Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013B0102

    Definitieve vaststelling van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

    PB L 66 van 8.3.2013, p. 1–1936 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2013

    8.3.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 66/1


    DEFINITIEVE VASTSTELLING

    van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013

    (2013/102/EU, Euratom)

    DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 314,

    Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 106 bis,

    Gezien Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (1),

    Gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2),

    Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (3), en met name het meerjarig financieel kader als bedoeld in deel I en uitgewerkt in bijlage I,

    Gezien het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, dat de Commissie op 25 april 2012 heeft goedgekeurd,

    Gezien het standpunt inzake de ontwerpbegroting van de Europese Unie dat de Raad op 24 juli 2012 heeft vastgesteld,

    Gezien de nota van wijzigingen nr. 1/2013 bij het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, die de Commissie op 19 oktober 2012 heeft ingediend,

    Gezien de resolutie van het Europees Parlement van 23 oktober 2012 over het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, zoals gewijzigd door de Raad,

    Gezien de door het Europees Parlement op 23 oktober 2012 aangenomen amendementen op het ontwerp van algemene begroting,

    Gezien de brief van de voorzitter van 23 oktober 2012 waarmee het bemiddelingscomité in overleg met de voorzitter van de Raad op 26 oktober 2012 bijeen wordt geroepen,

    Gezien de brief van de voorzitter van de Raad van 23 oktober 2012 waarin deze meedeelt dat de Raad niet alle door het Parlement aangenomen amendementen kan aanvaarden,

    Gezien het feit dat het bemiddelingscomité geen overeenstemming heeft bereikt over een gemeenschappelijk ontwerp binnen de termijn van 21 dagen als bedoeld in artikel 314, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien het nieuwe ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, dat de Commissie overeenkomstig artikel 314, lid 8, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op 23 november 2012 heeft goedgekeurd,

    Gezien het standpunt inzake de ontwerpbegroting van de Europese Unie dat de Raad op 6 december 2012 heeft vastgesteld,

    Gezien de artikelen 75 ter, 75 quinquies en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,

    Gezien de goedkeuring van het standpunt van de Raad door het Parlement op 12 december 2012,

    CONSTATEERT:

    Enig artikel

    De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgesloten en de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013 is definitief vastgesteld.

    Gedaan te Straatsburg, 12 december 2012.

    De voorzitter van het Europees Parlement

    M. SCHULZ


    (1)  PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17.

    (2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (3)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.


    GEZAMENLIJKE VERKLARINGEN VAN DE DRIE INSTELLINGEN OVEREENGEKOMEN IN HET KADER VAN DE ONDERHANDELINGEN OVER DE BEGROTING 2013

    10 december 2012

    De voorzitter van het Europees Parlement, de voorzitter van de Raad van de Europese Unie en de voorzitter van de Europese Commissie verklaren dat over de drie volgende gezamenlijke verklaringen overeenstemming is bereikt tussen de drie instellingen in het kader van de vaststelling van de begroting 2013.

    Gezamenlijke verklaring betreffende de betalingskredieten voor 2013

    Rekening houdend met de huidige inspanningen voor begrotingsconsolidatie in de lidstaten, hebben het Europees Parlement en de Raad, nota nemend van het niveau dat de Commissie voor de betalingen voor 2013 heeft voorgesteld, overeenstemming bereikt over een verlaging van de betalingskredieten voor 2013 ten opzichte van de ontwerpbegroting van de Commissie. Zij vragen de Commissie eventuele noodzakelijke maatregelen overeenkomstig het Verdrag te nemen, en met name een gewijzigde begroting in te dienen en daarin om bijkomende betalingskredieten te verzoeken indien zou blijken dat de kredieten in de begroting 2013 niet volstaan om de uitgaven te dekken onder subrubriek 1a (Concurrentiekracht voor groei en werkgelegenheid), subrubriek 1b (Cohesie voor groei en werkgelegenheid), rubriek 2 (Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen), rubriek 3 (Burgerschap, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid) en rubriek 4 (De EU als mondiale partner).

    Bovendien verzoeken het Europees Parlement en de Raad de Commissie met klem om uiterlijk midden oktober 2013 geactualiseerde cijfers over de stand van zaken en de ramingen met betrekking tot de betalingskredieten in subrubriek 1b (Cohesie voor groei en werkgelegenheid) en plattelandsontwikkeling in rubriek 2 (Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen) voor te leggen en zo nodig ter zake een ontwerp van gewijzigde begroting in te dienen. De Raad en het Europees Parlement zijn zich ervan bewust dat eventueel reeds midden 2013 een ontwerp van gewijzigde begroting noodzakelijk kan zijn. Om in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure het besluit over het niveau van de betalingskredieten te vergemakkelijken, komen de drie instellingen overeen na te gaan hoe de raming van de betalingskredieten onder gedeeld beheer beter kan worden afgestemd op de daarmee overeenstemmende behoeften.

    Het Europees Parlement en de Raad zullen zo spoedig mogelijk een standpunt ten aanzien van een ontwerp van gewijzigde begroting innemen om te voorkomen dat er een tekort aan betalingskredieten ontstaat. Voorts zeggen de Raad en het Europees Parlement toe dat zij eventuele overschrijvingen van betalingskredieten, ook die welke tussen rubrieken van het financieel kader plaatsvinden, snel zullen behandelen, opdat optimaal gebruik wordt gemaakt van de in de begroting opgenomen betalingskredieten en deze worden aangepast aan de concrete uitvoering en behoeften.

    Overeenkomstig punt 18 van het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer herinneren het Europees Parlement en de Raad eraan dat in het kader van de uitvoering moet worden gezorgd voor een geordende ontwikkeling van de totale betalingskredieten ten opzichte van de vastleggingskredieten, ten einde elke abnormale evolutie van uitstaande vastleggingen („RAL”) te voorkomen.

    Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zullen gedurende het gehele jaar actief toezien op de uitvoering van de begroting 2013, met speciale aandacht voor de uitvoering van de betalingen, de ontvangen terugbetalingsvorderingen en de herziene prognoses, op basis van gedetailleerde informatie die de Commissie verstrekt.

    Hoe dan ook herinneren het Europees Parlement, de Raad en de Commissie aan hun gedeelde verantwoordelijkheid die is vastgelegd in artikel 323 van het VWEU, namelijk dat „het Europees Parlement, de Raad en de Commissie [erop toezien] dat de Unie beschikt over de financiële middelen waarmee de Unie haar juridische verplichtingen jegens derden kan voldoen”.

    Gezamenlijke verklaring betreffende de betalingsbehoeften voor 2012

    Het Europees Parlement en de Raad merken op dat het niveau van de betalingen dat de Commissie in haar ontwerpbegroting 2013 heeft voorgesteld, gebaseerd was op de veronderstelling dat de betalingsbehoeften in 2012 gedekt zouden zijn met de beschikbare kredieten op de begroting 2012. De bijkomende betalingskredieten die in gewijzigde begroting nr. 6/2012 worden toegestaan, werden evenwel met 2,9 miljard EUR verlaagd ten opzichte van het bedrag dat de Commissie heeft voorgesteld en zijn ontoereikend voor alle ontvangen betalingsverzoeken.

    Bijgevolg verbindt de Commissie zich ertoe begin 2013 een ontwerp van gewijzigde begroting op te stellen dat uitsluitend dient om de geschorste vorderingen van 2012 te dekken zodra de schorsing is opgeheven, evenals om de andere hangende juridische verplichtingen na te leven, onverminderd de degelijke uitvoering van de begroting 2013.

    Om een goede en accurate uitvoering van de EU-begroting te waarborgen, zullen de Raad en het Europees Parlement zo spoedig mogelijk een standpunt ten aanzien van dit ontwerp van gewijzigde begroting innemen om elk openstaand verschil te dekken.

    Gezamenlijke verklaring betreffende rubriek 5 en de aanpassing van de salarissen en pensioenen

    Het Europees Parlement en de Raad komen overeen de begrotingsgevolgen van de salarisaanpassing 2011 momenteel nog niet in de begroting 2013 op te nemen. Zonder afbreuk te doen aan het standpunt van de Raad in de zaken C-66/12, C-63/12, C-196/12 en C-453/12, verzoeken zij samen de Commissie, indien het Hof een uitspraak zou doen ten voordele van de Commissie en zodra dit gebeurt, een ontwerp van gewijzigde begroting in te dienen voor de financiering van de desbetreffende gevolgen van de aanpassing 2011 voor de instellingen, inclusief de gevolgen met terugwerkende kracht op de voorgaande jaren en mogelijke achterstandsrente.

    Het Europees Parlement en de Raad verbinden zich er bijgevolg toe een dergelijk ontwerp van gewijzigde begroting zo spoedig mogelijk goed te keuren en in de vereiste bijkomende kredieten te voorzien zonder beleidsprioriteiten in het gedrang te brengen.

    Op voorwaarde dat het Europees Parlement, op grond van artikel 314, lid 4, onder a), van het VWEU, het standpunt van de Raad van 6 december 2012 over de begroting 2013 goedkeurt, is overeenstemming bereikt over bovenstaande verklaringen (1).

    De Voorzitter van het Europees Parlement

    Martin SCHULZ

    De voorzitter van de Raad van de Europese Unie

    Demetris CHRISTOPHIAS

    De voorzitter van de Europese Commissie

    José Manuel BARROSO


    (1)  Het Europees Parlement keurde het standpunt van de Raad goed op 12 december 2012.


    INHOUD

    Gezamenlijke verklaringen van de drie instellingen overeengekomen in het kader van de onderhandelingen over de begroting 2013

    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

    A. Inleiding en financiering van de algemene begroting

    B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

    C. Personeel volgens de lijst van het aantal ambten

    D. Onroerendgoedbezit

    STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

    Afdeling I: Parlement

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Personeel

    Afdeling II: Europese Raad en Raad

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Personeel

    Afdeling III: Commissie (Volume II)

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Personeel

    Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Personeel

    Afdeling V: Rekenkamer

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Personeel

    Afdeling VI: Europees Economisch en Sociaal Comité

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Personeel

    Afdeling VII: Comité van de Regio’s

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Personeel

    Afdeling VIII: Europese Ombudsman

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Personeel

    Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Personeel

    Afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Personeel

    INHOUD

    Gezamenlijke verklaringen van de drie instellingen overeengekomen in het kader van de onderhandelingen over de begroting 2013

    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

    A. Inleiding en financiering van de algemene begroting

    B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

    — Titel 1:

    Eigen middelen

    — Titel 3:

    Overschotten, saldi en aanpassingen

    — Titel 4:

    Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

    — Titel 5:

    Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instellingen

    — Titel 6:

    Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

    — Titel 7:

    Intrest voor betalingsachterstand

    — Titel 8:

    Opgenomen en verstrekte leningen

    — Titel 9:

    Diverse ontvangsten

    C. Personeel volgens de lijst van het aantal ambten

    D. Onroerendgoedbezit

    STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

    Afdeling I: Parlement

    — Staat van ontvangsten

    — Titel 4:

    Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

    — Titel 5:

    Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

    — Titel 6:

    Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

    — Titel 9:

    Diverse ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Titel 1:

    Aan de instelling verbonden personen

    — Titel 2:

    Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

    — Titel 3:

    Uitgaven voortvloeiend uit de algemene taken van de instelling

    — Titel 4:

    Uitgaven voortvloeiend uit speciale taken van de instelling

    — Titel 10:

    Overige uitgaven

    — Personeel

    Afdeling II: Europese Raad en Raad

    — Staat van ontvangsten

    — Titel 4:

    Diverse uniale belastingen, heffingen en bijdragen

    — Titel 5:

    Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

    — Titel 6:

    Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

    — Titel 7:

    Intrest voor betalingsachterstand

    — Titel 9:

    Diverse ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Titel 1:

    Aan de instelling verbonden personen

    — Titel 2:

    Gebouwen, materieel en operationele uitgaven

    — Titel 3:

    Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling

    — Titel 10:

    Overige uitgaven

    — Personeel

    Afdeling IV: Hof van Justitie van de Europese Unie

    — Staat van ontvangsten

    — Titel 4:

    Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen of andere organen van de Unie

    — Titel 5:

    Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

    — Titel 9:

    Diverse ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Titel 1:

    Aan de instelling verbonden personen

    — Titel 2:

    Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

    — Titel 3:

    Uitgaven voortvloeiend uit specifieke taken van de instelling

    — Titel 10:

    Overige uitgaven

    — Personeel

    Afdeling V: Rekenkamer

    — Staat van ontvangsten

    — Titel 4:

    Ontvangsten afkomstig van aan de instelling verbonden personen

    — Titel 5:

    Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

    — Titel 9:

    Diverse ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Titel 1:

    Aan de instelling verbonden personen

    — Titel 2:

    Gebouwen, roerende goederen, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

    — Titel 10:

    Overige uitgaven

    — Personeel

    Afdeling VI: Europees Economisch en Sociaal Comité

    — Staat van ontvangsten

    — Titel 4:

    Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

    — Titel 5:

    Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

    — Titel 9:

    Diverse ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Titel 1:

    Aan de instelling verbonden personen

    — Titel 2:

    Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

    — Titel 10:

    Overige uitgaven

    — Personeel

    Afdeling VII: Comité van de Regio's

    — Staat van ontvangsten

    — Titel 4:

    Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

    — Titel 5:

    Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

    — Titel 9:

    Diverse ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Titel 1:

    Aan de instelling verbonden personen

    — Titel 2:

    Gebouwen, meubilair, materieel en diverse huishoudelijke uitgaven

    — Titel 10:

    Overige uitgaven

    — Personeel

    Afdeling VIII: Europese Ombudsman

    — Staat van ontvangsten

    — Titel 4:

    Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

    — Titel 6:

    Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

    — Titel 9:

    Diverse ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Titel 1:

    Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen

    — Titel 2:

    Gebouwen, meubilair, uitrusting en diverse huishoudelijke uitgaven

    — Titel 3:

    Uitgaven voortvloeiend uit de algemene taken van de instelling

    — Titel 10:

    Overige uitgaven

    — Personeel

    Afdeling IX: Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

    — Staat van ontvangsten

    — Titel 4:

    Diverse belastingen, heffingen en bijdragen van de Unie

    — Titel 9:

    Diverse ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Titel 1:

    Uitgaven betreffende de aan de instelling verbonden personen

    — Titel 2:

    Gebouwen, materieel en uitgaven in verband met de werking van de instelling

    — Titel 3:

    Europees Comité voor gegevensbescherming

    — Titel 10:

    Overige uitgaven

    — Personeel

    Afdeling X: Europese Dienst voor extern optreden

    — Staat van ontvangsten

    — Titel 4:

    Diverse uniale belastingen, heffingen en bijdragen

    — Titel 5:

    Ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking van de instelling

    — Titel 6:

    Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

    — Titel 7:

    Intrest voor betalingsachterstand

    — Titel 9:

    Diverse ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Titel 1:

    Personeel op de hoofdzetel

    — Titel 2:

    Gebouwen, materieel en operationele uitgaven op de hoofdzetel

    — Titel 3:

    Delegaties

    — Titel 10:

    Overige uitgaven

    — Personeel

    A.   INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

    INLEIDING

    De algemene begroting van de Europese Unie is het besluit waarbij voor elk begrotingsjaar alle noodzakelijk geachte ontvangsten en uitgaven van de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie worden geraamd en goedgekeurd.

    Bij de opstelling en de uitvoering van de begroting moeten het eenheids-, het begrotingswaarachtigheids-, het jaarperiodiciteits-, het evenwichts-, het rekeneenheids-, het universaliteits- en het specialiteitsbeginsel, het beginsel van goed financieel beheer en het transparantiebeginsel in acht worden genomen.

    Het eenheidsbeginsel en het begrotingswaarachtigheidsbeginsel houden in dat alle ontvangsten en uitgaven van de Unie, voor zover die ten laste van de begroting komen, in een enkel document moeten worden opgenomen.

    Het jaarperiodiciteitsbeginsel impliceert dat de begroting per begrotingsjaar wordt vastgesteld en dat zowel de vastleggings- als de betalingskredieten van een bepaald begrotingsjaar in beginsel in datzelfde begrotingsjaar moeten worden besteed.

    Volgens het evenwichtsbeginsel moeten de ontvangsten gelijk zijn aan de betalingskredieten. Een lening aangaan om een eventueel begrotingstekort te dekken, strookt niet met het stelsel van eigen middelen en is dus niet toegestaan.

    Volgens het rekeneenheidsbeginsel wordt de begroting in euro opgesteld, uitgevoerd en onderworpen aan rekening en verantwoording.

    Het universaliteitsbeginsel houdt in dat de gezamenlijke ontvangsten ter dekking van de gezamenlijke betalingskredieten dienen, behoudens bepaalde ontvangsten die bestemd zijn voor de financiering van bepaalde specifieke uitgaven. De ontvangsten en de uitgaven moeten in hun geheel in de begroting worden opgenomen en mogen niet met elkaar worden gecompenseerd.

    Het specialiteitsbeginsel houdt in dat ieder krediet een bepaalde bestemming heeft en voor een bepaald doel wordt gebruikt, zodat geen verwarring met andere kredieten mogelijk is.

    De definitie van het beginsel van goed financieel beheer is gebaseerd op de beginselen van zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid.

    De begroting wordt opgesteld met inachtneming van het transparantiebeginsel, waarbij goede informatie over de uitvoering van de begroting en over de boekhouding wordt gegeven.

    Om tot meer transparantie te komen en de doelstellingen van een goed financieel beheer te verwezenlijken, met name wat efficiëntie en doeltreffendheid betreft, zijn de kredieten en middelen in de begroting opgenomen naar bestemming, d.w.z. op basis van de activiteiten (activiteitenbegroting of ABB (activity based budgeting)).

    De toegestane uitgaven in deze begroting belopen in totaal 150 898 391 104 EUR aan vastleggingskredieten en 132 836 987 855 EUR aan betalingskredieten, hetgeen neerkomt op een verschil van respectievelijk +1,66 % en –2,15 % ten opzicht van de begroting 2012.

    De begrotingsontvangsten bedragen in totaal 132 836 987 855 EUR. Het uniforme afroepingspercentage van de btw-middelen bedraagt 0,30 % (behalve voor Oostenrijk, Duitsland, Nederland en Zweden, waarvoor het is vastgesteld op respectievelijk 0,225 %, 0,15 %, 0,10 % en 0,10 %), en dat van de bni-middelen 0,7288 %. De begroting voor 2013 wordt voor 14,12 % gefinancierd met traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen), voor 11,31 % met btw-middelen en voor 73,40 % met bni-middelen. De overige ontvangsten voor dit begrotingsjaar worden geraamd op 1 548 967 007 EUR.

    De eigen middelen die nodig zijn voor de financiering van de begroting 2013, bedragen 0,98 % van het totaal van het bni, dus minder dan het maximum van 1,23 % van het bni dat is vastgesteld volgens de berekeningsmethode van artikel 3, lid 1, van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17).

    Aan de hand van de hiernavolgende tabellen kan de financiering van de begroting 2013 stap voor stap worden gevolgd.

    FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

    Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2013 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

    UITGAVEN

    Omschrijving

    Begroting 2013

    Begroting 2012 (1)

    Verschil (in %)

    1.

    Duurzame groei

    59 085 022 097

    60 287 086 467

    –1,99

    2.

    Instandhouding en beheer van natuurlijke hulpbronnen

    57 484 414 991

    58 044 868 674

    –0,97

    3.

    Burgerschap, vrijheid, veiligheid en recht

    1 514 583 267

    2 182 532 099

    –30,60

    4.

    EU als mondiale speler

    6 322 601 760

    6 966 011 071

    –9,24

    5.

    Administratie

    8 430 365 740

    8 277 736 996

    +1,84

    Totaal uitgaven  (2)

    132 836 987 855

    135 758 235 307

    –2,15


    ONTVANGSTEN

    Omschrijving

    Begroting 2013

    Begroting 2012 (3)

    Verschil (in %)

    Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

    1 548 967 007

    5 109 219 138

    –69,68

    Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

    p.m.

    1 496 968 014

    Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

    p.m.

    p.m.

    Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2)

    p.m.

    497 328 000

    Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

    1 548 967 007

    7 103 515 152

    –78,19

    Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

    18 755 200 000

    16 824 200 000

    +11,48

    Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

    15 029 949 025

    14 546 298 300

    +3,32

    Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

    97 502 871 823

    97 284 221 855

    +0,22

    Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom, te dekken kredieten (4)

    131 288 020 848

    128 654 720 155

    +2,05

    Totaal ontvangsten  (5)

    132 836 987 855

    135 758 235 307

    –2,15


    TABEL 1

    Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    Lidstaat

    1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

    1 % van het bruto nationaal inkomen

    Aftoppings-percentage (in %)

    1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

    1 % van de afgetopte btw-grondslag (6)

    Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

     

    (1)

    (2)

    (3)

    (4)

    (5)

    (6)

    België

    1 690 557 000

    3 973 060 000

    50

    1 986 530 000

    1 690 557 000

     

    Bulgarije

    190 547 000

    403 363 000

    50

    201 681 500

    190 547 000

     

    Tsjechië

    679 066 000

    1 488 457 000

    50

    744 228 500

    679 066 000

     

    Denemarken

    1 011 507 000

    2 603 724 000

    50

    1 301 862 000

    1 011 507 000

     

    Duitsland

    12 022 668 000

    27 629 794 000

    50

    13 814 897 000

    12 022 668 000

     

    Estland

    82 284 000

    168 961 000

    50

    84 480 500

    82 284 000

     

    Ierland

    624 406 000

    1 286 410 000

    50

    643 205 000

    624 406 000

     

    Griekenland

    873 300 000

    1 994 678 000

    50

    997 339 000

    873 300 000

     

    Spanje

    4 775 808 000

    10 438 737 000

    50

    5 219 368 500

    4 775 808 000

     

    Frankrijk

    9 831 724 000

    21 490 884 000

    50

    10 745 442 000

    9 831 724 000

     

    Italië

    6 621 706 000

    16 175 934 000

    50

    8 087 967 000

    6 621 706 000

     

    Cyprus

    145 973 000

    176 569 000

    50

    88 284 500

    88 284 500

    Cyprus

    Letland

    72 561 000

    221 358 000

    50

    110 679 000

    72 561 000

     

    Litouwen

    121 821 000

    334 146 000

    50

    167 073 000

    121 821 000

     

    Luxemburg

    246 521 000

    325 255 000

    50

    162 627 500

    162 627 500

    Luxemburg

    Hongarije

    400 384 000

    1 018 984 000

    50

    509 492 000

    400 384 000

     

    Malta

    48 396 000

    62 058 000

    50

    31 029 000

    31 029 000

    Malta

    Nederland

    2 739 704 000

    6 263 887 000

    50

    3 131 943 500

    2 739 704 000

     

    Oostenrijk

    1 425 851 000

    3 181 638 000

    50

    1 590 819 000

    1 425 851 000

     

    Polen

    1 911 307 000

    3 943 766 000

    50

    1 971 883 000

    1 911 307 000

     

    Portugal

    781 760 000

    1 637 391 000

    50

    818 695 500

    781 760 000

     

    Roemenië

    505 766 000

    1 435 776 000

    50

    717 888 000

    505 766 000

     

    Slovenië

    182 040 000

    356 425 000

    50

    178 212 500

    178 212 500

    Slovenië

    Slowakije

    256 580 000

    733 238 000

    50

    366 619 000

    256 580 000

     

    Finland

    943 700 000

    2 078 819 000

    50

    1 039 409 500

    943 700 000

     

    Zweden

    1 848 128 000

    4 235 344 000

    50

    2 117 672 000

    1 848 128 000

     

    Verenigd Koninkrijk

    9 654 893 000

    20 118 338 000

    50

    10 059 169 000

    9 654 893 000

     

    Totaal

    59 688 958 000

    133 776 994 000

     

    66 888 497 000

    59 526 181 500

     


    TABEL 2

    Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)

    Lidstaat

    1 % van de afgetopte btw-grondslag

    Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (7) (in %)

    Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

     

    (1)

    (2)

    (3) = (1) × (2)

    België

    1 690 557 000

    0,300

    507 167 100

    Bulgarije

    190 547 000

    0,300

    57 164 100

    Tsjechië

    679 066 000

    0,300

    203 719 800

    Denemarken

    1 011 507 000

    0,300

    303 452 100

    Duitsland

    12 022 668 000

    0,150

    1 803 400 200

    Estland

    82 284 000

    0,300

    24 685 200

    Ierland

    624 406 000

    0,300

    187 321 800

    Griekenland

    873 300 000

    0,300

    261 990 000

    Spanje

    4 775 808 000

    0,300

    1 432 742 400

    Frankrijk

    9 831 724 000

    0,300

    2 949 517 200

    Italië

    6 621 706 000

    0,300

    1 986 511 800

    Cyprus

    88 284 500

    0,300

    26 485 350

    Letland

    72 561 000

    0,300

    21 768 300

    Litouwen

    121 821 000

    0,300

    36 546 300

    Luxemburg

    162 627 500

    0,300

    48 788 250

    Hongarije

    400 384 000

    0,300

    120 115 200

    Malta

    31 029 000

    0,300

    9 308 700

    Nederland

    2 739 704 000

    0,100

    273 970 400

    Oostenrijk

    1 425 851 000

    0,225

    320 816 475

    Polen

    1 911 307 000

    0,300

    573 392 100

    Portugal

    781 760 000

    0,300

    234 528 000

    Roemenië

    505 766 000

    0,300

    151 729 800

    Slovenië

    178 212 500

    0,300

    53 463 750

    Slowakije

    256 580 000

    0,300

    76 974 000

    Finland

    943 700 000

    0,300

    283 110 000

    Zweden

    1 848 128 000

    0,100

    184 812 800

    Verenigd Koninkrijk

    9 654 893 000

    0,300

    2 896 467 900

    Totaal

    59 526 181 500

     

    15 029 949 025


    TABEL 3

    Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)

    Lidstaat

    1 % van het bruto nationaal inkomen

    Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

    Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

     

    (1)

    (2)

    (3) = (1) × (2)

    België

    3 973 060 000

     

    2 895 750 221

    Bulgarije

    403 363 000

     

    293 989 644

    Tsjechië

    1 488 457 000

     

    1 084 856 430

    Denemarken

    2 603 724 000

     

    1 897 714 696

    Duitsland

    27 629 794 000

     

    20 137 874 099

    Estland

    168 961 000

     

    123 146 606

    Ierland

    1 286 410 000

     

    937 595 214

    Griekenland

    1 994 678 000

     

    1 453 813 750

    Spanje

    10 438 737 000

     

    7 608 235 208

    Frankrijk

    21 490 884 000

     

    15 663 552 046

    Italië

    16 175 934 000

     

    11 789 770 216

    Cyprus

    176 569 000

     

    128 691 669

    Letland

    221 358 000

    0,7288463 (8)

    161 335 967

    Litouwen

    334 146 000

     

    243 541 088

    Luxemburg

    325 255 000

     

    237 060 915

    Hongarije

    1 018 984 000

     

    742 682 754

    Malta

    62 058 000

     

    45 230 746

    Nederland

    6 263 887 000

     

    4 565 411 085

    Oostenrijk

    3 181 638 000

     

    2 318 925 197

    Polen

    3 943 766 000

     

    2 874 399 396

    Portugal

    1 637 391 000

     

    1 193 406 430

    Roemenië

    1 435 776 000

     

    1 046 460 076

    Slovenië

    356 425 000

     

    259 779 055

    Slowakije

    733 238 000

     

    534 417 829

    Finland

    2 078 819 000

     

    1 515 139 610

    Zweden

    4 235 344 000

     

    3 086 914 953

    Verenigd Koninkrijk

    20 118 338 000

     

    14 663 176 923

    Totaal

    133 776 994 000

     

    97 502 871 823


    TABEL 4

    Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Nederland en Zweden overeenkomstig artikel 2, lid 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 6)

    Lidstaat

    Brutovermindering

    Aandelen in de bni-grondslagen

    Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering

    Financiering van de vermindering ten gunste van Nederland en Zweden

     

    (1)

    (2)

    (3)

    (4) = (1) + (3)

    België

     

    2,97

    25 706 523

    25 706 523

    Bulgarije

     

    0,30

    2 609 842

    2 609 842

    Tsjechië

     

    1,11

    9 630 626

    9 630 626

    Denemarken

     

    1,95

    16 846 635

    16 846 635

    Duitsland

     

    20,65

    178 770 505

    178 770 505

    Estland

     

    0,13

    1 093 213

    1 093 213

    Ierland

     

    0,96

    8 323 340

    8 323 340

    Griekenland

     

    1,49

    12 905 981

    12 905 981

    Spanje

     

    7,80

    67 540 796

    67 540 796

    Frankrijk

     

    16,06

    139 050 482

    139 050 482

    Italië

     

    12,09

    104 661 652

    104 661 652

    Cyprus

     

    0,13

    1 142 438

    1 142 438

    Letland

     

    0,17

    1 432 232

    1 432 232

    Litouwen

     

    0,25

    2 161 994

    2 161 994

    Luxemburg

     

    0,24

    2 104 467

    2 104 467

    Hongarije

     

    0,76

    6 593 038

    6 593 038

    Malta

     

    0,05

    401 528

    401 528

    Nederland

    – 693 598 388

    4,68

    40 528 649

    – 653 069 739

    Oostenrijk

     

    2,38

    20 585 859

    20 585 859

    Polen

     

    2,95

    25 516 985

    25 516 985

    Portugal

     

    1,22

    10 594 260

    10 594 260

    Roemenië

     

    1,07

    9 289 769

    9 289 769

    Slovenië

     

    0,27

    2 306 144

    2 306 144

    Slowakije

     

    0,55

    4 744 202

    4 744 202

    Finland

     

    1,55

    13 450 391

    13 450 391

    Zweden

    – 171 966 543

    3,17

    27 403 555

    – 144 562 988

    Verenigd Koninkrijk

     

    15,04

    130 169 825

    130 169 825

    Totaal

    – 865 564 931

    100,—

    865 564 931

    0

    bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2012):

    (a) 2004 EU25 = 97,9307 / (b) 2006 EU25 = 102,2271 / (c) 2006 EU27 = 102,3225 / (d) 2013 EU27 = 112,3768

    Forfaitair bedrag voor Nederland in prijzen van 2013:

    605 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 693 598 388 EUR

    Forfaitair bedrag voor Zweden in prijzen van 2013:

    150 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 171 966 543 EUR


    TABEL 5

    Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2012 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

    Omschrijving

    Coëfficiënt (9) (%)

    Bedrag

    1.

    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

    15,2078

     

    2.

    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

    7,2969

     

    3.

    (1) – (2)

    7,9109

     

    4.

    Totale toegerekende uitgaven

     

    118 254 315 352

    5.

    Uitbreidingsuitgaven (10) = (5a + 5b)

     

    28 277 437 283

    5a.

    Pretoetredingsuitgaven

     

    3 082 696 513

    5b.

    Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)

     

    25 194 740 770

    6.

    Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

     

    89 976 878 069

    7.

    Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

     

    4 697 847 740

    8.

    Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (11)

     

    620 273 811

    9.

    Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

     

    4 077 573 929

    10.

    Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (12)

     

    5 148 759

    11.

    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)

     

    4 072 425 170


    Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436/EG, Euratom mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van dat artikel bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10 500 000 000 EUR in prijzen van 2004. De corresponderende bedragen worden weergegeven in de tabel hierna.

    Correctie voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012

    Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR

    (EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR

    Verschil in lopende prijzen

    Verschil in constante prijzen van 2004

    (A)

    Britse correctie voor 2007

    0

    0

    (B)

    Britse correctie voor 2008

    – 301 679 647

    – 280 649 108

    (C)

    Britse correctie voor 2009

    –1 349 840 247

    –1 275 338 491

    (D)

    Britse correctie voor 2010

    –2 117 969 550

    –1 956 957 875

    (E)

    Britse correctie voor 2011

    –2 355 745 675

    –2 144 599 880

    (F)

    Britse correctie voor 2012

    –2 528 825 389

    –2 247 081 154

    (G)

    Totaal verschil = (A) + (B) + (C) + (D) + (E) + (F)

    –8 654 060 508

    –7 904 626 509


    TABEL 6

    Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –4 072 425 170 EUR (hoofdstuk 1 5)

    Lidstaat

    Aandelen in de bni-grondslagen

    Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

    Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

    3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom (2)

    Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3)

    Financieringssleutel

    Op de correctie toegepaste financieringssleutel

     

    (1)

    (2)

    (3)

    (4)

    (5)

    (6) = (2) + (4) + (5)

    (7)

    België

    2,97

    3,50

    5,49

     

    1,50

    4,99

    203 319 870

    Bulgarije

    0,30

    0,35

    0,56

     

    0,15

    0,51

    20 641 952

    Tsjechië

    1,11

    1,31

    2,06

     

    0,56

    1,87

    76 171 234

    Denemarken

    1,95

    2,29

    3,60

     

    0,98

    3,27

    133 244 609

    Duitsland

    20,65

    24,31

    0,—

    –18,23

    0,—

    6,08

    247 496 041

    Estland

    0,13

    0,15

    0,23

     

    0,06

    0,21

    8 646 516

    Ierland

    0,96

    1,13

    1,78

     

    0,48

    1,62

    65 831 554

    Griekenland

    1,49

    1,75

    2,76

     

    0,75

    2,51

    102 076 906

    Spanje

    7,80

    9,18

    14,43

     

    3,93

    13,12

    534 198 490

    Frankrijk

    16,06

    18,91

    29,70

     

    8,10

    27,01

    1 099 788 009

    Italië

    12,09

    14,23

    22,36

     

    6,09

    20,33

    827 797 416

    Cyprus

    0,13

    0,16

    0,24

     

    0,07

    0,22

    9 035 853

    Letland

    0,17

    0,19

    0,31

     

    0,08

    0,28

    11 327 913

    Litouwen

    0,25

    0,29

    0,46

     

    0,13

    0,42

    17 099 797

    Luxemburg

    0,24

    0,29

    0,45

     

    0,12

    0,41

    16 644 804

    Hongarije

    0,76

    0,90

    1,41

     

    0,38

    1,28

    52 146 128

    Malta

    0,05

    0,05

    0,09

     

    0,02

    0,08

    3 175 795

    Nederland

    4,68

    5,51

    0,—

    –4,13

    0,—

    1,38

    56 109 257

    Oostenrijk

    2,38

    2,80

    0,—

    –2,10

    0,—

    0,70

    28 499 771

    Polen

    2,95

    3,47

    5,45

     

    1,49

    4,96

    201 820 761

    Portugal

    1,22

    1,44

    2,26

     

    0,62

    2,06

    83 792 876

    Roemenië

    1,07

    1,26

    1,98

     

    0,54

    1,80

    73 475 304

    Slovenië

    0,27

    0,31

    0,49

     

    0,13

    0,45

    18 239 917

    Slowakije

    0,55

    0,65

    1,01

     

    0,28

    0,92

    37 523 182

    Finland

    1,55

    1,83

    2,87

     

    0,78

    2,61

    106 382 790

    Zweden

    3,17

    3,73

    0,—

    –2,79

    0,—

    0,93

    37 938 425

    Verenigd Koninkrijk

    15,04

    0,—

    0,—

     

    0,—

    0,—

    0

    Totaal

    100,—

    100,—

    100,—

    –27,26

    27,26

    100,—

    4 072 425 170

    De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

    TABEL 7

    Overzicht van de financiering (13) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

    Lidstaat

    Traditionele eigen middelen (TEM)

    Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

    Totaal eigen middelen (14)

    Nettobijdragen van de suikersector (75 %)

    Nettodouanerechten (75 %)

    Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

    Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.)

    Eigen middelen uit de btw

    Bni-middelen

    Vermindering ten voordele van Nederland en Zweden

    Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

    Totaal nationale bijdragen

    Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen”

     

    (1)

    (2)

    (3)= (1) + (2)

    (4)

    (5)

    (6)

    (7)

    (8)

    (9) = (5) + (6) + (7) + (8)

    (10)

    (11) = (3) + (9)

    België

    6 600 000

    1 871 900 000

    1 878 500 000

    626 166 667

    507 167 100

    2 895 750 221

    25 706 523

    203 319 870

    3 631 943 714

    3,23

    5 510 443 714

    Bulgarije

    400 000

    62 200 000

    62 600 000

    20 866 667

    57 164 100

    293 989 644

    2 609 842

    20 641 952

    374 405 538

    0,33

    437 005 538

    Tsjechië

    3 400 000

    246 200 000

    249 600 000

    83 200 000

    203 719 800

    1 084 856 430

    9 630 626

    76 171 234

    1 374 378 090

    1,22

    1 623 978 090

    Denemarken

    3 400 000

    373 500 000

    376 900 000

    125 633 333

    303 452 100

    1 897 714 696

    16 846 635

    133 244 609

    2 351 258 040

    2,09

    2 728 158 040

    Duitsland

    26 300 000

    3 780 400 000

    3 806 700 000

    1 268 899 996

    1 803 400 200

    20 137 874 099

    178 770 505

    247 496 041

    22 367 540 845

    19,88

    26 174 240 845

    Estland

    0

    25 000 000

    25 000 000

    8 333 333

    24 685 200

    123 146 606

    1 093 213

    8 646 516

    157 571 535

    0,14

    182 571 535

    Ierland

    0

    217 100 000

    217 100 000

    72 366 667

    187 321 800

    937 595 214

    8 323 340

    65 831 554

    1 199 071 908

    1,07

    1 416 171 908

    Griekenland

    1 400 000

    141 200 000

    142 600 000

    47 533 334

    261 990 000

    1 453 813 750

    12 905 981

    102 076 906

    1 830 786 637

    1,63

    1 973 386 637

    Spanje

    4 700 000

    1 221 600 000

    1 226 300 000

    408 766 667

    1 432 742 400

    7 608 235 208

    67 540 796

    534 198 490

    9 642 716 894

    8,57

    10 869 016 894

    Frankrijk

    30 900 000

    2 034 500 000

    2 065 400 000

    688 466 667

    2 949 517 200

    15 663 552 046

    139 050 482

    1 099 788 009

    19 851 907 737

    17,64

    21 917 307 737

    Italië

    4 700 000

    1 799 100 000

    1 803 800 000

    601 266 667

    1 986 511 800

    11 789 770 216

    104 661 652

    827 797 416

    14 708 741 084

    13,07

    16 512 541 084

    Cyprus

    0

    24 800 000

    24 800 000

    8 266 667

    26 485 350

    128 691 669

    1 142 438

    9 035 853

    165 355 310

    0,15

    190 155 310

    Letland

    0

    26 800 000

    26 800 000

    8 933 333

    21 768 300

    161 335 967

    1 432 232

    11 327 913

    195 864 412

    0,17

    222 664 412

    Litouwen

    800 000

    55 000 000

    55 800 000

    18 600 000

    36 546 300

    243 541 088

    2 161 994

    17 099 797

    299 349 179

    0,27

    355 149 179

    Luxemburg

    0

    15 700 000

    15 700 000

    5 233 333

    48 788 250

    237 060 915

    2 104 467

    16 644 804

    304 598 436

    0,27

    320 298 436

    Hongarije

    2 000 000

    119 800 000

    121 800 000

    40 600 000

    120 115 200

    742 682 754

    6 593 038

    52 146 128

    921 537 120

    0,82

    1 043 337 120

    Malta

    0

    10 800 000

    10 800 000

    3 600 000

    9 308 700

    45 230 746

    401 528

    3 175 795

    58 116 769

    0,05

    68 916 769

    Nederland

    7 300 000

    2 086 000 000

    2 093 300 000

    697 766 667

    273 970 400

    4 565 411 085

    – 653 069 739

    56 109 257

    4 242 421 003

    3,77

    6 335 721 003

    Oostenrijk

    3 200 000

    239 900 000

    243 100 000

    81 033 334

    320 816 475

    2 318 925 197

    20 585 859

    28 499 771

    2 688 827 302

    2,39

    2 931 927 302

    Polen

    12 800 000

    426 400 000

    439 200 000

    146 400 000

    573 392 100

    2 874 399 396

    25 516 985

    201 820 761

    3 675 129 242

    3,27

    4 114 329 242

    Portugal

    200 000

    136 500 000

    136 700 000

    45 566 667

    234 528 000

    1 193 406 430

    10 594 260

    83 792 876

    1 522 321 566

    1,35

    1 659 021 566

    Roemenië

    1 000 000

    124 700 000

    125 700 000

    41 900 000

    151 729 800

    1 046 460 076

    9 289 769

    73 475 304

    1 280 954 949

    1,14

    1 406 654 949

    Slovenië

    0

    81 800 000

    81 800 000

    27 266 667

    53 463 750

    259 779 055

    2 306 144

    18 239 917

    333 788 866

    0,30

    415 588 866

    Slowakije

    1 400 000

    141 700 000

    143 100 000

    47 700 000

    76 974 000

    534 417 829

    4 744 202

    37 523 182

    653 659 213

    0,58

    796 759 213

    Finland

    800 000

    169 600 000

    170 400 000

    56 800 000

    283 110 000

    1 515 139 610

    13 450 391

    106 382 790

    1 918 082 791

    1,70

    2 088 482 791

    Zweden

    2 600 000

    552 600 000

    555 200 000

    185 066 667

    184 812 800

    3 086 914 953

    – 144 562 988

    37 938 425

    3 165 103 190

    2,81

    3 720 303 190

    Verenigd Koninkrijk

    9 500 000

    2 647 000 000

    2 656 500 000

    885 500 000

    2 896 467 900

    14 663 176 923

    130 169 825

    –4 072 425 170

    13 617 389 478

    12,10

    16 273 889 478

    Totaal

    123 400 000

    18 631 800 000

    18 755 200 000

    6 251 733 333

    15 029 949 025

    97 502 871 823

    0

    0

    112 532 820 848

    100,—

    131 288 020 848

    B.   ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL

    Titel

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    1

    EIGEN MIDDELEN

    131 288 020 848

    128 654 720 155

    118 164 003 100,—

    3

    OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

    p.m.

    1 994 296 014

    6 370 047 475,72

    4

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

    1 278 186 868

    1 312 344 852

    1 206 807 562,37

    5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

    53 884 139

    68 290 286

    587 087 322,20

    6

    BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

    60 000 000

    50 000 000

    2 454 482 917,19

    7

    INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

    123 000 000

    3 648 000 000

    1 182 868 266,22

    8

    OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    3 696 000

    384 000

    858 312,—

    9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    30 200 000

    30 200 000

    33 793 060,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    132 836 987 855

    135 758 235 307

    129 999 948 015,70

    TITEL 1

    EIGEN MIDDELEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 1 1

    1 1 0

    Productieheffingen met betrekking tot het verkoopsseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 1 1

    Bijdragen in verband met de opslag van suiker

    p.m.

    p.m.

    839,—

    1 1 3

    Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 1 7

    Productieheffing

    123 400 000

    123 400 000

    122 682 977,95

    1 1 8

    Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 1 9

    Overschotheffing

    p.m.

    p.m.

    9 044 997,76

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 1

    123 400 000

    123 400 000

    131 728 814,71

    HOOFDSTUK 1 2

    1 2 0

    Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    18 631 800 000

    16 700 800 000

    16 645 989 074,77

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 2

    18 631 800 000

    16 700 800 000

    16 645 989 074,77

    HOOFDSTUK 1 3

    1 3 0

    Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    15 029 949 025

    14 546 298 300

    14 076 620 541,64

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 3

    15 029 949 025

    14 546 298 300

    14 076 620 541,64

    HOOFDSTUK 1 4

    1 4 0

    Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    97 502 871 823

    97 284 221 855

    87 259 205 936,16

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 4

    97 502 871 823

    97 284 221 855

    87 259 205 936,16

    HOOFDSTUK 1 5

    1 5 0

    Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    0,—

    0,—

    51 857 520,20

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 5

    0,—

    0,—

    51 857 520,20

    HOOFDSTUK 1 6

    1 6 0

    Aan Nederland en Zweden toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    0,—

    0,—

    –1 398 787,48

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 6

    0,—

    0,—

    –1 398 787,48

     

    Totaal van titel 1

    131 288 020 848

    128 654 720 155

    118 164 003 100,—

    HOOFDSTUK 1 1 —

    BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

    HOOFDSTUK 1 2 —

    DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    HOOFDSTUK 1 3 —

    EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    HOOFDSTUK 1 4 —

    EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    HOOFDSTUK 1 5 —

    CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

    HOOFDSTUK 1 6 —

    AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

    HOOFDSTUK 1 1 — BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

    1 1 0     Productieheffingen met betrekking tot het verkoopsseizoen 2005/2006 en vorige seizoenen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    In het kader van de gemeenschappelijke marktordening in de sector suiker betaalden de producenten van suiker, isoglucose en inulinestroop heffingen op de productie van basis- en B-suiker. Deze heffingen waren bedoeld om de uitgaven voor marktondersteuning te dekken. De bedragen die thans onder dit artikel zijn opgevoerd, zijn een gevolg van de herziening van in het verleden vastgestelde heffingen. De heffingen voor het verkoopseizoen 2007/2008 en volgende worden opgevoerd op artikel 1 1 7 van dit hoofdstuk als „productieheffing”.

    Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Bulgarije

    0,—

    Tsjechië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Denemarken

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Duitsland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Estland

    0,—

    Ierland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Griekenland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Spanje

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Frankrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Italië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Cyprus

    0,—

    Letland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Litouwen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Luxemburg

    0,—

    Hongarije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Malta

    0,—

    Nederland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Oostenrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Polen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Portugal

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Roemenië

    0,—

    Slovenië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Slowakije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Finland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Zweden

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Totaal van artikel 1 1 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 1 1     Bijdragen in verband met de opslag van suiker

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    839,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die aan de nieuwe lidstaten in rekening worden gebracht in geval van niet-wegwerking van overtollige voorraden suiker in de zin van Verordening (EG) nr. 60/2004 van de Commissie van 14 januari 2004 houdende overgangsmaatregelen in de sector suiker in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (PB L 9 van 15.1.2004, blz. 8).

    Onder dit artikel worden tevens de ontvangsten geboekt uit de restanten van de bijdrage voor de opslag van suiker, die bij Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1) is afgeschaft.

    Voorts worden hier de resterende bedragen opgenomen die krachtens artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 65/82 van de Commissie van 13 januari 1982 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor het overbrengen van suiker naar het volgende verkoopseizoen voor suiker (PB L 9 van 14.1.1982, blz. 14) verschuldigd zijn wanneer de verplichting tot opslag van de overgebrachte suiker niet is nagekomen en de bedragen die krachtens Verordening (EEG) nr. 1789/81 van de Raad van 30 juni 1981 tot vaststelling van de algemene bepalingen betreffende de regeling inzake een minimumvoorraad in de sector suiker verschuldigd zijn (PB L 177 van 1.7.1981, blz. 39), wanneer de algemene regels betreffende de regeling inzake een minimumvoorraad in de sector suiker niet zijn nagekomen.

    Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Bulgarije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Tsjechië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Denemarken

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Duitsland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Estland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Ierland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Griekenland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Spanje

    p.m.

    p.m.

    839,—

    Frankrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Italië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Cyprus

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Letland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Litouwen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Luxemburg

    0,—

    Hongarije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Malta

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Nederland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Oostenrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Polen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Portugal

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Roemenië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Slovenië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Slowakije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Finland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Zweden

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Totaal van artikel 1 1 1

    p.m.

    p.m.

    839,—

    1 1 3     Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop, en van vervangende C-suiker en C-isoglucose

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Bedragen van de heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop. Hierin zijn ook de heffingen op vervangende C-suiker en C-isoglucose opgenomen.

    Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2670/81 van de Commissie van 14 september 1981 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de productie buiten de quota in de sector suiker (PB L 262 van 16.9.1981, blz. 14).

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Bulgarije

    0,—

    Tsjechië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Denemarken

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Duitsland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Estland

    0,—

    Ierland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Griekenland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Spanje

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Frankrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Italië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Cyprus

    0,—

    Letland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Litouwen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Luxemburg

    0,—

    Hongarije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Malta

    0,—

    Nederland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Oostenrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Polen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Portugal

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Roemenië

    0,—

    Slovenië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Slowakije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Finland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Zweden

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Totaal van artikel 1 1 3

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 1 7     Productieheffing

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    123 400 000

    123 400 000

    122 682 977,95

    Toelichting

    In het kader van de huidige gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker, wordt een productieheffing opgelegd aan ondernemingen die suiker, isoglucose of inulinestroop produceren.

    Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), met name artikel 16.

    Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

    Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), met name artikel 51.

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    6 600 000

    6 600 000

    6 601 725,90

    Bulgarije

    400 000

    400 000

    401 391,—

    Tsjechië

    3 400 000

    3 400 000

    3 368 702,50

    Denemarken

    3 400 000

    3 400 000

    3 349 918,58

    Duitsland

    26 300 000

    26 300 000

    26 339 173,20

    Estland

    0,—

    Ierland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Griekenland

    1 400 000

    1 400 000

    1 428 318,—

    Spanje

    4 700 000

    4 700 000

    5 007 013,25

    Frankrijk

    30 900 000

    30 900 000

    30 933 280,80

    Italië

    4 700 000

    4 700 000

    3 962 693,25

    Cyprus

    0,—

    Letland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Litouwen

    800 000

    800 000

    812 268,—

    Luxemburg

    0,—

    Hongarije

    2 000 000

    2 000 000

    1 960 882,82

    Malta

    0,—

    Nederland

    7 300 000

    7 300 000

    7 243 992,—

    Oostenrijk

    3 200 000

    3 200 000

    3 159 246,60

    Polen

    12 800 000

    12 800 000

    12 887 983,45

    Portugal

    200 000

    200 000

    56 250,—

    Roemenië

    1 000 000

    1 000 000

    832 566,95

    Slovenië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Slowakije

    1 400 000

    1 400 000

    1 317 300,75

    Finland

    800 000

    800 000

    728 991,—

    Zweden

    2 600 000

    2 600 000

    2 731 320,41

    Verenigd Koninkrijk

    9 500 000

    9 500 000

    9 559 959,49

    Totaal van artikel 1 1 7

    123 400 000

    123 400 000

    122 682 977,95

    1 1 8     Eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Een eenmalige heffing op extra suikerquota en op aanvullende isoglucosequota die aan ondernemingen zijn toegewezen overeenkomstig artikel 58 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), met name artikel 8 en artikel 9, leden 2 en 3.

    Verordening (EG) nr. 952/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad, wat betreft het beheer van de interne suikermarkt en het quotastelsel (PB L 178 van 1.7.2006, blz. 39).

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

    Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Bulgarije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Tsjechië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Denemarken

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Duitsland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Estland

    0,—

    Ierland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Griekenland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Spanje

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Frankrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Italië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Cyprus

    0,—

    Letland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Litouwen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Luxemburg

    0,—

    Hongarije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Malta

    0,—

    Nederland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Oostenrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Polen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Portugal

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Roemenië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Slovenië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Slowakije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Finland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Zweden

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Totaal van artikel 1 1 8

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 1 9     Overschotheffing

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    9 044 997,76

    Toelichting

    Er wordt een door de lidstaten aan te rekenen heffing opgelegd aan op hun grondgebied gevestigde ondernemingen overeenkomstig artikel 64 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1), met name artikel 15.

    Verordening (EG) nr. 967/2006 van de Commissie van 29 juni 2006 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 318/2006 met betrekking tot de productie buiten het quotum in de sector suiker (PB L 176 van 30.6.2006, blz. 22).

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

    Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Bulgarije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Tsjechië

    p.m.

    p.m.

    313 959,02

    Denemarken

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Duitsland

    p.m.

    p.m.

    762 760,13

    Estland

    0,—

    Ierland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Griekenland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Spanje

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Frankrijk

    p.m.

    p.m.

    7 371 200,—

    Italië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Cyprus

    0,—

    Letland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Litouwen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Luxemburg

    0,—

    Hongarije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Malta

    0,—

    Nederland

    p.m.

    p.m.

    6 629,62

    Oostenrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Polen

    p.m.

    p.m.

    590 448,99

    Portugal

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Roemenië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Slovenië

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Slowakije

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Finland

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Zweden

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Totaal van artikel 1 1 9

    p.m.

    p.m.

    9 044 997,76

    HOOFDSTUK 1 2 — DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    1 2 0     Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    18 631 800 000

    16 700 800 000

    16 645 989 074,77

    Toelichting

    De toewijzing van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Unie vrij verkeer van goederen bestaat. Onder dit artikel kunnen de heffingen, premies, extra bedragen of compenserende bedragen, aanvullende bedragen of aanvullende elementen, rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en de overige door de instellingen van de Unie ingevoerde of in te voeren rechten op het handelsverkeer met derde landen en de douanerechten op de onder het vroegere Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallende producten worden opgevoerd.

    Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    1 871 900 000

    1 617 018 333

    1 574 447 893,09

    Bulgarije

    62 200 000

    51 282 852

    48 731 825,96

    Tsjechië

    246 200 000

    217 147 869

    216 910 693,97

    Denemarken

    373 500 000

    328 796 882

    324 203 012,79

    Duitsland

    3 780 400 000

    3 406 524 926

    3 428 895 307,98

    Estland

    25 000 000

    21 856 714

    21 895 275,18

    Ierland

    217 100 000

    198 413 543

    199 751 597,81

    Griekenland

    141 200 000

    132 843 402

    139 588 534,33

    Spanje

    1 221 600 000

    1 115 070 864

    1 165 153 480,20

    Frankrijk

    2 034 500 000

    1 669 058 128

    1 528 031 533,13

    Italië

    1 799 100 000

    1 668 963 510

    1 737 777 723,97

    Cyprus

    24 800 000

    20 342 829

    24 633 514,39

    Letland

    26 800 000

    23 086 745

    22 564 755,68

    Litouwen

    55 000 000

    46 362 726

    43 764 438,14

    Luxemburg

    15 700 000

    14 381 907

    14 292 014,—

    Hongarije

    119 800 000

    99 537 934

    99 025 060,64

    Malta

    10 800 000

    9 934 870

    10 140 238,05

    Nederland

    2 086 000 000

    1 879 677 368

    1 928 401 712,57

    Oostenrijk

    239 900 000

    197 372 747

    186 334 539,40

    Polen

    426 400 000

    352 924 423

    339 098 482,82

    Portugal

    136 500 000

    121 300 029

    134 916 744,20

    Roemenië

    124 700 000

    108 810 479

    109 052 763,07

    Slovenië

    81 800 000

    73 044 948

    74 191 737,85

    Slowakije

    141 700 000

    120 826 940

    116 072 031,97

    Finland

    169 600 000

    149 117 665

    151 648 198,66

    Zweden

    552 600 000

    484 159 322

    464 202 323,36

    Verenigd Koninkrijk

    2 647 000 000

    2 572 942 045

    2 542 263 641,56

    Totaal van artikel 1 2 0

    18 631 800 000

    16 700 800 000

    16 645 989 074,77

    HOOFDSTUK 1 3 — EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    1 3 0     Eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    15 029 949 025

    14 546 298 300

    14 076 620 541,64

    Toelichting

    Het toegepaste, voor alle lidstaten geldende uniforme percentage op de btw-grondslag die op uniforme wijze is vastgesteld volgens de voorschriften van de Unie, bedraagt 0,30 %. De hiertoe in aanmerking te nemen grondslag mag niet meer bedragen dan 50 % van het bni van elke lidstaat. Het btw-afroepingspercentage wordt — uitsluitend voor de periode 2007-2013 — voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder b) en lid 4.

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    507 167 100

    492 601 800

    488 276 100,—

    Bulgarije

    57 164 100

    53 834 700

    50 703 900,03

    Tsjechië

    203 719 800

    193 612 500

    200 237 602,10

    Denemarken

    303 452 100

    297 384 600

    289 227 655,08

    Duitsland

    1 803 400 200

    1 748 253 000

    1 653 923 250,—

    Estland

    24 685 200

    23 641 500

    21 597 900,—

    Ierland

    187 321 800

    185 366 100

    190 045 350,—

    Griekenland

    261 990 000

    268 480 800

    305 838 000,—

    Spanje

    1 432 742 400

    1 437 471 000

    1 577 470 500,—

    Frankrijk

    2 949 517 200

    2 862 885 900

    2 797 328 100,—

    Italië

    1 986 511 800

    1 958 027 700

    1 727 718 300,—

    Cyprus

    26 485 350

    25 856 250

    26 898 000,—

    Letland

    21 768 300

    20 683 200

    18 529 530,70

    Litouwen

    36 546 300

    34 265 700

    35 444 400,—

    Luxemburg

    48 788 250

    46 604 700

    47 477 700,—

    Hongarije

    120 115 200

    104 292 000

    127 082 176,26

    Malta

    9 308 700

    8 928 450

    9 148 950,—

    Nederland

    273 970 400

    268 334 100

    276 720 999,96

    Oostenrijk

    320 816 475

    312 221 700

    296 038 350,—

    Polen

    573 392 100

    515 659 500

    529 165 756,44

    Portugal

    234 528 000

    235 144 500

    246 720 750,—

    Roemenië

    151 729 800

    146 559 300

    138 828 489,65

    Slovenië

    53 463 750

    52 206 000

    54 279 000,—

    Slowakije

    76 974 000

    75 223 500

    64 378 800,—

    Finland

    283 110 000

    272 974 500

    251 985 600,—

    Zweden

    184 812 800

    177 296 700

    166 480 169,51

    Verenigd Koninkrijk

    2 896 467 900

    2 728 488 600

    2 485 075 211,91

    Totaal van artikel 1 3 0

    15 029 949 025

    14 546 298 300

    14 076 620 541,64

    HOOFDSTUK 1 4 — EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    1 4 0     Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    97 502 871 823

    97 284 221 855

    87 259 205 936,16

    Toelichting

    De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Europese Unie altijd in evenwicht is ex ante.

    Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

    Het voor dit begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,7288 %.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    2 895 750 221

    2 900 914 595

    2 551 066 177,96

    Bulgarije

    293 989 644

    290 309 850

    255 205 041,99

    Tsjechië

    1 084 856 430

    1 060 359 740

    982 009 469,32

    Denemarken

    1 897 714 696

    1 916 285 232

    1 695 800 977,30

    Duitsland

    20 137 874 099

    20 189 170 789

    18 015 507 359,04

    Estland

    123 146 606

    119 901 016

    101 212 404,96

    Ierland

    937 595 214

    948 017 408

    873 866 919,96

    Griekenland

    1 453 813 750

    1 509 513 772

    1 500 777 281,96

    Spanje

    7 608 235 208

    7 832 364 178

    7 271 600 414,04

    Frankrijk

    15 663 552 046

    15 709 240 443

    14 023 354 543,—

    Italië

    11 789 770 216

    11 922 352 958

    10 865 931 276,—

    Cyprus

    128 691 669

    130 214 700

    123 682 439,04

    Letland

    161 335 967

    158 557 124

    129 216 133,93

    Litouwen

    243 541 088

    236 036 287

    200 238 365,25

    Luxemburg

    237 060 915

    234 706 001

    218 312 058,04

    Hongarije

    742 682 754

    663 799 227

    678 619 318,59

    Malta

    45 230 746

    44 964 581

    42 068 721,04

    Nederland

    4 565 411 085

    4 596 562 680

    4 222 386 866,—

    Oostenrijk

    2 318 925 197

    2 330 821 606

    2 018 923 380,96

    Polen

    2 874 399 396

    2 653 451 897

    2 485 241 391,53

    Portugal

    1 193 406 430

    1 215 218 351

    1 134 471 860,96

    Roemenië

    1 046 460 076

    1 041 985 020

    865 691 994,47

    Slovenië

    259 779 055

    262 914 717

    249 585 809,96

    Slowakije

    534 417 829

    529 977 419

    473 926 799,96

    Finland

    1 515 139 610

    1 512 918 428

    1 331 002 925,—

    Zweden

    3 086 914 953

    3 066 857 414

    2 696 961 652,49

    Verenigd Koninkrijk

    14 663 176 923

    14 206 806 422

    12 252 544 353,41

    Totaal van artikel 1 4 0

    97 502 871 823

    97 284 221 855

    87 259 205 936,16

    HOOFDSTUK 1 5 — CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

    1 5 0     Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden, welke aan het Verenigd Koninkrijk wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    0,—

    0,—

    51 857 520,20

    Toelichting

    Het mechanisme ter correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk (de „Britse correctie”) is ingesteld door de Europese Raad van Fontainebleau (juni 1984) en het daaruit voortvloeiende eigenmiddelenbesluit van 7 mei 1985. Het doel van dit mechanisme was de begrotingsonevenwichtigheid ten nadele van het Verenigd Koninkrijk te compenseren door een vermindering van de door dit land aan de Unie af te dragen middelen.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name de artikelen 4 en 5.

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    203 319 870

    198 203 463

    185 512 958,04

    Bulgarije

    20 641 952

    19 835 268

    18 558 453,—

    Tsjechië

    76 171 234

    72 448 521

    71 220 198,73

    Denemarken

    133 244 609

    130 929 180

    123 357 326,82

    Duitsland

    247 496 041

    241 497 563

    230 537 205,—

    Estland

    8 646 516

    8 192 174

    7 360 143,—

    Ierland

    65 831 554

    64 772 790

    63 547 406,04

    Griekenland

    102 076 906

    103 136 734

    109 136 186,04

    Spanje

    534 198 490

    535 142 160

    528 789 146,04

    Frankrijk

    1 099 788 009

    1 073 325 585

    1 019 775 186,—

    Italië

    827 797 416

    814 588 491

    790 168 077,—

    Cyprus

    9 035 853

    8 896 851

    8 994 159,—

    Letland

    11 327 913

    10 833 332

    9 406 000,41

    Litouwen

    17 099 797

    16 127 055

    14 561 289,01

    Luxemburg

    16 644 804

    16 036 164

    15 875 604,—

    Hongarije

    52 146 128

    45 353 733

    48 420 485,05

    Malta

    3 175 795

    3 072 181

    3 059 228,04

    Nederland

    56 109 257

    54 982 877

    54 032 187,—

    Oostenrijk

    28 499 771

    27 880 676

    25 835 351,04

    Polen

    201 820 761

    181 295 704

    178 037 184,55

    Portugal

    83 792 876

    83 029 154

    82 498 538,04

    Roemenië

    73 475 304

    71 193 078

    62 683 549,95

    Slovenië

    18 239 917

    17 963 510

    18 149 823,96

    Slowakije

    37 523 182

    36 210 428

    34 463 850,—

    Finland

    106 382 790

    103 369 355

    96 790 233,—

    Zweden

    37 938 425

    36 684 944

    34 489 444,44

    Verenigd Koninkrijk

    –4 072 425 170

    –3 975 000 971

    –3 783 401 693,—

    Totaal van artikel 1 5 0

    0

    0

    51 857 520,20

    HOOFDSTUK 1 6 — AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

    1 6 0     Aan Nederland en Zweden toegekende brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdrage overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    0,—

    0,—

    –1 398 787,48

    Toelichting

    Uitsluitend voor de periode 2007-2013 komen Nederland en Zweden in aanmerking voor een brutovermindering van hun jaarlijkse bni-bijdrage ten belope van respectievelijk 605 000 000 EUR en 150 000 000 EUR, uitgedrukt in prijzen van 2004. Deze bedragen worden in actuele prijzen omgerekend.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, lid 9.

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 5.

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    25 706 523

    25 260 463

    24 197 489,04

    Bulgarije

    2 609 842

    2 527 948

    2 420 682,01

    Tsjechië

    9 630 626

    9 233 356

    9 309 591,79

    Denemarken

    16 846 635

    16 686 549

    16 086 232,73

    Duitsland

    178 770 505

    175 802 420

    170 881 511,04

    Estland

    1 093 213

    1 044 069

    960 024,96

    Ierland

    8 323 340

    8 255 106

    8 288 841,96

    Griekenland

    12 905 981

    13 144 481

    14 235 240,96

    Spanje

    67 540 796

    68 202 334

    68 972 916,—

    Frankrijk

    139 050 482

    136 792 269

    133 014 960,96

    Italië

    104 661 652

    103 816 968

    103 066 026,—

    Cyprus

    1 142 438

    1 133 878

    1 173 158,04

    Letland

    1 432 232

    1 380 677

    1 225 783,36

    Litouwen

    2 161 994

    2 055 347

    1 899 309,96

    Luxemburg

    2 104 467

    2 043 763

    2 070 743,04

    Hongarije

    6 593 038

    5 780 203

    6 421 903,76

    Malta

    401 528

    391 541

    399 032,04

    Nederland

    – 653 069 739

    – 638 798 259

    – 624 989 585,04

    Oostenrijk

    20 585 859

    20 296 231

    19 149 984,—

    Polen

    25 516 985

    23 105 618

    23 514 717,29

    Portugal

    10 594 260

    10 581 828

    10 760 744,04

    Roemenië

    9 289 769

    9 073 354

    8 205 141,87

    Slovenië

    2 306 144

    2 289 398

    2 367 383,04

    Slowakije

    4 744 202

    4 614 915

    4 495 311,96

    Finland

    13 450 391

    13 174 128

    12 624 890,04

    Zweden

    – 144 562 988

    – 141 598 022

    – 138 333 322,59

    Verenigd Koninkrijk

    130 169 825

    123 709 437

    116 182 500,26

    Totaal van artikel 1 6 0

    0

    0

    –1 398 787,48

    TITEL 3

    OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 3 0

    3 0 0

    Overschot van het vorige begrotingsjaar

    p.m.

    1 496 968 014

    4 539 394 282,77

    3 0 2

    Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 0

    p.m.

    1 496 968 014

    4 539 394 282,77

    HOOFDSTUK 3 1

    3 1 0

    Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    3 1 0 3

    Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    p.m.

    217 596 000

    722 281 620,61

     

    Totaal van artikel 3 1 0

    p.m.

    217 596 000

    722 281 620,61

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 1

    p.m.

    217 596 000

    722 281 620,61

    HOOFDSTUK 3 2

    3 2 0

    Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    3 2 0 3

    Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    p.m.

    279 732 000

    1 155 085 183,84

     

    Totaal van artikel 3 2 0

    p.m.

    279 732 000

    1 155 085 183,84

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 2

    p.m.

    279 732 000

    1 155 085 183,84

    HOOFDSTUK 3 4

    3 4 0

    Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

    p.m.

    p.m.

    – 282 578,19

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 4

    p.m.

    p.m.

    – 282 578,19

    HOOFDSTUK 3 5

    3 5 0

    Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

    3 5 0 4

    Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    0,—

    –46 431 033,31

     

    Totaal van artikel 3 5 0

    p.m.

    0,—

    –46 431 033,31

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 5

    p.m.

    0,—

    –46 431 033,31

    HOOFDSTUK 3 6

    3 6 0

    Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

    3 6 0 4

    Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Totaal van artikel 3 6 0

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 6

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Totaal van titel 3

    p.m.

    1 994 296 014

    6 370 047 475,72

    HOOFDSTUK 3 0 —

    OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

    HOOFDSTUK 3 1 —

    SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

    HOOFDSTUK 3 2 —

    SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

    HOOFDSTUK 3 4 —

    AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

    HOOFDSTUK 3 5 —

    RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

    HOOFDSTUK 3 6 —

    RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

    HOOFDSTUK 3 0 — OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

    3 0 0     Overschot van het vorige begrotingsjaar

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    1 496 968 014

    4 539 394 282,77

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

    De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

    Na de afsluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar worden verschillen ten opzichte van de raming in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen middels een gewijzigde begroting, die door de Commissie moet worden gepresenteerd binnen 15 dagen nadat de voorlopige rekeningen zijn ingediend.

    Een tekort wordt onder artikel 27 02 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” opgenomen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 7.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 18.

    3 0 2     Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds voor extern optreden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter opname, overeenkomstig artikel 3 en artikel 4 van Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009, van de eventuele overschotten in het Garantiefonds voor extern optreden die uitgaan boven het streefbedrag van het fonds, wanneer eenmaal dit streefbedrag is bereikt.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17).

    Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 7, lid 2.

    HOOFDSTUK 3 1 — SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

    3 1 0     Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    3 1 0 3   Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    217 596 000

    722 281 620,61

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 zenden de lidstaten vóór 31 juli aan de Commissie een overzicht waarin het totale eindbedrag wordt vermeld van de voor het voorgaande kalenderjaar berekende grondslag van de btw-middelen.

    Op de debetzijde van elke lidstaat wordt een bedrag ingeschreven dat in overeenstemming met regels van de Unie wordt berekend op basis van dat overzicht en op de creditzijde de twaalf betalingen die in het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht. De Commissie bepaalt het saldo en deelt het tijdig aan de lidstaten mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening van de Commissie kunnen boeken.

    Rectificaties van de bovenbedoelde overzichten als gevolg van controles door de Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 en/of wijzigingen in het bni van vroegere begrotingsjaren die gevolgen hebben wat betreft de aftopping van de btw-grondslag, geven aanleiding tot aanpassingen van de btw-saldi.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 4, 5 en 8.

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    p.m.

    –16 821 000

    28 248 185,26

    Bulgarije

    p.m.

    – 996 000

    493 743,83

    Tsjechië

    p.m.

    – 174 000

    7 449 176,38

    Denemarken

    p.m.

    –4 212 000

    2 076 879,75

    Duitsland

    p.m.

    53 626 000

    17 568 295,03

    Estland

    p.m.

    – 630 000

    1 255 001,79

    Ierland

    p.m.

    5 741 000

    3 468 761,62

    Griekenland

    p.m.

    –52 894 000

    –27 207 676,22

    Spanje

    p.m.

    – 124 891 000

    386 936 162,77

    Frankrijk

    p.m.

    14 165 000

    119 302 438,91

    Italië

    p.m.

    336 619 000

    84 125 027,89

    Cyprus

    p.m.

    44 000

    66 837,58

    Letland

    p.m.

    1 369 000

    –2 670 657,77

    Litouwen

    p.m.

    2 419 000

    –7 590 645,48

    Luxemburg

    p.m.

    –5 720 000

    – 808 338,16

    Hongarije

    p.m.

    –22 336 000

    –10 460 626,65

    Malta

    p.m.

    382 000

    305 970,96

    Nederland

    p.m.

    –11 027 000

    13 622 917,50

    Oostenrijk

    p.m.

    13 880 000

    10 021 395,93

    Polen

    p.m.

    210 000

    –2 117 333,16

    Portugal

    p.m.

    122 000

    52 549 013,—

    Roemenië

    p.m.

    3 233 000

    –47 274,28

    Slovenië

    p.m.

    – 350 000

    451 073,36

    Slowakije

    p.m.

    8 727 000

    –4 424 287,31

    Finland

    p.m.

    4 468 000

    14 960 274,81

    Zweden

    p.m.

    7 649 000

    6 645 887,98

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    4 993 000

    28 061 415,29

    Totaal van post 3 1 0 3

    p.m.

    217 596 000

    722 281 620,61

    HOOFDSTUK 3 2 — SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

    3 2 0     Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    3 2 0 3   Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    279 732 000

    1 155 085 183,84

    Toelichting

    Aan de hand van de op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door de lidstaten verstrekte cijfers betreffende de bni/mp-grootheid en de elementen daarvan voor het voorgaande begrotingsjaar, wordt iedere lidstaat gedebiteerd voor een bedrag dat in overeenstemming met regels van de Unie wordt berekend en gecrediteerd voor de 12 betalingen die in de loop van het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht.

    De Commissie bepaalt het saldo en deelt het tijdig aan de lidstaten mede, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening kunnen boeken.

    Wijzigingen in het bruto nationaal product/bruto nationaal inkomen van vroegere begrotingsjaren in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003, geven met inachtneming van de artikelen 4 en 5 daarvan, voor de betrokken lidstaat aanleiding tot een aanpassing van het overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bepaalde saldo.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 6, 7 en 8.

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (bni-verordening) (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    p.m.

    50 377 000

    75 090 848,28

    Bulgarije

    p.m.

    4 961 000

    18 780 019,26

    Tsjechië

    p.m.

    26 971 000

    187 940 253,96

    Denemarken

    p.m.

    49 367 000

    8 756 363,25

    Duitsland

    p.m.

    414 891 000

    – 413 112 131,18

    Estland

    p.m.

    1 420 000

    5 607 059,31

    Ierland

    p.m.

    30 334 000

    12 641 677,11

    Griekenland

    p.m.

    – 145 806 000

    – 125 366 408,35

    Spanje

    p.m.

    –59 671 000

    80 167 959,41

    Frankrijk

    p.m.

    64 017 000

    5 652 988,38

    Italië

    p.m.

    – 126 290 000

    832 541 650,20

    Cyprus

    p.m.

    200 000

    – 259 300,87

    Letland

    p.m.

    11 385 000

    4 363 908,98

    Litouwen

    p.m.

    2 568 000

    13 405 135,44

    Luxemburg

    p.m.

    –27 121 000

    –3 302 114,04

    Hongarije

    p.m.

    –18 994 000

    –12 525 899,86

    Malta

    p.m.

    1 812 000

    1 448 859,98

    Nederland

    p.m.

    –95 839 000

    –7 046 685,31

    Oostenrijk

    p.m.

    58 625 000

    130 156 774,28

    Polen

    p.m.

    –20 329 000

    8 342 621,37

    Portugal

    p.m.

    102 906 000

    72 761 794,65

    Roemenië

    p.m.

    75 334 000

    36 131 959,43

    Slovenië

    p.m.

    – 219 000

    2 220 662,26

    Slowakije

    p.m.

    –5 779 000

    795 829,91

    Finland

    p.m.

    –43 539 000

    104 522 069,29

    Zweden

    p.m.

    79 194 000

    100 732 942,07

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    – 151 043 000

    14 636 346,63

    Totaal van post 3 2 0 3

    p.m.

    279 732 000

    1 155 085 183,84

    HOOFDSTUK 3 4 — AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

    3 4 0     Aanpassing in verband met de gevolgen van de niet-deelneming van bepaalde lidstaten aan sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    – 282 578,19

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken en artikel 5 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dragen deze lidstaten geen andere financiële gevolgen van sommige beleidsmaatregelen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht dan de ermee gepaard gaande administratieve kosten. Zij kunnen bijgevolg een aanpassing verkrijgen van de betaalde eigen middelen voor elk jaar waarin zij niet deelnemen.

    Hoeveel elke lidstaat aan het aanpassingsmechanisme bijdraagt, wordt berekend door op de begrotingsuitgaven waartoe de maatregelen aanleiding geven de verdeelsleutel toe te passen van het bni-aggregaat en zijn componenten van het voorgaande jaar, meegedeeld door de lidstaten overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).

    De Commissie bepaalt het saldo van elke lidstaat en deelt het tijdig aan de lidstaten mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar in overeenstemming met artikel 10 bis van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1150/2000 op de in artikel 9, lid 1, van die verordening bedoelde rekening kunnen boeken.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10 bis.

    Protocol betreffende de positie van Denemarken gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 3, en Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 5.

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    p.m.

    p.m.

    1 149 280,38

    Bulgarije

    p.m.

    p.m.

    111 890,26

    Tsjechië

    p.m.

    p.m.

    439 227,25

    Denemarken

    p.m.

    p.m.

    –3 315 728,36

    Duitsland

    p.m.

    p.m.

    8 039 873,04

    Estland

    p.m.

    p.m.

    43 316,88

    Ierland

    p.m.

    p.m.

    –2 086 915,62

    Griekenland

    p.m.

    p.m.

    704 697,94

    Spanje

    p.m.

    p.m.

    3 301 509,21

    Frankrijk

    p.m.

    p.m.

    6 272 302,46

    Italië

    p.m.

    p.m.

    4 935 887,68

    Cyprus

    p.m.

    p.m.

    53 725,57

    Letland

    p.m.

    p.m.

    59 378,60

    Litouwen

    p.m.

    p.m.

    86 633,15

    Luxemburg

    p.m.

    p.m.

    91 255,07

    Hongarije

    p.m.

    p.m.

    262 376,96

    Malta

    p.m.

    p.m.

    18 028,57

    Nederland

    p.m.

    p.m.

    1 859 341,94

    Oostenrijk

    p.m.

    p.m.

    907 266,74

    Polen

    p.m.

    p.m.

    963 277,03

    Portugal

    p.m.

    p.m.

    532 096,02

    Roemenië

    p.m.

    p.m.

    371 521,33

    Slovenië

    p.m.

    p.m.

    111 205,36

    Slowakije

    p.m.

    p.m.

    207 113,37

    Finland

    p.m.

    p.m.

    584 454,38

    Zweden

    p.m.

    p.m.

    1 164 142,90

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    p.m.

    –27 149 736,30

    Totaal van artikel 3 4 0

    p.m.

    p.m.

    – 282 578,19

    HOOFDSTUK 3 5 — RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

    3 5 0     Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

    3 5 0 4   Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    0,—

    –46 431 033,31

    Toelichting

    Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk.

    De cijfers voor 2011 zijn het resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2007 en een laatste bijstelling voor het begrotingsjaar 2006.

    De cijfers voor 2012 zijn het resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2008.

    Rechtsgronden

    Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42), met name de artikelen 4 en 5.

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name de artikelen 4 en 5.

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    p.m.

    –2 436 633

    –8 048 641,92

    Bulgarije

    p.m.

    1 220 806

    – 206 211,—

    Tsjechië

    p.m.

    1 690 027

    3 347 606,79

    Denemarken

    p.m.

    –3 876 276

    –11 234 208,90

    Duitsland

    p.m.

    –4 774 265

    –12 248 421,96

    Estland

    p.m.

    47 930

    –1 365 231,—

    Ierland

    p.m.

    492 015

    –10 814 067,96

    Griekenland

    p.m.

    –4 953 249

    –16 084 340,04

    Spanje

    p.m.

    –5 638 762

    –41 096 144,04

    Frankrijk

    p.m.

    –19 594 776

    –53 860 120,92

    Italië

    p.m.

    8 439 585

    –72 263 136,—

    Cyprus

    p.m.

    – 497 841

    – 463 799,98

    Letland

    p.m.

    – 254 104

    – 376 724,74

    Litouwen

    p.m.

    318 425

    – 607 506,—

    Luxemburg

    p.m.

    – 714 690

    – 885 867,—

    Hongarije

    p.m.

    –1 193 752

    –1 392 527,31

    Malta

    p.m.

    –66 212

    – 126 186,96

    Nederland

    p.m.

    – 305 503

    –3 320 143,92

    Oostenrijk

    p.m.

    – 238 031

    –1 858 687,92

    Polen

    p.m.

    –2 645 902

    4 656 538,98

    Portugal

    p.m.

    2 383 572

    – 898 938,—

    Roemenië

    p.m.

    1 233 079

    4 182 315,73

    Slovenië

    p.m.

    39 130

    – 220 740,—

    Slowakije

    p.m.

    – 868 292

    2 462 865,19

    Finland

    p.m.

    2 996 972

    –9 671 119,08

    Zweden

    p.m.

    –1 526 708

    –1 495 196,45

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    30 723 455

    187 457 601,10

    Totaal van post 3 5 0 4

    p.m.

    0

    –46 431 033,31

    HOOFDSTUK 3 6 — RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

    3 6 0     Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

    3 6 0 4   Resultaat van de tussentijdse bijstellingen van de berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Deze post is bestemd om het verschil tussen de vorige in de begroting opgenomen en de meest recente tussentijdse bijstelling van de Britse correctie te boeken voordat de definitieve berekeningen plaatsvinden.

    De cijfers voor 2012 zijn het resultaat van de tussentijdse berekening van de financiering van de correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten gunste van het Verenigd Koninkrijk voor de correctie uit hoofde van het begrotingsjaar 2010.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name de artikelen 4 en 5.

    Lidstaat

    Begroting 2013

    Begroting 2012

    Uitvoering 2011

    België

    p.m.

    –7 206 164

    0,—

    Bulgarije

    p.m.

    – 874 899

    0,—

    Tsjechië

    p.m.

    –1 231 077

    0,—

    Denemarken

    p.m.

    –5 756 244

    0,—

    Duitsland

    p.m.

    –12 395 478

    0,—

    Estland

    p.m.

    – 159 399

    0,—

    Ierland

    p.m.

    –4 114 974

    0,—

    Griekenland

    p.m.

    –10 261 013

    0,—

    Spanje

    p.m.

    –31 026 737

    0,—

    Frankrijk

    p.m.

    –53 804 546

    0,—

    Italië

    p.m.

    –44 693 441

    0,—

    Cyprus

    p.m.

    – 988 357

    0,—

    Letland

    p.m.

    230 629

    0,—

    Litouwen

    p.m.

    – 468 727

    0,—

    Luxemburg

    p.m.

    –1 321 483

    0,—

    Hongarije

    p.m.

    –4 025 268

    0,—

    Malta

    p.m.

    – 289 108

    0,—

    Nederland

    p.m.

    –3 588 342

    0,—

    Oostenrijk

    p.m.

    – 764 191

    0,—

    Polen

    p.m.

    –15 230 602

    0,—

    Portugal

    p.m.

    –4 186 172

    0,—

    Roemenië

    p.m.

    1 370 640

    0,—

    Slovenië

    p.m.

    –1 504 459

    0,—

    Slowakije

    p.m.

    –2 287 722

    0,—

    Finland

    p.m.

    –4 814 952

    0,—

    Zweden

    p.m.

    –1 637 487

    0,—

    Verenigd Koninkrijk

    p.m.

    211 029 573

    0,—

    Totaal van post 3 6 0 4

    p.m.

    0

    0,—

    TITEL 4

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden, alsmede van de leden van de organen, de personeelsleden en de gepensioneerden van de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds

    644 173 746

    633 070 802

    587 748 843,89

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    52 831,09

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    43 887 871

    65 496 118

    63 055 440,43

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    688 061 617

    698 566 920

    650 857 115,41

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    472 648 608

    476 991 862

    456 370 768,48

    4 1 1

    Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    98 306 299

    115 100 938

    75 066 154,68

    4 1 2

    Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    110 000

    110 000

    107 145,68

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    571 064 907

    592 202 800

    531 544 068,84

    HOOFDSTUK 4 2

    4 2 0

    Werkgeversbijdragen van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

    19 060 344

    21 575 132

    24 371 335,12

    4 2 1

    Bijdragen van de leden van het Europees Parlement aan de pensioenregeling

    p.m.

    p.m.

    35 043,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 2

    19 060 344

    21 575 132

    24 406 378,12

     

    Totaal van titel 4

    1 278 186 868

    1 312 344 852

    1 206 807 562,37

    HOOFDSTUK 4 0 —

    DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 2 —

    OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

    HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden, alsmede van de leden van de organen, de personeelsleden en de gepensioneerden van de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    644 173 746

    633 070 802

    587 748 843,89

    Toelichting

    Deze ontvangsten omvatten alle belastingen op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van eender welke aard, met uitzondering van gezins- en kinderbijslagen, betaald aan de leden van de Commissie, de ambtenaren, de andere personeelsleden, de personen die de ontslagvergoeding ontvangen vermeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven, en de gepensioneerden.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 13.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

    Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

    Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

    Besluit nr. 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

    Besluit nr. 2009/910/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 36).

    Besluit nr. 2009/912/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 38).

    Parlement

     

    65 835 934

    Raad

     

    22 452 000

    Commissie:

     

    439 977 193

    — Administratie

    (358 208 000)

     

    — Onderzoek en technologische ontwikkeling

    (14 966 352)

     

    — Onderzoek (acties onder contract)

    (16 415 055)

     

    — Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

    (2 902 000)

     

    — Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

    (666 000)

     

    — Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

    (2 332 000)

     

    — Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

    (851 000)

     

    — Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

    (1 145 000)

     

    — Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

    (3 382 000)

     

    — Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

    (228 203)

     

    — Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige informatiesystemen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

    (143 420)

     

    — Gemeenschappelijke Onderneming Artemis — Initiatief ingebedde computersystemen (Artemis GO)

    (97 680)

     

    — Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

    (69 381)

     

    — Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

    (165 141)

     

    — Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC/EFCA)

    (285 711)

     

    — Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

    (252 480)

     

    — Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Eacea)

    (1 039 625)

     

    — Europees Bureau voor wederopbouw

    p.m.

     

    — Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

    (228 373)

     

    — Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex)

    (913 380)

     

    — Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

    (102 179)

     

    — Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

    (3 924 919)

     

    — Europese Bankautoriteit (EBA)

    (786 380)

     

    — Eurojust

    (573 681)

     

    — Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

    (1 068 486)

     

    — Europees Centrum voor ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

    (563 211)

     

    — Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

    (3 353 036)

     

    — Europees Milieuagentschap (EMA)

    (1 251 270)

     

    — Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

    (1 753 398)

     

    — Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

    (571 139)

     

    — Europees GNSS-Agentschap (Galileo)

    (217 312)

     

    — Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

    (128 967)

     

    — Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

    (137 503)

     

    — Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

    (425 878)

     

    — GO voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (Fusion for Energy — F4E)

    (1 708 380)

     

    — Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

    (841 041)

     

    — Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

    (4 229 961)

     

    — Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD/EMCDDA)

    (496 720)

     

    — GO Adviesraad voor het Europese nano-elektronica-initiatief (Eniac)

    (95 678)

     

    — Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

    (251 098)

     

    — Europese Politieacademie (Cepol)

    (100 337)

     

    — Europese Politiedienst (Europol)

    (2 629 713)

     

    — Europees Spoorwegbureau

    (804 709)

     

    — Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

    (843 145)

     

    — Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

    (581 178)

     

    — Europese Stichting voor opleiding (ETF)

    (756 725)

     

    — Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

    (468 029)

     

    — Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (EACI)

    (411 524)

     

    — Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten (EAHC)

    (123 798)

     

    — Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

    (944 402)

     

    — Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T EA)

    (271 482)

     

    — GO brandstofcellen en waterstof (FCH)

    (122 404)

     

    — GO voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

    (218 218)

     

    — GO voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar)

    (210 264)

     

    — Harmonisatiebureau voor de interne markt (HBIM/OHIM)

    (3 606 330)

     

    — Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

    (1 113 897)

     

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    23 277 000

    Rekenkamer

     

    10 170 000

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    4 467 343

    Comité van de Regio's

     

    3 105 726

    Europese Ombudsman

     

    585 550

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    446 000

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    21 457 000

    Europese Investeringsbank

     

    34 000 000

    Europese Centrale Bank

     

    16 000 000

    Europees Investeringsfonds

     

    2 400 000

     

    Totaal

    644 173 746

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    52 831,09

    Toelichting

    De bepalingen betreffende de tijdelijke bijdrage waren van toepassing tot en met 30 juni 2003. Op dit begrotingsonderdeel zullen daarom ontvangsten worden opgevoerd die voortkomen uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage op de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 2003.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie:

     

    p.m.

    — Administratie

    (p.m.)

     

    — Onderzoek en technologische ontwikkeling

    (p.m.)

     

    — Onderzoek (acties onder contract)

    (p.m.)

     

    — Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

    (p.m.)

     

    — Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

    (p.m.)

     

    — Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

    (p.m.)

     

    — Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

    (p.m.)

     

    — Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

    (p.m.)

     

    — Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

    (p.m.)

     

    — Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

    (p.m.)

     

    — Eurojust

    (p.m.)

     

    — Europees Bureau voor wederopbouw

    (p.m.)

     

    — Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

    (p.m.)

     

    — Europees Geneesmiddelenbureau (EMEA)

    (p.m.)

     

    — Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

    (p.m.)

     

    — Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

    (p.m.)

     

    — Europees Milieuagentschap (EMA)

    (p.m.)

     

    — Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

    (p.m.)

     

    — Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

    (p.m.)

     

    — Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

    (p.m.)

     

    — Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD/EMCDDA)

    (p.m.)

     

    — Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

    (p.m.)

     

    — Europese Stichting voor opleiding (ETF)

    (p.m.)

     

    — Harmonisatiebureau voor de interne markt (HBIM/OHIM)

    (p.m.)

     

    — Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

    (p.m.)

     

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    43 887 871

    65 496 118

    63 055 440,43

    Toelichting

    Op dit begrotingsonderdeel zal de opbrengst worden opgevoerd van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht en van de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

    Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

    Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

    Besluit nr. 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

    Besluit nr. 2009/910/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 36).

    Besluit nr. 2009/912/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 38).

    Parlement

     

    4 612 253

    Raad

     

    2 797 000

    Commissie:

     

    28 787 102

    — Administratie

    (17 302 000)

     

    — Onderzoek en technologische ontwikkeling

    (1 508 653)

     

    — Onderzoek (acties onder contract)

    (1 431 056)

     

    — Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

    (301 000)

     

    — Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

    (65 500)

     

    — Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

    (218 500)

     

    — Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

    (75 500)

     

    — Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

    (120 000)

     

    — Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

    (346 500)

     

    — Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

    (45 188)

     

    — Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige informatiesystemen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

    (16 872)

     

    — Gemeenschappelijke Onderneming Artemis — Initiatief ingebedde computersystemen (Artemis Go)

    (17 912)

     

    — Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

    (15 654)

     

    — Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

    (34 424)

     

    — Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC/EFCA)

    (64 827)

     

    — Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

    (44 971)

     

    — Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Eacea)

    (161 737)

     

    — Europees Bureau voor wederopbouw

    p.m.

     

    — Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

    (42 972)

     

    — Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex)

    (232 955)

     

    — Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

    (21 275)

     

    — Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

    (879 680)

     

    — Europese Bankautoriteit (EBA)

    (108 682)

     

    — Eurojust

    (67 487)

     

    — Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

    (188 401)

     

    — Europees Centrum voor ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

    (117 284)

     

    — Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

    (573 091)

     

    — Europees Milieuagentschap (EMA)

    (184 312)

     

    — Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

    (349 651)

     

    — Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

    (108 358)

     

    — Europees GNSS-Agentschap (Galileo)

    (50 280)

     

    — Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

    (31 470)

     

    — Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

    (29 742)

     

    — Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

    (92 579)

     

    — Europese GO voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (Fusion for Energy — F4E)

    (344 968)

     

    — Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

    (215 883)

     

    — Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

    (577 944)

     

    — Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD/EMCDDA)

    (122 544)

     

    — GO Adviesraad voor het Europese nano-elektronica-initiatief (Eniac)

    (16 112)

     

    — Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

    (52 413)

     

    — Europese Politieacademie (Cepol)

    (18 268)

     

    — Europese Politiedienst (Europol)

    (572 560)

     

    — Europees Spoorwegbureau

    (165 603)

     

    — Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

    (164 346)

     

    — Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

    (105 047)

     

    — Europese Stichting voor opleiding (ETF)

    (142 899)

     

    — Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

    (94 263)

     

    — Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (EACI)

    (62 836)

     

    — Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten (EAHC)

    (23 832)

     

    — Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

    (157 112)

     

    — Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T EA)

    (48 712)

     

    — GO brandstofcellen en waterstof (FCH)

    (30 601)

     

    — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

    (45 003)

     

    — Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar)

    (40 036)

     

    — Harmonisatiebureau voor de interne markt (HBIM/OHIM)

    (709 951)

     

    — Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

    (227 656)

     

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    3 393 000

    Rekenkamer

     

    1 400 000

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    426 482

    Comité van de Regio's

     

    296 213

    Europese Ombudsman

     

    67 821

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    75 000

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    2 033 000

     

    Totaal

    43 887 871

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    472 648 608

    476 991 862

    456 370 768,48

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden gevormd door de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

    Parlement

     

    62 231 768

    Raad

     

    31 521 000

    Commissie:

     

    327 351 713

    — Administratie

    (211 582 000)

     

    — Onderzoek en technologische ontwikkeling

    (17 962 756)

     

    — Onderzoek (acties onder contract)

    (18 442 276)

     

    — Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

    (3 410 000)

     

    — Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

    (1 033 000)

     

    — Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel (OIB)

    (4 954 000)

     

    — Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL)

    (1 588 000)

     

    — Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

    (2 691 000)

     

    — Bureau voor publicaties van de Europese Unie (OP)

    (4 947 000)

     

    — Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER)

    (375 143)

     

    — Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige informatiesystemen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

    (296 034)

     

    — Gemeenschappelijke Onderneming Artemis — Initiatief ingebedde computersystemen (Artemis Go)

    (119 437)

     

    — Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec)

    (119 566)

     

    — Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

    (216 208)

     

    — Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC/EFCA)

    (454 951)

     

    — Communautair Bureau voor plantenrassen (CBP/CPVO)

    (354 516)

     

    — Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Eacea)

    (2 338 186)

     

    — Europees Bureau voor wederopbouw

    p.m.

     

    — Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA)

    (411 259)

     

    — Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex)

    (1 729 396)

     

    — Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

    (149 678)

     

    — Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA)

    (5 970 837)

     

    — Europese Bankautoriteit (EBA)

    (672 226)

     

    — Eurojust

    (1 184 136)

     

    — Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC)

    (1 808 173)

     

    — Europees Centrum voor ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop)

    (918 767)

     

    — Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

    (4 299 716)

     

    — Europees Milieuagentschap (EMA)

    (1 438 369)

     

    — Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)

    (2 969 364)

     

    — Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound)

    (818 040)

     

    — Europees GNSS-Agentschap (Galileo)

    (403 386)

     

    — Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE)

    (256 130)

     

    — Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

    (285 554)

     

    — Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (Eiopa)

    (602 597)

     

    — GO voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (Fusion for Energy — F4E)

    (2 522 259)

     

    — Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (EMSA)

    (1 688 542)

     

    — Europees Geneesmiddelenbureau (EMA)

    (4 911 854)

     

    — Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EWDD/EMCDDA)

    (847 012)

     

    — GO Adviesraad voor het Europese nano-elektronica-initiatief (Eniac)

    (108 619)

     

    — Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa)

    (405 427)

     

    — Europese Politieacademie (Cepol)

    (187 403)

     

    — Europese Politiedienst (Europol)

    (4 220 351)

     

    — Europees Spoorwegbureau

    (1 187 914)

     

    — Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

    (1 962 590)

     

    — Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA)

    (713 491)

     

    — Europese Stichting voor opleiding (ETF)

    (1 005 675)

     

    — Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA)

    (718 657)

     

    — Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (EACI)

    (879 661)

     

    — Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten (EAHC)

    (296 562)

     

    — Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

    (2 473 777)

     

    — Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-T EA)

    (586 330)

     

    — GO brandstofcellen en waterstof (FCH)

    (190 673)

     

    — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

    (270 751)

     

    — Gemeenschappelijke Onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar)

    (259 681)

     

    — Harmonisatiebureau voor de interne markt (HBIM/OHIM)

    (5 370 253)

     

    — Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (CdT)

    (1 742 530)

     

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    18 124 000

    Rekenkamer

     

    8 400 000

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    5 968 211

    Comité van de Regio's

     

    4 493 611

    Europese Ombudsman

     

    532 305

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    422 000

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    13 604 000

     

    Totaal

    472 648 608

    4 1 1     Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    98 306 299

    115 100 938

    75 066 154,68

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden gevormd door de aan de Europese Unie betaalde actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van de pensioenrechten die ambtenaren in een vorige werkkring hebben verworven.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Parlement

     

    9 134 938

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    89 171 361

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    98 306 299

    4 1 2     Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    110 000

    110 000

    107 145,68

    Toelichting

    Ambentaren en andere personeelsleden die verlof om persoonlijke redenen nemen, kunnen pensioenrechten blijven opbouwen mits zij ook de werkgeversbijdrage voor hun rekening nemen.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Parlement

     

    10 000

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    100 000

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    110 000

    HOOFDSTUK 4 2 — OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

    4 2 0     Werkgeversbijdragen van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    19 060 344

    21 575 132

    24 371 335,12

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden gevormd door de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Commissie

     

    19 060 344

    4 2 1     Bijdragen van de leden van het Europees Parlement aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    35 043,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden gevormd door de bijdrage van de leden van het Europees Parlement in de financiering van de pensioenregeling.

    Rechtsgronden

    Regeling betreffende de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, met name bijlage III.

    Parlement

     

    p.m.

    TITEL 5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 5 0

    5 0 0

    Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0

    Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    141 814,85

    5 0 0 1

    Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    378 637,17

    5 0 0 2

    Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    4 371 168,15

     

    Totaal van artikel 5 0 0

    p.m.

    p.m.

    4 891 620,17

    5 0 1

    Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 0 2

    Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    1 426 428,07

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 0

    p.m.

    p.m.

    6 318 048,24

    HOOFDSTUK 5 1

    5 1 0

    Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 1 1

    Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0

    Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    30 516 261,68

    5 1 1 1

    Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    375 140,25

     

    Totaal van artikel 5 1 1

    p.m.

    p.m.

    30 891 401,93

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 1

    p.m.

    p.m.

    30 891 401,93

    HOOFDSTUK 5 2

    5 2 0

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van de instellingen

    1 884 139

    11 290 286

    5 864 751,67

    5 2 1

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

    10 000 000

    15 000 000

    11 455 376,72

    5 2 2

    Rente op betaalde voorfinanciering

    40 000 000

    40 000 000

    40 436 396,93

    5 2 3

    Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    2 862 776,66

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 2

    51 884 139

    66 290 286

    60 619 301,98

    HOOFDSTUK 5 5

    5 5 0

    Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    37 826 316,28

    5 5 1

    Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    4 445 786,74

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 5

    p.m.

    p.m.

    42 272 103,02

    HOOFDSTUK 5 7

    5 7 0

    Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    49 132 444,88

    5 7 1

    Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    110 437,26

    5 7 2

    Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 7 3

    Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    140 514 065,46

    5 7 4

    Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven

    p.m.

    p.m.

    252 557 069,69

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 7

    p.m.

    p.m.

    442 314 017,29

    HOOFDSTUK 5 8

    5 8 0

    Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    36 563,64

    5 8 1

    Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    424 610,32

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 8

    p.m.

    p.m.

    461 173,96

    HOOFDSTUK 5 9

    5 9 0

    Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

    2 000 000

    2 000 000

    4 211 275,78

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 9

    2 000 000

    2 000 000

    4 211 275,78

     

    Totaal van titel 5

    53 884 139

    68 290 286

    587 087 322,20

    HOOFDSTUK 5 0 —

    OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

    HOOFDSTUK 5 1 —

    HUUROPBRENGSTEN

    HOOFDSTUK 5 2 —

    OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    HOOFDSTUK 5 5 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    HOOFDSTUK 5 7 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

    HOOFDSTUK 5 8 —

    DIVERSE VERGOEDINGEN

    HOOFDSTUK 5 9 —

    OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

    HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

    5 0 0     Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0   Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    141 814,85

    Toelichting

    Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instellingen.

    Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van voertuigen die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    5 0 0 1   Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    378 637,17

    Toelichting

    Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instellingen dan voertuigen.

    Tevens worden hier de opbrengsten geboekt van de verkoop van materieel, installaties, materialen en wetenschappelijke en technische apparaten die worden vervangen of die volledig afgeschreven zijn.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    5 0 0 2   Ontvangsten die voortvloeien uit de levering van goederen aan andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    4 371 168,15

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    5 0 1     Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instellingen.

    5 0 2     Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    1 426 428,07

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGSTEN

    5 1 0     Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    5 1 1     Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0   Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    30 516 261,68

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    5 1 1 1   Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    375 140,25

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    5 2 0     Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van de instellingen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    1 884 139

    11 290 286

    5 864 751,67

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere intresten, geïnd op de rekeningen van de instellingen.

    Parlement

     

    1 200 000

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    400 000

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    40 000

    Comité van de Regio's

     

    44 139

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    200 000

     

    Totaal

    1 884 139

    5 2 1     Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    10 000 000

    15 000 000

    11 455 376,72

    Toelichting

    Op dit begrotingsonderdeel worden de ontvangsten opgevoerd die voortkomen uit de terugstorting van rente door gesubsidieerde organisaties die voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. De ongebruikte voorschotten en de rente daarop moeten aan de Commissie worden teruggestort.

    Commissie

     

    10 000 000

    5 2 2     Rente op betaalde voorfinanciering

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    40 000 000

    40 000 000

    40 436 396,93

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.

    Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van de extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    In de gedelegeerde verordening houdende uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement worden ook bepalingen vastgelegd betreffende het boeken van de rente op betaalde voorfinanciering.

    Commissie

     

    40 000 000

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 3, onder d).

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

    5 2 3     Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    2 862 776,66

    Toelichting

    Onder dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.

    De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die uniale programma’s beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredingslanden beheren.

    Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor uniale programma’s aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op de begrotingsonderdelen van de oorspronkelijke uitgave die tot de desbetreffende ontvangsten heeft geleid.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, lid 4.

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    5 5 0     Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen betaald — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    37 826 316,28

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    5 5 1     Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verrichte diensten of werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    4 445 786,74

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

    5 7 0     Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    49 132 444,88

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    5 7 1     Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    110 437,26

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    5 7 2     Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    5 7 3     Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    140 514 065,46

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    5 7 4     Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn — Bestemmingsuitgaven

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    252 557 069,69

    Toelichting

    Deze ontvangsten vloeien voort uit een bijdrage van de Commissie aan de EDEO om de ter plaatse beheerde uitgaven te dekken van de personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn, inclusief personeelsleden van de Commissie die met middelen van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) worden betaald.

    Overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder begrotingspost 3 0 0 5 van de staat van uitgaven in afdeling X „Europese Dienst voor extern optreden”.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN

    5 8 0     Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    36 563,64

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    5 8 1     Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    424 610,32

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Onder dit artikel wordt tevens de bezoldigingsvergoeding geboekt die de verzekering uitkeert bij ongevallen van ambtenaren.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

    5 9 0     Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    2 000 000

    2 000 000

    4 211 275,78

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    2 000 000

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    p.m.

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    2 000 000

    TITEL 6

    BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 6 0

    6 0 1

    Diverse onderzoeksprogramma’s

    6 0 1 1

    Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 0 1 2

    European Fusion Development Agreements (EFDA) — Bestemmingontvangsten

    p.m.

    p.m.

    16 697 188,17

    6 0 1 3

    Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van onderzoeksprogramma’s van de Unie — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    344 593 840,72

    6 0 1 5

    Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 0 1 6

    Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 0 1

    p.m.

    p.m.

    361 291 028,89

    6 0 2

    Andere programma’s

    6 0 2 1

    Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 0 2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 0 3

    Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

    6 0 3 1

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    196 461 242,11

    6 0 3 2

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van derde landen, die geen kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan zijn aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    256 840,90

    6 0 3 3

    Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    30 438 242,43

     

    Totaal van artikel 6 0 3

    p.m.

    p.m.

    227 156 325,44

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 0

    p.m.

    p.m.

    588 447 354,33

    HOOFDSTUK 6 1

    6 1 1

    Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

    6 1 1 3

    Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    47 896 088,58

    6 1 1 4

    Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 1 1

    p.m.

    p.m.

    47 896 088,58

    6 1 2

    Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    645,92

    6 1 4

    Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

    6 1 4 3

    Terugbetaling van de uniale subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 1 4 4

    Terugbetaling van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

     

     

    Totaal van artikel 6 1 4

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 1 5

    Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

    6 1 5 0

    Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds, het ISPA en het IPA

    p.m.

    p.m.

    42 018 394,95

    6 1 5 1

    Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 1 5 2

    Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 1 5 3

    Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    602 575,71

    6 1 5 7

    Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds

    p.m.

    p.m.

    4 559 723,50

    6 1 5 8

    Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    1 282 087,08

     

    Totaal van artikel 6 1 5

    p.m.

    p.m.

    48 462 781,24

    6 1 6

    Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 1 7

    Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

    6 1 7 0

    Terugbetaling in het kader van de samenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    6 098 617,93

     

    Totaal van artikel 6 1 7

    p.m.

    p.m.

    6 098 617,93

    6 1 8

    Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

    6 1 8 0

    Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    110 579,80

    6 1 8 1

    Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte aanvullende kosten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    19 836,54

     

    Totaal van artikel 6 1 8

    p.m.

    p.m.

    130 416,34

    6 1 9

    Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

    6 1 9 1

    Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    186 420,45

     

    Totaal van artikel 6 1 9

    p.m.

    p.m.

    186 420,45

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 1

    p.m.

    p.m.

    102 774 970,46

    HOOFDSTUK 6 2

    6 2 0

    Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 2 2

    Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden

    6 2 2 1

    Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    9 094 616,65

    6 2 2 3

    Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    8 974 726,67

    6 2 2 4

    Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    61 913,43

    6 2 2 5

    Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 2 2 6

    Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek op basis van concurrentie voor andere diensten van de Commissie verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    54 982 731,42

     

    Totaal van artikel 6 2 2

    p.m.

    p.m.

    73 113 988,17

    6 2 4

    Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 2

    p.m.

    p.m.

    73 113 988,17

    HOOFDSTUK 6 3

    6 3 0

    Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    218 105 387,—

    6 3 1

    Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

    6 3 1 1

    Bijdragen in de administratieve uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    1 107 086,43

    6 3 1 2

    Bijdragen voor de ontwikkeling van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomst met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    2 554 519,92

    6 3 1 3

    Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    15 186 000,—

     

    Totaal van artikel 6 3 1

    p.m.

    p.m.

    18 847 606,35

    6 3 2

    Bijdragen voor de uitgaven van het Europees Ontwikkelingsfonds op het gebied van gemeenschappelijke administratieve ondersteuning — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    67 847 000,—

    6 3 3

    Bijdragen aan sommige externe steunprogramma’s

    6 3 3 0

    Bijdragen van de lidstaten voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    37 268 915,03

    6 3 3 1

    Bijdragen van derde landen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 3 3 2

    Bijdragen van internationale organisaties voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 3 3

    p.m.

    p.m.

    37 268 915,03

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 3

    p.m.

    p.m.

    342 068 908,38

    HOOFDSTUK 6 5

    6 5 0

    Financiële correcties

    6 5 0 0

    Financiële correcties geboekt in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds

    p.m.

    p.m.

    85 083 943,54

     

    Totaal van artikel 6 5 0

    p.m.

    p.m.

    85 083 943,54

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 5

    p.m.

    p.m.

    85 083 943,54

    HOOFDSTUK 6 6

    6 6 0

    Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0

    Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    451 438 669,18

    6 6 0 1

    Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

    60 000 000

    50 000 000

    114 183 916,32

     

    Totaal van artikel 6 6 0

    60 000 000

    50 000 000

    565 622 585,50

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

    60 000 000

    50 000 000

    565 622 585,50

    HOOFDSTUK 6 7

    6 7 0

    Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

    6 7 0 1

    Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    467 339 394,15

    6 7 0 2

    Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    177 592 514,88

    6 7 0 3

    Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    21 894 709,96

     

    Totaal van artikel 6 7 0

    p.m.

    p.m.

    666 826 618,99

    6 7 1

    Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

    6 7 1 1

    Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    30 544 547,82

    6 7 1 2

    Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 7 1

    p.m.

    p.m.

    30 544 547,82

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 7

    p.m.

    p.m.

    697 371 166,81

    HOOFDSTUK 6 8

    6 8 0

    Tijdelijke herstructureringsheffing — Bestemmingsontvangsten

    6 8 0 1

    Tijdelijke herstructureringsheffing — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 8 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 8

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 6

    60 000 000

    50 000 000

    2 454 482 917,19

    HOOFDSTUK 6 0 —

    BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

    HOOFDSTUK 6 1 —

    TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 6 2 —

    ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

    HOOFDSTUK 6 3 —

    BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

    HOOFDSTUK 6 5 —

    FINANCIËLE CORRECTIES

    HOOFDSTUK 6 6 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    HOOFDSTUK 6 7 —

    ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

    HOOFDSTUK 6 8 —

    TIJDELIJKE HERSTRUCTURERINGSHEFFING

    HOOFDSTUK 6 0 — BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

    6 0 1     Diverse onderzoeksprogramma’s

    6 0 1 1   Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name die van 14 september 1978.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 22 04 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    6 0 1 2   European Fusion Development Agreements (EFDA) — Bestemmingontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    16 697 188,17

    Toelichting

    Ontvangsten, voortvloeiende uit de multilaterale EFDA tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar 26 partners op fusiegebied.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 22 04 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Dergelijke ontvangsten zijn bestemd voor het dekken van de bijdragen van de partners aan de financiering van uitgaven van het Joint Fund ten gevolge van het gebruik van de faciliteiten van JET, de High Performance Computer for Fusion en enige andere faciliteit die is opgericht voor de toepassing van de EFDA.

    6 0 1 3   Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van onderzoeksprogramma’s van de Unie — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    344 593 840,72

    Toelichting

    Ontvangsten voortvloeiende uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek, met het doel hen bij uniale onderzoeksprogramma’s te betrekken.

    De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma’s.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 03, 06 06 04, 08 22 04, 09 04 02, 10.02.02, 10.03.02, 15 07 78 en 32 06 03 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/502/EG, Euratom van de Raad en de Commissie van 25 juni 2007 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 24).

    Besluit 2007/585/EG van de Raad van 10 juli 2007 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 220 van 25.8.2007, blz. 3).

    Besluit 2010/558/EU van de Raad van 12 maart 2010 betreffende de ondertekening, namens de Unie, en voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Faeröer betreffende wetenschappenlijke en technologische samenwerking, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007 tot 2013) van de Unie (PB L 245 van 17.9.2010, blz. 1).

    Besluit 2011/27/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een protocol bij de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 1).

    Besluit 2011/28/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de sluiting van een protocol bij de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5).

    Besluit C(2011) 5803 van de Commissie van 18 augustus 2011 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië, waarbij de Republiek Moldavië geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007 tot 2013).

    Besluit 2013/4/Euratom van de Raad van 11 december 2012 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 4 van 9.1.2013, blz. 1).

    6 0 1 5   Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Ontvangsten voortvloeiende uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 03, 06 06 04, 08 22 04 en 09 04 02 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    6 0 1 6   Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 03, 06 06 04, 08 22 04 en 09 04 02 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Referentiebesluiten

    Resolutie van de ministers van de staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (Cost) (ondertekend te Wenen op 21 november 1991) (PB C 333 van 24.12.1991, blz. 1).

    6 0 2     Andere programma’s

    6 0 2 1   Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire hulp — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Eventuele deelnemingen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder titel 23 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

    6 0 3     Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

    6 0 3 1   Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    196 461 242,11

    Toelichting

    Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten welke tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse uniale programma’s. Eventuele ontvangsten afkomstig van landen die al lid zijn, hebben betrekking op verrichtingen uit het verleden.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Referentiebesluiten

    Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma’s (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).

    Besluit C(2007) 2029 van de Commissie van 11 mei 2007 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije, waarbij de Republiek Turkije geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen van de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).

    Besluit C(2007) 6103 van de Commissie van 11 december 2007 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië, waarbij de Republiek Albanië geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).

    Besluit C(2008) 4037 van de Commissie van 1 augustus 2008 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina, waarbij Bosnië en Herzegovina geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kroatië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 16) (van toepassing tot de toetreding van de Republiek Kroatië (1 juli 2013)).

    Besluit C(2007) 2017 van de Commissie van 11 mei 2007 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië, waarbij de Republiek Kroatië geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (van toepassing tot de toetreding van de Republiek Kroatië (1 juli 2013)).

    Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).

    Besluit C(2007) 2030 van de Commissie van 11 mei 2007 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië, waarbij de Republiek Servië geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).

    Besluit C(2007) 2016 van de Commissie van 11 mei 2007 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, waarbij de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van protocol 8, inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s, bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds (PB L 43 van 19.2.2008, blz. 11).

    Besluit C(2008) 233 van de Commissie van 24 januari 2008 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Unie en Montenegro, waarbij Montenegro geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij wordt bepaald dat de communautaire programma’s zullen worden opengesteld voor de geassocieerde kandidaat-lidstaten.

    6 0 3 2   Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van derde landen, die geen kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan zijn aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    256 840,90

    Toelichting

    Onder deze post worden de bijdragen van derde landen aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 14 03 01, 14 04 01, 14 04 02 en 14 05 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Rechtsgronden

    Overeenkomst van 20 mei 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).

    Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

    Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

    Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.

    Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).

    Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane-2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).

    6 0 3 3   Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    30 438 242,43

    Toelichting

    Eventuele bijdragen van derden aan activiteiten van de Unie.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    HOOFDSTUK 6 1 — TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

    6 1 1     Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

    6 1 1 3   Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    47 896 088,58

    Toelichting

    Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

    Volgens artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Europese Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

    De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kool en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2011 zullen in 2013 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2013 beschikbaar zijn voor onderzoek, worden geraamd op 51 732 500 EUR.

    Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 181, lid 2, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 23 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

    6 1 1 4   Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

    Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

    6 1 2     Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    645,92

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Commissie

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    6 1 4     Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

    6 1 4 3   Terugbetaling van de uniale subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Volledige of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke deelneming in de winst die voortkomt uit subsidies die in het kader van de Europese activiteiten op het gebied van risicodragend kapitaal uit de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital zijn verleend ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    6 1 4 4   Terugbetaling van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    Terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen van steun van de Unie aan risicodelingsinstrumenten die gefinancierd worden uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn bestemd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name de artikelen 14 en 36 bis.

    6 1 5     Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

    6 1 5 0   Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds, het ISPA en het IPA

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    42 018 394,95

    Toelichting

    Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

    Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    6 1 5 1   Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    6 1 5 2   Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    6 1 5 3   Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    602 575,71

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    6 1 5 7   Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    4 559 723,50

    Toelichting

    Op deze post worden voorschotten geboekt die in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds), het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds waren betaald en die worden terugbetaald.

    De op deze post opgenomen bedragen geven overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, indien zij nodig zijn om de bijdrage van de structuurfondsen en het Cohesiefonds aan de betrokken bijstandsverlening niet te laten dalen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1), met name artikel D van bijlage II.

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 82, lid 2, en hoofdstuk II.

    Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

    6 1 5 8   Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    1 282 087,08

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    6 1 6     Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 05 01 en 32 05 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”).

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Referentiebesluiten

    Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, de leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), met name artikel 15.

    Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

    Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

    6 1 7     Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

    6 1 7 0   Terugbetaling in het kader van de samenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    6 098 617,93

    Toelichting

    Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot opvoering van aanvullende kredieten onder artikel 21 06 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    6 1 8     Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

    6 1 8 0   Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    110 579,80

    Toelichting

    Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of in de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

    6 1 8 1   Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte aanvullende kosten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    19 836,54

    Toelichting

    Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

    6 1 9     Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

    6 1 9 1   Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    186 420,45

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de posten 19 06 04 01 en 22 02 05 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

    HOOFDSTUK 6 2 — ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

    6 2 0     Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma’s.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Rechtsgronden

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 6, onder b).

    6 2 2     Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden

    6 2 2 1   Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    9 094 616,65

    Toelichting

    Ontvangsten voortvloeiende uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

    Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Voltooiing van vroegere programma’s

    De ontvangsten zijn afkomstig van België, Frankrijk en Nederland.

    6 2 2 3   Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    8 974 726,67

    Toelichting

    Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en nationale instellingen waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren of diensten zal verrichten.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 03 01, 10 04 01 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” ten bedrage van de uitgave in het kader van contracten met derden.

    6 2 2 4   Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    61 913,43

    Toelichting

    Volgens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 12, hebben de lidstaten, personen en ondernemingen het recht om tegen betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherminggevende rechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Rechtsgronden

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

    Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma’s voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

    6 2 2 5   Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Ontvangsten, afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    6 2 2 6   Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek op basis van concurrentie voor andere diensten van de Commissie verrichte werkzaamheden die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    54 982 731,42

    Toelichting

    Ontvangsten van andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma’s voor onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 03 01, 10 04 01 en 10 04 03 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van contracten met andere diensten van de Commissie.

    6 2 4     Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Volgens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 12, hebben de lidstaten, personen en ondernemingen hebben het recht om tegen betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherminggevende rechten, gebruiksmodellen of octrooi-aanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Rechtsgronden

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

    Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma’s voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

    HOOFDSTUK 6 3 — BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

    6 3 0     Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    218 105 387,—

    Toelichting

    Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

    De totale geraamde bijdrage is te vinden in de samenvatting die ter informatie wordt gegeven in een bijlage bij de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Referentiebesluiten

    Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).

    6 3 1     Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

    6 3 1 1   Bijdragen in de administratieve uitgaven die voortvloeien uit de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    1 107 086,43

    Toelichting

    Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), met name artikel 12 van die overeenkomst.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Raad

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    6 3 1 2   Bijdragen voor de ontwikkeling van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomst met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    2 554 519,92

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden geboekt op de artikelen 18 02 04, 18 02 05, 18 02 11 en 18 03 11 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Rechtsgronden

    Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

    Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1).

    Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van die overeenkomst.

    Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

    Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

    Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

    Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

    Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

    Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

    Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

    Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

    Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

    Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

    Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1).

    Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43).

    Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

    Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

    Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

    6 3 1 3   Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    15 186 000,—

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd bij de artikelen 18 02 06, 18 02 07 en 18 03 14 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Rechtsgronden

    Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

    Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

    Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

    Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

    Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

    Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

    Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

    Besluit 2011/305/EU van de Raad van 21 maart 2011 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 (PB L 137 van 25.5.2011, blz. 1).

    Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

    Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

    Besluit 2012/192/EU van de Raad van 12 juli 2010 over de ondertekening, namens de Unie, van de regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 1.).

    2012/193/EU: Besluit van de Raad van 13 maart 2012 over de sluiting, namens de Unie, van de regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 3).

    Referentiebesluiten

    Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis (COM(2011) 559 final), door de Commissie ingediend op 16 september 2011.

    6 3 2     Bijdragen voor de uitgaven van het Europees Ontwikkelingsfonds op het gebied van gemeenschappelijke administratieve ondersteuning — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    67 847 000,—

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de kosten van de ondersteuningsmaatregelen gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 10 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    Referentiebesluiten

    Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008/2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).

    6 3 3     Bijdragen aan sommige externe steunprogramma’s

    6 3 3 0   Bijdragen van de lidstaten voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    37 268 915,03

    Toelichting

    Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van de lidstaten, inclusief hun publieke en parastatale organen, aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling.

    Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    6 3 3 1   Bijdragen van derde landen voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van derde landen, inclusief hun publieke en parastatale organen, aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling.

    Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    6 3 3 2   Bijdragen van internationale organisaties voor sommige externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post worden de financiële bijdragen geboekt van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprogramma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling.

    Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    HOOFDSTUK 6 5 — FINANCIËLE CORRECTIES

    6 5 0     Financiële correcties

    6 5 0 0   Financiële correcties geboekt in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    85 083 943,54

    Toelichting

    Op deze post worden de financiële correcties geboekt die in het kader van de structuurfondsen (het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds), het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds worden geïnd.

    De op deze post opgenomen bedragen geven overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, indien zij nodig zijn ter dekking van het risico dat correcties waartoe eerder was besloten, worden geannuleerd of verminderd.

    Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

    Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

    Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

    HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    451 438 669,18

    Toelichting

    Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    p.m.

    6 6 0 1   Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    60 000 000

    50 000 000

    114 183 916,32

    Toelichting

    Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.

    Parlement

     

    p.m.

    Commissie

     

    60 000 000

     

    Totaal

    60 000 000

    HOOFDSTUK 6 7 — ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS (ELGF) EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING (ELFPO)

    6 7 0     Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

    6 7 0 1   Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    467 339 394,15

    Toelichting

    Op deze post worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de begroting van de Unie gegeven conformiteitsbeschikkingen betreffende uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, onder rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven. Er worden eveneens bedragen op geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten betreffende daarmee verband houdende bestemmingsontvangsten, met uitzondering van die welke voortvloeien uit de toepassing van artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005

    Op deze post worden ook bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Europese Unie gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd door de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Unie, die op 30 september 2012 afloopt. Er worden eveneens bedragen op geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten betreffende met het fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie verband houdende bestemmingsontvangsten, met uitzondering van die welke voortvloeien uit de toepassing van artikel 16 en artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 174, lid 2, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder alle ELGF-begrotingsonderdelen van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 619 000 000 EUR, inclusief 230 000 000 EUR overgedragen van 2012 tot 2013 overeenkomstig artikel 14 van het Financieel Reglement.

    Bij de opstelling van de begroting 2013 is met een bedrag van 500 000 000 EUR rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 08 en met het resterende bedrag van 119 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    6 7 0 2   Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    177 592 514,88

    Toelichting

    Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Garantie, in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het ELGF. Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Hij omvat ook de teruggevorderde bedragen voortvloeiend uit goedkeuringsbesluiten ingevolge artikel 32, lid 5, van die verordening.

    Op deze post worden eveneens bedragen geboekt, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden, die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap, die op 30 september 2012 afloopt. Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Hij omvat ook de teruggevorderde bedragen voortvloeiend uit goedkeuringsbesluiten ingevolge artikel 32, lid 5, van diezelfde verordening.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 174, lid 2, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder alle ELGF-begrotingsonderdelen van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 161 000 000 EUR.

    Bij de opstelling van de begroting 2013 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    6 7 0 3   Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    21 894 709,96

    Toelichting

    Op deze post worden bedragen geboekt die zijn verkregen of teruggevorderd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1788/2003 en artikel 78 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 174, lid 2, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder alle ELGF-begrotingsonderdelen van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”.

    De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 78 000 000 EUR.

    Bij de opstelling van de begroting 2013 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    6 7 1     Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

    6 7 1 1   Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    30 544 547,82

    Toelichting

    Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie gegeven conformiteitsbesluiten betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) gefinancierde uitgaven. Er worden eveneens als bestemmingsontvangsten te beschouwen bedragen op geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting van de Unie genomen boekhoudbesluiten. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het Elfpo waren betaald en die worden terugbetaald.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder alle Elfpo-begrotingsonderdelen.

    Bij de opstelling van de begroting 2013 werd geen specifiek bedrag voor artikel 05 04 05 uitgetrokken.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    6 7 1 2   Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde zekerheden, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo).

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder alle Elfpo-begrotingsonderdelen.

    Bij de opstelling van de begroting 2013 werd geen specifiek bedrag voor artikel 05 04 05 uitgetrokken.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 6 8 — TIJDELIJKE HERSTRUCTURERINGSHEFFING

    6 8 0     Tijdelijke herstructureringsheffing — Bestemmingsontvangsten

    6 8 0 1   Tijdelijke herstructureringsheffing — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post wordt de bij artikel 11 van Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke herstructureringsheffing in de suikersector van de Unie geboekt.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement werden de op deze post geboekte bedragen gebruikt ter opvoering van kredieten onder artikel 05 02 16 „Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie” van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, om de herstructureringssteun en andere steunmaatregelen waarin Verordening (EG) nr. 320/2006 voorziet, te financieren.

    Dit tijdelijke fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap liep af op 30 september 2012. Er kunnen zich bijgevolg geen uitgaven in het kader van de tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie voordoen en in 2013 kunnen geen nieuwe tijdelijke herstructereringsbedragen worden geïnd. Overeenkomstig artikel 1, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 320/2006 worden eventueel nog in het herstructureringsfonds beschikbare bedragen voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) bestemd. Alle begrotingsposten in verband met dit herstructureringsfonds zijn samengesmolten met de overeenstemmende posten van het ELGF. Begrotingspost 6 8 0 1 wordt tijdelijk aangehouden ten behoeve van de transparantie en om het gebruik van de in het herstructureringsfonds beschikbare bedragen toe te lichten.

    Het in het herstructureringsfonds beschikbare saldo wordt geraamd op 675 000 000 EUR.

    Bij de opstelling van de begroting 2013 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    TITEL 7

    INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 7 0

    7 0 0

    Intrest voor betalingsachterstand

    7 0 0 0

    Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten

    5 000 000

    160 000 000

    311 679 410,22

    7 0 0 1

    Overige intrest voor betalingsachterstand

    3 000 000

    3 000 000

    845 278,98

     

    Totaal van artikel 7 0 0

    8 000 000

    163 000 000

    312 524 689,20

    7 0 1

    Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten

    15 000 000

    280 000 000

    51 640 150,20

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 7 0

    23 000 000

    443 000 000

    364 164 839,40

    HOOFDSTUK 7 1

    7 1 0

    Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

    100 000 000

    3 175 000 000

    815 703 426,82

    7 1 1

    Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto’s

    p.m.

     

     

    7 1 2

    Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

    p.m.

    30 000 000

    3 000 000,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 7 1

    100 000 000

    3 205 000 000

    818 703 426,82

    HOOFDSTUK 7 2

    7 2 0

    Rente op deposito's en boeten

    7 2 0 0

    Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 7 2 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 7 2

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 7

    123 000 000

    3 648 000 000

    1 182 868 266,22

    HOOFDSTUK 7 0 —

    INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    HOOFDSTUK 7 1 —

    GELDBOETEN

    HOOFDSTUK 7 2 —

    RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

    HOOFDSTUK 7 0 — INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    7 0 0     Intrest voor betalingsachterstand

    7 0 0 0   Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    5 000 000

    160 000 000

    311 679 410,22

    Toelichting

    Lidstaten die bedragen te laat overmaken op de rekening van de Commissie als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000, zijn intrest voor betalingsachterstand verschuldigd.

    Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar herfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

    Voor de lidstaten die niet de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

    De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen die in artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 worden genoemd.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    5 000 000

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    5 000 000

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

    7 0 0 1   Overige intrest voor betalingsachterstand

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    3 000 000

    3 000 000

    845 278,98

    Toelichting

    Op deze post wordt ontvangen intrest voor betalingsachterstand op andere bedragen dan eigen middelen geboekt.

    Commissie

     

    3 000 000

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Total

    3 000 000

    Rechtsgronden

    Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), met name artikel 2, lid 5.

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 102.

    Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

    7 0 1     Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    15 000 000

    280 000 000

    51 640 150,20

    Toelichting

    Op deze post worden de uitstaande rente op bijzondere bankrekeningen voor boeten en de intrest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

    HOOFDSTUK 7 1 — GELDBOETEN

    7 1 0     Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    100 000 000

    3 175 000 000

    815 703 426,82

    Toelichting

    De Commissie kan boeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemersverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna vermelde verordeningen of van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    De boeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen; de onderneming moet aanvaarden dat rente verschuldigd zal zijn na de uiterste datum voor betaling en de Commissie uiterlijk op de uiterste datum voor betaling een bankgarantie verstrekken die de hoofdsom van de schuld en rente of kosten dekt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

    7 1 1     Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto’s

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

     

     

    Toelichting

    Nieuw artikel

    Onder dit artikel worden door de Commissie opgelegde bijdragen voor overtollige emissies geboekt.

    Verordening (EG) nr. 443/2009 heeft tot doel emissienormen vast te stellen voor nieuwe personenauto's die in de Unie worden geregistreerd, in het kader van de geïntegreerde uniale benadering voor het beperken van de CO2-emissies van lichte voertuigen, waarbij de goede werking van de interne markt wordt gegarandeerd.

    Wanneer de gemiddelde specifieke CO2-emissies van een fabrikant in 2012 en elk daaropvolgend kalenderjaar hoger liggen dan zijn specifieke emissiedoelstelling voor het desbetreffende jaar, zal de Commissie echter een bijdrage voor overtollige emissies opleggen aan de fabrikant of, in het geval van een groep, aan de beheerder van de groep.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto’s, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1), met name artikel 9.

    Besluit 2012/100/EU van de Commissie van 17 februari 2012 inzake een methode voor de inning van bijdragen voor overtollige CO2-emissies van nieuwe personenauto’s op grond van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 71).

    7 1 2     Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    30 000 000

    3 000 000,—

    Rechtsgronden

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 260, lid 2.

    HOOFDSTUK 7 2 — RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

    7 2 0     Rente op deposito's en boeten

    7 2 0 0   Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Ontvangsten uit rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.

    TITEL 8

    OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 8 0

    8 0 0

    Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    8 0 1

    Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    8 0 2

    Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 8 1

    8 1 0

    Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

    p.m.

    p.m.

    0,—

    8 1 3

    Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners in de ontwikkelingslanden van Latijns-Amerika, Azië en het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 8 2

    8 2 7

    Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma’s van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    8 2 8

    Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 8 3

    8 3 5

    Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 3

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 8 5

    8 5 0

    Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

    3 696 000

    384 000

    858 312,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 5

    3 696 000

    384 000

    858 312,—

     

    Totaal van titel 8

    3 696 000

    384 000

    858 312,—

    HOOFDSTUK 8 0 —

    ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    HOOFDSTUK 8 1 —

    DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

    HOOFDSTUK 8 2 —

    ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

    HOOFDSTUK 8 3 —

    ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

    HOOFDSTUK 8 5 —

    OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

    HOOFDSTUK 8 0 — ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    8 0 0     Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    De garantie van de Unie betreft op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen opgenomen leningen. Het bedrag dat in hoofdsom aan de lidstaten kan worden toegekend, is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

    Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

    In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III — Commissie wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

    Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

    Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

    Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

    Besluit 2011/288/EU van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

    8 0 1     Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 02 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

    In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III — Commissie wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

    Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).

    Besluit 80/29/Euratom van de Raad van 20 december 1979 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 12 van 17.1.1980, blz. 28).

    Besluit 82/170/Euratom van de Raad van 15 maart 1982 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen tot het aangaan waarvan de Commissie is gemachtigd teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 78 van 24.3.1982, blz. 21).

    Besluit 85/537/Euratom van de Raad van 5 december 1985 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen die de Commissie mag aangaan teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 334 van 12.12.1985, blz. 23).

    Besluit 90/212/Euratom van de Raad van 23 april 1990 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 112 van 3.5.1990, blz. 26).

    8 0 2     Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    De garantie van de Unie betreft leningen die opgenomen zijn op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan de lidstaten worden verstrekt, moet binnen de marges vallen waarin de rechtsgrondslag voorziet.

    Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

    In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III — Commissie wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

    Uitvoeringsbesluit (2011/77/EU) van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

    Uitvoeringsbesluit (2011/344/EU) van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

    Uitvoeringsbesluit (2011/682/EU) van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

    Uitvoeringsbesluit (2011/683/EU) van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal(PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

    HOOFDSTUK 8 1 — DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

    8 1 0     Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 22 02 en 19 08 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

    Het bevat ook de aflossingen op en de renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal verstrekt aan sommige lidstaten in het Middellandse Zeegebied, maar dit maakt slechts een zeer klein gedeelte van het totale bedrag uit. De leningen dateren van toen de betrokken landen nog geen lid van de Unie waren.

    De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1638/2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (COM(2008) 308 final), door de Commissie ingediend op 21 mei 2008, met name artikel 23.

    8 1 3     Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Union Investment Partners in de ontwikkelingslanden van Latijns-Amerika, Azië en het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel dient voor het registreren van de aflossingen en de renteopbrengst van leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van post 19 08 01 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” zijn verstrekt uit hoofde van European Union Investment Partners.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

    HOOFDSTUK 8 2 — ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

    8 2 7     Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma’s van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 04 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

    In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III — Commissie wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59).

    Besluit 97/472/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 61).

    Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

    Besluit 98/592/EG van de Raad van 15 oktober 1998 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 284 van 22.10.1998, blz. 45).

    Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57).

    Besluit 1999/731/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 27).

    Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29).

    Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31).

    Besluit 2000/244/EG van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Besluit 97/787/EG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 11).

    Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

    Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

    Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

    Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

    Besluit 2003/825/EG van de Raad van 25 november 2003 tot wijziging van Besluit 2002/882/EG tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië inzake aanvullende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 311 van 27.11.2003, blz. 28).

    Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië en tot intrekking van Besluit 1999/282/EG (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

    Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

    Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

    Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

    Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

    8 2 8     Garantie van de Europese Unie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 05 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

    In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III — Commissie wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Besluit 77/270/Euratom van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen ten einde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

    Voor de rechtsgrond van de Euratom-leningen aan lidstaten, zie de toelichting bij artikel 8 0 1.

    HOOFDSTUK 8 3 — ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

    8 3 5     Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 06 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie”, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

    In de bijlage „Opgenomen en verstrekte leningen” van afdeling III — Commissie wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).

    Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het Interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de Samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

    Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

    Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

    Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

    Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

    Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het Tweede Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

    Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

    Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

    Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

    Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

    Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

    Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

    Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

    Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

    Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

    Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

    Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

    Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

    Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

    Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

    Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

    Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

    Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

    Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

    Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

    Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

    Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten gesloten heeft (Argentinië, Bolivië, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Viëtnam) (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

    Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

    Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

    Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië-Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

    Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank (EIB) voor verliezen uit leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

    Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

    Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

    Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

    Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

    Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

    Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

    Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).

    Besluit 2006/174/EG van de Raad van 27 februari 2006 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de opneming van de Maldiven in de lijst van bestreken landen naar aanleiding van de tsunami van december 2004 in de Indische Oceaan (PB L 62 van 3.3.2006, blz. 26).

    Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95).

    Besluit 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

    Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

    HOOFDSTUK 8 5 — OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

    8 5 0     Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    3 696 000

    384 000

    858 312,—

    Toelichting

    Dit artikel dient voor het ontvangen van door het Europees Investeringsfonds krachtens deze bijdrage uitgekeerde dividenden.

    Rechtsgronden

    Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

    Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

    TITEL 9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 9 0

    9 0 0

    Diverse ontvangsten

    30 200 000

    30 200 000

    33 793 060,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 9 0

    30 200 000

    30 200 000

    33 793 060,—

     

    Totaal van titel 9

    30 200 000

    30 200 000

    33 793 060,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    132 836 987 855

    135 758 235 307

    129 999 948 015,70

    HOOFDSTUK 9 0 —

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN

    9 0 0     Diverse ontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    30 200 000

    30 200 000

    33 793 060,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

    Parlement

     

    p.m.

    Raad

     

    p.m.

    Commissie

     

    30 000 000

    Hof van Justitie van de Europese Unie

     

    p.m.

    Rekenkamer

     

    200 000

    Europees Economisch en Sociaal Comité

     

    p.m.

    Comité van de Regio's

     

    p.m.

    Europese Ombudsman

     

    p.m.

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

     

    p.m.

    Europese Dienst voor extern optreden

     

    p.m.

     

    Totaal

    30 200 000

    C.   PERSONEEL VOLGENS DE LIJST VAN HET AANTAL AMBTEN

    Toegestane ambten

    Instellingen

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Europees Parlement

    5 567

    1 146

    5 540

    1 144

    Europese Raad en Raad

    3 117

    36

    3 117

    36

    Europese Commissie:

    24 502

    442

    24 617

    448

    Administratie

    18 906

    364

    18 926

    364

    Onderzoek en technologische ontwikkeling

    3 773

     

    3 827

     

    Bureau voor publicaties van de Europese Unie

    669

     

    672

     

    Europees Bureau voor fraudebestrijding

    303

    75

    303

    81

    Europees Bureau voor personeelsselectie

    122

    3

    122

    3

    Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten

    182

     

    188

     

    Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel

    403

     

    426

     

    Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg

    144

     

    153

     

    Hof van Justitie van de Europese Unie

    1 579

    416

    1 547

    405

    Rekenkamer

    752

    139

    752

    135

    Europees Economisch en Sociaal Comité

    692

    35

    689

    35

    Comité van de Regio's

    494

    43

    488

    43

    Europese Ombudsman

    27

    40

    22

    44

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

    45

     

    43

     

    Europese Dienst voor extern optreden

    1 669

     

    1 667

    3

    Totaal

    38 444

    2 298

    38 482

    2 293


    Toegestane ambten

    Door de Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Gedecentraliseerde organen

    707

    5 198

    711

    4 968

    Europese gemeenschappelijke ondernemingen

    62

    319

    62

    320

    Europees Instituut voor innovatie en technologie

     

    34

     

    28

    Uitvoerende agentschappen

     

    425

     

    413

    Totaal

    769

    5 976

    773

    5 729

    D.   ONROERENDGOEDBEZIT

    Instelling

    Huurpanden

    Onroerendgoedbezit

    Kredieten 2013 (15)

    Kredieten 2012 (16)

    Afdeling I

    Parlement

    49 173 000

    60 041 999

    1 219 461 360 (17)

    Afdeling II

    Europese Raad en Raad

    9 153 000 (18)

    8 785 000 (19)

    421 942 118 (20)

    Afdeling III

    Commissie (21):

     

     

    1 665 153 626,40 (22)

     

    — Zetels (Brussel en Luxemburg)

    243 683 000

    248 302 000

    1 537 700 758,83

     

    — Bureaus in de Unie

    12 685 000

    12 537 000

    37 472 675,64

     

    — Voedsel- en Veterinair Bureau

    2 385 000

    2 385 000

    21 840 638,63

     

    — Delegaties van de Unie (23)

    31 450 000

    31 642 000

     

    — Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

    68 139 553,30

     

    — Bureau voor publicaties van de Europese Unie

    7 445 000

    7 336 000

     

    — Europees Bureau voor fraudebestrijding

    4 790 000

    4 638 000

     

    — Europees Bureau voor personeelsselectie

    2 721 000

    2 486 000

     

    — Bureau beheer en afwikkeling van de individuele rechten

    3 480 000

    3 415 000

     

    — Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel

    5 433 000

    5 332 000

     

    — Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg

    2 690 000

    2 729 000

    Afdeling IV

    Hof van Justitie van de Europese Unie

    45 180 000

    42 128 000

    354 574 038,22 (24)

    Afdeling V

    Rekenkamer

    4 195 000

    3 942 000

    36 057 853,04

    Afdeling VI

    Europees Economisch en Sociaal Comité

    13 145 527

    12 910 167

    130 582 862 (25)

    Afdeling VII

    Comité van de Regio's

    9 569 296

    9 260 838

    89 570 342 (26)

    Afdeling VIII

    Europese Ombudsman

    479 200

    488 000

    Afdeling IX

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

    728 067

    586 437

    Afdeling X

    Europese Dienst voor extern optreden (27)

     

     

    59 307 691,05 (28)

     

    — hoofdzetel (Brussel)

    6 616 000

    5 901 000

     

     

    — delegaties van de Unie

    55 679 000

    53 655 000

     

     

    Totaal

    510 680 090

    519 152 441

    3 976 649 890,71


    Instelling

    Plaats

    Jaar van verwerving

    Bedragen

    Subtotalen

    Totalen

    Parlement

    Brussel

     

     

    774 458 111

     

    Grond

     

    118 147 754

     

     

    Paul-Henri Spaak (D1)

    1998

    45 010 408

     

     

    Paul-Henri Spaak (D2)

    1998

    20 824 433

     

     

    Altiero Spinelli (D3)

    WIB (D4)

    JAN (D5)

    1998

    2007

    2008

    288 356 087

    83 989 722

    119 636 914

     

     

    Atrium

    1999

    22 245 830

     

     

    Atrium II

    2004

    7 402 088

     

     

    Montoyer 75

    2006

    20 466 161

     

     

    Trier I

    2011

    12 000 000

     

     

    Eastman

    2008

    16 218 333

     

     

    Cathedrale

    2005

    1 845 894

     

     

    Wayenberg (Marie Haps)

    2003

    5 734 319

     

     

    Remard

    2010

    12 580 167

     

     

    Straatsburg (Louise Weiss)

    1998

     

    233 606 190

     

    Straatsburg (WIC, SDM, IPE III)

    2006

     

    113 068 752

     

    Luxemburg (KAD)

    2003

     

    40 870 667

     

    Luxemburg (KAD Z)

    2010

     

    1 688 452

     

    Jean Monnet House (Bazoches)

    1982

     

    0

     

    Lissabon

    1986

     

    499 860

     

    Athene

    1991

     

    4 124 139

     

    Kopenhagen

    2005

     

    3 801 404

     

    's-Gravenhage

    2006

     

    4 679 484

     

    Valletta

    2006

     

    2 170 474

     

    Nicosia

    Wenen

    Londen

    Boedapest

    2006

    2008

    2008

    2010

     

    2 732 651

    22 101 300

    12 285 982

    3 373 894

    Europese Raad en Raad

    Brussel

     

     

    421 942 118

     

    Grond

     

    67 525 000

     

     

    Justus Lipsius

    1995

    161 313 281

     

     

    Crèche

    2006

    12 774 286

     

     

    Lex

    2007

    180 329 551

     

    Commissie (29)

    Brussel

     

     

    1 445 735 922,16

     

    Overijse

    1997

    1 044 426,11

     

     

    Loi 130

    1987

    52 554 255,39

     

     

    Breydel

    1989

    14 601 291,10

     

     

    Haren

    1993

    6 701 877,90

     

     

    Clovis

    1995

    10 102 684,09

     

     

    Sint-Michielswarande 1

    1997

    17 592 413,24

     

     

    Belliard 232 (30)

    1997

    19 512 150,28

     

     

    Demot 24 (31)

    1997

    30 190 649,05

     

     

    Breydel II

    1997

    36 544 598,47

     

     

    Beaulieu 29/31/33

    1998

    35 393 301,35

     

     

    Charlemagne

    1997

    111 530 627,36

     

     

    Demot 28 (32)

    1999

    24 026 069,33

     

     

    Jozef II 99 (33)

    1998

    17 012 317,82

     

     

    Loi 86

    1998

    27 025 607,05

     

     

    Luxemburg 46 (34)

    1999

    35 812 391,14

     

     

    Montoyer 59 (35)

    1998

    17 925 119,58

     

     

    Froissart 101 (36)

    2000

    18 904 960,71

     

     

    VM 18 (37)

    2000

    17 289 096,53

     

     

    Jozef II 70 (38)

    2000

    38 705 035,19

     

     

    Loi 41 (39)

    2000

    64 083 042,16

     

     

    SC 11 (40)

    2000

    20 022 737,90

     

     

    Jozef II 30 (41)

    2000

    34 160 332,89

     

     

    Jozef II 54 (42)

    2001

    41 758 157,54

     

     

    Jozef II 79 (43)

    2002

    39 534 416,43

     

     

    VM 2 (44)

    2001

    38 669 633,94

     

     

    Palmerston

    2002

    6 980 898,18

     

     

    SPA 3 (45)

    2003

    27 964 405,—

     

     

    Berlaymont (46)

    2004

    405 723 400,79

     

     

    CCAB (47)

    2005

    43 293 968,32

     

     

    BU-25

    2006

    50 576 551,70

     

     

    Cornet-Leman

    2006

    21 097 831,26

     

     

    Madou

    2006

    115 151 674,36

     

     

    WALI

    2009

    4 250 000,—

     

     

    Luxemburg

     

     

    91 964 836,67

     

    Euroforum (48)

    2004

    84 439 170,—

     

     

    Foyer européen

    2009

    7 525 666,67

     

     

    Bureaus in de Unie

     

     

    37 472 675,64

     

    Lissabon

    1986

    1993

    365 369,94

     

     

    Marseille

    1991

    1993

    71 846,62

    19 436,10

     

     

    Milaan

    1986

     

     

    Kopenhagen

    2005

    3 793 357,35

     

     

    Valletta

    2006

    2 251 661,68

     

     

    Nicosia (Byron)

    2006

    2 732 651,01

     

     

    's-Gravenhage

    2006

    4 652 665,—

     

     

    Londen

    2008

    18 521 671,84

     

     

    Boedapest

    2010

    5 064 016,10

     

     

    Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

     

     

    68 139 553,30

     

    Ispra

     

    40 698 765,52

     

     

    Geel

     

    17 545 328,26

     

     

    Karlsruhe

     

    1 945 216,28

     

     

    Petten

     

    7 950 243,24

     

     

    Voedsel- en Veterinair Bureau

     

     

    21 840 638,63

     

    Grange (Ierland) (49)

    2002

    21 840 638,63

     

     

    Totaal Commissie

     

     

    1 665 153 626,40

    Hof van Justitie van de Europese Unie

    Luxemburg

     

     

    354 574 038,22

     

    (Annexe „A” — Erasmus, Annexe „B” — Thomas More en Annexe „C”

    1994

    31 064 561,69

     

     

    Complex van het nieuwe Paleis (het gerenoveerde oude Paleis, de Anneau, de 2 Torens en de Galerij)

    2008

    323 509 476,53

     

    Rekenkamer

    Luxemburg

     

     

    36 057 853,04

     

    Grond

    1990

    776 630,—

     

     

    Luxemburg (K1)

    1990

    10 217 402,47

     

     

    Luxemburg (K2)

    2004

    19 494 897,93

     

     

    Luxemburg (K3)

    2009

    5 568 922,64

     

    Europees Economisch en Sociaal Comité

    Brussel

     

     

    130 582 862

     

    Montoyer 92-102

    2001

    31 623 145

     

     

    Belliard 99-101

    2001

    77 170 978

     

     

    Belliard 68-72

    2004

    9 119 580

     

     

    Trier 74

    2005

    8 042 131

     

     

    Belliard 93

    2005

    4 627 028

     

    Comité van de Regio's

    Brussel

     

     

    89 570 342

     

    Montoyer

    2001

    16 634 179

     

     

    Belliard 101-103

    2001

    40 720 622

     

     

    Belliard 68

    2004

    14 488 532

     

     

    Trier 74

    2004

    12 835 044

     

     

    Belliard 93

    2005

    4 891 965

     

    Europese Dienst voor extern optreden (50)

    Delegaties van de Unie  (51)

     

     

    59 307 69,05 (52)

     

    Buenos Aires (Argentinië)

    1992

    419 669,68

     

     

    Canberra (Australië)

    1983

     

     

     

    1990

    449 874,26

     

     

    Cotonou (Benin)

    1992

    150 125,39

     

     

    Gaborone (Botswana)

    1982

     

     

     

    1985

    1986

    131,40

     

     

     

    1987

    5 308,28

     

     

    Brasilia (Brazilië)

    1994

    295 626,83

     

     

    Ouagadougou (Burkina Faso)

    1984

     

     

     

    1997

    1 193 091,32

     

     

    Bujumbura (Burundi)

    1982

     

     

     

    1986

    12 380,75

     

     

    Phnom Pen (Cambodja)

    2005

    580 319,88

     

     

    Ottawa (Canada)

    1977

     

     

    Praia (Kaapverdië)

    1981

     

     

    Bangui (Centraal-Afrikaanse Republiek)

    1983

     

     

    Ndjamena (Tsjaad)

    1991

    2009

    15 954,34

    361 840,50

     

     

    Peking (China)

    1995

    2 513 727,80

     

     

    Moroni (Comoren)

    1988

    11 750,04

     

     

    Brazzaville (Congo)

    1994

    122 816,16

     

     

    San José (Costa Rica)

    1995

    318 246,16

     

     

    Abidjan (Ivoorkust)

    1993

    142 065,32

     

     

     

    1994

    187 327,97

     

     

    Malabo (Equatoriaal-Guinea)

    1986

    6 090,77

     

     

    Parijs (Frankrijk)

    1990

    1 455 857,68

     

     

     

    1991

    69 230,12

     

     

    Libreville (Gabon)

    1996

    253 943,96

     

     

    Banjul (Gambia)

    1989

    20 753,72

     

     

    Bissau (Guinee-Bissau)

    1995

    251 329,45

     

     

    Tokio (Japan)

    2006

    34 008 178,59

     

     

    Nairobi (Kenia)

    2005

    641 653,07

     

     

    Maseru (Lesotho)

    1985

     

     

     

    1990

    113 420,51

     

     

     

    1991

    199 528,91

     

     

     

    2006

    215 316,60

     

     

    Lilongwe (Malawi)

    1982

     

     

     

    1988

    7 493,49

     

     

    Mexico-stad (Mexico)

    1995

    1 353 701,12

     

     

    Rabat (Marokko)

    1987

    31 965,52

     

     

    Maputo (Mozambique)

    2008

    4 121 447,03

     

     

    Windhoek (Namibië)

    1992

    302 207,22

     

     

     

    1993

    2009

    96 253,39

    1 370 072,92

     

     

    Niamey (Niger)

    1997

    91 168,26

     

     

    Abuja (Nigeria)

    1992

    294 672,84

     

     

     

    2005

    4 004 315,73

     

     

    Port Moresby (Papoea-Nieuw-Guinea)

    1982

    48 274,53

     

     

    Kigali (Rwanda)

    1980

     

     

    Dakar (Senegal)

    1984

     

     

    Honiara (Salomonseilanden)

    1990

    29 305,80

     

     

    Pretoria (Zuid-Afrika)

    1994

    458 247,25

     

     

     

    1996

    504 896,74

     

     

    Mbabane (Swaziland)

    1987

    1988

    43 244,49

    27 397,74

     

     

    Dar es Salaam (Tanzania)

    2002

    3 187 782,85

     

     

    Kampala (Uganda)

    1986

    10 589,59

     

     

    Montevideo (Uruguay)

    1990

    148 463,34

     

     

    New York (Verenigde Staten van Amerika)

    1987

    95 578,20

     

     

    Washington (Verenigde Staten van Amerika)

    1997

    1 118 286,25

     

     

    Lusaka (Zambia)

    1982

     

     

    Harare (Zimbabwe)

    1990

    93 554,81

     

     

     

    1994

    178 747,73

     

    Totaal generaal

     

     

     

    3 976 649 890,71

    AFDELING I

    PARLEMENT

    STAAT VAN ONTVANGSTEN

    Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2013

    Omschrijving

    Bedrag

    Uitgaven

    1 750 463 939

    Eigen inkomsten

    – 143 024 893

    Te ontvangen bijdrage

    1 607 439 046

    EIGEN INKOMSTEN

    TITEL 4

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

    65 835 934

    64 501 324

    59 911 584,97

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    8 927,87

    4 0 4

    Opbrengst van de bijzondere heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    4 612 253

    8 249 104

    7 651 055,76

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    70 448 187

    72 750 428

    67 571 568,60

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    62 231 768

    63 913 228

    59 587 394,69

    4 1 1

    Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    9 134 938

    9 134 938

    19 412 415,58

    4 1 2

    Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    10 000

    10 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    71 376 706

    73 058 166

    78 999 810,27

    HOOFDSTUK 4 2

    4 2 1

    Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling

    p.m.

    p.m.

    35 042,83

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 2

    p.m.

    p.m.

    35 042,83

     

    Totaal van titel 4

    141 824 893

    145 808 594

    146 606 421,70

    HOOFDSTUK 4 0 —

    DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 2 —

    OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    65 835 934

    64 501 324

    59 911 584,97

    Toelichting

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    8 927,87

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie van kracht tot 15 december 2003.

    4 0 4     Opbrengst van de bijzondere heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    4 612 253

    8 249 104

    7 651 055,76

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    62 231 768

    63 913 228

    59 587 394,69

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

    4 1 1     Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    9 134 938

    9 134 938

    19 412 415,58

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4 en artikel 11, leden 2 en 3, alsmede bijlage VIII, artikel 48.

    4 1 2     Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    10 000

    10 000

    0,—

    HOOFDSTUK 4 2 — OVERIGE BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 2 1     Bijdrage van de leden van het Europees Parlement voor een ouderdomspensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    35 042,83

    Toelichting

    Regeling inzake de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, met name bijlage III.

    TITEL 5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 5 0

    5 0 0

    Verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0

    Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    100 807,15

    5 0 0 1

    Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    21 781,92

    5 0 0 2

    Levering van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    118 893,21

     

    Totaal van artikel 5 0 0

    p.m.

    p.m.

    241 482,28

    5 0 1

    Verkoop van onroerende goederen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 0 2

    Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    234 062,89

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 0

    p.m.

    p.m.

    475 545,17

    HOOFDSTUK 5 1

    5 1 1

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    1 865 007,33

    5 1 1 1

    Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    2 607,76

     

    Totaal van artikel 5 1 1

    p.m.

    p.m.

    1 867 615,09

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 1

    p.m.

    p.m.

    1 867 615,09

    HOOFDSTUK 5 2

    5 2 0

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    1 200 000

    1 200 000

    1 241 174,39

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 2

    1 200 000

    1 200 000

    1 241 174,39

    HOOFDSTUK 5 5

    5 5 0

    Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    3 729 663,53

    5 5 1

    Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    4 112 861,49

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 5

    p.m.

    p.m.

    7 842 525,02

    HOOFDSTUK 5 7

    5 7 0

    Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    1 187 113,18

    5 7 1

    Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 7 2

    Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 7 3

    Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    2 735 433,48

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 7

    p.m.

    p.m.

    3 922 546,66

    HOOFDSTUK 5 8

    5 8 1

    Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    122 499,40

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 8

    p.m.

    p.m.

    122 499,40

     

    Totaal van titel 5

    1 200 000

    1 200 000

    15 471 905,73

    HOOFDSTUK 5 0 —

    OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

    HOOFDSTUK 5 1 —

    VERHUUROPRBENGST

    HOOFDSTUK 5 2 —

    OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    HOOFDSTUK 5 5 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    HOOFDSTUK 5 7 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 5 8 —

    DIVERSE VERGOEDINGEN

    HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE GOEDEREN (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

    5 0 0     Verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0   Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    100 807,15

    Toelichting

    Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 0 1   Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    21 781,92

    Toelichting

    Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 0 2   Levering van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    118 893,21

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

    5 0 1     Verkoop van onroerende goederen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop van onroerende goederen van de instelling.

    5 0 2     Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    234 062,89

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm.

    HOOFDSTUK 5 1 — VERHUUROPRBENGST

    5 1 1     Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0   Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    1 865 007,33

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

    5 1 1 1   Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    2 607,76

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    5 2 0     Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    1 200 000

    1 200 000

    1 241 174,39

    Toelichting

    Op dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van de instelling.

    HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    5 5 0     Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    3 729 663,53

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 5 1     Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    4 112 861,49

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    5 7 0     Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    1 187 113,18

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 1     Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 2     Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de inkomsten geboekt in verband met de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

    5 7 3     Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    2 735 433,48

    HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN

    5 8 1     Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    122 499,40

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Dit artikel omvat tevens de terugbetaling door de verzekering van de bezoldiging van ambtenaren in geval van ongevallen.

    TITEL 6

    BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 6 6

    6 6 0

    Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0

    Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    9 584 345,17

    6 6 0 1

    Overige bijdragen en terugbetalingen zonder bestemming

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 6 0

    p.m.

    p.m.

    9 584 345,17

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

    p.m.

    p.m.

    9 584 345,17

     

    Totaal van titel 6

    p.m.

    p.m.

    9 584 345,17

    HOOFDSTUK 6 6 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    9 584 345,17

    Toelichting

    Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die worden aangewend voor de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    6 6 0 1   Overige bijdragen en terugbetalingen zonder bestemming

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    TITEL 9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 9 0

    9 0 0

    Diverse ontvangsten

    p.m.

    p.m.

    1 630 759,36

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 9 0

    p.m.

    p.m.

    1 630 759,36

     

    Totaal van titel 9

    p.m.

    p.m.

    1 630 759,36

     

    TOTAAL-GENERAAL

    143 024 893

    147 008 594

    173 293 431,96

    HOOFDSTUK 9 0 —

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN

    9 0 0     Diverse ontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    1 630 759,36

    Toelichting

    Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

    Details van de uitgaven en ontvangsten die voortvloeien uit leningen of huur of de verlening van diensten in het kader van deze post worden gegeven in een bijlage bij deze begroting.

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1

    AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 0

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    206 880 378

    197 362 360

    195 411 479,96

    Reserves (10 0)

    1 216 926

    12 118 481

     

     

    208 097 304

    209 480 841

    195 411 479,96

    1 2

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    582 928 309

    576 721 497

    540 454 418,64

    Reserves (10 0)

    9 604 000

     

     

     

    592 532 309

    576 721 497

    540 454 418,64

    1 4

    ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    116 297 560

    112 763 320

    118 800 096,83

    Reserves (10 0)

    545 839

     

     

     

    116 843 399

    112 763 320

    118 800 096,83

    1 6

    OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    19 179 850

    17 926 450

    14 489 623,62

     

    Totaal van titel 1

    925 286 097

    904 773 627

    869 155 619,05

    Reserves (10 0)

    11 366 765

    12 118 481

     

     

    936 652 862

    916 892 108

    869 155 619,05

    2

    GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    2 0

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    213 328 268

    210 520 856

    195 529 891,02

    Reserves (10 0)

     

    2 000 000

     

     

    213 328 268

    212 520 856

    195 529 891,02

    2 1

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

    129 552 588

    129 855 624

    117 290 772,48

    2 3

    LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    14 732 000

    14 570 000

    9 652 196,91

     

    Totaal van titel 2

    357 612 856

    354 946 480

    322 472 860,41

    Reserves (10 0)

     

    2 000 000

     

     

    357 612 856

    356 946 480

    322 472 860,41

    3

    UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

    3 0

    VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    36 580 010

    38 072 350

    32 807 760,36

    3 2

    EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    128 954 011

    111 117 836

    92 059 311,79

     

    Totaal van titel 3

    165 534 021

    149 190 186

    124 867 072,15

    4

    UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING

    4 0

    UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

    92 944 200

    88 215 000

    83 078 152,35

    4 2

    ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

    185 799 000

    190 840 175

    170 564 354,10

    Reserves (10 0)

    1 546 000

     

     

     

    187 345 000

    190 840 175

    170 564 354,10

    4 4

    VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

    375 000

    360 000

    340 000,—

     

    Totaal van titel 4

    279 118 200

    279 415 175

    253 982 506,45

    Reserves (10 0)

    1 546 000

     

     

     

    280 664 200

    279 415 175

    253 982 506,45

    10

    OVERIGE UITGAVEN

    10 0

    VOORZIENINGEN

    12 912 765

    14 118 481

    0,—

    10 1

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    9 000 000

    15 374 172

    0,—

    10 3

    RESERVE VOOR DE UITBREIDING

    p.m.

    p.m.

    0,—

    10 4

    RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

    p.m.

    p.m.

    0,—

    10 5

    VOORZIENINGEN VOOR GEBOUWEN

    p.m.

    p.m.

    0,—

    10 6

    RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

    p.m.

    p.m.

    0,—

    10 8

    RESERVE VOOR EMAS

    1 000 000

    50 000

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    22 912 765

    29 542 653

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    1 750 463 939

    1 717 868 121

    1 570 478 058,06

    TITEL 1

    AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 1 0

    1 0 0

    Bezoldigingen en vergoedingen

    1 0 0 0

    Bezoldigingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    71 393 074

    69 880 000

    67 373 853,88

    Reserves (10 0)

    1 216 926

     

     

     

    72 610 000

    69 880 000

    67 373 853,88

    1 0 0 4

    Normale reiskosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    72 343 140

    64 203 310

    69 748 956,88

    Reserves (10 0)

     

    11 326 466

     

     

    72 343 140

    75 529 776

    69 748 956,88

    1 0 0 5

    Overige reiskosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    5 054 639

    4 448 082

    4 572 202,03

    Reserves (10 0)

     

    792 015

     

     

    5 054 639

    5 240 097

    4 572 202,03

    1 0 0 6

    Algemene kostenvergoeding

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    39 388 525

    39 275 428

    37 843 364,12

    1 0 0 7

    Ambtsvergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    184 000

    181 000

    173 699,85

     

    Totaal van artikel 1 0 0

    188 363 378

    177 987 820

    179 712 076,76

    Reserves (10 0)

    1 216 926

    12 118 481

     

     

    189 580 304

    190 106 301

    179 712 076,76

    1 0 1

    Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

    1 0 1 0

    Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 769 000

    3 322 540

    1 269 237,26

    1 0 1 2

    Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    384 000

    384 000

    273 154,56

     

    Totaal van artikel 1 0 1

    3 153 000

    3 706 540

    1 542 391,82

    1 0 2

    Overbruggingstoelagen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    800 000

    490 000

    747 314,—

    1 0 3

    Pensioenen

    1 0 3 0

    Ouderdomspensioenen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    10 818 000

    11 084 000

    9 924 539,99

    1 0 3 1

    Invaliditeitspensioenen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    395 000

    418 000

    343 741,07

    1 0 3 2

    Overlevingspensioenen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 820 000

    2 930 000

    2 695 823,19

    1 0 3 3

    Vrijwillige pensioenregeling van de leden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    31 000

    46 000

    65 674,62

     

    Totaal van artikel 1 0 3

    14 064 000

    14 478 000

    13 029 778,87

    1 0 5

    Talen- en informaticacursussen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    500 000

    700 000

    379 918,51

    1 0 9

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 0

    206 880 378

    197 362 360

    195 411 479,96

    Reserves (10 0)

    1 216 926

    12 118 481

     

     

    208 097 304

    209 480 841

    195 411 479,96

    HOOFDSTUK 1 2

    1 2 0

    Salaris en andere rechten

    1 2 0 0

    Salaris en vergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    577 124 909

    569 732 297

    535 880 699,27

    Reserves (10 0)

    9 604 000

     

     

     

    586 728 909

    569 732 297

    535 880 699,27

    1 2 0 2

    Betaalde overuren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    400 000

    455 200

    230 000,—

    1 2 0 4

    Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 460 000

    5 035 000

    2 725 000,—

     

    Totaal van artikel 1 2 0

    581 984 909

    575 222 497

    538 835 699,27

    Reserves (10 0)

    9 604 000

     

     

     

    591 588 909

    575 222 497

    538 835 699,27

    1 2 2

    Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

    1 2 2 0

    Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    391 400

    402 000

    447 800,15

    1 2 2 2

    Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    552 000

    1 097 000

    1 170 919,22

     

    Totaal van artikel 1 2 2

    943 400

    1 499 000

    1 618 719,37

    1 2 4

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 2

    582 928 309

    576 721 497

    540 454 418,64

    Reserves (10 0)

    9 604 000

     

     

     

    592 532 309

    576 721 497

    540 454 418,64

    HOOFDSTUK 1 4

    1 4 0

    Andere personeelsleden en externen

    1 4 0 0

    Andere personeelsleden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    38 578 161

    36 848 800

    30 538 390,72

    Reserves (10 0)

    545 839

     

     

     

    39 124 000

    36 848 800

    30 538 390,72

    1 4 0 2

    Conferentietolken

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    53 000 000

    53 000 000

    56 964 283,06

    1 4 0 4

    Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    8 097 950

    7 961 520

    5 973 048,23

    1 4 0 6

    Waarnemers

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    447 449

    1 200 000

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 4 0

    100 123 560

    99 010 320

    93 475 722,01

    Reserves (10 0)

    545 839

     

     

     

    100 669 399

    99 010 320

    93 475 722,01

    1 4 2

    Prestaties van derden

    1 4 2 0

    Prestaties van derden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    15 800 000

    13 370 000

    24 987 456,20

    1 4 2 2

    Activiteiten in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    374 000

    383 000

    336 918,62

     

    Totaal van artikel 1 4 2

    16 174 000

    13 753 000

    25 324 374,82

    1 4 4

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 4

    116 297 560

    112 763 320

    118 800 096,83

    Reserves (10 0)

    545 839

     

     

     

    116 843 399

    112 763 320

    118 800 096,83

    HOOFDSTUK 1 6

    1 6 1

    Uitgaven in verband met personeelsbeheer

    1 6 1 0

    UItgaven in verband met aanwerving

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    378 850

    402 775

    270 000,—

    1 6 1 2

    Bijscholing

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 850 000

    4 400 000

    3 913 224,64

     

    Totaal van artikel 1 6 1

    5 228 850

    4 802 775

    4 183 224,64

    1 6 3

    Voorzieningen voor het personeel van de instelling

    1 6 3 0

    Sociale dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    718 000

    711 500

    544 095,05

    1 6 3 1

    Mobiliteit

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 000 000

    996 000

    512 344,98

    1 6 3 2

    Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    305 000

    310 400

    293 375,68

     

    Totaal van artikel 1 6 3

    2 023 000

    2 017 900

    1 349 815,71

    1 6 5

    Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

    1 6 5 0

    Medische dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 285 000

    1 135 000

    1 006 583,27

    1 6 5 2

    Lopende exploitatiekosten van restaurants en kantines

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 960 000

    3 960 000

    2 600 000,—

    1 6 5 4

    Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    6 683 000

    6 010 775

    5 350 000,—

     

    Totaal van artikel 1 6 5

    11 928 000

    11 105 775

    8 956 583,27

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 6

    19 179 850

    17 926 450

    14 489 623,62

     

    Totaal van titel 1

    925 286 097

    904 773 627

    869 155 619,05

    Reserves (10 0)

    11 366 765

    12 118 481

     

     

    936 652 862

    916 892 108

    869 155 619,05

    HOOFDSTUK 1 0 —

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 1 2 —

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    HOOFDSTUK 1 4 —

    ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    HOOFDSTUK 1 6 —

    OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING

    1 0 0     Bezoldigingen en vergoedingen

    1 0 0 0   Bezoldigingen

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 0 0 0

    71 393 074

    69 880 000

    67 373 853,88

    Reserves (10 0)

    1 216 926

     

     

    Totaal

    72 610 000

    69 880 000

    67 373 853,88

    Toelichting

    Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 9 en 10.

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 1 en 2.

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de in het statuut van de leden voorziene vergoeding.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De kredieten, die in de reserve zijn geplaatst in afwachting van een besluit over de salarisaanpassing van 2011 met 1,7 % voor het jaar 2013, worden onmiddellijk vrijgemaakt indien het Hof van Justitie de Commissie in het gelijk stelt.

    1 0 0 4   Normale reiskosten

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 0 0 4

    72 343 140

    64 203 310

    69 748 956,88

    Reserves (10 0)

     

    11 326 466

     

    Totaal

    72 343 140

    75 529 776

    69 748 956,88

    Toelichting

    Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 10 tot en met 21 en artikel 24.

    Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van reis- en verblijfkosten in verband met reizen van en naar de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht en andere dienstreizen.

    Een deel van deze kredieten is bedoeld om rekening te houden met reiskostenverlagingen die gerealiseerd zijn in het verlengde van de resolutie van het Europees Parlement van 10 mei 2011 (PB L 250 van 27.9.2011, blz. 3) betreffende het gebruik van via werkgelerateerde reizen vergaarde gecumuleerde airmiles voor de aankoop van vliegtickets.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

    1 0 0 5   Overige reiskosten

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 0 0 5

    5 054 639

    4 448 082

    4 572 202,03

    Reserves (10 0)

     

    792 015

     

    Totaal

    5 054 639

    5 240 097

    4 572 202,03

    Toelichting

    Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 22 en 23.

    Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding van bijkomende reiskosten en de kosten van reizen in het land van verkiezing.

    1 0 0 6   Algemene kostenvergoeding

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    39 388 525

    39 275 428

    37 843 364,12

    Toelichting

    Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 25 tot en met 28.

    Deze vergoeding dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de parlementaire activiteiten van de leden, overeenkomstig bovengenoemde artikelen van de Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 25 000 EUR.

    1 0 0 7   Ambtsvergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    184 000

    181 000

    173 699,85

    Toelichting

    Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 20.

    Besluit van het Bureau van 16-17 juni 2009.

