EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0038

Verordening (EU) nr. 38/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2014 tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de verlening van gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden voor de vaststelling van bepaalde maatregelen

PB L 18 van 21.1.2014, p. 52–69 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/38/oj

21.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 18/52


VERORDENING (EU) Nr. 38/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 januari 2014

tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de verlening van gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden voor de vaststelling van bepaalde maatregelen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Een aantal basisverordeningen met betrekking tot het gemeenschappelijke handelsbeleid bepalen dat handelingen moeten worden vastgesteld op basis van de procedures, vastgesteld in Besluit 1999/468/EG van de Raad (2).

(2)

Een onderzoek van de van kracht zijnde wetgevingshandelingen die vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon niet aan de regelgevingsprocedure met toetsing waren aangepast, is nodig om te zorgen voor de nodige samenhang met de door dat Verdrag ingevoerde bepalingen. In sommige gevallen is het passend dat dergelijke handelingen worden gewijzigd om de Commissie overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie gedelegeerde bevoegdheden toe te kennen. Ook is het in sommige gevallen wenselijk bepaalde procedures toe te passen zoals omgeschreven in Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(3)

De volgende verordeningen moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd:

Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad (4),

Verordening (EG) nr. 517/94 van de Raad (5),

Verordening (EG) nr. 953/2003 van de Raad (6),

Verordening (EG) nr. 673/2005 van de Raad (7),

Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad (8),

Verordening (EG) nr. 55/2008 van de Raad (9),

Verordening (EG) nr. 1340/2008 van de Raad (10).

(4)

Teneinde de rechtszekerheid te waarborgen moet deze verordening de procedures voor de vaststelling van maatregelen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening ingeleid maar niet afgerond zijn, onverlet laten,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in de bijlage bij deze verordening vermelde verordeningen worden overeenkomstig de bijlage gewijzigd.

Artikel 2

De verwijzingen naar bepalingen van de in de bijlage bij deze verordening vermelde verordeningen moeten worden gelezen als verwijzingen naar die bepalingen zoals bij deze verordening gewijzigd.

Artikel 3

Deze verordening heeft geen gevolgen voor de procedures voor de vaststelling van maatregelen waarin de in de bijlage bij deze verordening vermelde verordeningen voorzien en die ingeleidmaar niet afgerond zijn vóór de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dertigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 15 januari 2014.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

D. KOURKOULAS


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 22 november 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en standpunt van de Raad in eerste lezing van 15 november 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Standpunt van het Europees Parlement van 12 december 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

(3)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(4)  Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad van 12 oktober 1993 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen (PB L 275 van 8.11.1993, blz. 1).

(5)  Verordening (EG) nr. 517/94 van de Raad van 7 maart 1994 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van textielproducten uit bepaalde derde landen, die niet vallen onder bilaterale overeenkomsten, protocollen of andere regelingen, noch onder een andere, bijzondere, communautaire regeling (PB L 67 van 10.3.1994, blz. 1).

(6)  Verordening (EG) nr. 953/2003 van de Raad van 26 mei 2003 ter voorkoming van verlegging van het handelsverkeer in bepaalde belangrijke geneesmiddelen naar de Europese Unie (PB L 135 van 3.6.2003, blz. 5).

(7)  Verordening (EG) nr. 673/2005 van de Raad van 25 april 2005 tot vaststelling van aanvullende douanerechten op de invoer van bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika (PB L 110 van 30.4.2005, blz. 1).

(8)  Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad van 20 december 2007 tot toepassing van de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), die zijn opgenomen in overeenkomsten tot instelling van, of leidende tot instelling van, een economische partnerschapsovereenkomst (PB L 348 van 31.12.2007, blz. 1).

(9)  Verordening (EG) nr. 55/2008 van de Raad van 21 januari 2008 tot invoering van autonome handelspreferenties voor de Republiek Moldavië en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 980/2005 en Besluit 2005/924/EG van de Commissie (PB L 20 van 24.1.2008, blz. 1).

(10)  Verordening (EG) nr. 1340/2008 van de Raad van 8 december 2008 betreffende de handel in bepaalde ijzer- en staalproducten tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kazachstan (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 1).


BIJLAGE

LIJST VAN VERORDENINGEN DIE ONDER HET GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSBELEID VALLEN EN WORDEN GEWIJZIGD ALS AANPASSING AAN ARTIKEL 290 VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE OF AAN DE TOEPASSELIJKE BEPALINGEN VAN VERORDENING (EU) Nr. 182/2011

1.   Verordening (EEG) nr. 3030/93

Wat Verordening (EEG) nr. 3030/93 betreft, moet, teneinde te zorgen voor het goed functioneren van het systeem voor het beheer van de invoer van bepaalde textielproducten, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van de wijzigingen van de bijlagen bij die verordening, het bieden van aanvullende mogelijkheden voor import door invoering of aanpassing van kwantitatieve maxima en door invoering van vrijwaringsmaatregelen en een stelsel van toezicht. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden bij de vaststelling van bepaalde maatregelen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3030/93, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.

