Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0862

Uitvoeringsbesluit 2014/862/GBVB van de Raad van 1 december 2014 tot uitvoering van Besluit 2010/788/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo

PB L 346 van 2.12.2014, p. 36–51 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2014/862/oj

2.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 346/36


UITVOERINGSBESLUIT 2014/862/GBVB VAN DE RAAD

van 1 december 2014

tot uitvoering van Besluit 2010/788/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 31, lid 2,

Gezien Besluit 2010/788/GBVB van de Raad van 20 december 2010 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Republiek Congo en tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/369/GBVB (1), en met name artikel 6,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 20 december 2010 Besluit 2010/788/GBVB vastgesteld.

(2)

Op 12 april 2013 heeft het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dat is ingesteld krachtens UNSCR 1533 (2004) inzake de Democratische Republiek Congo (de „Veiligheidsraad”), de lijst van personen en entiteiten die het voorwerp uitmaken van beperkende maatregelen geactualiseerd en gewijzigd.

(3)

Op 30 juni 2014 heeft het comité van de Veiligheidsraad een entiteit toegevoegd aan de lijst van personen en entiteiten die het voorwerp uitmaken van beperkende maatregelen.

(4)

Het comité van de Veiligheidsraad heeft op 31 oktober 2014 een nieuwe geconsolideerde lijst van personen en entiteiten die het voorwerp uitmaken van beperkende maatregelen gepubliceerd.

(5)

De bijlage bij Besluit 2010/788/GBVB moet derhalve dienovereenkomstig worden aangepast,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Besluit 2010/788/GBVB wordt vervangen door de bijlage bij het onderhavige besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 1 december 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

B. LORENZIN


(1)  PB L 336 van 21.12.2010, blz. 30.


BIJLAGE

„BIJLAGE

a)

Lijst van de in de artikelen 3, 4 en 5 bedoelde personen.

1.

Eric BADEGE

Geboortedatum: 1971. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31 december 2012.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Volgens het door de Groep deskundigen voor de Democratische Republiek Congo op 15 november 2012 uitgebrachte eindverslag „was luitenant-kolonel Eric Badege een contactpunt geworden van M23 in Masisi, en voerde hij het bevel over gezamenlijke acties …”, samen met een andere militaire leider. Daarnaast kon door „een aantal gecoördineerde aanslagen van luitenant-kolonel Badege in augustus [2012] een aanzienlijk deel van het Masisi-gebied door M23 worden gedestabiliseerd ….” Volgens voormalige strijders stond luitenant-kolonel Badege … onder het bevel van kolonel Makenga toen hij de aanvallen orkestreerde. Als militair bevelhebber van M23 is Badege verantwoordelijk voor ernstige schendingen waarbij vrouwen en kinderen het doelwit zijn in gewapende conflicten. Volgens het verslag van de Groep deskundigen van november 2012, hebben zich meerdere grote incidenten van willekeurige moordpartijen van burgers, onder wie vrouwen en kinderen, voorgedaan. Sedert mei 2012 hebben de Raia Mutomboki onder het bevel van M23 tijdens gecoördineerde aanslagen honderden burgers gedood. Badege heeft in augustus gezamenlijke aanslagen gepleegd waarbij burgers willekeurig zijn vermoord. In het verslag van de Groep deskundigen van november 2012 staat dat Badege en kolonel Makoma Semivumbi Jacques deze aanslagen gezamenlijk hebben georganiseerd. Volgens het verslag van de Groep deskundigen hebben lokale leiders van Masisi verklaard dat Badege het bevel voerde over deze aanvallen van de Raia Mutomboki. Volgens een artikel van Radio Okapi van 28 juli 2012, „heeft de beheerder van Masisi op zaterdag 28 juli medegedeeld dat de bevelhebber van het 2e bataljon van het 410e FARDC-regiment in Nyabiondo — ongeveer dertig kilometer ten noordwesten van Goma in Noord-Kivu — overgelopen is. Naar zijn zeggen was kolonel Eric Badege op vrijdag met meer dan honderd soldaten op weg naar Rubaya, 80 km ten noorden van Nyabiondo. Deze informatie is door meerdere bronnen bevestigd.” Volgens een artikel van de BBC van 23 november 2012, is M23 opgericht toen voormalige leden van het CNDP die in de FARDC geïntegreerd waren, begonnen te protesteren tegen de slechte omstandigheden en de bezoldiging, en tegen het feit dat het vredesakkoord van 23 maart 2009 tussen het CNDP en de DRC, dat tot de integratie van de CNDP in de FARDC leidde, niet volledig was uitgevoerd. Volgens het IPIS-rapport van november 2012, is M23 betrokken geweest bij actieve militaire operaties om de controle te verwerven over het oostelijke deel van de DRC. M23 en de FARDC hebben op 24 en 25 juli om de controle van verschillende steden en dorpen in Oost-Congo gestreden; M23 heeft de FARDC op 26 juli 2012 in Rumangabo aangevallen; M23 heeft de FARDC op 17 november 2012 uit Kibumba verdreven, en op 20 november 2012 de controle over Goma verworven. Volgens het verslag van de Groep deskundigen van november 2012 beweren meerdere voormalige M23-strijders dat leiders van M23 standrechtelijk tientallen kinderen hebben geëxecuteerd die poogden te ontsnappen nadat zij door M23 als kindsoldaten waren gerekruteerd. Volgens een rapport van Human Rights Watch (HRW) van 11 september 2012, heeft een Rwandese man van 18, die na een gedwongen rekrutering in Rwanda was ontsnapt, HRW meegedeeld dat hij getuige is geweest van de executie van een 16-jarige jongen van zijn eenheid bij M23 die in juni had geprobeerd te vluchten. De jongen werd gevangengenomen en voor de ogen van andere rekruten door strijders van M23 doodgeslagen. Een bevelhebber van M23 die deze moordpartij had bevolen, zou als verklaring voor deze moord de overige rekruten gezegd hebben dat „hij ons in de steek wilde laten”. Het rapport maakt ook melding van getuigen die beweren dat ten minste 33 nieuwe rekruten en andere M23-strijders bij een ontsnappingspoging standrechtelijk zouden zijn geëxecuteerd. Sommigen werden vastgebonden en voor de ogen van andere rekruten doodgeschoten, als voorbeeld van de straf die hen mogelijk te wachten stond. Een jonge rekruut vertelde HRW het volgende: „toen we bij M23 waren, werd ons gezegd [dat we de keuze hadden] en dat we bij hen konden blijven of sterven. Velen probeerden te ontsnappen. Sommigen werden gepakt, en werden onmiddellijk gedood.”

2.

Frank Kakolele BWAMBALE (ook bekend als: a) Frank Kakorere, b) Frank Kakorere Bwambale)

Hoedanigheid: Generaal bij de FARDC. Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Heeft het CNDP in januari 2008 verlaten. Verblijft sinds juni 2011 in Kinshasa. Sinds 2010 lijkt generaal Kakolele betrokken bij activiteiten voor het „Programme de Stabilisation et Reconstruction des Zones Sortant des Conflits Armés” (STAREC) van de regering van de DRC, inclusief deelname aan een missie vanuit dit STAREC naar Goma en Beni in maart 2011.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Voormalig leider van RCD-ML, heeft invloed op het beleid van deze organisatie en voert nog steeds het commando over, en controleert de activiteiten van, de strijdkrachten van de RCD-ML, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities die betrokken is bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schendt. Generaal bij de FARDC, vanaf juni 2011 zonder militaire functie. Heeft het CNDP in januari 2008 verlaten. Verblijft sinds juni 2011 in Kinshasa. Sinds 2010 lijkt generaal Kakolele betrokken bij activiteiten voor het „Programme de Stabilisation et Reconstruction des Zones Sortant des Conflits Armés” (STAREC) van de regering van de DRC, inclusief deelname aan een missie vanuit dit STAREC naar Goma en Beni in maart 2011.

3.

Gaston IYAMUREMYE (ook bekend als: a) Byiringiro Victor Rumuli, b) Victor Rumuri, c) Michel Byiringiro, d) Rumuli)

Hoedanigheid: a) Rwandees voorzitter van de FDLR en b) tweede vicevoorzitter van de FDLR-FOCA. Adres: (Opereert sinds juni 2011 vanuit Kalonge, provincie Noord-Kivu.). Geboortedatum: 1948. Geboorteplaats: a) District Musanze, provincie Nord, Rwanda, b) Ruhengeri, Rwanda. Nationaliteit: Rwandese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 december 2010. Andere informatie: Brigadegeneraal.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Volgens verscheidene bronnen, waaronder de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad, is Gaston Iyamuremye de tweede vicevoorzitter van de FDLR en wordt hij beschouwd als een kernlid van de militaire en politieke leiding van de FDLR. Gaston Iyamuremye leidde tevens het kantoor van Ignace Murwanashyaka (voorzitter van de FDLR) in Kibua (DRC) tot december 2009. FDLR-voorzitter and 2e vicevoorzitter van FDLR-FOCA vanaf juni 2011, opereert vanuit Kalonge, provincie Noord-Kivu.

4.

Innocent KAINA (ook bekend als: a) Colonel Innocent Kaina, b) India Queen)

Geboorteplaats: Bunagana, gebied Rutshuru, DRC. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 30 november 2012.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Innocent Kaina is momenteel een sectorcommandant in de „Mouvement du 23 MARS (M23)”. Hij is verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht en heeft zelf ook schendingen begaan. Kaina werd in juli 2007 door het militair tribunaal van het garnizoen Kinshasa schuldig bevonden aan misdrijven tegen de menselijkheid, begaan in het district Ituri tussen mei 2003 en december 2005. Hij werd in 2009 vrijgelaten als onderdeel van het vredesakkoord tussen de Congolese regering en het CNDP. Als lid van de FARDC heeft hij zich in 2009 schuldig gemaakt aan executies, ontvoeringen en verminkingen in het Masisigebied. Als commandant onder het bevel van generaal Ntaganda heeft hij de aanzet gegeven tot de muiterij van de voormalige leden van de CNDP in het Rutshurugebied in april 2012. Hij zorgde ervoor dat de muiters veilig uit het Masisigebied konden ontkomen. Tussen mei en augustus 2012 zag hij toe op de rekrutering en de opleiding van meer dan 150 kinderen voor M23, en schoot hij de jongens die hadden geprobeerd te ontsnappen dood. In juli 2012 reisde hij naar Berunda en Degho met het oog op mobilisatie- en rekruteringsactiviteiten in het kader van M23.

5.

