Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D0328

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/328 van de Commissie van 25 februari 2019 tot vaststelling van maatregelen voor het bijhouden van en de toegang tot de logbestanden in het inreis-uitreissysteem (EES)

    C/2019/1250

    PB L 57 van 26.2.2019, p. 14–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/328/oj

    26.2.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 57/14


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/328 VAN DE COMMISSIE

    van 25 februari 2019

    tot vaststelling van maatregelen voor het bijhouden van en de toegang tot de logbestanden in het inreis-uitreissysteem (EES)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (1), en met name artikel 36, eerste alinea, onder f),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EU) 2017/2226 is het inreis-uitreissysteem (EES) ingesteld, een systeem dat ten aanzien van onderdanen van derde landen die voor een kort verblijf tot het grondgebied van de lidstaten zijn toegelaten, elektronisch de tijd en plaats van inreis en uitreis registreert en de duur van het toegestane verblijf berekent.

    (2)

    Met het EES wordt beoogd het beheer van de buitengrenzen te verbeteren, irreguliere immigratie te voorkomen en het beheer van de migratiestromen te vereenvoudigen. Het EES dient in het bijzonder bij te dragen tot de identificatie van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor het toegestane verblijf op het grondgebied van de lidstaten. Daarnaast dient het EES bij te dragen tot het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten.

    (3)

    Voorafgaand aan de ontwikkeling van het EES moeten maatregelen worden genomen voor de ontwikkeling en de technische uitvoering van het EES.

    (4)

    Op basis van die maatregelen moet het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht in staat zijn het ontwerp van de fysieke architectuur van het EES, met inbegrip van de communicatie-infrastructuur, en de technische specificaties van het systeem te bepalen, en over te gaan tot de ontwikkeling van het EES.

    (5)

    De bij dit besluit voor de ontwikkeling en de technische implementatie van het EES vastgestelde maatregelen moeten worden aangevuld met de technische specificaties en het interface control document van het EES, die zullen worden ontwikkeld door het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht.

    (6)

    Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol (nr. 22) betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, heeft Denemarken niet deelgenomen aan de vaststelling van Verordening (EU) 2017/2226; deze is dan ook niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Omdat Verordening (EU) 2017/2226 echter voortbouwt op het Schengenacquis, heeft Denemarken overeenkomstig artikel 4 van dat protocol op 30 mei 2018 zijn besluit meegedeeld dat het Verordening (EU) 2017/2226 in zijn nationale wetgeving zal omzetten. Denemarken is daarom krachtens internationaal recht verplicht dit besluit uit te voeren.

    (7)

    Dit besluit laat de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) onverlet.

    (8)

    Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad (3). Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

    (9)

    Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (4). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit besluit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

    (10)

    Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (6).

    (11)

    Wat Zwitserland betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (8).

    (12)

    Wat Liechtenstein betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (9), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (10).

    (13)

    Wat Cyprus, Bulgarije, Roemenië en Kroatië betreft, is het voor de werking van het EES vereist dat passieve toegang tot het VIS wordt verleend en dat alle bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het SIS, in werking zijn gesteld overeenkomstig de desbetreffende besluiten van de Raad. Aan deze voorwaarden kan slechts worden voldaan nadat de verificatie volgens de toepasselijke Schengenevaluatieprocedure met succes is voltooid. Derhalve mag het EES alleen worden gebruikt door de lidstaten die bij de ingebruikneming van het EES aan deze voorwaarden voldoen. Lidstaten die het EES niet vanaf de aanvankelijke ingebruikneming toepassen, moeten met het EES worden verbonden zodra aan al deze voorwaarden is voldaan, volgens de procedure van Verordening (EU) 2017/2226.

    (14)

    De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming heeft op 20 juli 2018 een advies uitgebracht.

    (15)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité slimme grenzen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De maatregelen die nodig zijn voor de technische uitvoering van het EES met betrekking tot de procedures voor het bijhouden van en de toegang tot logbestanden overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2017/2226 worden vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 25 februari 2019.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20.