Voor het voeren of openen van overleg dient de raadplegingsprocedure teworden gevolgd.

Bijgevolg wordt Verordening (EEG) nr. 3030/93 als volgt gewijzigd:

1)

Alle verwijzingen naar "artikel 17" worden begrepen als verwijzingen naar "artikel 17, lid 2,".

2)

Artikel 2, lid 6, wordt vervangen door:

"6.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanpassing van de definitie van kwantitatieve maxima, als vastgesteld in bijlage V, en de categorieën producten waarop zij van toepassing zijn, indien dit noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat latere wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur (GN) of besluiten tot wijziging van de indeling van deze producten niet tot een vermindering van deze kwantitatieve maxima leiden.".

3)

Artikel 6, lid 2, wordt vervangen door:

"2.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 bis gedelegeerde handelingen tot wijziging van de bijlagen vast te stellen ter aanpassing van de daarin vermelde kwantitatieve maxima en aldus de in lid 1 van dit artikel bedoelde situatie te verhelpen, waarbij de in de desbetreffende bilaterale overeenkomsten vervatte termijnen en voorwaarden naar behoren in acht worden genomen.

Wanneer bij de invoer van textielproducten tegen abnormaal lage prijzen, een vertraging bij de instelling van maatregelen schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen is en derhalve dit om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 16 ter neergelegde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen.".

4)

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door:

"Wanneer het in bepaalde omstandigheden nodig blijkt voor een of meer productategorieën grotere hoeveelheden in te voeren dan de in bijlage V vermelde hoeveelheden, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 16 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijlagen te wijzigen teneinde voor een bepaald contingentjaar extra invoermogelijkheden toe te staan.

In spoedeisende gevallen, wanneer een vertraging bij het toestaan van extra invoermogelijkheden voor een bepaald contingentjaar schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen is, en derhalve dit om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 16 bis neergelegde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen. De Commissie neemt een besluit binnen 15 werkdagen na ontvangst van een verzoek van een lidstaat.";

b)

de voorlaatste alinea wordt geschrapt.

5)

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 7 wordt punt b) geschrapt;

b)

lid 13 wordt vervangen door:

"13.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 bis gedelegeerde handelingen betreffende de in de leden 3 en 9 van dit artikel bedoelde maatregelen vast te stellen teneinde door wijzing van de bijlagen kwantitatieve maxima op te leggen.

In spoedeisende gevallen is, op eigen initiatief van de Commissie of binnen tien werkdagen na een verzoek van een lidstaat, waarin redenen van urgentie worden aangegeven, en wanneer een vertraging bij de instelling van maatregelen schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen is en dit derhalve om dwingende redenen van urgentie vereist is, de in artikel 16 ter bedoelde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen.".

6)

In artikel 13, lid 3, wordt de tweede alinea vervangen door:

"De Commissie besluit tot wijziging van bijlage III teneinde een systeem voor toezicht vooraf of achteraf in te stellen. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende de instelling van het systeem voor toezicht vooraf.".

7)

In artikel 15 worden de leden 3, 4 en 5 vervangen door:

"3.   Indien de Unie en het leverende land binnen de in artikel 16 vastgestelde termijn geen bevredigende oplossing kunnen vinden en indien de Commissie constateert dat er voldoende bewijs van ontwijking is, is de Commissie bevoegd overeenkomstig de procedure van artikel 16 bis gedelegeerde handelingen tot wijziging van bijlage V vast te stellen om een gelijkwaardige hoeveelheid producten van oorsprong uit het betrokken leverende land in mindering te brengen op de kwantitatieve maxima.

Wanneer de Commissie vaststelt dat er voldoende bewijs van ontwijking is, en een vertraging bij de instelling van maatregelen om de ontwijking aan te pakken schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen is, en dit derhalve om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 16 ter bedoelde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen.

4.   Overeenkomstig de bepalingen van de protocollen en bepaalde bilaterale overeenkomsten met derde landen kunnen de autoriteiten in de Unie de invoer van deze producten weigeren, wanneer er voldoende bewijs is dat valse verklaringen inzake vezelsamenstelling, hoeveelheid, aard of indeling van producten van oorsprong uit de betrokken landen zijn afgegeven. Wanneer blijkt dat het grondgebied van één van deze landen gebruikt wordt om producten die niet uit het betrokken land van oorsprong zijn, opnieuw te verzenden of de route ervan te verleggen, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 16 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde kwantitatieve maxima in te voeren ten aanzien van dezelfde producten van oorsprong uit dat land, indien daarvoor nog geen kwantitatieve maxima golden, of om de in dit lid bedoelde situatie te verhelpen door een wijziging van bijlage V.

