluit heeft genomen, geen verzoek om informatie heeft ingediend of niet heeft laten weten meer tijd nodig te hebben, wordt die toestemming geacht te zijn verleend.

    5.   Het verbod in artikel 28, lid 5, is niet van toepassing op de tegoeden of economische middelen die aan de op de lijsten in bijlage I en bijlage II vermelde natuurlijke of rechtspersonen en entiteiten ter beschikking zijn gesteld, wanneer het verstrekken van deze tegoeden of economische in overeenstemming is met artikel 5, lid 4.

    6.   De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van de krachtens de leden 3 en 4 verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van die toestemming.”.

    2)

    Aan artikel 34 wordt het volgende lid toegevoegd:

    “De in artikel 28 bis, leden 1 tot en met 4, bedoelde uitzonderingen op artikel 28, leden 1, 2 en 5, worden op gezette tijden, en wel ten minste om de twaalf maanden, of op dringend verzoek van een lidstaat, de hoge vertegenwoordiger of de Commissie na een ingrijpende verandering in de omstandigheden, geëvalueerd.”.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 27 mei 2024.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. BORRELL FONTELLES


    (1)  Besluit 2013/255/GBVB van de Raad van 31 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB L 147 van 1.6.2013, blz. 14).

    (2)  Besluit (GBVB) 2023/338 van de Raad van 14 februari 2023 tot wijziging van een aantal besluiten en gemeenschappelijke standpunten van de Raad betreffende beperkende maatregelen met het oog op de invoeging van bepalingen inzake een humanitaire vrijstelling ( PB L 47 van 15.2.2023, blz. 50).

    (3)  Besluit (GBVB) 2023/726 van de Raad van 31 maart 2023 tot wijziging van een aantal besluiten van de Raad betreffende beperkende maatregelen met het oog op de invoeging van bepalingen inzake een humanitaire vrijstelling ( PB L 94 van 3.4.2023, blz. 48).

    (4)  Besluit (GBVB) 2023/2686 van de Raad van 27 november 2023 tot wijziging van bepaalde besluiten van de Raad betreffende beperkende maatregelen om er bepalingen inzake humanitaire uitzonderingen in op te nemen (PB L, 2023/2686, 28.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2686/oj).

    (5)  Besluit (GBVB) 2023/408 van de Raad van 23 februari 2023 tot wijziging van Besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB L 56 I van 23.2.2023, blz. 4).

    (6)  Besluit (GBVB) 2023/1467 van de Raad van 14 juli 2023 tot wijziging van Besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB L 180 van 17.7.2023, blz. 41).

    (7)  Besluit (GBVB) 2023/2876 van de Raad van 18 december 2023 tot wijziging van Besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB L, 2023/2876, 19.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2876/oj).


    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1496/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top