Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R1518

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1518 van de Commissie van 29 maart 2022 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad teneinde bepaalde drugsprecursoren op te nemen in de lijst van geregistreerde stoffen (Voor de EER relevante tekst)

    C/2022/1840

    PB L 236 van 13.9.2022, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2022/1518/oj

    13.9.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 236/1


    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/1518 VAN DE COMMISSIE

    van 29 maart 2022

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad teneinde bepaalde drugsprecursoren op te nemen in de lijst van geregistreerde stoffen

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (1), en met name artikel 15,

    Gezien Verordening (EG) nr. 111/2005 van de Raad van 22 december 2004 houdende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Unie en derde landen in drugsprecursoren (2), en met name artikel 30 bis,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EG) nr. 273/2004 bevat maatregelen voor het toezicht op de handel in drugsprecursoren binnen de Unie en Verordening (EG) nr. 111/2005 heeft betrekking op de handel in drugsprecursoren tussen de Unie en derde landen. Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 en de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005 bevatten elk een lijst van geregistreerde stoffen waarvoor een aantal in die verordeningen vastgestelde geharmoniseerde controle- en toezichtmaatregelen gelden.

    (2)

    Nationale bevoegde autoriteiten hebben gemeld in verband met de illegale vervaardiging van verdovende middelen ethyl-α-fenyl-acetoacetaat (EAPA) en methyl-3-oxo-2-(3,4-methyleendioxyfenyl)butanoaat (MAMDPA) in beslag te hebben genomen.

    (3)

    EAPA wordt gebruikt voor de productie van 1-fenyl-2-propanon (P-2-P), ook bekend als benzylmethylketon (BMK). BMK is een precursor van amfetamine en methamfetamine.

    (4)

    MAMDPA wordt gebruikt voor de productie van 3,4-methyleendioxyfenylpropaan-2-on (PMK), dat een precursor is van 3,4-methyleendioxymethamfetamine (MDMA), doorgaans ecstasy genoemd.

    (5)

    Amfetamine, methamfetamine en MDMA behoren tot de drugs die het meest illegaal in de Unie worden geproduceerd. Zij hebben ernstige gevolgen voor de gezondheid van de mens en zorgen in sommige regio’s van de Unie voor ernstige sociale en volksgezondheidsproblemen.

    (6)

    Daarom moeten EAPA en MAMDPA op het niveau van de Unie worden geregistreerd zodat de controle en het toezicht kunnen worden versterkt.

    (7)

    De in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 en in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005 vermelde geregistreerde stoffen zijn onderverdeeld in categorieën waarvoor verschillende maatregelen gelden, om het juiste evenwicht te vinden tussen het dreigingsniveau van elke specifieke stof en de lasten voor de legale handel. Voor stoffen van categorie 1 gelden de strengste controle- en toezichtmaatregelen.

    (8)

    EAPA en MAMDPA vormen als precursoren van amfetamine, methamfetamine en MDMA aanzienlijk risico’s voor de sociale en volksgezondheid in de Unie. Voor zover bekend worden zij in de Unie, behalve voor onderzoeksdoeleinden, niet op legale wijze geproduceerd, verhandeld of gebruikt. De toevoeging van deze stoffen aan categorie 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 en aan categorie 1 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005 zou daarom een doeltreffende maatregel zijn om het gebruik ervan bij de illegale productie van verdovende middelen te voorkomen en zou tegelijkertijd geen significante extra administratieve lasten meebrengen voor marktdeelnemers en bevoegde autoriteiten in de Unie.

    (9)

    Verordening (EG) nr. 273/2004 en Verordening (EG) nr. 111/2005 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (10)

    Met de beide Verordeningen (EG) nr. 273/2004 en (EG) nr. 111/2005 wordt in de Unie uitvoering gegeven aan enkele bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, dat op 20 december 1988 in Wenen werd ondertekend en is goedgekeurd bij Besluit 90/611/EEG van de Raad (3). Gezien het nauwe inhoudelijke verband tussen de in die twee verordeningen vervatte bevoegdheden is het passend dat de wijzigingen door middel van één gedelegeerde handeling worden vastgesteld,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Wijziging van Verordening (EG) nr. 273/2004

    Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij de onderhavige verordening.

    Artikel 2

    Wijziging van Verordening (EG) nr. 111/2005

    De bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

    Artikel 3

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 29 maart 2022.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1.

    (2)  PB L 22 van 26.1.2005, blz. 1.

    (3)  Besluit 90/611/EEG van de Raad van 22 oktober 1990 betreffende de sluiting namens de Europese Economische Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen (PB L 326 van 24.11.1990, blz. 56).


    BIJLAGE I

    In bijlage I bij Verordening (EG) nr. 273/2004 worden in de tabel voor categorie 1 op de plaats waar ze op basis van de GN-code ervan behoren te staan, na elkaar de volgende vermeldingen ingevoegd:

    Stof

    GN-benaming (indien afwijkend)

    GN-code

    CAS-nr.

    “Ethyl-α-fenylacetoacetaat (EAPA)  (*1)

     

    ex 2918 30 00

    5413-05-8

    Methyl-3-oxo-2-(3,4-methyleendioxyfenyl)butanoaat (MAMDPA)  (*2)

    Methyl-3-oxo-2-(3,4-methyleendioxyfenyl)butanoaat

    ex 2932 99 00

    1369021-80-6


    (*1)  IUPAC-benaming ethyl-3-oxo-2-fenylbutanoaat.

    (*2)  IUPAC-benaming methyl-2-(2H-1,3-benzodioxool-5-yl)-3-oxobutanoaat.”.


    BIJLAGE II

    In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 111/2005 worden in de tabel voor categorie 1 op de plaats waar ze op basis van de GN-code ervan behoren te staan, na elkaar de volgende vermeldingen ingevoegd:

    Stof

    GN-benaming (indien afwijkend)

    GN-code

    CAS-nr.

    “Ethyl-α-fenylacetoacetaat (EAPA)  (*1)

     

    ex 2918 30 00

    5413-05-8

    Methyl-3-oxo-2-(3,4-methyleendioxyfenyl)butanoaat (MAMDPA)  (*2)

    Methyl-3-oxo-2-(3,4-methyleendioxyfenyl)butanoaat

    ex 2932 99 00

    1369021-80-6


    (*1)  IUPAC-benaming ethyl-3-oxo-2-fenylbutanoaat.

    (*2)  IUPAC-benaming methyl-2-(2H-1,3-benzodioxool-5-yl)-3-oxobutanoaat.”.


    Top