Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D2608

    Besluit (EU) 2023/2608 van de Raad van 9 november 2023 betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken en in de Associatieraad, opgericht bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met betrekking tot de positieve beoordeling van de tenuitvoerlegging van de fasen 1 en 2 als uiteengezet in bijlage XXI-A bij de Associatieovereenkomst en de bijbehorende markttoegang

    ST/14010/2023/INIT

    PB L, 2023/2608, 20.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2608/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2608/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    Serie L


    2023/2608

    20.11.2023

    BESLUIT (EU) 2023/2608 VAN DE RAAD

    van 9 november 2023

    betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken en in de Associatieraad, opgericht bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met betrekking tot de positieve beoordeling van de tenuitvoerlegging van de fasen 1 en 2 als uiteengezet in bijlage XXI-A bij de Associatieovereenkomst en de bijbehorende markttoegang

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (1) (de “overeenkomst”), is door de Unie bij Besluit (EU) 2017/1247 van de Raad (2) gesloten en op 1 september 2017 in werking getreden.

    (2)

    Op grond van artikel 153, lid 2, van de overeenkomst geschiedt aanpassing van de wetgeving aan het acquis van de Unie inzake overheidsopdrachten in opeenvolgende fasen als uiteengezet in het tijdschema in bijlage XXI-A bij de overeenkomst. De tenuitvoerlegging van elke fase moet worden geëvalueerd door het Associatiecomité, dat is opgericht bij artikel 464, lid 1, van de overeenkomst, in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken op grond van artikel 465, lid 4, van de overeenkomst (het “Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken”) en, na een positieve beoordeling door het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, worden gekoppeld aan wederzijdse verlening van markttoegang als uiteengezet in bijlage XXI-A bij de overeenkomst.

    (3)

    Op grond van artikel 153, lid 3, van de overeenkomst zal het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken pas tot de beoordeling van een volgende fase overgaan als de maatregelen ter implementatie van de voorgaande fase overeenkomstig de in artikel 153, lid 2, van de overeenkomst uiteengezette modaliteiten zijn uitgevoerd en goedgekeurd.

    (4)

    Op grond van artikel 475, lid 5, van de overeenkomst moet de bij artikel 461 van de overeenkomst opgerichte Associatieraad overeenstemming bereiken over de wederzijdse verdere marktopenstelling na een positieve beoordeling door het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken met betrekking tot de tenuitvoerlegging van elke in bijlage XXI-A bij de overeenkomst uiteengezette fase.

    (5)

    Het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken moet overeenkomstig artikel 11, lid 2, van het reglement van orde van het Associatiecomité en de subcomités, vastgesteld bij Besluit nr. 1/2014 van de Associatieraad EU-Oekraïne (3), twee besluiten vaststellen waarin een positieve beoordeling wordt gegeven van de aanpassing van het Oekraïense recht aan het recht van de Unie aangaande de tenuitvoerlegging van respectievelijk fase 1 en fase 2, als uiteengezet in bijlage XXI-A bij de overeenkomst.

    (6)

    Na de vaststelling van de besluiten van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken moet de Associatieraad overeenkomstig artikel 11, lid 2, van het reglement van orde van de Associatieraad, vastgesteld bij Besluit nr. 1/2014 van de Associatieraad EU-Oekraïne, twee besluiten vaststellen tot het verlenen van verdere wederzijdse markttoegang, naar aanleiding van de tenuitvoerlegging van respectievelijk fase 1 en fase 2, als uiteengezet in bijlage XXI-A bij de overeenkomst.

    (7)

    Als gevolg van de vier vast te stellen besluiten moeten de Unie en Oekraïne wederzijdse markttoegang verlenen voor de aanbesteding van leveringen door centrale overheidsinstanties en door nationale, regionale en plaatselijke overheidsinstanties en publiekrechtelijke lichamen.

    (8)

    Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken en in de Associatieraad, met betrekking tot de positieve beoordeling van de tenuitvoerlegging van de fasen 1 en 2 als uiteengezet in bijlage XXI-A bij de overeenkomst en de daarmee samenhangende markttoegang, aangezien de beoogde besluiten voor de Unie bindend zullen zijn,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het standpunt dat namens de Unie in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken moet worden ingenomen met betrekking tot de positieve beoordeling van de tenuitvoerlegging van fase 1 en fase 2, als uiteengezet in bijlage XXI-A bij de overeenkomst, is gebaseerd op de respectieve ontwerpbesluiten van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken in addenda I en II bij dit besluit.

    Artikel 2

    Het standpunt dat namens de Unie in de Associatieraad moet worden ingenomen met betrekking tot de verlening van wederzijdse verdere markttoegang, naar aanleiding van de tenuitvoerlegging van fase 1 en fase 2, als uiteengezet in bijlage XXI-A bij de overeenkomst, is gebaseerd op de respectieve ontwerpbesluiten van de Associatieraad in de addenda III en IV bij dit besluit.

    Artikel 3

    Na de vaststelling ervan worden de in artikel 1 bedoelde besluiten van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken en de in artikel 2 bedoelde besluiten van de Associatieraad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Gedaan te Brussel, 9 november 2023.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    N. CALVIÑO SANTAMARÍA


    (1)   PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.

    (2)  Besluit (EU) 2017/1247 van de Raad van 11 juli 2017 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, met uitzondering van de bepalingen betreffende de behandeling van onderdanen van derde landen die legaal werken op het grondgebied van de andere partij (PB L 181 van 12.7.2017, blz. 1).

    (3)  Besluit nr. 1/2014 van de Associatieraad EU-Oekraïne van 15 december 2014 tot vaststelling van zijn reglement van orde en van dat van het Associatiecomité en van subcomités (PB L 157 van 23.6.2015, blz. 99).


