Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014B0064

    2014/64/EU, Euratom: Definitieve vaststelling van de gewijzigde begroting nr. 7 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

    PB L 49 van 19.2.2014, p. 1–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2013

    ELI: http://data.europa.eu/eli/budget_suppl_amend/2013/7/oj

    19.2.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 49/1


    DEFINITIEVE VASTSTELLING

    van de gewijzigde begroting nr. 7 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

    (2014/64/EU, Euratom)

    DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,

    Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

    Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1),

    Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (2),

    Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, definitief vastgesteld op 12 december 2012 (3),

    Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 7 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, goedgekeurd door de Commissie op 25 juli 2013,

    Gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 7/2013, vastgesteld door de Raad op 7 oktober 2013,

    Gezien de artikelen 75 ter en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,

    Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 19 november 2013,

    CONSTATEERT:

    Enig artikel

    De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 7 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013 is definitief vastgesteld.

    Gedaan te Straatsburg, 19 november 2013.

    De voorzitter

    M. SCHULZ


    (1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

    (2)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

    (3)  PB L 66 van 8.3.2013.


    GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 7 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2013

    INHOUD

    STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

    Afdeling III: Commissie

    — Uitgaven

    — Titel 04: Werkgelegenheid en sociale zaken


     

    AFDELING III

    COMMISSIE

    UITGAVEN

    Titel

    Omschrijving

    Begroting 2013

    Gewijzigde begroting nr. 7/2013

    Nieuw bedrag

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    01

    ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

    555 684 796

    428 350 972

     

     

    555 684 796

    428 350 972

    02

    ONDERNEMINGEN

    1 157 245 386

    1 304 818 477

     

     

    1 157 245 386

    1 304 818 477

    03

    CONCURRENTIE

    92 219 149

    92 219 149

     

     

    92 219 149

    92 219 149

    04

    WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

    12 064 158 933

    12 593 728 861

    150 000 000

     

    12 214 158 933

    12 593 728 861

    05

    LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

    58 851 894 643

    56 734 357 629

     

     

    58 851 894 643

    56 734 357 629

    06

    MOBILITEIT EN VERVOER

    1 740 800 530

    983 961 494

     

     

    1 740 800 530

    983 961 494

    07

    MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN

    498 383 275

    397 680 274

     

     

    498 383 275

    397 680 274

    08

    ONDERZOEK

    6 901 336 033

    5 088 171 210

     

     

    6 901 336 033

    5 088 171 210

    09

    COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

    1 810 829 637

    1 466 740 211

     

     

    1 810 829 637

    1 466 740 211

     

    40 01 40, 40 02 41

    391 985

    391 985

     

     

    391 985

    391 985

     

     

    1 811 221 622

    1 467 132 196

     

     

    1 811 221 622

    1 467 132 196

    10

    EIGEN ONDERZOEK

    424 319 156

    416 522 703

     

     

    424 319 156

    416 522 703

    11

    MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

    919 262 394

    708 756 335

     

     

    919 262 394

    708 756 335

     

    40 01 40, 40 02 41

    115 220 000

    113 885 651

     

     

    115 220 000

    113 885 651

     

     

    1 034 482 394

    822 641 986

     

     

    1 034 482 394

    822 641 986

    12

    INTERNE MARKT

    103 313 472

    101 433 656

     

     

    103 313 472

    101 433 656

     

    40 02 41

    3 000 000

    3 000 000

     

     

    3 000 000

    3 000 000

     

     

    106 313 472

    104 433 656

     

     

    106 313 472

    104 433 656

    13

    REGIONAAL BELEID

    43 792 849 672

    41 405 215 843

     

     

    43 792 849 672

    41 405 215 843

    14

    BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

    144 620 394

    121 807 617

     

     

    144 620 394

    121 807 617

    15

    ONDERWIJS EN CULTUUR

    2 829 575 587

    2 497 061 739

     

     

    2 829 575 587

    2 497 061 739

    16

    COMMUNICATIE

    265 992 159

    252 703 941

     

     

    265 992 159

    252 703 941

    17

    GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING

    634 370 124

    598 986 674

     

     

    634 370 124

    598 986 674

    18

    BINNENLANDSE ZAKEN

    1 227 109 539

    857 143 815

     

     

    1 227 109 539

    857 143 815

     

    40 01 40, 40 02 41

    111 280 000

    66 442 946

     

     

    111 280 000

    66 442 946

     

     

    1 338 389 539

    923 586 761

     

     

    1 338 389 539

    923 586 761

    19

    EXTERNE BETREKKINGEN

    5 001 226 243

    3 231 193 639

     

     

    5 001 226 243

    3 231 193 639

    20

    HANDEL

    107 473 453

    103 477 972

     