    Dit krediet dient ter dekking van de vaste verblijfs- en representatievergoedingen in verband met het uitoefenen van de functie van voorzitter van het Europees Parlement.

    1 0 1     Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

    1 0 1 0   Ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale voorzieningen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 769 000

    3 322 540

    1 269 237,26

    Toelichting

    Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 18 en 19.

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 3 tot en met 9 en artikel 29.

    Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Unie tegen ongevallen en beroepsziekten.

    Gemeenschappelijke regeling voor de verzekering van ambtenaren van de Europese Unie tegen ziekten.

    Besluit van de Commissie houdende vaststelling van de algemene uitvoeringsbepalingen voor de vergoeding van ziektekosten.

    Regeling inzake de kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 21 en bijlage IV (overgangsregeling gedurende 18 maanden na afloop van de 6e zittingsperiode).

    Het krediet dient ter dekking van de ongevallenverzekering, de vergoeding van medische kosten en de verzekering tegen verlies en diefstal van persoonlijke bezittingen van de leden.

    Het dient tevens ter dekking van verzekering en bijstand in geval van repatriëring van de leden bij officiële reizen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 140 000 EUR.

    1 0 1 2   Specifieke voorzieningen ten behoeve van gehandicapte leden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    384 000

    384 000

    273 154,56

    Toelichting

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 30.

    Dit krediet dient ter dekking van bepaalde uitgaven die nodig zijn om bijstand te verlenen aan ernstig gehandicapte leden.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    1 0 2     Overbruggingstoelagen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    800 000

    490 000

    747 314,—

    Toelichting

    Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 13.

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 45 tot en met 48 en artikel 77.

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de overbruggingstoelage bij ambtsbeëindiging van leden.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    1 0 3     Pensioenen

    1 0 3 0   Ouderdomspensioenen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    10 818 000

    11 084 000

    9 924 539,99

    Toelichting

    Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 14 en 28.

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 49, 50 en artikel 75.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een ouderdomspensioen na beëindiging van het mandaat van een lid.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

    1 0 3 1   Invaliditeitspensioenen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    395 000

    418 000

    343 741,07

    Toelichting

    Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 15.

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 51 tot en met 57 en artikel 75.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een pensioen bij invaliditeit van een lid die tijdens het mandaat is ontstaan.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    1 0 3 2   Overlevingspensioenen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 820 000

    2 930 000

    2 695 823,19

    Toelichting

    Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 17.

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 58 tot en met 60 en artikel 75.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitkering van een overlevings- en/of wezenpensioen bij overlijden van een lid of van een voormalig lid.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 15 000 EUR.

    1 0 3 3   Vrijwillige pensioenregeling van de leden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    31 000

    46 000

    65 674,62

    Toelichting

    Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 27.

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 76.

    Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de instelling aan de vrijwillige aanvullende pensioenregeling voor leden van het Europees Parlement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    1 0 5     Talen- en informaticacursussen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    700 000

    379 918,51

    Toelichting

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 44.

    Besluit van het Bureau van 4 mei 2009 betreffende talen- en computercursussen voor de leden.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen en informaticacursussen voor de leden.

    1 0 9     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van de eventuele aanpassingen van de vergoedingen van de leden van het Europees Parlement.

    Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement naar andere begrotingslijnen is overgeschreven.

    HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    1 2 0     Salaris en andere rechten

    1 2 0 0   Salaris en vergoedingen

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 2 0 0

    577 124 909

    569 732 297

    535 880 699,27

    Reserves (10 0)

    9 604 000

     

     

    Totaal

    586 728 909

    569 732 297

    535 880 699,27

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

    de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

    de overige toelagen en vergoedingen;

    de betaling van de jaarlijkse reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

    de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen.

    Het dient tevens ter dekking van de premies voor de verzekering van ongelukken in verband met sportactiviteiten voor gebruikers van het sportcentrum van het Europees Parlement in Brussel en Straatsburg.

    Een deel van het krediet is bestemd voor de aanwerving van tijdelijke ambtenaren met een handicap die deskundig zijn op het gebied van de rechten van gehandicapten en antidiscriminatiebeleid, ter uitvoering van het Actieplan 2009-2013 voor de bevordering van gelijke rechten en diversiteit in het secretariaat van het EP, vastgesteld door het Bureau (PE 413.568/BUR) overeenkomstig artikel 26 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Er zal jaarlijks een verslag worden opgesteld inzake het gebruik van de middelen voor dit doel.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 800 000 EUR.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De kredieten, die in de reserve zijn geplaatst in afwachting van een besluit over de salarisaanpassing van 2011 met 1,7 % voor het jaar 2013, worden onmiddellijk vrijgemaakt indien het Hof van Justitie de Commissie in het gelijk stelt.

    1 2 0 2   Betaalde overuren

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    400 000

    455 200

    230 000,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

    1 2 0 4   Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 460 000

    5 035 000

    2 725 000,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

    de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van kennelijke onbekwaamheid;

    de vergoeding in geval van ontbinding door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid;

    het verschil tussen de bijdragen van de contractuele functionarissen aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het communautaire stelsel moeten afdragen in geval van herkwalificatie van een contract.

    1 2 2     Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

    1 2 2 0   Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    391 400

    402 000

    447 800,15

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

    Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan ambtenaren:

    die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

    die een ambt in de rang AD 16 of AD 15 bekleden dat om redenen van dienstbelang wordt geschrapt.

    Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop.

    1 2 2 2   Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    552 000

    1 097 000

    1 170 919,22

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

    Dit krediet dient ter financiering van:

    de vergoedingen die verschuldigd zijn uit hoofde van het Statuut of van Verordeningen (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 en (EG, Euratom) nr. 1748/2002;

    de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2689/95 van de Raad van 17 november 1995 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van tijdelijke functionarissen van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB L 280 van 23.11.1995, blz. 4).

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1748/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst bij het Europees Parlement zijn aangesteld, en tijdelijke functionarissen van de politieke fracties van het Europees Parlement (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 9).

    1 2 4     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen van de eventuele aanpassingen van de salarissen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende lijnen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

    HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    1 4 0     Andere personeelsleden en externen

    1 4 0 0   Andere personeelsleden

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 4 0 0

    38 578 161

    36 848 800

    30 538 390,72

    Reserves (10 0)

    545 839

     

     

    Totaal

    39 124 000

    36 848 800

    30 538 390,72

    Toelichting

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

    de bezoldiging, met inbegrip van toewijzingen en vergoedingen, van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

    het inschakelen van tijdelijke krachten.

    Een deel van dit krediet is bestemd voor de aanwerving van contractuele medewerkers met een handicap die deskundig zijn op het gebied van de rechten van gehandicapten en antidiscriminatiebeleid, ter uitvoering van het Actieplan 2009-2013 voor de bevordering van gelijke rechten en diversiteit in het secretariaat van het EP, vastgesteld door het Bureau (PE 413.568/BUR) overeenkomstig artikel 26 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Er zal jaarlijks een verslag worden opgesteld inzake het gebruik van de middelen voor dit doel.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 500 EUR.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De kredieten, die in de reserve zijn geplaatst in afwachting van een besluit over de salarisaanpassing van 2011 met 1,7 % voor het jaar 2013, worden onmiddellijk vrijgemaakt indien het Hof van Justitie de Commissie in het gelijk stelt.

    1 4 0 2   Conferentietolken

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    53 000 000

    53 000 000

    56 964 283,06

    Toelichting

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Overeenkomst betreffende conferentietolken-hulpfunctionarissen.

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven in het kader van de interinstitutionele samenwerking:

    de vergoedingen, sociale bijdragen en reis- en verblijfkostenvergoedingen van de conferentietolken-hulpfunctionarissen die door het Europees Parlement worden opgeroepen voor door het Europees Parlement of andere instellingen georganiseerde vergaderingen, waarvoor de benodigde diensten niet door de tolken die als ambtenaar of tijdelijk functionaris werkzaam zijn, kunnen worden geleverd;

    de uitgaven voor technisch en ander personeel voor conferenties voor de hierboven genoemde vergaderingen, wanneer de benodigde diensten niet door ambtenaren, tijdelijke functionarissen of andere personeelsleden kunnen worden geleverd;

    de kosten van de dienstprestaties die door de tolken van andere instellingen ten behoeve van het Europees Parlement worden verricht;

    reiskosten en verblijfsvergoedingen in verband met diensten die in het kader van internationale samenwerking aan het Europees Parlement worden verleend door personeelsleden van internationale instellingen;

    de activiteiten in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 200 000 EUR.

    1 4 0 4   Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 097 950

    7 961 520

    5 973 048,23

    Toelichting

    Regeling inzake de terbeschikkingstelling van ambtenaren van het Europees Parlement en tijdelijke functionarissen van fracties bij nationale administraties, hiermee gelijkgestelde organen of internationale organisaties (Besluit van het Bureau van 7 maart 2005).

    Interne regels betreffende stages bij en studiebezoeken aan het secretariaat-generaal van het Europees Parlement (Besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 1 februari 2006).

    Regeling inzake de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement (Besluit van het Bureau van 4 mei 2009).

    Dit krediet dient ter dekking van:

    een vergoeding en de reiskosten aan het begin en het eind van de stage voor stagiairs;

    een ongevallen- en ziekteverzekering voor stagiairs tijdens de stage;

    de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Parlement en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

    de kosten in verband met de detachering van nationale deskundigen bij het Europees Parlement;

    de organisatie van opleidingen voor conferentietolken en vertalers, met name in samenwerking met tolkenscholen en universiteiten die een vertalersopleiding aanbieden, alsmede de kosten voor de toekenning van beurzen voor de opleiding en bijscholing van tolken en vertalers, de aankoop van didactisch materiaal alsmede bijkomende kosten;

    de bijkomende kosten voor stagiairs in het kader van het proefprogramma voor stages voor personen met een handicap, die rechtstreeks voortvloeien uit hun handicap, overeenkomstig artikel 20, lid 8, van de interne regels betreffende stages bij en studiebezoeken aan het secretariaat-generaal van het Europees Parlement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    1 4 0 6   Waarnemers

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    447 449

    1 200 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten betreffende de waarnemers, overeenkomstig artikel 11 van het Reglement van orde van het Europees Parlement.

    1 4 2     Prestaties van derden

    1 4 2 0   Prestaties van derden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    15 800 000

    13 370 000

    24 987 456,20

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van door derden verrichte diensten op het gebied van vertaling, codering, typewerkzaamheden en technische assistentie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 200 000 EUR.

    1 4 2 2   Activiteiten in het kader van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    374 000

    383 000

    336 918,62

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    activiteiten waartoe door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (Comité interinstitutionnel de la traduction et de l’interprétation, CITI) is besloten om de interinstitutionele samenwerking op taalgebied te bevorderen;

    publicaties, voorlichtingsacties, public relations, deelname aan openbare evenementen, tentoonstellingen en beurzen op taalgebied.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

    1 4 4     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen van de eventuele aanpassingen van de salarissen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende lijnen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

    Rechtsgronden

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 6 1     Uitgaven in verband met personeelsbeheer

    1 6 1 0   UItgaven in verband met aanwerving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    378 850

    402 775

    270 000,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en artikel 33, alsmede bijlage III.

    Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

    de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van personeelsleden.

    In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

    1 6 1 2   Bijscholing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 850 000

    4 400 000

    3 913 224,64

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren, bijvoorbeeld door de organisatie van talencursussen in de officiële werktalen.

    1 6 3     Voorzieningen voor het personeel van de instelling

    1 6 3 0   Sociale dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    718 000

    711 500

    544 095,05

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

    kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie,

    de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijke Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

    de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

    de verstrekking van een subsidie voor het Personeelscomité en kleinere uitgaven van sociale aard. De door het Personeelscomité gefinancierde bijdragen of overname van kosten ten behoeve van deelnemers aan een sociale activiteit zijn bestemd voor activiteiten met een sociale, culturele of taaldimensie, maar er wordt geen subsidie verleend aan individuele personeelsleden of gezinsleden.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 8 000 EUR.

    1 6 3 1   Mobiliteit

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000 000

    996 000

    512 344,98

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het mobiliteitsplan in de verschillende werklocaties.

    1 6 3 2   Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    305 000

    310 400

    293 375,68

    Toelichting

    Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van alle initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs en culturele verenigingen van het personeel, alsmede voor een bijdrage in de kosten van een ontmoetingscentrum (culturele activiteiten, ontspanning, restaurant) voor vrijetijdsbesteding.

    Het dient tevens ter dekking van de financiële bijdrage in de interinstitutionele sociale activiteiten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 800 000 EUR.

    1 6 5     Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

    1 6 5 0   Medische dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 285 000

    1 135 000

    1 006 583,27

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

    Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van de medische dienst in de drie vergaderplaatsen, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen, de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

    Tevens dient het ter dekking van de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht, samen met uitgaven voor medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten of werkend met een vervangopdracht van korte duur.

    1 6 5 2   Lopende exploitatiekosten van restaurants en kantines

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 960 000

    3 960 000

    2 600 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beheers- en exploitatiekosten van restaurants en kantines.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 000 EUR.

    1 6 5 4   Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 683 000

    6 010 775

    5 350 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Parlement aan het totaal van de kosten voor het kinderdagverblijf en voor de externe crèches waarmee een contract is afgesloten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, afkomstig van ouderbijdragen, wordt geraamd op 2 200 000 EUR.

    TITEL 2

    GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 2 0

    2 0 0

    Gebouwen

    2 0 0 0

    Huur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    33 032 000

    34 131 999

    29 166 071,76

    2 0 0 1

    Erfpacht

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    16 141 000

    25 910 000

    3 867 436,60

    2 0 0 3

    Aankoop van gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    31 412 520,24

    2 0 0 5

    Oprichting van gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    7 213 000

    6 995 000

    5 177 752,52

    2 0 0 7

    Inrichting van dienstruimten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    39 459 000

    33 625 000

    23 514 945,21

    Reserves (10 0)

     

    2 000 000

     

     

    39 459 000

    35 625 000

    23 514 945,21

    2 0 0 8

    Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 210 000

    5 100 000

    2 849 962,76

     

    Totaal van artikel 2 0 0

    100 055 000

    105 761 999

    95 988 689,09

    Reserves (10 0)

     

    2 000 000

     

     

    100 055 000

    107 761 999

    95 988 689,09

    2 0 2

    Uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 2 2

    Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    57 264 000

    46 965 000

    43 815 032,50

    2 0 2 4

    Energieverbruik

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    18 975 000

    18 435 000

    18 590 859,49

    2 0 2 6

    Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    36 043 268

    38 405 857

    36 279 709,90

    2 0 2 8

    Verzekeringen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    991 000

    953 000

    855 600,04

     

    Totaal van artikel 2 0 2

    113 273 268

    104 758 857

    99 541 201,93

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 0

    213 328 268

    210 520 856

    195 529 891,02

    Reserves (10 0)

     

    2 000 000

     

     

    213 328 268

    212 520 856

    195 529 891,02

    HOOFDSTUK 2 1

    2 1 0

    Informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0

    Hard- en software voor informatie- en innovatietechnologieën

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    33 016 000

    37 392 000

    32 309 241,22

    2 1 0 2

    Externe dienstverlening ten behoeve van informatie- en innovatietechnologieën

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    67 651 088

    62 933 000

    60 263 388,49

     

    Totaal van artikel 2 1 0

    100 667 088

    100 325 000

    92 572 629,71

    2 1 2

    Meubilair

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 232 500

    3 277 500

    3 140 618,19

    2 1 4

    Technisch materieel en technische installaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    19 585 000

    19 983 124

    15 734 462,75

    2 1 6

    Voertuigen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    6 068 000

    6 270 000

    5 843 061,83

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 1

    129 552 588

    129 855 624

    117 290 772,48

    HOOFDSTUK 2 3

    2 3 0

    Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 339 500

    2 608 000

    1 904 200,70

    2 3 1

    Financiële kosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    75 000

    170 000

    324 549,04

    2 3 2

    Juridische kosten en schadevergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 714 000

    1 314 000

    1 316 614,30

    2 3 5

    Telecommunicatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    7 421 000

    7 441 000

    4 612 355,49

    2 3 6

    Porto en verzendkosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    357 000

    352 500

    269 919,69

    2 3 7

    Verhuizingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 100 000

    950 000

    686 445,84

    2 3 8

    Overige huishoudelijke uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    661 500

    784 500

    538 111,85

    2 3 9

    Compensatie van de CO2-emissies van het Europees Parlement

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 064 000

    950 000

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 3

    14 732 000

    14 570 000

    9 652 196,91

     

    Totaal van titel 2

    357 612 856

    354 946 480

    322 472 860,41

    Reserves (10 0)

     

    2 000 000

     

     

    357 612 856

    356 946 480

    322 472 860,41

    HOOFDSTUK 2 0 —

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    HOOFDSTUK 2 1 —

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

    HOOFDSTUK 2 3 —

    LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    Toelichting

    Daar de dekking van de risico's van arbeidsconflicten en terroristische aanslagen waaraan de gebouwen van het Europees Parlement zijn blootgesteld door de verzekeringsmaatschappijen is opgezegd, dienen deze risico's door de algemene begroting van de Europese Unie te worden gedekt.

    Dientengevolge dienen de kredieten van deze titel ter dekking van alle uitgaven als gevolg van schade door arbeidsconflicten en terroristische aanslagen.

    HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    2 0 0     Gebouwen

    2 0 0 0   Huur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    33 032 000

    34 131 999

    29 166 071,76

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen betreffende de onroerende goederen of gedeelten daarvan die door het Europees Parlement worden gebruikt.

    Tevens dient het ter dekking van de onroerende voorheffing. De huren zijn berekend over twaalf maanden en op basis van bestaande of in voorbereiding zijnde contracten, die normaliter voorzien in een indexering op basis van de kosten van het levensonderhoud of van de bouwkosten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 000 EUR.

    Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

    2 0 0 1   Erfpacht

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    16 141 000

    25 910 000

    3 867 436,60

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

    Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van nieuwe Financieel Reglement.

    2 0 0 3   Aankoop van gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    31 412 520,24

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

    Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

    2 0 0 5   Oprichting van gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 213 000

    6 995 000

    5 177 752,52

    Toelichting

    Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

    Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

    2 0 0 7   Inrichting van dienstruimten

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 0 0 7

    39 459 000

    33 625 000

    23 514 945,21

    Reserves (10 0)

     

    2 000 000

     

    Totaal

    39 459 000

    35 625 000

    23 514 945,21

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de uitvoering van werkzaamheden in verband met de inrichting van dienstruimten, alsmede van andere hiermee samenhangende uitgaven, met name architecten- of ingenieurshonoraria, enz.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 000 EUR.

    Financiële bijdragen van de lidstaten of hun openbare instanties in de vorm van financiering of terugbetaling van kosten en van bijkomende kosten in verband met de aankoop of het gebruik van grond, gebouwen, alsmede van kosten in verband met gebouwen en faciliteiten van de instelling, worden beschouwd als externe bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 21, lid 2, van het Financieel Reglement.

    2 0 0 8   Overige specifieke regelingen voor het beheer van onroerend goed

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 210 000

    5 100 000

    2 849 962,76

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer van onroerend goed waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, en met name:

    het beheer en de behandeling van afval;

    verplichte controles, kwaliteitscontroles, expertises, audits, toezicht op de naleving van de regelgeving, enz.;

    de technische bibliotheek;

    assistentie bij het beheer (building helpdesk);

    het beheer van de plannen van de gebouwen en het informatiemateriaal;

    de overige uitgaven.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

    2 0 2     Uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 2 2   Onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    57 264 000

    46 965 000

    43 815 032,50

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van onderhoud en schoonmaak van en toezicht op de gebouwen (ruimten en technische installaties) die eigendom zijn van of gehuurd worden door het Europees Parlement, overeenkomstig de lopende contracten.

    Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 118 van het Financieel Reglement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 75 000 EUR.

    2 0 2 4   Energieverbruik

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    18 975 000

    18 435 000

    18 590 859,49

    Toelichting

    Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en verwarming.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 82 000 EUR.

    2 0 2 6   Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    36 043 268

    38 405 857

    36 279 709,90

    Toelichting

    Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die het Europees Parlement in de drie gewoonlijke vergaderplaatsen en de voorlichtingskantoren in gebruik heeft, de ruimten van het Europees Parlement in de Europahuizen in de Unie en de buitenkantoren in derde landen.

    Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten, overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen contractuele voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules) met inachtneming van artikel 118 van het Financieel Reglement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 120 000 EUR.

    2 0 2 8   Verzekeringen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    991 000

    953 000

    855 600,04

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

    HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

    Toelichting

    Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

    2 1 0     Informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0   Hard- en software voor informatie- en innovatietechnologieën

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    33 016 000

    37 392 000

    32 309 241,22

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hard- en software van de instelling en de daarmee verband houdende werkzaamheden. Bij deze hard- en software gaat het met name om de systemen van het informaticacentrum en het telecommunicatiecentrum, materiaal voor de afdelingen en de fracties, alsmede het elektronische stemsysteem.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 152 000 EUR.

    2 1 0 2   Externe dienstverlening ten behoeve van informatie- en innovatietechnologieën

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    67 651 088

    62 933 000

    60 263 388,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van dienstverlening door informatica-advies- en servicebureaus in verband met de exploitatie van het informatiecentrum en het netwerk, de ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen, de ondersteuning van de gebruikers, met inbegrip van de leden en de fracties, het uitvoeren van studies en het opstellen en invoeren van technische documentatie.

    Tevens dient het ter dekking van het door het Europees Parlement te betalen deel van de kosten voor de helpdesk van de nieuwe salarissoftware (NAP) die werd opgezet na onderlinge overeenstemming tussen de instellingen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 458 000 EUR.

    2 1 2     Meubilair

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 232 500

    3 277 500

    3 140 618,19

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines. Het dient tevens ter dekking van de diverse beheersuitgaven in verband met het meubilair van het Europees Parlement.

    Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor expertise, het conserveren, inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    2 1 4     Technisch materieel en technische installaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    19 585 000

    19 983 124

    15 734 462,75

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud, reparatie en beheer van technisch materieel en technische installaties, met name:

    diverse vaste of mobiele apparatuur en technische installaties in verband met drukkerij, veiligheid, kantines, gebouwen, enz.;

    apparatuur, met name voor printshop, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector, enz.;

    speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur), met inbegrip van de eraan verbonden externe prestaties;

    installatie van twee extra telefoonlijnen in kantoren van leden die daarom verzoeken.

    Dit krediet dient voorts ter dekking van de kosten voor het bekendmaken van de verkoop en de verwijdering van afgeschreven goederen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 205 000 EUR.

    2 1 6     Voertuigen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 068 000

    6 270 000

    5 843 061,83

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen, alsook de overige beheerskosten. Bij de vervanging van het wagenpark of de aankoop of de huur van voertuigen moet de voorkeur worden gegeven aan de minst vervuilende types, zoals hybride auto's.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 175 000 EUR.

    HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    Toelichting

    Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

    2 3 0     Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 339 500

    2 608 000

    1 904 200,70

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier, enveloppen, kantoorbehoeften, producten voor de drukkerij en de reproductiewerkplaatsen, enz., alsook de beheerskosten in verband daarmee.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 15 000 EUR.

    2 3 1     Financiële kosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    75 000

    170 000

    324 549,04

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

    2 3 2     Juridische kosten en schadevergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 714 000

    1 314 000

    1 316 614,30

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    het te betalen bedrag in geval van een veroordeling van het Europees Parlement tot betaling van de door het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken, alsook de nationale rechtbanken vastgestelde proceskosten;

    de kosten voor het inschakelen van externe advocaten die het Europees Parlement vertegenwoordigen voor rechtbanken van de Unie of nationale rechtbanken, en voor het inschakelen van juridische adviseurs of deskundigen ter assistentie van de Juridische Dienst;

    de vergoeding van de kosten van advocaten in het kader van tuchtprocedures en daarmee vergelijkbare procedures;

    de uitgaven in verband met schadevergoedingen, alsook eventuele schulden zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement;

    het bedrag van bij minnelijke regelingen toegekende vergoedingen, in toepassing van de artikelen 69 en 70 van het reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    2 3 5     Telecommunicatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 421 000

    7 441 000

    4 612 355,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de netwerken voor de transmissie van gegevens tussen de drie vergaderplaatsen, de datacentra en de voorlichtingsbureaus, alsook van de uitgaven voor abonnementen en communicatie (vaste en mobiele telefonie, televisie).

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

    2 3 6     Porto en verzendkosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    357 000

    352 500

    269 919,69

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door nationale postdiensten en koeriersdiensten.

    Het dient tevens ter financiering van postdiensten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    2 3 7     Verhuizingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 100 000

    950 000

    686 445,84

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verhuizing en opslag door verhuisbedrijven of door inschakeling van tijdelijke arbeidskrachten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 40 000 EUR.

    2 3 8     Overige huishoudelijke uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    661 500

    784 500

    538 111,85

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

    de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs en verhuizers, de medische dienst en diverse technische diensten;

    diverse huishoudelijke en beheersuitgaven, aankoop van goederen en diensten waar niet specifiek in wordt voorzien door een andere post,

    diverse aankopen in verband met EMAS.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

    2 3 9     Compensatie van de CO2-emissies van het Europees Parlement

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 064 000

    950 000

     

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten voor eventuele compensatie voor CO2-emissies zoals gedefinieerd door het Eco-Management and Audit Scheme (EMAS)-actieplan dat door het Bureau is vastgesteld.

    TITEL 3

    UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 3 0

    3 0 0

    Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    27 616 000

    29 070 000

    25 950 467,44

    3 0 2

    Onthaal en representatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 361 350

    1 361 350

    964 092,79

    3 0 4

    Diverse uitgaven voor vergaderingen

    3 0 4 0

    Interne vergaderingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 600 000

    2 600 000

    2 594 000,—

    3 0 4 2

    Vergaderingen, congressen en conferenties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 405 000

    1 396 000

    1 060 451,44

    3 0 4 3

    Diverse uitgaven voor de organisatie van parlementaire vergaderingen, interparlementaire delegaties en andere delegaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 473 000

    1 562 000

    596 075,28

    3 0 4 9

    Werkingskosten van het reisbureau

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 124 660

    2 083 000

    1 642 673,41

     

    Totaal van artikel 3 0 4

    7 602 660

    7 641 000

    5 893 200,13

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 0

    36 580 010

    38 072 350

    32 807 760,36

    HOOFDSTUK 3 2

    3 2 0

    Verwerving van expertise

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    11 530 000

    11 420 000

    7 590 304,11

    3 2 2

    Verwerving van informatie en archivering

    3 2 2 0

    Documentatie en bibliotheek

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 927 111

    4 516 686

    4 064 806,63

    3 2 2 2

    Archiefbestanden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 965 000

    1 932 500

    1 799 861,29

     

    Totaal van artikel 3 2 2

    6 892 111

    6 449 186

    5 864 667,92

    3 2 3

    Betrekkingen met de parlementen van derde landen en steun voor parlementaire democratie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    750 000

    535 000

    467 352,77

    3 2 4

    Productie en verspreiding

    3 2 4 0

    Publicatieblad

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 000 000

    5 056 000

    3 703 321,02

    3 2 4 1

    Digitale en traditionele publicaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    5 175 000

    4 760 000

    5 456 313,53

    3 2 4 2

    Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    23 755 900

    21 626 000

    17 629 067,94

    3 2 4 3

    Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 916 000

    3 600 000

    2 472 062,55

    3 2 4 4

    Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    29 996 000

    28 940 000

    27 197 373,79

    3 2 4 5

    Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    6 830 300

    3 696 650

    1 992 279,39

    3 2 4 6

    Parlementair tv-kanaal (Web TV)

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    8 000 000

    8 500 000

    7 897 416,90

    3 2 4 7

    Huis van de Europese geschiedenis

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    6 400 000

     

     

    3 2 4 8

    Audiovisuele voorlichting

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    20 133 700

    14 760 000

    11 105 032,67

    3 2 4 9

    Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    475 000

    675 000

    167 659,36

     

    Totaal van artikel 3 2 4

    108 681 900

    91 613 650

    77 620 527,15

    3 2 5

    Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 100 000

    1 100 000

    516 459,84

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 2

    128 954 011

    111 117 836

    92 059 311,79

     

    Totaal van titel 3

    165 534 021

    149 190 186

    124 867 072,15

    HOOFDSTUK 3 0 —

    VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    HOOFDSTUK 3 2 —

    EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    HOOFDSTUK 3 0 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    3 0 0     Dienstreizen van het personeel en reizen tussen de drie vergaderplaatsen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    27 616 000

    29 070 000

    25 950 467,44

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten van het personeel van de instelling, gedetacheerde nationale deskundigen of stagiairs tussen de standplaats en een van de drie vergaderplaatsen van het Europees Parlement (Brussel, Luxemburg en Straatsburg), alsook voor dienstreizen naar elke andere plaats buiten de drie vergaderplaatsen. De uitgaven betreffen de reiskosten, dagvergoedingen en verblijfskosten, en compensatie voor ongebruikelijke arbeidstijden. Bijkomende kosten (met inbegrip van de annulering van plaatsbewijzen en hotelreserveringen, kosten in verband met elektronische facturering, kosten in verband met verzekeringen) zijn eveneens gedekt.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

    3 0 2     Onthaal en representatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 361 350

    1 361 350

    964 092,79

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst, met inbegrip van ontvangst in het kader van de werkzaamheden van de afdeling Scientific and Technological Options Assessment (STOA), en representatie van de leden van de instelling;

    de representatiekosten van de voorzitter bij reizen buiten de vergaderplaatsen;

    de representatiekosten en de bijdrage in de secretariaatskosten van het kabinet van de voorzitter;

    de kosten van ontvangst en representatie van het secretariaat-generaal, inclusief de aankoop van artikelen en medailles voor ambtenaren met 15 en/of 25 dienstjaren;

    diverse kosten van het protocol, zoals vlaggen, drukwerk, uitnodigingen, menukaarten, enz.;

    reis- en verblijfkosten van VIP-bezoekers van de instelling;

    kosten van visa van leden en personeelsleden van het Europees Parlement bij officiële reizen,

    kosten van ontvangst en representatie en andere specifieke kosten voor leden die een officiële functie bij het Europees Parlement bekleden.

    3 0 4     Diverse uitgaven voor vergaderingen

    3 0 4 0   Interne vergaderingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 600 000

    2 600 000

    2 594 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor verfrissingen en andere dranken en voor lichte maaltijden die soms tijdens vergaderingen van de instelling worden verstrekt, met inbegrip van het beheer van die diensten.

    3 0 4 2   Vergaderingen, congressen en conferenties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 405 000

    1 396 000

    1 060 451,44

    Toelichting

    Dit krediet dient met name ter dekking van:

    de kosten van het organiseren van vergaderingen buiten de plaatsen waar de instelling haar werkzaamheden verricht (commissies en commissiedelegaties, fracties), met inbegrip, waar passend van representatiekosten,

    de bijdragen aan internationale organisaties waarvan het Europees Parlement of één van zijn organen lid is (Interparlementaire Unie, Vereniging van de secretarissen-generaal van parlementen, Groep 12+ bij de Interparlementaire Unie).

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

    3 0 4 3   Diverse uitgaven voor de organisatie van parlementaire vergaderingen, interparlementaire delegaties en andere delegaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 473 000

    1 562 000

    596 075,28

    Toelichting

    Dit krediet dient vooral ter dekking van de uitgaven, behalve die welke reeds worden gedekt door hoofdstuk 1 0 en artikel 3 0 0, voor de organisatie van de vergaderingen van:

    delegaties naar de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, de Parlementaire Vergadering van EuroLat, de Parlementaire Vergadering Euronest en hun organen;

    de Vergadering van de Unie voor het Middellandse Zeegebied (UMZ), de commissies en het bureau hiervan; onder deze uitgaven valt tevens de bijdrage van het Europees Parlement aan de begroting van het autonome secretariaat van de UMZ of de rechtstreekse tenlasteneming van de kosten van het aandeel van het Europees Parlement in de begroting van de UMZ;

    de interparlementaire delegaties, ad-hoc delegaties, de gemengde parlementaire commissies, de parlementaire samenwerkingscommissies, de parlementaire delegaties bij de WTO, alsmede de Parlementaire Conferentie van de WTO en haar Stuurcomité.

    3 0 4 9   Werkingskosten van het reisbureau

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 124 660

    2 083 000

    1 642 673,41

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten die voortvloeien uit de werking van het reisbureau waarmee het Europees Parlement een contract heeft gesloten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

    HOOFDSTUK 3 2 — EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    3 2 0     Verwerving van expertise

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    11 530 000

    11 420 000

    7 590 304,11

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van overeenkomsten met gekwalificeerde deskundigen en onderzoeksinstituten voor studies en andere onderzoekswerkzaamheden (workshops, rondetafelconferenties, panels van deskundigen, conferenties) ten behoeve van de organen van het Europees Parlement en de administratie, met inbegrip van de kosten voor de verwezenlijking van het Huis van de Europese geschiedenis;

    de kosten van evaluatie van studies en de deelname van de STOA aan wetenschappelijke organen;

    reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen — met inbegrip van personen die een verzoekschrift aan het Europees Parlement hebben gericht — die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies, delegaties en studie- en werkgroepen;

    de uitgaven voor een beroep op externen voor deelname aan de werkzaamheden van organen als de tuchtraad en het speciaal panel voor financiële onregelmatigheden.

    3 2 2     Verwerving van informatie en archivering

    3 2 2 0   Documentatie en bibliotheek

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 927 111

    4 516 686

    4 064 806,63

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitbreiding en vernieuwing van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

    abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

    abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of van het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

    kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

    kosten in verband met de verplichtingen die het Europees Parlement is aangegaan in het kader van internationale en/of interinstitutionele samenwerking;

    de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of systemen, voor bibliotheek, documentatie en mediatheek, alsmede externe bijstand bij de aanschaf, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

    de kosten van de levering van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse), en het systeem voor kwaliteitsbeheer, enz.;

    de kosten van materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor bibliotheek, documentatie en mediatheek;

    de kosten, inclusief materieel, van interne publicaties (brochures, studies, enz.) en communicatie (Newsletters, video's, cd-roms, enz.);

    de aanschaf van nieuwe of vervangende woordenboeken, lexicons, ongeacht het medium, ook voor de nieuwe taalsecties, alsmede andere werken voor de taaldiensten en voor de Afdelingen kwaliteit van de wetgeving.

    Een bedrag van 10 000 EUR kan worden gebruikt voor reis- en verblijfskosten van autoren die worden gevraagd hun werk voor te stellen aan de leden van de boekenclub van de leden van het Europees Parlement.

    3 2 2 2   Archiefbestanden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 965 000

    1 932 500

    1 799 861,29

    Toelichting

    Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43), alsmede de door het Europees Parlement vastgestelde uitvoeringsbepalingen.

    Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 16 december 2002 over verbetering van de informatie en de transparantie: de archieven van het Europees Parlement.

    Procedures voor de verwerving door het Europees Parlement van persoonlijke archieven van leden en voormalige leden van het Europees Parlement, goedgekeurd door het Bureau op 4 juli 2011.

    Dit krediet dient ter dekking van externe archiveringswerkzaamheden, zoals:

    de omzetting van archiefbestanden op verschillende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes, enz.), alsmede aankoop, huur en reparatie van speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur, boeken, tijdschriften) en de daarmee verband houdende externe dienstverlening;

    de kosten van publicatie op elk soort informatiedragers (brochures, CD-ROM, enz.);

    de kosten van externe werkzaamheden in verband met de aankoop van primaire (getuigenissen, verkregen via werkzaamheden van journalisten en/of historici en/of archivarissen) of secundaire (documenten op elk soort informatiedragers) archiefbronnen.

    Tevens dient het ter dekking van de kosten van het verwerken van persoonlijke archieven die leden van het Europees Parlement tijdens de uitoefening van hun mandaat hebben opgebouwd.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

    3 2 3     Betrekkingen met de parlementen van derde landen en steun voor parlementaire democratie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    750 000

    535 000

    467 352,77

    Toelichting

    Conclusies, conferentie van voorzitters van de parlementen van de EU, Kopenhagen 2006 en Bratislava 2007.

    Besluit van het Bureau van 18 juni 2007.

    Bestreken geografisch gebied: landen buiten de Europese Unie met uitzondering van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het bevorderen van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en democratisch verkozen nationale parlementen van derde landen alsook met regionale parlementaire organisaties. Het krediet dient meer bepaald voor activiteiten die tot doel hebben de parlementaire capaciteit te versterken in nieuwe en ontluikende democratieën, en om het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën door parlementen te bevorderen.

    3 2 4     Productie en verspreiding

    3 2 4 0   Publicatieblad

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 000 000

    5 056 000

    3 703 321,02

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de instelling in de kosten van publicatie, verspreiding en andere bijkomende kosten van het Publicatiebureau voor de teksten die gepubliceerd moeten worden in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 150 000 EUR.

    3 2 4 1   Digitale en traditionele publicaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 175 000

    4 760 000

    5 456 313,53

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van digitale (intranet) en traditionele (diverse documenten en drukwerk in onderaanneming) uitgaven, met inbegrip van distributie;

    de actualisering en het updaten en corrigeren van de systemen voor publicatie en vertaling.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 150 000 EUR.

    3 2 4 2   Kosten van publicatie, voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    23 755 900

    21 626 000

    17 629 067,94

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor voorlichtingspublicaties, met inbegrip van elektronische publicaties, voorlichtingsactiviteiten, public relations, deelname aan openbare evenementen, tentoonstellingen en beurzen in de lidstaten en de kandidaat-lidstaten en in de landen waar het Europees Parlement een verbindingskantoor heeft, alsmede voor de actualisering van het Legislative Observatory (OEIL).

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    3 2 4 3   Parlamentarium — Bezoekerscentrum van het Europees Parlement

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 916 000

    3 600 000

    2 472 062,55

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het Parlamentarium — het Bezoekerscentrum van het Europees Parlement.

    3 2 4 4   Organisatie en ontvangst van bezoekersgroepen, Euroscola en uitnodigingen aan opiniemakers uit derde landen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    29 996 000

    28 940 000

    27 197 373,79

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van subsidies voor bezoekersgroepen, alsmede de daarmee samenhangende uitgaven voor begeleiding en infrastructuur, de kosten van het functioneren van het Euroscola-programma en de financiering van stages voor opiniemakers uit derde landen (EUVP). Het wordt jaarlijks verhoogd door toepassing van een deflator waarbij rekening wordt gehouden met de wijzigingen van het bni en het prijspeil.

    Elk lid van het Europees Parlement heeft het recht om per kalenderjaar ten hoogste vijf bezoekersgroepen uit te nodigen met in totaal 110 bezoekers. Het aantal deelnemers per bezoek kan variëren tussen ten minste 10 en ten hoogste 110.

    Er wordt ook voorzien in een adequaat bedrag voor bezoekers met een handicap.

    3 2 4 5   Organisatie van colloquia, studiedagen en culturele acties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 830 300

    3 696 650

    1 992 279,39

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van:

    de kosten of subsidies in verband met de organisatie van colloquia en studiedagen van nationale of multinationale aard voor opiniemakers uit de lidstaten, de toetredingslanden en de landen waar het EP over een kantoor beschikt, alsmede de kosten voor het organiseren van parlementaire colloquia en symposia en de financiering van culturele initiatieven van Europees belang, zoals de Sacharov-prijs, bijeenkomsten van jonge Europese, Israëlische en Palestijnse politieke leiders en de LUX-filmprijs van het Europees Parlement voor de Europese film;

    de uitvoering van „vergaderzaalactiviteiten” in Straatsburg en Brussel, overeenkomstig het door het Bureau vastgestelde jaarlijkse programma;

    ondersteunende maatregelen voor meertaligheid, zoals studiedagen en conferenties, vergaderingen met aanbieders van opleidingen voor tolken, maatregelen en acties gericht op de bewustmaking voor meertaligheid en het beroep van tolk, acties en maatregelen in verband met de interinstitutionele en internationale samenwerking, evenals deelneming aan soortgelijke acties en maatregelen georganiseerd tezamen met andere diensten in het kader van de interinstitutionele en internationale samenwerking;

    de werkingskosten en de kosten van dienstreizen van de leden van het Sacharov-netwerk.

    Dit krediet dient eveneens ter dekking van kosten in verband met de organisatie van deze activiteiten, met inbegrip van cateringdiensten en -kosten.

    Het dient eveneens ter dekking van de kosten voor de uitnodiging van journalisten die verslag uitbrengen over de werkzaamheden van het Europees Parlement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    3 2 4 6   Parlementair tv-kanaal (Web TV)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 000 000

    8 500 000

    7 897 416,90

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het parlementaire televisiekanaal (web-tv).

    Het prototype zal worden geëvalueerd. Hierbij moet worden gekeken naar de inhoud en de kosten van het project, evenals naar de structuren en het participatieniveau van de fracties en de vaststelling van de programma-inhoud.

    3 2 4 7   Huis van de Europese geschiedenis

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 400 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor de financiering van de activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis, zoals de specifieke interieurinrichting, de aankoop van collecties, de organisatie van tentoonstellingen en de exploitatiekosten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 000 EUR.

    3 2 4 8   Audiovisuele voorlichting

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 133 700

    14 760 000

    11 105 032,67

    Toelichting

    Resolutie van het Europees Parlement van 12 maart 2002 over de richtsnoeren voor de begrotingsprocedure 2003 (PB C 47 E van 27.2.2003, blz. 72).

    Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2002 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2003 (PB C 180 E van 31.7.2003, blz. 150).

    Resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2003 over de raming van de uitgaven en ontvangsten van het Europees Parlement voor het begrotingsjaar 2004 (PB C 67 E van 17.3.2004, blz. 179).

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de huishoudelijke uitgaven van de audiovisuele sector (eigen producties en externe bijstand), zoals technische werkzaamheden bij radio- en televisiestations, realisatie, productie, coproductie en verspreiding van audiovisuele programma’s, huur van straalverbindingen en uitzending van televisie- en radioprogramma’s, alsmede andere activiteiten ter ontwikkeling van de contacten van de instelling met de audiovisuele sector;

    de uitgaven voor het direct via internet uitzenden van plenaire vergaderingen en vergaderingen van de commissies van het Europees Parlement;

    het opzetten van een passend archief om de media en burgers permanent toegang tot deze informatie te garanderen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 000 EUR.

    3 2 4 9   Informatie-uitwisseling met de nationale parlementen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    475 000

    675 000

    167 659,36

    Toelichting

    Conferenties van de voorzitters van de Europese parlementaire vergaderingen (juni 1977) en van de parlementen van de Europese Unie (september 2000, maart 2001). Bestreken geografisch gebied: landen van de Europese Unie en kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor de bevordering van de betrekkingen tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen. De uitgaven hebben betrekking op de parlementaire betrekkingen, andere dan die genoemd onder de hoofdstukken 1 0 en 3 0, de uitwisseling van informatie en documentatie en bijstand bij de analyse en het beheer van deze informatie, met inbegrip van uitwisseling met het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD);

    de financiering van samenwerkingsprogramma’s en opleidingsactiviteiten voor ambtenaren van de bovengenoemde parlementen en, in het algemeen, activiteiten ter versterking van hun parlementaire capaciteiten.

    Deze activiteiten omvatten onder meer voorlichtingsbezoeken aan het Europees Parlement te Brussel, Luxemburg of Straatsburg. de kredieten dienen ter volledige of gedeeltelijke dekking van de kosten van de deelnemers, met name reiskosten, kosten van lokaal vervoer, verblijfkosten en dagvergoedingen;

    samenwerkingsacties, met name in verband met de wetgevingsactiviteiten, alsmede de acties in verband met documentatie, analyse, voorlichting en beveiliging van het domein, met inbegrip van de acties die worden uitgevoerd door het Europees Centrum voor onderzoek en parlementaire documentatie (ECOPD).

    Dit krediet dient ter voorbereiding op de versterkte samenwerking tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen op het gebied van de parlementaire controle op het GBVB/GVDB, overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 9 en 10 van Protocol nr. 1 over de rol van nationale parlementen in de Europese Unie.

    3 2 5     Uitgaven in verband met de voorlichtingsbureaus

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 100 000

    1 100 000

    516 459,84

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven (kantoorbenodigdheden, telecommunicatie, portokosten, behandeling, vervoer, diverse kleine uitgaven) voor de voorlichtingsbureaus van het Europees Parlement.

    TITEL 4

    UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIALE TAKEN VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten fracties en de niet-ingeschreven leden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    58 750 000

    57 165 000

    54 692 881,35

    4 0 2

    Financiering van de Europese politieke partijen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    21 794 200

    18 900 000

    17 289 881,—

    4 0 3

    Financiering van Europese politieke stichtingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    12 400 000

    12 150 000

    11 095 390,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    92 944 200

    88 215 000

    83 078 152,35

    HOOFDSTUK 4 2

    4 2 2

    Assistentie aan de leden

    4 2 2 0

    Assistentie aan de leden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    185 299 000

    190 340 175

    170 564 354,10

    Reserves (10 0)

    1 546 000

     

     

     

    186 845 000

    190 340 175

    170 564 354,10

    4 2 2 2

    Wisselkoersverschillen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    500 000

    500 000

    0,—

     

    Totaal van artikel 4 2 2

    185 799 000

    190 840 175

    170 564 354,10

    Reserves (10 0)

    1 546 000

     

     

     

    187 345 000

    190 840 175

    170 564 354,10

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 2

    185 799 000

    190 840 175

    170 564 354,10

    Reserves (10 0)

    1 546 000

     

     

     

    187 345 000

    190 840 175

    170 564 354,10

    HOOFDSTUK 4 4

    4 4 0

    Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    200 000

    200 000

    200 000,—

    4 4 2

    Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    175 000

    160 000

    140 000,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 4

    375 000

    360 000

    340 000,—

     

    Totaal van titel 4

    279 118 200

    279 415 175

    253 982 506,45

    Reserves (10 0)

    1 546 000

     

     

     

    280 664 200

    279 415 175

    253 982 506,45

    HOOFDSTUK 4 0 —

    UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

    HOOFDSTUK 4 2 —

    ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

    HOOFDSTUK 4 4 —

    VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

    HOOFDSTUK 4 0 — UITGAVEN IN VERBAND MET BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

    4 0 0     Lopende huishoudelijke uitgaven en uitgaven in verband met de politieke en de voorlichtingsactiviteiten fracties en de niet-ingeschreven leden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    58 750 000

    57 165 000

    54 692 881,35

    Toelichting

    Regeling vastgesteld bij besluit van het Bureau van 30 juni 2003 zoals laatstelijk gewijzigd op 2 juli 2012.

    Dit krediet dient, voor de fracties en de niet-ingeschreven leden, ter dekking van:

    secretariaatskosten en administratieve en huishoudelijke uitgaven;

    de uitgaven voor politieke en voorlichtingsactiviteiten in het kader van de politieke activiteiten van de Unie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

    4 0 2     Financiering van de Europese politieke partijen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    21 794 200

    18 900 000

    17 289 881,—

    Toelichting

    Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.

    Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1).

    Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 29 maart 2004 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB C 112 van 9.4.2011, blz. 1).

    Dit krediet dient ter financiering van de politieke partijen op Europees niveau.

    4 0 3     Financiering van Europese politieke stichtingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    12 400 000

    12 150 000

    11 095 390,—

    Toelichting

    Verdrag betreffende de Europese Unie, met name artikel 10, lid 4.

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 224.

    Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB L 297 van 15.11.2003, blz. 1).

    Besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 29 maart 2004 houdende de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2004/2003 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het statuut en de financiering van politieke partijen op Europees niveau (PB C 112 van 9.4.2011, blz. 1).

    Dit krediet dient ter financiering van de politieke stichtingen op Europees niveau.

    HOOFDSTUK 4 2 — ASSISTENTIE AAN DE LEDEN

    4 2 2     Assistentie aan de leden

    4 2 2 0   Assistentie aan de leden

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 2 2 0

    185 299 000

    190 340 175

    170 564 354,10

    Reserves (10 0)

    1 546 000

     

     

    Totaal

    186 845 000

    190 340 175

    170 564 354,10

    Toelichting

    Statuut van de leden van het Europees Parlement, met name artikel 21.

    Bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, met name de artikelen 33 tot en met 44.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 5 bis en de artikelen 125 tot en met 139.

    Bepalingen ter uitvoering van titel VII van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, goedgekeurd door het Bureau.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van parlementaire medewerkers.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 400 000 EUR.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De kredieten, die in de reserve zijn geplaatst in afwachting van een besluit over de salarisaanpassing van 2011 met 1,7 % voor het jaar 2013, worden onmiddellijk vrijgemaakt indien het Hof van Justitie de Commissie in het gelijk stelt.

    4 2 2 2   Wisselkoersverschillen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    500 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de koersverschillen ten laste van de begroting van het Europees Parlement, overeenkomstig de voorschriften die van toepassing zijn op de terugbetaling van de kosten voor parlementaire bijstand.

    HOOFDSTUK 4 4 — VERGADERINGEN EN ANDERE ACTIVITEITEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

    4 4 0     Kosten voor vergaderingen en andere activiteiten van voormalige leden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    200 000

    200 000

    200 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van vergaderingen van de Vereniging van voormalige leden van het Europees Parlement, alsmede van eventuele andere kosten.

    4 4 2     Kosten van vergaderingen en andere activiteiten van de Europese Parlementaire Vereniging

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    175 000

    160 000

    140 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vergaderingen van de Europese Parlementaire Vereniging, alsmede van eventuele bijkomende kosten.

    TITEL 10

    OVERIGE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

     

    HOOFDSTUK 10 0

    12 912 765

    14 118 481

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 0

    12 912 765

    14 118 481

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 1

    9 000 000

    15 374 172

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 1

    9 000 000

    15 374 172

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 3

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 3

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 4

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 4

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 5

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 5

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 8

    1 000 000

    50 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 8

    1 000 000

    50 000

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    22 912 765

    29 542 653

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    1 750 463 939

    1 717 868 121

    1 570 478 058,06

    HOOFDSTUK 10 0 —

    VOORZIENINGEN

    HOOFDSTUK 10 1 —

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 10 3 —

    RESERVE VOOR DE UITBREIDING

    HOOFDSTUK 10 4 —

    RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

    HOOFDSTUK 10 5 —

    VOORZIENINGEN VOOR GEBOUWEN

    HOOFDSTUK 10 6 —

    RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

    HOOFDSTUK 10 8 —

    RESERVE VOOR EMAS

    HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    12 912 765

    14 118 481

    0,—

    Toelichting

    1.

    Post

    1 0 0 0

    Bezoldigingen

    1 216 926

    2.

    Post

    1 2 0 0

    Salaris en vergoedingen

    9 604 000

    3.

    Post

    1 4 0 0

    Andere personeelsleden

    545 839

    4.

    Post

    4 2 2 0

    Assistentie aan de leden

    1 546 000

     

     

     

    Totaal

    12 912 765

    HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 000 000

    15 374 172

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

    HOOFDSTUK 10 3 — RESERVE VOOR DE UITBREIDING

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten die worden gemaakt om de instelling voor te bereiden op de uitbreiding.

    HOOFDSTUK 10 4 — RESERVE VOOR HET VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEBELEID

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het voorlichtings- en communicatiebeleid.

    HOOFDSTUK 10 5 — VOORZIENINGEN VOOR GEBOUWEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor investeringen in onroerend goed en inrichtingswerken door de instelling. Het Bureau van het Europees Parlement wordt verzocht een coherente en verantwoordelijke strategie voor de lange termijn op het gebied van onroerend goed en gebouwen vast te stellen, waarbij rekening wordt gehouden met het specifieke probleem van stijgende onderhoudskosten, de noodzaak van renovatie en beveiligingskosten, en waarbij de duurzaamheid van de begroting van het Europees Parlement wordt gewaarborgd.

    HOOFDSTUK 10 6 — RESERVE VOOR PRIORITAIRE PROJECTEN IN ONTWIKKELING

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de instelling voor prioritaire projecten in ontwikkeling.

    HOOFDSTUK 10 8 — RESERVE VOOR EMAS

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000 000

    50 000

    0,—

    Toelichting

    Aansluitend op de besluiten die het Bureau moet nemen inzake de tenuitvoerlegging van het EMAS-actieplan, met name na de koolstofaudit van het Europees Parlement, dient dit krediet ter financiering van de relevante huishoudelijke lijnen.

    PERSONEEL

    Afdeling I — Europees Parlement

    Functiegroep en rang

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Overige

    Fracties

    Niet-ingedeeld

    1

     

     

     

    AD 16

    11

     

    1

    7

    AD 15

    35

     

    1

    4

    AD 14

    184

    2

    6

    24

    AD 13

    449

    8

    2

    34

    AD 12

    238

     

    11

    67

    AD 11

    131

     

    6

    36

    AD 10

    191

     

    5

    28

    AD 9

    155

     

    6

    21

    AD 8

    167

     

    7

    18

    AD 7

    502

     

    5

    29

    AD 6

    214

     

    1

    48

    AD 5

    271

     

    10

    99

    Totaal AD

    2 548

    10

    61

    415

    AST 11

    151

    10

     

    33

    AST 10

    71

     

    17

    24

    AST 9

    165

     

    3

    28

    AST 8

    500

     

    5

    39

    AST 7

    563

     

    1

    58

    AST 6

    424

     

    6

    65

    AST 5

    280

     

    7

    63

    AST 4

    206

     

    22

    70

    AST 3

    234

     

    5

    68

    AST 2

    205

     

    1

    59

    AST 1

    192

     

    1

    93

    Totaal AST

    2 991

    10

    68

    600

    Totaal

    5 540  (53)

    20  (54)

    129

    1 015

    Totaal-generaal

    6 684  (55)


    Functiegroep en rang

    2013

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Overige

    Fracties

    Niet-ingedeeld

    1

     

     

     

    AD 16

    11

     

    1

    7

    AD 15

    35

     

    1

    4

    AD 14

    209

    2

    6

    25

    AD 13

    459

    8

    2

    37

    AD 12

    203

     

    12

    65

    AD 11

    131

     

    5

    35

    AD 10

    191

     

    6

    27

    AD 9

    166

     

    6

    21

    AD 8

    297

     

    7

    24

    AD 7

    405

     

    6

    37

    AD 6

    179

     

    3

    57

    AD 5

    299

     

    11

    76

    Totaal AD

    2 585

    10

    66

    415

    AST 11

    151

    10

     

    33

    AST 10

    81

     

    17

    25

    AST 9

    215

     

    4

    31

    AST 8

    485

     

    4

    48

    AST 7

    518

     

    1

    48

    AST 6

    424

     

    6

    64

    AST 5

    284

     

    8

    68

    AST 4

    296

     

    22

    65

    AST 3

    322

     

    7

    73

    AST 2

    140

     

     

    72

    AST 1

    90

     

     

    74

    Totaal AST

    3 006

    10

    69

    601

    Totaal-generaal

    5 592  (56)

    20  (57)

    135

    1 016

    Totaal personeel

    6 743  (58)

    AFDELING II

    EUROPESE RAAD EN RAAD

    STAAT VAN ONTVANGSTEN

    Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Raad en de Raad voor het begrotingsjaar 2013

    Omschrijving

    Bedrag

    Uitgaven

    535 511 300

    Eigen inkomsten

    –56 770 000

    Te ontvangen bijdrage

    478 741 300

    EIGEN INKOMSTEN

    TITEL 4

    DIVERSE UNIALE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    22 452 000

    23 992 000

    20 760 593,63

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    2 797 000

    2 691 000

    3 604 895,15

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    25 249 000

    26 683 000

    24 365 488,78

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    31 521 000

    31 469 000

    25 773 463,98

    4 1 1

    Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    p.m.

    p.m.

    12 217 590,81

    4 1 2

    Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    31 521 000

    31 469 000

    37 991 054,79

     

    Totaal van titel 4

    56 770 000

    58 152 000

    62 356 543,57

    HOOFDSTUK 4 0 —

    INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    22 452 000

    23 992 000

    20 760 593,63

    Toelichting

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis, in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    2 797 000

    2 691 000

    3 604 895,15

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    31 521 000

    31 469 000

    25 773 463,98

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

    4 1 1     Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    12 217 590,81

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 107, alsmede bijlage VIII, artikel 4 en artikel 11, lid 2.

    4 1 2     Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 107, alsmede bijlage VIII, artikel 11, lid 2, en artikel 48.

    TITEL 5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 5 0

    5 0 0

    Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

    5 0 0 0

    Verkoop van vervoermiddelen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 0 0 1

    Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    55 493,71

    5 0 0 2

    Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 5 0 0

    p.m.

    p.m.

    55 493,71

    5 0 2

    Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 0

    p.m.

    p.m.

    55 493,71

    HOOFDSTUK 5 1

    5 1 0

    Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 1 1

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    p.m.

    p.m.

    454 729,05

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 1

    p.m.

    p.m.

    454 729,05

    HOOFDSTUK 5 2

    5 2 0

    Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    p.m.

    p.m.

    207 716,25

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 2

    p.m.

    p.m.

    207 716,25

    HOOFDSTUK 5 5

    5 5 0

    Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    18 929 189,12

    5 5 1

    Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    15 428,38

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 5

    p.m.

    p.m.

    18 944 617,50

    HOOFDSTUK 5 7

    5 7 0

    Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    34 830 616,34

    5 7 1

    Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    541,26

    5 7 2

    Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 7 3

    Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    2 720 886,60

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 7

    p.m.

    p.m.

    37 552 044,20

    HOOFDSTUK 5 8

    5 8 0

    Diverse vergoedingen

    p.m.

    p.m.

    304 495,11

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 8

    p.m.

    p.m.

    304 495,11

    HOOFDSTUK 5 9

    5 9 0

    Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 9

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 5

    p.m.

    p.m.

    57 519 095,82

    HOOFDSTUK 5 0 —

    OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

    HOOFDSTUK 5 1 —

    HUUROPBRENGST

    HOOFDSTUK 5 2 —

    OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    HOOFDSTUK 5 5 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    HOOFDSTUK 5 7 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 5 8 —

    DIVERSE VERGOEDINGEN

    HOOFDSTUK 5 9 —

    OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

    HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

    5 0 0     Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

    5 0 0 0   Verkoop van vervoermiddelen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 0 1   Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    55 493,71

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 0 2   Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 2     Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGST

    5 1 0     Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 1 1     Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    454 729,05

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    5 2 0     Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    207 716,25

    HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    5 5 0     Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    18 929 189,12

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 5 1     Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    15 428,38

    HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    5 7 0     Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    34 830 616,34

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 1     Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    541,26

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 2     Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 3     Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    2 720 886,60

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN

    5 8 0     Diverse vergoedingen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    304 495,11

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

    5 9 0     Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    TITEL 6

    BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 6 1

    6 1 2

    Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 6 3

    6 3 1

    Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

    6 3 1 1

    Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    1 116 410,58

     

    Totaal van artikel 6 3 1

    p.m.

    p.m.

    1 116 410,58

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 3

    p.m.

    p.m.

    1 116 410,58

    HOOFDSTUK 6 6

    6 6 0

    Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0

    Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 6 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 6

    p.m.

    p.m.

    1 116 410,58

    HOOFDSTUK 6 1 —

    TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 6 3 —

    BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

    HOOFDSTUK 6 6 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    HOOFDSTUK 6 1 — TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

    6 1 2     Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 6 3 — BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

    6 3 1     Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

    6 3 1 1   Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    1 116 410,58

    Toelichting

    Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop deze twee landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis — Slotakte (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), en met name artikel 12 van deze overeenkomst.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0   Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement dient deze post voor ontvangsten die niet voorzien zijn in enig ander onderdeel van titel 6 en gebruikt worden om te voorzien in extra kredieten ter financiering van uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    TITEL 7

    INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 7 0

    7 0 0

    Intrest voor betalingsachterstand

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 7 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 7

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 7 0 —

    INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    HOOFDSTUK 7 0 — INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    7 0 0     Intrest voor betalingsachterstand

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    TITEL 9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 9 0

    9 0 0

    Diverse ontvangsten

    p.m.

    p.m.

    1 333,96

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 9 0

    p.m.

    p.m.

    1 333,96

     

    Totaal van titel 9

    p.m.

    p.m.

    1 333,96

     

    TOTAAL-GENERAAL

    56 770 000

    58 152 000

    120 993 383,93

    HOOFDSTUK 9 0 —

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN

    9 0 0     Diverse ontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    1 333,96

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1

    AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 0

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    1 138 000

    1 454 000

    635 111,—

    1 1

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    300 244 000

    295 792 000

    280 279 577,—

    1 2

    ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    13 763 000

    11 801 000

    10 266 213,—

    1 3

    OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    8 657 000

    9 240 000

    8 324 765,—

     

    Totaal van titel 1

    323 802 000

    318 287 000

    299 505 666,—

    2

    GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN

    2 0

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    44 233 000

    43 503 000

    58 538 759,—

    2 1

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

    42 209 000

    42 689 000

    39 659 259,—

    2 2

    OPERATIONELE UITGAVEN

    122 567 300

    127 441 000

    106 656 351,—

     

    Totaal van titel 2

    209 009 300

    213 633 000

    204 854 369,—

    3

    UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE VERRICHTING DOOR DE INSTELLING VAN HAAR SPECIFIEKE TAKEN

    3 0

    PERSONEEL

    0,—

    3 1

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    p.m.

    2 481 969,—

    3 2

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

    0,—

    3 3

    OPERATIONELE UITGAVEN

    0,—

     

    Totaal van titel 3

    p.m.

    2 481 969,—

    10

    OVERIGE UITGAVEN

    10 0

    VOORZIENINGEN

    700 000

    p.m.

    0,—

    10 1

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    2 000 000

    2 000 000

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    2 700 000

    2 000 000

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    535 511 300

    533 920 000

    506 842 004,—

    TITEL 1

    AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 1 0

    1 0 0

    Bezoldiging en andere rechten

    1 0 0 0

    Basissalaris

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    316 000

    311 000

    304 450,—

    1 0 0 1

    Aan het ambt verbonden rechten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    65 000

    67 000

    62 673,—

    1 0 0 2

    Rechten in verband met de persoonlijke situatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    20 000

    20 000

    8 134,—

    1 0 0 3

    Sociale zekerheid

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    13 000

    20 000

    12 504,—

    1 0 0 4

    Andere beheersuitgaven.

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    675 000

    910 000

    247 350,—

    1 0 0 6

    Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    77 000

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 0 0

    1 089 000

    1 405 000

    635 111,—

    1 0 1

    Beëindiging van de dienst

    1 0 1 0

    Pensioenen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 0 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 0 2

    Voorziening

    1 0 2 0

    Voorziening voor gewijzigde rechten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    49 000

    49 000

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 0 2

    49 000

    49 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 0

    1 138 000

    1 454 000

    635 111,—

    HOOFDSTUK 1 1

    1 1 0

    Bezoldiging en andere rechten

    1 1 0 0

    Basissalarissen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    221 770 000

    219 068 000

    209 291 313,—

    1 1 0 1

    Aan het ambt verbonden statutaire rechten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 141 000

    2 573 000

    2 172 484,—

    1 1 0 2

    Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    58 072 000

    57 434 000

    54 779 310,—

    1 1 0 3

    Sociale zekerheid

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    9 713 000

    9 602 000

    9 065 121,—

    1 1 0 4

    Aanpassingscoëfficiënten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    50 000

    30 000

    46 804,—

    1 1 0 5

    Overuren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 700 000

    1 633 000

    1 656 666,—

    1 1 0 6

    Statutaire rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 050 000

    3 140 000

    2 201 336,—

     

    Totaal van artikel 1 1 0

    296 496 000

    293 480 000

    279 213 034,—

    1 1 1

    Beëindiging van de dienst

    1 1 1 0

    Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang (overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut)

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    424 000

    321 000

    307 194,—

    1 1 1 1

    Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    258 000

    282 000

    325 464,—

    1 1 1 2

    Rechten van de voormalige secretarissen-generaal

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    542 000

    387 000

    433 885,—

     

    Totaal van artikel 1 1 1

    1 224 000

    990 000

    1 066 543,—

    1 1 2

    Voorziening

    1 1 2 0

    Voorziening (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 513 000

    1 317 000

    0,—

    1 1 2 1

    Voorziening (gepensioneerde en afgevloeide personeelsleden)

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    11 000

    5 000

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 1 2

    2 524 000

    1 322 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 1

    300 244 000

    295 792 000

    280 279 577,—

    HOOFDSTUK 1 2

    1 2 0

    Andere personeelsleden en externe dienstverlening

    1 2 0 0

    Andere personeelsleden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    9 536 000

    7 752 000

    6 649 510,—

    1 2 0 1

    Gedetacheerde nationale deskundigen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 148 000

    1 187 000

    1 030 841,—

    1 2 0 2

    Stages

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    464 000

    565 000

    540 038,—

    1 2 0 3

    Externe dienstverlening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 343 000

    2 069 000

    2 045 824,—

    1 2 0 4

    Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    145 000

    177 000

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 2 0

    13 636 000

    11 750 000

    10 266 213,—

    1 2 2

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    127 000

    51 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 2

    13 763 000

    11 801 000

    10 266 213,—

    HOOFDSTUK 1 3

    1 3 0

    Uitgaven voor personeelsbeheer

    1 3 0 0

    Diverse uitgaven voor aanwerving

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    166 000

    152 000

    137 129,—

    1 3 0 1

    Bijscholing

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 925 000

    1 683 000

    1 589 384,—

     

    Totaal van artikel 1 3 0

    2 091 000

    1 835 000

    1 726 513,—

    1 3 1

    Bijstandsmaatregelen ten behoeve van het personeel van de instelling

    1 3 1 0

    Buitengewone bijstand

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    30 000

    40 000

    16 949,—

    1 3 1 1

    Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    119 000

    119 000

    135 090,—

    1 3 1 2

    Aanvullende steun voor gehandicapten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    115 000

    69 000

    87 895,—

    1 3 1 3

    Overige sociale uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    66 000

    66 000

    65 600,—

     

    Totaal van artikel 1 3 1

    330 000

    294 000

    305 534,—

    1 3 2

    Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

    1 3 2 0

    Medische dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    431 000

    431 000

    356 422,—

    1 3 2 1

    Restaurants en kantines

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    1 115 000

    980 940,—

    1 3 2 2

    Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 014 000

    1 749 000

    1 901 267,—

     

    Totaal van artikel 1 3 2

    2 445 000

    3 295 000

    3 238 629,—

    1 3 3

    Dienstreizen

    1 3 3 1

    Uitgaven voor dienstreizen van het secretariaat-generaal van de Raad.

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 191 000

    3 216 000

    2 659 089,—

    1 3 3 2

    Reiskosten van personeel in verband met de Europese Raad

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    600 000

    600 000

    395 000,—

     

    Totaal van artikel 1 3 3

    3 791 000

    3 816 000

    3 054 089,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 3

    8 657 000

    9 240 000

    8 324 765,—

     

    Totaal van titel 1

    323 802 000

    318 287 000

    299 505 666,—

    HOOFDSTUK 1 0 —

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 1 1 —

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    HOOFDSTUK 1 2 —

    ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    HOOFDSTUK 1 3 —

    OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING

    1 0 0     Bezoldiging en andere rechten

    1 0 0 0   Basissalaris

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    316 000

    311 000

    304 450,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris van de leden van de instelling „Europese Raad”.

    Rechtsgronden

    Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

    1 0 0 1   Aan het ambt verbonden rechten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    65 000

    67 000

    62 673,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de rechten die verbonden zijn aan het ambt van de leden van de instelling „Europese Raad”.

    Rechtsgronden

    Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

    1 0 0 2   Rechten in verband met de persoonlijke situatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 000

    20 000

    8 134,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van rechten in verband met de persoonlijke situatie van de leden van de instelling „Europese Raad”.

    Rechtsgronden

    Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

    1 0 0 3   Sociale zekerheid

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    13 000

    20 000

    12 504,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de werkgeversbijdragen voor de leden van de instelling „Europese Raad”.

    Rechtsgronden

    Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

    1 0 0 4   Andere beheersuitgaven.

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    675 000

    910 000

    247 350,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    reiskosten en daarmee samenhangende dagvergoedingen, alsmede bijkomende of bijzondere kosten in het kader van dienstreizen van de voorzitter van de Europese Raad;

    representatiekosten van de voorzitter van de Europese Raad in de uitoefening van zijn/haar functie en in het kader van de werkzaamheden van de instelling.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 0 0 6   Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    77 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de rechten van de leden van de instelling „Europese Raad” in verband met indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst.

    1 0 1     Beëindiging van de dienst

    1 0 1 0   Pensioenen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    het ouderdomspensioen van de voormalige leden van de instelling „Europese Raad”;

    de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor het ouderdomspensioen van de voormalige leden van de instelling „Europese Raad”.

    Rechtsgronden

    Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

    1 0 2     Voorziening

    1 0 2 0   Voorziening voor gewijzigde rechten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    49 000

    49 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen die voortvloeien uit een wijziging van de rechten van de leden van de instelling „Europese Raad”.

    Rechtsgronden

    Besluit 2009/909/EU van de Raad van 1 december 2009 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de voorzitter van de Europese Raad (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 35).

    HOOFDSTUK 1 1 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    Toelichting

    De kredieten van dit hoofdstuk zijn geraamd op basis van de lijst van het aantal ambten van de Europese Raad en de Raad voor dit begrotingsjaar.

    Op de salarissen, vergoedingen en toelagen is een forfaitaire verlaging van 5,5 % toegepast om rekening te houden met de onvolledige invulling van de lijst van het aantal ambten van de Europese Raad en de Raad.

    1 1 0     Bezoldiging en andere rechten

    1 1 0 0   Basissalarissen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    221 770 000

    219 068 000

    209 291 313,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris, compensatie voor niet opgenomen jaarlijks verlof en managementtoelagen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 1 0 1   Aan het ambt verbonden statutaire rechten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 141 000

    2 573 000

    2 172 484,—

    Toelichting

    Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

    secretariaatstoelagen;

    huisvestings- en vervoervergoedingen;

    vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

    vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of wachtdienst op het werk of thuis;

    overige toelagen en vergoedingen;

    overuren (chauffeurs, beveiligingspersoneel, secretariaatspersoneel voor de secretaris-generaal van de Raad en de voorzitter van de Europese Raad).

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 1 0 2   Statutaire rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    58 072 000

    57 434 000

    54 779 310,—

    Toelichting

    Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

    ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

    de kostwinners-, de kinder- en de schooltoelage;

    de vergoeding voor ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen;

    de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

    de overige toelagen en vergoedingen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 1 0 3   Sociale zekerheid

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 713 000

    9 602 000

    9 065 121,—

    Toelichting

    Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

    de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede de door de instelling te verrichten betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten van tijdelijke functionarissen in hun land van herkomst.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 1 0 4   Aanpassingscoëfficiënten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    50 000

    30 000

    46 804,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 1 0 5   Overuren

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 700 000

    1 633 000

    1 656 666,—

    Toelichting

    Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de onderstaande bepalingen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 1 0 6   Statutaire rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 050 000

    3 140 000

    2 201 336,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

    de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

    de vergoeding bij opzegging door de instelling van een overeenkomst met een tijdelijke functionaris.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 1 1     Beëindiging van de dienst

    1 1 1 0   Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang (overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 41 en 50 van het Statuut)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    424 000

    321 000

    307 194,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor ambtenaren:

    die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

    die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

    Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

    1 1 1 1   Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    258 000

    282 000

    325 464,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vergoedingen die in toepassing van het Statuut of van Verordening (EG, Euratom) nr. 1747/2002 moeten worden betaald;

    de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die voor de diverse vergoedingen gelden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1747/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst zijn aangesteld bij de Raad van de Europese Unie (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 5).

    1 1 1 2   Rechten van de voormalige secretarissen-generaal

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    542 000

    387 000

    433 885,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    het ouderdomspensioen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling;

    de overlevingspensioenen van de overlevende echtgenoten of de wezen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling;

    de bedragen die voortvloeien uit de aanpassingscoëfficiënten die gelden voor het ouderdomspensioen van de voormalige secretarissen-generaal van de instelling.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    1 1 2     Voorziening

    1 1 2 0   Voorziening (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 513 000

    1 317 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

    Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

    1 1 2 1   Voorziening (gepensioneerde en afgevloeide personeelsleden)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    11 000

    5 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

    Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

    HOOFDSTUK 1 2 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    1 2 0     Andere personeelsleden en externe dienstverlening

    1 2 0 0   Andere personeelsleden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 536 000

    7 752 000

    6 649 510,—

    Toelichting

    Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 2 0 1   Gedetacheerde nationale deskundigen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 148 000

    1 187 000

    1 030 841,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van vergoedingen en beheerskosten in verband met gedetacheerde nationale deskundigen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 2007 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd (PB L 327 van 13.12.2007, blz. 10).

    1 2 0 2   Stages

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    464 000

    565 000

    540 038,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een beurs en de kosten voor studiereizen en dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede van een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 2 0 3   Externe dienstverlening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 343 000

    2 069 000

    2 045 824,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle verrichtingen door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name:

    tijdelijk personeel voor diverse diensten;

    extra personeel voor de vergaderingen in Luxemburg en Straatsburg;

    deskundigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 2 0 4   Aanvullende dienstverlening voor de vertaaldienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    145 000

    177 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor, enerzijds, het vertaalwerk van externe vertaalbureaus bij tijdelijke werkoverlast in de talendienst van de Raad en, anderzijds, de werkzaamheden bij de verificatie van de versies van overeenkomsten, verdragen en andere regelingen met derde landen in niet-EU-talen.

    De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, komen ook ten laste van deze post.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 2 2     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    127 000

    51 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

    Het heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende rubrieken van dit hoofdstuk is overgeschreven.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK 1 3 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 3 0     Uitgaven voor personeelsbeheer

    1 3 0 0   Diverse uitgaven voor aanwerving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    166 000

    152 000

    137 129,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

    de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, plaatselijke en hulpfunctionarissen.

    In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken;

    de kosten voor het organiseren van outplacementactiviteiten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

    Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

    1 3 0 1   Bijscholing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 925 000

    1 683 000

    1 589 384,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de organisatiekosten van voortgezette beroepsopleiding en bijscholingscursussen, alsmede van talencursussen, op interinstitutionele basis en binnen de instelling zelf, en competentietests;

    de inschrijvingskosten voor de deelname van ambtenaren aan studiebijeenkomsten en conferenties.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 3 1     Bijstandsmaatregelen ten behoeve van het personeel van de instelling

    1 3 1 0   Buitengewone bijstand

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    30 000

    40 000

    16 949,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 24 en 76.

    1 3 1 1   Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    119 000

    119 000

    135 090,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 3 1 2   Aanvullende steun voor gehandicapten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    115 000

    69 000

    87 895,—

    Toelichting

    Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren in actieve dienst;

    echtgenoten van ambtenaren in actieve dienst;

    alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 3 1 3   Overige sociale uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    66 000

    66 000

    65 600,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de overige sociale uitgaven ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 3 2     Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

    1 3 2 0   Medische dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    431 000

    431 000

    356 422,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van met name:

    uitgaven voor medische zorgen in verband met de Europese Raad;

    operationele uitgaven voor de dispensaria, uitgaven voor verbruiksgoederen, zorg en medische apparatuur;

    uitgaven in verband met medische onderzoeken (bij aanwerving en jaarlijks onderzoek);

    uitgaven die onder de titel van de invaliditeitscomités en specifieke expertise moeten worden geplaatst;

    uitgaven voor brillen voor het werken op beeldschermen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikelen 33 en 59, alsmede bijlage II, artikel 8, en bijlage VII, artikel 2, lid 5.

    Interne richtlijn nr. 2/2010 van de secretaris-generaal betreffende de terugbetaling van uitgaven voor brillen voor het werken op beeldschermen.

    1 3 2 1   Restaurants en kantines

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    1 115 000

    980 940,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding voor de diensten die door de exploitant van de restaurants en kantines worden geleverd.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 3 2 2   Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 014 000

    1 749 000

    1 901 267,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    het aan de Commissie te betalen aandeel van de Raad in de uitgaven van het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen;

    de beheerskosten in verband met de exploitatie van het kinderdagverblijf van de Raad.

    De ontvangsten uit de ouderbijdragen en de bijdragen van de organisaties die ouders in dienst hebben, vormen bestemmingsontvangsten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 3 3     Dienstreizen

    1 3 3 1   Uitgaven voor dienstreizen van het secretariaat-generaal van de Raad.

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 191 000

    3 216 000

    2 659 089,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van de ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

    1 3 3 2   Reiskosten van personeel in verband met de Europese Raad

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    600 000

    600 000

    395 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad voor specifieke activiteiten van de Europese Raad, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

    TITEL 2

    GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 2 0

    2 0 0

    Gebouwen

    2 0 0 0

    Huur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 631 000

    1 607 000

    1 048 635,—

    2 0 0 1

    Erfpacht

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 0 0 2

    Verkrijging van onroerende goederen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    5 000 000

    5 000 000

    25 000 000,—

    2 0 0 3

    Inrichtings- en installatiewerkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    7 860 000

    8 030 000

    1 909 192,—

    2 0 0 4

    Beveiligingswerkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    490 000

    1 110 000

    427 117,—

    2 0 0 5

    Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    470 000

    485 000

    436 300,—

     

    Totaal van artikel 2 0 0

    15 451 000

    16 232 000

    28 821 244,—

    2 0 1

    Uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 1 0

    Schoonmaak en onderhoud

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    13 823 000

    12 861 000

    16 337 684,—

    2 0 1 1

    Water, gas, elektriciteit en verwarming

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 405 000

    4 232 000

    3 976 013,—

    2 0 1 2

    Beveiliging en bewaking van de gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    9 906 000

    9 412 000

    8 787 931,—

    2 0 1 3

    Verzekeringen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    210 000

    211 000

    210 076,—

    2 0 1 4

    Overige uitgaven voor de gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    438 000

    555 000

    405 811,—

     

    Totaal van artikel 2 0 1

    28 782 000

    27 271 000

    29 717 515,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 0

    44 233 000

    43 503 000

    58 538 759,—

    HOOFDSTUK 2 1

    2 1 0

    Informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0

    Aanschaf van hardware en software

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    9 759 000

    7 969 000

    11 168 742,—

    2 1 0 1

    Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    17 895 000

    19 032 000

    17 255 352,—

    2 1 0 2

    Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    5 131 000

    4 891 000

    3 604 705,—

    2 1 0 3

    Telecommunicatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 006 000

    4 224 000

    3 687 944,—

     

    Totaal van artikel 2 1 0

    36 791 000

    36 116 000

    35 716 743,—

    2 1 1

    Meubilair

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    930 000

    946 000

    595 831,—

    2 1 2

    Technisch materieel en technische installaties

    2 1 2 0

    Aanschaf en vervanging van technisch materieel en technische installaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 445 000

    4 243 000

    2 251 292,—

    2 1 2 1

    Externe dienstverlening voor het bedienen en opzetten van technisch materieel en technische installaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    60 000

    60 000

    42 788,—

    2 1 2 2

    Huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en technische installaties, alsmede werkzaamheden daaraan

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 065 000

    580 000

    585 823,—

     

    Totaal van artikel 2 1 2

    3 570 000

    4 883 000

    2 879 903,—

    2 1 3

    Vervoer

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    918 000

    744 000

    466 782,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 1

    42 209 000

    42 689 000

    39 659 259,—

    HOOFDSTUK 2 2

    2 2 0

    Vergaderingen en conferenties

    2 2 0 0

    Reiskosten van de delegaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    19 972 000

    24 675 000

    21 482 591,—

    2 2 0 1

    Diverse reiskosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    445 000

    420 000

    287 000,—

    2 2 0 2

    Kosten van vertolking

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    83 962 300

    86 723 000

    71 789 816,—

    2 2 0 3

    Representatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 351 000

    2 000 000

    1 750 946,—

    2 2 0 4

    Diverse kosten voor interne vergaderingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 717 000

    3 024 000

    2 498 714,—

    2 2 0 5

    Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 320 000

    800 000

    173 723,—

     

    Totaal van artikel 2 2 0

    111 767 300

    117 642 000

    97 982 790,—

    2 2 1

    Informatie

    2 2 1 0

    Documentatie en bibliotheek

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 232 000

    513 000

    815 819,—

    2 2 1 1

    Publicatieblad

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    5 467 000

    5 176 000

    4 618 000,—

    2 2 1 2

    Algemene publicaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    455 000

    610 000

    535 496,—

    2 2 1 3

    Voorlichting en openbare evenementen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 978 000

    1 753 000

    1 176 536,—

     

    Totaal van artikel 2 2 1

    9 132 000

    8 052 000

    7 145 851,—

    2 2 2

    Verbindingsbureaus

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    2 2 3

    Diverse uitgaven

    2 2 3 0

    Kantoorbenodigdheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    530 000

    657 000

    514 750,—

    2 2 3 1

    Porto

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    110 000

    145 000

    93 656,—

    2 2 3 2

    Studies, enquêtes en adviezen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    45 000

    40 000

    55 000,—

    2 2 3 3

    Interinstitutionele samenwerking

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 2 3 4

    Verhuizing

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    20 000

    10 000

    1 311,—

    2 2 3 5

    Financiële kosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    10 000

    20 000

    12 400,—

    2 2 3 6

    Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    700 000

    600 000

    650 000,—

    2 2 3 7

    Overige operationele uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    253 000

    275 000

    200 593,—

     

    Totaal van artikel 2 2 3

    1 668 000

    1 747 000

    1 527 710,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 2

    122 567 300

    127 441 000

    106 656 351,—

     

    Totaal van titel 2

    209 009 300

    213 633 000

    204 854 369,—

    HOOFDSTUK 2 0 —

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    HOOFDSTUK 2 1 —

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

    HOOFDSTUK 2 2 —

    OPERATIONELE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    2 0 0     Gebouwen

    2 0 0 0   Huur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 631 000

    1 607 000

    1 048 635,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huur en de belastingen voor de door de Europese Raad en de Raad gebruikte gebouwen, alsmede voor het huren van zalen, van opslagruimte en van parkeerplaatsen, namelijk:

    te Brussel in gebruik zijnde dienstruimten;

    te Luxemburg in gebruik zijnde dienstruimten (Kirchberg).

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 135 000 EUR.

    De kredietaanvragen zijn verlaagd met inachtneming van de geraamde bestemmingsontvangsten.

    2 0 0 1   Erfpacht

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 0 2   Verkrijging van onroerende goederen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 000 000

    5 000 000

    25 000 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 0 3   Inrichtings- en installatiewerkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 860 000

    8 030 000

    1 909 192,—

    Toelichting

    Dit krediet dient met name ter dekking van de volgende uitgaven:

    inrichting en verbouwing van dienstruimten naargelang van de behoeften van de diensten;

    aanpassing van ruimten en technische installaties aan de geldende eisen en normen op het gebied van veiligheid en hygiëne.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 0 4   Beveiligingswerkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    490 000

    1 110 000

    427 117,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering van inrichtingswerkzaamheden in de gebouwen met betrekking tot de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 0 5   Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    470 000

    485 000

    436 300,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van, onder meer, de bijstand van deskundigen in het kader van de studies voor aanpassing en verruiming van de gebouwen van de Raad.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 1     Uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 1 0   Schoonmaak en onderhoud

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    13 823 000

    12 861 000

    16 337 684,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende schoonmaak- en onderhoudskosten:

    schoonmaken van kantoorruimten;

    diverse onderhouds- en reparatiewerkzaamheden;

    technische benodigdheden;

    contracten voor het onderhoud van de diverse technische installaties (klimaatregeling, verwarming, afvalverwijdering, liften, elektrische installaties en beveiligingsinstallaties);

    onderhoud van tuinen en planten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 1 1   Water, gas, elektriciteit en verwarming

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 405 000

    4 232 000

    3 976 013,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 1 2   Beveiliging en bewaking van de gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 906 000

    9 412 000

    8 787 931,—

    Toelichting

    Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de bewaking van en het toezicht op de gebouwen die de Europese Raad en de Raad in gebruik hebben.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 1 3   Verzekeringen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    210 000

    211 000

    210 076,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de premies van de contracten die met verzekeringsmaatschappijen zijn gesloten voor de door de Europese Raad en de Raad gebruikte gebouwen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 1 4   Overige uitgaven voor de gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    438 000

    555 000

    405 811,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven voor gebouwen, die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name de kosten van vuilnisophaling, bewegwijzering, controles door gespecialiseerde instanties enz.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

    2 1 0     Informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0   Aanschaf van hardware en software

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 759 000

    7 969 000

    11 168 742,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de aankoop of de huur van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 0 1   Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    17 895 000

    19 032 000

    17 255 352,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning en opleiding door dienstverlenende en consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het gebruiken en opzetten van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 0 2   Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 131 000

    4 891 000

    3 604 705,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen, en werkzaamheden daaraan.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 0 3   Telecommunicatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 006 000

    4 224 000

    3 687 944,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de abonnementen en de kosten voor communicatie en de telematicakosten.

    Deze ramingen zijn gemaakt met inachtneming van de bedragen die opnieuw kunnen worden aangewend door de terugvordering van kosten van telefoongesprekken.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 1     Meubilair

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    930 000

    946 000

    595 831,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de aanschaf van meubilair en van speciaal meubilair;

    de vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is of niet meer kan worden gerepareerd;

    de huur van meubilair;

    onderhoud en reparatie van meubilair.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 2     Technisch materieel en technische installaties

    2 1 2 0   Aanschaf en vervanging van technisch materieel en technische installaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 445 000

    4 243 000

    2 251 292,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf en de vervanging van divers, vast of mobiel, technisch materieel en technische installaties voornamelijk in verband met het archief, de aankoopdienst, de veiligheid, de technische dienst voor conferenties, kantines en gebouwen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 2 1   Externe dienstverlening voor het bedienen en opzetten van technisch materieel en technische installaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    60 000

    60 000

    42 788,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor technische ondersteuning en controle, met name in verband met de technische dienst voor conferenties en de kantines.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 2 2   Huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en technische installaties, alsmede werkzaamheden daaraan

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 065 000

    580 000

    585 823,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huur van technisch materieel en technische installaties, alsook van de kosten van het onderhoud en de reparatie daarvan, alsmede werkzaamheden daaraan.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 3     Vervoer

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    918 000

    744 000

    466 782,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

    de aanschaf, leasing en vervanging van het wagenpark;

    de huur van auto's;

    de kosten van onderhoud en reparatie van de dienstvoertuigen (aanschaf van brandstof, banden enz.);

    de kosten verbonden aan het mobiliteitsbeleid van het secretariaat-generaal van de Raad.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    HOOFDSTUK 2 2 — OPERATIONELE UITGAVEN

    2 2 0     Vergaderingen en conferenties

    2 2 0 0   Reiskosten van de delegaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    19 972 000

    24 675 000

    21 482 591,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de terugbetaling van de reiskosten die door het voorzitterschap en de delegaties worden gemaakt bij gelegenheid van:

    zittingen van de Raad;

    vergaderingen die in het kader van de Raad worden gehouden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 31/2008 van de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de vergoeding van de reiskosten van de afgevaardigden van de leden van de Raad.

    2 2 0 1   Diverse reiskosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    445 000

    420 000

    287 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van deskundigen die worden opgeroepen of op missie worden gezonden door de secretaris-generaal van de Raad of door de voorzitter van de Europese Raad.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 21/2009 van de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie inzake de vergoeding van de kosten van dienstreizen van andere personen dan personeelsleden van de Raad van de Europese Unie.

    2 2 0 2   Kosten van vertolking

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    83 962 300

    86 723 000

    71 789 816,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de diensten die het DG Tolken van de Commissie (SCIC) voor het secretariaat-generaal van de Raad verricht ten behoeve van vergaderingen van de Europese Raad, de Raad en de voorbereidende instanties, overeenkomstig Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de tolkenregeling voor de Europese Raad, de Raad en zijn voorbereidende instanties.

    2 2 0 3   Representatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 351 000

    2 000 000

    1 750 946,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de Raad op het gebied van representatie.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 0 4   Diverse kosten voor interne vergaderingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 717 000

    3 024 000

    2 498 714,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van catering en maaltijden die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 0 5   Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 320 000

    800 000

    173 723,—

    Toelichting

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 1     Informatie

    2 2 1 0   Documentatie en bibliotheek

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 232 000

    513 000

    815 819,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de aanschaf van boeken en werken voor de bibliotheek op papier en/of in digitale vorm;

    abonnementen op kranten, tijdschriften, diensten voor de levering van analysen van de inhoud van die kranten en tijdschriften, en andere onlinepublicaties (met uitzondering van persbureaus); het dient eveneens ter dekking van de eventuele auteursrechten voor de reproductie en verspreiding op papier en/of via elektronische weg van deze publicaties;

    toegangskosten voor het gebruik van externe documentaire en statistische gegevensbanken;

    de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten;

    de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 1 1   Publicatieblad

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 467 000

    5 176 000

    4 618 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de voorbereiding, de uitgave en de verspreiding van de teksten die de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend moet maken uit hoofde van artikel 297 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en met het oog op de inwerkingtreding van rechtshandelingen van de Unie.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 1 2   Algemene publicaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    455 000

    610 000

    535 496,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voorbereiding en de — traditionele (op papier of film) of elektronische — uitgave van publicaties in de officiële talen van de lidstaten van de Europese Unie, en ter dekking van de kosten van de verspreiding van publicaties van de Europese Raad en de Raad die niet in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 1 3   Voorlichting en openbare evenementen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 978 000

    1 753 000

    1 176 536,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van met name de openbare zittingen van de Raad en van bijstand aan de audiovisuele media die zich bezighouden met de werkzaamheden van de instelling (huur van materieel, dienstverleningscontracten met radio en televisie, aanschaf, onderhoud en reparatie van het benodigde materieel voor radio- en televisie-uitzendingen, externe fotografiediensten enz.);

    de kosten van diverse voorlichtings- en publicrelationsactiviteiten;

    de uitgaven betreffende publiciteit en promotie van publicaties en openbare evenementen in verband met de activiteiten van de Raad, met inbegrip van de kosten van de bijbehorende begeleiding en infrastructuurvoorzieningen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 2     Verbindingsbureaus

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de operationele uitgaven van de verbindingsbureaus in New York en Genève, die niet in de voorgaande rubrieken zijn genoemd.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3     Diverse uitgaven

    2 2 3 0   Kantoorbenodigdheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    530 000

    657 000

    514 750,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de aanschaf van papier;

    fotokopieën en vaste rechten;

    specifiek papier en kantoorbenodigdheden (gebruikelijke benodigdheden);

    drukwerk;

    benodigdheden voor de verzending van post (enveloppen, pakpapier, plaatjes voor de frankeermachine, stempels, frames);

    benodigdheden voor de reproductiedienst (inkt, offsetplaten, films en chemische producten).

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 1   Porto

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    110 000

    145 000

    93 656,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van portokosten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 2   Studies, enquêtes en adviezen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    45 000

    40 000

    55 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en adviezen die onder contract aan hooggekwalificeerde deskundigen worden toevertrouwd.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 3   Interinstitutionele samenwerking

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de interinstitutionele activiteiten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 4   Verhuizing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 000

    10 000

    1 311,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verplaatsen en vervoeren van materieel.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 5   Financiële kosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    10 000

    20 000

    12 400,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle financiële kosten, met name bankkosten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 6   Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    700 000

    600 000

    650 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten in geval van een veroordeling van de Raad tot betaling van de proceskosten die door een van drie rechterlijke instanties waaruit het Hof van Justitie van de Europese Unie bestaat (zijnde het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken), worden vastgesteld;

    door externe advocaten in rekening gebrachte honoraria om de Raad voor de rechtbank te vertegenwoordigen of om hem te adviseren in administratiefrechtelijke en contractuele aangelegenheden;

    de schadevergoedingen en schadeloosstellingen die ten laste van de Raad kunnen komen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 7   Overige operationele uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    253 000

    275 000

    200 593,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven voor andere verzekeringen dan die met betrekking tot de gebouwen, welke zijn opgenomen onder post 2 0 1 3;

    de aankoop van werkkleding voor het personeel overeenkomstig de door DGA vastgestelde regels, van werkmaterieel voor het personeel van de werkplaatsen en de interne diensten, en van het herstel en onderhoud van de werkkleding;

    de deelneming van de Raad in de uitgaven van enkele verenigingen waarvan de activiteit rechtstreeks verband houdt met de activiteiten van de instellingen van de Unie;

    de overige operationele uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd (vlaggen, diverse diensten).

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    TITEL 3

    UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE VERRICHTING DOOR DE INSTELLING VAN HAAR SPECIFIEKE TAKEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 3 0

    3 0 0

    Andere personeelsleden en externen

    3 0 0 0

    Vergoedingen van de gedetacheerde nationale militaire deskundigen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 0 0 1

    Vergoedingen van de nationale deskundigen die in het kader van het GVDB/GBVB zijn gedetacheerd

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 0 0 2

    Bijzondere adviseurs op het gebied van het GVDB/GBVB

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

     

    Totaal van artikel 3 0 0

    0,—

    3 0 1

    Overige uitgaven in verband met het personeel

    3 0 1 0

    Dienstreizen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 0 1 1

    Bijscholing

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

     

    Totaal van artikel 3 0 1

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 0

    0,—

    HOOFDSTUK 3 1

    3 1 0

    Gebouwen

    3 1 0 0

    Huur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    1 553 102,—

    3 1 0 3

    Inrichtings- en installatiewerkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 1 0 4

    Beveiligingswerkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 1 0 5

    Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

     

    Totaal van artikel 3 1 0

    p.m.

    1 553 102,—

    3 1 1

    Uitgaven in verband met de gebouwen

    3 1 1 0

    Schoonmaak en onderhoud

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    152 691,—

    3 1 1 1

    Water, gas, elektriciteit en verwarming

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    264 706,—

    3 1 1 2

    Beveiliging en bewaking van gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    511 470,—

    3 1 1 3

    Verzekeringen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 1 1 4

    Overige uitgaven voor de gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

     

    Totaal van artikel 3 1 1

    p.m.

    928 867,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 1

    p.m.

    2 481 969,—

    HOOFDSTUK 3 2

    3 2 0

    Informatica en telecommunicatie

    3 2 0 0

    Aanschaf van hardware en software

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 2 0 1

    Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 2 0 2

    Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 2 0 3

    Telecommunicatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

     

    Totaal van artikel 3 2 0

    0,—

    3 2 1

    Meubilair

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 2

    0,—

    HOOFDSTUK 3 3

    3 3 0

    Vergaderingen en conferenties

    3 3 0 0

    Reiskosten van de delegaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 3 0 1

    Diverse reiskosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 3 0 2

    Kosten van vertolking

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 3 0 3

    Kosten voor onthaal en representatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 3 0 4

    Algemene beheerskosten in verband met reizen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 3 0 5

    Diverse vergaderkosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

     

    Totaal van artikel 3 3 0

    0,—

    3 3 1

    Informatie

    3 3 1 0

    Documentatie en bibliotheek

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 3 1 1

    Algemene publicaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 3 1 2

    Voorlichting en openbare evenementen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

     

    Totaal van artikel 3 3 1

    0,—

    3 3 2

    Diverse uitgaven

    3 3 2 0

    Kantoorbenodigdheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 3 2 1

    Studies, enquêtes en adviezen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

    3 3 2 2

    Overige operationele uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    0,—

     

    Totaal van artikel 3 3 2

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 3

    0,—

     

    Totaal van titel 3

    p.m.

    2 481 969,—

    HOOFDSTUK 3 0 —

    PERSONEEL

    HOOFDSTUK 3 1 —

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    HOOFDSTUK 3 2 —

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

    HOOFDSTUK 3 3 —

    OPERATIONELE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 3 0 — PERSONEEL

    3 0 0     Andere personeelsleden en externen

    3 0 0 0   Vergoedingen van de gedetacheerde nationale militaire deskundigen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter financiering van de emolumenten voor de nationale militaire deskundigen die als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie werkzaamheden uitvoeren in het kader van het GVDB/GBVB.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit 2000/178/GBVB van de Raad van 28 februari 2000 tot vaststelling van de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen op militair gebied die bij het secretariaat-generaal van de Raad worden gedetacheerd gedurende de interim-periode (PB L 57 van 2.3.2000, blz. 1).

    Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

    Besluit 2003/479/EG van de Raad van 16 juni 2003 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd (PB L 160 van 28.6.2003, blz. 72).

    3 0 0 1   Vergoedingen van de nationale deskundigen die in het kader van het GVDB/GBVB zijn gedetacheerd

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter financiering van de emolumenten voor de nationale deskundigen die werkzaamheden uitvoeren in het kader van het GVDB/GBVB, met name in de sector crisisbeheersing en in de sector beveiliging van de informatietechnologie.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 2007 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd (PB L 327 van 13.12.2007, blz. 10).

    3 0 0 2   Bijzondere adviseurs op het gebied van het GVDB/GBVB

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de bezoldiging voor bijzondere adviseurs die door de Raad zijn benoemd met het oog op de uitvoering van specifieke expertiseopdrachten in het kader van het GVDB/GBVB.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 5, 119 en 120.

    3 0 1     Overige uitgaven in verband met het personeel

    3 0 1 0   Dienstreizen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van:

    dienstreizen in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie;

    dienstreizen van de nationale deskundigen, die in het kader van het GVDB/GBVB gedetacheerd zijn.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

    Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 2007 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd (PB L 327 van 13.12.2007, blz. 10).

    3 0 1 1   Bijscholing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de kosten van deelneming aan cursussen, conferenties en congressen in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit 2000/178/GBVB van de Raad van 28 februari 2000 tot vaststelling van de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen op militair gebied die bij het secretariaat-generaal van de Raad worden gedetacheerd gedurende de interim-periode (PB L 57 van 2.3.2000, blz. 1).

    Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

    HOOFDSTUK 3 1 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    3 1 0     Gebouwen

    3 1 0 0   Huur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    1 553 102,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de financiering van de huur van de gebouwen Kortenberg en ER te Brussel, die zijn bestemd voor de ambtenaren en gedetacheerde nationale deskundigen die werkzaam zijn op het gebied van het GVDB/GBVB.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 1 0 3   Inrichtings- en installatiewerkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van inrichtings- en installatiewerkzaamheden, met inbegrip van:

    inrichting van de dienstruimten naargelang van de behoeften van de diensten;

    aanpassing van de ruimten aan de geldende eisen en normen op het gebied van veiligheid en hygiëne.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    3 1 0 4   Beveiligingswerkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de kosten van de beveiliging van de gebouwen Kortenberg en ER.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 1 0 5   Initiële kosten voor de verkrijging, oprichting en inrichting van gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de kosten van de bouwkundige en technisch-bouwkundige studies in verband met de exploitatie van de gebouwen Kortenberg en ER.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 1 1     Uitgaven in verband met de gebouwen

    3 1 1 0   Schoonmaak en onderhoud

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    152 691,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de volgende schoonmaak- en onderhoudskosten:

    schoonmaken van dienstruimten, werkplaatsen en magazijnen (met inbegrip van vitrage, gordijnen, tapijten, jaloezieën enz.);

    vervanging van versleten vitrage, gordijnen en tapijten;

    schilderwerk;

    diverse onderhoudswerkzaamheden;

    reparatiewerkzaamheden aan de technische installaties;

    technische benodigdheden;

    contracten voor het onderhoud van de diverse technische installaties (klimaatregeling, verwarming, afvalverwijdering, liften).

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 1 1 1   Water, gas, elektriciteit en verwarming

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    264 706,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de kosten van het verbruik van water, gas, elektriciteit en verwarming in de gebouwen Kortenberg en ER.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 1 1 2   Beveiliging en bewaking van gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    511 470,—

    Toelichting

    Deze post dient voornamelijk ter dekking van de kosten van de beveiliging en bewaking op de gebouwen Kortenberg en ER.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 1 1 3   Verzekeringen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de premies voor de verzekeringen van de gebouwen Kortenberg en ER.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 1 1 4   Overige uitgaven voor de gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter betaling van de andere lopende uitgaven voor de gebouwen Kortenberg en ER, die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name de kosten van vuilnisophaling, bewegwijzering, controles door gespecialiseerde instanties enz.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    HOOFDSTUK 3 2 — INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

    3 2 0     Informatica en telecommunicatie

    3 2 0 0   Aanschaf van hardware en software

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter financiering van de aanschaf, huur of vervanging van hardware of software voor informaticasystemen en -toepassingen, hardware voor kantoorautomatisering en telecommunicatie, alsmede technische installaties voor de diensten die op het gebied van het GVDB/GBVB werkzaam zijn.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit van de plaatsvervangend secretaris-generaal van 18 december 2000 houdende oprichting van een cel Infosec (Information Systems Security).

    3 2 0 1   Externe dienstverlening voor het toepassen en opzetten van informaticasystemen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de uitgaven voor ondersteuning door dienstverlenende en consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op de exploitatie en de realisering van informatica- en telecommunicatiesystemen, -toepassingen en -materieel, alsmede van technische installaties (met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers) voor de diensten die op het gebied van het GVDB/GBVB werkzaam zijn.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 2 0 2   Werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de kosten van het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen, hardware voor kantoorautomatisering en telecommunicatie en technische installaties voor de diensten die op het gebied van het GVDB/GBVB werkzaam zijn.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 2 0 3   Telecommunicatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de abonnementen en de kosten voor communicatie en telematica die specifiek voortvloeien uit de werkzaamheden in het kader van het GVDB/GBVB.

    Deze ramingen zijn gemaakt met inachtneming van de bedragen die opnieuw kunnen worden aangewend door de terugvordering van kosten van telefoongesprekken en telegrammen, alsmede van de tariefovereenkomsten met Belgacom.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 2 1     Meubilair

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter financiering van de aanschaf van specifiek, beveiligd of gespecialiseerd meubilair voor de ambtenaren en de nationale deskundigen die gedetacheerd zijn in het kader van GVDB/GBVB.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    HOOFDSTUK 3 3 — OPERATIONELE UITGAVEN

    3 3 0     Vergaderingen en conferenties

    3 3 0 0   Reiskosten van de delegaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de reiskosten die door het voorzitterschap en de delegaties worden gemaakt bij gelegenheid van de zittingen van het Politiek en Veiligheidscomité, het Militair Comité en de overige vergaderingen die specifiek in het kader van het GVDB/GBVB worden gehouden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit 2001/78/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 tot instelling van het Politiek en Veiligheidscomité (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 1).

    Besluit nr. 31/2008 van de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de vergoeding van de reiskosten van de afgevaardigden van de leden van de Raad.

    3 3 0 1   Diverse reiskosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van deskundigen op het gebied van het EVDB/GBVB die op vergaderingen worden uitgenodigd of op missie worden gezonden door de secretaris-generaal van de Raad.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 21/2009 van de plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie inzake de vergoeding van de kosten van dienstreizen van andere personen dan personeelsleden van de Raad van de Europese Unie.

    3 3 0 2   Kosten van vertolking

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de kosten van de dienstverrichting door de tolken van de Commissie ten behoeve van de Raad bij gelegenheid van de zittingen van het Politiek en Veiligheidscomité, het Militair Comité en de overige vergaderingen die specifiek in het kader van het GVDB/GBVB worden gehouden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit 2001/78/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 tot instelling van het Politiek en Veiligheidscomité (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 1).

    3 3 0 3   Kosten voor onthaal en representatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de kosten van onthaal en representatie van met name het Politiek en Veiligheidscomité en de nationale deskundigen die gedetacheerd zijn bij de Militaire Staf van de Europese Unie.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 3 0 4   Algemene beheerskosten in verband met reizen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de incidentele kosten die worden gemaakt buiten de zetel van de Raad als gevolg van reizen in het kader van het GVDB/GBVB: tijdelijke huur van dienstruimten en technisch materieel, kosten van incidenteel vertalen en tolken, telecommunicatiekosten en andere kosten in verband met vergaderingen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

    Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 2007 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd (PB L 327 van 13.12.2007, blz. 10).

    3 3 0 5   Diverse vergaderkosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de vergaderkosten en diverse overige algemene beheerskosten die verband houden met de uitvoering van het GVDB/GBVB en niet specifiek onder een andere post vallen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 3 1     Informatie

    3 3 1 0   Documentatie en bibliotheek

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van studiekosten en de kosten van de verwerving van expertise, documentatie of gespecialiseerde gegevens in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

    3 3 1 1   Algemene publicaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de kosten voor de voorbereiding, de — traditionele (op papier of film) of elektronische — uitgave en de verspreiding van publicaties van de Raad op het gebied van het GVDB/GBVB die niet in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 3 1 2   Voorlichting en openbare evenementen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de uitgaven voor voorlichting op het gebied van het GVDB/GBVB.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 3 2     Diverse uitgaven

    3 3 2 0   Kantoorbenodigdheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter financiering van de aanschaf van papier en kantoorbenodigdheden voor de ambtenaren en de nationale deskundigen die gedetacheerd zijn in het kader van het GVDB/GBVB.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 3 2 1   Studies, enquêtes en adviezen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de uitgaven voor studies en adviezen die onder contract aan hooggekwalificeerde deskundigen op het gebied van het GVDB/GBVB worden toevertrouwd.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 3 2 2   Overige operationele uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter financiering van de aanschaf van uniformen en toebehoren, met name voor het veiligheidspersoneel voor de gebouwen Kortenberg en ER.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    TITEL 10

    OVERIGE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

     

    HOOFDSTUK 10 0

    700 000

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 0

    700 000

    p.m.

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 1

    2 000 000

    2 000 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 1

    2 000 000

    2 000 000

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    2 700 000

    2 000 000

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    535 511 300

    533 920 000

    506 842 004,—

    HOOFDSTUK 10 0 —

    VOORZIENINGEN

    HOOFDSTUK 10 1 —

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    700 000

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    In dit hoofdstuk zijn voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 000 000

    2 000 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

    PERSONEEL

    Afdeling II — Europese Raad en Raad

    Functiegroep en rang

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Voorzitter van de Europese Raad

    Overige

    Niet ingedeeld

    2

    AD 16

    8

    1

    AD 15

    33 (59)

    1

    AD 14

    104 (60)

    2

    1

    AD 13

    185

    3

    AD 12

    173

    2

    2

    AD 11

    128

    AD 10

    76

    3

    AD 9

    101

    1

    AD 8

    105

    AD 7

    168

    1

    AD 6

    154

    3

    AD 5

    117

    Totaal AD

    1 352

    17

    3

    AST 11

    31

    2

    AST 10

    34

    1

    AST 9

    67

    AST 8

    97

    1

    AST 7

    317

    2

    AST 6

    224

    2

    AST 5

    191

    3

    AST 4

    186

    1

    AST 3

    203

    3

    AST 2

    205

    1

    AST 1

    208

    Totaal AST

    1 763

    16

    Totaal-generaal

    3 117

    33

    3

    Totaal personeel

    3 153


    Functiegroep en rang

    2013

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Voorzitter van de Europese Raad

    Overige

    Niet-ingedeeld

    1

    AD 16

    8

    1

    AD 15

    33 (61)

    1

    AD 14

    126 (62)

    2

    1

    AD 13

    193

    3

    AD 12

    158

    2

    2

    AD 11

    108

    AD 10

    80

    3

    AD 9

    107

    1

    AD 8

    122

    AD 7

    189

    1

    AD 6

    133

    3

    AD 5

    135

    Totaal AD

    1 392

    17

    3

    AST 11

    36

    2

    AST 10

    35

    1

    AST 9

    70

    AST 8

    107

    1

    AST 7

    308

    2

    AST 6

    218

    2

    AST 5

    186

    3

    AST 4

    197

    1

    AST 3

    229

    3

    AST 2

    218

    1

    AST 1

    120

    Totaal AST

    1 724

    16

    Totaal-generaal

    3 117

    33

    3

    Totaal personeel

    3 153

    AFDELING IV

    HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE

    STAAT VAN ONTVANGSTEN

    Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Hof van Justitie voor het begrotingsjaar 2013

    Omschrijving

    Bedrag

    Uitgaven

    354 880 000

    Eigen inkomsten

    –44 794 000

    Te ontvangen bijdrage

    310 086 000

    EIGEN INKOMSTEN

    TITEL 4

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN OF ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

    23 277 000

    22 623 000

    21 235 431,88

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    3 393 000

    3 319 000

    3 147 475,52

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    26 670 000

    25 942 000

    24 382 907,40

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    18 124 000

    18 044 000

    18 112 907,40

    4 1 1

    Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    p.m.

    p.m.

    616 777,37

    4 1 2

    Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    18 124 000

    18 044 000

    18 729 684,77

     

    Totaal van titel 4

    44 794 000

    43 986 000

    43 112 592,17

    HOOFDSTUK 4 0 —

    DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

    HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    23 277 000

    22 623 000

    21 235 431,88

    Toelichting

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    3 393 000

    3 319 000

    3 147 475,52

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELINGEN

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    18 124 000

    18 044 000

    18 112 907,40

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

    4 1 1     Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    616 777,37

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 107, alsmede artikel 11, lid 2, en artikel 48 van bijlage VIII.

    4 1 2     Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    TITEL 5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 5 0

    5 0 0

    Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0

    Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    353 288,60

    5 0 0 1

    Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 5 0 0

    p.m.

    p.m.

    353 288,60

    5 0 2

    Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    133 136,37

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 0

    p.m.

    p.m.

    486 424,97

    HOOFDSTUK 5 1

    5 1 1

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 1 1 1

    Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 5 1 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 2

    5 2 0

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    p.m.

    p.m.

    56 174,70

    5 2 2

    Rente over voorfinancieringen

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 2

    p.m.

    p.m.

    56 174,70

    HOOFDSTUK 5 5

    5 5 0

    Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 5 1

    Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verrichte diensten en werken — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 5

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 7

    5 7 0

    Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    352 976,16

    5 7 1

    Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 7 3

    Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    467 423,26

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 7

    p.m.

    p.m.

    820 399,42

    HOOFDSTUK 5 8

    5 8 0

    Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 8 1

    Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    7 523,73

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 8

    p.m.

    p.m.

    7 523,73

    HOOFDSTUK 5 9

    5 9 0

    Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 9

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 5

    p.m.

    p.m.

    1 370 522,82

    HOOFDSTUK 5 0 —

    OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

    HOOFDSTUK 5 1 —

    VERHUUROPBRENGST

    HOOFDSTUK 5 2 —

    OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    HOOFDSTUK 5 5 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN

    HOOFDSTUK 5 7 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 5 8 —

    DIVERSE VERGOEDINGEN

    HOOFDSTUK 5 9 —

    OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

    HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

    5 0 0     Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0   Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    353 288,60

    Toelichting

    Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt onder deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 0 1   Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 2     Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    133 136,37

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 1 — VERHUUROPBRENGST

    5 1 1     Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0   Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement, beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 1 1 1   Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement, beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    5 2 0     Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    56 174,70

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt uit beleggingen of leningen, bankrenten en andere renten.

    5 2 2     Rente over voorfinancieringen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE OPBRENGST VAN DIENSTEN EN WERKEN

    5 5 0     Ontvangsten afkomstig van de opbrengst van diensten en werken ten behoeve van andere instellingen of organen, met inbegrip van vergoedingen voor dienstreizen betaald voor rekening van en terugbetaald door andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 5 1     Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verrichte diensten en werken — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    5 7 0     Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    352 976,16

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 1     Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder d), van het Financieel Reglement, beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 3     Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    467 423,26

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN

    5 8 0     Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 8 1     Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    7 523,73

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

    5 9 0     Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking geboekt.

    TITEL 9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 9 0

    9 0 0

    Diverse ontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 9 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 9

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    44 794 000

    43 986 000

    44 483 114,99

    HOOFDSTUK 9 0 —

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN

    9 0 0     Diverse ontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1

    AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 0

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    33 357 000

    32 538 000

    30 434 394,04

    1 2

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    208 399 500

    207 263 000

    194 472 834,66

    1 4

    ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    19 686 500

    17 656 000

    17 997 804,74

    1 6

    OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    5 806 500

    5 469 000

    4 594 086,61

     

    Totaal van titel 1

    267 249 500

    262 926 000

    247 499 120,05

    2

    GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    2 0

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    62 265 000

    60 937 000

    66 097 229,28

    2 1

    INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    18 632 500

    18 530 000

    16 623 718,33

    2 3

    LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    2 843 000

    1 832 000

    2 018 251,43

    2 5

    VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    696 500

    710 000

    662 954,53

    2 7

    VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    3 148 500

    3 360 000

    2 969 760,13

     

    Totaal van titel 2

    87 585 500

    85 369 000

    88 371 913,70

    3

    UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING

    3 7

    SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

    45 000

    40 000

    33 419,55

     

    Totaal van titel 3

    45 000

    40 000

    33 419,55

    10

    OVERIGE UITGAVEN

    10 0

    VOORZIENINGEN

    p.m.

    p.m.

    0,—

    10 1

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    354 880 000

    348 335 000

    335 904 453,30

    TITEL 1

    AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 1 0

    1 0 0

    Bezoldiging en andere rechten

    1 0 0 0

    Bezoldiging en vergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    22 849 000

    22 537 000

    21 822 220,49

    1 0 0 2

    Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    565 000

    575 000

    389 702,—

     

    Totaal van artikel 1 0 0

    23 414 000

    23 112 000

    22 211 922,49

    1 0 2

    Overbruggingstoelagen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 279 000

    2 223 000

    1 768 769,80

    1 0 3

    Pensioenen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    6 666 000

    6 395 000

    5 882 901,64

    1 0 4

    Dienstreizen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    288 000

    284 000

    284 000,—

    1 0 6

    Opleidingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    435 000

    382 000

    286 800,11

    1 0 9

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    275 000

    142 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 0

    33 357 000

    32 538 000

    30 434 394,04

    HOOFDSTUK 1 2

    1 2 0

    Bezoldigingen en andere rechten

    1 2 0 0

    Bezoldigingen en vergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    202 805 000

    202 827 000

    191 424 191,38

    1 2 0 2

    Betaalde overuren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    728 500

    728 000

    697 128,05

    1 2 0 4

    Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 908 000

    2 565 000

    2 200 666,65

     

    Totaal van artikel 1 2 0

    206 441 500

    206 120 000

    194 321 986,08

    1 2 2

    Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

    1 2 2 0

    Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    230 000

    230 000

    150 848,58

    1 2 2 2

    Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 2 2

    230 000

    230 000

    150 848,58

    1 2 9

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 728 000

    913 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 2

    208 399 500

    207 263 000

    194 472 834,66

    HOOFDSTUK 1 4

    1 4 0

    Andere personeelsleden en externen

    1 4 0 0

    Andere personeelsleden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    5 200 000

    4 985 000

    4 558 769,05

    1 4 0 4

    Stages en uitwisseling van personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    676 000

    720 000

    575 000,—

    1 4 0 5

    Andere externe dienstverlening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    309 000

    282 000

    368 019,35

    1 4 0 6

    Externe dienstverlening op taalkundig gebied

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    13 454 500

    11 645 000

    12 496 016,34

     

    Totaal van artikel 1 4 0

    19 639 500

    17 632 000

    17 997 804,74

    1 4 9

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    47 000

    24 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 4

    19 686 500

    17 656 000

    17 997 804,74

    HOOFDSTUK 1 6

    1 6 1

    Uitgaven in verband met het personeelsbeheer

    1 6 1 0

    Diverse uitgaven voor de aanwerving

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    278 500

    240 000

    174 455,14

    1 6 1 2

    Bijscholing

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 534 000

    1 505 000

    1 517 910,36

     

    Totaal van artikel 1 6 1

    1 812 500

    1 745 000

    1 692 365,50

    1 6 2

    Dienstreizen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    346 500

    336 000

    326 920,50

    1 6 3

    Voorzieningen voor het personeel van de instelling

    1 6 3 0

    Sociale dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    43 000

    43 000

    9 169,89

    1 6 3 2

    Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    267 500

    209 000

    209 411,63

     

    Totaal van artikel 1 6 3

    310 500

    252 000

    218 581,52

    1 6 5

    Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

    1 6 5 0

    Medische dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    189 000

    288 000

    132 278,18

    1 6 5 2

    Restaurants en kantines

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    198 000

    76 000

    73 940,91

    1 6 5 4

    Kinderdagverblijf

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 950 000

    2 772 000

    2 150 000,—

     

    Totaal van artikel 1 6 5

    3 337 000

    3 136 000

    2 356 219,09

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 6

    5 806 500

    5 469 000

    4 594 086,61

     

    Totaal van titel 1

    267 249 500

    262 926 000

    247 499 120,05

    HOOFDSTUK 1 0 —

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 1 2 —

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    HOOFDSTUK 1 4 —

    ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    HOOFDSTUK 1 6 —

    OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING

    1 0 0     Bezoldiging en andere rechten

    1 0 0 0   Bezoldiging en vergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    22 849 000

    22 537 000

    21 822 220,49

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 3, 4, 4 bis, 11 en 14.

    Dit krediet dient ter dekking, voor de leden van de instelling, van:

    het basissalaris;

    de standplaatsvergoeding;

    de gezinstoelagen, te weten: de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

    de representatie en ambtsvergoedingen;

    de werkgeversbijdrage (0,87 %) voor de ongevallen en beroepsziekteverzekering en de werkgeversbijdrage (3,4 %) voor de ziektekostenverzekering;

    de geboortetoelage;

    de uitkeringen bij overlijden van een lid van de instelling;

    de kosten van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de basissalarissen, de standplaatsvergoedingen, de gezinstoelagen en de overmakingen van een deel van de bezoldiging van de leden van de instelling naar het buitenland (analoge toepassing van artikel 17 van bijlage VII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie).

    1 0 0 2   Rechten in verband met de ambtsaanvaarding, de overplaatsing en de ambtsneerlegging

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    565 000

    575 000

    389 702,—

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de reiskosten van de leden van de instelling (met inbegrip van hun gezinsleden) bij de aanvaarding van hun ambt en bij de neerlegging ervan;

    de bij de aanvaarding van hun ambt en bij hun vertrek verschuldigde inrichtingsvergoeding;

    de bij de aanvaarding van hun ambt en bij hun vertrek verschuldigde verhuiskosten.

    1 0 2     Overbruggingstoelagen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 279 000

    2 223 000

    1 768 769,80

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

    Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de voor het land van de verblijfplaats vastgestelde aanpassingscoëfficiënten voor de voormalige leden van het Hof.

    1 0 3     Pensioenen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 666 000

    6 395 000

    5 882 901,64

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de ouderdomspensioenen van de voormalige leden van de instelling, alsmede de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten van het land van hun verblijfplaats;

    de invaliditeitspensioenen;

    de overlevingspensioenen voor overlevende echtgenoten en/of wezen van de voormalige leden van de instelling en de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt van het land van hun verblijfplaats.

    1 0 4     Dienstreizen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    288 000

    284 000

    284 000,—

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

    Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten in verband met dienstreizen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 0 6     Opleidingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    435 000

    382 000

    286 800,11

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van talencursussen of andere seminars voor opleiding voor de leden van de instelling.

    1 0 9     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    275 000

    142 000

    0,—

    Toelichting

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Dit krediet dient ter dekking van de financiële consequenties van eventuele door de Raad in de loop van dit begrotingsjaar vast te stellen aanpassingen van de bezoldigingen en de pensioenen.

    Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement.

    HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    Toelichting

    Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire verlaging van 4 % toegepast.

    1 2 0     Bezoldigingen en andere rechten

    1 2 0 0   Bezoldigingen en vergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    202 805 000

    202 827 000

    191 424 191,38

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 62, 64, 65, 66, 67 en 68, alsmede bijlage VII, afdeling I, artikel 69, bijlage VII, artikel 4, bijlage XIII, artikel 18, de artikelen 72 en 73, bijlage VIII, artikel 15, de artikelen 70, 74 en 75, bijlage VII, artikel 8, en artikel 34 van het Statuut.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 28 bis, 42, 47 en 48.

    Regeling betreffende de ziektekostenverzekering van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 23.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    het basissalaris van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

    de gezinstoelagen, met name de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

    de ontheemdingstoelage en de toelage voor verblijf in het buitenland van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

    de secretariaatstoelage van ambtenaren van categorie AST, die als stenotypist(e), telexist(e), typist(e), directiesecretaris/secretaresse of hoofdsecretaris/secretaresse werkzaam zijn;

    de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering (3,4 % van het basissalaris); de bijdrage van de personeelsleden bedraagt 1,7 % van het basissalaris;

    de werkgeversbijdrage voor de ongevallen en beroepsziekteverzekering (0,87 % van het basissalaris) en de bijkomende uitgaven welke voortvloeien uit de toepassing van de desbetreffende bepalingen van het statuut;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen;

    de betalingen die de instelling verricht met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

    de geboortetoelage en, in geval van overlijden van een ambtenaar, de betaling van de totale bezoldiging van de overledene tot en met de derde maand na de maand van overlijden, alsmede van de kosten van vervoer van het lichaam naar de plaats van herkomst van de overledene;

    de reiskosten van het jaarlijkse verlof van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

    de ontslagvergoeding van wegens kennelijke onbekwaamheid ontslagen ambtenaren op proef, de vergoeding wegens opzegging door de instelling van het contract van de tijdelijke functionarissen en de inkoop van pensioenrechten van voormalige hulpfunctionarissen die als tijdelijke functionarissen of als ambtenaren zijn aangesteld;

    financiële gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van ambtenaren en hulpfunctionarissen en de vergoeding voor de overuren;

    huisvestings- en vervoersvergoedingen;

    vaste ambtsvergoeding;

    vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

    vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 2 0 2   Betaalde overuren

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    728 500

    728 000

    697 128,05

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

    Dit krediet dient ter dekking van de vaste vergoedingen of vergoedingen op basis van het aantal gemaakte uren voor ambtenaren, hulpfunctionarissen en plaatselijke functionarissen die overwerk verrichten dat niet overeenkomstig de geldende bepalingen met vrije tijd kan worden gecompenseerd.

    1 2 0 4   Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 908 000

    2 565 000

    2 200 666,65

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 20 en 71, alsmede bijlage VII, artikelen 5, 6, 7, 9 en 10.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de aan het personeel (met inbegrip van hun gezinsleden) bij indiensttreding of vertrek verschuldigde reiskosten;

    de inrichtingsvergoedingen verschuldigd aan personeelsleden die bij indiensttreding of beëindiging van de dienst van woonplaats moeten veranderen;

    de verhuiskosten van personeelsleden die bij hun indiensttreding of bij beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

    de dagvergoedingen voor personeelsleden die aantonen dat zij bij hun indiensttreding van woonplaats moeten veranderen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 2 2     Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

    1 2 2 0   Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    230 000

    230 000

    150 848,58

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 50 en 72, alsook bijlage IV.

    Dit krediet dient ter dekking van de toelagen ten behoeve van de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling, en de ambtenaren die een ambt bekleden in rang AD 16, AD 15 of AD 14 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

    1 2 2 2   Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vergoedingen krachtens het Statuut of andere regelingen;

    de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van de begunstigden van de vergoedingen;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de verschillende vergoedingen.

    1 2 9     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 728 000

    913 000

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Dit krediet dient ter dekking van de financiële gevolgen van eventuele in de loop van het jaar door de Raad vast te stellen aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen.

    Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

    HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    1 4 0     Andere personeelsleden en externen

    1 4 0 0   Andere personeelsleden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 200 000

    4 985 000

    4 558 769,05

    Toelichting

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 3 en de titels III en IV, artikel 4 en titel V, en artikel 5 en titel VI.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    bezoldiging en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van de hulpfunctionarissen, hulptolken, plaatselijke functionarissen en hulpvertalers;

    honoraria en de kosten van de bijzondere adviseurs, de honoraria van de raadgevende arts daaronder begrepen;

    uitgaven betreffende het eventuele beroep op arbeidscontractanten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 4 0 4   Stages en uitwisseling van personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    676 000

    720 000

    575 000,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van:

    de uitgaven betreffende de detachering van ambtenaren van lidstaten of andere nationale deskundigen in de diensten van het Hof van Justitie van de Europese Unie;

    de kosten van beurzen voor studenten die stage volgen bij de diensten van de instelling.

    1 4 0 5   Andere externe dienstverlening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    309 000

    282 000

    368 019,35

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere incidentele hulpdiensten, voor zover zij niet door de eigen diensten van het Hof van Justitie kunnen worden verricht.

    1 4 0 6   Externe dienstverlening op taalkundig gebied

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    13 454 500

    11 645 000

    12 496 016,34

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven betreffende de door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (ICTI) besliste acties ter bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalkundig gebied;

    de uitgaven voor freelancetolken van het directoraat-generaal Tolken van de Europese Commissie;

    de bezoldiging van de conferentietolken;

    de uitgaven voor op contract en ad interim werkzaam conferentiepersoneel;

    prestaties van derden op het gebied van de correctie van teksten, met name de honoraria en de kosten van verzekering, verplaatsing, verblijf en dienstreizen van freelancecorrectoren, alsmede bijkomende administratieve uitgaven;

    uitgaven voor werkzaamheden van zelfstandige vertalers of uitzendvertalers, alsmede voor type- en andere werkzaamheden die door de vertaaldienst aan derden worden opgedragen.

    1 4 9     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    47 000

    24 000

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Dit krediet is bestemd ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Dit krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement.

    HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 6 1     Uitgaven in verband met het personeelsbeheer

    1 6 1 0   Diverse uitgaven voor de aanwerving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    278 500

    240 000

    174 455,14

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankondigingen, de uitnodigingen van de kandidaten, de huur van zalen en machines voor het organiseren van algemene vergelijkende onderzoeken op interinstitutionele basis. In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond, op grond van functionele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet gedeeltelijk worden gebruikt voor het organiseren van vergelijkende onderzoeken door het Hof van Justitie zelf.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 6 1 2   Bijscholing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 534 000

    1 505 000

    1 517 910,36

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

    Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele basis, met inbegrip van de talencursussen.

    Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 6 2     Dienstreizen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    346 500

    336 000

    326 920,50

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 11, 12 en 13 van bijlage VII.

    Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 6 3     Voorzieningen voor het personeel van de instelling

    1 6 3 0   Sociale dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    43 000

    43 000

    9 169,89

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

    Dit krediet dient ter dekking van de bijstand aan personeelsleden die in een zeer benarde situatie verkeren.

    Het is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, tevens bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

    1 6 3 2   Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    267 500

    209 000

    209 411,63

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de financiële steun voor initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten, onder meer in de vorm van subsidies aan personeelsverenigingen die zich bezighouden met activiteiten op cultureel of op sportgebied;

    andere uitgaven en subsidies ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 6 5     Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

    1 6 5 0   Medische dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    189 000

    288 000

    132 278,18

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het jaarlijkse medische onderzoek van alle ambtenaren, daaronder begrepen de analyses en speciale onderzoeken die in het kader daarvan worden gevraagd en de huishoudelijke kosten van de spreek- en behandelkamer.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 6 5 2   Restaurants en kantines

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    198 000

    76 000

    73 940,91

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop en het onderhoud van het materiaal en van een gedeelte van de exploitatiekosten van het restaurant en de cafetaria.

    Dit krediet dient eveneens ter dekking van de aanpassing en vernieuwing van installaties van restaurants en kantines.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 6 5 4   Kinderdagverblijf

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 950 000

    2 772 000

    2 150 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Hof voor het kinderdagverblijf en het studiecentrum in Luxemburg.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    TITEL 2

    GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 2 0

    2 0 0

    Gebouwen

    2 0 0 0

    Huur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    13 132 000

    12 648 000

    11 585 507,23

    2 0 0 1

    Huurkoop

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    30 030 000

    29 480 000

    38 815 043,26

    2 0 0 3

    Verwerving van onroerende goederen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 0 0 5

    Oprichting van gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 0 0 7

    Inrichting van dienstruimten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 520 000

    899 000

    889 279,36

    2 0 0 8

    Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 440 000

    1 368 000

    978 887,38

     

    Totaal van artikel 2 0 0

    46 122 000

    44 395 000

    52 268 717,23

    2 0 2

    Uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 2 2

    Schoonmaak en onderhoud

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    7 153 000

    6 896 000

    6 320 059,15

    2 0 2 4

    Energieverbruik

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 870 000

    3 735 000

    2 163 934,70

    2 0 2 6

    Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    5 684 000

    5 446 000

    5 008 293,19

    2 0 2 8

    Verzekeringen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    112 000

    127 000

    107 244,84

    2 0 2 9

    Overige uitgaven in verband met de gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    324 000

    338 000

    228 980,17

     

    Totaal van artikel 2 0 2

    16 143 000

    16 542 000

    13 828 512,05

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 0

    62 265 000

    60 937 000

    66 097 229,28

    HOOFDSTUK 2 1

    2 1 0

    Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0

    Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    5 371 000

    4 743 000

    4 210 886,61

    2 1 0 2

    Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    9 883 000

    9 616 000

    9 388 452,87

    2 1 0 3

    Telecommunicatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    800 000

    1 050 000

    879 859,22

     

    Totaal van artikel 2 1 0

    16 054 000

    15 409 000

    14 479 198,70

    2 1 2

    Meubilair

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    926 000

    1 028 000

    350 884,09

    2 1 4

    Technische installaties en technisch materieel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    244 000

    693 000

    382 494,83

    2 1 6

    Voertuigen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 408 500

    1 400 000

    1 411 140,71

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 1

    18 632 500

    18 530 000

    16 623 718,33

    HOOFDSTUK 2 3

    2 3 0

    Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    736 000

    707 000

    932 432,75

    2 3 1

    Financiële kosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    20 000

    26 000

    15 161,—

    2 3 2

    Juridische kosten en schadevergoeding

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    20 000

    20 000

    17 740,—

    2 3 6

    Portokosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    350 000

    635 000

    675 000,—

    2 3 8

    Overige huishoudelijke uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 717 000

    444 000

    377 917,68

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 3

    2 843 000

    1 832 000

    2 018 251,43

    HOOFDSTUK 2 5

    2 5 2

    Onthaal- en representatiekosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    197 000

    184 000

    171 286,36

    2 5 4

    Conferenties, congressen en vergaderingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    326 000

    339 000

    315 382,68

    2 5 6

    Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    173 500

    187 000

    176 285,49

    2 5 7

    Dienst juridische informatica

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 5

    696 500

    710 000

    662 954,53

    HOOFDSTUK 2 7

    2 7 0

    Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 7 2

    Documentatie, bibliotheek en archivering

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 333 500

    1 278 000

    1 166 483,68

    2 7 4

    Productie en verspreiding

    2 7 4 0

    Publicatieblad

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    630 000

    600 000

    648 000,—

    2 7 4 1

    Publicaties van algemene aard

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 185 000

    1 482 000

    1 155 276,45

     

    Totaal van artikel 2 7 4

    1 815 000

    2 082 000

    1 803 276,45

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 7

    3 148 500

    3 360 000

    2 969 760,13

     

    Totaal van titel 2

    87 585 500

    85 369 000

    88 371 913,70

    HOOFDSTUK 2 0 —

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    HOOFDSTUK 2 1 —

    INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    HOOFDSTUK 2 3 —

    LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 2 5 —

    VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    HOOFDSTUK 2 7 —

    VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    2 0 0     Gebouwen

    2 0 0 0   Huur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    13 132 000

    12 648 000

    11 585 507,23

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huurbedragen voor de gebouwen die door de instelling worden gebruikt.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 0 1   Huurkoop

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    30 030 000

    29 480 000

    38 815 043,26

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen voor de huurkoop van gebouwen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 0 3   Verwerving van onroerende goederen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 0 0 5   Oprichting van gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient voor de opvoering van kredieten voor de oprichting van gebouwen.

    2 0 0 7   Inrichting van dienstruimten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 520 000

    899 000

    889 279,36

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van inrichtingswerkzaamheden, met name het aanbrengen van tussenschotten, gordijnen en kabels, schilderwerk, behang, vloerbedekking, valse plafonds, alsmede de desbetreffende technische installaties;

    de uitgaven voor werkzaamheden voortvloeiend uit studies en technische bijstand.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 0 8   Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 440 000

    1 368 000

    978 887,38

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

    2 0 2     Uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 2 2   Schoonmaak en onderhoud

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 153 000

    6 896 000

    6 320 059,15

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud, overeenkomstig de lopende contracten, van ruimten en technische installaties, alsmede van de uitgaven voor het werk en het nodige materiaal voor het algemene onderhoud (schilderwerkzaamheden, reparaties, enz.) van de door het Hof van Justitie gebruikte gebouwen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten, bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 160 000 EUR.

    2 0 2 4   Energieverbruik

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 870 000

    3 735 000

    2 163 934,70

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 180 000 EUR.

    2 0 2 6   Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 684 000

    5 446 000

    5 008 293,19

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de beveiliging van de door de instelling gebruikte gebouwen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten, bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 84 000 EUR.

    2 0 2 8   Verzekeringen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    112 000

    127 000

    107 244,84

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de verzekeringspremies voor de door de instelling gebruikte gebouwen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 2 9   Overige uitgaven in verband met de gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    324 000

    338 000

    228 980,17

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de andere lopende uitgaven in verband met gebouwen welke niet speciaal zijn vermeld in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name straatbelasting, reiniging, vuilnisophaaldienst, bewegwijzering, enz.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten, bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 12 000 EUR.

    HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    2 1 0     Materieel, exploitatiekosten en diensten in verband met informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0   Aankoop en onderhoud van materieel en software en werkzaamheden daaraan

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 371 000

    4 743 000

    4 210 886,61

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de vervanging, de huur, de reparatie en het onderhoud van alle apparatuur op het gebied van kantoorautomatisering, informatica en telefonie (met inbegrip van telefax, videoconferentiematerieel en multimediamaterieel), alsook materieel voor tolkwerkzaamheden, zoals tolkencabines, koptelefoons en luisterapparatuur ten behoeve van installaties voor simultane vertolking.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 0 2   Diensten van derden in verband met de exploitatie, het ontwerpen en het onderhoud van software en systemen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 883 000

    9 616 000

    9 388 452,87

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de analyse en programmering van informaticaonderzoek.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 0 3   Telecommunicatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    800 000

    1 050 000

    879 859,22

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met telecommunicatie, zoals abonnementen en de kosten van (vaste en mobiele) telefoonverbindingen.

    Het dekt ook de uitgaven betreffende de datatransmissienetwerken.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten, bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 60 000 EUR.

    2 1 2     Meubilair

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    926 000

    1 028 000

    350 884,09

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    aankoop van bijkomend meubilair;

    vervanging van een gedeelte van het meubilair dat ten minste 15 jaar oud is, en van het meubilair dat niet kan worden gerepareerd;

    huur van meubilair;

    kosten van onderhoud en reparatie van meubilair.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 4     Technische installaties en technisch materieel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    244 000

    693 000

    382 494,83

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    aanschaf van technisch materieel;

    vervanging van technisch materieel, met name audiovisueel materieel, materieel voor archieven en bibliotheek, alsook diverse werktuigen voor de onderhoudsdienst van de gebouwen en reproductie, verspreidings- en postmaterieel;

    huur van technisch materieel en technische installaties;

    onderhoud en reparatie van het materieel als in dit artikel genoemd.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 6     Voertuigen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 408 500

    1 400 000

    1 411 140,71

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    aanschaf van voertuigen;

    vervanging van de voertuigen met de hoogste kilometerstand boven 120 000 km;

    huur en gebruikskosten van huurvoertuigen;

    onderhoud, reparatie, parkeerruimte, parkeerkosten en verzekering van de dienstauto’s, alsmede van de autowegentol.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten, bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 43 000 EUR.

    HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    2 3 0     Papier, kantoorbenodigdheden en divers klein materiaal

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    736 000

    707 000

    932 432,75

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier en kantoorbenodigdheden:

    xerografisch papier en papier voor fotokopieën en facturatie;

    papier en kantoorbenodigdheden;

    materieel voor de reproductiedienst;

    materieel voor de diensten belast met de verspreiding van documenten en van de post;

    materieel voor bandopnameapparatuur;

    drukkerijbenodigdheden en formulieren;

    benodigdheden voor kantoorautomatiserings- en informatica-apparatuur;

    ander en niet in de inventaris opgenomen materieel.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten, bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 1 100 EUR.

    2 3 1     Financiële kosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 000

    26 000

    15 161,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio’s en diverse kosten) en van de overige financiële kosten.

    De door de instelling geïnde bankrenten op haar rekeningen worden als ontvangsten geboekt.

    2 3 2     Juridische kosten en schadevergoeding

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 000

    20 000

    17 740,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van, met name, de honoraria van de advocaten die de gemachtigde van de instelling bijstaan in zaken tussen de administratie van de instelling en een van zijn ambtenaren of personeelsleden, en van schadevergoedingen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 3 6     Portokosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    350 000

    635 000

    675 000,—

    Toelichting

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 3 8     Overige huishoudelijke uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 717 000

    444 000

    377 917,68

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid, diefstal, risico in verband met tekstverwerkingsapparatuur, risico in verband met elektronica);

    de aankoop, het onderhoud en de reiniging van voornamelijk de toga’s van de magistraten, de uniformen voor bodes en chauffeurs, de werkkleding voor het personeel verantwoordelijk voor de reproductie van documenten en voor het onderhoudspersoneel;

    de diverse benodigdheden voor interne vergaderingen;

    de kosten van interne verhuizing en van opslag en verdeling van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

    de door de dienstverrichters gedane huishoudelijke uitgaven;

    de overige huishoudelijke uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    HOOFDSTUK 2 5 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    2 5 2     Onthaal- en representatiekosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    197 000

    184 000

    171 286,36

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de ontvangst- en representatiekosten van de instelling en van de onthaal- en representatiekosten voor de personeelsleden.

    2 5 4     Conferenties, congressen en vergaderingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    326 000

    339 000

    315 382,68

    Toelichting

    Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van de organisatie, met medewerking van de ministeries van justitie, in de plaats waar de instelling is gevestigd, van seminaries en informatiedagen voor magistraten en andere juristen uit de lidstaten.

    Met het oog op de verdere samenhangende ontwikkeling van de rechtspraak van het Hof en van de nationale rechterlijke instanties op het gebied van het Unierecht zijn studiebijeenkomsten met hoge magistraten van de lidstaten en specialisten op het gebied van het Unierecht noodzakelijk.

    Dit krediet dient tevens ter dekking van de organisatiekosten, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten van de deelnemers.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 5 6     Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    173 500

    187 000

    176 285,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop en opstelling van populair-wetenschappelijke werken over het Unierecht en van de overige uitgaven voor voorlichting en foto’s, alsook van de bijdrage in de kosten van bezoeken aan de instelling.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 5 7     Dienst juridische informatica

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven ingevolge een eventueel verzoek van de Commissie aan de andere instellingen om een bijdrage in de kosten van de dienst juridische informatica (invoering en verspreiding van gegevens van de interinstitutionele gegevensbank).

    HOOFDSTUK 2 7 — VOORLICHTING: AANKOOP, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    2 7 0     Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 7 2     Documentatie, bibliotheek en archivering

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 333 500

    1 278 000

    1 166 483,68

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de aankoop van boekwerken, documenten en andere publicaties, alsmede van de bijwerking van reeds aanwezige werken;

    het inbrengen en de aankoop van geïnformatiseerde gegevens op het gebied van juridische documentatie;

    speciale bibliotheekuitrusting;

    de abonnementen op kranten, algemene tijdschriften en diverse berichtgevingen;

    de abonnementen op persbureaus;

    het inbinden en onderhouden van het bibliotheekbezit;

    de kosten van het gebruik van sommige externe juridische databanken.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 7 4     Productie en verspreiding

    2 7 4 0   Publicatieblad

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    630 000

    600 000

    648 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten verbonden aan bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten, bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 20 000 EUR.

    2 7 4 1   Publicaties van algemene aard

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 185 000

    1 482 000

    1 155 276,45

    Toelichting

    Dit krediet dient met name ter dekking van de druk- en distributiekosten van de Jurisprudentie van het Hof, evenals van het Gerecht en van het Gerecht voor ambtenarenzaken, alsook van het Repertorium van de rechtspraak op het gebied van het Unierecht.

    Dit krediet dient eveneens ter dekking van de kosten verbonden aan de uitgave van het Jaarverslag en van andere brochures over het Hof die aan bezoekers worden verstrekt.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    TITEL 3

    UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT SPECIFIEKE TAKEN VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 3 7

    3 7 1

    Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie

    3 7 1 0

    Gerechtelijke kosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    45 000

    40 000

    33 419,55

    3 7 1 1

    Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Euratom-Verdrag

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 3 7 1

    45 000

    40 000

    33 419,55

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 7

    45 000

    40 000

    33 419,55

     

    Totaal van titel 3

    45 000

    40 000

    33 419,55

    HOOFDSTUK 3 7 —

    SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

    HOOFDSTUK 3 7 — SPECIALE UITGAVEN VAN BEPAALDE INSTELLINGEN EN ORGANEN

    3 7 1     Speciale uitgaven van het Hof van Justitie van de Europese Unie

    3 7 1 0   Gerechtelijke kosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    45 000

    40 000

    33 419,55

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van een normale rechtsbedeling in alle gevallen waarin kosteloze rechtsbijstand wordt verleend, alsmede van de kosten van getuigen en deskundigen, van plaatsopneming en van rogatoire commissies, van honoraria van advocaten en van andere kosten die ten laste van het Hof van Justitie kunnen komen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 7 1 1   Arbitragecommissie bedoeld in artikel 18 van het Euratom-Verdrag

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    TITEL 10

    OVERIGE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

     

    HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    354 880 000

    348 335 000

    335 904 453,30

    HOOFDSTUK 10 0 —

    VOORZIENINGEN

    HOOFDSTUK 10 1 —

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    PERSONEEL

    Afdeling IV — Hof van Justitie van de Europese Unie

    Functiegroep en rang

    Hof van Justitie van de Europese Unie

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    AD 16

    5

    5

    AD 15

    10

    1

    10

    1

    AD 14

    45 (63)

    45 (64)

    39 (65)

    44 (66)

    AD 13

    100

    98

    AD 12

    102 (67)

    68

    107 (68)

    66

    AD 11

    67

    75

    69

    73

    AD 10

    42

    34

    42

    33

    AD 9

    137

    1

    129

    1

    AD 8

    170

    1

    178

    1

    AD 7

    156

    126

    AD 6

    44

    44

    AD 5

    49

    28

    40

    Totaal AD

    927

    253

    887

    219

    AST 11

    10

    10

    AST 10

    12

    1

    10

    1

    AST 9

    29

    29

    AST 8

    41

    5

    35

    5

    AST 7

    67

    29

    73

    28

    AST 6

    65

    24

    67

    24

    AST 5

    66

    47

    66

    45

    AST 4

    81

    42

    81

    68

    AST 3

    140

    10

    131

    10

    AST 2

    84

    5

    84

    5

    AST 1

    57

    74

    Totaal AST

    652

    163

    660

    186

    Totaal-generaal

    1 579  (69)

    416

    1 547  (70)

    405

    Totaal personeel

    1 995  (71)  (72)

    1 952  (73)

    AFDELING V

    REKENKAMER

    STAAT VAN ONTVANGSTEN

    Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Rekenkamer voor het begrotingsjaar 2013

    Omschrijving

    Bedrag

    Uitgaven

    142 760 618

    Eigen inkomsten

    –20 170 000

    Te ontvangen bijdrage

    122 590 618

    EIGEN INKOMSTEN

    TITEL 4

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

    10 170 000

    10 210 000

    9 348 170,81

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 0 4

    Opbrengst van de bijzondere heffing die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    1 400 000

    1 400 000

    1 409 791,33

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    11 570 000

    11 610 000

    10 757 962,14

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    8 400 000

    8 300 000

    8 035 326,58

    4 1 1

    Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    p.m.

    1 300 000

    47 781,40

    4 1 2

    Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    8 400 000

    9 600 000

    8 083 107,98

     

    Totaal van titel 4

    19 970 000

    21 210 000

    18 841 070,12

    HOOFDSTUK 4 0 —

    DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    10 170 000

    10 210 000

    9 348 170,81

    Toelichting

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis van de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    4 0 4     Opbrengst van de bijzondere heffing die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    1 400 000

    1 400 000

    1 409 791,33

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1).

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    8 400 000

    8 300 000

    8 035 326,58

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

    4 1 1     Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    1 300 000

    47 781,40

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en bijlage VIII, artikel 48.

    4 1 2     Bijdragen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    TITEL 5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 5 0

    5 0 0

    Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0

    Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    3 150,—

    5 0 0 1

    Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten (oud artikel 5 0 0)

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 5 0 0

    p.m.

    p.m.

    3 150,—

    5 0 2

    Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    11 187,36

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 0

    p.m.

    p.m.

    14 337,36

    HOOFDSTUK 5 1

    5 1 1

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 1 1 1

    Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 5 1 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 2

    5 2 0

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    p.m.

    p.m.

    387 594,78

    5 2 2

    Rente over voorfinancieringen

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 2

    p.m.

    p.m.

    387 594,78

    HOOFDSTUK 5 5

    5 5 0

    Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 5 1

    Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 5

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 7

    5 7 0

    Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    272 097,98

    5 7 1

    Ontvangsten die voor een bepaald doel bestemd zijn, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 7 3

    Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 7

    p.m.

    p.m.

    272 097,98

    HOOFDSTUK 5 8

    5 8 0

    Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 8 1

    Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 8

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 9

    5 9 0

    Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 9

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 5

    p.m.

    p.m.

    674 030,12

    HOOFDSTUK 5 0 —

    OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

    HOOFDSTUK 5 1 —

    VERHUUROPBRENGST

    HOOFDSTUK 5 2 —

    OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    HOOFDSTUK 5 5 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    HOOFDSTUK 5 7 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 5 8 —

    DIVERSE VERGOEDINGEN

    HOOFDSTUK 5 9 —

    OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

    HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

    5 0 0     Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0   Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    3 150,—

    Toelichting

    Deze post is bestemd voor het boeken van ontvangsten afkomstig van de verkoop of overname van tot de instelling behorende voertuigen.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 0 1   Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten (oud artikel 5 0 0)

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze post is bestemd voor het boeken van ontvangsten afkomstig van de verkoop of de overname van de andere roerende goederen dan voertuigen van de instelling.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 2     Verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    11 187,36

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten in elektronische vorm. De ontvangsten worden op 70 000 EUR geschat.

    HOOFDSTUK 5 1 — VERHUUROPBRENGST

    5 1 1     Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0   Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 1 1 1   Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    5 2 0     Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    387 594,78

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die afkomstig zijn van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling.

    5 2 2     Rente over voorfinancieringen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die worden gegenereerd door de rente over voorfinancieringen.

    HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    5 5 0     Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 5 1     Ontvangsten afkomstig van derden wegens op hun verzoek verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    5 7 0     Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    272 097,98

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 1     Ontvangsten die voor een bepaald doel bestemd zijn, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 3     Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN

    5 8 0     Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 8 1     Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

    5 9 0     Overige ontvangsten voortvloeiend uit de administratieve werking

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de overige ontvangsten uit de administratieve werking geboekt.

    TITEL 9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 9 0

    9 0 0

    Diverse ontvangsten

    200 000

    200 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 9 0

    200 000

    200 000

    0,—

     

    Totaal van titel 9

    200 000

    200 000

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    20 170 000

    21 410 000

    19 515 100,24

    HOOFDSTUK 9 0 —

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN

    9 0 0     Diverse ontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    200 000

    200 000

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de diverse ontvangsten geboekt.

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1

    AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 0

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    14 565 337

    14 592 283

    12 951 777,94

    1 2

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    97 772 266

    96 486 831

    87 624 116,81

    1 4

    ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    4 175 765

    4 173 000

    3 863 885,18

    1 6

    OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    6 428 250

    6 483 500

    5 532 342,69

     

    Totaal van titel 1

    122 941 618

    121 735 614

    109 972 122,62

    2

    GEBOUWEN, ROERENDE GOEDEREN, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    2 0

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    8 327 000

    9 941 000

    13 914 903,68

    2 1

    INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    8 027 000

    7 338 000

    7 246 359,75

    2 3

    LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    413 000

    525 000

    482 296,56

    2 5

    VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    768 000

    793 000

    752 614,10

    2 7

    INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    2 284 000

    2 144 000

    1 969 030,90

     

    Totaal van titel 2

    19 819 000

    20 741 000

    24 365 204,99

    10

    OVERIGE UITGAVEN

    10 0

    VOORZIENINGEN

    p.m.

    p.m.

    0,—

    10 1

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    142 760 618

    142 476 614

    134 337 327,61

    TITEL 1

    AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 1 0

    1 0 0

    Bezoldiging en andere rechten

    1 0 0 0

    Bezoldiging, vergoedingen en pensioenen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    8 669 992

    8 495 000

    8 291 574,29

    1 0 0 2

    Rechten in verband met de ambtsaanvaarding en ambtsneerlegging

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    224 259

    829 000

    213 245,—

     

    Totaal van artikel 1 0 0

    8 894 251

    9 324 000

    8 504 819,29

    1 0 2

    Overbruggingstoelagen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 736 480

    1 682 253

    1 192 008,95

    1 0 3

    Pensioenen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 437 561

    3 128 000

    2 951 673,27

    1 0 4

    Dienstreizen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    308 000

    308 000

    239 642,98

    1 0 6

    Opleiding

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    70 000

    100 000

    63 633,45

    1 0 9

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    119 045

    50 030

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 0

    14 565 337

    14 592 283

    12 951 777,94

    HOOFDSTUK 1 2

    1 2 0

    Bezoldiging en andere rechten

    1 2 0 0

    Bezoldiging en vergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    95 362 536

    94 540 000

    86 269 724,78

    1 2 0 2

    Betaalde overuren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    421 829

    460 000

    400 520,89

    1 2 0 4

    Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 180 087

    1 067 000

    953 871,14

     

    Totaal van artikel 1 2 0

    96 964 452

    96 067 000

    87 624 116,81

    1 2 2

    Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

    1 2 2 0

    Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 2 2 2

    Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 2 2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 2 9

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    807 814

    419 831

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 2

    97 772 266

    96 486 831

    87 624 116,81

    HOOFDSTUK 1 4

    1 4 0

    Andere personeelsleden en externen

    1 4 0 0

    Andere personeelsleden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 832 900

    2 685 000

    2 567 999,77

    1 4 0 4

    Stages en uitwisseling van personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    987 000

    1 044 000

    941 665,64

    1 4 0 5

    Andere externe dienstverlening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    40 315

    111 000

    25 830,77

    1 4 0 6

    Externe dienstverlening op taalkundig gebied

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    293 000

    323 000

    328 389,—

     

    Totaal van artikel 1 4 0

    4 153 215

    4 163 000

    3 863 885,18

    1 4 9

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    22 550

    10 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 4

    4 175 765

    4 173 000

    3 863 885,18

    HOOFDSTUK 1 6

    1 6 1

    Uitgaven voor personeelsbeheer

    1 6 1 0

    Diverse uitgaven voor de aanwerving

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    60 250

    68 500

    62 000,—

    1 6 1 2

    Bijscholing

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    705 000

    690 000

    687 467,72

     

    Totaal van artikel 1 6 1

    765 250

    758 500

    749 467,72

    1 6 2

    Dienstreizen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 700 000

    3 802 000

    3 416 856,77

    1 6 3

    Bijstand aan het personeel van de instelling

    1 6 3 0

    Sociale dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    25 000

    15 000

    25 216,—

    1 6 3 2

    Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en overige maatregelen op sociaal gebied

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    64 000

    103 000

    61 435,73

     

    Totaal van artikel 1 6 3

    89 000

    118 000

    86 651,73

    1 6 5

    Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

    1 6 5 0

    Medische dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    105 000

    106 000

    68 488,75

    1 6 5 2

    Restaurants en kantines

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    45 000

    37 000

    52 416,04

    1 6 5 4

    Kinderdagverblijf

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 654 000

    1 597 000

    1 158 461,68

    1 6 5 5

    Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van de Rekenkamer

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    70 000

    65 000

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 6 5

    1 874 000

    1 805 000

    1 279 366,47

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 6

    6 428 250

    6 483 500

    5 532 342,69

     

    Totaal van titel 1

    122 941 618

    121 735 614

    109 972 122,62

    HOOFDSTUK 1 0 —

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 1 2 —

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    HOOFDSTUK 1 4 —

    ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    HOOFDSTUK 1 6 —

    OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING

    1 0 0     Bezoldiging en andere rechten

    1 0 0 0   Bezoldiging, vergoedingen en pensioenen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 669 992

    8 495 000

    8 291 574,29

    Toelichting

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 2.

    Dit krediet dient ter dekking van de salarissen, vergoedingen en toelagen van de leden van de Rekenkamer, alsmede van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

    1 0 0 2   Rechten in verband met de ambtsaanvaarding en ambtsneerlegging

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    224 259

    829 000

    213 245,—

    Toelichting

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 6.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de reiskosten bij de indiensttreding of de beëindiging van het ambt van de leden van de Rekenkamer;

    de inrichtingsvergoedingen voor de leden van de Rekenkamer bij het aanvaarden of beëindigen van hun ambt;

    de verhuiskosten van de leden van de Rekenkamer bij het aanvaarden of beëindigen van hun ambt.

    1 0 2     Overbruggingstoelagen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 736 480

    1 682 253

    1 192 008,95

    Toelichting

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 8.

    Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen en gezinstoelagen van de leden van de Rekenkamer na beëindiging van hun dienst.

    1 0 3     Pensioenen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 437 561

    3 128 000

    2 951 673,27

    Toelichting

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name de artikelen 9, 10, 11 en 16.

    Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen, invaliditeitspensioenen van de voormalig leden van de Rekenkamer alsmede van de overlevingspensioenen voor de overlevende echtgenoten en wezen van genoemde leden.

    1 0 4     Dienstreizen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    308 000

    308 000

    239 642,98

    Toelichting

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1), met name artikel 6.

    Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, dienstreisvergoedingen en bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 000 EUR.

    1 0 6     Opleiding

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    70 000

    100 000

    63 633,45

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelneming van de leden van de Rekenkamer aan talencursussen of andere bij- en nascholingscursussen.

    1 0 9     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    119 045

    50 030

    0,—

    Toelichting

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

    HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    Toelichting

    Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire verlaging van 2 % toegepast.

    1 2 0     Bezoldiging en andere rechten

    1 2 0 0   Bezoldiging en vergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    95 362 536

    94 540 000

    86 269 724,78

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

    de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de bijdrage van de instelling voor het gemeenschappelijk stelsel van ziektekostenverzekering;

    diverse toelagen en vergoedingen;

    de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

    de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van kennelijke onbekwaamheid;

    de vergoeding in geval van ontbinding door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid;

    de vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 2 0 2   Betaalde overuren

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    421 829

    460 000

    400 520,89

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

    Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

    1 2 0 4   Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 180 087

    1 067 000

    953 871,14

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

    het verschil tussen de bijdragen van de hulpfunctionarissen aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het uniale stelsel moeten afdragen in geval van rekwalificatie van een contract.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 2 2     Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

    1 2 2 0   Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

    Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan de ambtenaren die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling, en aan ambtenaren in leidinggevende functies waarvan het ambt om redenen van dienstbelang is opgeheven.

    1 2 2 2   Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vergoedingen die krachtens het Statuut of andere regelingen moeten worden betaald;

    de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de diverse vergoedingen.

    1 2 9     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    807 814

    419 831

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

    Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement.

    HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    1 4 0     Andere personeelsleden en externen

    1 4 0 0   Andere personeelsleden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 832 900

    2 685 000

    2 567 999,77

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient vooral ter dekking van de volgende uitgaven:

    de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name hulpfunctionarissen, arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

    de honoraria van medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 4 0 4   Stages en uitwisseling van personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    987 000

    1 044 000

    941 665,64

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven in verband met de detachering en de tijdelijke aanstelling bij de diensten van de Rekenkamer van ambtenaren uit bij voorrang lidstaten of andere landen en van andere deskundigen, of in verband met overleg van korte duur;

    de vergoeding aan ambtenaren van de Unie van extra kosten als gevolg van hun deelneming aan een uitwisseling;

    de kosten van stages bij de diensten van de Rekenkamer.

    1 4 0 5   Andere externe dienstverlening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    40 315

    111 000

    25 830,77

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van tijdelijk personeel, met uitzondering van vertalers ad interim.

    1 4 0 6   Externe dienstverlening op taalkundig gebied

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    293 000

    323 000

    328 389,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven voor de activiteiten waartoe door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (Comité interinstitutionnel de la traduction et de l'interprétation, CITI) is besloten om de interinstitutionele samenwerking op taalgebied te bevorderen;

    de honoraria, sociale bijdragen, reiskosten en verblijfsvergoedingen van freelance tolken en andere niet-permanente tolken;

    de uitgaven voor de werkzaamheden van onafhankelijke of ad interim werkzame vertalers, of voor typewerk en ander door de vertaaldienst aan derden uitbesteed werk.

    1 4 9     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    22 550

    10 000

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis, alsmede bijlage XI.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt na overschrijving naar andere artikelen of posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het bepaalde in het Financieel Reglement.

    HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 6 1     Uitgaven voor personeelsbeheer

    1 6 1 0   Diverse uitgaven voor de aanwerving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    60 250

    68 500

    62 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor advertenties, de oproeping van kandidaten en de huur van de zalen en de machines voor rechtstreeks door de Rekenkamer te organiseren algemene vergelijkende onderzoeken en andere selectieprocedures, alsmede van de uitgaven in verband met de verplaatsing en de medische keuring van de kandidaten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 6 1 2   Bijscholing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    705 000

    690 000

    687 467,72

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het organiseren van bijscholingscursussen, met inbegrip van talencursussen, en studiedagen op het gebied van controle en financieel beheer op interinstitutionele basis, alsmede van de kosten van deelneming aan soortgelijke activiteiten in de lidstaten.

    Dit krediet dekt tevens een deel van de kosten van bijdragen aan bepaalde beroepsorganisaties waarvan het doel relevant is voor de werkzaamheden van de Rekenkamer.

    Tevens dient het ter financiering van de aankoop van didactisch en technisch materieel dat bestemd is voor de opleiding van het personeel.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 500 EUR.

    1 6 2     Dienstreizen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 700 000

    3 802 000

    3 416 856,77

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

    Dit krediet dient ter dekking van vervoerskosten, inclusief de bijkomende kosten die zijn verbonden aan het opmaken van reisbiljetten en het regelen van reserveringen, alsmede dienstreisvergoedingen en bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen van het statutaire en ander personeel van de Rekenkamer en die welke worden gemaakt in verband met deskundigen of nationale of internationale ambtenaren die zijn gedetacheerd bij de diensten van de Rekenkamer en stagiairs.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    1 6 3     Bijstand aan het personeel van de instelling

    1 6 3 0   Sociale dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    25 000

    15 000

    25 216,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

    Dit krediet dient ter dekking van de hulp aan personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

    Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, tevens bestemd voor personen met een handicap die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

    1 6 3 2   Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en overige maatregelen op sociaal gebied

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    64 000

    103 000

    61 435,73

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de financiële steun voor initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten, onder meer in de vorm van subsidies aan personeelsverenigingen die zich bezighouden met activiteiten op cultureel of op sportgebied;

    andere uitgaven en subsidies ten behoeve van de personeelsleden en hun gezinnen.

    1 6 5     Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

    1 6 5 0   Medische dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    105 000

    106 000

    68 488,75

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede artikel 8 van bijlage II.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het jaarlijkse medische onderzoek van alle personeelsleden, inclusief de kosten van de in het kader van dit onderzoek gevraagde laboratoriumonderzoeken en nadere medische onderzoeken.

    1 6 5 2   Restaurants en kantines

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    45 000

    37 000

    52 416,04

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van de restaurants en cafetaria's.

    Dit krediet dient tevens ter dekking van de aanpassing en vernieuwing van het in het restaurant en de cafetaria's geplaatste materieel om dit in overeenstemming met de vigerende nationale hygiëne- en veiligheidsvoorschriften te brengen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 6 5 4   Kinderdagverblijf

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 654 000

    1 597 000

    1 158 461,68

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de Rekenkamer voor het kinderdagverblijf en het studiecentrum in Luxemburg.

    1 6 5 5   Uitgaven van het PMO voor het beheer van dossiers betreffende het personeel van de Rekenkamer

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    70 000

    65 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die zijn vastgelegd in verband met de dienstenovereenkomsten tussen het PMO en de Rekenkamer.

    TITEL 2

    GEBOUWEN, ROERENDE GOEDEREN, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 2 0

    2 0 0

    Gebouwen

    2 0 0 0

    Huur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 466 000

    4 195 000

    3 782 000,—

    2 0 0 1

    Huurkoop

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 0 0 3

    Verwerving van onroerende goederen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 000 000

    3 000 000

    7 000 000,—

    2 0 0 5

    Oprichting van gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 0 0 7

    Inrichting van dienstruimten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    160 000

    165 000

    324 929,42

    2 0 0 8

    Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    35 000

    50 000

    44 366,48

     

    Totaal van artikel 2 0 0

    5 661 000

    7 410 000

    11 151 295,90

    2 0 2

    Uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 2 2

    Schoonmaak en onderhoud

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 211 000

    1 106 000

    1 432 999,99

    2 0 2 4

    Energieverbruik

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 099 000

    1 044 000

    809 370,83

    2 0 2 6

    Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    204 000

    232 000

    398 565,53

    2 0 2 8

    Verzekeringen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    66 000

    69 000

    49 815,37

    2 0 2 9

    Overige uitgaven in verband met de gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    86 000

    80 000

    72 856,06

     

    Totaal van artikel 2 0 2

    2 666 000

    2 531 000

    2 763 607,78

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 0

    8 327 000

    9 941 000

    13 914 903,68

    HOOFDSTUK 2 1

    2 1 0

    Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0

    Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 236 000

    1 907 000

    1 779 276,35

    2 1 0 2

    Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 122 000

    3 960 000

    4 094 999,99

    2 1 0 3

    Telecommunicatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    839 000

    634 000

    626 000,—

     

    Totaal van artikel 2 1 0

    7 197 000

    6 501 000

    6 500 276,34

    2 1 2

    Meubilair

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    109 000

    107 000

    105 060,73

    2 1 4

    Technisch materieel en technische installaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    150 000

    159 000

    120 761,18

    2 1 6

    Voertuigen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    571 000

    571 000

    520 261,50

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 1

    8 027 000

    7 338 000

    7 246 359,75

    HOOFDSTUK 2 3

    2 3 0

    Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    150 000

    165 000

    140 988,22

    2 3 1

    Financiële kosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    20 000

    20 000

    20 000,—

    2 3 2

    Juridische kosten en schadevergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    30 000

    20 000

    140 000,—

    2 3 6

    Portokosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    50 000

    55 000

    45 105,—

    2 3 8

    Overige huishoudelijke uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    163 000

    265 000

    136 203,34

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 3

    413 000

    525 000

    482 296,56

    HOOFDSTUK 2 5

    2 5 2

    Onthaal- en representatiekosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    234 000

    234 000

    245 607,27

    2 5 4

    Vergaderingen, congressen en conferenties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    142 000

    142 000

    130 181,26

    2 5 6

    Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    17 000

    17 000

    16 825,57

    2 5 7

    Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    375 000

    400 000

    360 000,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 5

    768 000

    793 000

    752 614,10

    HOOFDSTUK 2 7

    2 7 0

    Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    480 000

    480 000

    328 591,16

    2 7 2

    Documentatie, bibliotheek en archivering

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    304 000

    304 000

    294 866,25

    2 7 4

    Productie en verspreiding

    2 7 4 0

    Publicatieblad

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    670 000

    600 000

    665 000,—

    2 7 4 1

    Publicaties van algemene aard

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    830 000

    760 000

    680 573,49

     

    Totaal van artikel 2 7 4

    1 500 000

    1 360 000

    1 345 573,49

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 7

    2 284 000

    2 144 000

    1 969 030,90

     

    Totaal van titel 2

    19 819 000

    20 741 000

    24 365 204,99

    HOOFDSTUK 2 0 —

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    HOOFDSTUK 2 1 —

    INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    HOOFDSTUK 2 3 —

    LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 2 5 —

    VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    HOOFDSTUK 2 7 —

    INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    Toelichting

    Daar de dekking van de risico's van arbeidsconflicten en terroristische aanslagen waaraan de gebouwen van de Rekenkamer zijn blootgesteld, door de verzekeringsmaatschappijen is opgezegd, worden deze risico's nu door de algemene begroting van de Europese Unie gedekt. Dientengevolge dienen de kredieten van deze titel ter dekking van alle uitgaven als gevolg van het herstel van schade door arbeidsconflicten en terroristische aanslagen.

    2 0 0     Gebouwen

    2 0 0 0   Huur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 466 000

    4 195 000

    3 782 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten te Luxemburg en te Brussel.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 000 EUR.

    2 0 0 1   Huurkoop

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de door de instelling verschuldigde erfpacht en andere gelijkaardige kosten op grond van huurkoopcontracten.

    2 0 0 3   Verwerving van onroerende goederen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 000 000

    3 000 000

    7 000 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering, in jaartranches, van de uitbreidingen van het gebouw van de Rekenkamer te Luxemburg-Kirchberg.

    Dit krediet dient ter financiering van het K3-bouwproject van de Rekenkamer.

    2 0 0 5   Oprichting van gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de oprichting van gebouwen.

    2 0 0 7   Inrichting van dienstruimten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    160 000

    165 000

    324 929,42

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van inrichtingswerkzaamheden, met name het aanbrengen van tussenschotten, gordijnen en kabels, schilderwerk, behang, vloerbedekking, valse plafonds, alsmede de desbetreffende technische installaties;

    de uitgaven voor werkzaamheden voortvloeiend uit studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 0 8   Studies en technische bijstand bij bouwprojecten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    35 000

    50 000

    44 366,48

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en technische bijstand bij grootscheepse bouwprojecten.

