Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016B0070

    Definitieve vaststelling (EU, Euratom) 2016/70 van de gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015

    PB L 18 van 26.1.2016, p. 1–59 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2015

    ELI: http://data.europa.eu/eli/budget_suppl_amend/2015/8/oj

    26.1.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 18/1


    DEFINITIEVE VASTSTELLING (EU, Euratom) 2016/70

    van de gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015

    DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,

    Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

    Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1),

    Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (2),

    Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (3),

    Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, definitief vastgesteld op 17 december 2014 (4),

    Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015, goedgekeurd door de Commissie op 19 oktober 2015,

    Gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8/2015, vastgesteld door de Raad op 10 november 2015 en toegezonden aan het Europees Parlement op 10 november 2015,

    Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 25 november 2015,

    Gezien de artikelen 88 en 91 van het Reglement van het Europees Parlement,

    CONSTATEERT:

    Enig artikel

    De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2015 is definitief vastgesteld.

    Gedaan te Straatsburg, 25 november 2015.

    De voorzitter

    M. SCHULZ


    (1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

    (2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884.

    (3)  PB C 373 van 20.12.2013, blz. 1.

    (4)  PB L 69 van 13.3.2015.


    GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 8 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2015

    INHOUD

    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

    A. Inleiding en financiering van de algemene begroting 3
    B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel 17

    — Titel 1:

    Eigen middelen 18

    — Titel 3:

    Overschotten, saldi en aanpassingen 24

    — Titel 5:

    Ontvangsten voortvloeiende uit de administratieve werking van de instellingen 30

    — Titel 7:

    Intrest voor betalingsachterstand en boeten 34

    — Titel 8:

    Opgenomen en verstrekte leningen 38

    STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

    Afdeling III: Commissie

    — Ontvangsten 42

    — Titel 5:

    Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling 42

    — Titel 7:

    Interest voor betalingsachterstand en boeten 45

    — Titel 8:

    Opgenomen en verstrekte leningen 49

    Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

    — Uitgaven 54

    — Titel 1:

    Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen 55

    — Titel 2:

    Gebouwen, materieel en uitgaven in verband met de werking van de instelling 58

    A.   INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

    FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

    Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2015 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

    UITGAVEN

    Omschrijving

    Begroting 2015 (1)

    Budget 2014 (2)

    Verschil (in %)

    1.

    Slimme en inclusieve groei

    66 853 308 910

    65 300 076 773

    +2,38

    2.

    Duurzame groei: natuurlijke hulpbronnen

    55 998 594 804

    56 443 752 595

    –0,79

    3.

    Veiligheid en burgerschap

    1 929 165 795

    1 665 510 850

    +15,83

    4.

    Europa als wereldspeler

    7 422 489 907

    6 840 903 616

    +8,50

    5.

    Administratie

    8 658 632 705

    8 405 389 881

    +3,01

    6.

    Compensatie

    p.m.

    28 600 000

    Speciale instrumenten

    418 230 818

    350 000 000

    +19,49

    Totaal uitgaven  (3)

    141 280 422 939

    139 034 233 715

    +1,62


    ONTVANGSTEN

    Omschrijving

    Begroting 2015 (4)

    Budget 2014 (5)

    Verschil (in %)

    Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

    3 045 497 557

    5 545 428 277

    –45,08

    Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

    1 434 557 708

    1 005 406 925

    +42,68

    Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

    p.m.

    p.m.

    Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2)

    7 133 244 000

    4 095 463 000

    +74,17

    Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

    11 613 299 265

    10 646 298 202

    +9,08

    Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

    18 759 400 000

    16 084 600 000

    +16,63

    Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

    18 023 353 946

    17 689 735 350

    +1,89

    Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

    92 884 369 728

    94 613 600 163

    –1,83

    Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom te dekken kredieten (6)

    129 667 123 674

    128 387 935 513

    +1,00

    Totaal ontvangsten  (7)

    141 280 422 939

    139 034 233 715

    +1,62


    TABEL 1

    Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    Lidstaat

    1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

    1 % van het bruto nationaal inkomen

    Aftoppingspercentage (in %)

    1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

    1 % van de afgetopte btw-grondslag (8)

    Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

     

    (1)

    (2)

    (3)

    (4)

    (5)

    (6)

    België

    1 706 142 000

    4 044 908 000

    50

    2 022 454 000

    1 706 142 000

     

    Bulgarije

    198 876 547

    412 388 025

    50

    206 194 013

    198 876 547

     

    Tsjechië

    647 411 520

    1 429 950 658

    50

    714 975 329

    647 411 520

     

    Denemarken

    1 009 757 767

    2 691 551 852

    50

    1 345 775 926

    1 009 757 767

     

    Duitsland

    12 589 972 422

    29 998 426 500

    50

    14 999 213 250

    12 589 972 422

     

    Estland

    94 993 380

    195 941 500

    50

    97 970 750

    94 993 380

     

    Ierland

    716 534 000

    1 605 484 000

    50

    802 742 000

    716 534 000

     

    Griekenland

    721 214 000

    1 758 757 000

    50

    879 378 500

    721 214 000

     

    Spanje

    4 426 469 500

    10 723 591 000

    50

    5 361 795 500

    4 426 469 500

     

    Frankrijk

    9 641 876 785

    21 697 735 000

    50

    10 848 867 500

    9 641 876 785

     

    Kroatië

    254 557 226

    414 701 663

    50

    207 350 832

    207 350 832

    Kroatië

    Italië

    5 678 630 500

    15 782 177 500

    50

    7 891 088 750

    5 678 630 500

     

    Cyprus

    104 197 550

    162 048 000

    50

    81 024 000

    81 024 000

    Cyprus

    Letland

    89 467 685

    245 937 500

    50

    122 968 750

    89 467 685

     

    Litouwen

    141 763 284

    363 756 951

    50

    181 878 476

    141 763 284

     

    Luxemburg

    291 317 000

    302 768 000

    50

    151 384 000

    151 384 000

    Luxemburg

    Hongarije

    424 456 952

    1 028 794 578

    50

    514 397 289

    424 456 952

     

    Malta

    57 656 446

    79 473 735

    50

    39 736 868

    39 736 868

    Malta

    Nederland

    2 656 093 000

    6 589 010 000

    50

    3 294 505 000

    2 656 093 000

     

    Oostenrijk

    1 499 133 500

    3 201 701 000

    50

    1 600 850 500

    1 499 133 500

     

    Polen

    1 673 268 277

    3 997 275 344

    50

    1 998 637 672

    1 673 268 277

     

    Portugal

    785 527 000

    1 708 890 500

    50

    854 445 250

    785 527 000

     

    Roemenië

    545 644 129

    1 517 506 692

    50

    758 753 346

    545 644 129

     

    Slovenië

    186 363 000

    366 916 000

    50

    183 458 000

    183 458 000

    Slovenië

    Slowakije

    260 067 500

    737 276 500

    50

    368 638 250

    260 067 500

     

    Finland

    913 380 000

    1 992 220 500

    50

    996 110 250

    913 380 000

     

    Zweden

    1 871 874 481

    4 301 727 510

    50

    2 150 863 755

    1 871 874 481

     

    Verenigd Koninkrijk

    11 122 338 554

    22 990 023 751

    50

    11 495 011 876

    11 122 338 554

     

    Totaal

    60 308 984 005

    140 340 939 259

     

    70 170 469 632

    60 077 846 483

     


    TABEL 2

    Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)

    Lidstaat

    1 % van de afgetopte btw-grondslag

    Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (in %)

    Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

     

    (1)

    (2)

    (3) = (1) × (2)