Wanneer de Commissie vaststelt dat er voldoende bewijs van ontwijking is, en een vertraging bij de instelling van maatregelen om de ontwijking aan te pakken schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen is, en dit derhalve om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 16 ter bedoelde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen.

5.   Wanneer bovendien bewezen wordt dat het hierbij gaat om het grondgebied van niet in bijlage V genoemde derde landen die lid zijn van de WTO, vraagt de Commissie, overeenkomstig de in artikel 16 omschreven procedure overleg aan met het betrokken derde land of de betrokken derde landen teneinde de maatregelen te nemen die nodig zijn om het probleem op te lossen. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om kwantitatieve maxima in te stellen voor het betrokken derde land of de betrokken derde landen, of om de in dit lid bedoelde situatie te verhelpen door een wijziging van bijlage V.

Wanneer een vertraging bij de instelling van maatregelen om de ontwijking aan te pakken schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen is, en dit derhalve om dwingende redenen van urgentie vereist is, daarom dwingende urgente redenen dat vereisen, is de in artikel 16 ter bedoelde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen.".

8)

In artikel 16, lid 1, wordt de inleidende zin vervangen door:

"1.   Nadat zij de informatie aan de lidstaten heeft verstrekt, voert de Commissie het in deze verordening bedoelde overleg in overeenstemming met de volgende voorschriften:".

9)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 16 bis

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, als bedoeld in artikel 2, lid 6, artikel 6, lid 2, artikel 8, artikel 10, lid 13, artikel 13, lid 3, artikel 15, leden 3, 4 en 5, en artikel 19 van deze verordening, en in artikel 4, lid 3, van bijlage IV en artikel 2 en artikel 3, leden 1 en 3, van bijlage VII bij deze verordening, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar met ingang van 20 februari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden vóór het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 2, lid 6, artikel 6, lid 2, artikel 8, artikel 10, lid 13, artikel 13, lid 3, artikel 15, leden 3, 4 en 5, en artikel 19 van deze verordening, en in artikel 4, lid 3, van bijlage IV en artikel 2 en artikel 3, leden 1 en 3, van bijlage VII bij deze verordening bedoelde bevoegdheid te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Een overeenkomstig artikel 2, lid 6, artikel 8, artikel 10, lid 13, artikel 13, lid 3, artikel 15, leden 3, 4 en 5, en artikel 19 van deze verordening en artikel 4, lid 3, van bijlage IV bij deze verordening vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

6.   Een overeenkomstig artikel 6, lid 2, van deze verordening en artikel 2 en artikel 3, leden 1 en 3, van bijlage VII bij deze verordening vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 16 ter

Spoedprocedure

1.   Een overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handeling treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad wordt vermeld om welke redenen gebruik wordt gemaakt van de spoedprocedure.

2.   Het Europees Parlement of de Raad kan overeenkomstig de in artikel 16 bis, lid 5, of artikel 16 bis, lid 6, bedoelde procedure bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling. In dit geval trekt de Commissie de handeling onverwijld in na kennisgeving van het besluit waarbij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt.".

10)

In artikel 17 worden de koptekst en de leden 1 en 2 vervangen door:

"Artikel 17

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Comité textielproducten dat is opgericht bij artikel 25 van Verordening (EG) nr. 517/94 van de Raad (1). Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (2).

1 bis.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

11)

Artikel 17 bis wordt vervangen door:

"Artikel 17 bis

Het comité kan elke kwestie in verband met de toepassing van deze verordening die door de Commissie of op verzoek van een lidstaat aan de orde wordt gesteld, in overweging nemen.".

12)

Artikel 19 wordt vervangen door:

"Artikel 19

De Commissie is bevoegd gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 16 bis vast te stellen om zo nodig de toepasselijke bijlagen bij deze verordening te wijzigen om rekening te houden met de sluiting, de wijziging of de afloop van overeenkomsten, protocollen of regelingen met derde landen of wijzigingen in de regels van de Unie inzake statistieken, douaneregelingen of gemeenschappelijke regels voor invoer.".

13)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 19 bis

Verslag

De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad inzake de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (3), informatie op over de toepassing van deze verordening.

14)

Artikel 4, lid 3, van bijlage IV wordt vervangen door:

"3.   Wanneer is vastgesteld dat de bepalingen van deze verordening zijn geschonden, en nadat zij daarover overeenstemming heeft bereikt met het betrokken leveranciersland, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 16 bis van deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende de wijziging van de betrokken bijlagen bij deze verordening, die nodig zijn om een herhaling van dergelijke schendingen te voorkomen.