     

    107 473 453

    103 477 972

    21

    ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

    1 571 699 626

    1 227 715 563

     

     

    1 571 699 626

    1 227 715 563

    22

    UITBREIDING

    1 091 261 928

    905 504 113

     

     

    1 091 261 928

    905 504 113

    23

    HUMANITAIRE HULP

    917 322 828

    858 578 994

     

     

    917 322 828

    858 578 994

    24

    FRAUDEBESTRIJDING

    75 427 800

    69 443 664

     

     

    75 427 800

    69 443 664

     

    40 01 40

    3 929 200

    3 929 200

     

     

    3 929 200

    3 929 200

     

     

    79 357 000

    73 372 864

     

     

    79 357 000

    73 372 864

    25

    BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

    193 336 661

    194 086 661

     

     

    193 336 661

    194 086 661

    26

    ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

    1 030 021 548

    1 019 808 608

     

     

    1 030 021 548

    1 019 808 608

    27

    BEGROTING

    142 450 570

    142 450 570

     

     

    142 450 570

    142 450 570

    28

    AUDIT

    11 879 141

    11 879 141

     

     

    11 879 141

    11 879 141

    29

    STATISTIEK

    82 071 571

    113 760 614

     

     

    82 071 571

    113 760 614

     

    40 01 40, 40 02 41

    51 900 000

    7 743 254

     

     

    51 900 000

    7 743 254

     

     

    133 971 571

    121 503 868

     

     

    133 971 571

    121 503 868

    30

    PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

    1 399 471 000

    1 399 471 000

     

     

    1 399 471 000

    1 399 471 000

    31

    TALENDIENSTEN

    396 815 433

    396 815 433

     

     

    396 815 433

    396 815 433

    32

    ENERGIE

    738 302 781

    814 608 051

     

     

    738 302 781

    814 608 051

    33

    JUSTITIE

    218 238 524

    184 498 972

     

     

    218 238 524

    184 498 972

    40

    RESERVES

    1 049 836 185

    275 393 036

     

     

    1 049 836 185

    275 393 036

     

    Totaal

    148 040 800 171

    136 998 346 631

    150 000 000

     

    148 190 800 171

    136 998 346 631

     

    Of which Reserves: 40 01 40, 40 02 41

    285 721 185

    195 393 036

     

     

    285 721 185

    195 393 036

    TITEL 04

    WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    FK

    Begroting 2013

    Gewijzigde begroting nr. 7/2013

    Nieuw bedrag

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    04 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN”

     

    94 756 546

    94 756 546

     

     

    94 756 546

    94 756 546

    04 02

    EUROPEES SOCIAAL FONDS

    1

    11 654 862 310

    12 221 049 142

    150 000 000

     

    11 804 862 310

    12 221 049 142

    04 03

    WERKEN IN EUROPA — SOCIALE DIALOOG EN MOBILITEIT

    1

    79 097 000

    58 354 054

     

     

    79 097 000

    58 354 054

    04 04

    WERKGELEGENHEID, MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARITEIT EN GENDERGELIJKHEID

    1

    122 286 000

    108 376 020

     

     

    122 286 000

    108 376 020

    04 05

    EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG)

    1

    p.m.

    58 454 161

     

     

    p.m.

    58 454 161

    04 06

    INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

    4

    113 157 077

    52 738 938

     

     

    113 157 077

    52 738 938

     

    Titel 04 — Totaal

     

    12 064 158 933

    12 593 728 861

    150 000 000

     

    12 214 158 933

    12 593 728 861

    HOOFDSTUK 04 02 — EUROPEES SOCIAAL FONDS

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Begroting 2013

    Gewijzigde begroting nr. 7/2013

    Nieuw bedrag

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    04 02

    EUROPEES SOCIAAL FONDS

    04 02 01

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    799 461 133

     

     

    p.m.

    799 461 133

    04 02 02

    Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    p.m.

     

     

    p.m.

    p.m.

    04 02 03

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

    1.2

    p.m.

    p.m.

     

     

    p.m.

    p.m.

    04 02 04

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    p.m.

     

     

    p.m.

    p.m.

    04 02 05

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

    1.2

    p.m.

    p.m.

     

     

    p.m.

    p.m.

    04 02 06

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    55 024 594

     

     

    p.m.

    55 024 594

    04 02 07

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

    1.2

    p.m.

    p.m.

     

     

    p.m.

    p.m.

    04 02 08

    Voltooiing van Equal (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    7 000 000

     

     

    p.m.

    7 000 000

    04 02 09

    Voltooiing van eerdere programma’s in het kader van een communautair initiatief (van vóór 2000)

    1.2

    p.m.

    p.m.

     

     

    p.m.

    p.m.

