EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024D0874

Besluit (EU) 2024/874 van de Raad van 11 maart 2024 betreffende het namens de Europese Unie op de 231e bijeenkomst van de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) in te nemen standpunt over het amendement van bijlage 13 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart

ST/6930/2024/INIT

PB L, 2024/874, 19.3.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/874/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/874/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2024/874

19.3.2024

BESLUIT (EU) 2024/874 VAN DE RAAD

van 11 maart 2024

betreffende het namens de Europese Unie op de 231e bijeenkomst van de Raad van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) in te nemen standpunt over het amendement van bijlage 13 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (het “Verdrag van Chicago”), waarbij het internationale luchtvervoer wordt geregeld, is op 4 april 1947 in werking getreden. Bij dat verdrag is de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (International Civil Aviation Organization — ICAO) opgericht.

(2)

Alle lidstaten zijn verdragsluitende partijen bij het Verdrag van Chicago en leden van de ICAO, terwijl de Unie de status van waarnemer heeft in bepaalde organen van de ICAO. Zes lidstaten zijn vertegenwoordigd in de ICAO-Raad.

(3)

Op grond van artikel 54 van het Verdrag van Chicago kan de ICAO-Raad internationale normen en aanbevolen praktijken (Standards and Recommended Practices — SARP’s) vaststellen; die worden vastgelegd in de bijlagen bij het Verdrag van Chicago.

(4)

De ICAO-Raad zal op zijn 231e bijeenkomst amendement 19 van bijlage 13  Onderzoek naar ongevallen en incidenten met luchtvaartuigen  bij het Verdrag van Chicago vaststellen (“amendement 19”).

(5)

Het belangrijkste doel van amendement 19 is de veiligheid van de luchtvaart te verbeteren door een hoog niveau van efficiëntie, doelmatigheid en kwaliteit van veiligheidsonderzoeken in de burgerluchtvaart te waarborgen.

(6)

De voorgestelde wijzigingen hebben tot doel die doelstellingen te bereiken door de veiligheidsonderzoeksinstanties van de verdragsluitende staten te helpen bij hun onderzoeken naar op afstand bestuurde luchtvaartuigen, en door onverwijld informatie en gegevens van in luchtvaartuigen geïnstalleerde opnameapparatuur beschikbaar te stellen. Amendement 19 erkent ook de verwachtingen van het publiek en de media om geïnformeerd te worden en bevat daarom bepalingen om tijdig feitelijke informatie te verstrekken tijdens veiligheidsonderzoeken. Bovendien weerspiegelt amendement 19 dat het gebruik van moderne technologieën de raadplegingsperiode voor ontwerp-eindverslagen kan verkorten, waardoor het eindverslag sneller kan worden gepubliceerd. Ten slotte voert amendement 19 een voorkeur in om eindverslagen in elektronische vorm te verzenden zodat zij naar de centrale ICAO-databank kunnen worden geüpload.

(7)

Het op grond van artikel 7 van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad (1) opgerichte Europees netwerk van instanties voor veiligheidsonderzoek in de burgerluchtvaart (European Network of Civil Aviation Safety Investigation Authorities — ENCASIA), dat onder meer verantwoordelijk is om de instellingen van de Unie te adviseren over alle aspecten van de ontwikkeling en uitvoering van het beleid en de regels van de Unie met betrekking tot veiligheidsonderzoeken en de preventie van ongevallen en incidenten, heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van het voorstel voor amendement 19.

(8)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de ICAO-Raad, aangezien amendement 19 uit hoofde van het internationaal recht bindend zal zijn overeenkomstig artikel 90, punt a), van het Verdrag van Chicago, en een beslissende invloed kan hebben op het recht van de Unie, met name op Verordening (EU) nr. 996/2010.

(9)

Het standpunt van de Unie op de 231e bijeenkomst van de ICAO-Raad of op een daaropvolgende zitting met betrekking tot de vaststelling van amendement 19, moet inhouden dat de vaststelling van dat amendement in zijn geheel gesteund wordt. Dat standpunt moet tot uiting worden gebracht door de lidstaten die lid zijn van de ICAO-Raad.