Jérôme KAKWAVU BUKANDE (ook bekend als: a) Jérôme Kakwavu, b) Commandant Jérôme)

Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Heeft sinds december 2004 de rang van generaal bij de FARDC. Sinds juni 2011 in hechtenis in de Makalagevangenis in Kinshasa. Vanaf 25 maart 2011 staat de heer Kakwavu voor het hoge militaire gerechtshof the Kinshasa terecht voor oorlogsmisdaden.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Voormalig voorzitter van de UCD/FAPC. De FAPC beheerst illegale grensovergangen tussen Uganda en de DRC — een belangrijke transitroute voor wapenhandel. Als hoofd van de FAPC had hij invloed op het beleid van die organisatie en voerde hij het commando over, en controleert hij de activiteiten van, de strijdkrachten van de FAPC, die betrokken waren bij wapensmokkel en bijgevolg het wapenembargo schenden. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor de rekrutering en inzet van kinderen in Ituri in 2002. Hij is een van de vijf hoge officieren van de FARDC die werden beschuldigd van ernstige misdrijven met seksueel geweld en wier dossiers door de Veiligheidsraad bij zijn bezoek in 2009 onder de aandacht van de regering zijn gebracht. Heeft sinds december 2004 de rang van generaal bij de FARDC. Sinds juni 2011 in hechtenis in de Makalagevangenis in Kinshasa. Vanaf 25 maart 2011 staat de heer Kakwavu voor het hoge militaire gerechtshof the Kinshasa terecht voor oorlogsmisdaden.

6.

Germain KATANGA

Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: In december 2004 benoemd tot generaal bij de FARDC. Op 18 oktober 2007 door de regering van de DRC overgeleverd aan het Internationaal Strafhof. Zijn proces is begonnen in november 2009.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Hoofd van de FRPI. Is betrokken bij wapenhandel en schendt bijgevolg het wapenembargo. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor de rekrutering en inzet van kinderen in Ituri van 2002 tot en met 2003. In december 2004 benoemd tot generaal bij de FARDC. Op 18 oktober 2007 door de regering van de DRC overgeleverd aan het Internationaal Strafhof. Zijn proces is begonnen in november 2009.

7.

Thomas LUBANGA

Geboorteplaats: Ituri, DRC. Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: In maart 2005 gearresteerd in Kinshasa in verband met de betrokkenheid van de UPC/L bij mensenrechtenschendingen. Op 17 maart 2006 aan het ICC overgedragen. In maart 2012 door het ICC schuldig bevonden en veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf. Heeft beroep aangetekend tegen het vonnis van het ICC.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

voorzitter van de UPC/L, een van de gewapende groepen en milities bedoeld in punt 20 van resolutie 1493 (2003), die betrokken zijn bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schenden. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor de rekrutering en inzet van kinderen in Ituri van 2002 tot en met 2003. In maart 2005 gearresteerd in Kinshasa in verband met de betrokkenheid van de UPC/L bij mensenrechtenschendingen. Door de Congolese autoriteiten overgedragen aan het ICC op 17 maart 2006. Zijn proces is begonnen in januari 2009 en wordt naar verwacht in 2011 afgesloten. In maart 2012 door het ICC schuldig bevonden en veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf. Heeft beroep aangetekend tegen het vonnis van het ICC.

8.

Sultani MAKENGA (ook bekend als: a) Makenga, Colonel Sultani, b) Makenga, Emmanuel Sultani)

Geboortedatum: 25 december 1973. Geboorteplaats: Rutshuru, DRC. Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 13 november 2012. Andere informatie: Een militair leider van de groepering „Mouvement du 23 mars (M23)” die in de Democratische Republiek Congo opereert.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Sultani Makenga is een militair leider van de groepering „Mouvement du 23 mars (M23)” die in de Democratische Republiek Congo (DRC) opereert. Als leider van M23 (ook bekend als het Congolese revolutionaire leger) heeft Sultani Makenga ernstige schendingen van het internationale recht begaan en is hij verantwoordelijk voor dergelijke schendingen, waarbij kinderen en vrouwen het doelwit zijn in gewapende conflicten, worden gedood en verminkt, en het slachtoffer zijn van seksueel geweld, ontvoering en gedwongen verplaatsing. Hij is tevens verantwoordelijk voor schendingen van het internationaal recht in verband met activiteiten van M23 waarbij kinderen worden gerekruteerd of gebruikt in gewapende conflicten in de DRC. M23 heeft onder het bevel van Sultani Makenga op grote schaal wreedheden begaan tegen de burgerbevolking van de DRC. Volgens getuigenissen en rapporten hebben de militanten die onder het bevel van Sultani Makenga opereerden, in het gehele Rutshurugebied vrouwen en kinderen (sommigen slechts 8 jaar oud) verkracht als onderdeel van een strategie om de controle over het Rutshurugebied te consolideren. Onder het bevel van Makenga heeft M23 grootschalige campagnes van gedwongen rekrutering van kinderen in de DRC en in de regio gevoerd, en werden talloze kinderen gedood, verminkt of gewond. Vele van de onder dwang gerekruteerde kinderen waren jonger dan 15 jaar. Makenga zou voorts wapens en aanverwant materiaal hebben ontvangen, wat in strijd is met de maatregelen van de DRC ter handhaving van het wapenembargo, onder meer nationale ordonnanties inzake de invoer en het bezit van wapens en aanverwant materiaal. Bij Makenga's acties als leider van M23 werden onder meer ernstige schendingen van het internationaal recht en wreedheden tegen de burgerbevolking van de DRC begaan, en werd de situatie van onveiligheid, ontheemding en conflict in de regio nog verergerd. Een militair leider van de groepering „Mouvement du 23 mars (M23)” die in de Democratische Republiek Congo opereert.

9.

Khawa Panga MANDRO (ook bekend als: a) Kawa Panga, b) Kawa Panga Mandro, c) Kawa Mandro, d) Yves Andoul Karim, e) Yves Khawa Panga Mandro, f) Mandro Panga Kahwa, g)„Chief Kahwa”, h)„Kawa”)

Geboortedatum: 20 augustus 1973. Geboorteplaats: Bunia, DRC. Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Gevangen te Bunia sinds april 2005 wegens sabotage van het vredesproces van Ituri. Is in oktober 2005 aangehouden door de Congolese autoriteiten, vrijgesproken door het Hof van Beroep in Kisangani, vervolgens overgedragen aan de gerechtelijke autoriteiten in Kinshasa vanwege een nieuwe aanklacht wegens misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven, zware mishandeling. Sinds juni 2011 in hechtenis in de centrale Makalagevangenis in Kinshasa.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ex-voorzitter van de PUSIC, een van de gewapende groepen en milities bedoeld in punt 20 van resolutie 1493 (2003) die betrokken zijn bij wapensmokkel en derhalve het wapenembargo schenden. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor de rekrutering en inzet van kinderen van 2001 tot en met 2002. Gevangen te Bunia sinds april 2005 wegens sabotage van het vredesproces van Ituri. Is in oktober 2005 aangehouden door de Congolese autoriteiten, vrijgesproken door het Hof van Beroep in Kisangani, vervolgens overgedragen aan de gerechtelijke autoriteiten in Kinshasa vanwege een nieuwe aanklacht wegens misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven, zware mishandeling. Sinds juni 2011 in hechtenis in de centrale Makalagevangenis in Kinshasa.

10.

Callixte MBARUSHIMANA

Geboortedatum: 24 juli 1963. Geboorteplaats: Ndusu/Ruhengeri, provincie Nord, Rwanda. Nationaliteit: Rwandese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 3 maart 2009. Andere informatie: Gearresteerd te Parijs op 3 oktober 2010 krachtens een arrestatiebevel van het ICC wegens oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de menselijkheid door troepen van het FDLR in de Kivuprovincies in 2009, en op 25 januari 2011 overgebracht naar Den Haag.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Tot zijn aanhouding uitvoerend secretaris van de FDLR en vicevoorzitter van het militaire opperbevel van de FDLR. Politiek/militair aanvoerder van een buitenlandse gewapende groepering die actief is in de Democratische Republiek Congo, die de ontwapening en de vrijwillige repatriëring en hervestiging van strijders belemmert, in strijd met Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad, punt 4, onder b). Gearresteerd te Parijs op 3 oktober 2010 krachtens een arrestatiebevel van het ICC wegens oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de menselijkheid door troepen van het FDLR in de Kivuprovincies in 2009, en op 25 januari 2011 overgebracht naar Den Haag.

11.

Iruta Douglas MPAMO (ook bekend als: a) Doulas Iruta Mpamo, b) Mpano)

Adres: Gisenyi, Rwanda (sinds juni 2011). Geboortedatum: a)28 december 1965, b)29 december 1965. Geboorteplaats: a) Bashali, Masisi, DRC, b) Goma, DRC, c) Uvira, DRC. Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Geen beroepsactiviteit bekend sinds het verongelukken van twee van de door de Great Lakes Business Company (GLBC) beheerde vliegtuigen.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Eigenaar/manager van de „Compagnie Aérienne des Grands Lacs” en van de „Great Lakes Business Company”, waarvan vliegtuigen zijn gebruikt om bijstand te verlenen aan gewapende groepen en milities die in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) worden genoemd. Is ook verantwoordelijk voor het achterhouden van vlucht- en ladinggegevens, kennelijk met de bedoeling het wapenembargo te helpen omzeilen. Geen beroepsactiviteit bekend sinds het verongelukken van twee van de door de Great Lakes Business Company (GLBC) beheerde vliegtuigen.

12.

Sylvestre MUDACUMURA (ook bekend als: a) Mupenzi Bernard, b) General Major Mupenzi, c) General Mudacumura, d) Radja)

Adres: Kikoma-woud, bij Bogoyi, Walikale, Noord-Kivu, DRC (sinds juni 2011). Nationaliteit: Rwandese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Militair bevelhebber van het FDLR-FOCA, en tevens politieke eerste vicevoorzitter en hoofd van het opperbevel van het FOCA, waardoor hij sinds de aanhouding van de leiders van het FOCA in Europa de functies van militair en politiek leider combineerde.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Commandant van de FDLR; heeft invloed op het beleid van die organisatie en voert nog steeds het commando over, en controleert de activiteiten van de strijdkrachten van, de FDLR, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities 1493 (2003); is betrokken bij wapenhandel en schendt bijgevolg het wapenembargo. Mudacumura (of een lid van zijn staf) voerde telefoongesprekken met FDLR-leider Murwanashyaka in Duitsland, onder meer op het tijdstip van het bloedbad in Busurungi in mei 2009, en met militair commandant majoor Guillaume tijdens de operaties Umoja Wetu en Kimia II in 2009. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor 27 gevallen van rekrutering en inzet van kinderen door troepen onder zijn bevel in Noord-Kivu van 2002 tot en met 2007. Militair bevelhebber van het FDLR-FOCA, en tevens politieke eerste vicevoorzitter en hoofd van het opperbevel van het FOCA, waardoor hij sinds de aanhouding van de leiders van het FOCA in Europa de functies van militair en politiek leider combineerde.

