EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32020D0678
Council Decision (EU) 2020/678 of 18 May 2020 on the position to be taken on behalf of the European Union in the CETA Joint Committee established under the Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA) between Canada, of the one part, and the European Union and its Member States, of the other part, as regards the adoption of a decision setting out the administrative and organisational matters regarding the functioning of the Appellate Tribunal
Besluit (EU) 2020/678 van de Raad van 18 mei 2020 over het namens de Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité voor de CETA dat is ingesteld in het kader van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds, wat betreft de vaststelling van een besluit over de administratieve en organisatorische aspecten van de werking van de Beroepsinstantie
Besluit (EU) 2020/678 van de Raad van 18 mei 2020 over het namens de Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité voor de CETA dat is ingesteld in het kader van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds, wat betreft de vaststelling van een besluit over de administratieve en organisatorische aspecten van de werking van de Beroepsinstantie
ST/13025/2019/INIT
PB L 161 van 25.5.2020, p. 1–2
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Date of entry into force unknown (pending notification) or not yet in force.
25.5.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 161/1 |
BESLUIT (EU) 2020/678 VAN DE RAAD
van 18 mei 2020
over het namens de Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité voor de CETA dat is ingesteld in het kader van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds, wat betreft de vaststelling van een besluit over de administratieve en organisatorische aspecten van de werking van de Beroepsinstantie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Besluit (EU) 2017/37 van de Raad (1) voorziet in de ondertekening namens de Europese Unie van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (2) (“de overeenkomst”). De overeenkomst is op 30 oktober 2016 ondertekend. |
(2) |
Besluit (EU) 2017/38 van de Raad (3) voorziet in de voorlopige toepassing van delen van de overeenkomst, met inbegrip van de oprichting van het Gemengd Comité voor de CETA. De overeenkomst wordt sinds 21 september 2017 voorlopig toegepast. |
(3) |
Krachtens artikel 26.3, lid 1, van de overeenkomst moet het Gemengd Comité voor de CETA bevoegd zijn om met het oog op het bereiken van de doelstellingen van de overeenkomst besluiten te nemen ten aanzien van alle in de overeenkomst daartoe aangewezen aangelegenheden. |
(4) |
Krachtens artikel 26.3, lid 2, van de overeenkomst moeten de besluiten van het Gemengd Comité voor de CETA bindend zijn voor de partijen, onder voorbehoud dat aan de nodige interne voorschriften en procedures wordt voldaan, en moeten zij door de partijen worden uitgevoerd. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 8.28, lid 7, van de overeenkomst moet het Gemengd Comité voor de CETA een besluit nemen inzake de administratieve en organisatorische aangelegenheden met betrekking tot de werking van de Beroepsinstantie. |
(6) |
Het is derhalve wenselijk het standpunt te bepalen dat op basis van het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité voor de CETA over de Beroepsinstantie namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité voor de CETA met het oog op de doeltreffende uitvoering van de overeenkomst, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité voor de CETA in te nemen standpunt met betrekking tot de vaststelling van een besluit over de administratieve en organisatorische aspecten van de werking van de Beroepsinstantie wordt gebaseerd op het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité voor de CETA (4).
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst.
Gedaan te Brussel, 18 mei 2020.
Voor de Raad
De voorzitter
G. GRLIĆ RADMAN
(1) Besluit (EU) 2017/37 van de Raad van 28 oktober 2016 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (PB L 11 van 14.1.2017, blz. 1).
(2) PB L 11 van 14.1.2017, blz. 23.
(3) Besluit (EU) 2017/38 van de Raad van 28 oktober 2016 betreffende de voorlopige toepassing van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (PB L 11 van 14.1.2017, blz. 1080).
(4) Zie document ST 6964/20 op http://register.consilium.europa.eu