This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32017R2295
Commission Delegated Regulation (EU) 2017/2295 of 4 September 2017 supplementing Regulation (EU) No 575/2013 of the European Parliament and of the Council with regard to regulatory technical standards for disclosure of encumbered and unencumbered assets (Text with EEA relevance. )
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2295 van de Commissie van 4 september 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa (Voor de EER relevante tekst. )
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/2295 van de Commissie van 4 september 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa (Voor de EER relevante tekst. )
C/2017/5959
PB L 329 van 13.12.2017, p. 6–19
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 27/06/2021; opgeheven door 32021R0637
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Completion | 32013R0575 | 02/01/2018 | |||
Completion | 32013R0575 | 02/01/2019 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Repealed by | 32021R0637 | 28/06/2021 |
13.12.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 329/6 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/2295 VAN DE COMMISSIE
van 4 september 2017
tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 443, vierde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 443, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 575/2013 heeft de Europese Bankautoriteit (EBA) op 27 juni 2014 richtsnoeren betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa uitgevaardigd (2) (hierna de „EBA-openbaarmakingsrichtsnoeren” genoemd). In artikel 443, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 575/2013 is bepaald dat de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen moet ontwikkelen tot nadere bepaling van de openbaarmaking van de balanswaarde per blootstellingscategorie onderverdeeld al naargelang de kwaliteit van de activa en het totale bedrag van de balanswaarde die niet-bezwaard is, daarbij rekening houdend met Aanbeveling ESRB/2012/2 van het Europees Comité voor systeemrisico's van 20 december 2012 over de financiering van kredietinstellingen (3) (hierna „Aanbeveling ESRB/2012/2” genoemd), voor zover de EBA in haar verslag van mening is dat een dergelijke additionele openbaarmaking betrouwbare en zinvolle informatie oplevert. In het EBA-verslag over activabezwaring (4) wordt geconcludeerd dat de openbaarmaking van bezwaring in de Unie van vitaal belang is omdat marktdeelnemers aldus meer inzicht kunnen verwerven in en een betere analyse kunnen maken van de liquiditeits- en solvabiliteitsprofielen van instellingen en deze profielen in alle lidstaten op een duidelijke en consistente wijze met elkaar kunnen vergelijken. Op basis van die conclusies heeft de EBA ontwerpen van technische reguleringsnormen ontwikkeld teneinde een volledig geharmoniseerde aanpak van de openbaarmaking van activabezwaring te garanderen. |
(2) |
De EBA-openbaarmakingsrichtsnoeren hebben betrekking op zowel bezwaarde als niet-bezwaarde activa. Dat komt omdat krachtens artikel 443, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 575/2013 met Aanbeveling ESRB/2012/2, en meer bepaald met aanbeveling D over markttransparantie inzake bezwaring van activa (hierna „aanbeveling D” genoemd), rekening moet worden gehouden. In punt 1, onder a), van aanbeveling D wordt de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa aanbevolen. In artikel 443, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 575/2013 is ook bepaald dat met Aanbeveling ESRB/2012/2 rekening moet worden gehouden bij de ontwikkeling van de in die alinea bedoelde ontwerpen van technische reguleringsnormen. Bovendien moeten bezwaarde activa door die normen worden bestreken om ervoor te zorgen dat de openbaarmaking betrouwbare en zinvolle informatie oplevert. Bijgevolg dienen zowel bezwaarde als niet-bezwaarde activa openbaar te worden gemaakt. |
(3) |
In aanbeveling D werd de EBA aangeraden om bij de ontwikkeling van de EBA-openbaarmakingsrichtsnoeren te verzekeren dat het niveau en de ontwikkeling van aan centrale banken verpande activa, alsook het door centrale banken verleende bedrag aan liquiditeitssteun, niet kunnen worden ontdekt. Ook dat advies is in deze verordening in aanmerking genomen. |
(4) |
