EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018D0918

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/918 van de Raad van 22 juni 2018 waarbij Duitsland en Polen worden gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

ST/9037/2018/INIT

PB L 163 van 28.6.2018, p. 17–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2018/918/oj

28.6.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/17


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/918 VAN DE RAAD

van 22 juni 2018

waarbij Duitsland en Polen worden gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij brieven, ingekomen bij de Commissie op 9 januari 2018 respectievelijk 22 januari 2018, hebben Duitsland en Polen verzocht om machtiging tot invoering van een bijzondere maatregel die afwijkt van de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG, in relatie tot de constructie van een nieuwe brug tussen Küstrin-Kietz en Kostrzyn nad Odrą.

(2)

De Commissie heeft de overige lidstaten bij brieven van 5 maart 2018 van het verzoek van Duitsland en Polen in kennis gesteld. Bij brieven van 6 maart 2018 heeft de Commissie Duitsland en Polen meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(3)

Overeenkomstig een tussen Duitsland en Polen te sluiten akkoord, dient het gebied van de afbraak van de bestaande grensbrug en de constructie van een nieuwe brug tussen Küstrin-Kietz en Kostrzyn nad Odrą, voor btw-doeleinden te worden geacht deel uit te maken van het Pools grondgebied, voor zover de leveringen van goederen, diensten, intracommunautaire verwervingen en invoer van goederen bestemd zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden.

(4)

Duitsland en Polen zijn van mening dat de belastingbepalingen van het akkoord gerechtvaardigd zijn omdat zij de procedure voor de naleving van btw-verplichtingen vereenvoudigen. Zonder deze bepalingen zou er een opsplitsing van de werkzaamheden moeten worden verricht naargelang het grondgebied waar zij worden uitgevoerd, hetgeen tot fiscale complicaties zou leiden voor de bedrijven die met de werkzaamheden worden belast.

(5)

Aangezien de bijzondere maatregel de procedure voor de inning van de btw vereenvoudigt en slechts een verwaarloosbare invloed kan hebben op de totale belastingopbrengst van de lidstaten in het stadium van het eindverbruik, is het passend om een uitzondering te maken op de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG en om dit te bereiken, met het oog op de btw, worden alle leveringen van goederen, diensten, intracommunautaire verwervingen en invoer van goederen bestemd voor de afbraak van de bestaande grensbrug en de constructie van een nieuwe grensbrug tussen Küstrin-Kietz en Kostrzyn nad Odrą uitgevoerd op het grondgebied van Polen en bijgevolg zijn zij onderworpen aan de Poolse btw.

(6)

De uitzondering heeft geen gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In uitzondering op artikel 5 van Richtlijn 2006/112/EG worden Duitsland en Polen gemachtigd om het gebied van de bouwplaats van de grensbrug tussen Küstrin-Kietz en Kostrzyn nad Odrą aan te merken als deel uitmakend van het grondgebied van Polen met het oog op leveringen van goederen, diensten, intracommunautaire verwervingen en invoer van goederen ten behoeve van de afbraak van de bestaande grensbrug en de constructie van een nieuwe grensbrug.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland en de Republiek Polen.

Gedaan te Luxembourg, 22 juni 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

V. GORANOV


(1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.


Top