EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014B0064

2014/64/EU, Euratom: Definitieve vaststelling van de gewijzigde begroting nr. 7 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

PB L 49 van 19.2.2014, p. 1–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2013

ELI: http://data.europa.eu/eli/budget_suppl_amend/2013/7/oj

19.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 49/1


DEFINITIEVE VASTSTELLING

van de gewijzigde begroting nr. 7 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

(2014/64/EU, Euratom)

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, lid 4, onder a), en lid 9,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1),

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (2),

Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, definitief vastgesteld op 12 december 2012 (3),

Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 7 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, goedgekeurd door de Commissie op 25 juli 2013,

Gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 7/2013, vastgesteld door de Raad op 7 oktober 2013,

Gezien de artikelen 75 ter en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,

Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 19 november 2013,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 7 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Straatsburg, 19 november 2013.

De voorzitter

M. SCHULZ


(1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(2)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.

(3)  PB L 66 van 8.3.2013.


GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 7 VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2013

INHOUD

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

Afdeling III: Commissie

— Uitgaven

— Titel 04: Werkgelegenheid en sociale zaken


 

AFDELING III

COMMISSIE

UITGAVEN

Titel

Omschrijving

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 7/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

555 684 796

428 350 972

 

 

555 684 796

428 350 972

02

ONDERNEMINGEN

1 157 245 386

1 304 818 477

 

 

1 157 245 386

1 304 818 477

03

CONCURRENTIE

92 219 149

92 219 149

 

 

92 219 149

92 219 149

04

WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

12 064 158 933

12 593 728 861

150 000 000

 

12 214 158 933

12 593 728 861

05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

58 851 894 643

56 734 357 629

 

 

58 851 894 643

56 734 357 629

06

MOBILITEIT EN VERVOER

1 740 800 530

983 961 494

 

 

1 740 800 530

983 961 494

07

MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN

498 383 275

397 680 274

 

 

498 383 275

397 680 274

08

ONDERZOEK

6 901 336 033

5 088 171 210

 

 

6 901 336 033

5 088 171 210

09

COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

1 810 829 637

1 466 740 211

 

 

1 810 829 637

1 466 740 211

 

40 01 40, 40 02 41

391 985

391 985

 

 

391 985

391 985

 

 

1 811 221 622

1 467 132 196

 

 

1 811 221 622

1 467 132 196

10

EIGEN ONDERZOEK

424 319 156

416 522 703

 

 

424 319 156

416 522 703

11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

919 262 394

708 756 335

 

 

919 262 394

708 756 335

 

40 01 40, 40 02 41

115 220 000

113 885 651

 

 

115 220 000

113 885 651

 

 

1 034 482 394

822 641 986

 

 

1 034 482 394

822 641 986

12

INTERNE MARKT

103 313 472

101 433 656

 

 

103 313 472

101 433 656

 

40 02 41

3 000 000

3 000 000

 

 

3 000 000

3 000 000

 

 

106 313 472

104 433 656

 

 

106 313 472

104 433 656

13

REGIONAAL BELEID

43 792 849 672

41 405 215 843

 

 

43 792 849 672

41 405 215 843

14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

144 620 394

121 807 617

 

 

144 620 394

121 807 617

15

ONDERWIJS EN CULTUUR

2 829 575 587

2 497 061 739

 

 

2 829 575 587

2 497 061 739

16

COMMUNICATIE

265 992 159

252 703 941

 

 

265 992 159

252 703 941

17

GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING

634 370 124

598 986 674

 

 

634 370 124

598 986 674

18

BINNENLANDSE ZAKEN

1 227 109 539

857 143 815

 

 

1 227 109 539

857 143 815

 

40 01 40, 40 02 41

111 280 000

66 442 946

 

 

111 280 000

66 442 946

 

 

1 338 389 539

923 586 761

 

 

1 338 389 539

923 586 761

19

EXTERNE BETREKKINGEN

5 001 226 243

3 231 193 639

 

 

5 001 226 243

3 231 193 639

20

HANDEL

107 473 453

103 477 972

 

 

107 473 453

103 477 972

21

ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

1 571 699 626

1 227 715 563

 