    België

    1 706 142 000

    0,300

    511 842 600

    Bulgarije

    198 876 547

    0,300

    59 662 964

    Tsjechië

    647 411 520

    0,300

    194 223 456

    Denemarken

    1 009 757 767

    0,300

    302 927 330

    Duitsland

    12 589 972 422

    0,300

    3 776 991 727

    Estland

    94 993 380

    0,300

    28 498 014

    Ierland

    716 534 000

    0,300

    214 960 200

    Griekenland

    721 214 000

    0,300

    216 364 200

    Spanje

    4 426 469 500

    0,300

    1 327 940 850

    Frankrijk

    9 641 876 785

    0,300

    2 892 563 036

    Kroatië

    207 350 832

    0,300

    62 205 250

    Italië

    5 678 630 500

    0,300

    1 703 589 150

    Cyprus

    81 024 000

    0,300

    24 307 200

    Letland

    89 467 685

    0,300

    26 840 306

    Litouwen

    141 763 284

    0,300

    42 528 985

    Luxemburg

    151 384 000

    0,300

    45 415 200

    Hongarije

    424 456 952

    0,300

    127 337 086

    Malta

    39 736 868

    0,300

    11 921 060

    Nederland

    2 656 093 000

    0,300

    796 827 900

    Oostenrijk

    1 499 133 500

    0,300

    449 740 050

    Polen

    1 673 268 277

    0,300

    501 980 483

    Portugal

    785 527 000

    0,300

    235 658 100

    Roemenië

    545 644 129

    0,300

    163 693 239

    Slovenië

    183 458 000

    0,300

    55 037 400

    Slowakije

    260 067 500

    0,300

    78 020 250

    Finland

    913 380 000

    0,300

    274 014 000

    Zweden

    1 871 874 481

    0,300

    561 562 344

    Verenigd Koninkrijk

    11 122 338 554

    0,300

    3 336 701 566

    Totaal

    60 077 846 483

     

    18 023 353 946


    TABEL 3

    Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)

    Lidstaat

    1 % van het bruto nationaal inkomen

    Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

    Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

     

    (1)

    (2)

    (3) = (1) × (2)

    België

    4 044 908 000

     

    2 677 114 263

    Bulgarije

    412 388 025

     

    272 938 189

    Tsjechië

    1 429 950 658

     

    946 409 981

    Denemarken

    2 691 551 852

     

    1 781 398 206

    Duitsland

    29 998 426 500

     

    19 854 398 530

    Estland

    195 941 500

     

    129 683 490

    Ierland

    1 605 484 000

     

    1 062 586 372

    Griekenland

    1 758 757 000

     

    1 164 029 800

    Spanje

    10 723 591 000

     

    7 097 387 238

    Frankrijk

    21 697 735 000

     

    14 360 602 477

    Kroatië

    414 701 663

     

    274 469 466

    Italië

    15 782 177 500

     

    10 445 402 587

    Cyprus

    162 048 000

     

    107 251 144

    Letland

    245 937 500

    0,6618480 (9)

    162 773 242

    Litouwen

    363 756 951

     

    240 751 810

    Luxemburg

    302 768 000

     

    200 386 395

    Hongarije

    1 028 794 578

     

    680 905 632

    Malta

    79 473 735

     

    52 599 532

    Nederland

    6 589 010 000

     

    4 360 923 079

    Oostenrijk

    3 201 701 000

     

    2 119 039 398

    Polen

    3 997 275 344

     

    2 645 588 685

    Portugal

    1 708 890 500

     

    1 131 025 757

    Roemenië

    1 517 506 692

     

    1 004 358 767

    Slovenië

    366 916 000

     

    242 842 620

    Slowakije

    737 276 500

     

    487 964 976

    Finland

    1 992 220 500

     

    1 318 547 150

    Zweden

    4 301 727 510

     

    2 847 089 742

    Verenigd Koninkrijk

    22 990 023 751

     

    15 215 901 200

    Totaal

    140 340 939 259

     

    92 884 369 728


    TABEL 4.1

    Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2014 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

    Omschrijving

    Coëfficiënt (10) (%)

    Bedrag

    1.

    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

    17,7333

     

    2.

    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

    7,3956

     

    3.

    (1) – (2)

    10,3377

     

    4.

    Totale toegerekende uitgaven

     

    128 742 225 549

    5.

    Met de uitbreiding verband houdende uitgaven (11)

     

    33 471 514 270

    6.

    Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

     

    95 270 711 279

    7.

    Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

     

    6 500 187 311

    8.

    Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (12)

     

    1 992 582 801

    9.

    Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

     

    4 507 604 510

    10.

    Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (13)

     

    –36 554 387

    11.

    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)

     

    4 544 158 897


    TABEL 4.2

    Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2013 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 3 6)

    Omschrijving

    Coëfficiënt (14) (%)

    Bedrag

    1.

    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

    16,0378

     

    2.

    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

    6,0959

     

    3.

    (1) – (2)

    9,9418

     

    4.

    Totale toegerekende uitgaven

     

    134 745 129 775

    5.

    Met de uitbreiding verband houdende uitgaven (15)

     

    31 288 595 815

    6.

    Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

     

    103 456 533 960

    7.

    Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

     

    6 788 418 578

    8.

    Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (16)

     

    846 456 483

    9.

    Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

     

    5 941 962 095

    10.

    Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (17)

     

    18 914 477

    11.

    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (18) = (9) – (10)

     

    5 923 047 619


    TABEL 4.3

    Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2012 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 3 6)

    Omschrijving

    Coëfficiënt (19) (%)

    Bedrag

    1.

    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

    16,1345

     

    2.

    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

    7,2358

     

    3.

    (1) – (2)

    8,8987

     

    4.

    Totale toegerekende uitgaven

     

    126 017 496 941

    5.

    Uitbreidingsuitgaven (20)

     

    30 151 705 809

    5a.

    Pretoetredingsuitgaven

     

    3 084 631 771

    5b.

    Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)

     

    27 067 074 038

    6.

    Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

     

    95 865 791 132

    7.

    Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

     

    5 630 330 443

    8.

    Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (21)

     

    474 388 884

    9.

    Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

     

    5 155 941 559

    10.

    Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (22)

     

    12 333 175

    11.

    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (23) = (9) – (10)

     

    5 143 608 383


    TABEL 4.4

    Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2011 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 3 5)

    Omschrijving

    Coëfficiënt (24) (%)

    Bedrag

    1.

    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

    14,9523

     

    2.

    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

    7,3026

     

    3.

    (1) – (2)

    7,6497

     

    4.

    Totale toegerekende uitgaven

     

    116 702 674 481

    5.

    Uitbreidingsuitgaven (25)

     

    26 837 206 246

    5a.

    Pretoetredingsuitgaven

     

    3 046 579 123

    5b.

    Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)

     

    23 790 627 123

    6.

    Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

     

    89 865 468 236

    7.

    Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

     

    4 537 145 502

    8.

    Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (26)

     

    142 138 675

    9.

    Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

     

    4 395 006 827

    10.

    Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (27)

     

    8 632 837

    11.

    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (28) = (9) – (10)

     

    4 386 373 990


    TABEL 5.1

    Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –4 544 158 897 EUR (hoofdstuk 1 5)

    Lidstaat

    Aandelen in de bni-grondslagen

    Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

    Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

    3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom 2

    Kolom 4 verdeeld volgens de sleutel van kolom 3

    Financieringssleutel

    Op de correctie toegepaste financieringssleutel

     

    (1)

    (2)

    (3)

    (4)

    (5)

    (6) = (2) + (4) + (5)

    (7)

    België

    2,88

    3,45

    5,52

     

    1,56

    5,00

    227 330 088

    Bulgarije

    0,29

    0,35

    0,56

     

    0,16

    0,51

    23 176 845

    Tsjechië

    1,02

    1,22

    1,95

     

    0,55

    1,77

    80 365 439

    Denemarken

    1,92

    2,29

    3,67

     

    1,04

    3,33

    151 269 379

    Duitsland

    21,38

    25,56

    0,00

    –19,17

    0,00

    6,39

    290 405 953

    Estland

    0,14

    0,17

    0,27

     

    0,08

    0,24

    11 012 215

    Ierland

    1,14

    1,37

    2,19

     

    0,62

    1,99

    90 230 685

    Griekenland

    1,25

    1,50

    2,40

     

    0,68

    2,18

    98 844 865

    Spanje

    7,64

    9,14

    14,64

     

    4,12

    13,26

    602 682 406

    Frankrijk

    15,46

    18,49

    29,62

     

    8,35

    26,84

    1 219 446 279

    Kroatië

    0,30

    0,35

    0,57

     

    0,16

    0,51

    23 306 875

    Italië

    11,25

    13,45

    21,54

     

    6,07

    19,52

    886 982 795

    Cyprus

    0,12

    0,14

    0,22

     

    0,06

    0,20

    9 107 348

    Letland

    0,18

    0,21

    0,34

     

    0,09

    0,30

    13 822 068

    Litouwen

    0,26

    0,31

    0,50

     

    0,14

    0,45

    20 443 703

    Luxemburg

    0,22

    0,26

    0,41

     

    0,12

    0,37

    17 016 030

    Hongarije

    0,73

    0,88

    1,40

     

    0,40

    1,27

    57 819 847

    Malta

    0,06

    0,07

    0,11

     