    ADDENDUM I

    ONTWERP

    BESLUIT Nr. …/2023 VAN HET ASSOCIATIECOMITÉ EU-OEKRAÏNE IN ZIJN SAMENSTELLING VOOR HANDELSVRAAGSTUKKEN

    van …

    over de positieve beoordeling van de tenuitvoerlegging van fase 1 als uiteengezet in bijlage XXI-A bij hoofdstuk 8 van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

    HET ASSOCIATIECOMITÉ IN ZIJN SAMENSTELLING VOOR HANDELSVRAAGSTUKKEN,

    Gezien de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (1), en met name artikel 153,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (de “overeenkomst”) is op 27 juni 2014 ondertekend en op 1 september 2017 in werking getreden.

    (2)

    In de preambule van de overeenkomst wordt erkend dat Oekraïne streeft naar geleidelijke afstemming van zijn wetgeving op die van de Unie volgens de bepalingen van de overeenkomst en naar concrete uitvoering, om zo bij te dragen tot de geleidelijke economische integratie en de verdieping van de politieke associatie van Oekraïne met de Unie.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 154 van de overeenkomst zijn de partijen overeengekomen dat zij hun respectieve markten voor overheidsopdrachten geleidelijk en gelijktijdig daadwerkelijk en wederzijds zullen openstellen.

    (4)

    Op grond van artikel 153, leden 1 en 2, van de overeenkomst moet Oekraïne er zorg voor dragen dat zijn bestaande en toekomstige wetgeving inzake overheidsopdrachten geleidelijk in overeenstemming wordt gebracht met het acquis van de Unie inzake overheidsopdrachten. Deze aanpassing van de wetgeving moet geschieden in opeenvolgende fasen als uiteengezet in het schema in bijlage XXI-A (Indicatief tijdschema voor institutionele hervorming, aanpassing van de wetgeving en markttoegang) bij hoofdstuk 8 van de overeenkomst (“bijlage XXI-A”).

    (5)

    Overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de overeenkomst moet de tenuitvoerlegging van elke in bijlage XXI-A uiteengezette fase geëvalueerd worden door het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken. Deze evaluatie kan leiden tot een positieve beoordeling van de tenuitvoerlegging van een fase bij een besluit van het comité.

    (6)

    In bijlage XXI-A zijn de vereisten vastgesteld waaraan Oekraïne voor de tenuitvoerlegging van fase 1 moet voldoen.

    (7)

    Naar aanleiding van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft Oekraïne, op basis van de in Oekraïne geldende krijgswet en voor de duur daarvan, bij resoluties, tijdelijke afwijkingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten ingevoerd. De beoordeling van de tenuitvoerlegging van fase 1 als uiteengezet in bijlage XXI-A is gebaseerd op de toezegging van Oekraïne dat de tijdelijke afwijkingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten binnen 90 dagen na de datum van beëindiging of annulering van de krijgswet in Oekraïne zullen worden ingetrokken,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Om de in de bijlage bij dit besluit vermelde redenen wordt een positieve beoordeling gegeven van de tenuitvoerlegging door Oekraïne van fase 1, als uiteengezet in bijlage XXI-A.

    Artikel 2

    Dit besluit is vastgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Oekraïense taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Gedaan te …,

    Voor het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken

    De voorzitter

    De secretarissen

    Voor Oekraïne

    Voor de EU

    BIJLAGE

    Overeenkomstig bijlage XXI-A moet voor de tenuitvoerlegging van fase 1 worden voldaan aan de volgende vereisten:

    1)

    uitvoering van de volgende bepalingen van de overeenkomst:

    a)

    artikel 150, lid 2;

    b)

    artikel 151; en

    2)

    overeenstemming over de hervormingsstrategie uiteengezet in artikel 152 van de Overeenkomst.

    Vereiste 1), onder a)

    Met betrekking tot vereiste 1), onder a), bepaalt artikel 150, lid 2, van de overeenkomst: “In het kader van de institutionele hervorming wijst Oekraïne in het bijzonder de volgende organen aan:

    a)

    een centraal uitvoerend orgaan dat verantwoordelijk is voor het economisch beleid en belast is met het waarborgen van een coherent beleid op alle gebieden die met overheidsopdrachten verband houden. Een dergelijk orgaan bevordert en coördineert de tenuitvoerlegging van dit hoofdstuk en geeft richting aan het proces van aanpassing van de wetgeving;

    b)

    een onpartijdig en onafhankelijk orgaan dat is belast met de beoordeling van besluiten van de aanbestedende diensten bij de plaatsing van opdrachten. In deze context wordt onder “onafhankelijk” verstaan dat dit orgaan een overheidsinstantie moet zijn dat los staat van alle aanbestedende diensten en marktpartijen. Tegen de besluiten van dit orgaan moet beroep in rechte kunnen worden ingesteld.”

    Aan het vereiste van artikel 150, lid 2, punt a), van de overeenkomst wordt voldaan door de Oekraïense wet nr. 114-IX tot wijziging van de Oekraïense wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde andere wetgevingshandelingen van Oekraïne inzake de verbetering van de overheidsopdrachten (“wet inzake overheidsopdrachten”), die op 19 september 2019 door het Oekraïense parlement is aangenomen en die de Oekraïense wet nr. 922-VIII van 25 december 2015 inzake overheidsopdrachten heeft gewijzigd.

    Het centraal uitvoerend orgaan dat belast is met het waarborgen van een coherent beleid op alle gebieden die met overheidsopdrachten verband houden, is het “gemachtigd orgaan”.

    In artikel 7 van de wet inzake overheidsopdrachten wordt het gemachtigd orgaan gedefinieerd dat verantwoordelijk is voor de regulering en uitvoering van het beleid inzake overheidsopdrachten, binnen de grenzen van zijn bevoegdheden zoals vastgesteld door de wet inzake overheidsopdrachten.