Bezwaarde activa of ontvangen zekerheden en andere posten buiten de balanstelling mogen als zekerheden worden verstrekt ter dekking van financiering. Teneinde marktdeelnemers in staat te stellen meer inzicht te verwerven in en een betere analyse te maken van de liquiditeits- en solvabiliteitsprofielen van instellingen en hun tevens toegang te bieden tot informatie over de beschikbaarheid van activa ter dekking van financiering, moeten instellingen derhalve de bezwaring van alle in de balans opgenomen activa en de bezwaring van alle posten buiten de balanstelling apart openbaar maken. De openbaarmaking moet betrekking hebben op alle zekerheden die zijn ontvangen als gevolg van transacties binnen en buiten de balanstelling, ongeacht de looptijd ervan, met inbegrip van alle transacties met centrale banken. Activa die als bezwaarde activa openbaar worden gemaakt, omvatten activa die als gevolg van alle transacties met gelijk welke tegenpartij (inclusief centrale banken) zijnbezwaard, maar het is niet nodig de bezwaring die uit transacties met centrale banken resulteert, apart openbaar te maken van de bezwaring die uit transacties met andere tegenpartijen resulteert. Dat doet echter geen afbreuk aan de vrijheid van centrale banken om de voorwaarden voor de openbaarmaking van noodliquiditeitssteun vast te stellen. |
(5) |
Ter bevordering van de consistentie, de vergelijkbaarheid en de transparantie dienen de bepalingen met betrekking tot de openbaarmakingstemplates betreffende bezwaring te worden gebaseerd op de rapportagevereisten inzake bezwaring die zijn vastgelegd in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie (5). Om onbedoelde gevolgen te vermijden (zoals het vermogen om noodfinanciering van centrale banken te detecteren), moet echter in een aantal afwijkingen worden voorzien. Meer in het bijzonder moet de openbaarmaking van informatie betreffende het bedrag aan bezwaarde en niet-bezwaarde activa, rekening houdend met aanbeveling D, worden gebaseerd op mediaanwaarden in plaats van op tijdstipgerelateerde waarden zoals voorgeschreven in bijlage XVII bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. Ook dient de voor bepaalde waarden en transacties openbaar te maken informatie minder gedetailleerd te zijn dan die welke op grond van de rapportagevereisten van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 moet worden verstrekt. Daar de activabezwaring sterk afhankelijk is van het risicoprofiel en het bedrijfsmodel van de betrokken instelling, moeten de kwantitatieve gegevens bovendien met beschrijvende informatie worden aangevuld. |
(6) |
De openbaarmakingsvereisten voor bezwaarde en niet-bezwaarde activa en, met name, de openbaarmakingsvereisten betreffende overgedragen activa, verpande activa en ontvangen en gestorte zekerheden buiten de balanstelling moeten naast alle bestaande openbaarmakingsvereisten in het kader van het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving van toepassing zijn. |
(7) |
Teneinde te zorgen voor een evenredige toepassing van de openbaarmakingsvereisten van artikel 443 van Verordening (EU) nr. 575/2013 op kleinere instellingen die niet door hoge activabezwaringsniveaus worden gekenmerkt, zou van dergelijke kleinere instellingen geen informatie over de kwaliteit van bezwaarde en niet-bezwaarde activa mogen worden verlangd. De informatie over de kwaliteit van bezwaarde en niet-bezwaarde activa („indicatoren voor activakwaliteit”) is gebaseerd op de kwaliteitskenmerken die worden toegeschreven aan activa van uiterst hoge liquiditeit en kredietkwaliteit en activa van hoge liquiditeit en kredietkwaliteit, als omschreven in Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie (6). Aangezien beleggingsondernemingen die geen deel uitmaken van een bankgroep niet onder het toepassingsgebied van de genoemde gedelegeerde verordening vallen, en gezien het feit dat voor beleggingsondernemingen die wel deel uitmaken van een bankgroep de desbetreffende informatie op geconsolideerde basis wordt verstrekt, is het raadzaam om ook beleggingsondernemingen vrij te stellen van de verplichting om informatie over de kwaliteit van bezwaarde en niet-bezwaarde activa openbaar te maken, teneinde te vermijden dat zij onevenredig hoge kosten moeten maken. |
(8) |
Daar het vereiste om informatie over de indicatoren voor activakwaliteit te verstrekken een nieuwigheid is, dient de toepassing van de bepalingen betreffende de openbaarmaking van dergelijke indicatoren met één jaar te worden uitgesteld teneinde instellingen de gelegenheid te bieden de nodige IT-systemen te ontwikkelen. |
(9) |
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die door de EBA aan de Commissie zijn voorgelegd. |
(10) |
De EBA heeft open publieke raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd, en heeft het advies van de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (7) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen ingewonnen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor alle instellingen geldende openbaarmakingsvereisten
1. Instellingen maken het bedrag aan bezwaarde en niet-bezwaarde activa in het kader van het toepasselijke kader voor financiële verslaggeving per activatype in de kolommen C010, C040, C060 en C090 van template A van bijlage I openbaar in overeenstemming met de instructies in bijlage II.
2. Instellingen maken informatie over ontvangen zekerheden per activatype in de kolommen C010 en C040 van template B van bijlage I openbaar in overeenstemming met de instructies in bijlage II.
