This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023R0411
Commission Regulation (EU) 2023/411 of 23 February 2023 amending Regulation (EU) 2019/1871 as regards the application of reference points for action for nitrofurans and their metabolites (Text with EEA relevance)
Verordening (EU) 2023/411 van de Commissie van 23 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1871 wat betreft de toepassing van actiedrempels voor nitrofuranen en metabolieten daarvan (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EU) 2023/411 van de Commissie van 23 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1871 wat betreft de toepassing van actiedrempels voor nitrofuranen en metabolieten daarvan (Voor de EER relevante tekst)
C/2023/1179
PB L 59 van 24.2.2023, p. 8–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 32019R1871 | vervanging | bijlage | 28/11/2022 |
24.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 59/8 |
VERORDENING (EU) 2023/411 VAN DE COMMISSIE
van 23 februari 2023
tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1871 wat betreft de toepassing van actiedrempels voor nitrofuranen en metabolieten daarvan
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 18,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Nitrofuranen en metabolieten daarvan zijn antimicrobiële stoffen die in de Unie niet in levensmiddelen van dierlijke oorsprong mogen worden gebruikt. Nitrofuranen zijn derhalve opgenomen in tabel 2 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie (2), die een lijst bevat van verboden stoffen waarvoor geen maximumwaarden voor residuen kunnen worden vastgesteld. |
(2) |
Bij Verordening (EU) 2019/1871 van de Commissie (3) zijn actiedrempels vastgesteld voor bepaalde niet-toegelaten farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong waarvoor geen maximumwaarden voor residuen zijn vastgesteld. Met ingang van 28 november 2022 wordt voor nitrofuranen en metabolieten daarvan een actiedrempel van 0,5 μg/kg toegepast. |
(3) |
Volgens het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (4) kan semicarbazide (SEM), een metaboliet van het nitrofuraan nitrofurazon, in levensmiddelen aanwezig zijn als een metaboliet die het gevolg is van een illegale behandeling met nitrofurazon of als een metaboliet die tijdens de verwerking van de levensmiddelen is ontstaan ten gevolge van het gebruik van ontsmettingsmiddelen of van reacties van verschillende bestanddelen van de levensmiddelen. De aanwezigheid van SEM kan derhalve niet worden beschouwd als een eenduidig teken van misbruik van nitrofurazon bij de productie van dierlijke producten. |
(4) |
Volgens door de sector verstrekte gegevens en de beschikbare gegevens over de aanwezigheid van SEM (5), kunnen gelatine, collageenhydrolysaat, producten van gehydrolyseerd kraakbeen, producten van gesproeidroogd bloed, wei- en melkproteïneconcentraten, caseïnaten en melkpoeder hogere niveaus van SEM bevatten ten gevolge van de verwerking bij hoge temperaturen, ook als die verwerkte producten niet met nitrofuranen zijn behandeld. |
(5) |
Bij wijze van uitzondering mag de actiedrempel voor SEM derhalve niet worden toegepast voor gelatine, collageenhydrolysaat, producten van gehydrolyseerd kraakbeen, producten van gesproeidroogd bloed, wei- en melkproteïneconcentraten, caseïnaten en melkpoeder, tenzij samen met SEM ook andere nitrofuranen of metabolieten daarvan in die verwerkte producten worden aangetroffen. |
(6) |
Zuigelingen en peuters vormen een kwetsbare groep consumenten. Aangezien hun voeding in het bijzonder uit levensmiddelen op basis van melkpoeder bestaat, mag die vrijstelling niet gelden voor volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding. |
(7) |
Om de Commissie in staat te stellen specifieke regelgevende maatregelen vast te stellen met betrekking tot de aanwezigheid van SEM in gelatine, collageenhydrolysaat, producten van gehydrolyseerd kraakbeen, producten van gesproeidroogd bloed, wei- en melkproteïneconcentraten, caseïnaten en melkpoeder, moeten exploitanten van levensmiddelenbedrijven en andere belanghebbenden binnen een bepaalde termijn de nodige gegevens en informatie verstrekken over onderzoeken naar de parameters en factoren in de verwerkingsstappen die tijdens de verwerking tot de vorming van SEM in die verwerkte producten leiden. Exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten ook maatregelen nemen om het niveau van SEM in die producten te verlagen tot een niveau dat zo laag is als redelijkerwijs mogelijk is. Zonder die gegevens en informatie kan de vrijstelling niet langer worden gehandhaafd. |
(8) |
Verordening (EU) 2019/1871 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(9) |
De actiedrempel van 0,5 μg/kg voor nitrofuranen en metabolieten daarvan is met ingang van 28 november 2022 van toepassing. Om te voorkomen dat betrokken producten met een niveau van SEM boven de actiedrempel onnodig uit de handel worden gehaald omdat ten onrechte wordt aangenomen dat er illegaal gebruik is gemaakt van nitrofuranen, moet de vrijstelling retroactief vanaf dezelfde datum van toepassing zijn. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Verordening (EU) 2019/1871 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 28 november 2022.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 23 februari 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 152 van 16.6.2009, blz. 11.