    In artikel 9 van de wet inzake overheidsopdrachten worden de volgende hoofdtaken van het gemachtigd orgaan omschreven:

    1)

    ontwikkeling en goedkeuring van voorschriften die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de wet inzake overheidsopdrachten en voor de regulering van het overheidsbeleid op het gebied van overheidsopdrachten;

    2)

    analyse van de werking van het systeem voor overheidsopdrachten;

    3)

    opstelling en indiening, uiterlijk op 1 april van het jaar volgend op het begrotingsjaar waarover verslag wordt uitgebracht, bij de Verkhovna Rada van Oekraïne, het kabinet van ministers van Oekraïne en de Rekenkamer van het jaarverslag met de analyse van de werking van het systeem voor overheidsopdrachten (met betrekking tot kwantitatieve en waarde-indicatoren in termen van aanbestedingsprocedures en -elementen, mededingingsniveau, aantal klachten) en algemene informatie over de resultaten van controles op het gebied van overheidsopdrachten. Het jaarverslag wordt gepubliceerd op de officiële webpagina van het gemachtigd orgaan;

    4)

    samenvatten van aanbestedingspraktijken, met inbegrip van internationale praktijken;

    5)

    bestudering, samenvatting en verspreiding van de beste internationale aanbestedingspraktijken;

    6)

    zorgen voor de werking van het webportaal van het gemachtigd orgaan en het informatiecentrum van het gemachtigd orgaan;

    7)

    beheren van de inhoud van het informatiecentrum van het gemachtigd orgaan;

    8)

    communicatie met het publiek over de verbetering van het systeem voor overheidsopdrachten;

    9)

    organisatie van vergaderingen en workshops over aanbestedingskwesties;

    10)

    internationale samenwerking op het gebied van aanbestedingen;

    11)

    opstelling en goedkeuring van de volgende documenten:

    modelaanbestedingsdocumenten;

    modelvoorschriften inzake gemachtigde personen;

    modelvoorschriften inzake het aanbestedingscomité;

    modelmethodologie voor het bepalen van de geschatte waarde van een aanbestedingselement;

    modelmethodologie voor het bepalen van de levenscycluskosten;

    procedure voor de identificatie van het aanbestedingselement;

    procedure voor de bekendmaking van informatie over aanbestedingen;

    procedure voor het sluiten en uitvoeren van kaderovereenkomsten;

    vorm en eisen met betrekking tot de beveiliging van aanbestedingen;

    procedure voor de organisatie van het testen van gemachtigde personen;

    lijst van formele fouten;

    12)

    verstrekken van algemene aanbevelingen over de toepassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten;

    13)

    verstrekken van gratis niet-bindend advies via het informatiecentrum van het gemachtigd orgaan;

    14)

    samenwerking met overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties met betrekking tot de preventie van corruptiepraktijken op het gebied van aanbestedingen;

    15)

    bekendmaking van het beleid en de regels inzake overheidsopdrachten aan het publiek;

    16)

    vergunning en annulering van vergunningen voor e-platforms;

    17)

    behandeling van verzoeken om aanwijzing en/of oprichting van gecentraliseerde aanbestedingsorganisaties;

    18)

    samen met andere autoriteiten richtsnoeren opstellen over de bijzonderheden van aanbestedingen in verschillende sectoren en deze richtsnoeren bekendmaken in het informatiecentrum van het gemachtigd orgaan.

    De rol van het gemachtigde orgaan wordt vervuld door het Ministerie van Economische Zaken van Oekraïne, met name door de afdeling Overheidsopdrachten en Mededingingsbeleid. De gedetailleerde structuur, verantwoordelijkheden en taken van de afdeling Overheidsopdrachten en Mededingingsbeleid zijn uiteengezet in de Regeling betreffende de afdeling Overheidsopdrachten en Mededingingsbeleid.

    Wat het vereiste van artikel 150, lid 2, punt b), van de overeenkomst betreft, moet overeenkomstig de wijziging van de bijzondere wet inzake het antimonopoliecomité van Oekraïne nr. 1219-IX van 5 februari 2021 (“AMCO” en “AMCO-wet”) AMCO, als instantie die bevoegd is voor het beoordelen van klachten, een commissie (commissies) voor de beoordeling van klachten over schendingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten (“commissie”) oprichten en oefent zij andere bevoegdheden uit die zijn uiteengezet in de wet inzake overheidsopdrachten, in de Oekraïense wet nr. 2210-III van 11 januari 2001 inzake de bescherming van de economische mededinging, zoals gewijzigd, en in de AMCO-wet.

    AMCO is een overheidsorgaan met een bijzondere status. AMCO is een onafhankelijke instantie die onder het gezag staat van de president van Oekraïne en verantwoording verschuldigd is aan de Verkhovna Rada van Oekraïne. Deze onafhankelijkheid wordt op wetgevingsniveau gewaarborgd door de desbetreffende bepalingen van de Oekraïense wet inzake overheidsopdrachten en de AMCO-wet.

    Elke commissie moet bestaan uit drie personen die bevoegd zijn om klachten over schendingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten te beoordelen.

    Op 1 april 2021 heeft AMCO Verordening nr. 9-рп betreffende de goedkeuring van de procedure voor de selectie op basis van een vergelijkend onderzoek en de benoeming van de leden van de commissie voor de beoordeling van klachten over schendingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten aangenomen, op basis waarvan de leden van de commissie voor de beoordeling van klachten over schendingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten (“commissieleden”) worden benoemd door de voorzitter van AMCO. Volgens de AMCO-wet wordt elk lid benoemd voor een termijn van zeven jaar, maar voor niet meer dan twee opeenvolgende termijnen.

    De commissieleden zijn onderworpen aan de vereisten en beperkingen die zijn vastgesteld in de wetgeving inzake de preventie van corruptie, en de Oekraïense wet nr. 889-VIII van 10 december 2015 inzake de openbare dienst, zoals gewijzigd, is niet van toepassing. De commissieleden zijn geen lid van en niet ondergeschikt aan de regering, de wetgever of de president van Oekraïne. Overeenkomstig artikel 6-1 van de AMCO-wet mag een commissielid dat een band heeft met de indiener van het beroep of de aanbestedende dienst, niet deelnemen aan de behandeling van en de besluitvorming over een dergelijke klacht en wordt hij voor de duur van de behandeling en de besluitvorming over een dergelijke klacht vervangen door een ander commissielid, dat wordt aangewezen door de voorzitter van AMCO, of kan een dergelijke klacht ter overweging worden voorgelegd aan een andere commissie.

