This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021R0419
Commission Implementing Regulation (EU) 2021/419 of 9 March 2021 amending Implementing Regulation (EU) 2018/2019 as regards certain plants for planting of Jasminum polyanthum Franchet originating in Israel and adapting Combined Nomenclature codes for Ullucus tuberosus and amending Implementing Regulation (EU) 2020/1213 as regards the phytosanitary measures for the introduction of those plants for planting into the Union territory
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/419 van de Commissie van 9 maart 2021 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wat betreft bepaalde voor opplant bestemde planten van de soort Jasminum polyanthum Franchet van oorsprong uit Israël, tot aanpassing van de codes van de gecombineerde nomenclatuur voor Ullucus tuberosus en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 wat betreft de fytosanitaire maatregelen voor het binnenbrengen van die voor opplant bestemde planten op het grondgebied van de Unie
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/419 van de Commissie van 9 maart 2021 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wat betreft bepaalde voor opplant bestemde planten van de soort Jasminum polyanthum Franchet van oorsprong uit Israël, tot aanpassing van de codes van de gecombineerde nomenclatuur voor Ullucus tuberosus en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 wat betreft de fytosanitaire maatregelen voor het binnenbrengen van die voor opplant bestemde planten op het grondgebied van de Unie
C/2021/1484
PB L 83 van 10.3.2021, p. 6–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 32018R2019 | vervanging | bijlage punt 1 tabelkolom 2 tekst | 13/03/2021 | |
Modifies | 32018R2019 | vervanging | bijlage punt 2 tabel | 13/03/2021 | |
Modifies | 32020R1213 | vervanging | bijlage | 13/03/2021 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Corrected by | 32021R0419R(01) | (MT) |
10.3.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 83/6 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/419 VAN DE COMMISSIE
van 9 maart 2021
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wat betreft bepaalde voor opplant bestemde planten van de soort Jasminum polyanthum Franchet van oorsprong uit Israël, tot aanpassing van de codes van de gecombineerde nomenclatuur voor Ullucus tuberosus en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 wat betreft de fytosanitaire maatregelen voor het binnenbrengen van die voor opplant bestemde planten op het grondgebied van de Unie
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (1), en met name artikel 42, lid 3, en artikel 42, lid 4, eerste en derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (2) is een lijst vastgesteld van planten, plantaardige producten of andere materialen met een hoog risico in de zin van artikel 42 van Verordening (EU) 2016/2031. |
(2) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2018 van de Commissie (3) bevat specifieke regels voor de procedure die moet worden gevolgd bij de uitvoering van de in artikel 42, lid 4, van Verordening (EU) 2016/2031 bedoelde risicobeoordeling van die planten, plantaardige producten of andere materialen met een hoog risico. |
(3) |
Op basis van een voorlopige beoordeling zijn 35 voor opplant bestemde planten, afkomstig uit alle derde landen, waaronder het geslacht Jasminum L, als planten met een hoog risico opgenomen in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019. |
(4) |
In Verordening (EU) 2016/2031 is bepaald dat wanneer een risicobeoordeling uitwijst dat een plant, plantaardig product of ander materiaal die/dat afkomstig is uit een derde land, een groep derde landen of een specifiek gebied binnen een derde land, een onaanvaardbaar risico op plaagorganismen oplevert maar dit risico door toepassing van bepaalde maatregelen tot een aanvaardbaar niveau kan worden teruggebracht, de Commissie die plant, dat plantaardig product of dat andere materiaal uit de op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 vastgestelde lijst moet schrappen en aan de in artikel 41, lid 2, van Verordening (EU) 2016/2031 bedoelde lijst moet toevoegen. |
(5) |
In Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 van de Commissie (4) zijn daarnaast de fytosanitaire maatregelen vastgesteld voor het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen die uit de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 zijn geschrapt. |
(6) |
Op 25 september 2019 heeft Israël bij de Commissie een verzoek ingediend voor de uitvoer naar de Unie van stekken zonder wortels van voor opplant bestemde planten van de soort Jasminum polyanthum Franchet (“de gespecificeerde planten”). Bij dat verzoek was het desbetreffende technische dossier gevoegd. |
(7) |
Op 12 augustus 2020 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een wetenschappelijk advies uitgebracht over de risicobeoordeling van het handelsartikel voor uit Israël afkomstige voor opplant bestemde planten van de soort Jasminum polyanthum (5). De EFSA heeft Scirtothrips dorsalis, Aonidiella orientalis, Milviscutulus mangiferae, Paracoccus marginatus, Pulvinaria psidii en Colletotrichum siamense (“de gespecificeerde plaagorganismen”) geïdentificeerd als plaagorganismen die relevant zijn voor die voor opplant bestemde planten, de in het dossier beschreven risicobeperkingsmaatregelen voor die plaagorganismen geëvalueerd en beoordeeld hoe waarschijnlijk het is dat die planten vrij zijn van plaagorganismen. |
(8) |
Op basis van dat advies wordt geconcludeerd dat het fytosanitaire risico dat voortvloeit uit het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van stekken zonder wortels van voor opplant bestemde planten van de soort Jasminum polyanthum Franchet van oorsprong uit Israël tot een aanvaardbaar niveau is teruggebracht, mits gepaste maatregelen worden genomen om het risico op plaagorganismen dat die voor opplant bestemde planten inhouden, te beperken. |
(9) |