    2 0 2     Uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 2 2   Schoonmaak en onderhoud

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 211 000

    1 106 000

    1 432 999,99

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten voor de schoonmaak en het onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning, de elektrische installaties en de daarin aan te brengen veranderingen, alsmede de reparaties;

    de aankoop van onderhoudsproducten en benodigdheden en van producten voor wassen, bleken en stomen.

    Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules), met inachtneming van artikel 70 van het Financieel Reglement.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 2 4   Energieverbruik

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 099 000

    1 044 000

    809 370,83

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 2 6   Veiligheid van en toezicht op de gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    204 000

    232 000

    398 565,53

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van diverse uitgaven betreffende de beveiliging van de gebouwen, met name het contract inzake de bewaking van de gebouwen, aankoop en onderhoud van brandbestrijdingsmateriaal en van de uitrusting van het vrijwillige veiligheidspersoneel enz.

    Voorafgaand aan de hernieuwing of de sluiting van contracten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden (prijs, valuta, indexering, duur, andere clausules), met inachtneming van artikel 70 van het Financieel Reglement.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 2 8   Verzekeringen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    66 000

    69 000

    49 815,37

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de in de polissen voorziene verzekeringspremies voor de gebouwen die bij de instelling in gebruik zijn, inclusief de roerende goederen en kunstwerken.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 2 9   Overige uitgaven in verband met de gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    86 000

    80 000

    72 856,06

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de overige lopende uitgaven in verband met de gebouwen waarin de andere artikelen van dit hoofdstuk niet specifiek voorzien, met name leidingen, vuilnisophaaldienst, reinigingslasten, bewegwijzering enz.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN ROERENDE GOEDEREN: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    2 1 0     Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0   Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 236 000

    1 907 000

    1 779 276,35

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de hiernavolgende exploitatiekosten:

    aankoop, huur en onderhoud van hardware en software, alsmede alle andere benodigdheden en documentatie;

    computerbekabeling.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 0 2   Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van software en systemen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 122 000

    3 960 000

    4 094 999,99

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het externe personeel en voor de aan derden uitbestede werkzaamheden, waaronder de dienstprestaties „helpdesk”.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 0 3   Telecommunicatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    839 000

    634 000

    626 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle kosten in verband met de telecommunicatie, zoals abonnementsgelden, telefoonlijnen, gebruikskosten van communicatiemiddelen, vergoedingen voor onderhoud, aanschaf, vernieuwing, reparatie en onderhoud van de telefooninstallaties en -uitrusting.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 45 000 EUR.

    2 1 2     Meubilair

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    109 000

    107 000

    105 060,73

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop of huur van extra meubilair, onderhoud of reparatie, alsmede de vervanging van meubilair dat verouderd of beschadigd is.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 4     Technisch materieel en technische installaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    150 000

    159 000

    120 761,18

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aanschaf, vervanging, huur, onderhoud en reparatie van technisch materieel en kantoormachines.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 6     Voertuigen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    571 000

    571 000

    520 261,50

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf of huur van voertuigen met of zonder chauffeur (met inbegrip van taxi's), en de daarbij horende lopende kosten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR en zal worden gebruikt voor de abonnementen Vél'OH.

    HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    2 3 0     Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    150 000

    165 000

    140 988,22

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor papier en kantoorbenodigdheden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 3 1     Financiële kosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 000

    20 000

    20 000,—

    2 3 2     Juridische kosten en schadevergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    30 000

    20 000

    140 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven en vergoedingen die de Rekenkamer eventueel moet dragen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 3 6     Portokosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    50 000

    55 000

    45 105,—

    2 3 8     Overige huishoudelijke uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    163 000

    265 000

    136 203,34

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van de bagageverzekeringen van personeel op dienstreis;

    de kosten van aanschaf van de dienstkleding voor de bodes en chauffeurs en van de overige werkkleding;

    de kosten van de tijdens de interne vergaderingen aangeboden verfrissingen en lichte maaltijden;

    de kosten van verhuizingen en van ontvangst, opslag en plaatsing van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

    de overige huishoudelijke uitgaven welke niet apart zijn opgenomen in de voorafgaande onderdelen, alsmede de kosten in verband met materiaal voor onderhoud en reparaties;

    de kleine uitgaven.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    HOOFDSTUK 2 5 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    2 5 2     Onthaal- en representatiekosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    234 000

    234 000

    245 607,27

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van verplichtingen van de Rekenkamer op het gebied van recepties en representatie.

    2 5 4     Vergaderingen, congressen en conferenties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    142 000

    142 000

    130 181,26

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en de bijkomende kosten van de deskundigen die deelnemen aan studie- en werkgroepen, alsmede de kosten voor het organiseren van deze vergaderingen, voor zover die niet zijn gedekt door de bestaande infrastructuur.

    Ook dient het ter dekking van de kosten van de organisatie van en deelneming aan conferenties, congressen en vergaderingen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 5 6     Kosten van voorlichting en deelneming aan openbare evenementen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    17 000

    17 000

    16 825,57

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van studiedagen over de werkzaamheden van de Rekenkamer die worden georganiseerd voor docenten aan universiteiten, redacteuren van gespecialiseerde tijdschriften en andere gespecialiseerde bezoekers uit de lidstaten, die de Rekenkamer bezoeken. Ook dient dit krediet ter dekking van diverse uitgaven in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Rekenkamer.

    2 5 7     Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    375 000

    400 000

    360 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de betaling van de door de tolkendiensten van het Parlement en de Commissie verrichte diensten.

    HOOFDSTUK 2 7 — INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    2 7 0     Gespecialiseerde studies, enquêtes en adviezen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    480 000

    480 000

    328 591,16

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de uitbesteding van studies door middel van contracten met gekwalificeerde deskundigen op het gebied van de controle, maar ook op administratief gebied.

    In het kader van haar controles moet de Rekenkamer technische studies en analysen (bijvoorbeeld van chemische, fysische en statistische aard) laten verrichten door externe deskundigen. Dit krediet omvat tevens de kosten voor de controle van de rekeningen van de Rekenkamer door een onafhankelijk accountantskantoor waarvan het verslag wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    2 7 2     Documentatie, bibliotheek en archivering

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    304 000

    304 000

    294 866,25

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de aankoop van boeken, documenten en andere niet-periodieke publicaties alsmede van supplementen op de aanwezige werken;

    speciale bibliotheekuitrusting;

    de kosten van abonnementen op dagbladen, tijdschriften en diverse berichtgevingen;

    de kosten van abonnementen op persbureaus of externe informatieve databanken;

    de kosten van het gebruik van sommige externe databanken;

    de kosten van het inbinden en onderhouden van het bibliotheekbezit;

    de kosten van het verwerken van archiefbestanden en de verwerving van vervangende archiefbestanden.

    2 7 4     Productie en verspreiding

    2 7 4 0   Publicatieblad

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    670 000

    600 000

    665 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de publicaties van de Rekenkamer in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 70 000 EUR.

    2 7 4 1   Publicaties van algemene aard

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    830 000

    760 000

    680 573,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van publicatie en verspreiding van de verslagen en adviezen die de Rekenkamer krachtens artikel 287, lid 4, tweede alinea, en artikel 325, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft vastgesteld;

    de uitgaven in verband met de communicatie betreffende de algemene controlewerkzaamheden en de activiteiten van de Rekenkamer (met name internetsite, audiovisueel materieel, documentatie), met inbegrip van de uitgaven betreffende de betrekkingen met de pers en andere belanghebbenden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    TITEL 10

    OVERIGE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

     

    HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    142 760 618

    142 476 614

    134 337 327,61

    HOOFDSTUK 10 0 —

    VOORZIENINGEN

    HOOFDSTUK 10 1 —

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    PERSONEEL

    Afdeling V — Rekenkamer

    Functiegroep en rang

    Rekenkamer

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten (74)

    2013

    2012

    2013

    2012

    Niet-ingedeeld

     

     

    1

    1

    AD 16

     

     

     

     

    AD 15

    10 (79)

    9

     

     

    AD 14

    32 (75)  (79)

    33 (75)

    30 (80)

    29

    AD 13

    33 (78)  (79)

    18 (78)

    2

    2

    AD 12

    61 (76)  (78)  (79)

    69 (76)  (78)

    5

    5

    AD 11

    33 (78)  (79)

    37 (78)

    31

    31

    AD 10

    57 (78)  (79)

    44 (78)

    2 (80)

    1

    AD 9

    76 (78)  (79)  (80)

    90 (78)

     

     

    AD 8

    52

    52

     

     

    AD 7

    23 (77)

    23 (77)

     

     

    AD 6

    133 (78)  (79)

    118 (78)

     

     

    AD 5

    27 (78)  (79)  (80)  (81)

    38 (78)

     

     

    Totaal AD

    537

    531

    71

    69

    AST 11

    9

    9

     

     

    AST 10

    7

    7

     

     

    AST 9

    6 (79)

    3

     

     

    AST 8

    22 (78)  (79)

    21 (78)

     

     

    AST 7

    28 (77)  (78)  (79)

    25 (77)  (78)

    29 (80)

    28

    AST 6

    22 (78)  (79)

    28 (78)

     

     

    AST 5

    32 (78)  (79)

    29 (78)

     

     

    AST 4

    18 (78)  (79)

    22 (78)

    29 (80)

    28

    AST 3

    33 (81)

    38

    7 (79)

    5

    AST 2

    33 (78)  (79)

    28 (78)

    3 (79)

    5

    AST 1

    5 (78)  (79)  (80)  (81)

    11 (78)

     

     

    Totaal AST

    215

    221

    68

    66

    Totaal-generaal

    752  (82)

    752  (82)

    139

    135

    AFDELING VI

    EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

    STAAT VAN ONTVANGSTEN

    Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Europees Economisch en Sociaal Comité voor het begrotingsjaar 2013

    Omschrijving

    Bedrag

    Uitgaven

    130 104 400

    Eigen inkomsten

    –10 902 036

    Te ontvangen bijdrage

    119 202 364

    EIGEN INKOMSTEN

    TITEL 4

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

    4 467 343

    4 525 153

    4 278 035,—

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    426 482

    784 235

    748 750,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    4 893 825

    5 309 388

    5 026 785,—

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    5 968 211

    6 295 020

    6 027 047,—

    4 1 1

    Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    p.m.

    p.m.

    996 274,—

    4 1 2

    Bijdrage van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    5 968 211

    6 295 020

    7 023 321,—

     

    Totaal van titel 4

    10 862 036

    11 604 408

    12 050 106,—

    HOOFDSTUK 4 0 —

    DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    4 467 343

    4 525 153

    4 278 035,—

    Toelichting

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    426 482

    784 235

    748 750,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    5 968 211

    6 295 020

    6 027 047,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

    4 1 1     Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    996 274,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48.

    4 1 2     Bijdrage van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    TITEL 5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 5 0

    5 0 0

    Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0

    Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 0 0 1

    Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    3 391,—

     

    Totaal van artikel 5 0 0

    p.m.

    p.m.

    3 391,—

    5 0 2

    Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    31 286,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 0

    p.m.

    p.m.

    34 677,—

    HOOFDSTUK 5 1

    5 1 0

    Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 1 1

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    1 389 690,—

    5 1 1 1

    Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 5 1 1

    p.m.

    p.m.

    1 389 690,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 1

    p.m.

    p.m.

    1 389 690,—

    HOOFDSTUK 5 2

    5 2 0

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    40 000

    40 000

    29 639,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 2

    40 000

    40 000

    29 639,—

    HOOFDSTUK 5 5

    5 5 0

    Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    2 011 281,—

    5 5 1

    Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 5

    p.m.

    p.m.

    2 011 281,—

    HOOFDSTUK 5 7

    5 7 0

    Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    36 301,—

    5 7 1

    Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    67 239,—

    5 7 3

    Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    150 573,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 7

    p.m.

    p.m.

    254 113,—

    HOOFDSTUK 5 8

    5 8 0

    Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 8 1

    Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    3 028,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 8

    p.m.

    p.m.

    3 028,—

    HOOFDSTUK 5 9

    5 9 0

    Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 9

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 5

    40 000

    40 000

    3 722 428,—

    HOOFDSTUK 5 0 —

    OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

    HOOFDSTUK 5 1 —

    HUUROPBRENGST

    HOOFDSTUK 5 2 —

    OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    HOOFDSTUK 5 5 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    HOOFDSTUK 5 7 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 5 8 —

    DIVERSE VERGOEDINGEN

    HOOFDSTUK 5 9 —

    OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

    HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

    5 0 0     Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0   Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 0 1   Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    3 391,—

    Toelichting

    Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 2     Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    31 286,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGST

    5 1 0     Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 1 1     Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0   Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    1 389 690,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 1 1 1   Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    5 2 0     Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    40 000

    40 000

    29 639,—

    HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    5 5 0     Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    2 011 281,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 5 1     Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    5 7 0     Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    36 301,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 1     Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    67 239,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 3     Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instellingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    150 573,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN

    5 8 0     Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 8 1     Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    3 028,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING

    5 9 0     Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    TITEL 9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

     

    HOOFDSTUK 9 0

    p.m.

    p.m.

    42 571,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 9 0

    p.m.

    p.m.

    42 571,—

     

    Totaal van titel 9

    p.m.

    p.m.

    42 571,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    10 902 036

    11 644 408

    15 815 105,—

    HOOFDSTUK 9 0 —

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    42 571,—

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1

    AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 0

    LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

    19 533 937

    19 284 583

    17 553 926,—

    1 2

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    66 428 959

    66 321 120

    63 020 157,—

    1 4

    ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    4 391 461

    4 375 713

    4 062 879,—

    1 6

    OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 894 000

    1 887 752

    1 687 876,—

     

    Totaal van titel 1

    92 248 357

    91 869 168

    86 324 838,—

    2

    GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    2 0

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    19 728 687

    19 265 546

    18 865 706,—

    2 1

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    6 049 280

    6 061 433

    6 179 625,—

    2 3

    LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    518 451

    525 040

    483 218,—

    2 5

    OPERATIONELE ACTIVITEITEN

    9 425 175

    9 071 745

    8 717 546,—

    2 6

    COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

    2 134 450

    2 023 656

    2 075 901,—

     

    Totaal van titel 2

    37 856 043

    36 947 420

    36 321 996,—

    10

    OVERIGE UITGAVEN

    10 0

    VOORZIENINGEN

    p.m.

    p.m.

    0,—

    10 1

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    p.m.

    p.m.

    0,—

    10 2

    RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    130 104 400

    128 816 588

    122 646 834,—

    TITEL 1

    AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 1 0

    1 0 0

    Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

    1 0 0 0

    Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    106 080

    106 080

    84 712,—

    1 0 0 4

    Reis- en verblijfkosten voor vergaderingen, aanwezigheid op vergaderingen en bijkomende kosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    18 901 194

    18 652 551

    16 903 574,—

    1 0 0 8

    Reis- en verblijfsvergoedingen, aanwezigheid op vergaderingen en daarmee samenhangende kosten van de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    472 382

    472 382

    513 120,—

     

    Totaal van artikel 1 0 0

    19 479 656

    19 231 013

    17 501 406,—

    1 0 5

    Bijscholing, talencursussen en overige opleidingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    54 281

    53 570

    52 520,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 0

    19 533 937

    19 284 583

    17 553 926,—

    HOOFDSTUK 1 2

    1 2 0

    Salaris en andere rechten

    1 2 0 0

    Salaris en vergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    65 172 858

    65 346 120

    62 411 101,—

    1 2 0 2

    Betaalde overuren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    34 405

    35 000

    24 275,—

    1 2 0 4

    Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    664 508

    465 000

    388 800,—

     

    Totaal van artikel 1 2 0

    65 871 771

    65 846 120

    62 824 176,—

    1 2 2

    Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

    1 2 2 0

    Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    172 000

    195 981,—

    1 2 2 2

    Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 2 2

    p.m.

    172 000

    195 981,—

    1 2 9

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    557 188

    303 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 2

    66 428 959

    66 321 120

    63 020 157,—

    HOOFDSTUK 1 4

    1 4 0

    Andere personeelsleden en externen

    1 4 0 0

    Andere personeelsleden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 165 064

    2 184 327

    1 929 715,—

    1 4 0 4

    Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    928 436

    925 886

    857 929,—

    1 4 0 8

    Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    68 848

    70 000

    43 028,—

     

    Totaal van artikel 1 4 0

    3 162 348

    3 180 213

    2 830 672,—

    1 4 2

    Prestaties van derden

    1 4 2 0

    Prestaties van derden voor de vertaaldienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    429 810

    421 800

    417 505,—

    1 4 2 2

    Diensten van deskundigen ten behoeve van de advieswerkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    742 851

    729 000

    744 000,—

    1 4 2 4

    Interinstitutionele samenwerking en dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    30 000

    30 000

    70 702,—

     

    Totaal van artikel 1 4 2

    1 202 661

    1 180 800

    1 232 207,—

    1 4 9

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    26 452

    14 700

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 4

    4 391 461

    4 375 713

    4 062 879,—

    HOOFDSTUK 1 6

    1 6 1

    Uitgaven in verband met personeelsbeheer

    1 6 1 0

    Uitgaven in verband met aanwerving

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    80 000

    50 000

    35 006,—

    1 6 1 2

    Bijscholing

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    522 000

    505 752

    504 587,—

     

    Totaal van artikel 1 6 1

    602 000

    555 752

    539 593,—

    1 6 2

    Dienstreizen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    450 000

    490 000

    432 721,—

    1 6 3

    Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

    1 6 3 0

    Sociale dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    41 500

    41 500

    40 500,—

    1 6 3 2

    Sociale betrekkingen en andere maatregelen op sociaal gebied

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    185 500

    185 500

    149 123,—

    1 6 3 4

    Medische dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    85 000

    85 000

    55 900,—

    1 6 3 6

    Restaurants en kantines

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

    1 6 3 8

    Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    530 000

    530 000

    470 039,—

     

    Totaal van artikel 1 6 3

    842 000

    842 000

    715 562,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 6

    1 894 000

    1 887 752

    1 687 876,—

     

    Totaal van titel 1

    92 248 357

    91 869 168

    86 324 838,—

    HOOFDSTUK 1 0 —

    LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

    HOOFDSTUK 1 2 —

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    HOOFDSTUK 1 4 —

    ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    HOOFDSTUK 1 6 —

    OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING EN AFGEVAARDIGDEN

    1 0 0     Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

    1 0 0 0   Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    106 080

    106 080

    84 712,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter dekking van de vergoedingen en toelagen voor de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité, inclusief bijzondere ambtsvergoedingen en overige vergoedingen, verzekeringspremies, inclusief ziektekosten-, ongevallen- en reisbijstandsverzekering, en specifieke maatregelen voor leden met een handicap.

    1 0 0 4   Reis- en verblijfkosten voor vergaderingen, aanwezigheid op vergaderingen en bijkomende kosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    18 901 194

    18 652 551

    16 903 574,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de leden en plaatsvervangers van het Europees Economisch en Sociaal Comité uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten en de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

    1 0 0 8   Reis- en verblijfsvergoedingen, aanwezigheid op vergaderingen en daarmee samenhangende kosten van de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    472 382

    472 382

    513 120,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie (Consultative Commission on Industrial Change — CCMI) en hun plaatsvervangers uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten en de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    1 0 5     Bijscholing, talencursussen en overige opleidingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    54 281

    53 570

    52 520,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een gedeelte van de inschrijvingskosten voor talencursussen of andere studiebijeenkomsten voor voortgezette beroepsopleiding voor de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en de afgevaardigden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI).

    HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    Toelichting

    Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire verlaging van 6,5 % toegepast.

    1 2 0     Salaris en andere rechten

    Toelichting

    De berekening voor de vaststelling van de kredieten van dit artikel werd vastgesteld op basis van de bepalingen van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 2 0 0   Salaris en vergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    65 172 858

    65 346 120

    62 411 101,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

    de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de bijdrage van de instelling aan de gemeenschappelijke regeling voor de ziektekostenverzekering;

    de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

    de overige toelagen en vergoedingen, met inbegrip van de toelagen voor ouderschapsverlof of zorgverlof;

    de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

    de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

    de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

    de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    1 2 0 2   Betaalde overuren

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    34 405

    35 000

    24 275,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

    1 2 0 4   Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    664 508

    465 000

    388 800,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    1 2 2     Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

    1 2 2 0   Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    172 000

    195 981,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

    Dit krediet dient ter dekking van de toelagen ten behoeve van de ambtenaren:

    die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

    die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

    Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op deze vergoedingen.

    1 2 2 2   Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vergoedingen die als toepassing van de hierboven genoemde bepalingen moeten worden betaald;

    de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de begunstigden van deze vergoedingen;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

    1 2 9     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    557 188

    303 000

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

    Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen, waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit.

    Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

    HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    1 4 0     Andere personeelsleden en externen

    1 4 0 0   Andere personeelsleden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 165 064

    2 184 327

    1 929 715,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

    de bezoldiging van de andere personeelsleden, waaronder hulpfunctionarissen, contractuele functionarissen, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs (in de zin van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden of op de vergoeding bij beëindiging van het contract;

    de honoraria van medisch en paramedisch personeel, betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten;

    de bezoldiging of de honoraria van conferentie- en multimediapersoneel op de diensten waarvan bij een te hoge werkdruk of in bijzondere gevallen een beroep wordt gedaan;

    de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

    de uitbetaling van overuren overeenkomstig artikel 56 en bijlage VI van het statuut;

    de overige toelagen en vergoedingen, met inbegrip van de toelagen voor ouderschapsverlof of zorgverlof;

    de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een personeelslid.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    1 4 0 4   Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    928 436

    925 886

    857 929,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vergoedingen en reiskosten en kosten van dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede van een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

    de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Europees Economisch en Sociaal Comité en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

    de beperkte bijdrage tot uitvoering van onderzoeksprojecten op het terrein van voor de Europese integratie van bijzonder belang zijnde werkzaamheden van het Europees Economisch en Sociaal Comité;

    de kosten van programma's voor de vorming van de jeugd in een Europese geest.

    1 4 0 8   Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    68 848

    70 000

    43 028,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de reiskosten van personeelsleden (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor personeelsleden die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan personeelsleden die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

    het verschil tussen de bijdragen van de andere personeelsleden aan een pensioenstelsel van een lidstaat en die welke zij aan het uniale stelsel moeten afdragen in geval van herkwalificatie van een contract.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    1 4 2     Prestaties van derden

    1 4 2 0   Prestaties van derden voor de vertaaldienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    429 810

    421 800

    417 505,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werkzaamheden van onafhankelijke of ad interim werkzame vertalers, voor typewerk of voor ander door de vertaaldienst aan derden uitbesteed werk. Het Europees Economisch en Sociaal Comité maakt stelselmatig gebruik van freelance vertalers die voorkomen op de lijsten die naar aanleiding van interinstitutionele aanbestedingen zijn opgesteld.

    De werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie, komen ook ten laste van deze post evenals alle activiteiten in het kader van de interinstitutionele linguïstische samenwerking.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    1 4 2 2   Diensten van deskundigen ten behoeve van de advieswerkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    742 851

    729 000

    744 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de deskundigen van het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig de vigerende regeling inzake de vergoeding van reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    1 4 2 4   Interinstitutionele samenwerking en dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    30 000

    30 000

    70 702,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle activiteiten die verband houden met interinstitutionele samenwerking op het gebied van personeelsbeheer.

    Dit krediet dient tevens ter dekking van alle dienstverlening door derden op het gebied van personeelsbeheer.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, wordt geraamd op 1 000 EUR.

    1 4 9     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    26 452

    14 700

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit.

    Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

    HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 6 1     Uitgaven in verband met personeelsbeheer

    1 6 1 0   Uitgaven in verband met aanwerving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    80 000

    50 000

    35 006,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

    Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

    de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke functionarissen, contractuele functionarissen en plaatselijke functionarissen.

    Indien voldoende gemotiveerd op grond van de operationele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie kan dit krediet worden aangewend voor de organisatie van vergelijkende onderzoeken door de instelling zelf.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    1 6 1 2   Bijscholing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    522 000

    505 752

    504 587,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de organisatie van opleidingen en bijscholingscursussen, alsook talencursussen voor personeelsleden op interinstitutionele basis. De kredieten mogen deels en in naar behoren gemotiveerde gevallen bestemd worden voor de organisatie van cursussen binnen de instelling;

    de kosten voor de aankoop of het vervaardigen van leermiddelen, alsook voor specifieke studies van deskundigen met het oog op het ontwerpen en uitvoeren van opleidingsprogramma's;

    de kosten van beroepsopleidingscursussen die bewustwording van vraagstukken met betrekking tot gehandicapten bevorderen en van opleidingsacties in het kader van de gelijke kansen en loopbaanadvies, in het bijzonder de vaststelling van een kennis- en vaardighedenprofiel;

    de kosten van dienstreizen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    1 6 2     Dienstreizen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    450 000

    490 000

    432 721,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor vervoerskosten, de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

    1 6 3     Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

    1 6 3 0   Sociale dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    41 500

    41 500

    40 500,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    in het kader van een interinstitutioneel gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

    kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie,

    voor de terugbetaling van de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijke Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

    de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren,

    de interventies van medische of sociale aard (zoals gezinshulp, opvang van zieke kinderen, psychologische ondersteuning of bemiddeling),

    geringe uitgaven van de sociale dienst.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    1 6 3 2   Sociale betrekkingen en andere maatregelen op sociaal gebied

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    185 500

    185 500

    149 123,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter stimulering en financiële ondersteuning van elk initiatief dat de sociale betrekkingen tussen het personeel van de instelling verbetert en het welzijn op het werk ontwikkelt.

    Het dekt tevens een subsidie voor het Personeelscomité met het oog op het beheer en de controle van sociale organen zoals (sport)clubs, culturele en vrijetijdsactiviteiten enz.

    Dit krediet is voorts bestemd voor de financiële ondersteuning van maatregelen van sociale aard die zijn vastgesteld door de instelling, in nauwe samenwerking met het Personeelscomité (artikel 1 sexies van het Statuut).

    Het dient tevens ter dekking van het aandeel van het Europees Economisch en Sociaal Comité in de subsidie voor sociale, sportieve, pedagogische en culturele activiteiten van het Europees Interinstitutioneel Centrum te Overijse.

    Het krediet dient ook ter dekking van de invoering van een mobiliteitsplan voor het personeel, bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren, dat van personenauto's te verminderen en om de CO2-voetafdruk terug te dringen.

    1 6 3 4   Medische dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    85 000

    85 000

    55 900,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

    Dit krediet dient ter dekking van de operationele kosten van de medische antennes, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen enz., de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

    Tevens dient het ter dekking van de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

    1 6 3 6   Restaurants en kantines

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van het restaurant.

    1 6 3 8   Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    530 000

    530 000

    470 039,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Europees Economisch en Sociaal Comité in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse kinderopvangcentra.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement, afkomstig van ouderbijdragen, wordt geraamd op 10 000 EUR.

    TITEL 2

    GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 2 0

    2 0 0

    Gebouwen

    2 0 0 0

    Huur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 099 776

    2 063 776

    1 884 564,—

    2 0 0 1

    Erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    11 483 890

    11 081 751

    11 025 603,—

    2 0 0 3

    Aankoop van gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 0 0 5

    Constructie van gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 0 0 7

    Inrichting van dienstruimten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    321 275

    322 500

    431 135,—

    2 0 0 8

    Overige uitgaven in verband met gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    56 943

    57 160

    79 277,—

    2 0 0 9

    Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 2 0 0

    13 961 884

    13 525 187

    13 420 579,—

    2 0 2

    Overige uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 2 2

    Schoonmaak en onderhoud

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 539 992

    2 544 613

    2 476 908,—

    2 0 2 4

    Energieverbruik

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 034 605

    1 028 037

    862 397,—

    2 0 2 6

    Veiligheid en toezicht

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 052 711

    2 027 711

    2 059 044,—

    2 0 2 8

    Verzekeringen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    139 495

    139 998

    46 778,—

     

    Totaal van artikel 2 0 2

    5 766 803

    5 740 359

    5 445 127,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 0

    19 728 687

    19 265 546

    18 865 706,—

    HOOFDSTUK 2 1

    2 1 0

    Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatie- en communicatietechnologie

    2 1 0 0

    Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software, en daarmee verband houdende werkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 514 025

    1 499 599

    1 449 337,—

    2 1 0 2

    Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 887 328

    1 880 906

    2 205 219,—

    2 1 0 3

    Telecommunicatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 364 214

    1 408 940

    1 352 669,—

     

    Totaal van artikel 2 1 0

    4 765 567

    4 789 445

    5 007 225,—

    2 1 2

    Meubilair

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    231 188

    216 287

    172 792,—

    2 1 4

    Technisch materieel en technische installaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    963 225

    966 401

    908 630,—

    2 1 6

    Voertuigen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    89 300

    89 300

    90 978,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 1

    6 049 280

    6 061 433

    6 179 625,—

    HOOFDSTUK 2 3

    2 3 0

    Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    214 031

    215 540

    219 876,—

    2 3 1

    Financiële lasten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 500

    4 500

    5 000,—

    2 3 2

    Juridische kosten en schadevergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    50 000

    50 000

    34 680,—

    2 3 6

    Porto- en vrachtkosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    125 000

    135 000

    102 060,—

    2 3 8

    Overige huishoudelijke uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    124 920

    120 000

    121 602,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 3

    518 451

    525 040

    483 218,—

    HOOFDSTUK 2 5

    2 5 4

    Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

    2 5 4 0

    Diverse kosten voor interne vergaderingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    227 430

    215 000

    281 551,—

    2 5 4 2

    Diverse kosten in verband met de organisatie van en deelname aan conferenties, congressen en vergaderingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    587 745

    587 745

    454 040,—

    2 5 4 4

    Kosten in verband met de organisatie van de werkzaamheden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI)

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    75 000

    100 000

    39 447,—

    2 5 4 6

    Kosten in verband met de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst en representatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    139 000

    139 000

    80 000,—

    2 5 4 8

    Conferentietolken

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    8 396 000

    8 030 000

    7 862 508,—

     

    Totaal van artikel 2 5 4

    9 425 175

    9 071 745

    8 717 546,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 5

    9 425 175

    9 071 745

    8 717 546,—

    HOOFDSTUK 2 6

    2 6 0

    Communicatie, voorlichting en publicaties

    2 6 0 0

    Communicatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    795 500

    795 500

    816 429,—

    2 6 0 2

    Publicaties en bevordering daarvan

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    503 000

    503 000

    434 471,—

    2 6 0 4

    Publicatieblad

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    460 000

    350 000

    440 631,—

     

    Totaal van artikel 2 6 0

    1 758 500

    1 648 500

    1 691 531,—

    2 6 2

    Aanschaf van voorlichtingsmateriaal, documentatie en archivering

    2 6 2 0

    Studies, onderzoek en hoorzittingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    155 000

    155 000

    172 301,—

    2 6 2 2

    Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    178 700

    178 700

    170 613,—

    2 6 2 4

    Archivering en aanverwante werkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    42 250

    41 456

    41 456,—

     

    Totaal van artikel 2 6 2

    375 950

    375 156

    384 370,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 6

    2 134 450

    2 023 656

    2 075 901,—

     

    Totaal van titel 2

    37 856 043

    36 947 420

    36 321 996,—

    HOOFDSTUK 2 0 —

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    HOOFDSTUK 2 1 —

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    HOOFDSTUK 2 3 —

    LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 2 5 —

    OPERATIONELE ACTIVITEITEN

    HOOFDSTUK 2 6 —

    COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

    HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    Toelichting

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 60.

    Wanneer het krediet dient ter dekking van uitgaven voor de aanschaf van of de sluiting van een contract tot levering van materieel of verrichten van diensten, overlegt het Europees Economisch en Sociaal Comité met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

    2 0 0     Gebouwen

    2 0 0 0   Huur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 099 776

    2 063 776

    1 884 564,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten voor de gebouwen, alsmede de huur van zalen voor vergaderingen die niet plaatshebben in de gebouwen die permanent worden bezet.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 0 0 1   Erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    11 483 890

    11 081 751

    11 025 603,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven van het Europees Economisch en Sociaal Comité die uit hoofde van huurkoopovereenkomsten verschuldigd zijn.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 0 0 3   Aankoop van gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig het Financieel Reglement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 0 0 5   Constructie van gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen.

    2 0 0 7   Inrichting van dienstruimten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    321 275

    322 500

    431 135,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden, met inbegrip van specifieke werkzaamheden zoals de aanleg van kabels, beveiligingswerkzaamheden, werkzaamheden voor het restaurant enz., evenals van de overige uitgaven in het kader van deze inrichtingswerkzaamheden, waaronder de kosten van architecten of ingenieurs.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 0 0 8   Overige uitgaven in verband met gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    56 943

    57 160

    79 277,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven voor gebouwen waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, met name de technische of architecturale bijstand bij studies en de voorbereiding en de follow-up van onderhoud of andere werken in de gebouwen;

    de uitgaven voor aanpassingen van de gebouwen van het Europees Economisch en Sociaal Comité om deze toegankelijk te maken voor gehandicapte personeelsleden en bezoekers, zoals aangegeven in de reeds goedgekeurde audit inzake toegankelijkheid voor gehandicapten;

    de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen.

    2 0 0 9   Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor eventuele investeringen in onroerend goed door de instelling.

    Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

    2 0 2     Overige uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 2 2   Schoonmaak en onderhoud

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 539 992

    2 544 613

    2 476 908,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de schoonmaak en het onderhoud van de kantoren, liften, verwarming, airconditioning en branddeuren, alsmede van de kosten van ongediertebestrijding, schilderwerk, reparaties en vormgeving van de gebouwen en terreinen, met inbegrip van de kosten van studies, analyses, vergunningen, naleving van de Eco-Management and Audit Scheme (EMAS)-norm enz.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    2 0 2 4   Energieverbruik

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 034 605

    1 028 037

    862 397,—

    Toelichting

    Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en verwarming.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 0 2 6   Veiligheid en toezicht

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 052 711

    2 027 711

    2 059 044,—

    Toelichting

    Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de personeelskosten van de beveiliging van en het toezicht op de gebouwen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 0 2 8   Verzekeringen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    139 495

    139 998

    46 778,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

    HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    Toelichting

    Wanneer het krediet dient ter dekking van uitgaven voor de aanschaf van of de sluiting van een contract tot levering van materieel of verrichten van diensten, overlegt het Europees Economisch en Sociaal Comité met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

    2 1 0     Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatie- en communicatietechnologie

    2 1 0 0   Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software, en daarmee verband houdende werkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 514 025

    1 499 599

    1 449 337,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software van de instelling en de daarmee verband houdende werkzaamheden.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 1 0 2   Externe dienstverlening ten behoeve van het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 887 328

    1 880 906

    2 205 219,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van dienstverlening door informatica-advies- en servicebureaus in verband met de exploitatie van het informaticacentrum en het netwerk, de ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen, de ondersteuning van de gebruikers, met inbegrip van de leden, het uitvoeren van studies en het opstellen en invoeren van technische documentatie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 1 0 3   Telecommunicatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 364 214

    1 408 940

    1 352 669,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica. Het dekt tevens de medefinanciering van de voor de leden en afgevaardigden ter beschikking gestelde hulpmiddelen voor het elektronisch ontvangen van de documenten van het Europees Economisch en Sociaal Comité.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 1 2     Meubilair

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    231 188

    216 287

    172 792,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, met inbegrip van de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines.

    Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor het inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    2 1 4     Technisch materieel en technische installaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    963 225

    966 401

    908 630,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van technisch materieel en technische installaties, met name:

    divers vast en mobiel technisch materieel en technische installaties in verband met drukkerij, archief, veiligheid, kantines en gebouwen enz.;

    materieel, met name voor printshop, archief, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector enz.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 35 000 EUR.

    2 1 6     Voertuigen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    89 300

    89 300

    90 978,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, het onderhoud, het gebruik en de reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 000 EUR.

    HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    2 3 0     Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    214 031

    215 540

    219 876,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden, de producten voor druk- en reproductiewerk, alsook uitbesteding van drukwerk.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

    2 3 1     Financiële lasten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 500

    4 500

    5 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

    2 3 2     Juridische kosten en schadevergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    50 000

    50 000

    34 680,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    alle eventuele kosten indien het Europees Economisch en Sociaal Comité voor een rechtbank van de Unie of nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, de kosten van juridische diensten, de aankoop van juridische hulpmiddelen en boekwerken en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard in verband met zaken waarbij de Juridische dienst is betrokken;

    schadevergoedingen, intresten en eventuele daarmee verband houdende schulden zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 3 6     Porto- en vrachtkosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    125 000

    135 000

    102 060,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

    2 3 8     Overige huishoudelijke uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    124 920

    120 000

    121 602,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

    de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs en verhuizers, de medische dienst en diverse technische diensten;

    alle verhuiskosten, de opslagkosten en de door verhuisbedrijven of opslagdiensten op uitzendbasis in rekening gebrachte kosten;

    diverse huishoudelijke uitgaven, zoals de aankoop van spoorboekjes en vluchtregelingen, de bekendmaking in kranten van de verkoop van gebruikte goederen enz.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

    HOOFDSTUK 2 5 — OPERATIONELE ACTIVITEITEN

    2 5 4     Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

    2 5 4 0   Diverse kosten voor interne vergaderingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    227 430

    215 000

    281 551,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het verstrekken van verfrissingen en, in sommige gevallen, snacks of werkmaaltijden tijdens interne vergaderingen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 5 4 2   Diverse kosten in verband met de organisatie van en deelname aan conferenties, congressen en vergaderingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    587 745

    587 745

    454 040,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven, met inbegrip van representatiekosten en logistieke uitgaven, in verband met de deelname van de vertegenwoordigers van het Europees Economisch en Sociaal Comité aan congressen, conferenties, colloquia, seminars, symposia enz. en de organisatie door het Europees Economisch en Sociaal Comité van hoorzittingen, algemene of specifieke, conferenties of vergaderingen (met inbegrip van de totale bijdrage van het Comité indien het dit soort bijeenkomsten samen met derden organiseert, en de uitgaven in verband met de uitbesteding van de organisatie van dit soort bijeenkomsten).

    Het dient tevens ter dekking van alle uitgaven in verband met de organisatie van bijeenkomsten van het Europees Economisch en Sociaal Comité met soortgelijke organisaties (met inbegrip van sociaal-economische belangengroeperingen) uit de Europese Unie of derde landen.

    Het dient ten slotte ter dekking van de uitgaven ter gelegenheid van bezoeken aan het Europees Economisch en Sociaal Comité van delegaties van sociale en beroepsorganisaties uit derde landen, alsook van de uitgaven in verband met de activiteiten van de vereniging van oud-leden van het Comité.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 250 000 EUR.

    2 5 4 4   Kosten in verband met de organisatie van de werkzaamheden van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    75 000

    100 000

    39 447,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van de Adviescommissie industriële reconversie (CCMI), met uitzondering van de reiskosten en vergoedingen van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en de afgevaardigden van de Adviescommissie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 5 4 6   Kosten in verband met de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst en representatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    139 000

    139 000

    80 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van het Europees Economisch en Sociaal Comité inzake ontvangst en representatie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 5 4 8   Conferentietolken

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 396 000

    8 030 000

    7 862 508,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor werkzaamheden van tolken (terbeschikkingstelling door andere instellingen of freelance tolken) ten behoeve van het Europees Economisch en Sociaal Comité, met inbegrip van hun honoraria, reiskosten en verblijfsvergoedingen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    HOOFDSTUK 2 6 — COMMUNICATIE, PUBLICATIES EN AANSCHAF VAN DOCUMENTATIE

    2 6 0     Communicatie, voorlichting en publicaties

    2 6 0 0   Communicatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    795 500

    795 500

    816 429,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle communicatie- en voorlichtingskosten van het Europees Economisch en Sociaal Comité, ongeacht of die betrekking hebben op doelstellingen en activiteiten van het Comité, voor het publiek of de sociale en beroepsorganisaties bestemde voorlichtingscampagnes, multimediavoorzieningen voor conferenties, congressen, colloquia, de organisatie van en multimediavoorzieningen voor belangrijke evenementen voor het publiek, op culturele initiatieven of alle overige evenementen van het Europees Economisch en Sociaal Comité van uiteenlopende aard, zoals de prijs van de georganiseerde civiele samenleving. Dit krediet dient tevens ter dekking van alle uitgaven voor materialen, dienstverlening, consumpties en benodigdheden in verband met deze evenementen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 6 0 2   Publicaties en bevordering daarvan

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    503 000

    503 000

    434 471,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties via alle media, om de voorlichtingsactiviteiten van het Europees Economisch en Sociaal Comité te promoten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

    2 6 0 4   Publicatieblad

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    460 000

    350 000

    440 631,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de drukkosten van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie, alsmede van de bijbehorende expeditiekosten en overige kosten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 125 000 EUR.

    2 6 2     Aanschaf van voorlichtingsmateriaal, documentatie en archivering

    2 6 2 0   Studies, onderzoek en hoorzittingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    155 000

    155 000

    172 301,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van raadpleging van personen met vakkundigheid op specifieke gebieden en van studies die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

    2 6 2 2   Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    178 700

    178 700

    170 613,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

    de uitbreiding en vernieuwing van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

    abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

    abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of voor het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

    kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

    kosten in verband met de verplichtingen die het Europees Economisch en Sociaal Comité is aangegaan in het kader van internationale en/of interinstitutionele samenwerking;

    de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of systemen voor bibliotheek, documentatie en mediatheek, alsmede externe bijstand bij aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

    de kosten van de levering van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse), het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

    de kosten van materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

    de kosten, inclusief materieel, van interne publicaties (brochures, studies enz.) en communicatie (newsletters, video's, cd-roms enz.);

    de aanschaf van woordenboeken, lexicons en andere werken voor de taalkundige diensten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

    2 6 2 4   Archivering en aanverwante werkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    42 250

    41 456

    41 456,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van het inbinden van het Publicatieblad van de Europese Unie en van verschillende brochures;

    de kosten voor externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de kosten van diensten in verband met de archieven, de aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektrische, elektronische en computerapparatuur), en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.).

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 500 EUR.

    TITEL 10

    OVERIGE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

     

    HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 2

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 2

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    130 104 400

    128 816 588

    122 646 834,—

    HOOFDSTUK 10 0 —

    VOORZIENINGEN

    HOOFDSTUK 10 1 —

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 10 2 —

    RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

    HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 10 2 — RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    PERSONEEL

    Afdeling VI — Europees Economisch en Sociaal Comité

    Functiegroep en rang

    Europees Economisch en Sociaal Comité

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Niet-ingedeeld

     

    1

     

    1

    AD 16

     

     

     

     

    AD 15

    6

     

    6

     

    AD 14

    19

    1

    19

    1

    AD 13

    37

    3

    32

    3

    AD 12

    40

     

    40

     

    AD 11

    30

     

    30

     

    AD 10

    20

     

    25

     

    AD 9

    22

    10

    21

    10

    AD 8

    29

     

    27

     

    AD 7

    47

    2

    39

    2

    AD 6

    48

    1

    52

    1

    AD 5

    47

    2

    46

    2

    Totaal AD

    345

    20

    337

    20

    AST 11

    5

     

    2

     

    AST 10

    10

     

    7

     

    AST 9

    13

    1

    14

    1

    AST 8

    18

     

    20

     

    AST 7

    44

    1

    44

    1

    AST 6

    54

    4

    60

    4

    AST 5

    48

    4

    49

    4

    AST 4

    42

    1

    42

    1

    AST 3

    61

    3

    60

    3

    AST 2

    34

     

    34

     

    AST 1

    18

    1

    20

    1

    Totaal AST

    347

    15

    352

    15

    Totaal-generaal

    692

    35

    689

    35

    Totaal personeel

    727

    724

    AFDELING VII

    COMITÉ VAN DE REGIO'S

    STAAT VAN ONTVANGSTEN

    Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van het Comité van de Regio's voor het begrotingsjaar 2013

    Omschrijving

    Bedrag

    Uitgaven

    87 373 636

    Eigen inkomsten

    –7 939 689

    Te ontvangen bijdrage

    79 433 947

    EIGEN INKOMSTEN

    TITEL 4

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

    3 105 726

    3 151 895

    2 836 804,—

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    –15,—

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    296 213

    457 817

    498 404,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    3 401 939

    3 609 712

    3 335 193,—

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    4 493 611

    4 507 738

    4 124 120,—

    4 1 1

    Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    p.m.

     

    932 875,—

    4 1 2

    Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    p.m.

     

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    4 493 611

    4 507 738

    5 056 995,—

     

    Totaal van titel 4

    7 895 550

    8 117 450

    8 392 188,—

    HOOFDSTUK 4 0 —

    DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    3 105 726

    3 151 895

    2 836 804,—

    Toelichting

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    –15,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis van de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    296 213

    457 817

    498 404,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    4 493 611

    4 507 738

    4 124 120,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

    4 1 1     Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

     

    932 875,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 11, lid 2, en de artikelen 17 en 48, van bijlage VIII.

    4 1 2     Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

     

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, en artikel 83, lid 2.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 43.

    TITEL 5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 5 0

    5 0 0

    Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

    5 0 0 0

    Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 0 0 1

    Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 5 0 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 0 2

    Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 1

    5 1 0

    Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 1 1

    Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en de terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0

    Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 1 1 1

    Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 5 1 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 2

    5 2 0

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    44 139

    50 286

    39 874,—

    5 2 2

    Renteopbrengsten uit voorfinanciering

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 2

    44 139

    50 286

    39 874,—

    HOOFDSTUK 5 5

    5 5 0

    Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 5 1

    Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 5

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 7

    5 7 0

    Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 7 1

    Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan de instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 7 3

    Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 7

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 8

    5 8 0

    Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 8 1

    Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 8

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 9

    5 9 0

    Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 9

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 5

    44 139

    50 286

    39 874,—

    HOOFDSTUK 5 0 —

    OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

    HOOFDSTUK 5 1 —

    HUUROPBRENGST

    HOOFDSTUK 5 2 —

    ONTVANGSTEN UIT HOOFDE VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    HOOFDSTUK 5 5 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    HOOFDSTUK 5 7 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 5 8 —

    DIVERSE VERGOEDINGEN

    HOOFDSTUK 5 9 —

    OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

    5 0 0     Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

    5 0 0 0   Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze post is bestemd voor de ontvangsten uit de verkoop of overname van aan het Comité van de Regio's toebehorende voertuigen.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 0 1   Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze post is bestemd voor de ontvangsten uit de verkoop of overname van aan het Comité van de Regio's toebehorende roerende goederen (andere dan voertuigen).

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 2     Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten via elektronische weg.

    HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGST

    5 1 0     Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 1 1     Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en de terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0   Opbrengst van de verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 1 1 1   Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 2 — ONTVANGSTEN UIT HOOFDE VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    5 2 0     Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    44 139

    50 286

    39 874,—

    Toelichting

    Dit artikel is bestemd voor de opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere opbrengsten over de rekeningen van het Comité van de Regio's.

    5 2 2     Renteopbrengsten uit voorfinanciering

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel is bestemd voor de renteopbrengsten uit voorfinanciering.

    HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    5 5 0     Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 5 1     Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    5 7 0     Ontvangsten voortvloeiende uit de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 1     Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan de instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 3     Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN

    5 8 0     Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 8 1     Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Dit artikel omvat tevens de terugbetaling door de verzekering van de bezoldiging van ambtenaren in geval van ongevallen.

    HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    5 9 0     Overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel is bestemd voor de overige ontvangsten die voortvloeien uit de administratieve werking.

    TITEL 9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 9 0

    9 0 0

    Diverse ontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 9 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 9

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    7 939 689

    8 167 736

    8 432 062,—

    HOOFDSTUK 9 0 —

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN

    9 0 0     Diverse ontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel is bestemd voor diverse ontvangsten.

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1

    AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 0

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    8 088 350

    8 035 279

    7 833 083,—

    1 2

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    47 079 803

    46 334 782

    42 590 643,75

    1 4

    ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    8 471 679

    8 436 243

    7 916 284,32

    1 6

    OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 458 200

    1 473 500

    1 439 436,11

     

    Totaal van titel 1

    65 098 032

    64 279 804

    59 779 447,18

    2

    GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    2 0

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    14 469 802

    14 112 210

    13 629 270,20

    2 1

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    3 754 399

    3 866 339

    4 126 308,23

    2 3

    HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    394 298

    394 037

    372 862,10

    2 5

    VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    820 695

    903 401

    894 104,45

    2 6

    EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    2 836 410

    2 947 692

    3 148 680,99

     

    Totaal van titel 2

    22 275 604

    22 223 679

    22 171 225,97

    10

    OVERIGE UITGAVEN

    10 0

    VOORZIENINGEN

    p.m.

    p.m.

     

    10 1

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    p.m.

    p.m.

     

    10 2

    RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

    p.m.

    p.m.

     

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

     

     

    TOTAAL-GENERAAL

    87 373 636

    86 503 483

    81 950 673,15

    TITEL 1

    AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 1 0

    1 0 0

    Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

    1 0 0 0

    Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    80 000

    90 000

    90 000,—

    1 0 0 4

    Reis- en verblijfkosten, aanwezigheid op vergaderingen en bijbehorende kosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    7 993 350

    7 930 279

    7 719 156,—

     

    Totaal van artikel 1 0 0

    8 073 350

    8 020 279

    7 809 156,—

    1 0 5

    Cursussen voor de leden van de instelling

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    15 000

    15 000

    23 927,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 0

    8 088 350

    8 035 279

    7 833 083,—

    HOOFDSTUK 1 2

    1 2 0

    Salaris en andere rechten

    1 2 0 0

    Salaris en vergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    46 214 016

    45 492 575

    42 235 647,63

    1 2 0 2

    Betaalde overuren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    60 000

    65 000

    56 051,58

    1 2 0 4

    Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    570 000

    575 110

    298 944,54

     

    Totaal van artikel 1 2 0

    46 844 016

    46 132 685

    42 590 643,75

    1 2 2

    Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

    1 2 2 0

    Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 2 2 2

    Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 2 2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 2 9

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    235 787

    202 097

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 2

    47 079 803

    46 334 782

    42 590 643,75

    HOOFDSTUK 1 4

    1 4 0

    Andere personeelsleden en externen

    1 4 0 0

    Andere personeelsleden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 175 152

    2 198 202

    2 013 633,90

    1 4 0 2

    Vertolkingsdiensten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 613 917

    4 538 521

    4 315 309,18

    1 4 0 4

    Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    810 160

    805 160

    520 981,24

    1 4 0 8

    Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    30 000

    50 000

    88 000,—

     

    Totaal van artikel 1 4 0

    7 629 229

    7 591 883

    6 937 924,32

    1 4 2

    Prestaties van derden

    1 4 2 0

    Aanvullende diensten voor de vertaaldienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    347 200

    347 200

    447 200,—

    1 4 2 2

    Diensten van deskundigen in verband met advieswerkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    495 250

    497 160

    531 160,—

     

    Totaal van artikel 1 4 2

    842 450

    844 360

    978 360,—

    1 4 9

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 4

    8 471 679

    8 436 243

    7 916 284,32

    HOOFDSTUK 1 6

    1 6 1

    Uitgaven in verband met personeelsbeheer

    1 6 1 0

    Diverse uitgaven in verband met aanwerving

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    50 000

    50 000

    72 971,20

    1 6 1 2

    Voortgezette beroepsopleiding, bijscholing en informatie voor personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    418 200

    410 000

    371 464,91

     

    Totaal van artikel 1 6 1

    468 200

    460 000

    444 436,11

    1 6 2

    Dienstreizen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    425 000

    450 000

    450 000,—

    1 6 3

    Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

    1 6 3 0

    Sociale dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    20 000

    20 000

    3 500,—

    1 6 3 2

    Intern sociaal beleid

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    30 000

    30 000

    40 000,—

    1 6 3 3

    Mobiliteit/Vervoer

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    45 000

    45 000

    60 000,—

    1 6 3 4

    Medische dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    45 000

    43 500

    40 000,—

    1 6 3 6

    Restaurants en kantines

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 6 3 8

    Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    425 000

    425 000

    401 500,—

     

    Totaal van artikel 1 6 3

    565 000

    563 500

    545 000,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 6

    1 458 200

    1 473 500

    1 439 436,11

     

    Totaal van titel 1

    65 098 032

    64 279 804

    59 779 447,18

    HOOFDSTUK 1 0 —

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 1 2 —

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    HOOFDSTUK 1 4 —

    ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    HOOFDSTUK 1 6 —

    OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING

    1 0 0     Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

    1 0 0 0   Bezoldigingen, vergoedingen en toelagen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    80 000

    90 000

    90 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kantooruitgaven van leden in verband met de uitoefening van plichten en verantwoordelijkheden binnen het Comité van de Regio's of leden die als rapporteur zijn opgetreden. Het tweede deel van dit krediet is bedoeld ter dekking van de ziektekosten- en de ongevallenverzekering en de specifieke bijdragen ten behoeve van gehandicapte leden.

    1 0 0 4   Reis- en verblijfkosten, aanwezigheid op vergaderingen en bijbehorende kosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 993 350

    7 930 279

    7 719 156,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's uit hoofde van de vigerende regeling inzake de vergoeding voor reiskosten, de betaling van presentiegelden en reisvergoedingen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

    1 0 5     Cursussen voor de leden van de instelling

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    15 000

    15 000

    23 927,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een gedeelte van de inschrijvingskosten voor talencursussen of andere studiebijeenkomsten voor voortgezette beroepsopleiding voor de leden en plaatsvervangers van het Comité van de Regio's alsook van de aankoop van materiaal voor talencursussen voor zelfstudie, overeenkomstig Regeling (Comité van de Regio's) nr. 003/2005.

    HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    Toelichting

    Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire verlaging van 7,9 % toegepast.

    1 2 0     Salaris en andere rechten

    1 2 0 0   Salaris en vergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    46 214 016

    45 492 575

    42 235 647,63

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

    de salarissen, gezinstoelagen, ontheemdings- en buitenlandtoelagen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de bijdrage van de instelling aan de gemeenschappelijke regeling voor de ziektekostenverzekering (de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering);

    de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

    de overige diverse toelagen en vergoedingen;

    de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

    de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

    de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

    de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 EUR.

    1 2 0 2   Betaalde overuren

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    60 000

    65 000

    56 051,58

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56, alsmede bijlage VI.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

    1 2 0 4   Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    570 000

    575 110

    298 944,54

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen.

    1 2 2     Vergoedingen bij vervroegde beëindiging van de dienst

    1 2 2 0   Vergoedingen bij ontheffing van het ambt in het belang van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de toelagen ten behoeve van de ambtenaren:

    die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

    die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

    Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op deze vergoedingen.

    1 2 2 2   Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

    Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 van de Raad van 12 december 1985 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Unie in verband met de toetreding van Spanje en Portugal (PB L 335 van 13.12.1985, blz. 56).

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vergoedingen die als toepassing van het hierboven genoemde Statuut van de ambtenaren of de genoemde verordening moeten worden betaald;

    de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van de genieters van de vergoedingen;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

    1 2 9     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    235 787

    202 097

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

    Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit.

    Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN PRESTATIES VAN DERDEN

    1 4 0     Andere personeelsleden en externen

    1 4 0 0   Andere personeelsleden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 175 152

    2 198 202

    2 013 633,90

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient hoofdzakelijk ter dekking van:

    de bezoldiging, inclusief compensatie voor overuren, van de andere personeelsleden, met name contractuele functionarissen, tijdelijke functionarissen, bijzondere adviseurs (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen, de gezins- en ontheemdingstoelagen, de vergoeding van reiskosten van de plaats van tewerkstelling naar het land van herkomst en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden en op de vergoedingen in geval van ontbinding van contracten;

    de honoraria van medisch en paramedisch personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 13 000 EUR.

    1 4 0 2   Vertolkingsdiensten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 613 917

    4 538 521

    4 315 309,18

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor vertolkingsdiensten.

    Op dit krediet worden de honoraria, sociale bijdragen, reiskosten en verblijfsvergoedingen voor ingehuurde tolken geboekt.

    1 4 0 4   Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    810 160

    805 160

    520 981,24

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    vergoedingen, reiskosten en kosten van dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede van een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

    de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door het Comité van de Regio’s en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd;

    de beperkte bijdrage tot uitvoering van onderzoeksprojecten op het terrein van voor de Europese integratie van bijzonder belang zijnde werkzaamheden van het Comité van de Regio’s.

    1 4 0 8   Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    30 000

    50 000

    88 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van kosten van diensten in verband met de vaststelling en uitbetaling van rechten van ambtenaren en van tijdelijke en andere personeelsleden van het Comité van de Regio’s. Tot deze diensten behoren onder meer diensten verleend door het bureau PMO van de Commissie; dit zal de interinstitutionele samenwerking ten goede komen en er zullen voordelen door schaalvergroting ontstaan, hetgeen besparingen zal opleveren. Deze diensten betreffen onder andere:

    de overdracht van pensioenrechten van en naar het land van herkomst;

    de berekening van de pensioenrechten;

    de vaststelling en uitbetaling van inrichtingsvergoedingen bij beëindiging van de dienst;

    beheer van dossiers inzake werkloosheidsvergoedingen en uitbetaling van deze vergoedingen aan degenen die hiervoor in aanmerking komen.

    1 4 2     Prestaties van derden

    1 4 2 0   Aanvullende diensten voor de vertaaldienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    347 200

    347 200

    447 200,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werkzaamheden van externe contractanten voor vertaalwerk: freelance vertalingen in de 23 officiële EU-talen alsook in niet-EU-talen, uitgevoerd door contractanten volgens raamcontracten, met uitzondering van enkele niet-EU-talen waarvoor geen soortgelijke procedures bestaan.

    Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor werkzaamheden die eventueel zullen worden gevraagd aan het Vertaalbureau te Luxemburg, evenals alle activiteiten in het kader van de interinstitutionele linguïstische samenwerking.

    1 4 2 2   Diensten van deskundigen in verband met advieswerkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    495 250

    497 160

    531 160,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan op specifieke terreinen gekwalificeerde personen die deelnemen aan activiteiten van het Comité van de Regio’s, overeenkomstig de regeling inzake vergoeding voor reiskosten en de betaling van presentiegelden aan deskundigen, sprekers en onderzoekers die deelnemen aan werkzaamheden van het Comité van de Regio’s.

    1 4 9     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 65, alsmede bijlage XI.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen, waartoe de Raad tijdens het begrotingsjaar besluit.

    Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN IN VERBAND MET AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 6 1     Uitgaven in verband met personeelsbeheer

    1 6 1 0   Diverse uitgaven in verband met aanwerving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    50 000

    50 000

    72 971,20

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

    Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

    Dit krediet dient ter dekking van diverse uitgaven in verband met aanwerving, zoals:

    de kosten voor het organiseren van de vergelijkende onderzoeken, de selectie van kandidaten, alsmede reis- en verblijfkosten van de kandidaten die, in reactie op een vacature, worden uitgenodigd voor mondelinge of schriftelijke proeven voor een vergelijkend onderzoek of uitgenodigd voor een aanwervingsgesprek of voor medische onderzoeken in verband met aanwerving;

    de kosten van de organisatie van procedures, inclusief reis- en verblijfkosten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving, voor de selectie van ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en gedetacheerde nationale deskundigen;

    de kosten van verzekeringen in verband met bovenvermelde kandidaten;

    de kosten in verband met de beoordelingsprocedures voor aan relevante posten toegewezen kandidaten, zoals de kosten van evaluatiecentra;

    de publicatie van vacatures in de aangewezen media;

    interne vergelijkende onderzoeken;

    enz.

    1 6 1 2   Voortgezette beroepsopleiding, bijscholing en informatie voor personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    418 200

    410 000

    371 464,91

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten voor het organiseren van bij- en nascholingscursussen, met inbegrip van talencursussen, intern georganiseerd, op interinstitutionele basis of verzorgd door externe dienstverleners;

    de ontwikkeling en toepassing van personeels-, beroeps- of organisatorische instrumenten voor de ontwikkeling van ambtenaren, tijdelijk en ander personeel van het Comité van de Regio's;

    de kosten voor de aankoop of het vervaardigen van leermiddelen;

    de kosten van beroepsopleidingscursussen die bewustwording van vraagstukken met betrekking tot gehandicapten bevorderen, en van opleidingsacties in het kader van de gelijke kansen en loopbaanadvies, in het bijzonder de vaststelling van een kennis- en vaardighedenprofiel.

    1 6 2     Dienstreizen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    425 000

    450 000

    450 000,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71 en de artikelen 11 tot en met 13, van bijlage VII.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor vervoerskosten, de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    1 6 3     Activiteiten met betrekking tot alle aan de instelling verbonden personen

    1 6 3 0   Sociale dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 000

    20 000

    3 500,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 9, lid 3, en artikel 76.

    Dit krediet dient:

    in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    ten laste komende kinderen in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie;

    binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten waarvoor niet in dekking wordt voorzien door het gemeenschappelijke stelsel van ziektekostenverzekering;

    de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

    1 6 3 2   Intern sociaal beleid

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    30 000

    30 000

    40 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van alle initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs, culturele verenigingen van het personeel, enz.

    Het dekt tevens de verstrekking van een subsidie voor het Personeelscomité, kleinere uitgaven voor sociale acties voor het personeel en de bijdrage van het Comité van de Regio's voor de ondersteuning van de sociale, sport-, pedagogische en culturele activiteiten van het Europees Interinstitutioneel Centrum te Overijse.

    Dit krediet is ook bedoeld ter financiering van acties ter ondersteuning van gelijke kansen binnen het Comité van de Regio's en voor het vergoeden van hulp aan personeelsleden die niet onder de andere artikelen van dit hoofdstuk valt.

    1 6 3 3   Mobiliteit/Vervoer

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    45 000

    45 000

    60 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle kosten die voortvloeien uit de maatregelen van het mobiliteitsplan, zoals subsidies ter bevordering van het gebruik van openbaar vervoer, dienstfietsen enz.

    1 6 3 4   Medische dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    45 000

    43 500

    40 000,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

    Dit krediet dient ter dekking van de operationele kosten van de zes medische antennes, met inbegrip van de aanschaf van materieel en geneesmiddelen, enz., de kosten van preventief medisch onderzoek, de huishoudelijke uitgaven van het Invaliditeitscomité, alsmede van de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht.

    Tevens dient het ter dekking van de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht.

    1 6 3 6   Restaurants en kantines

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de exploitatiekosten van de restaurants en kantines.

    1 6 3 8   Kinderdagverblijf en crèches waarmee een tariefovereenkomst is gesloten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    425 000

    425 000

    401 500,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Comité van de Regio's in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen van de Unie.

    TITEL 2

    GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 2 0

    2 0 0

    Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

    2 0 0 0

    Huur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 548 696

    1 514 886

    1 430 974,—

    2 0 0 1

    Erfpachtcanons

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    8 422 315

    8 054 410

    7 829 863,66

    2 0 0 3

    Aankoop van onroerend goed

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 0 0 5

    Constructie van gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 0 0 7

    Inrichting van dienstruimten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    235 624

    255 899

    247 431,68

    2 0 0 8

    Overige uitgaven in verband met de gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    41 762

    41 545

    32 007,26

    2 0 0 9

    Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 2 0 0

    10 248 397

    9 866 740

    9 540 276,60

    2 0 2

    Overige uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 2 2

    Schoonmaak en onderhoud

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 862 837

    1 858 215

    1 799 258,42

    2 0 2 4

    Energieverbruik

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    762 201

    773 431

    765 704,—

    2 0 2 6

    Veiligheid en toezicht van gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 497 562

    1 515 522

    1 491 912,18

    2 0 2 8

    Verzekeringen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    98 805

    98 302

    32 119,—

     

    Totaal van artikel 2 0 2

    4 221 405

    4 245 470

    4 088 993,60

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 0

    14 469 802

    14 112 210

    13 629 270,20

    HOOFDSTUK 2 1

    2 1 0

    Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0

    Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 120 440

    1 152 805

    1 042 357,59

    2 1 0 2

    Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 489 397

    1 463 546

    2 188 425,85

    2 1 0 3

    Telecommunicatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    187 982

    283 011

    175 998,70

     

    Totaal van artikel 2 1 0

    2 797 819

    2 899 362

    3 406 782,14

    2 1 2

    Meubilair

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    168 451

    176 399

    137 474,85

    2 1 4

    Technisch materieel en technische installaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    708 129

    706 438

    522 017,23

    2 1 6

    Voertuigen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    80 000

    84 140

    60 034,01

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 1

    3 754 399

    3 866 339

    4 126 308,23

    HOOFDSTUK 2 3

    2 3 0

    Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    147 970

    147 211

    166 606,—

    2 3 1

    Financiële lasten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 500

    4 500

    3 000,—

    2 3 2

    Juridische kosten en schadevergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    30 000

    30 000

    30 000,—

    2 3 6

    Porto- en vrachtkosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    124 000

    124 000

    82 060,—

    2 3 8

    Overige huishoudelijke uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    87 828

    88 326

    91 196,10

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 3

    394 298

    394 037

    372 862,10

    HOOFDSTUK 2 5

    2 5 4

    Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

    2 5 4 0

    Interne vergaderingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    135 145

    110 150

    135 150,—

    2 5 4 1

    Waarnemers

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    82 800

    164 251

    5 800,—

    2 5 4 2

    Organisatie van evenementen (in Brussel of in decentrale locaties), in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met de andere Europese instellingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    422 750

    445 000

    568 779,45

    2 5 4 6

    Representatiekosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    180 000

    184 000

    184 375,—

     

    Totaal van artikel 2 5 4

    820 695

    903 401

    894 104,45

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 5

    820 695

    903 401

    894 104,45

    HOOFDSTUK 2 6

    2 6 0

    Communicatie en publicaties

    2 6 0 0

    Betrekkingen met de pers (Europese, nationale, regionale, lokale of gespecialiseerde) en sluiten van partnerschappen met audiovisuele media, de schrijvende pers of radiostations

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    659 718

    694 440

    674 422,—

    2 6 0 2

    Uitgave en verspreiding van papieren, audiovisuele, elektronische of op het web (internet/intranet) gebaseerde informatiedragers

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    835 305

    879 268

    739 221,54

    2 6 0 4

    Publicatieblad

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    150 000

    185 000

    155 000,—

     

    Totaal van artikel 2 6 0

    1 645 023

    1 758 708

    1 568 643,54

    2 6 2

    Aanschaf van documentatie en archivering

    2 6 2 0

    Externe expertise en studies

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    499 353

    499 353

    856 055,01

    2 6 2 2

    Documentatie en bibliotheek

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    150 934

    156 198

    194 535,44

    2 6 2 4

    Archiefbestanden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    142 100

    113 433

    121 447,—

     

    Totaal van artikel 2 6 2

    792 387

    768 984

    1 172 037,45

    2 6 4

    Uitgaven in verband met publicaties, voorlichting en deelname aan openbare evenementen: voorlichtings- en communicatieactiviteiten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    399 000

    420 000

    408 000,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 6

    2 836 410

    2 947 692

    3 148 680,99

     

    Totaal van titel 2

    22 275 604

    22 223 679

    22 171 225,97

    HOOFDSTUK 2 0 —

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    HOOFDSTUK 2 1 —

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    HOOFDSTUK 2 3 —

    HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 2 5 —

    VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    HOOFDSTUK 2 6 —

    EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    Toelichting

    In 2012 vertegenwoordigde de gemeenschappelijke dienst van de beide comités, onder titel 2, een bedrag van 23 626 975 EUR voor het Europees Economisch en Sociaal Comité en 17 286 367 EUR voor het Comité van de Regio's.

    HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    2 0 0     Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

    2 0 0 0   Huur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 548 696

    1 514 886

    1 430 974,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huurkosten voor de gebouwen, alsmede de huur van zalen voor vergaderingen die niet plaatshebben in de gebouwen die permanent worden bezet.

    2 0 0 1   Erfpachtcanons

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 422 315

    8 054 410

    7 829 863,66

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van erfpachtcanons en soortgelijke uitgaven van de instelling die uit hoofde van huurkoopovereenkomsten verschuldigd zijn.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 500 EUR.

    2 0 0 3   Aankoop van onroerend goed

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen. De subsidies voor de grondstukken en het bouwrijp maken ervan worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

    2 0 0 5   Constructie van gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post kan eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de kosten voor de constructie van gebouwen.

    2 0 0 7   Inrichting van dienstruimten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    235 624

    255 899

    247 431,68

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het uitvoeren van inrichtingswerkzaamheden, met inbegrip van specifieke werkzaamheden zoals beveiligingswerkzaamheden, werkzaamheden voor het restaurant, enz. Het krediet heeft ook betrekking op renovatieprojecten in het kader van EMAS die bedoeld zijn om het energieverbruik te beperken.

    2 0 0 8   Overige uitgaven in verband met de gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    41 762

    41 545

    32 007,26

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de overige uitgaven in verband met gebouwen waarin door de overige artikelen van dit hoofdstuk niet speciaal is voorzien, met name:

    technischeadviesdiensten in verband met de uitrusting van gebouwen en wettelijke vergoedingen in verband met de eventuele „optie op aanschaf” van gebouwen;

    adviesdiensten in verband met EMAS;

    overige studies voor diverse projecten.

    2 0 0 9   Voorziening met het oog op investeringen in onroerende goederen door de instelling

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor eventuele investeringen in onroerend goed door de instelling.

    Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    2 0 2     Overige uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 2 2   Schoonmaak en onderhoud

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 862 837

    1 858 215

    1 799 258,42

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van schoonmaak en onderhoud van de kantoren, liften, verwarming, airconditioning en branddeuren, alsmede van de kosten van ongediertebestrijding, schilderwerk, reparaties en vormgeving van de gebouwen en terreinen, met inbegrip van de kosten van studies, analyses, vergunningen, naleving van de EMAS-normen (Eco-Management and Audit Scheme) enz.

    2 0 2 4   Energieverbruik

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    762 201

    773 431

    765 704,—

    Toelichting

    Dit krediet dient met name ter dekking van de kosten van het gebruik van water, gas, elektriciteit en verwarming.

    2 0 2 6   Veiligheid en toezicht van gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 497 562

    1 515 522

    1 491 912,18

    Toelichting

    Dit krediet dient voornamelijk ter dekking van de personeelskosten voor de beveiliging en bewaking van de gebouwen.

    2 0 2 8   Verzekeringen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    98 805

    98 302

    32 119,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van verzekeringspremies.

    HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    2 1 0     Uitrusting, exploitatiekosten en dienstverlening op het gebied van informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0   Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hardware en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 120 440

    1 152 805

    1 042 357,59

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aankoop, de huur en het onderhoud van de hardware en software van de instelling en de daarmee verband houdende werkzaamheden.

    2 1 0 2   Externe dienstverlening voor het exploiteren, ontwikkelen en onderhouden van softwaresystemen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 489 397

    1 463 546

    2 188 425,85

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van dienstverlening door informatica-advies- en servicebureaus in verband met de exploitatie van het informatiecentrum en het netwerk, de ontwikkeling en het onderhoud van toepassingen, de ondersteuning van de gebruikers, met inbegrip van de leden, het uitvoeren van studies en het opstellen en invoeren van technische documentatie.

    2 1 0 3   Telecommunicatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    187 982

    283 011

    175 998,70

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

    2 1 2     Meubilair

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    168 451

    176 399

    137 474,85

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud en reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair, en de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt.

    Voor kunstwerken dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor zowel de aanschaf van specifiek materiaal als de daarmee samenhangende lopende uitgaven, zoals die voor het inlijsten, restaureren en schoonmaken, voor verzekeringen en voor los vervoer.

    2 1 4     Technisch materieel en technische installaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    708 129

    706 438

    522 017,23

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van technisch materieel en technische installaties, met name:

    diverse vaste of mobiele apparatuur en technische installaties in verband met drukkerij, archief, veiligheid, restauratie, gebouwen, enz.;

    apparatuur, met name voor de printshop, archief, telefoondienst, kantines, inkoopcentrales, veiligheid, technische dienst voor conferenties, de audiovisuele sector, enz.;

    onderhoud en reparatie van technisch materieel en installaties van interne vergader- en conferentieruimten.

    2 1 6     Voertuigen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    80 000

    84 140

    60 034,01

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (wagenpark en fietsen) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen.

    HOOFDSTUK 2 3 — HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    2 3 0     Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    147 970

    147 211

    166 606,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de aankoop van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden, druk- en reproductiewerk, alsook uitbesteding van drukwerk.

    2 3 1     Financiële lasten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 500

    4 500

    3 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

    2 3 2     Juridische kosten en schadevergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    30 000

    30 000

    30 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    alle eventuele kosten indien het Comité van de Regio's voor een rechtbank van de Unie of een nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, van de inschakeling van de Juridische Dienst, de aankoop van juridische hulpmiddelen en boekwerken en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard;

    de uitgaven in verband met schadevergoedingen, alsook eventuele schulden in verband hiermee zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement.

    2 3 6     Porto- en vrachtkosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    124 000

    124 000

    82 060,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

    2 3 8     Overige huishoudelijke uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    87 828

    88 326

    91 196,10

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

    de uitgaven voor aankoop en onderhoud van uniformen voor bodes, chauffeurs en verhuizers, de medische dienst en diverse technische diensten;

    alle verhuiskosten, de opslagkosten en de door verhuisbedrijven of opslagdiensten op uitzendbasis in rekening gebrachte kosten;

    diverse huishoudelijke uitgaven, zoals decoraties, donaties, enz.

    HOOFDSTUK 2 5 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    2 5 4     Vergaderingen, conferenties, congressen, seminars en overige bijeenkomsten

    2 5 4 0   Interne vergaderingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    135 145

    110 150

    135 150,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het verstrekken van verfrissingen en, in sommige gevallen, snacks of werklunches tijdens interne vergaderingen.

    2 5 4 1   Waarnemers

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    82 800

    164 251

    5 800,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van regionale en lokale vertegenwoordigers uit kandidaat-lidstaten en uit landen die een bijzondere band met de Europese Unie hebben, in het kader van hun deelname aan de werkzaamheden van het Comité van de Regio's.

    2 5 4 2   Organisatie van evenementen (in Brussel of in decentrale locaties), in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met de andere Europese instellingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    422 750

    445 000

    568 779,45

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven, met inbegrip van representatiekosten en logistieke uitgaven, voor:

    de organisatie door het Comité van de Regio's van evenementen, van algemene of bijzondere aard, bedoeld ter promotie van zijn beleids- en advieswerkzaamheden; deze evenementen vinden plaats in Brussel of in decentrale locaties, doorgaans in samenwerking met lokale en regionale overheden, de verenigingen daarvan en met andere Europese instellingen;

    de deelname van het Comité van de Regio's aan congressen, conferenties, colloquia, seminars of symposia, georganiseerd door derden (Europese instellingen, lokale of regionale overheden, de verenigingen daarvan, enz.).

    2 5 4 6   Representatiekosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    180 000

    184 000

    184 375,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van het Comité van de Regio's inzake representatie.

    Het dekt tevens de uitgaven van sommige ambtenaren inzake representatie in het belang van de instelling.

    HOOFDSTUK 2 6 — EXPERTISE EN VOORLICHTING: AANSCHAF, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    2 6 0     Communicatie en publicaties

    2 6 0 0   Betrekkingen met de pers (Europese, nationale, regionale, lokale of gespecialiseerde) en sluiten van partnerschappen met audiovisuele media, de schrijvende pers of radiostations

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    659 718

    694 440

    674 422,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

    ontvangst van lokale en regionale journalisten in Brussel tijdens vergaderingen van en evenementen georganiseerd door het Comité van de Regio's;

    openbare communicatie- en informatie-initiatieven van het Comité van de Regio's ter promotie van cultuurevenementen en andere typen evenementen of acties, georganiseerd door het Comité van de Regio's, inclusief aanverwante audiovisuele diensten en materiaal;

    redactionele partnerschappen en productiesteun (uitgave van kranten, audiovisuele of radioproducties).

    2 6 0 2   Uitgave en verspreiding van papieren, audiovisuele, elektronische of op het web (internet/intranet) gebaseerde informatiedragers

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    835 305

    879 268

    739 221,54

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten in verband met de uitgave en publicatie door het Comité van de Regio's van het volgende, ongeacht het type media:

    de uitgave en publicatie van papieren boekjes met algemene of thematische inhoud;

    de productie van nieuwsbrieven op de website van het Comité van de Regio's, met verspreiding onder lokale en regionale overheden en regionale en nationale media;

    de ontwikkeling van de officiële internetwebsite van het Comité van de Regio's in 24 taalversies;

    de productie van video- en andere audiovisuele of radiodocumenten.

    2 6 0 4   Publicatieblad

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    150 000

    185 000

    155 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de drukkosten van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie, alsmede van de bijbehorende expeditiekosten en overige kosten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 71 600 EUR.

    2 6 2     Aanschaf van documentatie en archivering

    2 6 2 0   Externe expertise en studies

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    499 353

    499 353

    856 055,01

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van studies die worden uitbesteed aan deskundigen en onderzoeksinstellingen.

    2 6 2 2   Documentatie en bibliotheek

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    150 934

    156 198

    194 535,44

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

    uitbreiding en vernieuwing van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

    abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

    abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalysen van tijdschriften of van het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

    kosten in verband met het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

    kosten in verband met de verplichtingen die het Comité van de Regio's is aangegaan in het kader van internationale en/of interinstitutionele samenwerking;

    de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en IT-apparatuur en/of bibliotheeksystemen (traditioneel of hybride), alsmede externe bijstand bij de aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

    de kosten van de levering van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse), van het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

    de kosten van materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

    de kosten, inclusief materieel, van interne publicaties (brochures, studies enz.) en communicatie (nieuwsbrieven, video's, cd-roms enz.);

    de aanschaf van woordenboeken, lexicons en andere referentiewerken voor het directoraat Vertaling.

    2 6 2 4   Archiefbestanden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    142 100

    113 433

    121 447,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektrische, elektronische en computerapparatuur) en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.).

    2 6 4     Uitgaven in verband met publicaties, voorlichting en deelname aan openbare evenementen: voorlichtings- en communicatieactiviteiten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    399 000

    420 000

    408 000,—

    Toelichting

    Regeling (Comité van de Regio’s) nr. 0008/2010 inzake de financiering van politieke en voorlichtingsactiviteiten van de leden van het Comité van de Regio's.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de politieke en voorlichtingsactiviteiten van de leden van het Comité van de Regio's in het kader van hun Europees mandaat:

    bevordering en uitbreiding van de rol van de leden van het Comité van de Regio's via hun fractieactiviteiten;

    informeren van de burger over de rol van het Comité van de Regio's als de institutionele vertegenwoordiger van de regionale en lokale overheden van de Europese Unie.

    TITEL 10

    OVERIGE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

     

    HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    p.m.

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    p.m.

     

     

    HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

     

     

    HOOFDSTUK 10 2

    p.m.

    p.m.

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 2

    p.m.

    p.m.

     

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

     

     

    TOTAAL-GENERAAL

    87 373 636

    86 503 483

    81 950 673,15

    HOOFDSTUK 10 0 —

    VOORZIENINGEN

    HOOFDSTUK 10 1 —

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 10 2 —

    RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

    HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    Dit krediet heeft louter het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

    HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    HOOFDSTUK 10 2 — RESERVE VOOR DE OVERNAME VAN GEBOUWEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    PERSONEEL

    Afdeling VII — Comité van de Regio's

    Functiegroep en rang

    Comité van de Regio's

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Niet-ingedeeld

     

    1

     

    1

    AD 16

     

     

     

     

    AD 15

    6

     

    6

     

    AD 14

    16

    1

    12

    1

    AD 13

    19

    2

    18

    2

    AD 12

    24

    3

    24

    3

    AD 11

    24

    2

    26

    1

    AD 10

    17

    3

    17

    3

    AD 9

    13

    1

    11

    1

    AD 8

    44

    2

    33

    2

    AD 7

    46

    1

    41

    2

    AD 6

    73

    12

    81

    9

    AD 5

    13

    1

    20

    4

    Totaal AD

    295

    29

    289

    29

    AST 11

    4

     

    3

     

    AST 10

    5

     

    5

     

    AST 9

    4

     

    3

     

    AST 8

    9

     

    8

     

    AST 7

    15

    3

    14

    2

    AST 6

    24

     

    22

    1

    AST 5

    43

    7

    39

    6

    AST 4

    37

    1

    34

    2

    AST 3

    19

    1

    23

    1

    AST 2

    37

    2

    41

    2

    AST 1

    2

     

    7

     

    Totaal AST

    199

    14

    199

    14

    Totaal-generaal

    494

    43

    488

    43

    Totaal personeel

    537  (83)

    531  (84)

    AFDELING VIII

    EUROPESE OMBUDSMAN

    STAAT VAN ONTVANGSTEN

    Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Ombudsman voor het begrotingsjaar 2013

    Omschrijving

    Bedrag

    Uitgaven

    9 731 371

    Eigen inkomsten

    –1 185 676

    Te ontvangen bijdrage

    8 545 695

    EIGEN INKOMSTEN

    TITEL 4

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

    585 550

    560 068

    503 281,—

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    67 821

    66 918

    68 265,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    653 371

    626 986

    571 546,—

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling

    532 305

    535 140

    507 064,—

    4 1 1

    Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 1 2

    Pensioenbijdrage van ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    532 305

    535 140

    507 064,—

     

    Totaal van titel 4

    1 185 676

    1 162 126

    1 078 610,—

    HOOFDSTUK 4 0 —

    DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    585 550

    560 068

    503 281,—

    Toelichting

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15), met name artikel 10, leden 2 en 3.

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    67 821

    66 918

    68 265,—

    Toelichting

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis, en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15), met name artikel 10, leden 2 en 3.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    532 305

    535 140

    507 064,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

    4 1 1     Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48.

    4 1 2     Pensioenbijdrage van ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 40, lid 3, en en artikel 17 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    TITEL 6

    BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 6 6

    6 6 0

    Andere bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0

    Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 6 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 6 6 —

    ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    HOOFDSTUK 6 6 — ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    6 6 0     Andere bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0   Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van deze titel en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    TITEL 9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 9 0

    9 0 0

    Diverse ontvangsten

    p.m.

    p.m.

    14 563,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 9 0

    p.m.

    p.m.

    14 563,—

     

    Totaal van titel 9

    p.m.

    p.m.

    14 563,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    1 185 676

    1 162 126

    1 093 173,—

    HOOFDSTUK 9 0 —

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN

    9 0 0     Diverse ontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    14 563,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1

    UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 0

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    533 314

    531 000

    498 848,50

    1 2

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    6 569 282

    6 478 000

    5 913 420,28

    1 4

    ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

    411 775

    413 000

    286 396,10

    1 6

    OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    69 000

    69 000

    56 447,18

     

    Totaal van titel 1

    7 583 371

    7 491 000

    6 755 112,06

    2

    GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    2 0

    GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

    693 000

    488 000

    479 116,—

    2 1

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    100 000

    100 500

    160 759,27

    2 3

    LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    781 500

    815 000

    734 104,85

     

    Totaal van titel 2

    1 574 500

    1 403 500

    1 373 980,12

    3

    UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

    3 0

    VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    222 000

    220 000

    222 330,50

    3 2

    EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    347 000

    374 000

    362 196,82

    3 3

    STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

    3 000

    26 000

    9 825,—

    3 4

    UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE OMBUDSMAN

    1 500

    2 000

    520,—

     

    Totaal van titel 3

    573 500

    622 000

    594 872,32

    10

    OVERIGE UITGAVEN

    10 0

    VOORZIENINGEN

    p.m.

    p.m.

     

    10 1

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    p.m.

    p.m.

     

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

     

     

    TOTAAL-GENERAAL

    9 731 371

    9 516 500

    8 723 964,50

    TITEL 1

    UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 1 0

    1 0 0

    Salarissen, vergoedingen en toelagen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    376 900

    376 000

    355 551,26

    1 0 2

    Overbruggingstoelagen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

    1 0 3

    Pensioenen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    103 414

    102 000

    96 173,24

    1 0 4

    Dienstreizen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    52 000

    52 000

    47 124,—

    1 0 5

    Talen- en informaticacursussen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 000

    1 000

     

    1 0 8

    Vergoedingen en kosten in verband met indiensttreding en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 0

    533 314

    531 000

    498 848,50

    HOOFDSTUK 1 2

    1 2 0

    Salaris en andere rechten

    1 2 0 0

    Salarissen, toelagen en vergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    6 541 282

    6 450 000

    5 816 250,55

    1 2 0 2

    Betaalde overuren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 000

    3 000

    3 295,67

    1 2 0 4

    Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    25 000

    25 000

    93 874,06

     

    Totaal van artikel 1 2 0

    6 569 282

    6 478 000

    5 913 420,28

    1 2 2

    Vergoedingen na vervroegde beëindiging van de dienst

    1 2 2 0

    Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

    1 2 2 2

    Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

    Totaal van artikel 1 2 2

    p.m.

    p.m.

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 2

    6 569 282

    6 478 000

    5 913 420,28

    HOOFDSTUK 1 4

    1 4 0

    Andere personeelsleden en externe personen

    1 4 0 0

    Andere personeelsleden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    311 775

    200 000

    201 702,32

    1 4 0 4

    Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    100 000

    213 000

    84 693,78

     

    Totaal van artikel 1 4 0

    411 775

    413 000

    286 396,10

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 4

    411 775

    413 000

    286 396,10

    HOOFDSTUK 1 6

    1 6 1

    Uitgaven voor personeelsbeheer

    1 6 1 0

    Aanwerving van personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    8 000

    8 000

    4 115,87

    1 6 1 2

    Bijscholing

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    55 000

    55 000

    45 000,—

     

    Totaal van artikel 1 6 1

    63 000

    63 000

    49 115,87

    1 6 3

    Voorzieningen voor het personeel van de instelling

    1 6 3 0

    Sociale dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

    1 6 3 2

    Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    6 000

    6 000

    7 331,31

     

    Totaal van artikel 1 6 3

    6 000

    6 000

    7 331,31

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 6

    69 000

    69 000

    56 447,18

     

    Totaal van titel 1

    7 583 371

    7 491 000

    6 755 112,06

    HOOFDSTUK 1 0 —

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 1 2 —

    AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    HOOFDSTUK 1 4 —

    ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

    HOOFDSTUK 1 6 —

    OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING

    1 0 0     Salarissen, vergoedingen en toelagen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    376 900

    376 000

    355 551,26

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 4 bis, 11 en 14.

    Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom van het Europees Parlement van 9 maart 1994 inzake het statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15).

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het salaris, de vergoedingen en andere toelagen van de Europese Ombudsman, met name de bijdragen van de instelling voor de ongevallen- en beroepsziektenverzekering, de ziektekostenverzekering, geboortetoelagen, toelagen in geval van overlijden, het jaarlijks medisch onderzoek, enz.

    Het dient tevens ter dekking van de financiering van de aanpassingscoëfficiënten en van de aanpassing van de salarissen en pensioenen die de Raad in de loop van het begrotingsjaar doorvoert.

    1 0 2     Overbruggingstoelagen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

    Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf.

    1 0 3     Pensioenen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    103 414

    102 000

    96 173,24

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

    Dit krediet dient ter dekking van ouderdomspensioenen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de ombudsman, alsmede van de overlevingspensioenen van overlevende echtgenoten en wezen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

    1 0 4     Dienstreizen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    52 000

    52 000

    47 124,—

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    1 0 5     Talen- en informaticacursussen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000

    1 000

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelname aan talencursussen of andere bijscholingscursussen.

    1 0 8     Vergoedingen en kosten in verband met indiensttreding en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

    Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van de ombudsman (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding voor de ombudsman bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten van de ombudsman bij indiensttreding of vertrek bij de instelling.

    HOOFDSTUK 1 2 — AMBTENAREN EN TIJDELIJKE FUNCTIONARISSEN

    Toelichting

    Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire verlaging van 5 % toegepast.

    1 2 0     Salaris en andere rechten

    1 2 0 0   Salarissen, toelagen en vergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 541 282

    6 450 000

    5 816 250,55

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

    de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de forfaitaire vergoedingen voor overuren;

    de overige toelagen en vergoedingen;

    de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

    de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen door de instelling aan tijdelijke functionarissen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in hun land van herkomst.

    1 2 0 2   Betaalde overuren

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 000

    3 000

    3 295,67

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

    1 2 0 4   Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    25 000

    25 000

    93 874,06

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

    de ontslagvergoeding voor ambtenaren op proef in geval van duidelijke onbekwaamheid;

    de vergoeding in geval van beëindiging door de instelling van het contract met een tijdelijk personeelslid.

    1 2 2     Vergoedingen na vervroegde beëindiging van de dienst

    1 2 2 0   Vergoedingen bij ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41 en 50, alsmede bijlage IV.

    Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan ambtenaren:

    die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

    die een ambt bekleden in rang AD 16 of AD 15 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

    Het dient ook ter dekking van de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten hierop.

    1 2 2 2   Vergoedingen bij definitieve beëindiging van de dienst en speciale pensioenregeling voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 van de Raad van 12 december 1985 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen in verband met de toetreding van Spanje en Portugal (PB L 335 van 13.12.1985, blz. 56) en Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2688/95 van de Raad van 17 november 1995 tot vaststelling van bijzondere maatregelen betreffende de beëindiging van de dienst van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen naar aanleiding van de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden (PB L 280 van 23.11.1995, blz. 1).

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 64 en 72.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vergoedingen die als toepassing van het Statuut, Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 3518/85 en Verordening (EG, Euratom, EGKS) nr. 2688/95 moeten worden betaald;

    de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de genieters van deze vergoedingen;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten die op de diverse vergoedingen van toepassing zijn.

    HOOFDSTUK 1 4 — ANDER PERSONEEL EN EXTERNEN

    1 4 0     Andere personeelsleden en externe personen

    1 4 0 0   Andere personeelsleden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    311 775

    200 000

    201 702,32

    Toelichting

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient vooral ter dekking van de volgende uitgaven:

    de bezoldiging van de andere personeelsleden, met name arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen en bijzondere adviseurs (in de zin van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de vergoedingen van deze personeelsleden;

    de honoraria van personeel betaald volgens de regeling inzake verleende diensten, alsmede, in bijzondere gevallen, voor de aanstelling van tijdelijke uitzendkrachten.

    1 4 0 4   Stages, subsidies en uitwisseling van ambtenaren

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    213 000

    84 693,78

    Toelichting

    Besluit van de Europese Ombudsman inzake stages en besluit van de Europese Ombudsman inzake gedetacheerde internationale, nationale en regionale of lokale ambtenaren bij de diensten van de Europese Ombudsman.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    vergoedingen, reiskosten en kosten van dienstreizen voor stagiair(e)s, alsmede een ongevallen- en ziekteverzekering tijdens de stage;

    de uitgaven die voortvloeien uit het wederzijds ter beschikking stellen van personeel door de Europese Ombudsman en de openbare sector in de lidstaten of in andere landen die specifiek in de regeling worden genoemd.

    HOOFDSTUK 1 6 — OVERIGE UITGAVEN VOOR AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 6 1     Uitgaven voor personeelsbeheer

    1 6 1 0   Aanwerving van personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 000

    8 000

    4 115,87

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

    Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

    de kosten van de organisatie van procedures voor de selectie van ambtenaren en andere personeelsleden.

    In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

    1 6 1 2   Bijscholing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    55 000

    55 000

    45 000,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet is bestemd voor:

    de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren;

    de reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals bijkomende of uitzonderlijke kosten in het kader van dienstreizen, met inbegrip van de kosten die verband houden met vervoersbewijzen en reserveringen (andere dan bedoeld in artikel 3 0 0).

    1 6 3     Voorzieningen voor het personeel van de instelling

    1 6 3 0   Sociale dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 9, lid 3, derde alinea, en artikel 76. Besluit van de Europese Ombudsman van 15 januari 2004 betreffende de regeling van de sociale dienst voor de ambtenaren en de andere personeelsleden van de diensten van de Europese Ombudsman.

    Dit krediet dient:

    in het kader van het interinstitutionele gehandicaptenbeleid, als bijstand voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst,

    kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie,

    als terugbetaling van de op grond van de handicap gemaakte, als noodzakelijk erkende, naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die niet door de Gemeenschappelijk Regeling voor de ziektekostenverzekering worden vergoed, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend;

    de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

    1 6 3 2   Sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel en andere maatregelen op sociaal gebied

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 000

    6 000

    7 331,31

    Toelichting

    Dit krediet dient ter aanmoediging en financiële ondersteuning van initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, zoals subsidies voor sportclubs en culturele activiteiten, enz. van het personeel, alsmede voor een bijdrage in de kosten van activiteiten georganiseerd door het personeelscomité (culturele activiteiten, ontspanning, restaurant, enz.).

    Het dient tevens ter dekking van de financiële bijdrage in de interinstitutionele sociale activiteiten.

    TITEL 2

    GEBOUWEN, MEUBILAIR, MATERIEEL EN DIVERSE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 2 0

    2 0 0

    Gebouwen

    2 0 0 0

    Huur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    693 000

    488 000

    479 116,—

     

    Totaal van artikel 2 0 0

    693 000

    488 000

    479 116,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 0

    693 000

    488 000

    479 116,—

    HOOFDSTUK 2 1

    2 1 0

    Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0

    Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hard- en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    63 000

    63 000

    118 949,31

    2 1 0 1

    Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van telecommunicatieapparatuur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    955,96

     

    Totaal van artikel 2 1 0

    63 000

    63 000

    119 905,27

    2 1 2

    Meubilair

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    18 000

    20 000

    26 854,—

    2 1 6

    Voertuigen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    19 000

    17 500

    14 000,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 1

    100 000

    100 500

    160 759,27

    HOOFDSTUK 2 3

    2 3 0

    Administratieve uitgaven

    2 3 0 0

    Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    20 000

    28 000

    11 610,85

    2 3 0 1

    Porto en verzendkosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    13 000

    16 000

    11 000,—

    2 3 0 2

    Telecommunicatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    8 500

    13 000

    4 850,—

    2 3 0 3

    Financiële lasten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 000

    2 000

    580,—

    2 3 0 4

    Overige uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 000

    4 000

    2 067,65

    2 3 0 5

    Proceskosten en schadevergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    27 000,—

     

    Totaal van artikel 2 3 0

    47 500

    63 000

    57 108,50

    2 3 1

    Vertaling en vertolking

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    650 000

    667 000

    608 000,—

    2 3 2

    Ondersteuning van werkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    84 000

    85 000

    68 996,35

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 3

    781 500

    815 000

    734 104,85

     

    Totaal van titel 2

    1 574 500

    1 403 500

    1 373 980,12

    HOOFDSTUK 2 0 —

    GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

    HOOFDSTUK 2 1 —

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    HOOFDSTUK 2 3 —

    LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN BIJKOMENDE KOSTEN

    2 0 0     Gebouwen

    2 0 0 0   Huur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    693 000

    488 000

    479 116,—

    Toelichting

    Administratieve overeenkomst tussen de Ombudsman en het Europees Parlement.

    Dit krediet dient ter dekking van een globale vergoeding aan het Europees Parlement voor het gebruik van de kantoorruimte die het Europees Parlement in zijn gebouwen in Brussel en Straatsburg ter beschikking stelt van de Europese Ombudsman. Het dient ter dekking van de kosten van huur en verzekering, water, elektriciteit, verwarming, schoonmaken en onderhoud, veiligheid en bewaking, alsook van andere diverse kosten, met inbegrip van verbouwingen, reparaties en renovaties van de betreffende kantoorruimten.

    HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR: AANKOOP, HUUR EN ONDERHOUD

    Toelichting

    Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

    2 1 0     Materieel, exploitatiekosten en dienstverlening in verband met informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0   Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van hard- en software en daarmee verband houdende werkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    63 000

    63 000

    118 949,31

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

    aankoop, huur, service en onderhoud van materieel en ontwikkeling van programmatuur;

    dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen;

    aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere diensten in verband met de informatica;

    aankoop, huur, service en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere met telecommunicatie verband houdende uitgaven (transmissienetwerken, telefooncentrales, telefoontoestellen en randapparatuur, telefaxen, telexsystemen, installatiekosten, enz.).

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 1 0 1   Aankoop van, werkzaamheden aan en onderhoud van telecommunicatieapparatuur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    955,96

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met huur, werkzaamheden aan en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie (transmissienetwerken, telefooncentrales, telefoontoestellen en randapparatuur, faxen, telexsystemen, installatiekosten enz.).

    2 1 2     Meubilair

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    18 000

    20 000

    26 854,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van aankoop, huur, onderhoud en reparatie van meubilair, met name de aankoop van ergonomisch kantoormeubilair, de vervanging van verouderd meubilair en meubilair dat niet langer wordt gebruikt, alsmede van kantoormachines.

    2 1 6     Voertuigen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    19 000

    17 500

    14 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van aankoop, onderhoud, gebruik en reparatie van voertuigen (dienstwagens) en van de huur van auto's, taxi's, bussen en vrachtwagens, met of zonder chauffeur, met inbegrip van de bijbehorende verzekeringen en de betaling van eventuele boeten.

    HOOFDSTUK 2 3 — LOPENDE HUISHOUDELIJKE UITGAVEN

    2 3 0     Administratieve uitgaven

    Toelichting

    Op het gebied van overheidsopdrachten overlegt de instelling met de andere instellingen over de door elk van hen verkregen voorwaarden.

    2 3 0 0   Papier, kantoorbenodigdheden en diverse producten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 000

    28 000

    11 610,85

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aanschaf van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden, producten voor de drukkerij en de reproductiewerkplaatsen enz.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 3 0 1   Porto en verzendkosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    13 000

    16 000

    11 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor porto en voor verwerking en versturing door post- en private koeriersdiensten.

    2 3 0 2   Telecommunicatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 500

    13 000

    4 850,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van abonnementen en de kosten van communicatie per kabel of via de ether (vaste en mobiele telefonie, televisie), alsook ter dekking van de uitgaven in verband met netwerken voor de transmissie van gegevens en diensten op het gebied van de telematica.

    2 3 0 3   Financiële lasten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 000

    2 000

    580,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, agio's en diverse kosten) en de andere financiële kosten, met inbegrip van de bijkomende kosten voor de financiering van de gebouwen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

    2 3 0 4   Overige uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 000

    4 000

    2 067,65

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    verzekeringen die niet expliciet onder andere posten worden genoemd;

    diverse huishoudelijke uitgaven, zoals de aankoop van spoorboekjes en vluchtregelingen, de bekendmaking in kranten van de verkoop van gebruikte goederen enz.;

    voorschotrekeningen in Brussel en Straatsburg.

    2 3 0 5   Proceskosten en schadevergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    27 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    alle eventuele kosten indien de Ombudsman voor een uniale of nationale rechtbank moet verschijnen of een zaak bij zo'n rechtbank aanhangig maakt, de kosten van juridische diensten en andere kosten van juridische, contentieuze of precontentieuze aard;

    de uitgaven in verband met schadevergoedingen, alsook eventuele schulden zoals vermeld in artikel 11, lid 3, van het Financieel Reglement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    2 3 1     Vertaling en vertolking

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    650 000

    667 000

    608 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van door derden te verrichten aanvullende diensten, met name de vertaling en het uittypen van het jaarverslag en diverse documenten, de diensten van onder contract of incidenteel werkende tolken en andere bijkomende kosten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    2 3 2     Ondersteuning van werkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    84 000

    85 000

    68 996,35

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een aan het Europees Parlement te betalen globale „managementvergoeding” voor de kosten die overeenkomen met de werkuren van personeel van het Europees Parlement voor het verlenen van algemene diensten, zoals accounting, interne audit, een medische dienst enz.

    Het dient tevens ter dekking van de kosten van uiteenlopende interinstitutionele diensterverlening die nog niet onder een andere begrotingslijn valt.

    TITEL 3

    UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE ALGEMENE TAKEN VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 3 0

    3 0 0

    Dienstreizen personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    142 000

    130 000

    140 828,23

    3 0 2

    Onthaal en representatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    15 000

    15 000

    13 609,50

    3 0 3

    Vergaderingen in het algemeen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    30 000

    40 000

    33 035,39

    3 0 4

    Interne vergaderingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    35 000

    35 000

    34 857,38

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 0

    222 000

    220 000

    222 330,50

    HOOFDSTUK 3 2

    3 2 0

    Verwerving van informatie en expertise

    3 2 0 0

    Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    12 000

    12 000

    9 896,52

    3 2 0 1

    Uitgaven voor archivering

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    15 000

    15 000

    9 740,—

     

    Totaal van artikel 3 2 0

    27 000

    27 000

    19 636,52

    3 2 1

    Productie en verspreiding

    3 2 1 0

    Communicatie en publicaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    320 000

    347 000

    342 560,30

     

    Totaal van artikel 3 2 1

    320 000

    347 000

    342 560,30

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 2

    347 000

    374 000

    362 196,82

    HOOFDSTUK 3 3

    3 3 0

    Studies en subsidies

    3 3 0 0

    Studies

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 000

    p.m.

    9 825,—

    3 3 0 1

    Overige subsidies

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    26 000

     

     

    Totaal van artikel 3 3 0

    3 000

    26 000

    9 825,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 3

    3 000

    26 000

    9 825,—

    HOOFDSTUK 3 4

    3 4 0

    Uitgaven voortvloeiend uit de taken van de Ombudsman

    3 4 0 0

    Diverse uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 500

    2 000

    520,—

     

    Totaal van artikel 3 4 0

    1 500

    2 000

    520,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 4

    1 500

    2 000

    520,—

     

    Totaal van titel 3

    573 500

    622 000

    594 872,32

    HOOFDSTUK 3 0 —

    VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    HOOFDSTUK 3 2 —

    EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    HOOFDSTUK 3 3 —

    STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

    HOOFDSTUK 3 4 —

    UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE OMBUDSMAN

    HOOFDSTUK 3 0 — VERGADERINGEN EN CONFERENTIES

    3 0 0     Dienstreizen personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    142 000

    130 000

    140 828,23

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen, met inbegrip van de kosten die verband houden met vervoersbewijzen en reserveringen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    3 0 2     Onthaal en representatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    15 000

    15 000

    13 609,50

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst en representatie, en voor de aanschaf van door de Ombudsman geschonken representatieartikelen.

    3 0 3     Vergaderingen in het algemeen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    30 000

    40 000

    33 035,39

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies en studie- en werkgroepen, alsook van andere bijbehorende kosten (huur van zalen, vertolkingsvoorzieningen enz.).

    3 0 4     Interne vergaderingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    35 000

    35 000

    34 857,38

    Toelichting

    Deze kredieten zijn bedoeld om de kosten te dekken die betrekking hebben op de organisatie van de interne vergaderingen van de instelling.

    HOOFDSTUK 3 2 — EXPERTISE EN INFORMATIE: VERWERVING, ARCHIVERING, PRODUCTIE EN VERSPREIDING

    3 2 0     Verwerving van informatie en expertise

    3 2 0 0   Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    12 000

    12 000

    9 896,52

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

    uitbreiding en vervanging van de algemene naslagwerken en aanvulling van het bibliotheekfonds;

    abonnementen op dagbladen, tijdschriften, nieuwsagentschappen en op hun publicaties en diensten online, met inbegrip van de kosten van auteursrechten voor de reproductie en verspreiding van deze abonnementen langs klassieke of elektronische weg en dienstverleningscontracten voor persoverzichten en krantenknipsels;

    abonnementen of dienstverleningscontracten voor de levering van samenvattingen en inhoudsanalyses van tijdschriften of voor het invoeren in optische dragers van uit deze tijdschriften geselecteerde artikelen;

    het gebruik van externe databanken voor documenten en statistische gegevens, met uitzondering van computerapparatuur en telecommunicatiekosten;

    de aanschaf of huur van speciaal materiaal, inclusief elektrische, elektronische en computerapparatuur en/of systemen voor bibliotheek, documentatie en mediatheek, alsmede externe bijstand bij de aanschaf, ontwikkeling, installatie, exploitatie en onderhoud van deze materialen en systemen;

    de verlening van diensten met betrekking tot de activiteiten van de bibliotheek, met name in verband met de klanten (onderzoek, analyse) het systeem voor kwaliteitsbeheer enz.;

    materiaal en werkzaamheden in verband met het inbinden en conserveren van werken voor de bibliotheek, de documentatiedienst en de mediatheek;

    de aankoop van woordenboeken, glossaria en andere werken voor de diensten van de Ombudsman.

    3 2 0 1   Uitgaven voor archivering

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    15 000

    15 000

    9 740,—

    Toelichting

    Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43), alsmede de door de Ombudsman aangenomen uitvoeringsbepalingen.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van:

    externe archiveringsdiensten, inclusief sorteren, classificatie en herclassificatie in de gegevensbanken, de kosten van diensten in verband met de archieven en aankoop en exploitatie van archiefbestanden op vervangende informatiedragers (microfilm, schijven, cassettes enz.), alsmede aankoop, huur en onderhoud van speciaal materieel (elektronische, elektrische en computerapparatuur) en de kosten van publicaties op alle soorten dragers (brochures, cd-roms enz.);

    het verwerken van de persoonlijke archieven die de Ombudsman tijdens de uitoefening van zijn mandaat heeft opgebouwd en overgedragen in de vorm van een schenking of een legaat aan het Europees Parlement, aan het historische archief van de Europese Unie (HAEU) of aan een wettelijk erkende vereniging of stichting.

    3 2 1     Productie en verspreiding

    3 2 1 0   Communicatie en publicaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    320 000

    347 000

    342 560,30

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name:

    het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

    het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties (jaarverslag enz.) in de officiële talen;

    verspreiding (langs traditionele of elektronische weg) van voorlichtingsmateriaal met betrekking tot de Ombudsman (publiciteit en maatregelen ter bevordering van het beginsel van de Europese Ombudsman bij het grote publiek);

    andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.).

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    HOOFDSTUK 3 3 — STUDIES EN OVERIGE SUBSIDIES

    3 3 0     Studies en subsidies

    3 3 0 0   Studies

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 000

    p.m.

    9 825,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verrichten van bij contract aan deskundigen en onderzoeksinstituten toevertrouwde studies en/of enquêtes, alsmede de kosten van de publicatie daarvan en bijkomende kosten.

    3 3 0 1   Overige subsidies

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    26 000

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van kosten aangegaan voor het bevorderen van relaties en het verstevigen van de samenwerking tussen de Ombudsman en de nationale/regionale ombudsmannen en andere gelijkaardige organen.

    Het kan met name dienen ter dekking van financiële bijdragen voor de realisatie van projecten in de activiteitssfeer van het Europese netwerk van de ombudsmannen (andere dan bedoeld in post 3 2 1 0).

    Het is ook bedoeld ter dekking van bijdragen met betrekking tot bezoekersgroepen aan de Ombudsman.

    HOOFDSTUK 3 4 — UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT DE TAKEN VAN DE OMBUDSMAN

    3 4 0     Uitgaven voortvloeiend uit de taken van de Ombudsman

    3 4 0 0   Diverse uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 500

    2 000

    520,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eventuele uitgaven die specifiek verband houden met het ambt van Ombudsman, zoals betrekkingen met de nationale ombudsmannen en internationale organisaties van ombudsmannen, alsook het lidmaatschap van internationale organisaties.

    TITEL 10

    OVERIGE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

     

    HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    p.m.

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    p.m.

     

     

    HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

     

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

     

     

    TOTAAL-GENERAAL

    9 731 371

    9 516 500

    8 723 964,50

    HOOFDSTUK 10 0 —

    VOORZIENINGEN

    HOOFDSTUK 10 1 —

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

    PERSONEEL

    Afdeling VIII — Europese Ombudsman

    Functiegroep en rang

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    AD 16

    1

     

    1

     

    AD 15

    1

     

    1

     

    AD 14

    2

     

    2

     

    AD 13

    1

    3

    1

    2

    AD 12

     

    1

     

    2

    AD 11

    1

    1

    1

    1

    AD 10

    2

    2

    2

    2

    AD 9

    2

    2

    1

    2

    AD 8

    1

    1

    2

     

    AD 7

     

    4

     

    3

    AD 6

    3

    5

    2

    6

    AD 5

    3

    1

    3

    2

    Totaal AD

    17

    20

    16

    20

    AST 11

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

    AST 8

     

    1

     

    1

    AST 7

     

    1

     

    1

    AST 6

    1

    3

    1

    3

    AST 5

    5

    3

    5

    2

    AST 4

    2

    2

    2

    3

    AST 3

    1

    5

    1

    4

    AST 2

     

    4

     

    5

    AST 1

    1

    1

    1

    1

    Totaal AST

    10

    20

    10

    20

    Totaal-generaal

    27

    40

    26

    40

    AFDELING IX

    EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING

    STAAT VAN ONTVANGSTEN

    Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming voor het begrotingsjaar 2013

    Omschrijving

    Bedrag

    Uitgaven

    7 661 409

    Eigen inkomsten

    – 943 000

    Te ontvangen bijdrage

    6 718 409

    EIGEN INKOMSTEN

    TITEL 4

    DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

    446 000

    438 000

    314 751,37

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    23,57

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    75 000

    74 000

    46 277,89

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    521 000

    512 000

    361 052,83

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    422 000

    410 000

    282 383,97

    4 1 1

    Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    422 000

    410 000

    282 383,97

     

    Totaal van titel 4

    943 000

    922 000

    643 436,80

    HOOFDSTUK 4 0 —

    INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    446 000

    438 000

    314 751,37

    Toelichting

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    23,57

    Toelichting

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    75 000

    74 000

    46 277,89

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    422 000

    410 000

    282 383,97

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

    4 1 1     Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VIII, artikel 4, artikel 11, leden 2 en 3, en artikel 48.

    TITEL 9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 9 0

    9 0 0

    Diverse ontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 9 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 9

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    943 000

    922 000

    643 436,80

    HOOFDSTUK 9 0 —

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN

    9 0 0     Diverse ontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden diverse ontvangsten opgenomen.

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1

    UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    1 0

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    740 448

    740 448

    752 768

    752 768

    827 608,81

    827 608,81

    1 1

    PERSONEEL VAN DE INSTELLING

    4 635 535

    4 635 535

    4 608 614

    4 608 614

    3 844 938,82

    3 844 938,82

     

    Totaal van titel 1

    5 375 983

    5 375 983

    5 361 382

    5 361 382

    4 672 547,63

    4 672 547,63

    2

    GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

    2 0

    GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

    2 285 426

    2 285 426

    2 262 708

    2 262 708

    2 082 755,—

    2 082 755,—

     

    Totaal van titel 2

    2 285 426

    2 285 426

    2 262 708

    2 262 708

    2 082 755,—

    2 082 755,—

    3

    EUROPEES COMITÉ VOOR GEGEVENSBESCHERMING

    3 0

    UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

     

    Totaal van titel 3

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    10

    OVERIGE UITGAVEN

    10 0

    VOORZIENINGEN

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    10 1

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    7 661 409

    7 661 409

    7 624 090

    7 624 090

    6 755 302,63

    6 755 302,63

    TITEL 1

    UITGAVEN BETREFFENDE DE AAN DE INSTELLING VERBONDEN PERSONEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 1 0

    1 0 0

    Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

    1 0 0 0

    Bezoldiging en vergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    644 322

    659 635

    611 768,01

    1 0 0 1

    Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

    1 0 0 2

    Overbruggingstoelagen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    12 122

    127 018,80

    1 0 0 3

    Pensioenen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    32 000

    p.m.

    0,—

    1 0 0 4

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    16 885

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 0 0

    676 322

    688 642

    738 786,81

    1 0 1

    Overige uitgaven in verband met de leden

    1 0 1 0

    Bijscholing

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 732

    4 732

    4 732,—

    1 0 1 1

    Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    59 394

    59 394

    84 090,—

     

    Totaal van artikel 1 0 1

    64 126

    64 126

    88 822,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 0

    740 448

    752 768

    827 608,81

    HOOFDSTUK 1 1

    1 1 0

    Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

    1 1 0 0

    Bezoldiging en vergoedingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 872 366

    3 755 970

    3 090 819,13

    1 1 0 1

    Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    70 564

    70 564

    204 613,—

    1 1 0 2

    Betaalde overuren

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 1 0 3

    Buitengewone bijstand

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    5 070

    0,—

    1 1 0 4

    Vergoedingen en diverse bijdragen bij vervroegde beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 1 0 5

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    88 198

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 1 0

    3 942 930

    3 919 802

    3 295 432,13

    1 1 1

    Andere personeelsleden

    1 1 1 0

    Arbeidscontractanten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    158 917

    147 186

    81 771,56

    1 1 1 1

    Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    179 428

    179 428

    132 212,—

    1 1 1 2

    Uit te besteden diensten en werkzaamheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    51 202

    51 202

    96 180,44

     

    Totaal van artikel 1 1 1

    389 547

    377 816

    310 164,—

    1 1 2

    Overige uitgaven in verband met het personeel

    1 1 2 0

    Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    112 686

    112 686

    103 346,—

    1 1 2 1

    Aanwerving van personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    6 789

    6 789

    10 034,—

    1 1 2 2

    Bijscholing

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    84 874

    84 874

    102 499,—

    1 1 2 3

    Sociale dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 1 2 4

    Medische dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    14 844

    14 844

    14 844,—

    1 1 2 5

    Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    80 000

    87 938

    5 000,—

    1 1 2 6

    Betrekkingen tussen de personeelsleden en andere sociale maatregelen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 865

    3 865

    3 619,69

     

    Totaal van artikel 1 1 2

    303 058

    310 996

    239 342,69

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 1

    4 635 535

    4 608 614

    3 844 938,82

     

    Totaal van titel 1

    5 375 983

    5 361 382

    4 672 547,63

    HOOFDSTUK 1 0 —

    LEDEN VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 1 1 —

    PERSONEEL VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 1 0 — LEDEN VAN DE INSTELLING

    1 0 0     Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de leden

    1 0 0 0   Bezoldiging en vergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    644 322

    659 635

    611 768,01

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Besluit nr. 1247/2002/EG van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 1 juli 2002 betreffende het statuut en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van de functie van Europees Toezichthouder voor gegevensbescherming (PB L 183 van 12.7.2002, blz. 1).

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de financiering van de salarissen en vergoedingen van de leden, alsook van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

    de werkgeversbijdrage (0,87 %) in de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

    de werkgeversbijdrage (3,4 %) in de ziektekostenverzekering;

    de geboortetoelage;

    de toelagen in geval van overlijden.

    1 0 0 1   Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

    Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van de leden (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten bij indiensttreding of beëindiging van de dienst.

    1 0 0 2   Overbruggingstoelagen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    12 122

    127 018,80

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

    Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de leden van de instelling na beëindiging van de dienst.

    1 0 0 3   Pensioenen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    32 000

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

    Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met het land van verblijf van de leden van de instelling, alsmede van de overlevingspensioenen van overlevende echtgenoten en wezen en de aanpassingscoëfficiënten in verband met hun land van verblijf.

    1 0 0 4   Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    16 885

    0,—

    Toelichting

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en pensioenen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

    1 0 1     Overige uitgaven in verband met de leden

    1 0 1 0   Bijscholing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 732

    4 732

    4 732,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van deelname aan talencursussen, seminars en bijscholingscursussen.

    1 0 1 1   Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    59 394

    59 394

    84 090,—

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

    HOOFDSTUK 1 1 — PERSONEEL VAN DE INSTELLING

    Toelichting

    Op de kredieten van dit hoofdstuk is een forfaitaire verlaging van 1,1 % toegepast.

    1 1 0     Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

    1 1 0 0   Bezoldiging en vergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 872 366

    3 755 970

    3 090 819,13

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de basissalarissen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen;

    de gezinstoelagen, inclusief de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

    de ontheemdings- en buitenlandtoelage;

    de bijdrage van de instelling aan de ziektekostenverzekering en aan de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

    de bijdrage van de instelling voor de oprichting van het speciaal werkloosheidsfonds;

    de betalingen van de instelling ten behoeve van tijdelijke functionarissen voor de totstandkoming of handhaving van hun pensioenrechten in hun land van herkomst;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

    de geboortetoelage;

    de forfaitaire betaling van de reiskosten van de standplaats naar de plaats van herkomst;

    de huisvestings- en vervoersvergoedingen, de vaste ambtsvergoedingen;

    de vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

    de bijzondere vergoeding voor de rekenplichtigen en de beheerders van gelden.

    1 1 0 1   Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    70 564

    70 564

    204 613,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing die een verandering van standplaats met zich brengt (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 7), de inrichtingsvergoedingen bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of tewerkstelling in een nieuwe standplaats (bijlage VII, artikelen 5 en 6), de verhuiskosten (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 9) en de tijdelijke dagvergoedingen voor personeelsleden die kunnen aantonen dat zij bij indiensttreding van woonplaats hebben moeten veranderen (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 10).

    1 1 0 2   Betaalde overuren

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 56 en bijlage VI.

    Dit krediet dient voor het uitbetalen van overuren onder de voorwaarden vervat in de bovenstaande bepalingen.

    1 1 0 3   Buitengewone bijstand

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    5 070

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 76.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren.

    1 1 0 4   Vergoedingen en diverse bijdragen bij vervroegde beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 50, 64, 65 en 72 en bijlage IV.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vergoedingen die aan ambtenaren worden uitgekeerd in geval van terbeschikkingstelling of ontheffing van het ambt in het belang van de dienst;

    de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van bovengenoemde vergoedingen;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de hierboven bedoelde vergoedingen, alsmede de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    1 1 0 5   Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    88 198

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 65 en 65 bis en bijlage XI.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Het heeft louter het karakter van een voorziening en mag slechts worden gebruikt nadat het naar andere begrotingsonderdelen is overgeschreven overeenkomstig het Financieel Reglement.

    1 1 1     Andere personeelsleden

    1 1 1 0   Arbeidscontractanten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    158 917

    147 186

    81 771,56

    Toelichting

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de tewerkstelling van arbeidscontractanten.

    1 1 1 1   Kosten van stages en uitwisseling van personeelsleden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    179 428

    179 428

    132 212,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van vergoedingen en kosten in verband met reizen en dienstreizen van stagiairs en van de ongevallen- en ziektekostenverzekering tijdens de stage.

    Dit krediet dient tevens ter dekking van de kosten in verband met de uitwisseling van personeel tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, enerzijds, en de openbare sector van de lidstaten en de EVA-landen die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER) en internationale organisaties, anderzijds.

    1 1 1 2   Uit te besteden diensten en werkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    51 202

    51 202

    96 180,44

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle diensten verricht door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name tijdelijk personeel.

    1 1 2     Overige uitgaven in verband met het personeel

    1 1 2 0   Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    112 686

    112 686

    103 346,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten, dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of uitzonderlijke kosten tijdens dienstreizen.

    1 1 2 1   Aanwerving van personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 789

    6 789

    10 034,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

    Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

    Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en de kosten van medische onderzoeken in verband met aanwerving.

    Het dient tevens ter dekking van de kosten van de organisatie van procedures voor de selectie van tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten.

    In gevallen waarin een en ander naar behoren is gerechtvaardigd op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

    1 1 2 2   Bijscholing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    84 874

    84 874

    102 499,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

    Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele, externe en interne basis, met inbegrip van de talencursussen.

    Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

    1 1 2 3   Sociale dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking, in het kader van een interinstitutioneel beleid ten behoeve van personen met een handicap (ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst en hun echtgenoten, alsook de kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie), van de terugbetaling, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

    1 1 2 4   Medische dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    14 844

    14 844

    14 844,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het jaarlijkse medische onderzoek voor ambtenaren en andere rechthebbende personeelsleden, met inbegrip van de onderzoeken en medische controles die in verband met dit jaarlijkse onderzoek vereist zijn.

    1 1 2 5   Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    80 000

    87 938

    5 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra.

    1 1 2 6   Betrekkingen tussen de personeelsleden en andere sociale maatregelen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 865

    3 865

    3 619,69

    Toelichting

    Dit krediet dient:

    ter dekking van de aanmoediging en financiële ondersteuning van initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten, bijvoorbeeld subsidies aan personeelsclubs, sportverenigingen, culturele activiteiten, enz., alsmede voor een bijdrage in de kosten van een permanent vrijetijdscentrum (culturele activiteiten, sport enz.);

    alsmede voor een bijdrage in de kosten van door het personeelscomité georganiseerde activiteiten (culturele activiteiten, vrijetijdsactiviteiten, etentjes enz.).

    Het dient ook ter dekking van de invoering van een mobiliteitsplan voor het personeel, bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren, dat van personenauto’s te verminderen en om de CO2-voetafdruk terug te dringen.

    TITEL 2

    GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 2 0

    2 0 0

    Huur, lasten en uitgaven voor gebouwen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    798 516

    728 067

    586 437,—

    2 0 1

    Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

    2 0 1 0

    Materieel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    229 086

    155 497

    101 046,—

    2 0 1 1

    Benodigdheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    19 524

    19 524

    19 524,—

    2 0 1 2

    Overige uitgaven in verband met de werking

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    98 368

    98 368

    40 615,—

    2 0 1 3

    Vertaling en vertolking

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    875 000

    980 000

    1 053 881,—

    2 0 1 4

    Publicaties en voorlichting

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    150 000

    166 320

    166 320,—

    2 0 1 5

    Uitgaven in verband met de activiteiten van de instelling

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    114 932

    114 932

    114 932,—

     

    Totaal van artikel 2 0 1

    1 486 910

    1 534 641

    1 496 318,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 0

    2 285 426

    2 262 708

    2 082 755,—

     

    Totaal van titel 2

    2 285 426

    2 262 708

    2 082 755,—

    HOOFDSTUK 2 0 —

    GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN, MATERIEEL EN UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN DE INSTELLING

    2 0 0     Huur, lasten en uitgaven voor gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    798 516

    728 067

    586 437,—

    Toelichting

    Akkoord inzake administratieve samenwerking tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de andere instelling die de kantoorruimte ter beschikking stelt.

    Dit krediet dient ter dekking van een forfaitaire of een evenredige vergoeding van de kosten van huur en verzekering, water, elektriciteit, verwarming, schoonmaak en onderhoud, veiligheid en bewaking, alsook van andere diverse kosten, met inbegrip van verbouwingen, reparaties en renovaties van de betreffende kantoorruimten.

    2 0 1     Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van de instelling

    2 0 1 0   Materieel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    229 086

    155 497

    101 046,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    materieel (aankoop en huur), bedrijfs- en onderhoudskosten, dienstverlening in verband met informatica, met inbegrip van dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen en de ontwikkeling van programmatuur;

    aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere diensten in verband met de informatica, met inbegrip van de ontwikkeling en het onderhoud van de website;

    kosten in verband met aankoop, huur en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie, met inbegrip van de kosten van telefoongesprekken, telegrammen en telexberichten en de kosten van elektronische datatransmissie;

    aankoop, vervanging en onderhoud van installaties en materieel, zowel technisch (beveiliging enz.) als administratief (kantoormachines zoals kopieerapparaten, rekenmachines enz.);

    aankoop, onderhoud en vervanging van meubilair;

    elke andere post in verband met de inrichting van de lokalen en bijkomende kosten.

    2 0 1 1   Benodigdheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    19 524

    19 524

    19 524,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de aanschaf van papier, enveloppen en kantoorbenodigdheden;

    porto en vracht, kosten van bestelling door koeriersdiensten, pakketten en verspreiding op grote schaal.

    2 0 1 2   Overige uitgaven in verband met de werking

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    98 368

    98 368

    40 615,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    een globale „managementvergoeding” die moet worden betaald aan de instelling die voor de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming algemene diensten verricht zoals de administratie van contracten, salarissen en vergoedingen;

    andere lopende huishoudelijke uitgaven (financiële lasten, proceskosten enz.).

    2 0 1 3   Vertaling en vertolking

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    875 000

    980 000

    1 053 881,—

    Toelichting

    Overeenkomst inzake administratieve samenwerking tussen de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en de instelling die de dienst verricht.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vertaling en vertolking en andere daarmee verband houdende kosten.

    2 0 1 4   Publicaties en voorlichting

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    150 000

    166 320

    166 320,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name:

    het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

    het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties in de officiële talen;

    voorlichtingsmateriaal met betrekking tot de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

    andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen enz.);

    uitgaven in verband met het geven van bekendheid aan de instelling en informatiecampagnes over de doelstellingen, de activiteiten en de rol van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming;

    uitgaven in verband met groepsbezoeken aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming.

    2 0 1 5   Uitgaven in verband met de activiteiten van de instelling

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    114 932

    114 932

    114 932,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van ontvangst en representatie en van de aanschaf van representatieartikelen;

    vergaderkosten;

    oproepingskosten, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten en daarmee verband houdende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van studie- en werkgroepen;

    de kosten van aan deskundigen en onderzoeksinstituten toevertrouwde studies en/of enquêtes;

    de uitgaven in verband met de bibliotheek van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, met name de aankoop van boeken, cd-roms, abonnementen op tijdschriften en nieuwsagentschappen, en andere daarmee verband houdende kosten.

    TITEL 3

    EUROPEES COMITÉ VOOR GEGEVENSBESCHERMING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    HOOFDSTUK 3 0

    3 0 0

    Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de voorzitter

    3 0 0 0

    Bezoldiging en vergoedingen

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 0 1

    Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 0 2

    Overbruggingstoelagen

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 0 3

    Pensioenen

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

     

    Totaal van artikel 3 0 0

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 1

    Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

    3 0 1 0

    Bezoldiging en vergoedingen

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 1 1

    Rechten in verband met indiensttreding, beëindiging van de dienst en overplaatsing

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 1 2

    Vergoedingen en diverse bijdragen in verband met de vervroegde beëindiging van de dienst

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

     

    Totaal van artikel 3 0 1

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 2

    Overige uitgaven in verband met het personeel van het comité

    3 0 2 0

    Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 2 1

    Aanwerving van personeel

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 2 2

    Bijscholing

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 2 3

    Medische dienst

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 2 4

    Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

     

    Totaal van artikel 3 0 2

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 3

    Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van het comité

    3 0 3 0

    Vergaderingen van het comité

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 3 1

    Vertaling en vertolking

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 3 2

    Publicaties en voorlichting

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    3 0 3 3

    Gemeenschappelijke IT-hulpmiddelen voor gegevensbeschermingsautoriteiten

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

     

    Totaal van artikel 3 0 3

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 0

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

     

    Totaal van titel 3

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    HOOFDSTUK 3 0 —

    UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

    HOOFDSTUK 3 0 — UITGAVEN IN VERBAND MET DE WERKING VAN HET COMITÉ

    3 0 0     Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de voorzitter

    3 0 0 0   Bezoldiging en vergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de financiering van de salarissen, vergoedingen en toelagen van de leden, alsook van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

    de werkgeversbijdrage (0,87 %) in de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

    de werkgeversbijdrage (3,4 %) in de ziektekostenverzekering;

    de geboortetoelage;

    de toelagen in geval van overlijden.

    3 0 0 1   Rechten bij indiensttreding en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 5.

    Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van leden (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding of beëindiging van de dienst, de inrichtingsvergoeding bij indiensttreding of beëindiging van de dienst en de verhuiskosten bij indiensttreding of beëindiging van de dienst.

    3 0 0 2   Overbruggingstoelagen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 7.

    Dit krediet dient ter dekking van de overbruggingstoelagen, de gezinstoelagen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot het land van verblijf van de leden na beëindiging van de dienst.

    3 0 0 3   Pensioenen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 8, 9, 15 en 18.

    Dit krediet dient ter dekking van de ouderdomspensioenen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot het land van verblijf van de leden van het comité, alsmede van de overlevingspensioenen van weduwen/weduwnaars en wezen en de toepassing van aanpassingscoëfficiënten met betrekking tot hun land van verblijf.

    3 0 1     Bezoldiging, vergoedingen en andere rechten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen

    3 0 1 0   Bezoldiging en vergoedingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de basissalarissen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen;

    de gezinstoelagen, inclusief de kostwinnerstoelage, de kindertoelage en de schooltoelage;

    de ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

    de bijdrage van de instelling aan de ziektekostenverzekering en aan de beroepsziekte- en ongevallenverzekering;

    de bijdrage van de instelling voor de oprichting van een speciaal werkloosheidsfonds;

    de betalingen van de instelling ten behoeve van tijdelijke functionarissen voor de totstandkoming of handhaving van hun pensioenrechten in hun land van herkomst;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

    de geboortetoelage;

    de forfaitaire betaling van de reiskosten van de standplaats naar de plaats van herkomst;

    de huisvestings- en vervoersvergoedingen, de vaste ambtsvergoedingen;

    de vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

    de bijzondere vergoeding voor de rekenplichtigen en de beheerders van gelden.

    3 0 1 1   Rechten in verband met indiensttreding, beëindiging van de dienst en overplaatsing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing die een verandering van standplaats met zich brengt (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 7), de inrichtingsvergoedingen bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of tewerkstelling in een nieuwe standplaats (bijlage VII, artikelen 5 en 6), de verhuiskosten (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 9) en de dagvergoedingen voor personeelsleden die, op basis van een verantwoording, bij indiensttreding van woonplaats moeten veranderen (artikelen 20 en 71 en bijlage VII, artikel 10).

    3 0 1 2   Vergoedingen en diverse bijdragen in verband met de vervroegde beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 41, 50, 64, 65 en 72 en bijlage IV.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vergoedingen die aan ambtenaren worden uitgekeerd in geval van terbeschikkingstelling of ontheffing van het ambt in het belang van de dienst;

    de werkgeversbijdrage in de ziektekostenverzekering van ontvangers van bovengenoemde vergoedingen;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de hierboven bedoelde vergoedingen, alsmede de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    3 0 2     Overige uitgaven in verband met het personeel van het comité

    3 0 2 0   Dienstreizen, lokaal vervoer en andere bijkomende kosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 71, alsmede bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor reiskosten en dagvergoedingen in het kader van dienstreizen, evenals voor bijkomende of bijzondere kosten voor dienstreizen.

    3 0 2 1   Aanwerving van personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

    Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

    Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en de kosten van medische onderzoeken in verband met aanwerving.

    Het dient tevens ter dekking van de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten.

    In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door het Europees Comité voor gegevensbescherming zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

    3 0 2 2   Bijscholing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

    Dit krediet dient ter dekking van de organisatie van beroepsopleidings- en bijscholingscursussen op interinstitutionele, externe en interne basis, met inbegrip van de talencursussen.

    Tevens dient het ter dekking van de uitgaven voor educatief en technisch materiaal.

    3 0 2 3   Medische dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met het jaarlijkse medische onderzoek voor ambtenaren en andere rechthebbende personeelsleden, met inbegrip van de analysen en speciale onderzoeken die in het kader daarvan worden gevraagd.

    3 0 2 4   Kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het aandeel van het Europees Comité voor gegevensbescherming in de uitgaven voor het kinderopvangcentrum van de Unie en andere kinderdagverblijven en naschoolse opvangcentra.

    3 0 3     Uitgaven in verband met de werking en activiteiten van het comité

    3 0 3 0   Vergaderingen van het comité

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen en andere personen die worden uitgenodigd voor vergaderingen van commissies en studie- en werkgroepen, alsook van alle overige bijbehorende kosten (huur van zalen, vertolkingsvoorzieningen, cateringdiensten, enz.).

    3 0 3 1   Vertaling en vertolking

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Overeenkomst inzake administratieve samenwerking tussen het Europees Comité voor gegevensbescherming en de instelling die de dienst verricht.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor vertaling en vertolking en andere bijkomende kosten.

    3 0 3 2   Publicaties en voorlichting

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van publicaties en voorlichting, met name:

    het plaatsen van publicaties in het Publicatieblad van de Europese Unie;

    het drukken en vermenigvuldigen van diverse publicaties in de officiële talen;

    voorlichtingsmateriaal met betrekking tot het Europees Comité voor gegevensbescherming;

    andere uitgaven in verband met het voorlichtingsbeleid van de instelling (studiebijeenkomsten, seminars, deelname aan openbare evenementen, enz.);

    uitgaven in verband met het geven van bekendheid aan de instelling en informatiecampagnes over de doelstellingen, de activiteiten en de rol van het Europees Comité voor gegevensbescherming;

    uitgaven in verband met de groepsbezoeken aan het Europees Comité voor gegevensbescherming.

    3 0 3 3   Gemeenschappelijke IT-hulpmiddelen voor gegevensbeschermingsautoriteiten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    materieel (aankoop en huur), bedrijfs- en onderhoudskosten, dienstverlening in verband met informatica, met inbegrip van dienstverlening in verband met de exploitatie en het onderhoud van informaticasystemen en de ontwikkeling van programmatuur;

    aan derden uitbestede exploitatie van informaticatoepassingen en andere uitgaven in verband met de informaticadiensten, met inbegrip van de ontwikkeling en het onderhoud van de website;

    kosten in verband met aankoop, huur en onderhoud van telecommunicatieapparatuur en andere uitgaven in verband met telecommunicatie, met inbegrip van de kosten van telefoongesprekken, telegrammen en telexberichten en de kosten van elektronische datatransmissie.

    TITEL 10

    OVERIGE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

     

    HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    7 661 409

    7 624 090

    6 755 302,63

    HOOFDSTUK 10 0 —

    VOORZIENINGEN

    HOOFDSTUK 10 1 —

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar te nemen begrotingsbesluiten.

    PERSONEEL

    Afdeling IX — Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

    Functiegroep en rang

    Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Niet-ingedeeld

     

     

     

     

    AD 16

     

     

    AD 15

    1

     

    1

     

    AD 14

     

     

    AD 13

    1

     

     

    AD 12

    1

     

    1

     

    AD 11

    1

     

    2

     

    AD 10

    2

     

    1

     

    AD 9

    8

     

    7

     

    AD 8

    6

     

    7

     

    AD 7

    5

     

    3

     

    AD 6

    6

     

    7

     

    AD 5

     

     

    Totaal AD

    31

     

    29

     

    AST 11

     

     

    AST 10

    1

     

     

    AST 9

     

    1

     

    AST 8

    1

     

    1

     

    AST 7

    1

     

    1

     

    AST 6

    1

     

     

    AST 5

    3

     

    3

     

    AST 4

    3

     

    3

     

    AST 3

    3

     

    2

     

    AST 2

    1

     

    3

     

    AST 1

     

     

    Totaal AST

    14

     

    14

     

    Totaal-generaal

    45

     

    43

     

    AFDELING X

    EUROPESE DIENST VOOR EXTERN OPTREDEN

    STAAT VAN ONTVANGSTEN

    Bijdrage van de Europese Unie aan de financiering van de uitgaven van Europese Dienst voor Extern Optreden voor het begrotingsjaar 2013

    Omschrijving

    Bedrag

    Uitgaven

    508 762 493

    Eigen inkomsten

    –37 294 000

    Te ontvangen bijdrage

    471 468 493

    EIGEN INKOMSTEN

    TITEL 4

    DIVERSE UNIALE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    21 457 000

    20 113 000

    15 773 939,51

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    2 033 000

    1 909 000

    2 737 594,76

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    23 490 000

    22 022 000

    18 511 534,27

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    13 604 000

    12 756 000

    16 525 524,50

    4 1 1

    Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 1 2

    Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    13 604 000

    12 756 000

    16 525 524,50

     

    Totaal van titel 4

    37 094 000

    34 778 000

    35 037 058,77

    HOOFDSTUK 4 0 —

    INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN VAN HET PERSONEEL

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    21 457 000

    20 113 000

    15 773 939,51

    Toelichting

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    2 033 000

    1 909 000

    2 737 594,76

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    13 604 000

    12 756 000

    16 525 524,50

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 83, lid 2.

    4 1 1     Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 107, en bijlage VIII, artikel 4 en artikel 11, lid 2.

    4 1 2     Bijdragen van ambtenaren met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 107, en bijlage VIII, artikel 11, lid 2, en artikel 48.

    TITEL 5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIEND UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 5 0

    5 0 0

    Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

    5 0 0 0

    Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 0 0 1

    Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 0 0 2

    Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 5 0 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 0 2

    Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 1

    5 1 0

    Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 1 1

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 2

    5 2 0

    Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    200 000

    p.m.

    604 713,19

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 2

    200 000

    p.m.

    604 713,19

    HOOFDSTUK 5 5

    5 5 0

    Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 5 1

    Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 5

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 7

    5 7 0

    Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    6 256 360,39

    5 7 1

    Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 7 2

    Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 7 3

    Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    713,11

    5 7 4

    Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie werkzaam in de delegaties van de Unie — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    252 557 069,69

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 7

    p.m.

    p.m.

    258 814 143,19

    HOOFDSTUK 5 8

    5 8 0

    Diverse vergoedingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 8

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 9

    5 9 0

    Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 9

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 5

    200 000

    p.m.

    259 418 856,38

    HOOFDSTUK 5 0 —

    OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

    HOOFDSTUK 5 1 —

    HUUROPBRENGST

    HOOFDSTUK 5 2 —

    OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    HOOFDSTUK 5 5 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    HOOFDSTUK 5 7 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 5 8 —

    DIVERSE VERGOEDINGEN

    HOOFDSTUK 5 9 —

    OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

    HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE EN ONROERENDE GOEDEREN

    5 0 0     Opbrengst van de verkoop van roerende goederen

    5 0 0 0   Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 0 1   Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 0 2   Verkoop van materieel ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 2     Opbrengst van de verkoop van publicaties, drukwerken en films

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGST

    5 1 0     Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 1 1     Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    5 2 0     Ontvangsten van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    200 000

    p.m.

    604 713,19

    HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    5 5 0     Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 5 1     Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    5 7 0     Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    6 256 360,39

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 1     Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 2     Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 3     Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    713,11

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 4     Ontvangsten uit hoofde van de bijdrage van de Commissie aan de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) voor personeelsleden van de Commissie werkzaam in de delegaties van de Unie — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    252 557 069,69

    Toelichting

    Deze ontvangsten vloeien voort uit een bijdrage van de Commissie aan de EDEO om de ter plaatse beheerde uitgaven te dekken van de personeelsleden van de Commissie die in de delegaties van de Unie werkzaam zijn, inclusief personeelsleden van de Commissie die met middelen van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) worden betaald.

    Overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement vloeien uit de eventuele ontvangsten aanvullende kredieten voort die worden opgevoerd onder post 3 0 0 5 van de staat van uitgaven in deze afdeling.

    HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN

    5 8 0     Diverse vergoedingen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

    5 9 0     Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    TITEL 6

    BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 6 1

    6 1 2

    Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 6 3

    6 3 1

    Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

    6 3 1 1

    Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 3 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 3

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 6 6

    6 6 0

    Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0

    Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 6 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 6 1 —

    TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 6 3 —

    BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

    HOOFDSTUK 6 6 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    HOOFDSTUK 6 1 — TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

    6 1 2     Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsuitgaven

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 6 3 — BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

    6 3 1     Bijdragen in het kader van het Schengenacquis — Bestemmingsontvangsten

    6 3 1 1   Bijdrage aan de administratieve kosten in verband met de overeenkomst met IJsland en Noorwegen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    Bijdragen aan de administratieve kosten die voortvloeien uit de Overeenkomst van 18 mei 1999 tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36), met name artikel 12 van deze overeenkomst.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0   Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op de begrotingslijn van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    TITEL 7

    INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 7 0

    7 0 0

    Interest voor betalingsachterstand

    7 0 0 0

    Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    7 0 0 1

    Overige interest voor betalingsachterstand

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 7 0 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 7 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 7

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 7 0 —

    INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    HOOFDSTUK 7 0 — INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    7 0 0     Interest voor betalingsachterstand

    7 0 0 0   Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

    7 0 0 1   Overige interest voor betalingsachterstand

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 78, lid 4.

    TITEL 9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 9 0

    9 0 0

    Diverse ontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 9 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 9

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    37 294 000

    34 778 000

    294 455 915,15

    HOOFDSTUK 9 0 —

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN

    9 0 0     Diverse ontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1

    PERSONEEL OP DE HOOFDZETEL

    1 1

    BEZOLDIGING EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

    117 534 890

    117 534 890

    115 732 000

    115 732 000

    109 340 803,98

    109 340 803,98

    1 2

    BEZOLDIGING EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

    17 064 422

    17 064 422

    15 625 900

    15 625 900

    14 147 254,85

    14 147 254,85

    1 3

    OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

    2 117 000

    2 117 000

    2 359 828

    2 359 828

    2 059 749,92

    2 059 749,92

    1 4

    DIENSTREIZEN

    7 723 305

    7 723 305

    7 723 305

    7 723 305

    8 080 904,60

    8 080 904,60

    1 5

    VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

    1 342 515

    1 342 515

    1 431 429

    1 431 429

    1 140 805,—

    1 140 805,—

     

    Totaal van titel 1

    145 782 132

    145 782 132

    142 872 462

    142 872 462

    134 769 518,35

    134 769 518,35

    2

    GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN OP DE HOOFDZETEL

    2 0

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    19 922 500

    19 922 500

    16 649 000

    16 649 000

    21 699 107,—

    21 699 107,—

    2 1

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

    24 432 750

    24 432 750

    21 646 546

    21 646 546

    22 492 634,37

    22 492 634,37

    Reserves (10 0)

     

     

    2 500 000

    2 500 000

     

     

     

    24 432 750

    24 432 750

    24 146 546

    24 146 546

    22 492 634,37

    22 492 634,37

    2 2

    OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

    5 676 005

    5 676 005

    6 163 417

    6 263 417

    3 377 508,74

    3 377 508,74

     

    Totaal van titel 2

    50 031 255

    50 031 255

    44 458 963

    44 558 963

    47 569 250,11

    47 569 250,11

    Reserves (10 0)

     

     

    2 500 000

    2 500 000

     

     

     

    50 031 255

    50 031 255

    46 958 963

    47 058 963

    47 569 250,11

    47 569 250,11

    3

    DELEGATIES

    3 0

    DELEGATIES

    312 949 106

    312 949 106

    297 573 000

    297 573 000

    519 693 710,65

    519 693 710,65

    Reserves (10 0)

     

     

    1 272 000

    1 272 000

     

     

     

    312 949 106

    312 949 106

    298 845 000

    298 845 000

    519 693 710,65

    519 693 710,65

     

    Totaal van titel 3

    312 949 106

    312 949 106

    297 573 000

    297 573 000

    519 693 710,65

    519 693 710,65

    Reserves (10 0)

     

     

    1 272 000

    1 272 000

     

     

     

    312 949 106

    312 949 106

    298 845 000

    298 845 000

    519 693 710,65

    519 693 710,65

    10

    OVERIGE UITGAVEN

    10 0

    VOORZIENINGEN

    p.m.

    p.m.

    3 772 000

    3 772 000

    0,—

    0,—

    10 1

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    p.m.

    3 772 000

    3 772 000

    0,—

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    508 762 493

    508 762 493

    488 676 425

    488 776 425

    702 032 479,11

    702 032 479,11

    TITEL 1

    PERSONEEL OP DE HOOFDZETEL

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 1 1

    1 1 0

    Bezoldiging en andere rechten voor statutaire personeelsleden

    1 1 0 0

    Basissalarissen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    90 444 734

    87 971 000

    83 712 239,38

    1 1 0 1

    Aan het ambt verbonden statutaire rechten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    730 396

    1 136 000

    486 663,83

    1 1 0 2

    Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    22 370 760

    22 690 000

    21 649 223,67

    1 1 0 3

    Sociale zekerheid

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 989 000

    3 733 000

    3 492 677,10

    1 1 0 4

    Aanpassingscoëfficiënten en aanpassing van de bezoldigingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    202 000

    0,—

     

    Totaal van artikel 1 1 0

    117 534 890

    115 732 000

    109 340 803,98

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 1

    117 534 890

    115 732 000

    109 340 803,98

    HOOFDSTUK 1 2

    1 2 0

    Bezoldiging en andere rechten voor externe personeelsleden

    1 2 0 0

    Arbeidscontractanten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    5 620 464

    4 247 000

    3 667 820,85

    1 2 0 1

    Gedetacheerde nationale deskundigen, andere dan militaire

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 603 674

    3 285 000

    3 009 000,—

    1 2 0 2

    Stages

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    366 000

    356 900

    338 836,—

    1 2 0 3

    Externe dienstverlening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 2 0 4

    Uitzendkrachten en bijzondere adviseurs

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    80 000

    500 000

    100 000,—

    1 2 0 5

    Gedetacheerde nationale militaire deskundigen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    7 394 284

    7 237 000

    7 031 598,—

     

    Totaal van artikel 1 2 0

    17 064 422

    15 625 900

    14 147 254,85

    1 2 2

    Voorziening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 2

    17 064 422

    15 625 900

    14 147 254,85

    HOOFDSTUK 1 3

    1 3 0

    Uitgaven voor personeelsbeheer

    1 3 0 0

    Aanwerving

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    100 000

    112 000

    249 789,—

    1 3 0 1

    Opleiding

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 217 000

    1 217 000

    817 359,92

    1 3 0 2

    Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    800 000

    1 030 828

    992 601,—

     

    Totaal van artikel 1 3 0

    2 117 000

    2 359 828

    2 059 749,92

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 3

    2 117 000

    2 359 828

    2 059 749,92

    HOOFDSTUK 1 4

    1 4 0

    Dienstreizen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    7 723 305

    7 723 305

    8 080 904,60

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 4

    7 723 305

    7 723 305

    8 080 904,60

    HOOFDSTUK 1 5

    1 5 0

    Voorzieningen voor het personeel

    1 5 0 0

    Sociale diensten en bijstand aan het personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    388 000

    438 000

    136 172,—

    1 5 0 1

    Medische dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    450 000

    464 000

    509 039,—

    1 5 0 2

    Restaurants en kantines

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    24 914

    0,—

    1 5 0 3

    Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    504 515

    504 515

    495 594,—

     

    Totaal van artikel 1 5 0

    1 342 515

    1 431 429

    1 140 805,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 1 5

    1 342 515

    1 431 429

    1 140 805,—

     

    Totaal van titel 1

    145 782 132

    142 872 462

    134 769 518,35

    HOOFDSTUK 1 1 —

    BEZOLDIGING EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

    HOOFDSTUK 1 2 —

    BEZOLDIGING EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

    HOOFDSTUK 1 3 —

    OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

    HOOFDSTUK 1 4 —

    DIENSTREIZEN

    HOOFDSTUK 1 5 —

    VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

    HOOFDSTUK 1 1 — BEZOLDIGING EN ANDERE RECHTEN VOOR STATUTAIRE PERSONEELSLEDEN

    Toelichting

    De kredieten van dit hoofdstuk zijn geraamd op basis van de personeelsformatie van de EDEO voor het begrotingsjaar.

    Op de salarissen, vergoedingen en toelagen is — om rekening te houden met de onvolledige invulling van de personeelsformatie van de EDEO — een forfaitaire verlaging van 6,2 % toegepast.

    1 1 0     Bezoldiging en andere rechten voor statutaire personeelsleden

    1 1 0 0   Basissalarissen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    90 444 734

    87 971 000

    83 712 239,38

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het basissalaris van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een in de personeelsformatie voorkomend ambt bekleden alsook van de compensatie overeenkomstig artikel 50 van het Statuut.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    De EDEP moet een voldoende aantal AD12- tot AD16-posten vacant laten om te voldoen aan de verplichtingen tegenover zijn personeel zonder de verdere noodzaak tot het invoeren of opwaarderen van dergelijke posten.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 1 0 1   Aan het ambt verbonden statutaire rechten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    730 396

    1 136 000

    486 663,83

    Toelichting

    Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

    secretariaatstoelagen;

    huisvestings- en vervoervergoedingen;

    vaste vergoedingen voor lokaal vervoer;

    vergoedingen voor continudienst, ploegendienst of wachtdienst op het werk of thuis;

    overige toelagen en vergoedingen;

    overwerk.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 1 0 2   Uit het Statuut voortvloeiende rechten in verband met de persoonlijke situatie van het personeelslid

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    22 370 760

    22 690 000

    21 649 223,67

    Toelichting

    Dit krediet dient met name ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

    ontheemdingstoelagen en toelagen voor verblijf in het buitenland;

    de kostwinners-, de kinder- en de schooltoelage;

    de vergoeding voor ouderschapsverlof en verlof om gezinsredenen;

    de betaling van de reiskosten van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, hun echtgenoten en de personen te hunnen laste van de standplaats naar de plaats van herkomst;

    de overige toelagen en vergoedingen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 1 0 3   Sociale zekerheid

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 989 000

    3 733 000

    3 492 677,10

    Toelichting

    Dit krediet dient vooral ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van:

    de ziekte-, ongevallen- en beroepsziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 1 0 4   Aanpassingscoëfficiënten en aanpassing van de bezoldigingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    202 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden, van de gevolgen van de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen en op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK 1 2 — BEZOLDIGING EN ANDERE RECHTEN VOOR EXTERNE PERSONEELSLEDEN

    1 2 0     Bezoldiging en andere rechten voor externe personeelsleden

    1 2 0 0   Arbeidscontractanten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 620 464

    4 247 000

    3 667 820,85

    Toelichting

    Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van arbeidscontractanten (overeenkomstig de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie), de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van deze personeelsleden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 2 0 1   Gedetacheerde nationale deskundigen, andere dan militaire

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 603 674

    3 285 000

    3 009 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van vergoedingen en beheerskosten in verband met de gedetacheerde nationale deskundigen die niet als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie werkzaamheden uitvoeren.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 23 maart 2011 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

    1 2 0 2   Stages

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    366 000

    356 900

    338 836,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met stages voor afgestudeerden die ten doel hebben een algemeen beeld te geven van de doelstellingen en uitdagingen van de Unie, kennis bij te brengen over de werking van de instellingen en de gelegenheid te geven de verworven kennis aan te vullen met werkervaring bij de EDEO.

    Het dekt de toekenning van beurzen en andere uitgaven die hiermee verband houden (aanvullende beurs voor personen ten laste of voor gehandicapte stagiairs, ongevallen- en ziektekostenverzekering enz., door de stage veroorzaakte reiskosten, en met name aan het begin en einde van de stage, alsmede de organisatiekosten van evenementen in verband met het stageprogramma, zoals bezoeken en kosten van ontvangst). Het dekt ook de uitgaven voor evaluatie om het programma van de stages en de voorlichtingsacties te optimaliseren.

    Bij de selectie van stagiairs worden objectieve, doorzichtige criteria gehanteerd en wordt gestreefd naar een geografisch evenwicht.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 2 0 3   Externe dienstverlening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle verrichtingen door personen die niet aan de instelling zijn verbonden, met name:

    tijdelijk personeel voor diverse diensten;

    extra personeel voor vergaderingen;

    deskundigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 2 0 4   Uitzendkrachten en bijzondere adviseurs

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    80 000

    500 000

    100 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient vooral ter dekking van de bezoldiging van uitzendkrachten, tijdelijk personeel en bijzondere adviseurs, met inbegrip van die op het gebied van het GVDB/GBVB, de werkgeversbijdrage voor de diverse socialezekerheidsregelingen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van deze personeelsleden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    1 2 0 5   Gedetacheerde nationale militaire deskundigen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 394 284

    7 237 000

    7 031 598,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van de geldelijke vergoeding van de nationale militaire deskundigen die als leden van de Militaire Staf van de Europese Unie werkzaamheden uitvoeren in het kader van het GVDB/GBVB.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 23 maart 2011 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

    1 2 2     Voorziening

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eventuele aanpassingen van de bezoldiging overeenkomstig de besluiten van de Raad in de loop van het begrotingsjaar.

    Dit krediet heeft het karakter van een voorziening en mag pas worden gebruikt nadat het naar de desbetreffende begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk is overgeschreven.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK 1 3 — OVERIGE UITGAVEN VOOR PERSONEELSBEHEER

    1 3 0     Uitgaven voor personeelsbeheer

    1 3 0 0   Aanwerving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    112 000

    249 789,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten voor het organiseren van de in artikel 3 van Besluit 2002/621/EG bedoelde vergelijkende onderzoeken, alsmede de reis- en verblijfkosten van de kandidaten voor aanwervingsgesprekken en medische onderzoeken in verband met aanwerving;

    de kosten van de organisatie van procedures voor de aanwerving van tijdelijke, plaatselijke en hulpfunctionarissen.

    In gevallen waarin een en ander naar behoren is aangetoond op grond van functionele behoeften en na raadpleging van het Europees Bureau voor personeelsselectie, kan dit krediet worden gebruikt voor door de instelling zelf georganiseerde vergelijkende onderzoeken.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, alsmede bijlage III.

    Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53) en Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

    1 3 0 1   Opleiding

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 217 000

    1 217 000

    817 359,92

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven voor bijscholing en omscholing, met inbegrip van interinstitutioneel georganiseerde taalcursussen, cursusgeld, de vergoedingen van trainers, logistieke uitgaven voor opleidingslokalen en huur van apparatuur, en diverse daarmee samenhangende kosten zoals cateringkosten, de kosten van deelneming aan cursussen, conferenties en congressen in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie;

    de inschrijvingskosten voor de deelname aan studiebijeenkomsten en conferenties.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 24 bis.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 23 maart 2011 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

    Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

    1 3 0 2   Rechten bij indiensttreding, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    800 000

    1 030 828

    992 601,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de reiskosten van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen en de verhuiskosten voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats van woonplaats hebben moeten veranderen;

    de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

    de vergoeding bij beëindiging door de instelling van een overeenkomst met een tijdelijke functionaris of arbeidscontractant.

    Het dient ook ter dekking van de vergoedingen voor ambtenaren:

    die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

    die een ambt bekleden in rang AD 14 tot AD 16 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK 1 4 — DIENSTREIZEN

    1 4 0     Dienstreizen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 723 305

    7 723 305

    8 080 904,60

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven voor dienstreizen van de hoge vertegenwoordiger;

    de uitgaven voor dienstreizen en lokaal vervoer van ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten en bijzondere adviseurs van de EDEO, andere vervoerskosten en de betaling van dagvergoedingen tijdens dienstreizen, alsmede voor bijkomende of uitzonderlijke kosten bij dienstreizen;

    de uitgaven voor dienstreizen in het kader van het mandaat van de Militaire Staf van de Europese Unie;

    de uitgaven voor dienstreizen van bij de EDEO gedetacheerde nationale deskundigen;

    de uitgaven voor dienstreizen van de bijzondere adviseurs en gezanten van de hoge vertegenwoordiger;

    de uitgaven voor dienstreizen van geslaagde kandidaten die voor een opleiding worden uitgenodigd voordat zij in dienst treden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name bijlage VII, artikelen 11, 12 en 13.

    Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de regels van toepassing op dienstreizen van het EDEO-personeel.

    Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

    Besluit van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van 23 maart 2011 tot vaststelling van de regels van toepassing op bij de Europese Dienst voor extern optreden gedetacheerde nationale deskundigen.

    HOOFDSTUK 1 5 — VOORZIENINGEN VOOR HET PERSONEEL

    1 5 0     Voorzieningen voor het personeel

    1 5 0 0   Sociale diensten en bijstand aan het personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    388 000

    438 000

    136 172,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    bijstand aan ambtenaren en andere personeelsleden die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

    kosten in verband met de sociale betrekkingen tussen de leden van het personeel;

    een gedeeltelijke vergoeding van de kosten van personeelsleden die gebruikmaken van het openbaar vervoer voor hun woon-werkverkeer. Deze maatregel is bedoeld om het gebruik van het openbaar vervoer aan te moedigen.

    Dit krediet is, in het kader van het gehandicaptenbeleid, bestemd voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren in actieve dienst;

    echtgenoten van ambtenaren in actieve dienst;

    kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Het dient ter dekking, binnen de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 24 en 76.

    1 5 0 1   Medische dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    450 000

    464 000

    509 039,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van met name:

    de huishoudelijke uitgaven van de spreek- en behandelkamer, de kosten van materiaal voor geneeskundige verzorging, verzorging en geneesmiddelen in de crèche, de kosten van medisch onderzoek en de te voorziene uitgaven in verband met de invaliditeitscomités en de vergoeding van brilkosten;

    de aanschaf van bepaalde werkmiddelen die vanuit medisch oogpunt noodzakelijk worden geacht.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 59, alsmede bijlage II, artikel 8.

    1 5 0 2   Restaurants en kantines

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    24 914

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de vergoeding voor de diensten die door de exploitant van de restaurants en kantines worden geleverd.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    1 5 0 3   Kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    504 515

    504 515

    495 594,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het aan de Commissie en/of de Raad te betalen aandeel van de EDEO in de uitgaven van het kinderopvangcentrum en andere kinderdagverblijven en -bewaarplaatsen.

    De ontvangsten uit de ouderbijdragen en de bijdragen van de organisaties die ouders in dienst hebben, vormen bestemmingsontvangsten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    TITEL 2

    GEBOUWEN, MATERIEEL EN OPERATIONELE UITGAVEN OP DE HOOFDZETEL

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    HOOFDSTUK 2 0

    2 0 0

    Gebouwen

    2 0 0 0

    Huur en erfpacht

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    6 616 000

    6 616 000

    5 901 000

    5 901 000

    14 142 723,—

    14 142 723,—

    2 0 0 1

    Verkrijging van onroerende goederen

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    2 0 0 2

    Inrichtings-, aanpassings- en beveiligingswerkzaamheden

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    491 000

    491 000

    200 000

    200 000

    645 432,—

    645 432,—

     

    Totaal van artikel 2 0 0

    7 107 000

    7 107 000

    6 101 000

    6 101 000

    14 788 155,—

    14 788 155,—

    2 0 1

    Uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 1 0

    Schoonmaak en onderhoud

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    4 152 000

    4 152 000

    3 444 000

    3 444 000

    1 857 340,—

    1 857 340,—

    2 0 1 1

    Water, gas, elektriciteit en verwarming

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 318 000

    1 318 000

    1 449 000

    1 449 000

    856 687,—

    856 687,—

    2 0 1 2

    Beveiliging en bewaking van de gebouwen

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    7 101 000

    7 101 000

    5 379 000

    5 379 000

    3 979 463,—

    3 979 463,—

    2 0 1 3

    Verzekeringen

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    74 500

    74 500

    72 000

    72 000

    37 162,—

    37 162,—

    2 0 1 4

    Overige uitgaven voor de gebouwen

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    170 000

    170 000

    204 000

    204 000

    180 300,—

    180 300,—

     

    Totaal van artikel 2 0 1

    12 815 500

    12 815 500

    10 548 000

    10 548 000

    6 910 952,—

    6 910 952,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 0

    19 922 500

    19 922 500

    16 649 000

    16 649 000

    21 699 107,—

    21 699 107,—

    HOOFDSTUK 2 1

    2 1 0

    Informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0

    Informatie- en communicatietechnologie

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    12 837 000

    12 837 000

    10 293 000

    10 293 000

    9 237 651,05

    9 237 651,05

    Reserves (10 0)

     

     

    2 500 000

    2 500 000

     

     

     

    12 837 000

    12 837 000

    12 793 000

    12 793 000

    9 237 651,05

    9 237 651,05

    2 1 0 1

    Beveiligde informatie- en communicatietechnologie

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    10 845 750

    10 845 750

    10 432 954

    10 432 954

    9 151 781,32

    9 151 781,32

     

    Totaal van artikel 2 1 0

    23 682 750

    23 682 750

    20 725 954

    20 725 954

    18 389 432,37

    18 389 432,37

    Reserves (10 0)

     

     

    2 500 000

    2 500 000

     

     

     

    23 682 750

    23 682 750

    23 225 954

    23 225 954

    18 389 432,37

    18 389 432,37

    2 1 1

    Meubilair

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    200 000

    200 000

    370 592

    370 592

    3 681 134,—

    3 681 134,—

    2 1 2

    Technisch materieel en technische installaties

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    250 000

    250 000

    250 000

    250 000

    166 496,—

    166 496,—

    2 1 3

    Vervoer

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    300 000

    300 000

    300 000

    300 000

    255 572,—

    255 572,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 1

    24 432 750

    24 432 750

    21 646 546

    21 646 546

    22 492 634,37

    22 492 634,37

    Reserves (10 0)

     

     

    2 500 000

    2 500 000

     

     

     

    24 432 750

    24 432 750

    24 146 546

    24 146 546

    22 492 634,37

    22 492 634,37

    HOOFDSTUK 2 2

    2 2 0

    Conferenties, congressen en vergaderingen

    2 2 0 0

    Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    600 000

    600 000

    1 200 000

    1 200 000

    495 000,—

    495 000,—

    2 2 0 1

    Reiskosten van deskundigen

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    100 000

    100 000

    150 000

    150 000

    80 000,—

    80 000,—

     

    Totaal van artikel 2 2 0

    700 000

    700 000

    1 350 000

    1 350 000

    575 000,—

    575 000,—

    2 2 1

    Informatie

    2 2 1 0

    Uitgaven voor documentatie en de bibliotheek

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    631 500

    631 500

    580 000

    580 000

    681 421,81

    681 421,81

    2 2 1 1

    Satellietbeelden

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    500 000

    500 000

    200 000

    200 000

     

     

    2 2 1 2

    Algemene publicaties

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    105 000

    105 000

    105 000

    105 000

    20 489,28

    20 489,28

    2 2 1 3

    Voorlichting en openbare evenementen

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    150 000

    150 000

    150 000

    150 000

    33 867,31

    33 867,31

     

    Totaal van artikel 2 2 1

    1 386 500

    1 386 500

    1 035 000

    1 035 000

    735 778,40

    735 778,40

    2 2 2

    Talendiensten

    2 2 2 0

    Vertaling

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    2 2 2 1

    Tolken

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    690 000

    690 000

    600 000

    600 000

    0,—

    0,—

     

    Totaal van artikel 2 2 2

    690 000

    690 000

    600 000

    600 000

    0,—

    0,—

    2 2 3

    Diverse uitgaven

    2 2 3 0

    Kantoorbenodigdheden

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    326 505

    326 505

    320 417

    320 417

    313 355,—

    313 355,—

    2 2 3 1

    Porto

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    100 000

    100 000

    158 000

    158 000

    83 802,63

    83 802,63

    2 2 3 2

    Studies, enquêtes en adviezen

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    100 000

    100 000

    141 000

    141 000

    190 912,—

    190 912,—

    2 2 3 3

    Interinstitutionele samenwerking

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 650 000

    1 650 000

    1 650 000

    1 650 000

    953 233,—

    953 233,—

    2 2 3 4

    Verhuizing

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    150 000

    150 000

    150 000

    150 000

    118 726,—

    118 726,—

    2 2 3 5

    Financiële kosten

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    20 000

    20 000

    20 000

    20 000

    8 000,—

    8 000,—

    2 2 3 6

    Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    43 000

    43 000

    129 000

    129 000

    13 213,—

    13 213,—

    2 2 3 7

    Overige operationele uitgaven

     

     

     

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    10 000

    10 000

    10 000

    10 000

    8 500,—

    8 500,—

    2 2 3 8

    Ondersteunende diensten voor conflictpreventie en bemiddeling

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    500 000

    500 000

    400 000

    500 000

    376 988,71

    376 988,71

    2 2 3 9

    Proefproject — Europees Vredesinstituut

     

     

     

     

     

     

    Gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    200 000

    200 000

     

     

     

    Totaal van artikel 2 2 3

    2 899 505

    2 899 505

    3 178 417

    3 278 417

    2 066 730,34

    2 066 730,34

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 2 2

    5 676 005

    5 676 005

    6 163 417

    6 263 417

    3 377 508,74

    3 377 508,74

     

    Totaal van titel 2

    50 031 255

    50 031 255

    44 458 963

    44 558 963

    47 569 250,11

    47 569 250,11

    Reserves (10 0)

     

     

    2 500 000

    2 500 000

     

     

     

    50 031 255

    50 031 255

    46 958 963

    47 058 963

    47 569 250,11

    47 569 250,11

    HOOFDSTUK 2 0 —

    GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    HOOFDSTUK 2 1 —

    INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

    HOOFDSTUK 2 2 —

    OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 2 0 — GEBOUWEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE KOSTEN

    2 0 0     Gebouwen

    2 0 0 0   Huur en erfpacht

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 616 000

    5 901 000

    14 142 723,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huur en de belastingen in Brussel voor de door de EDEO gebruikte gebouwen, alsmede voor het huren van zalen, van opslagruimte en van parkeerplaatsen.

    Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de erfpacht van gebouwen of gedeelten van gebouwen op grond van lopende of in voorbereiding zijnde contracten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 0 1   Verkrijging van onroerende goederen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de aankoop van onroerende goederen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 0 2   Inrichtings-, aanpassings- en beveiligingswerkzaamheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    491 000

    200 000

    645 432,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van inrichtings- en aanpassingswerkzaamheden, met inbegrip van:

    studies met het oog op de aanpassing en uitbreiding van de gebouwen van de instelling;

    aanpassingswerkzaamheden aan gebouwen voor de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen;

    inrichting en verbouwing van de dienstruimten naargelang van de behoeften van de diensten;

    aanpassing van de ruimten en de technische installaties aan de geldende eisen en normen op het gebied van veiligheid en hygiëne.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    2 0 1     Uitgaven in verband met de gebouwen

    2 0 1 0   Schoonmaak en onderhoud

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 152 000

    3 444 000

    1 857 340,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende schoonmaak- en onderhoudskosten:

    schoonmaak van dienstruimten, werkplaatsen en magazijnen (met inbegrip van vitrage, gordijnen, tapijten, jaloezieën, enz.);

    vervanging van versleten vitrage, gordijnen en tapijten;

    schilderwerk;

    diverse onderhoudswerkzaamheden;

    reparatiewerkzaamheden aan de technische installaties;

    technische benodigdheden;

    contracten voor het onderhoud van de diverse technische installaties (klimaatregeling, verwarming, afvalverwijdering, liften).

