Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019R1143

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1143 van de Commissie van 14 maart 2019 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat betreft de aangifte van bepaalde zendingen met een geringe waarde

    C/2019/1979

    PB L 181 van 5.7.2019, p. 2–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2019/1143/oj

    5.7.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 181/2


    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/1143 VAN DE COMMISSIE

    van 14 maart 2019

    tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wat betreft de aangifte van bepaalde zendingen met een geringe waarde

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 7, onder a), en artikel 160,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 952/2013 (hierna “het wetboek” genoemd) kunnen douaneaangiften in bepaalde gevallen worden ingediend met behulp van andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken.

    (2)

    In Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 (2) is bepaald dat goederen waarvan de intrinsieke waarde niet meer dan 22 EUR bedraagt, tijdelijk voor het vrije verkeer in de Unie mogen worden aangegeven door ze eenvoudigweg bij de douanediensten aan te brengen in plaats van een douaneaangifte in te dienen. Een van de redenen hiervoor is dat de meeste goederen met een waarde van niet meer dan 22 EUR overeenkomstig artikel 23 van Richtlijn 2009/132/EG van de Raad (3) van btw kunnen worden vrijgesteld. Deze goederen kunnen ook op grond van Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad (4) voor een vrijstelling van douanerechten in aanmerking komen.

    (3)

    Momenteel is het alleen mogelijk om goederen met een waarde van niet meer dan 22 EUR via aanbrenging bij de douanediensten aan te geven totdat de lidstaten hun in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie (5) bedoelde nationale invoersystemen upgraden. Bovendien is in Richtlijn (EU) 2017/2455 van de Raad (6) de btw-vrijstelling voor goederen met een waarde van niet meer dan 22 EUR met ingang van 1 januari 2021 afgeschaft. Als gevolg daarvan zou in de lidstaten die hun nationale invoersystemen vóór 1 januari 2021 upgraden de mogelijkheid verdwijnen om deze goederen via aanbrenging bij de douanediensten aan te geven, en zou een douaneaangifte ook vereist zijn als er geen verplichting bestaat om op deze goederen btw te heffen en een vrijstelling van douanerechten van toepassing is. Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 moet daarom worden gewijzigd om te waarborgen dat het mogelijk blijft goederen met een intrinsieke waarde van niet meer dan 22 EUR via aanbrenging bij de douanediensten aan te geven tot de drempel van 22 EUR voor btw-doeleinden is afgeschaft.

    (4)

    In bijlage B bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 zijn de gegevensvereisten voor douaneaangiften vastgelegd. Uit de groei van e-commercetransacties is gebleken dat deze gegevensvereisten niet toereikend zijn voor het aangeven van in zendingen ingevoerde goederen waarvan de intrinsieke waarde niet meer dan 150 EUR bedraagt, of voor zendingen zonder commercieel karakter die door een particulier aan een andere particulier zijn verzonden (zendingen met een geringe waarde). In de eerste plaats is een deel van de gegevensvereisten in bijlage B in dat verband niet nodig omdat de meeste goederen die in zendingen met een geringe waarde worden ingevoerd overeenkomstig de artikelen 23 en 25 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad zijn vrijgesteld van douanerechten. In de tweede plaats zal de douaneaangifte voor deze goederen vooral nodig zijn om aan de bij Richtlijn (EU) 2017/2455 ingevoerde btw-regels te voldoen voor in zendingen ingevoerde goederen waarvan de intrinsieke waarde niet meer dan 150 EUR bedraagt, namelijk de btw-regels inzake de bijzondere regeling voor afstandsverkopen van goederen die worden ingevoerd uit derde landen of derdelandsgebieden overeenkomstig titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 4 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (7) of de btw-heffing in het kader van de bijzondere regeling voor de aangifte en de betaling van btw bij invoer overeenkomstig titel XII, hoofdstuk 7, van diezelfde richtlijn. In de derde plaats is het door het grote aantal zendingen met een geringe waarde nodig om de voor douanedoeleinden vereiste gegevensset zo veel mogelijk aan te passen aan de elektronische informatie die de marktdeelnemer vanaf de plaats van verzending van de goederen (d.w.z. in een derde land) heeft verstuurd.