    (2)  Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).

    (3)  Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43).

    (4)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

    (5)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

    (6)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    (7)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

    (8)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

    (9)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

    (10)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).


    BIJLAGE

    1.   BIJHOUDEN VAN DE LOGBESTANDEN VAN GEGEVENSVERWERKINGSHANDELINGEN

    In deze bijlage wordt geen onderscheid gemaakt tussen logbestanden die in het centrale systeem van het inreis-uitreissysteem en logbestanden die op het niveau van de NUI kunnen worden opgeslagen, aangezien alle logbestanden in het centrale systeem van het EES zullen worden geconsolideerd.

    Van elke gegevensverwerkingshandeling in het EES wordt een record aangemaakt. Deze record heeft een specifiek veld dat het mogelijk maakt de uitgevoerde handeling te identificeren, met inbegrip van het doel van de toegang overeenkomstig artikel 46, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/2226. Alle doorgegeven gegevens worden geregistreerd; in geval van raadpleging van het VIS wordt ook artikel 34 van Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad (1) toegepast.

    De record wordt aangemaakt met het gekwalificeerde elektronische tijdstempel dat datum en het tijdstip vermeldt waarop de gegevens werden ontvangen. Dit tijdstempel wordt naderhand gebruikt om voor elke type logbestand vast te stellen welke records op grond van de desbetreffende bewaringstermijn moeten worden gewist overeenkomstig artikel 46, lid 4, van Verordening (EU) 2017/2226.

    Voor alle gegevensverwerkingshandelingen wordt een unieke ID van de autoriteit die de gegevens invoert of opvraagt, in de record opgenomen. De autoriteit en het centrale EES worden in de record gespecificeerd als zender of ontvanger.

    De gegevens die zijn doorgegeven of gebruikt voor raadpleging als bedoeld in artikel 46, lid 1, onder c) en d), van Verordening (EU) 2017/2226 worden in het logbestand opgeslagen. Wanneer het verslag inzake verblijfsduuroverschrijders wordt geraadpleegd, worden de in artikel 46, lid 1, onder a), b), d) en e), van Verordening (EU) 2017/2226 bedoelde gegevens geregistreerd.

    De in artikel 46 van Verordening (EU) 2017/2226 bedoelde logbestanden worden in het centrale systeem van het EES geregistreerd. Dagelijks worden in het centrale systeem van het EES records gewist overeenkomstig artikel 46, lid 4, van Verordening (EU) 2017/2226. Alle records inzake eenzelfde onderdaan van een derde land die betrekking hebben op handelingen van het type „verwijdering van bestanden of inreis-/uitreis-/weigeringsnotities” of „automatische verwijdering” worden een jaar na die verwijdering gewist, tenzij dienaangaande wordt vastgesteld dat zij bewaard moeten worden met het oog op gegevensbescherming, overeenkomstig artikel 46, lid 4, van Verordening (EU) 2017/2226. Bepalingen ter voorkoming van de verwijdering van latere logbestanden worden zodanig opgezet dat elk individueel logbestand en daarmee verbonden logbestand wordt gemarkeerd.

    Logbestanden van gegevensverwerkingshandelingen worden niet gewijzigd of gewist totdat één jaar is verlopen na het verstrijken van de in artikel 34 van Verordening (EU) 2017/2226 bedoelde bewaringstermijn.

    2.   TOEGANG TOT DE LOGBESTANDEN VAN GEGEVENSVERWERKINGSHANDELINGEN

    De toegang tot door eu-LISA overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2017/2226 bijgehouden logbestanden blijft beperkt tot naar behoren gemachtigde EES-beheerders bij eu-LISA, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de nationale toezichthoudende autoriteiten. De toegang tot deze logbestanden is eveneens traceerbaar. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op logbestanden waarin de toegang tot de logbestanden wordt geregistreerd.


    (1)  Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).


    Top