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 1 1   Water, gas, elektriciteit en verwarming

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 318 000

    1 449 000

    856 687,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 1 2   Beveiliging en bewaking van de gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 101 000

    5 379 000

    3 979 463,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de beveiliging en de bewaking van de door de EDEO gebruikte gebouwen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 1 3   Verzekeringen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    74 500

    72 000

    37 162,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de premies van de contracten die met verzekeringsmaatschappijen zijn gesloten voor de door de EDEO gebruikte gebouwen en van de verzekering voor de aansprakelijkheid tegenover bezoekers.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 0 1 4   Overige uitgaven voor de gebouwen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    170 000

    204 000

    180 300,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter betaling van de andere lopende uitgaven voor de gebouwen (inclusief Kortenberg en ER gebouwen) die niet specifiek zijn opgenomen in de andere artikelen van dit hoofdstuk, met name de kosten van vuilnisophaling, bewegwijzering, controles door gespecialiseerde instanties, enz.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    HOOFDSTUK 2 1 — INFORMATICA, MATERIEEL EN MEUBILAIR

    2 1 0     Informatica en telecommunicatie

    2 1 0 0   Informatie- en communicatietechnologie

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 1 0 0

    12 837 000

    10 293 000

    9 237 651,05

    Reserves (10 0)

     

    2 500 000

     

    Totaal

    12 837 000

    12 793 000

    9 237 651,05

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met algemene informatie- en communicatietechnologie, met name uitgaven voor:

    de aankoop of de huur van hardware en software voor informaticasystemen en –toepassingen;

    ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers;

    werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en –toepassingen;

    aanbieders van communicatiediensten;

    de kosten voor communicatie en de telematicakosten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 0 1   Beveiligde informatie- en communicatietechnologie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    10 845 750

    10 432 954

    9 151 781,32

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met beveiligde informatie- en communicatietechnologie, met name uitgaven voor:

    de aankoop of de huur van hardware en software voor beveiligde informaticasystemen en –toepassingen;

    ondersteuning en opleiding door dienstverlenende consultancybedrijven op het gebied van informatica met het oog op het bedienen en ontwikkelen van informaticasystemen en -toepassingen, met inbegrip van de ondersteuning van gebruikers, werkzaamheden aan en het onderhoud van hardware en software voor informaticasystemen en -toepassingen;

    abonnementen op beveiligde communicatiediensten;

    de kosten voor beveiligde communicatie en gegevensoverdracht.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 1     Meubilair

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    200 000

    370 592

    3 681 134,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de aanschaf en de vervanging van meubilair en van speciaal meubilair;

    de huur van meubilair benodigd gedurende dienstreizen en vergaderingen buiten de gebouwen van de EDEO;

    onderhoud en reparatie van meubilair.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 2     Technisch materieel en technische installaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    250 000

    250 000

    166 496,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

    de aanschaf en de vervanging van diverse, vaste of mobiele apparatuur en technische installaties, in het bijzonder in verband met het archief, de aankoopdienst, veiligheid, conferenties, restauratie en gebouwen;

    technische ondersteuning en controle, met name in verband met de technische dienst voor conferenties en de kantines;

    de huur van technisch materieel en technische installaties, alsook van de kosten van het gebruik, het onderhoud en de reparatie daarvan.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 1 3     Vervoer

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    300 000

    300 000

    255 572,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van onder meer:

    het leasen of aanschaffen van dienstvoertuigen;

    de huur van auto's wanneer geen beroep kan worden gedaan op de vervoermiddelen van de EDEO, met name voor dienstreizen;

    de kosten van onderhoud en reparatie van de dienstvoertuigen (aanschaf van brandstof, banden enz.).

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    HOOFDSTUK 2 2 — OVERIGE OPERATIONELE UITGAVEN

    2 2 0     Conferenties, congressen en vergaderingen

    2 2 0 0   Organisatie van conferenties, congressen en vergaderingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    600 000

    1 200 000

    495 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

    het organiseren van informele bijeenkomsten van de Raad Buitenlandse zaken en andere informele bijeenkomsten;

    het organiseren van vergaderingen in het kader van de politieke dialoog op het niveau van de ministers of topambtenaren;

    het organiseren van conferenties en congressen;

    interne vergaderingen, met inbegrip eventueel van de cateringkosten bij bijzondere gelegenheden;

    de verplichtingen van de instelling inzake ontvangst en representatie.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 0 1   Reiskosten van deskundigen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    150 000

    80 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de reis- en verblijfkosten van deskundigen die worden opgeroepen of op missie worden gezonden door de EDEO.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 1     Informatie

    2 2 1 0   Uitgaven voor documentatie en de bibliotheek

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    631 500

    580 000

    681 421,81

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de toegangskosten voor het gebruik van externe documentaire en statistische gegevensbanken, onder andere voor geografische gegevens;

    abonnementen op kranten, tijdschriften, diensten voor de levering van analyses van de inhoud daarvan en andere onlinepublicaties; het dient eveneens ter dekking van de eventuele auteursrechten voor de reproductie en verspreiding op papier en/of via elektronische weg van deze publicaties;

    de aanschaf van boeken en werken voor de bibliotheek op papier en/of in digitale vorm;

    de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten;

    de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit 2001/80/GBVB van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (PB L 27 van 30.1.2001, blz. 7).

    2 2 1 1   Satellietbeelden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    200 000

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het aanschaffen van satellietbeelden ten behoeve van de EDEO, in het bijzonder met het oog op crisispreventie en -beheersing.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 1 2   Algemene publicaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    105 000

    105 000

    20 489,28

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voorbereiding en de — traditionele (op papier of microfilm) of elektronische — uitgave van publicaties in de officiële talen van de lidstaten, en ter dekking van de kosten van de verspreiding van publicaties van de EDEO, waaronder die welke in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 1 3   Voorlichting en openbare evenementen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    150 000

    150 000

    33 867,31

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van audiovisuele diensten om het publiek te informeren over het buitenlands beleid van de Europese Unie en de activiteiten van de hoge vertegenwoordiger;

    de kosten van ontwikkeling en exploitatie van de EDEO-website;

    de uitgaven betreffende de publiciteit en de promotie van publicaties en openbare evenementen in verband met de activiteiten van de instelling, met inbegrip van de kosten van de bijbehorende begeleiding en infrastructuurvoorzieningen;

    uitgaven in verband met voorlichting over het GVDB/GBVB;

    de kosten van diverse voorlichtings- en publiciteitsactiviteiten, onder andere van promotiemateriaal.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 2     Talendiensten

    2 2 2 0   Vertaling

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de vertaaldiensten die aan de EDEO worden verleend door het secretariaat-generaal van de Raad en de Commissie.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 2 1   Tolken

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    690 000

    600 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de door de tolken van de Commissie voor de EDEO verrichte diensten.

    Het dient ook ter dekking van de kosten van de dienstverrichting door de tolken van de Commissie ten behoeve van de EDEO bij gelegenheid van de vergaderingen van het Politiek en Veiligheidscomité, het Militair Comité en de overige vergaderingen die specifiek in het kader van het GVDB/GBVB worden gehouden.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 111/2007 van de secretaris-generaal van de Raad/hoge vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid betreffende de tolkenregeling voor de Europese Raad, de Raad en zijn voorbereidende instanties.

    2 2 3     Diverse uitgaven

    2 2 3 0   Kantoorbenodigdheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    326 505

    320 417

    313 355,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de aanschaf van papier;

    fotokopieën en vaste rechten;

    papier en kantoorbenodigdheden (dagdagelijkse benodigdheden);

    drukwerk;

    benodigdheden voor de verzending van post (enveloppen, pakpapier, plaatjes voor de frankeermachine);

    benodigdheden voor de reproductiedienst (inkt, offsetplaten, films en chemische producten).

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 1   Porto

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    158 000

    83 802,63

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van portokosten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 2   Studies, enquêtes en adviezen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    141 000

    190 912,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies en adviezen die onder contract aan hooggekwalificeerde deskundigen worden toevertrouwd.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 3   Interinstitutionele samenwerking

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 650 000

    1 650 000

    953 233,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met interinstitutionele activiteiten, met name de kosten van administratief personeel bij de Commissie voor het beheer van personeelszaken, gebouwen en activiteiten van de EDEO.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 4   Verhuizing

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    150 000

    150 000

    118 726,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het verplaatsen en vervoeren van materieel.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 5   Financiële kosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 000

    20 000

    8 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle financiële kosten, met name bankkosten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 6   Proceskosten, juridische kosten, schadevergoedingen en schadeloosstellingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    43 000

    129 000

    13 213,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten in geval van een veroordeling van de EDEO tot betaling van de door het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken vastgestelde proceskosten en de kosten voor het inschakelen van externe advocaten voor de procesvertegenwoordiging van de EDEO;

    de kosten voor advies door externe advocaten;

    de schadevergoedingen en schadeloosstellingen die ten laste van de EDEO kunnen komen.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 7   Overige operationele uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    10 000

    10 000

    8 500,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de aankoop van werkkleding voor het personeel van de dienst Conferenties en de dienst Beveiliging, van werkuitrusting voor het personeel van de werkplaatsen en de interne diensten, en het herstel en onderhoud van de werkkleding;

    de deelneming van de EDEO in de uitgaven van enkele verenigingen waarvan de activiteit rechtstreeks verband houdt met de activiteiten van de instellingen van de Unie;

    de overige huishoudelijke uitgaven, die in de voorgaande begrotingsonderdelen niet uitdrukkelijk zijn genoemd;

    de aankoop van uniformen en accessoires, in het bijzonder voor het beveiligingspersoneel van de gebouwen Cortenberg en ER.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 8   Ondersteunende diensten voor conflictpreventie en bemiddeling

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    500 000

    500 000

    400 000

    500 000

    376 988,71

    376 988,71

    Toelichting

    In 2011 en 2012 is een voorbereidende actie voor de oprichting van een EU-steungroep bemiddeling (Mediation Support Group — MSG) voor de Europese Dienst voor extern optreden uitgevoerd. Deze voorbereidende actie moet worden beschouwd als eerste stap voor de versterking en duurzame ondersteuning van bemiddelingsinitiatieven, door in eerste instantie de interne capaciteit van de Unie te vergroten, zonder hierbij de steun van externe en contractuele deskundigen uit te sluiten.

    In 2013 dient dit begrotingsonderdeel ter dekking van de kosten voor:

    de inzet van personeel ter ondersteuning van bemiddeling en dialoog;

    het inhuren of uitnodigen van interne en externe deskundigen op het vlak van bemiddeling en dialoog, waarbij rekening wordt gehouden met de lopende werkzaamheden van de Verenigde Naties en andere organisaties bij het opstellen van werkschema's;

    kennisbeheer, waaronder conflictanalyse en ervaringslessen en workshops, ontwikkeling en bekendmaking van beste praktijken en richtsnoeren;

    opleiding en interne capaciteitsopbouw op het gebied van bemiddeling, dialoog en situatiebewustzijn voor EDEO-personeel op het hoofdkwartier, Unie-personeel op missies, delegatieleiders en hun medewerkers.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    2 2 3 9   Proefproject — Europees Vredesinstituut

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    200 000

    200 000

     

     

    Toelichting

    Voortbouwend op het in 2009 goedgekeurde concept inzake versterking van de bemiddelings- en dialoogcapaciteit van de EU heeft het proefproject tot doel opties en de eraan gerelateerde kosten en baten te analyseren en te onderzoeken om doeltreffend tegemoet te komen aan de behoeften van de Unie op het gebied van vredesbemiddeling.

    Voortbouwend op eerdere en voortdurende inspanningen met betrekking tot het Vredesinstituut en rekening houdend met bestaande studies, met inbegrip van deze van het Europees Parlement, en met bestaande hiertoe ontwikkelde businessplannen, moet deze kosten-batenanalyse vragen onderzoeken zoals de mogelijke institutionele structuur, met inbegrip van kostenstructuren, beheerssystemen en financieringseisen.

    Met het proefproject moeten met name de mogelijkheden worden bekeken van een optimale benutting van het potentieel van, en van de realisatie van synergie met, de bestaande capaciteit binnen de EDEO, andere EU-instellingen, het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie, de Europese Veiligheids- en Defensieacademie, de lidstaten en hun nationale entiteiten die betrokken zijn bij vredesbemiddeling, alsook andere belanghebbenden.

    De doelstellingen van het Vredesinstituut dienen te stoelen op de fundamentele waarden en doelstellingen van de Unie, zoals vastgelegd in de Verdragen.

    Zonder afbreuk te doen aan de resultaten van het proefproject, kunnen de taken van het Vredesinstituut bestaan uit advies, onderzoek, opleiding, bemiddeling en informele diplomatie met het oog op conflictpreventie en de vreedzame oplossing van conflicten, lessen die getrokken zijn uit en beste praktijken die tot stand zijn gekomen bij de uitvoering en het beheer van missies van de Unie op de gebieden in kwestie, contact met de ruimere academische, onderzoeks- en ngo-gemeenschap en voorlichting op de terreinen in kwestie. Bij het onderzoek in het kader van het proefproject moet met name worden gefocust op de vraag hoe een eventueel onafhankelijk instituut kan zorgen voor een versterking van de capaciteit zowel van de EDEO als van de ruimere EU op de genoemde terreinen en hoe de bestaande middelen in nauw overleg met de bevoegde EU-instellingen optimaal kunnen worden benut.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    TITEL 3

    DELEGATIES

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK 3 0

    3 0 0

    Delegaties

    3 0 0 0

    Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    106 608 000

    97 931 000

    85 683 762,51

    3 0 0 1

    Extern personeel en externe dienstverlening

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    62 239 106

    60 048 000

    52 273 950,79

    Reserves (10 0)

     

    50 000

     

     

    62 239 106

    60 098 000

    52 273 950,79

    3 0 0 2

    Overige personeelsuitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    21 407 000

    22 808 000

    21 125 596,—

    Reserves (10 0)

     

    702 000

     

     

    21 407 000

    23 510 000

    21 125 596,—

    3 0 0 3

    Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    99 642 000

    93 449 000

    86 748 766,49

    3 0 0 4

    Overige administratieve uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    23 053 000

    23 337 000

    25 466 820,15

    Reserves (10 0)

     

    520 000

     

     

    23 053 000

    23 857 000

    25 466 820,15

    3 0 0 5

    Bijdrage van de Commissie voor personeelsleden van de Commissie in de delegaties

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    248 394 814,71

     

    Totaal van artikel 3 0 0

    312 949 106

    297 573 000

    519 693 710,65

    Reserves (10 0)

     

    1 272 000

     

     

    312 949 106

    298 845 000

    519 693 710,65

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 3 0

    312 949 106

    297 573 000

    519 693 710,65

    Reserves (10 0)

     

    1 272 000

     

     

    312 949 106

    298 845 000

    519 693 710,65

     

    Totaal van titel 3

    312 949 106

    297 573 000

    519 693 710,65

    Reserves (10 0)

     

    1 272 000

     

     

    312 949 106

    298 845 000

    519 693 710,65

    HOOFDSTUK 3 0 —

    DELEGATIES

    HOOFDSTUK 3 0 — DELEGATIES

    3 0 0     Delegaties

    3 0 0 0   Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    106 608 000

    97 931 000

    85 683 762,51

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Europese Unie, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een op de lijst van het aantal ambten voorkomend ambt bekleden:

    basissalarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

    diverse toelagen en vergoedingen;

    de overuren;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging;

    de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Op de kredieten van deze post is een forfaitaire verlaging van 8 % toegepast.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Voorschriften in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de EDEO.

    Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Gedragscode ten aanzien van de aanwerving van mensen met een handicap, goedgekeurd door het Bureau van het Europees Parlement op 22 juni 2005.

    3 0 0 1   Extern personeel en externe dienstverlening

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 0 0 1

    62 239 106

    60 048 000

    52 273 950,79

    Reserves (10 0)

     

    50 000

     

    Totaal

    62 239 106

    60 098 000

    52 273 950,79

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

    de bezoldiging van de plaatselijke functionarissen en arbeidscontractanten en de ten laste van de werkgever komende sociale lasten en voorzieningen;

    de werkgeversbijdragen in de aanvullende socialezekerheidsregeling welke van toepassing is op plaatselijke functionarissen;

    de prestaties van de uitzend- en zelfstandige krachten.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    3 0 0 2   Overige personeelsuitgaven

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 0 0 2

    21 407 000

    22 808 000

    21 125 596,—

    Reserves (10 0)

     

    702 000

     

    Totaal

    21 407 000

    23 510 000

    21 125 596,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

    uitgaven voor de detachering van jonge deskundigen (universitaire afgestudeerden) bij de delegaties van de Europese Unie;

    de kosten van seminars die voor jonge diplomaten uit de lidstaten en uit derde landen worden georganiseerd;

    de uitgaven die verband houden met de detachering of de tijdelijke tewerkstelling van ambtenaren van de lidstaten bij de delegaties;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij benoeming in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    de reiskosten, met inbegrip van die van gezinsleden van ambtenaren, bij indiensttreding, bij overplaatsing met verandering van standplaats of bij vertrek;

    de kosten van verhuizing voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    diverse kosten en vergoedingen voor de overige personeelsleden, onder andere voor juridisch advies;

    de uitgaven naar aanleiding van de aanwervingsprocedures voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, met name advertentiekosten, reis- en verblijfkosten, de ongevallenverzekering voor de opgeroepen kandidaten, de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de gezamenlijke aanwervingsexamens, en de kosten voor het medische onderzoek bij indiensttreding;

    kosten voor de aankoop, de vervanging, de aanpassing en het onderhoud van in de delegaties geplaatste apparatuur voor medische doeleinden;

    de kosten van het jaarlijks medisch onderzoek van ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, onder andere van in het kader daarvan verrichte analyses en tests, dokters- en tandartskosten, en de kosten in verband met het AIDS-beleid op de arbeidsplaats;

    uitgaven voor culturele activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen buitenlandse en plaatselijke medewerkers;

    de vaste ambtsvergoeding voor ambtenaren die gezien de aard van de hun toevertrouwde taken regelmatig representatiekosten moeten maken, en de vergoeding van de kosten die de daartoe gemachtigde ambtenaren hebben moeten maken om aan de representatieverplichtingen namens de Commissie en/of de EDEO in het belang van de dienst en in het kader van hun werkzaamheden te voldoen (voor de delegaties op het grondgebied van de Unie wordt een deel van de huisvestingskosten gedekt door de vaste ambtsvergoeding);

    vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor de ambtenaren en andere personeelsleden;

    reiskosten en dagvergoedingen van geslaagde kandidaten die voor een opleiding worden uitgenodigd voordat zij in dienst treden;

    vervoerskosten en dagvergoedingen in verband met het vervoer van zieken;

    uitgaven die het gevolg zijn van crisissituaties, inclusief de vergoedingen van reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen;

    uitgaven voor algemene en taalopleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties van de instelling te verbeteren;

    het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerpen, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding;

    het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, planning, management, strategie, kwaliteitsbeheer en personeelsbeheer;

    de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de instelling georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs/sprekers, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

    de uitgaven voor de praktische en logistieke aspecten van het organiseren van cursussen, waaronder de uitgaven voor leslokalen, vervoer en de huur van uitrusting voor opleiding en plaatselijke en regionale seminars alsook voor diverse verwante kosten als cateringkosten;

    de kosten in verband met het deelnemen aan conferenties en colloquia, en inschrijvingskosten voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

    de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia.

    3 0 0 3   Gebouwen en daarmee samenhangende kosten

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    99 642 000

    93 449 000

    86 748 766,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

    tijdelijke ontheemdingstoelagen en dagvergoedingen voor ambtenaren, tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten;

    huur en lasten van gebouwen voor de delegaties buiten de Unie:

    voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties buiten de Unie of door ambtenaren met standplaats buiten de Unie: huur (met inbegrip van tijdelijke huisvesting) en fiscale lasten, verzekeringspremies, uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, lopende uitgaven inzake de beveiliging van personen en goederen (lettercombinaties, safes, hekwerken, enz.);

    voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties buiten de Unie en de ambtswoningen van de gedelegeerden: de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, voor onderhoud en reparatie, van interne verhuizing, inrichting en verhuizingen en de andere lopende uitgaven (met name straatbelasting, vuilnisophaaldienst, bewegwijzering, enz.);

    huur en lasten van gebouwen voor de delegaties op het grondgebied van de Unie:

    voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties: huur, kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, verzekeringspremies, kosten van onderhoud en reparatie, de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, de uitgaven voor beveiliging, met name bewakingscontracten, huur en vervanging van brandblussers, aankoop en onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, vervanging van de uitrusting van ambtenaren die bij de vrijwillige brandweer aangesloten zijn, kosten van wettelijke controles, enz.;

    voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die door ambtenaren worden bewoond: de vergoeding van uitgaven voor woningbeveiliging;

    de aankoop van bouwgronden en gebouwen (aankoop of huurkoop) en de bouw van kantoor- of woongebouwen, met inbegrip van de kosten van voorbereidende studies en diverse honoraria.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    3 0 0 4   Overige administratieve uitgaven

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 0 0 4

    23 053 000

    23 337 000

    25 466 820,15

    Reserves (10 0)

     

    520 000

     

    Totaal

    23 053 000

    23 857 000

    25 466 820,15

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

    aankoop, huur, leasing, onderhoud en reparatie van meubilair en uitrusting, met name audiovisuele apparatuur, uitrusting voor archieven, reprografische diensten, bibliotheken en tolkendiensten, en gespecialiseerde kantooruitrusting (fotokopieerapparaten, aflees- en reproductieapparaten, faxtoestellen, enz.), alsmede de aanschaf van documentatie en benodigdheden in verband met genoemde uitrusting;

    aanschaf, onderhoud en reparatie van technisch materieel zoals generatoren en airconditioningapparatuur, en de kosten voor de installatie en de uitrusting van het bij de delegaties geplaatste materieel voor sociale doeleinden;

    aankoop, vervanging, huur, leasing, onderhoud en reparatie van voertuigen, met inbegrip van de uitrusting daarvan;

    de verzekeringspremies voor de voertuigen;

    de aankoop van boeken, documenten en andere niet-periodieke publicaties inclusief bijwerkingen daarvan, alsmede de kosten voor abonnementen op dagbladen, tijdschriften en diverse publicaties en voor het inbinden en conserveren van periodieke boekwerken;

    de abonnementen op persbureaus;

    aankoop van papier, enveloppen, kantoorbehoeften en benodigdheden voor de reprografische diensten, en uitbesteding van drukwerk;

    kosten van vervoer en inklaring van materieel, aankoop en reiniging van uniformen voor bodes, chauffeurs enz., diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid, diefstal enz.), kosten in verband met interne vergaderingen (verfrissingen, maaltijden die bij bijzondere gelegenheden worden verstrekt);

    kosten van studies, enquêtes en raadplegingen in het kader van de administratieve werking van de delegaties, alsmede van alle andere huishoudelijke uitgaven waarin niet in het bijzonder is voorzien in de andere posten van dit artikel;

    frankeringskosten voor correspondentie, verslagen en publicaties evenals de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, over de weg, per boot of per spoor;

    kosten van de diplomatieke koffer;

    meubilair en uitrusting voor de ter beschikking van de ambtenaren gestelde woningen;

    aankoop, huur of leasing van informatica-apparatuur, met name computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur, en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

    de aan derden toevertrouwde werkzaamheden, met name in verband met de ontwikkeling, het onderhoud en de ondersteuning van de computersystemen in de delegaties;

    aankoop, huur of huurkoop van apparatuur voor de weergave van informatie op papier, zoals printers en scanners;

    aankoop, huur of huurkoop van telefooncentrales en -verdeelsystemen, van apparatuur voor gegevenstransmissie en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

    abonnementskosten, kosten van gesprekken via kabel of radioverbinding (telefoon, telegraaf, telex, fax), kosten van netwerken voor gegevenstransmissie en van telematicadiensten, enz. alsmede kosten van de aankoop van abonneelijsten;

    installatie, configuratie, onderhoud, ondersteuning, bijstand, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

    uitgaven voor actieve veiligheid in de delegaties in noodgevallen;

    alle financiële kosten, met name bankkosten;

    bij gelden ter goede rekening, voor aanpassingen in gevallen waarin de ordonnateur alle naar omstandigheden dienstige maatregelen heeft getroffen en de regularisatie-uitgaven onmogelijk ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kunnen worden gebracht;

    aanpassingen bij situaties waarin een vordering geheel of gedeeltelijk oninbaar moet worden verklaard, terwijl zij reeds als ontvangst was geboekt (met name in geval van verrekening met een schuld);

    aanpassingen in gevallen waarbij de btw niet is teruggevorderd en de uitgave niet meer ten laste kan worden gebracht van het begrotingsonderdeel waaruit de oorspronkelijke uitgave is gedaan;

    eventueel daarmee verband houdende rente, voor zover deze niet ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kan worden gebracht.

    Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van een bank waarbij de Commissie een rekening aanhoudt voor het beheer van gelden ter goede rekening;

    Onder deze post kunnen kosten worden gefinancierd die delegaties hebben gemaakt in het kader van de lokale samenwerking met lidstaten, met name bij een crisis.

    Bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement: p.m.

    Rechtsgronden

    Besluit 2010/427/EU van de Raad van 26 juli 2010 tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden (PB L 201 van 3.8.2010, blz. 30), met name artikel 5, lid 10.

    3 0 0 5   Bijdrage van de Commissie voor personeelsleden van de Commissie in de delegaties

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    248 394 814,71

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen eventuele ontvangsten van de Commissie of uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de in de delegaties gemaakte kosten die voortvloeien uit de aanwezigheid van personeelsleden van de Commissie in de delegaties aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die zijn aangegaan voor het personeel van de Commissie en door het EOF gefinancierd personeel bij delegaties van de Europese Unie buiten de Unie en delegaties bij internationale organisaties in de Unie:

    salarissen en salarisgerelateerde uitgaven van lokaal personeel (en uitzendkrachten);

    het aandeel in de uitgaven die vallen onder de posten 3 0 0 0 (Salaris en andere rechten voor statutaire personeelsleden), 3 0 0 1 (Extern personeel en externe dienstverlening), 3 0 0 2 (Andere personeelsuitgaven), 3 0 0 3 (Gebouwen en bijbehorende kosten) en 3 0 0 4 (Andere administratieve uitgaven) voor deze personeelsleden.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 250 000 000 EUR.

    TITEL 10

    OVERIGE UITGAVEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

     

    HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    3 772 000

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 0

    p.m.

    3 772 000

    0,—

     

    HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 10 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 10

    p.m.

    3 772 000

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    508 762 493

    488 676 425

    702 032 479,11

    HOOFDSTUK 10 0 —

    VOORZIENINGEN

    HOOFDSTUK 10 1 —

    RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 10 0 — VOORZIENINGEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    3 772 000

    0,—

    Toelichting

    In dit hoofdstuk zijn voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 10 1 — RESERVE VOOR ONVOORZIENE UITGAVEN

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van niet te voorziene uitgaven, voortkomend uit tijdens het begrotingsjaar genomen begrotingsbesluiten.

    PERSONEEL

    Afdeling X — Europese Dienst voor extern optreden

    Functiegroep en rang

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Naar de EDEO over te hevelen posten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    AD 16

    12

     

    12

     

    AD 15

    38

     

    38

     

    AD 14

    119

     

    108

    1

    AD 13

    198

     

    207

    1

    AD 12

    185

     

    185

     

    AD 11

    69

     

    69

     

    AD 10

    78

     

    78

     

    AD 9

    82

     

    82

     

    AD 8

    44

     

    39

     

    AD 7

    56

     

    56

     

    AD 6

    36

     

    36

     

    AD 5

    33

     

    28

     

    Totaal AD

    950

    0

    938

    2

    AST 11

    31

     

    31

     

    AST 10

    27

     

    27

     

    AST 9

    51

     

    51

     

    AST 8

    57

    1

    62

    1

    AST 7

    102

     

    102

     

    AST 6

    112

     

    112

     

    AST 5

    120

     

    125

     

    AST 4

    58

     

    58

     

    AST 3

    55

     

    55

     

    AST 2

    68

     

    68

     

    AST 1

    38

     

    38

     

    Totaal AST

    719

    1

    729

    1

    Totaal-generaal

    1 669  (85)

    1

    1 667  (86)

    3

    Totaal personeel

    1 670

    1 670


    (1)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2012 (PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1), plus de gewijzigde begrotingen nr. 1/2012 tot en met 6/2012.

    (2)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

    (3)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2012 (PB L 56 van 29.2.2012, blz. 1), plus de gewijzigde begrotingen nr. 1/2012 tot en met 6/2012.

    (4)  De eigen middelen voor de begroting 2013 zijn vastgesteld op basis van de begrotingsramingen die tijdens de 154e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 21 mei 2012 zijn goedgekeurd.

    (5)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

    (6)  De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.

    (7)  Uitsluitend voor de periode 2007-2013 wordt het btw-afroepingspercentage voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.

    (8)  Berekening van het percentage: (97 502 871 823) / (133 776 994 000) = 0,728846335289908.

    (9)  Afgeronde percentages.

    (10)  De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal: i) van de betalingen gedaan aan de tien nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2011, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2011, (5a); en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie (5b), afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.

    (11)  De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.

    (12)  Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.

    (13)  p.m. (eigen middelen + overige ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (131 288 020 848 + 1 548 967 007 = 132 836 987 855 = 132 836 987 855).

    (14)  Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (131 288 020 848) / (13 377 699 400 000) = 0,98 %; maximumpercentage van de eigen middelen in vergelijking met het bni: 1,23 %.

    (15)  Deze kredieten geven de gecumuleerde bedragen aan die zijn opgenomen voor huur (post 2 0 0 0), erfpacht (post 2 0 0 1) en verwerving van onroerend goed (post 2 0 0 3).

    (16)  Deze kredieten geven de gecumuleerde bedragen aan die zijn opgenomen voor huur (post 2 0 0 0), erfpacht (post 2 0 0 1) en verwerving van onroerend goed (post 2 0 0 3).

    (17)  Nettoboekwaarde bij de opstelling van het financiële memorandum op 31 december 2008.

    (18)  Dit krediet geeft de gecumuleerde bedragen aan die zijn opgenomen in posten 2 0 0 0 en 3 1 0 0 (huur).

    (19)  Dit krediet geeft de gecumuleerde bedragen aan die zijn opgenomen in posten 2 0 0 0 en 3 1 0 0 (huur).

    (20)  Nettoboekwaarde bij de opstelling van het financiële memorandum op 31 december 2008.

    (21)  Met inbegrip van de bijdrage van de Commissie voor de delegaties van de Unie en de uitgaven voor de administratieve infrastuctuur van het onderzoeksbeleid.

    (22)  Voorlopige bedragen. De definitieve bedragen worden opgenomen in de financiële memoranda van 2012.

    (23)  De bijdrage van de Commissie voor de delegaties van de Unie.

    (24)  Nettoboekwaarde opgenomen in de financiële staten op 31 december 2010 voor de bijgebouwen „A”, „B” en „C” en voor het gebouwencomplex van het nieuwe Paleis (gerenoveerde oude Paleis, ring, 2 torens en verbindingsgalerij) waarvoor huurkoopovereenkomsten zijn gesloten.

    (25)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie. Nettowaarde bij de opstelling van de balans op 31 december 2010.

    (26)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie. Nettowaarde bij de opstelling van de balans op 31 december 2010.

    (27)  Toestand op 31 december 2011. De gebouwen van de delegaties van de Unie zijn overgedragen aan de Europese Dienst voor Extern Optreden op 1 januari 2011.

    (28)  Toestand op 31 december 2011. De gebouwen van de delegaties van de Unie zijn overgedragen aan de Europese Dienst voor Extern Optreden op 1 januari 2011.

    (29)  Voorlopige bedragen. De definitieve bedragen worden opgenomen in de financiële memoranda van 2012.

    (30)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (31)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (32)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (33)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (34)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie (ex Maria van Boergondië).

    (35)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (36)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (37)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (38)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (39)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (40)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (41)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie (in een deel waarvan het OLAF is gehuisvest).

    (42)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (43)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (44)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (45)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (46)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (47)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (48)  Langdurige leaseovereenkomst met koopoptie.

    (49)  Huurkoop.

    (50)  De gebouwen van de delegaties van de Unie zijn overgedragen aan de Europese Dienst voor extern optreden op 1 januari 2011.

    (51)  Het onroerendgoedbezit van de externe diensten omvat 30 kantoorgebouwen, 28 woningen voor delegatiehoofden, 25 woningen voor ambtenaren, één parking en twee percelen grond.

    (52)  Toestand op 31 december 2011. De gebouwen van de delegaties van de Unie zijn overgedragen aan de Europese Dienst voor Extern Optreden op 1 januari 2011.

    (53)  Waarvan vijf bevorderingen ad personam (drie AD 14 naar AD 15, één AST 10 naar AST 11, en één AST 4 naar AST 5), verleend in uitzonderlijke gevallen aan verdienstelijke ambtenaren.

    (54)  Virtuele reserve voor ambtenaren die in het belang van de dienst gedetacheerd zijn en niet zijn opgenomen in het totaal-generaal.

    (55)  Eén AD 5 en vier AST 3 (beroepsopleiding), twee AD 5 en twee AST 1 (vertaling) zijn op de lijst van het aantal ambten geplaatst zonder toewijzing van kredieten.

    (56)  Waarvan vijf bevorderingen ad personam (drie AD 14 naar AD 15, één AST 10 naar AST 11, en één AST 4 naar AST 5), verleend in uitzonderlijke gevallen aan verdienstelijke ambtenaren

    (57)  Virtuele reserve voor ambtenaren die in het belang van de dienst gedetacheerd zijn en niet zijn opgenomen in het totaal personeel.

    (58)  Eén AD 5 en vier AST 3 (beroepsopleiding), twee AD 5 en twee AST 1 (vertaling) zijn op de lijst van het aantal ambten geplaatst zonder toewijzing van kredieten.

    (59)  Waarvan vier AD 16 ad personam.

    (60)  Waarvan zeven AD 15 ad personam.

    (61)  Waarvan vier AD 16 ad personam.

    (62)  Waarvan zeven AD 15 ad personam.

    (63)  Waarvan 1 AD 15 ad personam.

    (64)  Waarvan 1 AD 15 ad personam.

    (65)  Waarvan 1 AD 15 ad personam.

    (66)  Waarvan 1 AD 15 ad personam.

    (67)  Waarvan 1 AD 14 ad personam.

    (68)  Waarvan 1 AD 14 ad personam.

    (69)  Niet inbegrepen de reserve voor onvoorziene uitgaven, zonder toewijzing van kredieten, voor de detachering van ambtenaren bij de leden van het Hof van Justitie, het Gerecht of het Gerecht voor ambtenarenzaken (6 AD 12, 12 AD 11, 18 AD 10, 9 AD 7, 11 AST 6, 17 AST 5, 21 AST 4 and 8 AST 3).

    (70)  Niet inbegrepen de reserve voor onvoorziene uitgaven, zonder toewijzing van kredieten, voor ambtenaren die bij de kabinetten van het Hof van Justitie, het Gerecht of het Gerecht voor ambtenarenzaken gedetacheerd zijn (6 AD 12, 12 AD 11, 18 AD 10, 9 AD 7, 11 AST 6, 17 AST 5, 21 AST 4, 8 AST 3).

    (71)  Halftijdse bezetting van bepaalde ambten kan worden gecompenseerd door de aanstelling van andere personeelsleden, tot een maximum van het aantal aldus vrijgekomen ambten per categorie.

    (72)  Zonder de ambten in verband met de wijziging van het Statuut van het Hof van Justitie (verhoging van het aantal rechters): tijdelijke ambten voor de kabinetten van 12 rechters – 7 AD 14-ambten, 11 AD 12-ambten, 12 AD 11-ambten, 6 AD 10-ambten, 12 AST 4-ambten en 12 AST 3-ambten; permanente ambten voor de griffie van het Gerecht: drie AD 9, één AD 5, één omzetting van een AST 2-ambt in een AD 5-ambt, één omzetting van een AST 1-ambt in een AD 5-ambt en zes omzettingen van AST 1-ambten in zes AST 3-ambten.

    (73)  Halftijdse bezetting van bepaalde ambten kan worden gecompenseerd door de aanstelling van andere personeelsleden, tot een maximum van het aantal aldus vrijgekomen ambten per categorie.

    (74)  Voor de daadwerkelijke bezetting qua rang van de posten bij de kabinetten gelden dezelfde indelingscriteria als voor de ambtenaren in dienst getreden vóór 1 mei 2004.

    (75)  Waarvan 1 AD15 ad personam.

    (76)  Waarvan 1 AD14 ad personam.

    (77)  Artikel 47, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad, zoals gewijzigd in april 2011.

    (78)  Opwaardering voor 2012 plus artikel 47, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad, zoals gewijzigd in januari 2012.

    (79)  Opwaardering voor 2013.

    (80)  Uitbreiding met Kroatië (van juli 2013).

    (81)  Schrapping van 9 ambten.

    (82)  Exclusief de virtuele reserve zonder krediettoewijzing voor de naar de kabinetten gedetacheerde ambtenaren (1 AD14, 2 AD 13, 5 AD 12, 5 AD 11, 12 AD 10, 2 AD 9, 6 AD 8, 1 AD 6, 1 AST 11, 1 AST 10, 1 AST 9, 1 AST 8, 4 AST 7, 10 AST 6, 8 AST 5, 9 AST 4, 4 AST 3, 2 AST 2 en 3 AST 1).

    (83)  Deeltijdse bezetting van bepaalde ambten kan worden gecompenseerd door de aanstelling van andere personeelsleden, tot maximaal het aantal aldus vrijgekomen ambten per functiegroep.

    (84)  Deeltijdse bezetting van bepaalde ambten kan worden gecompenseerd door de aanstelling van andere personeelsleden, tot maximaal het aantal aldus vrijgekomen ambten per functiegroep.

    (85)  Waaronder zes bevorderingen ad personam: twee AD 15 tot AD 16, drie AD 14 tot AD 15 en één AD 13 tot AD 14.

    (86)  Waaronder zes bevorderingen ad personam: twee AD 15 tot AD 16, drie AD 14 tot AD 15 en één AD 13 tot AD 14.


    Top

    8.3.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 66/1


    AFDELING III: COMMISSIE

    STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

    Staat van ontvangsten

    — Titel 4:

    Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

    — Titel 5:

    Ontvangsten voortvloeiende uit de administratieve werking van de instelling

    — Titel 6:

    Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

    — Titel 7:

    Intrest voor betalingsachterstand en boeten

    — Titel 8:

    Opgenomen en verstrekte leningen

    — Titel 9:

    Diverse ontvangsten

    ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2013 EN 2012) EN VAN DE UITVOERING (2011)

    — Titel XX:

    Administratieve uitgaven voor beleidsterreinen

    — Hoofdstuk XX 01:

    Administratieve uitgaven voor beleidsterreinen

    — Titel 01:

    Economische en financiële zaken

    — Hoofdstuk 01 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

    — Hoofdstuk 01 02:

    Economische en Monetaire Unie

    — Hoofdstuk 01 03:

    Internationale economische en financiële kwesties

    — Hoofdstuk 01 04:

    Financiële verrichtingen en instrumenten

    — Titel 02:

    Ondernemingen

    — Hoofdstuk 02 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Ondernemingen”

    — Hoofdstuk 02 02:

    Concurrentievermogen, industriebeleid, innovatie en ondernemerschap

    — Hoofdstuk 02 03:

    Interne goederenmarkt en sectoraal beleid

    — Hoofdstuk 02 04:

    Samenwerking — Ruimtevaart en veiligheid

    — Hoofdstuk 02 05:

    Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

    — Titel 03:

    Concurrentie

    — Hoofdstuk 03 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

    — Hoofdstuk 03 03:

    Kartels, anti-trust en liberalisering

    — Titel 04:

    Werkgelegenheid en sociale zaken

    — Hoofdstuk 04 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

    — Hoofdstuk 04 02:

    Europees Sociaal Fonds

    — Hoofdstuk 04 03:

    Werken in Europa — Sociale dialoog en mobiliteit

    — Hoofdstuk 04 04:

    Werkgelegenheid, maatschappelijke solidariteit en gendergelijkheid

    — Hoofdstuk 04 05:

    Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG)

    — Hoofdstuk 04 06:

    Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Ontwikkeling van het menselijke potentieel

    — Titel 05:

    Landbouw en plattelandsontwikkeling

    — Hoofdstuk 05 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

    — Hoofdstuk 05 02:

    Interventies op de landbouwmarkten

    — Hoofdstuk 05 03:

    Rechtstreekse steun

    — Hoofdstuk 05 04:

    Plattelandsontwikkeling

    — Hoofdstuk 05 05:

    Pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling

    — Hoofdstuk 05 06:

    Internationale aspecten van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

    — Hoofdstuk 05 07:

    Audit van de landbouwuitgaven

    — Hoofdstuk 05 08:

    Beleidsstrategie en -coördinatie voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

    — Titel 06:

    Mobiliteit en vervoer

    — Hoofdstuk 06 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

    — Hoofdstuk 06 02:

    Vervoer over land, door de lucht en over zee

    — Hoofdstuk 06 03:

    Trans-Europese netwerken

    — Hoofdstuk 06 06:

    Onderzoek in verband met vervoer

    — Titel 07:

    Milieu- en klimaatmaatregelen

    — Hoofdstuk 07 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

    — Hoofdstuk 07 02:

    Mondiale milieu- en klimaatactievraagstukken

    — Hoofdstuk 07 03:

    Ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie

    — Hoofdstuk 07 12:

    Uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie inzake klimaatmaatregelen

    — Hoofdstuk 07 13:

    Mainstreaming en innovatie inzake klimaatbeleid

    — Titel 08:

    Onderzoek

    — Hoofdstuk 08 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Onderzoek”

    — Hoofdstuk 08 02:

    Samenwerking — Gezondheid

    — Hoofdstuk 08 03:

    Samenwerking — Voeding, landbouw, visserij en biotechnologie

    — Hoofdstuk 08 04:

    Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën

    — Hoofdstuk 08 05:

    Samenwerking — Energie

    — Hoofdstuk 08 06:

    Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)

    — Hoofdstuk 08 07:

    Samenwerking — Vervoer (inclusief luchtvaart)

    — Hoofdstuk 08 08:

    Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen

    — Hoofdstuk 08 09:

    Samenwerking — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

    — Hoofdstuk 08 10:

    Ideeën

    — Hoofdstuk 08 12:

    Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

    — Hoofdstuk 08 13:

    Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's)

    — Hoofdstuk 08 14:

    Capaciteiten — Kennisregio's

    — Hoofdstuk 08 15:

    Capaciteiten — Onderzoekspotentieel

    — Hoofdstuk 08 16:

    Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij

    — Hoofdstuk 08 17:

    Capaciteiten — Internationale samenwerkingsactiviteiten

    — Hoofdstuk 08 18:

    Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

    — Hoofdstuk 08 19:

    Capaciteiten — Ondersteuning van de coherente ontwikkeling van het onderzoeksbeleid

    — Hoofdstuk 08 20:

    Euratom — Fusie-energie

    — Hoofdstuk 08 21:

    Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

    — Hoofdstuk 08 22:

    Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s en andere activiteiten

    — Hoofdstuk 08 23:

    Onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

    — Titel 09:

    Communicatienetwerken, inhoud en technologie

    — Hoofdstuk 09 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

    — Hoofdstuk 09 02:

    Regelgevingskader voor de digitale agenda

    — Hoofdstuk 09 03:

    Absorptie van informatie- en communicatietechnologieën

    — Hoofdstuk 09 04:

    Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

    — Hoofdstuk 09 05:

    Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

    — Titel 10:

    Eigen onderzoek

    — Hoofdstuk 10 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

    — Hoofdstuk 10 02:

    Beleidskredieten rechtstreeks gefinancierd onderzoek — Zevende kaderprogramma (2007-2013) — EU

    — Hoofdstuk 10 03:

    Beleidskredieten rechtstreeks gefinancierd onderzoek — Zevende kaderprogramma (2007-2011 en 2012-2013) — Euratom

    — Hoofdstuk 10 04:

    Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s en andere activiteiten

    — Hoofdstuk 10 05:

    Historische verplichtingen ten gevolge van de werkzaamheden van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in het kader van het Euratom-Verdrag

    — Titel 11:

    Maritieme zaken en visserij

    — Hoofdstuk 11 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

    — Hoofdstuk 11 02:

    Visserijmarkten

    — Hoofdstuk 11 03:

    Internationale visserij en zeerecht

    — Hoofdstuk 11 04:

    Beheer van het gemeenschappelijk visserijbeleid

    — Hoofdstuk 11 06:

    Europees Visserijfonds (EVF)

    — Hoofdstuk 11 07:

    Instandhouding, beheer en exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen

    — Hoofdstuk 11 08:

    Controle en handhaving van het gemeenschappelijk visserijbeleid

    — Hoofdstuk 11 09:

    Maritiem beleid

    — Titel 12:

    Interne markt

    — Hoofdstuk 12 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Interne markt”

    — Hoofdstuk 12 02:

    Internemarktbeleid

    — Hoofdstuk 12 04:

    Vrij verkeer van kapitaal, vennootschapsrecht en ondernemingsbestuur

    — Titel 13:

    Regionaal beleid

    — Hoofdstuk 13 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Regionaal beleid”

    — Hoofdstuk 13 03:

    Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en andere regionale acties

    — Hoofdstuk 13 04:

    Cohesiefonds

    — Hoofdstuk 13 05:

    Pretoetredingsacties met betrekking tot het structuurbeleid

    — Hoofdstuk 13 06:

    Solidariteitsfonds

    — Titel 14:

    Belastingen en douane-unie

    — Hoofdstuk 14 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

    — Hoofdstuk 14 02:

    Beleidsstrategie en -coördinatie voor het directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie

    — Hoofdstuk 14 03:

    Internationale aspecten van belastingen en douane

    — Hoofdstuk 14 04:

    Douanebeleid

    — Hoofdstuk 14 05:

    Belastingbeleid

    — Titel 15:

    Onderwijs en cultuur

    — Hoofdstuk 15 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

    — Hoofdstuk 15 02:

    Een leven lang leren, met inbegrip van meertaligheid

    — Hoofdstuk 15 04:

    Ontwikkeling van culturele en audiovisuele samenwerking in Europa

    — Hoofdstuk 15 05:

    Aanmoediging en bevordering van samenwerking op het gebied van jeugd en sport

    — Hoofdstuk 15 07:

    Mensen — Programma voor de mobiliteit van onderzoekers

    — Titel 16:

    Communicatie

    — Hoofdstuk 16 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Communicatie”

    — Hoofdstuk 16 02:

    Communicatie en de media

    — Hoofdstuk 16 03:

    Gelokaliseerde communicatie

    — Hoofdstuk 16 04:

    Analyse- en communicatie-instrumenten

    — Hoofdstuk 16 05:

    Bevordering van Europees burgerschap

    — Titel 17:

    Gezondheidszorg en consumentenbescherming

    — Hoofdstuk 17 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

    — Hoofdstuk 17 02:

    Consumentenbeleid

    — Hoofdstuk 17 03:

    Volksgezondheid

    — Hoofdstuk 17 04:

    Veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierwelzijn en gezondheid van planten

    — Titel 18:

    Binnenlandse zaken

    — Hoofdstuk 18 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

    — Hoofdstuk 18 02:

    Solidariteit — Buitengrenzen, terugkeer, visumbeleid en vrij verkeer van personen

    — Hoofdstuk 18 03:

    Migratiestromen — Gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid

    — Hoofdstuk 18 05:

    Veiligheid en bescherming van de vrijheden

    — Hoofdstuk 18 08:

    Beleidsstrategie en -coördinatie

    — Titel 19:

    Externe betrekkingen

    — Hoofdstuk 19 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    — Hoofdstuk 19 02:

    Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

    — Hoofdstuk 19 03:

    Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)

    — Hoofdstuk 19 04:

    Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (European instrument for Democracy and human Rights — EIDHR)

    — Hoofdstuk 19 05:

    Betrekkingen en samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen

    — Hoofdstuk 19 06:

    Crisisrespons en mondiale bedreigingen voor de veiligheid

    — Hoofdstuk 19 08:

    Europees nabuurschapsbeleid en betrekkingen met Rusland

    — Hoofdstuk 19 09:

    Betrekkingen met Latijns-Amerika

    — Hoofdstuk 19 10:

    Betrekkingen met Azië, Centraal-Azië en het Midden-Oosten (Irak, Iran, Jemen)

    — Hoofdstuk 19 11:

    Beleidsstrategie en -coördinatie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    — Hoofdstuk 19 49:

    Uitgaven voor administratief beheer van programma’s waarvoor kredieten zijn vastgelegd overeenkomstig het Financieel Reglement van 21 december 1977

    — Titel 20:

    Handel

    — Hoofdstuk 20 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Handel”

    — Hoofdstuk 20 02:

    Handelspolitiek

    — Titel 21:

    Ontwikkeling en betrekkingen met de landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten)

    — Hoofdstuk 21 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    — Hoofdstuk 21 02:

    Voedselzekerheid

    — Hoofdstuk 21 03:

    Niet-overheidsactoren in het ontwikkelingsproces

    — Hoofdstuk 21 04:

    Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

    — Hoofdstuk 21 05:

    Menselijke en sociale ontwikkeling

    — Hoofdstuk 21 06:

    Geografische samenwerking met de landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten)

    — Hoofdstuk 21 07:

    Andere maatregelen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en ad-hocprogramma’s

    — Hoofdstuk 21 08:

    Beleidsstrategie en coördinatie voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    — Hoofdstuk 21 49:

    Uitgaven voor het administratieve beheer van programma’s waarvoor kredieten zijn vastgelegd overeenkomstig het Financieel Reglement van 21 december 1977

    — Titel 22:

    Uitbreiding

    — Hoofdstuk 22 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

    — Hoofdstuk 22 02:

    Uitbreidingsproces en -strategie

    — Titel 23:

    Humanitaire hulp

    — Hoofdstuk 23 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

    — Hoofdstuk 23 02:

    Humanitaire hulp inclusief hulp aan ontheemden, voedselhulp en paraatheid bij rampen

    — Hoofdstuk 23 03:

    Financieringsinstrument voor civiele bescherming

    — Titel 24:

    Fraudebestrijding

    — Hoofdstuk 24 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Fraudebestrijding”

    — Hoofdstuk 24 02:

    Fraudebestrijding

    — Titel 25:

    Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie

    — Hoofdstuk 25 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    — Hoofdstuk 25 02:

    Betrekkingen met de civiele samenleving, openheid en informatieverstrekking

    — Titel 26:

    Administratie van de Commissie

    — Hoofdstuk 26 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

    — Hoofdstuk 26 02:

    Multimediaproductie

    — Hoofdstuk 26 03:

    Diensten aan overheden, ondernemingen en burgers

    — Titel 27:

    Begroting

    — Hoofdstuk 27 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

    — Hoofdstuk 27 02:

    Uitvoering, controle en kwijting van de begroting

    — Titel 28:

    Audit

    — Hoofdstuk 28 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Audit”

    — Titel 29:

    Statistiek

    — Hoofdstuk 29 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Statistiek”

    — Hoofdstuk 29 02:

    Productie van statistische informatie

    — Titel 30:

    Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven

    — Hoofdstuk 30 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven”

    — Titel 31:

    Talendiensten

    — Hoofdstuk 31 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Talendiensten”

    — Titel 32:

    Energie

    — Hoofdstuk 32 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Energie”

    — Hoofdstuk 32 03:

    Trans-Europese netwerken

    — Hoofdstuk 32 04:

    Conventionele en duurzame energiebronnen

    — Hoofdstuk 32 05:

    Kernenergie

    — Hoofdstuk 32 06:

    Onderzoek in verband met energie

    — Titel 33:

    Justitie

    — Hoofdstuk 33 01:

    Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „Justitie”

    — Hoofdstuk 33 02:

    Grondrechten en burgerschap

    — Hoofdstuk 33 03:

    Justitie in strafrechtelijke en burgerlijke zaken

    — Hoofdstuk 33 04:

    Drugspreventie en -voorlichting

    — Hoofdstuk 33 05:

    Beleidsstrategie en -coördinatie

    — Hoofdstuk 33 06:

    Gelijkheid

    — Titel 40:

    Reserves

    — Hoofdstuk 40 01:

    Reserves voor administratieve uitgaven

    — Hoofdstuk 40 02:

    Reserves voor financiële interventies

    — Hoofdstuk 40 03:

    Negatieve reserve

    Bijlagen

    — Europese Economische Ruimte

    — Lijst van voor kandidaat-lidstaten opengestelde begrotingsonderdelen en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan

    — Opgenomen en verstrekte leningen — Door de Uniebegroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen (ter indicatie)

    — Publicatiebureau

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Europees Bureau voor fraudebestrijding

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Europees Bureau voor personeelsselectie

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Bureau voor infrastructuur en logistiek — Brussel

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Bureau voor infrastructuur en logistiek — Luxemburg

    — Staat van ontvangsten

    — Staat van uitgaven

    — Personeel

    STAAT VAN ONTVANGSTEN

    TITEL 4

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

    492 377 193

    482 956 362

    452 786 252,13

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    43 893,65

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    28 787 102

    46 545 044

    43 142 931,13

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    521 164 295

    529 501 406

    495 973 076,91

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    327 351 713

    330 761 736

    317 395 535,70

    4 1 1

    Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    89 171 361

    104 666 000

    40 678 870,58

    4 1 2

    Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    100 000

    100 000

    107 145,68

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    416 623 074

    435 527 736

    358 181 551,96

    HOOFDSTUK 4 2

    4 2 0

    Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

    19 060 344

    21 575 132

    24 371 335,12

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 2

    19 060 344

    21 575 132

    24 371 335,12

     

    Totaal van titel 4

    956 847 713

    986 604 274

    878 525 963,99

    HOOFDSTUK 4 0 —

    DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 2 —

    OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    492 377 193

    482 956 362

    452 786 252,13

    Toelichting

    Deze ontvangsten zijn de opbrengst van de belastingen op de salarissen, lonen en vergoedingen, met uitzondering van de uitkeringen en kinderbijslagen, die worden betaald aan leden van de Commissie, ambtenaren, andere personeelsleden en personen aan wie een vergoeding wordt uitgekeerd bij de beëindiging van een dienstverband bedoeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven en aan gepensioneerden.

    De geraamde ontvangsten omvatten ook bedragen voor de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    43 893,65

    Toelichting

    De bepalingen met betrekking tot de tijdelijke bijdrage waren van kracht tot 30 juni 2003. Derhalve heeft deze post betrekking op alle ontvangsten die voortvloeien uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage van de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    28 787 102

    46 545 044

    43 142 931,13

    Toelichting

    Op deze post wordt de opbrengst geboekt van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut van de ambtenaren.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    327 351 713

    330 761 736

    317 395 535,70

    Toelichting

    De ontvangsten vertegenwoordigen de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

    4 1 1     Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    89 171 361

    104 666 000

    40 678 870,58

    Toelichting

    De ontvangsten vertegenwoordigen de betaling aan de Unie van de actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van pensioenrechten die ambtenaren uit hoofde van hun vorige beroepsactiviteiten hebben verworven.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    4 1 2     Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    100 000

    100 000

    107 145,68

    Toelichting

    Ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen, kunnen pensioenrechten blijven verwerven op voorwaarde dat zij ook de kosten van de werkgeversbijdrage op zich nemen.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK 4 2 — OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

    4 2 0     Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    19 060 344

    21 575 132

    24 371 335,12

    Toelichting

    De ontvangsten vertegenwoordigen de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    TITEL 5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 5 0

    5 0 0

    Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0

    Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    33 657,70

    5 0 0 1

    Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    175,—

    5 0 0 2

    Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    4 252 274,94

     

    Totaal van artikel 5 0 0

    p.m.

    p.m.

    4 286 107,64

    5 0 1

    Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 0 2

    Verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    1 002 391,38

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 0

    p.m.

    p.m.

    5 288 499,02

    HOOFDSTUK 5 1

    5 1 0

    Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 1 1

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0

    Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    15 582 138,45

    5 1 1 1

    Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    372 532,49

     

    Totaal van artikel 5 1 1

    p.m.

    p.m.

    15 954 670,94

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 1

    p.m.

    p.m.

    15 954 670,94

    HOOFDSTUK 5 2

    5 2 0

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van de instelling

    400 000

    10 000 000

    3 297 847,68

    5 2 1

    Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

    10 000 000

    15 000 000

    11 455 376,72

    5 2 2

    Rente op voorfinancieringen

    40 000 000

    40 000 000

    40 436 396,93

    5 2 3

    Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    2 862 776,66

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 2

    50 400 000

    65 000 000

    58 052 397,99

    HOOFDSTUK 5 5

    5 5 0

    Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    12 321 005,42

    5 5 1

    Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    315 240,06

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 5

    p.m.

    p.m.

    12 636 245,48

    HOOFDSTUK 5 7

    5 7 0

    Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    9 657 656,95

    5 7 1

    Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 7 2

    Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

    p.m.

    p.m.

    0,—

    5 7 3

    Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    134 147 611,32

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 7

    p.m.

    p.m.

    143 805 268,27

    HOOFDSTUK 5 8

    5 8 0

    Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    17 268,69

    5 8 1

    Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    291 559,82

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 8

    p.m.

    p.m.

    308 828,51

    HOOFDSTUK 5 9

    5 9 0

    Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

    2 000 000

    2 000 000

    4 211 275,78

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 9

    2 000 000

    2 000 000

    4 211 275,78

     

    Totaal van titel 5

    52 400 000

    67 000 000

    240 257 185,99

    HOOFDSTUK 5 0 —

    OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

    HOOFDSTUK 5 1 —

    HUUROPBRENGSTEN

    HOOFDSTUK 5 2 —

    OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    HOOFDSTUK 5 5 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    HOOFDSTUK 5 7 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    HOOFDSTUK 5 8 —

    DIVERSE VERGOEDINGEN

    HOOFDSTUK 5 9 —

    OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

    HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

    5 0 0     Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

    5 0 0 0   Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    33 657,70

    Toelichting

    Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt onder deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 0 1   Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    175,—

    Toelichting

    Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen. Voorts wordt onder deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van uitrusting, installaties, materiaal en wetenschappelijke en technische apparaten na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a) en b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 0 2   Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    4 252 274,94

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 0 1     Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

    5 0 2     Verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    1 002 391,38

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten op elektronische drager.

    HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGSTEN

    5 1 0     Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 1 1     Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

    5 1 1 0   Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    15 582 138,45

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 1 1 1   Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    372 532,49

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

    5 2 0     Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten, geïnd op de rekeningen van de instelling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    400 000

    10 000 000

    3 297 847,68

    Toelichting

    Deze ontvangsten hebben uitsluitend betrekking op bankrenten over de rekeningen-courant van de Commissie.

    5 2 1     Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    10 000 000

    15 000 000

    11 455 376,72

    Toelichting

    Dit artikel bevat de ontvangsten uit de opbrengst van de terugbetaling van rente door gesubsidieerde organisaties die de voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. Worden die voorschotten niet besteed, dan moeten zij samen met de verworven rente aan de Commissie worden terugbetaald.

    5 2 2     Rente op voorfinancieringen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    40 000 000

    40 000 000

    40 436 396,93

    Toelichting

    Op dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.

    Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van de extra kredieten voor het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid De rente op betaalde voorfinanciering wordt dus aan het betrokken programma of de betrokken actie toegewezen en op de betaling van het saldo van de aan de begunstigde verschuldigde bedragen in mindering gebracht.

    In de gedelegeerde verordening houdende de uitvoeringsvoorschriften voor het Financieel Reglement worden ook bepalingen vastgesteld met betrekking tot de wijze waarop de rente op voorfinancieringen wordt geboekt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 8, lid 4, en artikel 21, lid 3, onder d).

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

    5 2 3     Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    2 862 776,66

    Toelichting

    Op dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.

    De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die programma’s van de Unie beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredingslanden beheren.

    Overeenkomstig artikel 21, lid 4, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor programma’s van de Unie aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op de begrotingsonderdelen van de oorspronkelijke uitgave die tot de desbetreffende ontvangsten heeft geleid.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 21, lid 4.

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

    5 5 0     Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    12 321 005,42

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 5 1     Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    315 240,06

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder a), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

    5 7 0     Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    9 657 656,95

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 1     Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen specifieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder d), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 7 2     Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

    5 7 3     Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    134 147 611,32

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN

    5 8 0     Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    17 268,69

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    5 8 1     Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    291 559,82

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

    5 9 0     Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    2 000 000

    2 000 000

    4 211 275,78

    Toelichting

    Op dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

    TITEL 6

    BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 6 0

    6 0 1

    Diverse onderzoeksprogramma’s

    6 0 1 1

    Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 0 1 2

    European Fusion Development Agreements (EFDA) — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    16 697 188,17

    6 0 1 3

    Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma’s — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    344 593 840,72

    6 0 1 5

    Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 0 1 6

    Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 0 1

    p.m.

    p.m.

    361 291 028,89

    6 0 2

    Overige programma’s

    6 0 2 1

    Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire noodhulp — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 0 2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 0 3

    Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

    6 0 3 1

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    196 461 242,11

    6 0 3 2

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    256 840,90

    6 0 3 3

    Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    30 438 242,43

     

    Totaal van artikel 6 0 3

    p.m.

    p.m.

    227 156 325,44

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 0

    p.m.

    p.m.

    588 447 354,33

    HOOFDSTUK 6 1

    6 1 1

    Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

    6 1 1 3

    Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    47 896 088,58

    6 1 1 4

    Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 1 1

    p.m.

    p.m.

    47 896 088,58

    6 1 2

    Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    645,92

    6 1 4

    Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

    6 1 4 3

    Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 1 4 4

    Terugbetaling van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

     

     

    Totaal van artikel 6 1 4

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 1 5

    Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

    6 1 5 0

    Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

    p.m.

    p.m.

    42 018 394,95

    6 1 5 1

    Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 1 5 2

    Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 1 5 3

    Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    602 575,71

    6 1 5 7

    Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds

    p.m.

    p.m.

    4 559 723,50

    6 1 5 8

    Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    1 282 087,08

     

    Totaal van artikel 6 1 5

    p.m.

    p.m.

    48 462 781,24

    6 1 6

    Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 1 7

    Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

    6 1 7 0

    Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    6 098 617,93

     

    Totaal van artikel 6 1 7

    p.m.

    p.m.

    6 098 617,93

    6 1 8

    Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

    6 1 8 0

    Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    110 579,80

    6 1 8 1

    Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    19 836,54

     

    Totaal van artikel 6 1 8

    p.m.

    p.m.

    130 416,34

    6 1 9

    Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

    6 1 9 1

    Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    186 420,45

     

    Totaal van artikel 6 1 9

    p.m.

    p.m.

    186 420,45

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 1

    p.m.

    p.m.

    102 774 970,46

    HOOFDSTUK 6 2

    6 2 0

    Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 2 2

    Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten

    6 2 2 1

    Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    9 094 616,65

    6 2 2 3

    Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    8 974 726,67

    6 2 2 4

    Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    61 913,43

    6 2 2 5

    Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 2 2 6

    Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    54 982 731,42

     

    Totaal van artikel 6 2 2

    p.m.

    p.m.

    73 113 988,17

    6 2 4

    Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 2

    p.m.

    p.m.

    73 113 988,17

    HOOFDSTUK 6 3

    6 3 0

    Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    218 105 387,—

    6 3 1

    Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

    6 3 1 2

    Bijdragen voor de ontwikkeling van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomst met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    2 554 519,92

    6 3 1 3

    Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    15 186 000,—

     

    Totaal van artikel 6 3 1

    p.m.

    p.m.

    17 740 519,92

    6 3 2

    Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    67 847 000,—

    6 3 3

    Bijdrage voor bepaalde programma’s voor externe hulp

    6 3 3 0

    Bijdrage van de lidstaten voor bepaalde programma’s voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    37 268 915,03

    6 3 3 1

    Bijdrage van de derde landen voor bepaalde programma’s voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 3 3 2

    Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma’s voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 3 3

    p.m.

    p.m.

    37 268 915,03

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 3

    p.m.

    p.m.

    340 961 821,95

    HOOFDSTUK 6 5

    6 5 0

    Financiële correcties

    6 5 0 0

    Financiële correcties geboekt in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds

    p.m.

    p.m.

    85 083 943,54

     

    Totaal van artikel 6 5 0

    p.m.

    p.m.

    85 083 943,54

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 5

    p.m.

    p.m.

    85 083 943,54

    HOOFDSTUK 6 6

    6 6 0

    Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0

    Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    441 854 324,18

    6 6 0 1

    Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

    60 000 000

    50 000 000

    114 183 916,32

     

    Totaal van artikel 6 6 0

    60 000 000

    50 000 000

    556 038 240,50

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

    60 000 000

    50 000 000

    556 038 240,50

    HOOFDSTUK 6 7

    6 7 0

    Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

    6 7 0 1

    Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    467 339 394,15

    6 7 0 2

    Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    177 592 514,88

    6 7 0 3

    Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    21 894 709,96

     

    Totaal van artikel 6 7 0

    p.m.

    p.m.

    666 826 618,99

    6 7 1

    Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

    6 7 1 1

    Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    30 544 547,82

    6 7 1 2

    Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 7 1

    p.m.

    p.m.

    30 544 547,82

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 7

    p.m.

    p.m.

    697 371 166,81

    HOOFDSTUK 6 8

    6 8 0

    Tijdelijke herstructureringsheffing — Bestemmingsontvangsten

    6 8 0 1

    Tijdelijke herstructureringsheffing — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 8 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 8

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 6

    60 000 000

    50 000 000

    2 443 791 485,76

    HOOFDSTUK 6 0 —

    BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

    HOOFDSTUK 6 1 —

    TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

    HOOFDSTUK 6 2 —

    ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

    HOOFDSTUK 6 3 —

    BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

    HOOFDSTUK 6 5 —

    FINANCIËLE CORRECTIES

    HOOFDSTUK 6 6 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    HOOFDSTUK 6 7 —

    ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING

    HOOFDSTUK 6 8 —

    TIJDELIJKE HERSTRUCTURERINGSHEFFING

    HOOFDSTUK 6 0 — BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE

    6 0 1     Diverse onderzoeksprogramma’s

    6 0 1 1   Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name die van 14 september 1978.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 22 04 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    6 0 1 2   European Fusion Development Agreements (EFDA) — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    16 697 188,17

    Toelichting

    Ontvangsten voortvloeiend uit de multilaterale EFDA-overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar 26 partners op fusiegebied.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 22 04 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Dergelijke ontvangsten dekken de bijdragen van de partners aan de financiering van uitgaven van het Joint Fund ten gevolge van het gebruik van de faciliteiten van JET, the High Performance Computer for Fusion en enige andere faciliteit opgericht uit hoofde van de EFDA.

    6 0 1 3   Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma’s — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    344 593 840,72

    Toelichting

    Ontvangsten voortvloeiende uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (COST), met het doel hen bij uniale onderzoeksprogramma’s te betrekken.

    De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma’s.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 03, 06 06 04, 08 22 04, 09 04 02, 15 07 78, 32 06 03 (werkzaamheden onder contract), en de artikelen 10 02 02 en 10 03 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/502/EG, Euratom van de Raad en de Commissie van 25 juni 2007 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 24).

    Besluit 2007/585/EG van de Raad van 10 juli 2007 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 220 van 25.8.2007, blz. 3).

    Besluit 2010/558/EU van de Raad van 12 maart 2010 betreffende de ondertekening, namens de Unie, en voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Faeröer betreffende wetenschappelijke en technologische samenwerking, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 245 van 17.9.2010, blz. 1).

    Besluit 2011/27/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een Protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 1).

    Besluit 2011/28/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de sluiting van een Protocol bij de Partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst waarbij een partnerschap wordt ingesteld tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5).

    Besluit C(2011) 5803 van de Commissie van 18 augustus 2011, betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië, waarbij de Republiek Moldavië geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Besluit van de Raad 2013/4/Euratom van 11 december 2012 houdende goedkeuring van de sluiting door de Europese Commissie van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds, teneinde de Zwitserse Bondsstaat te associëren met het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 4 van 9.1.2013, blz. 1).

    6 0 1 5   Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Ontvangsten voortvloeiende uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 03, 06 06 04, 08 22 04 en 09 04 02 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    6 0 1 6   Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 03, 06 06 04, 08 22 04 en 09 04 02 (Werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Referentiebesluiten

    Resolutie van de ministers van de staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek (Cost) (ondertekend te Wenen op 21 november 1991) (PB C 333 van 24.12.1991, blz. 1).

    6 0 2     Overige programma’s

    6 0 2 1   Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire noodhulp — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Eventuele bijdragen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder titel 23 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

    6 0 3     Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

    6 0 3 1   Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    196 461 242,11

    Toelichting

    Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten welke tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse uniale programma’s. Eventuele ontvangsten afkomstig van landen die al lid zijn, hebben betrekking op verrichtingen uit het verleden.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Referentiebesluiten

    Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma’s (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).

    Besluit C(2007) 2029 van de Commissie van 11 mei 2007 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije, waarbij de Republiek Turkije geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).

    Besluit C(2007) 6103 van de Commissie van 11 december 2007 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië, waarbij de Republiek Albanië geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).

    Besluit C(2008) 4037 van de Commissie van 1 augustus 2008 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina, waarbij Bosnië en Herzegovina geassocieerd worden met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kroatië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 16) (van toepassing tot de toetreding van de Republiek Kroatië (1 juli 2013)).

    Besluit C(2007) 2017 van de Commissie van 11 mei 2007 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië, waarbij de Republiek Kroatië geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (van toepassing tot de toetreding van de Republiek Kroatië (1 juli 2013)).

    Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).

    Besluit C(2007) 2030 van de Commissie van 11 mei 2007 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Servië, waarbij de Republiek Servië geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).

    Besluit C(2007) 2016 van de Commissie van 11 mei 2007 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, waarbij de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van Protocol nr. 8, inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s, bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds (PB L 43 van 19.2.2008, blz. 11).

    Besluit C(2008) 233 van de Commissie van 24 januari 2008 betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Montenegro, waarbij de Republiek Montenegro geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

    Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij de communautaire programma’s opengesteld worden voor de kandidaat-lidstaten.

    6 0 3 2   Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    256 840,90

    Toelichting

    Onder deze post worden de bijdragen van derde landen aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en het project betreffende de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder de artikelen 14 03 01, 14 04 01, 14 04 02 en 14 05 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Overeenkomst van 20 mei 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).

    Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

    Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

    Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.

    Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).

    Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane-2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).

    6 0 3 3   Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    30 438 242,43

    Toelichting

    Eventuele bijdragen van derden aan activiteiten van de Unie.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    HOOFDSTUK 6 1 — TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

    6 1 1     Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

    6 1 1 3   Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    47 896 088,58

    Toelichting

    Beschikking 2003/76/EG bepaalt dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS).

    Volgens artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Europese Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

    De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kool en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2011 zullen in 2013 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zo veel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2013 beschikbaar zijn voor onderzoek, worden geraamd op 51 732 500 EUR.

    Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 181, lid 2, van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 23 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

    6 1 1 4   Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

    Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

    6 1 2     Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    645,92

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    6 1 4     Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

    6 1 4 3   Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke winstdeelname als gevolg van de subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf in het kader van de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    6 1 4 4   Terugbetaling van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    Terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen van uniale steun voor risicodelingsinstrumenten gefinancierd uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en uit het Cohesiefonds.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor de ontvangsten zijn bestemd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name artikelen 14 en 36 bis.

    6 1 5     Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

    6 1 5 0   Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    42 018 394,95

    Toelichting

    Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

    Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van de extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    6 1 5 1   Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    6 1 5 2   Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    6 1 5 3   Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    602 575,71

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    6 1 5 7   Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    4 559 723,50

    Toelichting

    Op deze post wordt de terugbetaling geboekt van voorschotten die in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds), het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds waren betaald.

    De op deze post opgenomen bedragen geven overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling, indien zij nodig zijn om de deelneming van de structuurfondsen en het Cohesiefonds aan de betrokken bijstandsverlening niet te laten dalen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1), met name artikel D van bijlage II.

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 82, lid 2 en hoofdstuk II.

    Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

    6 1 5 8   Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    1 282 087,08

    Toelichting

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    6 1 6     Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 05 01 en 32 05 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling).

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Referentiebesluiten

    Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), met name artikel 15.

    Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

    Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

    6 1 7     Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

    6 1 7 0   Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    6 098 617,93

    Toelichting

    Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder artikel 21 06 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    6 1 8     Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

    6 1 8 0   Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    110 579,80

    Toelichting

    Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

    6 1 8 1   Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    19 836,54

    Toelichting

    Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

    6 1 9     Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

    6 1 9 1   Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    186 420,45

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de begrotingsposten 22 02 05 01 en 19 06 04 01 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

    HOOFDSTUK 6 2 — ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

    6 2 0     Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma’s.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Rechtsgronden

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 6, onder b).

    6 2 2     Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten

    6 2 2 1   Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    9 094 616,65

    Toelichting

    Ontvangsten voortvloeiend uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

    Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Voltooiing van vroegere programma’s

    De ontvangsten zijn afkomstig van België, Frankrijk en Nederland.

    6 2 2 3   Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    8 974 726,67

    Toelichting

    Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en nationale instellingen waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren en/of diensten zal verrichten.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement zullen de eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 03 01, 10 04 01 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met derden.

    6 2 2 4   Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    61 913,43

    Toelichting

    Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherminggevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

    Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma’s voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

    6 2 2 5   Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Ontvangsten afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en bij de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    6 2 2 6   Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    54 982 731,42

    Toelichting

    Ontvangsten van andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma’s voor onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement zullen de eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 03 01, 10 04 01 en 10 04 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met andere diensten van de Commissie.

    6 2 4     Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherminggevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Rechtsgronden

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

    Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma’s voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

    HOOFDSTUK 6 3 — BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

    6 3 0     Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    218 105 387,—

    Toelichting

    Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en in Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

    Het totaal van de geraamde bijdrage blijkt uit de ter informatie in een bijlage bij de staat van uitgaven van deze afdeling weergegeven samenvatting.

    De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    Referentiebesluiten

    Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).

    6 3 1     Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

    6 3 1 2   Bijdragen voor de ontwikkeling van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomst met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    2 554 519,92

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor de artikelen 18 02 04, 18 02 05, 18 02 11 en 18 03 11 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

    Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1).

    Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

    Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

    Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

    Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

    Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

    Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

    Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

    Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

    Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

    Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

    Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

    Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1).

    Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43).

    Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

    Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

    Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

    6 3 1 3   Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    15 186 000,—

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 18 02 06, 18 02 07 en 18 03 14 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

    Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

    Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

    Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

    Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

    Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

    Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

    Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

    Besluit 2011/305/EU van de Raad van 21 maart 2011 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 (PB L 137 van 25.5.2011, blz. 1).

    Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

    Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

    Besluit van de Raad 2012/192/EU van 12 juli 2010 over de ondertekening, namens de Unie, van de regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 1).

    Besluit van de Raad van 13 maart 2012 over de sluiting, namens de Unie, van de regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze staten aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 103 van 13.4.2012, blz. 3).

    Referentiebesluiten

    Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis (COM(2011) 559 final).

    6 3 2     Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    67 847 000,—

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten afkomstig van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de kosten van de ondersteunende maatregelen gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 10 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Referentiebesluiten

    Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).

    6 3 3     Bijdrage voor bepaalde programma’s voor externe hulp

    6 3 3 0   Bijdrage van de lidstaten voor bepaalde programma’s voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    37 268 915,03

    Toelichting

    Onder deze post worden de financiële bijdragen geboekt die afkomstig zijn van de lidstaten, inclusief hun publieke en parastatale organen, voor bepaalde programma’s voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling.

    Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    6 3 3 1   Bijdrage van de derde landen voor bepaalde programma’s voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder deze post worden de financiële bijdragen geboekt die afkomstig zijn van derde landen, inclusief hun publieke en parastatale organen, aan bepaalde programma’s voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling.

    Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    6 3 3 2   Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma’s voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder deze post worden de financiële bijdragen geboekt die afkomstig zijn van internationale organisaties, voor bepaalde programma’s voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling.

    Overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    HOOFDSTUK 6 5 — FINANCIËLE CORRECTIES

    6 5 0     Financiële correcties

    6 5 0 0   Financiële correcties geboekt in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    85 083 943,54

    Toelichting

    Op deze post worden de financiële correcties geboekt die in het kader van de structuurfondsen (Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij, Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en Europees Sociaal Fonds), het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds worden geïnd.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen de op deze post opgenomen bedragen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling, indien zij nodig zijn om de risico's van annulering of verlaging van eerder vastgestelde correcties te dekken.

    Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

    Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

    Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

    HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    441 854 324,18

    Toelichting

    Deze post is overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement bestemd voor de opname van de eventuele ontvangsten die niet onder de andere onderdelen van titel 6 vallen en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    6 6 0 1   Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    60 000 000

    50 000 000

    114 183 916,32

    Toelichting

    Deze post is overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement bestemd voor de opname van de eventuele ontvangsten die niet onder de andere onderdelen van titel 6 vallen.

    HOOFDSTUK 6 7 — ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING

    6 7 0     Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

    6 7 0 1   Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    467 339 394,15

    Toelichting

    Op deze post worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de Uniebegroting gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Garantie, onder rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven. Er worden eveneens bedragen op geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting genomen boekhoudbesluiten betreffende daarmee verband houdende bestemmingsontvangsten, met uitzondering van die welke voortvloeien uit de toepassing van artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

    Op deze post worden ook bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie) in de Unie vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 320/2006, dat per 30 september 2012 is afgeschaft. Er worden eveneens bedragen op geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting genomen boekhoudbesluiten betreffende met het Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie verband houdende bestemmingsontvangsten, met uitzondering van die welke voortvloeien uit de toepassing van artikel 16 en artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

    Overeenkomstig de artikelen 21 en 174, lid 2, van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling

    De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 619 000 000 EUR, inclusief een bedrag van 230 000 000 EUR dat is overgedragen van 2012 naar 2013 in overeenstemming met artikel 14 van het Financieel Reglement.

    Bij de opstelling van de begroting 2013 is met een bedrag van 500 000 000 EUR rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 02 08 en met een bedrag van 119 000 000 EUR voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    6 7 0 2   Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    177 592 514,88

    Toelichting

    Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Garantie, in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF). Op deze post worden ook de teruggevorderde nettobedragen geboekt waarvan de lidstaat 20 % mag inhouden als bepaald in artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Daaronder vallen ook de bedragen die zijn teruggevorderd ten gevolge van de boekhoudkundige goedkeuring van rekeningen conform artikel 32, lid 5, van die verordening.

    Op deze post worden ook bedragen, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit de bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie (Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie) in de Unie vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 320/2006, dat per 30 september 2012 is afgeschaft. Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Hij omvat ook de teruggevorderde bedragen voortvloeiend uit goedkeuringsbesluiten ingevolge artikel 32, lid 5, van diezelfde verordening.

    Overeenkomstig de artikelen 21 en 174, lid 2, van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 161 000 000 EUR.

    Bij de opstelling van de begroting 2013 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    6 7 0 3   Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    21 894 709,96

    Toelichting

    Op deze post worden bedragen geboekt die zijn verkregen of teruggevorderd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1788/2003 en artikel 78 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    Overeenkomstig de artikelen 21 en 174, lid 2, van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 78 000 000 EUR.

    Bij de opstelling van de begroting 2013 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    6 7 1     Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling

    6 7 1 1   Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    30 544 547,82

    Toelichting

    Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de Uniebegroting gegeven conformiteitsbesluiten betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) gefinancierde uitgaven. Er worden eveneens bedragen op geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de algemene begroting genomen boekhoudbesluiten en die als bestemmingsontvangsten kunnen worden beschouwd. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het Elfpo waren betaald en die worden terugbetaald.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op alle begrotingsposten van het Elfpo.

    Bij de opstelling van de begroting 2013 werd geen specifiek bedrag voor artikel 05 04 05 bestemd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    6 7 1 2   Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post worden bedragen, inclusief de daarbij behorende rente, geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, in het bijzonder wegens onregelmatigheid of fraude teruggevorderde bedragen, geïnde boeten en rente, en verbeurde zekerheden, betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) gefinancierde uitgaven.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op alle begrotingsposten van het Elfpo.

    Bij de opstelling van de begroting 2013 werd geen specifiek bedrag voor artikel 05 04 05 bestemd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 6 8 — TIJDELIJKE HERSTRUCTURERINGSHEFFING

    6 8 0     Tijdelijke herstructureringsheffing — Bestemmingsontvangsten

    6 8 0 1   Tijdelijke herstructureringsheffing — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post wordt de bij artikel 11 van Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke herstructureringsheffing in de suikersector van de Unie geboekt.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement werden op deze post geboekte bedragen gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 05 02 16 „Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie” van de staat van uitgaven van deze afdeling, om de herstructureringssteun en andere steunmaatregelen waarin Verordening (EG) nr. 320/2006 voorziet, te financieren. Dit tijdelijke fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Unie is per 30 september 2012 afgeschaft. Derhalve zijn er geen uitgaven uit hoofde van de tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie meer mogelijk en kunnen geen nieuwe tijdelijke herstructureringheffingen worden geïnd in 2013. Het saldo van het Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie wordt bestemd voor het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) overeenkomstig artikel 1, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 320/2006. Alle begrotingsposten voor dit Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie zijn samengevoegd met de overeenkomstige posten van het ELGF. Met het oog op transparantie blijft post 6 8 0 1 tijdelijk behouden om het gebruik van het saldo van het Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie toe te lichten.

    Het saldo van het Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie wordt geraamd op 675 000 000 EUR.

    Bij de opstelling van de begroting 2013 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    TITEL 7

    INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 7 0

    7 0 0

    Interest voor betalingsachterstand

    7 0 0 0

    Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

    5 000 000

    160 000 000

    311 679 410,22

    7 0 0 1

    Overige interest voor betalingsachterstand

    3 000 000

    3 000 000

    845 278,98

     

    Totaal van artikel 7 0 0

    8 000 000

    163 000 000

    312 524 689,20

    7 0 1

    Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten

    15 000 000

    280 000 000

    51 640 150,20

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 7 0

    23 000 000

    443 000 000

    364 164 839,40

    HOOFDSTUK 7 1

    7 1 0

    Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

    100 000 000

    3 175 000 000

    815 703 426,82

    7 1 1

    Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto's

    p.m.

     

     

    7 1 2

    Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

    p.m.

    30 000 000

    3 000 000,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 7 1

    100 000 000

    3 205 000 000

    818 703 426,82

    HOOFDSTUK 7 2

    7 2 0

    Rente op deposito's en boeten

    7 2 0 0

    Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 7 2 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 7 2

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 7

    123 000 000

    3 648 000 000

    1 182 868 266,22

    HOOFDSTUK 7 0 —

    INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    HOOFDSTUK 7 1 —

    GELDBOETEN

    HOOFDSTUK 7 2 —

    RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

    HOOFDSTUK 7 0 — INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    7 0 0     Interest voor betalingsachterstand

    7 0 0 0   Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    5 000 000

    160 000 000

    311 679 410,22

    Toelichting

    Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente.

    Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

    Voor de lidstaten die de euro niet als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

    De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen in het kader van artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 78, lid 4.

    7 0 0 1   Overige interest voor betalingsachterstand

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    3 000 000

    3 000 000

    845 278,98

    Toelichting

    Deze post heeft betrekking op interest voor betalingsachterstand voor vorderingen met uitzondering van de eigen middelen.

    Rechtsgronden

    Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), met name artikel 2, lid 5, van Protocol nr. 32 daarbij.

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 102.

    Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 78, lid 4.

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

    7 0 1     Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    15 000 000

    280 000 000

    51 640 150,20

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de uitstaande rente op bijzondere bankrekeningen voor boeten en de interest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), en met name artikel 78, lid 4.

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1), met name artikel 83.

    HOOFDSTUK 7 1 — GELDBOETEN

    7 1 0     Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    100 000 000

    3 175 000 000

    815 703 426,82

    Toelichting

    De Commissie kan geldboeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondenemingsverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna opgesomde verordeningen of in het kader van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    Normaal gesproken moeten de geldboeten worden betaald binnen de drie maanden volgend op de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie zal het bedrag evenwel niet innen wanneer de onderneming een beroep heeft ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Unie; de onderneming moet aanvaarden dat na de uiterste betalingstermijn rente verschuldigd is op de schuld en dat uiterlijk op die datum aan de Commissie een bankgarantie wordt verstrekt ten belope van het hoofdbedrag en de renten of vermeerderingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

    7 1 1     Bijdragen voor overtollige emissies van nieuwe personenauto's

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

     

     

    Toelichting

    Nieuw artikel

    Onder dit artikel worden door de Commissie opgelegde bijdragen voor overtollige emissies geboekt.

    Verordening (EG) nr. 443/2009 heeft tot doel emissienormen vast te stellen voor nieuwe personenauto's die in de Unie worden geregistreerd, in het kader van de geïntegreerde uniale benadering voor het beperken van de CO2-emissies van lichte voertuigen, waarbij de goede werking van de interne markt wordt gegarandeerd.

    Wanneer de gemiddelde specifieke CO2-emissies van een fabrikant in 2012 en elk daaropvolgend kalenderjaar hoger liggen dan zijn specifieke emissiedoelstelling voor het desbetreffende jaar, zal de Commissie een bijdrage voor overtollige emissies opleggen aan de fabrikant of, in het geval van een groep, aan de beheerder van de groep.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto’s, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1), en met name artikel 9.

    Besluit 2012/100/EU van de Commissie van 17 februari 2012 inzake een methode voor de inning van bijdragen voor overtollige CO2-emissies van nieuwe personenauto’s op grond van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 71).

    7 1 2     Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    30 000 000

    3 000 000,—

    Rechtsgronden

    Artikel 260, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK 7 2 — RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

    7 2 0     Rente op deposito's en boeten

    7 2 0 0   Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Ontvangsten uit rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten.

    Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.

    TITEL 8

    OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 8 0

    8 0 0

    Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    8 0 1

    Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    8 0 2

    Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand op grond van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 8 1

    8 1 0

    Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

    p.m.

    p.m.

    0,—

    8 1 3

    Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Community Investment Partners in de ontwikkelingslanden van Latijns-Amerika, Azië, het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 8 2

    8 2 7

    Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma’s van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    8 2 8

    Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 8 3

    8 3 5

    Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 3

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 8 5

    8 5 0

    Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

    3 696 000

    384 000

    858 312,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 5

    3 696 000

    384 000

    858 312,—

     

    Totaal van titel 8

    3 696 000

    384 000

    858 312,—

    HOOFDSTUK 8 0 —

    ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    HOOFDSTUK 8 1 —

    DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

    HOOFDSTUK 8 2 —

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

    HOOFDSTUK 8 3 —

    ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

    HOOFDSTUK 8 5 —

    OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

    HOOFDSTUK 8 0 — ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    8 0 0     Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

    Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 01, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

    De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 01 04 01 01 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    8 0 1     Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 02, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

    De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 01 04 01 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    8 0 2     Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand op grond van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan lidstaten worden verstrekt, wordt beperkt tot hetgeen in de rechtsgrond is bepaald.

    Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

    De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 01 04 01 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    HOOFDSTUK 8 1 — DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

    8 1 0     Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 22 02 en 19 08 van de staat van uitgaven van deze afdeling zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

    Het omvat ook aflossingen op en renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal aan bepaalde lidstaten uit het Middellandse Zeegebied, die een zeer klein gedeelte van het totaalbedrag vertegenwoordigen. Deze leningen/dit risicokapitaal werd(en) verstrekt op het ogenblik dat de landen nog niet tot de Unie waren toegetreden.

    De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

    Rechtsgronden

    Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 22 02 en 19 08 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1638/2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (COM(2008) 308 final), door de Commissie ingediend op 21 mei 2008, met name artikel 23.

    8 1 3     Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Community Investment Partners in de ontwikkelingslanden van Latijns-Amerika, Azië, het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel dient voor het boeken van de aflossingen op en de renteopbrengst van leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van post 19 08 01 01 in het kader van European Comunity Investment Partners zijn verstrekt.

    Rechtsgronden

    Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 19 08 01 01 van de staat van uitgaven deze afdeling.

    HOOFDSTUK 8 2 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

    8 2 7     Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma’s van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 04, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

    De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 01 04 01 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    8 2 8     Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 05, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

    De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 01 04 01 05 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    HOOFDSTUK 8 3 — ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

    8 3 5     Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 06, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

    De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 01 04 01 06 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

    HOOFDSTUK 8 5 — OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

    8 5 0     Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    3 696 000

    384 000

    858 312,—

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de eventuele, uit hoofde van deze participatie, door het Europees Investeringfonds uitgekeerde dividenden geboekt.

    Rechtsgronden

    Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

    Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

    TITEL 9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 9 0

    9 0 0

    Diverse ontvangsten

    30 000 000

    30 000 000

    31 441 555,23

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 9 0

    30 000 000

    30 000 000

    31 441 555,23

     

    Totaal van titel 9

    30 000 000

    30 000 000

    31 441 555,23

     

    TOTAAL-GENERAAL

    1 225 943 713

    4 781 988 274

    4 777 742 769,19

    HOOFDSTUK 9 0 —

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN

    9 0 0     Diverse ontvangsten

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    30 000 000

    30 000 000

    31 441 555,23

    Toelichting

    Onder dit artikel worden diverse ontvangsten geboekt.

    ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2013 EN 2012) EN VAN DE UITVOERING (2011)

    Titel

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    01

    ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

    555 684 796

    428 350 972

    610 691 954

    491 489 691

    413 674 859,20

    390 612 831,30

    Reserves (40 01 40)

     

     

    329 267

    329 267

     

     

     

    555 684 796

    428 350 972

    611 021 221

    491 818 958

    413 674 859,20

    390 612 831,30

    02

    ONDERNEMINGEN

    1 153 917 851

    1 162 343 339

    1 148 844 814

    1 160 957 206

    1 113 031 888,09

    1 339 853 264,—

    Reserves (40 01 40)

     

     

    52 383

    52 383

     

     

     

    1 153 917 851

    1 162 343 339

    1 148 897 197

    1 161 009 589

    1 113 031 888,09

    1 339 853 264,—

    03

    CONCURRENTIE

    92 219 149

    92 219 149

    91 476 166

    91 476 166

    93 416 340,60

    93 416 340,60

    Reserves (40 01 40)

     

     

    14 967

    14 967

     

     

     

    92 219 149

    92 219 149

    91 491 133

    91 491 133

    93 416 340,60

    93 416 340,60

    04

    WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

    12 004 158 933

    10 428 697 045

    11 580 871 630

    11 599 592 229

    11 596 284 678,95

    10 360 494 428,27

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 966

    16 966

     

     

     

    12 004 158 933

    10 428 697 045

    11 580 888 596

    11 599 609 195

    11 596 284 678,95

    10 360 494 428,27

    05

    LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

    58 851 894 643

    56 343 710 495

    58 573 537 724

    56 919 327 243

    58 577 244 858,05

    56 345 236 328,76

    Reserves (40 01 40)

     

     

    498 392

    498 392

     

     

     

    58 851 894 643

    56 343 710 495

    58 574 036 116

    56 919 825 635

    58 577 244 858,05

    56 345 236 328,76

    06

    MOBILITEIT EN VERVOER

    1 740 800 530

    983 961 494

    1 664 130 368

    1 079 303 349

    1 609 184 832,53

    1 112 539 475,22

    Reserves (40 01 40)

     

     

    59 867

    59 867

     

     

     

    1 740 800 530

    983 961 494

    1 664 190 235

    1 079 363 216

    1 609 184 832,53

    1 112 539 475,22

    07

    MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN

    498 383 275

    391 177 073

    487 627 672

    388 312 772

    477 216 843,66

    335 436 978,90

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

     

     

    4 273 840

    4 273 840

     

     

     

    498 383 275

    391 177 073

    491 901 512

    392 586 612

    477 216 843,66

    335 436 978,90

    08

    ONDERZOEK

    6 878 392 798

    4 808 336 202

    6 575 193 550

    4 425 568 369

    5 730 253 075,95

    4 612 978 657,30

    Reserves (40 01 40)

     

     

    4 490

    4 490

     

     

     

    6 878 392 798

    4 808 336 202

    6 575 198 040

    4 425 572 859

    5 730 253 075,95

    4 612 978 657,30

    09

    COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

    1 804 898 302

    1 388 776 211

    1 676 171 150

    1 386 313 807

    1 636 485 397,32

    1 487 281 639,50

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

    391 985

    391 985

    416 680

    416 680

     

     

     

    1 805 290 287

    1 389 168 196

    1 676 587 830

    1 386 730 487

    1 636 485 397,32

    1 487 281 639,50

    10

    EIGEN ONDERZOEK

    424 128 000

    411 263 143

    410 893 864

    404 081 551

    473 749 927,06

    462 735 717,54

    11

    MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

    909 062 394

    679 905 586

    912 173 946

    685 424 313

    998 842 470,11

    772 311 352,86

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

    115 220 000

    113 885 651

    73 567 259

    73 567 259

     

     

     

    1 024 282 394

    793 791 237

    985 741 205

    758 991 572

    998 842 470,11

    772 311 352,86

    12

    INTERNE MARKT

    103 313 472

    100 495 338

    100 845 994

    97 520 484

    97 980 265,53

    96 138 793,70

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

    3 000 000

    3 000 000

    97 284

    97 284

     

     

     

    106 313 472

    103 495 338

    100 943 278

    97 617 768

    97 980 265,53

    96 138 793,70

    13

    REGIONAAL BELEID

    43 388 841 730

    37 433 527 516

    42 733 499 520

    38 096 243 084

    40 494 694 938,69

    32 997 177 003,40

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 463

    16 463

     

     

     

    43 388 841 730

    37 433 527 516

    42 733 515 983

    38 096 259 547

    40 494 694 938,69

    32 997 177 003,40

    14

    BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

    144 620 394

    111 727 655

    142 659 910

    110 064 801

    140 381 960,89

    122 763 836,78

    Reserves (40 01 40)

     

     

    151 912

    151 912

     

     

     

    144 620 394

    111 727 655

    142 811 822

    110 216 713

    140 381 960,89

    122 763 836,78

    15

    ONDERWIJS EN CULTUUR

    2 813 375 587

    2 373 191 082

    2 695 715 155

    2 393 340 060

    2 719 307 982,90

    2 417 092 914,78

    Reserves (40 01 40)

     

     

    29 933

    29 933

     

     

     

    2 813 375 587

    2 373 191 082

    2 695 745 088

    2 393 369 993

    2 719 307 982,90

    2 417 092 914,78

    16

    COMMUNICATIE

    265 992 159

    252 703 941

    254 177 869

    244 792 869

    273 715 510,39

    261 596 197,37

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

     

     

    7 805 987

    7 905 987

     

     

     

    265 992 159

    252 703 941

    261 983 856

    252 698 856

    273 715 510,39

    261 596 197,37

    17

    GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING

    634 370 124

    593 133 792

    620 695 682

    608 059 099

    674 600 458,52

    608 006 136,31

    Reserves (40 01 40)

     

     

    280 045

    280 045

     

     

     

    634 370 124

    593 133 792

    620 975 727

    608 339 144

    674 600 458,52

    608 006 136,31

    18

    BINNENLANDSE ZAKEN

    1 185 009 539

    732 575 230

    1 249 164 958

    750 157 756

    1 131 409 860,37

    793 837 419,06

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

    111 280 000

    66 442 946

    14 779 662

    15 699 634

     

     

     

    1 296 289 539

    799 018 176

    1 263 944 620

    765 857 390

    1 131 409 860,37

    793 837 419,06

    19

    EXTERNE BETREKKINGEN

    5 001 226 243

    3 089 423 857

    4 813 971 214

    3 274 724 552

    4 415 110 676,81

    3 312 215 282,68

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 345

    16 345

     

     

     

    5 001 226 243

    3 089 423 857

    4 813 987 559

    3 274 740 897

    4 415 110 676,81

    3 312 215 282,68

    20

    HANDEL

    107 473 453

    102 177 332

    104 144 275

    101 514 851

    106 070 421,16

    104 423 914,98

    Reserves (40 01 40)

     

     

    37 417

    37 417

     

     

     

    107 473 453

    102 177 332

    104 181 692

    101 552 268

    106 070 421,16

    104 423 914,98

    21

    ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

    1 571 699 626

    1 206 905 319

    1 497 653 514

    1 311 000 158

    1 611 869 944,19

    1 519 974 971,41

    Reserves (40 01 40)

     

     

    29 933

    29 933

     

     

     

    1 571 699 626

    1 206 905 319

    1 497 683 447

    1 311 030 091

    1 611 869 944,19

    1 519 974 971,41

    22

    UITBREIDING

    1 062 261 928

    832 084 571

    1 087 450 715

    921 238 149

    1 119 286 449,94

    928 504 704,18

    Reserves (40 01 40)

     

     

    8 082

    8 082

     

     

     

    1 062 261 928

    832 084 571

    1 087 458 797

    921 246 231

    1 119 286 449,94

    928 504 704,18

    23

    HUMANITAIRE HULP

    917 322 828

    828 664 270

    899 652 064

    882 766 786

    1 139 295 906,83

    1 069 079 654,68

    Reserves (40 01 40)

     

     

    13 470

    13 470

     

     

     

    917 322 828

    828 664 270

    899 665 534

    882 780 256

    1 139 295 906,83

    1 069 079 654,68

    24

    FRAUDEBESTRIJDING

    75 427 800

    69 443 664

    78 842 000

    74 068 792

    77 426 820,55

    72 324 095,95

    Reserves (40 01 40)

    3 929 200

    3 929 200

     

     

     

     

     

    79 357 000

    73 372 864

    78 842 000

    74 068 792

    77 426 820,55

    72 324 095,95

    25

    BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

    193 336 661

    194 086 661

    193 580 357

    192 580 357

    197 451 769,16

    198 430 551,68

    26

    ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

    1 030 021 548

    1 013 305 407

    1 020 317 917

    1 005 269 345

    1 091 421 929,77

    1 096 383 070,63

    Reserves (40 01 40)

     

     

    1 502 275

    1 502 275

     

     

     

    1 030 021 548

    1 013 305 407

    1 021 820 192

    1 006 771 620

    1 091 421 929,77

    1 096 383 070,63

    27

    BEGROTING

    67 450 570

    67 450 570

    68 442 702

    68 442 702

    60 608 604,45

    60 608 604,45

    Reserves (40 01 40)

     

     

    100 293

    100 293

     

     

     

    67 450 570

    67 450 570

    68 542 995

    68 542 995

    60 608 604,45

    60 608 604,45

    28

    AUDIT

    11 879 141

    11 879 141

    11 775 839

    11 775 839

    11 705 493,24

    11 705 493,24

    29

    STATISTIEK

    82 071 571

    107 663 142

    129 078 122

    121 709 829

    145 699 781,76

    134 554 699,72

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

    51 900 000

    7 743 254

    29 933

    29 933

     

     

     

    133 971 571

    115 406 396

    129 108 055

    121 739 762

    145 699 781,76

    134 554 699,72

    30

    PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

    1 399 471 000

    1 399 471 000

    1 334 531 857

    1 334 531 857

    1 257 343 187,35

    1 257 343 187,35

    31

    TALENDIENSTEN

    396 815 433

    396 815 433

    397 947 372

    397 947 372

    438 379 004,29

    438 379 004,29

    32

    ENERGIE

    737 545 751

    814 381 051

    718 074 592

    1 282 574 377

    860 128 442,18

    965 948 316,70

    Reserves (40 01 40)

     

     

    23 947

    23 947

     

     

     

    737 545 751

    814 381 051

    718 098 539

    1 282 598 324

    860 128 442,18

    965 948 316,70

    33

    JUSTITIE

    218 238 524

    184 498 972

    217 580 739

    187 045 194

    218 229 715,47

    188 813 831,22

    Reserves (40 01 40)

     

     

    6 413

    6 413

     

     

     

    218 238 524

    184 498 972

    217 587 152

    187 051 607

    218 229 715,47

    188 813 831,22

    40

    RESERVES

    1 049 836 185

    275 393 036

    863 100 505

    195 183 477

    0,—

    0,—

     

    Totaal

    147 371 141 938

    129 309 738 689

    144 964 515 710

    132 294 398 486

    141 001 504 295,96

    125 968 198 698,81

    Waarvan reserves (40 01 40, 40 02 41)

    285 721 185

    195 393 036

    104 163 505

    105 183 477

     

     

    TITEL XX

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    XX 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

    XX 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor de diverse beleidsterreinen

    XX 01 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij de instelling

    XX 01 01 01 01

    Bezoldigingen en vergoedingen

    5

    1 835 349 000

    1 828 502 000

    1 852 309 094,25

    XX 01 01 01 02

    Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    5

    14 878 000

    13 104 000

    12 475 366,—

    XX 01 01 01 03

    Aanpassingen van de bezoldiging

    5

    15 497 000

    8 158 000

    0,—

     

    Subtotaal

     

    1 865 724 000

    1 849 764 000

    1 864 784 460,25

    XX 01 01 02

    Uitgaven voor personeel van de Commissie in actieve dienst van de delegaties van de Unie

    XX 01 01 02 01

    Bezoldigingen en vergoedingen

    5

    110 428 000

    102 776 000

    108 887 039,95

    XX 01 01 02 02

    Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    5

    7 462 000

    7 484 000

    5 449 008,27

    XX 01 01 02 03

    Eventuele aanpassingen van de bezoldiging

    5

    871 000

    438 000

    0,—

     

    Subtotaal

     

    118 761 000

    110 698 000

    114 336 048,22

     

    Artikel XX 01 01 — Subtotaal

     

    1 984 485 000

    1 960 462 000

    1 979 120 508,47

    XX 01 02

    Extern personeel en andere beheersuitgaven

    XX 01 02 01

    Extern personeel bij de instelling

    XX 01 02 01 01

    Arbeidscontractanten

    5

    66 507 486

    66 268 808

    64 943 180,90

    XX 01 02 01 02

    Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

    5

    23 545 000

    23 810 000

    29 094 845,06

    XX 01 02 01 03

    Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren

    5

    39 727 000

    40 316 000

    39 661 791,13

     

    Subtotaal

     

    129 779 486

    130 394 808

    133 699 817,09

    XX 01 02 02

    Extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

    XX 01 02 02 01

    Bezoldiging van de andere personeelsleden

    5

    7 619 000

    6 434 000

    5 529 652,—

    XX 01 02 02 02

    Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen

    5

    2 300 000

    3 500 000

    3 419 673,—

    XX 01 02 02 03

    Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten

    5

    256 000

    256 000

    247 251,—

     

    Subtotaal

     

    10 175 000

    10 190 000

    9 196 576,—

    XX 01 02 11

    Overige beheersuitgaven van de instelling

    XX 01 02 11 01

    Dienstreizen en representatie

    5

    56 391 000

    56 891 000

    61 191 065,06

    XX 01 02 11 02

    Conferenties en vergaderingen

    5

    27 008 000

    27 508 000

    26 984 029,54

    XX 01 02 11 03

    Vergaderingen van comités

    5

    12 863 000

    11 363 000

    11 647 614,59

    Reserves (40 01 40)

     

     

    2 000 000

     

     

     

    12 863 000

    13 363 000

    11 647 614,59

    XX 01 02 11 04

    Studies en adviezen

    5

    6 400 000

    7 900 000

    6 577 749,76

    XX 01 02 11 05

    Informatie- en beheerssystemen

    5

    26 985 000

    26 985 000

    33 556 807,74

    XX 01 02 11 06

    Bijscholing en managementopleidingen

    5

    13 500 000

    14 368 000

    18 076 695,62

     

    Subtotaal

     

    143 147 000

    145 015 000

    158 033 962,31

    Reserves (40 01 40)

     

     

    2 000 000

     

     

     

    143 147 000

    147 015 000

    158 033 962,31

    XX 01 02 12

    Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

    XX 01 02 12 01

    Dienstreizen, conferenties en representatie

    5

    6 328 000

    6 541 000

    7 051 124,—

    XX 01 02 12 02

    Bijscholing voor het personeel van de delegaties

    5

    500 000

    522 000

    574 156,—

     

    Subtotaal

     

    6 828 000

    7 063 000

    7 625 280,—

     

    Artikel XX 01 02 — Subtotaal

     

    289 929 486

    292 662 808

    308 555 635,40

    Reserves (40 01 40)

     

     

    2 000 000

     

     

     

    289 929 486

    294 662 808

    308 555 635,40

    XX 01 03

    Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen

    XX 01 03 01

    Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

    XX 01 03 01 03

    Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie

    5

    54 525 000

    54 288 154

    74 225 463,37

    XX 01 03 01 04

    Diensten voor informatie- en communicatietechnologie

    5

    63 545 000

    63 796 000

    66 127 387,09

     

    Subtotaal

     

    118 070 000

    118 084 154

    140 352 850,46

    XX 01 03 02

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

    XX 01 03 02 01

    Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

    5

    46 908 000

    46 690 000

    43 837 830,—

    XX 01 03 02 02

    Materieel, meubilair, leveringen en diensten

    5

    9 638 000

    9 694 000

    10 507 175,—

     

    Subtotaal

     

    56 546 000

    56 384 000

    54 345 005,—

     

    Artikel XX 01 03 — Subtotaal

     

    174 616 000

    174 468 154

    194 697 855,46

    XX 01 05

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor onderzoek onder contract

    XX 01 05 01

    Salarissen en vergoedingen voor personeel in actieve dienst voor onderzoek onder contract

    1.1

    197 229 000

    189 601 000

    195 814 251,92

    XX 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek onder contract

    1.1

    47 262 000

    46 562 000

    46 870 754,58

    XX 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek onder contract

    1.1

    80 253 000

    80 233 000

    84 108 686,90

     

    Artikel XX 01 05 — Subtotaal

     

    324 744 000

    316 396 000

    326 793 693,40

     

    Hoofdstuk XX 01 — Totaal

     

    2 773 774 486

    2 743 988 962

    2 809 167 692,73

    Reserves (40 01 40)

     

     

    2 000 000

     

     

     

    2 773 774 486

    2 745 988 962

    2 809 167 692,73

    HOOFDSTUK XX 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

    XX 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor de diverse beleidsterreinen

    XX 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij de instelling

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    XX 01 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij de instelling

    XX 01 01 01 01

    Bezoldigingen en vergoedingen

    5

    1 835 349 000

    1 828 502 000

    1 852 309 094,25

    XX 01 01 01 02

    Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    5

    14 878 000

    13 104 000

    12 475 366,—

    XX 01 01 01 03

    Aanpassingen van de bezoldiging

    5

    15 497 000

    8 158 000

    0,—

     

    Post XX 01 01 01 — Totaal

     

    1 865 724 000

    1 849 764 000

    1 864 784 460,25

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten voorkomt, met uitzondering van de in derde landen tewerkgestelde personeelsleden:

    de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

    de overige toelagen en vergoedingen;

    de vergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis;

    de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

    de vergoeding bij opzegging door de instelling van overeenkomsten met tijdelijke functionarissen;

    de terugbetaling van de uitgaven voor beveiliging van de woningen van de ambtenaren die werkzaam zijn bij de bureaus van de Unie en de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie;

    de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de functiegroep AST, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

    de tijdelijke kosten in verband met ambtenaren die vóór de toetreding in een nieuwe lidstaat zijn tewerkgesteld en van wie wordt gevraagd om na de datum van toetreding in dat land in dienst te blijven; voor deze ambtenaren gelden, bij wijze van uitzondering, de financiële en de materiële voorwaarden die vóór de toetreding door de Commissie werden toegepast overeenkomstig bijlage X van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie;

    de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    De verordening van de Raad houdende aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van alle instellingen van de Unie, met inbegrip van verhogingen en toeslagen, wordt jaarlijks bekendgemaakt in het Publicatieblad (meest recentelijk in PB L 338 van 22.12.2010, blz. 1).

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 49 100 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    XX 01 01 02   Uitgaven voor personeel van de Commissie in actieve dienst van de delegaties van de Unie

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    XX 01 01 02

    Uitgaven voor personeel van de Commissie in actieve dienst van de delegaties van de Unie

    XX 01 01 02 01

    Bezoldigingen en vergoedingen

    5

    110 428 000

    102 776 000

    108 887 039,95

    XX 01 01 02 02

    Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

    5

    7 462 000

    7 484 000

    5 449 008,27

    XX 01 01 02 03

    Eventuele aanpassingen van de bezoldiging

    5

    871 000

    438 000

    0,—

     

    Post XX 01 01 02 — Totaal

     

    118 761 000

    110 698 000

    114 336 048,22

    Toelichting

    Met betrekking tot de posten 19 01 01 02, 20 01 01 02, 21 01 01 02 en 22 01 01 02, betreffende de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten van de Commissie voorkomt, ter dekking van:

    de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

    de overige toelagen en vergoedingen;

    de overuren;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

    de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar kan besluiten;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij benoeming in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

    de reiskosten, met inbegrip van die van gezinsleden van ambtenaren, bij indiensttreding, bij vertrek of bij overplaatsing met verandering van standplaats;

    de kosten van verhuizing voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening nr. 6/66/Euratom, nr. 121/66/EEG van de Raad van 28 juli 1966 tot vaststelling van de lijst van de plaatsen waar een huisvestingsvergoeding kan worden toegekend alsmede van het maximumbedrag van deze vergoeding en de wijze van toekenning (PB 150 van 12.8.1966, blz. 2749/66).

    Verordening nr. 7/66/Euratom, nr. 122/66/EEG van de Raad van 28 juli 1966 tot vaststelling van de lijst van de plaatsen waar een vervoervergoeding kan worden toegekend alsmede van het maximumbedrag van deze vergoeding en de wijze van toekenning (PB 150 van 12.8.1966, blz. 2751/66).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1).

    XX 01 02     Extern personeel en andere beheersuitgaven

    XX 01 02 01   Extern personeel bij de instelling

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    XX 01 02 01

    Extern personeel bij de instelling

    XX 01 02 01 01

    Arbeidscontractanten

    5

    66 507 486

    66 268 808

    64 943 180,90

    XX 01 02 01 02

    Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

    5

    23 545 000

    23 810 000

    29 094 845,06

    XX 01 02 01 03

    Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren

    5

    39 727 000

    40 316 000

    39 661 791,13

     

    Post XX 01 02 01 — Totaal

     

    129 779 486

    130 394 808

    133 699 817,09

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:

    de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden van de Europese Unie), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV, en de kosten van aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

    de bedragen die nodig zijn om arbeidscontractanten die personen met een handicap begeleiden, te vergoeden;

    uitgaven voor uitzendkrachten, met name beambten en stenotypisten;

    personeelsuitgaven in het kader van aannemingscontracten voor technische en administratieve bijstand en intellectueledienstprestaties, alsmede uitgaven voor gebouwen en materieel en huishoudelijke uitgaven ten behoeve van het betrokken personeel;

    uitgaven voor detachering of tijdelijke tewerkstelling bij de diensten van de Commissie van ambtenaren uit de lidstaten en andere deskundigen of voor overleg van korte duur, met name ter voorbereiding van besluiten inzake harmonisatie op verschillende gebieden, alsmede voor uitwisselingen die het de lidstaten mogelijk moeten maken de uniale wetgeving uniform toe te passen;

    de kosten van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten uit de bijdragen van de lidstaten van de EVA in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsrubrieken, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 194 868 EUR.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 1 527 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Gedragscode ten aanzien van de aanwerving van mensen met een handicap, goedgekeurd door het Bureau van het Europees Parlement op 22 juni 2005.

    XX 01 02 02   Extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    XX 01 02 02

    Extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

    XX 01 02 02 01

    Bezoldiging van de andere personeelsleden

    5

    7 619 000

    6 434 000

    5 529 652,—

    XX 01 02 02 02

    Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen

    5

    2 300 000

    3 500 000

    3 419 673,—

    XX 01 02 02 03

    Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten

    5

    256 000

    256 000

    247 251,—

     

    Post XX 01 02 02 — Totaal

     

    10 175 000

    10 190 000

    9 196 576,—

    Toelichting

    Met betrekking tot de posten 19 01 02 02, 20 01 02 02, 21 01 02 02 en 22 01 02 02, betreffende extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

    de bezoldiging van de plaatselijke functionarissen en arbeidscontractanten en de ten laste van de werkgever komende sociale lasten en voorzieningen;

    de werkgeversbijdragen in de aanvullende socialezekerheidsregeling welke van toepassing is op plaatselijke functionarissen;

    de prestaties van de uitzend- en zelfstandige krachten.

    Voor jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen in opleiding in de delegaties van de Unie dient dit krediet ter dekking van:

    de financiering of cofinanciering van de uitgaven voor de detachering van jonge deskundigen (academici) bij delegaties van de Unie;

    de kosten van studiebijeenkomsten die voor jonge diplomaten uit de lidstaten en uit derde landen worden georganiseerd;

    de uitgaven die verband houden met de detachering of de tijdelijke tewerkstelling van ambtenaren van de lidstaten bij delegaties van de Unie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 45 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    XX 01 02 11   Overige beheersuitgaven van de instelling

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    XX 01 02 11

    Overige beheersuitgaven van de instelling

    XX 01 02 11 01

    Dienstreizen en representatie

    5

    56 391 000

    56 891 000

    61 191 065,06

    XX 01 02 11 02

    Conferenties en vergaderingen

    5

    27 008 000

    27 508 000

    26 984 029,54

    XX 01 02 11 03

    Vergaderingen van comités

    5

    12 863 000

    11 363 000

    11 647 614,59

    Reserves (40 01 40)

     

     

    2 000 000

     

     

     

    12 863 000

    13 363 000

    11 647 614,59

    XX 01 02 11 04

    Studies en adviezen

    5

    6 400 000

    7 900 000

    6 577 749,76

    XX 01 02 11 05

    Informatie- en beheerssystemen

    5

    26 985 000

    26 985 000

    33 556 807,74

    XX 01 02 11 06

    Bijscholing en managementopleidingen

    5

    13 500 000

    14 368 000

    18 076 695,62

     

    Post XX 01 02 11 — Totaal

     

    143 147 000

    145 015 000

    158 033 962,31

    Reserves (40 01 40)

     

     

    2 000 000

     

     

     

    143 147 000

    147 015 000

    158 033 962,31

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende gedecentraliseerde huishoudelijke uitgaven:

    Dienstreizen:

    vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd (terug te ontvangen bedragen van kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten).

    Representatiekosten:

    kosten in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst, die voor vergoeding in aanmerking komen (er bestaat geen representatieverplichting jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie).

    Kosten van vergaderingen:

    vergoeding van de kosten voor de werking van door de Commissie ingestelde of bijeengeroepen deskundigengroepen: reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe vertegenwoordigingen (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie).

    Conferenties:

    uitgaven voor door de Commissie georganiseerde conferenties, congressen en vergaderingen met het oog op de uitvoering van het beleid op de verschillende gebieden, evenals uitgaven voor een netwerk voor organen en instellingen op het gebied van financiële controle, inclusief een jaarlijkse bijeenkomst tussen deze organisaties en leden van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement, zoals gevraagd in paragraaf 88 van Resolutie 2006/809/EG, Euratom van het Europees Parlement van 27 april 2006 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie over het begrotingsjaar 2004, afdeling III — Commissie (PB L 340 van 6.12.2006, blz. 5);

    uitgaven met betrekking tot de organisatie van conferenties, studiebijeenkomsten, opleidingscursussen en stages voor de ambtenaren van de lidstaten die de door de uniale fondsen gefinancierde acties of de inning van eigen middelen van de Unie beheren of controleren of meewerken aan het systeem van uniale statistieken, alsmede uitgaven voor de ambtenaren van de staten van Midden- en Oost-Europa die de in het kader van de uniale programma's gefinancierde acties beheren of controleren;

    uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren uit derde landen, wanneer de uitoefening van hun beheers- of controlefunctie rechtstreeks verband houdt met de bescherming van de financiële belangen van de Unie;

    uitgaven voor de deelneming door de Commissie aan conferenties, congressen en vergaderingen;

    inschrijvingskosten voor conferenties, met uitsluiting van uitgaven voor vorming;

    de kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

    de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt.

    Vergaderingen van comités:

    reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die zijn opgeroepen in het kader van de krachtens het Verdrag en krachtens verordeningen van het Europees Parlement en de Raad of verordeningen van de Raad opgerichte comités, en overige kosten van de vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie).

    Studies en raadplegingen:

    uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de Commissie niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren;

    uitgaven voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten;

    het krediet moet met name worden gebruikt voor een haalbaarheidsstudie ter beoordeling van de mogelijkheden van het opvoeren van de recycling van elektrisch en elektronisch afval in de Balkanregio. In de studie moet worden boordeeld welke behoeften er bestaan voor de ontwikkeling van een milieuvriendelijke infrastructuur, wat tevens economische en sociale voordelen moet opleveren voor de lokale economieën. De lokale gemeenschappen moeten hiervan kunnen profiteren door middel van het scheppen van duurzamere banen, en de industrie moet kunnen profiteren van een betere toegang tot rauwe materialen, zowel in de regio als in de hele EU. De studie zal bijdragen aan het versterken van de regionale cohesie en de samenwerking in de Balkanregio.

    Informatie- en beheerssystemen:

    ontwikkeling en onderhoud onder contract van informatie- en beheerssystemen;

    aanschaf en onderhoud van volledige (bedrijfsklare) administratieve informatie- en beheerssystemen (personeelsbeheer, begroting, financiën, boekhouding enz.);

    studies, documentatie en opleiding in verband met deze systemen, alsmede het beheer van de werkzaamheden;

    verwerving van kennis en deskundigheid op het gebied van de gegevensverwerking in alle diensten: kwaliteit, veiligheid, technologie, ontwikkelingsmethodologie, beheer van computersystemen enz.;

    technische ondersteuning van deze systemen en uitvoering van de technische werkzaamheden die nodig zijn voor de goede functionering ervan.

    Bijscholing en managementopleidingen:

    uitgaven voor algemene opleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren:

    het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding;

    het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

    de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de Commissie georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

    kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

    uitgaven in verband met de praktische organisatie van cursussen en uitgaven voor leslokalen, vervoer, maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

    de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

    de financiering van didactisch materiaal.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten uit de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 1 027 000 EUR.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 6 106 200 EUR.

    Een deel van dit krediet wordt aangewend voor de totstandbrenging van een voor de gehele Unie geldende methodologie en een robuuste meetcapaciteit per productie-eenheid teneinde bestaande leemten op het gebied van gegevens met betrekking tot duurzaamheidsindicatoren op te vullen en de verdere ontwikkeling te bevorderen van empirische landbouwinstrumenten voor de beloning van producenten die collectieve milieugoederen leveren, met name door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, met het oog op de hervorming van het GLB in aanloop naar 2020.

    Een deel van dit krediet dient ter dekking van een onderzoek naar alle stappen van intelligente productie waarbij bespaard wordt op metalen en mineralen tot de vervanging van mogelijk kritische grondstoffen door minder kritische grondstoffen.

    Een andere optie betreft een onderzoek naar de geschiktheid voor hergebruik van onderdelen die schaarse materialen bevatten en of zij duurzamer kunnen worden gemaakt zodat zij van het ene naar het andere product kunnen worden overgebracht. De schaarse grondstoffen en de daarmee verbonden functies hoeven niet noodzakelijk het „zwakke punt” te vormen of te slijten, dus het zou erom kunnen draaien de onderdelen met schaars materiaal te ontwerpen zodat zij een langere levensduur hebben. De maatregel richt zich op apparaten met een groot verloop en voorziet in een later stadium in een voorstel voor passende regelingen om hergebruik te stimuleren.

    De mogelijkheid dat gecodeerde gegevens in een product informatie zouden kunnen verschaffen over de vraag waar de schaarse grondstoffen zich bevinden moet worden onderzocht, samen met de vraag hoe deze op een optimale manier kunnen worden gerecycled, alsook informatie over chemische stoffen in producten, zodat een gedifferentieerde behandeling mogelijk wordt (bijvoorbeeld, indien een stof geen risico vormt is verwijdering ervan niet nodig, hetgeen een optimalisering van de kosten voor recyclers betekent).

    Onderzoek naar de technische en economische haalbaarheid van dergelijke afzonderlijke identificatie vormt een cruciale uitdaging voor de toekomst. Het zou tevens een belangrijke stap zijn in de richting van daadwerkelijke intellectuele-eigendomsrechten en de voorwaarden creëren voor meer concurrentie en een beter beheer van afgedankte producten.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    XX 01 02 12   Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    XX 01 02 12

    Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

    XX 01 02 12 01

    Dienstreizen, conferenties en representatie

    5

    6 328 000

    6 541 000

    7 051 124,—

    XX 01 02 12 02

    Bijscholing voor het personeel van de delegaties

    5

    500 000

    522 000

    574 156,—

     

    Post XX 01 02 12 — Totaal

     

    6 828 000

    7 063 000

    7 625 280,—

    Toelichting

    Met betrekking tot de posten 19 01 02 12, 20 01 02 12, 21 01 02 12 en 22 01 02 12 betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

    diverse kosten en vergoedingen voor de overige personeelsleden, onder andere voor juridisch advies;

    de uitgaven naar aanleiding van de aanwervingsprocedures voor ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, met name advertentiekosten, reis- en verblijfkosten, de ongevallenverzekering voor de opgeroepen kandidaten, de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de gezamenlijke aanwervingsexamens, en de kosten voor het medische onderzoek bij indiensttreding;

    kosten voor de aankoop, de vervanging, de aanpassing en het onderhoud van in de delegaties geplaatste apparatuur voor medische doeleinden;

    de kosten van het jaarlijks medisch onderzoek van ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, onder andere van in het kader daarvan verrichte analyses en tests, uitgaven voor culturele activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten;

    de medische kosten van plaatselijke functionarissen met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht, dokters- en tandartskosten, en de kosten in verband met het aidsbeleid op de arbeidsplaats;

    de vaste ambtsvergoeding voor ambtenaren die gezien de aard van de hun toevertrouwde taken regelmatig representatiekosten moeten maken, en de vergoeding van de kosten die de daartoe gemachtigde ambtenaren van de Commissie/Unie hebben moeten maken om aan de representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst en in het kader van hun werkzaamheden te voldoen (voor de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie wordt een deel van de huisvestingskosten gedekt door de vaste ambtsvergoeding);

    vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor de ambtenaren en andere personeelsleden;

    vervoerskosten en dagvergoedingen in verband met het vervoer van zieken;

    uitgaven die het gevolg zijn van crisissituaties, inclusief de vergoedingen van reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen.

    uitgaven voor algemene en taalopleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties van de instelling te verbeteren:

    het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerpen, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding;

    het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, planning, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

    de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de Commissie of de EDEO georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

    de uitgaven voor de praktische en logistieke aspecten van het organiseren van cursussen, waaronder de uitgaven voor leslokalen, vervoer en de huur van uitrusting voor opleiding en plaatselijke en regionale seminars alsook voor diverse verwante kosten als verfrissingen en maaltijden;

    de kosten in verband met het deelnemen aan conferenties en colloquia, en inschrijvingskosten voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

    de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 14 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    XX 01 03     Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, en gebouwen

    XX 01 03 01   Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    XX 01 03 01

    Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van de Commissie

    XX 01 03 01 03

    Apparatuur voor informatie- en communicatietechnologie

    5

    54 525 000

    54 288 154

    74 225 463,37

    XX 01 03 01 04

    Diensten voor informatie- en communicatietechnologie

    5

    63 545 000

    63 796 000

    66 127 387,09

     

    Post XX 01 03 01 — Totaal

     

    118 070 000

    118 084 154

    140 352 850,46

    Toelichting

    Oude post XX 01 03 01 (ten dele)

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    uitrusting op het gebied van telecommunicatie binnen de gebouwen van de Commissie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons;

    informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

    aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

    aankoop, huur of leasing van apparatuur (waaronder inktpatronen) voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten en scanners;

    aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

    installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

    de ontwikkeling en de exploitatie van de website Europa op het internet: Europa is de gemeenschappelijke server van alle Europese instellingen waarmee elke Europese burger, waar hij of zij ook woont, zich volledig online kan informeren over de doelstellingen van de Europese Unie, de opbouw van haar instellingen en haar huidige en toekomstige beleid. Het doel is ook een brievenbus te creëren die de burgers de mogelijkheid biedt in contact te treden met de diverse instellingen van de Europese Unie;

    de verwezenlijking en ontwikkeling van de website van de Commissie (IntraComm) en voor de uitgave van het weekblad „Commission en direct”;

    de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-roms enz.);

    de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

    abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

    de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de Unie;

    kosten van technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, opleiding op het gebied van de informatica van algemeen belang, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur;

    het Rekencentrum:

    aankoop, huur of leasing van computers, randapparatuur en programmatuur van het Rekencentrum, alsmede helpdesks;

    onderhoud, ondersteuning, studies, documentatie, opleiding en benodigdheden voor deze apparatuur, alsmede extern personeel belast met exploitatiewerkzaamheden;

    het onder contract ontwikkelen en onderhouden van de voor de werking van het Rekencentrum benodigde programmatuur.

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen het grondgebied van de Unie, met uitzondering van de bureaus in de Unie, waarvan de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 17 095 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    XX 01 03 02   Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    XX 01 03 02

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

    XX 01 03 02 01

    Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

    5

    46 908 000

    46 690 000

    43 837 830,—

    XX 01 03 02 02

    Materieel, meubilair, leveringen en diensten

    5

    9 638 000

    9 694 000

    10 507 175,—

     

    Post XX 01 03 02 — Totaal

     

    56 546 000

    56 384 000

    54 345 005,—

    Toelichting

    Met betrekking tot de posten 19 01 03 02, 20 01 03 02, 21 01 03 02 en 22 01 03 02, betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

    tijdelijke ontheemdingstoelagen en dagvergoedingen;

    huur en lasten van gebouwen van de delegaties van de Unie buiten de Unie:

    voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties van de Unie of door ambtenaren met standplaats buiten de Unie: huur (met inbegrip van tijdelijke huisvesting) en fiscale lasten, verzekeringspremies, uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, lopende uitgaven inzake de beveiliging van personen en goederen (lettercombinaties, safes, hekwerken enz.);

    voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties van de Unie en de ambtswoningen van de gedelegeerden: de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, voor onderhoud en reparatie, van interne verhuizing, inrichting en verhuizingen en de andere lopende uitgaven (met name straatbelasting, vuilnisophaaldienst, bewegwijzering enz.);

    huur en lasten van gebouwen voor de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie:

    voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties van de Unie: huur, kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, verzekeringspremies, kosten van onderhoud en reparatie, de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, de uitgaven voor beveiliging, met name bewakingscontracten, huur en vervanging van brandblussers, aankoop en onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, vervanging van de uitrusting van ambtenaren die bij de vrijwillige brandweer aangesloten zijn, kosten van wettelijke controles enz.;

    voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die door ambtenaren worden bewoond: de vergoeding van uitgaven voor woningbeveiliging;

    de aankoop van bouwgronden en gebouwen (aankoop of huurkoop) en de bouw van kantoor- of woongebouwen, met inbegrip van de kosten van voorbereidende studies en diverse honoraria;

    aankoop, huur, leasing, onderhoud en reparatie van meubilair en uitrusting, met name audiovisuele apparatuur, uitrusting voor archieven, reprografische diensten, bibliotheken en tolkendiensten, en gespecialiseerde kantooruitrusting (fotokopieerapparaten, aflees- en reproductieapparaten, faxtoestellen enz.), alsmede de aanschaf van documentatie en benodigdheden in verband met genoemde uitrusting;

    aanschaf, onderhoud en reparatie van technisch materieel zoals generatoren en airconditioningapparatuur, en de kosten voor de installatie en de uitrusting van het bij de delegaties geplaatste materieel voor sociale doeleinden;

    aankoop, vervanging, huur, leasing, onderhoud en reparatie van vervoermaterieel, met inbegrip van de uitrusting daarvan;

    de verzekeringspremies voor de voertuigen;

    de aankoop van boeken, documenten en andere niet-periodieke publicaties inclusief bijwerkingen daarvan, alsmede de kosten voor abonnementen op dagbladen, tijdschriften en diverse publicaties en voor het inbinden en conserveren van periodieke boekwerken;

    abonnementen op persbureaus;

    aankoop van papier, enveloppen, kantoorbehoeften en benodigdheden voor de reprografische diensten, en uitbesteding van drukwerk;

    kosten van vervoer en inklaring van materieel, aankoop en reiniging van uniformen voor bodes, chauffeurs enz., diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid, diefstal enz.), kosten in verband met interne vergaderingen (verfrissingen, maaltijden die bij bijzondere gelegenheden worden verstrekt);

    kosten van studies, enquêtes en raadplegingen in het kader van de administratieve werking van de delegaties van de Unie, alsmede van alle andere huishoudelijke uitgaven waarin niet in het bijzonder is voorzien in de andere posten van dit artikel;

    frankeringskosten voor correspondentie, verslagen en publicaties evenals de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, over de weg, per boot of per spoor;

    kosten van de diplomatieke koerier;

    meubilair en uitrusting voor de ter beschikking van de ambtenaren gestelde woningen;

    aankoop, huur of leasing van informatica-apparatuur, met name computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur, en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

    de aan derden toevertrouwde werkzaamheden, met name in verband met de ontwikkeling, het onderhoud en de ondersteuning van de computersystemen in de delegaties van de Unie;

    aankoop, huur of huurkoop van apparatuur voor de weergave van informatie op papier, zoals printers en scanners;

    aankoop, huur of huurkoop van telefooncentrales en -verdeelsystemen, van apparatuur voor gegevenstransmissie en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

    abonnementskosten, kosten van gesprekken via kabel of radioverbinding (telefoon, telegraaf, telex, fax), kosten van netwerken voor gegevenstransmissie en van telematicadiensten enz. alsmede kosten van de aankoop van abonneelijsten;

    installatie, configuratie, onderhoud, ondersteuning, bijstand, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

    verrichtingen inzake actieve veiligheid in de delegaties in noodgevallen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    XX 01 05     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor onderzoek onder contract

    XX 01 05 01   Salarissen en vergoedingen voor personeel in actieve dienst voor onderzoek onder contract

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    197 229 000

    189 601 000

    195 814 251,92

    Toelichting

    De onderstaande opmerkingen gelden voor alle beleidsterreinen (Ondernemingen en industrie, Mobiliteit en vervoer, Onderzoek, Informatiemaatschappij en media, Onderwijs en cultuur, Energie) die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek.

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor onder het Statuut vallend personeel op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire en niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van personeel werkzaam in de delegaties van de Unie.

    De verdeling van de kredieten voor de personeelsuitgaven ziet er als volgt uit:

    Programma

    Kredieten

    Nucleair kaderprogramma

    22 840 000

    Niet-nucleair kaderprogramma

    174 389 000

    Totaal

    197 229 000

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

    Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 271).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 300).

    Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 405).

    Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

    Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

    Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

    XX 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek onder contract

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    47 262 000

    46 562 000

    46 870 754,58

    Toelichting

    De onderstaande opmerkingen gelden voor alle beleidsterreinen (Ondernemingen en industrie, Mobiliteit en vervoer, Onderzoek, Informatiemaatschappij en media, Onderwijs en cultuur, Energie) die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract voor het zevende kaderprogramma voor onderzoek.

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel voor al het beheer van onderzoek in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire en niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel werkzaam in de delegaties van de Unie.

    De verdeling van de kredieten voor de personeelsuitgaven ziet er als volgt uit:

    Programma

    Kredieten

    Nucleair kaderprogramma

    1 615 000

    Niet-nucleair kaderprogramma

    45 647 000

    Totaal

    47 262 000

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

    Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 271).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 300).

    Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 405).

    Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

    Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

    Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

    XX 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek onder contract

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    80 253 000

    80 233 000

    84 108 686,90

    Toelichting

    De onderstaande opmerkingen gelden voor alle beleidsterreinen (Ondernemingen en industrie, Mobiliteit en vervoer, Onderzoek, Informatiemaatschappij en media, Onderwijs en cultuur, Energie) die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract voor het zevende kaderprogramma voor onderzoek.

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere administratieve uitgaven voor al het beheer van onderzoek in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire en niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel werkzaam in de delegaties van de Unie.

    De verdeling van de kredieten voor de personeelsuitgaven ziet er als volgt uit:

    Programma

    Kredieten

    Nucleair kaderprogramma

    10 984 000

    Niet-nucleair kaderprogramma

    69 269 000

    Totaal

    80 253 000

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

    Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 271).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 300).

    Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 405).

    Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

    Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

    Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

    TITEL 01

    ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    01 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

    82 524 796

    82 524 796

    67 461 954

    67 461 954

    71 117 038,13

    71 117 038,13

    Reserves (40 01 40)

     

     

    329 267

    329 267

     

     

     

    82 524 796

    82 524 796

    67 791 221

    67 791 221

    71 117 038,13

    71 117 038,13

    01 02

    ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

    13 000 000

    12 953 676

    14 500 000

    13 082 630

    13 404 311,05

    11 551 509,76

    01 03

    INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

    94 550 000

    56 339 890

    95 550 000

    60 050 000

    543 476,—

    55 236 767,22

    01 04

    FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

    365 610 000

    276 532 610

    433 180 000

    350 895 107

    328 610 034,02

    252 707 516,19

     

    Titel 01 — Totaal

    555 684 796

    428 350 972

    610 691 954

    491 489 691

    413 674 859,20

    390 612 831,30

    Reserves (40 01 40)

     

     

    329 267

    329 267

     

     

     

    555 684 796

    428 350 972

    611 021 221

    491 818 958

    413 674 859,20

    390 612 831,30

    HOOFDSTUK 01 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    01 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

    01 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

    5

    63 872 541

    54 238 966

    55 493 301,22

    01 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

    01 01 02 01

    Extern personeel

    5

    6 504 362

    4 337 593

    5 270 359,—

    01 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    7 805 800

    5 127 344

    5 934 709,15

    Reserves (40 01 40)

     

     

    329 267

     

     

     

    7 805 800

    5 456 611

    5 934 709,15

     

    Artikel 01 01 02 — Subtotaal

     

    14 310 162

    9 464 937

    11 205 068,15

    Reserves (40 01 40)

     

     

    329 267

     

     

     

    14 310 162

    9 794 204

    11 205 068,15

    01 01 03

    Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”

    01 01 03 01

    Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”

    5

    4 042 093

    3 458 051

    4 169 954,09

    01 01 03 04

    Overige werkingsuitgaven

    5

    300 000

    300 000

    248 714,67

     

    Artikel 01 01 03 — Subtotaal

     

    4 342 093

    3 758 051

    4 418 668,76

     

    Hoofdstuk 01 01 — Totaal

     

    82 524 796

    67 461 954

    71 117 038,13

    Reserves (40 01 40)

     

     

    329 267

     

     

     

    82 524 796

    67 791 221

    71 117 038,13

    01 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    63 872 541

    54 238 966

    55 493 301,22

    01 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

    01 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 504 362

    4 337 593

    5 270 359,—

    01 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    01 01 02 11

    7 805 800

    5 127 344

    5 934 709,15

    Reserves (40 01 40)

     

    329 267

     

    Totaal

    7 805 800

    5 456 611

    5 934 709,15

    01 01 03     Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein Economische en Financiële Zaken

    01 01 03 01   Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Economische en Financiële Zaken”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 042 093

    3 458 051

    4 169 954,09

    01 01 03 04   Overige werkingsuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    300 000

    300 000

    248 714,67

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercom- en mobilofoonsystemen, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

    aankoop, huur of leasing, installatie en onderhoud van elektronische kantoorapparatuur, computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur alsmede van de benodigde software;

    uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-roms, enz.);

    uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

    abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica, enz., en de aankoop van abonneelijsten;

    kosten voor verbinding met telecommunicatienetwerken zoals SWIFT (interbancair) en CoreNet (beveiligd netwerk dat door de ECB is opgezet) en aanverwante infrastructuur en diensten;

    installatie, configuratie, onderhoud, studies, beoordelingen, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 01 02 — ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    01 02

    ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

    01 02 02

    Coördinatie van en toezicht op de Economische en Monetaire Unie

    5

    9 000 000

    9 000 000

    9 000 000

    9 000 000

    8 964 892,79

    7 469 697,01

    01 02 04

    Prince — Voorlichting over de Economische en Monetaire Unie, met inbegrip van de euro

    1.1

    4 000 000

    3 953 676

    5 500 000

    4 082 630

    4 439 418,26

    4 081 812,75

     

    Hoofdstuk 01 02 — Totaal

     

    13 000 000

    12 953 676

    14 500 000

    13 082 630

    13 404 311,05

    11 551 509,76

    01 02 02     Coördinatie van en toezicht op de Economische en Monetaire Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    9 000 000

    9 000 000

    9 000 000

    9 000 000

    8 964 892,79

    7 469 697,01

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering of voortzetting van enquêtes in de lidstaten en voor de invoering ervan in de kandidaat-lidstaten. Daarbij gaat het om de volgende enquêtes:

    op grond van besluiten van de Commissie van 15 november 1961:

    maandelijkse conjunctuurenquête bij het bedrijfsleven in de Gemeenschap (sedert 1962);

    conjunctuurenquête in de bouwsector (sedert 1963);

    conjunctuurenquête inzake de investeringen (sedert 1966);

    conjunctuurenquête in de detailhandel;

    conjunctuurenquête in de dienstensector;

    enquête ad hoc over actuele onderwerpen;

    op grond van het besluit van de Raad van 15 september 1970:

    conjunctuurenquête van de Europese Economische Gemeenschap onder de consumenten (sedert 1972).

    Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van studies, workshops, conferenties, analysen, evaluaties, publicaties, technische bijstand, de aankoop en het onderhoud van databases en software en de medefinanciering en ondersteuning van maatregelen in verband met:

    het toezicht op de economie, de analyse van gecombineerde maatregelen en de coördinatie van het economische beleid;

    de externe aspecten van de Economische en Monetaire Unie (EMU);

    de macro-economische ontwikkelingen in de eurozone;

    het toezicht op de structurele hervormingen en de verbetering van de functionering van de markten in de EMU;

    de coördinatie met de Europese financiële instellingen, de analyse en ontwikkeling van de financiële markten en de opgenomen en verstrekte leningen waarbij lidstaten betrokken zijn;

    de samenwerking met de economische actoren en besluitvormers op de bovengenoemde gebieden;

    de uitbreiding van de EMU.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten uit hoofde van artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    01 02 04     Prince — Voorlichting over de Economische en Monetaire Unie, met inbegrip van de euro

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 000 000

    3 953 676

    5 500 000

    4 082 630

    4 439 418,26

    4 081 812,75

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van prioritaire voorlichtingsacties met betrekking tot de uniale beleidsterreinen betreffende alle aspecten van de regels en de werking van de EMU, alsmede met betrekking tot de voordelen van nauwere beleidscoördinatie en structurele hervormingen, alsmede ter dekking van de bij burgers, lagere overheden en ondernemingen bestaande behoefte aan informatie over de euro.

    Deze actie wordt gezien als een efficiënt instrument voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Europese Unie en de instellingen van de Unie. In deze actie wordt rekening gehouden met de specifieke nationale en regionale kenmerken, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten. Er wordt bijzondere nadruk gelegd op de voorbereiding van de burgers in de nieuwe lidstaten op de invoering van de euro.

    De actie omvat:

    partnerschapsovereenkomsten met de lidstaten die informatiecampagnes over de euro of over de Economische en Monetaire Unie (EMU) willen opzetten;

    nauwe samenwerking met en netwerkvorming tussen alle lidstaten in het kader van het netwerk van voorlichtingsverantwoordelijken voor EMU-aangelegenheden;

    de ontwikkeling van communicatieactiviteiten op centraal niveau (brochures, folders, nieuwsbrieven, ontwerp, ontwikkeling en onderhoud van websites, tentoonstellingen, standen, conferenties, seminars, audiovisuele producten, opiniepeilingen, onderzoeken, studies, promotiemateriaal, jumelageprogramma’s enz.);

    voorlichtingsinitiatieven in derde landen om met name te wijzen op de internationale rol van de euro en op het belang van financiële integratie.

    Bij de uitvoering van dit artikel moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

    De Commissie heeft haar voorlichtingsstrategie uiteengezet in een mededeling over de uitvoering van een voorlichtings- en communicatiestrategie over de euro en de Economische en Monetaire Unie — COM(2004) 552) aangenomen door het College op 11 augustus 2004. De voorlichtingsstrategie wordt in nauwe samenwerking met de lidstaten en het Europees Parlement uitgevoerd.

    De Commissie brengt periodiek verslag uit aan de desbetreffende commissie van het Europees Parlement over de uitvoering van het programma en over de planning voor het volgende jaar.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 01 03 — INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    01 03

    INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

    01 03 01

    Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen

    01 03 01 01

    Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal

    4

    0,—

    0,—

    01 03 01 02

    Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 01 03 01 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    01 03 02

    Macrofinanciële bijstand

    4

    94 550 000

    56 339 890

    95 550 000

    60 050 000

    543 476,—

    55 236 767,22

     

    Hoofdstuk 01 03 — Totaal

     

    94 550 000

    56 339 890

    95 550 000

    60 050 000

    543 476,—

    55 236 767,22

    01 03 01     Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen

    01 03 01 01   Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.

    Rechtsgronden

    Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).

    Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).

    01 03 01 02   Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.

    Het eigen kapitaal van de EBWO bedraagt thans 30 000 000 000 EUR, waarbij in totaal 900 440 000 EUR van het aandelenkapitaal (3 %) is geplaatst door de Unie. Van dit geplaatste aandelenkapitaal is 187 810 000 EUR volgestort, hetgeen betekent dat er nog een opvraagbaar gedeelte van 712 630 000 EUR rest.

    Rechtsgronden

    Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).

    Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).

    Besluit nr. 1219/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen (PB L 313 van 26.11.2011, blz. 1).

    01 03 02     Macrofinanciële bijstand

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    94 550 000

    56 339 890

    95 550 000

    60 050 000

    543 476,—

    55 236 767,22

    Toelichting

    Deze uitzonderlijke bijstand is gericht op verlichting van de financiële problemen van bepaalde derde landen die te kampen hebben met macrofinanciële problemen, namelijk tekorten op de betalingsbalans en/of ernstige budgettaire onevenwichtigheden.

    De bijstand houdt direct verband met de uitvoering door de begunstigde landen van maatregelen voor macrofinanciële stabilisering en structurele aanpassing. De maatregelen van de Unie vormen in het algemeen een aanvulling op die van het Internationaal Monetair Fonds, waarbij coördinatie met andere bilaterale donoren plaatsvindt.

    De Commissie brengt de begrotingsautoriteit tweemaal per jaar op de hoogte van de macrofinanciële situatie in de begunstigde landen en brengt eenmaal per jaar uitvoerig verslag uit van deze bijstandsverlening.

    De kredieten van dit artikel dienen eveneens ter dekking van financiële steun voor de wederopbouw van de gebieden in Georgië die getroffen zijn door het conflict met Rusland. De acties moeten hoofdzakelijk tot doel hebben de macrofinanciële situatie in het land te stabiliseren. Het totale financiële pakket van de steun werd vastgesteld op een internationale donorconferentie in 2008.

    Rechtsgronden

    Besluit 2006/880/EG van de Raad van 30 november 2006 tot toekenning van uitzonderlijke financiële bijstand aan Kosovo (PB L 339 van 6.12.2006, blz. 36).

    Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

    Besluit 2009/889/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 1).

    Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

    Besluit nr. 938/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië (PB L 277 van 21.10.2010, blz. 1).

    HOOFDSTUK 01 04 — FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    01 04

    FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

    01 04 01

    Garanties van de Europese Unie voor door de Unie en Euratom opgenomen leningen en voor door de EIB verstrekte leningen

    01 04 01 01

    Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    01 04 01 02

    Garantie voor door Euratom opgenomen leningen

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    01 04 01 03

    Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    01 04 01 04

    Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    01 04 01 05

    Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    01 04 01 06

    Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    01 04 01 14

    Voorziening van het Garantiefonds

    4

    155 660 000

    155 660 000

    260 170 000

    260 170 000

    138 880 000,—

    138 880 000,—

     

    Artikel 01 04 01 — Subtotaal

     

    155 660 000

    155 660 000

    260 170 000

    260 170 000

    138 880 000,—

    138 880 000,—

    01 04 04

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

    1.1

    208 950 000

    110 000 000

    173 010 000

    90 725 107

    189 730 034,02

    113 827 516,19

    01 04 05

    Afronding van het programma voor ondernemingen: verbetering van het financiële klimaat voor het midden- en kleinbedrijf (mkb)

    1.1

    p.m.

    9 884 191

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    01 04 06

    Afronding van het initiatief „Werkgelegenheid” (1998-2000)

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    01 04 09

    Europees Investeringsfonds

    01 04 09 01

    Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het geplaatste kapitaal

    1.1

    0,—

    0,—

    01 04 09 02

    Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 01 04 09 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    01 04 10

    Nucleaire veiligheid

    1.1

    1 000 000

    988 419

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 01 04 — Totaal

     

    365 610 000

    276 532 610

    433 180 000

    350 895 107

    328 610 034,02

    252 707 516,19

    01 04 01     Garanties van de Europese Unie voor door de Unie en Euratom opgenomen leningen en voor door de EIB verstrekte leningen

    01 04 01 01   Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    De garantie van de Unie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

    Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schuldendienst betalen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

    Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

    In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

    Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije(PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

    Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

    Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

    Besluit 2011/288/EU van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

    01 04 01 02   Garantie voor door Euratom opgenomen leningen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Er werd machtiging verleend tot het opnemen van leningen tot een maximumbedrag van 4 000 000 000 EUR, waarvan 500 000 000 EUR bij Besluit 77/270/Euratom, 500 000 000 EUR bij Besluit 80/29/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 82/170/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 85/537/Euratom en 1 000 000 000 EUR bij Besluit 90/212/Euratom.

    Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schuldendienst betalen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

    Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

    In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

    Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).

    Besluit 80/29/Euratom van de Raad van 20 december 1979 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 12 van 17.1.1980, blz. 28).

    Besluit 82/170/Euratom van de Raad van 15 maart 1982 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen tot het aangaan waarvan de Commissie is gemachtigd teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 78 van 24.3.1982, blz. 21).

    Besluit 85/537/Euratom van de Raad van 5 december 1985 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen die de Commissie mag aangaan teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 334 van 12.12.1985, blz. 23).

    Besluit 90/212/Euratom van de Raad van 23 april 1990 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 112 van 3.5.1990, blz. 26).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB C 45 E van 25.2.2003, blz. 194), door de Commissie ingediend op 6 november 2002.

    Voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB C 45 E van 25.2.2003, blz. 201), door de Commissie ingediend op 6 november 2002.

    01 04 01 03   Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in de mogelijkheid financiële bijstand van de Unie aan een lidstaat te verstrekken in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

    De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.

    Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 wordt het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van dit stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen van de Unie.

    Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

    Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de aflossing van de schulden tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), is van toepassing.

    In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

    Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

    Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 17 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

    Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

    Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

    Referentiebesluiten

    Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    01 04 01 04   Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met de hieronder genoemde leningsbesluiten.

    Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

    In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59), voor een bedrag van 40 000 000 EUR in hoofdsom.

    Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57), voor een bedrag van maximaal 30 000 000 EUR in hoofdsom in de vorm van een lening voor een periode van 15 jaar.

    Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29), voor een bedrag van maximaal 200 000 000 EUR in hoofdsom.

    Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31), voor een bedrag van maximaal 50 000 000 EUR in hoofdsom.

    Besluit 2000/244/EG van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Besluit 97/787/EG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 11), voor een bedrag van maximaal 245 000 000 EUR in hoofdsom.

    Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

    Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

    Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

    Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

    Besluit 2003/825/EG van de Raad van 25 november 2003 tot wijziging van Besluit 2002/882/EG tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië inzake aanvullende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 311 van 27.11.2003, blz. 28).

    Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

    Besluit 2004/861/EG van de Raad van 7 december 2004 tot wijziging van Besluit 2002/883/EG van de Raad tot toekenning van extra macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 80).

    Besluit 2004/862/EG van de Raad van 7 december 2004 betreffende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 81).

    Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

    Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

    Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

    Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

    Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 7.7.2010, blz. 1).

    01 04 01 05   Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven.

    Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

    Het maximumbedrag van de door Euratom opgenomen leningen voor de lidstaten en derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR, zoals vermeld bij post 01 04 01 02.

    In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

    Rechtsgronden

    Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

    Zie voor de rechtsgrond voor Euratom-leningen ook post 01 04 01 02.

    01 04 01 06   Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Volgens het besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Unie de leningen die door de Europese Investeringsbank (EIB) worden toegekend in het kader van de financiële verplichtingen van de Unie tegenover de landen van het Middellandse Zeegebied.

    Dat besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de EIB die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een totaalgarantie wordt ingevoerd ten belope van 75 % van het totaal van de geopende kredieten uit hoofde van in de volgende landen te verstrekken leningen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Syrië, Israël, Jordanië, Egypte, voormalig Joegoslavië en Libanon.

    Besluit 90/62/EEG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de EIB werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Bulgarije, welke op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.

    Besluit 93/696/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg werd ondertekend.

    Overeenkomstig de Besluiten 93/115/EEG en 96/723/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Europese Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Besluit 93/115/EEG ligt ten grondslag aan een waarborgcontract dat werd ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg. Besluit 96/723/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.

    Overeenkomstig Besluit 95/207/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend aan Zuid-Afrika. Besluit 95/207/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die is ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg.

    Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 25 juli 1997 in Brussel en op 29 juli 1997 in Luxemburg ondertekend, volgens welke de garantie wordt beperkt tot 70 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het algemene plafond van de uitstaande kredieten is gelijk aan 7 105 000 000 EUR.

    Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 24 januari 2000 te Brussel en op 17 januari 2000 te Luxemburg ondertekend, welke laatstelijk in 2005 is aangepast en volgens welke de garantie wordt beperkt tot 65 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totaalbedrag aan uitstaande kredieten beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De EIB wordt verzocht 30 % te beschouwen als een streefcijfer voor de dekking van het handelsrisico door middel van niet-soevereine garanties. Dit percentage dient steeds te worden verhoogd zodra de markt dat toelaat.

    Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen van de EIB op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland. Het totaalbedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR.

    Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland. Het totaalbedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. De overeenkomst loopt tot 31 januari 2007. Aangezien bij het verstrijken van deze periode het bedrag van de door de EIB verstrekte leningen niet het bovengenoemde plafond bereikt had, is de periode automatisch met zes maanden verlengd.

    Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel ondertekend, volgens welke een garantie wordt verleend tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan kredieten dat in het kader van dit besluit voor alle landen tezamen ter beschikking wordt gesteld, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. Dat besluit is vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG.

    Besluit nr. 633/2009/EG ligt ten grondslag aan een op 28 oktober 2009 ondertekende wijziging op de garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel was ondertekend. De garantie van de Unie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag van uitbetaalde kredieten en verleende garanties. Voor de financieringsverrichtingen van de EIB, verminderd met de geannuleerde bedragen, geldt een plafond van 27 800 000 000 EUR, dat is uitgesplitst over een basisplafond van 25 800 000 000 EUR en een facultatief mandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode tot 31 oktober 2011.

    Besluit nr. 1080/2011/EU ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, op 22 november 2011 te Luxemburg en te Brussel ondertekend. De Uniegarantie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en vermeerderd met alle daarmee verband houdende bedragen. Het plafond van de financieringsverrichtingen van de EIB, met aftrek van de geannuleerde bedragen, beloopt ten hoogste 29 484 000 000 EUR, opgesplitst in een algemeen mandaat van 27 484 000 000 EUR en een klimaatveranderingsmandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode die begint op 1 februari 2007 en eindigt op 31 december 2013, onverminderd verlenging van deze periode tot 30 juni 2014 indien het Europees Parlement en de Raad voor 31 december 2013 geen nieuw besluit hebben vastgesteld.

    Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

    Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met door de EIB verstrekte leningen.

    Rechtsgronden

    Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).

    Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

    Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

    Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

    Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

    Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

    Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het tweede protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

    Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

    Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

    Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

    Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

    Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjecho-Slowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

    Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

    Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

    Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

    Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

    Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

    Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5).

    Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

    Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

    Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

    Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

    Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

    Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

    Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

    Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

    Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

    Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay and Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam) gesloten heeft (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

    Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

    Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

    Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië-Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

    Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank (EIB) op leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

    Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

    Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

    Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

    Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

    Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

    Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

    Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).

    Besluit 2006/174/EG van de Raad van 27 februari 2006 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de opneming van de Maldiven in de lijst van bestreken landen naar aanleiding van de tsunami van december 2004 in de Indische Oceaan (PB L 62 van 3.3.2006, blz. 26).

    Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

    01 04 01 14   Voorziening van het Garantiefonds

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    155 660 000

    260 170 000

    138 880 000,—

    Toelichting

    Met dit krediet worden de financiële middelen beschikbaar gesteld die nodig zijn voor de betalingen aan het Garantiefonds volgens de voorzieningsregeling van dit fonds en voor de betaling van de operationele kosten die verbonden zijn aan het beheer van het fonds en aan de externe evaluatie die zal plaatsvinden in het kader van de midterm review van het externe mandaat van de EIB.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (gecodificeerde versie) (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

    Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

    01 04 04     Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    208 950 000

    110 000 000

    173 010 000

    90 725 107

    189 730 034,02

    113 827 516,19

    Toelichting

    Een deel van dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uniale/communautaire financiële instrumenten die ten uitvoer worden gelegd in het kader van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013), en ter verbetering van de toegang van het midden- en kleinbedrijf (mkb) tot financiering, onder meer voor initiatieven ter ondersteuning van een efficiënt gebruik van hulpmiddelen en van de groene economie.

    Een deel van dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de volgende maatregelen:

    het bevorderen van de beschikbaarheid in Europa van mechanismen die waarborgen dat het mkb toegang heeft tot krediet, zoals kredietgarantieconsortia, en waar nodig het analyseren van kredietmarktkwesties;

    het steunen van kredietaanvragen bij financiële instellingen door dergelijke mkb-consortia, onder meer via het verstrekken van secundaire garanties door het Europees Investeringsfonds (EIF);

    het sluiten van overeenkomsten met financiële instellingen over gesubsidieerde leningen aan kredietgarantieconsortia.

    Slechte toegang tot de juiste financieringsvormen wordt vaak genoemd als een van de belangrijkste belemmeringen voor ondernemerschap en bedrijfsinnovatie. Dit probleem kan nog worden versterkt door nieuwe standaarden voor jaarrekeningen waardoor banken gevoeliger worden voor risico's en er een ratingcultuur ontstaat. Het programma voor concurrentievermogen en innovatie pakt erkende, hardnekkige marktlacunes die tot gevolg hebben dat het mkb in onvoldoende mate toegang heeft tot bedrijfskapitaal, durfkapitaal en leningen, aan met uniale financiële instrumenten die namens de Commissie worden beheerd door het EIF, de gespecialiseerde instelling van de Unie voor het verstrekken van durfkapitaal en garantie-instrumenten voor het mkb.

    Bij onafhankelijke beoordelingen in het kader van het voorgaande meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap werden de marktgerichte aanpak en de uitvoering van deze instrumenten via het EIF als beste praktijk aangemerkt. Daarom wordt hiermee in het vervolgprogramma in aangepaste vorm doorgegaan.

    De uniale financiële instrumenten bieden het mkb een betere toegang tot financiering. Bij de faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve mkb-bedrijven (FSIM) worden het risico en de winst gedeeld met particuliere investeerders, wat een belangrijk hefboomeffect voor de verstrekking van kapitaal aan innoverende bedrijven betekent.

    FSIM is gericht op innoverende mkb-bedrijven in de aanloop- en expansiefase, waardoor zij gemakkelijker „vervolgkapitaal” kunnen aantrekken om hun producten en diensten op de markt te brengen. Bijzondere aandacht wordt daarbij gegeven aan mkb-bedrijven die actief zijn op het gebied van milieu-innovatie.

    De mkb-garantiefaciliteit blijft aan de garantiestelsels in de deelnemende landen tegen- of medegaranties verstrekken, en aan de financiële intermediairs directe garanties. Dit moet een oplossing bieden voor falende marktwerking waarmee mkb-bedrijven met groeipotentieel worden geconfronteerd wanneer zij toegang zoeken tot: i) leningen (of leningsubstituten zoals leasing), ii) microkredieten en iii) aandelenkapitaal of quasi-aandelenkapitaal. Een nieuw securitisatiemechanisme iv) mobiliseert extra vreemd vermogen voor het mkb, waarbij met de beoogde instellingen passende risicodelingsregelingen worden afgesproken.

    Een capaciteitsopbouwprogramma had als doel financiële intermediairs te steunen bij de opbouw van capaciteit om zich speciaal te richten op nieuwe investerings- en technologieaspecten. De markt heeft evenwel geen belangstelling getoond voor dit instrument. Daarom zijn de oorspronkelijk voor dit instrument gereserveerde middelen ter beschikking gesteld van de FSIM, hoofdzakelijk om steun te verlenen voor milieu-innovatie en technologieoverdracht.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) (1). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de mogelijke kandidaat-landen van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Eventuele ontvangsten gerealiseerd op trustrekeningen die onder artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten worden geboekt, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op dit artikel overeenkomstig het Financieel Reglement.

    Tot 400 000 EUR kan worden gebruikt voor communicatieactiviteiten, inclusief evenementen, publicaties en informatieverspreiding via het internet.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

    01 04 05     Afronding van het programma voor ondernemingen: verbetering van het financiële klimaat voor het midden- en kleinbedrijf (mkb)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    9 884 191

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uniale financiële instrumenten die ten uitvoer worden gelegd in het kader van het meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap (MAP), dat met name mkb-bedrijven ten goede moet komen en hun toegang tot financiering moet vergemakkelijken. Ofschoon de vastleggingsperiode is afgelopen, moeten de faciliteiten nog enkele jaren worden beheerd, omdat er betalingen zullen moeten worden verricht voor investeringen en om de garantieverplichtingen na te komen. De rapportage- en toezichtsvoorschriften zullen dus doorlopen totdat de faciliteiten ten einde lopen.

    Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) (1). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).

    Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

    01 04 06     Afronding van het initiatief „Werkgelegenheid” (1998-2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    kosten met betrekking tot directe of indirecte waarborgen van het Europees Investeringsfonds (EIF) om de omvang van de leningen die verschaft worden en het investeringsrisico dat gedragen wordt door de Europese Investeringsbank (EIB), commerciële banken, investeringsfondsen en andere geschikte financieringsinstanties in verband met hun activiteiten ten behoeve van het mkb, te helpen vergroten;

    de deelneming in investeringsfondsen voor pas opgerichte bedrijven en het hightech-mkb;

    een deel van de kosten van het ontwerpen en opzetten van een transnationale joint venture door het Europese mkb, alsook een deel van het totale bedrag van de transnationale investering.

    Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen zorg dragen voor de schuldendienst. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), van toepassing.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de mogelijke kandidaat-landen van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit 98/347/EG van de Raad van 19 mei 1998 betreffende maatregelen voor financiële bijstand aan innoverende en werkgelegenheid scheppende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) — Het groei- en werkgelegenheidsinitiatief (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 43).

    01 04 09     Europees Investeringsfonds

    01 04 09 01   Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het geplaatste kapitaal

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de financiering van de terbeschikkingstelling van de volgestorte bedragen van het door de Unie geplaatste kapitaal.

    Het Europees Investeringsfonds (EIF) werd in 1994 opgericht door de Europese Gemeenschap (daartoe vertegenwoordigd door de Commissie), de Europese Investeringsbank (EIB) en een aantal financiële instellingen. Bij Besluit 94/375/EG is bepaald dat de Unie lid is van het EIF.

    Ingevolge artikel 3 van Besluit 94/375/EG wordt over het standpunt van de Unie, ten aanzien van een eventuele verhoging van het kapitaal van het fonds en over haar deelneming in deze verhoging, door de Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen een besluit genomen.

    Rechtsgronden

    Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

    Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

    01 04 09 02   Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van een opvraging ten bedrage van het door de Unie geplaatste kapitaal.

    Rechtsgronden

    Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

    Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

    01 04 10     Nucleaire veiligheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    988 419

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de technische en juridische bijstand die nodig is voor de beoordeling van de veiligheids- en milieuaspecten en de economische en financiële kanten van de projecten waarvoor om financiering in de vorm van een Euratom-lening is gevraagd, met inbegrip van studies van de Europese Investeringsbank. De maatregelen moeten het tevens mogelijk maken om leningsovereenkomsten te sluiten en uit te voeren.

    Rechtsgronden

    Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen ten einde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

    TITEL 02

    ONDERNEMINGEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    02 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN”

    120 830 851

    120 830 851

    124 446 294

    124 446 294

    126 382 717,96

    126 382 717,96

    Reserves (40 01 40)

     

     

    52 383

    52 383

     

     

     

    120 830 851

    120 830 851

    124 498 677

    124 498 677

    126 382 717,96

    126 382 717,96

    02 02

    CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP

    223 790 000

    161 605 503

    204 490 000

    121 146 802

    177 584 367,46

    186 637 459,84

    02 03

    INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID

    46 500 000

    29 731 048

    43 550 000

    30 643 923

    41 460 602,02

    32 632 756,18

    02 04

    SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID

    751 097 000

    482 645 055

    599 518 520

    507 129 757

    562 281 355,47

    423 816 321,59

    02 05

    EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

    11 700 000

    367 530 882

    176 840 000

    377 590 430

    205 322 845,18

    570 384 008,43

     

    Titel 02 — Totaal

    1 153 917 851

    1 162 343 339

    1 148 844 814

    1 160 957 206

    1 113 031 888,09

    1 339 853 264,—

    Reserves (40 01 40)

     

     

    52 383

    52 383

     

     

     

    1 153 917 851

    1 162 343 339

    1 148 897 197

    1 161 009 589

    1 113 031 888,09

    1 339 853 264,—

    HOOFDSTUK 02 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    02 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN”

    02 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Ondernemingen”

    5

    70 532 238

    71 247 993

    71 615 240,44

    02 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Ondernemingen”

    02 01 02 01

    Extern personeel

    5

    5 724 308

    5 819 863

    5 143 878,76

    02 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    4 383 761

    4 881 377

    4 507 900,48

    Reserves (40 01 40)

     

     

    52 383

     

     

     

    4 383 761

    4 933 760

    4 507 900,48

     

    Artikel 02 01 02 — Subtotaal

     

    10 108 069

    10 701 240

    9 651 779,24

    Reserves (40 01 40)

     

     

    52 383

     

     

     

    10 108 069

    10 753 623

    9 651 779,24

    02 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Ondernemingen”

    5

    4 463 544

    4 549 061

    5 385 047,46

    02 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ondernemingen”

    02 01 04 01

    Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    1 000 000

    1 000 000

    987 532,43

    02 01 04 02

    Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    160 000

    160 000

    159 615,50

    02 01 04 04

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    5 000 000

    6 000 000

    4 641 652,96

    02 01 04 05

    Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    1 000 000

    2 200 000

    4 084 878,51

    02 01 04 06

    Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    1 000 000

    1 000 000

    1 000 000,—

    02 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

    1.1

    7 583 000

    7 583 000

    7 795 000,—

     

    Artikel 02 01 04 — Subtotaal

     

    15 743 000

    17 943 000

    18 668 679,40

    02 01 05

    Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Ondernemingen”

    02 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    1.1

    11 184 000

    11 730 000

    9 580 700,—

    02 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    1.1

    3 650 000

    3 650 000

    3 206 930,—

    02 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    1.1

    5 150 000

    4 625 000

    8 274 341,42

     

    Artikel 02 01 05 — Subtotaal

     

    19 984 000

    20 005 000

    21 061 971,42

     

    Hoofdstuk 02 01 — Totaal

     

    120 830 851

    124 446 294

    126 382 717,96

    Reserves (40 01 40)

     

     

    52 383

     

     

     

    120 830 851

    124 498 677

    126 382 717,96

    02 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Ondernemingen”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    70 532 238

    71 247 993

    71 615 240,44

    02 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Ondernemingen”

    02 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 724 308

    5 819 863

    5 143 878,76

    02 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    02 01 02 11

    4 383 761

    4 881 377

    4 507 900,48

    Reserves (40 01 40)

     

    52 383

     

    Totaal

    4 383 761

    4 933 760

    4 507 900,48

    02 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Ondernemingen”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 463 544

    4 549 061

    5 385 047,46

    02 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ondernemingen”

    02 01 04 01   Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000 000

    1 000 000

    987 532,43

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten voor technische bijstand met betrekking tot bureaus de komende jaren aflopen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 02 03 01.

    02 01 04 02   Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    160 000

    160 000

    159 615,50

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten voor technische bijstand met betrekking tot bureaus de komende jaren aflopen.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 02 03 04.

    02 01 04 04   Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 000 000

    6 000 000

    4 641 652,96

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten voor technische bijstand met betrekking tot bureaus de komende jaren aflopen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 02 02 01.

    02 01 04 05   Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000 000

    2 200 000

    4 084 878,51

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 02 05 01.

    02 01 04 06   Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000 000

    1 000 000

    1 000 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten. Dit krediet kan ook activiteiten dekken in verband met het gebruikersforum dat is opgericht bij artikel 17 van Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 02 02 15.

    02 01 04 30   Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 583 000

    7 583 000

    7 795 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma voor ondernemerschap en innovatie (EIP).