    (5)

    Daarom moet Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 zodanig worden gewijzigd dat in de mogelijkheid wordt voorzien zendingen met een geringe waarde voor douanedoeleinden aan te geven met behulp van een andere gegevensset, namelijk een gegevensset die minder elementen bevat dan een standaard douaneaangifte. Deze mogelijkheid moet beschikbaar zijn vanaf de datum van toepassing van de in Richtlijn (EU) 2017/2455 vastgelegde maatregelen voor de btw-heffing op in zendingen ingevoerde goederen waarvan de intrinsieke waarde niet meer dan 150 EUR bedraagt.

    (6)

    De mogelijkheid om de beperkte gegevensset te gebruiken voor het aangeven van zendingen met een geringe waarde mag echter niet gelden voor goederen die aan verboden of beperkingen zijn onderworpen. Voor die goederen blijft gelden dat zij moeten worden aangegeven met behulp van een standaard douaneaangifte met alle relevante informatie. De beperkte gegevensset mag niet worden gebruikt om goederen aan te geven die zijn vrijgesteld van btw bij invoer overeenkomstig artikel 143, lid 1, onder d), van Richtlijn 2006/112/EG (douaneregelingen 42 en 63). De beperkte gegevensset is bedoeld voor de gevallen waarin de btw reeds is aangegeven overeenkomstig de bijzondere regeling voor afstandsverkopen van goederen die worden ingevoerd uit derde landen of derdelandsgebieden overeenkomstig titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 4 van Richtlijn 2006/112/EG en dus geen noodzaak bestaat om de btw bij invoer te innen; de beperkte gegevensset is tevens bedoeld voor de gevallen waarin de lidstaat van invoer tevens de lidstaat van verbruik is voor btw-doeleinden en dus de lidstaat die de btw heft. De op grond van de douaneregelingen 42 en 63 ingevoerde goederen worden daarentegen in een andere lidstaat ingevoerd dan de lidstaat die de btw heft en de beperkte gegevensset bevat niet genoeg informatie om aan alle btw-gerelateerde vereisten te voldoen die in dit soort gevallen van toepassing zijn.

    (7)

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In artikel 141 wordt lid 5 vervangen door:

    “5.   Tot de datum voorafgaand aan de in artikel 4, lid 1, vierde alinea, van Richtlijn (EU) 2017/2455 (*1) van de Raad genoemde datum worden goederen waarvan de intrinsieke waarde niet meer dan 22 EUR bedraagt, geacht te zijn aangegeven voor het vrije verkeer door aanbrenging bij de douane overeenkomstig artikel 139 van het wetboek, mits de vereiste gegevens door de douaneautoriteiten zijn aanvaard.”.

    (*1)  Richtlijn (EU) 2017/2455 van de Raad van 5 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG en Richtlijn 2009/132/EG wat betreft bepaalde btw-verplichtingen voor diensten en afstandsverkopen van goederen (PB L 348 van 29.12.2017, blz. 7).”."

    2)

    Het volgende artikel 134 bis wordt ingevoegd:

    “Artikel 143 bis

    Douaneaangifte voor zendingen met een geringe waarde

    (Artikel 6, lid 2, van het wetboek)

    1.   Met ingang van de in artikel 4, lid 1, vierde alinea, van Richtlijn (EU) 2017/2455 vermelde datum kan een persoon voor een zending die overeenkomstig artikel 23, lid 1, of artikel 25, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1186/2009 een vrijstelling van invoerrechten geniet, een douaneaangifte voor het vrije verkeer met de in bijlage B bedoelde specifieke gegevensset indienen, op voorwaarde dat de goederen in die zending niet onderworpen zijn aan verboden en beperkingen.

    2.   In afwijking van lid 1 mag de specifieke gegevensset voor zendingen met een geringe waarde niet worden gebruikt voor:

    a)

    de aangifte voor het vrije verkeer van goederen waarvan de invoer is vrijgesteld van de btw overeenkomstig artikel 143, lid 1, onder d), van Richtlijn 2006/112/EG en die, indien van toepassing, onder een accijnsschorsing zijn overgebracht overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 2008/118/EG;

    b)

    de wederinvoer met aangifte voor het vrije verkeer van goederen waarvan de invoer is vrijgesteld van de btw overeenkomstig artikel 143, lid 1, onder d), van Richtlijn 2006/112/EG en die, indien van toepassing, onder een accijnsschorsing zijn overgebracht overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 2008/118/EG.”.