    De commissieleden worden benoemd door de voorzitter van AMCO na een speciale inspectie als bedoeld in de Oekraïense wet nr. 1700-VII van 14 oktober 2014 inzake de preventie van corruptie, zoals gewijzigd.

    Besluiten van de commissie worden vastgesteld namens AMCO en zijn bindend.

    Tegen de besluiten van AMCO kan binnen 30 dagen na de datum van bekendmaking ervan in het e-aanbestedingssysteem beroep worden ingesteld.

    Overeenkomstig de slot- en overgangsbepalingen van de wet tot wijziging van de wet inzake overheidsopdrachten en andere wetten van Oekraïne met betrekking tot de verbetering van het systeem van werking en beroepen inzake overheidsopdrachten nr. 1530-IX van 3 juni 2021 moeten nieuwe bepalingen betreffende de uitoefening van bevoegdheden van AMCO op het gebied van de beoordeling van klachten over schendingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten en betreffende de werking van de commissie(s) van kracht worden op de dag van haar (hun) oprichting.

    Wegens het begin van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne is AMCO na 24 februari 2022 tijdelijk gestopt met de beoordeling van klachten over schendingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten. De beroepsinstantie is in april 2022 weer volledig operationeel geworden.

    Op 13 februari 2023 is bij besluit nr. 79-ВК van de voorzitter van AMCO een wervingsprocedure voor vacante posten van commissieleden aangekondigd, die momenteel loopt, gezien de vereisten van de procedure voor selectie op basis van een vergelijkend onderzoek en benoeming van de commissieleden die bevoegd zijn voor de beoordeling van klachten over schendingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten.

    Vereiste 1), onder b)

    Wat vereiste 1), onder b), betreft, en overeenkomstig artikel 151 van de overeenkomst voldoen de partijen aan een serie basisnormen voor de gunning van alle opdrachten, zoals voorgeschreven door de leden 2 tot en met 15 van dat artikel inzake bekendmaking, gunning van opdrachten en rechtsbescherming. Die basisnormen vloeien rechtstreeks voort uit de voorschriften en beginselen voor overheidsopdrachten als vervat in het acquis van de Unie voor overheidsopdrachten, met inbegrip van de beginselen van non-discriminatie, gelijke behandeling, transparantie en evenredigheid.

    Op grond van de wet inzake overheidsopdrachten verlopen de aanbestedingsprocedures in Oekraïne overeenkomstig de volgende beginselen:

    1)

    eerlijke mededinging tussen inschrijvers;

    2)

    maximale kostenbesparingen, efficiëntie en evenredigheid;

    3)

    openheid en transparantie in alle stadia van het aanbestedingsproces;

    4)

    non-discriminatie van inschrijvers en gelijke behandeling van inschrijvers;

    5)

    objectieve en onpartijdige beoordeling van aanbestedingen en gunning;

    6)

    preventie van corruptiepraktijken en misbruik.

    De wet inzake overheidsopdrachten bepaalt dat binnenlandse en buitenlandse inschrijvers, ongeacht hun eigendomsvorm en juridische structuur, onder gelijke voorwaarden deelnemen aan aanbestedingsprocedures.

    Bij de wijziging van de Wet inzake overheidsopdrachten, door de Wet tot wijziging van de Oekraïense wet inzake overheidsopdrachten met het oog op het scheppen van voorwaarden voor duurzame ontwikkeling en modernisering van de binnenlandse industrie, nr. 1977-IX, aangenomen op 16 december 2021, zijn met ingang van 2022 voor een periode van 10 jaar tijdelijke vereisten ingevoerd inzake binnenlandse inhoud met betrekking tot grondstoffen, materialen, assemblages, eenheden, onderdelen, bestanddelen en componenten, werken, diensten en andere. Deze vereisten gelden niet voor aanbestedingen die vallen onder de bepalingen van de Oekraïense wet nr. 1029-VIII van 16 maart 2016 inzake de toetreding van Oekraïne tot de overeenkomst inzake overheidsopdrachten en onder de bepalingen inzake overheidsopdrachten in andere internationale verdragen van Oekraïne die de Verkhovna Rada van Oekraïne heeft goedgekeurd. Die vereisten inzake binnenlandse producten zijn dus niet van toepassing op offertes die zijn ingediend door marktdeelnemers uit de Europese Unie - ongeacht of zij in Oekraïne gevestigd zijn - of die betrekking hebben op producten, diensten of werken van oorsprong uit de Europese Unie.

    Sinds 1 augustus 2016 vinden de meeste aanbestedingsprocedures in Oekraïne uitsluitend plaats via het e-aanbestedingssysteem Prozorro. Alle informatie over overheidsopdrachten, met inbegrip van aanbestedingsdocumenten met eisen voor het voorwerp van de opdracht en de inschrijvers, wordt gepubliceerd op het e-aanbestedingssysteem.

    Het voorwerp van de aanbesteding wordt gedefinieerd door de nationale classificatie “Gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten” DK 021:2015 (“GWO”), die is afgestemd op de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten van de EU. De GWO heeft tot doel de omschrijving van het voorwerp van de overheidsopdrachten te standaardiseren om te zorgen voor meer transparantie en een doeltreffend mededingingsklimaat.

    De termijnen voor de blijken van belangstelling en voor de indiening van offertes zijn vastgesteld in de wet inzake overheidsopdrachten en variëren naar gelang van de aanbestedingsprocedure:

    in geval van aankondiging van een openbare aanbestedingsprocedure: ten minste 15 dagen indien de geraamde waarde de drempels niet overschrijdt en ten minste 30 dagen in geval van overschrijding van de hieronder vermelde drempels;

    in geval van aankondiging van een concurrentiegerichte dialoogprocedure: ten minste 15 dagen indien de geraamde waarde de drempels niet overschrijdt en ten minste 30 dagen in geval van overschrijding van de hieronder vermelde drempels;

    in geval van aankondiging van een niet-openbare aanbestedingsprocedure: uiterlijk 30 dagen vóór de uiterste datum voor de ontvangst van documenten die worden ingediend voor de selectie van in aanmerking komende inschrijvers.

