This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32018D0279
Council Implementing Decision (EU) 2018/279 of 20 February 2018 authorising Malta to apply a special measure derogating from Article 287 of Directive 2006/112/EC on the common system of value added tax
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279 van de Raad van 20 februari 2018 waarbij Malta wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/279 van de Raad van 20 februari 2018 waarbij Malta wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
PB L 54 van 24.2.2018, p. 14–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 09/05/2021; opgeheven door 32021D0753 De einddatum van de geldigheid is gebaseerd op de datum van bekendmaking van de intrekkingshandeling die van kracht wordt op de datum van kennisgeving ervan. Van de intrekkingshandeling is kennisgeving gedaan, maar omdat de datum van kennisgeving niet beschikbaar is in EUR-Lex, wordt de datum van bekendmaking gebruikt.
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Derogation | 32006L0112 | artikel 287 punt 13 | 01/01/2018 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modified by | 32020D1662 | vervanging | artikel 2 lid 2 | 04/11/2020 | |
Validity extended by | 32020D1662 | 04/11/2020 | 31/12/2024 | ||
Repealed by | 32021D0753 | 10/05/2021 |
24.2.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 54/14 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/279 VAN DE RAAD
van 20 februari 2018
waarbij Malta wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uit hoofde van artikel 287, punt 13, van Richtlijn 2006/112/EG kan Malta voor drie categorieën belastbare personen vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde verlenen: personen waarvan de jaaromzet niet hoger is dan 37 000 EUR wanneer de economische activiteit hoofdzakelijk bestaat uit levering van goederen; 24 300 EUR wanneer de economische activiteit voornamelijk bestaat uit verlening van diensten met een lage toegevoegde waarde (hoge inputs), en 14 600 EUR in andere gevallen, namelijk verlening van diensten met een hoge toegevoegde waarde (lage inputs). |
(2) |
Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 22 september 2017, heeft Malta verzocht om machtiging om een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG („de bijzondere maatregel”), teneinde Malta toe te staan de laagste drempel voor diensten met een hoge toegevoegde waarde (lage inputs) vanaf 1 januari 2018 te mogen verhogen van 14 600 EUR tot 20 000 EUR. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 3 november 2017 van het verzoek van Malta in kennis gesteld. Bij brief van 7 november 2017 heeft de Commissie Malta meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek. |
(4) |
De gevraagde bijzondere maatregel is in overeenstemming met de doelstellingen van de mededeling van de Commissie van 25 juni 2008 met als titel „Denk eerst klein — Een „Small Business Act” voor Europa”. |
(5) |
Aangezien de bijzondere maatregel tot minder btw-verplichtingen en daarmee ook tot minder administratieve lasten en kosten voor kleine bedrijven zou moeten leiden, dient Malta te worden gemachtigd de maatregel gedurende een beperkte periode toe te passen, namelijk tot en met 31 december 2020. Het moet voor belastingplichtigen mogelijk blijven om voor het normale btw-stelsel te kiezen. |
(6) |
Op basis van de door Malta verstrekte gegevens blijkt dat de bijzondere maatregel geen noemenswaardige invloed zal hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik. |
(7) |
Met het oog op het bereiken van de met de bijzondere maatregel beoogde doelstellingen, met name het verminderen van verstorende effecten en het waarborgen van een gelijk speelveld, is het dienstig dat het besluit in werking treedt op 1 januari 2018. De retroactieve toepassing van de bijzondere maatregel doet geen afbreuk aan het gewettigd vertrouwen van de betrokken personen, omdat de bijzondere maatregel geen inbreuk maakt op de rechten en verplichtingen van economische actoren of natuurlijke personen. |
(8) |
Aangezien de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen momenteel worden geëvalueerd, is het mogelijk dat een richtlijn tot wijziging van deze bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG vóór het verstrijken van de geldigheidstermijn van de bijzondere maatregel op 31 december 2020 in werking treedt, in welk geval dit besluit niet langer van toepassing is. |
(9) |
De bijzondere maatregel heeft geen gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw omdat Malta een compensatieberekening zal verrichten overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad (2), |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In afwijking van artikel 287, punt 13, van Richtlijn 2006/112/EG wordt Malta gemachtigd om belastingplichtigen van wie de economische activiteit voornamelijk bestaat uit verlening van diensten met een hoge toegevoegde waarde (lage inputs) en de jaaromzet niet hoger is dan 20 000 EUR, van de btw vrij te stellen.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de dag van de kennisgeving ervan.
Het is van toepassing vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020 dan wel de datum van inwerkingtreding van een richtlijn tot wijziging van de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG, indien deze datum eerder valt.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot Malta.
Gedaan te Brussel, 20 februari 2018.
Voor de Raad
De voorzitter
V. GORANOV
(1) PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.
(2) Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).