EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R2594

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2594 van de Commissie van 21 november 2023 tot weigering van de verlenging van de vergunning voor een preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor fokkonijnen en mestkonijnen (vergunninghouder: Zoetis Belgium SA) en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 532/2011

C/2023/7761

PB L, 2023/2594, 22.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/2594/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/2594/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2023/2594

22.11.2023

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/2594 VAN DE COMMISSIE

van 21 november 2023

tot weigering van de verlenging van de vergunning voor een preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor fokkonijnen en mestkonijnen (vergunninghouder: Zoetis Belgium SA) en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 532/2011

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen of weigeren van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Voor het preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) is bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 532/2011 van de Commissie (2) een vergunning voor tien jaar verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding van de categorie “coccidiostatica en histomonostatica” voor gebruik bij fokkonijnen en mestkonijnen.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor de verlenging van de vergunning voor het preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor fokkonijnen en mestkonijnen, waarbij is verzocht om het toevoegingsmiddel in te delen in de categorie “coccidiostatica en histomonostatica”. De krachtens artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft met het oog op de voorbereiding van haar advies overeenkomstig Verordening (EG) nr. 429/2008 van de Commissie (3) en de ter zake relevante richtsnoeren van de EFSA (4) een beoordeling uitgevoerd van het preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) om te bepalen of het nog steeds aan de voorwaarden voor de verlening van een vergunning van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 voldoet. De EFSA heeft met name de resultaten van een literatuuronderzoek beoordeeld en de beschikbare gegevens opnieuw bekeken in het licht van de meest recente richtsnoeren van de EFSA inzake de veiligheid van toevoegingsmiddelen voor diervoeding. Bij de beoordeling van het toevoegingsmiddel heeft de EFSA de aanvrager overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 op 4 februari 2022 om aanvullende informatie gevraagd over de karakterisering, de veiligheid voor de consument en de veiligheid voor het milieu van het toevoegingsmiddel, en op 15 juli 2022 over de veiligheidsevaluatiestrategie en de daarbij behorende teststrategie. De EFSA heeft op 18 juli 2022 en op 3 augustus 2022 aanvullende informatie van de aanvrager ontvangen.

(5)

In een brief van 14 juli 2022 aan de Commissie heeft de aanvrager echter aangegeven niet bereid te zijn om de door de EFSA verzochte nieuwe gegevens te genereren. In antwoord op die brief heeft de Commissie in een brief van 8 november 2022 toegelicht dat de vergunning van het preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) niet kon worden verlengd indien er op grond van het advies van de EFSA aanleiding was tot bezorgdheid over de veiligheid vanwege een gebrek aan informatie en gegevens. De aanvrager heeft zijn standpunt achteraf niet gewijzigd.

(6)

De EFSA heeft in haar advies van 31 januari 2023 (5) verklaard dat op basis van de beschikbare in-vitrotest op chromosoomafwijkingen en de resultaten van de in-vivomicronucleustest een potentieel aneugene werking van robenidinehydrochloride niet kon worden uitgesloten en dat er in de aanvraag geen informatie over de mogelijke aneugeniciteit van robenidinehydrochloride beschikbaar was. De EFSA heeft aangegeven dat zij bij gebrek aan dergelijke gegevens geen conclusies kon trekken over de veiligheid van het preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) voor de doelsoort en de consument. De EFSA voegde daaraan toe dat zij, bij gebrek aan adequate gegevens over de ecotoxicologische effecten van robenidinehydrochloride op bodem, water en sediment, ook geen conclusies kon trekken over de veiligheid van het preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) voor het milieu. Tot slot kon de EFSA vanwege onvoldoende gegevens geen conclusies trekken over de vraag of het preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) nog steeds werkzaam is tegen recente stammen van Eimeria spp. bij konijnen. Uit het advies van de EFSA van 31 januari 2023 blijkt dat nog niet is vastgesteld dat het preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) geen ongunstige gevolgen heeft voor de gezondheid van mens en dier of voor het milieu en dat nog niet is vastgesteld dat het een coccidiostatisch effect heeft bij gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor fokkonijnen en mestkonijnen in de categorie “coccidiostatica en histomonostatica”.

