EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024D0998

Besluit (EU) 2024/998 van de Raad van 1 maart 2024 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt op de 13e Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie

ST/5163/2024/REV/1

PB L, 2024/998, 27.3.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/998/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/998/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2024/998

27.3.2024

BESLUIT (EU) 2024/998 VAN DE RAAD

van 1 maart 2024

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt op de 13e Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (“de WTO-overeenkomst”) is door de Unie gesloten door middel van Besluit 94/800/EG van de Raad (1) en is op 1 januari 1995 in werking getreden.

(2)

Op grond van artikel IV, lid 1, en artikel IX, lid 1, van de WTO-overeenkomst neemt de Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (“WTO”) besluiten bij consensus.

(3)

Tijdens de 13e vergadering van de Ministeriële Conferentie van de WTO die plaats vindt van 26 februari tot en met 1 maart 2024 zouden besluiten kunnen worden genomen over elektronische handel, bijzondere en gedifferentieerde behandeling en de statusverbetering van minst ontwikkelde landen naar een hogere categorie.

(4)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen op de 13e Ministeriële Conferentie van de WTO, voor zover de aangenomen besluiten rechtsgevolgen zouden kunnen hebben.

(5)

Er is voortgang geboekt met onderhandelingen over bepalingen aangaande bijzondere en gedifferentieerde behandeling (special and differential treatment — SDT), onder meer in de context van besprekingen van sommige voorstellen van de G90 (groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan) inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen en technische handelsbelemmeringen en de voorstellen van de Afrikaanse Groep betreffende beleidsruimte voor industriële ontwikkeling op gebieden als subsidies, handelsgerelateerde investeringsmaatregelen en overdracht van technologie binnen handelsgerelateerde aspecten van intellectuele-eigendomsrechten, met name door bestaande bepalingen voor minst ontwikkelde landen (MOL’s) en bepaalde ontwikkelingslanden te verduidelijken. Gegeven het belang van de kwestie moet de Unie de onderhandelingsresultaten steunen.

(6)

Er worden momenteel onderhandelingen gevoerd over voorstellen van de MOL-groep inzake de volgende steunmaatregelen voor een vlottere overgang voor WTO-leden die de categorie MOL ontgroeien (statusverbetering): a) verlenging van SDT-bepalingen in een aantal specifieke WTO-overeenkomsten en -besluiten met een passende termijn; b) vrijstelling van die specifieke overeenkomsten en besluiten gedurende een passende periode van acties in het kader van het WTO-stelsel voor geschillenbeslechting, en c) het waarborgen van blijvende toegang tot alle MOL-specifieke programma’s voor technische bijstand en capaciteitsopbouw waarin het WTO-stelsel voorziet, gedurende en passende periode. Gezien het voorstel voor een ministerieel resultaat ter zake, dient de Unie het overeengekomen resultaat te steunen.

(7)

Er is voortgang geboekt met onderhandelingen over het werkprogramma inzake elektronische handel en de verlenging van het moratorium op douanerechten op elektronische transmissies, hetgeen zou kunnen resulteren in de handhaving van de huidige praktijk om geen douanerechten te heffen op elektronische transmissies tot de 14e Ministeriële Conferentie van de WTO, of tot 31 maart 2026 indien dat eerder is. Het moratorium en het werkprogramma zullen op die datum aflopen. De Unie moet het overeengekomen resultaat steunen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie op de 13e Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (“WTO”) in te nemen standpunt bestaat uit de ondersteuning van de aanneming van ministeriële besluiten van de WTO over:

bijzondere en gedifferentieerde behandeling (WT/MIN(24)/W/23);

de statusverbetering van minst ontwikkelde landen naar een hogere categorie (WT/MIN(24)/W/14/Rev1), en

elektronische handel (WT/MIN(24)/W/26).

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 1 maart 2024.

Voor de Raad

De voorzitter

H. LAHBIB


(1)  Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1).


ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/998/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top