This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019D1738
Commission Implementing Decision (EU) 2019/1738 of 16 October 2019 authorising the Kingdom of Denmark to conclude agreements with Greenland and the Faroe Islands respectively for transfers of funds (notified under document C(2019) 7302) (Only the Danish text is authentic)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1738 van de Commissie van 16 oktober 2019 tot machtiging van het Koninkrijk Denemarken om een overeenkomst over geldovermakingen te sluiten met Groenland en met de Faeröer (kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 7302) (Slechts de tekst in de Deense taal is authentiek)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1738 van de Commissie van 16 oktober 2019 tot machtiging van het Koninkrijk Denemarken om een overeenkomst over geldovermakingen te sluiten met Groenland en met de Faeröer (kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 7302) (Slechts de tekst in de Deense taal is authentiek)
C/2019/7302
PB L 265 van 18.10.2019, p. 10–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
- Date of document:
- 16/10/2019; Datum goedkeuring
- Date of effect:
- 17/10/2019; van kracht datum kennisgeving
- Date of notification:
- 17/10/2019
- Date of end of validity:
- No end date
- Author:
- Europese Commissie, Directoraat-generaal Justitie en Consumentenzaken
- Responsible body:
- JUST
- Form:
- Uitvoeringsbesluit
- Addressee:
- Denemarken
- Authentic language:
- Deens
- Treaty:
- Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
- Legal basis:
-
- 32015R0847 - A24
- Link
- Link
- Link
- Select all documents mentioning this document No data available in the table
- Modifies:
-
Relation Act Comment Subdivision concerned From To Repeal 32012D0043 17/10/2019 - Instruments cited:
- Link
- EUROVOC descriptor:
- Subject matter:
- Directory code:
|
18.10.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 265/10 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1738 VAN DE COMMISSIE
van 16 oktober 2019
tot machtiging van het Koninkrijk Denemarken om een overeenkomst over geldovermakingen te sluiten met Groenland en met de Faeröer
(kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 7302)
(Slechts de tekst in de Deense taal is authentiek)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1781/2006 (1), en met name artikel 24,
Gezien het verzoek van het Koninkrijk Denemarken overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EU) 2015/847,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op grond van Uitvoeringsbesluit 2012/43/EU van de Commissie (2) is aan Denemarken een afwijking toegestaan met betrekking tot geldovermakingen tussen Denemarken enerzijds en Groenland en de Faeröer anderzijds. |
|
(2) |
Op 1 mei 2019 heeft Denemarken verzocht om verlenging van de uit hoofde van artikel 24 van Verordening (EU) 2015/847 toegestane afwijking voor geldovermakingen tussen Denemarken enerzijds en Groenland en de Faeröer anderzijds. |
|
(3) |
Het Comité voor de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme heeft de lidstaten op 19 juli 2019 schriftelijk meegedeeld dat de Commissie van oordeel is dat zij de gegevens had ontvangen die nodig zijn om het verzoek van Denemarken te beoordelen. |
|
(4) |
Groenland en de Faeröer maken geen deel uit van het grondgebied van de Unie zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 52 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Deze gebieden maken deel uit van het valutagebied van Denemarken. Groenland en de Faeröer voldoen derhalve aan het criterium van artikel 24, lid 1, tweede alinea, onder a), van Verordening (EU) 2015/847. |
|
(5) |
De betalingsdienstaanbieders in Groenland en de Faeröer nemen direct deel aan de betalings- en afwikkelingssystemen in Denemarken, met name Kronos en Sumclearing. Zij voldoen derhalve aan het criterium van artikel 24, lid 1, tweede alinea, onder b), van Verordening (EU) 2015/847. |
|
(6) |
Opdat verordeningen van de Unie van toepassing zijn op Groenland en de Faeröer, moet Denemarken specifieke wetgeving daartoe vaststellen. Ten gevolge van de vaststelling door Denemarken van Wet nr. 325 van 30.3.2019 voor de Faeröer en Wet nr. 326 van 30.3.2019 voor Groenland hebben deze gebieden in hun rechtsorde bepalingen opgenomen die overeenstemmen met die van Verordening (EU) 2015/847. |
|
(7) |
Daardoor gelden in Groenland en de Faeröer dezelfde regels als die welke zijn vastgesteld bij Verordening (EU) 2015/847 en zijn hun betalingsdienstaanbieders verplicht deze toe te passen, waardoor de betrokken gebieden voldoen aan het criterium van artikel 24, lid 1, tweede alinea, onder c), van die verordening. |
|
(8) |
De gevraagde afwijking moet Denemarken dan ook worden toegestaan. |
|
(9) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het Koninkrijk Denemarken wordt gemachtigd een overeenkomst met Groenland en met de Faeröer te sluiten zodat geldovermakingen tussen Denemarken enerzijds en elk van deze gebieden anderzijds voor de toepassing van Verordening (EU) 2015/847 als geldovermakingen binnen Denemarken worden behandeld.
Artikel 2
Uitvoeringsbesluit 2012/43/EU wordt ingetrokken.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk Denemarken.
Gedaan te Brussel, 16 oktober 2019.
Voor de Commissie
Věra JOUROVÁ
Lid van de Commissie
(1) PB L 141 van 5.6.2015, blz. 1.
(2) Uitvoeringsbesluit 2012/43/EU van de Commissie van 25 januari 2012 tot machtiging van het Koninkrijk Denemarken om overeenkomsten met Groenland en de Faeröer te sluiten zodat geldovermakingen tussen Denemarken en elk van deze gebieden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1781/2006 van het Europees Parlement en de Raad als geldovermakingen binnen Denemarken worden behandeld (PB L 24 van 27.1.2012, blz. 12).