    De bovengenoemde drempels zijn 133 000 EUR voor goederen en diensten en 5 150 000 EUR voor werken. Indien de geraamde waarde van de opdracht de drempels overschrijdt, moet de aankondiging van de aanbestedingsprocedure in het elektronische systeem voor overheidsopdrachten ook in het Engels worden bekendgemaakt.

    De wet inzake overheidsopdrachten vereist dat overheidsopdrachten op transparante wijze worden gegund overeenkomstig vooraf bekendgemaakte criteria en regels. Informatie over de geselecteerde inschrijver wordt weergegeven in het e-aanbestedingssysteem. Afgewezen inschrijvers kunnen de aanbestedende dienst via het e-aanbestedingssysteem verzoeken informatie te verstrekken over de offerte van de geselecteerde inschrijver, onder meer over de voordelen ervan ten opzichte van hun eigen offerte, en de aanbestedende dienst moet binnen vijf dagen op een dergelijk verzoek reageren.

    Naar aanleiding van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne zijn, op basis van de in Oekraïne geldende krijgswet en voor de duur daarvan, bij resoluties tijdelijke afwijkingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten ingevoerd, onder meer met betrekking tot de aanbestedingsprocedures, de vereisten voor inschrijvers en defensieaanbestedingen. De beoordeling van de tenuitvoerlegging van fase 1 als uiteengezet in bijlage XXI-A is gebaseerd op de toezegging van Oekraïne dat de tijdelijke afwijkingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten binnen 90 dagen na de datum van beëindiging of annulering van de krijgswet in Oekraïne zullen worden ingetrokken.

    Vereiste 2)

    Overeenkomstig het tweede vereiste van fase 1 als uiteengezet in bijlage XXI-A, is de goedkeuring van een stappenplan als uiteengezet in artikel 152 van de overeenkomst noodzakelijk.

    In artikel 152, lid 1, van de overeenkomst is bepaald dat Oekraïne, vóór de aanvang van de geleidelijke aanpassing, bij het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken een uitgebreid stappenplan voor de tenuitvoerlegging van titel IV, hoofdstuk 8, van de overeenkomst moet indienen, met tijdschema’s en termijnen. Dat stappenplan, dat volgens de overeenkomst in overeenstemming moet zijn met de in bijlage XXI-A uiteengezette fasen en tijdschema’s, moet alle hervormingen in termen van aanpassing van wetgeving aan het acquis van de Unie en institutionele capaciteitsopbouw omvatten.

    Op 24 februari 2016 heeft het kabinet van ministers van Oekraïne bij resolutie nr. 175-p “De strategie voor de hervorming van het systeem van overheidsopdrachten (Stappenplan)” aangenomen. Het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken heeft bij Besluit nr. 1/2018 van 14 mei 2018 een positief advies uitgebracht over het uitgebreid stappenplan voor de tenuitvoerlegging van hoofdstuk 8.


    (1)   PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.


    ADDENDUM II

    ONTWERP

    BESLUIT Nr. …/2023 VAN HET ASSOCIATIECOMITÉ EU-OEKRAÏNE IN ZIJN SAMENSTELLING VOOR HANDELSVRAAGSTUKKEN

    van …

    over de positieve beoordeling van fase 2 als uiteengezet in bijlage XXI-A bij hoofdstuk 8 van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

    HET ASSOCIATIECOMITÉ IN ZIJN SAMENSTELLING VOOR HANDELSVRAAGSTUKKEN,

    Gezien de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (1), en met name artikel 153,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (de “overeenkomst”) is op 27 juni 2014 ondertekend en op 1 september 2017 in werking getreden.

    (2)

    In de preambule van de overeenkomst wordt erkend dat Oekraïne streeft naar geleidelijke afstemming van zijn wetgeving op die van de Unie volgens de bepalingen van de overeenkomst en naar concrete uitvoering, om zo bij te dragen tot de geleidelijke economische integratie en de verdieping van de politieke associatie van Oekraïne met de Unie.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 154 van de overeenkomst zijn de partijen overeengekomen dat zij hun respectieve markten voor overheidsopdrachten geleidelijk en gelijktijdig daadwerkelijk en wederzijds zullen openstellen.

    (4)

    Op grond van artikel 153, leden 1 en 2, van de overeenkomst moet Oekraïne er zorg voor dragen dat zijn bestaande en toekomstige wetgeving inzake overheidsopdrachten geleidelijk in overeenstemming wordt gebracht met het acquis van de Unie inzake overheidsopdrachten. Deze aanpassing van de wetgeving moet geschieden in opeenvolgende fasen als uiteengezet in het schema in bijlage XXI-A (Indicatief tijdschema voor institutionele hervorming, aanpassing van de wetgeving en markttoegang) bij hoofdstuk 8 van de overeenkomst (“bijlage XXI-A”).

    (5)

    Overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de overeenkomst moet de tenuitvoerlegging van elke in bijlage XXI-A uiteengezette fase geëvalueerd worden door het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken. Deze evaluatie kan leiden tot een positieve beoordeling van de tenuitvoerlegging van een fase bij een besluit van het comité.

    (6)

    Overeenkomstig artikel 153, lid 3, van de overeenkomst moet het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken pas tot de beoordeling van een volgende fase overgaan als de maatregelen ter implementatie van de voorgaande fase zijn uitgevoerd en goedgekeurd. Bij Besluit nr. …/2023 van het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken is een positieve beoordeling van de tenuitvoerlegging van fase 1 gegeven, waardoor de tenuitvoerlegging van fase 2 als uiteengezet in bijlage XXI-A kan worden geëvalueerd en positief beoordeeld.

    (7)

    In bijlage XXI-A zijn de vereisten vastgesteld waaraan Oekraïne voor de tenuitvoerlegging van fase 2 moet voldoen.