    0,03

    0,10

    4 466 547

    Nederland

    4,70

    5,61

    0,00

    –4,21

    0,00

    1,40

    63 786 269

    Oostenrijk

    2,28

    2,73

    0,00

    –2,05

    0,00

    0,68

    30 994 726

    Polen

    2,85

    3,41

    5,46

     

    1,54

    4,94

    224 653 059

    Portugal

    1,22

    1,46

    2,33

     

    0,66

    2,11

    96 042 290

    Roemenië

    1,08

    1,29

    2,07

     

    0,58

    1,88

    85 286 224

    Slovenië

    0,26

    0,31

    0,50

     

    0,14

    0,45

    20 621 247

    Slowakije

    0,53

    0,63

    1,01

     

    0,28

    0,91

    41 436 080

    Finland

    1,42

    1,70

    2,72

     

    0,77

    2,46

    111 965 875

    Zweden

    3,07

    3,67

    0,00

    –2,75

    0,00

    0,92

    41 643 760

    Verenigd Koninkrijk

    16,38

    0,00

    0,00

     

    0,00

    0,00

    0

    Totaal

    100,00

    100,00

    100,00

    –28,18

    28,18

    100,00

    4 544 158 897

    De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

    TABEL 5.2

    Tussentijdse bijstelling van de financiering van de Britse correctie voor 2013 (hoofdstuk 36)

    Lidstaat

    Bedrag

     

    (1)

    België

    21 086 719

    Bulgarije

    2 638 709

    Tsjechië

    8 452 106

    Denemarken

    10 531 440

    Duitsland

    23 687 365

    Estland

    1 123 952

    Ierland

    12 880 201

    Griekenland

    5 940 696

    Spanje

    57 278 112

    Frankrijk

    96 456 818

    Kroatië

    1 527 600

    Italië

    65 379 144

    Cyprus

    1 558 619

    Letland

    572 289

    Litouwen

    1 804 672

    Luxemburg

    – 688 281

    Hongarije

    5 678 759

    Malta

    754 325

    Nederland

    8 532 126

    Oostenrijk

    1 859 547

    Polen

    19 604 131

    Portugal

    9 472 101

    Roemenië

    8 755 802

    Slovenië

    2 200 336

    Slowakije

    2 943 154

    Finland

    8 548 776

    Zweden

    2 286 070

    Verenigd Koninkrijk

    – 380 865 288

    Totaal

    0


    TABEL 5.3

    Tussentijdse bijstelling van de financiering van de Britse correctie voor 2012 (hoofdstuk 36)

    Lidstaat

    Bedrag

     

    (1)

    België

    20 609 337

    Bulgarije

    2 761 140

    Tsjechië

    8 144 978

    Denemarken

    15 569 429

    Duitsland

    35 721 878

    Estland

    1 607 973

    Ierland

    13 192 753

    Griekenland

    10 134 814

    Spanje

    61 882 563

    Frankrijk

    134 788 539

    Kroatië

    1 255 475

    Italië

    119 606 240

    Cyprus

    1 962 450

    Letland

    1 174 712

    Litouwen

    2 581 885

    Luxemburg

    – 626 437

    Hongarije

    6 799 870

    Malta

    800 752

    Nederland

    8 934 474

    Oostenrijk

    2 296 477

    Polen

    18 950 469

    Portugal

    12 984 470

    Roemenië

    10 427 052

    Slovenië

    2 497 710

    Slowakije

    3 685 428

    Finland

    9 962 881

    Zweden

    4 499 743

    Verenigd Koninkrijk

    – 512 207 055

    Totaal

    0


    TABEL 5.4

    Financiering van de definitieve correctie voor het Verenigd Koninkrijk voor 2011 (hoofdstuk 35)

    Lidstaat

    Bedrag

     

    (1)

    België

    11 815 757

    Bulgarije

    1 392 513

    Tsjechië

    4 784 685

    Denemarken

    3 487 953

    Duitsland

    10 915 347

    Estland

    364 152

    Ierland

    3 453 266

    Griekenland

    2 741 329

    Spanje

    27 503 186

    Frankrijk

    43 503 201

    Kroatië

    Italië

    53 237 596

    Cyprus

    1 207 563

    Letland

    244 042

    Litouwen

    768 575

    Luxemburg

    37 104

    Hongarije

    2 508 198

    Malta

    344 459

    Nederland

    5 167 025

    Oostenrijk

    1 172 371

    Polen

    9 539 521

    Portugal

    2 909 281

    Roemenië

    2 915 322

    Slovenië

    702 416

    Slowakije

    1 459 572

    Finland

    4 044 692

    Zweden

    1 743 115

    Verenigd Koninkrijk

    – 197 962 241

    Totaal

    0


    TABEL 6

    Overzicht van de financiering (29) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

    Lidstaat

    Traditionele eigen middelen (TEM)

    Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

    Totale eigen middelen (30)

    Nettobijdragen van de suikersector (75 %)

    Netto douanerechten (75 %)

    Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

    Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.)

    Eigen middelen uit de btw

    Bni-middelen

    Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

    Totaal nationale bijdragen

    Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen”

     

    (1)

    (2)

    (3)= (1) + (2)

    (4)

    (5)

    (6)

    (7)

    (8) = (5) + (6) + (7)

    (9)

    (10) = (3) + (8)