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

    Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

    Besluit 2007/372/EG van de Commissie tot wijziging van Besluit nr. 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

    02 01 05     Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Ondernemingen”

    02 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    11 184 000

    11 730 000

    9 580 700,—

    02 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 650 000

    3 650 000

    3 206 930,—

    02 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 150 000

    4 625 000

    8 274 341,42

    HOOFDSTUK 02 02 — CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    02 02

    CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP

    02 02 01

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

    1.1

    161 500 000

    115 000 000

    156 100 000

    73 215 162

    157 657 327,04

    170 817 643,58

    02 02 02

    Aanvulling van de werkzaamheden betreffende concurrentievermogen, innovatie en ondernemerschap

    02 02 02 01

    Bijdrage aan het Centrum voor industriële samenwerking EU-Japan en lidmaatschap van internationale studiegroepen

    1.1

    2 290 000

    1 877 996

    2 390 000

    1 905 227

    2 101 149,—

    2 138 581,82

    02 02 02 02

    Voltooiing en aanvulling van de werkzaamheden betreffende het programma voor ondernemingen en ondernemerschap, dat voornamelijk gericht is op het midden- en kleinbedrijf

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    140 844,43

     

    Artikel 02 02 02 — Subtotaal

     

    2 290 000

    1 877 996

    2 390 000

    1 905 227

    2 101 149,—

    2 279 426,25

    02 02 03

    Verbetering van het ondernemingsklimaat voor het midden- en kleinbedrijf

    02 02 03 01

    Proefproject — Consolidering van de interne markt — Proefproject „Samenwerking en clustervorming van ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb)”

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    02 02 03 02

    Voorbereidende actie — Steun voor kleine en middelgrote ondernemingen in de nieuwe financiële omgeving

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    02 02 03 04

    Proefproject — Erasmus voor jonge ondernemers

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    77 234,88

    02 02 03 05

    Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

    1.1

    p.m.

    1 500 000

    p.m.

    3 930 000

    4 961 947,47

    3 229 846,52

    02 02 03 06

    Voorbereidende actie — Harmonisatie van processen en normen op het gebied van e-business tussen Europese kleine en middelgrote bedrijven in onderling verbonden industriële sectoren

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    668 000,—

     

    Artikel 02 02 03 — Subtotaal

     

    p.m.

    1 500 000

    p.m.

    3 930 000

    4 961 947,47

    3 975 081,40

    02 02 04

    Small Business Act

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    02 02 07

    Proefproject — Maatregelen op het gebied van de textiel- en schoenensector

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    632 000

    0,—

    339 979,50

    02 02 08

    Maatregelen in verband met toerisme

    02 02 08 01

    Voorbereidende actie — Europese topbestemmingen

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 036 000

    0,—

    1 207 204,38

    02 02 08 02

    Voorbereidende actie — Duurzaam toerisme

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    700 000

    999 085,68

    479 063,99

    02 02 08 03

    Voorbereidende actie — Sociaal toerisme in Europa

    1.1

    p.m.

    700 000

    p.m.

    921 000

    1 436 168,27

    575 847,58

    02 02 08 04

    Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten

    1.1

    2 000 000

    1 520 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    02 02 08 05

    Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen

    1.1

    1 000 000

    1 000 000

    1 000 000

    500 000

     

     

     

    Artikel 02 02 08 — Subtotaal

     

    3 000 000

    3 220 000

    3 000 000

    4 157 000

    2 435 253,95

    2 262 115,95

    02 02 09

    Voorbereidende actie — De Europese Unie speelt zijn rol in een geglobaliseerde wereld

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    751 511,94

    02 02 10

    Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

    1.1

    2 000 000

    1 000 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    02 02 11

    Voorbereidende actie — Operationele GMES-diensten

    1.1

    p.m.

    1 350 000

    p.m.

    2 500 000

    0,—

    1 225 721,21

    02 02 12

    Proefproject — Vergemakkelijken van de toegang tot verzekeringen voor zelfstandige bouwondernemers en kleine bouwbedrijven, om de innovatie en bevordering van ecotechnologie in de Europese Unie te stimuleren

    1.1

    p.m.

    286 000

    p.m.

    600 000

    1 428 690,—

    0,—

    02 02 13

    Voorbereidende actie — Kansen voor de internationalisering van het midden- en kleinbedrijf (mkb)

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    701 980,01

    02 02 15

    Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

    1.1

    55 000 000

    36 571 507

    39 000 000

    32 207 413

    9 000 000,—

    4 284 000,—

    02 02 16

    Proefproject — Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aardelementen

    1.1

    p.m.

    300 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    02 02 17

    Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten”

    3.2

    p.m.

    500 000

    1 000 000

    500 000

     

     

     

    Hoofdstuk 02 02 — Totaal

     

    223 790 000

    161 605 503

    204 490 000

    121 146 802

    177 584 367,46

    186 637 459,84

    02 02 01     Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    161 500 000

    115 000 000

    156 100 000

    73 215 162

    157 657 327,04

    170 817 643,58

    Toelichting

    Dit krediet heeft tot doel het concurrentievermogen van bedrijven, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf (mkb), te stimuleren, innovatie en onder meer eco-innovatie te bevorderen en bedrijfs- en aan innovatie gerelateerde economische en administratieve hervormingen te steunen.

    De uitvoeringsmaatregelen betreffen met name:

    netwerken met deelname van uiteenlopende belanghebbenden;

    markttoepassingsprojecten en andere maatregelen ter ondersteuning van de verbreiding van innovatie;

    analyse, ontwikkeling en coördinatie van beleid met deelnemende landen;

    uitwisseling en verspreiding van informatie, bewustmakingscampagnes;

    steun voor gezamenlijke acties van lidstaten of regio's,

    en andere maatregelen die in het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie zijn opgenomen.

    De Unie zal steun verlenen aan activiteiten zoals het Enterprise Europe Network, innovatie en bevordering van ondernemerschap. De Unie zal ook eco-innovatieprojecten steunen in verband met de eerste toepassing of het op de markt brengen van innovatieve of eco-innovatieve technieken, producten of praktijken van belang voor de Unie die reeds succesvol technisch zijn gedemonstreerd, maar vanwege resterende risico's nog geen significante marktpenetratie hebben bereikt. Deze projecten zijn erop gericht een grootschaliger gebruik daarvan in de deelnemende landen te bevorderen en de penetratie op de markt te vergemakkelijken.

    Omdat de voorbereidende actie „Erasmus voor jonge ondernemers” in 2011 afloopt en pas in 2014 in het nieuwe meerjarig financieel kader zal worden geïntegreerd, is voor de voortzetting ervan financiering nodig voor de jaren 2012 en 2013. Het programma heeft als doel de stimulering van Europees ondernemerschap, het uitwisselen van kennis en goede praktijken, alsook het oprichten van waardevolle netwerken en partnerschappen. Een deel van dit krediet moet worden gebruikt om de soepele werking en voortzetting van „Erasmus voor jonge ondernemers” te waarborgen door middel van het programma voor ondernemerschap en innovatie van het CIP, totdat het nieuwe financieel kader is ingevoerd.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Het voorgestelde project beoogt innovatieondersteunende diensten te ontwikkelen en te testen ten behoeve van beginnende Europese kennisbedrijven die gebruikmaken van de uitgebreide netwerken van Europese expatriates in de wetenschappelijke sector en het bedrijfsleven in Silicon Valley. Zo zullen jonge bedrijven sneller toegang tot de overzeese markt krijgen en groeien, en tegelijk hoogwaardige banen scheppen in Europa. Dit vereist een gecoördineerd optreden van de Europese verleners van innovatieondersteuning. Daarom zal in het kader van het project uiteindelijk de haalbaarheid worden onderzocht van een gezamenlijk „Europees innovatiecentrum” op een innovatiehotspot. Dit centrum zal officiële vertegenwoordigingen (kamers van koophandel, consulaten en vertegenwoordigers van bedrijven) en Europese verleners van innovatieondersteuning voor start-ups in contact brengen met Europese ondernemers en wetenschappers die in Silicon Valley wonen en werken, met het oog op een beter gecoördineerde ondersteuning van potentiële groeibedrijven.

    Doelgroepen

    Centraal in deze actie staat het ontwikkelen en uittesten van innovatieve diensten die jonge kennisbedrijven helpen om snel te groeien en toegang tot kapitaal te krijgen door de netwerken van geëxpatrieerde Europese ondernemers en wetenschappers in Silicon Valley te laten samenwerken met regionale en nationale bureaus voor innovatieondersteuning in Europa.

    In elke lidstaat zal één jong kennisbedrijf worden verzocht de diensten uit te testen, eigen netwerken in Silicon Valley op te zetten en feedback te geven over zijn ervaringen en advies te geven over de toekomstige opzet van deze diensten.

    De innovatieagentschappen in de lidstaten worden verzocht de jonge bedrijven te selecteren, het project te begeleiden en hun knowhow op het gebied van ondersteuning van jonge bedrijven in te brengen. De bureaus die kantoren hebben in Silicon Valley zal worden verzocht bij te dragen tot de opzet en de verlening van de diensten, met name de verschaffing van kantoorruimte voor jonge Europese bedrijven.

    De netwerken van geëxpatrieerde Europese ondernemers en wetenschappers (2) zullen worden verzocht bij te dragen tot de opleiding en networking van jonge Europese bedrijven en de opzet van innovatie-ondersteunende diensten voor jonge kennisbedrijven.

    Voorgestelde activiteiten

    1.

    Twee workshops of conferenties (één in de Verenigde Staten, één in Europa) waar Europese verleners van innovatieondersteuning en geëxpatrieerde ondernemers en wetenschappers elkaar kunnen ontmoeten om verder te werken aan een aanpak van de gezamenlijke verlening van ondersteuning voor jonge bedrijven met groeipotentieel.

    2.

    Een begeleidende studie naar de verwachtingen en ervaringen van jonge kennisbedrijven en van de deelnemende netwerken van expats.

    3.

    De opzet en verlening van specifieke ondersteuningsdiensten voor een groep van 27 jonge kennisbedrijven met groeipotentieel uit alle lidstaten. Deze diensten omvatten de organisatie van sectorspecifieke networkingevenementen en opleidingen in Silicon Valley.

    4.

    Een slotconferentie met stakeholders van het Europees Parlement, de diensten van de Commissie, jonge bedrijven die van het proefproject gebruik maken en vertegenwoordigers van de netwerken van expatriates en de innovatieondersteuningsbureaus.

    5.

    Specifieke communicatieacties met betrekking tot de actie.

    Een geschikt platform voor de voorgestelde actie is het initiatief ProInno Europe/Europe Innova van het directoraat-generaal Ondernemingen en Industrie, dat de beleidsontwikkeling en de gezamenlijke dienstverlening van regionale en nationale innovatiebureaus bevordert.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    Bovendien dient een deel van dit krediet ter financiering van een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren”. Het wordt algemeen erkend dat beroepsmobiliteit van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling van een veelzijdige beroepsbevolking, de totstandbrenging van een gevoel van Europees burgerschap en de versterking van de concurrentiekracht van Europa. Innovatieve ideeën dienen niet te worden tegengehouden aan de nationale grenzen, ze moeten groeien door middel van kruisbestuiving, toetsing en validatie binnen een zo breed mogelijke Europese pool van talent, faciliteiten, infrastructuur en financiering. Net zoals Europese studenten een beroep kunnen doen op de mobiliteitservaring van het Erasmus-programma, jonge onderzoekers van de Marie Curie-acties en jonge ondernemers van het programma Erasmus voor jonge ondernemers, verdienen ook jonge innovatoren de kans op grensoverschrijdende mobiliteitservaring, wat de innovatie in Europa vooruit zou helpen. De bestaande mobiliteitsprogramma’s dekken niet alle aspecten die vallen onder de actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren”, dat gericht is op het innovatieproces dat bestaat in het ontwikkelen van nieuwe prille ideeën tot demonstratiemodellen. Dit programma is bijvoorbeeld verschillend van het programma Erasmus voor jonge ondernemers, dat vooral een professioneel uitwisselingsprogramma is dat gericht is op de fase na de innovatie, en dat nieuwe ondernemers in staat stelt zakelijke vaardigheden aan te leren of te verbeteren. Door te zorgen voor een combinatie van de voordelen van mobiliteit, de noodzaak de innovatiekloof te verkleinen en de noodzaak een mentaliteitswijziging teweeg te brengen met het oog op de bevordering van innovatie, vormt het voorstel voor een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” een concrete stap met het oog op de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid, en met name de vlaggeschipinitiatieven „Innovatie-Unie” en „Jeugd in beweging”.

    De actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” heeft tot doel ten minste 100 jonge innovatoren te steunen. Mobiliteit voor jonge innovatoren wordt georganiseerd als een residentieprogramma voor mobiliteit en innovatie zonder grenzen, dat jonge (25-36 jaar oud) en potentiële (18-24 jaar oud) innovatoren in staat stelt te werken aan hun eigen prille ideeën als „Jonge bezoekende innovator” bij een gastorganisatie, zoals een groot of klein bedrijf, een startende onderneming, een laboratorium, een universiteit, een instelling, een overheidsagentschap of een ngo.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

    02 02 02     Aanvulling van de werkzaamheden betreffende concurrentievermogen, innovatie en ondernemerschap

    02 02 02 01   Bijdrage aan het Centrum voor industriële samenwerking EU-Japan en lidmaatschap van internationale studiegroepen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 290 000

    1 877 996

    2 390 000

    1 905 227

    2 101 149,—

    2 138 581,82

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor:

    de bijdrage van de Unie aan het Centrum voor industriële samenwerking EU-Japan;

    de bijdrage van de Unie aan verschillende internationale studiegroepen;

    de afwikkeling van betalingsverplichtingen die uit hoofde van oude post 02 02 01 01 zijn aangegaan.

    Rechtsgronden

    Besluit 91/179/EEG van de Raad van 25 maart 1991 betreffende de aanvaarding van het Statuut van de Internationale Studiegroep voor koper (PB L 89 van 10.4.1991, blz. 39).

    Besluit 91/537/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de aanvaarding van het Statuut van de Internationale Studiegroep voor nikkel (PB L 293 van 24.10.1991, blz. 23).

    Besluit 92/278/EEG van de Raad van 18 mei 1992 tot goedkeuring van de consolidatie van het Centrum voor industriële samenwerking EG-Japan (PB L 144 van 26.5.1992, blz. 19).

    Besluit 96/413/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de uitvoering van een communautair actieprogramma ten behoeve van het concurrentievermogen van de Europese industrie (PB L 167 van 6.7.1996, blz. 55).

    Besluit 2001/221/EG van de Raad van 12 maart 2001 betreffende deelname van de Europese Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor lood en zink (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 21).

    Besluit 2002/651/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor rubber (PB L 215 van 10.8.2002, blz. 13).

    Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

    Besluit 2006/77/EG van de Commissie van 23 december 2005 tot oprichting van een groep op hoog niveau voor concurrentievermogen, energie en milieu (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 43).

    02 02 02 02   Voltooiing en aanvulling van de werkzaamheden betreffende het programma voor ondernemingen en ondernemerschap, dat voornamelijk gericht is op het midden- en kleinbedrijf

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    140 844,43

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van betalingsverplichtingen uit hoofde van het vorige meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” in dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit 89/490/EEG van de Raad van 28 juli 1989 inzake de verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 239 van 16.8.1989, blz. 33).

    Besluit 91/319/EEG van de Raad van 18 juni 1991 tot herziening van het programma voor verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 175 van 4.7.1991, blz. 32).

    Besluit 93/379/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende een meerjarenprogramma van communautaire acties ter versterking van de prioritaire krachtlijnen en ter verzekering van de continuïteit en de consolidatie van het beleid ten aanzien van de ondernemingen, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 161 van 2.7.1993, blz. 68).

    Besluit 97/15/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende een derde meerjarenprogramma voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de Europese Unie (1997-2000) (PB L 6 van 10.1.1997, blz. 25).

    Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).

    Beschikking nr. 593/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 juli 2004 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 268 van 16.8.2004, blz. 3).

    Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

    02 02 03     Verbetering van het ondernemingsklimaat voor het midden- en kleinbedrijf

    02 02 03 01   Proefproject — Consolidering van de interne markt — Proefproject „Samenwerking en clustervorming van ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb)”

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere contractuele verplichtingen in verband met dit proefproject, dat bedoeld is om acties op het gebied van samenwerking en clustervorming van ondernemingen in grensoverschrijdende regio's tussen oude en nieuwe lidstaten te bevorderen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 03 02   Voorbereidende actie — Steun voor kleine en middelgrote ondernemingen in de nieuwe financiële omgeving

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere contractuele verplichtingen in verband met deze voorbereidende actie, die ten doel heeft kredietinstellingen te helpen hun krediettransacties met het midden- en kleinbedrijf uit te breiden.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 03 04   Proefproject — Erasmus voor jonge ondernemers

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    77 234,88

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een actie die moet waarborgen dat ervaring wordt uitgewisseld en versterkt op Europees niveau, ten behoeve van jonge ondernemers en potentiële jonge ondernemers, door middel van verblijven in een ander land in het midden- en kleinbedrijf van belangrijke of aanvullende sectoren. De actie moet gebaseerd zijn op een voorlopige analyse van vraag (d.w.z. jonge ondernemers en potentiële ondernemers) en aanbod (d.w.z. het midden- en kleinbedrijf), waarbij de bestaande behoeften worden onderzocht. Stages voor jonge ondernemers moeten gericht zijn op het samenbrengen van ervaring en het verbeteren van de ontwikkeling, validering en toepassing van zakelijke ideeën. Het moet de opzet van netwerken tussen jonge ondernemers over de grenzen heen bevorderen en het creëren van partnerschappen aanmoedigen, waarmee kennis in belangrijke sectoren wordt gedeeld en de internationalisatie van ondernemingen wordt versterkt. Er moet voorzien worden in bijkomende activiteiten (opleiding in en informatie over Europese contracten en handelsrecht, de interne markt, Europese normen, Europese ondersteunende instrumenten, en over de plaatselijke markt). De intermediaire organisaties (Kamers van Koophandel en Fabrieken, starterscentra en andere entiteiten die het bedrijfsleven stimuleren en ondersteunen) zijn met de uitvoering van het programma belast. Een ondersteuningsbureau, dat wordt geselecteerd via een oproep tot het indienen van voorstellen die open staat voor entiteiten in heel Europa die het bedrijfsleven ondersteunen, is belast met de coördinatie, monitoring en ondersteuning van de verschillende intermediaire organisaties en is ook het eerste contactpunt voor vragen van en technische bijstand aan aanvragers. Dit ondersteuningsbureau is ook belast met de promotie van het programma op Europees niveau en met het opzetten en onderhouden van de website van het programma.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 03 05   Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    1 500 000

    p.m.

    3 930 000

    4 961 947,47

    3 229 846,52

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een actie in de vorm van een Europees mobiliteitsprogramma voor toekomstige en beginnende ondernemers. Het programma moet nieuwe ondernemers in de Unie helpen meer ervaringen op te doen, meer te leren en te netwerken door tijd door te brengen in ondernemingen die worden geleid door ervaren ondernemers in andere lidstaten. Het programma stimuleert ondernemerschap, bevordert de totstandkoming van netwerken van creatieve aankomende ondernemers over de grenzen heen, zet aan tot het aangaan van partnerschappen waardoor kennis en ervaring kunnen worden uitgewisseld en maakt het Europese midden- en kleinbedrijf innovatiever en concurrerender op de internationale markten.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 03 06   Voorbereidende actie — Harmonisatie van processen en normen op het gebied van e-business tussen Europese kleine en middelgrote bedrijven in onderling verbonden industriële sectoren

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    668 000,—

    Toelichting

    Om tegemoet te komen aan de behoeften van de economie in de Europese Unie is deze voorbereidende actie bestemd voor de bevordering van gerichte acties op Europees niveau voor de harmonisatie van ondernemingsprocessen en -modellen, alsmede van de architectuur voor gegevensuitwisseling en normen tussen actoren in de aanvoerketen van een of meer onderling verbonden specifieke industriële sectoren. De keuze van de sectoren wordt gemaakt door vertegenwoordigers van de lidstaten door middel van het eBusiness Support Network voor het midden- en kleinbedrijf. Ook is het Europees Parlement hierbij betrokken.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 04     Small Business Act

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van de „Small Business Act”, die in 2008 werd aangenomen. Het midden- en kleinbedrijf moet worden geholpen bij het verkrijgen van toegang tot financiering en bij het deelnemen aan Europese initiatieven. Ook de innovatiecapaciteit ervan moet worden gestimuleerd.

    02 02 07     Proefproject — Maatregelen op het gebied van de textiel- en schoenensector

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    632 000

    0,—

    339 979,50

    Toelichting

    Dit krediet dient ter evaluatie van de situatie in de textiel- en schoenensector in het kader van de afschaffing van het quotastelsel, met als doel een programma van de Unie voor deze sector in het leven te roepen, vooral ten behoeve van de minder begunstigde regio’s, ter ondersteuning van onderzoek en innovatie, omscholing, beroepsopleiding en het midden- en kleinbedrijf.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 08     Maatregelen in verband met toerisme

    02 02 08 01   Voorbereidende actie — Europese topbestemmingen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 036 000

    0,—

    1 207 204,38

    Toelichting

    Het doel van dit initiatief is de aandacht te vestigen op de rijkdom, de verscheidenheid en de gemeenschappelijke kenmerken van Europese toeristische bestemmingen en daarbij binnen Europa en ook in derde landen Europese bestemmingen te promoten die op zodanige wijze bijdragen aan de economische groei dat een in sociaal, cultureel en ecologisch opzicht duurzaam toerisme mogelijk wordt. De maatregel heeft ook ten doel de Europese burgers te helpen om elkaar beter te leren kennen.

    Het doel van het project is:

    meer zichtbaarheid te geven aan de opkomende nieuwe Europese toeristische topbestemmingen, in het bijzonder de minder bekende;

    mensen bewust te maken van de toeristische diversiteit en kwaliteit van Europa;

    alle Europese landen en regio's te promoten, zowel binnen Europa als op de voornaamste toerismemarkten buiten Europa;

    de congestie te bevorderen, seizoensgebondenheid te bestrijden en de toeristenstromen weer in evenwicht te brengen naar niet-traditionele bestemmingen;

    duurzame vormen van toerisme te belonen;

    een platform voor de uitwisseling van goede praktijken op Europees niveau op te zetten;

    het opzetten van netwerken tussen bekroonde bestemmingen te bevorderen, zodat andere bestemmingen kunnen worden overtuigd om modellen voor de ontwikkeling van duurzaam toerisme te gebruiken.

    Ieder jaar worden bepaalde bestemmingen in de lidstaten aangewezen als „Europese Topbestemming” met een gekozen thema. Ook kandidaat-lidstaten worden uitgenodigd om aan dit initiatief deel te nemen.

    Het project „Europese Topbestemmingen” heeft tot doel meer bekendheid te geven aan nieuwe Europese toeristische topbestemmingen, met name de minder bekende bestemmingen, meer de aandacht te vestigen op de verscheidenheid en kwaliteit van de Europese toerist en alle Europese landen en regio's te promoten, bij te dragen tot decongestie en tot een minder seizoensgebonden toerisme en de toeristenstromen evenwichtiger te verdelen tussen traditionele en niet-traditionele bestemmingen, en daarbij prijzen uit te reiken aan duurzame vormen van toerisme, een platform op te zetten voor het uitwisselen van goede praktijken op Europees niveau, en netwerkvorming tussen prijswinnende bestemmingen te bevorderen, zodat die ook andere bestemmingen ertoe kunnen aanzetten om voor duurzame ontwikkeling van het toerisme te kiezen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 08 02   Voorbereidende actie — Duurzaam toerisme

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    700 000

    999 085,68

    479 063,99

    Toelichting

    Een deel van dit krediet mag gebruikt worden om milieuduurzaam toerisme in het Donaugebied te bevorderen.

    Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon dat de Unie nieuwe bevoegdheden geeft op het gebied van het toerisme, ter aanvulling van het optreden van de lidstaten, en na de mededeling van de Commissie van 30 juni 2010„Europa, toeristische topbestemming in de wereld — Een nieuw beleidskader voor het toerisme in Europa” (COM(2010) 352 definitief) wordt er van start gegaan met een voorbereidende actie teneinde toekomstige wetgevingsinitiatieven ter bevordering van nieuwe op het Europese culturele erfgoed gestoelde toeristische routes voor te bereiden. Deze routes moeten de vorm aannemen van thematische, grensoverschrijdende toeristische producten die getuigen van een gemeenschappelijk Europees cultureel erfgoed en locale tradities weerspiegelen. De Raad van Europa en de „Europese culturele routes” daarvan moeten, net als gelijkaardige Europese initiatieven (met betrekking tot culturele routes), ondersteund worden.

    Hiertoe moet de coördinatie en samenwerking met de Raad van Europa worden geïntensiveerd om te kunnen profiteren van de jarenlange ervaring van de Raad van Europa op dit gebied, teneinde de Europese culturele routes verder te ontwikkelen en om te zetten in brede grensoverschrijdende toeristische totaalpakketten.

    De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:

    vergroten van het bewustzijn van de bijdrage van verschillende culturen aan gemeenschappelijke Europese culturen, door middel van het bieden van inzicht in de Europese geschiedenis door kennis te maken met tastbaar, niet-tastbaar en natuurlijk erfgoed;

    bevorderen van de rol van cultureel toerisme als factor die kan bijdragen aan duurzame economische ontwikkeling, Europees burgerschap en interculturele dialoog;

    bevorderen van duurzaam en verantwoord toerisme binnen de Unie en naburige landen;

    versterken van de reputatie en het profiel van Europa als topbestemming bij burgers in Europa en in derde landen;

    vergroten van de capaciteit van touroperators en kleine ondernemingen in afgelegen en minder bekende bestemmingen om een nieuw publiek te bereiken, door het stimuleren van de uitwisseling van ervaringen, het opzetten van netwerken en de bundeling van inspanningen;

    bevorderen van het concurrentievermogen en de innovatie van de toeristische sector in de Unie.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14), met name artikel 5.

    Artikel 195 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    02 02 08 03   Voorbereidende actie — Sociaal toerisme in Europa

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    700 000

    p.m.

    921 000

    1 436 168,27

    575 847,58

    Toelichting

    Onze maatschappij is sterk aan het veranderen voor wat betreft de vrijetijdsindustrie en de vrijetijdsbesteding. De situatie op het gebied van het toerisme ondergaat ingrijpende veranderingen als gevolg van factoren zoals nieuwe gezinsstructuren, de toename van het aantal alleenstaanden, van de vrije tijd en van de levensverwachting, de algemene vergrijzing van de bevolking en de precaire situatie van al dan niet werkende jongeren. Vakantie mogelijk maken voor iedereen betekent, op het niveau van de Unie beschouwd, rekening houden met de specifieke kenmerken van de Europese samenleving.

    De Unie dient zich te voorzien van middelen om dit doel te bereiken. Een van de mogelijkheden daartoe is de ontwikkeling van het sociaal toerisme.

    Het sociaal toerisme is in de eerste plaats bekend vanwege het uiteindelijke doel ervan: ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen met vakantie kunnen gaan. In die zin draagt het bij tot de mobiliteit. Maar het sociaal toerisme heeft ook een ander nut dat tot op heden te weinig onderkend wordt, te weten het belang ervan voor de ruimtelijke ordening (de meeste structuren van toerismeverenigingen zijn gelegen op het platteland en in het middengebergte) en voor de plattelandsontwikkeling. Het sociaal toerisme vormt dus het bewijs dat er wel degelijk een middenweg bestaat tussen de „vrijetijdsmarkt” en de niet-solvabele economie. Het toont aan dat economisch belang niet onverenigbaar is met toegankelijkheid voor een zo groot mogelijk publiek.

    Daarom moeten sociale gemengdheid en plaatselijke ontwikkeling worden gecombineerd. Het sociaal toerisme maakt het toerisme weer toegankelijk voor bevolkingsgroepen voor wie dat geleidelijk aan moeilijk of zelfs onmogelijk was geworden, en versterkt daarmee de rendabiliteit van de toeristensector. Het maakt bijvoorbeeld toerisme in het laagseizoen mogelijk, met name in streken waar het toerisme sterk seizoensgebonden is. Zo werkt het sociaal toerisme de totstandkoming van meer continue werkgelegenheid in de toeristensector in de hand, omdat de banen in de sector ook na het hoogseizoen blijven bestaan.

    De uitvoering van dit project (Calypso genaamd) biedt een uitstekende kans om door de Europese Commissie gestimuleerde partnerschappen tussen de publieke en private sector en de sociale economie te bevorderen. Door de uitwisselingen tussen Europese burgers en met name het ontstaan van synergieën draagt dit project in aanzienlijke mate bij tot de ontwikkeling van het Europees burgerschap. Er zij in dit verband aan herinnerd dat bijna 40 % van alle reizen met meer dan vier overnachtingen buitenlandse reizen zijn.

    Vandaar dat deze branche zo belangrijk is, zowel voor wat betreft de economische impact als gevolg van het aantal banen dat zij oplevert, als op het gebied van de menselijke en burgerschapswaarden.

    Deze maatregel zou dus ten goede kunnen komen aan particuliere ondernemingen in de toeristensector die op bovengenoemde terreinen actief zijn, verenigingen voor sociaal toerisme en ondernemingsraden, vervoerbedrijven, plaatselijke en regionale gemeenschappen, toerismeverenigingen, solidariteitsverenigingen maar ook commerciële marktdeelnemers.

    De acties zouden kunnen bestaan uit:

    het inventariseren en verspreiden van maatregelen die bijdragen tot het minder seizoensgebonden maken van het toerisme door middel van gericht sociaal beleid ter zake;

    het uitwerken van regelingen om bepaalde doelgroepen (senioren, jongeren, probleemgezinnen, enz.) in staat te stellen met vakantie te gaan dankzij een verblijfsaanbod van de zijde van de overheid (op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau) of van liefdadigheidsverenigingen, plaatselijke centra voor maatschappelijk werk of verenigingen zonder winstoogmerk.

    De doelstellingen van het programma Calypso 2011 zijn gebaseerd op de maatregelen die in de (aanbestede) studie van 2009 zijn geïnventariseerd, en op de besprekingen tussen de Commissie, de lidstaten en de belanghebbenden, die in 2010 tijdens diverse Calypso-vergaderingen hebben plaatsgevonden. Die doelstellingen zijn:

    catalogisering van de belangrijkste (meest representatieve) goede praktijken als middel om de toeristische activiteit aan te moedigen, met name tijdens het laagseizoen, en zodoende werkgelegenheid te scheppen wanneer er traditioneel weinig vraag is;

    inventarisering van de bestaande maatregelen op Europees en nationaal niveau, zodat personen uit onderstaande doelgroepen aan uitwisselingen kunnen deelnemen: senioren, jongeren, personen met een handicap en probleemgezinnen;

    onderzoek van de problemen die met dergelijke uitwisselingen verband houden, en formulering van de meest geschikte oplossingen;

    voorstelling van één of meer mechanismen in het toeristische laagseizoen waardoor specifieke doelgroepen (senioren, jongeren, personen met een handicap en probleemgezinnen) in andere lidstaten of kandidaat-lidstaten met vakantie kunnen gaan op basis van themaprogramma’s en een verblijfsaanbod dat door de autoriteiten van de lidstaten of kandidaat-lidstaten (nationale, regionale of lokale overheidsinstanties) wordt gecoördineerd op basis van initiatieven van belanghebbenden zoals gemeenten, liefdadigheidsorganisaties, parochies, vakbonden, sociale partners, coöperaties of enige andere non-profitorganisatie.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 08 04   Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    1 520 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    Toelichting

    Met het Verdrag van Lissabon heeft de Unie voor het eerst bevoegdheden gekregen op het gebied van toerisme. Deze voorbereidende actie heeft tot doel grensoverschrijdende thematische toeristische producten te steunen die uiting geven aan, met name, het gemeenschappelijk Europees cultureel en industrieel erfgoed, alsmede aan lokale tradities, en zal daarbij voortbouwen op eerdere acties op dit gebied en op de ervaring van andere internationale partners en organisaties, zoals de Raad van Europa, de Wereldorganisatie voor Toerisme van de VN (UNWTO) en de European Travel Commission (ETC).

    Met name zal met deze voorbereidende actie de diversificatie van het aanbod van toeristische producten worden bevorderd, teneinde de Europese toeristische sector te stimuleren om concurrerender te worden. Er bestaan uitstekende mogelijkheden voor groei binnen een aantal transnationale thematische toeristische producten en diensten, zoals culturele en industriële routes die verschillende regio's van de lidstaten doorkruisen. Deze Europese en transnationale toeristische producten moeten worden bevorderd in derde landen, in nauwe samenwerking met de ETC, om het beeld van Europa als unieke bestemming op de langeafstandsmarkt te versterken.

    De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:

    bijdragen aan de verbetering van de algemene kwaliteit van toeristische producten en bestemmingen in de gehele Unie, door het financieren van grensoverschrijdende toeristische projecten;

    het verder ontwikkelen van culturele producten en toerisme als integraal onderdeel van een duurzame economie en ter ondersteuning van regionale economieën;

    het bevorderen van toerisme in reconversieregio's, ter bevordering van werkgelegenheid en groei in deze regio's;

    de oprichting van een netwerk van belanghebbenden en beleidsmakers, met name op het gebied van cultureel en industrieel toerisme, op regionaal, nationaal en uniaal niveau;

    het bevorderen van de waarde van culturele producten en cultureel toerisme binnen Europa en het versterken van het imago van Europa als de voornaamste toeristische bestemming ter wereld;

    het ondersteunen van transnationale culturele of industriële thema’s en producten die kunnen bijdragen aan een groeiend besef van de Europese identiteit.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 08 05   Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    1 000 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon behoort ook toerisme tot de bevoegdheden van de Unie, die de maatregelen van de lidstaten op dit gebied kan coördineren een aanvullen. Om deze nieuwe belangrijke taak van de Unie te bevorderen, wordt voorgesteld in 2012 een voorbereidende actie te starten gericht op het voorbereiden van toekomstige initiatieven op het gebied van toerisme en toegankelijkheid. Het voornaamste doel is het creëren van een groter bewustzijn van toegankelijkheid in toerisme, met bijzondere aandacht voor handicaps en de speciale behoeften van bepaalde categorieën personen. Het is zo dat, ondanks de ondertekening van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap door alle lidstaten, een groot aantal personen met een handicap nog altijd moeilijk toegang hebben tot toerisme- en vervoersdiensten.

    De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:

    het vergroten van het bewustzijn bij het publiek, onder andere door middel van voorlichtingscampagnes, van de toegankelijkheid van toerisme en diensten, alsook het verbeteren van de dialoog met en de samenwerking tussen organisaties van personen met een handicap, personen met speciale behoeften in het algemeen en de toerisme-industrie, teneinde een meer inclusieve samenleving en een kwalitatief hoogwaardig vrij verkeer van personen in Europa te bevorderen;

    het bevorderen van het ontwikkelen van specifieke opleidingen voor personeel in het omgaan met personen met een handicap, met name op het gebied van brandpreventie en de veiligheid van accomodaties in het algemeen;

    het ontwikkelen van bekwame, goed opgeleide en goed geïnformeerde burgers en beroepsbeoefenaren in verband met het concept van gastvrijheid en toegankelijkheid, door middel van nauwe samenwerking en synergie-effecten met universiteiten en scholen;

    bewustmaking en beloning van Europese bestemmingen die van toegankelijkheid een topprioriteit van hun aanbod maken;

    het bevorderen van een beter gebruik van innovatie voor het verbeteren van de toegankelijkheid van toerismediensten voor iedereen;

    het bevorderen van het aanpassen van toeristische producten aan de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften in het algemeen;

    het leveren van een bijdrage aan de totstandbrenging van een gunstig en toegankelijk klimaat voor personen met een handicap, personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften op alle gebieden, in het bijzonder op het gebied van vervoer, accommodatie, de horeca en toerismediensten in het algemeen;

    het bevorderen van campagnes en voorlichtingsacties in verband met de rechten van personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften bij buitenlandse reizen, om klanten beter te informeren en een betere toegankelijkheid te waarborgen;

    het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking om de toegankelijkheid in de toerismesector te vergroten en in het bijzonder personen met een handicap en speciale behoeften, zowel Europeanen, als onderdanen van derde landen, beter in staat te stellen hun rechten uit te oefenen;

    het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling (op de lange termijn) van gemeenschappelijke minimumnormen inzake toegankelijkheid, op basis van kwaliteit, voor alle aan toerisme gerelateerde gebieden en alle burgers, met inbegrip van personen met een handicap, personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften;

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 09     Voorbereidende actie — De Europese Unie speelt zijn rol in een geglobaliseerde wereld

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    751 511,94

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere contractuele verplichtingen in verband met deze voorbereidende actie die bedoeld is ter financiering van initiatieven om positief te reageren op de uitdaging van globalisering en om de capaciteit van de Unie te versterken op belangrijke gebieden zoals onderzoek, innovatie, verbeelding, innovatieve maatregelen voor het midden- en kleinbedrijf, de bevordering van Europese normen en CE-markering, een leven lang leren en onderwijs, alsmede maatregelen om de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36) te vergemakkelijken.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 10     Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    1 000 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie heeft tot doel te zorgen voor een verhoging van de groei en het concurrentievermogen van jonge ondernemers, investeringen en innovatienetwerken uit Europa en vier geassocieerde landen uit het Middellandse Zeegebied (Egypte, Libanon, Tunesië en Marokko), om leiders te ontwikkelen op markten met een hoog potentieel.

    Capaciteitsopbouw:

    opleidingen over de internationalisering van kmo's zullen worden voorzien voor meer dan 150 ondernemers en 500 starterscentra, investeerders of netwerken van ondernemers, gevolgd door online conferenties (webinars) en technische bijstand — er worden twee specifieke netwerken voor mentorschap opgezet (om ervaren ondernemers aan te zetten andere ondernemers te helpen): een mentorprogramma voor vrouwelijke ondernemers en een programma met ondernemers uit het Middellandse Zeegebied die in Europa verblijven. Maatregelen voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven in drie hoofdsectoren: IT/media, energie en milieu, en de agrovoedingssector;

    vergaderingen tussen bedrijven tijdens professionele evenementen om de beste starters in contact te brengen met potentiële klanten en investeerders, met follow-up van hun aanwezigheid;

    investeringsworkshops tijdens belangrijke internationale beurzen om starters en innovatieclusters met topklanten in contact te brengen, maar ook om een Europees-mediterraan geïntegreerd bod over innovatie te promoten en een internationaal netwerk van ambassadeurs te creëren met steun van de mediterrane diaspora's;

    actie voor toegang tot financiering voor het verbeteren van de impact en de efficiëntie van de Europese financiering voor kmo's in het Middellandse Zeegebied;

    vergaderingen tussen bedrijven om de beste starters met potentiële investeerders in contact te brengen;

    instrumenten voor het identificeren van risico's en kansen in het Middellandse Zeegebied voor Europese investeerders;

    investeringsworkshops voor het samenbrengen van Europese en mediterrane ondernemers, investeerders en opleidingsnetwerken (incubators, ervaren ondernemers) om de kosten- en algemene efficiëntie te verbeteren.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 11     Voorbereidende actie — Operationele GMES-diensten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    1 350 000

    p.m.

    2 500 000

    0,—

    1 225 721,21

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere contractuele verplichtingen die verband houden met deze voorbereidende actie. Overeenkomstig artikel 54, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement, is deze voorbereidende actie gevolgd door de aanneming op 22 september 2010 van het Europees programma voor monitoring van de aarde (zie artikel 02 02 15).

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 12     Proefproject — Vergemakkelijken van de toegang tot verzekeringen voor zelfstandige bouwondernemers en kleine bouwbedrijven, om de innovatie en bevordering van ecotechnologie in de Europese Unie te stimuleren

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    286 000

    p.m.

    600 000

    1 428 690,—

    0,—

    Toelichting

    De ontwikkeling van energiebesparende technieken en het gebruik van hernieuwbare energie is van zeer groot belang voor de bouwsector. Met 2,5 miljoen ondernemingen, een omzet van meer dan 1 200 miljard EUR en 12 miljoen arbeidskrachten, waarvan 9,7 miljoen bezoldigde werknemers, genereert de bouwsector 10 % van het bbp van de Unie. 99 % van de bouwondernemingen zijn kleine en middelgrote bedrijven (met minder dan 250 werknemers), die 78 % van de omzet van de sector genereren. Een toenemend gebruik van ecotechnologie en eco-innovatie in de bouwsector is echter afhankelijk van een combinatie van factoren, zoals extra kosten, beschikbaarheid van producten, consumentenvraag en kennis binnen ondernemingen.

    Een ander groot probleem dat een breder gebruik van deze nieuwe technologieën belemmert is de toegang tot verzekeringen voor bouwbedrijven, in het bijzonder de kleinere ondernemingen, die in Europa meer dan 90 % van de bouwsector uitmaken. Met name ten gevolge van hun omvang en financiële basis is het voor kleine ondernemingen moeilijk bouw- of renovatiewerkzaamheden te verzekeren waarbij nieuwe technologieën worden gebruikt (zonne- of fotovoltaïsche energie, geothermische energie enz.). In de praktijk vormt dit een barrière voor de verspreiding van ecologische technologieën door kleine ondernemingen, die goed zijn voor meer dan 60 % van de productie in Europa. De problemen die zelfstandige bouwondernemingen en kleine bouwbedrijven ondervinden bij het sluiten van verzekeringen voor nieuwe ecotechnologieën vormt een duidelijke belemmering voor een breder gebruik van deze technologieën.

    De Unie moet daarom een instrument invoeren dat doeltreffende steun verleent aan kleine bouwbedrijven, die van cruciaal belang zijn voor het bereiken van de doelstellingen van de Unie inzake het gebruik van hernieuwbare energie (20 % van het bruto binnenlandse verbruik tegen 2020).

    Dit project is daarom gericht op de invoering van een uniaal financieel instrument dat gedurende een zekere periode kleine ondernemingen makkelijker toegang verleent tot verzekeringen bij het gebruik van ecotechnologieën in bouwprojecten.

    Het begrotingskrediet, dat onder beheer van het EIF zou kunnen vallen, moet strenge voorwaarden bevatten voor de toewijzing van middelen voor specifieke verzekeringsmaatschappijen, teneinde de sluiting van verzekeringen voor bouwbedrijven die ecotechnologieën gebruiken te vereenvoudigen. Het project is daarom op dezelfde formule gebaseerd als bestaande uniale regelingen ter stimulering van de ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf en innovatie (risicokapitaal/leengaranties).

    De kleine ondernemingen ontvangen uiteraard geen rechtstreekse steun van de Unie; in plaats daarvan wordt steun verstrekt in de vorm van een verzekeringsdekking, een aanvullende verzekeringsdekking of een herverzekeringsregeling. Aan de regeling voor een gemakkelijker toegang tot bouwverzekeringen voor kleine ondernemingen kunnen verschillende voorwaarden verbonden zijn, zoals:

    alleen ondernemingen beneden een bepaalde omvang en omzet komen in aanmerking;

    alleen specifieke soorten werkzaamheden (met ecotechnologieën) en specifieke contracten of projecten van beperkte omvang zijn gedekt;

    er wordt slechts een beperkt of forfaitair bedrag verstrekt.

    De bouwsector is een onmisbare partner bij de inspanningen van de Unie om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en het aandeel van hernieuwbare energie in het algehele energieverbruik te vergroten, en speelt momenteel een actieve rol bij de ontwikkeling, het gebruik en de bevordering van eco-technologieën (zonne-, fotovoltaïsche en geothermische energie).

    Dit proces wordt echter gehinderd door de problemen waar kleine ondernemingen en ambachtslieden in de sector tegenaan lopen in verband met het sluiten van de nodige verzekeringen tegen betaalbare prijzen, en onder toegankelijke voorwaarden. Het innovatieve karakter en de onbekendheid van de risico’s die deze technologieën met zich mee kunnen brengen schrikt de verzekeraars af.

    Het marktonderzoek dat in 2008 is gestart in het kader van het eerdere project ELIOS heeft de complexiteit van de momenteel gangbare verzekeringsstelsels in de lidstaten bevestigd, evenals het ontbreken van een gemeenschappelijke benadering van de beoordeling van de risico's die deze nieuwe technologieën met zich meebrengen.

    Het proefproject heeft daarom tot doel om dit proces voort te zetten door, parallel aan het begin dat de autoriteiten van de Unie hebben gemaakt met het bewerkstelligen van samenhang tussen de verschillende verzekeringsstelsels in de Unie, zoals voorzien in het eerdere onderzoek, een systeem te testen voor toegang tot verzekeringen op basis van het concept dat reeds wordt gebruikt in verband met de financieringsinstrumenten van de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds inzake leengaranties voor de kleine en middelgrote ondernemingen en onderlinge waarborgen. Het doel van het project is aan te tonen dat het mogelijk en haalbaar is om kleine ondernemingen die gebruik maken van ecotechnologieën zonder meerkosten te verzekeren.

    Deze test voert het proces verder dan het stadium van vergelijkend onderzoek en brengt het in een operationele fase, die moet leiden tot de convergentie van nationale stelsels en tot meer aandacht voor de behoeften van kleine ondernemingen en ambachtslieden die actief zijn op het gebied van ecotechnologieën.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 13     Voorbereidende actie — Kansen voor de internationalisering van het midden- en kleinbedrijf (mkb)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    701 980,01

    Toelichting

    De wereldwijde economie is getuige van een kwalitatief nieuwe vorm van internationale economische betrekkingen die nieuwe kansen biedt voor het mkb in een internationale omgeving. Enkele van de redenen voor het aanboren van nieuwe markten kunnen als volgt worden weergegeven:

    lokale markten zijn beperkt;

    de nationale markten stagneren gedurende bepaalde perioden;

    toegang tot internationale markten is nodig om een sterke groei te bewerkstelligen.

    In het kader van de Small Business Act, die voorziet in programma’s ter ondersteuning van het bedrijfsleven en internationaal onderzoek, moet het mkb betrokken worden bij internationale projecten om profijt te trekken uit de groei van markten buiten de Unie. Deze benadering kan een verbetering opleveren van vaardigheden en innovatieve strategieën en zo het Europese mkb een concurrentievoordeel bieden. Er wordt een voorbereidende actie voorgesteld om de betrokkenheid van het mkb bij dergelijke acties te testen. De voorbereidende actie biedt de nodige informatie voor het opstellen van een strategie in een later stadium. De voorbereidende actie zal een gedetailleerde haalbaarheidsstudie omvatten waarin het marktpotentieel en passende bedrijfsondersteunende maatregelen voor het mkb op belangrijke internationale markten zullen worden beoordeeld. In de studie zullen de verschillende beschikbare mogelijkheden en instrumenten worden onderzocht om het Europese mkb beter op die markten af te stemmen en zullen voor afzonderlijke landen specifieke maatregelen worden voorgesteld om in de toekomst de toegang van het Europese mkb tot die markten te vergemakkelijken.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 15     Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    55 000 000

    36 571 507

    39 000 000

    32 207 413

    9 000 000,—

    4 284 000,—

    Toelichting

    Het doel van dit krediet is:

    initiële operationele GMES-diensten te leveren die op de behoeften van de gebruikers zijn afgestemd;

    bij te dragen tot het garanderen van de beschikbaarheid van de observatie-infrastructuur die voor de levering van GMES-diensten noodzakelijk is;

    mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker te maken voor dienstverleners die waarde toevoegen.

    De ontwikkeling van diensten die op monitoring van de aarde gebaseerd zijn, speelt vooral een essentiële rol bij de bevordering van het concurrentievermogen en de innovatie in bedrijven in deze sector en in de downstreammarkten. In Europa vergt de duurzame levering van diensten die verband houden met monitoring van de aarde nog steeds een consequent overheidsoptreden. Dit is niet alleen het gevolg van de markttekortkomingen waardoor niet aan diverse overheidsbehoeften wordt voldaan, maar ook van het feit dat de downstreammarkt een onvolgroeide markt is die sterk afhankelijk is van overheidsfinanciering en waarvan de ontwikkeling tot op heden sterk wordt ingetoomd door onzekerheden omtrent de betaalbaarheid en de beschikbaarheid op lange termijn van de basisdiensten en de gegevens waarop zij bouwen. Wanneer de bovengenoemde specifieke doelstellingen worden verwezenlijkt, zal dat bijdragen tot de groei en de schepping van werkgelegenheid in een innovatieve sector, waarvan het downstreamsegment vooral uit kleine en middelgrote bedrijven bestaat. Deze diensten zullen de toegang vergemakkelijken tot essentiële gegevens die nodig zijn voor de beleidsvorming op uniaal, nationaal, regionaal en plaatselijk niveau op gebieden zoals landbouw, bosmonitoring, waterbeheer, vervoer, stadsplanning, klimaatverandering en tal van andere gebieden. Dit krediet dient eveneens ter dekking van de implementatie van delegatieovereenkomsten, onder meer van de huishoudelijke kosten die zijn gemaakt door entiteiten waaraan de Commissie taken voor het GMES-programma delegeert, overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EU) nr. 911/2010 en artikel 54 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2010/67/EU van de Commissie van 5 februari 2010 tot oprichting van de GMES-partnerraad (PB L 35 van 6.2.2010, blz. 23).

    02 02 16     Proefproject — Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aardelementen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    300 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Zeldzame aardelementen krijgen steeds meer politieke aandacht. Deze 17 elementen zijn van cruciaal belang voor de Europese industrie, aangezien ze onmisbaar zijn voor de productie van hoogtechnologische, koolstofarme goederen, zoals elektrische voertuigen en energie-efficiënte gloeilampen. Ze zijn eveneens noodzakelijk in de defensiesector (laser, nachtkijkers, radaruitrusting, enz.). De vraag stijgt voortdurend, en het aanbod kan nauwelijks volgen, met name op het vlak van zware zeldzame aardelementen. Deze situatie wordt erger gemaakt door het feit dat zeldzame aardelementen momenteel moeilijk te vervangen of te recycleren zijn. In dit opzicht moeten, met het oog op de verbetering van de continuïteit van de voorziening van deze begeerde zeldzame aardelementen, substitutie en recyclage prioritaire aandacht krijgen.

    Dit proefproject heeft tot doel een Europees competentienetwerk voor zeldzame aarden op te richten waar alle Europese belanghebbenden (academiën en onderzoeksinstellingen, de industrie, beleidsvormers, denktanks, enz.) worden samengebracht om beste praktijken uit te wisselen, de kennis over de bijzondere eigenschappen van zeldzame aarden te verhogen, onderzoek te verrichten en de recycleerbaarheid en substitutie ervan te bevorderen. Het samenbrengen van alle verschillende belanghebbenden binnen dergelijk netwerk is eveneens bijzonder belangrijk aangezien de verspreiding van nieuwe technologieën erdoor zou worden geholpen en de doorlooptijd (time to market) zou worden verminderd.

    Het netwerk zou verschillende malen per jaar samenkomen en een aantal werkdossiers behandelen in het kader van verschillende werkgroepen die focussen op verschillende kwesties met betrekking tot zeldzame aardelementen (recyclage, substitutie, raffinagecapaciteit, ontginning, enz.).

    Het netwerk kan worden ontworpen naar het voorbeeld van de in 1985 opgerichte „Concerted European Action on Magnets” (CEAM), die baanbrekend werk heeft verricht op het vlak van Europese samenwerking met de betrokkenheid van meer dan 80 industriële en academische groepen die hun deskundigheid en kennis samen hebben gevoegd om te zorgen voor de bevordering van het inzicht in permanente zeldzame aarde-ijzermagneten. Veel andere landen investeren reeds in recyclagetechnologieën van de volgende generatie om zeldzame aarden terug te winnen. Japan bijvoorbeeld heeft reeds een begroting van 1 000 000 000 USD in het vooruitzicht gesteld voor een strategie op het vlak van zeldzame aardelementen in samenwerking met de industrie, met als doel de continuïteit van de voorziening te verhogen, onder meer door middel van ambitieuze recyclage-inspanningen. De regering van Japan heeft eveneens een streefcijfer vastgesteld voor de vermindering van de invoer van zeldzame aardelementen met een derde in de komende jaren, en het Japans nationaal instituut voor materiaalwetenschap, een bij de regering aangesloten onderzoeksgroep, schat dat gebruikte elektronische apparatuur in Japan ongeveer 272 000 ton aan zeldzame aardelementen bevat. Met een invoer van ongeveer 30 000 ton per jaar, zou dit tien jaar aan invoer vertegenwoordigen. Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aarden zou ervoor zorgen dat de Unie deze kwestie ernstig neemt en ernaar streeft de eigen kennis met betrekking tot deze materialen te vergroten om met name te zorgen voor meer recyclage en substitutie. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de Unie niet voorbij wordt gestreefd in de technologische wedren naar het beheersen van deze belangrijke delfstoffen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 02 17     Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten”

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    500 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Oud artikel 15 04 51

    De term „creatieve districten” is een uitdrukking die tracht de betekenis van de traditionele term „industrieel district” te combineren met het idee van „creatieve bedrijfstakken”, als omschreven in het Groenboek van de Commissie van 27 april 2010 over de ontsluiting van het potentieel van de cultuurindustrie en de creatieve bedrijfstakken. Het gaat hierbij om een plaatselijk gebied waar een sterke concentratie van middelgrote, kleine en micro-ondernemingen te vinden is met een bepaalde gespecialiseerde productie en nauwe verbondenheid met de plaatselijke bevolking, en waarvan de productie weliswaar vooral functioneel is, maar ook een cultureel of creatief aspect heeft.

    Creatieve districten zijn industriële districten waar:

    producten en daarmee verband houdende diensten sterk verweven zijn met de versterking van het creatieve potentieel van de menselijke hulpbronnen die hierbij betrokken zijn, via een intense verbondenheid met de producten en daarmee verband houdende diensten gedurende het gehele productieproces;

    producten en aanverwante diensten gekenmerkt worden door een hoge toegevoegde waarde;

    ondernemingen, het maatschappelijk middenveld, het onderwijsstelsel en instellingen traditioneel een grote samenhang en onderlinge verwevenheid vertonen;

    zowel esthetische als arbeidsethische aspecten voortdurend en op dynamische wijze een onderling samenhangende rol spelen, afhankelijk van de economische behoeften van de sociale context waarop zij betrekking hebben;

    de unieke aanwezige „knowhow” tot uitdrukking komt in „esthetische ambachtelijkheid”, dat wil zeggen in houtproducten, keramiek, leervervaardiging, enz., en zijn lange voortbestaan is gebaseerd op traditie en de kans om erfgoed te worden;

    culturele, ambachtelijke en productietradities langs nieuwe wegen moeten worden doorgegeven om het culturele en materiële erfgoed van topkwaliteit te behouden en een duurzame economische en sociale ontwikkeling te waarborgen.

    Het project streeft ernaar een aantal gecoördineerde acties te verwezenlijken:

    definitie van gezamenlijke parameters voor de vaststelling van een specifieke cultuur en de gemeenschappelijke kenmerken van producten en diensten van „creatieve districten”, door middel van onderzoek en analyse van alle aspecten;

    oprichting van een netwerk van Europese creatieve districten, met het oog op informatie-uitwisseling en de vaststelling van optimale werkmethoden;

    invoering van een gemeenschappelijk merk om de originaliteit van de creatieve districten en hun „esthetische ambachtelijkheid” weer te geven en duidelijk te maken;

    ontwikkeling van innovatieve interventieplannen ter bescherming van de producten en diensten van creatieve districten tegen vervalsing;

    bevordering van partnerschappen tussen creatieve districten om de uitwisseling van jonge studenten en stagiaires binnen de lidstaten mogelijk te maken, zodat zij ervaringen kunnen uitwisselen en de diversiteit kunnen leren waarderen;

    versterking van de sociale cohesie en de overdracht van kennis tussen de generaties, door middel van innovatieve acties op het gebied van uitwisseling en deling;

    versterking van de capaciteit tot het oprichten van netwerken in creatieve districten door middel van de ontwikkeling van synergieën tussen bedrijven, instellingen en sociale instanties.

    Europese creatieve districten vormen een van de duidelijkste voorbeelden van topkwaliteit van de Europese productiecultuur. De districten worden gekenmerkt door de ontwikkeling van de creativiteit van menselijke hulpbronnen, kwaliteitsproducten en de sterke interactie tussen alle betrokken factoren (het economisch stelsel, de samenleving en overheidsinstellingen).

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 02 03 — INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    02 03

    INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID

    02 03 01

    Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie

    1.1

    19 300 000

    13 837 868

    18 550 000

    14 334 567

    18 942 745,92

    16 837 309,34

    02 03 03

    Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen

    02 03 03 01

    Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen — Bijdrage tot de titels 1 en 2

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    02 03 03 02

    Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen — Bijdrage tot titel 3

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 02 03 03 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    02 03 04

    Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

    02 03 04 01

    Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI

    1.1

    23 500 000

    14 826 287

    23 500 000

    15 559 356

    22 517 856,10

    15 795 446,84

    02 03 04 02

    Steun aan organisaties die het mkb en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen

    1.1

    3 700 000

    691 893

     

     

     

     

     

    Artikel 02 03 04 — Subtotaal

     

    27 200 000

    15 518 180

    23 500 000

    15 559 356

    22 517 856,10

    15 795 446,84

    02 03 05

    Voorbereidende actie — Recap: recycling op lokale schaal van intern plastic afval dat wordt geproduceerd door belangrijke polymeerverwerkende regio's van de Unie

    2

    p.m.

    375 000

    1 500 000

    750 000

     

     

     

    Hoofdstuk 02 03 — Totaal

     

    46 500 000

    29 731 048

    43 550 000

    30 643 923

    41 460 602,02

    32 632 756,18

    02 03 01     Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 300 000

    13 837 868

    18 550 000

    14 334 567

    18 942 745,92

    16 837 309,34

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de maatregelen die moeten bijdragen tot de werking van de interne markt:

    harmonisatie van normen en totstandbrenging van een informatiesysteem op het gebied van normen en technische voorschriften;

    financiering van de administratieve en technische coördinatie en van de samenwerking tussen de aangemelde instanties;

    onderzoek van de regels waarvan door de lidstaten en de EVA-staten kennis is gegeven en vertaling van de ontwerpen van technische voorschriften;

    toepassing van het Unierecht op het gebied van medische hulpmiddelen, cosmetica, voedingsmiddelen, textielproducten, geneesmiddelen, chemische stoffen, indeling en etikettering van stoffen en preparaten, auto’s en veiligheid, en kwaliteit van het milieu;

    sectorale harmonisatie op het gebied van de richtlijnen „nieuwe aanpak”, met name de uitbreiding van het toepassingsgebied van de „nieuwe aanpak” tot andere sectoren;

    maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 765/2008, zowel voor de infrastructuren als voor het markttoezicht;

    uitvoeringsmaatregelen voor Verordening (EG) nr. 764/2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht;

    uitvoeringsmaatregelen voor Richtlijn 2009/43/EG betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Unie;

    organisatie van partnerschappen met de lidstaten, steun voor administratieve samenwerking tussen de autoriteiten die bevoegd zijn voor markttoezicht en de tenuitvoerlegging van de internemarktwetgeving;

    subsidies ter ondersteuning van door externe organen opgezette projecten van belang voor de Unie;

    informatie- en communicatieacties, verbetering van de kennis van de wet- en regelgeving van de Unie;

    uitvoering van het strategische programma voor de interne markt en toezicht op de markt;

    subsidies ter ondersteuning van de Europese Organisatie voor technische goedkeuring (EOTA);

    subsidie voor de Raad van Europa in het kader van het Verdrag inzake een Europese farmacopee;

    deelname aan de onderhandelingen over overeenkomsten van onderlinge erkenning, en in het kader van de Europese overeenkomsten, steunverlening aan de geassocieerde landen voor de omzetting van het acquis van de Unie.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169).

    Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (PB L 210 van 7.8.1985, blz. 29).

    Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).

    Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51).

    Besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over overeenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en bepaalde derde landen inzake de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling (document 8300/92).

    Richtlijn 93/5/EEG van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met levensmiddelen (PB L 52 van 4.3.1993, blz. 18).

    Richtlijn 93/7/EEG van de Raad van 15 maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 74 van 27.3.1993, blz. 74).

    Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1).

    Richtlijn 93/15/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PB L 121 van 15.5.1993, blz. 20).

    Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1).

    Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming die in de richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt (PB L 220 van 22.7.1993, blz. 23).

    Besluit 94/358/EG van de Raad van 16 juni 1994 houdende aanvaarding namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de samenstelling van een Europese farmacopee (PB L 158 van 25.6.1994, blz. 17).

    Richtlijn 96/100/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 februari 1997 tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 60 van 1.3.1997, blz. 59).

    Besluit van de Raad tot bevestiging van de interpretatie van het Comité 113 van het besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie richtsnoeren worden gegeven voor onderhandelingen over Europese conformiteitsbeoordelingsovereenkomsten (ECAA's) (document 8453/97).

    Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).

    Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18).

    Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 331 van 7.12.1998, blz. 1).

    Richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de nieuwe aanpak in bepaalde sectoren, zoals machines, elektromagnetische compatibiliteit, radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, laagspanningscomponenten, persoonlijke beschermingsmiddelen op de arbeidsplaats, liften, gevaarlijke explosieve atmosfeer, medische voorzieningen, speelgoed, drukapparatuur, gastoestellen, bouwsector, spoorweginteroperabiliteit, pleziervaartuigen, autobanden, uitstoot van motorvoertuigen, explosieven, pyrotechnische artikelen enz.

    Richtlijnen van de Raad inzake de opheffing van technische handelsbelemmeringen op andere terreinen dan die waarvoor de „nieuwe aanpak” geldt.

    Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft (PB L 337 van 12.12.1998, blz. 8).

    Richtlijn 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (PB L 66 van 13.3.1999, blz. 26).

    Richtlijn 1999/36/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 20).

    Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PB L 200 van 30.7.1999, blz. 1).

    Richtlijn 2000/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (PB L 106 van 3.5.2000, blz. 21).

    Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis (PB L 162 van 3.7.2000, blz. 1).

    Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (PB L 200 van 8.8.2000, blz. 35).

    Verordening (EG) nr. 2580/2000 van de Raad van 20 november 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3448/93 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).

    Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).

    Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

    Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19).

    Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24).

    Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese coöperatieve vennootschap (SCE) (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen (PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1).

    Richtlijn 2003/102/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers voor en bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PB L 321 van 6.12.2003, blz. 15).

    Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1).

    Richtlijn 2004/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) (gecodificeerde versie) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 28).

    Richtlijn 2004/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (gecodificeerde versie) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 44).

    Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia tot intrekking van Richtlijn 73/404/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake detergentia (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 19).

    Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

    Richtlijn 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21).

    Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).

    Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).

    Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

    Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 1).

    Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).

    Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 5).

    Verordening (EU) nr. 1007/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 betreffende textielvezelbenamingen en de desbetreffende etikettering en merking van de vezelsamenstelling van textielproducten, en houdende intrekking van Richtlijn 73/44/EEG van de Raad en Richtlijnen 96/73/EG en 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 272 van 18.10.2011, blz. 1).

    02 03 03     Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen

    02 03 03 01   Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen — Bijdrage tot de titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven en de administratieve uitgaven van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (titels 1 en 2).

    Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

    02 03 03 02   Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen — Bijdrage tot titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is ter dekking van operationele uitgaven van het Agentschap met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven. De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208, lid 1, van het Financieel Reglement worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    Voor 2013 is niet in een bijdrage van de Unie voorzien, omdat de werking van het agentschap met „ontvangsten uit vergoedingen en rechten” zal worden gefinancierd, die verondersteld worden ruim voldoende te zijn om de verwachte uitgaven te dekken. Overschotten zullen naar het volgende jaar worden overgedragen om de continuïteit van de taken van het agentschap te garanderen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

    02 03 04     Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

    02 03 04 01   Steun aan normalisatiewerkzaamheden van CEN, Cenelec en ETSI

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    23 500 000

    14 826 287

    23 500 000

    15 559 356

    22 517 856,10

    15 795 446,84

    Toelichting

    Oud artikel 02 03 04

    In overeenstemming met de algemene doelstelling die erin bestaat de interne markt goed te laten functioneren en het concurrentievermogen van de Europese industrie te ondersteunen, met name door een wederzijdse erkenning van de normen en de vaststelling van Europese normen in bepaalde gevallen, dient dit krediet ter dekking van:

    de financiële verplichtingen die voortvloeien uit contracten die gesloten worden met de Europese normalisatie-instellingen (Europees Normalisatie-instituut voor telecommunicatie (ETSI), Europees Comité voor normalisatie (CEN) en Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec)), voor de opstelling van normen;

    de werkzaamheden in verband met de controle op en de certificering van overeenstemming met de normen en demonstratieprojecten;

    de uitgaven voor contracten met het oog op de uitvoering van bovengenoemd programma en bovengenoemde projecten. Het betreft hier met name contracten voor onderzoek, samenwerking, evaluatie, technische werkzaamheden, coördinatie, beurzen, subsidies, opleiding en mobiliteit van wetenschappers, deelneming aan internationale overeenkomsten en deelneming in de uitrustingskosten;

    versterking van de prestaties van de normalisatie-instituten;

    bevordering van de kwaliteit van de normalisatie en de controle hierop;

    steun voor de omzetting van de Europese normen in nationale normen, onder meer door vertaling ervan;

    acties op het gebied van voorlichting, promotie en zichtbaarheid van de normalisatie, alsmede behartiging van de Europese belangen bij de internationale normalisatie;

    de secretariaten van de technische comités;

    de technische projecten op het gebied van keuringen inzake overeenstemming met de normen;

    samenwerkings- en bijstandsprogramma’s voor derde landen;

    de uitvoering van werkzaamheden die de geharmoniseerde toepassing van internationale normen in de Unie mogelijk maken;

    de nadere uitwerking van certificatiemethoden en de ontwikkeling van technische certificatiemethoden;

    de bevordering van de toepassing van de normen in het kader van overheidsopdrachten;

    de coördinatie van de verschillende activiteiten die de toepassing van de normen moeten voorbereiden en bevorderen (handleidingen, demonstraties enz.).

    De Uniefinanciering moet dienen om de normalisatieactiviteiten te omschrijven en ten uitvoer te brengen door overleg met de voornaamste betrokkenen: bedrijfsleven, vertegenwoordigers van de werknemers, van de consumenten, van het midden- en kleinbedrijf, nationale en Europese normalisatie-instellingen, uitschrijvers van openbare aanbestedingen in de lidstaten, alle gebruikers en degenen die op nationaal en EU-niveau het industriebeleid bepalen.

    In het geval van IT-apparatuur zijn met het oog op de interoperabiliteit in Beschikking 87/95/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de normalisatie op het gebied van de informatietechnologieën en de telecommunicatie (PB L 36 van 7.2.1987, blz. 31) specifieke bepalingen opgenomen volgens welke de lidstaten ervoor moeten zorgen dat in overheidsopdrachten Europese of internationale normen worden vermeld.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).

    Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 betreffende de financiering van de Europese normalisatie (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 9).

    Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

    02 03 04 02   Steun aan organisaties die het mkb en maatschappelijke belanghebbenden bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 700 000

    691 893

     

     

     

     

    Toelichting

    Nieuwe post

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de werking en de activiteiten van Europese niet-gouvernementele en non-profitorganisaties die de belangen van het mkb en de consumenten, alsmede de belangen van het milieu en de samenleving bij normalisatiewerkzaamheden vertegenwoordigen.

    Zulke vertegenwoordiging bij normalisatiewerkzaamheden op Europees niveau maakt deel uit van het statutair doel van deze organisaties en zij hebben van nationale non-profitorganisaties uit ten minste twee derde van de lidstaten de opdracht gekregen deze belangen te vertegenwoordigen.

    Bijdragen aan deze Europese organisaties werden vroeger gedekt door het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie, het consumentenbeleid en het financieringsinstrument voor het milieu (Life +). In haar recente voorstel voor een verordening betreffende Europese normalisatie heeft de Commissie voorgesteld om de door specifieke programma’s gefinancierde acties op het gebied van normalisatie in één rechtshandeling samen te brengen.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

    Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

    Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life +) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 17).

    Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

    02 03 05     Voorbereidende actie — Recap: recycling op lokale schaal van intern plastic afval dat wordt geproduceerd door belangrijke polymeerverwerkende regio's van de Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    375 000

    1 500 000

    750 000

     

     

    Toelichting

    Oud artikel 07 03 71

    De Europese polymeerverwerkende industrie is een grote Europese industrietak die 50 000 bedrijven — waarvan 85 % kmo's — en 1 600 000 werknemers omvat. Haar productie bedroeg in 2009 45 000 000 ton waarbij Duitsland (23 %), Italië (16 %), Frankrijk (12 %), Spanje (8,5 %), het Verenigd Koninkrijk (8 %) en Polen (5,5 %) de grootste Europese producenten van plastic onderdelen waren. Bijna twee derde van het geproduceerde plastic afval (1 300 000 ton plastic) wordt beschouwd als „eindafval” en wordt ofwel naar het Verre Oosten (hoofdzakelijk China) geëxporteerd ofwel gestort. Recycling van 50 % van het huidige niet-gerecyclede plastic afval zou jaarlijks een besparing opleveren van circa 650 000 ton plastic materiaal. Door de recyclingpercentages te vergroten draagt deze voorbereidende actie bij aan de verwezenlijking van de Europa 2020-strategie inzake het efficiënt beheer van grondstoffen. De voorbereidende actie Recap beoogt de recycling van intern plastic afval te verbeteren. Het beoogt de weg vrij te maken voor de ontwikkeling van nieuwe technologische oplossingen om plastic productieafval te recyclen en voor de tenuitvoerlegging en structurering van recyclingkanalen die zijn gebaseerd op duurzame oplossingen en technologieën. Dit project draagt bij aan het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, de levensduur van plastic materialen te verlengen, op ruwe olie te besparen, en van de plasticindustrie een meer verantwoorde sector te maken. Er wordt een routekaart opgesteld om de noodzakelijke stappen voor een definitieve duurzame oplossing nader te specificeren: omschrijving van samenwerkingsprojecten op het gebied van O&O om technologische knelpunten weg te nemen, organisatie en structurering van recyclingkanalen, overdracht van beste praktijken en technologieën aan de plasticverwerkende sector van de Unie, demonstratie van recyclingtechnologieën door middel van proefapparatuur, oprichting van bedrijven om de ontwikkelde intellectuele-eigendomsrechten te exploiteren. De resultaten moeten worden verspreid in diverse regio's van de Unie met veel plasticverwerkende industrie.

    De eerste subdoelstelling van het Recap-project betreft de uitvoering van een benchmarkonderzoek naar intern afvalbeheer in diverse belangrijke regio's van de Unie van de plasticverwerkende industrie in Frankrijk, Italië, Duitsland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk en Polen. In elk van deze regio's concentreert de plasticverwerking zich binnen een beperkte geografische straal.

    De tweede subdoelstelling van het Recap-project vloeit voort uit analyse van het benchmarkonderzoek en betreft de vaststelling van beste praktijken en de opstelling van aanbevelingen voor toekomstige maatregelen die worden opgenomen in een algemene methodiek voor intern afvalbeheer. Er zullen diverse scenario's worden opgesteld. Elk scenario wordt opgesplitst in structureringsdoelstellingen (economische, financiële en politieke organisatie van recyclingkanalen) en technologische doelstellingen (O&O-knelpunten die moeten worden weggenomen). De derde subdoelstelling van het Recap-project betreft de proefimplementatie van een scenario in een van de in het kader van het project bestudeerde regio's. In het kader van een dergelijke proefimplementatie worden onder meer O&O-projecten opgezet om de vastgestelde technologische knelpunten weg te nemen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 02 04 — SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    02 04

    SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID

    02 04 01

    Onderzoek op het gebied van ruimtevaart en veiligheid

    02 04 01 01

    Onderzoek op het gebied van ruimtevaart

    1.1

    312 710 000

    249 081 618

    251 267 503

    278 885 279

    238 766 908,03

    233 439 451,73

    02 04 01 02

    Onderzoek op het gebied van veiligheid

    1.1

    300 730 000

    154 193 382

    242 951 017

    171 087 661

    231 054 481,91

    130 097 781,99

    02 04 01 03

    Onderzoek in verband met vervoer (Galileo)

    1.1

    137 657 000

    79 073 529

    105 300 000

    54 435 064

    64 094 999,—

    51 121 833,49

     

    Artikel 02 04 01 — Subtotaal

     

    751 097 000

    482 348 529

    599 518 520

    504 408 004

    533 916 388,94

    414 659 067,21

    02 04 02

    Voorbereidende actie — Versterking van het Europese veiligheidsonderzoek

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    276 095,88

    02 04 03

    Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    28 364 966,53

    4 710 718,07

    02 04 04

    Voltooiing van eerdere onderzoeksprogramma’s

    02 04 04 01

    Voltooiing van programma’s van vóór 2003

    1.1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    02 04 04 02

    Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Gemeenschap (2003-2006)

    1.1

    296 526

    2 721 753

    0,—

    4 170 440,43

     

    Artikel 02 04 04 — Subtotaal

     

    296 526

    2 721 753

    0,—

    4 170 440,43

     

    Hoofdstuk 02 04 — Totaal

     

    751 097 000

    482 645 055

    599 518 520

    507 129 757

    562 281 355,47

    423 816 321,59

    Toelichting

    Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen in dit hoofdstuk.

    Deze kredieten zullen worden gebruikt voor het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, dat de periode 2007-2013 bestrijkt.

    Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal gebruikt worden.

    Deze kredieten zullen worden gebruikt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Extra kredieten zullen worden opgevoerd onder artikel 02 04 03.

    02 04 01     Onderzoek op het gebied van ruimtevaart en veiligheid

    02 04 01 01   Onderzoek op het gebied van ruimtevaart

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    312 710 000

    249 081 618

    251 267 503

    278 885 279

    238 766 908,03

    233 439 451,73

    Toelichting

    De acties die op dit gebied worden uitgevoerd, hebben tot doel een Europees ruimteprogramma te ondersteunen dat zich vooral toespitst op toepassingen zoals GMES (Global Monitoring for Environment and Security — wereldwijde monitoring van milieu en veiligheid) met voordelen voor de burgers en het concurrentievermogen van de Europese industrie, alsook de grondslagen van de ruimtevaart te versterken met in het bijzonder voordelen voor het concurrentievermogen van de Europese ruimtevaartindustrie. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van een Europees ruimtevaartbeleid waarmee de inspanningen van de lidstaten en andere hoofdrolspelers, zoals het Europees Ruimteagentschap, worden aangevuld. Verwacht wordt dat onderzoek op het gebied van ruimtevaart aanzienlijk zal bijdragen tot de prioriteiten van de Europa 2020-strategie, in het bijzonder wat het aanpakken van grote maatschappelijke uitdagingen, de bijdrage tot een slimme en duurzame groei en innovatie betreft.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    02 04 01 02   Onderzoek op het gebied van veiligheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    300 730 000

    154 193 382

    242 951 017

    171 087 661

    231 054 481,91

    130 097 781,99

    Toelichting

    De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is de technologieën en kennis te ontwikkelen die nodig zijn voor het opbouwen van capaciteiten waarbij de nadruk op civiele toepassing ligt teneinde de burger te beschermen tegen dreigingen zoals terrorisme en criminaliteit, alsmede tegen de effecten van ongewilde incidenten zoals natuurrampen en industriële ongevallen; te zorgen voor een optimaal en gecoördineerd gebruik van beschikbare en zich ontwikkelende technologieën ten behoeve van de Europese veiligheid met inachtneming van de fundamentele mensenrechten; de samenwerking tussen aanbieders en gebruikers van veiligheidsoplossingen te stimuleren; door middel van deze activiteiten de technologische basis van de Europese beveiligingsindustrie te versterken en tegelijkertijd het concurrentievermogen ervan te verbeteren. In dit verband moeten speciale inspanningen worden verricht voor de ontwikkeling van een Europese strategie voor cyberveiligheid.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    02 04 01 03   Onderzoek in verband met vervoer (Galileo)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    137 657 000

    79 073 529

    105 300 000

    54 435 064

    64 094 999,—

    51 121 833,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van maatregelen voor de ontwikkeling van het Europees satellietnavigatiesysteem (Galileo) voor alle vervoerswijzen, met inbegrip van intermodaliteit, met het oog op de volgende technologische generatie.

    Het is de bedoeling dat deze onderzoeksmaatregelen tot een verbetering van het vervoer bijdragen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    02 04 02     Voorbereidende actie — Versterking van het Europese veiligheidsonderzoek

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    276 095,88

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere contractuele verplichtingen in verband met deze voorbereidende actie die de bijdrage van de Commissie aan de bredere agenda van de Unie vormt voor de aanpak van de belangrijkste veiligheidsproblemen die momenteel het uiterste van Europa vergen, en die gericht is op de vergroting van de veiligheid van de burgers.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    02 04 03     Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    28 364 966,53

    4 710 718,07

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

    02 04 04     Voltooiing van eerdere onderzoeksprogramma’s

    02 04 04 01   Voltooiing van programma’s van vóór 2003

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de eerdere vastleggingen in verband met onderzoeksprogramma’s van vóór 2003.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

    Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

    Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

    Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

    Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

    Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

    Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

    02 04 04 02   Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Gemeenschap (2003-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    296 526

    2 721 753

    0,—

    4 170 440,43

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de eerdere vastleggingen in verband met het zesde kaderprogramma van de Gemeenschap.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

    Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

    HOOFDSTUK 02 05 — EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    02 05

    EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

    02 05 01

    Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

    1.1

    p.m.

    355 830 882

    167 000 000

    367 750 430

    196 935 885,18

    562 184 008,43

    02 05 02

    Europees GNSS-Agentschap (GSA)

    02 05 02 01

    Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titels 1 en 2

    1.1

    9 337 065

    9 337 065

    7 920 676

    7 920 676

    5 749 159,—

    5 749 000,—

    02 05 02 02

    Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titel 3

    1.1

    2 362 935

    2 362 935

    1 919 324

    1 919 324

    2 637 801,—

    2 451 000,—

     

    Artikel 02 05 02 — Subtotaal

     

    11 700 000

    11 700 000

    9 840 000

    9 840 000

    8 386 960,—

    8 200 000,—

     

    Hoofdstuk 02 05 — Totaal

     

    11 700 000

    367 530 882

    176 840 000

    377 590 430

    205 322 845,18

    570 384 008,43

    02 05 01     Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    355 830 882

    167 000 000

    367 750 430

    196 935 885,18

    562 184 008,43

    Toelichting

    De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma’s wordt verleend met het oog op medefinanciering van:

    activiteiten die verband houden met de afronding van de ontwikkelingsfase;

    activiteiten die verband houden met de stationeringsfase, die de bouw en de lancering van de satellieten en de volledige totstandbrenging van de grondinfrastructuur omvat;

    de eerste reeks activiteiten in verband met de start van de exploitatiefase, die enerzijds het beheer van de satelliet- en grondinfrastructuur en anderzijds de permanente onderhouds- en bijwerkingswerkzaamheden omvat.

    Overeenkomstig het financieel memorandum bij het voorstel van Verordening (EG) nr. 683/2008 is er voor de begroting voor 2013 niet in vastleggingen voorzien.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1).

    02 05 02     Europees GNSS-Agentschap (GSA)

    02 05 02 01   Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    9 337 065

    9 337 065

    7 920 676

    7 920 676

    5 749 159,—

    5 749 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

    Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van het Europees GNSS-Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 tot oprichting van het Europese GNSS-Agentschap (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11).

    02 05 02 02   Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 362 935

    2 362 935

    1 919 324

    1 919 324

    2 637 801,—

    2 451 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 12 409 958 EUR. Een bedrag van 709 958 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 11 700 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 tot oprichting van het Europese GNSS-Agentschap (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE

    TITEL 03

    CONCURRENTIE

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    03 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

    92 219 149

    92 219 149

    91 476 166

    91 476 166

    93 416 340,60

    93 416 340,60

    Reserves (40 01 40)

     

     

    14 967

    14 967

     

     

     

    92 219 149

    92 219 149

    91 491 133

    91 491 133

    93 416 340,60

    93 416 340,60

    03 03

    KARTELS, ANTI-TRUST EN LIBERALISERING

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Titel 03 — Totaal

    92 219 149

    92 219 149

    91 476 166

    91 476 166

    93 416 340,60

    93 416 340,60

    Reserves (40 01 40)

     

     

    14 967

    14 967

     

     

     

    92 219 149

    92 219 149

    91 491 133

    91 491 133

    93 416 340,60

    93 416 340,60

    HOOFDSTUK 03 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    03 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

    03 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Concurrentie”

    5

    77 091 029

    75 644 783

    77 212 124,05

    03 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

    03 01 02 01

    Extern personeel

    5

    5 569 161

    5 877 977

    5 478 999,—

    03 01 02 11

    Oveige beheersuitgaven

    5

    4 680 350

    5 123 619

    4 919 848,—

    Reserves (40 01 40)

     

     

    14 967

     

     

     

    4 680 350

    5 138 586

    4 919 848,—

     

    Artikel 03 01 02 — Subtotaal

     

    10 249 511

    11 001 596

    10 398 847,—

    Reserves (40 01 40)

     

     

    14 967

     

     

     

    10 249 511

    11 016 563

    10 398 847,—

    03 01 03

    Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Concurrentie”

    5

    4 878 609

    4 829 787

    5 805 369,55

     

    Hoofdstuk 03 01 — Totaal

     

    92 219 149

    91 476 166

    93 416 340,60

    Reserves (40 01 40)

     

     

    14 967

     

     

     

    92 219 149

    91 491 133

    93 416 340,60

    03 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Concurrentie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    77 091 029

    75 644 783

    77 212 124,05

    03 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

    03 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 569 161

    5 877 977

    5 478 999,—

    03 01 02 11   Oveige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    03 01 02 11

    4 680 350

    5 123 619

    4 919 848,—

    Reserves (40 01 40)

     

    14 967

     

    Totaal

    4 680 350

    5 138 586

    4 919 848,—

    03 01 03     Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Concurrentie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 878 609

    4 829 787

    5 805 369,55

    HOOFDSTUK 03 03 — KARTELS, ANTI-TRUST EN LIBERALISERING

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    03 03

    KARTELS, ANTI-TRUST EN LIBERALISERING

    03 03 02

    Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken

    5

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 03 03 — Totaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    03 03 02     Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Om ervoor te zorgen dat de regels inzake mededinging betreffende overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), misbruik van een machtspositie (artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), steunmaatregelen van de staten (artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) en concentraties van ondernemingen (Verordening (EG) nr. 139/2004) worden gehandhaafd, kan de Commissie besluiten nemen, onderzoeken voeren en sancties of terugvorderingen opleggen.

    De besluiten van de Commissie zijn overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan het toezicht van het Hof van Justitie van de Europese Unie onderworpen.

    Bij wijze van voorzorg is het passend rekening te houden met de mogelijke budgettaire gevolgen van arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen die door het Hof van Justitie van de Europese Unie worden toegekend aan eisers en die het gevolg zijn van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken.

    Aangezien vooraf geen redelijke raming van de financiële gevolgen voor de algemene begroting kan worden opgesteld, wordt in dit artikel een pro-memorievermelding („p.m.”) opgenomen. In voorkomend geval zal de Commissie voorstellen de kredieten voor de werkelijke behoeften beschikbaar te stellen door middel van overschrijvingen of door een ontwerp van gewijzigde begroting.

    Rechtsgronden

    Artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oude artikelen 81 en 82 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) en afgeleid recht, met name:

    Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1);

    Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

    Artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oude artikelen 87 en 88 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) en afgeleid recht, met name:

    Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE

    BELEIDSCOÖRDINATIE, EUROPEAN COMPETITION NETWORK (ECN) EN INTERNATIONALE SAMENWERKING

    TOEZICHT OP STAATSSTEUN

    CONCENTRATIECONTROLE

    TITEL 04

    WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    04 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN”

    94 756 546

    94 756 546

    94 967 091

    94 967 091

    96 040 198,82

    96 040 198,82

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 966

    16 966

     

     

     

    94 756 546

    94 756 546

    94 984 057

    94 984 057

    96 040 198,82

    96 040 198,82

    04 02

    EUROPEES SOCIAAL FONDS

    11 594 862 310

    10 087 557 851

    11 170 793 739

    11 204 142 069

    11 088 558 905,61

    9 966 313 734,69

    04 03

    WERKEN IN EUROPA — SOCIALE DIALOOG EN MOBILITEIT

    79 097 000

    58 354 054

    78 430 000

    61 989 703

    77 439 218,77

    59 067 184,25

    04 04

    WERKGELEGENHEID, MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARITEIT EN GENDERGELIJKHEID

    122 286 000

    108 376 020

    124 530 800

    111 116 710

    117 967 733,75

    97 272 632,03

    04 05

    EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG)

    p.m.

    50 000 000

    p.m.

    67 657 535

    113 878 622,—

    113 878 622,—

    04 06

    INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

    113 157 077

    29 652 574

    112 150 000

    59 719 121

    102 400 000,—

    27 922 056,48

     

    Titel 04 — Totaal

    12 004 158 933

    10 428 697 045

    11 580 871 630

    11 599 592 229

    11 596 284 678,95

    10 360 494 428,27

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 966

    16 966

     

     

     

    12 004 158 933

    10 428 697 045

    11 580 888 596

    11 599 609 195

    11 596 284 678,95

    10 360 494 428,27

    HOOFDSTUK 04 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    04 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN”

    04 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

    5

    60 441 789

    59 956 236

    60 277 606,63

    04 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

    04 01 02 01

    Extern personeel

    5

    4 164 583

    4 282 694

    3 776 291,35

    04 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    4 908 191

    5 101 560

    6 295 616,48

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 966

     

     

     

    4 908 191

    5 118 526

    6 295 616,48

     

    Artikel 04 01 02 — Subtotaal

     

    9 072 774

    9 384 254

    10 071 907,83

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 966

     

     

     

    9 072 774

    9 401 220

    10 071 907,83

    04 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

    5

    3 824 983

    3 828 101

    4 538 863,54

    04 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

    04 01 04 01

    Europees Sociaal Fonds (ESF) en niet-operationele technische bijstand — Uitgaven voor administratief beheer

    1.2

    15 700 000

    16 000 000

    15 748 450,34

    04 01 04 02

    Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    260 000

    260 000

    235 562,13

    04 01 04 04

    Eures (European Employment Services) — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    470 000

    470 000

    477 774,32

    04 01 04 06

    Analyse, studies en bewustmaking van de sociale situatie, de demografie en het gezin — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    175 000

    100 000

    100 000,—

    04 01 04 08

    Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    400 000

    400 000

    399 037,65

    04 01 04 10

    Progress — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    2 847 000

    2 847 000

    2 388 721,39

    04 01 04 11

    Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit — Administratieve uitgaven

    1.1

    200 000

    250 000

    153 111,40

    04 01 04 13

    Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Onderdeel personele middelen — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    1 365 000

    1 471 500

    1 224 595,35

    04 01 04 14

    Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    p.m.

    p.m.

    424 568,24

     

    Artikel 04 01 04 — Subtotaal

     

    21 417 000

    21 798 500

    21 151 820,82

     

    Hoofdstuk 04 01 — Totaal

     

    94 756 546

    94 967 091

    96 040 198,82

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 966

     

     

     

    94 756 546

    94 984 057

    96 040 198,82

    04 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    60 441 789

    59 956 236

    60 277 606,63

    04 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

    04 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 164 583

    4 282 694

    3 776 291,35

    04 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    04 01 02 11

    4 908 191

    5 101 560

    6 295 616,48

    Reserves (40 01 40)

     

    16 966

     

    Totaal

    4 908 191

    5 118 526

    6 295 616,48

    04 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 824 983

    3 828 101

    4 538 863,54

    04 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

    04 01 04 01   Europees Sociaal Fonds (ESF) en niet-operationele technische bijstand — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    15 700 000

    16 000 000

    15 748 450,34

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van door het ESF gefinancierde technischebijstandsmaatregelen in het kader van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1081/2006. Bij de technische bijstand gaat het om maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het ESF door de Commissie. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

    uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen);

    kosten voor informatie en publicatie;

    kosten voor informatietechnologie en telecommunicatie;

    uitgaven voor steun voor toegankelijkheid van personen met een handicap binnen maatregelen voor technische bijstand;

    dienstencontracten;

    uitgaven voor extern personeel op het hoofdkantoor (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 5 000 000 EUR, alsook voor dienstreizen van dat personeel.

    Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    04 01 04 02   Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    260 000

    260 000

    235 562,13

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie post 04 03 03 01.

    04 01 04 04   Eures (European Employment Services) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    470 000

    470 000

    477 774,32

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 04 03 04.

    04 01 04 06   Analyse, studies en bewustmaking van de sociale situatie, de demografie en het gezin — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    175 000

    100 000

    100 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 04 03 07.

    04 01 04 08   Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    400 000

    400 000

    399 037,65

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 04 03 05.

    04 01 04 10   Progress — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 847 000

    2 847 000

    2 388 721,39

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven voor technische en administratieve bijstand voor de tenuitvoerlegging van acties ter bewerkstelliging van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het inspelen op de bijzondere behoeften van personen met een handicap;

    de uitgaven, ten belope van maximaal 600 000 EUR, voor de reis-, verblijf- en onvoorziene kosten van leden en deskundigen, de uitgaven die verband houden met de organisatie van vergaderingen en de uitgaven voor de specifieke activiteiten en de veiligheidscampagnes van het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze begrotingslijn vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie post 04 04 01.

    04 01 04 11   Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit — Administratieve uitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    200 000

    250 000

    153 111,40

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor technische en administratieve bijstand voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen in verband met de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit.

    Rechtsgronden

    Zie Artikel 04 04 15.

    04 01 04 13   Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Onderdeel personele middelen — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 365 000

    1 471 500

    1 224 595,35

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

    uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 04 06 01.

    04 01 04 14   Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    424 568,24

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd om op initiatief van de Commissie te worden gebruikt, tot een maximum van 0,35 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG. Het EFG kan gebruikt worden voor het financieren van de voorbereiding, het toezicht, de informatie en het creëren van een kennisbasis die relevant is voor de implementatie van het EFG. Het mag tevens worden gebruikt ter financiering van administratieve en technische bijstand, alsook audit, controle en evaluatie die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de operaties van het EFG.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 04 05 01.

    HOOFDSTUK 04 02 — EUROPEES SOCIAAL FONDS

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    04 02

    EUROPEES SOCIAAL FONDS

    04 02 01

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    240 185 846

    p.m.

    430 000 000

    0,—

    247 779 677,56

    04 02 02

    Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    04 02 03

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    04 02 04

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    13 368 033,12

    04 02 05

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    177 934,71

    04 02 06

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    55 024 594

    p.m.

    42 822 534

    0,—

    132 658 432,28

    04 02 07

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 006 993,58

    04 02 08

    Voltooiing van Equal (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    7 000 000

    p.m.

    10 000 000

    0,—

    43 235 678,18

    04 02 09

    Voltooiing van eerdere programma’s in het kader van een communautair initiatief (van vóór 2000)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    04 02 10

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    04 02 11

    Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

    1.2

    0,—

    0,—

    04 02 17

    Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie

    1.2

    8 277 649 354

    7 400 000 000

    7 904 534 226

    7 332 907 505

    7 866 953 083,—

    6 415 399 191,14

    04 02 18

    Europees Sociaal Fonds (ESF) — Peace

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    04 02 19

    Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

    1.2

    3 307 212 956

    2 378 847 411

    3 256 259 513

    3 378 412 030

    3 210 776 303,—

    3 104 564 784,13

    04 02 20

    Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)

    1.2

    10 000 000

    6 500 000

    10 000 000

    10 000 000

    10 829 519,61

    8 123 009,99

     

    Hoofdstuk 04 02 — Totaal

     

    11 594 862 310

    10 087 557 851

    11 170 793 739

    11 204 142 069

    11 088 558 905,61

    9 966 313 734,69

    Toelichting

    In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is voorzien in financiële correcties waarvan de ontvangsten worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annuleringsrisico's of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken.

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder het voorschot wordt terugbetaald, hetgeen niet tot gevolg heeft dat het aandeel van de structuurfondsen aan de betrokken financiële tussenkomst wordt verminderd. Eventuele ontvangsten uit deze terugbetalingen van het voorschot, die in post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten worden opgenomen, geven aanleiding tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement.

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor terugbetaling van voorfinanciering voor de periode 2007-2013.

    Het speciale programma voor vrede en verzoening wordt voortgezet, in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, om 500 000 000 EUR voor de nieuwe looptijd van het programma beschikbaar te stellen. Het additionaliteitsbeginsel moet ten volle worden geëerbiedigd. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over deze maatregel.

    De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

    Rechtsgronden

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Referentiebesluiten

    Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

    Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

    04 02 01     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    240 185 846

    p.m.

    430 000 000

    0,—

    247 779 677,56

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

    04 02 02     Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

    Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000-2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49).

    Referentiebesluiten

    Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 1999 in Berlijn, met name punt 44, onder b).

    Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 17 en 18 juni 2004 in Brussel, met name punt 49.

    04 02 03     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 1 en 6.

    Rechtsgronden

    Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).

    Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

    Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

    04 02 04     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    13 368 033,12

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

    04 02 05     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    177 934,71

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 2 en 5 b).

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

    Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

    04 02 06     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    55 024 594

    p.m.

    42 822 534

    0,—

    132 658 432,28

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

    04 02 07     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 006 993,58

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 3 en 4.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

    Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

    04 02 08     Voltooiing van Equal (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    7 000 000

    p.m.

    10 000 000

    0,—

    43 235 678,18

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief Equal betreffende transnationale samenwerking voor de bevordering van nieuwe praktijken voor de bestrijding van discriminaties en ongelijkheden van welke aard ook wat de arbeidsmarkt betreft (PB C 127 van 5.5.2000, blz. 2).

    04 02 09     Voltooiing van eerdere programma’s in het kader van een communautair initiatief (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen die in het kader van communautaire initiatieven van vóór de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

    Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio's (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma’s in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (mkb-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma’s in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma’s in het kader van het communautaire initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(1997) 642 final).

    04 02 10     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2000-2006 voor innovatieve maatregelen en technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Deze innovatieve maatregelen omvatten studies, proefprojecten en uitwisselingen van ervaring. Zij waren met name bedoeld om de kwaliteit van de bijstandsverlening uit de structuurfondsen te verbeteren. De technische bijstand omvatte maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet werd met name gebruikt voor de financiering van:

    ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, reizen);

    uitgaven voor informatie en publicatie;

    uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

    contracten voor de verlening van diensten en het maken van studies;

    beurzen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

    04 02 11     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen die de Europese structuurfondsen in vorige programmeringsperioden aangegaan voor innoverende maatregelen of maatregelen op het gebied van voorbereiding, follow-up of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de relevante verordeningen voorzien.

    Het dient ook voor de financiering van de vroegere meerjarenacties, en met name voor die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen.

    Rechtsgronden

    Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).

    Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma’s (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

    Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

    04 02 17     Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    8 277 649 354

    7 400 000 000

    7 904 534 226

    7 332 907 505

    7 866 953 083,—

    6 415 399 191,14

    Toelichting

    Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, als gevolg van de versnelling van de economische en sociale herstructurering en van de veroudering van de bevolking.

    Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de sociale insluiting, en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.

    De convergentiedoelstelling beoogt de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de verbetering van de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in fysiek en menselijk kapitaal, de ontwikkeling van de innovatie en van de kennismaatschappij, het vermogen zich aan economische en sociale veranderingen aan te passen, milieubescherming en -verbetering en bestuurlijke efficiëntie. Deze doelstelling vormt de prioriteit van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.

    Een deel van dit krediet dient ter ondersteuning van een verbetering van de kinderopvang, om kinderen de kans te geven te leven in een familiale omgeving. Deze steun omvat:

    samenwerking tussen en technische steun voor niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke overheden, onder meer door hen te helpen bij het te weten komen welke projecten in aanmerking komen voor Uniefinanciering;

    identificatie en uitwisseling van beste praktijken alsook een bredere toepassing van deze praktijken, met inbegrip van grondig toezicht op het niveau van het kind.

    Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.

    Een deel van dit krediet dient te worden gebruikt om het probleem aan te pakken van intraregionale verschillen en om specifieke bijstand te verlenen aan personen die wonen in achtergestelde territoriale eenheden in de Europese regio's waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede. Bij deze bijstand moet vooral worden gefocust op:

    de integratie van gemeenschappen met zichzelf bestendigende armoede in de mainstream van de regionale bevolking, via civiele educatie en de bevordering van verdraagzaamheid en cultureel begrip;

    een versterking van de plaatselijke autoriteiten met betrekking tot de evaluatie van de behoeften, projectplanning en projectuitvoering;

    het terugdringen van de intraregionale economische en sociale verschillen via een tijdelijke reeks positieve acties, met focus op werkgelegenheid en onderwijs.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    04 02 18     Europees Sociaal Fonds (ESF) — Peace

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Omdat het belang van de speciale inspanningen voor het vredesproces in Noord-Ierland wordt erkend, wordt voor de periode 2007-2013 een totaalbedrag van 200 000 000 EUR aan het Peace-programma toegewezen. Dit programma zal worden uitgevoerd met volledige inachtneming van het beginsel van de additionaliteit van de activiteiten van de structuurfondsen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Referentiebesluiten

    Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

    04 02 19     Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 307 212 956

    2 378 847 411

    3 256 259 513

    3 378 412 030

    3 210 776 303,—

    3 104 564 784,13

    Toelichting

    Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.

    Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, de sociale insluiting en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.

    De doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”, die geldt voor andere dan de minst ontwikkelde regio’s, beoogt om het concurrentievermogen en de aantrekkingskracht van de regio’s alsmede de werkgelegenheid te vergroten door op economische en sociale veranderingen, inclusief die welke met de vrijmaking van de handel verband houden, te anticiperen via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in menselijk kapitaal, innovatie en de bevordering van de kennismaatschappij, ondernemerschap, milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de toegankelijkheid, het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven, en de ontwikkeling van inclusieve arbeidsmarkten. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.

    Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    04 02 20     Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    10 000 000

    6 500 000

    10 000 000

    10 000 000

    10 829 519,61

    8 123 009,99

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van technische bijstand overeenkomstig de artikelen 45 en 46 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1081/2006.

    De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

    ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, reizen);

    uitgaven voor informatie en publicatie;

    uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

    uitgaven voor steun voor toegankelijkheid van personen met een handicap binnen maatregelen voor technische bijstand;

    uitgaven voor een groep op hoog niveau om te zorgen voor de toepassing van horizontale beginselen zoals gelijkheid van mannen en vrouwen, toegankelijkheid voor personen met een handicap en duurzame ontwikkeling;

    contracten voor dienstverlening, evaluaties (inclusief evaluaties achteraf over de periode 2000-2006) en studies;

    beurzen.

    Technische bijstand omvat eveneens uitwisseling van ervaringen, bewustmakingsactiviteiten, seminars, netwerkvorming en intercollegiale toetsing die tot doel hebben goede praktijken op te sporen en te verspreiden en wederzijds leren, transnationale en interregionale samenwerking aan te moedigen ter versterking van de beleidsdimensie en van de bijdrage van het ESF tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie op het gebied van werkgelegenheid en sociale integratie.

    Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners in de context van de voorbereiding van de volgende programmeringsperiode.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    HOOFDSTUK 04 03 — WERKEN IN EUROPA — SOCIALE DIALOOG EN MOBILITEIT

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    04 03

    WERKEN IN EUROPA — SOCIALE DIALOOG EN MOBILITEIT

    04 03 02

    Vooroverleg met vakorganisaties

    1.1

    450 000

    247 105

    450 000

    317 538

    500 000,—

    111 251,79

    04 03 03

    Sociale dialoog en sociale dimensie van de Unie

    04 03 03 01

    Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog

    1.1

    16 675 000

    12 849 449

    16 500 000

    13 155 141

    16 800 150,40

    11 898 701,96

    04 03 03 02

    Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties

    1.1

    17 600 000

    14 134 393

    17 000 000

    14 062 392

    16 904 002,80

    16 254 398,71

    04 03 03 03

    Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen

    1.1

    7 250 000

    5 436 305

    7 500 000

    5 443 506

    6 185 009,10

    5 177 845,94

     

    Artikel 04 03 03 — Subtotaal

     

    41 525 000

    32 420 147

    41 000 000

    32 661 039

    39 889 162,30

    33 330 946,61

    04 03 04

    Eures (European Employment Services)

    1.1

    21 300 000

    13 837 868

    20 600 000

    14 969 643

    20 981 198,52

    16 408 630,70

    04 03 05

    Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

    1.1

    5 692 000

    4 645 570

    6 270 000

    4 989 881

    5 204 219,97

    4 265 285,40

    04 03 06

    Voorbereidende actie ENEA voor actief ouder worden en de mobiliteit van ouderen

    1.1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    183 805,19

    04 03 07

    Analyse, studies en bewustmaking van de sociale situatie, de demografie en het gezin

    1.1

    4 130 000

    1 976 838

    2 160 000

    1 451 602

    2 562 443,05

    2 710 685,78

    04 03 08

    Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting

    1.1

    500 000

    650 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    04 03 09

    Proefproject — Arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers

    1.1

    p.m.

    75 000

    0,—

    414 674,44

    04 03 10

    Proefproject — Maatregelen voor instandhouding werkgelegenheid

    1.1

    200 000

    450 000

    0,—

    268 568,23

    04 03 11

    Proefproject — Het vergroten van de mobiliteit en de integratie van werknemers binnen de Unie

    1.1

    30 000

    50 000

    0,—

    1 350,—

    04 03 12

    Proefproject — Alomvattende samenwerking tussen de overheid, commerciële ondernemingen en ondernemingen zonder winstoogmerk met het oog op sociale en arbeidsintegratie

    1.1

    800 000

    1 000 000

    1 000 000,—

    450 000,—

    04 03 13

    Voorbereidende actie — Je eerste Eures-baan

    1.1

    5 000 000

    2 250 000

    3 250 000

    2 125 000

    4 000 000,—

    0,—

    04 03 14

    Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

    1.1

    p.m.

    750 000

    1 000 000

    1 000 000

    1 000 000,—

    0,—

    04 03 15

    Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012)

    1.1

    p.m.

    296 526

    2 700 000

    2 400 000

    2 302 194,93

    921 986,11

    04 03 16

    Voorbereidende actie — Informatiecentra voor gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten

    1.1

    500 000

    250 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 04 03 — Totaal

     

    79 097 000

    58 354 054

    78 430 000

    61 989 703

    77 439 218,77

    59 067 184,25

    04 03 02     Vooroverleg met vakorganisaties

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    450 000

    247 105

    450 000

    317 538

    500 000,—

    111 251,79

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende vergaderingen van vertegenwoordigers van de Europese vakorganisaties ter vergemakkelijking van hun meningsvorming en om hun standpunten over de ontwikkeling van de beleidslijnen van de Unie nader tot elkaar te kunnen brengen.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 03 03     Sociale dialoog en sociale dimensie van de Unie

    04 03 03 01   Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    16 675 000

    12 849 449

    16 500 000

    13 155 141

    16 800 150,40

    11 898 701,96

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de participatie van de sociale partners aan de Europese werkgelegenheidsstrategie en van de bijdrage van de sociale partners aan de aanpak van de overkoepelende uitdagingen voor de werkgelegenheid in Europa en het Europese sociale beleid zoals vastgesteld in de Europa 2020-strategie en de Sociale Agenda, in de context van de Unie-initiatieven om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden. Het is bestemd ter dekking van de steunmaatregelen ter bevordering van de sociale dialoog op interprofessioneel en sectoraal niveau volgens artikel 154 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Met dit krediet worden dus adviezen, ontmoetingen, onderhandelingen en andere acties ter verwezenlijking van de genoemde doelstellingen gefinancierd.

    Zoals de naam aangeeft, dient dit krediet ter dekking van steun voor acties op het gebied van de relaties tussen bedrijven, en meer bepaald ter ontwikkeling van expertise en de uitwisseling van voor de Unie relevante informatie.

    Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van maatregelen waarbij vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten betrokken zijn, met het specifieke doel de sociale dialoog op het niveau van de Unie te bevorderen. Tevens dient het om de gelijkwaardige deelname van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties te bevorderen. Deze laatste twee elementen zijn transversaal van aard.

    Rekening houdend met deze doelstellingen zijn twee subprogramma’s vastgesteld:

    ondersteuning van de Europese sociale dialoog;

    verbetering van de deskundigheid op het gebied van arbeidsverhoudingen.

    Referentiebesluiten

    Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die ingevolge de artikelen 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

    04 03 03 02   Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    17 600 000

    14 134 393

    17 000 000

    14 062 392

    16 904 002,80

    16 254 398,71

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van voorlichtings- en opleidingsactiviteiten ten behoeve van werknemersorganisaties, waaronder de werknemersorganisaties in de kandidaat-lidstaten, bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen van de Unie in het kader van de implementatie van de sociale dimensie van de Unie. Deze maatregelen moeten de werknemersorganisaties helpen een bijdrage te leveren aan de aanpak van de overkoepelende uitdagingen voor de werkgelegenheid in Europa en het Europese sociale beleid zoals vastgesteld in de Europa 2020-strategie en de Sociale Agenda, in de context van de initiatieven van de Unie om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden.

    Dit krediet dient eveneens ter dekking van steun voor de werkprogramma’s van de twee specifieke vakbondsinstellingen, ETUI (European Trade Union Institute) en EZA (European Centre for Workers’ Questions), die werden opgericht om meer capaciteit op te bouwen door middel van opleiding en onderzoek op Europees niveau en om de betrokkenheid van werknemersvertegenwoordigers bij de Europese governance te verbeteren.

    Een deel van dit krediet dient ter dekking van activiteiten met vertegenwoordigers van werknemersorganisaties van de kandidaat-lidstaten, met het specifieke doel de sociale dialoog op het niveau van de Unie te bevorderen. Tevens dient het om de gelijkwaardige deelname van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van werknemersorganisaties te bevorderen.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1) en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

    Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

    Referentiebesluiten

    Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die krachtens artikel 154 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

    Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

    04 03 03 03   Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    7 250 000

    5 436 305

    7 500 000

    5 443 506

    6 185 009,10

    5 177 845,94

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van operaties die de voorwaarden moeten scheppen voor een grotere betrokkenheid van werknemers in ondernemingen, door de tenuitvoerlegging te bevorderen van de Richtlijnen 97/74/EG en 2009/38/EG betreffende de Europese ondernemingsraden, de Richtlijnen 2001/86/EG en 2003/72/EG betreffende de betrokkenheid van de werknemers in de Europese vennootschap respectievelijk de Europese coöperatieve vennootschap, Richtlijn 2002/14/EG tot instelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap en artikel 16 van Richtlijn 2005/56/EG betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen.

    Dit krediet dient ter financiering van maatregelen ter versterking van de transnationale samenwerking tussen werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers inzake voorlichting, raadpleging en participatie van werknemers in ondernemingen die in meer dan één lidstaat actief zijn. Korte opleidingsacties voor onderhandelaars en vertegenwoordigers in transnationale informatie-, raadplegings- en participatieorganen kunnen in dit kader worden gefinancierd. Ook de sociale partners uit de kandidaat-lidstaten komen in aanmerking.

    Dit krediet kan worden gebruikt voor de financiering van maatregelen die het sociale partners mogelijk maken hun rechten en plichten ten aanzien van de inspraak van werknemers uit te oefenen, in het bijzonder in het kader van Europese ondernemingsraden en in kmo's, om hen vertrouwd te maken met transnationale bedrijfsovereenkomsten en hun samenwerking te verbeteren wat de naleving betreft van het Unierecht op het gebied van de inspraak van werknemers.

    Het kan bovendien worden gebruikt ter financiering van maatregelen die bedoeld zijn om deskundigheid op het gebied van de inspraak van werknemers uit verschillende lidstaten te ontwikkelen, samenwerking tussen de betrokken autoriteiten en de belanghebbenden te stimuleren en betrekkingen met de instellingen van de Unie te bevorderen teneinde de tenuitvoerlegging van het Unierecht inzake de inspraak van werknemers te ondersteunen en deze wetgeving doeltreffender te maken.

    Verder kan dit krediet dienen ter bevordering van innovatieve acties op het gebied van inspraak van werknemers, met het oog op de ondersteuning van anticipatie op veranderingen en preventie en oplossing van conflicten in de context van bedrijfsreorganisaties, fusies, overnames en verplaatsingen van activiteiten in ondernemingen of concerns die in verschillende lidstaten van de Unie actief zijn.

    Bovendien kan dit krediet worden gebruikt ter ondersteuning van de samenwerking tussen de sociale partners voor de ontwikkeling van oplossingen voor de gevolgen van de economische crisis, zoals massale ontslagen, of de noodzaak van een overschakeling naar een inclusieve, duurzame en koolstofarme economie.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 97/74/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende de uitbreiding tot het Verenigd Koninkrijk van Richtlijn 94/45/EG inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 10 van 16.1.1998, blz. 22).

    Richtlijn 2001/86/EG van de Raad van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 22).

    Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 29).

    Richtlijn 2003/72/EG van de Raad van 22 juli 2003 tot aanvulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 25).

    Richtlijn 2005/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 1).

    Richtlijn 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (Herschikking) (PB L 122 van 16.5.2009, blz. 28).

    Referentiebesluiten

    Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die ingevolge de artikelen 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

    04 03 04     Eures (European Employment Services)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    21 300 000

    13 837 868

    20 600 000

    14 969 643

    20 981 198,52

    16 408 630,70

    Toelichting

    Dit krediet dient, met het oog op de voltooiing van de interne markt en de tenuitvoerlegging van de Europese werkgelegenheidsstrategie, ter financiering van de uitgaven in verband met het opzetten en het functioneren van het Eures-netwerk.

    Dit netwerk heeft tot taak de samenwerking tussen de lidstaten en in het bijzonder die tussen de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaten en de Commissie uit te breiden met het oog op:

    de verstrekking van diensten op het gebied van arbeidsbemiddeling, advies en voorlichting aan werknemers die in een baan in een andere lidstaat geïnteresseerd zijn en aan werkgevers die in een andere lidstaat personeel willen aanwerven;

    de uitwisseling van de aanbiedingen van en de aanvragen om werk op Unie- en grensoverschrijdend niveau;

    de uitwisseling van gegevens over de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en de arbeidsvoorwaarden en de levensomstandigheden tussen de lidstaten.

    In het kader van het Eures-netwerk en op initiatief van de grensoverschrijdende regio's kunnen samenwerkings- en dienstenstructuren worden opgezet.

    Het Eures-netwerk onderhoudt nauwe operationele banden met relevante activiteiten in de directoraten-generaal Onderwijs en cultuur en Justitie, zoals Europass en Ploteus.

    Het netwerk ziet erop toe dat het beginsel van het vrije verkeer wordt nageleefd. Het werkt op een doorzichtige en niet-discriminerende wijze, en met name wat de toegang tot de werkgelegenheid betreft van onderdanen van de Unie in een ander land dan hun land van herkomst.

    Dit krediet dient ter financiering van de acties die noodzakelijk zijn voor de goede werking van het Eures-netwerk, en met name van de volgende ondersteunende acties:

    subsidies voor ondersteunende activiteiten die op nationaal en grensoverschrijdend niveau door de Eures-partners, inclusief sociale partners, in grensregio's worden georganiseerd;

    de initiële scholing en de bijscholing van de Eures-consulenten in de lidstaten;

    contacten tussen de Eures-adviseurs en samenwerking tussen de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, inclusief die in de kandidaat-lidstaten;

    bevordering van de bekendheid van Eures bij de ondernemingen en de burgers van Europa;

    ontwikkeling van specifieke samenwerkings- en dienstenstructuren in de grensgebieden, overeenkomstig artikel 17, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1612/68;

    maatregelen om belemmeringen van de mobiliteit uit de weg te ruimen, met name op het gebied van aan werk gerelateerde sociale zekerheid;

    deelname aan het onderhoud, de verbetering en de continue ontwikkeling van geautomatiseerde systemen die het Eures-netwerk en alle betrokken partijen met elkaar verbinden. Dit omvat een one-stop webportaal, dat ook toegankelijk is voor gehandicapten en dat meertalige informatie biedt over vacatures, cv's van potentiële kandidaten, leef- en arbeidsomstandigheden, trends op de arbeidsmarkt, mogelijkheden voor scholing en opleiding, en andere informatie over het thema arbeidsmobiliteit. Dit portaal zou ook moeten beantwoorden aan de informatiebehoeften van onderdanen van derde landen, met name van landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).

    Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

    Beschikking 2003/8/EG van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16).

    04 03 05     Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 692 000

    4 645 570

    6 270 000

    4 989 881

    5 204 219,97

    4 265 285,40

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    analyse en beoordeling van de overheersende tendensen in de wetgeving van de lidstaten betreffende het vrije verkeer van personen, en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels, alsmede de financiering van deskundigennetwerken op die gebieden;

    analyse van en onderzoek naar nieuwe beleidsontwikkelingen op het gebied van het vrije verkeer van werknemers, bijvoorbeeld in verband met het aflopen van overgangsperiodes en de modernisering van bepalingen inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels;

    steun voor het werk van de Administratieve Commissie en haar subgroepen, en follow-up van de genomen besluiten, alsmede steun voor het werk van het Technisch en het Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers;

    financiering van acties die tot doel hebben de dienstverlening aan en de bewustmaking van het publiek te verbeteren, inclusief maatregelen die een inventarisering van de problemen inzake de sociale zekerheid van migrerende werknemers beogen, alsmede acties ter versnelling en vereenvoudiging van de administratieve procedures, het analyseren van de belemmeringen voor het vrije verkeer en het gebrek aan coördinatie van socialezekerheidsstelsels en de gevolgen daarvan voor mensen met een handicap, inclusief de aanpassing van administratieve procedures aan de nieuwe informatieverwerkingstechnieken, ter verbetering van regeling voor de verwerving van rechten en de vaststelling en de betaling van de uitkeringen die voortvloeien uit de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72, Verordening (EG) nr. 859/2003, alsook Verordening (EG) nr. 883/2004, de uitvoeringsverordening daarvan Verordening (EG) nr. 987/2009) en Verordening (EU) nr. 1231/2010;

    de financiering van acties in verband met de elektronische uitwisseling van socialezekerheidsgegevens tussen de lidstaten, die eveneens tot doel hebben de samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren, teneinde de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 883/2004 en van haar uitvoeringsverordening (Verordening (EG) nr. 987/2009) te vergemakkelijken. Deze activiteiten omvatten met name het onderhoud van de centrale node van het EESSI-systeem (Electronic Exchange of Social Security Information, elektronische uitwisseling van socialezekerheidsgegevens), het testen van componenten van het systeem, helpdeskactiviteiten, de ontwikkeling van het systeem en opleidingsacties.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 45 en 48.

    Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).

    Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2).

    Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden, zelfstandigen en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 74 van 27.3.1972, blz. 1).

    Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 209 van 25.7.1998, blz. 46).

    Verordening (EG) nr. 859/2003 van de Raad van 14 mei 2003 tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).

    Verordening (EU) nr. 1231/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot uitbreiding van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen (PB L 344 van 29.12.2010, blz. 1).

    Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

    04 03 06     Voorbereidende actie ENEA voor actief ouder worden en de mobiliteit van ouderen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    183 805,19

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van initiatieven ter bevordering van actief ouder worden, met inbegrip van toegang tot de arbeidsmarkt, in overeenstemming met de doelstellingen van:

    de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000, waar als strategisch doel voor het komende decennium is vastgesteld dat de Europese Unie de meest competitieve en dynamische op kennis gebaseerde economie ter wereld dient te worden, die in staat is duurzame economische groei, meer en betere banen en een grotere sociale samenhang te creëren;

    de Europese Raad van Barcelona van 15 en 16 maart 2002, waar werd aangedrongen op een geleidelijke stijging van de gemiddelde leeftijd waarop mensen in de Unie het arbeidsproces verlaten;

    de Europese Raad van Stockholm van 23 en 24 maart 2001, waar aan de Raad en de Commissie werd verzocht gezamenlijk verslag te doen van de wijze waarop deelname aan het arbeidsproces en actief ouder worden kunnen worden bevorderd;

    artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, waarin een hoog niveau van werkgelegenheid en verbetering van de levensstandaard en de kwaliteit van het bestaan, de economische en sociale samenhang en de solidariteit tussen de lidstaten zijn vastgelegd als taken van de Gemeenschap;

    Besluit 2003/578/EG van de Raad van 22 juli 2003 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (PB L 197 van 5.8.2003, blz. 13), waarin wordt herinnerd aan de doelstellingen van Lissabon en Stockholm en de demografische uitdagingen met betrekking tot het arbeidsparticipatieniveau van oudere mannen en vrouwen. Richtsnoer nr. 5 wijst specifiek op verhoging van het aanbod op de arbeidsmarkt en bevordering van actief ouder worden;

    Aanbeveling 2003/579/EG van de Raad van 22 juli 2003 over de tenuitvoerlegging van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (PB L 197 van 5.8.2003, blz. 22), waarin een aantal maatregelen wordt genoemd met betrekking tot het arbeidsmarktaanbod en actief ouder worden.

    Het krediet is tevens bedoeld voor de financiering van stimuleringsmaatregelen voor het opzetten van uitwisselingsprogramma’s voor ouderen door gespecialiseerde organisaties die onder andere tot taak hebben hulpmiddelen in verband met de mobiliteit van ouderen te ontwikkelen en infrastructuur, o.a. op het gebied van reizen, aan te passen in overeenstemming met:

    de resolutie van het Europees Parlement van 11 april 2002 over de tweede Wereldconferentie van de Verenigde Naties over de veroudering van de bevolking (Madrid, 8-12 april 2002) (PB C 127 E van 29.5.2003, blz. 675), met name de paragrafen 13 en 14, waarin het belang van de bevordering van uitwisselingsprogramma’s voor ouderen wordt onderstreept;

    de resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2000 over de mededeling van de Commissie getiteld „Een Europa voor alle leeftijden — Meer welvaart en solidariteit tussen de generaties” (PB C 232 van 17.8.2001, blz. 381).

    De hoge kwaliteit van de gezondheidszorg en de langere levensverwachting in de lidstaten zorgt voor een verschuiving van de nadruk in het economische beleid van sociale bescherming naar de betrokkenheid van ouderen bij verschillende activiteiten. Er zijn voorbereidende acties nodig om de doeltreffendste beleidsinstrumenten te ontwikkelen om deze kwestie aan te pakken.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 03 07     Analyse, studies en bewustmaking van de sociale situatie, de demografie en het gezin

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 130 000

    1 976 838

    2 160 000

    1 451 602

    2 562 443,05

    2 710 685,78

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 159 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, stelt de Commissie elk jaar een verslag op over de sociale situatie. Om de twee jaar stelt ze een verslag op over de demografische veranderingen en de gevolgen daarvan. Krachtens artikel 161 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan het Europees Parlement de Commissie verzoeken verslagen op te stellen over bijzondere vraagstukken inzake de sociale situatie. Dit krediet zal worden gebruikt voor de uitvoering van de nodige analyses voor de rapportering waarnaar in het Verdrag wordt verwezen, alsook voor de verspreiding van kennis over belangrijke maatschappelijke en demografische uitdagingen en manieren om deze aan te gaan.

    Referentiebesluiten

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 159 en 161.

    04 03 08     Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    500 000

    650 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Dit proefproject heeft tot doel een uniale strategie voor actieve integratie te ondersteunen waarmee de algemene erkenning van de grondrechten wordt bevorderd. De bescherming van de eerste particuliere woning tegen inbeslagname en het voorkomen dat gezinnen met een laag inkomen hun huurwoning verliezen (goederen waarop een hypotheek rust) moeten worden gezien tegen de bredere achtergrond van het recht op bijstand ten behoeve van huisvesting, neergelegd in artikel 34, lid 3 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

    Het proefproject omvat onder andere:

    een analyse van de wetgeving van de lidstaten ter bescherming van de voornaamste particuliere woning van insolvente gezinnen tegen inbeslagname wanneer er een hypotheek op het goed rust, en van het verband tussen anti-uitzetbeleidsmaatregelen en het juridisch bindende recht op huisvesting in de landen die dit recht erkennen,

    een studie van de mogelijkheid om een gemeenschappelijk minimumkader in te voeren dat de mogelijkheden van inbeslagname van de eerste particuliere woning van de schuldenaar beperkt wanneer het gaat om het enige onroerende goed dat door de schuldenaar wordt bewoond.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 03 09     Proefproject — Arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    75 000

    0,—

    414 674,44

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van initiatieven om de ware arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers te helpen onderzoeken en om te achterhalen hoe de lidstaten, de sociale partners en de diensten voor arbeidsinspectie in de praktijk werken. Het proefproject is toegespitst op bepaalde specifieke sectoren met een hoog aantal gedetacheerde werknemers, zoals de bouwsector, de landbouw en de gezondheidszorg.

    Doel van het profproject is:

    de uitwisseling van relevante informatie te bevorderen, beste praktijken vast te leggen en een overzicht te publiceren van de stand van zaken in de lidstaten;

    vragen en moeilijkheden te onderzoeken die kunnen opduiken tijdens de praktische toepassing van de regelgeving inzake de detachering van werknemers, alsook tijdens de handhaving ervan in de praktijk.

    De gedekte maatregelen omvatten de uitwisseling van informatie over gedetacheerde werknemers, met bijzondere aandacht voor:

    verschillen tussen hun salaris en het salaris van werknemers die een gelijkaardig beroep uitoefenen in het gastland;

    verschillen tussen hun reële arbeidstijd en de arbeidstijd die is vastgelegd in het contract;

    hun reëel betaald verlof;

    hun levensomstandigheden, met inbegrip van gezondheid en veiligheid op het werk;

    hun contractuele regelingen en de duur van hun detachering;

    hun vakbondsvertegenwoordiging in het gastland;

    hoe de diensten voor arbeidsinspectie werken en de frequentie van hun controles.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 03 10     Proefproject — Maatregelen voor instandhouding werkgelegenheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    200 000

    450 000

    0,—

    268 568,23

    Toelichting

    De kredieten zijn bedoeld voor het financieren van initiatieven om te onderzoeken in welke mate banen die door de financiële crisis onder druk zijn komen te staan door middel van arbeidstijdverkorting en interne opleiding kunnen worden behouden. Doel van het profproject is:

    het bevorderen van het uitwisselen van relevante informatie, en het in kaart brengen en publiceren van goede praktijken;

    het onderzoeken van potentiële problemen in het geval dat dergelijke praktijken worden toegepast.

    Tot de te financieren maatregelen behoren:

    het onderzoeken in welke mate de invoering van tijdelijke arbeidstijdverkorting, met financiële ondersteuning van de overheid, in een dergelijke financieel-economische situatie een passend middel is voor het behoud van banen zonder de concurrentie te verstoren;

    het vaststellen wat de kansen op succes zijn van het naar vaardighedencentra doorsturen van werknemers die dreigen hun baan te verliezen;

    het vaststellen welke tastbare arbeidsmarktmaatregelen moeten worden genomen, en op welk niveau, teneinde te voorkomen dat in het bijzonder de jeugdwerkloosheid oploopt;

    het bekijken op welke wijze zulke arbeidsmarktmaatregelen van invloed zijn op de levens- en arbeidsomstandigheden van de betrokken personen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 03 11     Proefproject — Het vergroten van de mobiliteit en de integratie van werknemers binnen de Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    30 000

    50 000

    0,—

    1 350,—

    Toelichting

    Deze kredieten zijn bedoeld voor het initiëren van een „Uniale mobiliteits- en integratieregeling”, teneinde migrerende werknemers te helpen en aldus de positieve effecten van arbeidsmobiliteit binnen de Unie te bevorderen. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan het vergemakkelijken van de mobiliteit van kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals gevraagd in de resolutie van het Europees Parlement van 18 december 2008 over het Europees Actieplan voor arbeidsmobiliteit (2007-2010) (PB C 45 E van 23.2.2010, blz. 23). Een dergelijke regeling zal helpen bij het elimineren van de belemmeringen die migrerende werknemers ondervinden bij het integreren in het gastland, waaronder verschillende sociale moeilijkheden, en bij het, zo mogelijk, terugkeren naar het eigen land. Hiertoe zullen twee pistes worden bewandeld:

    het opzetten van netwerken en partnerschappen van actoren binnen de belangrijkste trajecten voor werknemersmobiliteit binnen de Unie, en

    het in het leven roepen van adviesstructuren („one-stop shops”) om te voorzien in het grote aantal behoeften van de meest kwetsbare migranten binnen de Unie.

    De regeling zal de lidstaten aldus helpen bij het ontwikkelen van integratie- en sociale-insluitingsmaatregelen, voor het aanpakken van de sociale problemen en het valoriseren van de algemene economische en arbeidsmarktvoordelen van mobiliteit. De proeffase van de regeling zal de betrokkenen in staat stellen hun activiteiten naar een hoger plan te tillen en zich voor te bereiden op mogelijke toekomstige financiering van het Europees Sociaal Fonds.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 03 12     Proefproject — Alomvattende samenwerking tussen de overheid, commerciële ondernemingen en ondernemingen zonder winstoogmerk met het oog op sociale en arbeidsintegratie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    800 000

    1 000 000

    1 000 000,—

    450 000,—

    Toelichting

    Doel van het proefproject is:

    uitbreiding van de werkgelegenheidssectoren bij de sociale en arbeidsintegratie van kwetsbare groeperingen (landbouw, industrie, handel enz.);

    opzetten van netwerken van overheidsinstellingen, commerciële en sociale-economieondernemingen die in staat zijn tot een vernieuwende aanpak bij governance en bij het formuleren van welvaartindicatoren waarmee de kwantificeerbare gevolgen binnen referentiegemeenschappen kunnen worden gemeten.

    Het project beoogt:

    het bedrijfsleven bewust te maken van de sociale verantwoordelijkheid, door middel van steunverlening aan bedrijven die zich bezig houden met arbeidsintegratie;

    doeltreffende oplossingen voor te stellen voor de sociaaleconomische problemen die zich in het referentiegebied en de referentiegemeenschap voordoen, als resultaat van de samenwerking tussen overheid en commerciële en sociale-economieondernemingen;

    meetbare kwalitatieve en kwantitatieve resultaten te verwezenlijken op het gebied van de toename en stabilisering van de werkgelegenheid in het algemeen, de werkgelegenheid voor vrouwen en de arbeidsintegratie van kwetsbare groepen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 03 13     Voorbereidende actie — Je eerste Eures-baan

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 000 000

    2 250 000

    3 250 000

    2 125 000

    4 000 000,—

    0,—

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie heeft tot doel jongeren meer kansen op werkgelegenheid te bieden en stages in alle lidstaten aan te moedigen en te vergemakkelijken. Met de steun van de Eures-databank voor werkzoekenden zullen diensten voor het vinden van stageplaatsen worden aangeboden die kansen op werkgelegenheid bieden in de hele Unie. Deze actie moet worden uitgebreid en ook als doelstelling krijgen de selectie en plaatsing van jongeren met een leercontract en stagiairs te vereenvoudigen, wat immers cruciaal is voor een vlotte overgang voor jonge mensen van school naar een baan. Bedrijven, en met name het midden- en kleinbedrijf, zullen worden aangemoedigd om meer jongeren aan te nemen, met name door middel van financiële steun.

    Doelgroepen:

    jongeren tot 30 jaar, ongeacht hun kwalificaties en werkervaring, aangezien de regeling niet enkel is bedoeld voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt;

    alle wettelijk gevestigde bedrijven, en met name het midden- en kleinbedrijf, om hen te helpen de kosten van internationale aanwervingen te drukken, die met name kleinere bedrijven treffen.

    In aanmerking komende banen:

    „Je eerste Eures-baan” zal stageplaatsen aanbieden, eerste werkervaringen of gespecialiseerde banen. De regeling is niet bedoeld ter ondersteuning van vervanging van werkgelegenheid en onzeker werk, en is in geen geval in strijd met de nationale arbeidsregelgeving.

    Om in aanmerking te komen voor financiering, moeten de banen eveneens voldoen aan de volgende criteria:

    ze moeten gevestigd zijn in een land dat lid is van Eures en dat niet het land van oorsprong is van de jonge werkzoekende (transnationale vacatures);

    de duur van het contract bedraagt minimaal zes maanden.

    De volgende kosten worden gedekt:

    de kosten die voortvloeien uit het aanwervingsproces en een aanwervingstoelage die wordt toegekend aan het Eures-lid van het land van bestemming;

    een financiële stimulans voor de werkgever om de integratiekosten voor de mobiele werknemer te dekken (introductieopleidingen, taalcursussen en administratieve steun) nadat het aanwervingsproces is afgerond;

    de reis- en verblijfkosten van de werkzoekende voor het eerste interview en de kosten om naar het buitenland te verhuizen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 03 14     Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    750 000

    1 000 000

    1 000 000

    1 000 000,—

    0,—

    Toelichting

    Dit proefproject dient ter ondersteuning en bevordering van een actieve uniale strategie voor integratie, om ervoor te zorgen dat iedereen de kans krijgt een leven te leiden dat strookt met de menselijke waardigheid, in alle lidstaten.

    Bedoeling van dit proefproject is een netwerk op te richten dat de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten, lokale en territoriale besturen, vakbonden en verenigingen in verband met nationale minimuminkomensregelingen vergemakkelijkt. Met de verzamelde en uitgewisselde informatie moet het gemakkelijker worden om een studie te maken van de mogelijke gemeenschappelijke maatregelen voor een minimuminkomen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 03 15     Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    296 526

    2 700 000

    2 400 000

    2 302 194,93

    921 986,11

    Toelichting

    Het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties had tot doel het algemene bewustzijn van de waarde van actief ouder worden te vergroten, het debat te stimuleren, informatie uit te wisselen en het van elkaar leren tussen lidstaten en belanghebbenden op alle niveaus te ontwikkelen, een kader te bieden voor engagement en concrete actie om de Unie, de lidstaten en de belanghebbenden op alle niveaus in staat te stellen vernieuwende oplossingen, beleidsmaatregelen en langetermijnstrategieën te ontwikkelen door middel van specifieke activiteiten, en specifieke doelstellingen in verband met actief ouder worden en de solidariteit tussen de generaties na te streven, en activiteiten aan te moedigen die helpen discriminatie op grond van leeftijd te bestrijden.

    Dit krediet dient ter ondersteuning, op Unieniveau, van activiteiten die met de doelstellingen van het Europees Jaar stroken, alsmede ter dekking van de kosten in verband met de organisatie van de afsluitende uniale conferentie door het fungerende voorzitterschap. Een deel van dit krediet dient daarnaast ter dekking van de kosten in verband met de evaluatie van het Europees Jaar.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van overeenkomstige kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 940/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012) (PB L 246 van 23.9.2011, blz. 5).

    04 03 16     Voorbereidende actie — Informatiecentra voor gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    500 000

    250 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Doelstelling:

    De doelstelling van deze voorbereidende actie is te zorgen voor een gelijke behandeling en niet-discriminatie van gedetacheerde werknemers op de arbeidsmarkt in het gastland door middel van informatiecentra in de lidstaten waar gedetacheerde werknemers informatie, advies en ondersteuning (inclusief rechtsbijstand) kunnen krijgen.

    Deze voorbereidende actie sluit aan bij het komende Unie-initiatief inzake de vrijheid van verkeer binnen de Unie. Dit initiatief is erop gericht de uitvoerbaarheid van Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie te verbeteren (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1). Het moet de bestaande hindernissen voor de mobiliteit van Uniewerknemers wegnemen door de tenuitvoerlegging van hun rechten uit hoofde van het Unierecht te verbeteren en migranten die op grond van hun nationaliteit gediscrimineerd worden informatie en rechtsbijstand te bieden. De voorbereidende actie vormt een voortzetting van de werkzaamheden die zijn gebeurd in het kader van het inmiddels afgeronde proefproject inzake de arbeids- en levensvoorwaarden van gedetacheerde werknemers (artikel 04 03 09).

    Acties:

    een studie om de modaliteiten voor de opzetting van een netwerk van centra in de hele Unie te onderzoeken;

    een conferentie met de belanghebbenden;

    de lancering van 2 à 3 proefmaatregelen om het netwerk van centra in een aantal geselecteerde lidstaten te testen.

    Met de hulp van de Commissie voeren de informatiecentra de volgende taken uit:

    ondersteuning van en verstrekking van informatie aan immigranten inzake arbeidskwesties en de situatie in het gastland;

    verstrekking van juridische diensten aan immigranten die het voorwerp kunnen vormen van uitbuiting en pesterij en in overeenstemming met de huidige wetgeving het echt hebben om schadevergoeding te eisen of formeel klacht in te dienen;

    bestrijding van discriminatie en intolerantie, die de integratie op de arbeidsmarkt en in de maatschappij negatief beïnvloeden;

    ondersteuning van personen die niet over de juiste papieren beschikken door hun rechtsbijstand te bieden, met als doel hun situatie te regulariseren en hun grondrechten te verdedigen;

    permanente actualisering en verstrekking van juridische informatie om met name op het vlak van arbeid de volledige erkenning van de rechten van gedetacheerde werknemers en arbeidsmigranten te garanderen;

    verstrekking van rechtsbijstand in volgende gevallen: uitwijzingsbesluiten, illegale arbeidsmigranten, arbeidsmigranten zonder documenten en de hernieuwing van werk- en verblijfsvergunningen.

    ontwikkeling van acties ter bestrijding van illegale tewerkstelling en ter bewustmaking van werkgevers ter zake van de illegale tewerkstelling;

    uitwerking van campagnes over tekorten op de arbeidsmarkt en aanwerving van personeel in het land van oorsprong;

    uitwerking van informatiecampagnes en organisatie van conferenties, seminars enz.;

    bevordering van de samenwerking en uitwisseling van informatie tussen arbeidsbureaus en immigratiediensten.

    Verwachte resultaten van deze voorbereidende actie zijn: de probleemloze integratie van gedetacheerde werknemers op de arbeidsmarkt van hun gastland bevorderen en hen tegelijk helpen om hun rechten op gelijke behandeling te verdedigen en uit te oefenen. De voorbereidende actie heeft eveneens als doel de administratieve situatie te verbeteren door de samenwerking tussen arbeidsbureaus en immigratiediensten op het niveau van de Commissie en de lidstaten te stimuleren.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 04 04 — WERKGELEGENHEID, MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARITEIT EN GENDERGELIJKHEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    04 04

    WERKGELEGENHEID, MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARITEIT EN GENDERGELIJKHEID

    04 04 01

    Progress

    04 04 01 01

    Werkgelegenheid

    1.1

    20 808 000

    16 803 125

    20 558 000

    16 330 519

    20 156 092,47

    16 873 400,39

    04 04 01 02

    Sociale bescherming en integratie

    1.1

    28 735 000

    24 216 268

    28 485 000

    24 042 153

    28 694 634,05

    27 827 578,57

    04 04 01 03

    Arbeidsomstandigheden

    1.1

    7 893 000

    7 413 143

    8 525 000

    7 711 634

    7 379 619,19

    7 224 340,42

    04 04 01 06

    Steun voor de uitvoering

    1.1

    1 200 000

    1 186 103

    1 354 000

    907 251

    1 194 000,—

    1 844 581,65

     

    Artikel 04 04 01 — Subtotaal

     

    58 636 000

    49 618 639

    58 922 000

    48 991 557

    57 424 345,71

    53 769 901,03

    04 04 03

    Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

    04 04 03 01

    Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden — Bijdrage aan titels 1 en 2

    1.1

    13 263 000

    13 263 000

    13 265 379

    13 265 379

    13 040 000,—

    13 040 000,—

    04 04 03 02

    Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden — Bijdrage aan titel 3

    1.1

    6 852 000

    6 852 000

    7 023 721

    7 023 721

    7 170 000,—

    7 170 000,—

     

    Artikel 04 04 03 — Subtotaal

     

    20 115 000

    20 115 000

    20 289 100

    20 289 100

    20 210 000,—

    20 210 000,—

    04 04 04

    Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

    04 04 04 02

    Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk — Bijdrage aan titels 1 en 2

    1.1

    6 978 964

    6 978 964

    6 978 964

    6 978 964

    7 288 369,18

    6 454 821,—

    04 04 04 03

    Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk — Bijdrage aan titel 3

    1.1

    7 056 036

    7 056 036

    7 590 736

    7 590 736

    7 592 500,—

    7 381 770,—

     

    Artikel 04 04 04 — Subtotaal

     

    14 035 000

    14 035 000

    14 569 700

    14 569 700

    14 880 869,18

    13 836 591,—

    04 04 07

    Voltooiing van voorgaande programma’s

    1.1

    p.m.

    494 210

    453 626

    0,—

    356 264,66

    04 04 08

    Proefproject — Stimulering van de omzetting van tijdelijke arbeid in vaste arbeid met rechten

    1.1

    p.m.

    450 000

    450 000

    702 518,86

    298 215,74

    04 04 10

    Proefproject — Begeleiding van werknemers die met de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven worden geconfronteerd

    1.1

    0,—

    0,—

    04 04 11

    Proefproject — Voorkoming van ouderenmishandeling

    1.1

    p.m.

    300 000

    500 000

    0,—

    423 527,02

    04 04 12

    Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2010

    1.1

    p.m.

    444 789

    p.m.

    408 263

    0,—

    1 678 132,58

    04 04 15

    Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit

    1.1

    26 500 000

    19 768 382

    24 750 000

    22 454 464

    24 750 000,—

    6 700 000,—

    04 04 16

    Proefproject — Gezondheid en veiligheid op het werk van oudere werknemers

    1.1

    p.m.

    650 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    04 04 17

    Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”

    1.1

    2 000 000

    2 000 000

    4 000 000

    2 000 000

     

     

    04 04 18

    Voorbereidende actie — Sociale innovatie dankzij sociaal en jong ondernemerschap

    1.1

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 04 04 — Totaal

     

    122 286 000

    108 376 020

    124 530 800

    111 116 710

    117 967 733,75

    97 272 632,03

    04 04 01     Progress

    04 04 01 01   Werkgelegenheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    20 808 000

    16 803 125

    20 558 000

    16 330 519

    20 156 092,47

    16 873 400,39

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid en van de tenuitvoerlegging van de Europese werkgelegenheidsstrategie (EWS) en moet bijdragen tot de realisatie van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie door:

    het inzicht in de situatie en vooruitzichten inzake de werkgelegenheid te verbeteren, met name via analysen en studies en de opstelling van statistieken en gezamenlijke indicatoren in het kader van de EWS;

    de tenuitvoerlegging van de Europese richtsnoeren en aanbevelingen voor de werkgelegenheid te controleren en te evalueren, toe te zien op hun effecten, met name door middel van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid, en de wisselwerking tussen de EWS en het algemene economische en sociale beleid alsmede andere beleidsterreinen te bestuderen;

    het organiseren van uitwisselingen over maatregelen, goede praktijken en innovatieve benaderingen, het mainstreamen van de behoeften van kwetsbare groepen, zoals personen met een handicap en mantelzorgers, het bevorderen van de verspreiding van microkredietpraktijken ter ondersteuning van de ontwikkeling van ondernemerschap bij achtergestelden, het bevorderen van wederzijds leren en het vergroten van het aantal sectoren waar kwetsbare bevolkingsgroepen tewerkgesteld en op die manier in de maatschappij geïntegreerd kunnen worden (landbouw, industrie, handel enz.), in het kader van de Europese werkgelegenheids- en Europa 2020-strategie;

    de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en de discussie over de uitdagingen, het beleid, gendergevoelige aanpakken en genderbewust budgetteren, en de uitvoering van nationale hervormingsplannen in verband met de werkgelegenheid te bevorderen, ook onder de regionale en lokale actoren, de sociale partners, het maatschappelijke middenveld en andere belanghebbenden;

    het oprichten en organiseren van netwerken en regelmatige uitwisseling met internationale organisaties die op het gebied van werkgelegenheid en sociale zaken actief zijn, zoals de OESO en de IAO, om ervoor te zorgen dat het interne en externe beleid van de Unie op dit gebied coherent is.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g) van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Overeenkomstig de verklaring van de Commissie bij Besluit 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale uitsluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1) is een toereikende niet toegewezen marge in het kader van het uitgavenplafond van rubriek 1a gelaten, waarbij de begrotingsautoriteit, d.w.z. het Europees Parlement en de Raad, kan besluiten om het bedrag van het Progress-programma in de periode 2011-2013 met maximaal 20 000 000 EUR te verhogen overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

    04 04 01 02   Sociale bescherming en integratie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    28 735 000

    24 216 268

    28 485 000

    24 042 153

    28 694 634,05

    27 827 578,57

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de open coördinatiemethode (OCM) op het gebied van de sociale bescherming en integratie door:

    het inzicht in de aspecten van en het beleid inzake armoede en sociale uitsluiting, pensioenen, gezondheidszorg en langdurige zorg (zowel formele zorg als mantelzorg) te verbeteren, met name via analysen en studies en de opstelling van statistieken en gemeenschappelijke indicatoren in het kader van de OCM op het terrein van sociale bescherming en integratie;

    de tenuitvoerlegging van de OCM op het gebied van sociale bescherming en integratie te controleren en te evalueren, alsmede de gevolgen hiervan op nationaal en Unieniveau en de wisselwerking tussen deze OCM en andere beleidsterreinen te bestuderen;

    het organiseren van uitwisselingen over maatregelen, goede praktijken en innovatieve benaderingen, het mainstreamen van de behoeften van kwetsbare groepen, zoals personen met een handicap en mantelzorgers, en het bevorderen van wederzijds leren in het kader van de strategie inzake sociale bescherming en integratie, en in het kader van de gezondheidsongelijkheden;

    de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en de discussie te bevorderen over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties die in het kader van het uniale coördinatieproces op het gebied van sociale bescherming en sociale integratie aan de orde komen, ook onder nationale, regionale en lokale actoren, sociale partners, de maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden, alsmede onder het grote publiek, teneinde de zichtbaarheid van het proces te verbeteren, het bepalen van ambitieuze doelstellingen aan te moedigen en meer nadruk te leggen op de tenuitvoerlegging van het beleid;

    het versterken van de capaciteit van belangrijke Unienetwerken met het oog op ondersteuning en versterking van de ontwikkeling, de tenuitvoerlegging en de coherentie van interne en externe beleidsdoelstellingen en strategieën van de Unie inzake sociale bescherming en integratie, onder meer in samenwerking met internationale actoren zoals de OESO, de IAO en de WHO.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Overeenkomstig de verklaring van de Commissie bij Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale uitsluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1) is een toereikende niet toegewezen marge in het kader van het uitgavenplafond van rubriek 1a gelaten, waarbij de begrotingsautoriteit, d.w.z. het Europees Parlement en de Raad, kan besluiten om het bedrag van het Progress-programma in de periode 2011-2013 met maximaal 20 000 000 EUR te verhogen overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

    04 04 01 03   Arbeidsomstandigheden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    7 893 000

    7 413 143

    8 525 000

    7 711 634

    7 379 619,19

    7 224 340,42

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van de verbetering van het arbeidsmilieu en de arbeidsomstandigheden, met inbegrip van het aanpassingsvermogen, de veiligheid en gezondheid op het werk, redelijke aanpassingen voor werknemers met een handicap en de combinatie van beroeps- en gezinsleven (bijvoorbeeld voor mantelzorgers), door:

    het inzicht in de situatie met betrekking tot de arbeidsomstandigheden te verbeteren, met name via analysen en studies en zo nodig de opstelling van statistieken en indicatoren, alsmede de beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen van bestaande wetgeving, beleid en praktijken, en het indienen van voorstellen om die te verbeteren;

    de tenuitvoerlegging van het arbeidsrecht van de Unie te ondersteunen via doeltreffend toezicht, het organiseren van seminars voor mensen in het veld, de opstelling van handleidingen en de totstandbrenging van netwerken tussen gespecialiseerde instanties en juridische deskundigen, met inbegrip van de sociale partners;

    preventieve maatregelen te initiëren en gezondheid en veiligheid op het werk aan te moedigen, in het bijzonder voor de vergrijzende beroepsbevolking;

    de bewustwording te vergroten, goede werkwijzen uit te wisselen, informatie te verspreiden en de discussie — ook tussen de sociale partners — over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met de arbeidsomstandigheden en het combineren van werk en gezinsleven (zoals steun voor mantelzorgers, gezinsvriendelijk beleid op de arbeidsplek, kinderopvang, ondersteunende infrastructuren voor zwangere, werkende en herintredende moeders, enz.) te bevorderen;

    de samenwerking tussen de actoren van de interne en externe dimensie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid binnen en buiten de Unie-instellingen te versterken om te zorgen voor een betere coherentie van het interne en het externe beleid van de Unie op dit gebied;

    internationale netwerken voor samenwerking op te richten met het oog op de verspreiding van informatie over de rechten van werknemers bij regeringen, organisaties van werknemers en werkgevers en burgers, teneinde de tenuitvoerlegging van de belangrijkste IAO-verdragen en de agenda voor fatsoenlijk werk te verbeteren.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Overeenkomstig de verklaring van de Commissie bij Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1) is een toereikende niet toegewezen marge in het kader van het uitgavenplafond van rubriek 1a gelaten, waarbij de begrotingsautoriteit, d.w.z. het Europees Parlement en de Raad, kan besluiten om het bedrag van het Progress-programma in de periode 2011-2013 met maximaal 20 000 000 EUR te verhogen overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

    04 04 01 06   Steun voor de uitvoering

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 200 000

    1 186 103

    1 354 000

    907 251

    1 194 000,—

    1 844 581,65

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van de uitvoering van het programma, met name uitgaven met betrekking tot de jaarlijkse monitoringevaluatie en het jaarlijkse forum over de sociale agenda (Progress), dat tot doel heeft de dialoog tussen alle belanghebbenden op alle niveaus te bevorderen, de resultaten van het programma te publiceren en toekomstige prioriteiten te bespreken, met name wat de volgende programmeringscyclus (2014-2020) betreft.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Overeenkomstig de verklaring van de Commissie bij Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1) is een toereikende niet toegewezen marge in het kader van het uitgavenplafond van rubriek 1a gelaten, waarbij de begrotingsautoriteit, d.w.z. het Europees Parlement en de Raad, kan besluiten om het bedrag van het Progress-programma in de periode 2011-2013 met maximaal 20 000 000 EUR te verhogen overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

    04 04 03     Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

    04 04 03 01   Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden — Bijdrage aan titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    13 263 000

    13 263 000

    13 265 379

    13 265 379

    13 040 000,—

    13 040 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Stichting (titels 1 en 2).

    Een bedrag van 1 000 000 EUR is bestemd voor analyseactiviteiten van het Europees Waarnemingscentrum voor het veranderingsproces (EWVP), zoals overeengekomen tijdens de Europese Raad van Nice van 7, 8 en 9 december 2000, gericht op het begrijpen van en anticiperen en reageren op technologische, sociale en economische ontwikkelingen.

    De Stichting stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1).

    04 04 03 02   Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden — Bijdrage aan titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    6 852 000

    6 852 000

    7 023 721

    7 023 721

    7 170 000,—

    7 170 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient uitsluitend ter financiering van de beleidsuitgaven van de Stichting die betrekking hebben op het werkprogramma (titel 3).

    De Stichting stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Een deel van dit krediet is bestemd voor de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor het veranderingsproces (EWVP), dat is opgericht overeenkomstig het besluit van de Europese Raad van Nice van 7, 8 en 9 december 2000, en dat tot doel heeft de technologische, sociale (in het bijzonder demografische) en economische ontwikkelingen te begrijpen en te anticiperen en er een adequaat antwoord op mogelijk te maken. Hiertoe wordt informatie van hoge kwaliteit vergaard, verwerkt en geanalyseerd.

    Een bedrag van 1 000 000 EUR is bestemd voor de activiteiten van het EWVP.

    Dit krediet dient tevens ter financiering van studies naar de impact van nieuwe technologieën op de werkplek en naar beroepsziekten, zoals de invloed van repetitieve bewegingen bij het uitvoeren van een bepaalde taak.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 20 384 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 20 115 000 EUR is een bedrag van 269 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Een deel van dit krediet is bestemd voor werkzaamheden op het gebied van drie voor het gezinsbeleid belangrijke onderwerpen:

    gezinsvriendelijke beleidsmaatregelen op de arbeidsplaats (evenwicht tussen werk en gezinsleven, arbeidsomstandigheden enz.);

    factoren die van invloed zijn op de situatie van gezinnen in sociale woningen (toegang van gezinnen tot goede huisvesting);

    levenslange ondersteuning van gezinnen, bv. voor kinderopvang en andere kwesties die tot de bevoegdheden van de Stichting behoren.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1).

    04 04 04     Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

    04 04 04 02   Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk — Bijdrage aan titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    6 978 964

    6 978 964

    6 978 964

    6 978 964

    7 288 369,18

    6 454 821,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2).

    Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1).

    04 04 04 03   Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk — Bijdrage aan titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    7 056 036

    7 056 036

    7 590 736

    7 590 736

    7 592 500,—

    7 381 770,—

    Toelichting

    Dit krediet dient uitsluitend ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap die betrekking hebben op het werkprogramma (titel 3).

    Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven. Het Agentschap streeft ernaar aan de instellingen van de Unie, de lidstaten en de belanghebbende partijen technische, wetenschappelijke en economische informatie te verstrekken, die nuttig is op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk.

    Een bedrag van 1 000 000 EUR is bestemd voor een programma ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 14 678 900 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 14 035 000 EUR is een bedrag van 643 900 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Het krediet is bestemd voor acties die nodig zijn om de in Verordening (EG) nr. 2062/94 vastgestelde taken van het Agentschap uit te voeren, en met name:

    anticiperende en voorlichtingsacties met bijzondere aandacht voor het midden- en kleinbedrijf;

    de oprichting van een „Waarnemingspost voor risico’s”, die informatie verzamelt over „goede praktijken” in ondernemingen en bedrijfstakken;

    ook, in samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie, de uitwisseling van ervaring, informatie en goede praktijken,

    de integratie van de kandidaat-lidstaten in deze informatienetwerken en de ontwikkeling van aan hun specifieke situatie aangepaste instrumenten;

    de organisatie van een Europese week over gezondheid en veiligheid waarbij de aandacht wordt toegespitst op specifieke risico's en de behoeften van gebruikers en eindbegunstigden.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1).

    04 04 07     Voltooiing van voorgaande programma’s

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    494 210

    453 626

    0,—

    356 264,66

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van oude artikelen en posten.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De kandidaat-lidstaten kunnen een beroep doen op het pretoetredingsinstrument Phare ter dekking van de uitgaven voor hun deelname aan het programma’s.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487/57).

    Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).

    Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

    Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

    Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).

    Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).

    Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).

    Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).

    Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).

    Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).

    Referentiebesluiten

    Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

    Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 136, 137 en 140 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (de artikelen 151, 153 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

    04 04 08     Proefproject — Stimulering van de omzetting van tijdelijke arbeid in vaste arbeid met rechten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    450 000

    450 000

    702 518,86

    298 215,74

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van maatregelen om de omzetting van tijdelijke arbeid in vaste arbeid met rechten te stimuleren.

    Er dient bijzondere aandacht te worden besteed aan het aanzienlijke aantal vrouwelijke werknemers met onzekere banen.

    Een deel van dit krediet is bestemd voor het gesloten partnerschap met de vertegenwoordigers van de armste werknemers in de verschillende fasen van het proefproject.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 04 10     Proefproject — Begeleiding van werknemers die met de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven worden geconfronteerd

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor het financieren van initiatieven die werknemers helpen bij het zich aanpassen aan de nieuwe omstandigheden in het bedrijfsleven. Het dient met name ter dekking van maatregelen bestemd voor:

    onderzoek naar hoe werknemers beter kunnen worden voorbereid op de nieuwe omstandigheden in het bedrijfsleven en naar de sectoren die op de korte termijn mogelijkerwijs wijzigingen ondergaan;

    analysering en bevordering van uitwisselingen over maatregelen en van goede praktijken bedoeld voor het op maatschappelijk verantwoorde wijze opvangen van de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 04 11     Proefproject — Voorkoming van ouderenmishandeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    300 000

    500 000

    0,—

    423 527,02

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van initiatieven die helpen achterhalen in welke mate ouderenmishandeling in de Unie voorkomt, als follow-up bij de resolutie van het Europees Parlement van 21 februari 2008 over de demografische toekomst van Europa (PB C 184 E van 6.8.2009, blz. 75) en als follow-up bij de conferentie georganiseerd door de Commissie op 17 maart 2008 over ouderenmishandeling.

    Het proefproject zal met name toegespitst zijn op:

    het inschatten van de omvang van ouderenmisbruik overeenkomstig de definitie van de WHO (fysiek, psychologisch en financieel misbruik);

    het verwerven van een beter inzicht in de oorzaken van ouderenmishandeling;

    het beoordelen van de doeltreffendheid van beleidsmaatregelen in de lidstaten.

    Om dit doel te bereiken zullen onder meer de volgende maatregelen worden gedekt:

    gegevensverzameling over het voorkomen van ouderenmishandeling in de hele Unie, met inbegrip van risico- en beschermingsfactoren;

    het in kaart brengen van bestaande beleidsbenaderingen en beleidskaders in de Unie, om goede praktijken te identificeren en te zorgen voor een referentiekader dat maatregelen en instrumenten bevat die nodig zijn om ouderenmishandeling doeltreffend te kunnen voorkomen.

    Beste praktijken bij beleidsbenaderingen en beleidskaders zullen worden in kaart gebracht door middel van een beoordeling van welke instrumenten effectief zijn en welke minder goed werken bij het voorkomen van mishandeling van ouderen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 04 12     Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2010

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    444 789

    p.m.

    408 263

    0,—

    1 678 132,58

    Toelichting

    Het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting was bedoeld om de politieke toezeggingen die de Unie aan het begin van de Lissabonstrategie heeft gedaan om „een beslissende bijdrage aan de uitroeiing van armoede” te leveren, opnieuw te bekrachtigen.

    In overeenstemming met Besluit nr. 1098/2008/EG was dit krediet bestemd voor de ondersteuning van de nationale activiteiten die de lidstaten overeenkomstig hun nationale strategie en prioriteiten voor het Europees Jaar moeten uitvoeren. Een deel van dit krediet diende ook ter dekking van de kosten van de organisatie van de slotconferentie van de Unie door het zittende voorzitterschap en ter versterking van de communicatie- en informatieactiviteiten op Europees en nationaal niveau.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1098/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010) (PB L 298 van 7.11.2008, blz. 20).

    04 04 15     Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    26 500 000

    19 768 382

    24 750 000

    22 454 464

    24 750 000,—

    6 700 000,—

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).

    04 04 16     Proefproject — Gezondheid en veiligheid op het werk van oudere werknemers

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    650 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    Toelichting

    Dit proefproject is gebaseerd op de door het Europees Parlement gevraagde studie over nieuwe vormen van fysieke en psychosociale gezondheidsrisico's op het werk (IP/A/EMPL/FWC/2006-205/C1-SC1) en op zijn resolutie over de communautaire strategie 2007-2012 voor gezondheid en veiligheid op het werk (PB C 41 E van 19.2.2009, blz. 14) en zorgt voor de uitwerking van de daarin vervatte aanbevelingen en de uitwisseling van goede praktijken met hulp van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (OSHA). Beoordeeld moet worden of een voorbereidende actie geschikt is voor het instellen van een uniaal instrument ter verwezenlijking van de doelstelling dat 75 % van de bevolking in de leeftijdscategorie 20 tot 64 aan het werk moet zijn, zoals opgenomen in de Europa 2020-strategie, alsmede van de doelstelling van de verbetering van de fysieke en psychologische gezondheid van oudere werknemers. Binnen het kader van het proefproject moet verder onderzoek worden gedaan naar manieren om de gezondheid en veiligheid op het werk van oudere werknemers te verbeteren en voort te bouwen op hetgeen reeds is gedaan door het OSHA, aangezien de vergrijzing van grote financiële invloed zal zijn op werknemers, werkgevers en belastingbetalers. Het proefproject moet met name:

    werken aan een beroepsbevolking met evenwicht tussen jong en ervaren, die het best kan inspelen op de snel veranderende omstandigheden i.v.m. de mondialisering, en in heel de Unie bevorderend werken voor een doeltreffende langetermijnstrategie voor personeelsbeleid die aanpassingen aan loopbanen en opleiding mogelijk maakt door zich te richten op het ontwikkelen van vaardigheden en het opvangen van het proces van achteruitgang;

    de activiteiten van de lidstaten op het gebied van de genderdimensie aansporen en ondersteunen, zoals informatie over de gevolgen van menopauze, en de behoeften van alle werknemers, afgezien van goede arbeidsomstandigheden, in het bijzonder met betrekking tot gezondheid en veiligheid, flexibele arbeidsregelingen en zorgdiensten;

    op uniaal niveau steun geven aan het ontwikkelen en verspreiden van gegevens met betrekking tot specifieke problemen van oudere werknemers, zoals de teruglopende fysieke en soms ook psychofysieke capaciteiten (d.w.z. waarnemingsvermogen, reactievermogen, efficiëntie van de zintuigen), het vaker voorkomen van bepaalde ziekten, bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, ademhalings- en spier- en skeletproblemen, en hormonale en spijsverteringsstoornissen, alsook m.b.t. de daarbij behorende preventieve en therapeutische maatregelen, met inbegrip van training op deze gebieden voor personeelsafdelingen;

    de identificatie, uitwisseling en het delen van goede praktijken (bv. case studies) met betrekking tot de gezondheid en de veiligheid op het werk van oudere werknemers verbeteren;

    de ontwikkeling stimuleren van initiatieven inzake de verstrekking van technisch advies betreffende gezondheidsrisico's voor oudere werknemers, met name aan kmo's;

    ervoor te zorgen dat de bestaande wettelijke verplichtingen voor de preventie van werknemers worden toegepast, waar nodig toegespitst op oudere werknemers, bijvoorbeeld door rekening te houden met diversiteit bij de risicobeoordeling;

    de integratie of het mainstreamen van veiligheid en gezondheid op het werk in het algemene werkgelegenheidsbeleid bevorderen, op gebieden als maatregelen voor gelijkheid, mogelijkheden voor pensioen, personeelsbeheer en opleidingskwesties;

    zorgen voor de integratie of het mainstreamen van kwesties met betrekking tot de veranderende demografische structuur van de Europese beroepsbevolking in de activiteiten van de arbeidsinspecties en andere preventieve activiteiten;

    de ontwikkelingen bevorderen op gebieden zoals herintreding en reïntegratie voor oudere werknemers, onder meer met behulp van individuele training, bijvoorbeeld na een met het werk verbonden spier- c.q. skeletstoornis.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 04 17     Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    2 000 000

    4 000 000

    2 000 000

     

     

    Toelichting

    Jeugdwerkloosheid in een groot probleem in Europa. Ongeveer 5 500 000 jongeren zijn op dit moment in de Unie werkloos, 20 % van de personen jonger dan 25 zit zonder werk en 15 % verlaat de school zonder diploma. De stijging van de jongerenwerkloosheid was meer uitgesproken in 2011 en deze blijft ook in 2012 toenemen, in sommige lidstaten zelfs tot een percentage van 45 %. Dit heeft ernstige sociaaleconomische gevolgen voor de samenleving en voor de jongeren zelf. Uit studies blijkt dat mensen die in hun jeugd werkloos zijn, later in hun leven vaak langdurig werkloos raken en vaker in onzekere banen terechtkomen. Het is bijgevolg van uitermate groot belang dat de lidstaten alle jonge mensen helpen een baan te vinden of hun opleiding voort te zetten wanneer ze werkloos zijn, ongeacht hun opleidingsniveau. De Europa 2020-strategie bevat duidelijke doelstellingen voor de lidstaten om het percentage vroegtijdige schoolverlaters tot 10 % terug te dringen en de arbeidsparticipatie op te krikken tot 75 %, en pakt deze problemen aan via het vlaggenschipinitiatief „Jeugd in beweging”, in die zin dat de lidstaten worden opgeroepen een zogeheten 'Jeugdgarantie' te verstrekken door ervoor te zorgen dat alle jongeren een baan hebben, onderwijs volgen of dat activeringsmaatregelen worden genomen binnen vier maanden nadat zij de school verlaten. De Jeugdgarantie vormt een belangrijk element in het kader van innovatieve benaderingen van de overgang van school naar werk, zoals ook de Commissie in haar mededeling van 20 december 2011 over het initiatief „Kansen voor jongeren” herhaalde (COM(2011) 933 final).

    De doelstellingen van de voorbereidende actie zijn:

    zich te richten op jongeren, waaronder jongeren die geen opleiding volgen, geen stage lopen en geen werk hebben (zogenaamde NEET’s);

    te onderzoeken hoe de „Jeugdgarantie” in de praktijk in de lidstaten kan werken;

    innovatieve actie te ontwikkelen voor de overstap van werkloosheid naar het hebben van een baan voor jongeren, en het verspreiden van deze kennis onder alle lidstaten;

    te zorgen voor een baan of aanvullende onderwijs- of activeringsmaatregelen voor jongeren binnen vier maanden nadat zij werkloos zijn geworden.

    Het project zou daarvoor bestaan uit de volgende maatregelen:

    ondersteunen van onderzoek en verzamelen van de ervaringen die zijn opgedaan met bestaande projecten in de lidstaten waar iets vergelijkbaars als de „Jeugdgarantie” bestaat;

    het lanceren van twee of drie proefmaatregelen in de lidstaten voor het creëren van een plaatselijke „Jeugdgarantie”, op basis van de verzamelde beste praktijken. Dit houdt in dat steun wordt gegeven aan relevante plaatselijke betrokken partijen voor het geven van advies en hulp met betrekking tot de implementatie van de „Jeugdgarantie”;

    het ontwikkelen van alternatieve programma’s op plaatselijk niveau voor vroegtijdige schoolverlaters met het oog op het ontwikkelen van hun vaardigheden, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan networking tussen relevante betrokken partijen (bedrijven, scholen, jeugdzorgdiensten), als één van de belangrijke maatregelen voor het bevorderen van de integratie van jongeren in de arbeidsmarkt;

    benutting van deze ervaring bij toekomstige uniale regelingen gericht op jongeren en hun arbeidsmarktintegratie.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    04 04 18     Voorbereidende actie — Sociale innovatie dankzij sociaal en jong ondernemerschap

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie gaat uit van het belang van sociale innovatie en de opkomst van sociale ondernemingen. Deze twee factoren van verandering zijn gebaseerd op levensvatbare bedrijfsmodellen die een inclusieve, sociaal billijker en ecologisch duurzame groei bevorderen. Via activiteiten om aan de sociale behoeften in de context van duurzame en inclusieve ontwikkeling te voldoen, scheppen ze ook banen. Deze voorbereidende actie heeft als doel de goede praktijken van nationale, regionale en plaatselijke overheden en financiële tussenpersonen bij de ondersteuning van jonge of sociaal ondernemers in de huidige context van hoge jongerenwerkloosheid te identificeren, ontwikkelen, bevorderen en verspreiden. Op die manier zal de voorbereidende actie bijdragen tot de benutting van het potentieel van jong en sociaal ondernemerschap, dat ook benadrukt wordt in de jaarlijkse groeianalyse 2012 en in de mededeling van de Commissie van 18 april 2012 met als titel „Op weg naar een banenrijk herstel” (COM(2012) 173 final). Het doel is de economische en sociale situatie op plaatselijk niveau te verbeteren en te tonen hoe de ondersteuning van jong en sociaal ondernemerschap zo efficiënt mogelijk in regionale, stedelijke en plaatselijke ontwikkelingsstrategieën kan worden opgenomen. Hierbij zal bijzondere nadruk worden gelegd op de manier waarop met name de structuurfondsen kunnen worden gebruikt (in de periode 2014-2020 van de financiële instrumenten van de Unie).

    De belangrijkste opdracht bestaat erin om in een beperkt aantal proefgebieden samen te werken met potentiële kredietverstrekkers (in het bijzonder de instanties die de door de structuurfondsen en met name het ESF gefinancierde programma’s beheren) en financiële tussenpersonen, waaronder de EIB-groep. Deze samenwerking zal bijdragen tot de uitwerking en het opzetten van realistische, passende en betrouwbare regelingen of fondsen die aandelen- of mezzaninefinanciering verstrekken (inclusief durffilantropie). Dergelijke regelingen of fondsen kunnen worden gebruikt ter ondersteuning van structuren die bedrijfsontwikkelingsdiensten en netwerkfaciliteiten aanbieden, met als doel de opkomende ontwikkeling en groei van sociale ondernemingen aan te moedigen en te faciliteren. Mogelijke acties zijn haalbaarheidsstudies, wederzijdse uitwisseling van kennis, verspreiding van goede praktijken en indien nodig gerichte steun aan nationale of regionale instanties. Deze acties kunnen eventueel voortbouwen op de resultaten van eerdere acties van regionale instanties en financiële tussenpersonen inzake capaciteitsopbouw en wederzijds leren, zoals het netwerkplatform Jessica. Jessica is een leerplatform dat nationale en regionale autoriteiten alsook financiële tussenpersonen helpt bij de ontwikkeling van terugvorderbaresteunregelingen voor duurzame stedelijke ontwikkeling in het kader van de structuurfondsen (3). De resultaten van deze proefleerprojecten zullen bijdragen tot de tenuitvoerlegging van de relevante Europa 2020-vlaggenschipinitiatieven, met name „Jeugd in beweging”, „Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen”, „Innovatie-Unie” en het „Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting” (4), en de weg effenen voor een doeltreffend gebruik van het ESF en de andere EU-fondsen na 2014.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 04 05 — EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    04 05

    EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG)

    04 05 01

    Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG)

    1.1

    p.m.