    3)

    Bijlage B wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 14 maart 2019.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

    (3)  Richtlijn 2009/132/EG van de Raad van 19 oktober 2009 houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 143, onder b) en c), van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen (PB L 292 van 10.11.2009, blz. 5).

    (4)  Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen (PB L 324 van 10.12.2009, blz. 23).

    (5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie van 11 april 2016 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (PB L 99 van 15.4.2016, blz. 6).

    (6)  Richtlijn (EU) 2017/2455 van de Raad van 5 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG en Richtlijn 2009/132/EG wat betreft bepaalde btw-verplichtingen voor diensten en afstandsverkopen van goederen (PB L 348 van 29.12.2017, blz. 7).

    (7)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).


    BIJLAGE

    Bijlage B bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Titel I wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    in hoofdstuk 2, deel 1, wordt na de rij voor kolom H6 de volgende rij ingevoegd:

    “H7

    Douaneaangifte voor het in het vrije verkeer brengen voor een zending waarvoor vrijstelling van invoerrechten is verleend overeenkomstig artikel 23, lid 1, of artikel 25, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1186/2009

    Artikel 5, punt 12), en de artikelen 162 en 201 van het wetboek”

    b)

    in hoofdstuk 3 wordt deel 1 als volgt gewijzigd:

    1)

    in groep 1 wordt tussen de kolommen H6 en I1 de volgende kolom ingevoegd:

     

     

    “H

    Nr. G.E.

    Naam G.E.

    7

    1/1

    Soort aangifte

     

    1/2

    Soort aangifte — aanvulling

     

    1/3

    Soort aangifte douanevervoer/bewijs van douanestatus

     

    1/4

    Formulieren

     

    1/5

    Ladinglijsten

     

    1/6

    Artikelnummer

    A

    X

    1/7

    Indicator bijzondere omstandigheid

     

    1/8

    Handtekening/Authenticatie

     

    1/9

    Totaal aantal artikelen

     

    1/10

    Regeling

     

    1/11

    Aanvullende regeling

    A

    X”

    2)

    in groep 2 wordt tussen de kolommen H6 en I1 de volgende kolom ingevoegd:

     

     

    “H

    Nr. G.E.

    Naam G.E.

    7

    2/1

    Vereenvoudigde aangifte/Vooraf-gaande documenten

    A

    [7]

    XY

    2/2

    Aanvullende informatie

    C

    XY

    2/3

    Overgelegde documenten, certificaten en vergunningen, aanvullende referenties

    A

    [7]

    X

    2/4

    Referentienummer/UCR

    C

    XY

    2/5

    LRN

     

    2/6

    Uitstel van betaling

    B

    [53]

    Y

    2/7

    Identificatie van het entrepot”

     

    3)

    in groep 3 wordt tussen de kolommen H6 en I1 de volgende kolom ingevoegd:

     

     

    H

    Nr. G.E.

    Naam G.E.

    7

    3/1

    Exporteur

    A

    XY

    3/2

    Identificatienummer exporteur

     

    3/3

    Afzender — Masterniveau vervoersovereenkomst

     

    3/4

    Identificatienummer afzender — Masterniveau vervoersovereenkomst

     

    3/5

    Afzender — Houseniveau vervoersovereenkomst

     

    3/6

    Identificatienummer afzender — Houseniveau vervoersovereenkomst

     

    3/7

    Afzender

     

    3/8

    Identificatienummer afzender

     

    3/9

    Geadresseerde

     

    3/10

    Identificatienummer geadresseerde

     

    3/11

    Geadresseerde — Masterniveau vervoersovereenkomst

     

    3/12

    Identificatienummer geadresseerde — Masterniveau vervoersovereenkomst

     

    3/13

    Geadresseerde — Houseniveau vervoersovereenkomst

     

    3/14

    Identificatienummer geadresseerde — Houseniveau vervoersovereenkomst

     

    3/15

    Importeur

    A

    [12]

    Y

    3/16

    Identificatienummer importeur

    A

    [14]

    Y

    3/17

    Aangever

    A

    [12]

    Y

    3/18

    Identificatienummer aangever

    A

    Y

    3/19

    Vertegenwoordiger

    A

    [12]

    Y

    3/20

    Identificatienummer vertegenwoordiger

    A

    Y

    3/21

    Code status vertegenwoordiger

    A

    Y

    3/22

    Houder van de regeling douanevervoer

     

