EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R0401

Verordening (EU) 2016/401 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 tot uitvoering van het antiontwijkingsmechanisme dat is opgenomen in de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds

PB L 77 van 23.3.2016, p. 62–64 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/401/oj

23.3.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 77/62


VERORDENING (EU) 2016/401 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 9 maart 2016

tot uitvoering van het antiontwijkingsmechanisme dat is opgenomen in de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 10 mei 2010 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen met Georgië te openen met het oog op de sluiting van een overeenkomst tot oprichting van een associatie tussen de Europese Unie en Georgië.

(2)

Deze onderhandelingen zijn afgerond en de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (2) („de overeenkomst”) is op 27 juni 2014 ondertekend en wordt sinds 1 september 2014 voorlopig toegepast.

(3)

Er moeten procedures worden vastgesteld die een doeltreffende toepassing waarborgen van het antiontwijkingsmechanisme voor de tijdelijke opschorting van de in de overeenkomst bepaalde tariefpreferenties voor specifieke producten.

(4)

Deze verordening moet voorzien in de mogelijkheid om de toepassing van tariefpreferenties voor een periode van ten hoogste zes maanden op te schorten wanneer de invoer van bepaalde landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten het in bijlage II-C van de overeenkomst vastgestelde jaarlijkse invoervolume bereikt.

(5)

Omwille van de transparantie moet de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad jaarlijks een verslag indienen over de uitvoering van de overeenkomst en de toepassing van het antiontwijkingsmechanisme.

(6)

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van het in de overeenkomst voorziene antiontwijkingsmechanisme moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden verleend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(7)

Voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen voor het besluit over de opschorting van de tariefpreferenties in het kader van het ontwijkingsmechanisme moet de raadplegingsprocedure worden toegepast, aangezien die handelingen snel moeten worden uitgevoerd zodra de relevante drempel voor de in bijlage II-C bij de overeenkomst vermelde categorieën producten is bereikt, daar zij slechts gedurende een zeer beperkte periode kunnen worden toegepast. Om negatieve gevolgen voor de markt van de Unie wegens een toename van de invoer te voorkomen, moet de Commissie onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen, om dwingende redenen van urgentie vereist is,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   In deze verordening worden uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de uitvoering van het antiontwijkingsmechanisme dat is opgenomen in de overeenkomst.

2.   Deze verordening is van toepassing op producten van oorsprong uit Georgië.

Artikel 2

Antiontwijkingsmechanisme met betrekking tot bepaalde landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten

1.   Er wordt een gemiddeld jaarlijks invoervolume vastgesteld voor de invoer van de in bijlage II-C bij de overeenkomst vermelde producten, waarop het antiontwijkingsmechanisme bedoeld in artikel 27 van de overeenkomst van toepassing is. Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met het invoervolume voor een of meer categorieën producten dat in een bepaald kalenderjaar het in bijlage II-C bij de overeenkomst aangegeven volume bereikt, stelt de Commissie volgens de procedure van artikel 3, lid 2, van deze verordening een onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandeling vast, tenzij zij van Georgië een deugdelijke uitleg heeft ontvangen. Bij deze handeling kan de Commissie besluiten hetzij de toepassing van het voor het betrokken product of de betrokken producten geldende preferentiële recht tijdelijk op te schorten, hetzij te bepalen dat een dergelijke opschorting niet passend is.

2.   De tijdelijke opschorting van de toepassing van het preferentiële recht geldt voor een periode van ten hoogste zes maanden met ingang van de datum van bekendmaking van het besluit om de toepassing van het preferentiële recht op te schorten. De Commissie kan vóór het einde van deze periode van zes maanden en om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie die verband houden met de opschorting van de toepassing van de preferentiële rechten, volgens de procedure van artikel 3, lid 2, van deze verordening een onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandeling vaststellen teneinde de tijdelijke opschorting van de toepassing van het preferentiële recht op te heffen, indien zij ervan overtuigd is dat het invoervolume voor de desbetreffende categorie producten dat het in bijlage II-C bij de overeenkomst aangegeven volume te boven gaat, voortvloeit uit een wijziging van de productie- en uitvoercapaciteit van Georgië voor het betrokken product of de betrokken producten.

Artikel 3

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 229, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4) ingestelde Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en, wat verwerkte landbouwproducten betreft, door het bij artikel 44, lid 1, van Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad (5) ingestelde Comité van beheer voor horizontale vraagstukken inzake het handelsverkeer in verwerkte landbouwproducten die niet onder bijlage I vallen. Deze comités zijn comités in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011, in samenhang met artikel 4 daarvan, van toepassing.

Artikel 4

Verslag

1.   De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad jaarlijks een verslag in over de toepassing en de uitvoering van deze verordening en van titel IV van de overeenkomst en over de naleving van de daarin opgenomen verplichtingen.

2.   Het verslag omvat onder meer informatie over de toepassing van het antiontwijkingsmechanisme.

3.   Het verslag bevat een samenvatting van de statistieken en een bericht over de ontwikkeling van de handel met Georgië.

4.   Het Europees Parlement kan de Commissie binnen een maand nadat zij haar verslag heeft ingediend, uitnodigen op een ad-hocvergadering van zijn bevoegde commissie om alle aspecten met betrekking tot de uitvoering van deze verordening uiteen te zetten en toe te lichten.

5.   Uiterlijk drie maanden na de indiening van haar verslag bij het Europees Parlement en de Raad maakt de Commissie het verslag openbaar.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 9 maart 2016.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

J. A. HENNIS-PLASSCHAERT


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 3 februari 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 29 februari 2016.

(2)  Besluit 2014/494/EU van de Raad van 16 juni 2014 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en Georgië, anderzijds (PB L 261 van 30.8.2014, blz. 4).

(3)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(4)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

(5)  Verordening (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1216/2009 en (EG) nr. 614/2009 van de Raad (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 1).


Top