Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D0407

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/407 van de Commissie van 9 maart 2022 tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit de Republiek Turkije

    C/2022/1313

    PB L 83 van 10.3.2022, p. 60–63 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2022/407/oj

    10.3.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 83/60


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/407 VAN DE COMMISSIE

    van 9 maart 2022

    tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit de Republiek Turkije

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (“de basisverordening”), en met name artikel 14, lid 1, en artikel 19,

    Overwegende hetgeen volgt:

    1.   PROCEDURE

    1.1.   Voorafgaande onderzoeken en geldende maatregelen

    (1)

    Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/309 van de Commissie (2) heeft de Commissie definitieve compenserende rechten ingesteld op bepaalde regenboogforel van oorsprong uit de Republiek Turkije (“het oorspronkelijke onderzoek”).

    (2)

    Op 4 juni 2018 heeft de Commissie naar aanleiding van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek betreffende de subsidiëring van alle producenten-exporteurs bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/823 van de Commissie (3) besloten de in het oorspronkelijke onderzoek vastgestelde maatregelen te handhaven.

    (3)

    Volgens haar rechtvaardigde de wijziging van de Turkse wettelijke voorschriften inzake subsidies aan forelproducenten, die voorwerp van het nieuwe onderzoek was, geen herziening van de compenserende rechten voor alle forelproducenten in Turkije. Zij merkte echter op dat de effecten van de wetswijziging voor de afzonderlijke ondernemingen varieerden (4).

    (4)

    Op 15 mei 2020 heeft de Commissie naar aanleiding van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/658 van de Commissie (5) het niveau van het compenserende recht ten aanzien van één producent-exporteur gewijzigd.

    (5)

    Op 20 mei 2021 heeft de Commissie naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/823 van de Commissie (6) besloten het niveau van de compenserende rechten zoals vastgesteld in het oorspronkelijke onderzoek en zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/658 te handhaven.

    (6)

    Zij stelde vast dat het vervallen van de geldende maatregelen tot voortzetting van de subsidiëring zou hebben geleid, aangezien de gesubsidieerde uitvoer van het betrokken product naar de Unie omvangrijk zou blijven. Gezien de enorme reservecapaciteit in Turkije, de aantrekkelijkheid van de markt van de Unie, het prijsniveau van de invoer uit Turkije en de waarschijnlijke gevolgen daarvan voor de bedrijfstak van de Unie, was het bovendien waarschijnlijk dat de schade zou voortduren als de maatregelen zouden komen te vervallen.

    (7)

    Concluderend werd vastgesteld dat er, wat het belang van de Unie betreft, geen dwingende redenen waren om de bestaande maatregelen niet te handhaven.

    (8)

    De thans geldende definitieve compenserende rechten variëren van 1,5 % tot en met 9,5 %.

    1.2.   Opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek

    (9)

    Op 29 mei 2020 ontving de Commissie een verzoek van de producent-exporteur Selina Balik Isleme Tesis Ithalat Ihracat ve Ticaret Anonim Sirketi (“de indiener van het verzoek”) om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van het geldende compenserende recht op grond van artikel 19 van de basisverordening. Het verzoek om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek betrof enkel een onderzoek van de subsidiëring voor zover deze betrekking had op de indiener van het verzoek.

    (10)

    Op 5 februari 2021 heeft de Commissie op grond van artikel 19 van de basisverordening een tussentijds nieuw onderzoek geopend naar de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer in de Unie van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit de Republiek Turkije (“het betrokken land”). Zij heeft daartoe een bericht van opening bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (“het bericht van opening”) (7).

    (11)

    De indiener van het verzoek voerde aan dat de omstandigheden die de bestaande compenserende maatregelen rechtvaardigden, leken te zijn gewijzigd en dat die wijzigingen in zijn geval van blijvende aard leken te zijn.

    1.3.   Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode

    (12)

    Het nieuwe onderzoek naar de subsidiëring van de indiener van het verzoek had betrekking op de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020.

    1.4.   Belanghebbenden

    (13)

    In het bericht van opening zijn de belanghebbenden uitgenodigd contact met de Commissie op te nemen om aan het nieuwe onderzoek mee te werken. Daarnaast heeft de Commissie de indiener van het verzoek, de haar bekende producenten en verenigingen in de Unie en de overheid van het betrokken land specifiek in kennis gesteld van de opening van het nieuwe onderzoek en hen uitgenodigd daaraan mee te werken.

    (14)

    De belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken over de opening van het nieuwe onderzoek en te verzoeken te worden gehoord door de Commissie en/of de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures.

    1.4.1.   Antwoorden op de vragenlijsten en controlebezoeken

    (15)

    De Commissie heeft de indiener van het verzoek en de autoriteiten van het betrokken land een vragenlijst toegezonden.