13.

Leodomir MUGARAGU (ook bekend als: a) Manzi Leon, b) Leo Manzi)

Adres: FDLR-hoofdkwartier in het Kikoma-woud, bij Bogoyi, Walikale, Noord-Kivu, DRC (vanaf juni 2011). Geboortedatum: a) 1954, b) 1953. Geboorteplaats: a) Kigali, Rwanda, b) Rushashi, provincie Nord, Rwanda. Nationaliteit: Rwandese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 december 2010. Andere informatie: Chef-staf van de FDLR-FOCA, belast met administratieve aangelegenheden.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Volgens inlichtingen uit open bronnen en officiële rapporten is Leodomir Mugaragu chef-staf van de Forces Combattantes Abucunguzi/Combatant Force for the Liberation of Rwanda (FOCA), de gewapende vleugel van de FDLR. Volgens officiële rapporten is Mugaragu een belangrijk strateeg voor de militaire operaties van de FDLR in het oosten van de DRC. Chef-staf van de FDLR-FOCA, belast met administratieve aangelegenheden.

14.

Leopold MUJYAMBERE (ook bekend als: a) Musenyeri, b) Achille, c) Frere Petrus Ibrahim)

Adres: Nyakaleke (zuidoosten van Mwenga), Zuid-Kivu, DRC. Geboortedatum: a)17 maart 1962, b) Rond 1966. Geboorteplaats: Kigali, Rwanda. Nationaliteit: Rwandese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 3 maart 2009. Andere informatie: Sinds juni 2011 commandant van het FDLR/FOCA-operatiegebied in Zuid-Kivu dat nu „Amazon” wordt genoemd.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Commandant van de tweede divisie van de FOCA/de Reservebrigades (een gewapende tak van de FDLR). Militair aanvoerder van een buitenlandse gewapende groepering die actief is in de Democratische Republiek Congo, belemmert de ontwapening en de vrijwillige repatriëring en hervestiging van strijders, in strijd met Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad, punt 4, onder b). Uit bewijsmateriaal dat is bijeengebracht door de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad en is opgenomen in haar rapport van 13 februari 2008 blijkt dat uit handen van de FDLR-FOCA bevrijde of ontsnapte vrouwen waren ontvoerd en seksueel misbruikt. De FDLR-FOCA, die voorheen jongens van vijftien tot twintig jaar rekruteerde, rekruteert sinds medio 2007 met geweld jongeren vanaf tien jaar. De jongste kinderen worden dan ingezet als escorte en oudere kinderen als frontsoldaten, in strijd met Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad, punt 4, onder d) en e). Sinds juni 2011 commandant van het FDLR-FOCA-operatiegebied in Zuid-Kivu dat nu „Amazon” wordt genoemd.

15.

Jamil MUKULU (ook bekend als: a) Steven Alirabaki, b) David Kyagulanyi, c) Musezi Talengelanimiro, d) Mzee Tutu, e) Abdullah Junjuaka, f) Alilabaki Kyagulanyi, g) Hussein Muhammad, h) Nicolas Luumu, i) Professor Musharaf, j) Talengelanimiro)

Hoedanigheid: a) hoofd van de Geallieerde democratische strijdkrachten (ADF), b) commandant van de Geallieerde democratische strijdkrachten. Geboortedatum: a) 1965, b)1 januari 1964. Geboorteplaats: Ntoke, provincie Ntenjeru, district Kayunga, Uganda. Nationaliteit: Ugandese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 12 oktober 2011.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Volgens inlichtingen uit open bronnen en officiële rapporten, waaronder de rapporten van de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad, is de heer Jamil Mukulu de militaire aanvoerder van de Alliantie van democratische krachten (ADF), een buitenlandse gewapende groepering die actief is in de DRC en de ontwapening en vrijwillige repatriëring of hervestiging van ADF-strijders belemmert, zoals beschreven in punt 4 (b) van Resolutie 1857 (2008). De Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad heeft gerapporteerd dat Mukulu leiding en materiële steun heeft gegeven aan de ADF, een gewapende groepering die actief is op het grondgebied van de DRC. Volgens verscheidene bronnen, waaronder de rapporten van de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad, is Jamil Mukulu ook invloed blijven uitoefenen op het beleid; hij heeft de ADF gefinancierd en hij is rechtstreeks het commando blijven voeren over, en de activiteiten blijven controleren van de ADF-strijdkrachten ter plaatse; hij ziet tevens toe op de contacten met internationale terreurnetwerken.

16.

Ignace MURWANASHYAKA (ook bekend als: Dr. Ignace)

Titel: Dr. Geboortedatum: 14 mei 1963. Geboorteplaats: a) Butera, Rwanda, b) Ngoma, Butare, Rwanda. Nationaliteit: Rwandese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Aangehouden door de Duitse autoriteiten op 17 november 2009. Als voorzitter van FDLR-FOCA vervangen door Gaston Iamuremye, ook bekend als „Rumuli”. Murwanashyaka staat sinds 4 mei 2011 in Duitsland terecht voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid die in 2008 en 2009 door troepen van de FDLR in de DRC zijn gepleegd.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

voorzitter van de FDLR, en opperbevelhebber van de strijdkrachten van de FDLR; heeft invloed op het beleid en voert nog steeds het commando over, en controleert de activiteiten van, de strijdkrachten van de FDLR, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003); is betrokken bij wapenhandel en schendt bijgevolg het wapenembargo. Voerde telefoongesprekken met militaire commandanten te velde van de FDLR (onder meer tijdens het bloedbad in Busurungi in mei 2009); gaf militaire bevelen aan het opperbevel; was betrokken bij de coördinatie van de overdracht van wapens en munitie aan FDLR-eenheden en bij het doorgeven van specifieke gebruiksinstructies; beheerde grote geldsommen die werden bijeengebracht door middel van de illegale verkoop van natuurlijke hulpbronnen in gebieden onder controle van de FDLR. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten had hij als voorzitter en militair commandant van de FDLR commando-verantwoordelijkheid voor de rekrutering en inzet van kinderen door de FDLR in Oost-Congo. Aangehouden door de Duitse autoriteiten op 17 november 2009. Als voorzitter van FDLR-FOCA vervangen door Gaston Iamuremye, ook bekend als „Rumuli”. Murwanashyaka staat sinds 4 mei 2011 in Duitsland terecht voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid die in 2008 en 2009 door troepen van de FDLR in de DRC zijn gepleegd.

17.

Straton MUSONI (ook bekend als: IO Musoni)

Geboortedatum: a)6 april 1961, b)4 juni 1961. Geboorteplaats: Mugambazi, Kigali, Rwanda. Nationaliteit: Rwandese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29 maart 2007. Andere informatie: Aangehouden door de Duitse autoriteiten op 17 november 2009. Musoni staat sinds 4 mei 2011 in Duitsland terecht voor oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de menselijkheid die in 2008 en 2009 door troepen van de FDLR in de DRC zijn gepleegd. Als eerste vicevoorzitter van de FDLR vervangen door Sylvestre Mudacumura.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Als leider van de FDLR, een buitenlandse gewapende groepering die actief is in de DRC, belemmert Musoni de ontwapening en de vrijwillige repatriëring of hervestiging van tot deze groepen behorende strijders, waarmee hij UNSCR 1649 (2005) schendt. Aangehouden door de Duitse autoriteiten op 17 november 2009. Musoni staat sinds 4 mei 2011 in Duitsland terecht voor oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de menselijkheid die in 2008 en 2009 door troepen van de FDLR in de DRC zijn gepleegd. Als eerste vicevoorzitter van de FDLR vervangen door Sylvestre Mudacumura.

18.

Jules MUTEBUTSI (ook bekend als: a) Jules Mutebusi, b) Jules Mutebuzi, c) Kolonel Mutebutsi)

Geboortedatum: 1964. Geboorteplaats: Minembwe, Zuid-Kivu, DRC. Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Voormalig plaatsvervangend regionaal militair bevelhebber van de FARDC voor de 10e militaire regio in april 2004, ontslagen wegens ongedisciplineerd gedrag. In december 2007 aangehouden door de Rwandese autoriteiten toen hij probeerde de grens met de DRC over te steken. Sindsdien heeft hij in semi-vrijheid in Kigali verbleven (mag het land niet verlaten).

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Heeft zich aangesloten bij andere afvallige elementen van de voormalige RCD-G met wie hij in mei 2004 met geweld de stad Bukavu heeft ingenomen. Is betrokken bij wapenhandel buiten de structuren van de FARDC om en bij de bevoorrading van in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities; schendt bijgevolg het wapenembargo. Voormalig plaatsvervangend regionaal militair bevelhebber van de FARDC voor de 10e militaire regio in april 2004, ontslagen wegens ongedisciplineerd gedrag. In december 2007 aangehouden door de Rwandese autoriteiten toen hij probeerde de grens met de DRC over te steken. Sindsdien heeft hij in semi-vrijheid in Kigali verbleven (mag het land niet verlaten).

19.