(10)

Op grond van artikel 38 van het Verdrag van Chicago dient elke verdragsluitende staat die oordeelt dat het onmogelijk is om in alle opzichten te voldoen aan een internationale norm of procedure, of om zijn eigen regels of praktijken volledig in overeenstemming te brengen met een internationale norm of procedure, of die het nodig acht om regels of praktijken vast te stellen die in enig specifiek opzicht verschillen van die welke bij een internationale norm zijn vastgesteld, de ICAO onmiddellijk in kennis te stellen van de verschillen tussen zijn eigen praktijk en die welke bij de internationale norm is vastgesteld.

(11)

Op grond van artikel 90 van het Verdrag van Chicago treedt een bijlage, zoals bedoeld in artikel 54, punt l), van het Verdrag van Chicago, of een amendement van een bijlage in werking binnen drie maanden na de voorlegging ervan aan de verdragsluitende staten van de ICAO of na afloop van een langere termijn zoals de ICAO-Raad die kan voorschrijven, tenzij in de tussentijd een meerderheid van de verdragsluitende staten van de ICAO zijn afkeuring kenbaar maakt.

(12)

Het standpunt van de Unie na de vaststelling door de ICAO-Raad van amendement 19, dat door de secretaris-generaal van de ICAO moet worden aangekondigd via een ICAO-staatsbrief, moet erin bestaan geen afkeuring te registreren en dat amendement na te leven. Als de Uniewetgeving na de beoogde toepassingsdatum van de nieuwe SARP’s van die SARP’s zou afwijken, moet de ICAO in kennis worden gesteld van een verschil met die specifieke SARP’s. Het standpunt van de Unie met betrekking tot een dergelijk verschil moet worden gebaseerd op een schriftelijk document dat de Commissie ter bespreking en goedkeuring aan de Raad voorlegt.

(13)

Dat standpunt moet tot uiting worden gebracht door alle lidstaten, die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de 231e of een latere bijeenkomst van de ICAO-Raad, houdt in dat het voorgestelde amendement van bijlage 13  Onderzoek naar ongevallen en incidenten met luchtvaartuigen  bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (het “Verdrag van Chicago”) in zijn geheel moet worden gesteund.

2.   Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen, houdt, op voorwaarde dat de ICAO-Raad het in lid 1 van dit artikel bedoelde amendement zonder ingrijpende wijzigingen vaststelt, in dat in antwoord op de respectieve ICAO-staatsbrief geen afkeuring moet worden geregistreerd, maar moet worden gemeld dat de vastgestelde maatregel zal worden nageleefd.

In geval de wetgeving van de Unie verschilt van de normen in bijlage 13 bij het Verdrag van Chicago na de beoogde toepassingsdatum van die normen, waardoor de ICAO overeenkomstig artikel 38 van het Verdrag van Chicago in kennis zou moeten worden gesteld van een verschil met die specifieke normen, dient de Commissie te zijner tijd en ten minste twee maanden vóór het verstrijken van een door de ICAO vastgestelde termijn voor kennisgeving van verschillen, ter bespreking en goedkeuring bij de Raad een voorbereidend document in met het standpunt van de Unie over de gedetailleerde verschillen die de lidstaten namens de Unie aan de ICAO moeten meedelen.

Artikel 2

Het in artikel 1, lid 1, bedoelde standpunt moet tot uiting worden gebracht door de lidstaten die lid zijn van de ICAO-Raad, die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.

Het in artikel 1, lid 2, bedoelde standpunt moet tot uiting worden gebracht door alle lidstaten, die gezamenlijk optreden in het belang van de Unie.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 11 maart 2024.

Voor de Raad

De voorzitter

P.-Y. DERMAGNE


(1)  Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart en tot intrekking van richtlijn 94/56/EG (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 35).


ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/874/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top