3. Instellingen maken de verplichtingen in verband met bezwaarde activa en ontvangen zekerheden in de vorm van template C van bijlage I openbaar in overeenstemming met de instructies in bijlage II.
4. Instellingen maken beschrijvende informatie over de gevolgen van hun bedrijfsmodel voor hun bezwaringsniveau en over het belang van bezwaring voor hun bedrijfsmodel in de vorm van template D van bijlage I openbaar in overeenstemming met de instructies in bijlage II.
Artikel 2
Voor bepaalde instellingen geldende additionele openbaarmakingsvereisten
1. Naast de in artikel 1 bedoelde informatie maken instellingen die aan de voorwaarden van lid 2 voldoen, de volgende informatie openbaar:
a) |
de indicatoren voor activakwaliteit per activatype in de kolommen C030, C050, C080 en C100 van template A van bijlage I in overeenstemming met de instructies in bijlage II; |
b) |
de indicatoren voor activakwaliteit per type ontvangen zekerheden en uitgegeven schuldbewijzen, met inbegrip van gedekte obligaties en door activa gedekte effecten (asset-backed securities, ABS), in de kolommen C030 en C060 van template B van bijlage I in overeenstemming met de instructies in bijlage II. |
2. Lid 1 is enkel van toepassing op kredietinstellingen die aan een van de volgende voorwaarden voldoen:
a) |
hun overeenkomstig afdeling 1.6, punt 10, van bijlage XVII bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 berekende totale activa bedragen meer dan 30 miljard EUR; |
b) |
hun overeenkomstig afdeling 1.6, punt 9, van bijlage XVII bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 berekende activabezwaringsniveau bedraagt meer dan 15 %. |
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 2 is van toepassing met ingang van 2 januari 2019.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 4 september 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.
(2) Richtsnoeren betreffende de openbaarmaking van bezwaarde en niet-bezwaarde activa (EBA/GL/2014/03).
(3) PB C 119 van 25.4.2013, blz. 1.
(4) EBA Report on asset encumbrance, september 2015.
(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 191 van 28.6.2014, blz. 1).
(6) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie van 10 oktober 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het liquiditeitsdekkingsvereiste voor kredietinstellingen (PB L 11 van 17.1.2015, blz. 1).
(7) Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).
BIJLAGE I
Openbaarmakingstemplates
Template A: Bezwaarde en niet-bezwaarde activa
Template A — Bezwaarde en niet-bezwaarde activa
|
Boekwaarde van de bezwaarde activa |
Reële waarde van de bezwaarde activa |
Boekwaarde van de niet-bezwaarde activa |
Reële waarde van de niet-bezwaarde activa |
|||||
|
waarvan theoretisch in aanmerking komende EHQLA en HQLA |
|
waarvan theoretisch in aanmerking komende EHQLA en HQLA |
|
waarvan EHQLA en HQLA |
|
waarvan EHQLA en HQLA |
||
010 |
030 |
040 |
050 |
060 |
080 |
090 |
100 |
||
010 |
Activa van de rapporterende instelling |
|
|
|
|
|
|
|
|
030 |
Eigenvermogensinstrumenten |
|
|
|
|
|
|
|
|
040 |
Schuldbewijzen |
|
|
|
|
|
|
|
|
050 |
waarvan: gedekte obligaties |
|
|
|
|
|
|
|
|
060 |
waarvan: door activa gedekte effecten |
|
|
|
|
|
|
|
|
070 |
waarvan: uitgegeven door overheden |
|
|
|
|
|
|
|
|
080 |
waarvan: uitgegeven door financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
090 |
waarvan: uitgegeven door niet-financiële vennootschappen |
|
|
|
|
|
|
|
|
120 |
Overige activa |
|
|
|
|
|
|
|
|
121 |
waarvan: … |
|
|
|
|
|
|
|
|
Template B: Ontvangen zekerheden
Template B — Ontvangen zekerheden
|
Reële waarde van ontvangen zekerheden of uitgegeven eigen schuldbewijzen (bezwaard) |
Niet-bezwaard |
|||
Reële waarde van ontvangen zekerheden of uitgegeven eigen schuldbewijzen (beschikbaar voor bezwaring) |
|||||
|
waarvan theoretisch in aanmerking komende EHQLA en HQLA |
|
waarvan EHQLA en HQLA |
||
010 |
030 |
040 |
060 |
||
130 |
Door de rapporterende instelling ontvangen zekerheden |
|
|
|
|
140 |
Onmiddellijk opeisbare vorderingen |
|
|
|
|
150 |
Eigenvermogensinstrumenten |
|
|
|
|
160 |
Schuldbewijzen |
|
|
|
|
170 |
waarvan: gedekte obligaties |
|
|
|
|
180 |
waarvan: door activa gedekte effecten |
|
|
|
|
190 |
waarvan: uitgegeven door overheden |
|
|
|
|
200 |
waarvan: uitgegeven door financiële vennootschappen |
|
|
|
|
210 |
waarvan: uitgegeven door niet-financiële vennootschappen |
|
|
|
|
220 |
Leningen en voorschotten m.u.v. onmiddellijk opeisbare vorderingen |
|
|
|
|
230 |
Overige ontvangen zekerheden |
|
|
|
|
231 |
waarvan: … |
|
|
|
|
240 |
Uitgegeven eigen schuldbewijzen m.u.v. eigen gedekte obligaties of door activa gedekte effecten |
|
|
|
|
241 |
Uitgegeven en nog niet in pand gegeven eigen gedekte obligaties en door activa gedekte effecten |
|
|
|
|
250 |
TOTALE ACTIVA, ONTVANGEN ZEKERHEDEN EN UITGEGEVEN EIGEN SCHULDBEWIJZEN |
|
|
|
|
Template C: Bronnen van bezwaring
