(1)

De Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (“de WTO-overeenkomst”) is door de Unie gesloten bij Besluit 94/800/EG van de Raad (1) en is op 1 januari 1995 in werking getreden.

(2)

Op grond van artikel IV, lid 1, en artikel IX, lid 1, van de WTO-overeenkomst is de Ministeriële Conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (“WTO”) bevoegd om besluiten bij consensus vast te stellen.

(3)

De Ministeriële Conferentie van de WTO kan tijdens haar 13e bijeenkomst van 26 tot en met 29 februari 2024 een besluit aannemen over de toetreding van Oost-Timor tot de WTO.

(4)

Het is noodzakelijk het namens de Unie in de 13e bijeenkomst van de Ministeriële Conferentie van de WTO in te nemen standpunt vast te stellen, aangezien de besluiten bindend zullen zijn voor de Unie.

(5)

De onderhandelingen over de toetreding van Oost-Timor tot de WTO zijn in 2016 van start gegaan. Op 7 december 2016 is een werkgroep inzake de toetreding van Oost-Timor (de “werkgroep”) opgericht. De zesde bijeenkomst van de werkgroep vond plaats op 11 oktober 2023.

(6)

De multilaterale onderhandelingen over extra handelsgerelateerde gebieden zijn nog aan de gang. In maart 2023 heeft de Commissie namens de Unie bilaterale onderhandelingen afgerond over een uitgebreide reeks verbintenissen van Oost-Timor tot openstelling van de markt.

(7)

De toetreding tot de WTO zal naar verwachting een blijvende positieve bijdrage leveren aan het proces van economische hervorming en duurzame ontwikkeling in Oost-Timor. De Unie moet derhalve de toetreding van Oost-Timor steunen,