Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019R0561

    Uitvoeringsverordening (EU) 2019/561 van de Commissie van 8 april 2019 waarbij aan Kaapverdië een tijdelijke afwijking van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde regels betreffende de preferentiële oorsprong wordt toegestaan voor bereidingen of conserven van filets van tonijn

    C/2019/2626

    PB L 98 van 9.4.2019, p. 13–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2019/561/oj

    9.4.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 98/13


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/561 VAN DE COMMISSIE

    van 8 april 2019

    waarbij aan Kaapverdië een tijdelijke afwijking van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde regels betreffende de preferentiële oorsprong wordt toegestaan voor bereidingen of conserven van filets van tonijn

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 64, lid 6, en artikel 66, onder b),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Kaapverdië komt in aanmerking voor het stelsel van algemene preferenties (SAP) dat bij Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad (2) is vastgesteld. Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (3) bevat de regels betreffende de preferentiële oorsprong voor de toepassing van het SAP, met uitzondering van procedureregels.

    (2)

    Bij brief van 22 oktober 2018 heeft Kaapverdië een verzoek ingediend voor verlenging van de tijdelijke afwijking van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde regels betreffende de preferentiële oorsprong, die was verleend bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/967 van de Commissie (4). Het verzoek betreft een jaarlijkse hoeveelheid van 5 000 ton bereidingen of conserven van tonijn, voor een periode tot de inwerkingtreding van de nieuwe, op 30 juni 2014 geparafeerde economische partnerschapsovereenkomst ("EPO") tussen de Unie en West-Afrika. Op grond van de gevraagde afwijking zouden deze producten worden beschouwd als van oorsprong uit Kaapverdië, ook als ze — hoewel ze in Kaapverdië zijn vervaardigd — uit niet van oorsprong zijnde vis zijn vervaardigd.

    (3)

    In zijn verzoek om een afwijking stelt Kaapverdië dat de hoeveelheid tonijn die momenteel door zijn vloot in eigen wateren wordt gevangen, gering is en dat de vloot die, indien de afwijking niet wordt toegestaan, buiten de territoriale wateren op tonijn kan vissen, beperkt is. Bovendien kan er slechts vier maanden per jaar op tonijn worden gevaren. Daardoor zijn de vangstmogelijkheden voor van oorsprong zijnde tonijn lager. Een ander belangrijk element is dat Kaapverdië onlangs zijn haveninfrastructuur heeft uitgebouwd. Er kunnen nu grotere hoeveelheden tonijn worden verwerkt, wat groeikansen biedt voor de tonijnindustrie. Tot slot worden in het verzoek de moeilijkheden benadrukt waarmee Kaapverdië te kampen heeft als gevolg van vertragingen bij de inwerkingtreding van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Unie en West-Afrika. Tevens wordt benadrukt dat Kaapverdië van de regels betreffende de preferentiële oorsprong moet kunnen afwijken om rekening te houden met het feit dat het nog niet mogelijk is om op de cumulatieregels in het kader van de EPO, waarvan de rechtspositie nog niet is veranderd, terug te grijpen.

    (4)

    De in het verzoek aangedragen argumenten maken duidelijk dat de Kaapverdische visverwerkende sector het zonder de afwijking zeer moeilijk zou krijgen om de betrokken producten naar de Unie te exporteren overeenkomstig de regels van het SAP. Daardoor zou de verdere ontwikkeling van de Kaapverdische vloot voor de kleinschalige pelagische visserij op de helling kunnen komen te staan en het voor Kaapverdië lastig kunnen worden om de oorsprongsregels voor deze producten in de toekomst na te leven.

    (5)

    Kaapverdië moet daarom een tijdelijke afwijking krijgen van de in de regels betreffende de preferentiële oorsprong opgenomen verplichting dat producten waarin materialen zijn verwerkt die niet geheel en al zijn verkregen in het begunstigde land, een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan om als van oorsprong uit dat land te worden beschouwd. Deze afwijking moet worden toegestaan voor een jaarlijkse hoeveelheid van 5 000 ton bereidingen of conserven van tonijn. De looptijd moet worden beperkt tot een periode van één jaar, waarna kan worden beoordeeld welke inspanningen Kaapverdië heeft geleverd en in welke mate het in staat is om aan de oorsprongsregels voor de betrokken producten te voldoen. Indien echter de EPO voor het einde van die periode van één jaar in werking treedt, moet de afwijking aflopen op de dag onmiddellijk voorafgaande aan de datum waarop de EPO in werking treedt.

    (6)

    De in de bijlage bij deze verordening vermelde hoeveelheden moeten worden beheerd overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (5), waarin het beheer van tariefcontingenten is geregeld.