    50 000 000

    p.m.

    67 657 535

    113 878 622,—

    113 878 622,—

     

    Hoofdstuk 04 05 — Totaal

     

    p.m.

    50 000 000

    p.m.

    67 657 535

    113 878 622,—

    113 878 622,—

    04 05 01     Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    50 000 000

    p.m.

    67 657 535

    113 878 622,—

    113 878 622,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), om de Unie in staat te stellen tijdelijke en gerichte steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisatie veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, in gevallen waarin dergelijke collectieve ontslagen een zeer negatieve impact hebben op de regionale of plaatselijke economie. Voor aanvragen die voor 31 december 2011 zijn ingediend kan het ook worden gebruikt voor de verlening van steun aan werknemers die gedwongen zijn ontslagen ten gevolge van de wereldwijde financiële en economische crisis.

    De maximale uitgaven uit het fonds bedragen 500 000 000 EUR per jaar.

    Deze reserve is, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, bedoeld om extra tijdelijke steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, teneinde hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.

    De acties van het EFG moeten complementair zijn met die van het Europees Sociaal Fonds. Dubbele financiering uit deze instrumenten is niet toegestaan.

    De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds zijn vastgesteld in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 en in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12 2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).

    Referentiebesluiten

    Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    HOOFDSTUK 04 06 — INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    04 06

    INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

    04 06 01

    Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Ontwikkeling van het menselijke potentieel

    4

    113 157 077

    29 652 574

    112 150 000

    59 719 121

    102 400 000,—

    27 922 056,48

     

    Hoofdstuk 04 06 — Totaal

     

    113 157 077

    29 652 574

    112 150 000

    59 719 121

    102 400 000,—

    27 922 056,48

    04 06 01     Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Ontwikkeling van het menselijke potentieel

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    113 157 077

    29 652 574

    112 150 000

    59 719 121

    102 400 000,—

    27 922 056,48

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van de steun van de Unie aan de kandidaat-landen die onder het IPA vallen, voor hun geleidelijke aanpassing aan de normen en het beleid van de Unie, waar van toepassing met inbegrip van het acquis van de Unie, met het oog op toetreding. De afdeling Ontwikkeling van het menselijke potentieel dient ter ondersteuning van landen bij de ontwikkeling van beleid en de voorbereiding van de tenuitvoerlegging en het beheer van het cohesiebeleid van de Unie, in het bijzonder de voorbereiding van deze landen op het Europees Sociaal Fonds.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INCLUSIE

    TITEL 05

    LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    05 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

    133 234 504

    133 234 504

    133 954 745

    133 954 745

    135 638 412,20

    135 638 412,20

    Reserves (40 01 40)

     

     

    498 392

    498 392

     

     

     

    133 234 504

    133 234 504

    134 453 137

    134 453 137

    135 638 412,20

    135 638 412,20

    05 02

    INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

    2 773 440 000

    2 772 526 798

    3 233 310 000

    3 232 963 891

    3 532 059 545,79

    3 532 805 027,44

    05 03

    RECHTSTREEKSE STEUN

    40 931 900 000

    40 931 900 000

    40 510 700 000

    40 510 700 000

    40 178 029 636,76

    40 178 029 636,76

    05 04

    PLATTELANDSONTWIKKELING

    14 804 955 797

    12 498 639 386

    14 600 144 442

    13 129 893 741

    14 408 430 025,56

    12 292 015 084,—

    05 05

    PRETOETREDINGSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

    259 328 000

    53 770 000

    234 458 000

    53 586 457

    215 000 000,—

    101 768 207,—

    05 06

    INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

    6 629 000

    5 069 602

    6 360 000

    5 780 674

    5 041 245,41

    5 041 245,41

    05 07

    AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN

    –84 900 000

    –84 900 000

    – 192 700 000

    – 192 700 000

    76 445 352,42

    76 445 352,42

    05 08

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

    27 307 342

    33 470 205

    47 310 537

    45 147 735

    26 600 639,91

    23 493 363,53

     

    Titel 05 — Totaal

    58 851 894 643

    56 343 710 495

    58 573 537 724

    56 919 327 243

    58 577 244 858,05

    56 345 236 328,76

    Reserves (40 01 40)

     

     

    498 392

    498 392

     

     

     

    58 851 894 643

    56 343 710 495

    58 574 036 116

    56 919 825 635

    58 577 244 858,05

    56 345 236 328,76

    HOOFDSTUK 05 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    05 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

    05 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

    5

    100 500 871

    100 726 475

    101 138 378,71

    05 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

    05 01 02 01

    Extern personeel

    5

    3 746 843

    3 883 348

    3 865 717,20

    05 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    8 447 218

    8 528 713

    9 306 937,29

    Reserves (40 01 40)

     

     

    498 392

     

     

     

    8 447 218

    9 027 105

    9 306 937,29

     

    Artikel 05 01 02 — Subtotaal

     

    12 194 061

    12 412 061

    13 172 654,49

    Reserves (40 01 40)

     

     

    498 392

     

     

     

    12 194 061

    12 910 453

    13 172 654,49

    05 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

    5

    6 360 072

    6 431 209

    7 605 809,11

    05 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

    05 01 04 01

    Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

    2

    8 909 500

    8 750 000

    8 442 043,26

    05 01 04 03

    Pretoetredingssteun op het vlak van landbouw en plattelandsontwikkeling (Ipard) — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    p.m.

    110 000

    0,—

    05 01 04 04

    Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Niet-operationele technische bijstand

    2

    5 000 000

    5 255 000

    4 987 506,63

     

    Artikel 05 01 04 — Subtotaal

     

    13 909 500

    14 115 000

    13 429 549,89

    05 01 06

    Uitgaven voor landbouwkundige analysen, inspecties en communicatie en voor het Bemiddelingsorgaan voor de goedkeuring van de rekeningen betreffende het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, en het ELGF en het Elfpo

    5

    270 000

    270 000

    292 020,—

     

    Hoofdstuk 05 01 — Totaal

     

    133 234 504

    133 954 745

    135 638 412,20

    Reserves (40 01 40)

     

     

    498 392

     

     

     

    133 234 504

    134 453 137

    135 638 412,20

    Toelichting

    De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    05 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 500 871

    100 726 475

    101 138 378,71

    05 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

    05 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 746 843

    3 883 348

    3 865 717,20

    05 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    05 01 02 11

    8 447 218

    8 528 713

    9 306 937,29

    Reserves (40 01 40)

     

    498 392

     

    Totaal

    8 447 218

    9 027 105

    9 306 937,29

    05 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 360 072

    6 431 209

    7 605 809,11

    05 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

    Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).

    Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

    05 01 04 01   Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 909 500

    8 750 000

    8 442 043,26

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de maatregelen betreffende voorbereiding, monitoring, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, en met name de maatregelen die zijn opgesomd in artikel 5, onder a) tot en met d), van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

    Het dient ook ter dekking van de financiering van studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die direct verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma inzake genetische hulpbronnen zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 870/2004.

    Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 en artikel 174, lid 2, van het Financieel Reglement.

    05 01 04 03   Pretoetredingssteun op het vlak van landbouw en plattelandsontwikkeling (Ipard) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    110 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de doelstelling van het instrument voor pretoetredingssteun.

    Deze toekenning dient ter dekking van administratieve uitgaven onder de artikelen 05 05 01 en 05 05 02.

    05 01 04 04   Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) — Niet-operationele technische bijstand

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 000 000

    5 255 000

    4 987 506,63

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uit het Elfpo gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005. Technische bijstand omvat maatregelen op het vlak van voorbereiding, monitoring, administratieve ondersteuning, evaluatie en toezicht. In verband hiermee kan het krediet met name worden gebruikt voor de financiering van:

    uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen);

    uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

    uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

    contracten met dienstverleners;

    uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 850 000 EUR, alsook dienstreizen van dat personeel.

    Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikel 21 van het Financieel Reglement.

    05 01 06     Uitgaven voor landbouwkundige analysen, inspecties en communicatie en voor het Bemiddelingsorgaan voor de goedkeuring van de rekeningen betreffende het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, en het ELGF en het Elfpo

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    270 000

    270 000

    292 020,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het bemiddelingsorgaan in het kader van de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie, het ELGF en het Elfpo (uren, materiaal, reiskosten, vergaderingen), en van de kosten van de analysen en andere uitgaven voor communicatie en voor de ondersteuning van controles, bijvoorbeeld de bijstand van auditbedrijven.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de erkenning van de betaalorganen en andere instanties en de goedkeuring van de rekeningen inzake het ELGF en het Elfpo (PB L 171 van 23.6.2006, blz. 90).

    Verordening (EG) nr. 485/2008 van de Raad van 26 mei 2008 inzake de door de lidstaten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van het Europees Landbouwgarantiefonds (gecodificeerde versie) (PB L 143 van 3.6.2008, blz. 1).

    HOOFDSTUK 05 02 — INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    05 02

    INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

    05 02 01

    Granen

    05 02 01 01

    Uitvoerrestituties voor granen

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    52 096,69

    52 096,69

    05 02 01 02

    Interventie in de vorm van opslag van granen

    2

    100 000

    100 000

    2 000 000

    2 000 000

    – 189 471 647,15

    – 189 471 647,15

    05 02 01 03

    Interventie voor zetmeel

    2

    100 000

    100 000

    41 000 000

    41 000 000

    33 204 578,55

    33 204 578,55

    05 02 01 99

    Overige maatregelen (granen)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    –52,21

    –52,21

     

    Artikel 05 02 01 — Subtotaal

     

    200 000

    200 000

    43 000 000

    43 000 000

    – 156 215 024,12

    – 156 215 024,12

    05 02 02

    Rijst

    05 02 02 01

    Uitvoerrestituties voor rijst

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    6 975,41

    6 975,41

    05 02 02 02

    Interventie in de vorm van opslag van rijst

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 02 02 99

    Overige maatregelen (rijst)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 05 02 02 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    6 975,41

    6 975,41

    05 02 03

    Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten

    2

    8 000 000

    8 000 000

    12 000 000

    12 000 000

    12 737 349,43

    12 737 349,43

    05 02 04

    Voedselprogramma’s

    05 02 04 01

    Programma’s voor hulpbehoevenden

    2

    500 000 000

    500 000 000

    500 000 000

    500 000 000

    514 971 352,56

    514 971 352,56

    05 02 04 99

    Overige maatregelen (voedselprogramma’s)

    2

    100 000

    100 000

    100 000

    100 000

    8 673,16

    8 673,16

     

    Artikel 05 02 04 — Subtotaal

     

    500 100 000

    500 100 000

    500 100 000

    500 100 000

    514 980 025,72

    514 980 025,72

    05 02 05

    Suiker

    05 02 05 01

    Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

    2

    p.m.

    p.m.

    1 000 000

    1 000 000

    1 475 288,16

    1 475 288,16

    05 02 05 03

    Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    771 724,36

    771 724,36

    05 02 05 08

    Interventie in de vorm van opslag van suiker

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    196,84

    196,84

    05 02 05 99

    Overige maatregelen (suiker)

    2

    100 000

    100 000

    200 000

    200 000

    187 889 189,81

    187 889 189,81

     

    Artikel 05 02 05 — Subtotaal

     

    100 000

    100 000

    1 200 000

    1 200 000

    190 136 399,17

    190 136 399,17

    05 02 06

    Olijfolie

    05 02 06 03

    Interventie in de vorm van opslag van olijfolie

    2

    17 000 000

    17 000 000

    23 000 000

    23 000 000

    0,—

    0,—

    05 02 06 05

    Acties ter verbetering van de kwaliteit

    2

    45 000 000

    45 000 000

    45 000 000

    45 000 000

    44 141 641,61

    44 141 641,61

    05 02 06 99

    Overige maatregelen (olijfolie)

    2

    100 000

    100 000

    500 000

    500 000

    12 642,28

    12 642,28

     

    Artikel 05 02 06 — Subtotaal

     

    62 100 000

    62 100 000

    68 500 000

    68 500 000

    44 154 283,89

    44 154 283,89

    05 02 07

    Vezelgewassen

    05 02 07 01

    Steun voor vezelvlas en -hennep

    2

    10 000 000

    10 000 000

    17 000 000

    17 000 000

    20 272 041,38

    20 272 041,38

    05 02 07 03

    Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s

    2

    10 000 000

    10 000 000

    10 000 000

    10 000 000

    10 006 323,96

    10 006 323,96

    05 02 07 99

    Overige maatregelen (vezelgewassen)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

     

     

     

    Artikel 05 02 07 — Subtotaal

     

    20 000 000

    20 000 000

    27 000 000

    27 000 000

    30 278 365,34

    30 278 365,34

    05 02 08

    Groenten en fruit

    05 02 08 01

    Uitvoerrestituties voor groenten en fruit

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    49 518,23

    49 518,23

    05 02 08 03

    Actiefondsen van de producentenorganisaties)

    2

    267 000 000

    267 000 000

    496 000 000

    496 000 000

    785 580 703,89

    785 580 703,89

    05 02 08 09

    Financiële compensaties om de verwerking van citrusvruchten te stimuleren

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    207 120,94

    207 120,94

    05 02 08 11

    Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen

    2

    253 000 000

    253 000 000

    195 000 000

    195 000 000

    194 780 884,30

    194 780 884,30

    05 02 08 12

    Schoolfruitregeling

    2

    90 000 000

    90 000 000

    90 000 000

    90 000 000

    57 282 043,49

    57 282 043,49

    05 02 08 99

    Overige maatregelen (groenten en fruit)

    2

    1 000 000

    1 000 000

    7 000 000

    7 000 000

    89 982 029,53

    89 982 029,53

     

    Artikel 05 02 08 — Subtotaal

     

    611 000 000

    611 000 000

    788 000 000

    788 000 000

    1 127 882 300,38

    1 127 882 300,38

    05 02 09

    Producten van de wijnbouwsector

    05 02 09 04

    Interventie in de vorm van opslag van alcohol

    2

    p.m.

    p.m.

    200 000

    200 000

    1 616 282,60

    1 616 282,60

    05 02 09 08

    Nationale steunprogramma’s voor de wijnsector

    2

    1 065 600 000

    1 065 600 000

    1 086 700 000

    1 086 700 000

    842 058 054,62

    842 058 054,62

    05 02 09 09

    Rooiregeling

    2

    5 000 000

    5 000 000

    20 000 000

    20 000 000

    269 182 397,95

    269 182 397,95

    05 02 09 99

    Overige maatregelen (wijnbouwsector)

    2

    1 000 000

    1 000 000

    2 000 000

    2 000 000

    –8 593 485,98

    –8 593 485,98

     

    Artikel 05 02 09 — Subtotaal

     

    1 071 600 000

    1 071 600 000

    1 108 900 000

    1 108 900 000

    1 104 263 249,19

    1 104 263 249,19

    05 02 10

    Afzetbevordering

    05 02 10 01

    Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

    2

    60 000 000

    60 000 000

    54 000 000

    54 000 000

    46 266 638,57

    46 266 638,57

    05 02 10 02

    Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie

    2

    1 040 000

    1 126 798

    1 410 000

    1 118 891

    998 099,07

    1 481 806,18

    05 02 10 99

    Overige maatregelen (afzetbevordering)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    –9 868,51

    –9 868,51

     

    Artikel 05 02 10 — Subtotaal

     

    61 040 000

    61 126 798

    55 410 000

    55 118 891

    47 254 869,13

    47 738 576,24

    05 02 11

    Overige plantaardige producten/overige maatregelen

    05 02 11 01

    Gedroogde voedergewassen

    2

    500 000

    500 000

    97 000 000

    97 000 000

    141 091 129,46

    141 091 129,46

    05 02 11 03

    Hop — Steun aan producentenorganisaties

    2

    2 300 000

    2 300 000

    2 300 000

    2 300 000

    2 277 000,—

    2 277 000,—

    05 02 11 04

    POSEI (met uitzondering van rechtstreekse steun en artikel 11 02 03)

    2

    230 000 000

    230 000 000

    257 000 000

    257 000 000

    223 718 356,76

    223 718 356,76

    05 02 11 05

    Communautair Fonds voor tabak (met uitzondering van artikel 17 03 02)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    378 923,15

    378 923,15

    05 02 11 99

    Overige maatregelen (overige plantaardige producten/overige maatregelen)

    2

    200 000

    200 000

    200 000

    200 000

    81 179,75

    81 179,75

     

    Artikel 05 02 11 — Subtotaal

     

    233 000 000

    233 000 000

    356 500 000

    356 500 000

    367 546 589,12

    367 546 589,12

    05 02 12

    Melk en zuivelproducten

    05 02 12 01

    Restituties voor melk en zuivelproducten

    2

    100 000

    100 000

    1 000 000

    1 000 000

    5 418 602,36

    5 418 602,36

    05 02 12 02

    Interventie in de vorm van opslag van mageremelkpoeder

    2

    p.m.

    p.m.

    –10 000 000

    –10 000 000

    –73 001 225,52

    –73 001 225,52

    05 02 12 03

    Steun voor de afzet van ondermelk

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 02 12 04

    Interventie in de vorm van opslag van boter en room

    2

    9 000 000

    9 000 000

    10 000 000

    10 000 000

    8 330 005,68

    8 330 005,68

    05 02 12 08

    Schoolmelk

    2

    74 000 000

    74 000 000

    90 000 000

    90 000 000

    64 235 205,83

    64 235 205,83

    05 02 12 99

    Overige maatregelen (melk en zuivelproducten)

    2

    100 000

    100 000

    100 000

    100 000

    99 643,94

    99 643,94

     

    Artikel 05 02 12 — Subtotaal

     

    83 200 000

    83 200 000

    91 100 000

    91 100 000

    5 082 232,29

    5 082 232,29

    05 02 13

    Rund- en kalfvlees

    05 02 13 01

    Restituties voor rund- en kalfvlees

    2

    5 000 000

    5 000 000

    39 000 000

    39 000 000

    46 138 877,11

    46 138 877,11

    05 02 13 02

    Interventie in de vorm van opslag van rund- en kalfsvlees

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    6 240,—

    6 240,—

    05 02 13 03

    Buitengewone marktondersteuningsmaatregelen

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    78,—

    78,—

    05 02 13 04

    Restituties voor levende runderen

    2

    2 000 000

    2 000 000

    7 000 000

    7 000 000

    9 638 742,84

    9 638 742,84

    05 02 13 99

    Overige maatregelen (rund- en kalfsvlees)

    2

    100 000

    100 000

    100 000

    100 000

    – 135 866,92

    – 135 866,92

     

    Artikel 05 02 13 — Subtotaal

     

    7 100 000

    7 100 000

    46 100 000

    46 100 000

    55 648 071,03

    55 648 071,03

    05 02 14

    Schapen- en geitenvlees

    05 02 14 01

    Interventie in de vorm van opslag van schapen- en geitenvlees

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 02 14 99

    Overige maatregelen (schapen- en geitenvlees)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 05 02 14 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 02 15

    Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

    05 02 15 01

    Restituties voor varkensvlees

    2

    5 000 000

    5 000 000

    19 000 000

    19 000 000

    19 120 219,70

    19 120 219,70

    05 02 15 02

    Interventie in de vorm van opslag van varkensvlees

    2

    p.m.

    p.m.

    13 000 000

    13 000 000

    56 324 911,98

    56 324 911,98

    05 02 15 03

    Buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt voor varkensvlees

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 02 15 04

    Restituties voor eieren

    2

    p.m.

    p.m.

    4 000 000

    4 000 000

    2 783 714,73

    2 783 714,73

    05 02 15 05

    Restituties voor slachtpluimvee

    2

    77 000 000

    77 000 000

    65 000 000

    65 000 000

    81 695 320,94

    81 695 320,94

    05 02 15 06

    Bijzondere steun voor de bijenteelt

    2

    30 000 000

    30 000 000

    32 000 000

    32 000 000

    28 379 692,46

    28 379 692,46

    05 02 15 07

    Buitengewone marktondersteuningsmaatregelen voor de sector vlees van pluimvee en eieren

    2

    2 000 000

    2 000 000

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 02 15 99

    Overige maatregelen (varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 05 02 15 — Subtotaal

     

    114 000 000

    114 000 000

    133 000 000

    133 000 000

    188 303 859,81

    188 303 859,81

    05 02 17

    Steun voor boeren

    05 02 17 01

    Proefproject — Steun voor landbouwcoöperaties

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 195 000

    0,—

    261 774,54

    05 02 17 02

    Proefproject — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

    2

    p.m.

    p.m.

    1 000 000

    500 000

    0,—

    0,—

    05 02 17 03

    Proefproject — Steun voor boeren- en consumenteninitiatieven voor een lage koolstofuitstoot, een lage energieconsumptie en lokaal op de markt gebrachte voedselproductie

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 02 17 04

    Voorbereidende actie — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

    2

    2 000 000

    1 000 000

     

     

     

     

    05 02 17 07

    Proefproject — Maatregelen ter bestrijding van speculatie met landbouwproducten

    2

    p.m.

    p.m.

    1 500 000

    750 000

    0,—

    0,—

     

    Artikel 05 02 17 — Subtotaal

     

    2 000 000

    1 000 000

    2 500 000

    2 445 000

    0,—

    261 774,54

     

    Hoofdstuk 05 02 — Totaal

     

    2 773 440 000

    2 772 526 798

    3 233 310 000

    3 232 963 891

    3 532 059 545,79

    3 532 805 027,44

    Toelichting

    Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig artikel 21 en artikel 174, lid 2, van het Financieel Reglement.

    In het kader van de vaststelling van de budgettaire behoeften voor dit hoofdstuk is bij de vaststelling van de budgettaire behoeften voor artikel 05 02 08, en met name voor post 05 02 08 03, rekening gehouden met een bedrag van 500 000 000 EUR uit post 6 7 0 1 van de algemene staat van ontvangsten.

    Dit krediet dient ook ter dekking van spoedeisende maatregelen als bedoeld in artikel 191 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

    05 02 01     Granen

    05 02 01 01   Uitvoerrestituties voor granen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    52 096,69

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor granen die worden toegekend op grond van de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 01 02   Interventie in de vorm van opslag van granen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    2 000 000

    – 189 471 647,15

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de technische kosten en de financieringskosten voor aankopen van granen voor openbare opslag, de overige kosten van openbare opslag (hoofdzakelijk het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde) en de waardevermindering van de „nieuw gevormde voorraden”, een en ander overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 13, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en Verordening (EG) nr. 1290/2005.

    05 02 01 03   Interventie voor zetmeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    41 000 000

    33 204 578,55

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1868/94 en artikel 95 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 uitgekeerde premies en de op grond van artikel 96 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 (zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 72/2009) toegekende productierestituties.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel (PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4).

    05 02 01 99   Overige maatregelen (granen)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    –52,21

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven in verband met granen op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 01.

    05 02 02     Rijst

    05 02 02 01   Uitvoerrestituties voor rijst

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    6 975,41

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor rijst die worden toegekend op grond van de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 02 02   Interventie in de vorm van opslag van rijst

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de technische kosten en de financieringskosten voor aankopen van rijst voor openbare opslag, de overige kosten van openbare opslag (hoofdzakelijk het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde) en de waardevermindering van de „nieuw gevormde voorraden”, een en ander overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 13, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en Verordening (EG) nr. 1290/2005.

    05 02 02 99   Overige maatregelen (rijst)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in het kader van andere rijstinterventieregelingen op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1785/2003 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 02.

    Het dient ook ter dekking van de nog verschuldigde steun voor de productie van bepaalde rijstrassen van het type „Indica” op grond van artikel 8 bis van Verordening (EEG) nr. 1418/76, alsmede van uitgaven in verband met de uitkering van steun aan producenten van padie in Portugal voor de verkoopseizoenen 1992/1993 tot en met 1997/1998, overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 738/93.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 1418/76 van de Raad van 21 juni 1976 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (PB L 166 van 25.6.1976, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 738/93 van de Raad van 17 maart 1993 houdende wijziging van de overgangsbepalingen van de gemeenschappelijke marktordening voor granen en rijst in Portugal als vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3653/90 (PB L 77 van 31.3.1993, blz. 1).

    05 02 03     Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 000 000

    12 000 000

    12 737 349,43

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking, overeenkomstig de artikelen 13 tot en met 18 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 162 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, van de restituties voor granen die worden uitgevoerd in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken, alsmede overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3448/93, van de restituties voor goederen die zijn verkregen door de verwerking van granen en rijst, suiker en isoglucose, ondermelk, boter en eieren.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18).

    Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78).

    Verordening (EG) nr. 1216/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 10).

    05 02 04     Voedselprogramma’s

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 3730/87 van de Raad van 10 december 1987 houdende algemene voorschriften voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Gemeenschap (PB L 352 van 15.12.1987, blz. 1).

    05 02 04 01   Programma’s voor hulpbehoevenden

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000 000

    500 000 000

    514 971 352,56

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden en van op de Uniemarkt aangeschafte producten aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3730/87 en artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 121/2012.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 121/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2012 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie betreft (PB L 44 van 16.2.2012, blz. 1).

    05 02 04 99   Overige maatregelen (voedselprogramma’s)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    100 000

    8 673,16

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van met name een aantal resterende bedragen bevatten die worden betaald overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2802/98, over de financiering waarvan op 24 november 1998 overeenstemming was bereikt tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie alsmede restituties in het kader van voedselhulp, met name in de vorm van granen, rijst, suiker en zuivelproducten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad van 27 juni 1996 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp en van de specifieke acties ter ondersteuning van de voedselzekerheid (PB L 166 van 5.7.1996, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 2802/98 van de Raad van 17 december 1998 betreffende een programma om de Russische Federatie van landbouwproducten te voorzien (PB L 349 van 24.12.1998, blz. 12).

    05 02 05     Suiker

    05 02 05 01   Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    1 000 000

    1 475 288,16

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose die worden toegekend overeenkomstig de artikelen 162 en 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en van resterende uitgaven voor restituties op grond van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001, inclusief die voor suiker die aan verwerkte groenten en fruit wordt toegevoegd, overeenkomstig de artikelen 16 en 18 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening van de markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

    05 02 05 03   Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    771 724,36

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor productierestituties voor industriële suiker op grond van artikel 97 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en van resterende uitgaven voor restituties voor het gebruik in de chemische industrie, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.

    05 02 05 08   Interventie in de vorm van opslag van suiker

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    196,84

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de in de artikelen 31 en 32 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en in Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde steun voor particuliere opslag van suiker.

    05 02 05 99   Overige maatregelen (suiker)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    200 000

    187 889 189,81

    Toelichting

    Oude posten 05 02 05 99 en 05 02 16 01

    Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven in verband met suiker op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1260/2001 en Verordening (EG) nr. 318/2006 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 05. Deze resterende bedragen omvatten met name mogelijke resterende uitgaven voor maatregelen inzake steun voor de afzet van in de Franse overzeese departementen geproduceerde ruwe suiker, overeenkomstig artikel 7, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 (oude post 05 02 05 04), en voor de steun voor de aanpassing van de raffinaderijen, overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede alinea, artikel 33, lid 2, en artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 (oude post 05 02 05 07).

    Het dient ook ter dekking van bijzondere interventiemaatregelen op grond van artikel 186 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 06     Olijfolie

    Rechtsgronden

    Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66).

    Verordening (EG) nr. 865/2004 van de Raad van 29 april 2004 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor olijfolie en tafelolijven (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 97).

    05 02 06 03   Interventie in de vorm van opslag van olijfolie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    17 000 000

    23 000 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven, met name die op grond van artikel 20 quinquies, lid 3, van Verordening nr. 136/66/EEG (opslagcontracten), artikel 6 van Verordening (EG) nr. 865/2004 (verstoring van de markt) en de artikelen 31 en 33 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 (facultatieve steun).

    05 02 06 05   Acties ter verbetering van de kwaliteit

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    45 000 000

    45 000 000

    44 141 641,61

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eventuele resterende uitgaven in verband met maatregelen voor de verbetering van de kwaliteit van de olijfolieproductie overeenkomstig artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG, en in verband met de werkzaamheden van de organisaties van marktdeelnemers overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 865/2004 en artikel 103 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 (steun voor organisaties van marktdeelnemers).

    05 02 06 99   Overige maatregelen (olijfolie)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    500 000

    12 642,28

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven in verband met olijfolie op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 136/66/EEG en Verordening (EG) nr. 865/2004 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 06. Deze resterende bedragen omvatten met name mogelijke resterende uitgaven voor steun voor de consumptie van olijfolie uit de Gemeenschap overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Verordening nr. 136/66/EEG, technische, financierings- of andere kosten voor de openbare opslag (overeenkomstig de artikelen 12 en 13 van Verordening nr. 136/66/EEG), uitvoerrestituties voor olijfolie (overeenkomstig artikel 20 van Verordening nr. 136/66/EEG) en productierestituties voor olijfolie die voor de vervaardiging van vis- en groenteconserven wordt gebruikt (overeenkomstig artikel 20 bis van Verordening nr. 136/66/EEG).

    Het dient ook ter dekking van bijzondere interventiemaatregelen op grond van artikel 186 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 07     Vezelgewassen

    05 02 07 01   Steun voor vezelvlas en -hennep

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    10 000 000

    17 000 000

    20 272 041,38

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de financiering van de steun voor de verwerking van lange en korte vlasvezels en van hennepvezels overeenkomstig artikel 2, lid 3, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 1673/2000 en de artikelen 91 tot en met 95 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    Voorts dient het ter dekking van resterende uitgaven voor de productiesteun voor vezelvlas en -hennep op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad, verminderd met de inhoudingen op grond van artikel 2 van die verordening, alsmede van eventuele resterende bedragen in verband met andere interventiemaatregelen, met name de steun voor particuliere opslag op grond van artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1308/70.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad van 29 juni 1970 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vlas en hennep (PB L 146 van 4.7.1970, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 16).

    05 02 07 03   Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    10 000 000

    10 000 000

    10 006 323,96

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de in hoofdstuk 2 van Verordening (EG) nr. 637/2008 bedoelde uitgaven.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad van 23 juni 2008 houdende vaststelling van nationale herstructureringsprogramma’s voor de katoensector (PB L 178 van 5.7.2008, blz. 1).

    05 02 07 99   Overige maatregelen (vezelgewassen)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog te betalen productiesteun voor katoen, niet gekaard en niet gekamd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1051/2001, alsmede alle andere uitgaven voor vezelgewassen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 07.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad van 22 mei 2001 houdende zesde aanpassing van de steunregeling voor katoen die bij het aan de Akte van toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 is ingesteld (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3).

    05 02 08     Groenten en fruit

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

    Verordening (EG) nr. 2202/96 van de Raad van 28 oktober 1996 tot invoering van een steunregeling voor telers van bepaalde citrussoorten (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 49).

    Verordening (EG) nr. 1182/2007 van de Raad van 26 september 2007 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de sector groenten en fruit (PB L 273 van 17.10.2007, blz. 1).

    05 02 08 01   Uitvoerrestituties voor groenten en fruit

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    49 518,23

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven inzake uitvoerrestituties voor:

    verse groenten en fruit op grond van artikel 35 van Verordening (EG) nr. 2200/96;

    verwerkte producten op basis van groenten en fruit, uitgezonderd toegevoegde suiker, op grond van de artikelen 16 en 17 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

    05 02 08 03   Actiefondsen van de producentenorganisaties)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    267 000 000

    496 000 000

    785 580 703,89

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het voor rekening van de Unie vallende gedeelte van de steun voor actiefondsen van producentenorganisaties, overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 2200/96 en titel III, hoofdstuk II, van Verordening (EG) nr. 1182/2007 en deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV bis, subsectie II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 08 09   Financiële compensaties om de verwerking van citrusvruchten te stimuleren

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    207 120,94

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van resterende uitgaven in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 2202/96 ingestelde uniale steunregeling voor telers van bepaalde citrussoorten.

    05 02 08 11   Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    253 000 000

    195 000 000

    194 780 884,30

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de steun voor producentengroeperingen die voorlopig zijn erkend overeenkomstig titel III, hoofdstuk I, van Verordening (EG) nr. 1182/2007 en deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV bis, subsectie I, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 08 12   Schoolfruitregeling

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    90 000 000

    90 000 000

    57 282 043,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de bijdrage van de Unie aan de schoolfruitregeling overeenkomstig deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV bis, subsectie II bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 08 99   Overige maatregelen (groenten en fruit)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000 000

    7 000 000

    89 982 029,53

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van alle overige uitgaven voor groenten en fruit op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 08.

    Het dient eveneens ter dekking van:

    andere interventie-uitgaven overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96, (EG) nr. 2202/96 en (EG) nr. 1782/2003 die niet worden gefinancierd via de kredieten voor andere posten in artikel 05 02 08, en met name specifieke maatregelen;

    bijstand ter bevordering van de vestiging en de administratieve werking van erkende organisaties van bananentelers;

    resterende uitgaven in verband met de kosten van specifieke maatregelen voor de financiering van, met name, de steun voor telers van hazelnoten, overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EG) nr. 2200/96, de specifieke steun voor de producentenorganisaties die bedrijfskapitaal vormen, alsmede de EU-steun voor de programma’s voor de verbetering van de kwaliteit van dopvruchten en sint-jansbrood.

    Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de financiële vergoedingen die op grond van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 2200/96 aan producentenorganisaties worden betaald.

    Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de productiesteun voor de verwerking van tomaten op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

    Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de productiesteun voor de verwerking van perziken, peren, pruimen en vijgen op grond van de artikelen 5 en 9 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

    Dit krediet dient ter dekking van resterende interventie-uitgaven voor krenten en rozijnen, overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 2201/96, en van interventiemaatregelen voor niet-verwerkte vijgen (opslag).

    Voorts dient het ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit Verordening (EG) nr. 399/94.

    Dit krediet dient ter dekking van resterende vervoers-, sorteer- en verpakkingskosten met het oog op de gratis uitreiking van groenten en fruit overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2200/96.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 789/89 van de Raad van 20 maart 1989 tot instelling van specifieke maatregelen voor dopvruchten en sint-jansbrood (PB L 85 van 30.3.1989, blz. 3).

    Verordening (EEG) nr. 1991/92 van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van een specifieke regeling voor industrieframbozen (PB L 199 van 18.7.1992, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 3816/92 van de Raad van 28 december 1992 houdende afschaffing in de sector groenten en fruit van het mechanisme van compensatiebedragen en daarmee samenhangende maatregelen in het handelsverkeer tussen Spanje en de andere lidstaten (PB L 387 van 31.12.1992, blz. 10).

    Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen (PB L 47 van 25.2.1993, blz. 1), met name artikel 6, lid 1.

    Verordening (EG) nr. 399/94 van de Raad van 21 februari 1994 betreffende specifieke maatregelen voor krenten en rozijnen (PB L 54 van 25.2.1994, blz. 3).

    Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

    Verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad van 30 oktober 1997 betreffende de sanering van de productie van appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap (PB L 303 van 6.11.1997, blz. 3).

    05 02 09     Producten van de wijnbouwsector

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 84 van 27.3.1987, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1).

    05 02 09 04   Interventie in de vorm van opslag van alcohol

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    200 000

    1 616 282,60

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven in verband met:

    de technische kosten en de financieringskosten in verband met de aankoop van alcohol voor openbare opslag overeenkomstig de artikelen 27 tot en met 30 van Verordening (EG) nr. 1493/1999;

    de overige kosten van de opslag van alcohol overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1493/1999; het betreft het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde.

    Het dient ook ter dekking van de financiële waardevermindering van nieuw gevormde voorraden.

    Voorts dient het ter dekking van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde steun voor de particuliere opslag van alcohol (bijkomende steun).

    05 02 09 08   Nationale steunprogramma’s voor de wijnsector

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 065 600 000

    1 086 700 000

    842 058 054,62

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de in deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV ter, subsecties I en II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steunprogramma’s voor de wijnsector.

    05 02 09 09   Rooiregeling

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 000 000

    20 000 000

    269 182 397,95

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven met betrekking tot de in deel II, titel I, hoofdstuk III, sectie IV bis, subsectie III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde rooiregeling.

    05 02 09 99   Overige maatregelen (wijnbouwsector)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000 000

    2 000 000

    –8 593 485,98

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor maatregelen in de wijnbouwsector op grond van Verordening (EG) nr. 479/2008, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EEG) nr. 822/87 en Verordening (EG) nr. 1493/1999 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 09.

    05 02 10     Afzetbevordering

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2702/1999 van de Raad van 14 december 1999 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten in derde landen (PB L 327 van 21.12.1999, blz. 7).

    Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad van 19 december 2000 betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt (PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2).

    Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (PB L 3 van 5.1.2008, blz. 1).

    05 02 10 01   Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    60 000 000

    54 000 000

    46 266 638,57

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de medefinanciering van door de lidstaten uitgevoerde programma’s voor afzetbevordering die betrekking hebben op landbouwproducten, de methoden voor de productie daarvan en levensmiddelen.

    05 02 10 02   Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 040 000

    1 126 798

    1 410 000

    1 118 891

    998 099,07

    1 481 806,18

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de financiering van de rechtstreeks door de Commissie beheerde afzetbevorderingsacties en van de technische bijstand die voor de uitvoering van de programma’s voor afzetbevordering nodig is. Onder de technische bijstand vallen de maatregelen op het gebied van voorbereiding, monitoring, evaluatie, toezicht en beheer.

    05 02 10 99   Overige maatregelen (afzetbevordering)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    –9 868,51

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de financiering van de overige op grond van de verordeningen inzake afzetbevordering genomen maatregelen, die niet worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 10.

    05 02 11     Overige plantaardige producten/overige maatregelen

    05 02 11 01   Gedroogde voedergewassen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    97 000 000

    141 091 129,46

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de productiesteun voor gedroogde voedergewassen die wordt toegekend overeenkomstig artikel 87 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 11 03   Hop — Steun aan producentenorganisaties

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 300 000

    2 300 000

    2 277 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de in artikel 102 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun voor producentenorganisaties in de hopsector.

    05 02 11 04   POSEI (met uitzondering van rechtstreekse steun en artikel 11 02 03)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    230 000 000

    257 000 000

    223 718 356,76

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de regelgeving inzake POSEI en eilanden van de Egeïsche Zee;

    de subsidies voor de levering van rijst uit de Unie aan het Franse overzeese departement Réunion overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1785/2003.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2019/93 van de Raad van 19 juli 1993 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 184 van 27.7.1993, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1452/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen (Poseidom) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11).

    Verordening (EG) nr. 1453/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira (Poseima) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 26).

    Verordening (EG) nr. 1454/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Canarische Eilanden (Poseican) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 45).

    Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96).

    Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

    05 02 11 05   Communautair Fonds voor tabak (met uitzondering van artikel 17 03 02)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    378 923,15

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2075/92 en artikel 104 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70).

    05 02 11 99   Overige maatregelen (overige plantaardige producten/overige maatregelen)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    200 000

    200 000

    81 179,75

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor overige plantaardige producten/overige maatregelen op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2075/92 en de toepassing van Verordening (EG) nr. 603/95 en Verordening (EG) nr. 1786/2003 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 11.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70).

    Verordening (EG) nr. 603/95 van de Raad van 21 februari 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 63 van 21.3.1995, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 114).

    05 02 12     Melk en zuivelproducten

    05 02 12 01   Restituties voor melk en zuivelproducten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    1 000 000

    5 418 602,36

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor melk en zuivelproducten overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 12 02   Interventie in de vorm van opslag van mageremelkpoeder

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    –10 000 000

    –73 001 225,52

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de technische kosten, de financieringskosten en de overige kosten van openbare opslag van mageremelkpoeder die worden gemaakt overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 13, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en ter dekking van de financiële waardevermindering van de nieuw gevormde voorraden.

    05 02 12 03   Steun voor de afzet van ondermelk

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor:

    steun voor melkpoeder van gedeeltelijk ontroomde melk bestemd voor vervoedering, overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EG) nr. 1234/2007;

    steun voor tot caseïne verwerkte ondermelk, toegekend overeenkomstig artikel 100 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 12 04   Interventie in de vorm van opslag van boter en room

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 000 000

    10 000 000

    8 330 005,68

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de in de artikelen 28 en 29 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun voor particuliere opslag.

    Voorts dient het ter dekking van de kosten van openbare opslag die worden gemaakt overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 13, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en voor de dekking van de financiële waardevermindering van de nieuw gevormde voorraden.

    05 02 12 08   Schoolmelk

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    74 000 000

    90 000 000

    64 235 205,83

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de in artikel 102 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun van de Unie voor de uitreiking van bepaalde zuivelproducten aan leerlingen van onderwijsinstellingen.

    05 02 12 99   Overige maatregelen (melk en zuivelproducten)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    100 000

    99 643,94

    Toelichting

    Oude posten 05 02 12 05, 05 02 12 06 en 05 02 12 99

    Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor maatregelen in de zuivelsector op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1255/1999 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 12. Het dient tevens ter dekking van de uitgaven overeenkomstig de artikelen 44 en 186 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor schadeloosstelling van bepaalde producenten van melk of zuivelproducten (zogenoemde „SLOM”-boeren).

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2330/98 van de Raad van 22 oktober 1998 inzake een vergoedingsvoorstel aan bepaalde producenten van melk en zuivelproducten die tijdelijk in de uitoefening van hun activiteit zijn beperkt (PB L 291 van 30.10.1998, blz. 4).

    Verordening (EU) nr. 1233/2009 van de Commissie van 15 december 2009 tot vaststelling van een specifieke marktondersteunende maatregel in de zuivelsector (PB L 330 van 16.12.2009, blz. 70).

    05 02 13     Rund- en kalfvlees

    05 02 13 01   Restituties voor rund- en kalfvlees

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 000 000

    39 000 000

    46 138 877,11

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor rund- en kalfvlees overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 13 02   Interventie in de vorm van opslag van rund- en kalfsvlees

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    6 240,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de steun voor particuliere opslag voor rund- en kalfvlees die wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 31 en 34 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    Voorts dient ter dekking van de kosten van openbare opslag voor rund- en kalfvlees die worden gemaakt overeenkomstig de artikelen 10, 11 en 12, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en voor de dekking van de financiële waardevermindering van de nieuw gevormde voorraden.

    05 02 13 03   Buitengewone marktondersteuningsmaatregelen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    78,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven overeenkomstig de artikelen 44, 186 en 191 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 13 04   Restituties voor levende runderen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 000 000

    7 000 000

    9 638 742,84

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor levende runderen overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 13 99   Overige maatregelen (rund- en kalfsvlees)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    100 000

    – 135 866,92

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor maatregelen in de rundvleessector op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1254/1999 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 13.

    Dit krediet dient ook ter dekking van resterende betalingen voor het voor rekening van de Unie komende gedeelte van de kosten voor het vrijwillig slachten van runderen vóór 23 januari 2006 die ouder zijn dan 30 maanden (OTMS) alsmede voor het slachten van runderen na 23 januari 2006 die zijn geboren vóór 1 augustus 1996 (OCDS), ingevolge Verordening (EG) nr. 716/96 van de Commissie van 19 april 1996 houdende vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de rundvleesmarkt in het Verenigd Koninkrijk (PB L 99 van 20.4.1996, blz. 14).

    05 02 14     Schapen- en geitenvlees

    05 02 14 01   Interventie in de vorm van opslag van schapen- en geitenvlees

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de in de artikelen 31 en 38 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun voor particuliere opslag van schapen- en geitenvlees.

    05 02 14 99   Overige maatregelen (schapen- en geitenvlees)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor maatregelen in de sector schapen- en geitenvlees op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 2529/2001 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 14.

    Het dient ook ter dekking van bijzondere interventiemaatregelen op grond van de artikelen 44, 186 en 191 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 15     Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

    05 02 15 01   Restituties voor varkensvlees

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 000 000

    19 000 000

    19 120 219,70

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor varkensvlees overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 15 02   Interventie in de vorm van opslag van varkensvlees

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    13 000 000

    56 324 911,98

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met particuliere opslag van varkensvlees wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 31 en 37 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 15 03   Buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt voor varkensvlees

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor andere maatregelen waartoe op grond van de artikelen 44, 186 en 191 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt besloten.

    05 02 15 04   Restituties voor eieren

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    4 000 000

    2 783 714,73

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de uitvoerrestituties voor eieren overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 15 05   Restituties voor slachtpluimvee

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    77 000 000

    65 000 000

    81 695 320,94

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de uitvoerrestituties voor vlees van pluimvee overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 15 06   Bijzondere steun voor de bijenteelt

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    30 000 000

    32 000 000

    28 379 692,46

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking, door middel van bijzondere maatregelen, van steun in de bijenteeltsector, de compensatie van het inkomensverlies en de verbetering van de voorlichting van de consument, van de doorzichtigheid van de markt en van de kwaliteitscontrole overeenkomstig de artikelen 105 tot en met 110 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

    05 02 15 07   Buitengewone marktondersteuningsmaatregelen voor de sector vlees van pluimvee en eieren

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 000 000

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor andere maatregelen waartoe op grond van de artikelen 44, 45, 186 en 191 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt besloten.

    05 02 15 99   Overige maatregelen (varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor maatregelen in de sectoren varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 2759/75, (EEG) nr. 2771/75, (EEG) nr. 2777/75 en (EG) nr. 797/2004 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 15.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49).

    Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77).

    Verordening (EG) nr. 797/2004 van de Raad van 26 april 2004 betreffende maatregelen ter verbetering van de productie en afzet van de bijenteelt (PB L 125 van 28.4.2004, blz. 1).

    05 02 17     Steun voor boeren

    05 02 17 01   Proefproject — Steun voor landbouwcoöperaties

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 195 000

    0,—

    261 774,54

    Toelichting

    Dit krediet heeft ten doel landbouwers te helpen zich te organiseren in coöperaties.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    05 02 17 02   Proefproject — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    1 000 000

    500 000

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van een Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges.

    Het dient onder meer om het instrument voor de monitoring van de voedselprijzen te helpen verbeteren en dit gebruikersvriendelijker te maken door hierin een meertalige interface op te nemen waarin een groter aantal voedingsmiddelen zijn opgenomen en waardoor de prijzen beter vergeleken kunnen worden in elke schakel van de voedselvoorzieningsketen binnen en tussen de lidstaten, opdat wordt voldaan aan de behoefte van consumenten en boeren aan een grotere transparantie van de voedselprijsvorming.

    Het instrument moet eveneens een vergelijking omvatten van enerzijds de duurzame productiekosten en anderzijds de verschillende prijzen „af landbouwbedrijf” van conventionele en ethische producten en een vergelijking van de belangrijkste landbouwsectoren van de lidstaten en sociaaleconomische situaties.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    05 02 17 03   Proefproject — Steun voor boeren- en consumenteninitiatieven voor een lage koolstofuitstoot, een lage energieconsumptie en lokaal op de markt gebrachte voedselproductie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld voor de ondersteuning van een lage koolstofuitstoot, een lage energieconsumptie en een voedselketen waarbij producten lokaal op de markt worden gebracht.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    05 02 17 04   Voorbereidende actie — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    1 000 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van een Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges. Het dient onder meer om het instrument voor de bewaking van de voedselprijzen te helpen verbeteren teneinde dit gebruikersvriendelijker te maken, door hierin een meertalige interface op te nemen waarin een groter aantal voedingsmiddelen is opgenomen en waardoor de prijzen beter kunnen worden vergeleken in elke schakel van de voedselvoorzieningsketen binnen en tussen de lidstaten, opdat wordt voldaan aan de behoefte van consumenten en boeren aan een grotere transparantie van de voedselprijsvorming.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    05 02 17 07   Proefproject — Maatregelen ter bestrijding van speculatie met landbouwproducten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    1 500 000

    750 000

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit proefproject dient voor het uitwerken van efficiënte maatregelen ter bestrijding van speculatie met landbouwproducten en de daaruit voortvloeiende prijsschommelingen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 05 03 — RECHTSTREEKSE STEUN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    05 03

    RECHTSTREEKSE STEUN

    05 03 01

    Ontkoppelde rechtstreekse steun

    05 03 01 01

    Bedrijfstoeslagregeling

    2

    30 635 000 000

    30 635 000 000

    30 472 000 000

    30 472 000 000

    31 081 825 564,87

    31 081 825 564,87

    05 03 01 02

    Regeling inzake een enkele areaalbetaling

    2

    6 665 000 000

    6 665 000 000

    5 963 000 000

    5 963 000 000

    5 084 279 890,13

    5 084 279 890,13

    05 03 01 03

    Afzonderlijke betaling voor suiker

    2

    282 000 000

    282 000 000

    283 000 000

    283 000 000

    270 214 998,30

    270 214 998,30

    05 03 01 04

    Afzonderlijke betaling voor groenten en fruit

    2

    13 000 000

    13 000 000

    13 000 000

    13 000 000

    12 176 831,10

    12 176 831,10

    05 03 01 05

    Specifieke steun (artikel 68) — Ontkoppelde rechtstreekse steun

    2

    469 000 000

    469 000 000

    458 000 000

    458 000 000

    381 890 762,58

    381 890 762,58

    05 03 01 06

    Afzonderlijke betaling voor zacht fruit

    2

    12 000 000

    12 000 000

     

     

     

     

    05 03 01 99

    Overige (ontkoppelde rechtstreekse steun)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 05 03 01 — Subtotaal

     

    38 076 000 000

    38 076 000 000

    37 189 000 000

    37 189 000 000

    36 830 388 046,98

    36 830 388 046,98

    05 03 02

    Andere rechtstreekse steun

    05 03 02 01

    Areaalbetalingen voor akkerbouwgewassen

    2

    4 000 000

    4 000 000

    4 000 000

    4 000 000

    3 754 406,73

    3 754 406,73

    05 03 02 04

    Toeslag voor durumtarwe: traditionele productiegebieden

    2

    500 000

    500 000

    500 000

    500 000

    – 633 785,51

    – 633 785,51

    05 03 02 05

    Productiesteun voor zaaizaad

    2

    500 000

    500 000

    24 000 000

    24 000 000

    23 216 124,61

    23 216 124,61

    05 03 02 06

    Premies voor zoogkoeien

    2

    922 000 000

    922 000 000

    939 000 000

    939 000 000

    931 759 282,28

    931 759 282,28

    05 03 02 07

    Aanvullende zoogkoeienpremie

    2

    51 000 000

    51 000 000

    51 000 000

    51 000 000

    50 119 384,13

    50 119 384,13

    05 03 02 08

    Speciale premie in de sector rundvlees

    2

    500 000

    500 000

    72 000 000

    72 000 000

    71 614 634,32

    71 614 634,32

    05 03 02 09

    Slachtpremie in de sector rundvlees — Kalveren

    2

    1 000 000

    1 000 000

    7 000 000

    7 000 000

    7 665 425,45

    7 665 425,45

    05 03 02 10

    Slachtpremie in de sector rundvlees — Volwassen dieren

    2

    1 000 000

    1 000 000

    53 000 000

    53 000 000

    51 635 685,28

    51 635 685,28

    05 03 02 13

    Schapen- en geitenpremie

    2

    22 000 000

    22 000 000

    22 000 000

    22 000 000

    23 052 886,50

    23 052 886,50

    05 03 02 14

    Aanvullende schapen- en geitenpremie

    2

    7 000 000

    7 000 000

    7 000 000

    7 000 000

    7 019 504,88

    7 019 504,88

    05 03 02 18

    Betalingen voor producenten van zetmeelaardappelen

    2

    100 000

    100 000

    102 000 000

    102 000 000

    81 221 443,37

    81 221 443,37

    05 03 02 19

    Areaalsteun voor rijst

    2

    1 000 000

    1 000 000

    153 000 000

    153 000 000

    154 271 149,59

    154 271 149,59

    05 03 02 21

    Steun voor olijfgaarden

    2

    2 000 000

    2 000 000

    3 000 000

    3 000 000

    2 441 710,42

    2 441 710,42

    05 03 02 22

    Steun voor tabak

    2

    500 000

    500 000

    500 000

    500 000

    257 061,71

    257 061,71

    05 03 02 23

    Areaalsteun voor hop

    2

    100 000

    100 000

    100 000

    100 000

    0,—

    0,—

    05 03 02 24

    Specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe

    2

    500 000

    500 000

    500 000

    500 000

    245 849,65

    245 849,65

    05 03 02 25

    Premie voor eiwithoudende gewassen

    2

    500 000

    500 000

    50 000 000

    50 000 000

    49 640 451,08

    49 640 451,08

    05 03 02 26

    Areaalbetalingen voor noten

    2

    2 000 000

    2 000 000

    88 000 000

    88 000 000

    87 644 463,42

    87 644 463,42

    05 03 02 28

    Steun voor zijderupsen

    2

    500 000

    500 000

    500 000

    500 000

    402 657,35

    402 657,35

    05 03 02 36

    Betalingen voor specifieke soorten landbouw en voor kwaliteitsproductie

    2

    4 000 000

    4 000 000

    117 000 000

    117 000 000

    123 321 249,05

    123 321 249,05

    05 03 02 39

    Extra bedrag voor telers van suikerbieten en suikerriet

    2

    21 000 000

    21 000 000

    30 000 000

    30 000 000

    45 224 566,65

    45 224 566,65

    05 03 02 40

    Areaalsteun voor katoen

    2

    240 000 000

    240 000 000

    249 000 000

    249 000 000

    247 266 342,76

    247 266 342,76

    05 03 02 41

    Overgangsbetaling voor groenten en fruit — Tomaten

    2

    1 000 000

    1 000 000

    21 000 000

    21 000 000

    139 349 453,70

    139 349 453,70

    05 03 02 42

    Overgangsbetaling voor groenten en fruit — Andere producten dan tomaten

    2

    34 000 000

    34 000 000

    35 000 000

    35 000 000

    55 666 189,64

    55 666 189,64

    05 03 02 43

    Overgangsbetaling voor zacht fruit

    2

    100 000

    100 000

    11 000 000

    11 000 000

    10 727 767,91

    10 727 767,91

    05 03 02 44

    Specifieke steun (artikel 68) — Gekoppelde rechtstreekse steun

    2

    1 101 000 000

    1 101 000 000

    866 000 000

    866 000 000

    747 990 912,31

    747 990 912,31

    05 03 02 50

    POSEI — Steunprogramma’s van de Europese Unie

    2

    417 000 000

    417 000 000

    395 000 000

    395 000 000

    415 970 116,88

    415 970 116,88

    05 03 02 51

    POSEI — Overige rechtstreekse steun en vorige regelingen

    2

    100 000

    100 000

    100 000

    100 000

    137 981,65

    137 981,65

    05 03 02 52

    POSEI — Eilanden van de Egeïsche Zee

    2

    18 000 000

    18 000 000

    18 000 000

    18 000 000

    17 274 246,45

    17 274 246,45

    05 03 02 99

    Overige (rechtstreekse steun)

    2

    2 000 000

    2 000 000

    1 500 000

    1 500 000

    –1 212 791,19

    –1 212 791,19

     

    Artikel 05 03 02 — Subtotaal

     

    2 854 900 000

    2 854 900 000

    3 320 700 000

    3 320 700 000

    3 347 044 371,07

    3 347 044 371,07

    05 03 03

    Extra steunbedragen

    2

    1 000 000

    1 000 000

    1 000 000

    1 000 000

    597 218,71

    597 218,71

     

    Hoofdstuk 05 03 — Totaal

     

    40 931 900 000

    40 931 900 000

    40 510 700 000

    40 510 700 000

    40 178 029 636,76

    40 178 029 636,76

    Toelichting

    Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig artikel 21 en artikel 174, lid 2, van het Financieel Reglement.

    In het kader van de vaststelling van de budgettaire behoeften voor dit hoofdstuk is bij de vaststelling van de budgettaire behoeften voor artikel 05 03 01, en met name voor post 05 03 01 01, rekening gehouden met een bedrag van 1 033 000 000 EUR uit de posten 6 7 0 2, 6 7 0 3 en 6 8 0 1 van de algemene staat van ontvangsten. Het van post 6 8 0 1 afkomstige bedrag is inclusief het saldo ten bedrage van 675 000 000 EUR uit het fonds voor de suikerherstructurering, dat per 30 september 2012 is afgeschaft. Dit saldo wordt overeenkomstig artikel 1, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 320/2006 toegewezen aan het Europees Landbouw- en Garantiefonds.

    De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

    05 03 01     Ontkoppelde rechtstreekse steun

    05 03 01 01   Bedrijfstoeslagregeling

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    30 635 000 000

    30 472 000 000

    31 081 825 564,87

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de bij titel III van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel III van Verordening (EG) nr. 1782/2003 ingestelde bedrijfstoeslagregeling.

    05 03 01 02   Regeling inzake een enkele areaalbetaling

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 665 000 000

    5 963 000 000

    5 084 279 890,13

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling op grond van titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en de Toetredingsakten van 2003 en 2005.

    Rechtsgronden

    2003 Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, met name bijlage II „Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte”, hoofdstuk 6A, punt 26, zoals aangepast bij Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).

    2005 Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië, met name bijlage III „Lijst bedoeld in artikel 19 van de Toetredingsakte”.

    05 03 01 03   Afzonderlijke betaling voor suiker

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    282 000 000

    283 000 000

    270 214 998,30

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de afzonderlijke betaling voor suiker voor de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen overeenkomstig titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    05 03 01 04   Afzonderlijke betaling voor groenten en fruit

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    13 000 000

    13 000 000

    12 176 831,10

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de afzonderlijke betaling voor groenten en fruit voor de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen overeenkomstig titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    05 03 01 05   Specifieke steun (artikel 68) — Ontkoppelde rechtstreekse steun

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    469 000 000

    458 000 000

    381 890 762,58

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de in artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde ontkoppelde specifieke steun, met name de in lid 1, onder a), onder v), en lid 1, onder c) en d), bedoelde steun.

    05 03 01 06   Afzonderlijke betaling voor zacht fruit

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 000 000

    12 000 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Nieuwe post

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven in het kader van de in artikel 129 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde afzonderlijke betaling voor zacht fruit voor de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen overeenkomstig titel V van die verordening.

    05 03 01 99   Overige (ontkoppelde rechtstreekse steun)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor andere ontkoppelde rechtstreekse steun die niet kan worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten van artikel 05 03 01 en ter dekking van de correcties die voortvloeien uit de niet-naleving van de nettomaxima die zijn vastgesteld in bijlage IV van Verordening (EG) nr. 73/2009 of de nationale maxima die zijn vastgesteld in bijlage VIII van Verordening (EG) nr. 73/2009 die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel bij artikel 05 03 01 kunnen worden toegerekend.

    05 03 02     Andere rechtstreekse steun

    Rechtsgronden

    Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66).

    Verordening (EEG) nr. 1696/71 van de Raad van 26 juli 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector hop (PB L 175 van 4.8.1971, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2358/71 van de Raad van 26 oktober 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaad (PB L 246 van 5.11.1971, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 154/75 van de Raad van 21 januari 1975 tot instelling van een olijfoliedossier in de olijfolieproducerende lidstaten (PB L 19 van 24.1.1975, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70).

    Verordening (EEG) nr. 2076/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot vaststelling van de premies voor tabaksbladeren per groep tabak en van de garantiedrempels per groep tabakssoorten en per lidstaat (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 77).

    Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel (PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4).

    Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18).

    Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21).

    Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48).

    Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van 19 december 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees (PB L 341 van 22.12.2001, blz. 3).

    Verordening (EG) nr. 546/2002 van de Raad van 25 maart 2002 tot vaststelling, voor de oogsten 2002, 2003 en 2004 en per soortengroep, van de garantiedrempels per lidstaat en de premies voor tabaksbladeren (PB L 84 van 28.3.2002, blz. 4).

    Verordening (EG) nr. 2323/2003 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 2004/2005, van de in de sector zaaizaad toegekende steunbedragen (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 21).

    Verordening (EG) nr. 1544/2006 van de Raad van 5 oktober 2006 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsteelt (PB L 286 van 17.10.2006, blz. 1).

    05 03 02 01   Areaalbetalingen voor akkerbouwgewassen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 000 000

    4 000 000

    3 754 406,73

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de areaalbetalingen voor granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen, kuilgras en braaklegging overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1251/1999.

    05 03 02 04   Toeslag voor durumtarwe: traditionele productiegebieden

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    500 000

    – 633 785,51

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de toeslag op de areaalbetaling voor producenten van durumtarwe in de traditionele productiegebieden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1251/1999.

    05 03 02 05   Productiesteun voor zaaizaad

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    24 000 000

    23 216 124,61

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de productiesteun voor zaaizaad overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 5, van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV, hoofdstuk 9, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2358/71.

    05 03 02 06   Premies voor zoogkoeien

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    922 000 000

    939 000 000

    931 759 282,28

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor zoogkoeienpremies overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    Dit krediet dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1254/1999, met uitzondering van de aanvullende premies die worden toegekend op grond van artikel 6, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 (voor regio's zoals gedefinieerd in de artikelen 3 en 6 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 en lidstaten met een hoog percentage aan zoogkoeien in het koeienbestand).

    05 03 02 07   Aanvullende zoogkoeienpremie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    51 000 000

    51 000 000

    50 119 384,13

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor aanvullende nationale zoogkoeienpremies overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    Dit krediet dient ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 6, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 die worden toegekend in de regio's zoals gedefinieerd in de artikelen 3 en 6 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, en in de lidstaten met een hoog percentage aan zoogkoeien in het koeienbestand.

    05 03 02 08   Speciale premie in de sector rundvlees

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    72 000 000

    71 614 634,32

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de speciale premie in de sector rundvlees overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.

    05 03 02 09   Slachtpremie in de sector rundvlees — Kalveren

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000 000

    7 000 000

    7 665 425,45

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de slachtpremie voor runderkalveren overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1254/1999, en ter dekking van resterende betalingen van de verwerkingspremies voor stierkalveren overeenkomstig artikel 4i van Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 148 van 28.6.1968, blz. 24).

    05 03 02 10   Slachtpremie in de sector rundvlees — Volwassen dieren

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000 000

    53 000 000

    51 635 685,28

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de slachtpremie voor volwassen runderen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1254/1999, en ter dekking van resterende betalingen van de verwerkingspremies voor stierkalveren overeenkomstig artikel 4i van Verordening (EEG) nr. 805/68.

    05 03 02 13   Schapen- en geitenpremie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    22 000 000

    22 000 000

    23 052 886,50

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van veebetalingen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 10, van Verordening (EG) nr. 73/2009. en titel IV, hoofdstuk 11, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2529/2001.

    05 03 02 14   Aanvullende schapen- en geitenpremie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 000 000

    7 000 000

    7 019 504,88

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de toekenning van bijzondere steun per ooi of vrouwelijke geit aan producenten van schapen- of geitenvlees in probleem- of berggebieden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 10, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 11, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2529/2001.

    05 03 02 18   Betalingen voor producenten van zetmeelaardappelen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    102 000 000

    81 221 443,37

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van productiesteun aan producenten van voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 6, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    05 03 02 19   Areaalsteun voor rijst

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000 000

    153 000 000

    154 271 149,59

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de areaalsteun voor rijst overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009, titel IV, hoofdstuk 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en ter dekking van resterende betalingen overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 3072/95.

    05 03 02 21   Steun voor olijfgaarden

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 000 000

    3 000 000

    2 441 710,42

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de steun voor olijfgaarden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 ter, van Verordening (EG) nr. 1782/2003, artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 154/75 en titel II van Verordening (EEG) nr. 136/66.

    05 03 02 22   Steun voor tabak

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    500 000

    257 061,71

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de steun aan producenten van ruwe tabak overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 quater, van Verordening (EG) nr. 1782/2003, artikel 1 van Verordening (EG) nr. 546/2002, titel I van Verordening (EEG) nr. 2075/92 en artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2076/92.

    05 03 02 23   Areaalsteun voor hop

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    100 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de areaalsteun voor hop die aan producenten wordt toegekend overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 quater, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 1696/71.

    05 03 02 24   Specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    500 000

    245 849,65

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    05 03 02 25   Premie voor eiwithoudende gewassen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    50 000 000

    49 640 451,08

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de steun aan producenten van eiwithoudende gewassen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    05 03 02 26   Areaalbetalingen voor noten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 000 000

    88 000 000

    87 644 463,42

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven met betrekking tot de areaalsteun voor producenten van noten, overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 4, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    05 03 02 28   Steun voor zijderupsen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    500 000

    402 657,35

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de steun voor zijderupsen overeenkomstig artikel 111 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1544/2006.

    05 03 02 36   Betalingen voor specifieke soorten landbouw en voor kwaliteitsproductie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 000 000

    117 000 000

    123 321 249,05

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de steun zoals bedoeld in artikel 72, lid 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en artikel 69 van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    05 03 02 39   Extra bedrag voor telers van suikerbieten en suikerriet

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    21 000 000

    30 000 000

    45 224 566,65

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de telers van suikerbieten en suikerriet overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 7, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 10 septies, van Verordening (EG) nr. 1782/2003. De steun wordt verleend aan telers in lidstaten die herstructureringssteun hebben toegekend zoals bedoeld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 320/2006 voor ten minste 50 % van de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 318/2006 vastgestelde suikerquota.

    05 03 02 40   Areaalsteun voor katoen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    240 000 000

    249 000 000

    247 266 342,76

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de areaalsteun voor katoen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 6, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk 10 bis, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    05 03 02 41   Overgangsbetaling voor groenten en fruit — Tomaten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000 000

    21 000 000

    139 349 453,70

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de bij wijze van overgangsmaatregel verleende steun die aan tomaten producerende landbouwers wordt verleend overeenkomstig artikel 54, lid 1, en artikel 128, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en overeenkomstig artikel 68 ter, lid 1, en artikel 143 ter quater, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    05 03 02 42   Overgangsbetaling voor groenten en fruit — Andere producten dan tomaten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    34 000 000

    35 000 000

    55 666 189,64

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de overgangsbetalingen aan landbouwers die een of meer groente- en fruitproducten, andere dan tomaten, produceren, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, en artikel 128, lid 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en artikel 68 ter, lid 2, en artikel 143 ter quater, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    05 03 02 43   Overgangsbetaling voor zacht fruit

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    11 000 000

    10 727 767,91

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende betalingen van de bij wijze van overgangsmaatregel verleende steun voor zacht fruit, zoals bedoeld in titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 9, van Verordening (EG) nr. 73/2009 en titel IV, hoofdstuk nonies, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    05 03 02 44   Specifieke steun (artikel 68) — Gekoppelde rechtstreekse steun

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 101 000 000

    866 000 000

    747 990 912,31

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de in artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde gekoppelde specifieke steun, met name de in lid 1, onder a), onder i), ii), iii) en iv), en in lid 1, onder b) en e), bedoelde steun.

    05 03 02 50   POSEI — Steunprogramma’s van de Europese Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    417 000 000

    395 000 000

    415 970 116,88

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de rechtstreekse steun in verband met programma’s die specifieke maatregelen omvatten ter ondersteuning van de lokale landbouwproductie overeenkomstig titel III van Verordening (EG) nr. 247/2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

    05 03 02 51   POSEI — Overige rechtstreekse steun en vorige regelingen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    100 000

    137 981,65

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor:

    areaalbetalingen voor akkerbouwgewassen op grond van de facultatieve uitsluiting in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

    steun voor zaaddragende leguminosen op grond van de facultatieve uitsluiting in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

    areaalsteun voor rijst op grond van de facultatieve uitsluiting in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

    steun voor tabak op grond van de facultatieve uitsluiting in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

    melkpremies en extra betalingen melkproducenten op grond van de facultatieve uitsluiting in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

    rechtstreekse steun vóór 2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1452/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen (Poseidom) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11).

    Verordening (EG) nr. 1453/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira (Poseima) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 26).

    Verordening (EG) nr. 1454/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Canarische Eilanden (Poseican) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 45).

    Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

    05 03 02 52   POSEI — Eilanden van de Egeïsche Zee

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    18 000 000

    18 000 000

    17 274 246,45

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor rechtstreekse steun op grond van de regelgeving inzake de eilanden van de Egeïsche Zee.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2019/93 van de Raad van 19 juli 1993 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 184 van 27.7.1993, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

    05 03 02 99   Overige (rechtstreekse steun)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 000 000

    1 500 000

    –1 212 791,19

    Toelichting

    Oude posten 05 03 02 27 en 05 03 02 99

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor andere rechtstreekse steun die niet kan worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten van artikel 05 03 02 en ter dekking van de correcties die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel kunnen worden toegerekend. Het dient ook ter dekking van de correcties die voortvloeien uit de niet-naleving van de nettomaxima die zijn vastgesteld in bijlage IV van Verordening (EG) nr. 73/2009 of de nationale maxima die zijn vastgesteld in bijlage VIII van Verordening (EG) nr. 73/2009 die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel bij artikel 05 03 02 kunnen worden toegerekend. Dit krediet kan ook dienen ter dekking van resterende uitgaven in verband met:

    de financiering van de toeslag op de areaalbetaling zoals bedoeld in hoofdstuk 8 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1251/1999;

    de financiering van de steun per hectare voor de instandhouding van de teelt van kekers, linzen en wikke overeenkomstig hoofdstuk 13 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en Verordening (EG) nr. 1577/96;

    de overgangsregeling voor gedroogde voedergewassen overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 603/95, (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 1786/2003;

    de toeslag voor durumtarwe in niet-traditionele productiegebieden overeenkomstig hoofdstuk 10 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1251/1999;

    de seizoencorrectiepremie voor rundvlees overeenkomstig hoofdstuk 12 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1254/1999;

    het extensiveringsbedrag voor rundvlees overeenkomstig hoofdstuk 12 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1254/1999;

    de extra betalingen aan rundvleesproducenten overeenkomstig artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1254/1999;

    de extra betalingen in de sector schapen en geiten overeenkomstig hoofdstuk 11 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2519/2001;

    de melkpremie aan melkproducenten overeenkomstig hoofdstuk 7 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

    de aanvullende premies aan melkproducenten overeenkomstig hoofdstuk 7 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

    de compenserende steun voor bananen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 404/93;

    de overgangsbetaling voor suikerbietentelers overeenkomstig hoofdstuk 10 sexies van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

    de vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro;

    de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2201/96 bedoelde areaalsteun voor krenten en rozijnen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen (PB L 47 van 25.2.1993, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1577/96 van de Raad van 30 juli 1996 tot invoering van een bijzondere maatregel voor bepaalde zaaddragende leguminosen (PB L 206 van 16.8.1996, blz. 4).

    Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

    Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro (PB L 349 van 24.12.1998, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 2800/98 van de Raad van 15 december 1998 houdende overgangsmaatregelen voor de invoering van de euro in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 349 van 24.12.1998, blz. 8).

    Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 113).

    Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 114).

    05 03 03     Extra steunbedragen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 000 000

    1 000 000

    597 218,71

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de financiering van resterende betalingen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

    HOOFDSTUK 05 04 — PLATTELANDSONTWIKKELING

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    05 04

    PLATTELANDSONTWIKKELING

    05 04 01

    Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

    05 04 01 14

    Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    –6 631 996,91

    –6 631 996,91

     

    Artikel 05 04 01 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    –6 631 996,91

    –6 631 996,91

    05 04 02

    Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van eerdere programma’s

    05 04 02 01

    Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    85 339 148

    0,—

    430 958 351,44

    05 04 02 02

    Voltooiing van het Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 04 02 03

    Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van de doelstellingen 1 en 6 (vóór 2000)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 04 02 04

    Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van doelstelling 5b (vóór 2000)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 04 02 05

    Voltooiing van voorgaande programma’s buiten de regio's van doelstelling 1 (vóór 2000)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 04 02 06

    Voltooiing van Leader (2000-2006)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    68 864 005,14

    05 04 02 07

    Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 04 02 08

    Voltooiing van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 04 02 09

    Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 05 04 02 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    85 339 148

    0,—

    499 822 356,58

    05 04 03

    Overige maatregelen

    05 04 03 01

    Voorbereidende actie — Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de Unie

    2

    1 500 000

    750 000

     

     

     

     

    05 04 03 02

    Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    412 933

    0,—

    910 712,69

     

    Artikel 05 04 03 — Subtotaal

     

    1 500 000

    750 000

    p.m.

    412 933

    0,—

    910 712,69

    05 04 04

    Overgangsinstrument ter financiering van plattelandsontwikkeling in de nieuwe lidstaten in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van de programma’s (2004-2006)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 04 05

    Plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)

    05 04 05 01

    Programma’s voor plattelandsontwikkeling

    2

    14 788 920 797

    12 488 675 553

    14 589 123 242

    13 035 891 297

    14 408 211 311,—

    11 794 000 248,51

    05 04 05 02

    Operationele technische bijstand

    2

    14 535 000

    8 463 833

    9 521 200

    7 500 363

    5 350 711,47

    3 913 763,13

    05 04 05 03

    Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers

    2

    p.m.

    750 000

    1 500 000

    750 000

    1 500 000,—

    0,—

     

    Artikel 05 04 05 — Subtotaal

     

    14 803 455 797

    12 497 889 386

    14 600 144 442

    13 044 141 660

    14 415 062 022,47

    11 797 914 011,64

     

    Hoofdstuk 05 04 — Totaal

     

    14 804 955 797

    12 498 639 386

    14 600 144 442

    13 129 893 741

    14 408 430 025,56

    12 292 015 084,—

    05 04 01     Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

    Toelichting

    Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig artikel 21 en artikel 174, lid 2, van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

    05 04 01 14   Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    –6 631 996,91

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van door de lidstaten teruggevorderde bedragen die niet in verband kunnen worden gebracht met onregelmatigheden of nalatigheden overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Deze bedragen worden geboekt als correctie op uitgaven die voordien uit de posten 05 04 01 01 tot en met 05 04 01 13 werden gefinancierd, en mogen door de lidstaten niet opnieuw worden gebruikt.

    Dit krediet dient tevens ter dekking van de betaling van resterende bedragen die worden gedeclareerd door de lidstaten als gevolg van de toepassing van artikel 39, lid 3 van Verordening (EU) nr. 1290/2005 van de Raad.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    05 04 02     Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van eerdere programma’s

    Toelichting

    In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is bepaald dat de nodige financiële correcties moeten worden verricht. De eventueel hieruit voortvloeiende ontvangsten worden geboekt op post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Met deze ontvangsten kunnen, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, aanvullende kredieten worden geopend in specifieke gevallen waarin die nodig zijn om het risico dat vooraf vastgestelde correcties worden geannuleerd of verlaagd, te dekken.

    Rechtsgronden

    De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald:

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161.

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

    Referentiebesluiten

    Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

    05 04 02 01   Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    85 339 148

    0,—

    430 958 351,44

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijstand die in het kader van doelstelling 1 uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2000-2006 worden aangegaan.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    05 04 02 02   Voltooiing van het Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Het speciaal programma voor vrede en verzoening dient ter dekking van de nog resterende betaalbaar te stellen verplichtingen van de programmeringsperiode 2000-2006.

    Rechtsgronden

    Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name in het licht van overweging 5.

    Referentiebesluiten

    Conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 1999 in Berlijn, met name punt 44, onder b).

    05 04 02 03   Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van de doelstellingen 1 en 6 (vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    05 04 02 04   Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van doelstelling 5b (vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5b.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    05 04 02 05   Voltooiing van voorgaande programma’s buiten de regio's van doelstelling 1 (vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5a.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    05 04 02 06   Voltooiing van Leader (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    68 864 005,14

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de resterende uit de programmeringsperiode 2000-2006 uit het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) betaalbaar te stellen verplichtingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) (PB C 139 van 18.5.2000, blz. 5).

    05 04 02 07   Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van communautaire initiatieven van vóór de programmeringsperiode 2000-2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma’s in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma’s in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642 final).

    05 04 02 08   Voltooiing van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in vorige programmeringsperioden zijn aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de verordeningen voorzien.

    Voorts dient het ter dekking van resterende bedragen in verband met oude meerjarenacties, en met name voor die acties welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de fondsen vallen.

    In voorkomend geval zal dit krediet ook worden aangewend voor de dekking van de bedragen die in het kader van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, verschuldigd zijn voor bijstand waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmering voor 2000-2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    05 04 02 09   Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, van resterende betaalbaar te stellen verplichtingen uit de programmeringsperiode 2000-2006 voor maatregelen op het gebied van technische bijstand waarin artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet. De technische bijstand omvat de voorbereidings-, toezicht-, evaluatie-, controle- en beheersmaatregelen die voor de tenuitvoerlegging van de bijstandsverlening uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, nodig zijn. In dit kader kan dit krediet in het bijzonder worden gebruikt voor de financiering van:

    uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

    uitgaven in verband met voorlichting en publicaties;

    uitgaven voor informatie- en telecommunicatietechnologie;

    contracten met dienstverleners;

    subsidies.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    05 04 03     Overige maatregelen

    05 04 03 01   Voorbereidende actie — Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 500 000

    750 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van een voorbereidende actie voor een derde programma van de Unie voor het behoud en duurzame gebruik van plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen in de landbouw. Eerdere programma’s, op basis van Verordening (EG) nr. 1476/94 van de Raad en Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad, zijn afgerond in 2010. De eerste evaluaties van de projecten wijzen erop dat er behoefte is aan verdere acties, ter verbetering van het behoud van genetische diversiteit en duurzame gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw en ter stimulering van kwaliteitsproducten en lokale voedselketens. Tevens moet worden bijgedragen aan de samenwerking en uitwisseling van kennis tussen onderzoekers, landbouwers, telers en netwerken van betrokken burgers en ngo's, met deelname van de eindgebruikers en bewustmaking van consumenten voor dit terrein.

    Deze voorbereidende actie zal bijdragen aan het leveren van de elementen voor een derde programma van de Unie inzake genetische hulpbronnen, met name wat betreft:

    het verbeteren van de communicatie tussen lidstaten en hun autoriteiten over optimale werkwijzen en het harmoniseren van maatregelen voor het behoud en duurzame gebruik van genetische hulpbronnen;

    het verbeteren van de netwerken tussen de voornaamste belanghebbenden, waaronder landbouwers, onderzoekers, genenbanken, ngo's en eindgebruikers, en het verhogen van marketingmogelijkheden in het kader van kwaliteitsregelingen en korte voedselketens;

    het verbeteren van de uitwisseling van kennis en onderzoek betreffende het vergroten van de genetische diversiteit in landbouwsystemen;

    het aanpassen van de teeltwijzen en de wetgeving aan de noodzaak van het behoud van genetische diversiteit en duurzame gebruik van genetische hulpbronnen;

    het bijdragen aan een succesvolle uitvoering van maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling door middel van acties inzake genetische diversiteit in de landbouw;

    het verminderen van de administratieve last, teneinde een betere toegang tot de acties te bieden.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    05 04 03 02   Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    412 933

    0,—

    910 712,69

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van het communautaire programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw.

    Het wordt prioritair aangewend voor de instandhouding en de verdere ontwikkeling van de biologische diversiteit via samenwerking tussen boeren, ter zake erkende niet-gouvernementele organisaties en overheids- en particuliere instituten. Het dient tevens om de sensibilisering van de verbruikers op dit gebied te bevorderen.

    Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikel 21 van het Financieel Reglement en artikel 180 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).

    05 04 04     Overgangsinstrument ter financiering van plattelandsontwikkeling in de nieuwe lidstaten in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van de programma’s (2004-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die zijn aangegaan in de programmeringsperiode 2004-2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

    Toetredingsakte van 2003 voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, met name bijlage II „Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte”, punt 6A, lid 26, als gewijzigd bij Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

    05 04 05     Plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (2007-2013)

    Toelichting

    Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement..

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr.1782/2003 voorziet (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

    05 04 05 01   Programma’s voor plattelandsontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 788 920 797

    12 488 675 553

    14 589 123 242

    13 035 891 297

    14 408 211 311,—

    11 794 000 248,51

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) voor 2007-2013.

    Van het totale bedrag aan vastleggingskredieten in deze post heeft 2 355 300 000 EUR betrekking op de verplichte modulatie in overeenstemming met artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009. Bovendien heeft een bedrag van 347 900 000 EUR betrekking op de vrijwillige modulatie in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 378/2007. Alle soorten maatregelen voor plattelandsontwikkeling zullen worden beoordeeld met verfijnde prestatie-indicatoren voor landbouwsystemen en productiemethoden, zodat rekening kan worden gehouden met de uitdagingen op het vlak van klimaatverandering, waterbescherming, biodiversiteit en hernieuwbare energiebronnen. De lidstaten moeten verslag uitbrengen over de actie die is ondernomen naar aanleiding van de nieuwe uitdagingen in het kader van de plattelandsontwikkelingsmaatregelen, ook in de zuivelsector.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers voorziet (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

    05 04 05 02   Operationele technische bijstand

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 535 000

    8 463 833

    9 521 200

    7 500 363

    5 350 711,47

    3 913 763,13

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van technische ondersteuningsmaatregelen zoals bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en met name het Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling.

    Een deel van dit krediet dient voor de gestage uitbreiding van het Europees solidariteitsnetwerk voor het platteland, dat ondertussen twee jaar werkzaam is.

    1. Doel: tot stand brengen van een Europese ruimte van solidariteit, preventie en onderzoek

    Fase 1: consolidering van het huidige solidariteitsnetwerk.

    Fase 2: uitbreiding van het netwerk om andere Europese landen de opgebouwde expertise te bieden, zodat er preventieve acties kunnen worden gestart om de werkgelegenheid in de landbouw en de economische levensvatbaarheid van de plattelandsgebieden te behouden. De bestaande regelingen op het gebied van de alomvattende ondersteuning moeten met spoed worden uitgewisseld en geformaliseerd, en er moet van gedachten worden gewisseld over wat onder precaire situaties verstaan wordt, zodat die kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van gemeenschappelijke criteria in de vorm van „alarmsignalen”. Deze preventie-instrumenten zullen pas opgerichte steunverenigingen helpen om de moeilijkheden waarmee plattelandsgebieden worden geconfronteerd, doeltreffender aan te pakken.

    2. Te ondernemen acties: verspreiding van preventie-instrumenten

    Twee preventie-instrumenten moeten zo breed mogelijk onder de Europese landbouwers worden verspreid:

    „alarmsignalen”: kaderinstrument voor het voorkomen en de zelfbeoordeling van de moeilijkheden door landbouwers. Dit instrument zal landbouwers in staat stellen precies te bepalen hoe slecht hun situatie is, zodat ze steun kunnen zoeken bij agentschappen die hen kunnen helpen hun moeilijkheden in een zo vroeg mogelijk stadium te overwinnen;

    „vereenvoudigd beheersinstrument”: met dit instrument voor het zelf beoordelen van de financiële situatie van zijn bedrijf kan de landbouwer anticiperen op de moeilijkheden, vaststellen over welk investerings- of diversificatiepotentieel hij beschikt en zijn herstelplan op de voet volgen. Elke vereniging op nationaal niveau organiseert cursussen in het gebruik van dit vereenvoudigd beheersinstrument. De cursussen zijn bestemd voor degenen die landbouwers die in moeilijkheden verkeren opvangen en begeleiden.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

    05 04 05 03   Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    750 000

    1 500 000

    750 000

    1 500 000,—

    0,—

    Toelichting

    Dit proefproject dient voor het opstarten van een uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers, met als doel grensoverschrijdende uitwisselingen van beste praktijken op het vlak van landbouwbeheer mogelijk te maken, met name met betrekking tot de uitdagingen waarmee de Europese landbouw te maken krijgt, om op die manier een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de plattelandsgebieden in Europa.

    Dit programma biedt jonge landbouwers een unieke kans om uit de eerste hand kennis te nemen van de diverse landbouwpraktijken in de Unie door tijd door te brengen op boerderijen in verschillende lidstaten. Deze uitwisseling van kennis en ervaringen tussen jonge Europese landbouwers stelt hen beter in staat de uitdagingen tegemoet te treden die worden gesteld door de Europese consumenten, bij te dragen aan de voedselveiligheid en andere uitdagingen aan te gaan waar de Europese landbouw mee te maken heeft, zoals het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, verlies van biodiversiteit en koolstofopslag.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 05 05 — PRETOETREDINGSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    05 05

    PRETOETREDINGSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

    05 05 01

    Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

    05 05 01 01

    Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006)

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 05 01 02

    Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 05 05 01 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 05 02

    Instrument voor pretoetredingssteun voor plattelandsontwikkeling (Ipard)

    4

    259 328 000

    53 770 000

    234 458 000

    53 586 457

    215 000 000,—

    101 768 207,—

     

    Hoofdstuk 05 05 — Totaal

     

    259 328 000

    53 770 000

    234 458 000

    53 586 457

    215 000 000,—

    101 768 207,—

    05 05 01     Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

    Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    05 05 01 01   Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de nakoming van de betalingsverplichtingen die zijn aangegaan tot 31 december 2006 in Bulgarije, Roemenië en Kroatië voor steunmaatregelen inzake landbouw en plattelandsontwikkeling in het kader van Sapard.

    Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

    05 05 01 02   Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor de nakoming van de betalingsverplichtingen die zijn aangegaan tot 31 december 2003 voor steunmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in het kader van Sapard in de acht lidstaten die in 2004 zijn toegetreden.

    Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

    05 05 02     Instrument voor pretoetredingssteun voor plattelandsontwikkeling (Ipard)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    259 328 000

    53 770 000

    234 458 000

    53 586 457

    215 000 000,—

    101 768 207,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uniale bijstand in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun voor kandidaat-landen die zich geleidelijk aanpassen aan de normen en het beleid van de Unie, waar nodig ook aan het acquis van de Unie, in het licht van hun toetreding. Wat de plattelandsontwikkeling betreft, zal aan deze landen steun worden verleend voor de voorbereiding van de tenuitvoerlegging en het beheer van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de aanpassing aan de structuren van de Unie en door de Unie gefinancierde programma’s voor plattelandsontwikkeling in de periode na de toetreding.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    HOOFDSTUK 05 06 — INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    05 06

    INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

    05 06 01

    Internationale landbouwovereenkomsten

    4

    6 629 000

    5 069 602

    6 360 000

    5 780 674

    5 041 245,41

    5 041 245,41

     

    Hoofdstuk 05 06 — Totaal

     

    6 629 000

    5 069 602

    6 360 000

    5 780 674

    5 041 245,41

    5 041 245,41

    05 06 01     Internationale landbouwovereenkomsten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    6 629 000

    5 069 602

    6 360 000

    5 780 674

    5 041 245,41

    5 041 245,41

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijdragen van de Unie aan de hierna genoemde internationale overeenkomsten.

    Rechtsgronden

    Besluit 92/580/EEG van de Raad van 13 november 1992 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992 (PB L 379 van 23.12.1992, blz. 15).

    Besluit 96/88/EG van de Raad van 19 december 1995 betreffende de goedkeuring, door de Europese Gemeenschap, van het Graanhandelsverdrag en het Voedselhulpverdrag, die samen de Internationale Graanovereenkomst 1995 vormen (PB L 21 van 27.1.1996, blz. 47).

    Besluit 2005/800/EG van de Raad van 14 november 2005 betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven (PB L 302 van 19.11.2005, blz. 47).

    HOOFDSTUK 05 07 — AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    05 07

    AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN

    05 07 01

    Controle van de landbouwuitgaven

    05 07 01 02

    Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Unie

    2

    6 800 000

    6 800 000

    6 500 000

    6 500 000

    6 499 903,51

    6 499 903,51

    05 07 01 06

    Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot gedeelde beheersuitgaven in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen), en van het ELGF

    2

    – 200 000 000

    – 200 000 000

    – 200 000 000

    – 200 000 000

    66 423 876,62

    66 423 876,62

    05 07 01 07

    Conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot gedeelde beheersuitgaven in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen), en van het ELGF

    2

    108 300 000

    108 300 000

    p.m.

    p.m.

    3 521 572,29

    3 521 572,29

    05 07 01 10

    Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot uit het Elfpo gefinancierde uitgaven voor plattelandsontwikkeling

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    05 07 01 11

    Conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot uit het Elfpo gefinancierde uitgaven voor plattelandsontwikkeling

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 05 07 01 — Subtotaal

     

    –84 900 000

    –84 900 000

    – 193 500 000

    – 193 500 000

    76 445 352,42

    76 445 352,42

    05 07 02

    Regeling van geschillen

    2

    p.m.

    p.m.

    800 000

    800 000

    0,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 05 07 — Totaal

     

    –84 900 000

    –84 900 000

    – 192 700 000

    – 192 700 000

    76 445 352,42

    76 445 352,42

    Toelichting

    Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig artikel 21 en artikel 174, lid 2, van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

    05 07 01     Controle van de landbouwuitgaven

    05 07 01 02   Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 800 000

    6 500 000

    6 499 903,51

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de uitvoering van teledetectiecontroles.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 165/94 van de Raad van 24 januari 1994 inzake de medefinanciering door de Gemeenschap van door middel van teledetectie uitgevoerde controles (PB L 24 van 29.1.1994, blz. 6).

    Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

    05 07 01 06   Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot gedeelde beheersuitgaven in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen), en van het ELGF

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    – 200 000 000

    – 200 000 000

    66 423 876,62

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van besluiten overeenkomstig artikel 17 inzake de verlaging van maandelijkse betalingen wegens niet-inachtneming van betalingstermijnen, overeenkomstig artikel 17 bis en artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, en ter dekking van de resultaten van besluiten tot boekhoudkundige goedkeuring van rekeningen betreffende het fonds voor de suikerherstructurering. Het beginsel van de goedkeuring van de rekeningen is vastgesteld bij artikel 53 ter, lid 4, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103).

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

    05 07 01 07   Conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot gedeelde beheersuitgaven in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen), en van het ELGF

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    108 300 000

    p.m.

    3 521 572,29

    Toelichting

    Oude posten 05 02 16 02 en 05 07 01 07

    Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van besluiten die overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld, en ter dekking van de resultaten van besluiten inzake de boekhoudkundige goedkeuring van rekeningen betreffende het fonds voor de suikerherstructurering. Het beginsel van de goedkeuring van de rekeningen is vastgesteld bij artikel 53 ter, lid 4, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103).

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

    05 07 01 10   Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot uit het Elfpo gefinancierde uitgaven voor plattelandsontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van beschikkingen die overeenkomstig artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 worden vastgesteld. Het beginsel van de goedkeuring van de rekeningen is vastgesteld bij artikel 53 ter, lid 4, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

    05 07 01 11   Conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot uit het Elfpo gefinancierde uitgaven voor plattelandsontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van beschikkingen die overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld. Het beginsel van de goedkeuring van de rekeningen is vastgesteld bij artikel 53 ter, lid 4, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

    05 07 02     Regeling van geschillen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    800 000

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van de eventuele opneming van kredieten ter dekking van (positieve of negatieve) uitgaven die door een beslissing van een rechtbank aan de Commissie kunnen worden aangerekend, en met name als schadevergoeding en rente.

    Het is tevens bedoeld ter dekking van eventuele uitgaven waarmee de Commissie kan worden geconfronteerd overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad van 4 maart 1991 betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en terugvordering van bedragen die in dat kader onverschuldigd zijn betaald, alsmede de organisatie van een informatiesysteem op dit gebied (PB L 67 van 14.3.1991, blz. 11).

    HOOFDSTUK 05 08 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    05 08

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

    05 08 01

    Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

    2

    14 636 655

    14 350 561

    14 410 160

    12 574 403

    14 230 188,13

    12 489 870,79

    05 08 02

    Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

    2

    450 000

    5 881 094

    20 235 377

    20 031 352

    201 455,—

    302 462,64

    05 08 03

    Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

    2

    1 550 687

    1 628 919

    1 460 000

    1 336 980

    1 443 608,22

    1 443 813,54

    05 08 06

    Verbetering van de voorlichting over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

    2

    8 000 000

    8 000 000

    8 000 000

    8 000 000

    7 987 290,56

    7 987 290,56

    05 08 09

    Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Operationele technische bijstand

    2

    2 670 000

    2 670 000

    1 705 000

    1 705 000

    1 269 926,—

    1 269 926,—

    05 08 10

    Proefproject — Evaluatie van de kosten voor de eindgebruiker van het naleven van de Uniewetgeving op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid

    2

    p.m.

    939 631

    p.m.

    750 000

    1 468 172,—

    0,—

    05 08 11

    Proefproject — Uitwisseling van beste praktijken voor vereenvoudiging op het vlak van „cross-compliance”

    2

    p.m.

    p.m.

    1 000 000

    500 000

     

     

    05 08 12

    Proefproject — Coördinatie van het onderzoek naar het gebruik van homeopathie en fytotherapie in de veehouderij

    2

    p.m.

    p.m.

    500 000

    250 000

     

     

     

    Hoofdstuk 05 08 — Totaal

     

    27 307 342

    33 470 205

    47 310 537

    45 147 735

    26 600 639,91

    23 493 363,53

    Toelichting

    Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 en artikel 174, lid 2, van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    05 08 01     Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 636 655

    14 350 561

    14 410 160

    12 574 403

    14 230 188,13

    12 489 870,79

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de financiering van de forfaitaire vergoedingen per bedrijfsformulier en van de ontwikkeling van instrumenten voor de inzameling, de behandeling, de analyse, de publicatie en de verspreiding van de gegevens en de resultaten van de landbouwbedrijfsboekhoudingen.

    Rechtsgronden

    Verordening nr. 79/65/EEG van de Raad van 15 juni 1965 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap (PB 109 van 23.6.1965, blz. 1859/65).

    Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 27).

    05 08 02     Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    450 000

    5 881 094

    20 235 377

    20 031 352

    201 455,—

    302 462,64

    Toelichting

    Dit krediet dient ter cofinanciering van de uitgaven voor de statistische enquêtes waarmee de ontwikkeling van de landbouwstructuur in de Unie wordt gevolgd, inclusief de uitgaven voor de database Eurofarm.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad van 29 februari 1988 houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven (PB L 56 van 2.3.1988, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1166/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven en de enquête naar de productiemethoden in de landbouw (PB L 321 van 1.12.2008, blz. 14).

    05 08 03     Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 550 687

    1 628 919

    1 460 000

    1 336 980

    1 443 608,22

    1 443 813,54

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven voor de verbetering van de stelsels inzake de landbouwstatistieken in de Unie;

    de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de aankoop en de raadpleging van gegevensbanken;

    de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met het opstellen van modellen over de landbouwsector, het maken van prognoses op korte en middellange termijn over de ontwikkeling van de markt en van de landbouwstructuur en het verspreiden van de resultaten;

    de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de toepassing van teledetectie, gebiedssteekproeven en agrometeorologische modellen voor het opstellen van landbouwstatistieken;

    de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de uitvoering van economische analysen en de ontwikkeling van indicatoren op het gebied van het landbouwbeleid.

    Rechtsgronden

    Uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak voortvloeiende taken zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Beschikking 96/411/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de verbetering van de communautaire landbouwstatistiek (PB L 162 van 1.7.1996, blz. 14).

    Besluit nr. 1445/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake de toepassing van areal frame sampling en teledetectie voor landbouwstatistieken in de periode 1999-2003 (PB L 163 van 4.7.2000, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 78/2008 van de Raad van 21 januari 2008 betreffende door de Commissie in de periode 2008-2013 te nemen maatregelen op basis van teledetectietoepassingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 25 van 30.1.2008, blz. 1).

    05 08 06     Verbetering van de voorlichting over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 000 000

    8 000 000

    7 987 290,56

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering door de Unie van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 814/2000 bedoelde voorlichtingsacties over het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

    Onder die acties worden verstaan:

    jaarlijkse activiteitenprogramma’s die met name door landbouw- of plattelandsontwikkelingsorganisaties of door consumentenverenigingen en milieuorganisaties worden ingediend;

    gerichte acties die met name door de overheid van de lidstaten, media en universitaire instellingen worden ingediend;

    alle op initiatief van de Commissie opgezette activiteiten;

    acties ter bevordering van de gezinslandbouw.

    Een deel van dit krediet dient ter financiering van informatieverstrekking op scholen, verkooppunten en andere contactpunten voor consumenten over de hoge kwaliteitseisen en normen voor voedselveiligheid, milieubescherming en dierenwelzijn waaraan de Europese boeren moeten voldoen in vergelijking met de normen in derde landen. Er moet worden beklemtoond dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid een belangrijke bijdrage levert tot het bereiken van deze hoge normen en uitleg moet worden verschaft over de verschillende kwaliteitsregelingen zoals de oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen.

    Een deel van dit krediet dient ter financiering van een informatiecampagne voor consumenten over de oorzaken en gevolgen van voedselverspilling, adviezen inzake manieren om voedselverspilling te voorkomen, evenals de bevordering van benchmarkpraktijken binnen de verschillende sectoren van de voedselvoorzieningsketen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad van 17 april 2000 betreffende voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 100 van 20.4.2000, blz. 7).

    05 08 09     Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Operationele technische bijstand

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 670 000

    1 705 000

    1 269 926,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven zoals bedoeld in artikel 5, onder a) tot en met d), van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

    Dit omvat de financiering van de oprichting van een uniaal controlesysteem op basis van DNA-analysen aan de grenzen van de Unie zoals bepaald in de volgende internationale overeenkomsten:

    Besluit 2004/617/EG van de Raad van 11 augustus 2004 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en India in het kader van artikel XXVIII van de GATT 1994, met het oog op de wijziging, wat rijst betreft, van de concessies die zijn opgenomen in EG-lijst CXL, gehecht aan de GATT 1994 (PB L 279 van 28.8.2004, blz. 17);

    Besluit 2004/618/EG van de Raad van 11 augustus 2004 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Pakistan in het kader van artikel XXVIII van de GATT 1994, met het oog op de wijziging, wat rijst betreft, van de concessies die zijn opgenomen in EG-lijst CXL, gehecht aan de GATT 1994 (PB L 279 van 28.8.2004, blz. 23).

    In artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is bepaald dat alleen basmatirijst die tot de in de bovengenoemde overeenkomsten gespecificeerde variëteiten behoort tegen nulrecht mag worden ingevoerd.

    Dit krediet kan eveneens worden gebruikt ter dekking van:

    de uitgaven voor de analyse en controle van door derde landen toegepaste normen voor landbouwproducten overeenkomstig titel VI van Verordening (EG) nr. 834/2007;

    de uitgaven voor het opzetten van een databank met analyseresultaten over de wijnbouwproducten overeenkomstig artikel 87 van Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, wat betreft de steunprogramma’s, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector (PB L 170 van 30.6.2008, blz. 1);

    de uitgaven voor de studie „Evaluatie van de kosten voor de eindgebruiker van het naleven van de Uniewetgeving op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid”.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

    05 08 10     Proefproject — Evaluatie van de kosten voor de eindgebruiker van het naleven van de Uniewetgeving op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    939 631

    p.m.

    750 000

    1 468 172,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor het opzetten van een proefproject ter evaluatie van de werkelijke kosten die landbouwers maken voor het naleven van de Uniewetgeving op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid, die strenger is dan de geldende normen voor importproducten. Deze wetgeving omvat onder andere de 18 verordeningen en richtlijnen die de grondslag vormen voor het systeem van „cross-compliance”, evenals de normen aangeduid met de term „goede landbouw- en milieuconditie”, die eveneens deel uitmaken van de cross-complianceregeling.

    Het zal worden gebruikt voor het uitvoeren van een uitgebreide studie in alle lidstaten ter evaluatie van de hierboven beschreven nalevingskosten, die kunnen verschillen van lidstaat tot lidstaat en zelfs van regio tot regio als gevolg van verschillen in klimaat, geologie, productie, economie en sociale werkelijkheid. De studie moet worden uitgevoerd door een gevestigd wetenschapsinstituut of een consortium van gevestigde wetenschapsinstituten.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    05 08 11     Proefproject — Uitwisseling van beste praktijken voor vereenvoudiging op het vlak van „cross-compliance”

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van een platform dat nationale en plaatselijke controleagentschappen in staat moet stellen beste praktijken uit te wisselen en gemeenschappelijke oplossingen te vinden voor de vereenvoudiging van de controles op de naleving van de randvoorwaarden („cross-compliance”) voor landbouwers, met name door middel van interoperabele gegevensbanken en enkelvoudige controles.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    05 08 12     Proefproject — Coördinatie van het onderzoek naar het gebruik van homeopathie en fytotherapie in de veehouderij

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    500 000

    250 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter opstarting van een proefproject met het oog op de coördinatie van het onderzoek naar het gebruik van homeopathie en fytotherapie in de veeteelt, zoals bepleit in de resolutie van het Europees Parlement van 12 mei 2011 over antibioticaresistentie (PB C 377 E van 7.12.2012, blz. 131), waarin het Parlement aandringt op terugdringing van het gebruik van antibiotica in de veehouderij en overschakeling op alternatieven. Daaronder vallen onder meer homeopathie en fytotherapie. In het kader van het proefproject moet worden geïnventariseerd welke onderzoeksprojecten op het gebied van homeopathie en fytotherapie in de veehouderij er aan de universiteiten en gespecialiseerde hogescholen van de lidstaten reeds bestaan en welke resultaten daarbij geboekt zijn; daarnaast moet worden nagegaan of en zo ja, in welk kader er samenwerking tussen die universiteiten plaatsvindt.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

    TITEL 06

    MOBILITEIT EN VERVOER

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    06 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

    68 011 011

    68 011 011

    67 716 979

    67 716 979

    69 521 781,01

    69 521 781,01

    Reserves (40 01 40)

     

     

    59 867

    59 867

     

     

     

    68 011 011

    68 011 011

    67 776 846

    67 776 846

    69 521 781,01

    69 521 781,01

    06 02

    VERVOER OVER LAND, DOOR DE LUCHT EN OVER ZEE

    201 808 724

    151 320 581

    209 427 270

    157 407 105

    199 856 711,41

    149 541 784,11

    06 03

    TRANS-EUROPESE NETWERKEN

    1 410 000 000

    721 545 956

    1 325 406 119

    791 395 112

    1 257 103 612,54

    834 502 734,85

    06 06

    ONDERZOEK IN VERBAND MET VERVOER

    60 980 795

    43 083 946

    61 580 000

    62 784 153

    82 702 727,57

    58 973 175,25

     

    Titel 06 — Totaal

    1 740 800 530

    983 961 494

    1 664 130 368

    1 079 303 349

    1 609 184 832,53

    1 112 539 475,22

    Reserves (40 01 40)

     

     

    59 867

    59 867

     

     

     

    1 740 800 530

    983 961 494

    1 664 190 235

    1 079 363 216

    1 609 184 832,53

    1 112 539 475,22

    HOOFDSTUK 06 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    06 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

    06 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

    5

    35 013 858

    34 374 908

    36 235 532,53

    06 01 02

    Extern personeel en overige uitgaven voor beheer ter ondersteuning van het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

    06 01 02 01

    Extern personeel

    5

    2 362 249

    2 522 065

    2 721 098,34

    06 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    2 389 096

    2 514 628

    2 978 232,—

    Reserves (40 01 40)

     

     

    59 867

     

     

     

    2 389 096

    2 574 495

    2 978 232,—

     

    Artikel 06 01 02 — Subtotaal

     

    4 751 345

    5 036 693

    5 699 330,34

    Reserves (40 01 40)

     

     

    59 867

     

     

     

    4 751 345

    5 096 560

    5 699 330,34

    06 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

    5

    2 215 808

    2 194 778

    2 795 416,46

    06 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

    06 01 04 01

    Marco Polo II-programma — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    120 000

    109 800

    102 247,—

    06 01 04 02

    Vervoer — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    700 000

    799 800

    618 734,—

    06 01 04 04

    Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    3 700 000

    3 000 000

    3 287 398,04

    06 01 04 07

    Beveiliging en bescherming van gebruikers van vervoer — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    p.m.

    3 000,—

    06 01 04 09

    Informatie en communicatie — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    500 000

    496 000

    487 163,64

    06 01 04 31

    Trans-Europees vervoersnet — Uitvoerend Agentschap

    1.1

    9 805 000

    9 805 000

    9 900 000,—

    06 01 04 32

    Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage uit het Marco Polo II-programma

    1.1

    1 555 000

    1 555 000

    1 592 009,—

     

    Artikel 06 01 04 — Subtotaal

     

    16 380 000

    15 765 600

    15 990 551,68

    06 01 05

    Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

    06 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    1.1

    5 750 000

    6 000 000

    5 596 760,—

    06 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    1.1

    2 800 000

    2 900 000

    2 676 000,—

    06 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    1.1

    1 100 000

    1 445 000

    528 190,—

     

    Artikel 06 01 05 — Subtotaal

     

    9 650 000

    10 345 000

    8 800 950,—

     

    Hoofdstuk 06 01 — Totaal

     

    68 011 011

    67 716 979

    69 521 781,01

    Reserves (40 01 40)

     

     

    59 867

     

     

     

    68 011 011

    67 776 846

    69 521 781,01

    06 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    35 013 858

    34 374 908

    36 235 532,53

    06 01 02     Extern personeel en overige uitgaven voor beheer ter ondersteuning van het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

    06 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 362 249

    2 522 065

    2 721 098,34

    06 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    06 01 02 11

    2 389 096

    2 514 628

    2 978 232,—

    Reserves (40 01 40)

     

    59 867

     

    Totaal

    2 389 096

    2 574 495

    2 978 232,—

    06 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 215 808

    2 194 778

    2 795 416,46

    06 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

    06 01 04 01   Marco Polo II-programma — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    120 000

    109 800

    102 247,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, en die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie de artikelen 06 02 06 en 06 02 07.

    06 01 04 02   Vervoer — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    700 000

    799 800

    618 734,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, en die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 06 02 03.

    06 01 04 04   Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 700 000

    3 000 000

    3 287 398,04

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, en die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie de artikelen 06 03 01, 06 03 03 en 06 03 05.

    06 01 04 07   Beveiliging en bescherming van gebruikers van vervoer — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    3 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, en die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 06 02 11.

    06 01 04 09   Informatie en communicatie — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    496 000

    487 163,64

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor informatie en communicatie, alsmede voor gedrukte en digitale publicaties, die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het beleidsterrein vervoer en de beveiliging en bescherming van gebruikers van vervoer.

    Rechtsgronden

    Zie de artikelen 06 02 03 en 06 02 11.

    06 01 04 31   Trans-Europees vervoersnet — Uitvoerend Agentschap

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 805 000

    9 805 000

    9 900 000,—

    Toelichting

    Dit krediet vertegenwoordigt het bedrag van de subsidie die bestemd is ter dekking van de personeelsuitgaven en de administratieve uitgaven van het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnet.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

    Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende uniale richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 204 van 5.8.2010, blz. 1)

    Referentiebesluiten

    Besluit 2007/60/EG van de Commissie van 26 oktober 2006 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk krachtens Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 32 van 6.2.2007, blz. 88).

    Besluit C(2007) 3874 van de Commissie van 17 augustus 2007 tot aanstelling van 5 leden en 1 waarnemend lid van de stuurgroep van het TEN-T EA, als gewijzigd bij Besluiten C(2009) 865 van 17 februari 2009 en C(2010) 2959 van 5 oktober 2010.

    Besluit C(2007) 5282 van de Commissie van 5 november 2007 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europese vervoersnetwerk worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de communautaire programma’s voor subsidies op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk, met name wat betreft het beheer van de in de Gemeenschapsbegroting opgenomen kredieten.

    06 01 04 32   Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage uit het Marco Polo II-programma

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 555 000

    1 555 000

    1 592 009,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleids- en de personeelsuitgaven van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie die voorvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van acties in het kader van het Marco Polo II-programma.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    De personeelsformatie van het Uivoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren („Marco Polo II”) (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1653/2004 van de Commissie van 21 september 2004 houdende een model voor het financieel reglement van de uitvoerende agentschappen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 6).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

    Besluit 2007/372/EG van de Commissie van 31 mei 2007 tot wijziging van Besluit 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

    Besluit C(2007) 3198 van de Commissie van 9 juli 2007 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van het programma Intelligente energie — Europa 2003-2006, het Marco Poloprogramma 2003-2006, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie 2007-2013, het Marco Poloprogramma 2007-2013, met name wat betreft het beheer van de in de Gemeenschapsbegroting opgenomen kredieten.

    06 01 05     Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

    06 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 750 000

    6 000 000

    5 596 760,—

    06 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 800 000

    2 900 000

    2 676 000,—

    06 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 100 000

    1 445 000

    528 190,—

    HOOFDSTUK 06 02 — VERVOER OVER LAND, DOOR DE LUCHT EN OVER ZEE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    06 02

    VERVOER OVER LAND, DOOR DE LUCHT EN OVER ZEE

    06 02 01

    Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

    06 02 01 01

    Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart — Bijdrage voor titels 1 en 2

    1.1

    26 435 440

    26 435 440

    26 435 440

    26 435 440

    27 991 278,—

    27 991 111,—

    06 02 01 02

    Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart — Bijdrage voor titel 3

    1.1

    8 120 371

    8 120 371

    6 861 336

    6 861 336

    7 200 805,—

    7 200 805,—

     

    Artikel 06 02 01 — Subtotaal

     

    34 555 811

    34 555 811

    33 296 776

    33 296 776

    35 192 083,—

    35 191 916,—

    06 02 02

    Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

    06 02 02 01

    Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Bijdrage voor titels 1 en 2

    1.1

    22 776 724

    22 776 724

    26 167 678

    26 167 678

    23 853 989,92

    23 373 776,94

    06 02 02 02

    Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Bijdrage voor titel 3

    1.1

    8 431 789

    9 000 000

    7 061 416

    8 870 489

    9 288 729,—

    9 999 550,54

    06 02 02 03

    Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

    1.1

    22 663 000

    18 414 450

    20 000 000

    20 500 000

    23 000 000,—

    17 833 288,40

     

    Artikel 06 02 02 — Subtotaal

     

    53 871 513

    50 191 174

    53 229 094

    55 538 167

    56 142 718,92

    51 206 615,88

    06 02 03

    Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europees beleid inzake vervoer en passagiersrechten

    1.1

    25 000 000

    13 962 564

    31 770 000

    16 307 145

    20 909 410,97

    16 688 793,49

    06 02 06

    Marco Polo II-programma

    1.1

    60 000 000

    24 710 478

    62 844 000

    24 187 314

    59 647 506,52

    18 154 268,82

    06 02 07

    Voltooiing van het Marco Polo-programma

    1.1

    p.m.

    p.m.

    453 626

    0,—

    1 143 775,27

    06 02 08

    Europees Spoorwegbureau

    06 02 08 01

    Europees Spoorwegbureau — Bijdrage voor titels 1 en 2

    1.1

    17 853 400

    17 853 400

    17 459 892

    17 459 892

    18 149 121,—

    18 145 000,—

    06 02 08 02

    Europees Spoorwegbureau — Bijdrage voor titel 3

    1.1

    7 018 000

    7 018 000

    7 027 508

    7 027 508

    7 734 544,—

    6 398 665,—

     

    Artikel 06 02 08 — Subtotaal

     

    24 871 400

    24 871 400

    24 487 400

    24 487 400

    25 883 665,—

    24 543 665,—

    06 02 11

    Beveiliging van het vervoer

    1.1

    2 510 000

    1 779 154

    2 300 000

    2 086 677

    2 081 327,—

    1 723 478,46

    06 02 12

    Proefproject — Veiligheid op het trans-Europese wegvervoersnetwerk

    1.1

    p.m.

    0,—

    889 271,19

    06 02 13

    Voorbereidende actie — Bevordering van het grensoverschrijdende verkeer via de overgangen aan de buitengrenzen in het noordoosten van de Unie (uit het oogpunt van verkeersveiligheid en de veiligheid in het algemeen)

    1.1

    p.m.

    300 000

    0,—

    0,—

    06 02 14

    Voorbereidende actie — Europese interface voor transportinformatie en boekingen

    1.1

    750 000

    1 500 000

    750 000

     

     

    06 02 15

    Voorbereidende actie — Schepen op LNG (vloeibaar aardgas)

    1.1

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 06 02 — Totaal

     

    201 808 724

    151 320 581

    209 427 270

    157 407 105

    199 856 711,41

    149 541 784,11

    06 02 01     Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

    06 02 01 01   Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    26 435 440

    26 435 440

    26 435 440

    26 435 440

    27 991 278,—

    27 991 111,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2).

    Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1108/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 216/2008 op het gebied van luchtvaartterreinen, luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 51).

    Referentiebesluiten

    Verordening (EG) nr. 736/2006 van de Commissie van 16 mei 2006 inzake de werkmethoden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart bij het uitvoeren van normalisatie-inspecties (PB L 129 van 17.5.2006, blz. 10).

    Verordening (EG) nr. 768/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de verzameling en uitwisseling van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruikmaken van luchthavens in de Gemeenschap en het beheer van het informatiesysteem (PB L 134 van 20.5.2006, blz. 16).

    Verordening (EG) nr. 593/2007 van de Commissie van 31 mei 2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 3).

    Verordening (EG) nr. 1356/2008 van de Commissie van 23 december 2008 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 593/2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (PB L 350 van 30.12.2008, blz. 46).

    06 02 01 02   Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    8 120 371

    8 120 371

    6 861 336

    6 861 336

    7 200 805,—

    7 200 805,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 34 862 010 EUR. Een bedrag van 306 199 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 34 555 811 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1108/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 216/2008 op het gebied van luchtvaartterreinen, luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 51).

    Referentiebesluiten

    Verordening (EG) nr. 736/2006 van de Commissie van 16 mei 2006 inzake de werkmethoden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart bij het uitvoeren van normalisatie-inspecties (PB L 129 van 17.5.2006, blz. 10).

    Verordening (EG) nr. 768/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de verzameling en uitwisseling van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruikmaken van luchthavens in de Gemeenschap en het beheer van het informatiesysteem (PB L 134 van 20.5.2006, blz. 16).

    Verordening (EG) nr. 593/2007 van de Commissie van 31 mei 2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 3).

    Verordening (EG) nr. 1356/2008 van de Commissie van 23 december 2008 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 593/2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (PB L 350 van 30.12.2008, blz. 46).

    06 02 02     Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

    06 02 02 01   Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    22 776 724

    22 776 724

    26 167 678

    26 167 678

    23 853 989,92

    23 373 776,94

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2).

    Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

    Richtlijn 2005/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 inzake verontreiniging vanaf schepen en de invoering van sancties, met inbegrip van strafrechtelijke sancties voor verontreinigingsdelicten (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 11).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (COM(2010) 611 final), door de Commissie ingediend op 28 oktober 2010).

    06 02 02 02   Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    8 431 789

    9 000 000

    7 061 416

    8 870 489

    9 288 729,—

    9 999 550,54

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap met betrekking tot het werkprogramma (titel 3), met uitzondering van de maatregelen tegen verontreiniging (zie post 06 02 02 03).

    Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

    Richtlijn 2005/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 inzake verontreiniging vanaf schepen en de invoering van sancties, met inbegrip van strafrechtelijke sancties voor verontreinigingsdelicten (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 11).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (COM(2010) 611 final), door de Commissie ingediend op 28 oktober 2010.

    06 02 02 03   Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    22 663 000

    18 414 450

    20 000 000

    20 500 000

    23 000 000,—

    17 833 288,40

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het charteren van schepen (met hun outillage) voor de strijd tegen accidentele of opzettelijke verontreiniging van de zee door schepen, het inhuren van gespecialiseerd technisch materieel, de oprichting en werking van een Centrum voor satellietbeeldvorming en studies en onderzoeksprojecten voor de verbetering van de uitrusting en de methoden ter bestrijding van verontreiniging.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De algemene bijdrage van de Europese Unie voor 2013 bedraagt in totaal 55 892 094 EUR. Een teruggevorderd overschot van 2 020 581 EUR wordt toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 53 871 513 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 2038/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 over meerjarenfinanciering voor de acties van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid op het gebied van de bestrijding van door schepen veroorzaakte verontreiniging (PB L 394 van 30.12.2006, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (COM(2010) 611 final), door de Commissie ingediend op 28 oktober 2010.

    06 02 03     Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europees beleid inzake vervoer en passagiersrechten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    25 000 000

    13 962 564

    31 770 000

    16 307 145

    20 909 410,97

    16 688 793,49

    Toelichting

    Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk vervoerbeleid van de Unie voor de verschillende vervoersmodaliteiten (weg, spoor, lucht-, zee- en binnenvaart) en in alle vervoerssectoren (veiligheid, interne vervoersmarkt en de tenuitvoerleggingsmodaliteiten daarvan, de optimalisering van het vervoersnetwerk, het vaststellen en waarborgen van de passagiersrechten bij alle vervoersmodaliteiten en alle andere vervoersgerelateerde sectoren). De belangrijkste acties en doelstellingen beogen het gemeenschappelijk vervoersbeleid van de Unie te ondersteunen, met inbegrip van een uitbreiding naar derde landen, technische assistentie voor alle vervoersmodaliteiten en sectoren, specifieke opleiding, definitie van voorschriften inzake vervoersveiligheid, het bevorderen van het gemeenschappelijk vervoersbeleid, met inbegrip van de ontwikkeling en de bouw van de bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bekrachtigde visie inzake de trans-Europese netwerken alsmede de versterking van de passagiersrechten en de bescherming van die rechten voor alle vervoerswijzen, alsook een betere toepassing en handhaving van de bestaande regelgeving inzake passagiersrechten, met name door middel van bewustmakingsacties over de inhoud van deze regelgeving voor zowel de vervoersbedrijven als de reizigers.

    Deze activiteiten moeten de intermodale onbelemmerde mobiliteit van personen met een beperkte mobiliteit (PBM) bevorderen en ondersteunen.

    Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten (PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1), moet de Commissie bijkomende maatregelen uitwerken om de handhaving van de verordening doeltreffender te maken.

    Gezien de wettelijke rapporteringseisen van de Commissie en de complexe interactie van regionale, nationale en internationale (COTIF) administratieve structuren die betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14), vergt de tenuitvoerlegging van die verordening specifieke uitvoeringsmaatregelen. Bij wijze van belangrijke maatregel ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging zal de Commissie een tweejarige informatiecampagne inzake passagiersrechten voeren, die van start gaat in 2010 en betrekking heeft op alle lidstaten.

    Deze acties en doelstellingen kunnen op verschillende niveaus worden ondersteund (lokaal, regionaal, nationaal, Europees en internationaal), voor alle vervoerswijzen en transportgerelateerde sectoren en dit vanuit een technische, technologische, juridische, informatieve, ecologische, klimatologische en politieke invalshoek en teneinde duurzame ontwikkeling te stimuleren.

    De luchtvaart is reeds lange tijd een van de sectoren waarover consumenteninstanties in de Unie de meeste klachten ontvangen. De toename van het aantal commerciële transacties langs elektronische weg (internet of mobiele telefoon) heeft het aantal schendingen van de uniale consumentenwetgeving alleen maar doen stijgen.

    Een van de belangrijkste klachten van de consumenten van de Unie betreft het ontbreken van deugdelijke rechtsmiddelen op de luchthavens zelf, met name wanneer zich geschillen voordoen vanwege nalatigheid van luchtvaartmaatschappijen of andere dienstverleners. De Europese consumenten- en luchtvaartinstanties moeten daarom samenwerken om een snelle verbetering van de ondersteuning van reizigers en informatiefaciliteiten op luchthavens te waarborgen en tegelijkertijd te zorgen voor meer coregulering in de sector.

    Gemeenschappelijk Europees luchtruim

    De volledige tenuitvoerlegging van het Gemeenschappelijk Europees luchtruim (vier Basisverordeningen (EG) nr. 549/2004, (EG) nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004 en meer dan twintig uitvoeringsbesluiten) is essentieel om de veiligheidsprestaties van de luchtnavigatiediensten te verbeteren, hun kostenefficiëntie te verhogen, de vertragingen in de luchtvaart terug te dringen en de milieuprestaties te verbeteren en is derhalve een prioriteit voor de Europese luchtvaart.

    De belangrijkste acties zijn:

    de invoering van een Uniewijde prestatieregeling — Verordening (EU) nr. 691/2010 van de Commissie waarbij prestatiedoelen inzake de veiligheid, kostenefficiëntie en capaciteit worden opgelegd aan aanbieders van luchtvaartnavigatiediensten overeenkomstig Besluit 2011/121/EU van de Commissie van 21 februari 2011 en de herevaluatie door de Commissie van de nationale/FAB-prestatieplannen in 2012;

    de eenmaking van het Europese luchtruim door de instelling van functionele luchtruimblokken tot december 2012 overeenkomstig artikel 9 bis van Verordening (EG) nr. 550/2004;

    de invoering van op Europees niveau gecentraliseerde netwerkfuncties, met inbegrip van ondersteuning in geval van netwerkcrisissen overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 551/2004 en Verordening (EU) nr. 677/2011 van de Commissie;

    de versterking van de capaciteit van de toezichthoudende autoriteiten als bedoeld in het rapport aan de Raad en het Parlement van november 2011 over de stand van zaken met betrekking tot de totstandkoming van het Gemeenschappelijk Europees luchtruim;

    de verdere consolidering van de regelgeving via de actualisering en de vaststelling van de regelgevende routekaart naar het gemeenschappelijk Europees luchtruim met het oog op de planning en ontwikkeling van technische normen en EU-specificaties;

    de invoering van een „totale systeembenadering” met bijvoorbeeld aandacht voor luchthavens, de veiligheids- en beveiligingsaspecten en de invoering van nieuwe technologieën die voortvloeien uit het Sesar-programma voor onderzoek en ontwikkeling;

    het uitstippelen van een beleid inzake de beveiliging van het vervoer over land in samenhang met de opstelling van een mededeling over vervoersbeveiliging in 2011 en de latere tenuitvoerlegging daarvan.

    De uitbreiding van de regelgeving inzake het Gemeenschappelijk Europees luchtruim naar de landen van Zuidoost-Europa via de Multilateriale Overeenkomst betreffende de totstandbrenging van een Europese Gemeenschappelijke Luchtvaartruimte (Multilateral Agreement on the Establishment of a European Common Aviation Area — ECAA) is een belangrijke stap in het kader van het nabuurschapsbeleid. De actie is gebaseerd op artikel 7 van Verordening (EG) nr. 549/2004.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    06 02 06     Marco Polo II-programma

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    60 000 000

    24 710 478

    62 844 000

    24 187 314

    59 647 506,52

    18 154 268,82

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van een programma („Marco Polo II” genaamd) ter bevordering van alternatieven voor het internationale vrachtvervoer over de weg.

    Het Marco Polo II-programma bevat vijf maatregelen om deze doelstelling te bereiken:

    modal-shiftacties, die tot doel hebben op korte termijn een aanzienlijk deel van het wegverkeer te doen verschuiven naar andere, minder verzadigde vervoerswijzen;

    katalysatoracties, die het mogelijk maken structurele marktobstakels te overwinnen dankzij de toepassing van nieuwe innoverende diensten;

    gemeenschappelijke leeracties, die gericht zijn op het verbeteren van de samenwerking en het delen van knowhow en kennisontwikkeling in de logistieke sector;

    acties om logistieke diensten van hoge kwaliteit te leveren, gebaseerd op de korte vaart, die vergelijkbaar zijn met autosnelwegen en daarom „snelwegen van de zee” worden genoemd;

    verkeersvermijdingsacties, waarbij de industrie en de logistieke systemen een actieve rol spelen in één coherente strategie die tot doel heeft duurzame werkwijzen tot stand te brengen.

    In de meeste nieuwe lidstaten zijn de infrastructuurnetwerken op het vlak van vervoer nog niet aangepast aan de toegenomen handelsstromen ten gevolge van de uitbreiding; in dergelijke gevallen vormt intermodaal vervoer de beste oplossing. Marco Polo II, de voortzetting van het succesvolle Marco Polo I-programma, beschikt dus nog over een ruime marge voor verbetering.

    De subsidies voor commerciële acties op de markt voor goederenvervoersdiensten verschillen van de in het kader van de programma’s voor onderzoek en ontwikkeling en het programma voor de trans-Europese netwerken verleende steun. Marco Polo II bevordert modal-shiftprojecten in alle segmenten van de goederenmarkt, niet alleen op het vlak van gecombineerd vervoer.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Een deel van het krediet zal worden gebruikt voor het herziene Marco Polo-programma en voor een specifiek programma voor de binnenvaart, waarbij rekening wordt gehouden met de milieubaten en specifieke kenmerken ervan en met de voordelen ervan voor kleine en middelgrote ondernemingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren („Marco Polo II”) (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 1).

    06 02 07     Voltooiing van het Marco Polo-programma

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    453 626

    0,—

    1 143 775,27

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1382/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 betreffende de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoersysteem te verbeteren („Marco Polo-programma”) (PB L 196 van 2.8.2003, blz. 1).

    06 02 08     Europees Spoorwegbureau

    06 02 08 01   Europees Spoorwegbureau — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    17 853 400

    17 853 400

    17 459 892

    17 459 892

    18 149 121,—

    18 145 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke en personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

    Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau (Spoorwegbureauverordening) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 1).

    Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen (Spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

    Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).

    Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).

    06 02 08 02   Europees Spoorwegbureau — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    7 018 000

    7 018 000

    7 027 508

    7 027 508

    7 734 544,—

    6 398 665,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 25 007 400 EUR. Een bedrag van 136 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 24 871 400 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau (Spoorwegbureauverordening) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 1).

    Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen (Spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

    Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).

    Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).

    06 02 11     Beveiliging van het vervoer

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 510 000

    1 779 154

    2 300 000

    2 086 677

    2 081 327,—

    1 723 478,46

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de omschrijving, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van maatregelen en regelgeving die nodig zijn voor een versterkte beveiliging van het land-, zee- en luchtvervoer alsook voor de uitbreiding van deze maatregelen tot derde landen en voor de technische bijstand en specifieke opleidingsactiviteiten.

    De actie zal vooral gericht zijn op de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van regelgeving op het gebied van de beveiliging van het vervoer, met als voornaamste doelstellingen:

    maatregelen om kwaad opzet op vervoersgebied te voorkomen;

    de harmonisatie van de wetgevingen en de technische normen alsook van de administratieve controlepraktijken met het oog op het waarborgen van de beveiliging van het vervoer;

    de vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren, methoden en doelstellingen met betrekking tot de beveiliging van de vervoerssector en de verzameling van de gegevens die daarvoor nodig zijn;

    follow-up van de maatregelen van de lidstaten op het gebied van vervoersveiligheid, voor alle vervoersmodaliteiten;

    internationale coördinatie op het gebied van vervoersveiligheid;

    de bevordering van onderzoek op het gebied van de beveiliging van het vervoer.

    Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor de oprichting en de werking van een team van inspecteurs die toezien op de naleving van de veiligheidsregelgeving van de Unie in luchthavens, havens en havenfaciliteiten in de lidstaten, met in begrip van de uitbreiding naar derde landen en schepen onder de vlag van een lidstaat. Deze kosten omvatten de vergoedingen en reiskosten van de inspecteurs van de Commissie en de kosten van de inspecteurs uit de lidstaten die ten laste worden genomen overeenkomstig die regelgeving. Daarnaast zijn er nog de kosten van inspecteursopleidingen, voorbereidende vergaderingen en het voor de inspecties benodigde klein materieel.

    Volgens de mededeling van de Commissie van 20 juli 2010„Naar een Europese verkeersveiligheidsruimte:beleidsrichtsnoeren inzake verkeersveiligheid 2011-2020” moet in de nieuwe beleidsoriëntaties voor verkeersveiligheid veel aandacht worden besteed aan de implementatie van verkeersregels. Een deel van deze kredieten dient voor een betere implementatie van de verkeersregels op niveau van de Unie door de oprichting van een netwerk van nationale verkeersveiligheidsautoriteiten met het oog op het geven van advies en het uitwisselen en delen van goede praktijken; en het versterken van scholing en van de zichtbaarheid van vooruitgang bij verkeersveiligheid. Dit netwerk bevordert de deelname, op niveau van de Unie, van onder andere verenigingen van slachtoffers van verkeersongevallen, openbare aanklagers en politiemensen die met verkeersveiligheid zijn belast, nationale verkeersveiligheidsobservatoria, deskundigen en universiteiten. De dynamiek van dit netwerk zal mede bijdragen tot de oprichting van een Europese Vereniging van openbare aanklagers belast met verkeersveiligheid. Het vorige verkeersveiligheidsprogramma heeft niet geresulteerd in ontwikkeling van een effectieve Europese handhavingsstrategie, en dit vooral doordat er te weinig vooruitgang werd geboekt bij de voorstellen van de Commissie inzake grensoverschrijdende wetshandhaving. Overeenkomstig Richtlijn 2011/82/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen (PB L 288 van 5.11.2011, blz. 1) moet de Commissie in het kader van de volgende herziening van die richtlijn een raadpleging organiseren van de relevante betrokken partijen, zoals verkeersveiligheids- en wethandhavingsautoriteiten, organisaties van slachtoffers en andere ngo's die op het gebied van verkeersveiligheid actief zijn.

    Rechtsgronden

    Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

    Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende het verhogen van de veiligheid van havens (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 28).

    Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72).

    Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13).

    06 02 12     Proefproject — Veiligheid op het trans-Europese wegvervoersnetwerk

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    0,—

    889 271,19

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van eerdere verbintenissen voor een proefproject inzake veiligheid op het trans-Europese wegvervoersnetwerk, met onder meer de aanleg van bewaakte parkeerplaatsen voor vrachtwagens aan de belangrijkste routes voor het wegvervoer in heel Europa en een certificeringsmechanisme, bijvoorbeeld in de vorm van een „blauwe vlag” voor veilige parkeerplaatsen voor vrachtwagens.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    06 02 13     Voorbereidende actie — Bevordering van het grensoverschrijdende verkeer via de overgangen aan de buitengrenzen in het noordoosten van de Unie (uit het oogpunt van verkeersveiligheid en de veiligheid in het algemeen)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    300 000

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor de voorbereidende actie ter bevordering van de verkeersveiligheid en de veiligheid in het algemeen via de overgangen aan de buitengrenzen in het noordoosten van de Unie door het creëren van maximaal drie veilige parkeerplaatsen voor vrachtwagens met het oog op de verbetering van de verkeersveiligheid, de veiligheid van de chauffeurs en de ladingen, alsook het aanpakken van de milieu- en maatschappelijke problemen die veroorzaakt worden door lange files vrachtwagens aan grensovergangen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    06 02 14     Voorbereidende actie — Europese interface voor transportinformatie en boekingen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    750 000

    1 500 000

    750 000

     

     

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie heeft ten doel de bestaande lokale, regionale, nationale en internationale systemen voor reizigersinformatie te koppelen en het internationale publiek informatie te verstrekken en de mogelijkheid te geven om kaartjes te kopen via een enkele meertalige interface. Dit initiatief beoogt:

    de totstandbrenging van een interface met Europese vervoersinformatie, die makkelijk toegankelijk is en passagiers in real-time informatie biedt over elke reis in Europa met welk vervoermiddel ook; deze interface kan ook informatie verstrekken over de rechten van passagiers en de milieuvoetafdruk van elke reis (CO2-uitstoot, brandstofverbruik, enz.) teneinde een vergelijking tussen vervoersmodaliteiten mogelijk te maken;

    de vorming van een instrument om het online boeken van een reis in Europa makkelijker te maken, van een reisplanner, een instrument voor de berekening van reisprijzen, een instrument voor het beheer van beschikbaarheidsaanvragen en een instrument voor koppeling van tickets;

    het met elkaar verbinden van internationale informatiesystemen voor reizigers.

    De voorbereidende actie moet stoelen op Verordening (EG) nr. 454/2011 van de Commissie van 5 mei 2011 inzake technische specificaties voor interoperabiliteit van telematica-applicaties voor passagiersdiensten van het trans-Europese spoorsysteem (PB L 123 van 12.5.2011, blz. 11). In een eerste fase moet de voorbereidende actie enkel van toepassing zijn op een beperkt aantal landen, een beperkt aantal talen en een beperkt pakket gegevens. Het moet gebaseerd zijn op verschillende scenario’s die verschillende combinaties van vervoerwijzen presenteren. Er dient bijzondere aandacht te worden besteed aan het reserveren van assistentie voor personen met een beperkte mobiliteit.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    06 02 15     Voorbereidende actie — Schepen op LNG (vloeibaar aardgas)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    Toelichting

    In september 2011 stelde de Commissie een werkdocument op over een „duurzaam instrumentarium voor vervoer over water” waarin mogelijke maatregelen worden beschreven ter minimalisering van de nalevingskosten voor de sector in verband met de voorgestelde nieuwe limieten voor het zwavelgehalte van brandstoffen op zee. Een punt van aandacht voor de middellange tot lange termijn is de invoering van schone scheepstechnologieën en alternatieve brandstoffen. LNG wordt beschouwd als veelbelovende oplossing voor de naleving van deze regelgeving en als middel om de luchtvervuiling door schepen te verminderen.

    Ondanks een uitstekend veiligheidsprofiel wordt LNG gezien als potentieel gevaarlijk door het brede publiek. Er moeten maatregelen worden getroffen om een goed overzicht te krijgen en een analyse op te stellen van de mogelijke risico's en gevaren van de opslag, de bunkering en de hantering van LNG (in havens en op schepen). Dit omvat tevens een generieke risicoanalyse van LNG, dat wil zeggen in verband met de chemische eigenschappen. In nauwe samenwerking met alle betrokken belanghebbenden moet daarnaast voorlichtings- en mediamateriaal worden ontwikkeld om de risico's en voordelen van LNG voor de schaapvaart te belichten.

    Ook moet een overzicht worden verkregen van de marktontwikkelingen in verband met de invoering van door LNG aangedreven schepen of schepen die hierop kunnen overschakelen, alsmede van de infrastructuur voor de LNG-voorziening (aan land of met tankers) in de EU.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 06 03 — TRANS-EUROPESE NETWERKEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    06 03

    TRANS-EUROPESE NETWERKEN

    06 03 01

    Beëindiging van financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk

    1.1

    9 884 191

    36 290 043

    56 975,—

    53 274 756,40

    06 03 03

    Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk

    1.1

    1 410 000 000

    677 067 096

    1 275 406 119

    714 278 771

    1 207 046 637,54

    772 227 978,45

    06 03 05

    Gemeenschappelijke Onderneming Sesar

    1.1

    34 594 669

    50 000 000

    40 826 298

    50 000 000,—

    9 000 000,—

     

    Hoofdstuk 06 03 — Totaal

     

    1 410 000 000

    721 545 956

    1 325 406 119

    791 395 112

    1 257 103 612,54

    834 502 734,85

    06 03 01     Beëindiging van financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    9 884 191

    36 290 043

    56 975,—

    53 274 756,40

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen voor het TEN-T-programma.

    Het dient ter dekking van de afwikkeling van de tot 31 december 2006 gedane vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

    Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnetwerk (PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad van 21 mei 2002 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Galileo (PB L 138 van 28.5.2002, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Beschikking C(2001) 2654 van de Commissie van 19 september 2001 tot instelling van een indicatief meerjarenprogramma voor het verlenen van communautaire financiële bijstand op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk voor de periode 2001-2006.

    06 03 03     Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 410 000 000

    677 067 096

    1 275 406 119

    714 278 771

    1 207 046 637,54

    772 227 978,45

    Toelichting

    Dit krediet dient tot bijdrage aan de totstandbrenging en ontwikkeling van het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T), hetgeen als een essentieel beleid voor de goede werking van de interne markt en voor de economische en sociale samenhang wordt beschouwd (artikelen 170 tot en met 172 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). Deze bijdrage wordt verleend in de vorm van een medefinanciering van projecten van gemeenschappelijk belang die in Besluit nr. 661/2010/EU zijn aangewezen.

    De volgende doelstellingen worden nagestreefd:

    bijdragen tot de vaststelling van projecten van gemeenschappelijk belang door het aantal onduidelijke of tegenstrijdige bepalingen in verband met verklaringen van gemeenschappelijk belang en de bindende toepassing van de milieuwetgeving te beperken;

    de verwezenlijking van TEN-T projecten van gemeenschappelijk belang door de lidstaten bespoedigen door de nadruk te leggen op bestaande infrastructuur van TEN-T-spoorprojecten op korte termijn, met name wanneer reeds een begin is gemaakt met de uivoering van die projecten, teneinde de corridors levensvatbaarder en efficiënter te maken en niet zonder meer te wachten op de uitvoering op lange termijn van zeer grote projecten op deze corridors;

    de financiële hinderpalen te boven komen die zich tijdens de opstartfase van een project kunnen voordoen, en met name door middel van haalbaarheidsstudies;

    het gebruik van particuliere financieringsbronnen voor projecten en publiek-private samenwerking (PPP's) te stimuleren;

    zorgen voor betere financieringsplannen voor de projecten door zo weinig mogelijk een beroep te doen op openbare middelen, dankzij de soepelheid van de regels voor steunverlening;

    voorbeelden selecteren van regionale grensoverschrijdende spoorverbindingen die zijn ontmanteld of opgegeven, waarbij de voorkeur uitgaat naar verbindingen die kunnen aansluiten op TEN-T.

    Medefinanciering van de tenuitvoerlegging van het Europese beheersysteem voor spoorvervoer (European Rail Traffic Management — ERTMS) moet hoge prioriteit hebben.

    Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan grensoverschrijdende spoorwegprojecten die bijdragen tot betere Europese verbindingen.

    De Commissie moet in samenwerking met de EIB de opzet testen van nieuwe financiële instrumenten, zoals de instrumenten die gebaseerd zijn op kredietverbetering (portfolio first loss piece-benadering voor de FFOR op onderzoeksgebied), ter stimulering van de Europese markt voor projectobligaties voor de financiering van strategische trans-Europese infrastructuur. Net als PPP's bieden projectobligaties geen exclusieve oplossing voor de Europese budgettaire problemen. In een omgeving waarin regelgeving en zakelijke strategieën in de financiële sector aan snelle verandering onderhevig zijn, is een vroege test van dergelijke instrumenten nodig om flexibel te kunnen blijven en de beleidsinstrumenten te kunnen aanpassen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

    Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende uniale richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 204 van 5.8.2010, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Besluit C(2007) 6382 van de Commissie van 17 december 2007 betreffende de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Commissie en de Europese Investeringsbank met betrekking tot een leninggarantie-instrument voor TEN-T-vervoersprojecten.

    06 03 05     Gemeenschappelijke Onderneming Sesar

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    34 594 669

    50 000 000

    40 826 298

    50 000 000,—

    9 000 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van acties met het oog op de tenuitvoerlegging van de technologische component van het beleid inzake het Europese gemeenschappelijke luchtruim (Sesar), met inbegrip van de werking van de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

    Besluit C(2007) 3512 van de Commissie van 23 juli 2007 tot vaststelling van het meerjarenwerkprogramma voor subsidies op het gebied van de trans-Europese netwerken voor de periode 2007-2013.

    Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende uniale richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 204 van 5.8.2010, blz. 1).

    HOOFDSTUK 06 06 — ONDERZOEK IN VERBAND MET VERVOER

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    06 06

    ONDERZOEK IN VERBAND MET VERVOER

    06 06 02

    Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart)

    06 06 02 01

    Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart)

    1.1

    p.m.

    10 542 392

    p.m.

    13 608 766

    1 543 848,44

    25 622 676,39

    06 06 02 02

    Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart) — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (Fuel Cells and Hydrogen — FCH)

    1.1

    2 656 000

    2 305 982

    2 980 000

    1 680 794

    3 030 448,—

    1 696 223,—

    06 06 02 03

    Gemeenschappelijke Onderneming Sesar

    1.1

    58 324 795

    29 652 574

    58 600 000

    40 826 298

    59 994 680,—

    9 000 000,—

     

    Artikel 06 06 02 — Subtotaal

     

    60 980 795

    42 500 948

    61 580 000

    56 115 858

    64 568 976,44

    36 318 899,39

    06 06 04

    Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    18 089 899,20

    3 365 733,67

    06 06 05

    Voltooiing van voorgaande programma’s

    06 06 05 01

    Voltooiing van programma’s van vóór 2003

    1.1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    06 06 05 02

    Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006) van de Europese Gemeenschap

    1.1

    582 998

    6 668 295

    43 851,93

    19 288 542,19

     

    Artikel 06 06 05 — Subtotaal

     

    582 998

    6 668 295

    43 851,93

    19 288 542,19

     

    Hoofdstuk 06 06 — Totaal

     

    60 980 795

    43 083 946

    61 580 000

    62 784 153

    82 702 727,57

    58 973 175,25

    Toelichting

    Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.

    Deze kredieten zullen worden gebruikt voor het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, dat de periode 2007-2013 bestrijkt.

    Het kaderprogramma zal worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de algemene doelstellingen van artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en is bedoeld als bijdrage tot de totstandbrenging van een kennissamenleving, op basis van een Europese onderzoeksruimte; daarbij zal grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus binnen de Europese Unie worden ondersteund, zullen de dynamiek, de creativiteit en het niveau van het Europese onderzoek aan het front van de kennis worden opgevoerd, zal het menselijke kapitaal in de sector onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief worden versterkt, zal de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa worden verhoogd en zal worden gezorgd voor een optimaal gebruik daarvan.

    Onder deze artikelen en posten vallen tevens de uitgaven voor door de Commissie georganiseerde vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia op hoogwetenschappelijk en -technologisch niveau en van Europees belang, en voor de financiering van analysen en beoordelingen van hoogwetenschappelijk en -technologisch niveau die in opdracht van de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden waarop maatregelen van de Unie gewenst zijn, te verkennen, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede de activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

    Deze kredieten dekken tevens de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor personeel, de uitgaven voor voorlichting en publicaties, administratieve en technische werkzaamheden en bepaalde andere uitgaven voor interne infrastructuur in verband met de verwezenlijking van de doelstelling van de activiteit waarop zij betrekking hebben, inclusief de acties en initiatieven die nodig zijn om de strategie van de Unie inzake onderzoek en technologische ontwikkeling uit te werken en op te volgen.

    Voor sommige van deze projecten bestaat de mogelijkheid dat derde landen of instituten uit derde landen deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Financiële bijdragen worden geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten van landen die zijn betrokken bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt op post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden opgevoerd op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten uit bijdragen van externe instanties aan activiteiten van de Unie worden geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    De extra kredieten zullen worden beschikbaar gesteld onder artikel 06 06 04.

    06 06 02     Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart)

    06 06 02 01   Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    10 542 392

    p.m.

    13 608 766

    1 543 848,44

    25 622 676,39

    Toelichting

    Deze onderzoeksmaatregelen moeten gericht zijn op het leveren van een bijdrage aan de overschakeling op het vervoer per spoor, het openbaar vervoer, niet gemotoriseerd vervoer (fietsen/lopen) en waterwegen, alsmede op de veiligheid van het vervoer. Zij moeten gebaseerd worden op een benadering gericht op interoperabiliteit, intermodaliteit, veiligheid en integratie van duurzame ontwikkeling in het vervoersonderzoek (artikel 11 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). Op gelijkaardige wijze moeten andere onderzoeksmaatregelen innoverende ontwikkelingen in de luchtvaart en op het gebied van luchtverkeersbeheer in heel Europa bevorderen.

    Dit krediet dient ter dekking van acties die gericht zijn op:

    de ontwikkeling van milieuvriendelijke en concurrerende vervoerssystemen en -middelen voor alle vervoerstakken (spoor, weg en binnenvaart) (ook intermodale duurzame mobiliteitketens, lopen-fietsen-openbaar/collectief vervoer-autodelen-carpooling in de context van stedelijke mobiliteit);

    onderzoek op het gebied van verkeerscongestie, het beperken van de impact van het verkeer op de klimaatverandering, methoden voor een correctere berekening van de externe kosten van vervoer, en maatregelen om vervoermiddelen en infrastructuur beter toegankelijk te maken voor personen met beperkte mobiliteit;

    uitbreiding van socio-economisch onderzoek naar behoeften op het gebied van vervoer en mobiliteit, waaronder mogelijkheden voor vermindering en voorkoming van vervoersstromen;

    implementatie van de technologische component van het beleid inzake het Europese gemeenschappelijke luchtruim (Sesar), gecombineerd met de Clean Sky-projecten, met opneming van vermindering van brandstofverbruik en klimaatverandering door vliegtuigen, rekening houdend met de mogelijke gevolgen van waterdampslierten voor het klimaat;

    het in evenwicht brengen en integreren van de onderscheiden vervoerstakken;

    het veiliger, efficiënter en concurrerender maken van het spoor-, weg- en maritieme vervoer;

    ondersteuning van het Europese duurzame vervoersbeleid, waarbij prioriteit wordt gegeven aan het halen van de uniale streefcijfers voor CO2 en olieverbruik van respectievelijk 20 % en 30 % voor 2020 in deze sector.

    het bevorderen van aan rivieren aangepaste schepen voor duurzame binnenvaart (RASSIN), met als positief gevolg het besparen van geld en tegelijkertijd het verminderen van de behoefte aan investeringen in infrastructuur voor de binnenvaart en de bescherming van de natuur en de biodiversiteit van rivieren;

    de ontwikkeling van alternatieve brandstoffen en nieuwe motoren ondersteunen door gezamenlijk onderzoek met de nadruk op grootschalige demonstratieprojecten voor alle vervoerswijzen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    06 06 02 02   Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart) — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (Fuel Cells and Hydrogen — FCH)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 656 000

    2 305 982

    2 980 000

    1 680 794

    3 030 448,—

    1 696 223,—

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming FCH draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en met name de thema’s „Energie”, „Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën”, „Milieu (met inbegrip van klimaatverandering)” en „Vervoer (met inbegrip van luchtvaart)” van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij heeft de volgende taken: de opdracht om Europa wereldwijd een voortrekkersrol te laten spelen op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologieën en de marktdoorbraak van deze technologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten de substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTO&D) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen (hierna „geassocieerde landen” genoemd) om markttekortkomingen te ondervangen, richt zich op de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijkt daardoor extra industriële inspanningen voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de onderzoeksprioriteiten van het Joint Technology Inititative (JTI) over brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en de geassocieerde landen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

    06 06 02 03   Gemeenschappelijke Onderneming Sesar

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    58 324 795

    29 652 574

    58 600 000

    40 826 298

    59 994 680,—

    9 000 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkelingsfase van het Sesar-programma voor de invoering van de technologische compoment van het Single European Sky beleid (Sesar), met inbegrip van de werking van de Gemeenschappelijke Onderneming Sesar.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1361/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (Sesar) (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12).

    06 06 04     Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    18 089 899,20

    3 365 733,67

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    06 06 05     Voltooiing van voorgaande programma’s

    06 06 05 01   Voltooiing van programma’s van vóór 2003

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

    Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

    Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

    Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

    Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

    Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

    Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

    06 06 05 02   Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006) van de Europese Gemeenschap

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    582 998

    6 668 295

    43 851,93

    19 288 542,19

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

    Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

    TITEL 07

    MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    07 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN”

    97 012 878

    97 012 878

    95 795 776

    95 795 776

    95 903 471,08

    95 903 471,08

    Reserves (40 01 40)

     

     

    89 800

    89 800

     

     

     

    97 012 878

    97 012 878

    95 885 576

    95 885 576

    95 903 471,08

    95 903 471,08

    07 02

    MONDIALE MILIEU- EN KLIMAATACTIEVRAAGSTUKKEN

    3 200 000

    3 121 048

    4 050 000

    4 723 337

    3 555 675,63

    3 163 568,08

    07 03

    ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE

    374 470 397

    268 966 658

    363 481 896

    268 872 255

    355 749 158,37

    227 504 457,59

    Reserves (40 02 41)

     

     

    4 184 040

    4 184 040

     

     

     

    374 470 397

    268 966 658

    367 665 936

    273 056 295

    355 749 158,37

    227 504 457,59

    07 12

    UITVOERING VAN HET BELEID EN DE WETGEVING VAN DE UNIE INZAKE KLIMAATMAATREGELEN

    20 700 000

    19 076 489

    19 300 000

    15 171 404

    17 027 772,64

    8 540 189,—

    07 13

    MAINSTREAMING EN INNOVATIE INZAKE KLIMAATACTIE

    3 000 000

    3 000 000

    5 000 000

    3 750 000

    4 980 765,94

    325 293,15

     

    Titel 07 — Totaal

    498 383 275

    391 177 073

    487 627 672

    388 312 772

    477 216 843,66

    335 436 978,90

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

     

     

    4 273 840

    4 273 840

     

     

     

    498 383 275

    391 177 073

    491 901 512

    392 586 612

    477 216 843,66

    335 436 978,90

    HOOFDSTUK 07 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    07 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN”

    07 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

    5

    61 047 216

    60 955 506

    60 884 038,20

    07 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

    07 01 02 01

    Extern personeel

    5

    5 491 604

    5 521 692

    6 470 317,77

    07 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    5 960 762

    5 926 675

    6 035 535,47

    Reserves (40 01 40)

     

     

    89 800

     

     

     

    5 960 762

    6 016 475

    6 035 535,47

     

    Artikel 07 01 02 — Subtotaal

     

    11 452 366

    11 448 367

    12 505 853,24

    Reserves (40 01 40)

     

     

    89 800

     

     

     

    11 452 366

    11 538 167

    12 505 853,24

    07 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

    5

    3 863 296

    3 891 903

    4 578 959,53

    07 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

    07 01 04 01

    Life + (Financieel instrument voor het milieu — 2007-2013) — Uitgaven voor administratief beheer

    2

    18 200 000

    17 200 000

    15 332 024,54

    07 01 04 04

    Bijdrage aan internationale activiteiten inzake milieu en klimaatverandering — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    300 000

    300 000

    273 318,53

    07 01 04 05

    Uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie inzake klimaatmaatregelen — Uitgaven voor administratief beheer

    2

    2 150 000

    2 000 000

    2 329 277,04

     

    Artikel 07 01 04 — Subtotaal

     

    20 650 000

    19 500 000

    17 934 620,11

     

    Hoofdstuk 07 01 — Totaal

     

    97 012 878

    95 795 776

    95 903 471,08

    Reserves (40 01 40)

     

     

    89 800

     

     

     

    97 012 878

    95 885 576

    95 903 471,08

    07 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    61 047 216

    60 955 506

    60 884 038,20

    07 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

    07 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 491 604

    5 521 692

    6 470 317,77

    07 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    07 01 02 11

    5 960 762

    5 926 675

    6 035 535,47

    Reserves (40 01 40)

     

    89 800

     

    Totaal

    5 960 762

    6 016 475

    6 035 535,47

    07 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 863 296

    3 891 903

    4 578 959,53

    07 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

    07 01 04 01   Life + (Financieel instrument voor het milieu — 2007-2013) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    18 200 000

    17 200 000

    15 332 024,54

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van de technische ondersteuning van de selectie, monitoring, beoordeling en audit van projecten in het kader van het Life +-programma (inclusief niet-gouvernementele organisaties die steun krijgen via exploitatiesubsidies), alsook de monitoring, beoordeling en audit van lopende Life III-projecten;

    uitgaven voor publicaties en activiteiten ter verspreiding van de resultaten en beste praktijken voortvloeiend uit Life- en Life +-projecten, waardoor de duurzaamheid daarvan wordt ondersteund, alsook vergaderingen van deskundigen en begunstigden van projecten (advies inzake projectbeheer, networking en het uitwisselen van resultaten en beste praktijken);

    uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning van passende informatietechnologiesystemen voor communicatie, selectie, monitoring en rapportage in verband met projecten, en voor de verspreiding van de resultaten van projecten;

    uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van informatietechnologiesystemen die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van het programma, in het gemeenschappelijk belang van de Commissie en de begunstigden en belanghebbenden;

    uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, conferenties, beoordelingen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstellingen van het Life +-programma of onder deze post vallende maatregelen, alsmede uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten tot wederzijds voordeel van de Commissie en begunstigden.

    Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 07 03 07.

    07 01 04 04   Bijdrage aan internationale activiteiten inzake milieu en klimaatverandering — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    300 000

    300 000

    273 318,53

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatietechnologie, informatie en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het bereiken van de doelstellingen van de onder deze post vallende activiteiten, alsook eventuele andere uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie in het kader van dienstverleningscontracten ad hoc wordt uitbesteed.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 07 02 01 en 07 11 01.

    07 01 04 05   Uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie inzake klimaatmaatregelen — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 150 000

    2 000 000

    2 329 277,04

    Toelichting

    Dit krediet in het kader van het Life +-programma dient ter dekking van:

    uitgaven voor „hosting”, ontwikkeling, beveiliging, kwaliteitsborging, exploitatie en ondersteuning (hardware, software en diensten) van informatietechnologiesystemen (IT-systemen) die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van het Life +-programma op het gebied van klimaatactie, met name het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap (CITL), het gemeenschappelijke EU-register en IT-systemen voor de tenuitvoerlegging van wetgeving ter bescherming van de ozonlaag, de „databank ozonafbrekende stoffen” (ODS-databank);

    uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, workshops, conferenties, beoordelingen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstellingen van het Life +-programma of onder deze post vallende maatregelen op het gebied van klimaatactie, alsmede uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten tot wederzijds voordeel van de Commissie en begunstigden. Hieronder vallen eveneens communicatiemateriaal zoals elektronische nieuwsbrieven, de ondersteuning van evenementen en Eurobarometer-enquêtes.

    Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 07 12 01.

    HOOFDSTUK 07 02 — MONDIALE MILIEU- EN KLIMAATACTIEVRAAGSTUKKEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    07 02

    MONDIALE MILIEU- EN KLIMAATACTIEVRAAGSTUKKEN

    07 02 01

    Bijdrage aan multilaterale en internationale milieu- en klimaatovereenkomsten

    4

    3 200 000

    2 471 048

    3 050 000

    2 684 697

    2 555 675,63

    2 555 675,63

    07 02 02

    Voltooiing van LIFE (Europees financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties buiten het grondgebied van de Unie

    4

    p.m.

    238 640

    0,—

    377 892,45

    07 02 03

    Proefproject — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

    4

    p.m.

    700 000

    0,—

    0,—

    07 02 04

    Voorbereidende actie — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

    4

    150 000

    p.m.

    600 000

    1 000 000,—

    230 000,—

    07 02 05

    Voorbereidende actie — Strategische milieueffectbeoordeling van de ontwikkeling van het Europese Noordpoolgebied

    4

    p.m.

    500 000

    1 000 000

    500 000

     

     

     

    Hoofdstuk 07 02 — Totaal

     

    3 200 000

    3 121 048

    4 050 000

    4 723 337

    3 555 675,63

    3 163 568,08

    07 02 01     Bijdrage aan multilaterale en internationale milieu- en klimaatovereenkomsten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 200 000

    2 471 048

    3 050 000

    2 684 697

    2 555 675,63

    2 555 675,63

    Toelichting

    Oude artikelen 07 02 01 en 07 11 01

    Dit krediet dient ter dekking van verplichte en vrijwillige bijdragen aan een aantal internationale conventies, protocollen en overeenkomst waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

    In sommige gevallen zijn de bijdragen aan latere protocollen inbegrepen in de bijdragen aan de overeenkomstige basisovereenkomst.

    Rechtsgronden

    Acties die worden uitgevoerd door de Commissie in het kader van de taken die voortvloeien uit haar prerogatieven op institutioneel niveau op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en op grond van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Besluit 77/585/EEG van de Raad van 25 juli 1977 houdende sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging alsmede van het Protocol inzake de voorkoming van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen (PB L 240 van 19.9.1977, blz. 1).

    Besluit 81/462/EEG van de Raad van 11 juni 1981 met betrekking tot de sluiting van het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (PB L 171 van 27.6.1981, blz. 11).

    Besluit 82/72/EEG van de Raad van 3 december 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk milieu in Europa (PB L 38 van 10.2.1982, blz. 1).

    Besluit 82/461/EEG van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (PB L 210 van 19.7.1982, blz. 10) en daarmee samenhangende overeenkomsten.

    Besluit 84/358/EEG van de Raad van 28 juni 1984 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (PB L 188 van 16.7.1984, blz. 7).

    Besluit 86/277/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de sluiting van het Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand aangaande de langlopende financiering van het programma voor samenwerking inzake de bewaking en evaluatie van het transport van luchtverontreinigende stoffen over lange afstand in Europa (PB L 181 van 4.7.1986, blz. 1).

    Besluit 88/540/EEG van de Raad van 14 oktober 1988 betreffende goedkeuring van het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (PB L 297 van 31.10.1988, blz. 8).

    Besluit 93/98/EEG van de Raad van 1 februari 1993 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (Verdrag van Bazel) (PB L 39 van 16.2.1993, blz. 1).

    Besluit 93/550/EEG van de Raad van 20 oktober 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging (PB L 267 van 28.10.1993, blz. 20).

    Besluit 93/626/EEG van de Raad van 25 oktober 1993 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake biologische diversiteit (PB L 309 van 13.12.1993, blz. 1).

    Besluit 94/69/EG van de Raad van 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (PB L 33 van 7.2.1994, blz. 11).

    Besluit 94/156/EG van de Raad van 21 februari 1994 betreffende de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag ter bescherming van het mariene milieu in het Oostzeegebied 1974 (Verdrag van Helsinki) (PB L 73 van 16.3.1994, blz. 1).

    Beschikking van de Raad van 27 juni 1997 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (ESPOO-verdrag) (voorstel PB C 104 van 24.4.1992, blz. 5; beschikking niet gepubliceerd).

    Besluit 98/249/EG van de Raad van 7 oktober 1997 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 104 van 3.4.1998, blz. 1).

    Besluit 97/825/EG van de Raad van 24 november 1997 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake samenwerking voor de bescherming en het duurzaam gebruik van de Donau (PB L 342 van 12.12.1997, blz. 18).

    Besluit 98/216/EG van de Raad van 9 maart 1998 met betrekking tot de sluiting, namens de Gemeenschap, van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming in de landen die te kampen hebben met ernstige droogte en/of woestijnvorming, in het bijzonder in Afrika (PB L 83 van 19.3.1998, blz. 1).

    Besluit 98/685/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen (PB L 326 van 3.12.1998, blz. 1).

    Besluit 2000/706/EG van de Raad van 7 november 2000 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de bescherming van de Rijn (PB L 289 van 16.11.2000, blz. 30).

    Beschikking 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen (PB L 130 van 15.5.2002, blz. 1).

    Besluit 2002/628/EG van de Raad van 25 juni 2002 inzake de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 48).

    Besluit 2006/507/EG van de Raad van 14 oktober 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 1).

    Besluit 2005/370/EG van de Raad van 17 februari 2005 betreffende het sluiten, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (PB L 124 van 17.5.2005, blz. 1).

    Besluit 2006/871/EG van de Raad van 18 juli 2005 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst ter instandhouding van de Afrikaanse en Euraziatische trekkende watervogels (PB L 345 van 8.12.2006, blz. 24).

    Besluit 2006/61/EG van de Raad van 2 december 2005 inzake de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het VN-ECE-protocol betreffende registers inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen (PB L 32 van 4.2.2006, blz. 54).

    Besluit 2006/730/EG van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (PB L 299 van 28.10.2006, blz. 23).

    07 02 02     Voltooiing van LIFE (Europees financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties buiten het grondgebied van de Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    238 640

    0,—

    377 892,45

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren welke voortvloeien uit de algemene doelstellingen van het Life III-programma — „LIFE-Derde landen”.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life) (PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1).

    07 02 03     Proefproject — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    700 000

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit project dient ter bevordering van maatregelen voor een reguliere monitoring van de kwaliteit van het mariene en het kustmilieu, alsmede de bestrijding van de vervuiling in de Zwarte Zeeregio. De algemene doelstellingen zijn:

    de verschaffing van een basis voor onderzoek en studies naar de vervuiling van het mariene en kustmilieu; studies naar de gevolgen van vervuiling voor de biodiversiteit en de werkgelegenheid die afhankelijk is van het mariene en kustmilieu;

    ontwikkelen van nieuwe technologieën voor milieubescherming en snelle opruiming van vervuiling;

    ontwerpen en doorvoeren van een geïntegreerd monitoringsysteem voor zee en kust in de regio;

    oprichting van een netwerk van faciliteiten voor dynamische monitoring met remote sensing van het systeem „zee-kust-rivier”;

    mensen opleiden voor en personeel voorbereiden op de feitelijke uitvoering van activiteiten in verband met monitoring.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 02 04     Voorbereidende actie — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    150 000

    p.m.

    600 000

    1 000 000,—

    230 000,—

    Toelichting

    De actie dient ter bevordering van maatregelen om de vervuiling en de achteruitgang van de biodiversiteit in de Zwarte Zeeregio te bestrijden en de negatieve gevolgen van de aantasting van het milieu tegen te gaan.

    De algemene doelstellingen zijn:

    mensen opleiden voor en personeel voorbereiden op de feitelijke uitvoering van activiteiten in verband met monitoring;

    onderzoek verrichten naar vervuiling en naar biodiversiteit van het mariene en kustmilieu;

    nieuwe technologieën voor milieubescherming ontwikkelen;

    een geïntegreerd systeem voor de bewaking van het mariene en kustmilieu in de regio ontwerpen en doorvoeren;

    beschermde mariene gebieden afbakenen en efficiënt beheren;

    bijdragen aan het waterbeheer in de regio, inclusief via innovatieve en kosteneffectieve methoden om de drinkwatervoorziening te verbeteren, in samenwerking met andere gebieden die met waterschaarste te kampen hebben, zoals het Middellandse Zeegebied.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 02 05     Voorbereidende actie — Strategische milieueffectbeoordeling van de ontwikkeling van het Europese Noordpoolgebied

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    500 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Oud artikel 19 11 05

    Deze voorbereidende actie betreft een strategische milieueffectbeoordeling van de ontwikkeling van het Europese Noordpoolgebied. Het doel van deze voorbereidende actie is te zorgen voor een verhoogd bewustzijn met betrekking tot het Noordpoolgebied en het veranderende politieke, economische en milieulandschap ervan, de gevolgen van het Uniebeleid. Ze heeft ook ten doel te zorgen voor een verhoogd bewustzijn van de effectbeoordelingen en hun belang als instrument en kanaal om informatie te verzamelen voor besluitvormers en beleidsmakers, en de daarmee samenhangende juridische procedures.

    De strategische milieueffectbeoordeling van de ontwikkeling van het Europese Noordpoolgebied zal worden uitgevoerd met gebruikmaking van een netwerk van vooraanstaande Arctische communicatie- en onderzoekscentra en universiteiten binnen en buiten de Unie, waarbij contacten worden gelegd om informatie-uitwisseling tussen de instellingen van de Unie en de Arctische belanghebbenden te bevorderen en het contact tussen de Unie en het maatschappelijk middenveld te stimuleren. Bovendien zou hiermee de dialoog binnen de Unie worden vergemakkelijkt, de Agenda 21 worden ondersteund, zou de Unie op de hoogte komen van inzichten en bijdragen en nauw betrokken worden bij de beoordelende activiteiten van de Arctische Raad zoals bepaald op diens ministeriële bijeenkomst in mei 2011.

    Tot slot dient deze voorbereidende actie om de oprichting van het EU Informatiecentrum voor het Noordpoolgebied vooruit te helpen, zoals vastgelegd in de mededeling van de Commissie over de Europese Unie en het Noordpoolgebied van 20 november 2008 (COM(2008) 763 final) en de resolutie van het Europees Parlement van 20 januari 2011 over een duurzaam EU-beleid voor het hoge noorden (PB C 136 E van 11.5.2012, blz. 71).

    De Raad heeft in zijn conclusies van 8 december 2009 betreffende Arctische kwesties aangegeven het toegenomen gebruik van strategische milieueffectbeoordelingen te steunen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 07 03 — ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    07 03

    ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE

    07 03 01

    Voltooiing van maatregelen betreffende de bescherming van de bossen

    2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    07 03 03

    Voltooiing van Life III (Financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties op het grondgebied van de Unie — Deel I (natuurbescherming)

    2

    7 709 669

    9 482 128

    0,—

    13 318 695,99

    07 03 04

    Voltooiing van Life III (Financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties op het grondgebied van de Unie — Deel II (milieubescherming)

    2

    889 577

    1 896 426

    0,—

    6 999 660,81

    07 03 06

    Voltooiing van bewustmakings- en andere algemene activiteiten in verband met communautaire actieprogramma’s op milieugebied

    2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    272 206,69

    07 03 07

    Life + (Financieel Instrument voor het milieu — 2007-2013)

    2

    325 541 000

    207 568 015

    316 255 000

    208 606 805

    308 741 384,46

    161 235 554,79

    07 03 09

    Bijdrage aan het Europees Milieuagentschap

    07 03 09 01

    Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titels 1 en 2

    2

    22 835 305

    22 835 305

    22 598 731

    22 598 731

    24 168 563,11

    24 168 563,11

    07 03 09 02

    Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titel 3

    2

    12 962 092

    12 962 092

    13 128 165

    13 128 165

    17 054 468,80

    17 054 468,80

     

    Artikel 07 03 09 — Subtotaal

     

    35 797 397

    35 797 397

    35 726 896

    35 726 896

    41 223 031,91

    41 223 031,91

    07 03 10

    Voorbereidende actie — Natura 2000

    2

    0,—

    0,—

    07 03 11

    Proefproject — Bescherming en instandhouding van de bossen

    2

    p.m.

    0,—

    867 091,—

    07 03 12

    Voorbereidende actie — Toekomstige rechtsgrond betreffende geharmoniseerde informatie van de Unie over bossen

    2

    p.m.

    250 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    07 03 13

    Voorbereidende actie — Een geïntegreerd systeem voor communicatie en risicobeheer in kustgebieden

    2

    p.m.