    België

    6 600 000

    1 777 109 902

    1 783 709 902

    594 569 967

    511 842 600

    2 677 114 263

    280 841 901

    3 469 798 764

    3,13

    5 253 508 666

    Bulgarije

    400 000

    60 771 523

    61 171 523

    20 390 508

    59 662 964

    272 938 189

    29 969 207

    362 570 360

    0,33

    423 741 883

    Tsjechië

    3 400 000

    218 992 601

    222 392 601

    74 130 867

    194 223 456

    946 409 981

    101 747 208

    1 242 380 645

    1,12

    1 464 773 246

    Denemarken

    3 400 000

    343 547 332

    346 947 332

    115 649 111

    302 927 330

    1 781 398 206

    180 858 201

    2 265 183 737

    2,04

    2 612 131 069

    Duitsland

    26 300 000

    3 673 396 526

    3 699 696 526

    1 233 232 172

    3 776 991 727

    19 854 398 530

    360 730 543

    23 992 120 800

    21,63

    27 691 817 326

    Estland

    0

    24 631 290

    24 631 290

    8 210 430

    28 498 014

    129 683 490

    14 108 292

    172 289 796

    0,16

    196 921 086

    Ierland

    0

    256 746 238

    256 746 238

    85 582 079

    214 960 200

    1 062 586 372

    119 756 905

    1 397 303 477

    1,26

    1 654 049 715

    Griekenland

    1 400 000

    134 450 271

    135 850 271

    45 283 424

    216 364 200

    1 164 029 800

    117 661 704

    1 498 055 704

    1,35

    1 633 905 975

    Spanje

    4 700 000

    1 267 919 835

    1 272 619 835

    424 206 612

    1 327 940 850

    7 097 387 238

    749 346 267

    9 174 674 355

    8,27

    10 447 294 190

    Frankrijk

    30 900 000

    1 609 531 084

    1 640 431 084

    546 810 361

    2 892 563 036

    14 360 602 477

    1 494 194 837

    18 747 360 350

    16,90

    20 387 791 434

    Kroatië

    1 700 000

    45 282 852

    46 982 852

    15 660 951

    62 205 250

    274 469 466

    26 089 950

    362 764 666

    0,33

    409 747 518

    Italië

    4 700 000

    1 620 394 666

    1 625 094 666

    541 698 222

    1 703 589 150

    10 445 402 587

    1 125 205 775

    13 274 197 512

    11,97

    14 899 292 178

    Cyprus

    0

    19 145 718

    19 145 718

    6 381 906

    24 307 200

    107 251 144

    13 835 980

    145 394 324

    0,13

    164 540 042

    Letland

    0

    28 395 898

    28 395 898

    9 465 299

    26 840 306

    162 773 242

    15 813 111

    205 426 659

    0,19

    233 822 557

    Litouwen

    800 000

    68 730 978

    69 530 978

    23 176 993

    42 528 985

    240 751 810

    25 598 835

    308 879 630

    0,28

    378 410 608

    Luxemburg

    0

    15 703 791

    15 703 791

    5 234 597

    45 415 200

    200 386 395

    15 738 416

    261 540 011

    0,24

    277 243 802

    Hongarije

    2 100 000

    115 412 112

    117 512 112

    39 170 704

    127 337 086

    680 905 632

    72 806 674

    881 049 392

    0,79

    998 561 504

    Malta

    0

    11 939 184

    11 939 184

    3 979 728

    11 921 060

    52 599 532

    6 366 083

    70 886 675

    0,06

    82 825 859

    Nederland

    7 200 000

    2 226 496 487

    2 233 696 487

    744 565 496

    796 827 900

    4 360 923 079

    86 419 894

    5 244 170 873

    4,73

    7 477 867 360

    Oostenrijk

    3 200 000

    208 774 381

    211 974 381

    70 658 127

    449 740 050

    2 119 039 398

    36 323 121

    2 605 102 569

    2,35

    2 817 076 950

    Polen

    12 800 000

    482 300 013

    495 100 013

    165 033 338

    501 980 483

    2 645 588 685

    272 747 180

    3 420 316 348

    3,08

    3 915 416 361

    Portugal

    100 000

    129 502 501

    129 602 501

    43 200 834

    235 658 100

    1 131 025 757

    121 408 142

    1 488 091 999

    1,34

    1 617 694 500

    Roemenië

    900 000

    122 403 526

    123 303 526

    41 101 175

    163 693 239

    1 004 358 767

    107 384 400

    1 275 436 406

    1,15

    1 398 739 932

    Slovenië

    0

    65 396 612

    65 396 612

    21 798 871

    55 037 400

    242 842 620

    26 021 709

    323 901 729

    0,29

    389 298 341

    Slowakije

    1 300 000

    99 923 441

    101 223 441

    33 741 147

    78 020 250

    487 964 976

    49 524 234

    615 509 460

    0,55

    716 732 901

    Finland

    700 000

    116 487 715

    117 187 715

    39 062 572

    274 014 000

    1 318 547 150

    134 522 224

    1 727 083 374

    1,56

    1 844 271 089

    Zweden

    2 600 000

    519 515 847

    522 115 847

    174 038 616

    561 562 344

    2 847 089 742

    50 172 688

    3 458 824 774

    3,12

    3 980 940 621

    Verenigd Koninkrijk

    9 500 000

    3 371 797 676

    3 381 297 676

    1 127 099 226

    3 336 701 566

    15 215 901 200

    –5 635 193 481

    12 917 409 285

    11,65

    16 298 706 961

    Totaal

    124 700 000

    18 634 700 000

    18 759 400 000

    6 253 133 333

    18 023 353 946

    92 884 369 728

    0

    110 907 723 674

    100,00

    129 667 123 674

    B.   ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL

    Titel

    Rubriek

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    1

    EIGEN MIDDELEN

    138 270 491 148

    –8 603 367 474

    129 667 123 674

    3

    OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

    1 434 557 708

    7 133 244 000

    8 567 801 708

    4

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

    1 300 952 883

     

    1 300 952 883

    5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

    54 453 674

    40 000 000

    94 453 674

    6

    BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

    60 000 000

     

    60 000 000

    7

    INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

    123 000 000

    1 400 000 000

    1 523 000 000

    8

    OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    6 890 000

    30 000 000

    36 890 000

    9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    30 201 000

     

    30 201 000

     

    TOTAAL-GENERAAL

    141 280 546 413

    – 123 474

    141 280 422 939

    TITEL 1

    EIGEN MIDDELEN

    Artikel

    Post

    Rubriek

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    HOOFDSTUK 1 1

    1 1 0

    Productieheffingen met betrekking tot het verkoopseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

    p.m.

     

    p.m.

    1 1 1

    Bijdragen in verband met de opslag van suiker

    p.m.

     

    p.m.

    1 1 3

    Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

    p.m.

     

    p.m.

    1 1 7

    Productieheffing

    124 700 000

     

    124 700 000

    1 1 8

    Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

    p.m.

     

    p.m.

    1 1 9

    Overschotheffing

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

    124 700 000

     

    124 700 000

    HOOFDSTUK 1 2

    1 2 0

    Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    17 834 700 000

    800 000 000

    18 634 700 000

     

    HOOFDSTUK 1 2 — TOTAAL

    17 834 700 000

    800 000 000

    18 634 700 000

    HOOFDSTUK 1 3

    1 3 0

    Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    18 023 353 946

     

    18 023 353 946

     

    HOOFDSTUK 1 3 — TOTAAL

    18 023 353 946

     

    18 023 353 946

    HOOFDSTUK 1 4

    1 4 0

    Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    102 287 737 202

    –9 403 367 474

    92 884 369 728

     

    HOOFDSTUK 1 4 — TOTAAL

    102 287 737 202

    –9 403 367 474

    92 884 369 728

    HOOFDSTUK 1 5

    1 5 0

    Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    0,—

     

    0,—

     

    HOOFDSTUK 1 5 — TOTAAL

    0,—

     

    0,—

    HOOFDSTUK 1 6

    1 6 0

    Aan Nederland en Zweden toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 1 6 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

     

    Titel 1 — Totaal

    138 270 491 148

    –8 603 367 474

    129 667 123 674

    HOOFDSTUK 1 1 —

    BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

    HOOFDSTUK 1 2 —

    DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    HOOFDSTUK 1 3 —

    EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    HOOFDSTUK 1 4 —

    EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    HOOFDSTUK 1 5 —

    CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

    HOOFDSTUK 1 6 —

    AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

    HOOFDSTUK 1 2 —   DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    1 2 0
    Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    17 834 700 000

    800 000 000

    18 634 700 000

    Toelichting

    De toewijzing van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Unie vrij verkeer van goederen bestaat. Onder dit artikel kunnen de heffingen, premies, extra bedragen of compenserende bedragen, aanvullende bedragen of aanvullende elementen, rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en de overige door de instellingen van de Unie ingevoerde of in te voeren rechten op het handelsverkeer met derde landen en de douanerechten op de onder het vroegere Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallende producten worden opgevoerd.

    Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

    Lidstaat

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    België

    1 700 817 398

    76 292 504

    1 777 109 902

    Bulgarije

    58 162 561

    2 608 962

    60 771 523

    Tsjechië

    209 591 104

    9 401 497

    218 992 601

    Denemarken

    328 798 618

    14 748 714

    343 547 332

    Duitsland

    3 515 695 181

    157 701 345

    3 673 396 526

    Estland

    23 573 852

    1 057 438

    24 631 290

    Ierland

    245 723 952

    11 022 286

    256 746 238

    Griekenland

    128 678 232

    5 772 039

    134 450 271

    Spanje

    1 213 487 198

    54 432 637

    1 267 919 835

    Frankrijk

    1 540 432 850

    69 098 234

    1 609 531 084

    Kroatië

    43 338 829

    1 944 023

    45 282 852

    Italië

    1 550 830 051

    69 564 615

    1 620 394 666

    Cyprus

    18 323 780

    821 938

    19 145 718

    Letland

    27 176 843

    1 219 055

    28 395 898

    Litouwen

    65 780 312

    2 950 666

    68 730 978

    Luxemburg

    15 029 617

    674 174

    15 703 791

    Hongarije

    110 457 394

    4 954 718

    115 412 112

    Malta

    11 426 627

    512 557

    11 939 184

    Nederland

    2 130 911 520

    95 584 967

    2 226 496 487

    Oostenrijk

    199 811 559

    8 962 822

    208 774 381

    Polen

    461 594 554

    20 705 459

    482 300 013

    Portugal

    123 942 873

    5 559 628

    129 502 501

    Roemenië

    117 148 662

    5 254 864

    122 403 526

    Slovenië

    62 589 092

    2 807 520

    65 396 612

    Slowakije

    95 633 662

    4 289 779

    99 923 441

    Finland

    111 486 820

    5 000 895

    116 487 715

    Zweden

    497 212 688

    22 303 159

    519 515 847

    Verenigd Koninkrijk

    3 227 044 171

    144 753 505

    3 371 797 676

    Totaal van artikel 1 2 0

    17 834 700 000

    800 000 000

    18 634 700 000

    HOOFDSTUK 1 4 —   EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    1 4 0
    Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    102 287 737 202

    –9 403 367 474

    92 884 369 728

    Toelichting

    De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Unie altijd in evenwicht is ex ante.

    Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

    Het voor dit begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,6618 %.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).