(7)

In artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is bepaald dat de aanvrager van een vergunning voor een toevoegingsmiddel voor diervoeding verplicht is om overeenkomstig artikel 7 van die verordening afdoende en voldoende aan te tonen dat aan de voorwaarden voor de verlening van een vergunning van artikel 5, leden 2 en 3, van die verordening is voldaan. Op grond van Verordening (EG) nr. 429/2008 is de aanvrager wat aanvragen voor verlenging van een vergunning betreft, verplicht om gegevens te verstrekken waaruit blijkt dat het toevoegingsmiddel in het licht van de huidige wetenschappelijke kennis onder de goedgekeurde voorwaarden veilig is voor de doelsoort, de consument, werknemers en het milieu.

(8)

Gezien het bovenstaande kan wat het preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) betreft, niet worden geoordeeld dat aan de voorwaarden voor verlenging van de vergunning van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is voldaan. Bijgevolg moet de verlenging van de vergunning voor dat preparaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding van de categorie “coccidiostatica en histomonostatica” voor gebruik bij fokkonijnen en mestkonijnen worden geweigerd.

(9)

Daarom moet het preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) en diervoeders die dit middel bevatten, voor zover het gebruik voor fokkonijnen en mestkonijnen betreft, zo snel mogelijk uit de handel worden genomen. Om de exploitanten in staat te stellen naar behoren aan deze verplichting te voldoen, moet er echter in een beperkte periode worden voorzien om bestaande voorraden van die producten uit de handel te nemen.

(10)

Doordat de vergunning voor het preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) voor fokkonijnen en mestkonijnen niet wordt verlengd, moet Uitvoeringsverordening (EU) nr. 532/2011 worden ingetrokken.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Weigering van verlenging van de vergunning

De verlenging van de vergunning voor het preparaat van robenidinehydrochloride (Cycostat 66G) (identificatienummer 5 1 758) als toevoegingsmiddel voor diervoeding van de categorie “coccidiostatica en histomonostatica” voor gebruik bij fokkonijnen en mestkonijnen wordt geweigerd.

Artikel 2

Intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 532/2011

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 532/2011 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Overgangsbepalingen

1.   Bestaande voorraden van het in artikel 1 bedoelde toevoegingsmiddel dat bestemd is voor fokkonijnen en mestkonijnen en van voormengsels die het toevoegingsmiddel bevatten, worden uiterlijk op 12 maart 2024 uit de handel genomen.

2.   Voedermiddelen en mengvoeders die vóór 12 maart 2024 met het in lid 1 bedoelde toevoegingsmiddel of de in lid 1 bedoelde voormengsels zijn geproduceerd en die zijn bestemd voor fokkonijnen en mestkonijnen, worden uiterlijk op 12 juni 2024 uit de handel genomen.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 november 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 532/2011 van de Commissie van 31 mei 2011 tot verlening van een vergunning voor robenidinehydrochloride als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor fokkonijnen en mestkonijnen (vergunninghouder Zoetis Belgium SA) en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2430/1999 en (EG) nr. 1800/2004 (PB L 146 van 1.6.2011, blz. 7).

(3)  Verordening (EG) nr. 429/2008 van de Commissie van 25 april 2008 tot vaststelling van voorschriften ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opstelling en indiening van aanvragen en de beoordeling van en de verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PB L 133 van 22.5.2008, blz. 1).

(4)  Met name richtsnoeren inzake de verlenging van de vergunning voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, goedgekeurd op 8 oktober 2013 (EFSA Journal 2013;11(10):3431).

(5)   EFSA Journal 2023;21(3):7863.


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/2594/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top