    04 02 10

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (2000-2006)

    1.2

    p.m.

     

     

    p.m.

    04 02 11

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

    1.2

     

     

    04 02 17

    Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie

    1.2

    8 337 649 354

    8 471 518 565

    16 683 215

     

    8 354 332 569

    8 471 518 565

    04 02 18

    Europees Sociaal Fonds (ESF) — Peace

    1.2

    p.m.

    p.m.

     

     

    p.m.

    p.m.

    04 02 19

    Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

    1.2

    3 307 212 956

    2 881 544 850

    133 316 785

     

    3 440 529 741

    2 881 544 850

    04 02 20

    Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)

    1.2

    10 000 000

    6 500 000

     

     

    10 000 000

    6 500 000

     

    Hoofdstuk 04 02 — Totaal

     

    11 654 862 310

    12 221 049 142

    150 000 000

     

    11 804 862 310

    12 221 049 142

    Toelichting

    In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is voorzien in financiële correcties waarvan de ontvangsten worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annuleringsrisico's of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken.

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder het voorschot wordt terugbetaald, hetgeen niet tot gevolg heeft dat het aandeel van de structuurfondsen aan de betrokken financiële tussenkomst wordt verminderd. Eventuele ontvangsten uit deze terugbetalingen van het voorschot, die in post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten worden opgenomen, geven aanleiding tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement.

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor terugbetaling van voorfinanciering voor de periode 2007-2013.

    Het speciale programma voor vrede en verzoening wordt voortgezet, in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, om 500 000 000 EUR voor de nieuwe looptijd van het programma beschikbaar te stellen. Het additionaliteitsbeginsel moet ten volle worden geëerbiedigd. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over deze maatregel.

    De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

    Rechtsgronden

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Referentiebesluiten

    Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

    Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

    04 02 17
    Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie

    Begroting 2013

    Gewijzigde begroting nr. 7/2013

    Nieuw bedrag

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    8 337 649 354

    8 471 518 565

    16 683 215

     

    8 354 332 569

    8 471 518 565

    Toelichting

    Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, als gevolg van de versnelling van de economische en sociale herstructurering en van de veroudering van de bevolking.

    Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de sociale insluiting, en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.

    De convergentiedoelstelling beoogt de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de verbetering van de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in fysiek en menselijk kapitaal, de ontwikkeling van de innovatie en van de kennismaatschappij, het vermogen zich aan economische en sociale veranderingen aan te passen, milieubescherming en -verbetering en bestuurlijke efficiëntie. Deze doelstelling vormt de prioriteit van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.

    Een deel van dit krediet dient ter ondersteuning van een verbetering van de kinderopvang, om kinderen de kans te geven te leven in een familiale omgeving. Deze steun omvat:

    samenwerking tussen en technische steun voor niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke overheden, onder meer door hen te helpen bij het te weten komen welke projecten in aanmerking komen voor Uniefinanciering;

    identificatie en uitwisseling van beste praktijken alsook een bredere toepassing van deze praktijken, met inbegrip van grondig toezicht op het niveau van het kind.

    Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.

    Een deel van dit krediet dient te worden gebruikt om het probleem aan te pakken van intraregionale verschillen en om specifieke bijstand te verlenen aan personen die wonen in achtergestelde territoriale eenheden in de Europese regio's waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede. Bij deze bijstand moet vooral worden gefocust op:

    de integratie van gemeenschappen met zichzelf bestendigende armoede in de mainstream van de regionale bevolking, via civiele educatie en de bevordering van verdraagzaamheid en cultureel begrip;

    een versterking van de plaatselijke autoriteiten met betrekking tot de evaluatie van de behoeften, projectplanning en projectuitvoering;

    het terugdringen van de intraregionale economische en sociale verschillen via een tijdelijke reeks positieve acties, met focus op werkgelegenheid en onderwijs.

    Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    04 02 19
    Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

    Begroting 2013

    Gewijzigde begroting nr. 7/2013

    Nieuw bedrag

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 307 212 956

    2 881 544 850

    133 316 785

     

    3 440 529 741

    2 881 544 850

    Toelichting

    Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.

    Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, de sociale insluiting en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.

    De doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”, die geldt voor andere dan de minst ontwikkelde regio’s, beoogt om het concurrentievermogen en de aantrekkingskracht van de regio’s alsmede de werkgelegenheid te vergroten door op economische en sociale veranderingen, inclusief die welke met de vrijmaking van de handel verband houden, te anticiperen via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in menselijk kapitaal, innovatie en de bevordering van de kennismaatschappij, ondernemerschap, milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de toegankelijkheid, het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven, en de ontwikkeling van inclusieve arbeidsmarkten. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.

    Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).


    Top