    3/23

    Identificatienummer houder van de regeling douanevervoer

     

    3/24

    Verkoper

     

    3/25

    Identificatienummer verkoper

     

    3/26

    Koper

     

    3/27

    Identificatienummer koper

     

    3/28

    Identificatienummer persoon die de aankomst meldt

     

    3/29

    Identificatienummer persoon die de uitwijking meldt

     

    3/30

    Identificatienummer persoon die de goederen bij de douane aanbrengt

     

    3/31

    Vervoerder

     

    3/32

    Identificatienummer vervoerder

     

    3/33

    Te informeren partij — Masterniveau vervoersovereenkomst

     

    3/34

    Identificatienummer te informeren partij — Masterniveau vervoersovereenkomst

     

    3/35

    Te informeren partij — Houseniveau vervoersovereenkomst

     

    3/36

    Identificatienummer te informeren partij — Houseniveau vervoersovereenkomst

     

    3/37

    Identificatienummer extra actor(en) in de toeleveringsketen

     

    3/38

    Identificatienummer persoon die de aanvullende ENS-gegevens indient

     

    3/39

    Identificatienummer vergunninghouder

     

    3/40

    Identificatienummer aanvullende fiscale referenties

    A

    [54]

    XY

    3/41

    Identificatienummer persoon die de goederen bij de douane aanbrengt in geval van inschrijving in de administratie van de aangever of vooraf ingediende douaneaangiften

     

    3/42

    Identificatienummer indiener van het douanemanifest

     

    3/43

    Identificatienummer aanvrager van een bewijs van de douanestatus van Uniegoederen

     

    3/44

    Identificatienummer persoon die de aankomst van goederen na overbrenging in het kader van tijdelijke opslag meldt

     

    3/45

    Identificatienummer persoon die een zekerheid stelt

     

    3/46

    Identificatienummer persoon die het douanerecht betaalt”

     

    4)

    in groep 3 wordt in de rij voor gegevenselement 3/1 in de kolommen H1, H3, H4, H5, H6 en I1 de letter “B” vervangen door “A[12]”;

    5)

    in groep 3 wordt in de rij voor gegevenselement 3/2 in de kolommen H1, H3, H4, H5, H6 en I1 de letter “B” vervangen door “A[14]”;

    6)

    in groep 4 wordt tussen de kolommen H6 en I1 de volgende kolom ingevoegd:

     

     

    “H

    Nr. G.E.

    Naam G.E.

    7

    4/1

    Leveringsvoorwaarden

     

    4/2

    Betalingswijze vervoerskosten

     

    4/3

    Berekening van de belastingen — Soort belasting

     

    4/4

    Berekening van de belastingen — Heffingsgrondslag

     

    4/5

    Berekening van de belastingen — Belastingtarief

     

    4/6

    Berekening van de belastingen — Verschuldigd bedrag

     

    4/7

    Berekening van de belastingen — Totaal

     

    4/8

    Berekening van de belastingen — Betalingswijze

    B

    [53]

    X

    4/9

    Bijtel- en aftrekposten

     

    4/10

    Valuta factuur

     

    4/11

    Totaal gefactureerd bedrag

     

    4/12

    Binnenlandse valuta-eenheid

     

    4/13

    Waarderingsindicatoren

     

    4/14

    Prijs/bedrag per artikel

     

    4/15

    Wisselkoers

     

    4/16

    Waarderingsmethode

     

    4/17

    Preferentie

     

    4/18

    Waarde

    A

    X

    4/19

    Vervoerskosten naar de eindbestemming

    A

    XY”

    7)

    in groep 4 wordt in de rij voor gegevenselement 4/18 in de kolom “Naam G.E.” het woord “Postwaarde” vervangen door het woord “Waarde”;

    8)

    in groep 4 wordt in de rij voor gegevenselement 4/19 in de kolom “Naam G.E.” het woord “Portokosten” vervangen door de woorden “Vervoerskosten naar de eindbestemming”;

    9)

    in groep 6 wordt tussen de kolommen H6 en I1 de volgende kolom ingevoegd:

     

     

    “H

    Nr. G.E.

    Naam G.E.