Template C — Bronnen van bezwaring
|
Matchende verplichtingen, voorwaardelijke verplichtingen of uitgeleende effecten |
Activa, ontvangen zekerheden en uitgegeven eigen schuldbewijzen m.u.v. bezwaarde gedekte obligaties en door activa gedekte effecten |
|
010 |
030 |
||
010 |
Boekwaarde van geselecteerde financiële verplichtingen |
|
|
011 |
waarvan: … |
|
|
Template D: Begeleidende beschrijvende informatie
Template D — Begeleidende beschrijvende informatie
Beschrijvende informatie over de gevolgen van het bedrijfsmodel voor de activabezwaring en over het belang van bezwaring voor het bedrijfsmodel van de instelling, waarmee wordt beoogd gebruikers achtergrondinformatie te verschaffen over de gegevens die in de templates A, B en C moeten worden openbaar gemaakt.
BIJLAGE II
Instructies voor het invullen van de openbaarmakingstemplates
1. |
Instellingen maken de in de tabellen 1 tot en met 7 genoemde posten op dezelfde wijze openbaar als zij deze overeenkomstig bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie hebben gerapporteerd, tenzij in deze tabellen uitdrukkelijk anders is bepaald. De in punt 1 bedoelde posten worden met gebruikmaking van mediaanwaarden openbaar gemaakt. Mediaanwaarden zijn voortschrijdende driemaandelijkse medianen over de voorgaande twaalf maanden en worden door middel van interpolatie bepaald. Bij openbaarmakingen op geconsolideerde basis is het toepasselijke consolidatiebereik het prudentiële consolidatiebereik als omschreven in deel een, titel II, hoofdstuk 2, afdeling 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013. |
Template A — Bezwaarde en niet-bezwaarde activa
Tabel 1: Instructies voor bepaalde rijen van template A
Rijen |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
010 |
Activa van de rapporterende instelling [International Accounting Standard (IAS) 1.9 (a), toepassingsleidraad (TL) 6] Totale activa van de instelling die in haar balans zijn opgenomen, met uitzondering van eigen schuldbewijzen en eigen eigenvermogensinstrumenten wanneer de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen de opname ervan in de balans toestaan. De in deze rij vermelde waarde is de mediaan van de sommen van vier driemaandelijkse waarden aan het einde van de periode over de voorgaande twaalf maanden voor de rijen 030, 040 en 120. |
030 |
Eigenvermogensinstrumenten De mediaanwaarden van de post „Aandeleninstrumenten” zoals gerapporteerd in rij 030 van template F 32.01 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014, met uitzondering van eigen eigenvermogensinstrumenten wanneer de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen de opname ervan in de balans toestaan. |
040 |
Schuldbewijzen De mediaanwaarden van de post „Schuldbewijzen” zoals gerapporteerd in rij 040 van template F 32.01 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014, met uitzondering van eigen schuldbewijzen wanneer de toepasselijke standaarden voor jaarrekeningen de opname ervan in de balans toestaan. |
050 |
waarvan: gedekte obligaties De mediaanwaarden van de post „waarvan: gedekte obligaties” zoals gerapporteerd in rij 050 van template F 32.01 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. |
060 |
waarvan: door activa gedekte effecten De mediaanwaarden van de post „waarvan: door activa gedekte effecten” zoals gerapporteerd in rij 060 van template F 32.01 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. |
070 |
waarvan: uitgegeven door overheden De mediaanwaarden van de post „waarvan: uitgegeven door overheden” zoals gerapporteerd in rij 070 van template F 32.01 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. |
080 |
waarvan: uitgegeven door financiële vennootschappen De mediaanwaarden van de post „waarvan: uitgegeven door financiële ondernemingen” zoals gerapporteerd in rij 080 van template F 32.01 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. |
090 |
waarvan: uitgegeven door niet-financiële vennootschappen De mediaanwaarden van de post „waarvan: uitgegeven door niet-financiële ondernemingen” zoals gerapporteerd in rij 090 van template F 32.01 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. |
120 |
Overige activa De mediaanwaarde van overige in de balans opgenomen activa van de instelling die niet in de bovenstaande rijen zijn vermeld en die verschillen van de eigen schuldbewijzen en eigen eigenvermogensinstrumenten welke door een niet-IFRS-instelling niet uit de balans mogen worden verwijderd. In het onderhavige geval worden eigen schuldinstrumenten in rij 240 van template B opgenomen en eigen eigenvermogensinstrumenten van de rapportage van activabezwaring uitgesloten. Overige activa omvatten kasmiddelen (aangehouden nationale en buitenlandse bankbiljetten en munten in omloop die algemeen worden gebruikt voor het verrichten van betalingen) en onmiddellijk opeisbare vorderingen [IAS 1.54(i)], met inbegrip van de direct opvraagbare