Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R0933

    Uitvoeringsverordening (EU) 2022/933 van de Commissie van 13 juni 2022 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

    C/2022/4107

    PB L 162 van 17.6.2022, p. 23–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/933/oj

    17.6.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 162/23


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/933 VAN DE COMMISSIE

    van 13 juni 2022

    tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 57, lid 4, en artikel 58, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (2) is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

    (2)

    Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

    (3)

    Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-codes om de in kolom 3 genoemde redenen.

    (4)

    Er dient te worden bepaald dat een bindende tariefinlichting die is afgegeven voor onder deze verordening vallende goederen en die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog gedurende een bepaalde periode mag worden gebruikt op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013. Die periode moet worden vastgesteld op drie maanden.

    (5)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-codes.

    Artikel 2

    Een bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met deze verordening, mag op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013 nog gedurende een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 13 juni 2022.

    Voor de Commissie

    Gerassimos THOMAS

    Directeur-generaal

    Directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie


    (1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

    (2)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).


    BIJLAGE

    Omschrijving

    Indeling

    (GN-code)

    Motivering

    (1)

    (2)

    (3)

    Drie artikelen die samen zijn opgemaakt voor de verkoop in het klein, bestaande uit:

    a)

    een mouwloos kledingstuk van breiwerk (een zogenoemd hardloopvest) (93 % synthetische vezels en 7 % elastaan) dat het bovenlichaam bedekt en tot de taille reikt. De voorkant heeft een V-hals en kan vooraan volledig worden geopend met een ritssluiting, zonder overlappende sluiting. Aan de voorzijde van het kledingstuk bevinden zich twee rechthoekige, open borstzakjes van ongeveer 19 cm bij 8 cm, en twee rechthoekige, open zakjes van ongeveer 12 cm bij 14 cm ter hoogte van de taille.

    Aan de achterzijde bevindt zich één zakje met rubberbanden die zijn ontworpen om er bijvoorbeeld opvouwbare wandelstokken aan te bevestigen.

    b)

    twee zachte flessen met een vlakke bodem, elk met een inhoud van 500 ml, die in de borstzakjes passen en gemaakt zijn van polyurethaan, met een plastic deksel met een trekdop.

    Zie afbeelding (*).

     

    De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur.

    De drie artikelen die samen worden aangeboden, zijn drie afzonderlijke artikelen. Het gaat niet om samengestelde goederen, aangezien zij samen geen geheel vormen dat normaliter niet in afzonderlijke delen te koop wordt aangeboden. Het gaat niet om goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein in de zin van algemene regel 3 b) voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aangezien zij niet samen zijn opgemaakt om in een behoefte te voorzien of om een specifieke activiteit uit te voeren, met name omdat het ontwerp van de zakken het gebruik ervan niet beperkt tot het dragen van specifieke producten voor specifieke behoeften of activiteiten. De artikelen zijn afzonderlijke artikelen die los van elkaar kunnen worden gebruikt. Het dragen van een kledingstuk enerzijds en het drinken anderzijds zijn verschillende activiteiten die niet voorzien in dezelfde behoefte (het kledingstuk bedekt het bovenlichaam en de flessen zijn om uit te drinken).

    Als een of meer artikelen van een “stel of assortiment” niet in een specifieke behoefte voorzien of niet zijn ontworpen om dezelfde specifieke activiteit uit te voeren, moet elk artikel afzonderlijk worden ingedeeld (zie ook de richtsnoeren voor de indeling in de gecombineerde nomenclatuur van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, deel B (II), punt 1) (1).

    Daarom moeten de artikelen afzonderlijk worden ingedeeld.

    De afzonderlijke, in de omschrijving genoemde artikelen moeten als volgt worden ingedeeld:

     

    6110 30 99

    a)

    De indeling is vastgesteld op basis van aantekening 9, tweede alinea, op hoofdstuk 61 en de tekst van de GN-codes 6110 , 6110 30 en 6110 30 99 .

     

     

    Op basis van de objectieve kenmerken is het vest een kledingstuk van post 6110 . Deze post omvat een categorie artikelen van brei- of haakwerk, ontworpen om het bovenlichaam te bedekken (truien, jumpers, pullovers, slip-overs, vesten en dergelijke artikelen) (zie ook de GS-toelichting op post 6110 , eerste alinea).