Baudoin NGARUYE WA MYAMURO (ook bekend als: Kolonel Baudouin NGARUYE)

Titel: militair leider van de „Mouvement du 23 mars (M23)”. Hoedanigheid: Brigadegeneraal. Adres: Rubavu/Mudende, Rwanda. Geboortedatum: a)1 april 1978, b) 1978. Geboorteplaats: a) Bibwe, DRC 1978, Lusamambo, Luberogebied, DRC. Nationaliteit: Congolese. Nationaal identiteitsnr.: FARDC ID 1-78-09-44621-80. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 30 november 2012. Andere informatie: Kwam op 16.3.2013 de Republiek Rwanda binnen te Gasizi/Rubavu.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ngaruye leidde in april 2012 de muiterij van voormalige CNDP-leden, bekend als de „Mouvement du 23 mars (M23)”, onder het bevel van generaal Ntaganda. Hij is momenteel de op twee na hoogste militaire leider in M23. De Groep deskundigen voor de DRC heeft zijn aanwijzing in 2008 en 2009 al aanbevolen. Hij is verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten en het internationaal recht en heeft zelf ook schendingen begaan. Hij heeft voor M23 tussen 2008 en 2009 en naar het einde van 2010 toe honderden kinderen gerekruteerd en opgeleid. Hij heeft mensen gedood, verminkt en ontvoerd, en vaak waren vrouwen daarbij het slachtoffer. Hij is verantwoordelijk voor het executeren en folteren van deserteurs binnen M23. Als lid van de FARDC gaf hij in 2009 het bevel om alle mannen van het dorp Shalio in het Walikalegebied te doden. Hij verstrekte voorts wapens en munitie en betaalde lonen uit in het Masisigebied en het Wakikalegebied, onder rechtstreeks bevel van Ntaganda. Hij organiseerde in 2010 de gedwongen verplaatsing en onteigening van bevolkingsgroepen in het Lukopfugebied. Hij was nauw betrokken bij criminele netwerken in de FARDC die opbrengsten haalden uit de handel in mineralen, wat heeft geleid tot spanningen en gewelddaden waarbij kolonel Innocent Zimurinda in 2011 was betrokken. Kwam op 16.3.2013 de Republiek Rwanda binnen te Gasizi/Rubavu.

20.

Mathieu, Chui NGUDJOLO (ook bekend als: Cui Ngudjolo)

Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Is in oktober 2003 in Bunia gearresteerd door de MONUC. Op 7 februari 2008 door de regering van de DRC overgeleverd aan het Internationaal Strafhof. Door het ICC in december 2012 van alle beschuldigingen vrijgesproken. Is na zijn vrijlating vastgehouden door de Nederlandse autoriteiten, en heeft in Nederland een asielaanvraag ingediend.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Chef-staf van de FNI en voormalig chef-staf van de FRPI; had invloed op het beleid van deze organisatie en voerde het commando over, en controleerde de activiteiten van, de strijdkrachten van de FRPI, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities, die betrokken is bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schendt. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor de rekrutering en inzet van kinderen jonger dan 15 jaar in Ituri in 2006. Is in oktober 2003 in Bunia gearresteerd door de MONUC. Op 7 februari 2008 door de regering van de DRC overgeleverd aan het Internationaal Strafhof. Door het ICC in december 2012 van alle beschuldigingen vrijgesproken. Is na zijn vrijlating vastgehouden door de Nederlandse autoriteiten, en heeft in Nederland een asielaanvraag ingediend.

21.

Floribert Ngabu NJABU (ook bekend als: a) Floribert Njabu, b) Floribert Ndjabu, c) Floribert Ngabu Ndjabu)

Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Sinds maart 2005 onder huisarrest in Kinshasa in verband met de betrokkenheid van het FNI bij mensenrechtenschendingen. Overgebracht naar Den Haag op 27 maart 2011 om te getuigen tijdens de ICC-processen van Germain Katanga en Mathieu Ngodjolo. Heeft in mei 2011 asiel aangevraagd in Nederland. Een Nederlandse rechter wees zijn asielaanvraag in oktober 2012 af; er is beroep aangetekend.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

voorzitter van de FNI, een van de gewapende groepen en milities bedoeld in punt 20 van resolutie 1493 (2003), die betrokken zijn bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schenden. Sinds maart 2005 onder huisarrest in Kinshasa in verband met de betrokkenheid van het FNI bij mensenrechtenschendingen. Overgebracht naar Den Haag op 27 maart 2011 om te getuigen tijdens de ICC-processen van Germain Katanga en Mathieu Ngodjolo. Heeft in mei 2011 asiel aangevraagd in Nederland. Een Nederlandse rechter wees zijn asielaanvraag in oktober 2012 af; er is beroep aangetekend.

22.

Laurent NKUNDA (ook bekend als: a) Nkunda Mihigo Laurent, b) Laurent Nkunda Bwatare, c) Laurent Nkundabatware, d) Laurent Nkunda Mahoro Batware, e) Laurent Nkunda Batware, f) Chairman, g) General Nkunda, h) Papa Six)

Geboortedatum: a)6 februari 1967, b)2 februari 1967. Geboorteplaats: Rutshuru, Noord-Kivu, DRC. Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Voormalig generaal van de RCD-G. Oprichter van het „Congrès national pour la défense du peuple (CNDP)”, 2006; Hoge officier van de Rally for Congolese Democracy-Goma (RCD-G), 1998-2006; Officier van het Rwandan Patriotic Front (RPF), 1992-1998. Laurent Nkunda is in januari 2009 in Rwanda door de Rwandese autoriteiten aangehouden en vervangen als de commandant van het Nationaal Congres voor de verdediging van het volk (CNDP). Sindsdien staat hij onder huisarrest te Kigali, Rwanda. Een verzoek van de regering van de DRC om Nkunda uit te wijzen wegens in de oostelijke DRC gepleegde misdrijven is door Rwanda geweigerd. In 2010 is het beroep van de heer Nkunda wegens illegale hechtenis verworpen door een Rwandese rechtbank in Gisenyi, die meende dat de zaak door een militaire rechtbank moet worden behandeld. De advocaten zijn een procedure begonnen voor het militaire gerechtshof van Rwanda. Behoudt enige invloed op bepaalde delen van het Nationaal Congres voor de verdediging van het volk (CNDP).

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Heeft zich samen met andere afvallige elementen van de voormalige RCD-G aangesloten bij de troepen die in mei 2004 de stad Bukavu met geweld hebben ingenomen. Is betrokken bij wapenhandel buiten de structuren van de FARDC om, en schendt bijgevolg het wapenembargo. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor 264 gevallen van rekrutering en inzet van kinderen door troepen onder zijn bevel in Noord-Kivu van 2002 tot en met 2009. Voormalig generaal van de RCD-G. Oprichter van het „Congrès national pour la défense du peuple (CNDP)”, 2006; Hoge officier van de Rally for Congolese Democracy-Goma (RCD-G), 1998-2006; Officier van het Rwandan Patriotic Front (RPF), 1992-1998. Laurent Nkunda is in januari 2009 in Rwanda door de Rwandese autoriteiten aangehouden en vervangen als de commandant van het Nationaal Congres voor de verdediging van het volk (CNDP). Sindsdien staat hij onder huisarrest te Kigali, Rwanda. Een verzoek van de regering van de DRC om Nkunda uit te wijzen wegens in de oostelijke DRC gepleegde misdrijven is door Rwanda geweigerd. In 2010 is het beroep van de heer Nkunda wegens illegale hechtenis verworpen door een Rwandese rechtbank in Gisenyi, die meende dat de zaak door een militaire rechtbank moet worden behandeld. De advocaten zijn een procedure begonnen voor het militaire gerechtshof van Rwanda. Behoudt enige invloed op bepaalde delen van het Nationaal Congres voor de verdediging van het volk (CNDP).

23.

Felicien NSANZUBUKIRE (ook bekend als: Fred Irakeza)

Hoedanigheid: Is bataljonscommandant bij de FDLR-FOCA, opererend vanuit het Uvira-Sangegebied in Zuid-Kivu. Adres: Magunda, Mwengagebied, Zuid-Kivu, DRC (sinds juni 2011). Geboortedatum: 1967. Geboorteplaats: a) Murama, Kigali, Rwanda, b) Rubungo, Kigali, Rwanda, c) Kinyinya, Kigali, Rwanda. Nationaliteit: Rwandese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 december 2010. Andere informatie: Hij is sinds ten minste 1994 lid van de FDLR en opereert in het oosten van de DRC sinds oktober 1998.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Felicien Nsanzubukire heeft vanaf ten minste november 2008 tot en met april 2009 de smokkel van munitie en wapens van de Verenigde Republiek Tanzania, via het Tanganyikameer naar FDLR-eenheden in de streek van Uvira en Fizi in Zuid-Kivu, gesuperviseerd en gecoördineerd. Is bataljonscommandant bij de FDLR-FOCA, opererend vanuit het Uvira-Sangegebied in Zuid-Kivu. Hij is sinds ten minste 1994 lid van de FDLR en opereert in het oosten van de DRC sinds oktober 1998.

24.

Pacifique NTAWUNGUKA (ook bekend als: a) Pacifique Ntawungula, b) Colonel Omega, c) Nzeri, d) Israel)

Hoedanigheid: Commandant van het operatiegebied SONOKI in Noord-Kivu van de FDLR-FOCA. Adres: Goma, DRC (sinds juni 2011). Geboortedatum: a)1 januari 1964, b) Rond 1964. Geboorteplaats: Gaseke, Gisenyi-provincie, Rwanda. Nationaliteit: Rwandese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 3 maart 2009. Andere informatie: Kreeg een militaire opleiding in Egypte.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Commandant van de eerste divisie van de FOCA (gewapende vleugel van de FDLR). Militair aanvoerder van een buitenlandse gewapende groepering die actief is in de Democratische Republiek Congo, belemmert de ontwapening en de vrijwillige repatriëring en hervestiging van strijders, in strijd met Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad, punt 4, onder b). Uit bewijsmateriaal dat is bijeengebracht door de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad en is opgenomen in haar rapport van 13 februari 2008 blijkt dat uit handen van de FDLR-FOCA bevrijde of ontsnapte vrouwen waren ontvoerd en seksueel misbruikt. De FDLR-FOCA, die voorheen jongens van vijftien tot twintig jaar rekruteerde, rekruteert sinds medio 2007 met geweld jongeren vanaf tien jaar. De jongste kinderen worden dan ingezet als escorte en oudere kinderen als frontsoldaten, in strijd met Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad, punt 4, onder d) en e). Kreeg een militaire opleiding in Egypte.

25.

James NYAKUNI

Nationaliteit: Ugandese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Zakenrelatie van Jérôme Kakwavu; houdt zich vooral bezig met smokkel over de grens tussen de DRC en Uganda; wordt onder meer verdacht van smokkel van wapens en militair materieel in ongecontroleerde trucks. Schendingen van het wapenembargo, onder meer door steunverlening aan gewapende groepen en milities die in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) worden genoemd, onder meer in de vorm van financiële steun die hen in staat stelt militair te opereren.

26.