    Lidstaat

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    België

    2 948 138 218

    – 271 023 955

    2 677 114 263

    Bulgarije

    300 569 728

    –27 631 539

    272 938 189

    Tsjechië

    1 042 222 019

    –95 812 038

    946 409 981

    Denemarken

    1 961 742 240

    – 180 344 034

    1 781 398 206

    Duitsland

    21 864 405 229

    –2 010 006 699

    19 854 398 530

    Estland

    142 812 302

    –13 128 812

    129 683 490

    Ierland

    1 170 159 800

    – 107 573 428

    1 062 586 372

    Griekenland

    1 281 873 093

    – 117 843 293

    1 164 029 800

    Spanje

    7 815 907 916

    – 718 520 678

    7 097 387 238

    Frankrijk

    15 814 431 821

    –1 453 829 344

    14 360 602 477

    Kroatië

    302 256 027

    –27 786 561

    274 469 466

    Italië

    11 502 867 468

    –1 057 464 881

    10 445 402 587

    Cyprus

    118 108 966

    –10 857 822

    107 251 144

    Letland

    179 251 974

    –16 478 732

    162 773 242

    Litouwen

    265 124 885

    –24 373 075

    240 751 810

    Luxemburg

    220 672 982

    –20 286 587

    200 386 395

    Hongarije

    749 838 714

    –68 933 082

    680 905 632

    Malta

    57 924 570

    –5 325 038

    52 599 532

    Nederland

    4 802 411 377

    – 441 488 298

    4 360 923 079

    Oostenrijk

    2 333 565 332

    – 214 525 934

    2 119 039 398

    Polen

    2 913 421 073

    – 267 832 388

    2 645 588 685

    Portugal

    1 245 527 807

    – 114 502 050

    1 131 025 757

    Roemenië

    1 106 037 387

    – 101 678 620

    1 004 358 767

    Slovenië

    267 427 364

    –24 584 744

    242 842 620

    Slowakije

    537 365 257

    –49 400 281

    487 964 976

    Finland

    1 452 033 370

    – 133 486 220

    1 318 547 150

    Zweden

    3 135 321 563

    – 288 231 821

    2 847 089 742

    Verenigd Koninkrijk

    16 756 318 720

    –1 540 417 520

    15 215 901 200

    Totaal van artikel 1 4 0

    102 287 737 202

    –9 403 367 474

    92 884 369 728

    TITEL 3

    OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

    Artikel

    Post

    Rubriek

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    HOOFDSTUK 3 0

    3 0 0

    Overschot van het vorige begrotingsjaar

    1 434 557 708

     

    1 434 557 708

    3 0 2

    Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 3 0 — TOTAAL

    1 434 557 708

     

    1 434 557 708

    HOOFDSTUK 3 1

    3 1 0

    Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    3 1 0 3

    Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    p.m.

    – 192 713 000

    – 192 713 000

     

    Artikel 3 1 0 — Totaal

    p.m.

    – 192 713 000

    – 192 713 000

     

    HOOFDSTUK 3 1 — TOTAAL

    p.m.

    – 192 713 000

    – 192 713 000

    HOOFDSTUK 3 2

    3 2 0

    Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    3 2 0 3

    Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    p.m.

    7 325 957 000

    7 325 957 000

     

    Artikel 3 2 0 — Totaal

    p.m.

    7 325 957 000

    7 325 957 000

     

    HOOFDSTUK 3 2 — TOTAAL

    p.m.

    7 325 957 000

    7 325 957 000

    HOOFDSTUK 3 4

    3 4 0

    Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 3 4 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 3 5

    3 5 0

    Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

    3 5 0 4

    Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

    0,—

     

    0,—

     

    Artikel 3 5 0 — Totaal

    0,—

     

    0,—

     

    HOOFDSTUK 3 5 — TOTAAL

    0,—

     

    0,—

    HOOFDSTUK 3 6

    3 6 0

    Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

    3 6 0 4

    Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

    0,—

     

    0,—

     

    Artikel 3 6 0 — Totaal

    0,—

     

    0,—

     

    HOOFDSTUK 3 6 — TOTAAL

    0,—

     

    0,—

     

    Titel 3 — Totaal

    1 434 557 708

    7 133 244 000

    8 567 801 708

    HOOFDSTUK 3 0 —

    OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

    HOOFDSTUK 3 1 —

    SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

    HOOFDSTUK 3 2 —

    SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

    HOOFDSTUK 3 4 —

    AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

    HOOFDSTUK 3 5 —

    RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

    HOOFDSTUK 3 6 —

    RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

    HOOFDSTUK 3 1 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

    3 1 0
    Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    3 1 0 3
    Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    p.m.

    – 192 713 000

    – 192 713 000

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 zenden de lidstaten vóór 31 juli aan de Commissie een overzicht waarin het totale eindbedrag wordt vermeld van de voor het voorgaande kalenderjaar berekende grondslag van de btw-middelen.

    Op de debetzijde van elke lidstaat wordt een bedrag ingeschreven dat volgens regels van de Unie wordt berekend op basis van dat overzicht en op de creditzijde de twaalf betalingen die in het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht. De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening van de Commissie kan boeken.

    Rectificaties van de bovenbedoelde overzichten als gevolg van controles door de Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 en/of wijzigingen in het bni van vroegere begrotingsjaren die gevolgen hebben wat betreft de aftopping van de btw-grondslag, geven aanleiding tot aanpassingen van de btw-saldi.

    De in de begroting opgenomen bedragen zijn inclusief de in 2014 uitgestelde saldi.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 4, 5 en 8.

    Lidstaat

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    België

    p.m.

    72 870 000

    72 870 000

    Bulgarije

    p.m.

    1 525 000

    1 525 000

    Tsjechië

    p.m.

    9 640 000

    9 640 000

    Denemarken

    p.m.

    –5 927 000

    –5 927 000

    Duitsland

    p.m.

    – 103 806 000

    – 103 806 000

    Estland

    p.m.

    608 000

    608 000

    Ierland

    p.m.

    7 099 000

    7 099 000

    Griekenland

    p.m.

    –45 286 000

    –45 286 000

    Spanje

    p.m.

    –72 892 000

    –72 892 000

    Frankrijk

    p.m.

    –43 477 000

    –43 477 000

    Kroatië

    p.m.

    –1 184 000

    –1 184 000

    Italië

    p.m.

    – 216 644 000

    – 216 644 000

    Cyprus

    p.m.

    11 239 000

    11 239 000

    Letland

    p.m.

    1 669 000

    1 669 000

    Litouwen

    p.m.

    358 000

    358 000

    Luxemburg

    p.m.

    14 886 000

    14 886 000

    Hongarije

    p.m.

    4 379 000

    4 379 000

    Malta

    p.m.

    3 630 000

    3 630 000

    Nederland

    p.m.

    –26 259 000

    –26 259 000

    Oostenrijk

    p.m.

    –4 400 000

    –4 400 000

    Polen

    p.m.

    30 536 000

    30 536 000

    Portugal

    p.m.

    18 273 000

    18 273 000

    Roemenië

    p.m.

    –12 492 000

    –12 492 000

    Slovenië

    p.m.

    1 905 000

    1 905 000

    Slowakije

    p.m.

    6 967 000

    6 967 000

    Finland

    p.m.

    –8 412 000

    –8 412 000

    Zweden

    p.m.

    1 356 000

    1 356 000

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    161 126 000

    161 126 000

    Totaal van post 3 1 0 3

    p.m.

    – 192 713 000

    – 192 713 000

    HOOFDSTUK 3 2 —   SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

    3 2 0
    Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    3 2 0 3
    Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    p.m.

    7 325 957 000

    7 325 957 000

    Toelichting

    Aan de hand van de op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door de lidstaten verstrekte cijfers betreffende de bni/mp-grootheid en de elementen daarvan voor het voorgaande begrotingsjaar, wordt iedere lidstaat gedebiteerd voor een bedrag dat volgens regels van de Unie wordt berekend en gecrediteerd voor de 12 betalingen die in de loop van het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht.

    De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de betrokken lidstaat mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening kan boeken.

    Wijzigingen in het bruto nationaal product/bruto nationaal inkomen van vroegere begrotingsjaren in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003, geven met inachtneming van de artikelen 4 en 5 daarvan, voor de betrokken lidstaat aanleiding tot een aanpassing van het overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bepaalde saldo.

    De in de begroting opgenomen bedragen zijn inclusief de in 2014 uitgestelde saldi.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 6, 7 en 8.

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).