 

1 571 699 626

1 227 715 563

22

UITBREIDING

1 091 261 928

905 504 113

 

 

1 091 261 928

905 504 113

23

HUMANITAIRE HULP

917 322 828

858 578 994

 

 

917 322 828

858 578 994

24

FRAUDEBESTRIJDING

75 427 800

69 443 664

 

 

75 427 800

69 443 664

 

40 01 40

3 929 200

3 929 200

 

 

3 929 200

3 929 200

 

 

79 357 000

73 372 864

 

 

79 357 000

73 372 864

25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

193 336 661

194 086 661

 

 

193 336 661

194 086 661

26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

1 030 021 548

1 019 808 608

 

 

1 030 021 548

1 019 808 608

27

BEGROTING

142 450 570

142 450 570

 

 

142 450 570

142 450 570

28

AUDIT

11 879 141

11 879 141

 

 

11 879 141

11 879 141

29

STATISTIEK

82 071 571

113 760 614

 

 

82 071 571

113 760 614

 

40 01 40, 40 02 41

51 900 000

7 743 254

 

 

51 900 000

7 743 254

 

 

133 971 571

121 503 868

 

 

133 971 571

121 503 868

30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

1 399 471 000

1 399 471 000

 

 

1 399 471 000

1 399 471 000

31

TALENDIENSTEN

396 815 433

396 815 433

 

 

396 815 433

396 815 433

32

ENERGIE

738 302 781

814 608 051

 

 

738 302 781

814 608 051

33

JUSTITIE

218 238 524

184 498 972

 

 

218 238 524

184 498 972

40

RESERVES

1 049 836 185

275 393 036

 

 

1 049 836 185

275 393 036

 

Totaal

148 040 800 171

136 998 346 631

150 000 000

 

148 190 800 171

136 998 346 631

 

Of which Reserves: 40 01 40, 40 02 41

285 721 185

195 393 036

 

 

285 721 185

195 393 036

TITEL 04

WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 7/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN”

 

94 756 546

94 756 546

 

 

94 756 546

94 756 546

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

1

11 654 862 310

12 221 049 142

150 000 000

 

11 804 862 310

12 221 049 142

04 03

WERKEN IN EUROPA — SOCIALE DIALOOG EN MOBILITEIT

1

79 097 000

58 354 054

 

 

79 097 000

58 354 054

04 04

WERKGELEGENHEID, MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARITEIT EN GENDERGELIJKHEID

1

122 286 000

108 376 020

 

 

122 286 000

108 376 020

04 05

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG)

1

p.m.

58 454 161

 

 

p.m.

58 454 161

04 06

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

4

113 157 077

52 738 938

 

 

113 157 077

52 738 938

 

Titel 04 — Totaal

 

12 064 158 933

12 593 728 861

150 000 000

 

12 214 158 933

12 593 728 861

HOOFDSTUK 04 02 — EUROPEES SOCIAAL FONDS

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 7/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

04 02 01

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1.2

p.m.

799 461 133

 

 

p.m.

799 461 133

04 02 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

04 02 03

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

04 02 04

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

04 02 05

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

04 02 06

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (2000-2006)

1.2

p.m.

55 024 594

 

 

p.m.

55 024 594

04 02 07

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

04 02 08

Voltooiing van Equal (2000-2006)

1.2

p.m.

7 000 000

 

 

p.m.

7 000 000

04 02 09

Voltooiing van eerdere programma’s in het kader van een communautair initiatief (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

04 02 10

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (2000-2006)

1.2

p.m.

 

 

p.m.

04 02 11

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

1.2

 

 

04 02 17

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie

1.2

8 337 649 354

8 471 518 565

16 683 215

 

8 354 332 569

8 471 518 565

04 02 18

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Peace

1.2

p.m.

p.m.

 

 

p.m.

p.m.