    400 000

    0,—

    0,—

    07 03 15

    Proefproject — Handel in zwaveldioxide- en stikstofoxide-emissierechten in de Oostzeeregio

    2

    p.m.

    0,—

    160 000,—

    07 03 16

    Proefproject — Preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

    2

    p.m.

    900 000

    0,—

    1 207 296,—

    07 03 17

    Voorbereidende actie — Klimaat van het Karpatische bassin

    2

    1 200 000

    1 400 000

    0,—

    487 542,80

    07 03 18

    Proefproject — Recycling van oude schepen die niet voor visserij worden gebruikt

    2

    p.m.

    200 000

    0,—

    177 642,—

    07 03 19

    Proefproject — Economische verliezen als gevolg van grote hoeveelheden „niet-betaald water” (NRW — non-revenue water) in steden

    2

    390 000

    300 000

    0,—

    0,—

    07 03 21

    Proefproject — Certificering van koolstofarme landbouwpraktijken

    2

    370 000

    400 000

    0,—

    245 000,—

    07 03 22

    Proefproject — Complex onderzoek naar methoden om de verspreiding van ambrosia en pollenallergie tegen te gaan

    2

    p.m.

    700 000

    0,—

    642 062,90

    07 03 24

    Proefproject — Een Europees terugbetalingsstelsel voor aluminium drankblikjes

    2

    p.m.

    110 000

    0,—

    79 896,30

    07 03 25

    Voltooiing van de ontwikkeling van nieuwe beleidsinitiatieven

    2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    75 000,—

    07 03 26

    Proefproject — Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie en prioriteitsstelling met betrekking tot de verschillende typen van drinkwatervoorziening

    2

    185 000

    p.m.

    250 000

    451 929,—

    0,—

    07 03 27

    Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

    2

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000,—

    0,—

    07 03 28

    Proefproject — Recyclagecyclus van plastic en impact op het mariene milieu

    2

    325 000

    p.m.

    500 000

    870 425,—

    68 430,—

    07 03 29

    Voorbereidende actie — Ontwikkeling van preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

    2

    p.m.

    800 000

    1 000 000

    1 000 000

    977 900,—

    0,—

    07 03 30

    Proefproject — Atmosferische neerslag — Bescherming en efficiënt gebruik van zoet water

    2

    p.m.

    375 000

    1 500 000

    750 000

     

     

    07 03 31

    Proefproject — Vergelijkende studie van de drukfactoren en maatregelen binnen de belangrijkste stroomgebiedbeheersplannen in de Unie

    2

    600 000

    p.m.

    750 000

    1 484 488,—

    445 346,40

    07 03 32

    Proefproject — Langetermijngevolgen van koolstofneutrale huisvesting voor afvalwatersystemen

    2

    p.m.

    p.m.

    1 500 000

    750 000

     

     

    07 03 33

    Proefproject — Terugwinning van zwerfafval op zee

    2

    p.m.

    250 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    07 03 34

    Proefproject — Beschikbaarheid, gebruik en duurzaamheid van water voor de productie van nucleaire en fossiele energie

    2

    p.m.

    125 000

    500 000

    250 000

     

     

    07 03 35

    Proefproject — Nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee

    2

    p.m.

    500 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    07 03 36

    Proefproject — Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen

    2

    2 000 000

    1 000 000

     

     

     

     

    07 03 37

    Proefproject — Transversale communicatie over Uniebeleid met betrekking tot het milieu: proefproject om het tekort aan milieubewustzijn onder burgers van de Unie aan te pakken door middel van audiovisuele instrumenten (films)

    2

    1 500 000

    750 000

     

     

     

     

    07 03 60

    Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage van rubriek 2

    07 03 60 01

    Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titels 1 en 2 van rubriek 2

    2

    3 956 133

    3 956 133

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    1 491 930

    1 491 930

     

     

     

     

    3 956 133

    3 956 133

    1 491 930

    1 491 930

    0,—

    0,—

    07 03 60 02

    Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titel 3 van rubriek 2

    2

    2 114 367

    2 114 367

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    1 236 510

    1 236 510

     

     

     

     

    2 114 367

    2 114 367

    1 236 510

    1 236 510

    0,—

    0,—

     

    Artikel 07 03 60 — Subtotaal

     

    6 070 500

    6 070 500

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    2 728 440

    2 728 440

     

     

     

     

    6 070 500

    6 070 500

    2 728 440

    2 728 440

    0,—

    0,—

    07 03 70

    Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

    07 03 70 01

    Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titels 1 en 2

    2

    590 000

    590 000

    p.m.

    p.m.

     

     

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    345 214

    345 214

     

     

     

     

    590 000

    590 000

    345 214

    345 214

     

     

    07 03 70 02

    Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titel 3

    2

    971 500

    971 500

    p.m.

    p.m.

     

     

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    1 110 386

    1 110 386

     

     

     

     

    971 500

    971 500

    1 110 386

    1 110 386

     

     

     

    Artikel 07 03 70 — Subtotaal

     

    1 561 500

    1 561 500

    p.m.

    p.m.

     

     

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    1 455 600

    1 455 600

     

     

     

     

    1 561 500

    1 561 500

    1 455 600

    1 455 600

     

     

    07 03 72

    Proefproject — Efficiënt beheer van grondstoffen in de praktijk — Een gesloten mineralencyclus

    2

    p.m.

    250 000

    1 000 000

    500 000

     

     

     

    Hoofdstuk 07 03 — Totaal

     

    374 470 397

    268 966 658

    363 481 896

    268 872 255

    355 749 158,37

    227 504 457,59

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    4 184 040

    4 184 040

     

     

     

     

    374 470 397

    268 966 658

    367 665 936

    273 056 295

    355 749 158,37

    227 504 457,59

    07 03 01     Voltooiing van maatregelen betreffende de bescherming van de bossen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren welke voortvloeien uit maatregelen en acties ter bewaking van de effecten van luchtverontreiniging op bossen, bewaking van bosbranden alsmede informatie- en gegevensvergaring over bosecosystemen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2152/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van bossen en milieu-interacties in de Gemeenschap (Forest Focus) (PB L 324 van 11.12.2003, blz. 1).

    07 03 03     Voltooiing van Life III (Financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties op het grondgebied van de Unie — Deel I (natuurbescherming)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    7 709 669

    9 482 128

    0,—

    13 318 695,99

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren welke voortvloeien uit de algemene doelstellingen van het Life III-programma, onderdeel Natuurbescherming, met betrekking tot de bescherming van de natuur en met name acties gericht op het behoud van natuurlijke habitats en wilde dier- en plantensoorten, met inbegrip van natuurbehoudprojecten en in het bijzonder de ontwikkeling van het Europese „Natura 2000”-netwerk.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 103 van 25.4.1979, blz. 1).

    Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).

    Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life) (PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1).

    07 03 04     Voltooiing van Life III (Financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties op het grondgebied van de Unie — Deel II (milieubescherming)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    889 577

    1 896 426

    0,—

    6 999 660,81

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren welke voortvloeien uit de algemene doelstellingen van het Life III-programma, onderdeel Milieubescherming, met betrekking tot de ontwikkeling van innovatieve en geïntegreerde technieken en methoden voor de verdere ontwikkeling van het milieubeleid van de Unie alsook acties en studies die leiden tot een betere coördinatie van de grensoverschrijdende effecten van milieu- en weersomstandigheden op het landschap, de binnenwateren en watersystemen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life) (PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1).

    07 03 06     Voltooiing van bewustmakings- en andere algemene activiteiten in verband met communautaire actieprogramma’s op milieugebied

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    272 206,69

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren welke voortvloeien uit acties van de Commissie ter uitvoering van de bestaande wetgeving alsook bewustmakings- en andere algemene acties op grond van het communautaire Milieuactieprogramma.

    Deze acties omvatten subsidies voor projecten en dienstverleningscontracten, workshops en studiebijeenkomsten, alsmede de voorbereiding en productie van audiovisueel materiaal, evenementen, tentoonstellingen, persbezoeken, publicaties en verspreiding van informatie via andere activiteiten, onder meer via het internet.

    Rechtsgronden

    De acties worden door de Commissie uitgevoerd op grond van taken die resulteren uit haar prerogatieven op institutioneel niveau ingevolge het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en ingevolge artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1).

    07 03 07     Life + (Financieel Instrument voor het milieu — 2007-2013)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    325 541 000

    207 568 015

    316 255 000

    208 606 805

    308 741 384,46

    161 235 554,79

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiële ondersteuning van maatregelen en projecten die bijdragen tot de uitvoering, actualisering en ontwikkeling van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie, met inbegrip van de integratie van het milieuaspect in andere beleidstakken als bijdrage tot duurzame ontwikkeling. In het bijzonder dient het Life +-programma de uitvoering te ondersteunen van het Zesde Milieuactieprogramma, met inbegrip van de thematische strategieën, en maatregelen en projecten te financieren met een Europese toegevoegde waarde op drie prioritaire gebieden: natuur en biodiversiteit, milieubeleid en -governance, en informatie en communicatie.

    Dit krediet dient met name ter dekking van:

    actiesubsidies voor innovatieve en/of demonstratieprojecten via een jaarlijkse oproep tot het indienen van voorstellen, waarbij steun wordt gegeven aan:

    „beste praktijk”- of demonstratieprojecten ter uitvoering van de Richtlijnen 79/409/EEG en 2009/147/EG of Richtlijn 92/43/EEG, met inbegrip van beheer van gebieden en soorten en gebiedsplanning, met inbegrip van de verbetering van de ecologische samenhang van het Natura 2000-netwerk; monitoring van de instandhoudingsstatus, met inbegrip van — maar niet beperkt tot — de uitwerking van procedures en structuren van dergelijke monitoring, de ontwikkeling en uitvoering van instandhoudingsactieplannen voor soorten en habitats, de uitbreiding van het Natura 2000-netwerk met mariene gebieden en, in beperkte gevallen, de aankoop van land;

    innovatieve of demonstratieprojecten in verband met milieudoelstellingen van de Unie, m.i.v. de ontwikkeling of verspreiding van „beste praktijk”-technieken, knowhow en technologie;

    bewustmakingscampagnes, conferenties en opleiding, met inbegrip van de opleiding voor personeel dat betrokken is bij brandpreventieoperaties;

    projecten ten behoeve van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van doelstellingen van de Unie inzake breed georiënteerde, geharmoniseerde, veelomvattende langetermijnmonitoring van bossen en milieu-interacties;

    zoals in Verordening (EG) nr. 614/2007 is voorgeschreven, dient ten minste 78 % van het programmabudget te worden besteed aan projecten die met actiesubsidies worden ondersteund, en daarvan moet ten minste 50 % worden besteed aan steun voor natuurbehoud en biodiversiteit;

    ondersteuning van de operationele activiteiten van niet-gouvernementele organisaties (ngo's) die zich hoofdzakelijk bezighouden met de bescherming en verbetering van het milieu op uniaal niveau en die betrokken zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie;

    maatregelen ter ondersteuning van de initiatiefrol van de Commissie bij de ontwikkeling en uitvoering van milieubeleid, door middel van:

    studies en evaluaties;

    diensten die de uitvoering en integratie van milieubeleid en -wetgeving tot doel hebben;

    seminars en workshops met deskundigen en belanghebbenden;

    ontwikkeling en onderhoud van netwerken, databanken en informatie- en computersystemen die rechtstreeks samenhangen met de uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie, met name als zij de toegankelijkheid van milieu-informatie voor het publiek vergroten. De gedekte uitgaven omvatten de kosten van de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van informatie- en communicatiesystemen. Zij omvatten ook de kosten van projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in verband met de implementatie van deze systemen;

    informatie-, bekendmakings- en communicatieactiviteiten, met inbegrip van communicatieacties en -campagnes, evenementen, conferenties, workshops, tentoonstellingen en soortgelijke bewustmakingsactiviteiten.

    De in het kader van Life + gefinancierde projecten en maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies of gunningsprocedures.

    Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het Financieringsinstrument voor het milieu (Life +) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

    07 03 09     Bijdrage aan het Europees Milieuagentschap

    07 03 09 01   Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    22 835 305

    22 835 305

    22 598 731

    22 598 731

    24 168 563,11

    24 168 563,11

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Milieuagentschap (titels 1 en 2).

    Indien het Milieuagentschap hierom verzoekt, verbindt de Commissie zich ertoe de begrotingsautoriteit in kennis te stellen van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De eventuele ontvangsten voortvloeiende uit de deelneming van Zwitserland aan de uniale programma’s (geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten), kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c) en d), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13).

    07 03 09 02   Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 962 092

    12 962 092

    13 128 165

    13 128 165

    17 054 468,80

    17 054 468,80

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een bijdrage aan het Europees Milieuagentschap te Kopenhagen, dat als taak heeft de Unie en de lidstaten objectieve, betrouwbare en op Europees niveau vergelijkbare informatie over het milieu te verschaffen zodat de Unie en de lidstaten in staat zijn de maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om het milieu te beschermen, de resultaten van die maatregelen te evalueren en de bevolking voor te lichten.

    De EMA-strategie voor de periode 2009-2013 die door de Raad van Beheer op 26 november 2008 is vastgesteld, berust op drie hoofdactiviteiten:

    blijvende ondersteuning van de informatiebehoeften die in Unie- en internationale milieuwetgeving, en met name in het Zesde Milieuactieprogramma zijn neergelegd;

    sneller opstellen van beoordelingen over hoe en waarom het milieu verandert en of het milieubeleid, met inbegrip van het Zesde Milieuactieprogramma, de strategie voor duurzame ontwikkeling van de Europese Unie en beleid op verwante gebieden, doeltreffend is geweest;

    verbetering van de coördinatie en de verspreiding van milieugegevens en -kennis in heel Europa.

    De activiteiten worden verricht op vier projectgebieden:

    milieuthema’s,

    horizontale thema’s,

    geïntegreerde milieubeoordeling,

    informatiediensten en communicatie.

    Elk van de behandelde thematische gebieden wordt beïnvloed door een aantal sociale en sectorale processen op gebieden zoals landbouw, chemische producten, energie, vervoer of landgebruik en ruimtelijke ordening, en moet in een bredere internationale context worden gezien.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De eventuele ontvangsten voortvloeiende uit de deelneming van Zwitserland aan de uniale programma’s (geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten), kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c) en d), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 36 309 240 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 35 797 397 EUR is een bedrag van 511 843 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13).

    07 03 10     Voorbereidende actie — Natura 2000

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van voorbereidende acties voor het beheer van het Natura 2000-netwerk (d.w.z. behoud van en toezicht op de biodiversiteit, herinvoering van dier- en plantensoorten, infrastructuur, compensaties voor landeigenaars), met inbegrip van proefprojecten, communicatie- en voorlichtingsacties, en de ontwikkeling van methoden en beheersmodellen voor gebieden met uiteenlopende eigenschappen en eigendomsstructuren.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 11     Proefproject — Bescherming en instandhouding van de bossen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    0,—

    867 091,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige jaren zijn aangegaan en die betrekking hebben op maatregelen en acties inzake monitoring van de effecten van luchtverontreiniging op bossen, monitoring en preventie van bosbranden en het verzamelen van informatie en gegevens over bosecosystemen. De monitoringactiviteiten zullen gericht zijn op elementen met betrekking tot de bodem, de biodiversiteit en de rol van bossen als koolstofputten. Voor deze acties wordt gebruikgemaakt van subsidies, studie- en dienstverleningscontracten en financiële bijdragen in de kosten van door de lidstaten en plaatselijke besturen ingediende programma’s van activiteiten inzake:

    de instandhouding en uitbreiding van het netwerk van waarnemingspunten waar gegevens over de bosecosystemen worden verzameld;

    de instandhouding en uitbreiding van een informatiesysteem inzake bosbranden;

    de bevordering van maatregelen ter voorkoming en bestrijding van bosbranden, en met name in risicogebieden, in aansluiting op de maatregelen die zijn voorzien in Verordening (EEG) nr. 2158/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen brand (PB L 217 van 31.7.1992, blz. 3), verstreken op 31 december 2002;

    de bevordering van de herbebossing in de door bosbranden geteisterde gebieden, in het bijzonder natuurparken en beschermde zones; daarbij moet rekening worden gehouden met de bioklimatologische en ecologische kenmerken en moeten soorten en variëteiten worden aangeplant die aangepast zijn aan de plaatselijke omstandigheden;

    de bevordering en uitbreiding van het monitoringsysteem, de analyse van de vergaarde informatie en de ontwikkeling van een platform voor gegevensuitwisseling met en tussen de lidstaten en andere belanghebbenden;

    steun voor herbebossingsprogramma’s in door bosbranden getroffen regio's;

    het uitvoeren van een onderzoek naar de oorzaken en de gevolgen van de bosbranden, die vooral de laatste jaren een bijzonder ernstige impact hebben gehad op de Europese bosbouwsector;

    de bevordering van adequate maatregelen ter voorkoming van bosbranden, zoals brandgangen, boswegen, toegangspunten, bluswatervoorzieningen en programma’s voor bosbeheer.

    Het krediet kan ook dienen ter bekostiging van vergaderingen van deskundigen uit de lidstaten.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 12     Voorbereidende actie — Toekomstige rechtsgrond betreffende geharmoniseerde informatie van de Unie over bossen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    250 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie moet bijdragen aan een systeem op uniaal niveau voor de verzameling van vergelijkbare en geharmoniseerde informatie over bossen, dat als basis kan dienen voor de verstrekking van beleidsgerelateerde informatie over bossen in de Unie overeenkomstig de internationale verplichtingen en kernactie 8 van het actieplan voor de bossen (COM(2006) 302 final), in voorbereiding op een toekomstige verordening over geharmoniseerde uniale informatie over bossen.

    Meer in het bijzonder richt deze voorbereidende actie zich op de verzameling van kwantitatieve en kwalitatieve bosgegevens die zijn gerelateerd aan klimaatverandering, luchtvervuiling, biodiversiteit en de toestand van bossen, met inbegrip van de toestand van de bodem en koolstofvastlegging, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande transnationaal geharmoniseerde toezichtsmethoden en -normen en, bij voorkeur, van waarnemingspunten voor grootschalige en intensieve bewaking, zodat de continuïteit van gegevensreeksen zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. Doelstelling van de actie is de verzameling van representatieve informatie over bossen vanuit de gehele Unie.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 13     Voorbereidende actie — Een geïntegreerd systeem voor communicatie en risicobeheer in kustgebieden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    400 000

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van een project voor de ontwikkeling en invoering van 1) een aanvullend participerend systeem voor communicatie in kustgebieden en 2) een coöperatief systeem voor bescherming tegen en beheer van risico's in kustgebieden voor lidstaten in de Baltische regio en in het bijzonder de Baltische landen zelf, die na 50 jaar van bezetting buiten het normale ontwikkelingsproces zijn geraakt en als gevolg daarvan qua ontwikkeling zijn achtergebleven bij de oudere lidstaten. Duurzame ontwikkeling van kustgebieden (inclusief geïntegreerde benaderingen) moet actief verder worden verbeterd en niet-traditionele innovaties moeten worden onderzocht en uitgewerkt, getest en verspreid, niet alleen met betrekking tot gevestigde implementatiemethoden, dat wil zeggen niet alleen verticaal en horizontaal over alle beheersniveaus, maar ook met specifieke aandacht voor de ontwikkeling van nieuwe methodologieën voor participerende communicatie en samenwerking, teneinde het bewustzijn aangaande kwesties met betrekking tot kustgebieden te verhogen en de ontwikkeling van praktijken voor alle belanghebbenden te stimuleren.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 15     Proefproject — Handel in zwaveldioxide- en stikstofoxide-emissierechten in de Oostzeeregio

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    0,—

    160 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van een proefproject dat bedoeld is om:

    de uitstoot van zwaveldioxide (SO2) en stikstofoxide (NOx) in de Oostzeeregio te verminderen door een systeem voor de handel in zwavelemissierechten op te starten tussen landen die hieraan op vrijwillige basis deel willen nemen;

    vervoer op te nemen in de onderzoeks- en voorbereidingswerkzaamheden van de Commissie met het oog op handel met op het land gebaseerde bronnen in aanvulling op de lopende werkzaamheden van de Commissie ter identificatie en definitie van de voorwaarden voor opname van een eventueel systeem voor de handel in SO2 en NOx in toekomstige wetgeving.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 16     Proefproject — Preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    900 000

    0,—

    1 207 296,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een proefproject voor onderzoek, gegevensverzameling, beoordeling, bezoeken ter plaatse en monitoring, raadpleging en het opzetten van netwerken met het oog op het ontwikkelen van preventieve maatregelen om de verwoestijning in Europa een halt toe te roepen.

    Diverse lidstaten hebben reeds maatregelen genomen op dit gebied, en dus zijn er talrijke voorbeelden voorhanden van goede en slechte praktijken, alsook interdisciplinaire studies en voorstellen die gebaseerd zijn op, maar niet beperkt tot, het beoordelen van de schade die veroorzaakt wordt door de hedendaagse intensieve landbouwpraktijken en door klimaatgerelateerde verschijnselen.

    Volgens rapporten van het secretariaat van het VN-Verdrag ter bestrijding van woestijnvorming (UNCCD) hebben Portugal, Spanje, Italië, Griekenland, Malta, Letland, Hongarije, Roemenië, Turkije en Wit-Rusland, alsook andere Europese landen en regio’s, in de Unie of erbuiten, met dit ernstige ecologische en economische probleem te maken, en „business-as-usual”-scenario’s wijzen uit dat de landbouwproductiviteit in de komende jaren nog sterker zal krimpen, waardoor de veiligheid van de voedselvoorziening in het gedrang komt.

    Bovendien leidt verwoestijning niet alleen tot verliezen op landbouwgebied, maar ook tot verlies van biodiversiteit, vermindering van de bodemvruchtbaarheid en van het waterhoudend vermogen van de bodem, toenemende erosie en vermindering van de CO2-afvang. Voorts komen er als gevolg van klimaatsveranderingen steeds vaker droogte en overstromingen voor en hebben deze verschijnselen steeds ernstiger gevolgen, waardoor de risico’s en de negatieve economische en sociale gevolgen van de verwoestijning nog groter worden. (zie punt 17 van de resolutie van het Europees Parlement van 9 oktober 2008 over de aanpak van waterschaarste en droogte in de Europese Unie (PB C 9 E van 15.1.2010, blz. 33).

    Het proefproject bestaat in:

    uitwisseling van beste praktijken;

    demonstratie van innovatieve beleidsbenaderingen, knowhow en nieuwe technologieën, methoden en instrumenten, bijvoorbeeld op het gebied van waterbescherming;

    het opzetten van een monitoringsprogramma voor de beoordeling van vergaarde informatie en het opzetten van een platform dat bestemd is voor de uitwisseling van gegevens met en tussen lidstaten, kandidaat-landen, de westelijke Balkan en Europees nabuurschapsbeleidlanden (ENB), en dat door andere belanghebbenden kan worden geraadpleegd;

    bewustmakingscampagnes met en tussen lidstaten, kandidaat-landen, de westelijke Balkan en Europees nabuurschapsbeleidlanden, alsook andere belanghebbenden die met dit ecologische en economische probleem kampen, met als doel bij te dragen tot de instandhouding van bodemflora en het vochtgehalte op en onder de grond op peil te houden, zodat de droogte afneemt en verwoestijning wordt tegengegaan;

    het opzetten van concrete proefprojecten op plaatselijk niveau ter ondersteuning van innoverende plaatselijke maatregelen op het gebied van het behoud van regen- en oppervlaktewater.

    Dit proefproject zou in de toekomst nog kunnen worden verbeterd en het probleem van de verwoestijning in heel Europa middels bilaterale of multilaterale overeenkomsten kunnen aanpakken.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 17     Voorbereidende actie — Klimaat van het Karpatische bassin

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 200 000

    1 400 000

    0,—

    487 542,80

    Toelichting

    Dit project is in hoofdzaak gericht op het onderzoeken van de gedetailleerde weersgebonden en ruimtelijke structuur van de Karpaten en het Karpatenbekken met behulp van geïntegreerde of in ieder geval vergelijkbare methoden. De basisresultaten dragen bij aan studies naar de regionale klimatologische variabiliteit en veranderingen, alsmede van toegepaste klimatologie. Het klimaat van de regio is gedurende circa 90 jaar niet als geografische eenheid beschreven.

    De nationale meteorologische meetnetwerken hanteren verschillende instrumenten en vaak ook verschillende regels. Een accurate klimatologische beschrijving van een regio moet gebaseerd zijn op grotere gebieden, maar kleinere landen kunnen niet model staan voor de weergave van het klimaat van aangrenzende regio's. Deze factoren maken een vergelijking van nationale kaarten onmogelijk. Bovendien beschikken sommige landen reeds over nationale klimaatatlassen, terwijl andere landen nog niet zo ver zijn. Het project verzamelt gegevens van metingen en van bestaande databanken. De volgende stap is de ontwikkeling van klimaatkaarten door middel van de uitwisseling van gegevens en informatie. Tegelijkertijd worden de kwaliteit van de gegevens en de standaardiseringsmethoden vergeleken. Er wordt voorgesteld een karteringsmethode te gebruiken die een uitgebreide uitwisseling van gegevens tussen landen overbodig maakt. Het project zal in de volgende fase worden uitgebreid tot de regio Zuidoost-Europa, in samenwerking met het parallelle project voor een klimaatatlas voor Zuidoost-Europa, dat werd voorafgegaan door de Zomerschool van 2007 voor de voorbereiding van de klimaatatlas, georganiseerd door de Hongaarse meteorologische dienst (http://www.met.hu/pages/seminars/seeera/index.htm).

    Het klimaat van de Karpaten en het Karpatenbekken is een bron van essentiële informatie voor de weers- en klimaatvoorspellingen. Het project betreffende de Milieuvooruitzichten voor de Karpaten (onder auspiciën van UNEP, het milieuprogramma van de Verenigde Naties), de Donau (zevende Europese corridor) en het Karpatenbekken beslaat een groot deel van het betrokken stroomgebied. Het te produceren materiaal zullen gemeenschappelijke kaarten en vergelijkbare nationale klimatologische en meteorologische kaarten zijn, met de mogelijkheid om de omvang van het project te vergroten, alsmede een databank van gerasterde kaarten ten behoeve van andere toekomstige grote projecten.

    Startdatum van het project: 1 januari 2009.

    Einddatum van het project: 31 december 2010.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 18     Proefproject — Recycling van oude schepen die niet voor visserij worden gebruikt

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    200 000

    0,—

    177 642,—

    Toelichting

    Dit proefproject is bedoeld om de acties ter bescherming van het milieu en voor het beheer van milieurisico's in kustgebieden op te voeren.

    Het project heeft tot doel beste praktijken te stimuleren voor een duurzaam beheer van kustgebieden door middel van uitbreiding van bestaande niet-traditionele maatregelen in de sector en verkenning van de mogelijkheden voor nieuwe maatregelen, meer bekendheid te geven aan de behoeften van kustgebieden en te zorgen voor meer verantwoord optreden van de betrokken partijen.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van maatregelen van lidstaten en plaatselijke overheden met het oog op:

    het opmaken van een inventaris van niet voor beroepsdoeleinden gebruikte vaartuigen en het in kaart brengen van de levenscyclus van dergelijke vaartuigen, welke materialen bij de bouw ervan gebruikt zijn en wat ermee gedaan wordt zodra zij buiten gebruik worden gesteld;

    het bestuderen van mogelijkheden om regels in te voeren voor het verschroten van oude schepen en/of de procedure voor de ontmanteling ervan;

    het recyclen van schepen en daarin gebruikte materialen — met name kunsthars en glasvezel — die verloren gaan als ze gedumpt worden op stortterreinen of de omgeving vervuilen als de schepen ongebruikt blijven liggen;

    mogelijk hergebruik van recycleerbare materialen;

    correct beheer van gevaarlijke afvalstoffen, met name brandstoffen, olie en zware metalen, die gedecontamineerd moeten worden;

    het voeren van openbare voorlichtings- en bewustmakingscampagnes, het aanmoedigen van het publieke debat en het samenbrengen van ideeën over sociale en milieuthema’s in verband met duurzame ontwikkeling, met deelname van zowel zeevaartmaatschappijen als particuliere eigenaars.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 19     Proefproject — Economische verliezen als gevolg van grote hoeveelheden „niet-betaald water” (NRW — non-revenue water) in steden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    390 000

    300 000

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Het project heeft als doel vast te stellen hoe groot de hoeveelheden „niet-betaald water” in de grotere steden in de hele Unie zijn en welke economische verliezen daarmee gepaard gaan. De voorgestelde doelstellingen kunnen als volgt worden samengevat:

    evaluatie en raming van de hoeveelheden „niet-betaald water” in een aantal representatieve steden;

    analyse van de gevolgen, de daarmee verbonden economische verliezen en het milieu-effect.

    Startdatum van het project: 1 januari 2010.

    Einddatum van het project: 31 december 2012.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 21     Proefproject — Certificering van koolstofarme landbouwpraktijken

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    370 000

    400 000

    0,—

    245 000,—

    Toelichting

    Dit proefproject heeft tot doel een certificeringsstelsel op te zetten voor koolstofarme landbouwpraktijken in de Unie. Het stelsel moet betrekking hebben op de hele landbouwsector en moet trachten alle belangrijke factoren die een rol spelen bij de koolstofuitstoot van landbouwactiviteiten in aanmerking te nemen, zoals het gebruik van meststoffen en andere productiemiddelen, de behandeling van afvalproducten, de productie van hernieuwbare energie, de ontwikkeling van koolstofputten en gebruikmaking van andere praktijken en technologieën die kunnen bijdragen tot het afremmen van de klimaatverandering. Om te zorgen dat dit stelsel op het hele grondgebied van de Unie relevant is, moet het in het kader van dit proefproject op te zetten certificeringsstelsel in de praktijk worden getest in een aantal landbouwgebieden in verschillende delen van de Unie.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 22     Proefproject — Complex onderzoek naar methoden om de verspreiding van ambrosia en pollenallergie tegen te gaan

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    700 000

    0,—

    642 062,90

    Toelichting

    Dit project heeft tot doel de meest doeltreffende methode te vinden om de verspreiding van ambrosia tegen te aan en om pollenallergie te voorkomen en te behandelen, een en ander op basis van internationaal wetenschappelijk onderzoek en van het verzamelen en beoordelen van gegevens.

    De doelstellingen van het project zijn voor de betrokken landen:

    wetenschappelijk onderzoek verrichten naar de toepasbaarheid en doeltreffendheid van de verschillende methoden (mechanisch, biologisch, chemisch, enz.) om de verspreiding van ambrosia tegen te gaan;

    de meest doeltreffende methode te ontwikkelen om de verspreiding van ambrosia tegen te gaan;

    studies verrichten naar de impact van pollencontaminatie op de samenleving en de volksgezondheid, met bijzondere aandacht voor kinderen van minder dan tien jaar, een bevolkingsgroep die zwaar wordt getroffen door allergieën;

    kosten en schade ramen die verband houden met de behandeling van patiënten met ambrosiagerelateerde allergieën en de daaraan verbonden complicaties (geneesmiddelen, ziekteverlof, inkomstenverlies enz.);

    allergiepreventie- en -behandelingsmethoden ontwikkelen om het aantal allergische ziekten en de daaraan verbonden complicaties te verminderen;

    een doeltreffend preventiemechanisme ontwikkelen dat ervoor moet zorgen dat de contaminatie zich niet uitbreidt tot lidstaten die tot nu toe niet betrokken zijn.

    In diverse Europese landen is de verspreiding van ambrosia een reden tot algemene bezorgdheid vanwege de allergene eigenschappen van het stuifmeel ervan. De meest gecontamineerde gebieden bevinden zich in Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Italië, Oostenrijk, Hongarije, Polen, Roemenië en Bulgarije. Aangezien in brede kringen wordt erkend dat het stuifmeel van ambrosia zich over de grenzen heen verspreidt, zijn uitroeicampagnes die tot bepaalde landen beperkt zijn, tot mislukken gedoemd en is pan-Europees optreden noodzakelijk.

    Startdatum van het project: 1 januari 2010.

    Einddatum van het project: 31 december 2011.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 24     Proefproject — Een Europees terugbetalingsstelsel voor aluminium drankblikjes

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    110 000

    0,—

    79 896,30

    Toelichting

    Dit proefproject heeft tot doel te onderzoeken hoe het terugbetalingsstelsel voor blikjes kan worden geharmoniseerd op Unie-niveau, of ten minste te zorgen voor verdere samenwerking tussen de lidstaten om het recycleren van blikjes te verzekeren.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 25     Voltooiing van de ontwikkeling van nieuwe beleidsinitiatieven

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    75 000,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren die voortvloeien uit acties van de Commissie ter ontwikkeling van nieuwe beleidsinitiatieven, met inbegrip van bewustmakings- en andere algemene acties op grond van het communautaire Milieuactieprogramma.

    Rechtsgronden

    Acties die worden uitgevoerd door de Commissie in het kader van de taken die voortvloeien uit haar prerogatieven op institutioneel niveau op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en op grond van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1).

    07 03 26     Proefproject — Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie en prioriteitsstelling met betrekking tot de verschillende typen van drinkwatervoorziening

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    185 000

    p.m.

    250 000

    451 929,—

    0,—

    Toelichting

    De doelstelling van dit proefproject is het uitvoeren van een literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie en prioriteitsstelling met betrekking tot de verschillende typen van drinkwatervoorziening

    Begroting: 500 000 EUR

    Startdatum van het project: 1 januari 2011

    Einddatum van het project: 31 december 2011

    Doel van het project

    De openbare drinkwatervoorziening op lange termijn kan, naar behoren rekening houdend met de klimaatverandering, worden veiliggesteld met gebruikmaking van kwetsbare waterreserves (bijvoorbeeld beschermde gebieden met oevergefiltreerd water en andere typen van beschermde drinkwatergebieden).

    Een literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie zal een eerste stap zijn voor een verdere analyse, samen met resultaten van andere projecten, om in de toekomst met grotere zekerheid toekomstige strategische drinkwaterreserves te kunnen aanwijzen.

    Korte beschrijving van het project

    Binnen het toepassingsgebied van het project wordt een literatuuronderzoek uitgevoerd naar de werkende en natuurlijke regeneratiemechanismen onder extreme klimaatomstandigheden van de watervoorraden die dienen voor de openbare drinkwatervoorziening (grondwater, oppervlaktewater, water in de karstlaag, oevergefiltreerd water) in de Unie. Het onderzoek naar de gevolgen van de klimaatverandering voor de verschillende typen van beschermde drinkwatergebieden zal de aanwijzing van prioritaire kwesties en gebieden omvatten. De resultaten van het literatuuronderzoek zullen worden vergeleken met de resultaten van andere projecten, bijvoorbeeld het project over de gevolgen van de klimaatverandering voor het Karpatengebied (voorbereidende actie inzake de klimaatverandering van het Karpatische bassin). Dit project heeft onder andere betrekking op de beoordeling van de gevoeligheid van drinkwaterbronnen en van installaties voor drinkwatervoorziening en -zuivering voor de impact van de klimaatverandering.

    Einddoel is te zorgen voor veiligheid en de instandhouding van kwetsbare beschermde watergebieden op lange termijn te vrijwaren, om de openbare voorziening van gezond drinkwater veilig te stellen, ondanks de impact van klimaatveranderingscenario's.

    Zonder analyse van de impact van de klimaatverandering ontberen de beveiligingsactiviteiten een grondslag en kunnen zij zelfs ongeschikt zijn om de veiligheid van de beschermde drinkwatergebieden te garanderen. In extreme gevallen kan dit leiden tot een ontoereikende drinkwatervoorziening voor de bevolking.

    Aangezien de voorziening van gezond water wereldwijd een van de grootste uitdagingen is, krijgt Europa een concurrentievoordeel, als maatregelen worden gepland vóór de gevolgen van ongunstige ontwikkelingen merkbaar zijn.

    Betrokken landen

    Alle landen waar de watervoorziening afkomstig is van kwetsbare beschermde waterwinningsgebieden (grondwater, oppervlaktewater, oevergefiltreerd water, water in de karstlaag), met name degene die gelegen zijn aan grote rivieren en in het middengebergte. Het gaat onder andere om:

    Hongarije, Bulgarije, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Servië, Polen, Italië, Oostenrijk en Duitsland.

    Resultaat van het project

    Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor verschillende typen beschermde drinkwatergebieden in de Unie;

    vaststelling van prioritaire kwesties en gebieden.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 27     Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van een regeling ondersteund door de Raad, gericht op het behoud en een duurzaam gebruik van diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in overzeese landen en gebieden in de Unie, geïnspireerd door de ervaringen met Unieprogramma’s voor natuurbehoud zoals Natura 2000, waar de meeste landen en gebieden overzee en ultraperifere regio’s van zijn uitgesloten.

    De BEST-regeling vergroot de financiële middelen om biodiversiteit te beschermen en het duurzaam gebruik van ecosysteemdiensten te bevorderen in ultraperifere regio's en landen en gebieden overzee, teneinde de behoeften op het gebied van milieu en ontwikkeling in deze specifieke regio's met elkaar in overeenstemming te brengen.

    Met hun over alle oceanen verspreide ligging, van poolcirkel tot tropische streken, bieden de ultraperifere regio's en de landen en gebieden overzee van de Unie onderdak aan een unieke diversiteit van soorten en ecosystemen van mondiale waarde die zeer kwetsbaar zijn voor menselijke invloeden, invasieve soorten en, in toenemende mate, de klimaatverandering.

    De vrijwillige regeling is er om die reden op gericht oplossingen te ontwikkelen voor het behoud van gezonde en veerkrachtige ecosystemen en vermindering van de druk op de biodiversiteit. De financiering dient ter ondersteuning van de aanwijzing en het beheer van beschermde gebieden en het herstel van aangetaste ecosystemen door middel van de bevordering van natuurlijke oplossingen om de klimaatverandering te bestrijden, met inbegrip van het herstel van mangroves en de bescherming van koraalriffen. De regeling moet tevens het onderzoek in deze gebieden bevorderen, met name via de financiering van internationaal onderzoek en onderwijsprogramma’s. De regeling stimuleert de ontwikkeling van kaders en de totstandbrenging van partnerschappen tussen lokale overheden, het maatschappelijk middenveld, onderzoekers, universiteiten, landeigenaren en de private sector. Dit dient om de samenwerking op het gebied van milieu en klimaatveranderingsproblematiek te versterken.

    Het is noodzakelijk de voorbereidende actie met nog een jaar te verlengen teneinde de Commissie in staat te stellen een duurzamer instrument voor te stellen voor de bescherming van de biodiversiteit in de overzeese territoria van de Unie.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 28     Proefproject — Recyclagecyclus van plastic en impact op het mariene milieu

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    325 000

    p.m.

    500 000

    870 425,—

    68 430,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een proefproject om de doeltreffendheid van de recyclagecyclus van plastic op uniaal niveau te beoordelen en de mogelijke hiaten erin op te sporen, met bijzondere nadruk op de impact op water en het mariene milieu. In het kader van dit proefproject kunnen ook grondige lokale of regionale beoordelingen, alsmede onderzoeken van kustgebieden worden uitgevoerd, om concrete uitdagingen, goede praktijken een aanbevelingen voor optreden te identificeren.

    De beoordeling en het onderzoek in het kader van dit proefproject zijn dus bedoeld om technische hiaten en tekortkomingen in de recyclageketen van plastic in de Unie aan te wijzen, alsmede verbeteringen op wetgevingsgebied te suggereren, om de hoeveelheid plastic die van het land in het mariene milieu terechtkomt, te verminderen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 29     Voorbereidende actie — Ontwikkeling van preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    800 000

    1 000 000

    1 000 000

    977 900,—

    0,—

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 30     Proefproject — Atmosferische neerslag — Bescherming en efficiënt gebruik van zoet water

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    375 000

    1 500 000

    750 000

     

     

    Toelichting

    Einddatum van het project: 31 december 2013

    Doelstellingen van het project

    Het bekken van de Karpaten is een unieke geografische, klimatologische, ecologische en economische regio van Europa en ligt verspreid over acht landen waarvan vijf lidstaten. De voornaamste waterbron van het gebied wordt gevormd door atmosferische neerslag, gevolgd door wateraanvoer vanuit de rivier de Donau. Het vasthouden, de veiligstelling, de regulering en het gebruik van de neerslag in het bekken worden in hoge mate beïnvloed door bodemgebruikspatronen. De bodem is een belangrijke factor bij wateropslag en beschikt over het vermogen de hoeveelheid, de dynamiek, de distributie, de beschikbaarheid en de kwaliteit van water te beïnvloeden. Het project heeft ten doel betrouwbare wetenschappelijke fundamenten en geloofwaardige methodologische middelen te verschaffen voor de benutting, bescherming en het efficiënt gebruik van uit atmosferische neerslag gewonnen zoet water in het bekken van de Karpaten.

    Korte beschrijving van het project en de belangrijkste taken ervan

    Een overzicht en analyse van onderzoeksresultaten die verband houden met bovengenoemde terreinen. Benutting van neerslag door adequate en geavanceerde bodemgebruikspatronen. Verbetering van wateropslag en beïnvloeding van de hoeveelheid, de dynamiek, de distributie, de beschikbaarheid en de kwaliteit van water. Uitwerking van modellen voor de bescherming en het efficiënt gebruik van zoet water in het bekken van de Karpaten. Een overzicht van wetenschappelijke resultaten en toepassingstechnieken op het gebied van duurzaamheid, duurzame ecosystemen, natuurbehoud en milieubescherming. Een overzicht van de gevolgen van de klimaatverandering voor verschillende waterbronnen, waterreserves, oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, hun bruikbaarheid, kwetsbaarheid en toekomstperspectieven. De opzet van casestudies ter plekke teneinde diverse op waterretentie gerichte bodemgebruikspatronen te toetsen onder verschillende ecologische omstandigheden die een afspiegeling vormen van verschillende bodem- en klimaattypen en van verschillende teelt- en beheersystemen. Aanbevelingen doen voor verder gebruik. Opstelling van een compendium van aanpassingsmaatregelen in het bekken van de Karpaten en in de rest van Europa. Het voorgestelde project richt zich niet uitsluitend op het gebied van de Karpaten: het project omvat tevens andere geografische regio's binnen de Unie — stroomopwaarts en stroomafwaarts aan de Donau gelegen gebieden — waar op natuurlijke processen gebaseerde waterretentiemaatregelen kunnen worden toegepast, tegen de achtergrond van de klimaatverandering en sociaaleconomische scenario's.

    Betrokken landen

    Hongarije, Slowakije, Oekraïne, Roemenië, Servië, Kroatië, Slovenië en Oostenrijk.

    Verwachte resultaten

    Resultaten op korte termijn: bundeling en verspreiding van onderzoeksresultaten op het gebied van atmosferische neerslag, bescherming en efficiënt gebruik. Rechtstreekse toegang tot gegevens, informatie en evaluaties (gemeenschappelijke databank).

    Resultaten op lange termijn: uitwerking van de methodiek met betrekking tot de beoordeling en het beheer van atmosferische neerslag in relatie tot de beschikbaarheid van water. Steun voor beleidsmakers op het gebied van het gebruik en beheer van zoet water op lokaal, regionaal en Europees niveau. Ondersteuning van Europees beleid, met name ten aanzien van „Milieu voor Europa”- en „Evaluatie van evaluaties”-taken, op het gebied van milieugerelateerde, sociale, gezondheidsgerelateerde, economische en rurale ontwikkelingskwesties.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 31     Proefproject — Vergelijkende studie van de drukfactoren en maatregelen binnen de belangrijkste stroomgebiedbeheersplannen in de Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    600 000

    p.m.

    750 000

    1 484 488,—

    445 346,40

    Toelichting

    De autoriteiten van de stroomgebieden stellen dat de stroomgebiedbeheersplannen in 2012 in werking zijn getreden en in 2015 of later resultaten moeten opleveren. Een vergelijking van de drukfactoren en maatregelen binnen de belangrijkste stroomgebiedbeheersplannen is nodig, zodat het Europees Parlement inzicht kan krijgen in de verschillende benaderingen en het verband met andere beleidsterreinen.

    Het project dient voor het bestuderen van de stroomgebiedbeheersplannen van de belangrijkste districten in de Unie, waarbij steeds dezelfde software wordt gebruikt om de drukfactoren (vervuiling, stroming) te vergelijken, alsmede de door de autoriteiten geformuleerde maatregelen om een goede status van de rivieren te herstellen. Het resultaat moet een pan-Europees inzicht zijn in de drukfactoren en problemen, ondersteund door een vergelijkbare geografische analyse, patronen van landgebruik en economische omstandigheden. Specifieke aandacht zal worden besteed aan: maatregelen ter bescherming van bronnen, drukfactoren in plattelands-, stedelijk en industrieel verband.

    Betrokken landen: landen aan de Donau en de Rijn, Spanje, Italië, het Verenigd Koninkrijk en Polen.

    Resultaat van het project: een homogeen overzicht van de drukfactoren en oplossingen in de Unie op het gebied van waterbeheer.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 32     Proefproject — Langetermijngevolgen van koolstofneutrale huisvesting voor afvalwatersystemen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    1 500 000

    750 000

     

     

    Toelichting

    Er wordt op aangedrongen het energieverbruik voor huisvesting te minimaliseren, hetgeen leidt tot het ontwerp van „koolstof neutrale” woningen die beter zijn geïsoleerd en minder energie verbruiken, onder meer als gevolg van warmteterugwinning. Bijna 50 % van het drinkwater in huishoudens wordt opgewarmd voor huishoudelijke doeleinden (schoonmaken, hygiëne, enz.), en deze langetermijntrend zal zowel kwantitatieve als kwalitatieve gevolgen hebben voor de watervoorziening, alsook voor afvalwaterdiensten inzake kwantiteit, kwaliteit en warmte-inhoud.

    Betrokken landen

    Duitsland, België, Verenigd Koninkrijk, Nederland, Zweden, Oostenrijk, Frankrijk.

    Resultaat van het project

    Het voorgestelde bedrag zou worden gebruikt voor diverse voorbeeldlocaties waarmee een concreet voorbeeld wordt gegegeven met betrekking tot de mogelijke gevolgen op de middellange termijn van huidige beleidsmaatregelen inzake energiebesparing voor de stedelijke watercyclus.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 33     Proefproject — Terugwinning van zwerfafval op zee

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    250 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Dit proefproject beoogt de lidstaten bij te staan bij de verwezenlijking van de in Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (kaderrichtlijn mariene strategie) (PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19) vastgelegde doelstelling om voor 2020 een „goede milieutoestand” in de kust- en binnenwateren van de Unie te bewerkstelligen door middel van milieumaatregelen waarbij gebruik wordt gemaakt van een innovatief inzamelings- en terugwinningssysteem. In het kader van het project zal de visserijsector van de Unie samenwerken met uniale producenten, verwerkers en recyclers van plastic, teneinde drijvend zwerfafval in kust- en binnenwateren van de Unie op te ruimen. Vissers worden vanuit het Europees Visserijfonds (EVF) betaald om uit te varen met als doel drijvend zwerfafval in hun kustregio's te verzamelen. Voor het project wordt gebruikgemaakt van een innovatief systeem met sleepnetten, waarbij ieder net 2 tot 8 ton drijvend zwerfafval kan verzamelen. Dit systeem is ontwikkeld in samenwerking met vissers om ervoor te zorgen dat mariene flora en fauna niet worden beschadigd en dat er uitsluitend drijvend zwerfafval wordt opgevist. In kustwateren zullen vissers gebruikmaken van deze sleepnetten, terwijl in de binnenwateren vaste netten kunnen worden gebruikt. Na terugwinning van het drijvende zwerfafval beoordelen recyclers de recyclingmogelijkheid ervan. Indien het afval niet geschikt is voor recycling, wordt de oplossing gezocht in energieterugwinning. Niettemin wordt ernaar gestreefd een groot percentage van het teruggewonnen afval geschikt te maken voor recycling. In het kader van het project worden gedurende een periode van twee jaar (juli 2012-juli 2014) proefprojecten uitgevoerd in diverse lidstaten (te bepalen na de eerste beoordeling(en) van de lidstaten in juli 2012 overeenkomstig Richtlijn 2008/56/EG). Gedurende deze periode worden het volume, de geografische locatie en de dichtheid van het verzamelde zwerfafval gevolgd door middel van een online toezichtsysteem met behulp waarvan de lidstaten probleemgebieden kunnen onderzoeken en de voortgang kunnen volgen die wordt geboekt bij de inzameling, het recyclingproces en het opruimen van de kust- en binnenwateren. Er wordt een benchmarksysteem opgezet om een juiste definitie van een „goede milieutoestand” te helpen bepalen. Bij de proefprojecten wordt rekening gehouden met de eerste beoordeling die lidstaten voor juli 2012 moeten indienen en het benchmarksysteem zal in overeenstemming worden gebracht met de door de lidstaten gedefinieerde indicatoren (krachtens Richtlijn 2008/56/EG).

    Het is de bedoeling dat de lidstaten na de proefprojecten in staat zijn het beheer van de inzamelings- en terugwinningssystemen zelf over te nemen, waarbij zij de gegevens met betrekking tot het volume, de locatie enz. van zwerfafval op zee en het recyclingproces blijven registreren. Op deze manier krijgen de lidstaten een waardevol instrument in handen (afhankelijk van de uitkomst van het project, dat wil zeggen van de hoeveelheid teruggewonnen zwerfafval) dat bijdraagt aan en anticipeert op de in Richtlijn 2008/56/EG uiteengezette juridische verplichtingen, namelijk de bewerkstelliging van een „goede milieutoestand” in de kust- en binnenwateren van de Unie. Voorts wordt de lidstaten, na afloop van het project en de mogelijke overdracht van de activiteiten aan de regio's, een instrument verschaft voor behoud van deze „goede milieutoestand” in de wateren van de Unie. Door middel van deze milieumaatregelen en de gecreëerde synergieën tussen de visserijsector (EVF), de industrie en nationale autoriteiten zou via de bestrijding van zwerfafval op zee niet alleen kunnen worden bijgedragen aan een „goede milieutoestand”, maar zouden tevens de voorkoming van zwerfafval, de duurzaamheid van de wateren van de Unie en een gezond zeemilieu kunnen worden bevorderd.

    Indien aan het eind van de proefprojecten blijkt dat de hoeveelheid zwerfafval in de kustwateren van de Unie gering of zelfs verwaarloosbaar is, zal dit project hebben aangetoond dat de lidstaten met succes een „goede milieutoestand” in de kust- en binnenwateren hebben bewerkstelligd. In dit geval is het logisch dat de lidstaten hoofdzakelijk vaste netten op de binnenwateren blijven gebruiken (die bij rivierkeringen en andere locaties worden geplaatst waar zij geen belemmering voor de scheepvaart vormen) om te voorkomen dat drijvend zwerfafval de kustwateren bereikt en zo een nog groter probleem voor het zeemilieu en mogelijk voor de volksgezondheid wordt doordat mariene organismen kleine plastic deeltjes (microplastic) opnemen die aldus in de menselijke voedselketen terecht kunnen komen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 34     Proefproject — Beschikbaarheid, gebruik en duurzaamheid van water voor de productie van nucleaire en fossiele energie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    125 000

    500 000

    250 000

     

     

    Toelichting

    Dit proefproject heeft een tijdsduur van één jaar en beoogt de beschikbaarheid en het gebruik van koelwater voor de productie van nucleaire en fossiele energie te onderzoeken. De productie van energie uit fossiele en nucleaire bronnen vereist grote hoeveelheden koelwater. Tijdens de hittegolf van 2003 zagen diverse energiecentrales in Europa zich gedwongen hun energieproductie te staken wegens een gebrek aan koelwater. De sluiting van kerncentrales in bijvoorbeeld Frankrijk, Duitsland en Spanje had geen gevolgen voor de binnenlandse productie, doch leidde tot een aanzienlijke daling van de export van energie. Nu de weersomstandigheden als gevolg van de klimaatverandering verslechteren, is het zeer aannemelijk dat de waterreserves verder zullen afnemen waardoor deze hulpbron nog schaarser wordt. Het is noodzakelijk een onderzoek uit te voeren naar de huidige behoefte aan koelwater voor de productie van nucleaire en fossiele energie, waarbij rekening moet worden gehouden met de locatie van bestaande en toekomstige energiecentrales (en hun afstand tot waterbronnen). Het project zal voortbouwen op reeds voltooide en lopende evaluaties (zoals ClimWatAdapt) teneinde een gedetailleerd beeld te creëren van de kwetsbaarheid van het energie- en watersysteem, waarbij tevens een overzicht zal worden gemaakt van energiecentrales en hun gevoeligheid voor overstromingen, droogte, hittegolven, enz.

    Betrokken landen

    Alle lidstaten.

    Resultaat van het project

    Richtsnoeren voor de locatie van toekomstige energiecentrales en voor de bepaling van de aard en de hoogte van de investeringen die nodig zijn om de kwetsbaarheid van bestaande energiecentrales te verminderen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 35     Proefproject — Nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    500 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten die samenhangen met de tenuitvoerlegging van een proefproject inzake nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee. Dit proefproject heeft ten doel een nieuw concept voor toezicht en nieuwe besluitvormingsinstrumenten te ontwikkelen voor de geïntegreerde beoordeling van het ecosysteem van de zeeën. Dit zou de verdere ontwikkeling en toetsing van meetsystemen met zich meebrengen met als doel één Europese norm vast te stellen. Het proefproject beoogt de ontwikkeling te ondersteunen van geïntegreerde strategieën voor toezicht, gebaseerd op bestaande steekproeven in diverse disciplines, mogelijkheden voor gemeenschappelijke programma’s en gebruik van bestaande platformen voor diverse doeleinden. Het proefproject zou een praktische methode moeten laten zien waarbij de huidige inspanningen op een andere manier vorm krijgen teneinde bestaande middelen op efficiëntere wijze te gebruiken en een beter beheer van menselijke activiteiten aldus te vergemakkelijken. De ontwikkeling van geïntegreerde toezichtsinstrumenten op deze schaal kan dienen om te beantwoorden aan de doelstellingen van Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (kaderrichtlijn mariene strategie) (PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19) en mogelijk om de kosten van het toezicht voor de lidstaten te verminderen (bijvoorbeeld door het gebruik van bestaande toezichtsplatformen voor meerdere doeleinden), hetgeen een efficiënter gebruik van middelen zou betekenen. Dit proefproject zou evenwel ook een rol kunnen spelen bij de toetsing van strategische benaderingen met betrekking tot geïntegreerd toezicht op menselijke activiteiten en de effecten daarvan op het milieu; op deze manier kan het bijdragen aan de op handen zijnde vereisten voor lidstaten om voor 2014 toezichtsprogramma’s te ontwikkelen overeenkomstig Richtlijn 2008/56/EG.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 36     Proefproject — Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    1 000 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Gezien de achteruitgang van soortenrijke graslanden voor fauna en flora in Europa en het noordwesten van Duitsland, moet het natuurbehoud tot doel hebben deze achteruitgang een halt toe te roepen, de waardevolle habitats in grasland te beschermen en soortenarme graslanden om te vormen tot soortenrijke graslanden.

    Bescherming van de biodiversiteit door middel van een op resultaten gebaseerde vergoeding van ecologische verwezenlijkingen: in tegenstelling tot op activiteiten gebaseerde normen voor klassieke landbouw- en milieuprogramma’s, dienen op resultaten gerichte programma’s de eigenlijke verwezenlijkingen (verwezenlijkingen en kostprijs) te belonen via aanbestedingsprocedures, om zo te zorgen voor een effectievere bescherming van habitats en soorten.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 37     Proefproject — Transversale communicatie over Uniebeleid met betrekking tot het milieu: proefproject om het tekort aan milieubewustzijn onder burgers van de Unie aan te pakken door middel van audiovisuele instrumenten (films)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 500 000

    750 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit proefproject beoogt, door middel van een pan-Europees communicatie-initiatief, het publieke bewustzijn met betrekking tot duurzame ontwikkeling, biodiversiteit en natuur in de Unie en milieubescherming te vergroten. Dit kan worden verwezenlijkt door middel van de productie van films over desbetreffende kwesties, teneinde de kennis van het publiek over veranderingen van het milieu en de rol van het menselijk handelen daarbij te vergroten, en een bredere discussie op gang te brengen over biodiversiteit op Europees niveau.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    07 03 60     Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage van rubriek 2

    07 03 60 01   Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titels 1 en 2 van rubriek 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    07 03 60 01

    3 956 133

    3 956 133

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Reserves (40 02 41)

     

     

    1 491 930

    1 491 930

     

     

    Totaal

    3 956 133

    3 956 133

    1 491 930

    1 491 930

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) voor de activiteiten die verband houden met de uitvoering van de biocidenwetgeving.

    Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).

    07 03 60 02   Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titel 3 van rubriek 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    07 03 60 02

    2 114 367

    2 114 367

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Reserves (40 02 41)

     

     

    1 236 510

    1 236 510

     

     

    Totaal

    2 114 367

    2 114 367

    1 236 510

    1 236 510

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap (titel 3) voor de activiteiten die verband houden met de uitvoering van de biocidenwetgeving.

    Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 6 070 500 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2012, blz. 1).

    07 03 70     Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

    07 03 70 01   Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    07 03 70 01

    590 000

    590 000

    p.m.

    p.m.

     

     

    Reserves (40 02 41)

     

     

    345 214

    345 214

     

     

    Totaal

    590 000

    590 000

    345 214

    345 214

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Europees Agentschap (titels 1 en 2) voor de activiteiten die verband houden met de uitvoering van Uniewetgeving inzake de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (Verordening (EG) nr. 689/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (PB L 204 van 31.7.2008, blz. 1) en Verordening (EU) nr. 649/2012).

    Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 60).

    07 03 70 02   Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    07 03 70 02

    971 500

    971 500

    p.m.

    p.m.

     

     

    Reserves (40 02 41)

     

     

    1 110 386

    1 110 386

     

     

    Totaal

    971 500

    971 500

    1 110 386

    1 110 386

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap (titel 3) voor activiteiten die verband houden met de uitvoering van Uniewetgeving inzake de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (Verordening (EG) nr. 689/2008 en Verordening (EU) nr. 649/2012).

    Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt..

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 1 561 500 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 649/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 60).

    07 03 72     Proefproject — Efficiënt beheer van grondstoffen in de praktijk — Een gesloten mineralencyclus

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    250 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Dit proefproject richt zich op onderzoek naar en bevordering van verbeterde technieken voor efficiënt gebruik van hulpbronnen op boerderijen door middel van recycling van grondstoffen, verwerking van dierlijke mest tot hernieuwbare energie en verbetering van de bemesting van planten en gewassen. De financiering zal worden gebruikt om in verschillende lidstaten projecten op boerderijen op te zetten die zijn gericht op nieuwe en innovatieve manieren om hulpbronnen efficiënter te beheren en een gesloten mineralencyclus op de boerderij te bewerkstelligen. Uitwisseling van kennis en beste praktijken binnen de landbouwgemeenschap vormt een centraal element van deze benadering. De voornaamste bevindingen van deze projecten zullen in alle lidstaten worden verspreid en worden gebruikt voor uniale beleidsvorming met het oog op de doelstellingen van de Europa 2020-strategie. Voorbeelden van uit te voeren projecten betreffen een groter verbruik en een hogere productie van hernieuwbare energie op boerderijen, recycling van dierlijk en plantaardig afval, beter water- en bodembeheer, een gerichter gebruik van meststoffen voor akkerbouwgewassen en grasland, evenals de toepassing van nieuwe technologieën bij dierlijke productie.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 07 12 — UITVOERING VAN HET BELEID EN DE WETGEVING VAN DE UNIE INZAKE KLIMAATMAATREGELEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    07 12

    UITVOERING VAN HET BELEID EN DE WETGEVING VAN DE UNIE INZAKE KLIMAATMAATREGELEN

    07 12 01

    Uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie inzake klimaatmaatregelen

    2

    20 700 000

    19 076 489

    19 300 000

    15 171 404

    17 027 772,64

    8 540 189,—

     

    Hoofdstuk 07 12 — Totaal

     

    20 700 000

    19 076 489

    19 300 000

    15 171 404

    17 027 772,64

    8 540 189,—

    07 12 01     Uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie inzake klimaatmaatregelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    20 700 000

    19 076 489

    19 300 000

    15 171 404

    17 027 772,64

    8 540 189,—

    Toelichting

    In het kader van het Life +-programma dient dit krediet ter dekking van maatregelen ter ondersteuning van de initiatiefrol van de Commissie bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid en wetgeving op het gebied van klimaatactie, rekening houdende met de volgende prioriteiten:

    waarborging van de naleving van de verbintenissen die de Unie in het kader van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering is aangegaan,

    ontwikkeling van nieuw beleid en verdere uitvoering van het klimaat- en energiepakket,

    aanpassing van de economie en de samenleving van de Unie aan de negatieve gevolgen van de klimaatverandering en verzachting van die gevolgen;

    waarborging van de implementatie en het gebruik van marktconforme instrumenten, en met name de handel in broeikasgasemissierechten, teneinde via kostenefficiënte emissiereducties de „20/20/20”-klimaat- en -energiedoelstellingen van de Europa 2020-strategie ter ondersteuning van de overgang naar een koolstofluwe economie en samenleving tot stand te brengen.

    Dit krediet dient ter dekking van kosten voor de Commissie in verband met:

    studies en beoordelingen, economische analysen en de modellering van scenario's;

    administratieve regelingen met DG JRC;

    samenwerking met Eurocontrol inzake de opneming van de luchtvaart in de ETS;

    diensten die de tenuitvoerlegging en de integratie van milieubeleid en -wetgeving op het gebied van klimaatactie tot doel hebben;

    conferenties, seminars en workshops met deskundigen en belanghebbenden;

    ontwikkeling en onderhoud van netwerken, databanken en informatie- en computersystemen die rechtstreeks samenhangen met de uitvoering van het klimaatbeleid en de klimaatwetgeving van de Unie, met name als zij de toegankelijkheid van milieu-informatie voor het publiek vergroten. De gedekte uitgaven omvatten de kosten van de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van beleidsondersteunende systemen, met name het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap (CITL), het gemeenschappelijke EU-register en het bewakingssysteem voor de afbraak van de ozonlaag. Zij omvatten ook de kosten van projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in samenhang met de implementatie van deze systemen;

    productie, bekendmaking en verspreiding van informatie, met inbegrip van evenementen, tentoonstellingen, audiovisuele producties en soortgelijke bewustmakingsactiviteiten ter promotie van de doelstellingen van klimaatactie, de overgang naar een koolstofluwe economie en samenleving alsook het subprogramma klimaatactie van de onlangs voorgestelde Life +-verordening 2014-2020.

    De in het kader van Life + gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies of aanbestedingsprocedures.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life +) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

    HOOFDSTUK 07 13 — MAINSTREAMING EN INNOVATIE INZAKE KLIMAATACTIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    07 13

    MAINSTREAMING EN INNOVATIE INZAKE KLIMAATACTIE

    07 13 03

    Voorbereidende actie — Mainstreaming van klimaatactie, aanpassing en innovatie

    2

    3 000 000

    3 000 000

    5 000 000

    3 750 000

    4 980 765,94

    325 293,15

     

    Hoofdstuk 07 13 — Totaal

     

    3 000 000

    3 000 000

    5 000 000

    3 750 000

    4 980 765,94

    325 293,15

    07 13 03     Voorbereidende actie — Mainstreaming van klimaatactie, aanpassing en innovatie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 000 000

    3 000 000

    5 000 000

    3 750 000

    4 980 765,94

    325 293,15

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de werkzaamheden ter ondersteuning van het door de Unie ontwikkelde beleid met betrekking tot de mainstreaming van klimaatmaatregelen in andere beleidsonderdelen en programma’s en de aanpassing aan de klimaatverandering, als basis voor effectbeoordelingen en de voorbereiding van toekomstige beleidsbeslissingen.

    Klimaatactie wordt een van de centrale pijlers van de Europa 2020-strategie. Wil de Unie haar klimaatdoelstellingen bereiken, dan moet de emissiereductie in de komende decennia fors worden opgevoerd in vergelijking met het voorbije decennium.

    Om de omschakeling naar een koolstofluwe, zuinige en klimaatbestendige economie te maken, zal ook op vele andere beleidsterreinen van de Unie (met name cohesie, landbouw, plattelandsontwikkeling, onderzoek en innovatie, vervoer en energie, buitenlands optreden enz.) klimaatactie moeten worden ondernomen, met name via mainstreaming en aanpassingsmaatregelen.

    De voorbereidende actie dient derhalve conferenties, studies en voorbereidende werkzaamheden te dekken die tot doel hebben:

    vast te stellen welke structurele en technische aanpassingen nodig zijn om de omschakeling te kunnen maken naar een koolstofluwe, zuinige en milieubestendige economie in 2050, met behulp van een routekaart en tussentijdse ijkpunten in 2030;

    vast te stellen welke acties, strategieën en wettelijke instrumenten op uniaal, nationaal en regionaal en lokaal niveau moeten worden opgezet om de klimaatverandering te temperen en aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering mogelijk te maken (bijvoorbeeld door de financiering van verbeteringen van de infrastructuur of productiemethoden in kwetsbare sectoren) en de door de Unie in haar Europa 2020-strategie vastgestelde „20/20/20”-klimaatdoelstellingen te verwezenlijken;

    innovatieve steunmechanismen op te zetten voor de ontwikkeling van aanpassingsbeleid en -strategieën met een koolstofluwe insteek, met inbegrip van eventuele nieuwe financiële instrumenten, om ten volle profijt te trekken van de mogelijkheden van nieuwe technologieën, voor de beperking van verliezen ten gevolge van met het klimaat samenhangende gebeurtenissen, zoals ernstige droogte, overstromingen en extreme klimaatverschijnselen, en voor de ontwikkeling van de capaciteit van de Unie om rampen te voorkomen en te bestrijden;

    de ontwikkeling te ondersteunen van klimaatbestendigheidsbevorderende instrumenten, risicogebaseerde beoordelingen van programma’s en maatregelen ter vergroting van de aanpassingsmogelijkheden en weerstand ten aanzien van klimaatverandering en „climate tracking”-methodieken om klimaatgerelateerde uitgaven te monitoren, overeenkomstig de mainstreaming-doelstelling van het volgende meerjarig financieel kader „het aandeel van klimaat-mainstreaming op te trekken tot ten minste 20 % van de toekomstige algemene begroting”, met bijdragen vanuit verschillende beleidssectoren;

    samen te werken met de betrokken internationale organisaties, hun instellingen en organen, wanneer zulks nodig is om de doelstellingen van de klimaatactie te bereiken.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

    BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VAN HET DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAATMAATREGELEN

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAATMAATREGELEN

    TITEL 08

    ONDERZOEK

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK”

    346 871 798

    346 871 798

    336 427 540

    336 427 540

    329 879 548,62

    329 879 548,62

    Reserves (40 01 40)

     

     

    4 490

    4 490

     

     

     

    346 871 798

    346 871 798

    336 432 030

    336 432 030

    329 879 548,62

    329 879 548,62

    08 02

    SAMENWERKING — GEZONDHEID

    1 007 548 000

    639 473 805

    939 533 855

    573 724 702

    850 584 621,53

    514 836 782,73

    08 03

    SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE

    361 475 000

    257 924 000

    312 784 295

    181 450 215

    274 225 130,09

    185 430 487,82

    08 04

    SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN

    618 706 000

    503 815 722

    510 906 344

    432 572 918

    471 627 638,37

    415 589 386,22

    08 05

    SAMENWERKING — ENERGIE

    217 825 000

    144 781 655

    189 932 521

    144 811 788

    161 131 610,87

    118 107 811,89

    08 06

    SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING)

    339 086 000

    242 647 998

    285 273 359

    253 139 879

    258 475 931,23

    269 132 372,11

    08 07

    SAMENWERKING — VERVOER (INCLUSIEF LUCHTVAART)

    558 819 000

    444 470 572

    483 484 270

    430 934 281

    432 909 352,88

    396 537 401,79

    08 08

    SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN

    112 181 000

    55 311 934

    92 395 240

    54 274 481

    86 360 644,74

    49 364 837,18

    08 09

    SAMENWERKING — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

    p.m.

    p.m.

    198 004 478

    181 450 215

    204 760 000,—

    204 760 000,—

    08 10

    IDEEËN

    1 707 158 000

    989 690 500

    1 564 948 330

    848 082 810

    1 332 343 546,24

    733 822 780,52

    08 12

    CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

    74 663 000

    128 463 844

    50 228 387

    126 769 285

    160 066 351,28

    205 691 420,—

    08 13

    CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S)

    273 226 000

    215 923 122

    251 176 486

    182 498 997

    229 311 140,02

    172 825 421,02

    08 14

    CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S

    27 231 000

    16 506 599

    20 078 078

    18 299 254

    19 304 773,—

    16 581 088,49

    08 15

    CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL

    73 939 000

    55 351 471

    66 609 035

    56 521 742

    65 320 488,—

    52 934 445,55

    08 16

    CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ

    63 376 000

    32 080 131

    44 828 259

    27 650 291

    45 864 192,—

    31 194 908,—

    08 17

    CAPACITEITEN — INTERNATIONALE SAMENWERKINGSACTIVITEITEN

    39 683 000

    27 277 402

    32 102 471

    31 917 093

    28 937 707,—

    19 496 817,—

    08 18

    CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

    50 000 000

    49 420 956

    p.m.

    p.m.

    51 190 000,—

    51 190 000,—

    08 19

    CAPACITEITEN — ONDERSTEUNING VAN DE COHERENTE ONTWIKKELING VAN HET ONDERZOEKSBELEID

    13 411 000

    8 895 772

    13 101 602

    9 434 504

    10 037 335,—

    5 762 666,99

    08 20

    EURATOM — FUSIE-ENERGIE

    937 355 000

    573 267 274

    1 129 274 000

    371 849 555

    396 090 000,—

    235 116 604,68

    08 21

    EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING

    55 839 000

    49 420 956

    54 105 000

    49 898 809

    52 000 000,—

    35 780 564,—

    08 22

    VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN

    p.m.

    26 740 691

    p.m.

    113 860 010

    208 635 431,08

    517 943 687,58

    08 23

    ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    61 197 634,—

    50 999 625,11

     

    Titel 08 — Totaal

    6 878 392 798

    4 808 336 202

    6 575 193 550

    4 425 568 369

    5 730 253 075,95

    4 612 978 657,30

    Reserves (40 01 40)

     

     

    4 490

    4 490

     

     

     

    6 878 392 798

    4 808 336 202

    6 575 198 040

    4 425 572 859

    5 730 253 075,95

    4 612 978 657,30

    Toelichting

    Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van deze titel (uitgezonderd hoofdstuk 08 22).

    Deze kredieten worden gebruikt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1) en Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

    Op alle kredieten van deze titel is dezelfde definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) van toepassing als die welke wordt gebruikt in de horizontale specifieke programma’s voor kmo’s binnen hetzelfde kaderprogramma. Deze definitie luidt als volgt: „Een midden- en kleinbedrijf dat in aanmerking komt, is een juridische entiteit die voldoet aan de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie, en geen onderzoekscentrum, onderzoeksinstituut, organisatie die contractonderzoek verricht of consultantsbedrijf is”. Alle onderzoeksactiviteiten die worden verricht krachtens het zevende kaderprogramma, worden uitgevoerd in overeenstemming met fundamentele ethische beginselen (overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1), en vereisten inzake dierenwelzijn. Deze omvatten met name de beginselen die zijn vastgelegd in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie en de rol van vrouwen in wetenschap en onderzoek.

    Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van studies, subsidies, follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s en analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor uniale actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma’s zijn uitgevoerd.

    Deze kredieten dienen tevens ter dekking van de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor statutair en ander personeel, de uitgaven voor informatie en publicaties, de administratieve en technische huishoudelijke uitgaven en een aantal andere uitgaven voor interne infrastructuur die betrekking hebben op de verwezenlijking van de doelstelling van de actie waarvoor zij worden gedaan, waaronder uitgaven voor de acties en initiatieven die nodig zijn voor het opstellen en opvolgen van de strategie van de Unie inzake onderzoek, technologische ontwikkeling, en demonstratie (OTD).

    Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Voor sommige van deze projecten bestaat de mogelijkheid dat derde landen of organisaties uit derde landen deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Financiële bijdragen worden geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten van landen die betrokken zijn bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten uit de bijdrage van externe instellingen aan uniale activiteiten worden geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    De extra kredieten zullen worden opgevoerd onder artikel 08 22 04.

    Teneinde in staat te zijn het doel van 15 % kmo-participatie in met dit krediet gefinancierde projecten te halen, zoals vastgelegd in Besluit nr. 1982/2006/EG, zijn meer specifieke acties noodzakelijk. Projecten die zijn goedgekeurd in het kader van de specifieke kmo-programma’s dienen in aanmerking te kunnen komen voor financiering uit hoofde van het thematische programma wanneer zij voldoen aan de noodzakelijke (thematische) vereisten.

    HOOFDSTUK 08 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    08 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK”

    08 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Onderzoek”

    5

    8 879 594

    9 193 290

    9 340 340,93

    08 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Onderzoek”

    08 01 02 01

    Extern personeel

    5

    265 716

    210 031

    219 017,—

    08 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    394 554

    392 244

    440 843,—

    Reserves (40 01 40)

     

     

    4 490

     

     

     

    394 554

    396 734

    440 843,—

     

    Artikel 08 01 02 — Subtotaal

     

    660 270

    602 275

    659 860,—

    Reserves (40 01 40)

     

     

    4 490

     

     

     

    660 270

    606 765

    659 860,—

    08 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderzoek”

    5

    561 934

    586 975

    702 509,91

    08 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderzoek”

    08 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad

    1.1

    39 000 000

    39 000 000

    35 600 737,—

    08 01 04 31

    Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

    1.1

    49 300 000

    47 339 000

    38 496 928,—

    08 01 04 40

    Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E) — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    39 390 000

    39 000 000

    35 900 000,—

     

    Artikel 08 01 04 — Subtotaal

     

    127 690 000

    125 339 000

    109 997 665,—

    08 01 05

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderzoek”

    08 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    1.1

    127 793 000

    120 119 000

    128 017 000,12

    08 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    1.1

    26 287 000

    25 587 000

    27 690 716,—

    08 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    1.1

    55 000 000

    55 000 000

    53 471 456,66

     

    Artikel 08 01 05 — Subtotaal

     

    209 080 000

    200 706 000

    209 179 172,78

     

    Hoofdstuk 08 01 — Totaal

     

    346 871 798

    336 427 540

    329 879 548,62

    Reserves (40 01 40)

     

     

    4 490

     

     

     

    346 871 798

    336 432 030

    329 879 548,62

    08 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Onderzoek”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 879 594

    9 193 290

    9 340 340,93

    08 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Onderzoek”

    08 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    265 716

    210 031

    219 017,—

    08 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    08 01 02 11

    394 554

    392 244

    440 843,—

    Reserves (40 01 40)

     

    4 490

     

    Totaal

    394 554

    396 734

    440 843,—

    08 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderzoek”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    561 934

    586 975

    702 509,91

    08 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderzoek”

    08 01 04 30   Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    39 000 000

    39 000 000

    35 600 737,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van het specifieke programma „Ideeën” op het gebied van grensverleggend onderzoek.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3)..

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Capaciteiten tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2008/37/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het „Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad” voor het beheer van het communautaire specifieke programma „Ideeën” op het gebied van grensverleggend onderzoek (PB L 9 van 12.1.2008, blz. 15).

    08 01 04 31   Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    49 300 000

    47 339 000

    38 496 928,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderzoek voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van de specifieke programma’s „Mensen”, „Capaciteiten” en „Samenwerking” inzake onderzoek.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2008/46/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het Uitvoerend Agentschap onderzoek voor het beheer van bepaalde gebieden van de communautaire specifieke programma’s „Mensen”, „Capaciteiten” en „Samenwerking” inzake onderzoek (PB L 11 van 15.1.2008, blz. 9).

    08 01 04 40   Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    39 390 000

    39 000 000

    35 900 000,—

    Toelichting

    Door middel van kernfusie zou een bijna onbeperkte hoeveelheid schone energie kunnen worden opgewekt, waarbij ITER de onontbeerlijke volgende stap in het proces naar dit uiteindelijke doel vormt. Hiertoe werd, in de vorm van een gemeenschappelijke onderneming, de Europese Organisatie voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie opgericht. Deze Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (fusie voor energie) heeft de volgende taken:

    a)

    het leveren van de bijdrage van Euratom aan de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie;

    b)

    het leveren van de bijdrage van Euratom aan de activiteiten in het kader van de bredere aanpak met Japan voor de snelle verwezenlijking van fusie-energie;

    c)

    het uitvoeren van een programma van activiteiten ter voorbereiding van de bouw van een demonstratiefusiereactor en gerelateerde faciliteiten inclusief de International Fusion Materials Irradiation Facility (IFMIF).

    Rechtsgronden

    Besluit van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, van de regeling inzake de voorlopige toepassing van deze Overeenkomst, alsmede van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project.

    Beschikking 2006/943/Euratom van de Commissie van 17 november 2006 inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 60).

    Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

    Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

    Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

    Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

    Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

    Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

    08 01 05     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderzoek”

    08 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    127 793 000

    120 119 000

    128 017 000,12

    08 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    26 287 000

    25 587 000

    27 690 716,—

    08 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    55 000 000

    55 000 000

    53 471 456,66

    HOOFDSTUK 08 02 — SAMENWERKING — GEZONDHEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 02

    SAMENWERKING — GEZONDHEID

    08 02 01

    Samenwerking — Gezondheid

    1.1

    796 240 000

    534 563 000

    639 533 855

    478 124 028

    686 776 621,53

    496 363 548,73

    08 02 02

    Samenwerking — Gezondheid — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

    1.1

    207 068 000

    100 719 908

    294 300 000

    90 725 107

    159 098 520,—

    14 622 613,—

    08 02 03

    Samenwerking — Gezondheid — Ondersteuningsuitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

    1.1

    4 240 000

    4 190 897

    5 700 000

    4 875 567

    4 709 480,—

    3 850 621,—

     

    Hoofdstuk 08 02 — Totaal

     

    1 007 548 000

    639 473 805

    939 533 855

    573 724 702

    850 584 621,53

    514 836 782,73

    08 02 01     Samenwerking — Gezondheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    796 240 000

    534 563 000

    639 533 855

    478 124 028

    686 776 621,53

    496 363 548,73

    Toelichting

    De acties op het gebied van gezondheid beogen de verbetering van de gezondheid van de burgers van Europa en de opvoering van het concurrentievermogen van Europese industrieën en bedrijven in de gezondheidssector, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan mondiale gezondheidsaspecten zoals opkomende epidemieën De nadruk zal liggen op translationeel onderzoek (omzetting van fundamentele ontdekkingen in klinische toepassingen), de ontwikkeling en validering van nieuwe therapieën, methoden voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie, en diagnose-instrumenten en -technologieën, alsmede duurzame en efficiënte gezondheidszorgstelsels. Er zal speciale aandacht worden besteed aan de communicatie van onderzoeksresultaten en het voeren van een dialoog met het maatschappelijke middenveld, met name met patiëntenverenigingen, in een zo vroeg mogelijk stadium van nieuwe ontwikkelingen die uit biomedisch en genetisch onderzoek voortvloeien.

    Financiering van klinisch onderzoek naar tal van ziekten, bijv. hiv/aids, malaria, tuberculose, diabetes en andere chronische ziekten (bijv. artritis, reumatische ziekten en spier- en skeletziekten, alsook ademhalingsziekten), of zeldzame ziekten, is mogelijk.

    Er moet meer onderzoek naar ouderdomsziekten worden gefinancierd.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Referentiebesluiten

    Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de TRIPS-overeenkomst en toegang tot geneesmiddelen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

    08 02 02     Samenwerking — Gezondheid — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    207 068 000

    100 719 908

    294 300 000

    90 725 107

    159 098 520,—

    14 622 613,—

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen zal bijdragen tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma en met name het thema „Gezondheid” van het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma. Het doel van de gemeenschappelijke onderneming is de sterke verbetering van de efficiëntie en effectiviteit van het geneesmiddelenontwikkelingsproces om op lange termijn te bereiken dat de farmaceutische industrie effectievere en veiligere innovatieve geneesmiddelen zal produceren. De gemeenschappelijke onderneming is er in het bijzonder op gericht om:

    „preconcurrentieel farmaceutisch onderzoek en ontwikkeling” in de lidstaten en de met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen te ondersteunen via een gecoördineerde aanpak om de vastgestelde onderzoeksbottlenecks in het geneesmiddelenontwikkelingsproces te ondervangen;

    de uitvoering van de onderzoeksprioriteiten als opgenomen in de onderzoeksagenda van het Gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen („Onderzoeksactiviteiten”) te ondersteunen, met name door het toekennen van subsidies ingevolge vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

    de complementariteit met andere activiteiten in het kader van het zevende kaderprogramma te waarborgen;

    een publiek-privaat partnerschap te zijn dat streeft naar het vergroten van de onderzoeksinvesteringen in de biofarmaceutische sector in de lidstaten en de met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen door het poolen van middelen en bevorderen van samenwerking tussen de publieke en private sector;

    de deelname van kmo’s bij haar activiteiten te bevorderen, overeenkomstig de doelstellingen van het zevende kaderprogramma.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38).

    08 02 03     Samenwerking — Gezondheid — Ondersteuningsuitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 240 000

    4 190 897

    5 700 000

    4 875 567

    4 709 480,—

    3 850 621,—

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen zal bijdragen tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma en met name het thema „Gezondheid” van het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma. Het doel ervan is de sterke verbetering van de efficiëntie en effectiviteit van het ontwikkelingsproces voor geneesmiddelen en het langetermijndoel de productie door de farmaceutische industrie van effectievere en veiligere innovatieve geneesmiddelen. Zij is er in het bijzonder op gericht om:

    „preconcurrentieel farmaceutisch onderzoek en ontwikkeling” in de lidstaten en de met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen te ondersteunen via een gecoördineerde aanpak om de vastgestelde onderzoeksbottlenecks in het geneesmiddelenontwikkelingsproces te ondervangen;

    de uitvoering van de onderzoeksprioriteiten als opgenomen in de onderzoeksagenda van het Gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen („Onderzoeksactiviteiten”) te ondersteunen, met name door het toekennen van subsidies ingevolge vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

    de complementariteit met andere activiteiten in het kader van het zevende kaderprogramma te waarborgen;

    een publiek-privaat partnerschap te zijn dat streeft naar het vergroten van de onderzoeksinvesteringen in de biofarmaceutische sector in de lidstaten en de met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen door het poolen van middelen en bevorderen van samenwerking tussen de publieke en private sector;

    de deelname van kmo’s bij haar activiteiten te bevorderen, overeenkomstig de doelstellingen van het zevende kaderprogramma.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38).

    HOOFDSTUK 08 03 — SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 03

    SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE

    08 03 01

    Samenwerking — Voeding, landbouw, visserij en biotechnologie

    1.1

    361 475 000

    257 924 000

    312 784 295

    181 450 215

    274 225 130,09

    185 430 487,82

     

    Hoofdstuk 08 03 — Totaal

     

    361 475 000

    257 924 000

    312 784 295

    181 450 215

    274 225 130,09

    185 430 487,82

    08 03 01     Samenwerking — Voeding, landbouw, visserij en biotechnologie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    361 475 000

    257 924 000

    312 784 295

    181 450 215

    274 225 130,09

    185 430 487,82

    Toelichting

    De acties op dit gebied beogen de geïntegreerde wetenschappelijke en technologische grondslagen te helpen leggen die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van een Europese, op kennis gebaseerde bio-economie door het samenbrengen van wetenschap, industrie en andere belanghebbende partijen. Drie pijlers ondersteunen deze aanpak: 1) duurzame productie en duurzaam beheer van biologische rijkdommen van grond, bossen en het aquatische milieu, 2) „farm to fork”: voeding, gezondheid en welzijn, en 3) biowetenschappen en biotechnologie voor duurzame non-food-producten en -processen. Op deze manier kunnen nieuwe, opkomende onderzoeksmogelijkheden worden benut voor de aanpak van sociale en economische uitdagingen, zoals de groeiende vraag naar milieu- en diervriendelijke systemen voor de productie en de verdeling van veiliger, gezonder en kwalitatief hoogstaander voedsel in overeenstemming met de eisen van de consument en met het in de hand houden van voedselgerelateerde risico's, voornamelijk aan de hand van biotechnologische hulpmiddelen, en van gezondheidsrisico's verbonden met milieuveranderingen.

    Dit krediet dient tevens ter financiering van de ontwikkeling en verbetering van analysemethoden (bijv. residuanalysen in voedings- en voedermiddelen).

    Aangezien er onder de huidige wetgeving geen specifieke middelen zijn gereserveerd voor onderzoek op visserijgebied wordt ten minste eenzelfde percentage gehandhaafd voor onderzoek op visserijgebied als in de vorige begroting. Dit krediet dient tevens ter financiering van de ontwikkeling en verbetering van het concept maximaal duurzame vangst (maximum sustainable yield — MSY) als beleidsinstrument voor de duurzame exploitatie van visserijhulpbronnen en de ontwikkeling van een beleidsconcept ter beperking van bijvangst.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    HOOFDSTUK 08 04 — SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 04

    SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN

    08 04 01

    Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën

    1.1

    609 914 000

    496 708 000

    501 040 344

    426 806 430

    461 174 640,37

    409 974 303,22

    08 04 02

    Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    1.1

    8 792 000

    7 107 722

    9 866 000

    5 766 488

    10 452 998,—

    5 615 083,—

     

    Hoofdstuk 08 04 — Totaal

     

    618 706 000

    503 815 722

    510 906 344

    432 572 918

    471 627 638,37

    415 589 386,22

    08 04 01     Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    609 914 000

    496 708 000

    501 040 344

    426 806 430

    461 174 640,37

    409 974 303,22

    Toelichting

    De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is te helpen bij het tot stand brengen van een kritische massa aan noodzakelijke capaciteit voor de ontwikkeling en exploitatie, met name vanuit het oogpunt van eco-efficiëntie en terugdringing van lozingen van gevaarlijke stoffen in het milieu, van geavanceerde technologieën voor de op kennis en intelligentie gebaseerde producten, diensten en fabricageprocédés van de komende jaren.

    Er moeten voldoende kredieten beschikbaar worden gesteld voor nano-onderzoek met betrekking tot de beoordeling van milieu- en gezondheidsrisico’s, aangezien momenteel slechts 5 tot 10 % van het nano-onderzoek wereldwijd hierop gericht is.

    Er moeten voldoende kredieten worden besteed aan activiteiten ter bevordering van onderzoek naar en de ontwikkeling van grondstoffenefficiënte processen en praktijken, waaronder eco-design, hergebruik en recycling, en van onderzoek naar vervanging van gevaarlijke of kritieke stoffen.

    Opgevoerd worden tevens de uitgaven voor door de Commissie georganiseerde vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia op hoog wetenschappelijk en technologisch niveau en van Europees belang, de financiering van studies, subsidies, follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s alsmede de financiering van het IMS-secretariaat, de analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en tevens de acties uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    08 04 02     Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    8 792 000

    7 107 722

    9 866 000

    5 766 488

    10 452 998,—

    5 615 083,—

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie-activiteiten (2007-2013) en met name de thema’s Energie, Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën, Milieu (met inbegrip van klimaatverandering) en Vervoer (met inbegrip van luchtvaart) van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij is met name belast met: de opdracht om Europa wereldwijd een voortrekkersrol te laten spelen op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologieën en de marktdoorbraak van deze technologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten de substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie-activiteiten (2007-2013) (OTD) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen om markttekortkomingen te ondervangen; de centraalstelling van de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijking daardoor van extra inspanningen van de industrie voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de OTD-prioriteiten van de gezamenlijke technologie-initiatieven inzake brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; en de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

    HOOFDSTUK 08 05 — SAMENWERKING — ENERGIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 05

    SAMENWERKING — ENERGIE

    08 05 01

    Samenwerking — Energie

    1.1

    201 580 000

    130 366 551

    178 319 521

    112 930 985

    104 567 761,87

    84 154 973,09

    08 05 02

    Samenwerking — Energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    1.1

    15 006 000

    13 190 453

    10 374 000

    30 756 719

    55 489 960,—

    32 871 634,—

    08 05 03

    Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    1.1

    1 239 000

    1 224 651

    1 239 000

    1 124 084

    1 073 889,—

    1 081 204,80

     

    Hoofdstuk 08 05 — Totaal

     

    217 825 000

    144 781 655

    189 932 521

    144 811 788

    161 131 610,87

    118 107 811,89

    08 05 01     Samenwerking — Energie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    201 580 000

    130 366 551

    178 319 521

    112 930 985

    104 567 761,87

    84 154 973,09

    Toelichting

    De inspanningen zullen vooral gericht zijn op de volgende acties:

    Opwekking van hernieuwbare elektriciteit

    Technologie om de algehele omzettingsefficiëntie op te voeren, waardoor de kosten van elektriciteitsopwekking uit eigen hernieuwbare energiebronnen worden gedrukt, en ontwikkeling en demonstratie van technologie die geschikt is voor uiteenlopende regionale omstandigheden.

    Productie van hernieuwbare brandstoffen

    Geïntegreerde omzettingstechnologie: ontwikkeling van vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen die uit hernieuwbare energiebronnen worden geproduceerd, en verlaging van de kosten per eenheid daarvan, gericht op een kosteneffectieve productie en toepassing van koolstofneutrale brandstoffen, met name vloeibare biobrandstoffen voor het vervoer.

    Technologie voor de vastlegging en opslag van CO 2 ten behoeve van elektriciteitsopwekking met bijna-nulemissie

    Een ingrijpende beperking van de milieueffecten van het gebruik van fossiele brandstoffen, gericht op zeer efficiënte elektriciteitscentrales met bijna-nulemissie, op basis van technologie voor de vastlegging en opslag van CO2.

    Schone technologie voor kolen

    Aanzienlijke verbeteringen in de efficiëntie, betrouwbaarheid en kosten van installaties via de ontwikkeling en demonstratie van schone technologie voor de omzetting van kolen. Dit omvat tevens verdere acties voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van efficiënte technologieën op het gebied van de verbranding van hout als methode voor de productie van biokolen en voor de opwekking van duurzame energie.

    Slimme energienetten

    Verbetering van de efficiëntie, veiligheid en betrouwbaarheid van de Europese elektriciteitsnetten, alsook van het vermogen om de door de markten voortgebrachte energiestromen te beheren. Langetermijnplanning van de ontwikkeling van het pan-Europese elektriciteitsnet in het kader van het initiatief voor een Europees elektriciteitsnet. Opheffing van belemmeringen voor een grootschalige toepassing en effectieve integratie van decentrale en hernieuwbare energiebronnen.

    Energie-efficiëntie en energiebesparing

    Nieuwe concepten en technologieën voor de verbetering van de energie-efficiëntie en energiebesparing voor gebouwen, diensten en de industrie. Dit omvat de integratie van strategieën en technologieën voor energie-efficiëntie, het gebruik van nieuwe en hernieuwbare energietechnologieën en beheersing van de vraag naar energie.

    Gezien hun belangrijke bijdrage aan toekomstige duurzame energiesystemen, zullen hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie bij het eindgebruik de hoofdonderdelen van dit thema vormen in de periode 2007-2013, en zullen zij er vanaf 2012 ten minste twee derde van uitmaken.. Daarbij wordt de nadruk gelegd op activiteiten die de ontwikkeling van de initiatieven van het SET-plan het best ondersteunen in het kader van de Technology Roadmaps.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel vormt van de algemene begroting.

    Een deel van deze kredieten is bedoeld ter bevordering van gemeenschappelijke benaderingen van mondiale uitdagingen zoals energiebevoorradingszekerheid en grondstoffenschaarste en dat door middel van het bijeenbrengen van middelen en het uitwisselen van goede praktijken voor meer onderzoek en ontwikkeling op het gebied van energie. Maatregelen zijn gericht op het verbeteren van de doeltreffendheid van acties van de internationale gemeenschap en zullen een aanvulling vormen op bestaande mechanismen. De kredieten zullen gebruikt worden voor de financiering van innoverende, door Europese en derde landen gezamenlijk ontwikkelde maatregelen; het toepassingsbereik van die maatregelen gaat verder dan wat door één land kan worden ondernomen en dan wat momenteel in het kader van de bestaande wetgevingsinstrumenten beschikbaar is. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de subsidies. Zij zal helpen om spelers op mondiaal niveau bij onderzoekspartnerschappen te betrekken, om innovatie op het gebied van veilige, schone en efficiënte energie te bevorderen.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    08 05 02     Samenwerking — Energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    15 006 000

    13 190 453

    10 374 000

    30 756 719

    55 489 960,—

    32 871 634,—

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie-activiteiten (2007-2013) en met name de thema’s Energie, Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën, Milieu (met inbegrip van klimaatverandering) en Vervoer (met inbegrip van luchtvaart) van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij is met name belast met: de opdracht om Europa wereldwijd een voortrekkersrol te laten spelen op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologieën en de marktdoorbraak van deze technologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten de substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTD) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen om markttekortkomingen te ondervangen; de centraalstelling van de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijking daardoor van extra inspanningen van de industrie voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de OTD-prioriteiten van de gezamenlijke technologie-initiatieven inzake brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

    08 05 03     Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 239 000

    1 224 651

    1 239 000

    1 124 084

    1 073 889,—

    1 081 204,80

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie-activiteiten (2007-2013) en met name de thema’s Energie, Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën, Milieu (met inbegrip van klimaatverandering) en Vervoer (met inbegrip van luchtvaart) van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij is met name belast met: de opdracht om Europa wereldwijd een voortrekkersrol te laten spelen op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologieën en de marktdoorbraak van deze technologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten de substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTD) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen om markttekortkomingen te ondervangen; de centraalstelling van de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijking daardoor van extra inspanningen van de industrie voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de OTD-prioriteiten van de gezamenlijke technologie-initiatieven inzake brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

    HOOFDSTUK 08 06 — SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 06

    SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING)

    08 06 01

    Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)

    1.1

    335 135 000

    239 976 301

    280 840 359

    250 986 065

    254 457 516,23

    267 143 697,11

    08 06 02

    Samenwerking — Milieu — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    1.1

    3 951 000

    2 671 697

    4 433 000

    2 153 814

    4 018 415,—

    1 988 675,—

     

    Hoofdstuk 08 06 — Totaal

     

    339 086 000

    242 647 998

    285 273 359

    253 139 879

    258 475 931,23

    269 132 372,11

    08 06 01     Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    335 135 000

    239 976 301

    280 840 359

    250 986 065

    254 457 516,23

    267 143 697,11

    Toelichting

    Milieuonderzoek zal binnen het zevende kaderprogramma worden geïmplementeerd via het thema „Milieu (inclusief klimaatverandering)”. Het doel is het bevorderen van een duurzaam beheer van het natuurlijke en menselijke milieu en zijn rijkdommen door onze kennis over de interacties tussen biosfeer, ecosystemen en menselijke activiteiten te verbeteren en nieuwe technologieën, instrumenten en diensten te ontwikkelen teneinde mondiale milieukwesties op geïntegreerde wijze te benaderen. De nadruk zal liggen op prognoses van veranderingen in klimaatsystemen, ecologische systemen en aard- en oceaansystemen; en op instrumenten en op technologieën voor monitoring, preventie en mitigatie van de druk op en risico’s voor het milieu, met inbegrip van de menselijke gezondheid, en voor de duurzaamheid van het natuurlijke en door de mens gecreëerde milieu.

    Onderzoek in verband met dit thema zal bijdragen tot de uitvoering van internationale verbintenissen en initiatieven zoals wereldwijde aardobservatie (global earth observation — GEO). Bovendien zullen hiermee de onderzoeksbehoeften worden ondersteund die voortkomen uit de bestaande en toekomstige wetgeving en beleidslijnen van de Unie, gerelateerde thematische strategieën en de actieplannen inzake milieutechnologieën en inzake milieu en gezondheid. Het onderzoek zal ook technologische ontwikkelingen in de hand werken die de marktpositionering van de Europese ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen, zullen verbeteren op gebieden zoals milieutechnologieën.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    08 06 02     Samenwerking — Milieu — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 951 000

    2 671 697

    4 433 000

    2 153 814

    4 018 415,—

    1 988 675,—

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie-activiteiten (2007-2013) en met name de thema’s Energie, Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën, Milieu (met inbegrip van klimaatverandering) en Vervoer (met inbegrip van luchtvaart) van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij is met name belast met: de opdracht om Europa wereldwijd een voortrekkersrol te laten spelen op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologieën en de marktdoorbraak van deze technologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten de substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTD) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen om markttekortkomingen te ondervangen; de centraalstelling van de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijking daardoor van extra inspanningen van de industrie voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de OTD-prioriteiten van de gezamenlijke technologie-initiatieven inzake brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

    HOOFDSTUK 08 07 — SAMENWERKING — VERVOER (INCLUSIEF LUCHTVAART)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 07

    SAMENWERKING — VERVOER (INCLUSIEF LUCHTVAART)

    08 07 01

    Samenwerking — Vervoer (inclusief luchtvaart)

    1.1

    311 890 000

    309 711 246

    323 818 270

    289 945 649

    261 570 437,20

    276 720 957,43

    08 07 02

    Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

    1.1

    226 514 477

    121 725 043

    137 460 000

    131 555 035

    153 560 786,—

    114 423 095,—

    08 07 03

    Samenwerking — Vervoer — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

    1.1

    2 888 523

    2 361 333

    2 540 000

    2 304 418

    2 718 031,68

    2 585 807,36

    08 07 04

    Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    1.1

    17 526 000

    10 672 950

    19 666 000

    7 129 179

    15 060 098,—

    2 807 542,—

     

    Hoofdstuk 08 07 — Totaal

     

    558 819 000

    444 470 572

    483 484 270

    430 934 281

    432 909 352,88

    396 537 401,79

    08 07 01     Samenwerking — Vervoer (inclusief luchtvaart)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    311 890 000

    309 711 246

    323 818 270

    289 945 649

    261 570 437,20

    276 720 957,43

    Toelichting

    Voor het zevende kaderprogramma dat de periode 2007-2013 bestrijkt, is een geïntegreerde aanpak voorgesteld die alle vervoersmodaliteiten (luchtvaart, wegvervoer, spoorvervoer, vervoer over water) koppelt, betrekking heeft op de sociaaleconomische en technologische dimensies van onderzoek en kennisontwikkeling en zowel innovatie als het beleidskader omvat, in overeenstemming met het Witboek over vervoer en de geactualiseerde versies van de strategische onderzoeksagenda's van de vier technologieplatforms op het gebied van vervoer. Uitgaande van technologische vorderingen bestaat het algemene doel in de ontwikkeling van geïntegreerde, „groenere”, „slimmere” en veiligere pan-Europese vervoerssystemen ten behoeve van de burger en de maatschappij, met respect voor het milieu en de natuurlijke rijkdommen, en het verzekeren en verder ontwikkelen van het concurrentievermogen en de leidende rol die de Europese bedrijven op de mondiale markt hebben bereikt.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    08 07 02     Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    226 514 477

    121 725 043

    137 460 000

    131 555 035

    153 560 786,—

    114 423 095,—

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma en in het bijzonder van het thema „Vervoer (waaronder de luchtvaart)” van het specifieke programma „Samenwerking”.

    De doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky zijn als volgt:

    in de Unie de ontwikkeling, validering en demonstratie van schone luchtvaarttechnologieën versnellen, zodat ze zo spoedig mogelijk kunnen worden ingezet;

    voor een coherente uitvoering van Europees onderzoek gericht op milieuverbeteringen op het gebied van luchtvervoer zorgen;

    een radicaal innovatief luchtvervoersysteem creëren door geavanceerde technologieën te integreren en full-scale demonstratiemodellen te produceren, met als uiteindelijk doel de milieubelasting van het luchtvervoer te verminderen door op significante wijze de geluidshinder en de gasemissies te reduceren en het brandstofverbruik van vliegtuigen te verminderen;

    de productie van nieuwe kennis en innovatie bespoedigen en sneller onderzoeksresultaten gebruiken om aan te tonen dat, in een volledig geïntegreerd systeem van systemen en in de juiste operationele omgeving, desbetreffende technieken werken, hetgeen tot een versterking van het industriële concurrentievermogen leidt.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1).

    08 07 03     Samenwerking — Vervoer — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 888 523

    2 361 333

    2 540 000

    2 304 418

    2 718 031,68

    2 585 807,36

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma en in het bijzonder van het thema „Vervoer (waaronder de luchtvaart)” van het specifieke programma „Samenwerking”.

    De doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky zijn als volgt:

    in de Unie de ontwikkeling, validering en demonstratie van schone luchtvaarttechnologieën versnellen, zodat ze zo spoedig mogelijk kunnen worden ingezet;

    voor een coherente uitvoering van Europees onderzoek gericht op milieuverbeteringen op het gebied van luchtvervoer zorgen;

    een radicaal innovatief luchtvervoersysteem creëren door geavanceerde technologieën te integreren en full-scale demonstratiemodellen te produceren, met als uiteindelijk doel de milieubelasting van het luchtvervoer te verminderen door op significante wijze de geluidshinder en de gasemissies te reduceren en het brandstofverbruik van vliegtuigen te verminderen;

    de productie van nieuwe kennis en innovatie bespoedigen en sneller onderzoeksresultaten gebruiken om aan te tonen dat, in een volledig geïntegreerd systeem van systemen en in de juiste operationele omgeving, desbetreffende technieken werken, hetgeen tot een versterking van het industriële concurrentievermogen leidt.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1).

    08 07 04     Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    17 526 000

    10 672 950

    19 666 000

    7 129 179

    15 060 098,—

    2 807 542,—

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie-activiteiten (2007-2013) en met name de thema’s Energie, Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën, Milieu (met inbegrip van klimaatverandering) en Vervoer (met inbegrip van luchtvaart) van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij is met name belast met: de opdracht om Europa wereldwijd een voortrekkersrol te laten spelen op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologieën en de marktdoorbraak van deze technologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten de substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTD) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen om markttekortkomingen te ondervangen; de centraalstelling van de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijking daardoor van extra inspanningen van de industrie voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de OTD-prioriteiten van de gezamenlijke technologie-initiatieven inzake brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

    HOOFDSTUK 08 08 — SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 08

    SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN

    08 08 01

    Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen

    1.1

    112 181 000

    55 311 934

    92 395 240

    54 274 481

    86 360 644,74

    49 364 837,18

     

    Hoofdstuk 08 08 — Totaal

     

    112 181 000

    55 311 934

    92 395 240

    54 274 481

    86 360 644,74

    49 364 837,18

    08 08 01     Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    112 181 000

    55 311 934

    92 395 240

    54 274 481

    86 360 644,74

    49 364 837,18

    Toelichting

    De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is het mobiliseren in een coherente inspanning, die recht doet aan de rijkdom en diversiteit ervan, van de onderzoekscapaciteit op het gebied van de economische, politieke, historische, sociale en menswetenschappen die noodzakelijk zijn voor het ontwikkelen van het begrip en de aanpak van problemen in verband met het opkomen van de kennismaatschappij en nieuwe vormen van relaties tussen de mensen onderling en tussen de bevolking en de instellingen.

    Met een deel van de acties moet een analyse worden gemaakt vanuit een historisch perspectief van de wettelijke, sociale, economische en politieke kwesties die verband houden met de ontwikkeling van het proces van de Europese eenmaking (de constitutionele cultuur en wettelijke tradities van de lidstaten en de Unie, de ontwikkeling van een Europese civiele maatschappij, het economische beleid van de lidstaten en de Europese economische beleidsaansturing, de nationale politieke cultuur en Europa).

    Een deel van dit krediet moet worden gebruikt voor het uitvoeren van onderzoek naar het bereik, de omvang en de soorten vrijwilligerswerk in de Unie.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    HOOFDSTUK 08 09 — SAMENWERKING — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 09

    SAMENWERKING — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

    08 09 01

    Samenwerking — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

    1.1

    p.m.

    p.m.

    198 004 478

    181 450 215

    204 760 000,—

    204 760 000,—

     

    Hoofdstuk 08 09 — Totaal

     

    p.m.

    p.m.

    198 004 478

    181 450 215

    204 760 000,—

    204 760 000,—

    08 09 01     Samenwerking — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    198 004 478

    181 450 215

    204 760 000,—

    204 760 000,—

    Toelichting

    Het doel van de risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF) is het bevorderen van private investeringen in onderzoek door het verbeteren van de toegang tot financiering met vreemd vermogen voor deelnemers aan grote Europese onderzoeksprojecten. De RDFF zal de Europese Investeringsbank in staat stellen direct en indirect (via zijn netwerk van intermediaire banken) zijn portefeuille van leningen aan deelnemers aan dergelijke projecten uit te breiden.

    De RDFF zal bijdragen aan de uitvoering van de Europa-2020-strategie, met name aan de realisering van de 3 %-doelstelling van investeringen in onderzoek, door te helpen de marktdeficiënties te ondervangen, het totale bedrag van voor onderzoek beschikbare middelen te verhogen en de bronnen ervan te diversifiëren.

    In overeenstemming met de resultaten van de tussentijdse herziening van de RDFF wordt de Commissie verzocht nieuwe risicodelende modellen te testen met de EIB-groep, op basis van een portfolio first loss piece-benadering, om de ondersteuning van risicovollere onderzoeks- en innovatie-intensieve projecten mogelijk te maken. Tevens moet binnen de RDFF een specifiek instrument worden ingevoerd op basis van dezelfde risicodelende benadering ter ondersteuning van onderzoeksintensieve en innovatieve KMO's en kleine mid-capbedrijven die investeren in onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Hiermee moet de toegang tot financiering voor een belangrijke doelgroep gemakkelijker worden gemaakt.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    HOOFDSTUK 08 10 — IDEEËN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 10

    IDEEËN

    08 10 01

    Ideeën

    1.1

    1 707 158 000

    989 690 500

    1 564 948 330

    848 082 810

    1 332 343 546,24

    733 822 780,52

     

    Hoofdstuk 08 10 — Totaal

     

    1 707 158 000

    989 690 500

    1 564 948 330

    848 082 810

    1 332 343 546,24

    733 822 780,52

    08 10 01     Ideeën

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 707 158 000

    989 690 500

    1 564 948 330

    848 082 810

    1 332 343 546,24

    733 822 780,52

    Toelichting

    Het algemene doel van de activiteiten in het kader van het specifieke programma „Ideeën” door de oprichting van de Europese Onderzoeksraad is het identificeren van de beste onderzoeksteams in Europa en het stimuleren van „grensverleggend onderzoek” door het financieren van multidisciplinaire projecten met een hoge risicofactor die enkel worden geëvalueerd volgens het criterium „excellentie” zoals beoordeeld door vakgenoten op Europese schaal, waarbij met name de totstandbrenging wordt gestimuleerd van netwerken van onderzoeksgroepen in verschillende landen om de totstandkoming van een Europese wetenschappelijke gemeenschap te bevorderen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

    HOOFDSTUK 08 12 — CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 12

    CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

    08 12 01

    Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

    1.1

    74 663 000

    128 463 844

    50 228 387

    126 769 285

    160 066 351,28

    205 691 420,—

     

    Hoofdstuk 08 12 — Totaal

     

    74 663 000

    128 463 844

    50 228 387

    126 769 285

    160 066 351,28

    205 691 420,—

    08 12 01     Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    74 663 000

    128 463 844

    50 228 387

    126 769 285

    160 066 351,28

    205 691 420,—

    Toelichting

    De algemene doelstelling van de werkzaamheden in dit kader is de totstandkoming te bevorderen van een complex van onderzoeksinfrastructuren van het hoogste niveau in Europa en een optimaal gebruik daarvan op Europese schaal te stimuleren.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

    HOOFDSTUK 08 13 — CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 13

    CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S)

    08 13 01

    Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's)

    1.1

    273 226 000

    215 923 122

    251 176 486

    182 498 997

    229 311 140,02

    172 825 421,02

     

    Hoofdstuk 08 13 — Totaal

     

    273 226 000

    215 923 122

    251 176 486

    182 498 997

    229 311 140,02

    172 825 421,02

    08 13 01     Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    273 226 000

    215 923 122

    251 176 486

    182 498 997

    229 311 140,02

    172 825 421,02

    Toelichting

    Deze specifieke activiteiten, die dienen ter ondersteuning van het Europese concurrentievermogen en het ondernemingen- en innovatiebeleid, hebben tot doel de Europese kleine en middelgrote ondernemingen op traditionele of nieuwe gebieden te helpen om hun technologische capaciteit te versterken en hun capaciteit te ontwikkelen om op Europees en internationaal niveau te opereren. Dit onderzoek vormt een aanvulling op het onderzoek met betrekking tot de prioritaire thema’s. De activiteiten moeten toegespitst zijn op ideeën die uiteindelijk van toepassing kunnen zijn op de ontwikkeling van innovatieve producten en diensten waarvan kmo's kunnen genieten.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

    HOOFDSTUK 08 14 — CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 14

    CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S

    08 14 01

    Capaciteiten — Kennisregio's

    1.1

    27 231 000

    16 506 599

    20 078 078

    18 299 254

    19 304 773,—

    16 581 088,49

     

    Hoofdstuk 08 14 — Totaal

     

    27 231 000

    16 506 599

    20 078 078

    18 299 254

    19 304 773,—

    16 581 088,49

    08 14 01     Capaciteiten — Kennisregio's

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    27 231 000

    16 506 599

    20 078 078

    18 299 254

    19 304 773,—

    16 581 088,49

    Toelichting

    Dit bedrag wordt voorbehouden voor de financiering van projecten om het onderzoekspotentieel van Europese regio's te versterken, met name door in heel Europa de ontwikkeling van regionale „door onderzoek aangestuurde clusters” waarbij regionale autoriteiten, universiteiten, onderzoekscentra, ondernemingen en andere belanghebbenden betrokken zijn, te stimuleren en te ondersteunen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

    HOOFDSTUK 08 15 — CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 15

    CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL

    08 15 01

    Capaciteiten — Onderzoekspotentieel

    1.1

    73 939 000

    55 351 471

    66 609 035

    56 521 742

    65 320 488,—

    52 934 445,55

     

    Hoofdstuk 08 15 — Totaal

     

    73 939 000

    55 351 471

    66 609 035

    56 521 742

    65 320 488,—

    52 934 445,55

    08 15 01     Capaciteiten — Onderzoekspotentieel

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    73 939 000

    55 351 471

    66 609 035

    56 521 742

    65 320 488,—

    52 934 445,55

    Toelichting

    Teneinde onderzoekers en instellingen uit de regio's die in het kader van de convergentiedoelstelling in aanmerking komen voor financiering door de structuurfondsen en ultraperifere regio's van de Unie te helpen bijdragen tot de algemene Europese onderzoeksinspanning en bovendien te helpen profiteren van de bestaande kennis en ervaring in andere regio's van Europa, beoogt deze actie het scheppen van de voorwaarden die hen in staat stellen om hun potentieel te benutten en hen helpen om de Europese onderzoeksruimte volledig tot stand te brengen in de uitgebreide Unie.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

    HOOFDSTUK 08 16 — CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 16

    CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ

    08 16 01

    Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij

    1.1

    63 376 000

    32 080 131

    44 828 259

    27 650 291

    45 864 192,—

    31 194 908,—

     

    Hoofdstuk 08 16 — Totaal

     

    63 376 000

    32 080 131

    44 828 259

    27 650 291

    45 864 192,—

    31 194 908,—

    08 16 01     Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    63 376 000

    32 080 131

    44 828 259

    27 650 291

    45 864 192,—

    31 194 908,—

    Toelichting

    Met het oog op het bouwen van een effectieve en democratische Europese kennismaatschappij is het doel van de onder deze rubriek uitgevoerde acties het stimuleren van de harmonieuze integratie van wetenschappelijke en technologische inspanningen en gerelateerd onderzoeksbeleid in het Europese sociale web.

    Onder deze rubriek uitgevoerde acties zullen ook dienen ter ondersteuning van de coördinatie van nationaal onderzoeksbeleid en de monitoring en analyse van aan onderzoek gerelateerd beleid en industriële strategieën.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

    HOOFDSTUK 08 17 — CAPACITEITEN — INTERNATIONALE SAMENWERKINGSACTIVITEITEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 17

    CAPACITEITEN — INTERNATIONALE SAMENWERKINGSACTIVITEITEN

    08 17 01

    Capaciteiten — Internationale samenwerkingsactiviteiten

    1.1

    39 683 000

    27 277 402

    32 102 471

    31 917 093

    28 937 707,—

    19 496 817,—

     

    Hoofdstuk 08 17 — Totaal

     

    39 683 000

    27 277 402

    32 102 471

    31 917 093

    28 937 707,—

    19 496 817,—

    08 17 01     Capaciteiten — Internationale samenwerkingsactiviteiten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    39 683 000

    27 277 402

    32 102 471

    31 917 093

    28 937 707,—

    19 496 817,—

    Toelichting

    De algemene doelstelling van de internationale samenwerkingsactiviteiten die in het raam van het hoofdstuk „Capaciteiten” van het zevende kaderprogramma worden uitgevoerd, is bij te dragen tot de totstandbrenging van een sterk en samenhangend wetenschaps- en technologiebeleid van de Unie door de ontwikkeling van strategische partnerschappen met derde landen en het aanpakken van de specifieke problemen van die derde landen en de problemen op wereldvlak. Bij deze activiteiten worden de volgende groepen derde landen betrokken: de kandidaat-lidstaten, de geassocieerde en geïndustrialiseerde landen, alsook de partnerlanden voor de internationale samenwerking (Azië, Latijns-Amerika, Oost-Europa en Centraal-Azië, de Afrikaanse en Caribische landen en de landen van de Stille Zuidzee, de mediterrane partnerlanden en de landen van de westelijke Balkan).

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Een deel van dit krediet is bedoeld om gemeenschappelijke benaderingen te bevorderen van belangrijke mondiale uitdagingen, bijvoorbeeld een ICT-strategie die niet alleen concurreert met de snel opkomende ICT-markten (bijvoorbeeld in Azië), maar ook normen vaststelt voor een mondiale beleidsvoering op het gebied van ICT in dienst van de Europese waarden; doel is de middelen te bundelen en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen om het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie op het gebied van ICT vooruit te helpen. De maatregelen zullen erop gericht zijn de doeltreffendheid van de acties van de internationale gemeenschap te verbeteren en zullen de bestaande mechanismen en succesvolle werkrelaties aanvullen. Een deel van deze kredieten is bedoeld ter bevordering van gemeenschappelijke benaderingen van mondiale uitdagingen zoals energiebevoorradingszekerheid en grondstoffenschaarste en dat door middel van het bijeenbrengen van middelen en het uitwisselen van goede praktijken voor meer onderzoek en ontwikkeling op het gebied van energie. De kredieten zullen gebruikt worden voor de financiering van innoverende, door Europese en derde landen gezamenlijk ontwikkelde maatregelen; het toepassingsbereik van die maatregelen gaat verder dan wat door één land kan worden ondernomen en dan wat momenteel in het kader van de bestaande wetgevingsinstrumenten beschikbaar is. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de subsidies. De actie zal helpen om spelers op mondiaal niveau bij onderzoekspartnerschappen te betrekken, om zowel de Unie als haar partners voor te bereiden op hun leidende rol met betrekking tot de vaststelling van toekomstige ICT-normen en om innovatie op het gebied van ICT en op het gebied van veilige, schone en efficiënte energie te bevorderen.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

    HOOFDSTUK 08 18 — CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 18

    CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

    08 18 01

    Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

    1.1

    50 000 000

    49 420 956

    p.m.

    p.m.

    51 190 000,—

    51 190 000,—

     

    Hoofdstuk 08 18 — Totaal

     

    50 000 000

    49 420 956

    p.m.

    p.m.

    51 190 000,—

    51 190 000,—

    08 18 01     Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    50 000 000

    49 420 956

    p.m.

    p.m.

    51 190 000,—

    51 190 000,—

    Toelichting

    Het doel van de risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF) is het bevorderen van private investeringen in onderzoek door het verbeteren van de toegang tot financiering met vreemd vermogen voor deelnemers aan Europese onderzoeksinfrastructuren. De RDFF zal de Europese Investeringsbank in staat stellen direct en indirect (via zijn netwerk van intermediaire banken) zijn portefeuille van leningen aan deelnemers aan dergelijke infrastructuren uit te breiden.

    De RDFF zal bijdragen aan de uitvoering van de Europa2020-strategie, met name aan de realisering van de 3 %-doelstelling van investeringen in onderzoek, door te helpen de marktdeficiënties te ondervangen, het totale bedrag van voor onderzoek beschikbare middelen te verhogen en de bronnen ervan te diversifiëren.

    In overeenstemming met de resultaten van de tussentijdse herziening van de RDFF wordt de Commissie verzocht nieuwe risicodelende modellen te testen met de EIB-groep, op basis van een portfolio first loss piece-benadering, om de financiering met vreemd vermogen voor strategische uniale onderzoeksinfrastructuur te vergemakkelijken.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

    HOOFDSTUK 08 19 — CAPACITEITEN — ONDERSTEUNING VAN DE COHERENTE ONTWIKKELING VAN HET ONDERZOEKSBELEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 19

    CAPACITEITEN — ONDERSTEUNING VAN DE COHERENTE ONTWIKKELING VAN HET ONDERZOEKSBELEID

    08 19 01

    Capaciteiten — Ondersteuning van de coherente ontwikkeling van het onderzoeksbeleid

    1.1

    13 411 000

    8 895 772

    13 101 602

    9 434 504

    10 037 335,—

    5 762 666,99

     

    Hoofdstuk 08 19 — Totaal

     

    13 411 000

    8 895 772

    13 101 602

    9 434 504

    10 037 335,—

    5 762 666,99

    08 19 01     Capaciteiten — Ondersteuning van de coherente ontwikkeling van het onderzoeksbeleid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    13 411 000

    8 895 772

    13 101 602

    9 434 504

    10 037 335,—

    5 762 666,99

    Toelichting

    Een van de topprioriteiten van de Europa-2020-strategie is het optrekken van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling tot 3 % van het BBP en het verbeteren van de doeltreffendheid van die investeringsinspanning. De ontwikkeling van een samenhangende mix van beleidslijnen om openbare en particuliere investeringen in onderzoek te bevorderen, is een hoofdopdracht voor de overheidsinstanties. De acties in dit kader hebben tot doel de ontwikkeling van een effectief en samenhangend onderzoeksbeleid op regionaal, nationaal en uniaal niveau te ondersteunen, meer bepaald door de levering van gestructureerde informatie, indicatoren en analysen en via acties die gericht zijn op de coördinatie van het onderzoeksbeleid, met name door de toepassing van de open coördinatiemethode op dit beleid.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

    HOOFDSTUK 08 20 — EURATOM — FUSIE-ENERGIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 20

    EURATOM — FUSIE-ENERGIE

    08 20 01

    Euratom — Fusie-energie

    1.1

    71 845 000

    78 454 779

    61 374 000

    59 610 025

    44 330 000,—

    44 680 805,68

    08 20 02

    Euratom — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E)

    1.1

    865 510 000

    494 812 495

    1 067 900 000

    312 239 530

    351 760 000,—

    190 435 799,—

     

    Hoofdstuk 08 20 — Totaal

     

    937 355 000

    573 267 274

    1 129 274 000

    371 849 555

    396 090 000,—

    235 116 604,68

    08 20 01     Euratom — Fusie-energie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    71 845 000

    78 454 779

    61 374 000

    59 610 025

    44 330 000,—

    44 680 805,68

    Toelichting

    Door middel van kernfusie zou een bijna onbeperkte hoeveelheid schone energie kunnen worden opgewekt, waarbij ITER de onontbeerlijke volgende stap in het proces naar dit uiteindelijke doel vormt. De realisering van het ITER-project staat dan ook centraal in de huidige strategie van de Unie. Een en ander moet vergezeld gaan van een sterk en gericht Europees O&O-programma ter voorbereiding van de exploitatie van ITER en ter ontwikkeling van de technologieën en kennisbasis die gedurende de exploitatie van ITER en daarna nodig zijn.

    Rechtsgronden

    Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

    Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/976/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

    Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

    Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

    Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

    08 20 02     Euratom — Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (F4E)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    865 510 000

    494 812 495

    1 067 900 000

    312 239 530

    351 760 000,—

    190 435 799,—

    Toelichting

    Door middel van kernfusie zou een bijna onbeperkte hoeveelheid schone energie kunnen worden opgewekt, waarbij ITER de onontbeerlijke volgende stap in het proces naar dit uiteindelijke doel vormt. Hiertoe werd, in de vorm van een gemeenschappelijke onderneming, de Europese Organisatie voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie opgericht. Deze Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (fusie voor energie) heeft de volgende taken:

    a)

    het leveren van de bijdrage van Euratom aan de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie;

    b)

    het leveren van de bijdrage van Euratom aan de activiteiten in het kader van de bredere aanpak met Japan voor de snelle verwezenlijking van fusie-energie;

    c)

    het uitvoeren van een programma van activiteiten ter voorbereiding van de bouw van een demonstratiefusiereactor en gerelateerde faciliteiten inclusief de International Fusion Materials Irradiation Facility (IFMIF).

    Rechtsgronden

    Besluit van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, van de regeling inzake de voorlopige toepassing van deze Overeenkomst, alsmede van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project.

    Beschikking 2006/943/Euratom van de Commissie van 17 november 2006 inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 60).

    Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

    Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

    Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

    Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

    Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

    Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

    HOOFDSTUK 08 21 — EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 21

    EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING

    08 21 01

    Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

    1.1

    55 839 000

    49 420 956

    54 105 000

    49 898 809

    52 000 000,—

    35 780 564,—

     

    Hoofdstuk 08 21 — Totaal

     

    55 839 000

    49 420 956

    54 105 000

    49 898 809

    52 000 000,—

    35 780 564,—

    08 21 01     Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    55 839 000

    49 420 956

    54 105 000

    49 898 809

    52 000 000,—

    35 780 564,—

    Toelichting

    Doel van deze actie is de totstandbrenging van een gezonde wetenschappelijke en technische basis ter versnelling van de praktische ontwikkelingen voor het veiliger beheer van langlevend radioactief afval, de bevordering van veiligere, meer hulpmiddelenefficiënte en concurrerende exploitatie van kernenergie en de zorg voor een robuust en sociaal aanvaardbaar systeem van bescherming van mens en milieu tegen de effecten van ioniserende straling.

    Rechtsgronden

    Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

    Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

    Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

    Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

    Besluit 2012/94/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door middel van werkzaamheden onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 33).

    HOOFDSTUK 08 22 — VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 22

    VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN

    08 22 01

    Voltooiing van programma’s van vóór 1999

    1.1

    0,—

    0,—

    08 22 02

    Voltooiing van het vijfde kaderprogramma (1998-2002)

    08 22 02 01

    Voltooiing van het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (1998-2002)

    1.1

    145 091,43

    809 398,11

    08 22 02 02

    Voltooiing van het vijfde kaderprogramma van Euratom (1998-2002)

    1.1

    0,—

    28 456,—

     

    Artikel 08 22 02 — Subtotaal

     

    145 091,43

    837 854,11

    08 22 03

    Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006)

    08 22 03 01

    Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2003-2006)

    1.1

    24 960 548

    108 870 129

    810 136,85

    306 357 331,62

    08 22 03 02

    Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2003-2006)

    1.1

    1 780 143

    4 989 881

    87 868,77

    9 521 790,—

     

    Artikel 08 22 03 — Subtotaal

     

    26 740 691

    113 860 010

    898 005,62

    315 879 121,62

    08 22 04

    Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    207 592 334,03

    201 226 711,85

     

    Hoofdstuk 08 22 — Totaal

     

    p.m.

    26 740 691

    p.m.

    113 860 010

    208 635 431,08

    517 943 687,58

    08 22 01     Voltooiing van programma’s van vóór 1999

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bijdrage van de lidstaten van de EVA is uitsluitend afkomstig van hun deelneming aan de niet-nucleaire activiteiten van het kaderprogramma.

    Dit artikel dient ook ter dekking van andere jaarlijkse werkzaamheden buiten het kaderprogramma.

    Rechtsgronden

    Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

    Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

    Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

    Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

    Besluit 94/268/Euratom van de Raad van 26 april 1994 betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998) (PB L 115 van 6.5.1994, blz. 31).

    Besluit 96/253/Euratom van de Raad van 4 maart 1996 tot aanpassing van Besluit 94/268/Euratom betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 72).

    Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

    Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

    08 22 02     Voltooiing van het vijfde kaderprogramma (1998-2002)

    08 22 02 01   Voltooiing van het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (1998-2002)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    145 091,43

    809 398,11

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

    Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

    Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

    Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

    Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

    Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

    Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

    08 22 02 02   Voltooiing van het vijfde kaderprogramma van Euratom (1998-2002)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    0,—

    28 456,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34).

    08 22 03     Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006)

    08 22 03 01   Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2003-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    24 960 548

    108 870 129

    810 136,85

    306 357 331,62

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

    Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

    Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

    Beschikking nr. 1209/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan een programma voor onderzoek en ontwikkeling met het oog op de ontwikkeling van nieuwe klinische interventies voor de bestrijding van hiv/aids, malaria en tuberculose door middel van een partnerschap op lange termijn tussen Europa en de ontwikkelingslanden, opgezet door verscheidene lidstaten (PB L 169 van 8.7.2003, blz. 1).

    08 22 03 02   Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2003-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 780 143

    4 989 881

    87 868,77

    9 521 790,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34).

    Beschikking 2002/837/Euratom van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma (Euratom) voor onderzoek en opleiding op het gebied van kernenergie (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 74).

    08 22 04     Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    207 592 334,03

    201 226 711,85

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    HOOFDSTUK 08 23 — ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    08 23

    ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

    08 23 01

    Onderzoeksprogramma staal

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    45 104 419,47

    38 438 312,11

    08 23 02

    Onderzoeksprogramma kolen

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    16 093 214,53

    12 561 313,—

     

    Hoofdstuk 08 23 — Totaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    61 197 634,—

    50 999 625,11

    08 23 01     Onderzoeksprogramma staal

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    45 104 419,47

    38 438 312,11

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking, in het kader van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal, van de financiering van onderzoeksprojecten in de staalsector die buiten het kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling vallen.

    De kredieten voor 2013 zullen worden bepaald overeenkomstig het resultaat van de EGKS in liquidatie op 31 december 2010 en zullen worden opgevoerd in de balans van de EGKS in liquidatie op 31 december 2010 (bestemmingsontvangsten). Overeenkomstig artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de kredieten van het fonds bestemd voor de staalsector.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de ontvangsten die worden opgenomen in post 6 1 1 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding tot de opvoering van extra kredieten.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

    Beschikking 2003/77/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 25).

    08 23 02     Onderzoeksprogramma kolen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    16 093 214,53

    12 561 313,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking, in het kader van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal, van de financiering van onderzoeksprojecten in de steenkoolsector die buiten het kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling vallen.

    De kredieten voor 2013 zullen worden bepaald overeenkomstig het resultaat van de EGKS in liquidatie op 31 december 2010 en zullen worden opgevoerd in de balans van de EGKS in liquidatie op 31 december 2010 (bestemmingsontvangsten). Overeenkomstig artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 27,2 % van de kredieten van het fonds bestemd voor de steenkoolsector.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement geven de ontvangsten die worden opgenomen in post 6 1 1 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding tot de opvoering van extra kredieten.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

    Beschikking 2003/77/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 25).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERZOEK EN INNOVATIE

    BELEIDSSTRATEGIE EN — COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERZOEK EN INNOVATIE

    ONTWIKKELING VAN DE EUROPESE ONDERZOEKSRUIMTE

    OPBOUWEN VAN EEN INNOVATIE-UNIE

    TITEL 09

    COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    09 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

    127 323 333

    127 323 333

    127 943 271

    127 943 271

    130 507 307,38

    130 507 307,38

    Reserves (40 01 40)

     

     

    24 695

    24 695

     

     

     

    127 323 333

    127 323 333

    127 967 966

    127 967 966

    130 507 307,38

    130 507 307,38

    09 02

    REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA

    18 137 969

    25 334 774

    29 056 392

    28 279 731

    28 512 466,43

    22 646 762,44

    Reserves (40 02 41)

    391 985

    391 985

    391 985

    391 985

     

     

     

    18 529 954

    25 726 759

    29 448 377

    28 671 716

    28 512 466,43

    22 646 762,44

    09 03

    ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN

    144 265 000

    100 209 900

    132 850 000

    118 848 984

    125 326 164,64

    117 070 858,07

    09 04

    SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT)

    1 477 769 000

    1 081 959 402

    1 354 972 225

    1 056 806 757

    1 259 004 372,87

    1 123 509 307,61

    09 05

    CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

    37 403 000

    53 948 802

    31 349 262

    54 435 064

    93 135 086,—

    93 547 404,—

     

    Titel 09 — Totaal

    1 804 898 302

    1 388 776 211

    1 676 171 150

    1 386 313 807

    1 636 485 397,32

    1 487 281 639,50

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

    391 985

    391 985

    416 680

    416 680

     

     

     

    1 805 290 287

    1 389 168 196

    1 676 587 830

    1 386 730 487

    1 636 485 397,32

    1 487 281 639,50

    HOOFDSTUK 09 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    09 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE”

    09 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

    5

    39 554 559

    39 970 823

    39 951 059,85

    09 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inoud en technologie”

    09 01 02 01

    Extern personeel

    5

    2 330 831

    2 264 044

    2 487 696,—

    09 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    1 684 783

    1 856 338

    1 905 980,—

    Reserves (40 01 40)

     

     

    24 695

     

     

     

    1 684 783

    1 881 033

    1 905 980,—

     

    Artikel 09 01 02 — Subtotaal

     

    4 015 614

    4 120 382

    4 393 676,—

    Reserves (40 01 40)

     

     

    24 695

     

     

     

    4 015 614

    4 145 077

    4 393 676,—

    09 01 03

    Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inoud en technologie”

    5

    2 503 160

    2 552 066

    3 007 348,48

    09 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inoud en technologie”

    09 01 04 01

    Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    690 000

    690 000

    666 354,04

    09 01 04 03

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    1 480 000

    1 480 000

    1 511 095,82

    09 01 04 04

    Safer Internet programma — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    150 000

    200 000

    110 407,55

    09 01 04 06

    Andere maatregelen in de audiovisuele en mediasector — Uitgaven voor administratief beheer

    3.2

    p.m.

    p.m.

    48 065,78

     

    Artikel 09 01 04 — Subtotaal

     

    2 320 000

    2 370 000

    2 335 923,19

    09 01 05

    Ondersteunende uitgaven voor onderzoeksactiviteiten voor het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inoud en technologie”

    09 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    1.1

    48 600 000

    48 100 000

    48 854 791,80

    09 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    1.1

    12 875 000

    12 875 000

    11 869 448,58

    09 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    1.1

    17 455 000

    17 955 000

    20 095 059,48

     

    Artikel 09 01 05 — Subtotaal

     

    78 930 000

    78 930 000

    80 819 299,86

     

    Hoofdstuk 09 01 — Totaal

     

    127 323 333

    127 943 271

    130 507 307,38

    Reserves (40 01 40)

     

     

    24 695

     

     

     

    127 323 333

    127 967 966

    130 507 307,38

    09 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inhoud en technologie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    39 554 559

    39 970 823

    39 951 059,85

    09 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inoud en technologie”

    09 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 330 831

    2 264 044

    2 487 696,—

    09 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    09 01 02 11

    1 684 783

    1 856 338

    1 905 980,—

    Reserves (40 01 40)

     

    24 695

     

    Totaal

    1 684 783

    1 881 033

    1 905 980,—

    09 01 03     Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inoud en technologie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 503 160

    2 552 066

    3 007 348,48

    09 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inoud en technologie”

    09 01 04 01   Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    690 000

    690 000

    666 354,04

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 09 02 01.

    09 01 04 03   Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 480 000

    1 480 000

    1 511 095,82

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand met betrekking tot identificatie, voorbereiding, beheer, monitoring, audit en controle van het programma of de projecten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie de artikelen 09 03 01 en 09 03 02.

    09 01 04 04   Safer Internet programma — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    150 000

    200 000

    110 407,55

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie de posten 09 02 02 01 en 09 02 02 02.

    09 01 04 06   Andere maatregelen in de audiovisuele en mediasector — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    48 065,78

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 09 02 05.

    09 01 05     Ondersteunende uitgaven voor onderzoeksactiviteiten voor het beleidsterrein „Communicatienetwerken, inoud en technologie”

    09 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    48 600 000

    48 100 000

    48 854 791,80

    09 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    12 875 000

    12 875 000

    11 869 448,58

    09 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    17 455 000

    17 955 000

    20 095 059,48

    HOOFDSTUK 09 02 — REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    09 02

    REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA

    09 02 01

    Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

    1.1

    2 405 000

    1 976 838

    2 405 000

    1 814 502

    2 248 227,23

    1 946 650,47

    09 02 02

    Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

    09 02 02 01

    Safer Internet programma

    1.1

    2 700 000

    10 576 085

    14 700 000

    13 294 857

    14 753 861,13

    6 161 769,79

    09 02 02 02

    Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

    1.1

    p.m.

    75 302

    0,—

    2 739 239,24

     

    Artikel 09 02 02 — Subtotaal

     

    2 700 000

    10 576 085

    14 700 000

    13 370 159

    14 753 861,13

    8 901 009,03

    09 02 03

    Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

    09 02 03 01

    Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titels 1 en 2

    1.1

    5 434 458

    5 434 458

    5 502 248

    5 502 248

    5 661 263,96

    5 661 263,96

    Reserves (40 02 41)

     

    391 985

    391 985

    391 985

    391 985

     

     

     

     

    5 826 443

    5 826 443

    5 894 233

    5 894 233

    5 661 263,96

    5 661 263,96

    09 02 03 02

    Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titel 3

    1.1

    2 379 815

    2 379 815

    2 349 885

    2 349 885

    2 441 656,54

    2 441 656,54

     

    Artikel 09 02 03 — Subtotaal

     

    7 814 273

    7 814 273

    7 852 133

    7 852 133

    8 102 920,50

    8 102 920,50

    Reserves (40 02 41)

     

    391 985

    391 985

    391 985

    391 985

     

     

     

     

    8 206 258

    8 206 258

    8 244 118

    8 244 118

    8 102 920,50

    8 102 920,50

    09 02 04

    Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

    09 02 04 01

    Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

    1.1

    3 165 705

    3 165 705

    2 517 944

    3 620 881

    1 712 023,44

    1 727 605,86

    09 02 04 02

    Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau — Bijdrage aan titel 3

    1.1

    602 991

    602 991

    672 056

    672 056

    150 000,—

    150 000,—

     

    Artikel 09 02 04 — Subtotaal

     

    3 768 696

    3 768 696

    3 190 000

    4 292 937

    1 862 023,44

    1 877 605,86

    09 02 05

    Overige maatregelen in de audiovisuele en mediasector

    3.2

    950 000

    948 882

    909 259

    950 000

    945 958,80

    1 478 509,—

    09 02 06

    Voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten

    3.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    599 475,33

    340 067,58

    09 02 07

    Proefproject — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

    3.2

    500 000

    250 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 09 02 — Totaal

     

    18 137 969

    25 334 774

    29 056 392

    28 279 731

    28 512 466,43

    22 646 762,44

    Reserves (40 02 41)

     

    391 985

    391 985

    391 985

    391 985

     

     

     

     

    18 529 954

    25 726 759

    29 448 377

    28 671 716

    28 512 466,43

    22 646 762,44

    09 02 01     Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 405 000

    1 976 838

    2 405 000

    1 814 502

    2 248 227,23

    1 946 650,47

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor een aantal activiteiten om:

    het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatienetwerken en -diensten uit te voeren teneinde initiatieven te lanceren om de uitdagingen in deze sector het hoofd te bieden;

    de uitvoering van het regelgevingskader voor communicatiediensten (onder andere het mechanisme bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33)) te stimuleren en te volgen;

    de overgang naar de informatiemaatschappij, in verband met elektronische communicatienetwerken en -diensten, en met name in de context van de follow-up van de top van Lissabon, te vergemakkelijken;

    het mogelijk te maken dat derde landen een beleid voeren ter openstelling van hun markten, dat gelijkwaardig is aan dat van de Unie.

    De specifieke doelstellingen van deze maatregelen zijn:

    uitwerking van een beleid en een strategie van de Unie op het gebied van communicatienetwerken en -diensten (inclusief de convergentie tussen elektronische communicatie en de audiovisuele sector, aspecten die verband houden met het internet enz.);

    de ontwikkeling van een radiospectrumbeleid voor de Unie;

    ontwikkeling van activiteiten in de sector mobiele en satellietcommunicatie, en met name op het gebied van de frequenties;

    een analyse van de situatie en de vastgestelde wetgeving op deze gebieden;

    de coördinatie van dit beleid en initiatieven die verband houden met de internationale context (bv. de Wereldradio-communicatieconferentie (WRC) en de Europese Conferentie van post- en telecommunicatiediensten (CEPT));

    de ontwikkeling van activiteiten en initiatieven op het gebied van de informatiemaatschappij.

    Deze maatregelen bestaan onder meer in de voorbereiding van analysen en voortgangsverslagen, de raadpleging van belanghebbenden en het publiek, de voorbereiding van wetgevingsvoorstellen, het toezicht op de tenuitvoerlegging van de wetgeving, alsmede vertalingen van kennisgevingen en raadplegingen als bedoeld in artikel 7 van de Richtlijn 2002/21/EG.

    Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor contracten voor analysen en adviezen van deskundigen, specifieke studies, evaluatierapporten, coördinatiewerkzaamheden, subsidies en de cofinanciering van bepaalde werkzaamheden.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    09 02 02     Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

    09 02 02 01   Safer Internet programma

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 700 000

    10 576 085

    14 700 000

    13 294 857

    14 753 861,13

    6 161 769,79

    Toelichting

    Deze actie richt zich op het op evenwichtige wijze invoeren van operationele en technische maatregelen voor de bevordering van een veiliger gebruik van het internet en andere communicatietechnologieën, met name door kinderen, en de bestrijding van illegale inhoud en schadelijk gedrag online. Dienovereenkomstig zal het programma zich concentreren op praktische hulp voor eindgebruikers, met name kinderen, ouders, verzorgers, leraren en opvoeders.

    De specifieke doelstellingen van dit programma zijn:

    de bestrijding van illegale online-inhoud en de aanpak van schadelijk onlinegedrag door activiteiten te steunen die erop gericht zijn de hoeveelheid illegale inhoud online te verminderen en adequaat om te gaan met schadelijk onlinegedrag, waarbij vooral de nadruk wordt gelegd op de onlineverspreiding van materiaal waarin kinderen seksueel misbruikt worden, kinderlokkerij en pesten;

    het bevorderen van een veiliger onlineomgeving door belanghebbenden bijeen te brengen om manieren te vinden om een veiliger onlineomgeving te bevorderen en kinderen te beschermen tegen potentieel schadelijke inhoud en schadelijk gedrag. De bedoeling is belanghebbenden ertoe aan te zetten samen te werken, verantwoordelijkheid op zich te nemen en systemen voor zelfregulering te ontwikkelen en toe te passen, en door ingebouwde privacy aan te moedigen;

    de bewustmaking van het publiek door contactpunten op te zetten waar het publiek, met name kinderen, ouders, verzorgers en leraren voorlichting kunnen krijgen over de mogelijkheden en risico's van het gebruik van onlinetechnologieën en over middelen om veilig online te kunnen gaan;

    de vorming van een kennisbasis die als uitgangspunt kan dienen voor de ontwikkeling van instrumenten waarmee op zowel bestaande als toekomstige gebruiken, risico's en consequenties kan worden ingespeeld en waarmee informatie over zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve aspecten in deze context wordt verzameld. De bijeengebrachte informatie zal worden gebruikt voor het uitvoeren van het voorgestelde programma en om adequate en evenredige acties te formuleren om te zorgen voor onlineveiligheid voor elke gebruiker.

    Met het programma zal worden getracht de verschillende actoren bij de acties te betrekken en bijeen te brengen wier medewerking cruciaal is, maar die eigenlijk alleen tezamen komen wanneer de hiertoe geschikte structuren worden opgezet.

    Onder deze actoren vallen inhoudleveranciers, aanbieders van internetdiensten en exploitanten van mobiele netwerken, regelgevers, normalisatie-instanties, zelfregulerende lichamen van de industrie, nationale, regionale en lokale overheden die verantwoordelijk zijn voor industrie, onderwijs, consumentenbescherming, gezinnen, rechtshandhaving, de rechten van het kind en welzijnszorg ten behoeve van kinderen, en niet-gouvernementele organisaties die zich met consumentenbescherming, gezinnen, kinderrechten en kinderwelzijnszorg bezighouden.

    Dit optreden zal worden uitgevoerd via werkzaamheden voor gezamenlijke rekening:

    proefprojecten en activiteiten in verband met beste praktijken. Ad-hocprojecten op gebieden die relevant zijn voor het programma, waaronder projecten om beste praktijken te demonstreren of om bestaande technologie op een innovatieve manier te gebruiken, voornamelijk met het oog op gegevensbescherming en de bescherming van de grondrechten;

    netwerken en nationale acties die uiteenlopende belanghebbenden bijeenbrengen om te zorgen voor actie in heel Europa en om coördinatieactiviteiten en kennisoverdracht te vergemakkelijken;

    Europees onderzoek dat op vergelijkbare basis wordt uitgevoerd naar de wijze waarop volwassenen en kinderen onlinetechnologieën gebruiken, de hieruit voortvloeiende risico’s voor kinderen en de gevolgen van schadelijke praktijken voor kinderen, en gedrags- en psychologische aspecten waarbij de nadruk wordt gelegd op seksueel misbruik van kinderen in verband met het gebruik van onlinetechnologieën, onderzoek van toekomstige risicovolle situaties als gevolg van veranderend gedrag of technologische ontwikkelingen, enz.

    De begeleidende maatregelen zullen bijdragen tot de uitvoering van het programma of de voorbereiding van toekomstige activiteiten. Onder deze maatregelen vallen:

    benchmarking en opiniepeilingen om betrouwbare gegevens bijeen te brengen over een veiliger gebruik van onlinetechnologieën voor alle lidstaten, die worden verzameld met behulp van vergelijkbare methoden;

    technische beoordeling van technologieën, zoals filtersoftware, die ontworpen zijn met het oog op een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën;

    studies ter ondersteuning van het programma en de acties die in het kader daarvan worden uitgevoerd;

    informatie-uitwisseling door middel van conferenties, seminars, workshops of andere vergaderingen, en het beheer van clusteractiviteiten;

    verspreiding, voorlichtings- en communicatieactiviteiten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig n artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Een deel van de kredieten van deze post dient ter ondersteuning van projecten die beste praktijken analyseren en verspreiden in de hele Unie en die helpen nadenken over een kader voor de beoordeling van niveaus van mediageletterdheid en activiteiten. Specifieke aandacht kan worden besteed aan projecten die een analyse omvatten van de mediavertegenwoordiging en mediawaarden, de productie en distributie aanmoedigen van inhoud die betrekking heeft op mediageletterdheid, het gebruik stimuleren van de media om de participatie aan het sociale en het gemeenschapsleven te verbeteren en gericht zijn op de uitvoering van initiatieven op het vlak van mediageletterdheid die een brug slaan tussen de mediasector en het onderwijs. Organisaties van de openbare en de privésector die deskundigheid en Europese ervaring hebben op het vlak van mediageletterdheid, kunnen begunstigden zijn.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1351/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap betreffende de bescherming van kinderen die het internet en andere communicatietechnologieën gebruiken (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 118).

    09 02 02 02   Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    75 302

    0,—

    2 739 239,24

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het programma Safer Internet plus.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 854/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 1).

    09 02 03     Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

    09 02 03 01   Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    09 02 03 01

    5 434 458

    5 434 458

    5 502 248

    5 502 248

    5 661 263,96

    5 661 263,96

    Reserves (40 02 41)

    391 985

    391 985

    391 985

    391 985

     

     

    Totaal

    5 826 443

    5 826 443

    5 894 233

    5 894 233

    5 661 263,96

    5 661 263,96

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de personeels- en administratieve uitgaven van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (titels 1 en 2).

    Het Agentschap is gecreëerd om de Unie, de lidstaten en bijgevolg het bedrijfsleven beter in staat te stellen om netwerk- en informatiebeveiligingsproblemen te voorkomen, aan te pakken en het hoofd te bieden. Om dit doel te verwezenlijken, zal het Agentschap een hoog niveau van deskundigheid ontwikkelen en een ruime samenwerking tussen de betrokkenen uit de publieke en particuliere sector bevorderen.

    Het Agentschap heeft als doel de Commissie en de lidstaten te helpen en te adviseren bij aangelegenheden in verband met netwerk- en informatiebeveiliging die binnen zijn bevoegdheden vallen, en de Commissie op verzoek te ondersteunen bij de technische voorbereidende werkzaamheden voor de actualisering en ontwikkeling van uniale wetgeving op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging.

    Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

    Er zijn besprekingen aan de gang met de Griekse regering over een mogelijke overeenkomst betreffende een permanent verbindingsbureau in Athene.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De reserve zal worden vrijgegeven zodra het overeenstemmende basisbesluit is vastgesteld volgens de procedure bedoeld in artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot oprichting van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (Enisa) (COM(2010) 521 final), door de Commissie ingediend op 30 september 2010.

    09 02 03 02   Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 379 815

    2 379 815

    2 349 885

    2 349 885

    2 441 656,54

    2 441 656,54

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap voor het werkprogramma (titel 3).

    Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Overeenkomstig artikel 208 van het Financieel Reglement en de desbetreffende artikelen van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie houdende de financiële kaderregeling voor elk van de door de Gemeenschappen opgerichte organen, is de rol van de begrotingsautoriteit versterkt.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie voor 2013 bedraagt in het totaal 8 335 553 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 8 206 258 EUR is een bedrag van 129 295 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot oprichting van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Agentschap voor netwerk- en informatieveiligheid (Enisa) (COM(2010) 521 final), door de Commissie ingediend op 30 september 2010.

    09 02 04     Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

    09 02 04 01   Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 165 705

    3 165 705

    2 517 944

    3 620 881

    1 712 023,44

    1 727 605,86

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

    Het Berec is een gespecialiseerd en onafhankelijk adviesorgaan dat de Commissie en de regelgevende instanties van de lidstaten ondersteuning biedt bij de tenuitvoerlegging van het uniale regelgevingskader inzake elektronische communicatie teneinde een consistente regelgevende aanpak in de hele Unie te bevorderen. Het Berec is geen orgaan van de Unie en heeft geen rechtspersoonlijkheid.

    Het Bureau is opgericht als orgaan van de Unie met rechtspersoonlijkheid, dat het Berec professionele en administratieve ondersteuning verleent bij de uitvoering van de in Verordening (EG) nr. 1211/2009 vastgestelde taken.

    Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau (PB L 337 van 18.12.2009, blz. 1).

    09 02 04 02   Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau — Bijdrage aan titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    602 991

    602 991

    672 056

    672 056

    150 000,—

    150 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau voor het werkprogramma (titel 3).

    Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

    Overeenkomstig artikel 208 van het Financieel Reglement en de desbetreffende artikelen van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie voor elk van de door de Gemeenschappen opgerichte organen is de rol van de begrotingsautoriteit versterkt.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie voor 2013 bedraagt in het totaal 4 192 879 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 3 768 696 EUR is een bedrag van 424 183 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) en het Bureau (PB L 337 van 18.12.2009, blz. 1).

    09 02 05     Overige maatregelen in de audiovisuele en mediasector

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    950 000

    948 882

    909 259

    950 000

    945 958,80

    1 478 509,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende acties:

    tenuitvoerlegging van de richtlijn „Audiovisuele mediadiensten”;

    toezicht op de ontwikkeling van de media, met inbegrip van pluralisme, en

    verzameling en verspreiding van economische en juridische informatie en analysen over de audiovisuele sector.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/552/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23).

    09 02 06     Voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    599 475,33

    340 067,58

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de dekking van nog uitstaande verplichtingen met betrekking tot de voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    09 02 07     Proefproject — Tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme van de media

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    500 000

    250 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit krediet voor de tenuitvoerlegging van het monitoringinstrument voor het pluralisme in de media. Het instrument is ontwikkeld door middel van een onafhankelijke studie op verzoek van de Europese Commissie: „Indicatoren voor het pluralisme van de media in de lidstaten — Naar een op risico's gebaseerde benadering”. Het is een monitoringinstrument voor het beoordelen van de risico's voor pluralisme van de media in de lidstaten en het vaststellen van bedreigingen voor dat pluralisme op basis van een aantal indicatoren met betrekking tot juridische, economische en socio-culturele aspecten.

    De specifieke doelstelling van deze actie is het starten van een nieuwe studie om deze indicatoren te actualiseren in het licht van het groeiende belang van internet, waarbij de indicatoren in de praktijk worden toegepast voor het verkrijgen van een breed inzicht in de risico's van pluralisme van de media in de lidstaten De beoordeling van de risico's kan het best worden uitgevoerd op transparante wijze en in overleg met de belanghebbenden.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 09 03 — ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    09 03

    ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN

    09 03 01

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

    1.1

    144 265 000

    98 841 912

    132 850 000

    108 870 129

    125 326 164,64

    93 777 071,14

    09 03 02

    Voltooiing van e-Inhoud plus — Bevordering van Europese digitale inhoud

    1.1

    1 367 988

    8 029 172

    0,—

    15 431 585,36

    09 03 03

    Voorbereidende actie — Een op internet gebaseerd systeem voor een betere regelgeving en participatie van de burger

    1.1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    971 107,49

    09 03 04

    Voltooiing van voorgaande programma’s

    09 03 04 01

    Voltooiing van trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie (eTEN)

    1.1

    p.m.

    1 949 683

    0,—

    6 862 584,24

    09 03 04 02

    Voltooiing van het Modinis-programma

    1.1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    28 509,84

     

    Artikel 09 03 04 — Subtotaal

     

    p.m.

    1 949 683

    0,—

    6 891 094,08

     

    Hoofdstuk 09 03 — Totaal

     

    144 265 000

    100 209 900

    132 850 000

    118 848 984

    125 326 164,64

    117 070 858,07

    09 03 01     Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    144 265 000

    98 841 912

    132 850 000

    108 870 129

    125 326 164,64

    93 777 071,14

    Toelichting

    Het ICT-beleidsondersteuningsprogramma is één van de drie specifieke programma’s van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (KCI).

    Er zal op uniaal niveau intensiever worden gewerkt aan de stimulering van een ruimere benutting van ICT. Met synergistische activiteiten op uniaal niveau zal worden getracht de onzekerheden en de risico's van duplicering te verminderen door ervaringen en geleerde lessen te delen en opnieuw te benutten en de internemarktdimensie van uit ICT afgeleide diensten te stimuleren door interoperabiliteit te bevorderen en versnippering tegen te gaan. Tevens zal worden gewerkt aan de stimulering van het technologisch en regelgevingsklimaat dat nodig is om innovatie te bevorderen en mogelijke hindernissen (zoals culturele, taalkundige, technische en juridische en handicap- of „dys”-gerelateerde belemmeringen) weg te nemen.

    Conform de rechtsgrond, omvat het ICT-beleidsondersteuningsprogramma de volgende acties:

    a)

    ontwikkeling van de gemeenschappelijke Europese informatieruimte en versterking van de interne markt voor ICT-goederen en -diensten;

    b)

    stimulering van innovatie door de toepassing van en investeringen in ICT op te voeren;

    c)

    ontwikkeling van een inclusieve informatiemaatschappij en efficiëntere en effectievere diensten van openbaar belang, en verbetering van de kwaliteit van het bestaan, met name voor personen met een handicap of lijdend aan „dys”-aandoeningen (dyslexie, dyspraxie, dysfasie, dyscalculie, enz).

    Dit zal met name gebeuren door ondersteuning van de ontwikkeling van op ICT gebaseerde diensten en de ontwikkeling en het gebruik van digitale inhoud van algemeen belang, zoals ICT voor gezondheidszorg en inclusie, ICT voor de overheid en het beleid, ICT voor energie-efficiëntie, intelligente mobiliteit en milieu, digitale bibliotheken en openbaar toegankelijke onlinecatalogi van boeken in druk, een betere exploitatie van overheidsinformatie, opleiding en vorming.

    Een deel van de kredieten voor het ICT-beleidsondersteuningsprogramma in het KCI kan worden gebruikt voor het testen en in de hele Unie ontwikkelen van de volgende generatie 112, innovatieve diensten voor interoperabele nooddiensten en 112 voor alle burgers, resulterend in snellere en efficiëntere reacties die levens redden, onder andere middels vernieuwing van de traditionele technische aspecten voor noodoproepen, kostenverlaging en technische vereenvoudiging, met als ultiem doel het garanderen van optimale reacties op alle 112-oproepen van alle burgers, inclusief burgers met een handicap. Voorts moeten de kennis en het correcte gebruik van 112 worden aangemoedigd door middel van verspreidingsactiviteiten, informatie- en onderwijscampagnes. Daarnaast moet er een sms-nooddienst worden ontwikkeld en getest zodat gehandicapten de nooddiensten om hulp kunnen vragen.

    Als onderdeel van het KCI zal het ICT-beleidsondersteuningsprogramma de ruimere introductie van ICT met het oog op een betere dienstverlening bevorderen. Het zal er ook voor zorgen dat Europese bedrijven, en met name het midden- en kleinbedrijf, kunnen profiteren van de nieuwe mogelijkheden die de stijgende vraag naar deze op ICT gebaseerde diensten biedt. Conform de rechtsgrond van het KCI, zal de steun voor de ontwikkeling en het gebruik van digitale inhoud vanaf 2009 volledig worden geïntegreerd in het ICT-beleidsondersteuningsprogramma. In 2007 en 2008 gebeurde dit als overgangsfase binnen het programma e-Inhoud plus (eContent-plus) (op basis van de eigen rechtsgrond daarvan).

    Jaarlijks zal het grootste deel van de steun naar een beperkt aantal proefprojecten met een grote impact en acties met betrekking tot beste praktijken gaan. Voorts worden begeleidende maatregelen opgezet, zoals thematische netwerken van verschillende actoren rond specifieke doelstellingen. Deze zullen worden aangevuld met de monitoring van de Europese informatiemaatschappij, met maatregelen die de achtergrondkennis opleveren die nodig is voor de beleidsmatige besluitvorming en met activiteiten voor bevordering en bewustmaking van de voordelen die ICT voor burgers, bedrijven (met name het midden- en kleinbedrijf), of overheidsinstellingen oplevert.

    Het ICT-beleidsondersteunend programma in het KCI moet bijdragen aan het testen van de opzet van nieuwe financiële instrumenten, zoals het initiatief inzake projectobligaties op het gebied van ICT, met name betreffende breedband met hoge snelheid. Het moet bijdragen aan de voorbereiding van nieuwe financiële instrumenten voor het komende meerjarig financieel kader 2014-2020. Met name moet worden getest hoe particuliere en publieke langetermijnbeleggers kunnen beleggen in de ontwikkeling van ICT-breedbandinfrastructuur. De Commissie wordt verzocht samen te werken met de EIB-groep, alsmede met andere langetermijnbeleggers, aan de ontwikkeling van innovatieve manieren om financiering voor infrastructuur aan te trekken.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

    09 03 02     Voltooiing van e-Inhoud plus — Bevordering van Europese digitale inhoud

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 367 988

    8 029 172

    0,—

    15 431 585,36

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het meerjarenprogramma e-Inhoud plus (eContent-plus).

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Beschikking 96/339/EG van de Raad van 20 mei 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter bevordering van de ontwikkeling van een Europese multimedia-inhoudindustrie en ter aanmoediging van het gebruik van multimedia-inhoud in de opkomende informatiemaatschappij (Info 2000) (PB L 129 van 30.5.1996, blz. 24).

    Beschikking 96/664/EG van de Raad van 21 november 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van de taalverscheidenheid in de Gemeenschap in de informatiemaatschappij (PB L 306 van 28.11.1996, blz. 40).

    Beschikking 2001/48/EG van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter stimulering van de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud op de mondiale netwerken en ter bevordering van de taalkundige verscheidenheid in de informatiemaatschappij (PB L 14 van 18.1.2001, blz. 32).

    Besluit nr. 456/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 1).

    09 03 03     Voorbereidende actie — Een op internet gebaseerd systeem voor een betere regelgeving en participatie van de burger

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    971 107,49

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met de invoering van een op internet gebaseerd systeem voor een betere regelgeving en participatie van de burger.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    09 03 04     Voltooiing van voorgaande programma’s

    09 03 04 01   Voltooiing van trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie (eTEN)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    1 949 683

    0,—

    6 862 584,24

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met netwerken in de telecommunicatiesector.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

    Beschikking nr. 2717/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 november 1995 betreffende een reeks richtsnoeren voor de ontwikkeling van Euro-ISDN (digitaal netwerk voor geïntegreerde diensten) als trans-Europees netwerk (PB L 282 van 24.11.1995, blz. 16).

    Beschikking nr. 1336/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken (PB L 183 van 11.7.1997, blz. 12).

    09 03 04 02   Voltooiing van het Modinis-programma

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    28 509,84

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het meerjarenprogramma Modinis.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Beschikking 98/253/EG van de Raad van 30 maart 1998 tot aanneming van een communautair meerjarenprogramma om de totstandbrenging van de informatiemaatschappij in Europa te stimuleren (informatiemaatschappij) (PB L 107 van 7.4.1998, blz. 10).

    Beschikking nr. 2256/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma (2003-2005) voor de monitoring van het eEurope-actieplan 2005, verspreiding van goede praktijken en de verbetering van de netwerk- en informatiebeveiliging (Modinis) (PB L 336 van 23.12.2003, blz. 1).

    HOOFDSTUK 09 04 — SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    09 04

    SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT)

    09 04 01

    Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

    09 04 01 01

    Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

    1.1

    1 301 428 065

    1 015 600 643

    1 244 472 420

    979 891 875

    1 117 369 631,31

    1 032 847 397,71

    09 04 01 02

    Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

    1.1

    65 000 000

    19 016 953

    53 721 430

    27 217 532

    26 000 000,—

    10 826 842,98

    09 04 01 03

    Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

    1.1

    911 793

    901 234

    1 758 156

    1 595 089

    1 048 611,08

    1 054 100,56

    09 04 01 04

    Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Eniac

    1.1

    110 000 000

    35 143 790

    53 721 430

    36 290 043

    63 646 170,—

    12 500 000,—

    09 04 01 05

    Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac

    1.1

    429 142

    424 172

    1 298 789

    1 178 328

    906 558,—

    912 195,57

     

    Artikel 09 04 01 — Subtotaal

     

    1 477 769 000

    1 071 086 792

    1 354 972 225

    1 046 172 867

    1 208 970 970,39

    1 058 140 536,82

    09 04 02

    Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    50 025 798,86

    6 840 617,08

    09 04 03

    Voltooiing van voorgaande communautaire kaderprogramma’s (van vóór 2007)

    1.1

    10 872 610

    10 633 890

    7 603,62

    58 528 153,71

     

    Hoofdstuk 09 04 — Totaal

     

    1 477 769 000

    1 081 959 402

    1 354 972 225

    1 056 806 757

    1 259 004 372,87

    1 123 509 307,61

    09 04 01     Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

    09 04 01 01   Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 301 428 065

    1 015 600 643

    1 244 472 420

    979 891 875

    1 117 369 631,31

    1 032 847 397,71

    Toelichting

    Het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” (ICT) van het specifieke programma „Samenwerking” hebben tot doel het concurrentievermogen van de Europese industrie te verhogen en Europa in staat te stellen zich de toekomstige ontwikkelingen in de ICT eigen te maken en hieraan richting te geven in overeenstemming met een Europese ICT-strategie voor de lange termijn, teneinde aan de maatschappelijke en economische behoeften te voldoen en om ervoor te zorgen dat de Europese normen mee de mondiale ICT-ontwikkelingen sturen, in plaats van te worden ingehaald door andere groeiende mondiale markten.

    De activiteiten zullen Europa's wetenschappelijke en technologische basis verstevigen en zijn wereldwijde leiderschap op ICT-gebied consolideren, de innovatie door toepassing van ICT bevorderen en ervoor zorgen dat de vooruitgang in de ICT snel wordt vertaald in voordelen voor de burger, het bedrijfsleven, de industrie en de overheden in Europa.

    Bij het thema „ICT” wordt het strategische onderzoek geconcentreerd rond grote technologiepijlers, wordt voor eind-tot-eind-integratie van technologieën gezorgd en worden de kennis en de middelen geboden voor de ontwikkeling van een breed gamma van innovatieve ICT-toepassingen.

    De activiteiten hebben een katalyserend effect op de industriële en technologische vooruitgang in de ICT-sector en verbeteren de concurrentieslagkracht in belangrijke ICT-intensieve sectoren, zowel door innovatieve, hoogwaardige, op ICT gebaseerde producten en diensten als door nieuwe of verbeterde organisatorische processen binnen het bedrijfsleven en bij de overheid. Het ICT-thema dient ook ter ondersteuning van het overige beleid van de Unie doordat het de ICT stimuleert om aan de behoeften van het publiek en de samenleving te voldoen.

    De activiteiten hebben betrekking op samenwerking en uitwisseling van beste praktijken met het oog op de vaststelling van gemeenschappelijke normen voor de Unie die verenigbaar zijn met mondiale normen of die als mondiale norm gelden, netwerkacties en initiatieven voor de coördinatie van de nationale programma’s. Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Een deel van deze kredieten is bedoeld om een gemeenschappelijke aanpak te bevorderen van belangrijke mondiale uitdagingen, bijvoorbeeld een ICT-strategie, niet alleen om te kunnen concurreren met de snel opkomende ICT-markten bijvoorbeeld in Azië, maar ook om normen vast te stellen voor een mondiale beleidsvoering op het gebied van ICT in dienst van de Europese waarden; doel is de middelen te bundelen en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen om het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie op het gebied van ICT vooruit te helpen. De maatregelen zullen erop gericht zijn de doeltreffendheid van de acties van de internationale gemeenschap te verbeteren en zullen de bestaande mechanismen en goed functionerende relaties aanvullen. Innoverende, door Europese en derde landen gezamenlijk ontwikkelde maatregelen zullen door deze kredieten worden gefinancierd. Het toepassingsbereik van deze innoverende maatregelen gaat verder dan wat door één land kan worden ondernomen en is gunstig zowel voor de Unie als voor haar partners als voorbereiding van hun leidende rol met betrekking tot de vaststelling van toekomstige ICT-normen. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de subsidies. Zij zal spelers op mondiaal niveau helpen om aan onderzoekspartnerschappen deel te nemen, om innovatie op het gebied van ICT te bevorderen.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    09 04 01 02   Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    65 000 000

    19 016 953

    53 721 430

    27 217 532

    26 000 000,—

    10 826 842,98

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming Artemis draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij heeft de volgende taken:

    een onderzoeksagenda vaststellen en ten uitvoer leggen voor de ontwikkeling van cruciale technologieën voor ingebedde computersystemen voor verschillende toepassingsgebieden, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen;

    de tenuitvoerlegging ondersteunen van de activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (O&O), met name door financiering toe te kennen aan deelnemers in aan de hand van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen geselecteerde projecten;

    een publiek-privaat partnerschap bevorderen dat gericht is op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ingebedde computersystemen worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

    de efficiëntie en duurzaamheid garanderen van het gemeenschappelijk technologisch initiatief (Joint Technology Initiative — JTI) op het gebied van ingebedde computersystemen;

    de synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese O&O-inspanningen op het gebied van ingebedde computersystemen, inclusief de geleidelijke integratie in de Gemeenschappelijke Onderneming Artemis van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka).

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „Gemeenschappelijke Onderneming Artemis” voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).

    09 04 01 03   Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    911 793

    901 234

    1 758 156

    1 595 089

    1 048 611,08

    1 054 100,56

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming Artemis draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij heeft de volgende taken:

    een onderzoeksagenda vaststellen en ten uitvoer leggen voor de ontwikkeling van cruciale technologieën voor ingebedde computersystemen voor verschillende toepassingsgebieden, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen;

    de tenuitvoerlegging ondersteunen van de O&O-activiteiten, met name door financiering toe te kennen aan deelnemers in aan de hand van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen geselecteerde projecten;

    een publiek-privaat partnerschap bevorderen dat gericht is op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ingebedde computersystemen worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

    de efficiëntie en duurzaamheid garanderen van het gemeenschappelijk technologisch initiatief (Joint Technology Initiative) op het gebied van ingebedde computersystemen;

    de synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese O&O-inspanningen op het gebied van ingebedde computersystemen, inclusief de geleidelijke integratie in de Gemeenschappelijke Onderneming Artemis van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka).

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „Gemeenschappelijke Onderneming Artemis” voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).

    09 04 01 04   Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Eniac

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    110 000 000

    35 143 790

    53 721 430

    36 290 043

    63 646 170,—

    12 500 000,—

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming Eniac draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”.