    Lidstaat

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    België

    p.m.

    147 716 000

    147 716 000

    Bulgarije

    p.m.

    59 923 000

    59 923 000

    Tsjechië

    p.m.

    51 471 000

    51 471 000

    Denemarken

    p.m.

    –60 420 000

    –60 420 000

    Duitsland

    p.m.

    383 851 000

    383 851 000

    Estland

    p.m.

    11 786 000

    11 786 000

    Ierland

    p.m.

    156 657 000

    156 657 000

    Griekenland

    p.m.

    – 171 235 000

    – 171 235 000

    Spanje

    p.m.

    – 333 271 000

    – 333 271 000

    Frankrijk

    p.m.

    300 400 000

    300 400 000

    Kroatië

    p.m.

    –5 551 000

    –5 551 000

    Italië

    p.m.

    1 167 877 000

    1 167 877 000

    Cyprus

    p.m.

    55 184 000

    55 184 000

    Letland

    p.m.

    –1 293 000

    –1 293 000

    Litouwen

    p.m.

    6 460 000

    6 460 000

    Luxemburg

    p.m.

    74 065 000

    74 065 000

    Hongarije

    p.m.

    42 869 000

    42 869 000

    Malta

    p.m.

    17 767 000

    17 767 000

    Nederland

    p.m.

    538 657 000

    538 657 000

    Oostenrijk

    p.m.

    –72 668 000

    –72 668 000

    Polen

    p.m.

    197 995 000

    197 995 000

    Portugal

    p.m.

    21 688 000

    21 688 000

    Roemenië

    p.m.

    40 791 000

    40 791 000

    Slovenië

    p.m.

    14 745 000

    14 745 000

    Slowakije

    p.m.

    –14 817 000

    –14 817 000

    Finland

    p.m.

    9 616 000

    9 616 000

    Zweden

    p.m.

    41 121 000

    41 121 000

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    4 644 573 000

    4 644 573 000

    Totaal van post 3 2 0 3

    p.m.

    7 325 957 000

    7 325 957 000

    TITEL 5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

    Artikel

    Post

    Rubriek

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    HOOFDSTUK 5 0

    5 0 0

    Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0

    Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 0 0 1

    Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 0 0 2

    Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    Artikel 5 0 0 — Totaal

    p.m.

     

    p.m.

    5 0 1

    Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

    p.m.

     

    p.m.

    5 0 2

    Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 1

    5 1 0

    Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 1 1

    Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0

    Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 1 1 1

    Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    Artikel 5 1 1 — Totaal

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 2

    5 2 0

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instellingen

    453 674

     

    453 674

    5 2 1

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

    10 000 000

    40 000 000

    50 000 000

    5 2 2

    Interest yielded by prefinancing

    40 000 000

     

    40 000 000

    5 2 3

    Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

    50 453 674

    40 000 000

    90 453 674

    HOOFDSTUK 5 5

    5 5 0

    Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 5 1

    Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 7

    5 7 0

    Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 7 1

    Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 7 2

    Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

    p.m.

     

    p.m.

    5 7 3

    Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 7 4

    Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 8

    5 8 0

    Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 8 1

    Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 9

    5 9 0

    Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

    4 000 000

     

    4 000 000

     

    HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

    4 000 000

     

    4 000 000

     

    Titel 5 — Totaal

    54 453 674

    40 000 000

    94 453 674

    HOOFDSTUK 5 0 —

    OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

    HOOFDSTUK 5 1 —

    HUUROPBRENGSTEN

    HOOFDSTUK 5 2 —

    OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    HOOFDSTUK 5 5 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    HOOFDSTUK 5 7 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

    HOOFDSTUK 5 8 —

    DIVERSE VERGOEDINGEN

    HOOFDSTUK 5 9 —

    OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

    HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    5 2 1
    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    10 000 000

    40 000 000

    50 000 000

    Toelichting

    Op dit begrotingsonderdeel worden de ontvangsten opgevoerd die voortkomen uit de terugstorting van rente door gesubsidieerde organisaties die voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. De ongebruikte voorschotten en de rente daarop moeten aan de Commissie worden teruggestort.

    Commissie

     

    50 000 000

    TITEL 7

    INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

    Artikel

    Post

    Rubriek

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    HOOFDSTUK 7 0

    7 0 0

    Intrest voor betalingsachterstand

    7 0 0 0

    Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten

    5 000 000

    5 000 000

    10 000 000

    7 0 0 1

    Overige intrest voor betalingsachterstand

    3 000 000

     

    3 000 000

     

    Artikel 7 0 0 — Totaal

    8 000 000

    5 000 000

    13 000 000

    7 0 1

    Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten

    15 000 000

    30 000 000

    45 000 000

     

    HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

    23 000 000

    35 000 000

    58 000 000

    HOOFDSTUK 7 1

    7 1 0

    Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

    100 000 000

    1 315 000 000

    1 415 000 000

    7 1 1

    Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto’s

    p.m.

     

    p.m.

    7 1 2

    Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

    p.m.

    50 000 000

    50 000 000

     

    HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL

    100 000 000

    1 365 000 000

    1 465 000 000

    HOOFDSTUK 7 2

    7 2 0

    Rente op deposito's en boeten

    7 2 0 0

    Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    Artikel 7 2 0 — Totaal

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 7 2 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

     

    Titel 7 — Totaal

    123 000 000

    1 400 000 000

    1 523 000 000

    HOOFDSTUK 7 0 —

    INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    HOOFDSTUK 7 1 —

    GELDBOETEN

    HOOFDSTUK 7 2 —

    RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

    HOOFDSTUK 7 0 —   INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    7 0 0
    Intrest voor betalingsachterstand

    7 0 0 0
    Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    5 000 000

    5 000 000

    10 000 000

    Toelichting

    Lidstaten die bedragen te laat overmaken op de rekening van de Commissie als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000, zijn intrest voor betalingsachterstand verschuldigd.

    Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar herfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

    Voor de lidstaten die niet de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

    De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen die in artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 worden genoemd.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    10 000 000

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    10 000 000

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

    7 0 1
    Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    15 000 000

    30 000 000

    45 000 000

    Toelichting

    Op deze post worden de uitstaande rente op bijzondere rekeningen voor boeten en de intrest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

    HOOFDSTUK 7 1 —   GELDBOETEN

    7 1 0
    Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    100 000 000

    1 315 000 000

    1 415 000 000

    Toelichting

    De Commissie kan boeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemersverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna vermelde verordeningen of van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    De boeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen; de onderneming moet aanvaarden dat rente verschuldigd zal zijn na de uiterste datum voor betaling en de Commissie uiterlijk op de uiterste datum voor betaling een bankgarantie verstrekken die de hoofdsom van de schuld en rente of kosten dekt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

    7 1 2
    Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    p.m.

    50 000 000

    50 000 000

    Rechtsgronden

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 260, lid 2.

    TITEL 8

    OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    Artikel

    Post

    Rubriek

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    HOOFDSTUK 8 0

    8 0 0

    Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

    p.m.

     

    p.m.

    8 0 1

    Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

    p.m.

     

    p.m.

    8 0 2

    Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 8 1

    8 1 0

    Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

    p.m.

    30 000 000

    30 000 000

    8 1 3

    Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL

    p.m.

    30 000 000

    30 000 000

    HOOFDSTUK 8 2

    8 2 7

    Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

    p.m.

     

    p.m.

    8 2 8

    Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 8 3

    8 3 5

    Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 8 5

    8 5 0

    Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

    6 890 000

     

    6 890 000

     

    HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL

    6 890 000

     

    6 890 000

     

    Titel 8 — Totaal

    6 890 000

    30 000 000

    36 890 000

    HOOFDSTUK 8 0 —

    ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    HOOFDSTUK 8 1 —

    DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

    HOOFDSTUK 8 2 —

    ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

    HOOFDSTUK 8 3 —

    ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

    HOOFDSTUK 8 5 —

    OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

    HOOFDSTUK 8 1 —   DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

    8 1 0
    Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    p.m.

    30 000 000

    30 000 000

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal geboekt die uit de kredieten van de hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

    Het bevat ook de aflossingen op en de renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal verstrekt aan sommige lidstaten in het Middellandse Zeegebied, maar dit maakt slechts een zeer klein gedeelte van het totale bedrag uit. De leningen dateren van toen de betrokken landen nog geen lid van de Unie waren.

    De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

    Op deze post kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de bestemmingsontvangsten worden geboekt die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Rechtsgronden

    Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven in afdeling III „Commissie”.