Stanislas NZEYIMANA (ook bekend als: a) Deogratias Bigaruka Izabayo, b) Izabayo Deo, c) Jules Mateso Mlamba, d) Bigaruka, e) Bigurura)

Hoedanigheid: Plaatsvervangend commandant van de FDLR-FOCA. Adres: Mukobervwa, Noord-Kivu, DRC (sinds juni 2011). Geboortedatum: a)1 januari 1966, b) Rond 1967. Geboorteplaats: Mugusa (Butare), Rwanda. Nationaliteit: Rwandese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 3 maart 2009.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Plaatsvervangend commandant van de FOCA (een gewapende tak van de FDLR). Militair aanvoerder van een buitenlandse gewapende groepering die actief is in de Democratische Republiek Congo, belemmert de ontwapening en de vrijwillige repatriëring en hervestiging van strijders, in strijd met Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad, punt 4, onder b). Uit bewijsmateriaal dat is bijeengebracht door de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad en is opgenomen in haar rapport van 13 februari 2008 blijkt dat uit handen van de FDLR-FOCA bevrijde of ontsnapte vrouwen waren ontvoerd en seksueel misbruikt. De FDLR-FOCA, die voorheen jongens van vijftien tot twintig jaar rekruteerde, rekruteert sinds medio 2007 met geweld jongeren vanaf tien jaar. De jongste kinderen worden dan ingezet als escorte en oudere kinderen als frontsoldaten, in strijd met Resolutie 1857 (2008) van de Veiligheidsraad, punt 4, onder d) en e).

27.

Dieudonné OZIA MAZIO (ook bekend als: a) Ozia Mazio, b) Omari, c) Mr Omari)

Geboortedatum: 6 juni 1949. Geboorteplaats: Ariwara, DRC. Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Aangenomen wordt dat Dieudonné Ozia Mazio, die toen voorzitter van de Fédération des entreprises congolaises (FEC) was, op 23 september 2008 te Ariwara is gestorven.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Financiële banden met Jérôme Kakwavu en de FAPC; houdt zich bezig met smokkel over de grens tussen de DRC en Uganda, waardoor voorraden en contant geld kunnen worden geleverd aan Jérôme Kakwavu en diens troepen. Schending van het wapenembargo, onder meer door steunverlening aan gewapende groepen en milities genoemd in punt 20 van UNSCR 1493 (2003). Aangenomen wordt dat Dieudonné Ozia Mazio, die toen voorzitter van de Fédération des entreprises congolaises (FEC) was, op 23 september 2008 te Ariwara is gestorven.

28.

Jean-Marie Lugerero RUNIGA (ook bekend als Jean-Marie Rugerero)

Hoedanigheid: voorzitter van M23. Adres: Rubavu/Mudende, Rwanda. Geboortedatum: a) Rond 1960, b) 9 september 1966. Geboorteplaats: Bukavu, DRC. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31 december 2012. Andere informatie: Kwam op 16 maart 2013 de Republiek Rwanda binnen te Gasizi/Rubavu.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

In een door Sultani Makenga, leider bij M23, ondertekend document van 9 juli 2012, wordt Runiga genoemd als de coördinator van de politieke vleugel van M23. Volgens dat document was de benoeming van Runinga ingegeven door de noodzaak de zichtbaarheid van de zaak van M23 te garanderen. In berichten op de website van M23 wordt Runiga genoemd als de „president” van M23. Zijn leidersrol wordt bevestigd door het rapport van de Groep deskundigen van november 2012, waarin Runiga de „leider van M23” wordt genoemd. Volgens een artikel van Associated Press van 13 december 2012, heeft Runiga Associated Press een lijst van eisen getoond die aan de Congolese regering zal worden voorgelegd. Het ontslag van Kabila en de ontbinding van het nationale parlement zijn daar onderdeel van. Runiga wees erop dat als de kans zich voordoet, M23 Goma opnieuw zou innemen. „En dit keer zullen we ons niet terugtrekken”, aldus Runiga tegenover Associated Press. Hij verklaarde ook dat als voorwaarde voor de onderhandelingen, de politieke tak van M23 de controle van Goma opnieuw moet overnemen. „Ik denk dat onze leden in Kampala ons vertegenwoordigen. Te gelegener tijd zal ik daar ook zijn. Ik wacht nog totdat enkele zaken georganiseerd zijn, en wanneer Kabila daar is, ga ik er ook heen”, aldus Runiga. Volgens een artikel in Le Figaro van 26 november 2012 heeft Runiga president Kabila van de DRC op 24 november 2012 ontmoet om besprekingen te beginnen. Los daarvan verklaarde Runiga in een interview met Le Figaro het volgende „M23 bestaat hoofdzakelijk uit voormalige militaire leden van de FARDC die overgelopen zijn uit protest tegen het feit dat de akkoorden van 23 maart 2009 niet zijn nageleefd.” Hij voegde eraan toe: „de soldaten van M23 zijn deserteurs van een leger dat zij met de wapens in de hand ontvlucht zijn. We hebben onlangs een grote hoeveelheid materiaal van een militaire basis in Bunagna buitgemaakt. Daarmee kunnen we voorlopig elke dag terreinwinst boeken en de aanvallen van de FARDC afslaan…Onze revolutie is een Congolese revolutie, onder leiding van de Congolezen en voor het Congolese volk.” Volgens een artikel van Reuters van 22 november 2012, heeft Runiga verklaard dat M23 over het vermogen beschikte om Goma te blijven vasthouden nadat de strijdkrachten van M23 waren versterkt door muitende Congolese militairen van de FARDC: „We beschikken over een gedisciplineerd leger, en over de FARDC-militairen die zich bij ons hebben gevoegd. Zij zijn onze broeders en zullen opnieuw getraind en ingezet worden, zodat we met hen kunnen samenwerken.” Volgens een artikel in The Guardian van 27 november 2012 heeft Runiga verklaard dat M23 geen gehoor zal geven aan de oproep van regionale leiders van de Internationale Conferentie over het gebied van de Grote Meren om Goma te verlaten, en aldus de weg voor vredesgesprekken te effenen. Runiga verklaarde dat, integendeel, de terugtrekking van M23 uit Goma het resultaat van, maar geen voorwaarde voor, onderhandelingen zal zijn. Volgens het eindverslag van de Groep deskundigen van 15 november 2012, heeft Runiga een delegatie geleid die op 29 juli 2012 naar Kampala is gereisd en daar de laatste hand heeft gelegd aan de 21 agendapunten van de beweging M23, ter voorbereiding van vroegtijdige onderhandelingen tijdens de Internationale Conferentie over het gebied van de Grote Meren. Volgens een artikel van de BBC van 23 november 2012, is M23 opgericht toen voormalige leden van het CNDP die in de FARDC geïntegreerd waren, begonnen te protesteren tegen de slechte omstandigheden en de bezoldiging, en tegen het feit dat het vredesakkoord van 23 maart 2009 tussen het CNDP en de DRC, dat tot de integratie van de CNDP in de FARDC leidde, niet volledig was uitgevoerd. Volgens het IPIS-rapport van november 2012, is M23 betrokken geweest bij actieve militaire operaties om de controle te verwerven over het oostelijke deel van de DRC. M23 en de FARDC hebben op 24 en 25 juli om de controle van verschillende steden en dorpen in Oost-Congo gestreden; M23 heeft de FARDC op 26 juli 2012 in Rumangabo aangevallen; M23 heeft de FARDC op 17 november 2012 uit Kibumba verdreven, en op 20 november 2012 de controle over Goma verworven. Volgens het verslag van de Groep deskundigen van november 2012 beweren meerdere voormalige M23-strijders dat leiders van M23 standrechtelijk tientallen kinderen hebben geëxecuteerd die poogden te ontsnappen nadat zij door M23 als kindsoldaten waren gerekruteerd.Volgens een rapport van Human Rights Watch (HRW) van 11 september 2012, heeft een Rwandese man van 18, die na een gedwongen rekrutering in Rwanda was ontsnapt, HRW meegedeeld dat hij getuige is geweest van de executie van een 16-jarige jongen van zijn eenheid bij M23 die in juni had geprobeerd te vluchten. De jongen werd gevangengenomen en voor de ogen van andere rekruten door strijders van M23 doodgeslagen. Een bevelhebber van M23 die deze moordpartij had bevolen, zou als verklaring voor deze moord de overige rekruten gezegd hebben dat „hij ons in de steek wilde laten”. Het rapport maakt ook melding van getuigen die beweren dat ten minste 33 nieuwe rekruten en andere M23-strijders bij een ontsnappingspoging standrechtelijk zouden zijn geëxecuteerd. Sommigen werden vastgebonden en voor de ogen van andere rekruten doodgeschoten, als voorbeeld van de straf die hen mogelijk te wachten stond. Een jonge rekruut vertelde HRW het volgende: „toen we bij M23 waren, werd ons gezegd [we konden kiezen en] dat we bij hen konden blijven of sterven. Velen probeerden te ontsnappen. Sommigen werden gevat, en werden onmiddellijk gedood.” Kwam op 16 maart 2013 de Republiek Rwanda binnen te Gasizi/Rubavu.

29.

Ntabo Ntaberi SHEKA

Hoedanigheid: Opperbevelhebber, Nduma Defensie Congo, Mai Mai Sheka-groepering. Geboortedatum: 4 april 1976. Geboorteplaats: gebied Walikale, DRC. Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 28 november 2011.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Ntabo Ntaberi Sheka, opperbevelhebber van de politieke vleugel van de Mai Mai Sheka, is de politieke leider van een Congolese gewapende groepering die de ontwapening, demobilisatie of herintegratie van strijders belemmert. De Mai Mai Sheka is een in Congo gebaseerde militie die opereert vanuit bases in Walikale, in het oosten van de Democratische Republiek Congo. De Mai Mai Sheka-militie heeft aanvallen uitgevoerd op mijnen in het oosten van de Democratische Republiek Congo; zij heeft de mijnen van Bisiye in handen genomen en perst de lokale bevolking af. Ntabo Ntaberi Sheka heeft ook ernstige schendingen van het internationaal recht begaan waarbij kinderen het doelwit waren. Ntabo Ntaberi Sheka plande en beval een reeks aanvallen van 30 juli tot 2 augustus 2010 in Walikale, om plaatselijke bevolkingsgroepen die van collaboratie met het Congolese regeringsleger waren beschuldigd, te straffen. Tijdens de aanvallen werden kinderen verkracht en ontvoerd; zij moesten dwangarbeid verrichten en moesten een wrede, onmenselijke of onterende behandeling ondergaan. Tevens worden jongens onder dwang door de Mai Mai Sheka-militie gerekruteerd; in haar rangen bevinden zich kinderen uit ronselacties.

30.

