This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32016R0096
Regulation (EU) 2016/96 of the European Parliament and of the Council of 20 January 2016 amending Regulation (EU) No 1236/2010 laying down a scheme of control and enforcement applicable in the area covered by the Convention on future multilateral cooperation in the North-East Atlantic fisheries
Verordening (EU) 2016/96 van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1236/2010 tot vaststelling van een controle- en handhavingsregeling voor het gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan valt
Verordening (EU) 2016/96 van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1236/2010 tot vaststelling van een controle- en handhavingsregeling voor het gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan valt
PB L 26 van 2.2.2016, p. 13–18
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 32010R1236 | aanvulling | bijlage II | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | aanvulling | bijlage III | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | toevoeging | artikel 25 lid 3a | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | toevoeging | artikel 26 lid 1a | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | toevoeging | artikel 26 lid 2a | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | toevoeging | artikel 26 lid 3a | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | toevoeging | artikel 29 lid 2 tekst | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | wijziging | bijlage tekst | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 22 | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 23 | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 24 lid 1 | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 24 lid 2 L 1 | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 25 lid 1 tekst | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 25 lid 2 | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 25 lid 4 | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 25 tekst | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 26 lid 1 | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 26 lid 2 | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 26 lid 4 | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 3 punt 10 | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 3 punt 13 | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 3 punt 6 | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | artikel 9 lid 1 punt (d) TEXT | 05/02/2016 | |
Modifies | 32010R1236 | vervanging | hoofdstuk IV tekst | 05/02/2016 |
2.2.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 26/13 |
VERORDENING (EU) 2016/96 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 20 januari 2016
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1236/2010 tot vaststelling van een controle- en handhavingsregeling voor het gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan valt
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 1236/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) betreft de opneming in het Unierecht van de bepalingen van de controle- en handhavingsregeling („de regeling”) die is vastgesteld bij een aanbeveling die de visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) tijdens haar jaarvergadering op 15 november 2006 heeft aangenomen en die vervolgens is gewijzigd bij aanbevelingen die tijdens haar jaarvergaderingen van november 2007, november 2008 en november 2009 zijn aangenomen. |
(2) |
Tijdens haar jaarvergadering van november 2012 heeft de NEAFC Aanbeveling 15:2013 aangenomen tot wijziging van artikel 13 van de regeling, dat betrekking heeft op de mededeling van overladingen en van de aanvoerhaven. Tijdens haar daaropvolgende jaarvergadering in november 2013 heeft de NEAFC Aanbeveling 9:2014 aangenomen tot wijziging van de artikelen 1, 20 tot en met 25 en 28 van de regeling, die respectievelijk betrekking hebben op definities, een aantal bepalingen die van toepassing zijn op de havenstaatcontrole van buitenlandse vissersvaartuigen en de inbreukprocedures. Tijdens haar jaarvergadering van november 2014 heeft de NEAFC Aanbeveling 12:2015 tot wijziging van Aanbeveling 9:2014 aangenomen met betrekking tot de artikelen 22 en 23 van de regeling inzake de havenstaatcontrole van buitenlandse vissersvaartuigen. |
(3) |
Krachtens de artikelen 12 en 15 van het bij Besluit 81/608/EEG van de Raad (4) goedgekeurde Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan is Aanbeveling 15:2013 op 8 februari 2013 in werking getreden. |
(4) |
Aanbeveling 9:2014, zoals gewijzigd bij Aanbeveling 12:2015, is op 1 juli 2015 in werking getreden. Aangezien Aanbeveling 9:2014 op die datum voor de verdragsluitende partijen verbindend is geworden, dient de toepassingsdatum van een aantal bepalingen van deze Verordening te worden afgestemd op de datum van toepassing van die Aanbeveling. |
(5) |