tegoeden bij centrale banken en andere instellingen, zoals gerapporteerd in rij 020 van template F 32.01 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. Overige activa omvatten ook leningen en voorschotten die geen onmiddellijk opeisbare vorderingen zijn, met inbegrip van hypothecaire leningen, zoals gerapporteerd in de rijen 100 en 110 van template F 32.01 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. Overige activa kunnen ook het volgende omvatten: immateriële activa, met inbegrip van goodwill, uitgestelde belastingvorderingen, materiële vaste activa, afgeleide activa, omgekeerde repo's en vorderingen uit hoofde van aandelenleningen. Wanneer onderliggende activa en dekkingspoolactiva van behouden door activa gedekte effecten (asset-backed securities, ABS) en behouden gedekte obligaties onmiddellijk opeisbare vorderingen of leningen en voorschotten met uitzondering van onmiddellijk opeisbare vorderingen zijn, worden zij ook in deze rij opgenomen. |
121 |
waarvan: … Wanneer zulks in de context van hun gebruikmaking van bezwaring in verband met hun bedrijfsmodel relevant is, mogen instellingen de mediaanwaarde van elk bestanddeel van de post „Overige activa” apart vermelden in een speciaal daarvoor bestemde rij met de benaming „waarvan: …”. |
Tabel 2: Instructies voor bepaalde kolommen van template A
Kolommen |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
010 |
Boekwaarde van de bezwaarde activa De mediaanwaarde van de boekwaarde van de door de instelling aangehouden activa die bezwaard zijn in de zin van afdeling 1.7 van bijlage XVII bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. Boekwaarde betekent het bedrag dat aan de actiefzijde van de balans wordt gerapporteerd. |
030 |
waarvan: theoretisch in aanmerking komende EHQLA en HQLA De mediaanwaarde van de boekwaarde van bezwaarde activa die theoretisch in aanmerking komen voor kwalificatie als activa van uiterst hoge liquiditeit en kredietkwaliteit (EHQLA) en activa van hoge liquiditeit en kredietkwaliteit (HQLA). Voor de toepassing van deze verordening zijn theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA de activa die worden genoemd in de artikelen 11, 12 en 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 van de Commissie en die zouden voldoen aan de algemene en operationele voorschriften van de artikelen 7 en 8 van de genoemde gedelegeerde verordening, mochten zij niet de status hebben van bezwaarde activa in de zin van bijlage XVII bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. Theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA voldoen ook aan de specifiek voor de desbetreffende blootstellingscategorie geldende voorschriften van de artikelen 10 tot en met 16 en de artikelen 35, 36 en 37 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61. De boekwaarde van theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA is de boekwaarde vóór toepassing van de in de artikelen 10 tot en met 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 gespecificeerde reductiefactoren. |
040 |
Reële waarde van de bezwaarde activa De mediaanwaarde van de post „Reële waarde van bezwaarde activa” zoals gerapporteerd in kolom 040 van template F 32.01 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. Voor elke blootstellingscategorie is de vermelde reële waarde de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke rapportageperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
050 |
waarvan: theoretisch in aanmerking komende EHQLA en HQLA De mediaanwaarde van de reële waarde van bezwaarde activa die theoretisch in aanmerking komen voor kwalificatie als EHQLA en HQLA. Voor de toepassing van deze verordening zijn theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA de activa die worden genoemd in de artikelen 11, 12 en 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 en die zouden voldoen aan de algemene en operationele voorschriften van de artikelen 7 en 8 van de genoemde gedelegeerde verordening, mochten zij niet de status hebben van bezwaarde activa in de zin van bijlage XVII bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. Theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA voldoen ook aan de specifiek voor de desbetreffende blootstellingscategorie geldende voorschriften van de artikelen 10 tot en met 16 en de artikelen 35, 36 en 37 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61. De reële waarde van theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA is de reële waarde vóór toepassing van de in de artikelen 10 tot en met 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 gespecificeerde reductiefactoren. |
060 |
Boekwaarde van de niet-bezwaarde activa De mediaanwaarde van de post „Boekwaarde van niet-bezwaarde activa” zoals gerapporteerd in kolom 060 van template F 32.01 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. |
080 |