Bosco TAGANDA (ook bekend als: a) Bosco Ntaganda, b) Bosco Ntagenda, c) General Taganda, d) Lydia, e) Terminator, f) Tango Romeo (roepnaam), g) Romeo (roepnaam), h) Major)

Adres: Goma, DRC (sinds juni 2011). Geboortedatum: In 1973 of 1974. Geboorteplaats: Bigogwe, Rwanda. Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Geboren in Rwanda maar verhuisd naar Nyamitaba, Masisigebied in Noord-Kivu, waar hij zijn jeugd doorbracht. Na de vredesovereenkomsten van Ituri van 11 december 2004 is hij bij presidentieel decreet tot brigade-generaal van de FARDC benoemd. Nadat hij eerder chef-staf van het CNDP was, werd hij na de arrestatie van Laurent Nkunda opperbevelhebber van het CNDP in januari 2009. Sinds januari 2009 is hij feitelijk plaatsvervangend bevelhebber van de achtereenvolgende tegen de FDLR gerichte operaties „Umoja Wetu”, „Kimia II” en „Amani Leo” in Noord- en Zuid-Kivu. Is Rwanda in maart 2013 binnengekomen en heeft zich op 22 maart vrijwillig overgegeven aan functionarissen van het ICC in Kigali. Is overgebracht naar het ICC in Den Haag, waar hem tijdens een eerste hoorzitting op 26 maart de aanklachten jegens zijn persoon werden voorgelezen.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

heeft invloed op het beleid van deze organisatie, en voert nog steeds het commando over, en controleert de activiteiten van, de strijdkrachten van de UPC/L, een van de in punt 20 van UNSCR 1493 (2003) genoemde gewapende groepen en milities, die betrokken is bij wapenhandel en bijgevolg het wapenembargo schendt. Is in december 2004 tot generaal van de FARDC benoemd, maar weigerde de promotie, waardoor hij thans buiten de FARDC staat. Volgens het bureau van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten was hij verantwoordelijk voor de rekrutering en inzet van kinderen in Ituri in 2002 en 2003, en voor 155 gevallen van directe verantwoordelijkheid en/of commando-verantwoordelijkheid voor de rekrutering en inzet van kinderen in Noord-Kivu van 2002 tot en met 2009. Had als chef-staf van het CNDP directe verantwoordelijkheid en commando-verantwoordelijkheid voor het bloedbad in Kiwanja (november 2008). Geboren in Rwanda maar verhuisd naar Nyamitaba, Masisigebied in Noord-Kivu, waar hij zijn jeugd doorbracht. Vanaf juni 2011 verblijft hij in Goma; hij bezit grote boerderijen in de streek van Ngungu, in het Masisigebied, Noord-Kivu. Na de vredesovereenkomsten van Ituri van 11 december 2004 is hij bij presidentieel decreet tot brigade-generaal van de FARDC benoemd. Nadat hij eerder chef-staf van het CNDP was, werd hij na de arrestatie van Laurent Nkunda opperbevelhebber van het CNDP. Sinds januari is hij feitelijk plaatsvervangend bevelhebber van de achtereenvolgende tegen de FDLR gerichte operaties „Umoja Wetu”, „Kimia II” en „Amani Leo” in Noord- en Zuid-Kivu. Is Rwanda in maart 2013 binnengekomen en heeft zich op 22 maart vrijwillig overgegeven aan functionarissen van het ICC in Kigali. Is overgebracht naar het ICC in Den Haag, waar hem tijdens een eerste hoorzitting op 26 maart de aanklachten jegens zijn persoon werden voorgelezen.

31.

Innocent ZIMURINDA (ook bekend als: Zimulinda)

Hoedanigheid: a) M23, brigadecommandant, Rang: kolonel, b) Kolonel bij de FARDC. Adres: Rubavu, Mudende. Geboortedatum: a)1 september 1972, b) Rond 1975, c)16 maart 1972. Geboorteplaats: a) Ngungu, Masisigebied, Noord-Kivu, DRC, b) Masisi, DRC. Nationaliteit: Congolese. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 december 2010. Andere informatie: Nadat hij in 2009 als luitenant-kolonel in de FARDC was opgenomen, was hij brigadecommandant tijdens de Kimia II-operaties van de FARDC, met als basis het gebied van Ngungu. In juli 2009 werd Zimurinda bevorderd tot kolonel en werd hij sectorcommandant voor de FARDC in Ngungu en vervolgens in Kitchanga tijdens de operaties Kimia II en Amani Leo van de FARDC. Hoewel kolonel Zimurinda niet voorkomt in het besluit van de president van de DRC van 31 december 2010 tot benoeming van de hoge officieren van de FARDC, heeft hij de facto zijn positie als bevelhebber van de 22e sector van de FARDC in Kitchanga behouden, en draagt hij de nieuwe onderscheidingstekenen en het nieuwe uniform van de FARDC. Hij blijft loyaal aan Bosco Ntaganda. In december 2010 werden door militairen onder bevel van kolonel Zimurina uitgevoerde rekruteringsactiviteiten aan de kaak gesteld in rapporten uit open bronnen. Kwam op 16 maart 2013 de Republiek Rwanda binnen te Gasizi/Rubavu.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Volgens verscheidene bronnen heeft de toenmalige luitenant-kolonel Innocent Zimurinda als een van de bevelhebbers van de 231e brigade van de FARDC bevelen gegeven die hebben geleid tot de afslachting van meer dan 100 Rwandese vluchtelingen, vooral vrouwen en kinderen, tijdens een militaire operatie in de streek van Shalio in april 2009. De Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad heeft gerapporteerd dat luitenant-kolonel Innocent Zimurinda volgens rechtstreekse getuigen op 29 augustus 2009 in Kalehe heeft geweigerd om drie kinderen die onder zijn bevel stonden, vrij te laten. Volgens verscheidene bronnen heeft de toenmalige luitenant-kolonel Innocent Zimurinda, vóór de integratie van het CNDP in de FARDC, deelgenomen aan een operatie van het CNDP in november 2008 waarbij 89 burgers, waaronder vrouwen en kinderen, zijn afgeslacht in de streek van Kiwanja. In maart 2010 hebben 51 mensenrechtenorganisaties die in het oosten van de DRC actief zijn, kolonel Innocent Zimurinda verantwoordelijk gesteld voor een veelheid aan mensenrechtenschendingen, onder meer de moord op talloze burgers, waaronder vrouwen en kinderen, tussen februari 2007 en augustus 2007. Kolonel Innocent Zimurinda werd er in dezelfde klacht eveneens van beschuldigd verantwoordelijk te zijn voor de verkrachting van een groot aantal vrouwen en meisjes. Volgens een verklaring van 21 mei 2010 van de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor kinderen en gewapende conflicten, is Innocent Zimurinda betrokken geweest bij de willekeurige executie van kindsoldaten, onder meer tijdens operatie Kimia II. Volgens dezelfde verklaring heeft hij de VN-missie in de DRC (MONUC) de toegang geweigerd toen deze de troepen wilde controleren op de aanwezigheid van minderjarigen. Volgens de Groep deskundigen van het Sanctiecomité DRC van de VN-Veiligheidsraad, draagt kolonel Zimurinda de individuele verantwoordelijkheid en de commando-verantwoordelijkheid voor de rekrutering van kinderen en voor de inzet van kinderen in troepen onder zijn bevel. Nadat hij in 2009 als luitenant-kolonel in de FARDC was opgenomen, was hij brigadecommandant tijdens de Kimia II-operaties van de FARDC, met als basis het gebied van Ngungu. In juli 2009 werd Zimurinda bevorderd tot kolonel en werd hij sectorcommandant voor de FARDC in Ngungu en vervolgens in Kitchanga tijdens de operaties Kimia II en Amani Leo van de FARDC. Hoewel kolonel Zimurinda niet voorkomt in het besluit van de president van de DRC van 31 december 2010 tot benoeming van de hoge officieren van de FARDC, heeft hij de facto zijn positie als bevelhebber van de 22e sector van de FARDC in Kitchanga behouden, en draagt hij de nieuwe onderscheidingstekenen en het nieuwe uniform van de FARDC. Hij blijft loyaal aan Bosco Ntaganda. In december 2010 werden door militairen onder bevel van kolonel Zimurina uitgevoerde rekruteringsactiviteiten aan de kaak gesteld in rapporten uit open bronnen. Kwam op 16 maart 2013 de Republiek Rwanda binnen te Gasizi/Rubavu.

b)

Lijst van de in de artikelen 3, 4 en 5 bedoelde entiteiten.

1.

ADF (ook bekend als: a) Forces démocratiques alliées — Armée nationale de libération de l'Ouganda, b) ADF/NALU, c) Islamic Alliance of Democratic Forces)

Adres: Provincie Noord-Kivu, Democratische Republiek Congo. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 30 juni 2014.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

De Geallieerde democratische strijdkrachten („ADF”) zijn in 1995 opgericht en houden zich op in het bergachtige grensgebied tussen DRC en Oeganda. Volgens het in 2013 gepubliceerde eindverslag van de VN-deskundigengroep inzake de Democratische Republiek Congo („Groep deskundigen”), waarin Ugandese functionarissen en VN-bronnen worden aangehaald, kon ADF in 2013 rekenen op 1 200 tot 1 500 gewapende strijders in het noord-oostelijk Benigebied van de provincie Noord-Kivu, dicht bij de grens met Uganda. Dezelfde bronnen schatten het totaal aantal leden van ADF — met inbegrip van vrouwen en kinderen — op 1 600 tot 2 500. Ten gevolge van militaire operaties van het Congolese leger (FARDC) en de Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Congo (MONUSCO) in 2013 en 2014, heeft ADF zijn strijders verspreid over talrijke kleinere basissen, en zijn de vrouwen en kinderen naar gebieden ten westen van Beni, en naar het gebied langs de grens tussen Ituri en Noord-Kivu overgebracht. De militaire leider van ADF is Hood Lukwago, en de opperbevelhebber ervan is Jamil Mukulu (op de sanctielijst geplaatst).

ADF heeft zware schendingen van het internationaal recht en van UNSCR 2078 (2012) begaan, met inbegrip van de hieronder nader omschreven feiten.

ADF heeft kindsoldaten gerekruteerd en ingezet, en derhalve het toepasselijk internationaal recht (UNSCR, punt 4, onder d)) geschonden.

