Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017D0204

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/204 van de Commissie van 3 februari 2017 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in de Verenigde Staten van Amerika, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2416 waarbij bepaalde gebieden van de Verenigde Staten van Amerika worden erkend als zijnde vrij van Agrilus planipennis Fairmaire (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 420)

    C/2017/0420

    PB L 32 van 7.2.2017, p. 35–39 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 23/08/2018; afgeschaft en vervangen door 32018D1203

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2017/204/oj

    7.2.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 32/35


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/204 VAN DE COMMISSIE

    van 3 februari 2017

    tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in de Verenigde Staten van Amerika, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2416 waarbij bepaalde gebieden van de Verenigde Staten van Amerika worden erkend als zijnde vrij van Agrilus planipennis Fairmaire

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 420)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 15, lid 1, eerste streepje, en bijlage IV, deel A, rubriek I, punten 2.3, 2.4 en 2.5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG, in samenhang met bijlage IV, deel A, rubriek I, punt 2.3, van die richtlijn, is voorzien in bijzondere eisen voor het in de Unie binnenbrengen van hout van Fraxinus L. (essenhout), alsmede van enkele andere houtsoorten, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika.

    (2)

    De Verenigde Staten van Amerika hebben verzocht om erkenning van een combinatie van procedures die tezamen dezelfde fytosanitaire bescherming waarborgen als wordt vereist ingevolge bijlage IV, deel A, rubriek I, punt 2.3, van Richtlijn 2000/29/EG.

    (3)

    Uit de door de Verenigde Staten van Amerika ingediende officiële informatie blijkt dat het risico van besmetting met het schadelijke organisme Agrilus planipennis Fairmaire wordt weggenomen door de toepassing van een geïntegreerde systeembenadering tijdens de houtverwerking.

    (4)

    Om het risico weg te nemen, moet die benadering worden aangevuld met bepaalde eisen betreffende voorzieningen, inspecties voorafgaand aan uitvoer en etikettering.

    (5)

    Bedoelde procedures moeten bijgevolg worden erkend als alternatief voor bijlage IV, deel A, rubriek I, punt 2.3, van Richtlijn 2000/29/EG voor invoer uit de Verenigde Staten van Amerika en er moet worden voorzien in een afwijking van artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG, in samenhang met bijlage IV, deel A, rubriek I, punt 2.3, van die richtlijn.

    (6)

    Om doeltreffende controles en een overzicht van de invoer van essenhout en van de gevallen van niet-naleving van de eisen voor deze invoer te waarborgen, moeten eisen worden vastgesteld voor fytosanitaire certificaten, rapportage van invoer en kennisgeving van gevallen van niet-naleving.

    (7)

    Om een tijdige beoordeling van de geschiktheid van de maatregelen van dit besluit te waarborgen, is het zinvol om de duur van de afwijking tot en met 30 juni 2018 te beperken.

    (8)

    Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2416 van de Commissie (2) zijn bepaalde gebieden van de Verenigde Staten van Amerika erkend als zijnde vrij van Agrilus planipennis Fairmaire, teneinde hout van Fraxinus L. en bepaalde andere houtsoorten in de Unie binnen te brengen.

    (9)

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2416 moet worden ingetrokken omdat, na de vaststelling van dat besluit, op basis van informatie van de bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten is gebleken dat de gebieden die als zijnde vrij van Agrilus planipennis Fairmaire zijn erkend, niet stabiel zijn.

    (10)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Machtiging om af te wijken

    In afwijking van artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG, in samenhang met bijlage IV, deel A, rubriek I, punt 2.3, van die richtlijn mogen de lidstaten toestaan dat op hun grondgebied hout van Fraxinus L., van oorsprong uit of verwerkt in de Verenigde Staten van Amerika (hierna „het gespecificeerde hout” genoemd), wordt binnengebracht, mits dat hout voorafgaand aan de verplaatsing vanuit de Verenigde Staten van Amerika aan de in de bijlage bij dit besluit vastgestelde voorwaarden voldoet.

    Artikel 2

    Fytosanitair certificaat

    1.   Het gespecificeerde hout gaat vergezeld van een in de Verenigde Staten van Amerika afgegeven fytosanitair certificaat overeenkomstig artikel 13 bis, leden 3 en 4, van Richtlijn 2000/29/EG, waarin wordt verklaard dat bij inspectie is gebleken dat het hout vrij van schadelijke organismen is.

    2.   In de rubriek „Aanvullende aangifte” van het fytosanitair certificaat komen de volgende vermeldingen voor:

    a)

    de verklaring „In overeenstemming met de vereisten van de Europese Unie in Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/204 van de Commissie”;

    b)

    het bundelnummer of de bundelnummers;

    c)

    de naam van de erkende voorziening(en) in de Verenigde Staten van Amerika.