    (8)

    Naar aanleiding van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft Oekraïne, op basis van de in Oekraïne geldende krijgswet en voor de duur daarvan, bij resoluties, tijdelijke afwijkingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten ingevoerd. De beoordeling van de tenuitvoerlegging van fase 2 als uiteengezet in bijlage XXI-A is gebaseerd op de toezegging van Oekraïne dat de tijdelijke afwijkingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten binnen 90 dagen na de datum van beëindiging of annulering van de krijgswet in Oekraïne zullen worden ingetrokken,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Om de in de bijlage bij dit besluit vermelde redenen wordt een positieve beoordeling gegeven van de tenuitvoerlegging door Oekraïne van fase 2, als uiteengezet in bijlage XXI-A

    Artikel 2

    Dit besluit is vastgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Oekraïense taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Gedaan te …,

    Voor het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken

    De voorzitter

    De secretarissen

    Voor Oekraïne

    Voor de EU

    BIJLAGE

    Overeenkomstig bijlage XXI-A vereist de tenuitvoerlegging van fase 2, aanpassing aan en uitvoering van de basiselementen van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) en van Richtlijn 89/665/EEG van de Raad (3).

    Basiselementen van Richtlijn 2014/24/EU van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten

    De basiselementen van Richtlijn 2014/24/EU zijn uiteengezet in bijlage XXI-B (Basiselementen van Richtlijn 2014/24/EU van 26 februari 2014 betreffende overheidsopdrachten) bij hoofdstuk 8 van de overeenkomst.

    De Oekraïense wet nr. 114-IX tot wijziging van de Oekraïense wet inzake overheidsopdrachten en bepaalde andere wetgevingshandelingen van Oekraïne inzake de verbetering van de overheidsopdrachten (“wet inzake overheidsopdrachten”), die op 19 september 2019 door het Oekraïense parlement is aangenomen en die de Oekraïense wet nr. 922-VIII van 25 december 2015 inzake overheidsopdrachten heeft gewijzigd, had de aanpassing aan de basiselementen van Richtlijn 2014/24/EU tot doel.

    De wet inzake overheidsopdrachten definieert het toepassingsgebied ervan, dat betrekking heeft op de aankoop van goederen, diensten en werken door aanbestedende diensten. Aanbestedende diensten worden nader gedefinieerd in de wet inzake overheidsopdrachten; dit omvat de meeste in Richtlijn 2014/24/EU uiteengezette elementen. Voorts bevat de wet inzake overheidsopdrachten verschillende definities die in het algemeen als verenigbaar met Richtlijn 2014/24/EU kunnen worden beschouwd. De wet inzake overheidsopdrachten is van toepassing op de aankoop van goederen, diensten en werken waarvan de waarde de in artikel 3 van die wet vastgestelde drempelwaarde overschrijdt, die lager is dan de in Richtlijn 2014/24/EU vastgestelde drempelwaarde. Besluit nr. 275 van het Oekraïense Ministerie van Economische Ontwikkeling, Handel en Landbouw van 18 februari 2020 tot goedkeuring van een benaderende methode voor de bepaling van de verwachte waarde van het voorwerp van de aanbesteding bevat bepalingen over de methoden voor de bepaling van de verwachte waarde van overheidsopdrachten.

    Op grond van de wet inzake overheidsopdrachten verlopen de procedures voor overheidsopdrachten in Oekraïne overeenkomstig de volgende beginselen:

    1)

    eerlijke mededinging tussen inschrijvers;

    2)

    maximale kostenbesparingen, efficiëntie en evenredigheid;

    3)

    openheid en transparantie in alle stadia van het aanbestedingsproces;

    4)

    non-discriminatie van inschrijvers en gelijke behandeling van inschrijvers;

    5)

    objectieve en onpartijdige beoordeling van aanbestedingen/offertes en gunning;

    6)

    preventie van corruptiepraktijken en misbruik.

    De wet inzake overheidsopdrachten bepaalt dat binnenlandse en buitenlandse inschrijvers, ongeacht hun eigendomsvorm en juridische structuur, onder gelijke voorwaarden deelnemen aan aanbestedingsprocedures.

    Bij de wijziging van de wet inzake overheidsopdrachten door de Wet tot wijziging van de Oekraïense wet inzake overheidsopdrachten met het oog op het scheppen van voorwaarden voor duurzame ontwikkeling en modernisering van de binnenlandse industrie, nr. 1977-IX, aangenomen op 16 december 2021, zijn voor een periode van tien jaar tijdelijke vereisten inzake binnenlandse producten ingevoerd voor overheidsopdrachten. Die vereisten gelden niet voor aanbestedingen die vallen onder de bepalingen van de Oekraïense wet nr. 1029-VII van 16 maart 2016 inzake de toetreding van Oekraïne tot de overeenkomst inzake overheidsopdrachten en onder de bepalingen inzake overheidsopdrachten in andere internationale verdragen van Oekraïne die de Verkhovna Rada van Oekraïne heeft goedgekeurd. Die vereisten inzake binnenlandse producten zijn dus niet van toepassing op offertes die zijn ingediend door marktdeelnemers uit de Europese Unie - ongeacht of zij in Oekraïne gevestigd zijn - of die betrekking hebben op producten, diensten of werken van oorsprong uit de Europese Unie.

    De wet inzake overheidsopdrachten regelt de volgende aanbestedingsprocedures: openbare aanbesteding; niet-openbare aanbesteding, en concurrentiegerichte dialoog. De algemene beginselen daarvan zijn verenigbaar met die van Richtlijn 2014/24/EU. De wet inzake overheidsopdrachten voorziet ook in de mogelijkheid om de onderhandelingsprocedure toe te passen; de voorwaarden voor het gebruik daarvan zijn in veel opzichten verenigbaar met die van Richtlijn 2014/24/EU.

    De bepalingen inzake etiketten, testverslagen, certificering en andere bewijsmiddelen zijn afgestemd op Richtlijn 2014/24/EU.

    Volgens de wet inzake overheidsopdrachten publiceren aanbestedende diensten aankondigingen over aanbestedingsprocedures, met inbegrip van aanbestedingsdocumenten en ontwerpcontracten, op het e-aanbestedingssysteem. Alle informatie die relevant is voor de gunning van aanbestedingen wordt beschikbaar gesteld via het e-aanbestedingssysteem.