04 02 19

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

1.2

3 307 212 956

2 881 544 850

133 316 785

 

3 440 529 741

2 881 544 850

04 02 20

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)

1.2

10 000 000

6 500 000

 

 

10 000 000

6 500 000

 

Hoofdstuk 04 02 — Totaal

 

11 654 862 310

12 221 049 142

150 000 000

 

11 804 862 310

12 221 049 142

Toelichting

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is voorzien in financiële correcties waarvan de ontvangsten worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annuleringsrisico's of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder het voorschot wordt terugbetaald, hetgeen niet tot gevolg heeft dat het aandeel van de structuurfondsen aan de betrokken financiële tussenkomst wordt verminderd. Eventuele ontvangsten uit deze terugbetalingen van het voorschot, die in post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten worden opgenomen, geven aanleiding tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor terugbetaling van voorfinanciering voor de periode 2007-2013.

Het speciale programma voor vrede en verzoening wordt voortgezet, in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, om 500 000 000 EUR voor de nieuwe looptijd van het programma beschikbaar te stellen. Het additionaliteitsbeginsel moet ten volle worden geëerbiedigd. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over deze maatregel.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

04 02 17
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 7/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 337 649 354

8 471 518 565

16 683 215

 

8 354 332 569

8 471 518 565

Toelichting

Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, als gevolg van de versnelling van de economische en sociale herstructurering en van de veroudering van de bevolking.

Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de sociale insluiting, en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.

De convergentiedoelstelling beoogt de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de verbetering van de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in fysiek en menselijk kapitaal, de ontwikkeling van de innovatie en van de kennismaatschappij, het vermogen zich aan economische en sociale veranderingen aan te passen, milieubescherming en -verbetering en bestuurlijke efficiëntie. Deze doelstelling vormt de prioriteit van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.

Een deel van dit krediet dient ter ondersteuning van een verbetering van de kinderopvang, om kinderen de kans te geven te leven in een familiale omgeving. Deze steun omvat:

samenwerking tussen en technische steun voor niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke overheden, onder meer door hen te helpen bij het te weten komen welke projecten in aanmerking komen voor Uniefinanciering;

identificatie en uitwisseling van beste praktijken alsook een bredere toepassing van deze praktijken, met inbegrip van grondig toezicht op het niveau van het kind.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.

Een deel van dit krediet dient te worden gebruikt om het probleem aan te pakken van intraregionale verschillen en om specifieke bijstand te verlenen aan personen die wonen in achtergestelde territoriale eenheden in de Europese regio's waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede. Bij deze bijstand moet vooral worden gefocust op:

de integratie van gemeenschappen met zichzelf bestendigende armoede in de mainstream van de regionale bevolking, via civiele educatie en de bevordering van verdraagzaamheid en cultureel begrip;

een versterking van de plaatselijke autoriteiten met betrekking tot de evaluatie van de behoeften, projectplanning en projectuitvoering;

het terugdringen van de intraregionale economische en sociale verschillen via een tijdelijke reeks positieve acties, met focus op werkgelegenheid en onderwijs.

Overeenkomstig artikel 105 bis, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), zoals gewijzigd bij bijlage III, punt 7, bij het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (PB L 112 van 24.4.2012), worden programma’s en grote projecten die op de datum van toetreding van Kroatië zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1085/2006 en die op die datum nog niet volledig zijn uitgevoerd, geacht door de Commissie te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1083/2006, met uitzondering van de programma’s die zijn goedgekeurd uit hoofde van de in artikel 3, lid 1, onder a) en e), van Verordening (EG) nr. 1085/2006 genoemde afdelingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 19
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

Begroting 2013

Gewijzigde begroting nr. 7/2013

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 307 212 956

2 881 544 850

133 316 785

 

3 440 529 741

2 881 544 850

Toelichting

Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.

Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, de sociale insluiting en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.

De doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”, die geldt voor andere dan de minst ontwikkelde regio’s, beoogt om het concurrentievermogen en de aantrekkingskracht van de regio’s alsmede de werkgelegenheid te vergroten door op economische en sociale veranderingen, inclusief die welke met de vrijmaking van de handel verband houden, te anticiperen via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in menselijk kapitaal, innovatie en de bevordering van de kennismaatschappij, ondernemerschap, milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de toegankelijkheid, het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven, en de ontwikkeling van inclusieve arbeidsmarkten. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).


Top