Wanneer een vertraging bij de instelling van maatregelen tegen acties die deze verordening schenden, schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen is en dit derhalve om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 16 ter van deze verordening bedoelde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen.".

15)

In bijlage VII wordt artikel 2 vervangen door:

"Artikel 2

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 bis van deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijzondere kwantitatieve maxima in te voeren voor de wederinvoer van producten waarop deze bijlage niet van toepassing is, mits op deze producten de in artikel 2 van deze verordening bedoelde kwantitatieve maxima van toepassing zijn.

Wanneer een vertraging bij de instelling van maatregelen tegen de wederinvoer na passieve veredeling, schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen is en dit derhalve om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 16 ter van deze verordening bedoelde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen.".

16)

In bijlage VII wordt artikel 3 als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

"1.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 bis van deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen om overboeking tussen categorieën, vervroegde benutting of overdracht van gedeelten van bijzondere kwantitatieve maxima naar het volgende jaar toe te staan.

Wanneer bij de instelling van maatregelen betreffende de belemmering van passieve veredeling schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen is, gelet op de wettelijke vereiste de overboekingen naar het volgende jaar te doen, en dit derhalve om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 16 ter van deze verordening bedoelde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen.";

b)

lid 3 wordt vervangen door:

"3.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 bis van deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen om de bijzondere kwantitatieve maxima aan te passen, wanneer aan extra invoer behoefte bestaat.

Wanneer er behoefte bestaat aan extra invoer en er een vertraging is bij het aanpassen van de specifieke kwantitatieve maxima, waardoor de toegang tot de vereiste extra invoer wordt belemmerd en schade zou worden veroorzaakt die moeilijk te herstellen is, en dit derhalve om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 16 ter van deze verordening bedoelde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen.".

2.   Verordening (EG) nr. 517/94

Wat Verordening (EG) nr. 517/94 betreft, moet, teneinde te zorgen voor het goed functioneren van het systeem voor het beheer van de invoer van bepaalde textielproducten, die niet vallen onder bilaterale overeenkomsten, protocollen of andere regelingen, noch onder andere, specifieke importregelingen van de Unie, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van wijzigingen in de bijlagen bij die verordening, wijziging van de invoervoorschriften en toepassing van de vrijwarings- en toezichtmaatregelen, op de in deze verordening vastgelegde voorwaarden. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau.

De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgendat de desbetreffende documenten tijdig en op gepastewijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 517/94, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011.

Voor de vaststelling van toezichtmaatregelen dient de raadplegingsprocedure te worden gevolgd, gelet op de effecten van de genoemde maatregelen en de sequentiële logica ervan met betrekking tot de vaststelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen.

Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 517/94 als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3, lid 3, wordt vervangen door:

"3.   Alle in bijlage V bij deze verordening genoemde textielproducten die van oorsprong zijn uit de aldaar genoemde landen, mogen in de Unie worden ingevoerd, op voorwaarde dat daarvoor door de Commissie een jaarlijks kwantitatief maximum is vastgesteld. Elk kwantitatief maximum is gebaseerd op voorgaande handelsstromen, of, bij ontstentenis daarvan, naar behoren gerechtvaardigde ramingen daarvan. De Commissie is bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de toepasselijke bijlagen bij deze verordening overeenkomstig artikel 25 bis betreffende de vaststelling van dergelijke jaarlijkse kwantitatieve maxima.".

2)

Artikel 5 wordt vervangen door:

"Artikel 5

1.   Het comité kan elke kwestie in verband met de toepassing van deze verordening die door de Commissie of op verzoek van een lidstaat aan de orde wordt gesteld, in overweging nemen.

2.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 25 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende de vereiste maatregelen om de bijlagen III tot en met VII bij deze verordening aan te passen indien er problemen bij de doeltreffende werking ervan optreden.".

3)

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

"1.   Wanneer de Commissie op grond van de ontvangen inlichtingen van oordeel is dat er voldoende redenen zijn om over te gaan tot een onderzoek van de voorwaarden waarop de in artikel 1 bedoelde producten worden ingevoerd, opent zij een onderzoek. De Commissie doet de lidstaten informatie toekomen zodra zij heeft besloten dat het nodig is een dergelijk onderzoek te openen.";

b)

in lid 2 wordt de eerste alinea vervangen door:

"2.   Naast de gegevens die zij uit hoofde van artikel 6 heeft ontvangen, wint de Commissie alle andere inlichtingen in die zij nodig acht en verifieert zij deze inlichtingen bij importeurs, handelaars, vertegenwoordigers, producenten en handelsverenigingen of -organisaties.".

