This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32018R1209
Commission Implementing Regulation (EU) 2018/1209 of 27 August 2018 concerning the classification of certain goods in the Combined Nomenclature
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1209 van de Commissie van 27 augustus 2018 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1209 van de Commissie van 27 augustus 2018 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur
C/2018/5747
PB L 220 van 30.8.2018, p. 7–9
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
30.8.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 220/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1209 VAN DE COMMISSIE
van 27 augustus 2018
tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 57, lid 4, en artikel 58, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (2) is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld. |
(2) |
Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer. |
(3) |
Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen. |
(4) |
Er dient te worden bepaald dat een bindende tariefinlichting die is afgegeven voor onder deze verordening vallende goederen en die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog gedurende een bepaalde periode mag worden gebruikt op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013. Die periode moet worden vastgesteld op drie maanden. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.
Artikel 2
Een bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met deze verordening, mag op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013 nog gedurende een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 27 augustus 2018.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Stephen QUEST
Directeur-generaal
Directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie
(1) PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.
(2) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
BIJLAGE
Omschrijving |
Indeling (GN-code) |
Motivering |
(1) |
(2) |
(3) |
Schoeisel (een zogenoemde „dansschoen”) dat de voet bedekt, maar niet de kuit, en dat open is aan de voorzijde. Het schoeisel is gemaakt uit één stuk textiel dat bij de zool en de hielkap aaneengenaaid is en het heeft een voering van textiel. Op de zool zijn twee stukken leder genaaid, één op de bal van de voet en een ander op de hiel. Het voorste gedeelte van het textiel van de zool is gerimpeld om een ronde vorm voor de tenen te creëren. Het uit textiel bestaande gedeelte van de zool tussen de twee lederen stukken is gerimpeld en elastisch door een elastische band die aan de binnenkant van het schoeisel is genaaid. Het zorgt ervoor dat de zool van de tenen tot de hiel wordt strakgetrokken bij het dansen. Het schoeisel heeft twee stukken met textiel bedekt schuim die aan de binnenkant boven de lederen stukken zijn vastgenaaid. Deze stukken zijn iets groter dan het leder, maar kleiner dan de zool die contact maakt met de grond wanneer het schoeisel in gebruik is. De opening van het schoeisel kan met een elastische band worden strakgetrokken. Aan een kwart van het schoeisel zijn twee elastische banden bevestigd om het schoeisel stevig aan de voet vast te maken. Wanneer het schoeisel in gebruik is (zoals gedragen wanneer men op de grond staat), bestaat het gedeelte van het schoeisel dat noch de zijkanten noch de bovenkant van de voet bedekt, en dat contact maakt met de grond, voor ongeveer 33 % uit leder en ongeveer 67 % uit textiel. Zie afbeeldingen (*1) |
6405 20 99 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 4 op hoofdstuk 64 en de tekst van de GN-codes 6405 , 6405 20 en 6405 20 99 . Het artikel is niet uitgesloten van hoofdstuk 64 op grond van aantekening 1 b) op hoofdstuk 64, omdat delen van de buitenzool aan het artikel zijn genaaid. Bovendien wordt door het gerimpelde voorste deel een relatief harde zool in een ronde vorm voor de tenen gecreëerd. Aangezien het materiaal van het bovendeel ook deel uitmaakt van de zool, om de scheidingslijn tussen het bovendeel en de zool te trekken, wordt de zool geacht te bestaan uit het gedeelte van het schoeisel dat noch de zijkanten, noch de bovenkant van de voet bedekt (zie ook de vaststelling van het bovendeel in de GS-toelichtingen op hoofdstuk 64, algemene opmerkingen, onder D)). De aard van de buitenzool wordt bepaald door het textiel, omdat dit het materiaal is waarvan het grootste oppervlak met de grond in aanraking komt wanneer het schoeisel in gebruik is (zoals gedragen wanneer men op de grond staat) in de zin van aantekening 4 op hoofdstuk 64 (zie ook de GS-toelichtingen op hoofdstuk 64, algemene opmerkingen, onder C)). Het artikel moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 6405 20 99 als „ander schoeisel met bovendeel en buitenzool van textiel”. |
(*1) De afbeeldingen zijn louter ter informatie.