    AFDELING III

    COMMISSIE

    ONTVANGSTEN

    TITEL 5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Rubriek

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    HOOFDSTUK 5 0

    5 0 0

    Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0

    Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 0 0 1

    Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 0 0 2

    Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    Artikel 5 0 0 — Totaal

    p.m.

     

    p.m.

    5 0 1

    Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

    p.m.

     

    p.m.

    5 0 2

    Verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 5 0 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 1

    5 1 0

    Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 1 1

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 1 1 1

    Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    Artikel 5 1 1 — Totaal

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 5 1 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 2

    5 2 0

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    p.m.

     

    p.m.

    5 2 1

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

    10 000 000

    40 000 000

    50 000 000

    5 2 2

    Rente op voorfinancieringen

    40 000 000

     

    40 000 000

    5 2 3

    Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 5 2 — TOTAAL

    50 000 000

    40 000 000

    90 000 000

    HOOFDSTUK 5 5

    5 5 0

    Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 5 1

    Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 5 5 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 7

    5 7 0

    Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 7 1

    Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 7 2

    Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

    p.m.

     

    p.m.

    5 7 3

    Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 5 7 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 8

    5 8 0

    Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

    5 8 1

    Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 5 8 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 9

    5 9 0

    Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

    4 000 000

     

    4 000 000

     

    HOOFDSTUK 5 9 — TOTAAL

    4 000 000

     

    4 000 000

     

    Titel 5 — Totaal

    54 000 000

    40 000 000

    94 000 000

    HOOFDSTUK 5 0 —

    OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

    HOOFDSTUK 5 1 —

    HUUROPBRENGSTEN

    HOOFDSTUK 5 2 —

    OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    HOOFDSTUK 5 5 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    HOOFDSTUK 5 7 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 5 8 —

    DIVERSE VERGOEDINGEN

    HOOFDSTUK 5 9 —

    OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

    HOOFDSTUK 5 2 —   OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    5 2 1
    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    10 000 000

    40 000 000

    50 000 000

    Toelichting

    Dit artikel bevat de ontvangsten uit de opbrengst van de terugbetaling van rente door gesubsidieerde organisaties die de voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. Worden die voorschotten niet besteed, dan moeten zij samen met de verworven rente aan de Commissie worden terugbetaald.

    TITEL 7

    INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

    Artikel

    Post

    Rubriek

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    HOOFDSTUK 7 0

    7 0 0

    Interest voor betalingsachterstand

    7 0 0 0

    Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

    5 000 000

    5 000 000

    10 000 000

    7 0 0 1

    Overige interest voor betalingsachterstand

    3 000 000

     

    3 000 000

     

    Artikel 7 0 0 — Totaal

    8 000 000

    5 000 000

    13 000 000

    7 0 1

    Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten

    15 000 000

    30 000 000

    45 000 000

     

    HOOFDSTUK 7 0 — TOTAAL

    23 000 000

    35 000 000

    58 000 000

    HOOFDSTUK 7 1

    7 1 0

    Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

    100 000 000

    1 315 000 000

    1 415 000 000

    7 1 1

    Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto's

    p.m.

     

    p.m.

    7 1 2

    Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

    p.m.

    50 000 000

    50 000 000

     

    HOOFDSTUK 7 1 — TOTAAL

    100 000 000

    1 365 000 000

    1 465 000 000

    HOOFDSTUK 7 2

    7 2 0

    Rente op deposito's en boeten

    7 2 0 0

    Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

     

    p.m.

     

    Artikel 7 2 0 — Totaal

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 7 2 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

     

    Titel 7 — Totaal

    123 000 000

    1 400 000 000

    1 523 000 000

    HOOFDSTUK 7 0 —

    INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    HOOFDSTUK 7 1 —

    GELDBOETEN

    HOOFDSTUK 7 2 —

    RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

    HOOFDSTUK 7 0 —   INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    7 0 0
    Interest voor betalingsachterstand

    7 0 0 0
    Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    5 000 000

    5 000 000

    10 000 000

    Toelichting

    Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente.

    Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

    Voor de lidstaten die de euro niet als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

    De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen in het kader van artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

    7 0 1
    Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    15 000 000

    30 000 000

    45 000 000

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de uitstaande rente op bijzondere bankrekeningen voor boeten en de interest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

    HOOFDSTUK 7 1 —   GELDBOETEN

    7 1 0
    Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    100 000 000

    1 315 000 000

    1 415 000 000

    Toelichting

    De Commissie kan geldboeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondenemingsverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna opgesomde verordeningen of in het kader van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    Normaal gesproken moeten de geldboeten worden betaald binnen de drie maanden volgend op de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie zal het bedrag evenwel niet innen wanneer de onderneming een beroep heeft ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Unie; de onderneming moet aanvaarden dat na de uiterste betalingstermijn rente verschuldigd is op de schuld en dat uiterlijk op die datum aan de Commissie een bankgarantie wordt verstrekt ten belope van het hoofdbedrag en de renten of vermeerderingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

    7 1 2
    Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    p.m.

    50 000 000

    50 000 000

    Rechtsgronden

    Artikel 260, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    TITEL 8

    OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    Artikel

    Post

    Rubriek

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    HOOFDSTUK 8 0

    8 0 0

    Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

    p.m.

     

    p.m.

    8 0 1

    Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

    p.m.

     

    p.m.

    8 0 2

    Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 8 0 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 8 1

    8 1 0

    Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

    p.m.

    30 000 000

    30 000 000

    8 1 3

    Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Community Investment Partners aan de ontwikkelingslanden in het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 8 1 — TOTAAL

    p.m.

    30 000 000

    30 000 000

    HOOFDSTUK 8 2

    8 2 7

    Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

    p.m.

     

    p.m.

    8 2 8

    Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 8 2 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 8 3

    8 3 5

    Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

    p.m.

     

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 8 3 — TOTAAL

    p.m.

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 8 5

    8 5 0

    Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

    6 890 000

     

    6 890 000

     

    HOOFDSTUK 8 5 — TOTAAL

    6 890 000

     

    6 890 000

     

    Titel 8 — Totaal

    6 890 000

    30 000 000

    36 890 000

    HOOFDSTUK 8 0 —

    ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    HOOFDSTUK 8 1 —

    DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

    HOOFDSTUK 8 2 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

    HOOFDSTUK 8 3 —

    ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

    HOOFDSTUK 8 5 —

    OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

    HOOFDSTUK 8 1 —   DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

    8 1 0
    Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    p.m.

    30 000 000

    30 000 000

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

    Het omvat ook aflossingen op en renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal aan bepaalde lidstaten uit het Middellandse Zeegebied, die een zeer klein gedeelte van het totaalbedrag vertegenwoordigen. Deze leningen/dit risicokapitaal werd(en) verstrekt op het ogenblik dat de landen nog niet tot de Unie waren toegetreden.

    De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

    Dit artikel is overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement bestemd voor de opname van de eventuele ontvangsten die niet onder de andere onderdelen van titel 6 vallen en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Rechtsgronden

    Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 21 03 en 22 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    AFDELING IX

    EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING

    ONTVANGSTEN

    Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming voor het begrotingsjaar 2015

    Rubriek

    Bedrag

    Uitgaven

    8 883 891

    Eigen inkomsten

    – 959 000

    Te ontvangen bijdrage

    7 924 891

    UITGAVEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Rubriek

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    1

    UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 0

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    1 009 243

    –56 160

    953 083

    1 1

    PERSONEEL VAN DE INSTELLING

    4 981 725

     

    4 981 725

     

    Titel 1 — Totaal

    5 990 968

    –56 160

    5 934 808

    2

    GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

    2 0

    GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

    2 381 750

    –67 314

    2 314 436

     

    Titel 2 — Totaal

    2 381 750

    –67 314

    2 314 436

    3

    EUROPEES COMITÉ VOOR GEGEVENSBESCHERMING

    3 0

    UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

    511 173

     

    511 173

     

    Titel 3 — Totaal

    511 173

     

    511 173

    10

    OVERIGE UITGAVEN

    10 0

    VOORZIENINGEN

    p.m.

     

    p.m.

    10 1

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    p.m.

     

    p.m.

     

    Titel 10 — Totaal

    p.m.

     

    p.m.