4)

Artikel 8, lid 2, wordt vervangen door:

"2.   Indien de Commissie van oordeel is dat het niet nodig is toezicht van de Unie in te stellen of vrijwaringsmaatregelen te nemen, besluit zij volgens de in artikel 25, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure dat het onderzoek is afgesloten en maakt zij de belangrijkste conclusies van de onderzoeken bekend.".

5)

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 worden de punten a) en b) vervangen door:

"a)

besluiten tot toezicht van de Unie achteraf op bepaalde ingevoerde producten, volgens de in artikel 25, lid 1 bis, bedoelde raadplegingsprocedure;

b)

besluiten de invoer van bepaalde producten van een voorafgaand toezicht van de Unie afhankelijk te stellen, teneinde de ontwikkelingen van deze invoer te kunnen volgen, volgens de in artikel 25, lid 1 bis, bedoelde raadplegingsprocedure.";

b)

in lid 2 worden de punten a) en b) vervangen door:

"a)

besluiten tot toezicht van de Unie achteraf op bepaalde ingevoerde producten, volgens de in artikel 25, lid 1 bis, bedoelde raadplegingsprocedure;

b)

besluiten de invoer van bepaalde producten van een voorafgaand toezicht van de Unie afhankelijk te stellen, teneinde de ontwikkelingen van deze invoer te kunnen volgen, volgens de in artikel 25, lid 1 bis, bedoelde raadplegingsprocedure.".

6)

Artikel 12, lid 3, wordt vervangen door:

"3.   De Commissie is bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 25 bis betreffende de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde maatregelen, teneinde de invoervoorschriften voor het betrokken product te wijzigen, onder meer door de bijlagen bij deze verordening te wijzigen.".

7)

Artikel 13 wordt vervangen door:

"Artikel 13

In spoedeisende gevallen, wanneer het ontbreken van maatregelen onherstelbare schade zou veroorzaken aan het bedrijfsleven van de Unie en ingeval de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat, constateert dat aan de voorwaarden van artikel 12, leden 1 en 2, is voldaan en van oordeel is dat voor een bepaalde, in bijlage I bij deze verordening genoemde categorie producten waarop geen kwantitatieve beperkingen van toepassing zijn, een kwantitatief contingent, voorafgaand toezicht of toezicht achteraf moet worden ingesteld, is zij bevoegd overeenkomstig artikel 25 ter gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in artikel 12, leden 1 en 2, bedoelde maatregelen in te stellen teneinde de invoervoorschriften voor het betrokken product te wijzigen, onder meer door de bijlagen bij deze verordening te wijzigen.".

8)

In artikel 15 wordt de inleidende zin vervangen door:

"Volgens de in artikel 25, lid 1 bis, bedoelde raadplegingsprocedure kan de Commissie, op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief, wanneer de in artikel 12, lid 2, bedoelde situatie zich dreigt voor te doen:".

9)

In artikel 16 wordt de derde alinea vervangen door:

"Deze maatregelen worden aangenomen overeenkomstig de procedure die van toepassing is op maatregelen die volgens de procedure van de artikelen 10, 11 en 12, moeten worden genomen.".

10)

In artikel 25 worden de leden 1, 2, 3 en 4 vervangen door:

"Artikel 25

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het comité Textielproducten. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (4).

1 bis.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

11)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 25 bis

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 3, lid 3, artikel 5, lid 2, artikel 12, lid 3, artikel 13, en artikel 28, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vijf jaar te rekenen met ingang van 20 februari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van 5 jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van elke termijn tegen die verlenging verzet.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, lid 3, artikel 5, lid 2, artikel 12, lid 3, artikel 13, en artikel 28 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Een krachtens artikel 5, lid 2, artikel 13, en artikel 28 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

6.   Een krachtens artikel 3, lid 3, en artikel 12, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 25 ter

1.   Een overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad wordt vermeld om welke redenen gebruik wordt gemaakt van de spoedprocedure.

2.   Het Europees Parlement of de Raad kan overeenkomstig de in artikel 25 bis, lid 5, bedoelde procedure bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling. In dit geval trekt de Commissie de handeling onverwijld in na kennisgeving van het besluit waarbij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt.".

12)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 26 bis

De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (5), informatie op over de toepassing van deze verordening.

13)

Artikel 28 wordt vervangen door:

"Artikel 28

De Commissie is bevoegd gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 25 bis vast te stellen om zo nodig de relevante bijlagen te wijzigen om rekening te houden met de sluiting, de wijziging of de afloop van overeenkomsten of regelingen met derde landen of wijzigingen in de regels van de Unie inzake statistieken, douaneregelingen of gemeenschappelijke regels voor invoer.".