    Informatie over de geselecteerde inschrijver wordt weergegeven in het e-aanbestedingssysteem. Afgewezen inschrijvers kunnen de aanbestedende dienst via het e-aanbestedingssysteem verzoeken informatie te verstrekken over de offerte van de geselecteerde inschrijver, onder meer over de voordelen ervan ten opzichte van hun eigen offerte, en de aanbestedende dienst moet binnen vijf dagen op een dergelijk verzoek reageren.

    De algemene beginselen voor de selectie van deelnemers zijn vastgelegd in de wet inzake overheidsopdrachten, die ook de uitsluitingsgronden, de selectiecriteria, de criteria voor de gunning en de beoordeling daarvan, alsmede bepalingen over de wijze waarop abnormaal lage offertes moeten worden aangepakt, omvat.

    De wet inzake overheidsopdrachten bevat algemene bepalingen inzake de uitvoering van overeenkomsten voor overheidsopdrachten.

    Bij gebrek aan specifieke bepalingen voor sociale en andere specifieke diensten zijn de aanbestedingsprocedures die van toepassing zijn op alle andere diensten van toepassing.

    Naar aanleiding van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne zijn, op basis van de in Oekraïne geldende krijgswet en voor de duur daarvan, bij resoluties tijdelijke afwijkingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten ingevoerd, onder meer met betrekking tot de aanbestedingsprocedures, de vereisten voor inschrijvers en defensieaanbestedingen. De beoordeling van de tenuitvoerlegging van fase 2 als uiteengezet in bijlage XXI-A is gebaseerd op de toezegging van Oekraïne dat de tijdelijke afwijkingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten binnen 90 dagen na de datum van beëindiging of annulering van de krijgswet in Oekraïne zullen worden ingetrokken.

    Basiselementen van Richtlijn 89/665/EEG

    De basiselementen van Richtlijn 89/665/EEG zijn uiteengezet in bijlage XXI-C (Basiselementen van Richtlijn 89/665/EEG van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (Richtlijn 89/665/EEG) zoals gewijzigd bij Richtlijn 2007/66/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 tot wijziging van de Richtlijnen 89/665/EEG en 92/13/EEG van de Raad met betrekking tot de verhoging van de doeltreffendheid van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten (Richtlijn 2007/66/EG) en Richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten (Richtlijn 2014/23/EU)) bij hoofdstuk 8 van de overeenkomst.

    Overeenkomstig de wijziging van de bijzondere wet inzake het antimonopoliecomité van Oekraïne nr. 1219-IX van 5 februari 2021 (“AMCO-wet”) moet AMCO, als instantie die bevoegd is voor het beoordelen van klachten, een commissie of commissies voor de beoordeling van klachten over schendingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten (“commissie”) oprichten en oefent zij andere bevoegdheden uit die zijn uiteengezet in de wet inzake overheidsopdrachten, in de Oekraïense wet nr. 2210-III van 11 januari 2001 inzake de bescherming van de economische mededinging, zoals gewijzigd, en in de AMCO-wet.

    Elke commissie moet bestaan uit drie personen die bevoegd zijn om klachten over schendingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten te beoordelen (“commissieleden”), welke worden benoemd door het hoofd van AMCO. Wegens het begin van de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne is AMCO na 24 februari 2022 tijdelijk gestopt met de beoordeling van klachten over schendingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten. De beroepsinstantie is in april 2022 weer volledig operationeel geworden.

    Op 13 februari 2023 is bij besluit nr. 79-ВК van de voorzitter van AMCO een wervingsprocedure voor vacante posten van commissieleden aangekondigd, die momenteel loopt, gezien de vereisten van de procedure voor selectie op basis van een vergelijkend onderzoek en benoeming van de commissieleden.

    De wet inzake overheidsopdrachten en de AMCO-wet omvatten de verplichting van AMCO als lichaam dat binnen de grenzen van zijn bevoegdheid toezicht uitoefent op het gebied van overheidsopdrachten om schriftelijke beslissingen te nemen, alsook de mogelijkheid om tegen de beslissingen van AMCO beroep in te stellen bij de rechter.

    De bepalingen inzake het toepassingsgebied en de beschikbaarheid van beroepsprocedures, zoals uiteengezet in de wet inzake overheidsopdrachten, stroken in het algemeen met Richtlijn 89/665/EEG. De wet inzake overheidsopdrachten bevat zowel standstillbepalingen als termijnen voor het indienen van verzoeken voor de beoordeling van klachten over schendingen van de wetgeving inzake overheidsopdrachten. De wet inzake overheidsopdrachten voorziet in de ongeldigheid van overeenkomsten wanneer deze in strijd met de wet inzake overheidsopdrachten zijn gesloten, en bevat een lijst van redenen waarom gesloten overeenkomsten ongeldig zijn.


    (1)   PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.

    (2)  Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).

    (3)  Richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (PB L 395 van 30.12.1989, blz. 33).


    ADDENDUM III

    ONTWERP

    BESLUIT Nr. …/2023 VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-OEKRAÏNE

    van …

    betreffende de verlening van wederzijdse markttoegang voor leveringen aan centrale overheidsinstanties overeenkomstig bijlage XXI-A bij hoofdstuk 8 van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

    DE ASSOCIATIERAAD,

    Gezien de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (1), en met name artikel 153, artikel 463 en artikel 475, lid 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (de “overeenkomst”) is op 27 juni 2014 ondertekend en op 1 september 2017 in werking getreden.

    (2)

    In de preambule van de overeenkomst wordt erkend dat Oekraïne streeft naar geleidelijke afstemming van zijn wetgeving op die van de Unie volgens de bepalingen van de overeenkomst en naar concrete uitvoering, om zo bij te dragen tot de geleidelijke economische integratie en de verdieping van de politieke associatie van Oekraïne met de Unie.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 154 van de overeenkomst zijn de partijen bij de overeenkomst overeengekomen dat zij hun respectieve markten voor overheidsopdrachten geleidelijk en gelijktijdig daadwerkelijk en wederzijds zullen openstellen.