Deze aanbevelingen moeten worden omgezet in het Unierecht. Verordening (EU) nr. 1236/2010 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) nr. 1236/2010 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In artikel 9, lid 1, onder d), wordt de laatste zin vervangen door: „Onverminderd hoofdstuk IV meldt het ontvangende vaartuig ten minste 24 uur vóór aanvoer de totale vangst aan boord, het totale aan te voeren gewicht, de haven en de vermoedelijke datum en het vermoedelijke tijdstip van aanvoer, ongeacht of de aanvoer gepland is in een haven binnen of buiten het verdragsgebied.”. |
3) |
De titel van hoofdstuk IV wordt vervangen door: „HAVENSTAATCONTROLE VAN VIS DIE IS GEVANGEN DOOR VAARTUIGEN DIE ONDER DE VLAG VAN EEN ANDERE VERDRAGSLUITENDE PARTIJ VAREN”. |
4) |
Artikel 22 wordt vervangen door: „Artikel 22 Toepassingsgebied Onverminderd Verordening (EG) nr. 1224/2009 en Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (5), zijn de in dit hoofdstuk vastgestelde bepalingen van toepassing op het gebruik van havens van lidstaten door vissersvaartuigen met vis aan boord die in het verdragsgebied is gevangen door vissersvaartuigen die onder de vlag van een andere verdragsluitende partij varen, en die nog niet eerder in een haven is aangevoerd of overgeladen. |
5) |
Artikel 23 wordt vervangen door: „Artikel 23 Aangewezen havens De lidstaten wijzen havens aan waar het is toegestaan vis die in het verdragsgebied is gevangen door vissersvaartuigen die onder de vlag van een andere verdragsluitende partij varen, aan te voeren of over te laden, alsook havendiensten te verlenen aan dergelijke vissersvaartuigen; de lidstaten stellen de Commissie in kennis van die havens. De Commissie stelt het NEAFC-secretariaat in kennis van die havens en van wijzigingen van de lijst met aangewezen havens, ten minste vijftien dagen vóór de inwerkingtreding van die wijzigingen. De aanvoer en de overlading van vis die in het verdragsgebied is gevangen door vissersvaartuigen die onder de vlag van een andere verdragsluitende partij varen, alsook het verlenen van havendiensten aan dergelijke vissersvaartuigen, zijn slechts toegestaan in aangewezen havens.”. |
6) |
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
|
7) |
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
|
8) |
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
|
9) |
Aan artikel 29, lid 2, wordt de volgende zin toegevoegd: „Zo nodig deelt de lidstaat die de inspectie uitvoert, de resultaten ervan ook mee aan de verdragsluitende partij in wier wateren de inbreuk heeft plaatsgevonden en aan de staat waarvan de kapitein van het vaartuig een onderdaan is.”. |
10) |
De bijlage wordt bijlage I. |
11) |
Een nieuwe bijlage II wordt toegevoegd als vastgesteld in bijlage I bij deze verordening. |
12) |
Een nieuwe bijlage III wordt toegevoegd als vastgesteld in bijlage II bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 1, punt 1 en punten 4 tot en met 12, zijn echter van toepassing met ingang van 1 juli 2015.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 20 januari 2016.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
M. SCHULZ
Voor de Raad
De voorzitter
A.G. KOENDERS
(1) PB C 332 van 8.10.2015, blz. 81.
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 15 december 2015 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 15 januari 2016.
(3) Verordening (EU) nr. 1236/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot vaststelling van een controle- en handhavingsregeling voor het gebied dat onder het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan valt en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2791/1999 van de Raad (PB L 348 van 31.12.2010, blz. 17).
(4) Besluit 81/608/EEG van de Raad van 13 juli 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 21).
(5) Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).”.
BIJLAGE I
De volgende bijlage wordt toegevoegd aan Verordening (EU) nr. 1236/2010:
„BIJLAGE II
ALGEMENE RICHTSNOEREN VOOR HET RISICOBEHEER MET BETREKKING TOT CONTROLE DOOR DE HAVENLIDSTAAT
Risicobeheer betekent dat risico’s systematisch in kaart worden gebracht en dat alle nodige maatregelen worden uitgevoerd waarmee het optreden van deze risico’s kan worden beperkt. Dit omvat activiteiten zoals het verzamelen van gegevens en informatie, het analyseren en beoordelen van risico’s, het voorbereiden en ondernemen van acties, en het regelmatig monitoren en evalueren van het proces en de resultaten daarvan.
Elke havenlidstaat stelt op basis van een risicobeoordeling een strategie voor risicobeheer vast om de naleving van deze verordening te vergemakkelijken. Die strategie moet betrekking hebben op de identificatie, beschrijving en toewijzing van op de aard en het verwachte niveau van elk risico afgestemde passende kostenefficiënte controle-instrumenten en inspectiemiddelen, en op het bereiken van de streefijkpunten.
Om tijdige risicoanalyses en totaalbeoordelingen van de betrokken controle- en inspectiegegevens mogelijk te maken, worden er criteria voor risicobeoordeling en -beheer vastgesteld voor controle-, inspectie- en verificatieactiviteiten.