3.   Verordening (EG) nr. 953/2003

Wat Verordening (EG) nr. 953/2003 betreft, moet voor de toevoeging van producten aan de lijst van de onder die verordening vallende producten de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Commissie worden overgedragen om de bijlagen bij die verordening te wijzigen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en de opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepastewijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 953/2003 als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 3 wordt geschrapt;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

"4.   Wanneer de Commissie bepaalt dat een product aan de in deze verordening gestelde criteria voldoet en derhalve aan de voorschriften van deze verordening is voldaan, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 5, lid 5, gedelegeerde handelingen vast te stellen om het betrokken product bij de eerstvolgende bijwerking aan bijlage I bij de verordening toe te voegen. De aanvrager wordt binnen 15 dagen door de Commissie op de hoogte gebracht van de vaststelling ervan.

Wanneer het toevoegen van een product aan bijlage I zou leiden tot een vertraging in de respons op een dringende behoefte aan toegang tot betaalbare geneesmiddelen in een ontwikkelingsland, en dit derhalve om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 5 bis bedoelde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen.";

c)

lid 9 wordt vervangen door:

"9.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 5, lid 6, gedelegeerde handelingen vast te stellen om zo nodig de bijlagen II, III en IV aan te passen met het oog op herziening van de lijst van ziekten, de landen van bestemming die onder deze verordening vallen en de formules die worden gebruikt om gedifferentieerd geprijsde producten te identificeren, in het licht van de bij de toepassing daarvan opgedane ervaring of om op een gezondheidscrisis te reageren.".

2)

Artikel 5 wordt vervangen door:

"Artikel 5

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 4 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 20 februari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen een dergelijke verlenging verzet.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 4 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Een krachtens artikel 4, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

6.   Een krachtens artikel 4, lid 9, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met vier maanden verlengd.".

3)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 5 bis

1.   Een overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad wordt vermeld om welke redenen gebruik wordt gemaakt van de spoedprocedure.

2.   Het Europees Parlement of de Raad kan overeenkomstig de in artikel 5, leden 5 en 6, bedoelde procedure bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling. In dit geval trekt de Commissie de handeling onverwijld in na kennisgeving van het besluit waarbij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt.".

4)

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

"2.   De Commissie brengt aan het Europees Parlement en de Raad tweejaarlijks verslag uit over de uitvoer van geneesmiddelen die in het kader van de prijsdifferentiatie tegen sterk gereduceerde prijzen worden verkocht, alsmede over de hoeveelheden die in het kader van een partnerschap tussen de fabrikant en de regering van een land van bestemming worden verkocht. In dat verslag dienen de landen en ziekten, alsmede de algemene criteria voor de implementatie van artikel 3 te worden getoetst.";

b)

de volgende leden worden toegevoegd:

"3.   Het Europees Parlement kan de Commissie binnen een maand nadat deze het verslag heeft ingediend, op een ad-hocvergadering van zijn bevoegde commissie uitnodigen om alle aspecten met betrekking tot de toepassing van deze verordening uiteen te zetten en toe te lichten.

4.   Uiterlijk zes maanden na de datum van indiening van het verslag bij het Europees Parlement en de Raad maakt de Commissie het verslag openbaar.".

4.   Verordening (EG) nr. 673/2005

Wat Verordening (EG) nr. 673/2005 betreft, moet, teneinde de noodzakelijke aanpassingen aan te brengen op de maatregelen uit hoofde van deze verordening, aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen met betrekking tot de wijziging van het percentage van de aanvullende douanerechten of van de lijsten in de bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 673/2005, op de in die verordening bepaalde voorwaarden. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 673/2005 als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3, lid 3, wordt vervangen door:

"3.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 4 gedelegeerde handelingen vast te stellen om krachtens dit artikel aanpassingen en wijzigingen aan te brengen.

Wanneer de informatie over het bedrag aan uitbetaling door de Verenigde Staten laat op het jaar beschikbaar is, waardoor niet meer aan de termijnen van de WTO en de wettelijke termijnen kan worden voldaan met gebruikmaking van de in artikel 4 bedoelde procedure, en indien dit in geval van aanpassingen en wijzigingen in de bijlagen, om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 4 bis bedoelde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen.".

2)

Artikel 4 wordt vervangen door:

"Artikel 4

1   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 3, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 20 februari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van 5 jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen een dergelijke verlenging verzet.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 3, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Een overeenkomstig artikel 3, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.".

3)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 4 bis

1.   Een overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handeling treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad wordt vermeld om welke redenen gebruik wordt gemaakt van de spoedprocedure.

2.   Het Europees Parlement of de Raad kan overeenkomstig de in artikel 4, lid 5, bedoelde procedure bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling. In dit geval trekt de Commissie de handeling onverwijld in na kennisgeving van het besluit waarbij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt.".

