Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D1101(01)

    Besluit van de Raad van 30 oktober 2013 tot vaststelling van het standpunt van de Raad ten aanzien van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

    PB C 318 van 1.11.2013, p. 2–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    1.11.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 318/2


    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 30 oktober 2013

    tot vaststelling van het standpunt van de Raad ten aanzien van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

    2013/C 318/02

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314, in samenhang met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

    Gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1), en met name artikel 41,

    Overwegende hetgeen volgt:

    De begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2013 is definitief vastgesteld op 12 december 2012 (2).

    De Commissie heeft op 26 september 2013 een voorstel ingediend met een ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 bij de algemene begroting voor het begrotingsjaar 2013.

    Het standpunt van de Raad wordt vastgesteld in samenhang met de vaststelling van zijn standpunt ten aanzien van ontwerp van gewijzigde begroting nr. 9/2013, en is onderworpen aan de goedkeuring door het Europees Parlement van het akkoord inzake het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020.

    Aangezien ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 bij de algemene begroting voor 2013 onverwijld moet worden aangenomen, is het gerechtvaardigd de periode van acht weken voor kennisgeving aan de nationale parlementen als bedoeld in artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen, alsook de in dat artikel vastgestelde periode van tien dagen voor het plaatsen van dit punt op de voorlopige agenda van de Raad, overeenkomstig artikel 3, lid 3, van het reglement van orde van de Raad in te korten,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Enig artikel

    Het standpunt van de Raad ten aanzien van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 8 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013 is vastgesteld op 30 oktober 2013.

    Dit besluit is van toepassing vanaf de datum van goedkeuring door het Europees Parlement van het akkoord inzake het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020 en van het standpunt van de Raad ten aanzien van ontwerp van gewijzigde begroting nr. 9/2013.

    De volledige tekst kan worden geraadpleegd op of gedownload van de website van de Raad: http://www.consilium.europa.eu/

    Gedaan te Brussel, 30 oktober 2013.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    L. LINKEVIČIUS


    (1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

    (2)  PB L 66 van 8.3.2013, blz. 1 (Rectificatie in PB L 134 van 18.5.2013, blz. 21).


    Top