     

    TOTAAL-GENERAAL

    8 883 891

    – 123 474

    8 760 417

    TITEL 1

    UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    Artikel

    Post

    Rubriek

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    HOOFDSTUK 1 0

    1 0 0

    Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

    1 0 0 0

    Salaris en vergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    627 689

     

    627 689

    1 0 0 1

    Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

     

    1 0 0 2

    Overbruggingstoelagen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    296 000

    –45 000

    251 000

    1 0 0 3

    Pensioenen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

     

    p.m.

    1 0 0 4

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    11 160

    –11 160

    p.m.

     

    Artikel 1 0 0 — Totaal

    934 849

    –56 160

    878 689

    1 0 1

    Overige uitgaven in verband met de leden

    1 0 1 0

    Bijscholing

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    15 000

     

    15 000

    1 0 1 1

    Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    59 394

     

    59 394

     

    Artikel 1 0 1 — Totaal

    74 394

     

    74 394

     

    HOOFDSTUK 1 0 — TOTAAL

    1 009 243

    –56 160

    953 083

    HOOFDSTUK 1 1

    1 1 0

    Salaris, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

    1 1 0 0

    Salaris en vergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 105 808

     

    4 105 808

    1 1 0 1

    Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    50 000

     

    50 000

    1 1 0 2

    Betaalde overuren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

     

    p.m.

    1 1 0 3

    Buitengewone bijstand

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

     

    1 1 0 4

    Vergoedingen en diverse bijdragen bij vervroegde beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

     

    p.m.

    1 1 0 5

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

     

     

    Artikel 1 1 0 — Totaal

    4 155 808

     

    4 155 808

    1 1 1

    Andere personeelsleden

    1 1 1 0

    Arbeidscontractanten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    251 756

     

    251 756

    1 1 1 1

    Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    179 428

     

    179 428

    1 1 1 2

    Uit te besteden diensten en werkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    51 202

     

    51 202

     

    Artikel 1 1 1 — Totaal

    482 386

     

    482 386

    1 1 2

    Overige uitgaven in verband met het personeel

    1 1 2 0

    Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    157 398

     

    157 398

    1 1 2 1

    Aanwerving van personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    6 789

     

    6 789

    1 1 2 2

    Bijscholing

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    78 500

     

    78 500

    1 1 2 3

    Sociale dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

     

    p.m.

    1 1 2 4

    Medische dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    14 844

     

    14 844

    1 1 2 5

    Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    80 000

     

    80 000

    1 1 2 6

    Betrekkingen tussen de personeelsleden en andere sociale maatregelen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    6 000

     

    6 000

     

    Artikel 1 1 2 — Totaal

    343 531

     

    343 531

     

    HOOFDSTUK 1 1 — TOTAAL

    4 981 725

     

    4 981 725

     

    Titel 1 — Totaal

    5 990 968

    –56 160

    5 934 808

    HOOFDSTUK 1 0 —

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 1 1 —

    PERSONEEL VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 1 0 —   LEDEN VAN DE INSTELLING

    1 0 0
    Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

    1 0 0 2
    Overbruggingstoelagen

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    296 000

    –45 000

    251 000

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

    Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de leden van de instelling na beëindiging van de dienst.

    1 0 0 4
    Voorziening

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    11 160

    –11 160

    p.m.

    Toelichting

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en pensioenen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Dir krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

    TITEL 2

    GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Rubriek

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    HOOFDSTUK 2 0

    2 0 0

    Huur, lasten en uitgaven voor gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    885 000

     

    885 000

    2 0 1

    Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

    2 0 1 0

    Materieel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    367 500

     

    367 500

    2 0 1 1

    Benodigdheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    15 000

     

    15 000

    2 0 1 2

    Overige uitgaven in verband met de werking

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    110 250

     

    110 250

    2 0 1 3

    Vertaling en vertolking

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    775 000

    –67 314

    707 686

    2 0 1 4

    Publicaties en voorlichting

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    112 000

     

    112 000

    2 0 1 5

    Uitgaven in verband met de activiteiten van de instelling

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    117 000

     

    117 000

     

    Artikel 2 0 1 — Totaal

    1 496 750

    –67 314

    1 429 436

     

    HOOFDSTUK 2 0 — TOTAAL

    2 381 750

    –67 314

    2 314 436

     

    Titel 2 — Totaal

    2 381 750

    –67 314

    2 314 436

    HOOFDSTUK 2 0 —

    GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 2 0 —   GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

    2 0 1
    Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

    2 0 1 3
    Vertaling en vertolking

    Begroting 2015

    Gewijzigde begroting nr. 8/2015

    Nieuw bedrag

    775 000

    –67 314

    707 686

    Toelichting

    Overeenkomst inzake administratieve samenwerking tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de instelling die de dienst verricht.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vertaling en vertolking en andere daarmee verband houdende kosten.


    (1)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2015 (PB L 69 van 13.3.2015) plus met die van gewijzigde begrotingen nr. 1/2015 tot en met nr. 8/2015.

    (2)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2014 (PB L 51 van 20.2.2014) plus met die van gewijzigde begrotingen nr. 1/2014 tot en met nr. 7/2014.

    (3)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

    (4)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2015 (PB L 69 van 13.3.2015) plus met die van gewijzigde begrotingen nr. 1/2015 tot en met nr. 8/2015.

    (5)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2014 (PB L 51 van 20.2.2014) plus met die van gewijzigde begrotingen nr. 1/2014 tot en met nr. 7/2014.

    (6)  De eigen middelen voor de begroting 2015 worden bepaald op grond van de begrotingsprognoses aangenomen op de 163e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen op 19 mei 2015.

    (7)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

    (8)  De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.

    (9)  Berekening van het percentage: (92 884 369 728) / (140 340 939 259) = 0,661847998299209.

    (10)  Afgeronde percentages.

    (11)  Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in de tien lidstaten die tot de Unie zijn toegetreden op 1 mei 2004 en in de twee lidstaten die zijn toegetreden op 1 januari 2007, uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.

    (12)  Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.

    (13)  Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.

    (14)  Afgeronde percentages.

    (15)  Het bedrag van de met de uitbreiding verband houdende uitgaven komt overeen met de totale toegewezen uitgaven in de tien lidstaten die tot de Unie zijn toegetreden op 1 mei 2004 en in de twee lidstaten die zijn toegetreden op 1 januari 2007, uitgezonderd de rechtstreekse betalingen en de marktgerelateerde uitgaven in de landbouw en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige gedeelte van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.

    (16)  Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.

    (17)  Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.

    (18)  Noot: het verschil van – 380 865 288 EUR tussen het voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2013 (5 923 047 619 EUR, zoals hierboven berekend) en het eerder in de begroting opgenomen bedrag van de Britse correctie voor 2013 (5 542 182 331 EUR, opgenomen in Gewijzigde Begroting nr. 3/2014) wordt gefinancierd overeenkomstig hoofdstuk 36 van Gewijzigde Begroting nr. 6/2015.

    (19)  Afgeronde percentages.

    (20)  De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal van: i) de betalingen gedaan aan de 10 nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2011, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2011 (5a), en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling (5b). Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.

    (21)  Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.

    (22)  Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.

    (23)  Noot: het verschil van – 512 207 055 EUR tussen het voorlopige bedrag van de Britse correctie voor 2012 (5 143 608 383 EUR, zoals hierboven berekend) en het eerder in de begroting opgenomen bedrag van de Britse correctie voor 2012 (4 631 401 328 EUR, opgenomen in Gewijzigde Begroting nr. 6/2013) wordt gefinancierd overeenkomstig hoofdstuk 36 van Gewijzigde Begroting nr. 6/2015.

    (24)  Afgeronde percentages.

    (25)  De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal van: i) de betalingen gedaan aan de 10 nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2010, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2010 (5a), en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling (5b). Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.

    (26)  Het „voordeel voor het Verenigd Koninkrijk” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.

    (27)  Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.

    (28)  Noot: het verschil van – 197 962 241 EUR tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2011 (4 386 373 990 EUR, zoals hierboven berekend) en het eerder in de begroting opgenomen bedrag van de Britse correctie voor 2011 (4 188 411 749 EUR, opgenomen in Gewijzigde Begroting nr. 3/2014) wordt gefinancierd overeenkomstig hoofdstuk 35 van Gewijzigde Begroting nr. 6/2015.

    (29)  p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (129 667 123 674 + 11 613 299 265 = 141 280 422 939 = 141 280 422 939).

    (30)  Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (129 667 123 674) / (14 034 093 925 900) = 0,92 %; maximumpercentage van de eigen middelen ten opzichte van het bni: 1,23 %.


    Top