waarvan: EHQLA en HQLA De mediaanwaarde van de boekwaarde van de niet-bezwaarde EHQLA en HQLA die worden genoemd in de artikelen 11, 12 en 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 en die voldoen aan zowel de algemene en operationele voorschriften van de artikelen 7 en 8 van de genoemde gedelegeerde verordening als aan de specifiek voor de desbetreffende blootstellingscategorie geldende voorschriften van de artikelen 10 tot en met 16 en de artikelen 35, 36 en 37 van de genoemde gedelegeerde verordening. De boekwaarde van de EHQLA en HQLA is de boekwaarde vóór toepassing van de in de artikelen 10 tot en met 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 gespecificeerde reductiefactoren. |
090 |
Reële waarde van de niet-bezwaarde activa De mediaanwaarde van de post „Reële waarde van niet-bezwaarde activa” zoals gerapporteerd in kolom 090 van template F 32.01 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. Voor elke blootstellingscategorie is de vermelde reële waarde de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke rapportageperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
100 |
waarvan: EHQLA en HQLA De mediaanwaarde van de reële waarde van de niet-bezwaarde EHQLA en HQLA die worden genoemd in de artikelen 11, 12 en 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 en die voldoen aan zowel de algemene en operationele voorschriften van de artikelen 7 en 8 van de genoemde gedelegeerde verordening als aan de specifiek voor de desbetreffende blootstellingscategorie geldende voorschriften van de artikelen 10 tot en met 16 en de artikelen 35, 36 en 37 van de genoemde gedelegeerde verordening. De reële waarde van de EHQLA en HQLA is de reële waarde vóór toepassing van de in de artikelen 10 tot en met 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 gespecificeerde reductiefactoren. |
Template B — Ontvangen zekerheden
Tabel 3: Instructies voor bepaalde rijen van template B
Rijen |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
||||
130 |
Door de rapporterende instelling ontvangen zekerheden Alle klassen van door de instelling ontvangen zekerheden. In deze rij worden alle effecten vermeld die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. De waarde van de in totaal door de instelling ontvangen zekerheden is de mediaan van de sommen van vier driemaandelijkse waarden aan het einde van de periode over de voorgaande twaalf maanden voor de rijen 140, 150, 160, 220 en 230. |
||||
140 |
Onmiddellijk opeisbare vorderingen In deze rij wordt de mediaanwaarde vermeld van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van onmiddellijk opeisbare vorderingen (zie verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 120 van template A). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
150 |
Eigenvermogensinstrumenten De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van eigenvermogensinstrumenten (zie verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 030 van template A). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
160 |
Schuldbewijzen De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van schuldbewijzen (zie verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 040 van template A). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
170 |
waarvan: gedekte obligaties De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van gedekte obligaties (zie verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 050 van template A). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
180 |
waarvan: door activa gedekte effecten De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van door activa gedekte effecten (zie verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 060 van template A). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
190 |
waarvan: uitgegeven door overheden De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van schuldbewijzen uitgegeven door overheden (zie verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 070 van template A). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
200 |
waarvan: uitgegeven door financiële vennootschappen De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van schuldbewijzen uitgegeven door financiële vennootschappen (zie verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 080 van template A). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
210 |
waarvan: uitgegeven door niet-financiële vennootschappen De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van schuldbewijzen uitgegeven door niet-financiële vennootschappen (zie verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 090 van template A). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
220 |
Leningen en voorschotten m.u.v. onmiddellijk opeisbare vorderingen De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van leningen en voorschotten m.u.v. onmiddellijk opeisbare vorderingen (zie verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 120 van template A). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