    7

    6/1

    Nettomassa (kg)

     

    6/2

    Aanvullende eenheden (bijzondere maatstaf)

    A

    [55]

    X

    6/3

    Brutomassa (kg) — Masterniveau vervoersovereenkomst

     

    6/4

    Brutomassa (kg) — Houseniveau vervoersovereenkomst

     

    6/5

    Brutomassa (kg)

    A

    XY

    6/6

    Omschrijving van de goederen — Masterniveau vervoersovereenkomst

     

    6/7

    Omschrijving van de goederen — Houseniveau vervoersovereenkomst

     

    6/8

    Omschrijving van de goederen

    A

    X

    6/9

    Soort verpakking

     

    6/10

    Aantal colli

    A

    [52]

    X

    6/11

    Verzendingsmerken

     

    6/12

    VN-code gevaarlijke goederen

     

    6/13

    CUS-code

     

    6/14

    Goederencode — Code van de gecombineerde nomenclatuur

    A

    X

    6/15

    Goederencode — Taric-code

     

    6/16

    Goederencode — Aanvullende Taric-code(s)

     

    6/17

    Goederencode — Nationale aanvullende code(s)

     

    6/18

    Totaal aantal colli

     

    6/19

    Soort goederen”

     

    c)

    in hoofdstuk 3, deel 2, worden de volgende voetnoten toegevoegd:

    Nummer van de voetnoot

    Omschrijving van de voetnoot

    “[52]

    Dit gegeven is niet verplicht voor postzendingen.

    [53]

    Dit gegeven is niet verplicht:

    a)

    wanneer de goederen worden aangegeven voor het vrije verkeer in het kader van de bijzondere regeling voor afstandsverkopen van goederen die zijn ingevoerd uit de in titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 4, van Richtlijn 2006/112/EG opgenomen derde landen en gebieden; of

    b)

    wanneer goederen zonder commercieel karakter worden verzonden door een particulier vanuit een derde land aan een andere particulier die zich in een lidstaat bevindt en deze goederen zijn vrijgesteld van btw overeenkomstig artikel 1 van Richtlijn 2006/79/EG van de Raad (*1).

    [54]

    Dit gegeven is alleen verplicht wanneer de goederen worden aangegeven voor het vrije verkeer in het kader van de bijzondere regeling voor afstandsverkopen van goederen die zijn ingevoerd uit de in titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 4, van Richtlijn 2006/112/EG opgenomen derde landen en gebieden;

    [55]

    Dit gegeven is alleen verplicht als de aangifte betrekking heeft op de in artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1186/2009 genoemde goederen.

    2)

    Titel II wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    in de aantekeningen op gegevenselement 1/6 (“Artikelnummer”) wordt de tekst “Kolommen A1 tot en met A3, B1 tot en met B4, C1, D1, D2, E1, E2, F1a tot en met F1d, F2a tot en met F2c, F3a, F4a, F4b, F4d, F5, G4, G5, H1 tot en met H6 en I1 van de tabel met gegevensvereisten:” vervangen door de woorden “Kolommen A1 tot en met A3, B1 tot en met B4, C1, D1, D2, E1, E2, F1a tot en met F1d, F2a tot en met F2c, F3a, F4a, F4b, F4d, F5, G4, G5, H1 tot en met H7 en I1 van de tabel met gegevensvereisten:”;

    b)

    in de aantekeningen op gegevenselement 2/1 (“Summiere aangifte/Voorafgaande documenten”) wordt de volgende tekst toegevoegd:

    Kolom H7 van de tabel met gegevensvereisten:

    Vermeld, wanneer de summiere aangifte bij binnenbrengen en de douaneaangifte afzonderlijk worden ingediend, met gebruikmaking van de relevante Uniecode, het MRN van de summiere aangifte bij binnenbrengen of enig ander voorafgaand document.”;

    c)

    in de aantekeningen op gegevenselement 2/2 (“Aanvullende informatie”) wordt de volgende tekst toegevoegd:

    Kolom H7 van de tabel met gegevensvereisten:

    De door de aangever verstrekte informatie die nuttig wordt geacht voor het in het vrije verkeer brengen van het betrokken artikel.”;

    d)

    in de aantekeningen op gegevenselement 2/4 (“Referentienummer/UCR”) wordt de volgende tekst toegevoegd:

    Kolom H7 van de tabel met gegevensvereisten:

    Deze registratie kan worden gebruikt voor de vermelding van de transactie-identificatiecode, indien de goederen worden aangegeven voor het vrije verkeer in het kader van de bijzondere regeling voor afstandsverkopen van goederen die zijn ingevoerd uit de in titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 4, van Richtlijn 2006/112/EG opgenomen derde landen en gebieden.”;

    e)

    de aantekeningen op gegevenselement 3/1 (“Exporteur”) worden als volgt gewijzigd:

    1)

    de woorden “Alle relevante kolommen van de tabel met gegevensvereisten worden gebruikt:” worden vervangen door de woorden: “Kolommen B1 tot en met B4, C1 en E1 van de tabel met gegevensvereisten:”;

    2)

    de volgende tekst wordt toegevoegd:

    Kolommen H6 en H7 van de tabel met gegevensvereisten:

    Vermeld de volledige naam en adresgegevens van de persoon die de goederen verzendt zoals in de vervoersovereenkomst is bepaald door de persoon die het vervoer bestelt.”;

    f)

    in de aantekeningen op gegevenselement 3/17 (“Aangever”) worden de woorden “Kolommen H1 tot en met H6 en I1 van de tabel met gegevensvereisten” vervangen door de woorden “Kolommen H1 tot en met H7 en I1 van de tabel met gegevensvereisten:”;

    g)

    in de aantekeningen op gegevenselement 3/18 (“Identificatienummer aangever”) worden de woorden “Kolommen B1 tot en met B4, C1, G4, H1 tot en met H5 en I1 van de tabel met gegevensvereisten:” vervangen door de woorden: “Kolommen B1 tot en met B4, C1, G4, H1 tot en met H7 en I1 van de tabel met gegevensvereisten:”;

    h)

    in de aantekeningen op gegevenselement 3/40 (“Identificatienummer aanvullende fiscale referenties”) wordt de volgende tekst toegevoegd:

    “Wanneer de goederen worden aangegeven voor het vrije verkeer in het kader van de bijzondere regeling voor afstandsverkopen van goederen die zijn ingevoerd uit de in titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 4, van Richtlijn 2006/112/EG opgenomen derde landen en gebieden, wordt een speciaal btw-nummer verstrekt dat voor het gebruik van deze regeling is toegekend.”;

    i)

    de aantekeningen op gegevenselement 4/18 (“Postwaarde”) worden als volgt gewijzigd:

    1)

    het woord “Postwaarde” wordt vervangen door “Waarde”;

    2)

    de woorden “Alle relevante kolommen van de tabel met gegevensvereisten worden gebruikt:” worden vervangen door de woorden: “Kolom H6 van de tabel met gegevensvereisten:”;

    3)

    de volgende tekst wordt toegevoegd:

    Kolom H7 van de tabel met gegevensvereisten:

    Intrinsieke waarde van de goederen per artikel in de valuta van de factuur.”;

    j)

    de aantekeningen op gegevenselement 4/19 (“Portokosten”) worden als volgt gewijzigd:

    1)

    het woord “Portokosten” wordt vervangen door de woorden “Vervoerskosten naar de eindbestemming”;

    2)

    de woorden “Alle relevante kolommen van de tabel met gegevensvereisten worden gebruikt:” worden vervangen door de woorden: “Kolom H6 van de tabel met gegevensvereisten:”;

    3)

    de volgende tekst wordt toegevoegd:

    Kolom H7 van de tabel met gegevensvereisten:

    Vervoerskosten tot de eindbestemming in de valuta van de factuur.”;

    k)

    in de aantekeningen op gegevenselement 6/8 (“Omschrijving van de goederen”) worden de woorden “Kolommen D3, G4, G5 en H6 van de tabel met gegevensvereisten:” vervangen door de woorden: “Kolommen D3, G4, G5, H6 en H7 van de tabel met gegevensvereisten:”;

    l)

    in de aantekeningen op gegevenselement 6/14 (“Goederencode — Code van de gecombineerde nomenclatuur”) wordt de volgende tekst toegevoegd:

    Kolom H7 van de tabel met gegevensvereisten:

    Vermeld de 6-cijferige nomenclatuurcode van het geharmoniseerde systeem van de aangegeven goederen.”.


    (*1)  Richtlijn 2006/79/EG van de Raad van 5 oktober 2006 inzake de belastingvrijstellingen die van toepassing zijn bij invoer van uit derde landen afkomstige kleine zendingen goederen zonder commercieel karakter (PB L 286 van 17.10.2006, blz. 15).”.


    Top