    (7)

    De afwijking moet worden toegestaan op voorwaarde dat de Kaapverdische douaneautoriteiten de nodige maatregelen nemen om kwantitatieve controles te verrichten op de uitvoer van de producten die onder de afwijking vallen, en dat zij de Commissie een overzicht toezenden van de hoeveelheden waarvoor krachtens deze verordening certificaten van oorsprong Formulier A zijn afgegeven, en van de volgnummers van die certificaten. Als het systeem van geregistreerde exporteurs (REX) overeenkomstig artikel 79 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie in 2019 in Kaapverdië in werking treedt, geldt dezelfde regeling ook voor attesten van oorsprong die zijn opgesteld door geregistreerde exporteurs.

    (8)

    De in deze verordening vervatte maatregelen moeten zo spoedig mogelijk in werking treden na de bekendmaking ervan, om zo rekening te houden met de situatie van Kaapverdië en dat land in staat te stellen onmiddellijk gebruik te maken van de afwijking.

    (9)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In afwijking van artikel 41, onder b), en artikel 45 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 worden bereidingen of conserven van tonijn van GN-code 1604 14, 1604 20 en 0304 87 die vervaardigd zijn in Kaapverdië uit niet van oorsprong zijnde vis, beschouwd als van oorsprong uit Kaapverdië overeenkomstig de artikelen 2, 3 en 4 van deze verordening.

    Artikel 2

    1.   De afwijking is van toepassing op producten die worden uitgevoerd uit Kaapverdië en voor het vrije verkeer in de Unie worden aangegeven in de periode van 1 januari 2019 tot en met:

    a)

    31 december 2019 dan wel,

    b)

    indien de economische partnerschapsovereenkomst ("EPO") tussen de Unie en West-Afrika, die op 30 juni 2014 werd geparafeerd, in werking treedt op of voor 31 december 2019, tot de dag onmiddellijk voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de EPO.

    2.   De afwijking is van toepassing op producten tot maximaal de in de bijlage vermelde jaarlijkse hoeveelheid.

    3.   De afwijking vindt slechts toepassing mits de in artikel 43 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde voorwaarden worden nageleefd.

    Artikel 3

    De in de bijlage bij deze verordening vermelde hoeveelheden worden beheerd overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 54 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie, waarin het beheer van tariefcontingenten is geregeld.

    Artikel 4

    De afwijking wordt toegestaan op de volgende voorwaarden:

    1.

    De Kaapverdische douaneautoriteiten nemen de nodige maatregelen voor het verrichten van kwantitatieve controles op de uitvoer van de in artikel 1 bedoelde producten.

    2.

    De door de bevoegde Kaapverdische autoriteiten krachtens deze verordening afgegeven certificaten van oorsprong Formulier A dienen in vak 4 van de volgende aantekening te zijn voorzien: "Derogation — Commission Implementing Regulation (EU) 2019/561". Als het systeem van geregistreerde exporteurs (REX) in 2019 in Kaapverdië wordt toegepast, wordt deze aantekening aangebracht op de attesten van oorsprong die zijn opgesteld door geregistreerde exporteurs.

    3.

    De bevoegde Kaapverdische autoriteiten doen de Commissie ieder kwartaal een overzicht toekomen van de hoeveelheden waarvoor krachtens deze verordening certificaten van oorsprong en/of attesten van oorsprong zijn afgegeven of opgesteld, samen met de volgnummers van deze bewijzen.

    Artikel 5

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2019.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 8 april 2019.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU) nr. 978/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 houdende toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad (PB L 303 van 31.10.2012, blz. 1).

    (3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

    (4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2017/967 van de Commissie van 8 juni 2017 waarbij aan Kaapverdië een tijdelijke afwijking van de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 vastgestelde regels betreffende de preferentiële oorsprong wordt toegestaan voor bereidingen of conserven van filets van tonijn (PB L 146 van 9.6.2017, blz. 10).

    (5)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).


    BIJLAGE

    Volg-nummer

    GN-code

    Taric-code

    Omschrijving

    Perioden

    Jaarlijkse hoeveelheid (in ton nettogewicht)

    09.1602

    1604 14 21 00

    1604 14 26 90

    1604 14 28 00

    1604 20 70 50

    1604 20 70 55

    1604 14 31 90

    1604 14 36 90

    1604 14 38 00

    1604 20 70 99

    0304 87 00 90

    1604 14 41 20

    1604 14 46 29

    1604 14 48 20

    1604 20 70 45

    0304 87 00 20

    1604 14 41 30

    1604 14 48 30

    10

    Bereidingen of conserven van filets en loins van boniet (Katsuwonus pelamis)

    Bereidingen of conserven van filets en loins van geelvintonijn (Thunnus albacares)

    Bereidingen of conserven van filets en loins van grootoogtonijn (Thunnus obesus)

    Bereidingen van witte tonijn (Thunnus alalunga)

    1.1.2019 tot en met de overeenkomstig artikel 2, lid 1, vastgestelde datum

    5 000 ton


    Top