230 |
Overige ontvangen zekerheden De mediaanwaarde van de door de instelling ontvangen zekerheden in de vorm van overige activa (zie verwijzingen naar wetgeving en instructies met betrekking tot rij 120 van template A). Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
231 |
waarvan: … Wanneer zulks in de context van hun gebruikmaking van bezwaring in verband met hun bedrijfsmodel relevant is, mogen instellingen de mediaanwaarde van elk bestanddeel van de post „Overige ontvangen zekerheden” apart vermelden in een speciaal daarvoor bestemde rij met de benaming „waarvan: …”. Het betreft ook alle effecten die een leningnemende instelling in het kader van opgenomen effectenleningen heeft ontvangen. |
||||
240 |
Uitgegeven eigen schuldbewijzen m.u.v. eigen gedekte obligaties of door activa gedekte effecten De mediaanwaarde van de post „Uitgegeven eigen schuldbewijzen m.u.v. eigen gedekte obligaties of door activa gedekte effecten” zoals gerapporteerd in rij 240 van template F 32.02 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. |
||||
241 |
Uitgegeven en nog niet in pand gegeven eigen gedekte obligaties en door activa gedekte effecten De mediaanwaarde van de post „Uitgegeven en nog niet in pand gegeven eigen gedekte obligaties en door activa gedekte effecten” zoals gerapporteerd in rij 010 van template F 32.03 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. Om dubbeltellingen te vermijden, geldt de volgende regel voor door de rapporterende instelling uitgegeven en behouden eigen gedekte obligaties en door activa gedekte effecten:
|
||||
250 |
Totale activa, ontvangen zekerheden en uitgegeven eigen schuldbewijzen Alle activa van de instelling die in haar balans zijn opgenomen, alle klassen zekerheden die door de instelling zijn ontvangen, en uitgegeven eigen schuldbewijzen die door de instelling zijn behouden en die geen uitgegeven eigen gedekte obligaties of uitgegeven eigen door activa gedekte effecten zijn. De in deze rij vermelde waarde is de mediaan van de sommen van vier driemaandelijkse waarden aan het einde van de periode over de voorgaande twaalf maanden voor rij 010 van template A en de rijen 130 en 240 van template B. |
Tabel 4: Instructies voor bepaalde kolommen van template B
Kolommen |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
010 |
Reële waarde van ontvangen zekerheden of uitgegeven eigen schuldbewijzen (bezwaard) De mediaan van de reële waarde van de ontvangen zekerheden, ook in het kader van opgenomen effectenleningen, of van door de instelling aangehouden/behouden uitgegeven eigen schuldbewijzen die zijn bezwaard in overeenstemming met artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013. De reële waarde van een financieel instrument is de prijs die zou worden ontvangen om een activum te verkopen of die zou worden betaald om een verplichting over te dragen in een regelmatige transactie tussen marktdeelnemers op de waarderingsdatum (zie IFRS 13 Waardering tegen reële waarde). Voor elke zekerheid is de vermelde reële waarde de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke rapportageperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
030 |
waarvan: theoretisch in aanmerking komende EHQLA en HQLA De mediaanwaarde van de reële waarde van de bezwaarde ontvangen zekerheden, ook in het kader van opgenomen effectenleningen, of van door de instelling aangehouden/behouden uitgegeven eigen schuldbewijzen die theoretisch in aanmerking komen voor kwalificatie als EHQLA en HQLA. Voor de toepassing van deze verordening zijn theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA posten van ontvangen zekerheden of door de instelling aangehouden/behouden uitgegeven eigen schuldbewijzen die worden genoemd in de artikelen 11, 12 en 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 en die zouden voldoen aan de algemene en operationele voorschriften van de artikelen 7 en 8 van de genoemde gedelegeerde verordening, mochten zij niet de status hebben van bezwaarde activa in de zin van bijlage XVII bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. Theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA voldoen ook aan de specifiek voor de desbetreffende blootstellingscategorie geldende voorschriften van de artikelen 10 tot en met 16 en de artikelen 35, 36 en 37 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61. De reële waarde van theoretisch in aanmerking komende bezwaarde EHQLA en theoretisch in aanmerking komende bezwaarde HQLA is de reële waarde vóór toepassing van de in de artikelen 10 tot en met 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 gespecificeerde reductiefactoren. |
040 |