    (16)

    De Commissie heeft antwoorden op de vragenlijst ontvangen van de indiener van het verzoek en de autoriteiten van het betrokken land.

    2.   BETROKKEN PRODUCT EN SOORTGELIJK PRODUCT

    2.1.   Onderzocht product

    (17)

    Dit nieuwe onderzoek heeft betrekking op regenboogforel (Oncorhynchus mykiss)

    levend, wegende 1,2 kg of minder per stuk, of

    vers, gekoeld, bevroren en/of gerookt:

    in gehele staat (met kop), ook indien ontdaan van kieuwen, ook indien ontdaan van ingewanden, wegende 1,2 kg of minder per stuk, of

    ontdaan van de kop, ook indien ontdaan van kieuwen, ook indien ontdaan van ingewanden, wegende 1 kg of minder per stuk, dan wel

    in de vorm van filets, wegende 400 g of minder per stuk,

    van oorsprong uit de Republiek Turkije en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 0301 91 90, ex 0302 11 80, ex 0303 14 90, ex 0304 42 90, ex 0304 82 90 en ex 0305 43 00 (Taric-codes 0301919011, 0302118011, 0303149011, 0304429010, 0304829010 en 0305430011) (“het onderzochte product”).

    (18)

    Net als in het oorspronkelijke onderzoek heeft de Commissie vastgesteld dat het product dat in Turkije wordt geproduceerd en naar de Unie wordt uitgevoerd, en het product dat door de bedrijfstak van de Unie in de Unie wordt geproduceerd en verkocht, dezelfde fysische, technische en chemische basiseigenschappen en dezelfde basisgebruiksdoeleinden hebben. Daarom werden deze producten beschouwd als soortgelijke producten in de zin van artikel 2, punt c), van de basisverordening.

    3.   INTREKKING VAN HET VERZOEK

    (19)

    Bij brief van 30 november 2021 aan de Commissie heeft de indiener van het verzoek zijn verzoek om een tussentijds nieuw onderzoek ingetrokken.

    (20)

    Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van de basisverordening kan de procedure worden beëindigd, tenzij dit niet in het belang van de Unie is.

    (21)

    Bij het onderzoek was niet gebleken dat de beëindiging van de procedure in strijd met het belang van de Unie zou zijn.

    (22)

    Bovendien opende de Commissie op 20 september 2021 voor het gehele land een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer in de Unie van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit de Republiek Turkije (8). Bijgevolg zullen in dit kader de momenteel geldende antisubsidiemaatregelen voor alle producenten-exporteurs opnieuw worden onderzocht.

    4.   CONCLUSIE EN MEDEDELING VAN FEITEN EN OVERWEGINGEN

    (23)

    De Commissie is derhalve van oordeel dat het gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek moet worden beëindigd zonder formele vaststelling inzake eventuele ingrijpende blijvende wijzigingen en de subsidiëringspraktijken ten aanzien van de indiener van het verzoek.

    (24)

    De belanghebbenden zijn hiervan in kennis gesteld en zij hebben de gelegenheid gekregen opmerkingen te maken.

    (25)

    De Commissie heeft geen opmerkingen ontvangen die tot de conclusie zouden leiden dat beëindiging van de procedure in strijd met het belang van de Unie zou zijn.

    (26)

    Dit besluit is in overeenstemming met het advies van het bij artikel 25, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit de Republiek Turkije en momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 0301 91 90, ex 0302 11 80, ex 0303 14 90, ex 0304 42 90, ex 0304 82 90 en ex 0305 43 00 (Taric-codes 0301919011, 0302118011, 0303149011, 0304429010, 0304829010 en 0305430011), voor zover deze de indiener van het verzoek betreffen, wordt beëindigd.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 9 maart 2022.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55.

    (2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/309 van de Commissie van 26 februari 2015 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde regenboogforel van oorsprong uit Turkije (PB L 56 van 27.2.2015, blz. 12).

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/823 van de Commissie van 4 juni 2018 tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek van de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde regenboogforel van oorsprong uit de Republiek Turkije (PB L 139 van 5.6.2018, blz. 14).

    (4)  Overweging 49 van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/823.

    (5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/658 van de Commissie van 15 mei 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/309 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde regenboogforel van oorsprong uit Turkije naar aanleiding van een tussentijds nieuw onderzoek op grond van artikel 19, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 155 van 18.5.2020, blz. 3).

    (6)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/823 van de Commissie van 20 mei 2021 tot instelling van een definitief compenserend recht op bepaalde regenboogforel van oorsprong uit Turkije naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 18 van Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 183 van 25.5.2021, blz. 5).

    (7)  PB C 40 van 5.2.2021, blz. 12.

    (8)  PB C 380 van 20.9.2021, blz. 15.


    Top