Die maatregelen, die als fytosanitaire invoervoorschriften zijn vastgesteld, waarborgen de fytosanitaire bescherming van het grondgebied van de Unie tegen het binnenbrengen van de nader omschreven planten. Daarom mogen stekken zonder wortels van voor opplant bestemde planten van de soort Jasminum polyanthum van oorsprong uit Israël niet langer worden beschouwd als planten met een hoog risico en moeten zij uit de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 worden geschrapt. |
(10) |
De door Israël in het dossier beschreven maatregelen worden voldoende geacht om het risico van het binnenbrengen van de nader omschreven planten op het grondgebied de Unie tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. De bij deze verordening vastgestelde maatregelen moeten daarom op de door Israël in het dossier beschreven maatregelen worden gebaseerd. |
(11) |
Scirtothrips dorsalis is in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie (6) opgenomen als EU-quarantaineorganisme. Aonidiella orientalis, Milviscutulus mangiferae, Paracoccus marginatus, Pulvinaria psidii en Colletotrichum siamense zijn nog niet opgenomen in de lijst van EU-quarantaineorganismen in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072, maar voldoen mogelijk op basis van een aanvullende volledige risicobeoordeling aan de voorwaarden voor opneming in die lijst. Daarom zijn fytosanitaire maatregelen met betrekking tot die plaagorganismen nodig totdat een volledige risicobeoordeling is uitgevoerd. |
(12) |
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 moet derhalve worden vervangen door een nieuwe bijlage, teneinde die fytosanitaire maatregelen er in op te nemen. |
(13) |
In die bijlage moeten de respectieve planten, plantaardige producten en andere materialen ook opnieuw in alfabetische volgorde worden geplaatst, teneinde de leesbaarheid van die lijst te verbeteren. |
(14) |
Uit de ervaring die is opgedaan bij invoercontroles na de toepassingsdatum van Verordening (EU) 2018/2019 is gebleken dat een aantal aanvullende codes van de gecombineerde nomenclatuur (GN) die zijn vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (7) moeten worden opgenomen in punt 2 van de bijlage bij die verordening om alle artikelen te bestrijken die als planten van Ullucus tuberosus worden verhandeld. De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(15) |
Om te voldoen aan de verplichtingen van de Unie die uit de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen van de Wereldhandelsorganisatie voortvloeien, moet de invoer van die handelsartikelen zo snel mogelijk opnieuw beginnen. |
(16) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.
Artikel 2
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 9 maart 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie van 18 december 2018 tot vaststelling van een voorlopige lijst van planten, plantaardige producten of andere materialen met een hoog risico in de zin van artikel 42 van Verordening (EU) 2016/2031 en een lijst van planten waarvoor geen fytosanitair certificaat is vereist voor het binnenbrengen in de Unie in de zin van artikel 73 van die Verordening (PB L 323 van 19.12.2018, blz. 10).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2018 van de Commissie van 18 december 2018 tot vaststelling van specifieke regels voor de te volgen procedure bij de uitvoering van de risicobeoordeling van planten, plantaardige producten of andere materialen met een hoog risico in de zin van artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 323 van 19.12.2018, blz. 7).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 van de Commissie van 21 augustus 2020 betreffende de fytosanitaire maatregelen voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen die uit de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 zijn geschrapt (PB L 275 van 24.8.2020, blz. 5).
(5) EFSA-panel voor de gezondheid van gewassen, Scientific Opinion on the commodity risk assessment of Jasminum polyanthum plants from Israel. EFSA Journal 2020;18(8):6225, 78 blz. https://doi.org/10.2903/j.efsa.2020.6225
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (PB L 319 van 10.12.2019, blz. 1).
(7) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
BIJLAGE I
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wordt als volgt gewijzigd:
a) |
in punt 1, tweede kolom (“Omschrijving”) wordt “Jasminum L.” vervangen door “Jasminum L., met uitzondering van stekken zonder wortels van voor opplant bestemde planten van de soort Jasminum polyanthum Franchet van oorsprong uit Israël”; |
b) |
in punt 2 wordt de tabel vervangen door:
|
BIJLAGE II
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 wordt vervangen door:
“BIJLAGE
Lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit derde landen, en de overeenkomstige maatregelen voor het binnenbrengen ervan op het grondgebied van de Unie, als bedoeld in artikel 2
Planten, plantaardige producten en andere materialen |
GN-code |
Derde landen van oorsprong |
Maatregelen |
||||||||||||||||||||||||||
Acer japonicum Thunberg, Acer palmatum Thunberg en Acer shirasawanum Koidzumi, één tot drie jaar oude geënte of geoculeerde voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand zonder blad |
ex 0602 90 41 ex 0602 90 45 ex 0602 90 46 ex 0602 90 48 ex 0602 90 50 |
Nieuw-Zeeland |
|
||||||||||||||||||||||||||
Acer japonicum Thunberg, Acer palmatum Thunberg en Acer shirasawanum Koidzumi, één tot drie jaar oude geënte of geoculeerde voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand zonder blad |
ex 0602 90 41 ex 0602 90 45 ex 0602 90 46 ex 0602 90 48 ex 0602 90 50 |
Nieuw-Zeeland |
|
||||||||||||||||||||||||||
Albizia julibrissin Durazzini, geënte voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand met een maximale diameter van 2,5 cm |
ex 0602 90 41 ex 0602 90 45 ex 0602 90 46 ex 0602 90 48 |
Israël |
|
||||||||||||||||||||||||||
Albizia julibrissin Durazzini, geënte voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand met een maximale diameter van 2,5 cm |
ex 0602 90 41 ex 0602 90 45 ex 0602 90 46 ex 0602 90 48 |
Israël |
|
||||||||||||||||||||||||||
Jasminum polyanthum Franchet, stekken zonder wortels van voor opplant bestemde planten |
ex 0602 10 90 |
Israël |
|
||||||||||||||||||||||||||
Robinia pseudoacacia, geënte voor opplant bestemde planten met naakte wortels in rusttoestand met een maximale diameter van 2,5 cm |
ex 0602 90 41 ex 0602 90 45 ex 0602 90 46 ex 0602 90 48 |
Israël |
|