Reële waarde van ontvangen zekerheden of uitgegeven eigen schuldbewijzen (beschikbaar voor bezwaring) De mediaan van de reële waarde van de door de instelling ontvangen zekerheden, ook in het kader van opgenomen effectenleningen, die niet zijn bezwaard maar beschikbaar zijn voor bezwaring omdat het de instelling is toegestaan de zekerheden te verkopen of te herbelenen als de eigenaar van de zekerheden niet in gebreke blijft. Hier wordt tevens melding gemaakt van de reële waarde van uitgegeven eigen schuldbewijzen die geen eigen gedekte obligaties of securitisatieposities zijn en die niet zijn bezwaard maar beschikbaar zijn voor bezwaring. Voor elke zekerheid is de vermelde reële waarde de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke rapportageperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. |
060 |
waarvan: EHQLA en HQLA De mediaanwaarde van de reële waarde van de niet-bezwaarde ontvangen zekerheden of door de instelling aangehouden/behouden uitgegeven eigen schuldbewijzen, met uitzondering van eigen gedekte obligaties of securitisatieposities die beschikbaar zijn voor bezwaring, die in aanmerking komen voor kwalificatie als EHQLA en HQLA die worden genoemd in de artikelen 11, 12 en 13 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61, en die voldoen aan zowel de algemene en operationele voorschriften van de artikelen 7 en 8 van de genoemde gedelegeerde verordening als aan de specifiek voor de desbetreffende blootstellingscategorie geldende voorschriften van de artikelen 10 tot en met 16 en de artikelen 35, 36 en 37 van de genoemde gedelegeerde verordening. De reële waarde van de EHQLA en HQLA is de reële waarde vóór toepassing van de in de artikelen 10 tot en met 16 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/61 gespecificeerde reductiefactoren. |
Template C — Bronnen van bezwaring
Tabel 5: Instructies voor bepaalde rijen van template C
Rijen |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
010 |
Boekwaarde van geselecteerde financiële verplichtingen De mediaanwaarde van de post „Boekwaarde van geselecteerde financiële verplichtingen” zoals gerapporteerd in rij 010 van template F 32.04 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. |
011 |
waarvan: … Wanneer zulks in de context van hun gebruikmaking van bezwaring in verband met hun bedrijfsmodel relevant is, mogen instellingen de mediaanwaarde van elk bestanddeel van de post „Boekwaarde van geselecteerde financiële verplichtingen” apart vermelden in een speciaal daarvoor bestemde rij met de benaming „waarvan: …”, met name als een deel van de bezwaring van activa met verplichtingen is gerelateerd en een ander deel niet. |
Tabel 6: Instructies voor bepaalde kolommen van template C
Kolommen |
Verwijzingen naar wetgeving en instructies |
010 |
Matchende verplichtingen, voorwaardelijke verplichtingen of uitgeleende effecten De mediaanwaarden van de post „Overeenstemmende verplichtingen, voorwaardelijke verplichtingen of uitgeleende effecten” zoals gerapporteerd in kolom 010 van template F 32.04 (AE-ASS) van bijlage XVI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014. De vermelde reële waarde is de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke rapportageperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. Hier wordt ook melding gemaakt van verplichtingen zonder enigerlei gerelateerde financiering, zoals derivaten. |
030 |
Activa, ontvangen zekerheden en uitgegeven eigen effecten m.u.v. bezwaarde gedekte obligaties en door activa gedekte effecten Het bedrag van de activa, ontvangen zekerheden en uitgegeven eigen effecten, met uitzondering van gedekte obligaties en door activa gedekte effecten die bezwaard zijn als gevolg van de hierbij gerapporteerde verschillende soorten transacties. Om de consistentie met de criteria in de templates A en B te verzekeren, worden de in de balans opgenomen activa van de instelling tegen de mediaanwaarde van de boekwaarde ervan vermeld, terwijl hergebruikte ontvangen zekerheden en bezwaarde uitgegeven eigen effecten die geen gedekte obligaties en door activa gedekte effecten zijn, tegen de mediaanwaarde van de reële waarde ervan worden vermeld. De vermelde reële waarde is de mediaanwaarde van de verschillende reële waarden die zijn waargenomen aan het einde van elke rapportageperiode die voor de berekening van de mediaan in aanmerking is genomen. Hier wordt ook melding gemaakt van bezwaarde activa zonder matchende verplichtingen. |
Template D — Begeleidende beschrijvende informatie
Tabel 7: Specifieke instructies voor template D
Verwijzingen naar wetgeving en instructies
Bij het invullen van template D vermelden instellingen de in de punten 1 en 2 bedoelde informatie.
1. |
Algemene beschrijvende informatie over activabezwaring, met inbegrip van het volgende:
|
2. |
Beschrijvende informatie over de gevolgen die het bedrijfsmodel van de instelling heeft voor haar bezwaringsniveau, alsook over het belang dat bezwaring heeft voor het financieringsmodel van de instelling, met inbegrip van het volgende:
|