    (4)

    Op grond van artikel 153, leden 1 en 2, van de overeenkomst moet Oekraïne er zorg voor dragen dat zijn bestaande en toekomstige wetgeving inzake overheidsopdrachten geleidelijk in overeenstemming worden gebracht met het acquis van de Unie inzake overheidsopdrachten. Deze aanpassing van de wetgeving moet geschieden in opeenvolgende fasen als uiteengezet in het schema in bijlage XXI-A (Indicatief tijdschema voor institutionele hervorming, aanpassing van de wetgeving en markttoegang) bij hoofdstuk 8 van de overeenkomst (“bijlage XXI-A").

    (5)

    Overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de overeenkomst moet de tenuitvoerlegging van elke in bijlage XXI-A uiteengezette fase geëvalueerd worden door het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken. Deze evaluatie kan leiden tot een positieve beoordeling van de tenuitvoerlegging van een fase bij een besluit van dat comité. Deze positieve beoordeling moet gekoppeld worden aan wederzijdse verlening van markttoegang als uiteengezet in bijlage XXI-A.

    (6)

    Overeenkomstig Besluit nr. …/2023 van het Associatiecomité EU-Oekraïne in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken van … heeft dat comité een positieve beoordeling gegeven van de tenuitvoerlegging door Oekraïne van fase 1 als uiteengezet in bijlage XXI-A.

    (7)

    Overeenkomstig artikel 475, lid 5, van de overeenkomst moet de Associatieraad volgens de hem bij artikel 463 van de overeenkomst verleende bevoegdheden besluiten tot verdere wederzijdse marktopenstelling naar aanleiding van deze positieve beoordeling.

    (8)

    Zoals uiteengezet in bijlage XXI-A, heeft deze marktopenstelling betrekking op overheidsopdrachten voor leveringen aan centrale overheidsinstanties,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Wederzijdse markttoegang wordt aan Oekraïne verleend voor overheidsopdrachten voor leveringen aan centrale overheidsinstanties in de Europese Unie en aan de Europese Unie voor overheidsopdrachten voor leveringen aan Oekraïense centrale overheidsinstanties, zoals uiteengezet in bijlage XXI-A.

    Artikel 2

    Dit besluit is vastgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Oekraïense taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Gedaan te …

    Voor de Associatieraad

    De voorzitter

    De secretarissen


    (1)   PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.


    ADDENDUM IV

    ONTWERP

    BESLUIT Nr. .../2023 VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-OEKRAÏNE

    van …

    betreffende het verlenen van wederzijdse markttoegang voor leveringen aan centrale, regionale en plaatselijke overheidsinstanties en publiekrechtelijke lichamen overeenkomstig bijlage XXI-A bij hoofdstuk 8 van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds

    DE ASSOCIATIERAAD,

    Gezien de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (1), en met name artikel 153, artikel 463 en artikel 475, lid 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (de “overeenkomst”) is op 27 juni 2014 ondertekend en op 1 september 2017 in werking getreden.

    (2)

    In de preambule van de overeenkomst wordt erkend dat Oekraïne streeft naar geleidelijke afstemming van zijn wetgeving op die van de Unie volgens de bepalingen van de overeenkomst en naar concrete uitvoering, om zo bij te dragen tot de geleidelijke economische integratie en de verdieping van de politieke associatie van Oekraïne met de Unie.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 154 van de overeenkomst zijn de partijen bij de overeenkomst overeengekomen dat zij hun respectieve markten voor overheidsopdrachten geleidelijk en gelijktijdig daadwerkelijk en wederzijds zullen openstellen.

    (4)

    Op grond van artikel 153, leden 1 en 2, van de overeenkomst moet Oekraïne er zorg voor dragen dat zijn bestaande en toekomstige wetgeving inzake overheidsopdrachten geleidelijk in overeenstemming worden gebracht met het acquis van de Unie inzake overheidsopdrachten. Deze aanpassing van de wetgeving moet geschieden in opeenvolgende fasen als uiteengezet in het schema in bijlage XXI-A (Indicatief tijdschema voor institutionele hervorming, aanpassing van de wetgeving en markttoegang) bij hoofdstuk 8 van de overeenkomst (“bijlage XXI-A”).

    (5)

    Overeenkomstig artikel 153, lid 2, van de overeenkomst moet de tenuitvoerlegging van elke in bijlage XXI-A uiteengezette fase geëvalueerd worden door het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken. Deze evaluatie kan leiden tot een positieve beoordeling van de tenuitvoerlegging van een fase bij een besluit van het comité. Deze positieve beoordeling moet gekoppeld worden aan wederzijdse verlening van markttoegang als uiteengezet in bijlage XXI-A.

    (6)

    Overeenkomstig Besluit nr. …/2023 van het Associatiecomité EU-Oekraïne in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken van … heeft dat comité een positieve beoordeling gegeven van de tenuitvoerlegging door Oekraïne van fase 2 als uiteengezet in bijlage XXI-A.

    (7)

    Overeenkomstig artikel 475, lid 5, van de overeenkomst moet de Associatieraad volgens de hem bij artikel 463 van de overeenkomst verleende bevoegdheden besluiten tot verdere wederzijdse marktopenstelling naar aanleiding van deze positieve beoordeling.

    (8)

    Zoals uiteengezet in bijlage XXI-A, heeft deze marktopenstelling betrekking op overheidsopdrachten voor leveringen aan centrale, regionale en plaatselijke overheidsinstanties en publiekrechtelijke instellingen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Wederzijdse markttoegang wordt aan Oekraïne verleend voor overheidsopdrachten voor leveringen aan centrale, regionale en plaatselijke overheidsinstanties en publiekrechtelijke instellingen in de Europese Unie en aan de Europese Unie voor overheidsopdrachten voor leveringen aan Oekraïense centrale, regionale en plaatselijke overheidsinstanties en publiekrechtelijke instellingen, zoals uiteengezet in bijlage XXI-A.

    Artikel 2

    Dit besluit is vastgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Oekraïense taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Gedaan te …

    Voor de Associatieraad

    De voorzitter

    De secretarissen


    (1)   PB L 161 van 29.5.2014, blz. 3.


    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2608/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top