5.   Verordening (EG) nr. 1528/2007

Wat Verordening (EG) nr. 1528/2007 betreft, moet, om technische aanpassingen aan te brengen in de regelingen voor goederen van oorsprong uit bepaalde staten behorende tot de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, ten aanzien van de wijzigingen in bijlage I bij die verordening om regio's of staten toe te voegen of te schrappen en met betrekking tot de invoering van technische wijzigingen in bijlage II bij die verordening, die noodzakelijk zijn wegens de toepassing van deze bijlage. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en de opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 1528/2007 als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

"2.   De Commissie wijzigt bijlage I door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 24 bis om regio's en staten uit de ACS-groep van staten toe te voegen die onderhandelingen hebben afgesloten over een overeenkomst met de Unie, alsook regio's en staten die ten minste voldoen aan de eisen van artikel XXIV van de GATT 1994.";

b)

in lid 3 wordt de inleidende zin vervangen door:

"3.   Deze regio of staat blijft op de lijst in bijlage I bij die verordening staan, tenzij de Commissie overeenkomstig artikel 24 bis een gedelegeerde handeling aanneemt tot wijziging van bijlage I om een regio of staat uit deze bijlage te verwijderen, met name indien:".

2)

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

"3.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 184 van Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad (6) ingestelde Comité Douanewetboek.

b)

de volgende leden worden toegevoegd:

"4.   De Commissie is bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 24 bis betreffende de technische wijzigingen in bijlage II bij deze verordening die nodig zijn om rekening te houden met wijzigingen van andere douanewetgeving van de Unie.

5.   Besluiten inzake het beheer van bijlage II bij deze verordening kunnen worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van de artikelen 183 en 184 van Verordening (EG) nr. 450/2008.".

3)

Artikel 23 wordt vervangen door:

"Artikel 23

Aanpassing aan technische ontwikkelingen

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 24 bis bij deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende de technische aanpassingen in de artikelen 5 en 8 tot en met 22 die nodig zijn als gevolg van de verschillen tussen deze verordening en ondertekende overeenkomsten met voorlopige toepassing of overeenkomsten die overeenkomstig artikel 218 VWEU zijn gesloten met de in bijlage I bij deze verordening opgenomen regio's of staten.".

4)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 24 bis

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 2, leden 2 en 3, artikel 4, lid 4, en artikel 23 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor de duur van vijf jaar met ingang van 20 februari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van 5 jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend verlengd met termijnen van dezelfde duur, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van elke termijn tegen een dergelijke verlenging verzet.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 2, leden 2 en 3, artikel 4, lid 4, en artikel 23 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de in dat besluit bedoelde bevoegdheidsdelegatie. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Een overeenkomstig artikel 4, lid 4, en artikel 23 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

6.   Een overeenkomstig artikel 2, leden 2 en 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met vier maanden verlengd.".

6.   Verordening (EG) nr. 55/2008

Wat Verordening (EG) nr. 55/2008 betreft, moet, om de aanpassing van die verordening mogelijk te maken, de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Commissie worden overgedragen ten aanzien van de vereiste wijzigingen in het licht van veranderingen in douanecodes of voor het sluiten van overeenkomsten met Moldavië. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passend raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

Bijgevolg wordt Verordening (EG) nr. 55/2008 als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 7 wordt vervangen door:

"Artikel 7

Toekenning van bevoegdheid

De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 8 ter gedelegeerde handelingen vast te stellen om de nodige wijzigingen en aanpassingen aan te brengen in de bepalingen van de verordening als gevolg van:

a)

wijzigingen in de codes van de gecombineerde nomenclatuur en de Taric-onderverdelingen;

b)

de sluiting van andere overeenkomsten tussen de Unie en Moldavië, voor zover de wijzigingen en aanpassingen de bijlagen bij deze verordening betreffen.".

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 8 bis

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 7 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 20 februari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van 5 jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen een dergelijke verlenging verzet.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 7 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Een overeenkomstig artikel 7 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.".

3)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 12 bis

Verslag

De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad inzake de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad (7), informatie op over de toepassing van deze verordening.

7.   Verordening (EG) nr. 1340/2008

Wat Verordening (EG) nr. 1340/2008 betreft, moet, om het doeltreffende beheer van bepaalde beperkingen mogelijk te maken, de bevoegdheid om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan de Commissie worden overgedragen ten aanzien van de wijzigingen in bijlage V van die verordening. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overleg overgaat, onder op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepastewijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad.

Bijgevolg wordt Verorening (EG) nr. 1340/2008 als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 5, lid 3, wordt vervangen door:

"3.   Indien de Unie en de Republiek Kazachstan geen bevredigende oplossing kunnen vinden en de Commissie vaststelt dat duidelijk bewijs van ontwijking voorhanden is, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 16 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om op de kwantitatieve maxima een gelijkwaardige hoeveelheid producten van oorsprong uit de Republiek Kazachstan in mindering te brengen en om bijlage V bij deze verordening dienovereenkomstig te wijzigen.