    Artikel 3

    Rapportage van invoer

    De lidstaat van invoer verstrekt de Commissie en de andere lidstaten uiterlijk op 31 december van elk jaar informatie over de hoeveelheden van de zendingen gespecificeerd hout die in dat jaar op grond van dit besluit zijn ingevoerd.

    Artikel 4

    Kennisgeving van niet-naleving

    De lidstaten stellen de Commissie en de andere lidstaten in kennis van elke zending die niet aan dit besluit voldoet. De kennisgeving geschiedt niet later dan twee werkdagen na de datum van onderschepping van een dergelijke zending.

    Artikel 5

    Intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2416

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2416 wordt ingetrokken.

    Artikel 6

    Vervaldatum

    Dit besluit vervalt op 30 juni 2018.

    Artikel 7

    Adressaten

    Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 3 februari 2017.

    Voor de Commissie

    Vytenis ANDRIUKAITIS

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

    (2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2416 van de Commissie van 17 december 2015 waarbij bepaalde gebieden van de Verenigde Staten van Amerika worden erkend als zijnde vrij van Agrilus planipennis Fairmaire (PB L 333 van 19.12.2015, blz. 128).


    BIJLAGE

    1.   Eisen voor de verwerking

    De verwerking van het gespecificeerde hout moet aan alle volgende eisen voldoen:

    a)

    Ontschorsing

    Het gespecificeerde hout is van bast ontdaan, met uitzondering van visueel afzonderlijke en duidelijk te onderscheiden stukjes bast — ongeacht hun aantal — die voldoen aan een van de volgende vereisten:

    a)

    zij zijn minder dan 3 cm breed (ongeacht de lengte), of

    b)

    indien zij breder dan 3 cm zijn, is de totale oppervlakte van elk afzonderlijk stuk bast kleiner dan 50 cm2.

    b)

    Zagen

    Het gespecificeerde gezaagde hout is vervaardigd van rondhout dat van bast is ontdaan.

    c)

    Warmtebehandeling

    Het gespecificeerde hout is in een door het Animal and Plant Health Inspection Service (APHIS) of een door de APHIS erkende instantie goedgekeurde verwarmingskamer gedurende 1 200 minuten door de doorsnede verwarmd tot ten minste 71 °C.

    d)

    Drogen

    Het gespecificeerde hout is gedurende ten minste twee weken gedroogd volgens een door de APHIS erkend industrieel droogschema.

    Het uiteindelijke vochtgehalte van het hout mag niet hoger zijn dan 10 %, berekend op de droge stof.

    2.   Eisen voor voorzieningen

    Het gespecificeerde hout moet zijn geproduceerd, behandeld of opgeslagen in een voorziening die aan alle volgende eisen voldoet:

    a)

    zij is officieel erkend door de APHIS overeenkomstig zijn certificeringsprogramma voor het schadelijke organisme Agrilus planipennis Fairmaire;

    b)

    zij is geregistreerd in een databank die op de APHIS-website is gepubliceerd;

    c)

    zij wordt ten minste één keer per maand geïnspecteerd door de APHIS of een door de APHIS erkende instantie, waarbij is vastgesteld dat aan de eisen van deze bijlage wordt voldaan;

    d)

    zij gebruikt voor de behandeling van het gespecificeerde hout apparatuur die overeenkomstig de gebruikershandleiding wordt geijkt;

    e)

    zij houdt gegevens over de uitgevoerde procedures bij, die door de APHIS of een door de APHIS erkende instantie kunnen worden gecontroleerd; deze gegevens betreffen onder meer de duur van de behandeling, de temperatuur tijdens de behandeling en het uiteindelijke vochtgehalte van elke uit te voeren bundel.

    3.   Etikettering

    Op elke bundel van het gespecificeerde hout moeten het bundelnummer en een etiket met de woorden „HT-KD” of „Heat Treated-Kiln Dried” zichtbaar worden aangebracht. Het etiket moet zijn afgegeven door of onder toezicht van een aangewezen functionaris van de erkende voorziening nadat deze heeft gecontroleerd dat voldaan is aan de eisen voor de verwerking in punt 1 en de eisen voor voorzieningen in punt 2.

    4.   Inspecties voorafgaand aan uitvoer

    Het gespecificeerde hout moet door de APHIS of een door de APHIS officieel erkende instantie worden geïnspecteerd om te controleren of het voorafgaand aan de uitvoer naar de Unie alle fytosanitaire procedures en maatregelen heeft ondergaan die vereist zijn om te kunnen concluderen dat het vrij is van het schadelijke organisme Agrilus planipennis Fairmaire.


    Top