Individuele vissersvaartuigen, groepen vissersvaartuigen, exploitanten en/of visserijactiviteiten met betrekking tot verschillende soorten en in verschillende delen van het verdragsgebied worden onderworpen aan controles en inspecties volgens het risiconiveau dat daaraan wordt toegekend; met betrekking tot de controle door de havenlidstaat op de aanvoer en overlading in de haven wordt daarbij onder meer gebruikgemaakt van de volgende algemene uitgangspunten voor criteria inzake risiconiveaus:
a) |
vangsten die zijn gevangen door een vaartuig van een niet-verdragsluitende partij; |
b) |
bevroren vangsten; |
c) |
omvangrijke vangsten; |
d) |
eerder op zee overgeladen vangsten; |
e) |
vangsten buiten de wateren onder de jurisdictie van de verdragsluitende partijen, d.w.z. in het gereglementeerde gebied; |
f) |
vangsten die zowel binnen als buiten het verdragsgebied zijn gevangen; |
g) |
vangsten van hoogwaardige soorten; |
h) |
vangsten uit visbestanden met zeer beperkte vangstmogelijkheden; |
i) |
aantal eerder uitgevoerde inspecties en aantal geconstateerde overtredingen voor een vaartuig en/of exploitant.”. |
BIJLAGE II
De volgende bijlage wordt toegevoegd aan Verordening (EU) nr. 1236/2010:
„BIJLAGE III
PROCEDURES VOOR INSPECTIE DOOR DE HAVENLIDSTAAT
De nationale inspecteurs:
a) |
verifiëren, zo nodig onder meer via adequate contacten met de vlaggenstaat of aan de hand van internationale vaartuigregisters, of de aan boord gehouden vaartuigidentificatiedocumenten en de gegevens inzake de eigenaar van het vaartuig waarheidsgetrouw, volledig en correct zijn; |
b) |
verifiëren of de vlag en de merktekens van het vaartuig (zoals naam, extern registratienummer, scheepsidentificatienummer van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), internationale radioroepnaam en andere merktekens, voornaamste afmetingen) overeenstemmen met de in de documenten opgenomen gegevens; |
c) |
verifiëren of de machtigingen voor de visserij en de visserijgerelateerde activiteiten waarheidsgetrouw, volledig en correct zijn en overeenstemmen met de overeenkomstig artikel 24 verstrekte gegevens; |
d) |
controleren alle andere ter zake relevante aan boord gehouden documenten en registers, met inbegrip van de elektronische, alsmede de VMS-gegevens (VMS = satellietvolgsysteem voor vissersvaartuigen) van de vlaggenstaat of de ter zake relevante regionale organisaties voor visserijbeheer. Relevante documenten zijn onder meer logboeken, vangst-, overladings- en handelsdocumenten, bemanningslijsten, opslagplattegronden en -tekeningen, beschrijvingen van visruimen en documenten die vereist zijn op grond van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites); |
e) |
verifiëren al het relevante aan boord gehouden vistuig, met inbegrip van vistuig dat uit het zicht is opgeslagen, alsmede het desbetreffende materieel, en verifiëren of dit in overeenstemming is met de in de machtigingen vastgestelde voorwaarden. De verificatie van het vistuig houdt tevens in dat wordt gecontroleerd of met betrekking tot onder meer maaswijdte, twijndikte, toebehoren en voorzieningen, afmetingen en configuratie van netten, potten, dreggen, afmetingen van de haken en aantal haken de geldende regelgeving in acht wordt genomen en de merktekens overeenstemmen met wat voor het betrokken vaartuig is toegestaan; |
f) |
bepalen of de aan boord gehouden vis overeenkomstig de geldende machtigingen is geoogst; |
g) |
monitoren de volledige los- of overladingsverrichtingen en vergelijken de naar soort in de voorafgaande melding opgegeven hoeveelheden met de daadwerkelijk aangevoerde of overgeladen hoeveelheden; |
h) |
onderzoeken de vangst, onder meer aan de hand van bemonstering, teneinde de hoeveelheid en de samenstelling daarvan te bepalen. Daarbij mogen de inspecteurs de containers openen waarin de vis is voorverpakt en mogen zij de vangst of de containers verplaatsen om de correcte staat van de visruimen te controleren. Een dergelijk onderzoek kan een inspectie van het producttype en een nominaalgewichtsbepaling omvatten; |
i) |
controleren en registreren na voltooiing van de aanvoer of overlading, de hoeveelheden per vissoort die aan boord blijven; |
j) |
beoordelen of duidelijk bewijs voorhanden is op basis waarvan kan worden aangenomen dat een vaartuig betrokken is bij IOO-visserij of bij visserijgerelateerde activiteiten ter ondersteuning van dergelijke visserij; |
k) |
leggen aan de kapitein van het vaartuig het door de inspecteur en de kapitein te ondertekenen verslag met de inspectiebevindingen over, met inbegrip van eventueel te nemen maatregelen. De ondertekening van het verslag door de kapitein geldt slechts als bewijs van ontvangst van een exemplaar van het verslag. De kapitein krijgt de gelegenheid op- of aanmerkingen aan het verslag toe te voegen en zo nodig de ter zake relevante autoriteiten van de vlaggenstaat te contacteren, met name wanneer hij het erg moeilijk heeft de inhoud van het verslag te begrijpen. Aan de kapitein wordt een kopie van het verslag ter beschikking gesteld, en |
l) |
zorgen, wanneer dat noodzakelijk en mogelijk is, voor de vertaling van de desbetreffende documenten.”. |