In het eindverslag van de Groep deskundigen voor 2013 werd vermeld dat de Groep deskundigen drie voormalige, in 2013 ontsnapte, ADF-strijders heeft geïnterviewd, die beschreven hoe de ronselaars van ADF mensen naar Congo lokken met valse beloften in verband met een baan (voor volwassenen) en gratis onderwijs (voor kinderen), en hen vervolgens dwingen om lid te worden van ADF. Eveneens volgens dat eindverslag hebben de ADF-strijders aan de Groep deskundigen gezegd dat de trainingsgroepen van ADF normaal gesproken voor zowel volwassen mannen als jongens bestemd zijn, en twee in 2013 uit het ADF ontsnapte jongens hebben de Groep deskundigen verteld dat zij militaire training van ADF hadden gekregen. In het verslag van de Groep deskundigen staat ook een rapport over de opleiding bij ADF, opgetekend uit de mond van een „voormalig kindsoldaat van ADF”.

Volgens het eindverslag 2012 van de Groep deskundigen zijn er onder de ADF-rekruten ook kinderen, zoals blijkt uit het voorbeeld van een ADF-rekruteerder die in juli 2012 door de Ugandese autoriteiten in Kasese werd aangehouden terwijl hij met 6 jongens naar de DRC op weg was.

Een concreet voorbeeld van hoe ADF kinderen rekruteert en inzet staat in een brief die de voormalige directeur voor Afrika van Human Rights Watch, Georgette Gagnon, op 6 januari 2009 richtte aan de toenmalige Ugandese minister van Justitie, Kiddhu Makubuyu, en waarin zij schrijft dat een jongen genaamd Bushobozi Irumba in 2000 op negenjarige leeftijd door ADF werd ontvoerd. Hij moest vervoer en andere diensten voor ADF-strijders regelen.

Voorts worden in het „Afrika-rapport” beweringen aangehaald volgens welke ADF kinderen al vanaf de leeftijd van 10 jaar als kindsoldaten zou rekruteren, en wordt een woordvoerder van de „Uganda People's Defence Force (UPDF)” geciteerd die verklaart dat UPDF 30 kinderen heeft gered uit een trainingskamp op het eiland Buvuma in het Victoriameer.

ADF heeft ook talrijke schendingen van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht begaan tegen vrouwen en kinderen, waaronder moordpartijen, verminkingen en seksueel geweld (UNSCR punt 4, onder e)).

Volgens het eindverslag van de Groep deskundigen voor 2013 heeft het ADF in 2013 talrijke dorpen aangevallen, waardoor meer dan 66 000 mensen naar Uganda zijn gevlucht. Deze aanvallen hebben geleid tot de ontvolking van een groot gebied, dat sindsdien door ADF wordt gecontroleerd door middel van het ontvoeren of vermoorden van mensen die naar hun dorpen terugkeren. Tussen juli en september 2013 heeft ADF in het gebied van Kamango minstens 5 mensen onthoofd, verschillende anderen doodgeschoten en nog tientallen meer ontvoerd. Deze acties hebben de lokale bevolking geterroriseerd en mensen afgeschrikt om naar huis terug te keren.

De mondiale horizontale nota („Global Horizontal Note”), een mechanisme voor monitoring van en rapportering over zware schendingen tegen kinderen in gewapende conflicten, heeft aan de Werkgroep van de VN-Veiligheidsraad voor kinderen in gewapende conflicten (Children and Armed Conflict — CAAC) gemeld dat ADF in de periode van oktober tot en met december 2013 verantwoordelijk was voor 14 van de 18 gemelde kinderslachtoffers, onder andere bij een incident in het gebied Beni op 11 december 2013, toen ADF het dorp Musuku heeft aangevallen en 23 mensen, waaronder 11 kinderen (drie meisjes en acht jongens) tussen twee maanden en 17 jaar, heeft vermoord. Alle slachtoffers, waaronder twee kinderen die de aanval overleefd hebben, werden zwaar verminkt met machetes.

Het verslag van de secretaris-generaal van maart 2014 inzake conflictgerelateerd seksueel geweld plaatst de „Allied Democratic Forces — National Army for the Liberation of Uganda” op de lijst van „Partijen waarop de geloofwaardige verdenking rust dat zij in een gewapend conflict verkrachtingen of andere vormen van seksueel geweld hebben gepleegd of daar verantwoordelijk voor zijn.”

ADF heeft ook deelgenomen aan aanvallen tegen MONUSCO-vredeshandhavers (UNSCR punt 4, onder i)).

Tot slot heeft de Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Congo (MONUSCO) gemeld dat ADF ten minste twee aanvallen tegen MONUSCO-vredeshandhavers heeft uitgevoerd. De eerste, op 14 juli 2013, was een aanval op een MONUSCO-patrouille op de weg tussen Mbau en Kamango. Deze aanval wordt nader omschreven in het eindverslag voor 2013 van de Groep deskundigen. De tweede aanval vond plaats op 3 maart 2014. Een MONUSCO-voertuig werd met granaten aangevallen op tien kilometer afstand van de Mavivi-luchthaven in Beni, waarbij vijf vredeshandhavers verwondingen opliepen.

2.

BUTEMBO AIRLINES (BAL)

Adres: Butembo, DRC. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29 maart 2007. Andere informatie: Luchtvaartmaatschappij in particuliere eigendom, met als thuisbasis Butembo. BAL heeft sinds december 2008 niet langer een vergunning als vliegtuigexploitant in de DRC.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Kambale Kisoni (overleden op 5 juli 2007, en vervolgens op 24 april 2008 van de lijst geschrapt) gebruikte zijn luchtvaartmaatschappij om goud, rantsoenen en wapens van het FNI te vervoeren tussen Mongbwalu en Butembo. Dat is „verstrekken van bijstand” aan illegale gewapende groeperingen, waarmee het wapenembargo van UNSCR 1493 (2003) en 1596 (2005) is geschonden. Luchtvaartmaatschappij in particuliere eigendom, met als thuisbasis Butembo. BAL heeft sinds december 2008 niet langer een vergunning als vliegtuigexploitant in de DRC.

3.

COMPAGNIE AERIENNE DES GRANDS LACS (CAGL); GREAT LAKES BUSINESS COMPANY (GLBC) (ook bekend als: CAGL)

Adres: a) Avenue Président Mobutu, Goma, DRC, b) Gisenyi, Rwanda, c)PO BOX 315, Goma, DRC. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29 maart 2007. Andere informatie: Hoewel in 2008 verscheidene van zijn vliegtuigen in strijd met de VN-sancties vluchten bleven uitvoeren, beschikte GLBC in december 2008 niet langer over luchtwaardige vliegtuigen.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

CAGL en GLBC zijn bedrijven in eigendom van Douglas MPAMO, tegen wie al sancties lopen uit hoofde van UNSCR 1596 (2005). CAGL en GLBC zijn gebruikt voor het vervoer van wapens en munitie, waarmee het wapenembargo van UNSCR 1493 (2003) en 1596 (2005) is geschonden. Hoewel in 2008 verscheidene van zijn vliegtuigen in strijd met de VN-sancties vluchten bleven uitvoeren, beschikte GLBC in december 2008 niet langer over luchtwaardige vliegtuigen.

4.

CONGOMET TRADING HOUSE

Adres: Butembo, Noord-Kivu. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29 maart 2007. Andere informatie: Bestaat niet langer als handelsfirma voor goud te Butembo, Noord-Kivu.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Congomet Trading House (eerder in de lijst opgenomen als Congocom) was eigendom van Kambale Kisoni (overleden op 5 juli 2007, en vervolgens op 24 april 2008 van de lijst geschrapt). Kisoni kocht bijna de gehele goudproductie van de regio Mongbwalu op, die in handen was van het FNI. Het FNI had aanzienlijke inkomsten uit belastingen op deze productie. Dat is „verstrekken van bijstand” aan illegale gewapende groeperingen, waarmee het wapenembargo van UNSCR 1493 (2003) en 1596 (2005) is geschonden. Bestaat niet langer als handelsfirma voor goud te Butembo, Noord-Kivu.

5.

FORCES DEMOCRATIQUES DE LIBERATION DU RWANDA (FDLR) (ook bekend als: a) FDLR, b) Force Combattante Abacunguzi, c) Combatant Force for the Liberation of Rwanda, d) FOCA)

Adres: a) Noord-Kivu, DRC, b) Zuid-Kivu, DRC. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31 december 2012. Andere informatie: E-mail: Fdlr@fmx.de; fldrrse@yahoo.fr; fdlr@gmx.net.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