    De bij deze post bedoelde kleding is ontworpen om het bovenlichaam te bedekken, met of zonder mouwen, met ongeacht welke soort halsopening, met of zonder kraag en met of zonder zakken. Deze kleding kan vervaardigd zijn van ongeacht welke textielstof en van alle soorten brei- en haakwerk, ook lichtgewicht of fijngeribd (zie ook de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur op post 6110 ).

    Van het vest kan niet worden vastgesteld dat het voor het ene of het andere geslacht is ontworpen. Het vest moet worden ingedeeld als truien, jumpers, pullovers, slip-overs, vesten en dergelijke artikelen, van brei- of haakwerk, van synthetische of kunstmatige vezels, voor dames of voor meisjes.

     

    3924 90 00

    b)

    De indeling is vastgesteld op basis van de tekst van de GN-codes 3924 en 3924 90 00 .

    De flessen moeten worden ingedeeld als andere huishoudelijke artikelen en hygiënische en toiletartikelen, van kunststof.

    Image 1L1622022NL3110120220613NL0006.0001331342ONTWERPAANBEVELING Nr. 1/2022 VAN DE ASSOCIATIERAAD EU-EGYPTEvan …over de partnerschapsprioriteiten EU-Egypte 2021-2027DE ASSOCIATIERAAD EU-EGYPTE,Gezien de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds,Overwegende hetgeen volgt:(1)De Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Arabische Republiek Egypte, anderzijds (de overeenkomst) is op 25 juni 2001 ondertekend en op 1 juni 2004 in werking getreden.(2)Artikel 76 van de overeenkomst geeft de Associatieraad EU-Egypte de bevoegdheid besluiten vast te stellen om de doelstellingen van de overeenkomst te verwezenlijken en passende aanbevelingen te doen.(3)Op grond van artikel 86 van de overeenkomst treffen de partijen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen en zien zij erop toe dat de in de overeenkomst vastgelegde doelstellingen worden bereikt.(4)Bij de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid is voorgesteld de samenwerking met partners naar een hoger plan te tillen en zo het gevoel van betrokkenheid aan beide zijden te vergroten.(5)De Europese Unie en Egypte zijn overeengekomen hun partnerschap te consolideren door een reeks prioriteiten voor de periode 2021-2027 (de partnerschapsprioriteiten EU-Egypte 2021-2027) vast te stellen, waarbij ernaar gestreefd wordt de gemeenschappelijke uitdagingen aan te pakken waarmee de Unie en Egypte worden geconfronteerd en de gemeenschappelijke belangen te bevorderen.(6)De partijen bij de overeenkomst hebben overeenstemming bereikt over de tekst van de partnerschapsprioriteiten EU-Egypte 2021-2027, die de uitvoering van de overeenkomst zullen bevorderen en de nadruk leggen op samenwerking met betrekking tot gedeelde belangen die in gezamenlijk overleg zijn geïdentificeerd,BEVEELT AAN:Artikel 1De Associatieraad beveelt aan dat de partijen bij de overeenkomst de partnerschapsprioriteiten EU-Egypte 2021-2027 zoals opgenomen in de bijlage bij deze aanbevelingDelegaties: zie document ST 8663/2022 ADD1., uitvoeren.Artikel 2De partnerschapsprioriteiten EU-Egypte 2021-2027 vervangen de partnerschapsprioriteiten EU-Egypte waarvan de uitvoering werd aanbevolen in aanbeveling nr. 1/2017 van de AssociatieraadAanbeveling Nr. 1/2017 van de Associatieraad EU-Egypte van 25 juli 2017 tot vaststelling van de prioriteiten van het partnerschap EU-Egypte (PB EU L 255 van 3.10.2017, blz. 26)..Artikel 3Deze aanbeveling treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.Gedaan te …, ….Voor de Associatieraad EU-EgypteDe voorzitter


    (1)  PB C 105 van 11.4.2013, blz. 1.

    (*)  De afbeeldingen zijn louter ter informatie.


    Top