(2) Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 15 van 20.1.2010, blz. 1).
(3) Verordening (EU) 2019/1871 van de Commissie van 7 november 2019 betreffende actiedrempels voor niet-toegelaten farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong en tot intrekking van Beschikking 2005/34/EG (PB L 289 van 8.11.2019, blz. 41).
(4) EFSA (Europese Autoriteit voor voedselveiligheid), O’Keeffe M., Christodoulidou A. en Nebbia C., 2021. Scientific report on the presence of nitrofurans and their metabolites in gelatine (“Wetenschappelijk verslag over de aanwezigheid van nitrofuranen en metabolieten daarvan in gelatine”). EFSA Journal 2021;19(10):6881, 22 blz., https://doi.org/10.2903/j.efsa.2021.6881
(5) Richard H. Stadler et al. 2015. Why semicarbazide (SEM) is not an appropriate marker for the usage of nitrofurazone on agricultural animals (“Waarom semicarbazide (SEM) geen geschikte indicator is van het gebruik van nitrofurazon bij landbouwdieren”). Food Additives & Contaminants: deel A, vol. 32, nr. 11, blz.1842-1850, http://dx.doi.org/10.1080/19440049.2015.1086028
BIJLAGE
De bijlage bij Verordening (EU) 2019/1871 wordt vervangen door:
“BIJLAGE
Actiedrempels
Stof |
Actiedrempel (μg/kg) |
Overige bepalingen |
Chlooramfenicol |
0,15 |
|
Malachietgroen |
0,5 |
0,5 μg/kg voor de som van malachietgroen en leucomalachietgroen |
Nitrofuranen en metabolieten daarvan |
0,5 μg/kg voor elk van de metabolieten van furazolidon (AOZ of 3-amino-2-oxazolidinon), furaltadon (AMOZ of 3-amino-5-methylmorpholino-2-oxazolidinon), nitrofurantoïne (AHD of 1-aminohydantoïne), nitrofurazon (SEM of semicarbazide) en nifursol (DNSH of 3,5-dinitrosalicylzuur-hydrazide) |
(1) Aangezien SEM van nature voorkomt in kreeft in niveaus die boven de actiedrempel liggen, zijn alleen niveaus van AOZ, AMOZ, AHD en DNSH boven de actiedrempel een duidelijke indicatie van illegaal gebruik van nitrofuranen en metabolieten daarvan. De actiedrempel van 0,5 μg/kg voor SEM in kreeft wordt alleen toegepast wanneer illegaal gebruik van nitrofurazon of SEM in kreeft is vastgesteld, d.w.z. wanneer nog ten minste één andere nitrofuranmetaboliet is gevonden.
(2) Aangezien SEM ten gevolge van de verwerking in niveaus boven de actiedrempel voorkomt in gelatine, collageenhydrolysaat, producten van gehydrolyseerd kraakbeen, producten van gesproeidroogd bloed, wei- en melkproteïneconcentraten, caseïnaten en melkpoeder (met uitzondering van volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding), zijn alleen niveaus van AOZ, AMOZ, AHD en DNSH boven de actiedrempel een duidelijke indicatie van illegaal gebruik van nitrofuranen en metabolieten daarvan. De actiedrempel van 0,5 μg/kg voor SEM in gelatine, collageenhydrolysaat, producten van gehydrolyseerd kraakbeen, producten van gesproeidroogd bloed, wei- en melkproteïneconcentraten, caseïnaten en melkpoeder (met uitzondering van volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding) wordt alleen toegepast wanneer illegaal gebruik van nitrofurazon of SEM is vastgesteld, d.w.z. wanneer nog ten minste één andere nitrofuranmetaboliet is gevonden.
Exploitanten van levensmiddelenbedrijven en andere belanghebbenden delen de Commissie uiterlijk op 1 maart 2024 de resultaten mee van de onderzoeken naar de parameters en factoren in de verwerkingsstappen die tijdens de verwerking tot de vorming van SEM in gelatine, collageenhydrolysaat, producten van gehydrolyseerd kraakbeen, producten van gesproeidroogd bloed, wei- en melkproteïneconcentraten, caseïnaten en melkpoeder (met uitzondering van volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding) leiden. Zij delen ook mee welke maatregelen zij hebben genomen om ervoor te zorgen dat het niveau van SEM in deze producten zo laag als redelijkerwijs mogelijk is, wordt gehouden. Bij gebrek aan bevredigende gegevens en informatie worden maatregelen genomen om een einde te maken aan deze vrijstelling.”