De FDLR zijn een van de grootste buitenlandse gewapende groepen die actief zijn op het grondgebied van DRC. De groep is opgericht in 2000, en heeft ernstige schendingen van het internationale recht begaan waarbij vrouwen en kinderen het doelwit zijn in gewapende conflicten, onder meer moordpartijen en verminkingen, seksueel geweld en gedwongen verplaatsing. Volgens een rapport van Amnesty International uit 2010 waren de FDLR verantwoordelijk voor de moord op 96 burgers in Busurguni, in het Walikalegebied. Sommige slachtoffers werden in hun huizen levend verbrand. Volgens dezelfde bron heeft in juni 2010 een medisch centrum van een ngo gerapporteerd dat er in het zuiden van het Luberogebied (Noord-Kivu) maandelijks ongeveer zestig gevallen waren van verkrachtingen van meisjes en vrouwen door gewapende groepen, waaronder de FDLR. Volgens een rapport van Human Rights Watch (HRW) van 20 december 2010, is er gedocumenteerd bewijs dat de FDLR actief kinderen rekruteren. HRW heeft minstens 83 Congolese kinderen jonger dan 18 geïdentificeerd die door de FDLR onder dwang zijn gerekruteerd; sommigen daarvan waren amper 14. HRW heeft in januari 2012 gerapporteerd dat FLDR-strijders talloze dorpen in het Masisigebied hebben aangevallen en daarbij zes burgers hebben vermoord, twee vrouwen hebben verkracht en minstens 48 mensen hebben ontvoerd. Volgens een rapport van juni 2012 van HRW, hebben strijders van de FDLR in mei 2012 burgers aangevallen in Kamananga en Lumenje (provincie Zuid-Kivu) maar ook in Chambucha (Walikalegebied) en in de dorpen in de Ufumanduzone van Masisigebied (provincie Noord-Kivu). Tijdens die aanvallen hebben FDLR-strijders tientallen burgers onder wie talrijke kinderen, met machetes en messen gedood. Volgens het rapport van de Groep deskundigen van juni 2012, hebben de FDLR van 31 december 2011 tot en met 4 januari 2012 verschillende dorpen in Zuid-Kivu aangevallen. Een onderzoek van de Verenigde Naties heeft bevestigd dat tijdens de aanval minstens 33 personen, onder wie 9 kinderen en 6 vrouwen, vermoord, levend verbrand, onthoofd of doodgeschoten zijn. Daarnaast zijn een vrouw en een meisje verkracht. In het rapport van de Groep deskundigen van juni 2012 staat ook dat een onderzoek van de Verenigde Naties heeft bevestigd dat de moordpartij door de FDLR in mei 2012 in Zuid-Kivu minstens het leven heeft gekost aan 14 burgers, onder wie 5 vrouwen en 5 kinderen. Volgens het rapport van de Groep deskundigen van november 2012, hebben de VN minstens 106 gevallen gedocumenteerd van seksueel geweld die de FDLR tussen december 2011 en september 2012 hebben begaan. In het rapport van de Groep deskundigen van november 2012 staat dat, volgens een VN-onderzoek, de FDLR in de nacht van 10 maart 2012 in Kalinganya (Kabaregebied) zeven vrouwen, onder wie een minderjarige, hebben verkracht. De FDLR hebben het dorp op 10 april 2012 opnieuw overvallen en drie van deze vrouwen een tweede keer verkracht. Het rapport van de Groep deskundigen van november 2012 vermeldt ook dat in Bushibwambombo, Kalehe, de FDLR op 6 april 2012 11 mensen hebben vermoord, en dat zij in mei betrokken waren bij 19 moorden in Masisigebied, waarbij vijf minderjarigen en zes vrouwen omkwamen. De Beweging van 23 maart (M23) is een gewapende groep die actief is in DRC en de ontvanger is geweest van wapens en aanverwant materiaal, advies, opleiding en bijstand in verband met militaire activiteiten. Verschillende ooggetuigen verklaren dat M23 algemene militaire uitrusting ontvangt van de Rwandan Defence Forces (RDF) in de vorm van wapens en munitie, naast materiële ondersteuning voor gevechtsoperaties. M23 is medeplichtig aan en verantwoordelijk voor ernstige schendingen van het internationale recht waarbij vrouwen en kinderen het doelwit zijn in gewapende conflicten, in de DRC, waaronder moordpartijen en verminkingen, seksueel geweld, ontvoering en gedwongen verplaatsing. Op basis van talrijke rapporten, onderzoeken en verklaringen van ooggetuigen is M23 verantwoordelijk voor massamoorden op burgers en voor het verkrachten van vrouwen en kinderen in de verschillende regio's van de DRC. Uit meerdere rapporten blijkt dat M23-strijders 46 verkrachtingen van vrouwen en kinderen hebben gepleegd, van wie het jongste 8 jaar was. Naast de rapporten over seksueel geweld, heeft M23 ook intensieve campagnes doorgevoerd waarbij kinderen onder dwang in de gelederen van groep zijn gerekruteerd. Naar schatting heeft M23 alleen al in het Rutshurugebied (Oost-Congo) sinds juli 2012 146 jonge mannen en jongens onder dwang gerekruteerd. Sommige slachtoffers waren amper 15 jaar. De wreedheden van M23 tegen de burgerbevolking van de DRC en de campagnes voor gedwongen rekrutering, alsook het feit dat M23 de ontvanger is van wapens en militaire bijstand, heeft in aanzienlijke mate bijgedragen tot instabiliteit en conflicten in de regio; de beweging heeft in een aantal gevallen het internationaal recht geschonden.

6.

M23

Datum van plaatsing op de VN-lijst: 31 december 2012.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

De Beweging van 23 maart (M23) is een gewapende groep die actief is in DRC en de ontvanger is geweest van wapens en aanverwant materiaal, advies, opleiding en bijstand in verband met militaire activiteiten. Verschillende ooggetuigen verklaren dat M23 algemene militaire uitrusting ontvangt van de Rwandan Defense Forces (RDF) in de vorm van wapens en munitie, naast materiële ondersteuning voor gevechtsoperaties. M23 is medeplichtig aan en verantwoordelijk voor ernstige schendingen van het internationale recht waarbij vrouwen en kinderen het doelwit zijn in gewapende conflicten, in de DRC, waaronder moordpartijen en verminkingen, seksueel geweld, ontvoering en gedwongen verplaatsing. Op basis van talrijke rapporten, onderzoeken en verklaringen van ooggetuigen is M23 verantwoordelijk voor massamoorden op burgers en voor het verkrachten van vrouwen en kinderen in de verschillende regio's van de DRC. Uit meerdere rapporten blijkt dat M23-strijders 46 verkrachtingen van vrouwen en kinderen hebben gepleegd, van wie het jongste 8 jaar was. Naast de rapporten over seksueel geweld, heeft M23 ook intensieve campagnes doorgevoerd waarbij kinderen onder dwang in de gelederen van groep zijn gerekruteerd. Naar schatting heeft M23 alleen al in het Rutshurugebied (Oost-Congo) sinds juli 2012 146 jonge mannen en jongens onder dwang gerekruteerd. Sommige slachtoffers waren amper 15 jaar. De wreedheden van M23 tegen de burgerbevolking van de DRC en de campagnes voor gedwongen rekrutering, alsook het feit dat M23 de ontvanger is van wapens en militaire bijstand, heeft in aanzienlijke mate bijgedragen tot instabiliteit en conflicten in de regio; de beweging heeft in een aantal gevallen het internationaal recht geschonden.

7.

MACHANGA LTD

Adres: Kampala, Uganda. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29 maart 2007. Andere informatie: Gouduitvoerbedrijf (Directie: de heren Rajendra Kumar Vaya en Hirendra M. Vaya). In 2010 werden aan Machanga toebehorende activa die op de rekening van Emirates Gold stonden, door de Bank of Nova Scotia Mocatta (UK) bevroren. De voormalige eigenaar van Machanga, de heer Rajendra Kumar, en zijn broer Vipul Kumar, zijn betrokken gebleven bij het aankopen van goud uit de oostelijke DRC.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Machanga kocht goud via een vaste commerciële relatie die het onderhield met handelaren in de DRC die nauwe banden hadden met milities. Dat is „verstrekken van bijstand” aan illegale gewapende groeperingen, waarmee het wapenembargo van UNSCR 1493 (2003) en 1596 (2005) is geschonden. Gouduitvoerbedrijf (Directie: de heren Rajendra Kumar Vaya en Hirendra M. Vaya). In 2010 werden aan Machanga toebehorende activa die op de rekening van Emirates Gold stonden, door de Bank of Nova Scotia Mocatta (UK) bevroren. De voormalige eigenaar van Machanga, de heer Rajendra Kumar, en zijn broer Vipul Kumar, zijn betrokken gebleven bij het aankopen van goud uit de oostelijke DRC.

8.

TOUS POUR LA PAIX ET LE DEVELOPPEMENT (ngo) (ook bekend als: TPD)

Adres: Goma, Noord-Kivu, DRC. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 1 november 2005. Andere informatie: Goma, met provinciale comités in Zuid-Kivu, West- en Oost-Kasai en Maniema. Officieel zijn alle activiteiten sinds 2008 opgeschort. In de praktijk zijn de kantoren van TPD sinds juni 2011 open en betrokken bij aangelegenheden in verband met de terugkeer van ontheemden, verzoeningsinitiatieven binnen de gemeenschap, regeling van grondgeschillen, en dergelijke. voorzitter en vicevoorzitter van de TPD zijn respectievelijk Eugène Serufuli en Saverina Karomba. Belangrijke leden zijn ook de provincieraadsleden van Noord-Kivu Robert Seninga en Bertin Kirivita.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

Betrokken bij schendingen van het wapenembargo, in de vorm van steunverlening aan de RCD-G, met name door het beschikbaar stellen van trucks voor het transport van wapens en troepen, alsmede door het vervoer van wapens die worden verdeeld onder delen van de bevolking in Masisi en Rutshuru (Noord-Kivu) (begin 2005). Goma, met provinciale comités in Zuid-Kivu, West- en Oost-Kasai en Maniema. Officieel zijn alle activiteiten sinds 2008 opgeschort. In de praktijk zijn de kantoren van TPD sinds juni 2011 open en betrokken bij aangelegenheden in verband met de terugkeer van ontheemden, verzoeningsinitiatieven binnen de gemeenschap, regeling van grondgeschillen, en dergelijke. voorzitter en vicevoorzitter van de TPD zijn respectievelijk Eugène Serufuli en Saverina Karomba. Belangrijke leden zijn ook de provincieraadsleden van Noord-Kivu Robert Seninga en Bertin Kirivita.

9.

UGANDA COMMERCIAL IMPEX (UCI) LTD

Adres: a)Kajoka Street, Kisemente, Kampala, Uganda (Tel. +256 41 533 578/9), b)PO BOX 22709, Kampala, Uganda. Datum van plaatsing op de VN-lijst: 29 maart 2007. Andere informatie: Gouduitvoerbedrijf. (Voormalige directeuren: de heren J.V. LODHIA, bekend als „Chuni”, en zijn zoon Kunal LODHIA). In januari 2011 hebben de Ugandese autoriteiten het Comité ervan in kennis gesteld dat, nadat bepaalde financiële activa van Uganda Commercial Impex (UCI) waren vrijgegeven, Emirates Gold de schuld van dit bedrijf bij Crane Bank in Kampala heeft terugbetaald, waardoor de rekeningen van UCI konden worden afgesloten. De voormalige eigenaar van UCI, de heer J.V. Lodhia en zijn zoon Kumal Lodhia zijn betrokken gebleven bij het aankopen van goud uit de oostelijke DRC.

Aanvullende informatie uit de beschrijving van de redenen die is verstrekt door het Sanctiecomité:

UCI kocht goud via een vaste commerciële relatie die het onderhield met handelaren in de DRC die nauwe banden hadden met milities. Dat is „verstrekken van bijstand” aan illegale gewapende groeperingen, waarmee het wapenembargo van UNSCR 1493 (2003) en 1596 (2005) is geschonden. Gouduitvoerbedrijf. (Voormalige directeuren: de heren J.V. LODHIA, bekend als „Chuni”, en zijn zoon Kunal LODHIA). In januari 2011 hebben de Ugandese autoriteiten het Comité ervan in kennis gesteld dat, nadat bepaalde financiële activa van Uganda Commercial Impex (UCI) waren vrijgegeven, Emirates Gold de schuld van dit bedrijf bij Crane Bank in Kampala heeft terugbetaald, waardoor de rekeningen van UCI konden worden afgesloten. De voormalige eigenaar van UCI, de heer J.V. Lodhia, en zijn zoon Kumal Lodhia, zijn betrokken gebleven bij het aankopen van goud uit de oostelijke DRC.”


Top