Wanneer een vertraging bij het voldoende snel aanpakken van een duidelijk geval van ontwijking schade zou veroorzaken die moeilijk te herstellen is en dit derhalve om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 16 ter bedoelde procedure van toepassing op overeenkomstig de eerste alinea vastgestelde gedelegeerde handelingen.".

2)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 16 bis

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 5, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 20 februari 2014. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van 5 jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen een dergelijke verlenging verzet.

3.   Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.   Een overeenkomstig artikel 5, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 16 ter

1.   Een overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handeling treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad wordt vermeld om welke redenen gebruik wordt gemaakt van de spoedprocedure.

2.   Het Europees Parlement of de Raad kan overeenkomstig de in artikel 16 bis, lid 5, bedoelde procedure bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling. In dit geval trekt de Commissie de handeling onverwijld in na kennisgeving van het besluit waarbij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt.".


(1)  Verordening (EG) nr. 517/94 van de Raad van 7 maart 1994 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van textielproducten uit bepaalde derde landen, die niet vallen onder bilaterale overeenkomsten, protocollen of andere regelingen, noch onder een andere, bijzonder, communautaire regeling (PB L 67 van 10.3.1994, blz. 1).

(2)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".

(3)  Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).".

(4)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).".

(5)  Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).".

(6)  Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).";

(7)  Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).".


Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over Verordening (EEG) nr. 3030/93 en Verordening (EG) nr. 517/94

Er wordt nota van genomen dat de procedures als bedoeld in artikel 2, lid 6, artikel 6, lid 2, de artikelen 8 en 10, artikel 13, lid 3, artikel 15, leden 3, 4 en 5, en artikel 19 van Verordening (EEG) nr. 3030/93, artikel 4, lid 3, van bijlage IV bij Verordening (EEG) nr. 3030/93, en artikel 2, artikel 3, leden 1 en 3, van bijlage VII bij Verordening (EEG) nr. 3030/93, en in artikel 3, lid 3, artikel 5, lid 2, artikel 12, lid 3, en artikelen 13 en 28 van Verordening (EG) nr. 517/94, worden omgezet in procedures voor het vaststellen van gedelegeerde handelingen. Er wordt op gewezen dat een aantal van die artikelen besluitvormingsprocedures voor de vaststelling van vrijwaringsmaatregelen op het gebied van handelsbescherming betreffen.

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zijn van oordeel dat vrijwaringsmaatregelen als uitvoeringsmaatregelen moeten worden behandeld. Bij wijze van uitzondering nemen, in het geval van de specifieke hierboven genoemde bestaande verordeningen, de maatregelen de vorm aan van gedelegeerde handelingen aangezien de invoering van een vrijwaringsmaatregel de vorm aanneemt van een wijziging van de betrokken bijlagen bij de basisverordeningen. Dit vloeit voort uit de bijzondere structuur die kenmerkend is voor de hierboven genoemde bestaande verordeningen en zal derhalve niet als precedent worden gebruikt bij de opstelling van handelsbeschermingsinstrumenten en andere vrijwaringsmaatregelen in de toekomst.


Verklaring van de Commissie over codificatie

De vaststelling van verordening (EU) nr. 37/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2014 tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de vaststelling van bepaalde maatregelen en van verordening (EU) nr. 38/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2014 tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijk handelsbeleid wat betreft de verlening van gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden voor de vaststelling van bepaalde maatregelen zal een significant aantal wijzigingen in de betrokken handelingen met zich brengen. Ter verbetering van de leesbaarheid van de betrokken handelingen zal de Commissie zo spoedig mogelijk na de vaststelling van beide handelingen en ten laatste op 1 juni 2014, een codificatie ervan voorstellen.


Verklaring van de Commissie over gedelegeerde handelingen

In het kader van verordening (EU) nr. 37/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2014 tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijke handelsbeleid wat betreft de vaststelling van bepaalde maatregelen en van verordening (EU) nr. 38/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2014 tot wijziging van bepaalde verordeningen in verband met het gemeenschappelijk handelsbeleid wat betreft de verlening van gedelegeerde bevoegdheden en uitvoeringsbevoegdheden voor de vaststelling van bepaalde maatregelen memoreert de Commissie haar toezegging als vervat in lid 15 van het Kaderakkoord over de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie, met name dat zij het Parlement alle informatie en documentatie over haar vergaderingen met nationale deskundigen verstrekt in het kader van haar werkzaamheden ter voorbereiding van gedelegeerde handelingen.


Top