    Zij heeft de volgende taken:

    een onderzoeksagenda voor de ontwikkeling van cruciale competenties voor nano-elektronica op verschillende toepassingsgebieden vaststellen en ten uitvoer leggen, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen;

    de voor de tenuitvoerlegging van de onderzoeksagenda vereiste activiteiten ondersteunen, met name door het toekennen van financiering aan de deelnemers in projecten die geselecteerd zijn op basis van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

    een publiek-privaat partnerschap bevorderen met het oog op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nano-elektronica worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

    synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen op het gebied van nano-elektronica, inclusief — wanneer een toegevoegde waarde tot stand kan worden gebracht — de geleidelijke integratie in de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka);

    overeenkomstig de doelstellingen van het zevende kaderprogramma de betrokkenheid van het midden- en kleinbedrijf bij haar activiteiten bevorderen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).

    09 04 01 05   Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    429 142

    424 172

    1 298 789

    1 178 328

    906 558,—

    912 195,57

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming Eniac draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”.

    Zij heeft de volgende taken:

    een onderzoeksagenda voor de ontwikkeling van cruciale competenties voor nano-elektronica op verschillende toepassingsgebieden vaststellen en ten uitvoer leggen, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen;

    de voor de tenuitvoerlegging van de onderzoeksagenda vereiste activiteiten ondersteunen, met name door het toekennen van financiering aan de deelnemers in projecten die geselecteerd zijn op basis van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

    een publiek-privaat partnerschap bevorderen met het oog op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nano-elektronica worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

    synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen op het gebied van nano-elektronica, inclusief — wanneer een toegevoegde waarde tot stand kan worden gebracht — de geleidelijke integratie in de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka);

    overeenkomstig de doelstellingen van het zevende kaderprogramma de betrokkenheid van het midden- en kleinbedrijf bij haar activiteiten bevorderen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).

    09 04 02     Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    50 025 798,86

    6 840 617,08

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    09 04 03     Voltooiing van voorgaande communautaire kaderprogramma’s (van vóór 2007)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    10 872 610

    10 633 890

    7 603,62

    58 528 153,71

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor de dekking van de eerdere verplichtingen in verband met de voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s.

    Bij de in dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

    Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

    Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

    Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

    Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

    Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

    Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

    Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

    Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

    Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

    HOOFDSTUK 09 05 — CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    09 05

    CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

    09 05 01

    Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

    1.1

    37 403 000

    53 948 802

    31 349 262

    54 435 064

    93 135 086,—

    93 547 404,—

     

    Hoofdstuk 09 05 — Totaal

     

    37 403 000

    53 948 802

    31 349 262

    54 435 064

    93 135 086,—

    93 547 404,—

    09 05 01     Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    37 403 000

    53 948 802

    31 349 262

    54 435 064

    93 135 086,—

    93 547 404,—

    Toelichting

    Investeren in kennis is voor Europa de beste manier om duurzame groei in de wereldeconomie te bevorderen en daarom vormt het onderzoeksprogramma de hoeksteen van het kennisbeleid van Europa. Het specifieke programma „Capaciteiten” in het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie heeft tot doel de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa en daarbuiten te versterken door het laten ontstaan en het versterken van multidisciplinaire Europese centra van excellentie. Onderzoeksinfrastructuren spelen met name een cruciale rol bij de totstandbrenging van kennis, de verspreiding, de toepassing en de exploitatie daarvan en dus bij de bevordering van innovatie.

    De activiteiten zijn meer specifiek gericht op de inzet van op ICT gebaseerde infrastructuren, de zogenaamde e-infrastructuren. Deze infrastructuren bieden de onderzoekswereld diensten aan door virtuele gemeenschappen te laten beschikken over de kracht van gedistribueerde op ICT gebaseerde hulpbronnen (computers, verbindingen, opslagmogelijkheden, gegevens en instrumentarium). De versterking van een Europese aanpak op dit gebied zorgt voor synergie tussen nationale infrastructuren en initiatieven, zorgt ervoor dat er een kritische massa wordt gehaald, rationaliseert nieuwe investeringen en streeft naar een mondiaal toonaangevende positie. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren tot het stimuleren van het Europese onderzoekspotentieel en de benutting ervan, door het consolideren van e-infrastructuren als een pijler van de Europese onderzoeksruimte, een „voorloper” van interdisciplinaire innovatie en een drijfveer bij het veranderen van de manier waarop wetenschap wordt bedreven.

    Onder dit artikel vallen eveneens de uitgaven voor door de Commissie georganiseerde vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia op hoog wetenschappelijk en technologisch niveau en van Europees belang, en de uitgaven voor de financiering van studies, subsidies, follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s en voor in opdracht van de Unie uitgevoerde analysen en beoordelingen van hoog wetenschappelijk en technologisch niveau ter verkenning van nieuwe onderzoeksgebieden waarop maatregelen van de Unie gewenst zijn, onder meer in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede de activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de resultaten van de programma’s, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s. In dit verband worden acties ter coördinatie en ondersteuning van strategieën voor internationale samenwerking met ontwikkelingsregio’s en leidende regio’s bevorderd ten behoeve van mondiale onderzoeksgemeenschappen en met het oog op het nieuwe paradigma van e-wetenschap.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 300).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL COMMUNICATIENETWERKEN, INHOUD EN TECHNOLOGIE

    TITEL 10

    EIGEN ONDERZOEK

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    10 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

    350 080 000

    350 080 000

    340 064 100

    340 064 100

    373 934 677,90

    373 934 677,90

    10 02

    BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2013) — EU

    32 898 000

    28 664 154

    31 531 064

    29 032 034

    35 024 712,20

    30 824 968,56

    10 03

    BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2011 EN 2012-2013) — EURATOM

    10 250 000

    7 314 301

    9 894 900

    9 072 511

    10 542 161,47

    10 194 218,64

    10 04

    VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA'S EN ANDERE ACTIVITEITEN

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    56 250

    27 886 101,45

    24 236 731,30

    10 05

    HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

    30 900 000

    25 204 688

    29 403 800

    25 856 656

    26 362 274,04

    23 545 121,14

     

    Titel 10 — Totaal

    424 128 000

    411 263 143

    410 893 864

    404 081 551

    473 749 927,06

    462 735 717,54

    Toelichting

    Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van het beleidsterrein „Eigen onderzoek” (met uitzondering van hoofdstuk 10 05).

    De kredieten dienen niet alleen ter dekking van uitgaven voor interventie en voor onder het statuut vallend personeel, maar ook voor andere personeelskosten, uitgaven uit hoofde van aannemingscontracten, infrastructuurkosten, uitgaven voor voorlichting en publicaties, alsmede van alle andere huishoudelijke uitgaven in verband met de uitvoering van de maatregelen op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling, verkennend onderzoek inbegrepen.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Diverse ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, die, al naargelang van hun bestemming, zullen worden gebruikt voor de hoofdstukken 10 02, 10 03 of 10 04 of voor artikel 10 01 05.

    Ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma's, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Deelname van derde landen of organisaties uit derde landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek is voor een aantal van deze projecten mogelijk. Eventuele financiële bijdragen worden geboekt op post 6 0 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    De extra kredieten zullen worden opgevoerd bij de artikelen 10 02 02 en 10 03 02.

    De kredieten in deze titel dekken de kosten van het personeel dat werkzaam is bij de financiële en administratieve diensten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en de ondersteuning die zij nodig hebben (bij benadering 15 % van de kosten).

    HOOFDSTUK 10 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    10 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

    10 01 05

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

    10 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    1.1

    205 100 000

    199 141 100

    188 527 756,88

    10 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    1.1

    43 000 000

    42 977 100

    63 694 857,99

    10 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    1.1

    101 980 000

    97 945 900

    121 712 063,03

     

    Artikel 10 01 05 — Subtotaal

     

    350 080 000

    340 064 100

    373 934 677,90

     

    Hoofdstuk 10 01 — Totaal

     

    350 080 000

    340 064 100

    373 934 677,90

    10 01 05     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 1, 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze ontvangsten zullen worden gebruikt om de kosten te dekken van met name de personeelsuitgaven en de middelen die samenhangen met acties die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden uitvoert.

    Deze kredieten kunnen worden verhoogd door een op concurrentie gestoelde deelname van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek aan acties onder contract en acties voor wetenschappelijke en technische ondersteuning van het uniale beleid.

    10 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    205 100 000

    199 141 100

    188 527 756,88

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het statutair personeel dat posten in de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek inneemt en de taken van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek uitvoert, en met name in het kader van:

    eigen acties, bestaande uit acties voor wetenschappelijke en technische ondersteuning, onderzoeksacties, verkennend onderzoek in de instellingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek;

    acties onder contract, bestaande uit programma's die worden uitgevoerd in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek aan bepaalde activiteiten.

    De verdeling van de kredieten voor de personeelsuitgaven ziet er als volgt uit:

    Programma

    Kredieten

    Kaderprogramma (nucleair)

    59 234 525

    Kaderprogramma (niet-nucleair)

    145 865 475

    Buiten kaderprogramma

    p.m.

    Totaal

    205 100 000

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bijdrage van de lidstaten van de EVA is uitsluitend afkomstig van hun deelneming aan de niet-nucleaire activiteiten van het kaderprogramma.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

    Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

    Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

    Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

    Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

    Besluit 2012/95/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 40).

    10 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    43 000 000

    42 977 100

    63 694 857,99

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter dekking van alle uitgaven voor het personeel dat posten inneemt die niet in de personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek zijn opgenomen, d.w.z. tijdelijk personeel, gedetacheerde nationale deskundigen, gastonderzoekers, houders van een beurs en tijdelijk personeel, met het oog op de tenuitvoerlegging van de activiteiten van het Centrum.

    De verdeling van de kredieten voor de uitgaven voor extern onderzoekspersoneel ziet er als volgt uit:

    Programma

    Kredieten

    Kaderprogramma (nucleair)

    10 592 775

    Kaderprogramma (niet-nucleair)

    32 407 225

    Buiten kaderprogramma

    p.m.

    Totaal

    43 000 000

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bijdrage van de lidstaten van de EVA is uitsluitend afkomstig van hun deelneming aan de niet-nucleaire activiteiten van het kaderprogramma.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

    Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

    Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

    Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

    Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

    Besluit 2012/95/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 40).

    10 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    101 980 000

    97 945 900

    121 712 063,03

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle overige personeelsuitgaven die niet onder de posten 10 01 05 01 en 10 01 05 02 vallen. Het betreft uitgaven die niet rechtstreeks in verhouding staan tot het huidige personeel.

    Het dekt bovendien de uitgaven in verband met de organisatie van vergelijkende onderzoeken en het voeren van sollicitatiegesprekken met kandidaten, beroepsopleiding, dienstreizen, recepties en representatie, en de uitgaven voor sociaal-medische infrastructuur.

    Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor alle uitvoeringsmiddelen die worden gebruikt voor de verwezenlijking van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

    Het gaat om:

    uitgaven voor wetenschappelijke en technische ondersteuning van de instituten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (werkplaatsen, computercentra, nucleaire ondersteuning, stralingsbescherming, bestralingsapparatuur (reactoren, cyclotron, deeltjesversnellers), hete cellen, onderzoeksafdelingen, opslagplaatsen, enz.), met inbegrip van die welke rechtstreeks in verband staan met de werking van de wetenschappelijke afdelingen;

    uitgaven voor de administratieve en technische infrastructuur, waaronder die van het directoraat-generaal van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, die worden verricht ter ondersteuning van zijn instituten

    specifieke uitgaven van de eenheden in de vestigingen in Geel, Ispra, Karlsruhe, Sevilla en Petten, met inbegrip van het directoraat-generaal van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, dat over Brussel en Ispra is verdeeld (alle soorten aankopen en contracten).

    De verdeling van de kredieten voor de overige uitgaven voor onderzoeksbeheer ziet er als volgt uit:

    Programma

    Kredieten

    Kaderprogramma (nucleair)

    37 948 100

    Kaderprogramma (niet-nucleair)

    64 031 900

    Buiten kaderprogramma

    p.m.

    Totaal

    101 980 000

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bijdrage van de lidstaten van de EVA is uitsluitend afkomstig van hun deelneming aan de niet-nucleaire activiteiten van het kaderprogramma.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

    Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

    Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

    Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

    Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

    Besluit 2012/95/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 40).

    HOOFDSTUK 10 02 — BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2013) — EU

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    10 02

    BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2013) — EU

    10 02 01

    Niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

    1.1

    32 898 000

    28 664 154

    31 531 064

    29 032 034

    33 901 658,88

    29 720 402,49

    10 02 02

    Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 123 053,32

    1 104 566,07

     

    Hoofdstuk 10 02 — Totaal

     

    32 898 000

    28 664 154

    31 531 064

    29 032 034

    35 024 712,20

    30 824 968,56

    10 02 01     Niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    32 898 000

    28 664 154

    31 531 064

    29 032 034

    33 901 658,88

    29 720 402,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de activiteiten voor wetenschappelijke en technische steun en onderzoek die door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek overeenkomstig het niet-nucleaire specifieke programma betreffende de volgende thema's worden uitgevoerd:

    voorspoed in een kennisintensieve maatschappij;

    solidariteit en verantwoord beheer van hulpbronnen;

    veiligheid en vrijheid;

    Europa als wereldpartner.

    Het dient ter dekking van de specifieke uitgaven voor de betrokken onderzoeks- en ondersteunende activiteiten (alle soorten aankopen en contracten). Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.

    Dit krediet dient tevens ter dekking van alle soorten uitgaven voor onderzoeksactiviteiten die verbonden zijn met de activiteiten van dit artikel en die worden toevertrouwd aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van dit Centrum aan werkzaamheden onder contract.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

    10 02 02     Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 123 053,32

    1 104 566,07

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van niet-nucleair onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    HOOFDSTUK 10 03 — BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2011 EN 2012-2013) — EURATOM

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    10 03

    BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2011 EN 2012-2013) — EURATOM

    10 03 01

    Nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

    1.1

    10 250 000

    7 314 301

    9 894 900

    9 072 511

    9 756 028,70

    9 023 306,82

    10 03 02

    Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    786 132,77

    1 170 911,82

     

    Hoofdstuk 10 03 — Totaal

     

    10 250 000

    7 314 301

    9 894 900

    9 072 511

    10 542 161,47

    10 194 218,64

    10 03 01     Nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    10 250 000

    7 314 301

    9 894 900

    9 072 511

    9 756 028,70

    9 023 306,82

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de activiteiten voor wetenschappelijke en technische steun en onderzoek die door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek overeenkomstig het nucleair specifiek programma betreffende de volgende thema's worden uitgevoerd:

    beheer van nucleaire afvalstoffen, milieu-impact, basiskennis en onderzoek inzake ontmanteling;

    nucleaire veiligheid;

    nucleaire beveiliging.

    Het dekt de noodzakelijke werkzaamheden voor de uitvoering van de verplichtingen met betrekking tot de nucleaire veiligheidscontrole, die voortvloeien uit hoofdstuk 7 van titel II van het Euratom-Verdrag, en de verplichtingen die voortvloeien uit het non-proliferatieverdrag en uit de uitvoering van het ondersteuningsprogramma van de Commissie ten behoeve van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

    Het krediet dient bovendien ter dekking van de specifieke uitgaven voor onderzoek en de betrokken ondersteunende activiteiten (alle soorten aankopen en contracten). Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.

    Tevens dient het ter dekking van alle soorten uitgaven voor onderzoeksactiviteiten die verbonden zijn met de activiteiten van dit artikel en die worden toevertrouwd aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in het kader van een op concurrerende basis gestoelde deelname van dit Centrum aan werkzaamheden onder contract.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Rechtsgronden

    Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

    Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

    Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit 2012/93/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 25).

    Verordening (Euratom) nr. 139/2012 van de Raad van 19 december 2011 tot vastlegging van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan werkzaamheden onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van de onderzoeksresultaten (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 1).

    Besluit 2012/95/Euratom van de Raad van 19 december 2011 betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (PB L 47 van 18.2.2012, blz. 40).

    10 03 02     Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    786 132,77

    1 170 911,82

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van nucleair onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    HOOFDSTUK 10 04 — VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA'S EN ANDERE ACTIVITEITEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    10 04

    VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA'S EN ANDERE ACTIVITEITEN

    10 04 01

    Voltooiiing van vroegere gemeenschappelijke programma's

    10 04 01 01

    Voltooiing van vroegere gemeenschappelijke programma's — Europese Gemeenschap

    1.1

    p.m.

    6 351

    200 870,12

    68 724,72

    10 04 01 02

    Voltooiing van vroegere gemeenschappelijke programma’s — Euratom

    1.1

    p.m.

    49 899

    138 388,44

    236 503,66

     

    Artikel 10 04 01 — Subtotaal

     

    p.m.

    56 250

    339 258,56

    305 228,38

    10 04 02

    Dienstverlening en werkzaamheden op rekening van derden

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    3 091 531,25

    3 399 413,92

    10 04 03

    OTO-steun voor uniaal beleid op concurrerende basis

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    17 130 185,78

    14 303 613,80

    10 04 04

    Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR)

    10 04 04 01

    Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Voltooiing van vroegere aanvullende HFR-programma's

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    505 419,86

    504 692,85

    10 04 04 02

    Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Aanvullende HFR-programma's

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    6 819 706,—

    5 723 782,35

     

    Artikel 10 04 04 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    7 325 125,86

    6 228 475,20

     

    Hoofdstuk 10 04 — Totaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    56 250

    27 886 101,45

    24 236 731,30

    10 04 01     Voltooiiing van vroegere gemeenschappelijke programma's

    10 04 01 01   Voltooiing van vroegere gemeenschappelijke programma's — Europese Gemeenschap

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    6 351

    200 870,12

    68 724,72

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van vastleggingen die zijn aangegaan vóór het zevende kaderprogramma betreffende de niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

    Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

    Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

    Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

    Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

    10 04 01 02   Voltooiing van vroegere gemeenschappelijke programma’s — Euratom

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    49 899

    138 388,44

    236 503,66

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van vastleggingen die zijn aangegaan vóór de zevende kaderprogramma's betreffende de nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Rechtsgronden

    Besluit 94/268/Euratom van de Raad van 26 april 1994 betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998) (PB L 115 van 6.5.1994, blz. 31).

    Besluit 96/253/Euratom van de Raad van 4 maart 1996 tot aanpassing van Besluit 94/268/Euratom betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 72).

    Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34).

    Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34).

    10 04 02     Dienstverlening en werkzaamheden op rekening van derden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    3 091 531,25

    3 399 413,92

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de kredieten opgenomen die noodzakelijk zijn voor de specifieke uitgaven voor verschillende op rekening van derden uitgevoerde werkzaamheden en waarvoor telkens een evaluatie zal worden gemaakt met de betrokken derden.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 4 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement worden tijdens het begrotingsjaar extra kredieten voor dit artikel opgevoerd voor de specifieke uitgaven voor elk contract met een derde, tot een maximum van de ontvangsten die worden geboekt onder post 6 2 2 3 van de staat van ontvangsten.

    De geplande diensten zijn onder andere:

    leveringen, verlening van diensten en verrichting van werkzaamheden, over het algemeen tegen betaling;

    exploitatie van installaties voor de lidstaten of uitvoering van onderzoeksactiviteiten die een aanvulling vormen op de specifieke onderzoeksprogramma's;

    onderzoeksactiviteiten of dienstverlening in het kader van industriële groepen waarvoor de industriële partners inschrijvingsgeld en een jaarlijkse bijdrage moeten betalen;

    bestraling in het cyclotron;

    chemische ontsmetting;

    stralingsbescherming;

    metallografie;

    samenwerkingscontracten voor radioactief afval;

    opleiding;

    externe klanten van het informaticacentrum van Ispra;

    gecertificeerd referentiemateriaal;

    bestralingen voor rekening van derden in de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek te Petten.

    Rechtsgronden

    Besluit 89/340/EEG van de Raad van 3 mei 1989 inzake door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden verricht werk dat van belang is voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 142 van 25.5.1989, blz. 10).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 21 en 183.

    10 04 03     OTO-steun voor uniaal beleid op concurrerende basis

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    17 130 185,78

    14 303 613,80

    Toelichting

    Onder dit artikel worden de kredieten opgenomen die noodzakelijk zijn voor de specifieke uitgaven voor de verschillende ter ondersteuning van het EU-beleid door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek op concurrerende basis uitgevoerde wetenschappelijke ondersteunende activiteiten die buiten het kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling vallen. Ten behoeve van dit artikel zullen overeenkomstig artikel 21 en artikel 183, lid 2, van het Financieel Reglement extra kredieten worden opgevoerd ter dekking, ten bedrage van de ontvangsten die worden geboekt onder post 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, van specifieke uitgaven voor elk contract met diensten van de Unie.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op post 6 2 2 4 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Rechtsgronden

    Besluit 89/340/EEG van de Raad van 3 mei 1989 inzake door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden verricht werk dat van belang is voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 142 van 25.5.1989, blz. 10).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name de artikelen 21 en 183.

    10 04 04     Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR)

    10 04 04 01   Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Voltooiing van vroegere aanvullende HFR-programma's

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    505 419,86

    504 692,85

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een deel van de diverse uitgaven waarvoor tijdens de uitvoering van HFR-programma's verplichtingen zijn aangegaan en waarvoor geen betalingskredieten beschikbaar waren tijdens de voorgaande begrotingsjaren.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Dit programma heeft in hoofdzaak tot doel:

    ervoor te zorgen dat de HFR jaarlijks meer dan 250 dagen in bedrijf is, om de beschikbaarheid van neutronen voor experimenten te garanderen;

    ervoor te zorgen dat de reactor rationeel kan worden gebruikt in overeenstemming met de behoeften van onderzoeksinstellingen die ondersteuning van de HFR wensen op gebieden zoals:

    verbetering van de veiligheid van bestaande kernreactoren;

    gezondheid, bijvoorbeeld de ontwikkeling van medische isotopen om vragen in het medische onderzoek te beantwoorden en beproeving van medische therapeutische technieken;

    kernfusie;

    fundamenteel onderzoek en opleiding;

    afvalbeheer inclusief de mogelijkheid om splijtstof te ontwikkelen waarmee plutonium dat geschikt is voor kernwapens, kan worden weggewerkt.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen binnen de grenzen van de ontvangsten uit de betrokken lidstaten (momenteel Nederland, België en Frankrijk) voor dit artikel tijdens het begrotingsjaar aanvullende kredieten worden opgevoerd die onder post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten zullen worden geboekt.

    Rechtsgronden

    Besluit 84/1/Euratom, EEG van de Raad van 22 december 1983 tot vaststelling van een onderzoeksprogramma, uit te voeren door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de Europese Economische Gemeenschap (1984-1987) (PB L 3 van 5.1.1984, blz. 21).

    Beschikking 88/523/Euratom van de Raad van 14 oktober 1988 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 286 van 20.10.1988, blz. 37).

    Beschikking 92/275/Euratom van de Raad van 29 april 1992 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (1992-1995) (PB L 141 van 23.5.1992, blz. 27).

    Beschikking 96/419/Euratom van de Raad van 27 juni 1996 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (1996-1999) (PB L 172 van 11.7.1996, blz. 23).

    Beschikking 2000/100/Euratom van de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (2000-2003) (PB L 29 van 4.2.2000, blz. 24).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21.

    Beschikking 2004/185/Euratom van de Raad van 19 februari 2004 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoekprogramma (PB L 57 van 25.2.2004, blz. 25).

    Beschikking 2007/773/Euratom van de Raad van 26 november 2007 houdende de verlenging gedurende één jaar van het lopende aanvullende onderzoeksprogramma, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 29).

    Beschikking 2009/410/Euratom van de Raad van 25 mei 2009 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 132 van 29.5.2009, blz. 13).

    10 04 04 02   Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Aanvullende HFR-programma's

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    6 819 706,—

    5 723 782,35

    Toelichting

    De hoofddoelstellingen van het programma zijn in de eerste plaats:

    zorgen voor een veilige en betrouwbare exploitatie van de hogefluxreactor (HFR), om de beschikbaarheid van neutronen voor experimenten te waarborgen;

    mogelijk maken van een efficiënt gebruik van de reactor door onderzoeksinstellingen voor een breed scala van disciplines: verbetering van de veiligheid van bestaande kernreactoren, volksgezondheid inclusief de ontwikkeling van medische isotopen om een antwoord te geven op vragen vanuit het medisch onderzoek, kernfusie, fundamenteel onderzoek en opleiding, en afvalbeheer inclusief de mogelijkheid om het veiligheidsgedrag van splijtstoffen voor de nieuwe generatie van reactorsystemen te bestuderen.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement zullen voor deze post tijdens het begrotingsjaar aanvullende kredieten worden opgevoerd, ten belope van de inkomsten uit met name de drie betrokken lidstaten (momenteel Nederland, België en Frankrijk), die onder post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten zullen worden geboekt.

    Rechtsgronden

    Besluit 2012/709/Euratom van de Raad van 13 november 2012 tot vaststelling van het aanvullend onderzoeksprogramma voor de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) in de periode 2012-2015, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 321 van 20.11.2012, blz. 59).

    HOOFDSTUK 10 05 — HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    10 05

    HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

    10 05 01

    Ontmanteling van kerninstallaties en beheer van afval

    1.1

    30 900 000

    25 204 688

    29 403 800

    25 856 656

    26 362 274,04

    23 545 121,14

     

    Hoofdstuk 10 05 — Totaal

     

    30 900 000

    25 204 688

    29 403 800

    25 856 656

    26 362 274,04

    23 545 121,14

    10 05 01     Ontmanteling van kerninstallaties en beheer van afval

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    30 900 000

    25 204 688

    29 403 800

    25 856 656

    26 362 274,04

    23 545 121,14

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van een actieprogramma voor het beperken en oplossen van problemen in verband met de nucleaire verplichtingen ten gevolge van de werkzaamheden die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek sinds zijn oprichting heeft uitgevoerd.

    Het dient ter financiering van de ontmanteling van stilgelegde centrales en het beheer van het afval daarvan.

    Overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1) dient dit krediet tevens ter financiering van acties die de Commissie onderneemt uit hoofde van de bevoegdheden die haar krachtens artikel 8 van het Euratom-Verdrag zijn toegekend.

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 17 maart 1999 betreffende de nucleaire erfenis van GCO-werkzaamheden in het kader van het Euratom-Verdrag — Ontmanteling van verouderde kerninstallaties en beheer van afval (COM(1999) 114 final).

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2004: Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van afvalstoffen — Beheer van de nucleaire erfenis ten gevolge van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) in uitvoering van het Euratom-Verdrag (SEC(2004) 621 final).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 januari 2009: Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) in het kader van het Euratom-Verdrag (COM(2008) 903 final).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

    TITEL 11

    MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

    41 694 014

    41 694 014

    41 078 650

    41 078 650

    40 833 934,79

    40 833 934,79

    Reserves (40 01 40)

     

     

    19 779

    19 779

     

     

     

    41 694 014

    41 694 014

    41 098 429

    41 098 429

    40 833 934,79

    40 833 934,79

    11 02

    VISSERIJMARKTEN

    26 896 768

    26 943 107

    29 996 768

    30 370 025

    29 957 772,69

    34 358 651,73

    11 03

    INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT

    38 510 000

    37 273 285

    34 719 145

    35 677 881

    152 979 639,41

    162 880 147,47

    Reserves (40 02 41)

    115 220 000

    113 885 651

    73 547 480

    73 547 480

     

     

     

    153 730 000

    151 158 936

    108 266 625

    109 225 361

    152 979 639,41

    162 880 147,47

    11 04

    BEHEER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

    5 390 000

    4 820 520

    6 400 000

    5 641 866

    5 965 400,61

    5 222 818,80

    11 06

    EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF)

    686 307 712

    481 953 163

    671 398 483

    487 002 069

    656 248 974,59

    445 085 068,39

    11 07

    INSTANDHOUDING, BEHEER EN EXPLOITATIE VAN DE LEVENDE AQUATISCHE HULPBRONNEN

    51 200 000

    39 792 555

    53 260 000

    42 376 540

    52 338 860,74

    36 636 931,45

    11 08

    CONTROLE EN HANDHAVING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

    57 863 900

    34 385 692

    58 760 900

    36 106 750

    60 517 887,28

    41 803 218,25

    11 09

    MARITIEM BELEID

    1 200 000

    13 043 250

    16 560 000

    7 170 532

    0,—

    5 490 581,98

     

    Titel 11 — Totaal

    909 062 394

    679 905 586

    912 173 946

    685 424 313

    998 842 470,11

    772 311 352,86

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

    115 220 000

    113 885 651

    73 567 259

    73 567 259

     

     

     

    1 024 282 394

    793 791 237

    985 741 205

    758 991 572

    998 842 470,11

    772 311 352,86

    HOOFDSTUK 11 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

    11 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

    5

    29 867 729

    29 867 729

    29 678 337

    29 678 337

    29 824 883,21

    29 824 883,21

    11 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

    11 01 02 01

    Extern personeel

    5

    2 493 601

    2 493 601

    2 550 747

    2 550 747

    2 499 308,—

    2 499 308,—

    11 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    2 792 542

    2 792 542

    2 779 656

    2 779 656

    3 037 158,65

    3 037 158,65

    Reserves (40 01 40)

     

     

     

    19 779

    19 779

     

     

     

     

    2 792 542

    2 792 542

    2 799 435

    2 799 435

    3 037 158,65

    3 037 158,65

     

    Artikel 11 01 02 — Subtotaal

     

    5 286 143

    5 286 143

    5 330 403

    5 330 403

    5 536 466,65

    5 536 466,65

    Reserves (40 01 40)

     

     

     

    19 779

    19 779

     

     

     

     

    5 286 143

    5 286 143

    5 350 182

    5 350 182

    5 536 466,65

    5 536 466,65

    11 01 03

    Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

    5

    1 890 142

    1 890 142

    1 894 910

    1 894 910

    2 243 099,12

    2 243 099,12

    11 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

    11 01 04 01

    Structurele maatregelen in de visserijsector — Het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Europees Visserijfonds (EVF) — Niet-operationele technische bijstand

    2

    850 000

    850 000

    850 000

    850 000

    850 000,—

    850 000,—

    11 01 04 02

    Intensivering van de dialoog met het bedrijfsleven uit de visserijsector en met andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid — Uitgaven voor administratief beheer

    2

    180 000

    180 000

    200 000

    200 000

    172 656,12

    172 656,12

    11 01 04 03

    Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verzameling van basisgegevens en verbetering van het wetenschappelijke advies) — Uitgaven voor administratief beheer

    2

    445 000

    445 000

    425 000

    425 000

    421 829,69

    421 829,69

    11 01 04 04

    Internationale visserijovereenkomsten — Uitgaven voor administratief beheer

    2

    1 800 000

    1 800 000

    1 700 000

    1 700 000

    1 425 000,—

    1 425 000,—

    11 01 04 05

    Bijdragen aan internationale organisaties — Uitgaven voor administratief beheer

    2

    450 000

    450 000

    400 000

    400 000

    360 000,—

    360 000,—

    11 01 04 06

    Inspectie en bewaking van visserijactiviteiten in en buiten de wateren van de EU — Uitgaven voor administratief beheer

    2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    11 01 04 07

    Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid — Uitgaven en administratief beheer

    2

    200 000

    200 000

    100 000

    100 000

     

     

    11 01 04 08

    Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

    2

    725 000

    725 000

    500 000

    500 000

     

     

     

    Artikel 11 01 04 — Subtotaal

     

    4 650 000

    4 650 000

    4 175 000

    4 175 000

    3 229 485,81

    3 229 485,81

     

    Hoofdstuk 11 01 — Totaal

     

    41 694 014

    41 694 014

    41 078 650

    41 078 650

    40 833 934,79

    40 833 934,79

    Reserves (40 01 40)

     

     

     

    19 779

    19 779

     

     

     

     

    41 694 014

    41 694 014

    41 098 429

    41 098 429

    40 833 934,79

    40 833 934,79

    11 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    29 867 729

    29 678 337

    29 824 883,21

    11 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

    11 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 493 601

    2 550 747

    2 499 308,—

    11 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    11 01 02 11

    2 792 542

    2 779 656

    3 037 158,65

    Reserves (40 01 40)

     

    19 779

     

    Totaal

    2 792 542

    2 799 435

    3 037 158,65

    11 01 03     Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 890 142

    1 894 910

    2 243 099,12

    11 01 04     Ondersteunende uitgaven° voor maatregelen op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

    11 01 04 01   Structurele maatregelen in de visserijsector — Het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) en het Europees Visserijfonds (EVF) — Niet-operationele technische bijstand

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    850 000

    850 000

    850 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (contractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) en uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen en dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit het onderhavige begrotingsonderdeel wordt gefinancierd) die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het EVF zoals bepaald in artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 inzake technische bijstand.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

    Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

    Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

    11 01 04 02   Intensivering van de dialoog met het bedrijfsleven uit de visserijsector en met andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    180 000

    200 000

    172 656,12

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, deelname van belanghebbenden aan ad-hocvergaderingen, seminars en conferenties over belangrijke aangelegenheden in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, uitgaven voor informatietechnologie, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 11 04 01.

    11 01 04 03   Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verzameling van basisgegevens en verbetering van het wetenschappelijke advies) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    445 000

    425 000

    421 829,69

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, informatietechnologie, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie de artikelen 11 07 01 en 11 07 02.

    11 01 04 04   Internationale visserijovereenkomsten — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 800 000

    1 700 000

    1 425 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor dienstbezoeken van delegaties uit derde landen die onderhandelingen over visserijovereenkomsten en bijeenkomsten van gemeenschappelijke comités bijwonen;

    uitgaven voor informatietechnologie (IT) (apparatuur en diensten);

    uitgaven voor extern personeel (contractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) bij de delegaties van de Unie in derde landen, alsmede de aanvullende logistieke en infrastructurele kosten, zoals opleidingskosten, vergaderkosten, kosten van dienstreizen, IT- en telecommunicatiekosten en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

    uitgaven voor studies, deskundigenvergaderingen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de voorbereiding en de tenuitvoerlegging van internationale visserijovereenkomsten.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 11 03 01.

    11 01 04 05   Bijdragen aan internationale organisaties — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    450 000

    400 000

    360 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie de artikelen 11 03 02, 11 03 03 en 11 03 04.

    11 01 04 06   Inspectie en bewaking van visserijactiviteiten in en buiten de wateren van de EU — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel (contractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) dat in de zetel werkt in het kader van de controle en de bewaking van visserijactiviteiten.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 11 08 02.

    11 01 04 07   Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid — Uitgaven en administratief beheer

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    200 000

    200 000

    100 000

    100 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor studies, evaluatiemaatregelen, bijeenkomsten van deskundigen, informatietechnologie, waaronder informaticahulpmiddelen, -systemen en –netwerken, die nodig zijn voor een effectieve en efficiënte tenuitvoerlegging van het programma en voor de verwezenlijking van de doelen van dit programma, alsmede voor alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie moet maken om het programma ten uitvoer te leggen.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 11 09 05.

    11 01 04 08   Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    725 000

    725 000

    500 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de maatregelen betreffende voorbereiding, monitoring, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, en met name wat betreft visserijproducten, in overeenstemming met artikel 5, onder a) tot en met d), van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 11 02 01.

    HOOFDSTUK 11 02 — VISSERIJMARKTEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 02

    VISSERIJMARKTEN

    11 02 01

    Interventiemaatregelen voor visserijproducten

    11 02 01 01

    Interventiemaatregelen voor visserijproducten — Nieuwe maatregelen

    2

    11 500 000

    11 366 820

    15 000 000

    14 412 834

    14 961 004,69

    17 160 348,22

    11 02 01 03

    Voorbereidende actie — Waarnemingscentrum van prijzen op de visserijmarkt

    2

    550 000

    1 734 000

    0,—

    323 000,—

    11 02 01 04

    Proefproject — Invoering van een enkel instrument voor handelsbenamingen voor visserij- en aquacultuurproducten

    2

    400 000

    200 000

     

     

     

     

     

    Artikel 11 02 01 — Subtotaal

     

    11 900 000

    12 116 820

    15 000 000

    16 146 834

    14 961 004,69

    17 483 348,22

    11 02 03

    Visserijprogramma voor de ultraperifere regio's

    11 02 03 01

    Visserijprogramma voor de ultraperifere regio's — Nieuwe maatregelen

    2

    14 996 768

    14 826 287

    14 996 768

    14 223 191

    14 996 768,—

    16 875 303,51

     

    Artikel 11 02 03 — Subtotaal

     

    14 996 768

    14 826 287

    14 996 768

    14 223 191

    14 996 768,—

    16 875 303,51

     

    Hoofdstuk 11 02 — Totaal

     

    26 896 768

    26 943 107

    29 996 768

    30 370 025

    29 957 772,69

    34 358 651,73

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 21 en artikel 174, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen op basis van alle ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten, extra kredieten worden opgevoerd voor elk onderdeel van dit hoofdstuk.

    11 02 01     Interventiemaatregelen voor visserijproducten

    11 02 01 01   Interventiemaatregelen voor visserijproducten — Nieuwe maatregelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 500 000

    11 366 820

    15 000 000

    14 412 834

    14 961 004,69

    17 160 348,22

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de gemeenschappelijke marktordening in de sector visserijproducten, en met name die in verband met de interventiemechanismen, de vergoeding aan de producentenorganisaties en de systemen voor mededeling en uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie.

    Het dient tevens voor de financiering van de uitgaven met betrekking tot de evaluaties overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EG) nr. 104/2000.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22).

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    11 02 01 03   Voorbereidende actie — Waarnemingscentrum van prijzen op de visserijmarkt

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    550 000

    1 734 000

    0,—

    323 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de invoering van een systeem om toezicht te houden op de prijsvorming en het evaluatieproces van visserijproducten en producten van de aquacultuur.

    Het waarnemingscentrum werkt samen met het waarnemingssysteem voor voedselprijzen dat door de Unie wordt ontwikkeld, en vult dit aan. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de ruime markt voor visserijproducten uit de Unie niet buiten het algemene prijscontrolesysteem wordt gelaten.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    11 02 01 04   Proefproject — Invoering van een enkel instrument voor handelsbenamingen voor visserij- en aquacultuurproducten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    400 000

    200 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Handelsbenamingen vallen binnen de bevoegdheid van de nationale autoriteiten van elke lidstaat; er moet een enkel instrument worden ingevoerd om Europese consumenten te garanderen dat de verschillende benamingen transparant en coherent zijn, en om het eenvoudiger te maken de betreffende informatie te verifiëren.

    Het proefproject heeft tot doel:

    een databank op te zetten met alle informatie in verband met handelsbenamingen (codes van FAO-nomenclatuur, gecombineerde nomenclatuur, douanenomenclatuur, gezondheidsnomenclatuur of INN; de wetenschappelijke soortnamen overeenkomstig het systeem FishBase; de soortnamen in alle officiële talen van de lidstaten en mogelijkerwijs de aanvaarde regionale en lokale aanduidingen);

    een expertsysteem op te zetten om de consistentie tussen de verschillende benamingen en nomenclaturen te analyseren;

    een website hierover op te zetten.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    11 02 03     Visserijprogramma voor de ultraperifere regio's

    11 02 03 01   Visserijprogramma voor de ultraperifere regio's — Nieuwe maatregelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 996 768

    14 826 287

    14 996 768

    14 223 191

    14 996 768,—

    16 875 303,51

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de regeling ter compensatie van de door de ultraperifere ligging veroorzaakte extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden en de Franse departementen Guyana en Réunion.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2328/2003 van de Raad van 22 december 2003 tot instelling van een regeling ter compensatie van de door de ultraperifere ligging veroorzaakte extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden en de Franse departementen Guyana en Réunion (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 34).

    Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 791/2007 van de Raad van 21 mei 2007 tot instelling van een regeling ter compensatie van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de ultraperifere gebieden van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, Frans Guyana en Réunion (PB L 176 van 6.7.2007, blz. 1).

    HOOFDSTUK 11 03 — INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 03

    INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT

    11 03 01

    Internationale visserijovereenkomsten

    2

    29 010 000

    28 674 039

    25 450 394

    26 123 809

    147 571 248,95

    155 655 108,95

    Reserves (40 02 41)

     

    115 220 000

    113 885 651

    73 547 480

    73 547 480

     

     

     

     

    144 230 000

    142 559 690

    98 997 874

    99 671 289

    147 571 248,95

    155 655 108,95

    11 03 02

    Bijdragen aan internationale organisaties

    2

    4 800 000

    4 447 886

    3 601 985

    4 172 136

    3 250 561,08

    3 174 091,55

    11 03 03

    Voorbereidende werkzaamheden voor nieuwe internationale organisaties in de visserijsector en andere niet-verplichte bijdragen aan internationale organisaties

    2

    4 500 000

    3 953 676

    5 500 000

    5 215 170

    1 919 811,20

    3 812 928,79

    11 03 04

    Financiële bijdrage van de Europese Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982

    2

    200 000

    197 684

    166 766

    166 766

    238 018,18

    238 018,18

     

    Hoofdstuk 11 03 — Totaal

     

    38 510 000

    37 273 285

    34 719 145

    35 677 881

    152 979 639,41

    162 880 147,47

    Reserves (40 02 41)

     

    115 220 000

    113 885 651

    73 547 480

    73 547 480

     

     

     

     

    153 730 000

    151 158 936

    108 266 625

    109 225 361

    152 979 639,41

    162 880 147,47

    11 03 01     Internationale visserijovereenkomsten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 03 01

    29 010 000

    28 674 039

    25 450 394

    26 123 809

    147 571 248,95

    155 655 108,95

    Reserves (40 02 41)

    115 220 000

    113 885 651

    73 547 480

    73 547 480

     

     

    Totaal

    144 230 000

    142 559 690

    98 997 874

    99 671 289

    147 571 248,95

    155 655 108,95

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de visserijovereenkomsten die de Unie/Gemeenschap met derde landen heeft onderhandeld of voornemens is te verlengen of te heronderhandelen.

    Voorts kan de Unie onderhandelen over nieuwe partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied, die uit hoofde van dit artikel zouden moeten worden gefinancierd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

    Verordeningen en besluiten inzake de sluiting van overeenkomsten en/of protocollen op visserijgebied tussen de Unie/Gemeenschap en de regeringen van de volgende landen:

    Land

    Verordening

    Datum

    PB

    Looptijd

    Argentinië (p.m.)

    Verordening (EG) nr. 3447/93

    28 september 1993

    L 318 van 20.12.1993

    24.5.1994 tot 23.5.1999

     

    Er is momenteel geen protocol van kracht

     

     

     

    Kaapverdië

    Verordening (EG) nr. 2027/2006

    19 december 2006

    L 414 van 30.12.2006

    1.9.2006 tot 31.8.2011

     

    Besluit nr. 2011/679/EU

    10 oktober 2011

    L 269 van 14.10.2011

    1.9.2011 tot 31.8.2014

    Comoren

    Verordening (EG) nr. 1660/2005

    6 oktober 2005

    L 267 van 12.10.2005

    1.1.2005 tot 31.12.2010

     

    Verordening (EG) nr. 1563/2006

    5 oktober 2006

    L 290 van 20.10.2006

     

     

    Besluit 2011/294/EU

    13 mei 2011

    L 134 van 21.5.2011

    1.1.2011 tot 31.12.2013

    Ivoorkust

    Verordening (EG) nr. 953/2005

    21 juni 2005

    L 164 van 24.6.2005

    1.7.2004 tot 30.6.2007

     

    Verordening (EG) nr. 242/2008

    17 maart 2008

    L 75 van 18.3.2008

    1.7.2007 tot 30.6.2013

    Gabon

    Besluit nr. 2006/788/EG

    7 november 2006

    L 319 van 18.11.2006

     

     

    Verordening (EG) nr. 450/2007

    16 april 2007

    L 109 van 26.4.2007

    3.12.2005 tot 2.12.2011

     

    Onderhandelingen over de verlenging van het protocol aan de gang

     

     

     

    Groenland

    Verordening (EG) nr. 753/2007

    28 juni 2007

    L 172 van 30.6.2007

    1.1.2007 tot 31.12.2012

     

    Besluit 2012/653/EU

    16 juli 2012

    L 293 van 23.10.2012

    1.1.2013 tot 31.12.2015

    Guinee-Bissau

    Verordening (EG) nr. 1491/2006

    10 oktober 2006

    L 279 van 11.10.2006

     

     

    Verordening (EG) nr. 241/2008

    17 maart 2008

    L 75 van 18.3.2008

    16.6.2007 tot 15.6.2011

     

    Besluit 2011/885/EU

    14 november 2011

    L 344 van 28.12.2011

    16.6.2011 tot 15.6.2012

     

    Op 10 februari 2012 is een nieuw protocol geparafeerd — de wetgevingsprocedure is lopende

     

     

     

    Equatoriaal-Guinea (p.m.)

    Verordening (EEG) nr. 1966/84

    28 juni 1984

    L 188 van 16.7.1984

     

     

    (geschorst sedert juni 2001)

     

     

     

    Republiek Guinee

    Verordening (EG) nr. 830/2004

    26 april 2004

    L 127 van 29.4.2004

    1.1.2004 tot 31.12.2008

     

    Besluit 2009/473/EG

    Ingetrokken bij Besluit 2009/1016/EU

    Er is momenteel geen protocol van kracht.

    28 mei 2009

    22 december 2009

    L 156 van 19.6.2009

    L 348 van 29.12.2009

    1.1.2009 tot 31.12.2012

    Kiribati

    Verordening (EG) nr. 893/2007

    23 juli 2007

    L 205 van 7.8.2007

    16.9.2006 tot 15.9.2012

     

    Besluit 2012/669/EU

    9 oktober 2012

    L 300 van 30.10.2012

    16.9.2012 tot 15.9.2015

    Madagaskar

    Besluit nr. 2007/797/EG

    15 november 2007

    L 331 van 17.12.2007

     

     

    Verordening (EG) nr. 31/2008

    Op 10 mei 2012 is een nieuw protocol geparafeerd — de wetgevingsprocedure is lopende

    15 november 2007

    L 15 van 18.1.2008

    1.1.2007 tot 31.12.2012

    Mauritius

    Verordening (EG) nr. 2003/2004

    21 oktober 2004

    L 348 van 24.11.2004

    3.12.2003 tot 2.12.2007

     

    Besluit 2012/670/EU

    9 oktober 2012

    L 300 van 30.10.2012

     

    Mauritanië

    Verordening (EG) nr. 1801/2006

    30 november 2006

    L 343 van 8.12.2006

    1.8.2006 tot 31.7.2008

     

    Verordening (EG) nr. 704/2008

    Op 26 juli 2012 is een nieuw protocol geparafeerd — de wetgevingsprocedure is lopende

    15 juli 2008

    L 203 van 31.7.2008

    1.8.2008 tot 31.7.2012

    Federale Staten van Micronesië

    Verordening (EG) nr. 805/2006

    Besluit nr. 2011/116/EU

    25 april 2006

    13 december 2010

    L 151 van 6.6.2006

    L 52 van 25.2.2011

    26.2.2007 tot 25.2.2010

     

    In afwachting van de inwerkingtreding van het nieuwe protocol

     

     

     

    Marokko

    Verordening (EG) nr. 764/2006

    22 mei 2006

    L 141 van 29.5.2006

    28.2.2007 tot 27.2.2011 (5)

     

    Besluit 2011/491/EU

    12 juli 2011

    L 202 van 05.08.2011

    28.02.2011 tot 28.2.2012

     

    Ingetrokken bij Besluit 2012/15/EU

    20 december 2011

    L 6 van 10.1.2012

     

     

    Er is momenteel geen protocol van kracht.

     

     

     

    Mozambique

    Verordening (EG) nr. 1446/2007

    22 november 2007

    L 331 van 17.12.2007

    1.1.2007 tot 31.12.2011

     

    Besluit 2012/306/EU

    12 juni 2012

    L 153 van 14.6.2012

    1.2.2012 tot 31.1.2015

    Sao Tomé en Principe

    Verordening (EG) nr. 894/2007

    23 juli 2007

    L 205 van 7.8.2007 en L 330 van 15.12.2007

    1.6.2006 tot 31.5.2010

     

    Besluit 2011/420/EU

    12 juli 2011

    L 188 van 19.7.2011

    13.5.2011 tot 12.5.2014

    Senegal (p.m.)

    Verordening (EG) nr. 2323/2002

    16 december 2002

    L 349 van 24.12.2002

    1.7.2002 tot 30.6.2006

     

    Er is momenteel geen protocol van kracht.

     

     

     

    Seychellen

    Verordening (EG) nr. 1562/2006.

    5 oktober 2006

    L 290 van 20.10.2006

     

     

    Besluit 2011/474/EU

    12 juli 2011

    L 196 van 28.7.2011

    18.1.2011 tot 17.1.2014

    Salomonseilanden

    Verordening (EG) nr. 563/2006

    13 maart 2006

    L 105 van 13.4.2006

    9.10.2006 tot 8.10.2009

     

    Besluit 2010/763/EU

    6 december 2010

    L 324 van 9.12.2010

    9.10.2009 tot 8.10.2012

    Tanzania (p.m.)

    Voorgestelde overeenkomst ingetrokken

     

     

     

    11 03 02     Bijdragen aan internationale organisaties

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 800 000

    4 447 886

    3 601 985

    4 172 136

    3 250 561,08

    3 174 091,55

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van de actieve deelname van de Unie aan de activiteiten van de internationale organisaties welke in de visserijsector tot taak hebben de instandhouding en duurzame exploitatie van de visbestanden in volle zee te verzekeren:

    CCAMLR (Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren) — Besluit 81/691/EEG van de Raad van 4 september 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 252 van 5.9.1981, blz. 26);

    NASCO (Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan) — Besluit 82/886/EEG van de Raad van 13 december 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noord–Atlantische Oceaan (PB L 378 van 31.12.1982, blz. 24);

    ICCAT (Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen) — Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33);

    NEAFC (Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Besluit 81/608/EEG van de Raad van 13 juli 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 21);

    FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) — (Besluit van de Raad van 25 november 1991 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) en FAO-instanties, de Visserijcommissie voor het centraaloostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Cecaf) en de Visserijcommissie voor het centraalwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (WECAFC);

    NAFO (Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Verordening (EEG) nr. 3179/78 van de Raad van 28 december 1978 betreffende de sluiting door de Europese Economische Gemeenschap van de Overeenkomst inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 378 van 30.12.1978, blz. 1);

    IOTC (Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan) — Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24);

    GFCM (Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) — Besluit 98/416/EG van de Raad van 16 juni 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34);

    SEAFO (Organisatie voor de visserij in het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39);

    SWAFO (Commissie voor de visserij in het zuidwestelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Multilaterale Overeenkomst voor de instandhouding van de mariene fauna en flora in de wateren van de volle zee in het zuidwestelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan, onderhandelingsopdracht nr. 13428/97);

    SIOFA (Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan) — Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27);

    WCPFC, voorheen MHLC (Visserijcommissie voor het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan) — Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1);

    AIDCP (Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen) — Besluit 2005/938/EG van de Raad van 8 december 2005 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 348 van 30.12.2005, blz. 26);

    IATTC (Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn) — Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22);

    Regeling voor de instandhouding en het beheer van zwaardvisbestanden in het zuidoostelijke deel van de Stille Oceaan; onderhandelingsopdracht in uitvoering;

    Regionale Organisatie voor visserijbeheer voor het zuidelijk deel van de Stille Oceaan; onderhandelingsopdracht in uitvoering;

    Verdrag betreffende de Beringzee.

    Dit krediet dient onder meer ter dekking van:

    de verplichte bijdragen van de Unie aan het budget van internationale organisaties in de visserijsector;

    het lidmaatschap van de Unie, en de vrijwillige financiering door de Unie, van de FAO, afdeling Visserij.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

    11 03 03     Voorbereidende werkzaamheden voor nieuwe internationale organisaties in de visserijsector en andere niet-verplichte bijdragen aan internationale organisaties

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 500 000

    3 953 676

    5 500 000

    5 215 170

    1 919 811,20

    3 812 928,79

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van:

    de voorbereidende werkzaamheden voor nieuwe internationale visserijorganisaties (Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan, de Regionale Organisatie voor visserijbeheer voor het zuidelijk deel van de Stille Oceaan, enz.);

    de internationale organisaties in de visserijsector waarin de Unie de status van waarnemer heeft (artikel 217 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie):

    de Internationale Walvisvangstcommissie (IWC);

    de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

    de ondersteuning van de follow-up en de uitvoering van sommige regionale projecten, met name door bij te dragen tot specifieke gezamenlijke internationale controle- en inspectieactiviteiten. Dit krediet dient eveneens ter dekking van toezichtprogramma’s waarover moet worden onderhandeld in West-Afrika en het westelijke deel van de Stille Oceaan.

    Dit krediet dient ook ter dekking van onder andere:

    de inschrijvingsrechten met betrekking tot de bijeenkomsten van de internationale organisaties in de visserijsector waarvoor de Unie het statuut van waarnemer heeft;

    de financiële bijdragen aan de voorbereidende werkzaamheden van nieuwe internationale organisaties in de visserijsector die voor de Unie belangrijk zijn;

    de financiële deelname aan door internationale organisaties in de visserijsector ondernomen wetenschappelijke werkzaamheden die voor de Unie van speciaal belang zijn;

    de financiële deelname aan acties (werkvergaderingen, informele of buitengewone vergaderingen van de overeenkomstsluitende partijen) die in het kader van de internationale visserijorganisaties bevorderlijk zijn voor de belangen van de Unie en voor de samenwerking met haar partners die lid zijn van deze organisaties en waarmee zij op visserijgebied betrekkingen onderhoudt. Onder dit artikel worden eveneens de kosten geboekt van de deelname van de vertegenwoordigers van derde landen aan onderhandelingen en vergaderingen in het kader van internationale fora en organisaties, voor zover hun aanwezigheid noodzakelijk is om de belangen van de Unie te verdedigen;

    subsidies voor regionale organisaties in de betrokken subregio, waarvan kuststaten deel uitmaken.

    Dit betreft onder andere de volgende organisaties:

    CCAMLR (Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren) — Besluit 81/691/EEG van de Raad van 4 september 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PBL 252 van 5.9.1981, blz. 26);

    NASCO (Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan) — Besluit 82/886/EEG van de Raad van 13 december 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 378 van 31.12.1982, blz. 24);

    ICCAT (Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen) — Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33);

    NEAFC (Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Besluit 81/608/EEG van de Raad van 13 juli 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 21);

    FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) — Besluit van de Raad van 25 november 1991 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties;

    NAFO (Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Verordening (EEG) nr. 3179/78 van de Raad van 28 december 1978 betreffende de sluiting door de Europese Economische Gemeenschap van de Overeenkomst inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 378 van 30.12.1978, blz. 1);

    IOTC (Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan) — Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24);

    GCFM (Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) — Besluit 98/416/EG van de Raad van 16 juni 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34);

    Visserijcommissie voor het centraaloostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Cecaf);

    Visserijcommissie voor het centraalwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (WECAFC);

    SEAFO (Organisatie voor de visserij in het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39);

    SWAFO (Commissie voor de visserij in het zuidwestelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Multilaterale overeenkomst voor de instandhouding van de mariene fauna en flora in de wateren van de volle zee in het zuidwestelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan, onderhandelingsopdracht nr. 13428/97;

    SIOFA (Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan) — Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27);

    WCPFC, voorheen MHLC (Visserijcommissie voor het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan) — Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1);

    AIDCP (Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen) — Besluit 2005/938/EG van de Raad van 8 december 2005 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 348 van 30.12.2005, blz. 26);

    Regionale Visserijorganisatie voor het zuidelijk deel van de Stille Oceaan: in afwachting van de ratificatie blijft het onderhandelingsmandaat van kracht;

    IATTC (Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn) — Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22);

    Regeling voor de instandhouding en het beheer van zwaardvisbestanden in het zuidoostelijke deel van de Stille Oceaan; onderhandelingsopdracht in uitvoering;

    Verdrag betreffende de Beringzee;

    COREP (Regionaal Comité voor de visserij in de Golf van Guinee);

    CSRP (Subregionale Visserijcommissie voor de West-Sahara);

    COI (Commissie voor de Indische Oceaan);

    andere internationale organisaties die zouden kunnen worden aangewezen in het kader van de tenuitvoerlegging van regionale programma’s voor toezicht, visserij en maritiem bestuur, met name in West-Afrika en het westelijke deel van de Stille Oceaan.

    Rechtsgronden

    Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

    11 03 04     Financiële bijdrage van de Europese Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    200 000

    197 684

    166 766

    166 766

    238 018,18

    238 018,18

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdragen van de Europese Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, en met name de Internationale Zeebodemautoriteit en het Internationaal Hof voor het recht van de zee.

    Rechtsgronden

    Besluit 98/392/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag van 28 juli 1994 (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 1).

    Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 3).

    Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

    HOOFDSTUK 11 04 — BEHEER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 04

    BEHEER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

    11 04 01

    Intensivering van de dialoog met het bedrijfsleven uit de visserijsector en met andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid

    2

    5 390 000

    4 820 520

    6 400 000

    5 641 866

    5 965 400,61

    5 222 818,80

     

    Hoofdstuk 11 04 — Totaal

     

    5 390 000

    4 820 520

    6 400 000

    5 641 866

    5 965 400,61

    5 222 818,80

    11 04 01     Intensivering van de dialoog met het bedrijfsleven uit de visserijsector en met andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 390 000

    4 820 520

    6 400 000

    5 641 866

    5 965 400,61

    5 222 818,80

    Toelichting

    Dit krediet dient om in het kader van het actieplan voor de intensivering van de dialoog met het bedrijfsleven in de visserijsector en de andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, het onderstaande te financieren:

    subsidies voor regionale adviesraden (RAR’s) voor de financiering van de operationele kosten en tolk- en vertaalkosten van de vergaderingen van de RAR’s;

    de uitvoering van maatregelen op het gebied van voorlichting en documentatie in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid ten behoeve van de visserijsector en al wie betrokken is bij het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid.

    De Commissie blijft de werking van de RAR’s ondersteunen door een financiële bijdrage te verlenen, aan vergaderingen deel te nemen, de desbetreffende documenten op te stellen en ervoor te zorgen dat met alle adviezen van de RAR's rekening wordt gehouden bij het opstellen van nieuwe wetgeving. Indien de Commissie het advies van de RAR niet integreert, of slechts een deel ervan, moet zij aangeven waarom en op welke punten zij afwijkt van het advies van de RAR. De betrokkenheid van de personen die werkzaam zijn in de visserij en van andere belangengroepen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid zal worden vergroot zodat meer rekening wordt gehouden met de specifieke regionale kenmerken.

    Een deel van het krediet is voorts gereserveerd voor voorlichtings- en communicatieactiviteiten in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, alsmede voor communicatieactiviteiten ten behoeve van de belanghebbende partijen. Opnieuw zal het nodige worden gedaan om belanghebbenden en de gespecialiseerde media in de nieuwe lidstaten en in de landen die bij de volgende uitbreiding tot de Europese Unie toetreden, informatie over het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid te verstrekken.

    Eventuele ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

    Besluit 2004/585/EG van de Raad van 19 juli 2004 tot oprichting van regionale adviesraden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 256 van 3.8.2004, blz. 17).

    Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

    Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder d), van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 11 06 — EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 06

    EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF)

    11 06 01

    Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Doelstelling 1 (2000-2006)

    2

    p.m.

    14 826 287

    p.m.

    21 334 787

    0,—

    323 976,81

    11 06 02

    Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    172 858,60

    11 06 03

    Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstellingen 1 en 6 (van vóór 2000)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    11 06 04

    Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Gebieden buiten doelstelling 1 (2000-2006)

    2

    p.m.

    4 942 096

    p.m.

    7 111 596

    0,—

    170 953,65

    11 06 05

    Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstelling 5a (van vóór 2000)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    11 06 06

    Voltooiing van vroegere programma’s — Initiatieven (van vóór 2000)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    11 06 08

    Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere operationele technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    11 06 09

    Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    11 06 11

    Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand

    2

    3 500 000

    2 569 890

    3 868 963

    3 413 566

    3 044 489,59

    3 507 870,95

    11 06 12

    Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling

    2

    519 652 868

    341 004 596

    507 543 231

    341 356 590

    496 297 184,—

    320 405 478,47

    11 06 13

    Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die buiten de convergentiedoelstelling vallen

    2

    163 154 844

    118 610 294

    159 986 289

    113 785 530

    156 907 301,—

    120 503 929,91

     

    Hoofdstuk 11 06 — Totaal

     

    686 307 712

    481 953 163

    671 398 483

    487 002 069

    656 248 974,59

    445 085 068,39

    Toelichting

    Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement en wel in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat eerder besloten correcties komen te vervallen of worden verlaagd.

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder wordt overgegaan tot terugbetaling van het voorschot, die niet leidt tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement.

    De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

    Rechtsgronden

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999.

    11 06 01     Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Doelstelling 1 (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    14 826 287

    p.m.

    21 334 787

    0,—

    323 976,81

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het FIOV betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan in het kader van doelstelling 1.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

    Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

    11 06 02     Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    172 858,60

    Toelichting

    Dit krediet voor het speciale programma voor vrede en verzoening dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 2, lid 4.

    Referentiebesluiten

    Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999, en met name punt 44, onder b).

    Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name overweging 5.

    11 06 03     Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstellingen 1 en 6 (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 4028/86 van de Raad van 18 december 1986 inzake communautaire acties voor verbetering en aanpassing van de structuur van de visserij en de aquacultuur (PB L 376 van 31.12.1986, blz. 7).

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 2468/98 van de Raad van 3 november 1998 tot vaststelling van de criteria en de voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij/aquacultuur en de verwerking en de afzet van de producten daarvan (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 19).

    11 06 04     Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (FIOV) — Gebieden buiten doelstelling 1 (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    4 942 096

    p.m.

    7 111 596

    0,—

    170 953,65

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan voor gebieden buiten doelstelling 1.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

    Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

    11 06 05     Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstelling 5a (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5a „Visserij”, inclusief de maatregelen die op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2080/93 worden gefinancierd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 2468/98 van de Raad van 3 november 1998 tot vaststelling van de criteria en de voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij/aquacultuur en de verwerking en de afzet van de producten daarvan (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 19).

    11 06 06     Voltooiing van vroegere programma’s — Initiatieven (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met de initiatieven van de Gemeenschap in de programmeringsperiode 2000-2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma’s in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642 final).

    11 06 08     Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere operationele technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van betalingsverplichtingen die het FIOV in vorige programmeringsperioden is aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, follow-up of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de betrokken verordeningen voorzien. Het dient ook voor de financiering van de oude meerjarenacties, en met name voor die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van de andere bovengenoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen. Dit krediet zal eventueel ook worden aangewend voor de financiering van middelen die in het kader van het FIOV verschuldigd zijn voor bijstand waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmering voor 2000-2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma’s (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (PB L 389 van 31.12.1992, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de oriëntatie van de visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

    Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

    11 06 09     Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de specifieke maatregel ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko.

    Naar aanleiding van de schipbreuk van de „Prestige” is een bedrag van 30 000 000 EUR beschikbaar gesteld voor specifieke maatregelen om de schade veroorzaakt door olie uit de Prestige, te vergoeden voor de visserijsector, de schelpdierensector en de aquacultuursector.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2561/2001 van de Raad van 17 december 2001 ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko (PB L 344 van 28.12.2001, blz. 17).

    Verordening (EG) nr. 2372/2002 van de Raad van 20 december 2002 tot instelling van specifieke maatregelen om de schade veroorzaakt door olie uit de Prestige te vergoeden voor de visserijsector, de schelpdierensector en de aquacultuursector in Spanje (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 81).

    11 06 11     Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 500 000

    2 569 890

    3 868 963

    3 413 566

    3 044 489,59

    3 507 870,95

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uit het EVF gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1198/2006. De technische bijstand omvat studies, evaluaties, maatregelen ten behoeve van de partners, maatregelen voor de verspreiding van informatie, de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, toezicht, audit, inspectie en evaluatie, de verbetering van de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over praktijken op dit gebied en de oprichting van transnationale netwerken en netwerken van de Unie van actoren inzake duurzame ontwikkeling van kustvisserijgebieden.

    Bij de technische bijstand gaat het om maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de audit, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het EVF.

    Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

    ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

    uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

    uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

    dienstverleningscontracten;

    steun voor netwerkactiviteiten en de uitwisseling van de beste praktijken.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

    11 06 12     Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    519 652 868

    341 004 596

    507 543 231

    341 356 590

    496 297 184,—

    320 405 478,47

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de operationele programma’s in het kader van de convergentiedoelstelling van het Europees Visserijfonds (EVF) voor de programmeringsperiode 2007-2013.

    Bijzondere aandacht zal worden besteed aan economische diversificatie van gebieden die worden geconfronteerd met een vermindering van de visserijactiviteit, aan de aanpassing van de vlootcapaciteit en de modernisering van de vloot zonder dat dit echter mag leiden tot een toename van de visserijinspanningen, en aan de duurzame ontwikkeling van de visserijgebieden.

    Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om een stabiel en duurzaam evenwicht tot stand te brengen tussen de capaciteit van de visserijvloot en de beschikbare rijkdommen, en met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

    Dit krediet is tevens bedoeld om acties ter bevordering van selectiever vistuig te financieren.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

    11 06 13     Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die buiten de convergentiedoelstelling vallen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    163 154 844

    118 610 294

    159 986 289

    113 785 530

    156 907 301,—

    120 503 929,91

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijstand die buiten de convergentiedoelstelling om uit het EVF wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2007-2013 worden aangegaan.

    Bijzondere aandacht zal worden besteed aan economische diversificatie van gebieden die worden geconfronteerd met een vermindering van de visserijactiviteit, aan de modernisering van de vloot zonder dat dit echter mag leiden tot een toename van de visserijinspanningen, en aan de duurzame ontwikkeling van de visserijgebieden.

    Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

    Dit krediet is tevens bedoeld om acties ter bevordering van selectiever vistuig te financieren.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

    HOOFDSTUK 11 07 — INSTANDHOUDING, BEHEER EN EXPLOITATIE VAN DE LEVENDE AQUATISCHE HULPBRONNEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 07

    INSTANDHOUDING, BEHEER EN EXPLOITATIE VAN DE LEVENDE AQUATISCHE HULPBRONNEN

    11 07 01

    Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verzameling van basisgegevens)

    2

    46 000 000

    35 088 879

    47 500 000

    38 307 795

    48 178 319,74

    34 285 452,85

    11 07 02

    Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verbetering van de wetenschappelijke adviezen)

    2

    5 200 000

    3 953 676

    4 260 000

    3 318 745

    4 160 541,—

    2 351 478,60

    11 07 03

    Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken

    2

    750 000

    1 500 000

    750 000

     

     

     

    Hoofdstuk 11 07 — Totaal

     

    51 200 000

    39 792 555

    53 260 000

    42 376 540

    52 338 860,74

    36 636 931,45

    11 07 01     Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verzameling van basisgegevens)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    46 000 000

    35 088 879

    47 500 000

    38 307 795

    48 178 319,74

    34 285 452,85

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de financiële bijdrage van de Unie aan door de lidstaten verrichte uitgaven voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in het kader van nationale meerjarenprogramma’s;

    de financiering van studies en proefprojecten die de Commissie, zo nodig in samenwerking met de lidstaten, uitvoert voor de instandhouding, het beheer en de exploitatie van levende aquatische hulpbronnen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1543/2000 van 29 juni 2000 van de Raad tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Verordening (EG) nr. 665/2008 van de Commissie van 14 juli 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 186 van 15.7.2008, blz. 3).

    Verordening (EG) nr. 1078/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven van de lidstaten voor de verzameling en het beheer van de basisgegevens over de visserij (PB L 295 van 4.11.2008, blz. 24).

    11 07 02     Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verbetering van de wetenschappelijke adviezen)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 200 000

    3 953 676

    4 260 000

    3 318 745

    4 160 541,—

    2 351 478,60

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor partnerschapscontracten met nationale onderzoeksinstellingen met het oog op de verstrekking van wetenschappelijke adviezen;

    uitgaven voor met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek of enig ander adviesorgaan van de Unie getroffen administratieve regelingen om het secretariaat voor het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) waar te nemen, om de preanalyse van gegevens te verrichten en om de voor de evaluatie van de toestand van de visbestanden te gebruiken gegevens voor te bereiden;

    de vergoedingen die aan de leden van het WTECV en/of de door het WTECV uitgenodigde deskundigen worden betaald om deel te nemen aan vergaderingen van werkgroepen en voltallige vergaderingen en om in het kader daarvan werkzaamheden te verrichten;

    de vergoedingen die aan onafhankelijke deskundigen worden betaald om de Commissie wetenschappelijke adviezen te verstrekken of om administrateurs of belanghebbenden op te leiden voor de interpretatie van wetenschappelijke adviezen;

    de bijdragen aan internationale instanties die zijn belast met bestandsevaluaties en het verstrekken van wetenschappelijk advies.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1543/2000 van 29 juni 2000 van de Raad tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

    Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2005/629/EG van de Commissie van 26 augustus 2005 tot instelling van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (PB L 225 van 31.8.2005, blz. 18).

    11 07 03     Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    750 000

    1 500 000

    750 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financieringskosten van een proefproject ter bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken en van instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer. In de in juli 2011 gepresenteerde herziening van het Gemeenschappelijke Visserijbeleid worden enkele prioriteiten gesteld die zijn gericht op de verwezenlijking van ecologische duurzaamheid en op een meer geregionaliseerde tenuitvoerlegging van op uniaal niveau vestgestelde beginselen voor het visserijbeheer. In Verordening (EG) nr. 2371/2002 (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59) en Verordening (EG) nr. 1967/2006 (PB L 409 van wordt de noodzaak uiteengezet om beheerplannen op nationaal en communautair niveau vast te stellen. Deze beheerplannen moeten met name gericht zijn op: zeegebieden met beperkte internationale wateren waaraan zowel lidstaten als derde landen grenzen; zeegebieden waar reeds uitwisseling van informatie en ervaringen tussen landen plaatsvindt in het kader van multilateraal opererende instanties; en zeegebieden waarvan de morfologische, milieugerelateerde en economische omstandigheden een vergelijking van gelijksoortige ervaringen mogelijk maken, op grond van gemeenschappelijke parameters. Een goed voorbeeld wordt gevormd door het Noord- en Centraal-Adriatische zeegebied, dat overeenkomt met geografische subzone GSA 17 in de FAO-classificatie van visgebieden en dat over de drie bovenstaande kenmerken beschikt.

    Doel van het proefproject is de bevordering van gezamenlijk, beleidsgericht onderzoek in de visserijsector met deelname van wetenschappers en belanghebbenden, met name vissers, met betrekking tot zeegebieden en visserij en gericht op de verbetering van de wetenschappelijke kennis die aan beslissingen inzake strategieën en keuzen betreffende visserijbeheer ten grondslag ligt.

    De volgende taken zouden in het kader van een dergelijk proefproject voor ondersteuning in aanmerking kunnen komen:

    verzameling, opslag en analyse van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens en informatie die nodig kunnen zijn voor de beoordeling van visbestanden en visserijpraktijken, en die een aanvulling zouden vormen op de gegevens waarvan de verzameling op grond van het kader voor gegevensverzameling verplicht is; met dit als doel, de totstandbrenging van een belangrijk instrument ter ondersteuning van uniale en nationale besluiten door middel van de ontwikkeling van een geografisch informatiesysteem (GIS); met behulp van dit instrument moet het mogelijk worden modellen te ontwikkelen die als beste praktijk kunnen fungeren en die de regionale planningsactiviteiten en het beheer van de zeegebieden kunnen vergemakkelijken; het project voorziet in de tenuitvoerlegging en actualisering van het GIS in de verschillende fasen van verwerving, opslag, verwerking en analyse van gegevens, waarbij de procedures voor het opvragen en raadplegen van de elementaire onderdelen worden vastgesteld en gebruik wordt gemaakt van alle beschikbare gegevens afkomstig van de verschillende nationale en regionale niveaus; de eerste vereiste van het geografisch informatiesysteem is de bundeling van bestaande, door verschillende regeringen beheerde databanken, teneinde de onderlinge verwevenheid en de informatiestroom zowel op dit moment als in de toekomst te verbeteren; de verspreiding van en toegang tot de verschillende niveaus en gegevens van de geodatabank worden bepaald en aangepast op indicatie van de Commissie: iedere bevoegde entiteit mag over informatie beschikken die het mogelijk maakt om de temporele variatie van verschillende parameters te beoordelen;

    de ontwikkeling van methoden, modellen en benaderingen die de beoordeling van visbestanden en visserijpraktijken en de evaluatie en beoordeling van beleidsopties kunnen verbeteren, en/of nadere maatregelen om een op het ecosysteem gerichte aanpak ten aanzien van visserijbeheer operationeel en uitvoerbaar te maken;

    de uitvoering van evaluatie- en beoordelingsprocedures, met name ter onderbouwing van de ontwikkeling en follow-up van meerjarige beheerplannen;

    de opzet van fora waar wetenschappers en vissers overleg kunnen plegen teneinde de kloof tussen hun uiteenlopende aanpak te overbruggen.

    Het proefproject dient aan enkele specifieke voorwaarden te voldoen en moet onder meer:

    worden opgezet met betrekking tot zeegebieden of de visserijsector;

    zich richten op een geïntegreerde aanpak die is gebaseerd op aan ecologie, biologie, technologie en geesteswetenschappen gerelateerde wetenschapsgebieden;

    een inclusieve, op samenwerking gebaseerde en iteratieve werkwijze hanteren;

    zich richten op resultaten die naar verwachting direct gebruikt kunnen worden in het wetenschappelijke expertiseproces en die beleidsmakers in staat stellen ter zake doende en betrouwbare keuzen te maken in het besluitvormingsproces;

    overlapping vermijden met onderzoeksprojecten of studies die op grond van het zevende kaderprogramma of het wetenschappelijk studieprogramma van DG MARE reeds worden gesubsidieerd of voor subsidie in aanmerking komen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 11 08 — CONTROLE EN HANDHAVING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 08

    CONTROLE EN HANDHAVING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

    11 08 01

    Financiële bijdrage aan de lidstaten voor uitgaven op het gebied van de controle

    2

    46 330 000

    23 079 586

    47 430 000

    23 894 961

    45 529 850,—

    28 021 980,03

    11 08 02

    Controle en toezicht op de visserijactiviteiten in de wateren van en buiten de EU

    2

    2 600 000

    2 372 206

    2 300 000

    2 180 889

    2 138 037,28

    1 931 238,22

    11 08 05

    Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

    11 08 05 01

    Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC) — Bijdrage voor de titels 1 en 2

    2

    7 311 359

    7 311 359

    7 337 359

    7 337 359

    7 280 000,—

    7 280 000,—

    11 08 05 02

    Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC) — Bijdrage voor titel 3

    2

    1 622 541

    1 622 541

    1 693 541

    2 693 541

    5 570 000,—

    4 570 000,—

     

    Artikel 11 08 05 — Subtotaal

     

    8 933 900

    8 933 900

    9 030 900

    10 030 900

    12 850 000,—

    11 850 000,—

     

    Hoofdstuk 11 08 — Totaal

     

    57 863 900

    34 385 692

    58 760 900

    36 106 750

    60 517 887,28

    41 803 218,25

    11 08 01     Financiële bijdrage aan de lidstaten voor uitgaven op het gebied van de controle

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    46 330 000

    23 079 586

    47 430 000

    23 894 961

    45 529 850,—

    28 021 980,03

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de door de lidstaten gedane uitgaven voor de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregeling voor:

    investeringen ten behoeve van de controleactiviteiten die worden ontplooid door overheidsinstanties of door de privésector, met inbegrip van de implementatie van nieuwe controletechnologieën, zoals elektronischeregistratiesystemen (ERS), volgsystemen voor vaartuigen (VMS), automatische-identificatiesystemen (AIS) verbonden met vaartuigdetectiesystemen (VDS), en de aanschaf en modernisering van controlemiddelen;

    programma’s voor de opleiding en uitwisseling van ambtenaren die zijn belast met toezicht-, controle- en bewakingstaken op visserijgebied;

    de uitvoering van proefprogramma’s met betrekking tot inspecties en waarnemers;

    kosten-batenanalyse, evaluatie van uitgaven en audits die door de bevoegde autoriteiten zijn verricht met het oog op toezicht, controle en bewaking;

    initiatieven, met inbegrip van seminars en het gebruik van media-instrumenten, om enerzijds de vissers en andere actoren zoals inspecteurs, openbare aanklagers en rechters, en anderzijds het grote publiek bewuster te maken van de noodzaak om onverantwoorde en illegale visserij te bestrijden en om de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid toe te passen;

    de implementatie van traceerbaarheidssystemen en -procedures en instrumenten voor de controle van de vlootcapaciteit via de monitoring van het motorvermogen;

    proefprojecten, zoals CCTV (gesloten televisiecircuit).

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

    Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Verordening (EG) nr. 391/2007 van de Commissie van 11 april 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven die de lidstaten doen bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen (PB L 97 van 12.4.2007, blz. 30).

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).

    11 08 02     Controle en toezicht op de visserijactiviteiten in de wateren van en buiten de EU

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 600 000

    2 372 206

    2 300 000

    2 180 889

    2 138 037,28

    1 931 238,22

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven die de Commissie heeft gedaan in het kader van haar mandaat betreffende de toepassing van, het toezicht op en de audit van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

    Het krediet dient voor de financiering van administratieve uitgaven, waaronder die voor verificatie-, inspectie- en auditmissies in het kader van de controle en evaluatie van de toepassing van het gemeenschappelijk visserijbeleid, voor vergaderingen van deskundigen, voor de uitrusting van ambtenaren van de Commissie, voor informatica (met inbegrip van die voor de oprichting en het beheer van geïnformatiseerde databanken), voor studies en voor opleiding.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

    Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende financieringsmaatregelen van de Unie voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).

    11 08 05     Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC)

    11 08 05 01   Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC) — Bijdrage voor de titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    7 311 359

    7 311 359

    7 337 359

    7 337 359

    7 280 000,—

    7 280 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

    Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie voor de in artikel 208 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” van deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen ((PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2009/988/EU van de Commissie van 18 december 2009 tot aanwijzing van het Communautair Bureau voor visserijcontrole als de instantie die wordt belast met bepaalde taken op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (PB L 338 van 19.12.2009, blz. 104).

    11 08 05 02   Europees Bureau voor visserijcontrole (EBVC) — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 622 541

    1 622 541

    1 693 541

    2 693 541

    5 570 000,—

    4 570 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie voor de in artikel 208 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Europese Unie voor 2013 bedraagt in het totaal 9 216 900 EUR. Een bedrag van 283 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 8 933 900 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole en houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2009/988/EU van de Commissie van 18 december 2009 tot aanwijzing van het Communautair Bureau voor visserijcontrole als de instantie die wordt belast met bepaalde taken op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (PB L 338 van 19.12.2009, blz. 104).

    HOOFDSTUK 11 09 — MARITIEM BELEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 09

    MARITIEM BELEID

    11 09 01

    Voorbereidende actie — Maritiem beleid

    2

    345 000

    2 600 000

    0,—

    4 417 827,59

    11 09 02

    Proefproject — Vorming van netwerken en beste praktijken in het maritieme beleid

    2

    2 200 000

    0,—

    1 072 754,39

    11 09 05

    Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid

    2

    12 098 250

    16 560 000

    2 370 532

    0,—

    0,—

    11 09 06

    Voorbereidende actie — Bewakers van de zee

    2

    1 200 000

    600 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 11 09 — Totaal

     

    1 200 000

    13 043 250

    16 560 000

    7 170 532

    0,—

    5 490 581,98

    11 09 01     Voorbereidende actie — Maritiem beleid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    345 000

    2 600 000

    0,—

    4 417 827,59

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de studies die nodig zijn om het stilaan tot stand komende maritieme beleid te onderbouwen met betrouwbare feiten en analysen, voor zover er leemten zijn en dit nodig is voor de effectbeoordeling en de voorbereiding van de toekomstige beleidsbeslissingen. Dit geldt met name voor sociaaleconomische en juridische aangelegenheden op maritiem gebied.

    Tot dusver zijn drie horizontale gebieden aangewezen voor mogelijke toekomstige actie: „maritieme ruimtelijke ordening”, „convergentie en integratie van verzamelsystemen voor mariene gegevens” en „maritiem toezicht”. Voorts dient dit krediet voor de financiering van haalbaarheidsstudies die worden uitgevoerd met het oog op de opstelling van nieuwe voorstellen op deze gebieden.

    Dit krediet is ook bestemd voor de bevordering van de diverse systemen voor monitoring van en toezicht op de zeeën, voor het verzamelen van wetenschappelijke gegevens over de zee en voor het verspreiden van netwerken en beste praktijken op het gebied van maritiem beleid en de economie van kustgebieden.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende acties als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    11 09 02     Proefproject — Vorming van netwerken en beste praktijken in het maritieme beleid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 200 000

    0,—

    1 072 754,39

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor de bevordering van modelprojecten met het oog op de integratie van verschillende systemen voor maritieme controle, het verzamelen van wetenschappelijke gegevens over de zee en de verspreiding van netwerken en beste praktijken op het gebied van maritiem beleid en de economie van kustgebieden.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    11 09 05     Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 098 250

    16 560 000

    2 370 532

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit het programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid.

    Dit krediet dient ook ter dekking van onder andere:

    het Europees marien observatie- en datanetwerk;

    de implementatie van de routekaart voor de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingstructuur;

    verkennende studies over grensoverschrijdende maritieme ruimtelijke ordening;

    IT-toepassingen, zoals het Maritiem Forum en de Europese zeeatlas;

    evenementen en conferenties;

    Europabrede zeegebiedenstudies over groeiremmende factoren, nieuwe kansen en de gevolgen van menselijke activiteiten op het mariene milieu.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2011 tot vaststelling van een programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid (PB L 321 van 5.12.2011, blz. 1).

    11 09 06     Voorbereidende actie — Bewakers van de zee

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 200 000

    600 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Doel van dit krediet is:

    de haalbaarheid beoordelen van het zo goed mogelijk gebruikmaken van actieve vissersschepen die uit de gemeenschapsvloot moeten worden genomen en van de ervaring en praktische kennis van vissers, zowel ten behoeve van de vissers zelf als van de maatschappij in het algemeen;

    onder realistische omstandigheden de technische en economische levensvatbaarheid testen van het omschakelen van visserij naar maritieme activiteiten voor personen die in de sector werkzaam zijn en die niet langer in hun levensonderhoud kunnen voorzien met de visserij, en die maritieme ervaring en kennis hebben die verloren dreigt te gaan indien ze overgaan tot alternatieve inkomstenbronnen aan de wal;

    onder realistische omstandigheden de haalbaarheid testen van de omschakeling van vissersschepen naar vaartuigen die dienen als platform voor een aantal milieu- en maritieme activiteiten buiten de visserij, in het bijzonder het verzamelen van afval op zee;

    onder realistische omstandigheden de operationele kosten vaststellen die gemaakt moeten worden voor een vaartuig dat op bovengenoemde wijze opereert, en het vinden van mogelijke bronnen van financiering. Dergelijke bevindingen moeten echter beperkt blijven tot het steunen van beginnende activiteiten die op lange termijn zelfverzorgend zijn;

    vaststellen van passende training voor vissers, zodat zij de bedoelde nieuwe taken met succes kunnen uitoefenen;

    steun voor de vermindering van de visserijcapaciteit overeenkomstig de doelstellingen van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid, door stimulansen te bieden voor scheepseigenaren en vissers die de sector verlaten, en ze aan te moedigen alternatieve activiteiten op zee of in kustgebieden te vinden of te ontwikkelen;

    activiteiten aanmoedigen die een aanvulling vormen op de visserij voor vissers die in de sector werkzaam blijven;

    het benodigde administratief en juridisch kader vaststellen voor samenwerking met de relevante autoriteiten en/of administratieve instanties en coördinatie van de activiteiten van de bewakers van de zee met die instanties;

    onder realistische omstandigheden de uitvoering testen van het concept van „Bewakers van de zee” in de volgende programmeringsperiode.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

    BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

    TITEL 12

    INTERNE MARKT

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT”

    63 759 472

    63 759 472

    60 414 994

    60 414 994

    62 091 408,30

    62 091 408,30

    Reserves (40 01 40)

     

     

    97 284

    97 284

     

     

     

    63 759 472

    63 759 472

    60 512 278

    60 512 278

    62 091 408,30

    62 091 408,30

    12 02

    INTERNEMARKTBELEID

    11 150 000

    10 051 351

    11 250 000

    9 980 984

    12 414 857,23

    10 924 869,40

    Reserves (40 02 41)

    1 500 000

    1 500 000

     

     

     

     

     

    12 650 000

    11 551 351

    11 250 000

    9 980 984

    12 414 857,23

    10 924 869,40

    12 04

    VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL, VENNOOTSCHAPSRECHT EN ONDERNEMINGSBESTUUR

    28 404 000

    26 684 515

    29 181 000

    27 124 506

    23 474 000,—

    23 122 516,—

    Reserves (40 02 41)

    1 500 000

    1 500 000

     

     

     

     

     

    29 904 000

    28 184 515

    29 181 000

    27 124 506

    23 474 000,—

    23 122 516,—

     

    Titel 12 — Totaal

    103 313 472

    100 495 338

    100 845 994

    97 520 484

    97 980 265,53

    96 138 793,70

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

    3 000 000

    3 000 000

    97 284

    97 284

     

     

     

    106 313 472

    103 495 338

    100 943 278

    97 617 768

    97 980 265,53

    96 138 793,70

    HOOFDSTUK 12 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    12 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT”

    12 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Interne markt”

    5

    49 947 722

    46 765 864

    47 893 595,70

    12 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Interne markt”

    12 01 02 01

    Extern personeel

    5

    6 424 960

    6 568 336

    6 423 121,45

    12 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    3 525 911

    3 394 875

    3 477 999,74

    Reserves (40 01 40)

     

     

    97 284

     

     

     

    3 525 911

    3 492 159

    3 477 999,74

     

    Artikel 12 01 02 — Subtotaal

     

    9 950 871

    9 963 211

    9 901 121,19

    Reserves (40 01 40)

     

     

    97 284

     

     

     

    9 950 871

    10 060 495

    9 901 121,19

    12 01 03

    Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Interne markt”

    5

    3 160 879

    2 985 919

    3 600 245,59

    12 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Interne markt”

    12 01 04 01

    Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    700 000

    700 000

    696 445,82

     

    Artikel 12 01 04 — Subtotaal

     

    700 000

    700 000

    696 445,82

     

    Hoofdstuk 12 01 — Totaal

     

    63 759 472

    60 414 994

    62 091 408,30

    Reserves (40 01 40)

     

     

    97 284

     

     

     

    63 759 472

    60 512 278

    62 091 408,30

    12 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Interne markt”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    49 947 722

    46 765 864

    47 893 595,70

    12 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Interne markt”

    12 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 424 960

    6 568 336

    6 423 121,45

    12 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    12 01 02 11

    3 525 911

    3 394 875

    3 477 999,74

    Reserves (40 01 40)

     

    97 284

     

    Totaal

    3 525 911

    3 492 159

    3 477 999,74

    12 01 03     Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Interne markt”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 160 879

    2 985 919

    3 600 245,59

    12 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Interne markt”

    12 01 04 01   Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    700 000

    700 000

    696 445,82

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, enquêtes, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, activiteiten en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 12 02 01.

    HOOFDSTUK 12 02 — INTERNEMARKTBELEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 02

    INTERNEMARKTBELEID

    12 02 01

    Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

    1.1

    5 600 000

    6 407 353

    8 800 000

    7 167 283

    10 086 203,02

    9 330 349,14

    Reserves (40 02 41)

     

    1 500 000

    1 500 000

     

     

     

     

     

     

    7 100 000

    7 907 353

    8 800 000

    7 167 283

    10 086 203,02

    9 330 349,14

    12 02 02

    Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

    1.1

    2 350 000

    938 998

    p.m.

    1 088 701

    1 293 240,64

    1 102 619,35

    12 02 03

    Proefproject — Internemarktforum

    1.1

    855 000

    1 200 000

    600 000

    1 035 413,57

    491 900,91

    12 02 04

    Proefproject — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

    1.1

    1 500 000

    1 000 000

    1 250 000

    1 125 000

     

     

    12 02 05

    Proefproject — Internemarktforum

    1.1

    1 200 000

    600 000

     

     

     

     

    12 02 06

    Proefproject — De bevordering van eigenaarschap en participatie van werknemers

    1.1

    500 000

    250 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 12 02 — Totaal

     

    11 150 000

    10 051 351

    11 250 000

    9 980 984

    12 414 857,23

    10 924 869,40

    Reserves (40 02 41)

     

    1 500 000

    1 500 000

     

     

     

     

     

     

    12 650 000

    11 551 351

    11 250 000

    9 980 984

    12 414 857,23

    10 924 869,40

    12 02 01     Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 02 01

    5 600 000

    6 407 353

    8 800 000

    7 167 283

    10 086 203,02

    9 330 349,14

    Reserves (40 02 41)

    1 500 000

    1 500 000

     

     

     

     

    Totaal

    7 100 000

    7 907 353

    8 800 000

    7 167 283

    10 086 203,02

    9 330 349,14

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt, en met name:

    grotere betrokkenheid van burgers en bedrijfsleven, met inbegrip van de ontwikkeling en versterking van de dialoog met burgers en bedrijfsleven via maatregelen die bedoeld zijn om de interne markt doeltreffender te doen werken, en burgers en bedrijfsleven in de gelegenheid te stellen toegang te krijgen tot en ten volle te profiteren van alle rechten en mogelijkheden die de openstelling en de verdieping van de interne markt zonder grenzen bieden, alsmede via maatregelen voor de follow-up en beoordeling van de praktische uitoefening door burgers en bedrijfsleven van hun rechten en mogelijkheden, teneinde eventuele belemmeringen die hun beletten er ten volle van te profiteren, vast te stellen en gemakkelijker weg te nemen;

    tenuitvoerlegging en toezicht op de bepalingen toepasselijk op overheidsopdrachten, teneinde de optimale werking ervan en de werkelijke openheid van aanbestedingen te waarborgen, met inbegrip van de bewustmaking en opleiding van de verschillende actoren bij deze opdrachten; de invoering en toepassing van nieuwe technologieën op de gebieden waarop deze opdrachten worden toegepast; de continue aanpassing van het wet- en regelgevende kader in het licht van de ontwikkelingen die het gevolg zijn van deze contracten, met name de mondialisering van de markten en bestaande of toekomstige internationale overeenkomsten;

    verbetering van de juridische omgeving voor burgers en bedrijfsleven via het Europese toetsingspanel van het bedrijfsleven (European Business Test Panel — EBTP), waarvoor promotieactiviteiten, bewustmakings- en opleidingsacties kunnen worden gepland; bevordering van de samenwerking, de ontwikkeling en de coördinatie van de wetgevingen op het gebied van vennootschapsrecht en hulp bij de oprichting van Europese naamloze vennootschappen en Europese economische samenwerkingsverbanden;

    versterking van de bestuurlijke samenwerking met de ondersteuning van, onder andere, het informatiesysteem voor de interne markt, verdieping van de kennis van de wetgeving inzake de interne markt in lidstaten, betere toepassing ervan door de lidstaten en ondersteuning van de bestuurlijke samenwerking tussen de autoriteiten die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake de interne markt, teneinde de strategische doelstellingen van Lissabon te halen zoals vastgesteld in de jaarlijkse beleidsstrategie;

    opzetten van een stelsel voor doeltreffende en efficiënte afhandeling van problemen van burgers of bedrijfsleven die voortvloeien uit de onjuiste toepassing van de internemarktwetgeving door een overheidsdienst in een andere lidstaat; productie van feedback via het Solvit-systeem door het gebruik van een onlinedatabank die voor alle coördinatiecentra toegankelijk is en ook voor burgers en bedrijfsleven toegankelijk zal worden gemaakt; ondersteuning van het initiatief door opleidingsacties, promotiecampagnes en doelgerichte acties, met bijzondere aandacht voor de nieuwe lidstaten;

    interactieve beleidsvorming (interactive policy-making (IPM)), voor zover deze de voltooiing, ontwikkeling en werking van de interne markt betreft; IPM maakt deel uit van de initiatieven van de Commissie op het gebied van governance en regelgeving om beter op de verzoeken van burgers, consumenten en bedrijven te reageren. De op dit artikel opgevoerde kredieten mogen worden gebruikt om opleidings-, bewustmakings- en netwerkactiviteiten ten behoeve van dergelijke deelnemers te dekken teneinde de beleidsvorming van de Unie betreffende de interne markt breder en doeltreffender te maken en als onderdeel van het proces om de daadwerkelijke impact van het internemarktbeleid (of het ontbreken ervan) in het veld te beoordelen;

    algemeen onderzoek naar de noodzakelijkheid van de herziening van de verordeningen en analyse van de doeltreffendheid van de maatregelen die worden genomen met het oog op een goede werking van de interne markt, en de evaluatie van de algemene impact van de interne markt op het bedrijfsleven en de economie, met inbegrip van de aanschaf van gegevens en toegang van diensten van de Commissie tot externe databanken; doelgerichte acties ter verbetering van het begrip van de werking van de interne markt en voor de beloning van actieve deelname aan de bevordering ervan;

    waarborging van de voltooiing en het beheer van de interne markt, in het bijzonder op het gebied van pensioenen, het vrije verkeer van diensten, de erkenning van beroepskwalificaties, en intellectuele en industriële eigendom: de uitwerking van voorstellen voor de invoering van een uniaal octrooi;

    uitbreiding van de strategie voor de verdere ontwikkeling van statistieken van de dienstensector en statistische ontwikkelingsprojecten, in samenwerking met Eurostat en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

    toezicht op de effecten op diensten van het uit de weg ruimen van belemmeringen van de interne markt;

    bijdrage aan de ontwikkeling van een eengemaakte ruimte voor veiligheid en defensie, met maatregelen ter bevordering van de coördinatie van de procedures voor overheidsopdrachten voor dergelijke producten op het niveau van de Unie; de kredieten mogen worden gebruikt voor het uitvoeren van studies en het uitwerken van bewustmakingsmaatregelen betreffende de toepassing van de goedgekeurde wetgeving;

    versterking en ontwikkeling van financiële en kapitaalmarkten en van financiële diensten voor bedrijven en particulieren; aanpassing van het marktkader, in het bijzonder met betrekking tot het toezicht op en de regulering van de activiteiten van economische actoren en van transacties, teneinde rekening te houden met de veranderingen op uniaal en internationaal niveau, de euro en nieuwe financiële instrumenten, door de presentatie van nieuwe initiatieven die de consolidatie en gedetailleerde analyse van de resultaten van het eerste actieplan voor financiële diensten ten doel hebben;

    verbetering van betalingssystemen en financiële diensten voor consumenten in de interne markt; verlaging van de kosten, alsmede verkorting van de uitvoeringstermijn van dergelijke transacties, rekening gehouden met de internemarktdimensie; ontwikkeling van de technische aspecten, teneinde een of meer betalingssystemen op te zetten op basis van de follow-up die wordt gegeven aan mededelingen van de Commissie; het uitvoeren van studies op dit gebied;

    ontwikkeling en versterking van de externe aspecten van de richtlijnen die van toepassing zijn op het gebied van financiële instellingen, wederzijdse erkenning van de financiële instrumenten met derde landen, internationale onderhandelingen en bijstand aan derde landen bij de totstandbrenging van een markteconomie;

    uitvoering van de talrijke maatregelen die zijn aangekondigd in het actieplan inzake vennootschapsrecht en ondernemingsbestuur, dat aanleiding kan geven tot studies over verschillende gerichte onderwerpen met het oog op de opstelling van de nodige wetgevingsvoorstellen;

    analyse van het effect van de geldende maatregelen als onderdeel van de follow-up van de geleidelijke liberalisering van de postdiensten, coördinatie van het beleid van de Unie op het gebied van postdiensten voor wat betreft internationale systemen en met name met betrekking tot deelnemers aan activiteiten van de Wereldpostvereniging (UPU); samenwerking met landen van Midden- en Oost-Europa; praktische gevolgen van de toepassing van de bepalingen van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) op de postsector en overlapping met de UPU-regelgeving;

    uitvoering van het uniale recht en internationale bepalingen ter voorkoming van het witwassen van geld, met inbegrip van deelname aan intergouvernementele of ad-hocacties op dit gebied; bijdragen die het gevolg zijn van het lidmaatschap van de Commissie van de Financial Action Task Force (FATF) voor de bestrijding van het witwassen van geld, ingesteld in het kader van de OESO;

    actieve participatie in vergaderingen die door internationale verenigingen zoals International Association of Insurance Supervisors (IAIS/AICA) en de Internationale Organisatie van Effectentoezichthouders (IOSCO) worden gehouden; ook de andere kosten in verband met het lidmaatschap van de Commissie zijn hieronder begrepen;

    opstellen van evaluaties en effectbeoordelingen betreffende verschillende aspecten van het onder dit hoofdstuk vallende beleid met het oog op de invoering of herziening van maatregelen op dit beleidsgebied;

    opzetten en onderhouden van systemen die rechtstreeks in verband staan met de invoering van en het toezicht op beleidsmaatregelen in het kader van de interne dienstenmarkt;

    ondersteuning van activiteiten die de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Unie dichterbij brengen door de bevordering van de convergentie van toezichtpraktijken en de samenwerking tussen toezichthouders, en ondersteuning van activiteiten op het gebied van de financiële rapportage, zowel in als buiten de Unie.

    Teneinde deze doelstellingen te realiseren, dient dit krediet ter dekking van de kosten van advies, studies, enquêtes, evaluaties, deelnamen, en vervaardiging en ontwikkeling van communicatie-, bewustmakings- en opleidingsmateriaal (drukwerk, audiovisueel materiaal, evaluaties, computermateriaal, verzameling en verspreiding van informatie en voorlichtings- en adviesmaatregelen ten behoeve van burgers en bedrijfsleven).

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig aartikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Dit krediet dient gedeeltelijk ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de doeltreffende werking van het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij.

    Dit krediet dient eveneens voor het oprichten van een centraal coördinatieorgaan om lidstaten te helpen bij de coördinatie van markttoezicht, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande structuren en opgedane ervaring. Het orgaan ondersteunt de samenwerking, samenvoeging van kennis en uitwisseling van beste praktijken tussen lidstaten om een zelfde hoog niveau van markttoezicht te waarborgen in de hele Unie, in overeenstemming met Verordening (EG) 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30). Hiertoe worden geregeld gezamenlijke opleidingen georganiseerd voor vertegenwoordigers van nationale autoriteiten voor markttoezicht uit alle lidstaten, gericht op relevante praktische aspecten van markttoezicht, zoals de behandeling van klachten, de registratie van incidenten, de verificatie of corrigerende maatregelen zijn genomen, de toepassing van wetenschappelijke en technische kennis betreffende veiligheidskwesties en de coördinatie met douaneautoriteiten. Daarnaast zullen uitwisselingen van nationale functionarissen en gezamenlijke bezoekprogramma's de uitwisseling van ervaringen tussen de lidstaten stimuleren. Bovendien zullen vergelijkende gegevens over de middelen die in de verschillende lidstaten worden besteed aan markttoezicht worden verzameld en met nationale autoriteiten op passend niveau worden besproken. Het doel is om de betrokkenen ervan te doordringen dat afdoende middelen nodig zijn om een doeltreffend, omvattend en consistent markttoezicht op de hele interne markt te waarborgen, en om bij te dragen aan de komende herziening van de uniale regels voor productveiligheid, met name de regels die betrekking hebben op markttoezicht, en de voorbereiding van de maatregelen na afloop van het programma Douane 2013.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De kredieten worden vrijgemaakt zodra de Commissie een gedetailleerde lijst indient van studies die zij in 2013 zal uitvoeren in het kader van dit artikel en uiteenzet welke methode zij wil gebruiken voor het toewijzen van de bedragen aan elke studie. Tevens dient de Commissie een set formele criteria te presenteren voor de selectie van deze studies.

    Rechtsgronden

    Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 18 juni 2002 getiteld „Methodologische nota voor de horizontale evaluatie van diensten van algemeen economisch belang” (COM(2002) 331 final).

    12 02 02     Instrumenten voor het bestuur van de interne markt

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 350 000

    938 998

    p.m.

    1 088 701

    1 293 240,64

    1 102 619,35

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven als gevolg van maatregelen voor het beheer en de ontwikkeling van Solvit en voor de tenuitvoerlegging van het actieplan Ondersteunende dienstverlening op het gebied van de interne markt.

    Het Solvit-systeem heeft zich bewezen als een van de doeltreffendste mechanismen voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting.

    Het kan op doeltreffende en efficiënte wijze problemen aanpakken waar burgers en ondernemingen mee te maken krijgen ten gevolge van een foute toepassing van wetgeving inzake de interne markt door een overheidsinstantie in een andere lidstaat. Bovendien is het Solvit-systeem in staat feedback te geven door gebruik te maken van een onlinedatabank die toegankelijk is voor alle coördinatiecentra en waaraan burgers en ondernemingen rechtstreeks hun problemen kunnen voorleggen.

    Solvit is echter, net als vele andere openbare ondersteuningsdiensten met betrekking tot Unie-aangelegenheden, nog steeds niet algemeen bekend bij de potentiële gebruikers van het systeem. Tegelijkertijd hebben burgers en ondernemingen vaak geen idee waar zij met hun verzoeken om informatie, bijstand en oplossingen terecht kunnen. Om dit probleem op te lossen heeft de Commissie in het kader van de herziening van de interne markt aangekondigd dat zij zal trachten een webgebaseerd uniek toegangspunt te creëren waarmee burgers en ondernemingen naar de juiste dienst worden geleid. In oktober 2010 heeft de Commissie een nieuwe website opgestart, Your Europe, die informatie aanlevert aan burgers en bedrijven, en deze rechtstreeks doorverwijst naar relevante diensten als Solvit, als zij hulp nodig hebben. Your Europe is samen met het callcentrum Europe Direct het unieke contactpunt van het Solvitsysteem. De Commissie moet de bevoegde commissie van het Europees Parlement in een jaarverslag op de hoogte houden over de mate waarin het toegangspunt wordt gebruikt en over mogelijke maatregelen om het gebruik te stimuleren.

    Er moet bij de lidstaten op worden aangedrongen passende maatregelen te treffen om de bevolking te wijzen op de openstelling van dit toegangspunt.

    Bovendien werd in het „Action plan on an integrated approach for providing single market assistance services to citizens and businessess” van de Commissie van 8 mei 2008 een reeks maatregelen voorgesteld om de samenwerking tussen de bestaande ondersteunende diensten te versterken zodat zij beter, sneller en beter gestroomlijnd algemene diensten kunnen aanbieden aan burgers en ondernemingen.

    De bevordering van al deze diensten moet beter gecoördineerd geschieden om te vermijden dat burgers en ondernemingen door te veel merknamen in verwarring worden gebracht.

    Bovendien moet de Commissie de bevoegde commissie van het Europees Parlement op de hoogte stellen van de concrete maatregelen die op dit gebied zijn getroffen.

    Rechtsgronden

    Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    12 02 03     Proefproject — Internemarktforum

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    855 000

    1 200 000

    600 000

    1 035 413,57

    491 900,91

    Toelichting

    Het Internemarktforum (Single Market Forum — SMF) is een jaarlijks evenement dat door de Commissie in samenwerking met het Europees Parlement wordt georganiseerd en dat plaatsvindt in de lidstaat van het voorzitterschap van de Raad en burgers, bedrijven en consumentenorganisaties alsmede vertegenwoordigers van de lidstaten en de instellingen van de Unie bijeen brengt om de coördinatie en het beheer van de interne markt te verbeteren. De discussies en workshops die tijdens het SMF plaatsvinden moeten handelen over de omzetting, toepassing en handhaving van wetgeving op het gebied van de interne markt, en moeten de uitwisseling van beste praktijken tussen belanghebbenden en de voorlichting van burgers inzake hun rechten met betrekking tot de interne markt mogelijk maken.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    12 02 04     Proefproject — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 500 000

    1 000 000

    1 250 000

    1 125 000

     

     

    Toelichting

    De financiële en economische crisis heeft het vertrouwen van consumenten, kleine beleggers en kleine en middelgrote ondernemingen in de regelgeving die bedoeld is om hen tegen het falen van het financiële stelsel te beschermen, ernstig geschokt. Daarom is het meer dan ooit van cruciaal belang dat met de bezorgdheden van eindgebruikers en andere belanghebbenden van buiten de sector rekening wordt gehouden bij de voorbereiding van initiatieven waarmee wordt beoogd het vertrouwen van de burgers te herstellen in de soliditeit van de financiële sector en in het vermogen van de financiële integratie om hun concrete voordelen te bieden.

    Dit proefproject is erop gericht de capaciteit te versterken van organisaties uit het maatschappelijk middenveld om aan de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten deel te nemen, zodat, enerzijds, beleidsmakers een tegenwicht hebben voor de lobbygroepen van de financiële sector en, anderzijds, het bredere publiek op de hoogte is van de op het gebied van de regelgeving van de financiële markten spelende kwesties die voor consumenten, eindgebruikers, kleine beleggers en andere belanghebbenden van buiten de sector van belang zijn.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    12 02 05     Proefproject — Internemarktforum

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 200 000

    600 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Het Internemarktforum moet een jaarlijks evenement zijn, dat bij voorkeur wordt gehouden in de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad bekleedt en dat voorafgegaan kan worden door een aantal regionale inhoudelijke voorbereidende evenementen, gezamenlijk te organiseren door het Europees Parlement, de Commissie en de lidstaat die het voorzitterschap van de Raad bekleedt. Het evenement moet fungeren als belangrijk platform voor de uitwisseling van beste praktijken tussen de verschillende belanghebbenden en biedt mogelijkheden om de burgers over hun rechten met betrekking tot de interne markt te informeren en de stand van zaken op de interne markt te onderzoeken. Het moet vertegenwoordigers van burgers, bedrijven en consumentenorganisaties, alsmede vertegenwoordigers van de lidstaten en de Unie-instellingen bijeenbrengen, opdat zij zich er ondubbelzinnig toe verbinden de internemarktwetgeving om te zetten, toe te passen en te handhaven. Op het forum moet een debat kunnen worden gevoerd over de wetgevingsvoorstellen van de Commissie op het gebied van de interne markt en moeten burgers, bedrijven en andere belanghebbenden hun verwachtingen met betrekking tot toekomstige wetgevingsvoorstellen kunnen presenteren. Doel van het evenement moet ook zijn onjuiste omzetting, verkeerde toepassing en ontbrekende handhaving van internemarktwetgeving aan te pakken door de coördinatie en de governance van de interne markt te verbeteren. Er moet een stuurcomité worden opgericht, met leden van het Europees Parlement en vertegenwoordigers van de Commissie en van de lidstaat die op het tijdstip van het evenement het Raadsvoorzitterschap bekleedt, en dit comité moet de organisatorische details van het Internemarktforum uitwerken.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    12 02 06     Proefproject — De bevordering van eigenaarschap en participatie van werknemers

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    500 000

    250 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit proefproject geeft uitvoering aan de voornaamste conclusies van de openbare hoorzitting die op 22 maart 2012 in het Europees Parlement heeft plaatsgevonden en waarin naar voren kwam dat er behoefte is aan nauwkeurige gegevens over de verschillende wetten in de lidstaten betreffende eigenaarschap en participatie van werknemers. De verzameling van deze gegevens gebeurt met het oog op de oprichting van een Europees Centrum voor eigenaarschap van werknemers dat werknemers, ondernemingen en de bevolking in het algemeen informatie, opleiding en advies verstrekt, met als doel de uitwerking en uitvoering van gepaste wetgeving voor een betere ontwikkeling van het eigenaarschap en de participatie van werknemers in de Unie — waarvan de positieve gevolgen voor de samenleving onderstreept worden in initiatiefverslag Soc/ 371 van het Europees Economisch en Sociaal Comité inzake de financiële participatie van werknemers in Europa — te bevorderen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 12 04 — VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL, VENNOOTSCHAPSRECHT EN ONDERNEMINGSBESTUUR

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 04

    VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL, VENNOOTSCHAPSRECHT EN ONDERNEMINGSBESTUUR

    12 04 01

    Specifieke activiteiten op het gebied van de financiële diensten, financiële verslaglegging en controle

    1.1

    7 650 000

    5 930 515

    7 500 000

    5 443 506

    7 350 000,—

    6 998 516,—

    12 04 02

    Europese Bankautoriteit

    12 04 02 01

    Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titels 1 en 2

    1.1

    6 333 000

    6 333 000

    7 099 000

    7 099 000

    3 956 600,—

    3 956 600,—

    Reserves (40 02 41)

     

    1 500 000

    1 500 000

     

     

     

     

     

     

    7 833 000

    7 833 000

    7 099 000

    7 099 000

    3 956 600,—

    3 956 600,—

    12 04 02 02

    Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titel 3

    1.1

    1 122 000

    1 122 000

    1 200 000

    1 200 000

    1 116 400,—

    1 116 400,—

     

    Artikel 12 04 02 — Subtotaal

     

    7 455 000

    7 455 000

    8 299 000

    8 299 000

    5 073 000,—

    5 073 000,—

    Reserves (40 02 41)

     

    1 500 000

    1 500 000

     

     

     

     

     

     

    8 955 000

    8 955 000

    8 299 000

    8 299 000

    5 073 000,—

    5 073 000,—

    12 04 03

    Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

    12 04 03 01

    Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage voor titels 1 en 2

    1.1

    5 260 000

    5 260 000

    5 070 000

    5 070 000

    3 098 600,—

    3 098 600,—

    12 04 03 02

    Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage voor titel 3

    1.1

    1 125 000

    1 125 000

    1 192 000

    1 192 000

    1 168 400,—

    1 168 400,—

     

    Artikel 12 04 03 — Subtotaal

     

    6 385 000

    6 385 000

    6 262 000

    6 262 000

    4 267 000,—

    4 267 000,—

    12 04 04

    Europese Autoriteit voor effecten en markten

    12 04 04 01

    Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage voor titels 1 en 2

    1.1

    5 663 000

    5 663 000

    5 838 477

    5 838 477

    5 264 000,—

    5 264 000,—

    12 04 04 02

    Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage voor titel 3

    1.1

    1 251 000

    1 251 000

    1 281 523

    1 281 523

    1 520 000,—

    1 520 000,—

     

    Artikel 12 04 04 — Subtotaal

     

    6 914 000

    6 914 000

    7 120 000

    7 120 000

    6 784 000,—

    6 784 000,—

     

    Hoofdstuk 12 04 — Totaal

     

    28 404 000

    26 684 515

    29 181 000

    27 124 506

    23 474 000,—

    23 122 516,—

    Reserves (40 02 41)

     

    1 500 000

    1 500 000

     

     

     

     

     

     

    29 904 000

    28 184 515

    29 181 000

    27 124 506

    23 474 000,—

    23 122 516,—

    12 04 01     Specifieke activiteiten op het gebied van de financiële diensten, financiële verslaglegging en controle

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    7 650 000

    5 930 515

    7 500 000

    5 443 506

    7 350 000,—

    6 998 516,—

    Toelichting

    De algemene doelstelling van dit programma is de voorwaarden te verbeteren voor het functioneren van de interne markt door de verrichtingen, de activiteiten of de acties van bepaalde organismen op het gebied te steunen van de financiële diensten, financiële verslaglegging en controle.

    De financiering van de Unie is essentieel om efficiënte en daadwerkelijke supervisie van de interne markt in de financiële diensten, in het bijzonder gezien de recente financiële crisis te verzekeren.

    De volgende activiteiten vallen onder het programma:

    a)

    activiteiten ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid van de Unie waarmee de convergentie van toezicht wordt beoogd, en met name de opleiding van het personeel van nationale toezichthoudende autoriteiten en het beheer van informatietechnologieprojecten op het gebied van financiële diensten;

    b)

    activiteiten waarbij standaarden worden opgesteld of een bijdrage wordt geleverd aan de opstelling ervan, standaarden worden toegepast, beoordeeld of bewaakt of wordt toegezien op procedures voor de vaststelling van standaarden ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid van de Unie inzake financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 716/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van een Gemeenschapsprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen (PB L 253 van 25.9.2009, blz. 8).

    12 04 02     Europese Bankautoriteit

    12 04 02 01   Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 04 02 01

    6 333 000

    6 333 000

    7 099 000

    7 099 000

    3 956 600,—

    3 956 600,—

    Reserves (40 02 41)

    1 500 000

    1 500 000

     

     

     

     

    Totaal

    7 833 000

    7 833 000

    7 099 000

    7 099 000

    3 956 600,—

    3 956 600,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2).

    De Autoriteit stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van de Europese Bankautoriteit (EBA) is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Bankautoriteit), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1093/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    Er is een bedrag van 1 500 000 EUR in de reserve geplaatst dat zal worden vrijgemaakt wanneer de Europese Bankautoriteit de begrotingsautoriteit conform artikel 203, leden 3 tot en met 8, van het Financieel Reglement alle relevante documenten met betrekking tot het onroerendgoedproject in Londen heeft doen toekomen. De hiermee verband houdende en tegen redelijke voorwaarden opgestelde contracten zullen gevolgen hebben voor de Uniebegroting en de aan de Autoriteit verstrekte subsidies. De Autoriteit dient eveneens volledige informatie voor te leggen over de taken die onder de bevoegdheid van de Autoriteit zullen blijven vallen indien het bankentoezicht wordt overgedragen aan de Europese Centrale Bank.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

    12 04 02 02   Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 122 000

    1 122 000

    1 200 000

    1 200 000

    1 116 400,—

    1 116 400,—

    Toelichting

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Bankautoriteit), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1093/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van de Autoriteit met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    De Autoriteit stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de EVA. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 10 386 944 EUR. Een bedrag van 1 431 944 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de Uniebijdrage in 2011, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 8 955 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

    12 04 03     Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

    12 04 03 01   Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 260 000

    5 260 000

    5 070 000

    5 070 000

    3 098 600,—

    3 098 600,—

    Toelichting

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1094/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2).

    De Autoriteit stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de EVA. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EAVB) is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

    12 04 03 02   Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 125 000

    1 125 000

    1 192 000

    1 192 000

    1 168 400,—

    1 168 400,—

    Toelichting

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1094/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van de Autoriteit met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    De Autoriteit stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de EVA. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 7 506 987 EUR. Een bedrag van 1 121 987 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de Uniebijdrage in 2011, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 6 385 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

    12 04 04     Europese Autoriteit voor effecten en markten

    12 04 04 01   Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 663 000

    5 663 000

    5 838 477

    5 838 477

    5 264 000,—

    5 264 000,—

    Toelichting

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2).

    De Autoriteit stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de EVA. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM) is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

    12 04 04 02   Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 251 000

    1 251 000

    1 281 523

    1 281 523

    1 520 000,—

    1 520 000,—

    Toelichting

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van de Autoriteit met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    De Autoriteit stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de EVA. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 8 696 897 EUR. Een bedrag van 1 782 897 EUR, dat overeenstemt met de terugvordering van overschotten voortvloeiend uit de Uniebijdrage in 2011, wordt toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 6 914 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL INTERNE MARKT EN DIENSTEN

    OVERHEIDSOPDRACHTEN

    FINANCIËLE MARKTEN

    FINANCIËLE INSTELLINGEN

    KENNISECONOMIE

    EXTERNE DIMENSIE VAN DE INTERNE MARKT

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR DE INTERNE MARKT

    INTERNEMARKTBELEID

    TITEL 13

    REGIONAAL BELEID

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    13 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID”

    88 792 579

    88 792 579

    89 624 810

    89 624 810

    86 609 307,40

    86 609 307,40

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 463

    16 463

     

     

     

    88 792 579

    88 792 579

    89 641 273

    89 641 273

    86 609 307,40

    86 609 307,40

    13 03

    EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

    30 400 278 699

    27 837 639 461

    29 611 464 423

    27 015 431 887

    28 699 290 053,43

    25 840 063 410,—

    13 04

    COHESIEFONDS

    12 350 000 000

    9 106 997 424

    11 788 814 578

    9 857 388 636

    11 020 238 878,86

    6 450 271 953,—

    13 05

    PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID

    549 770 452

    400 098 052

    555 341 668

    445 543 710

    486 621 159,—

    351 405 253,—

    13 06

    SOLIDARITEITSFONDS

    p.m.

    p.m.

    688 254 041

    688 254 041

    201 935 540,—

    268 827 080,—

     

    Titel 13 — Totaal

    43 388 841 730

    37 433 527 516

    42 733 499 520

    38 096 243 084

    40 494 694 938,69

    32 997 177 003,40

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 463

    16 463

     

     

     

    43 388 841 730

    37 433 527 516

    42 733 515 983

    38 096 259 547

    40 494 694 938,69

    32 997 177 003,40

    HOOFDSTUK 13 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    13 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID”

    13 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Regionaal beleid”

    5

    59 230 935

    59 156 818

    59 468 688,13

    13 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Regionaal beleid”

    13 01 02 01

    Extern personeel

    5

    2 095 476

    2 137 197

    2 532 676,52

    13 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    3 101 813

    3 094 285

    3 398 608,09

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 463

     

     

     

    3 101 813

    3 110 748

    3 398 608,09

     

    Artikel 13 01 02 — Subtotaal

     

    5 197 289

    5 231 482

    5 931 284,61

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 463

     

     

     

    5 197 289

    5 247 945

    5 931 284,61

    13 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Regionaal beleid”

    5

    3 748 355

    3 777 060

    4 472 648,98

    13 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Regionaal beleid”

    13 01 04 01

    Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Uitgaven voor administratief beheer

    1.2

    11 300 000

    11 600 000

    9 373 091,67

    13 01 04 02

    Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Regionale ontwikkeling — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    5 116 000

    5 659 450

    3 333 485,—

    13 01 04 03

    Cohesiefonds — Uitgaven voor administratief beheer

    1.2

    4 200 000

    4 200 000

    4 030 109,01

     

    Artikel 13 01 04 — Subtotaal

     

    20 616 000

    21 459 450

    16 736 685,68

     

    Hoofdstuk 13 01 — Totaal

     

    88 792 579

    89 624 810

    86 609 307,40

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 463

     

     

     

    88 792 579

    89 641 273

    86 609 307,40

    13 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Regionaal beleid”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    59 230 935

    59 156 818

    59 468 688,13

    13 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Regionaal beleid”

    13 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 095 476

    2 137 197

    2 532 676,52

    13 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    13 01 02 11

    3 101 813

    3 094 285

    3 398 608,09

    Reserves (40 01 40)

     

    16 463

     

    Totaal

    3 101 813

    3 110 748

    3 398 608,09

    13 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Regionaal beleid”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 748 355

    3 777 060

    4 472 648,98

    13 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Regionaal beleid”

    13 01 04 01   Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    11 300 000

    11 600 000

    9 373 091,67

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van uit het EFRO gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Technische bijstand kan dienen ter financiering van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van deze verordening.

    Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

    uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen);

    uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

    uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

    dienstverleningscontracten;

    uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel uit agentschappen) tot 3 060 000 EUR, alsook dienstreizen van dat personeel.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    13 01 04 02   Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Regionale ontwikkeling — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 116 000

    5 659 450

    3 333 485,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van maatregelen inzake technische bijstand voor het instrument voor pretoetredingssteun, zoals bepaald in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82):

    uitgaven in verband met de voorbereiding, beoordeling, goedkeuring, follow-up, controles, audits en evaluaties van meerjarenprogramma’s en/of individuele operaties en projecten in het kader van de afdeling regionale ontwikkeling van het IPA. Deze acties kunnen omvatten: contracten voor technische bijstand, deskundige bijstand op korte termijn, studies, vergaderingen, uitwisseling van ervaringen, netwerking, voorlichting en publiciteit, bewustmakingsactiviteiten, opleidingsactiviteiten, publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma, en eventuele andere door de centrale diensten van de Commissie of door de delegaties van de Commissie in de begunstigde landen genomen ondersteunende maatregelen;

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

    de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, toezicht en evaluatie;

    de verbetering van de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over de praktijken op dit gebied.

    Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

    Dit krediet dient ter financiering van de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 13 05.

    13 01 04 03   Cohesiefonds — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 200 000

    4 200 000

    4 030 109,01

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van technische bijstand van het Cohesiefonds zoals bedoeld in artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Technische bijstand kan dienen ter financiering van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van die verordening.

    Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

    uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen);

    uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

    uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

    dienstverleningscontracten;

    uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel uit agentschappen) tot 1 340 000 EUR, alsook dienstreizen van dat personeel.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

    HOOFDSTUK 13 03 — EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    13 03

    EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

    13 03 01

    Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    618 000 000

    p.m.

    1 200 000 000

    0,—

    1 205 703 487,67

    13 03 02

    Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    13 03 03

    Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    13 03 04

    Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    62 000 000

    p.m.

    145 596 619

    0,—

    221 104 965,69

    13 03 05

    Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    13 03 06

    Voltooiing van Urban (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    3 000 000

    p.m.

    10 000 000

    0,—

    13 580 784,49

    13 03 07

    Voltooiing van vroegere programma’s — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    13 03 08

    Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 388 614,20

    13 03 09

    Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    13 03 12

    Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    13 608 766

    0,—

    15 000 000,—

    13 03 13

    Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    42 000 000

    p.m.

    90 000 000

    0,—

    16 382 485,44

    13 03 14

    Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma’s (2000-2006)

    1.2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    13 03 16

    Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

    1.2

    25 081 705 801

    22 933 000 000

    24 398 779 141

    21 103 000 000

    23 589 013 386,—

    19 252 298 369,57

    13 03 17

    Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Peace

    1.2

    34 060 138

    45 000 000

    33 392 292

    40 000 000

    32 737 542,—

    35 766 100,95

    13 03 18

    Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

    1.2

    4 022 082 950

    3 367 822 988

    3 946 682 563

    3 400 965 947

    3 875 763 242,—

    4 134 845 386,—

    13 03 19

    Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

    1.2

    1 202 729 810

    723 805 012

    1 168 910 427

    965 160 555

    1 147 093 337,—

    897 806 562,26

    13 03 20

    Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

    1.2

    50 000 000

    35 583 088

    50 000 000

    35 000 000

    45 616 031,04

    35 640 715,30

    13 03 21

    Proefproject — Pan-Europese coördinatie van integratiemethoden voor de Roma

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 234 182,01

    13 03 22

    Proefproject — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    13 03 23

    Proefproject — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

    1.2

    p.m.

    92 000

    p.m.

    p.m.

    0,—

    681 939,68

    13 03 24

    Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 920 000,—

    13 03 26

    Proefproject — Duurzame regeneratie in voorsteden

    1.2

    p.m.

    142 163

    500 000

    500 000

    473 875,—

    0,—

    13 03 27

    Voorbereidende actie — Rurban — Partnerschap voor duurzame stads-plattelandsontwikkeling

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 000 000

    960 896,50

    256 798,98

    13 03 28

    Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

    1.2

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000,—

    83 675,34

    13 03 29

    Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

    1.2

    1 000 000

    900 000

    1 500 000

    1 500 000

    1 499 380,89

    479 596,42

    13 03 30

    Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

    1.2

    p.m.

    600 000

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000,—

    680 000,—

    13 03 31

    Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s

    1.2

    2 500 000

    494 210

    2 500 000

    2 500 000

    2 132 363,—

    1 209 746,—

    13 03 32

    Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie

    1.2

    1 200 000

    600 000

    1 200 000

    600 000

     

     

    13 03 33

    Voorbereidende actie — Begeleiding van Mayotte of eventuele andere gebieden bij het proces van verkrijging van de status van ultraperifere regio

    1.2

    p.m.

    600 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    13 03 34

    Voorbereidende actie — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

    1.2

    1 000 000

    1 000 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    13 03 35

    Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

    1.2

    2 000 000

    1 000 000

     

     

     

     

    13 03 40

    Risicodelingsinstrument gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

     

     

    13 03 41

    Risicodelingsinstrument gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

     

     

     

    Hoofdstuk 13 03 — Totaal

     

    30 400 278 699

    27 837 639 461

    29 611 464 423

    27 015 431 887

    28 699 290 053,43

    25 840 063 410,—

    Toelichting

    Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annulatie- of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken. Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van voorschotten zonder dat de bijdrage van de structuurfondsen aan de desbetreffende maatregel daardoor wordt verminderd. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opening van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement. Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van de voorfinanciering voor de periode 2007-2013.

    De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

    Rechtsgronden

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Referentiebesluiten

    Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

    Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

    13 03 01     Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    618 000 000

    p.m.

    1 200 000 000

    0,—

    1 205 703 487,67

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de voor de programmeringsperiode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen in het kader van doelstelling 1 van het EFRO.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

    13 03 02     Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de voor de periode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland. Het speciale programma voor vrede en verzoening werd voortgezet overeenkomstig de hierna genoemde conclusies van de Europese Raad van Berlijn om 500 000 000 EUR (prijzen van 1999) voor de nieuwe looptijd van het programma (2000-2004) beschikbaar te stellen. Ingevolge het verzoek in de conclusies van de Europese Raad van Brussel van 17 en 18 juni 2004 werd nog eens 105 000 000 EUR toegevoegd, die in 2005 en 2006 moet worden toegewezen, om de acties in het kader van het programma op één lijn te brengen met die van de andere programma’s van de structuurfondsen die in 2006 afliepen. Het additionaliteitsbeginsel moet volledig worden geëerbiedigd. De Commissie brengt over deze maatregel jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

    Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name overweging 5.

    Besluit C(2001) 638 van de Commissie betreffende de goedkeuring van structurele bijstand van de Gemeenschap voor het onder doelstelling 1 vallende EU-werkprogramma voor vrede en verzoening (Peace-II-programma) in Noord-Ierland (Verenigd Koninkrijk) en het grensgebied (Ierland).

    Referentiebesluiten

    Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, met name punt 44, onder b).

    Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 17 en 18 juni 2004, met name punt 49.

    13 03 03     Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode vóór 2000 in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6 zijn aangegaan.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

    Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

    13 03 04     Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling(EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    62 000 000

    p.m.

    145 596 619

    0,—

    221 104 965,69

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het EFRO in het kader van doelstelling 2 betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

    13 03 05     Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de nog uit de drie fondsen (EFRO, ESF, EOGFL, afdeling Oriëntatie) betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperioden vóór 2000 in het kader van de oude doelstellingen 2 en 5 b zijn aangegaan.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

    Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

    13 03 06     Voltooiing van Urban (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    3 000 000

    p.m.

    10 000 000

    0,—

    13 580 784,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het communautaire initiatief Urban II betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006. Het communautaire initiatief Urban beoogde de economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en stadswijken met het oog op duurzame stadsontwikkeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 28 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een communautair initiatief voor economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en buurten met het oog op een duurzame stadsontwikkeling (Urban II) (PB C 141 van 19.5.2000, blz. 8).

    13 03 07     Voltooiing van vroegere programma’s — Communautaire initiatieven (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met communautaire initiatieven van vóór 2000.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

    Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

    Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio's (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma’s in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (MKB-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma’s in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

    Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma’s in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(1997) 642).

    13 03 08     Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 388 614,20

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met innovatieve acties en technische bijstand die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan zoals vastgesteld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Bij de innoverende acties gaat het om studies, modelprojecten en uitwisseling van ervaringen. Deze acties waren met name bedoeld om de kwaliteit van de bijstandsverlening uit de structuurfondsen te verbeteren. Onder technische bijstand vallen de maatregelen ter voorbereiding, follow-up, evaluatie, controle en beheer van de tenuitvoerlegging van het EFRO. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

    uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

    uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

    uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

    contracten voor dienstverleners en studies;

    beurzen.

    Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen van partners als voorbereiding op de volgende programmeringsperiode.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

    13 03 09     Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van betalingsverplichtingen die het EFRO in programmeringsperioden vóór 2000 heeft aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, follow-up of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de verordeningen voorzien. Het dient ook voor de financiering van de vroegere meerjarenacties, met name die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van de hieronder genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de fondsen vallen. Dit krediet zal zo nodig ook worden gebruikt voor de financiering, wanneer de overeenkomstige vastleggingskredieten voor de programmeringsperiode 2000-2006 niet beschikbaar zijn of niet zijn vastgesteld.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma’s (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

    Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

    Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

    13 03 12     Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    13 608 766

    0,—

    15 000 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de Uniebijdrage in de financiering van het Internationaal Fonds voor Ierland, opgericht bij de Engels-Ierse overeenkomst van 15 november 1985 en bedoeld voor het bevorderen van de economische en sociale vooruitgang en voor het aanmoedigen van de contacten, de dialoog en de verzoening tussen de Ierse bevolkingsgroepen.

    Uit het fonds kunnen maatregelen in het kader van het initiatiefprogramma worden aangevuld en gesteund ten behoeve van het vredesproces in Noord-Ierland en de Republiek Ierland.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 177/2005 van de Raad van 24 januari 2005 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2005-2006) (PB L 30 van 3.2.2005, blz. 1).

    Verordening (EU) nr. 1232/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende financiële bijdragen van de Europese Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2007-2010) (PB L 346 van 30.12.2010, blz. 1).

    13 03 13     Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    42 000 000

    p.m.

    90 000 000

    0,—

    16 382 485,44

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het communautair initiatief Interreg III betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking in de programmeringsperiode 2000-2006.

    Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan grensoverschrijdende activiteiten, met name met het oog op een betere coördinatie met de programma’s Phare, Tacis, ISPA en MEDA.

    Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van coördinatieactiviteiten op het gebied van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit en -vaardigheden. De nodige aandacht zal worden besteed aan de samenwerking met de ultraperifere regio's.

    Het kan worden gecombineerd met kredieten voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Phare-programma ten behoeve van gezamenlijke projecten aan de buitengrenzen van de Unie.

    Dit krediet dient onder meer ter dekking van voorbereidende maatregelen ten gunste van lokale en regionale samenwerking tussen de oude en de nieuwe lidstaten en de kandidaat-lidstaten op de terreinen van democratie en sociale en regionale ontwikkeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 2 september 2004 tot vaststelling van richtsnoeren voor een communautair initiatief betreffende trans-Europese samenwerking ter stimulering van een harmonieuze en evenwichtige ontwikkeling van de Europese ruimte — Interreg III (PB C 226 van 10.9.2004, blz. 2).

    13 03 14     Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma’s (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor projecten uit de programmeringsperiode 2000-2006 in de aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's overeenkomstig de regels van het communautair initiatief Interreg III voor grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking. Bij de maatregelen wordt rekening gehouden met de mededeling van de Commissie over de gevolgen van de uitbreiding voor de aan kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Communautaire actie ten behoeve van grensregio's (COM(2001) 437 final).

    13 03 16     Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    25 081 705 801

    22 933 000 000

    24 398 779 141

    21 103 000 000

    23 589 013 386,—

    19 252 298 369,57

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten van de programma’s krachtens de EFRO-doelstelling van convergentie in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.

    Een deel van het krediet is bedoeld voor de aanpak van intraregionale verschillen, zodat achter de algemene ontwikkelingssituatie van een regio geen achtergestelde territoriale eenheden schuilgaan waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    13 03 17     Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Peace

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    34 060 138

    45 000 000

    33 392 292

    40 000 000

    32 737 542,—

    35 766 100,95

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het Peace-programma in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” van het EFRO.

    Het Peace-programma zal ten uitvoer worden gelegd als een grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma in de zin van artikel 3, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1083/2006.

    Het Peace-programma bevordert sociale en economische stabiliteit in de desbetreffende regio's, en met name acties ter bevordering van de cohesie tussen gemeenschappen. Als gebied komen heel Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland in aanmerking. Dit programma zal worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de additionaliteit van de acties van de structuurfondsen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Referentiebesluiten

    Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

    13 03 18     Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 022 082 950

    3 367 822 988

    3 946 682 563

    3 400 965 947

    3 875 763 242,—

    4 134 845 386,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de programma’s in het kader van de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen” van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio's wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio's alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    13 03 19     Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 202 729 810

    723 805 012

    1 168 910 427

    965 160 555

    1 147 093 337,—

    897 806 562,26

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van de programma’s in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de territoriale en macroregionale samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op het passende territoriale niveau te versterken.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    13 03 20     Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    50 000 000

    35 583 088

    50 000 000

    35 000 000

    45 616 031,04

    35 640 715,30

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

    uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

    uitgaven voor informatie en publicatie;

    de ontwikkeling van handleidingen en richtsnoeren voor subsidieaanvragen en de uitvoering van projecten;

    uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

    contracten voor dienstverlening en studies;

    subsidies.

    Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de volgende programmeringsperiode.

    Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

    Om lokale actoren in de Unie die betrokken zijn bij de uitvoering van programma’s van de structuurfondsen en het Cohesiefonds, te helpen en te ondersteunen (met name in de nieuwe lidstaten), moet de Commissie een project voor opleiding en mobiliteit ontwikkelen dat deze actoren in staat stelt hun vaardigheden betreffende het beheer van de programma’s te verbeteren en goede praktijken en ideeën uit te wisselen met betrekking tot de problemen waarmee ze geregeld te maken hebben. Dit zou het algemene beheer van en de institutionele capaciteitsopbouw met betrekking tot de programma’s en territoriale beleidsmaatregelen verbeteren.

    Het gebrek aan opleiding ter plaatse van lokale autoriteiten en lokale medewerkers die belast zijn met het beheer van Uniemiddelen, vormt een belangrijke oorzaak van procedurefouten, ontoereikende controle en lage absorptiecijfers. De oprichting van een netwerk van opleiders die ter plaatse aan de slag gaan, zal de kosteneffectiviteit en de efficiëntie van het beleid zeker ten goede komen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    13 03 21     Proefproject — Pan-Europese coördinatie van integratiemethoden voor de Roma

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 234 182,01

    Toelichting

    Het proefproject heeft tot doel een complexe analyse in te voeren die gebaseerd is op het huidige inzicht in de problemen van de Romagemeenschap in de Unie, met nadruk op het volledige complexe en synergetische spectrum van onderwijs en opleiding, te beginnen bij kinderen die nog niet naar school gaan, via voortgezet onderwijs voor jonge moeders tot opleiding van ouderen.

    Het proefproject zou ook een afspiegeling moeten vormen van de degelijke voorbereiding en tenuitvoerlegging van het institutionele proces, in de zin van raadpleging, netwerken, gegevensverzameling, beoordeling, bezoeken ter plaatse, onderzoek, enz. Een aantal lidstaten heeft maatregelen genomen ter bevordering van de integratie van de Roma. Er zijn tal van voorbeelden van zowel goede als slechte praktijken, evenals steeds meer sociologisch, juridisch en beleidsgericht onderzoek.

    Er kan een Roma-unit worden opgericht om, vertrekkende van de tenuitvoerlegging van het Uniebeleid, sectorale kwesties te verkennen en passende acties en maatregelen voor te stellen die moeten worden opgenomen in de voorstellen voor een actieplan ter integratie van de Roma.

    Deze unit kan ook sectoroverschrijdende samenwerking en het gebruik van de bestaande verschillende financiële instrumenten onderzoeken, en daarbij proefprojecten voorstellen en overdraagbare en duurzame goede praktijken identificeren die kunnen bijdragen tot het formuleren van concrete beleidsvoorstellen.

    In deze context kan bijvoorbeeld worden gewezen op de behoefte aan langetermijnvoorstellen op het gebied van huisvesting en stadsontwikkeling (met, indien slecht voorbereid, het risico op segregatie, gettovorming, enz.), in combinatie met innovatief gebruik van steun van de regionale fondsen en de EIB/BERD, of de omvangrijke taak van gegevensverzameling (en -bescherming), statistieken, enz., maar hiermee samenhangend uiteraard ook kwesties zoals bestrijding van misdaad en mensenhandel, en fundamentele registratieproblemen.

    Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de kwestie van verslaggeving in de media en communicatie in het algemeen.

    Een absolute voorwaarde om te slagen is het op gang brengen van een proces van structurele dialoog met het maatschappelijk middenveld van de Roma, die zowel op lokaal, nationaal als Unieniveau moet worden ontwikkeld.

    Het Europees Parlement is een pionier op het gebied van de bevordering van de rechten voor de Roma; zijn eerste resolutie hierover dateert al van 1984. Tijdens de zesde zittingsperiode heeft het Europees Parlement een aantal resoluties over de specifieke situatie van de Roma in Europa aangenomen. Meer bepaald verzocht het Europees Parlement in zijn resolutie van 31 januari 2008 over een Europese Romastrategie (PB C 68 E van 21.3.2009, blz. 31), „de Commissie een Europese kaderstrategie voor de integratie van de Roma te ontwikkelen om op Unieniveau beleidssamenhang op het gebied van de maatschappelijke integratie van de Roma te bieden” en verzocht het „de Commissie tevens gestalte te geven aan een omvattend communautair actieplan voor de integratie van de Roma met het oog op de verlening van financiële steun voor de verwezenlijking van de doelstelling van de Europese kaderstrategie voor de integratie van de Roma”. Ook in zijn resolutie van 10 juli 2008 over de telling van Roma op grond van etniciteit in Italië (PB C 294 E van 3.12.2009, blz. 54) heeft het Parlement deze verzoeken herhaald en heeft het „de Commissie en de lidstaten in het kader van een Romastrategie van de Europese Unie en in verband met het Decennium van maatschappelijke integratie van de Roma” opnieuw verzocht „om uitvoering van wetgeving en beleid die gericht zijn op de ondersteuning van Romagemeenschappen, met daarbij de bevordering van hun integratie op alle gebieden, en om de lancering van anti-racisme en anti-discriminatieprogramma’s op scholen, op het werk en in de media en om meer uitwisseling van deskundigheid en beste praktijken”.

    Het Europees Parlement herinnert in dit verband aan het belang van de ontwikkeling van strategieën op Unie en nationaal niveau, met volledige gebruikmaking van de kansen die de Uniefondsen bieden, om een einde te maken aan de segregatie van de Roma in het onderwijs en te zorgen voor een toegang op gelijke voorwaarden voor Romakinderen (deelneming aan het reguliere onderwijs, invoering van speciale studiebeursregelingen en opleidingsprogramma’s, aanvullende en concrete maatregelen ter bevordering van voorschoolse educatie voor Romakinderen en postgraduatestudies op nationaal een internationaal niveau voor Romastudenten en de opleiding van een groep „Romadiplomaten” die de kloof tussen Romagemeenschappen en openbare instellingen kunnen overbruggen), waarborging en verbetering van de toegang van Roma tot de arbeidsmarkten, bieden van toegang op gelijke voorwaarden tot gezondheidszorg en sociale zekerheid, bestrijding van discriminatoire praktijken bij het bieden van huisvesting, meer deelname van Roma aan het sociale, economische, culturele en politieke leven.

    Het Europees Parlement bevestigt de noodzaak van het opzetten van een netwerk van academische en civiele deskundigen met een duidelijk mandaat om specifieke proefprojecten voor te stellen en projecten uit te werken die ogenblikkelijke veranderingen bewerkstelligen.

    Doel van dit proefproject is ook het verstrekken van onderwijsfaciliteiten voor Romagezinnen, met name de vroegtijdige integratie van kinderen in het voorschoolse onderwijs, de training van ouders en het uitvoeren van gemeenschapsactiviteiten voor het hele gezin, alsmede het verbeteren van de passieve vaardigheden van volwassenen.

    In zijn conclusies van 14 december 2007 heeft de Europese Raad, „zich bewust van de uitzonderlijke situatie van de Roma in de Europese Unie, de lidstaten en de Unie verzocht alle mogelijke middelen te gebruiken om de integratie van de Roma te bevorderen”. In zijn conclusies van 19 en 20 juni 2008 stelde de Europese Raad dat hij uitziet naar het resultaat van … de komende conferentie die in september [2008] aan dit vraagstuk gewijd zal zijn. Hij verzoekt de Raad hiermee bij de bespreking van de herziene sociale agenda rekening te houden. De Europese Raad zal nog dit jaar op deze kwestie terugkomen.”.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 22     Proefproject — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Doelstelling van dit proefproject: lokale en regionale raden in de Unie helpen en ondersteunen.

    Het hoofdbeginsel van het proefproject bestaat in het aanmoedigen en steunen van de mobiliteit van verkozen lokale en regionale afgevaardigden binnen de Unie. Het tweede beginsel van het proefproject is dat het mobiliteitsaspect wordt ingebouwd in een overeengekomen programma voor opleiding ter plaatse en uitwisseling van ervaringen, waarbij de nadruk ligt op „economische en sociale cohesie”.

    De doelstellingen zijn:

    multilaterale samenwerking tussen territoriale en lokale en regionale instellingen op politiek niveau bevorderen;

    de mobiliteit van verkozen lokale en regionale afgevaardigden ondersteunen;

    gezamenlijk onderzoek en uitwisseling van ideeën bevorderen over de problemen waarmee zij geregeld te maken hebben, door middel van opleiding ter plaatse en uitwisseling van ervaringen;

    de uitwisseling van beste praktijken bevorderen.

    Hiermee wordt het proefproject een instrument om het leren en het opdoen van ervaringen voor verkozen lokale en regionale afgevaardigden te bevorderen en het vermogen van plaatselijke en regionale raden om concepten, democratische beginselen en strategieën toe te passen, te vergroten.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 23     Proefproject — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    92 000

    p.m.

    p.m.

    0,—

    681 939,68

    Toelichting

    Dit project beoogt de ontwikkeling van een allesomvattende strategie die de kennis van en de ervaring uit het regionale beleid van de Unie bij derde landen moet bevorderen. Deze strategie omvat de organisatie van internationale evenementen, voorlichtingsacties, het uitbouwen van netwerken tussen regionale en lokale betrokkenen, de ontwikkeling van gezamenlijke projecten en nieuwe regionale partnerschappen, en de uitwisseling van goede praktijken tussen regio's. Door het model van het cohesiebeleid van de Unie als „succesverhaal” via een aantal regionale dialogen te bevorderen, kan de Unie deze acties gebruiken om haar waarden, fundamentele beginselen, organisatiestructuren en beleidsvormen op wereldvlak als voorbeeld te stellen en meer bekendheid te geven. De samenwerking met internationale organisaties die op dit vlak actief zijn — Forum of Global Associations of Regions (Fogar) en United Cities and Local Government (UCLG) — is hierbij uitermate nuttig.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 24     Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 920 000,—

    Toelichting

    De Raad heeft bij meerdere gelegenheden (in 2000 en in maart 2003) gewezen op de voordelen van microfinanciering voor kleine ondernemingen. De Europese Raad heeft voor de eerste keer de lidstaten gevraagd specifieke aandacht te besteden aan het gebruik van microkrediet om de vestiging en groei van kleine ondernemingen te stimuleren. Microkrediet was een van de speerpunten van de financiële instrumenten in het Europese meerjarenprogramma (MAP/2002-2006) dat de Raad in december 2001 heeft aangenomen, waarbij „microlening” werd omschreven als een lening van minder dan 25 000 EUR.

    Het programma Concurrentievermogen en innovatie (CIP), dat in 2006 is gestart, heeft ook betrekking op microkrediet, onder meer in het kader van de tweede faciliteit (garantiefaciliteit voor het MKB). Deze faciliteit, beheerd door het Europees Investeringsfonds (EIF) dient om financiële instellingen aan te moedigen een grotere rol te spelen door kleine leningen aan te bieden die normaal gesproken proportioneel hoge administratieve kosten met zich meebrengen voor leners die geen afdoende garanties kunnen bieden. Naast garanties en tegengaranties kunnen financiële tussenpersonen subsidie ontvangen om de hoge administratieve kosten in verband met microleningen te verminderen.

    Deze voorbereidende actie is gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van microkrediet in Europa, overeenkomstig de nieuwe doelstellingen inzake groei en werkgelegenheid van de Europa 2020-strategie en de aanbevelingen die zijn omschreven in de resolutie van het Europees Parlement van 11 juli 2007 over het beleid op het gebied van financiële diensten (2005-2010) — Witboek (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 392), met specifieke verwijzing naar de behoefte aan een actieplan voor microkrediet.

    Doel van de voorbereidende actie is:

    waarborgen dat de sector microkrediet in Europa zichzelf op middellange termijn kan financieren door het eigen vermogen van microfinancieringsinstellingen op te bouwen, met name van andere instellingen dan banken. Dit project kan worden beheerd door het EIF, de financiële instelling van de Unie die gespecialiseerd is in het midden- en kleinbedrijf en microfinanciering en die tevens de financiële instrumenten van de Unie beheert;

    een grotere synergie stimuleren tussen de bestaande financiële instrumenten die gerelateerde gebieden dekken (CIP, Joint European Resources for Micro to Medium Enterprises (Jeremie), EFRO, EOF);

    de sociale integratie stimuleren door middel van ondernemerschap en de daaraan gekoppelde economische groei. Groeperingen die met minder bevoorrechte groepen werken zouden begunstigers kunnen zijn van de beschikbaar gestelde middelen.

    Het krediet heeft tot doel de voorbereidende actie die is goedgekeurd in 2008 uit te voeren; het zal met name worden gebruikt voor de ontwikkeling van een zaaikapitaalfonds.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 26     Proefproject — Duurzame regeneratie in voorsteden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    142 163

    500 000

    500 000

    473 875,—

    0,—

    Toelichting

    Het proefproject is bedoeld voor het toekennen van steun voor de sloop en reconstructie van oude en vervallen wooneenheden in Europese voorsteden, en voor het testen van de introductie van innovatieve en moderne criteria van bouwveiligheid, bouwtechnische kwaliteit, duurzaamheid en energie-efficiëntie. De hoofddoelstelling is de bevordering van sociale integratie in de voorsteden door middel van interventie in het huisvestingsbeleid.

    De middelen van het project zijn bedoeld voor het financieren van:

    de selectie van ten minste vijf dichtbevolkte proef-voorsteden in Europa met een grote behoefte aan bouwkundige regeneratie;

    de vaststelling van hoogwaardige veiligheidsvereisten voor elke specifieke context (bv. aardbevingsbestendigheidsmaatregelen) en van kwaliteitsvereisten voor het ontwerp en de bouw van wooneenheden, met inbegrip van het ontwerp van privé- en openbare ruimten, de selectie van materialen, technische oplossingen, e.d.;

    de vaststelling van energiebesparingsdoelstellingen en de energiemix, met een groter aandeel van hernieuwbare energiebronnen voor nieuwe wooneenheden;

    de selectie van de meest efficiënte mix van financieringsinstrumenten voor het bevorderen van de regeneratie van vervallen stedelijke gebieden en innovatie in de bouwsector (doorlopende financiering, regionale steun, bonificatie op belastingtarief, publiek-private partnerschappen, e.d.);

    de vaststelling van een pakket maatregelen voor het aanbieden van huisvestingsalternatieven voor de bewoners van de testlocaties en voor de participatie van deze groepen en van de locale gemeenschappen bij het herontwerpproces;

    de ontwikkeling van een evaluatiemodel voor het controleren en evalueren van de resultaten van het project;

    het starten van regeneratieprogramma’s in de testgebieden.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 27     Voorbereidende actie — Rurban — Partnerschap voor duurzame stads-plattelandsontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 000 000

    960 896,50

    256 798,98

    Toelichting

    Het doel van de voorbereidende maatregel is het ontwikkelen van een partnerschapsmodel(len) voor steden en de omliggende plattelandsgebieden, het tot stand brengen van een betere samenwerking tussen de verschillende actoren en het uitvoeren van gemeenschappelijke stads-plattelandsinitiatieven op basis van de geïntegreerde benadering. Dit model/deze modellen kan/kunnen in de volgende programmeringsperiode worden gebruikt voor stads-plattelandsprojecten waar de Unie medefinanciering aan toekent.

    Meer in het bijzonder is de voorbereidende maatregel gericht op:

    het identificeren van gemeenschappelijke uitdagingen en kansen van stedelijke en plattelandsgebieden,

    het herzien van bestaande stads-plattelandspartnerschappen in de lidstaten, het identificeren van gebieden van samenwerking en de daarbij betrokken plaatselijke en regionale actoren (publieke, private, niet-gouvernementele organisaties, enz.),

    het in kaart brengen van innovatieve goede praktijken van stads-plattelandssamenwerking in bestaande partnerschappen,

    het ontwikkelen van een model/modellen voor stads-plattelandssamenwerking en het uitwerken van een praktische gids voor deze vorm van partnerschap die mogelijkerwijs ingepast kan worden in de strategische richtsnoeren van de Commissie inzake cohesie in de volgende programmeringsperiode (na 2013).

    De voorbereidende maatregel moet in de periode 2011-2012 worden uitgevoerd.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 28     Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000,—

    83 675,34

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie is gericht op de ontwikkeling van een omvattende strategie om de kennis omtrent en de ervaringen met het regionale beleid van de Unie door te geven aan derde landen, voortbouwend op de succesvolle uitvoering van het vorige proefproject, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de specifieke behoeften in de verafgelegen gebiedsdelen van de Unie die zich in het omschakelingsproces bevinden om de status van ultraperifere regio te verkrijgen, maar deze status nog niet bezitten. De internationale dimensie van het cohesiebeleid is sinds 2009 flink groter geworden, met name door de extra kansen die zijn gecreëerd met de middelen van het proefproject en de voorbereidende actie uit 2012. De huidige voorbereidende actie dient in 2013 te worden voortgezet met een passende toewijzing, aangezien de beleidsdialogen met de belangrijkste partners (Brazilië, China en Rusland), alsook de steun voor de uitvoering van het oostelijk partnerschap voortdurend dienen te worden ontwikkeld, om de beginselen, organisatiestructuren en mechanismen van het cohesiebeleid van de EU op globale schaal te bevorderen. Er zal met name meer aandacht worden besteed aan de ontwikkeling van regionaal bestuur, de uitvoering van opleidingsprogramma’s inzake lokale beleidsontwikkeling en strategische planning, alsmede procedurele kwesties inzake controlemechanismen en een goed financieel beheer.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 29     Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    900 000

    1 500 000

    1 500 000

    1 499 380,89

    479 596,42

    Toelichting

    Startdatum van het project: 1 januari 2011

    Einddatum van het project: 31 december 2013

    De Europese Raad van 19 juni 2009 heeft de Commissie formeel gevraagd om vóór eind 2010 een strategie van de Europese Unie voor de Donauregio te presenteren. De strategie, die tijdens het Hongaarse voorzitterschap van de Europese Unie, aan het begin van 2011, werd gelanceerd, werd vergezeld van een actieplan, dat continu ontwikkeld werd en geactualiseerd, met inachtneming van de voorstellen van de lidstaten. Artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie geeft de Unie meer mogelijkheden om de economische, sociale en territoriale cohesie, en de solidariteit tussen de lidstaten te vergroten. Deze voorbereidende actie is nodig voor de opbouw van de noodzakelijke bestuurscapaciteit en voor het versnellen van het proces van coördinatie voor een juist bestuursmodel voor de uitvoering van de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio.

    De Donauregio beschikt over een lange geschiedenis van networking en samenwerking op een groot aantal beleidsterreinen. De strategie en het actieplan daarvan maken het mogelijk woorden om te zetten in daden en de regio als geheel daadwerkelijke voordelen op te leveren. Er is behoefte aan een gemeenschappelijke strategische visie voor het vormgeven van de toekomstige territoriale ontwikkeling van de Donauregio. Het is duidelijk dat individuele actoren niet de maatregelen zullen kunnen nemen die nodig zijn om de uitdagingen van de regio aan te gaan en de kansen in het gebied volledig te benutten. Een strategie voor de Donauregio, bestaand uit gedetailleerde en constante maatregelen, en voorzien van voldoende financiële middelen, is essentieel voor het ontwikkelen van de Donauregio en het ten volle benutten van de voor de regio aanwezige kansen.

    De Donau verbindt tien Europese landen — Duitsland, Oostenrijk, Slowakije, Hongarije, Kroatië, Servië, Roemenië, Bulgarije, Moldavië en Oekraïne — (waarvan zes lidstaten), en in een bredere territoriale context omvat het gebied ook Tsjechië, Slovenië, Bosnië en Herzegovina en Montenegro.

    De Donauregio is een belangrijk kruispunt van de cohesiebeleidsprogramma’s van de Unie, programma’s in het kader van het nabuurschapsbeleid en programma’s voor potentiële kandidaat-lidstaten, en is derhalve een gebied waar versterkte synergie-effecten tussen de verschillende uniale beleidsmaatregelen tot stand kunnen worden gebracht. Te denken valt hierbij aan cohesie, vervoer, toerisme, landbouw en visserij, sociaal-economische ontwikkeling, energie, milieu, uitbreiding en nabuurschapsbeleid; de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio moet worden ontwikkeld op de volgende samenwerkingsgebieden: sociale ontwikkeling en bescherming, duurzame economische ontwikkeling, vervoers- en energie-infrastructuur, milieubescherming, cultuur en onderwijs.

    Bij de uitvoering van de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio moet gebruik worden gemaakt van alle mogelijke financieringsbronnen, met name die van de Unie, de lidstaten, overige oeverstaten, internationale financiële instellingen en de privésector. De nadruk moet liggen op een verbeterde, efficiëntere en doeltreffendere coördinatie van de verschillende financieringsinstrumenten en de voorgestelde maatregelen. Verwacht wordt dat de strategie van de Europese Unie voor de Donaustrategie de sociaal-economische ontwikkeling van de regio middels een betere samenwerking tussen de lidstaten en de overige oeverstaten zal bevorderen. Dit zal leiden tot nieuwe kansen voor het bedrijfsleven, een versnelde ontwikkeling van een duurzaam, efficiënter en intermodaal vervoerssysteem, alsook een duurzame vervoers- en toerismesector, en tot verbetering van de kwaliteit van leven voor alle inwoners van het stroomgebied van de Donau, mét volledige eerbiediging van het milieu.

    De voorbereidende actie zal aldus een op de specifieke gebieden van de Donauregio toegesneden bestuursmodel bevorderen of creëren.

    De financiering is bedoeld voor activiteiten in verband met de vaststelling van het bestuursmodel dat nodig is voor de ontwikkeling en toepassing van de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio. Het bestuursmodel zal leiden tot verbetering van de samenwerking tussen alle landen en regio's die deelnemen aan zogenaamde „flagship”-projecten op de volgende gebieden:

    milieuvriendelijk gebruik van de Donau door de binnenvaart, intermodaliteit met andere vervoersmodi middels verbetering van alle infrastructuurvoorzieningen (met prioritaire aandacht voor een beter gebruik van bestaande infrastructuur) en door de ontwikkeling van een multimodaal vervoerssysteem langs de hele rivier, milieuvriendelijk gebruik van waterenergie langs de hele Donau, instandhouding en verbetering van de kwaliteit van het water in de Donau overeenkomstig Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1), strenge vereisten inzake scheepsveiligheid;

    duurzaam toerisme: milieutoerisme, de ontwikkeling van fietsroutes langs bijna de hele Donau, ontwikkeling van traditioneel massatoerisme, stads- en plattelandstoerisme, zaken- en cruisetoerisme, sporttoerisme;

    (bevordering en tenuitvoerlegging van) gezamenlijke projecten ter vergroting van de samenwerking op het gebied van energie, in het bijzonder energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen, in het licht van de potentie van de regio als bron van bio-energie, en ter bevordering van het gebruik van biomassa, zonne-, wind- en waterkrachtenergie;

    bevordering van op de specifieke behoeften van de regio's toegesneden onderzoekinfrastructuur en specifieke clusters van kennis voor productinnovatie en marketing;

    een gemeenschappelijk O&O-programma in/voor de Donauregio, gericht op steun voor wetenschappelijke ontwikkeling en innovatie door samenwerking tussen Donaustaten op de gebieden milieuonderzoek, visserij, landbouw, infrastructuur (waaronder energie), vervoer, opleiding en mobiliteit voor onderzoekers en sociaal-economische aspecten;

    programma’s voor uitwisselingen tussen universiteiten in de regio en universiteitsnetwerken voor het bevorderen van centra van excellentie die de internationale concurrentie aankunnen, en ter versterking van de Donau-identiteit door middel van opleiding en verbetering van bestuur, een leven lang leren;

    waarborgen van de veiligheid van de regio.

    De strategie van de Europese Unie voor de Donauregio — Méér dan een strategie

    Er zijn concrete en zichtbare maatregelen nodig om de uitdagingen van deze regio aan te pakken. De Commissie moet er in haar actieplan op hameren dat de lidstaten en andere betrokken partijen een voortrekkersrol vervullen voor specifieke prioritaire gebieden en „flagship”-projecten, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een specifiek en geïntegreerd bestuur overeenkomstig een gemeenschappelijke en geïntegreerde benadering van de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio die door de Commissie op 8 december 2010 is vastgesteld.

    De Commissie moet voorzien in een onafhankelijk, sectoroverschrijdend orgaan of benadering dat/die kan zorgen voor de noodzakelijke coördinatie, monitoring en follow-up van het actieplan, alsook voor een regelmatige actualisering van het plan en de strategie, indien noodzakelijk. De Commissie stelt op dit moment geen aanvullende financiering of andere hulpmiddelen voor. Een aantal van de specifieke maatregelen en projecten behoeven evenwel wel financiële steun. Een belangrijke bron zijn de structuurfondsen — de meeste programma’s voorzien reeds maatregelen zoals bedoeld in de strategie. De programma-autoriteiten kunnen de toekenningscriteria herzien en een faciliterende rol vervullen bij de selectie van projecten die aansluiten bij de strategie. Daarnaast kennen de lidstaten met gebruikmaking van hun eigen middelen steun toe aan projecten en maatregelen die bij de strategie aansluiten. De Europese Investeringsbank en andere internationale en regionale financiële instellingen kunnen ook bijdragen.

    De maatregelen in het kader van het actieplan moeten worden gecoördineerd met vergelijkbare ontwikkelingen (in het bijzonder nieuwe verordeningen), waaronder op Unieniveau, teneinde voor samenhang en doeltreffendheid te zorgen.

    De voortdurende economische crisis betekent dat het klimaat voor investeringen nu minder gunstig is, zowel voor de publieke, als de particuliere sector. Dit maakt het nog noodzakelijker dat de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio de partners in het gebied in staat stelt een langetermijnbenadering te volgen, in de onderkenning dat wanneer deze crisis voorbij is de best voorbereide regio's het best uitgerust zullen zijn om in te spelen en gebruik te maken van de nieuwe kansen en innovaties.

    Deze op initiatief van het Europees Parlement ingestelde voorbereidende actie heeft een looptijd van drie jaar, van januari 2011 tot december 2013, en het bedrag is 1 500 000 EUR per jaar.

    De genoemde projecten behoeven een langdurige voorbereiding met de betrokken lidstaten en de betrokken autoriteiten van de derde landen. De eerste betalingen vonden plaats in 2011.

    Deze voorbereidende actie, die stoelt op het bestaande wettelijk kader, biedt oplossingen voor duurzame samenwerking tussen lidstaten en andere oeverstaten. Het geeft invulling aan de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en de integratie daarvan in het beleid van de Unie in het algemeen.

    Dit krediet dient eveneens ter dekking van de organisatie of ontwikkeling van:

    opleidingsprogramma’s en seminars voor jongeren met als doel om de gemeenschappelijke regionale identiteit van de volkeren in de macroregio van de Donau te benadrukken; deze programma’s moeten door middel van burgerschapsvorming en culturele uitwisseling bijdragen tot een progressieve, duurzame en toekomstgerichte Europese dimensie van co-existentie door aandacht te besteden aan het kweken van begrip voor elkaars aanwezigheid in de regio, het op elkaar aangewezen zijn en de noodzaak van samenwerking; ook door het stimuleren van dialoog en verzoening;

    de verbetering en ontwikkeling van nieuwe oplossingen voor het aanbieden van deskundigheid door middel van toegankelijke platformen, informatieverstrekking betreffende projecten en het opbouwen van netwerken. De voorbereidende actie bevordert de sociale en economische stabiliteit in de betrokken regio's, door middel van onder meer acties om de samenhang tussen de gemeenschappen te bevorderen door de gelegenheid te bieden kennis te nemen en de erkenning te bevorderen van elkaars cultuur en geschiedenis en tevens de toegevoegde waarde van transnationale samenwerking te benadrukken. Hiermee wordt een duurzame grondslag gelegd voor een gemeenschappelijk platform dat toegang biedt tot regionale deskundigheid en een sterkere regionale samenwerking, en kan tevens gebruik worden gemaakt van ervaringen op het gebied van een macroregionale strategie.

    De regio die in aanmerking komt, is de macroregio van de Donau en de omringende landen, in overeenstemming met het Europese nabuurschapsbeleid. Bij de organisatie van de programma’s dienen niet-gouvernementele organisaties en organisaties uit het maatschappelijk middenveld te worden betrokken, om ervoor te zorgen dat verzoeningsinspanningen verder reiken dan regeringsmilieus. Aan de programma’s die in aanmerking komen voor financiering nemen ten minste drie lidstaten uit de regio deel.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 30     Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    600 000

    2 000 000

    2 000 000

    2 000 000,—

    680 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de organisatie of ontwikkeling van:

    opleidingsprogramma’s en seminars voor jongeren met als doel om de gemeenschappelijke regionale identiteit van de volkeren in de macroregio van de Donau te benadrukken; deze programma’s moeten door middel van burgerschapsvorming en culturele uitwisseling bijdragen tot een progressieve, duurzame en toekomstgerichte Europese dimensie van co-existentie door aandacht te besteden aan het kweken van begrip voor elkaars aanwezigheid in de regio, het op elkaar aangewezen zijn en de noodzaak van samenwerking; ook door het stimuleren van dialoog en verzoening;

    de verbetering en ontwikkeling van nieuwe oplossingen voor het aanbieden van deskundigheid door middel van toegankelijke platformen, informatieverstrekking betreffende projecten en het opbouwen van netwerken.

    Het proefproject bevordert de sociale en economische stabiliteit in de betrokken regio's, door middel van onder meer acties om de samenhang tussen de gemeenschappen te bevorderen door de gelegenheid te bieden kennis te nemen en de erkenning te bevorderen van elkaars cultuur en geschiedenis en tevens de toegevoegde waarde van transnationale samenwerking te benadrukken. Hiermee wordt een duurzame grondslag gelegd voor een gemeenschappelijk platform dat toegang biedt tot regionale deskundigheid en een sterkere regionale samenwerking, en kan tevens gebruik worden gemaakt van ervaringen op het gebied van een macroregionale strategie. De regio die in aanmerking komt, is de macroregio van de Donau en de omringende landen, in overeenstemming met het Europese nabuurschapsbeleid. Aan de programma’s die in aanmerking komen voor financiering nemen ten minste drie lidstaten uit de regio deel.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 31     Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 500 000

    494 210

    2 500 000

    2 500 000

    2 132 363,—

    1 209 746,—

    Toelichting

    Dit krediet heeft tot doel:

    het waarborgen van een goede verspreiding van informatie door middel van nieuwsbrieven (ook online), rapporten en conferenties, en in het bijzonder door middel van het jaarlijkse forum;

    de organisatie van evenementen ter plaatse om alle geïnteresseerde Europese regio’s bekend te maken met de Oostzeeaanpak en de beginselen van de macroregionale aanpak;

    een succesvol beheer van de strategie door middel van het gedecentraliseerde systeem en in het bijzonder de werking van het systeem van prioritaire gebiedscoördinatoren en zogenaamde „flagship”-projectleiders;

    technische en administratieve bijstand voor de planning en coördinatie van activiteiten in verband met de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio;

    de beschikbaarheid van zaaikapitaal voor het plannen en voorbereiden van projecten ter ondersteuning van de strategie;

    steun voor participatie door het maatschappelijk middenveld;

    coördinatoren van prioritaire gebieden steun te blijven geven bij hun coördinerende werkzaamheden;

    deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

    een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio.

    De voortzetting van de steun voor technische bijstand in 2013 moet worden gebruikt om:

    coördinatoren van prioritaire gebieden steun te blijven geven bij hun coördinerende werkzaamheden;

    deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

    een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de EU-strategie voor de Oostzeeregio (EUSBSR).

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    13 03 32     Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 200 000

    600 000

    1 200 000

    600 000

     

     

    Toelichting

    De instellingen van de Unie steunen de uitwerking van een Europese strategie voor de Atlantische regio. Er moet een transversaal actieplan worden opgesteld met concrete prioriteiten die vanaf 2014 moeten worden uitgevoerd. De Atlantische belanghebbenden moeten bij de ontwikkeling van dit actieplan worden betrokken.

    Het actieplan moet goed aansluiten op het regionale beleid en het geïntegreerde maritieme beleid en moet ook synergieën met ander beleid van de Unie in de hand werken, zoals met de trans-Europese vervoersnetwerken, het gemeenschappelijk visserijbeleid, klimaat- en milieuacties, het kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, het energiebeleid, enz.

    De voorbereidende actie zal een platform voor dialoog tussen belanghebbenden, het Atlantisch forum, financieren, dat tot doel heeft de prioritaire projecten en het bestuur van de Atlantische strategie te omschrijven.

    De financiering voor deze voorbereidende actie dient om:

    een Atlantisch forum op te richten waarbij belangrijke belanghebbenden worden aangemoedigd tot samenwerking in workshops, en afdoende publiciteit en een brede deelname worden gewaarborgd;

    de leden van het forum te laten deelnemen aan een proces leidend tot de vaststelling van het transversale actieplan in het kader van de Atlantische strategie, in overeenstemming met de behoeften van de regio's en met de nadruk op duurzame groei in de kustgebieden en de maritieme sectoren in de Atlantische regio;

    de technische werkzaamheden te financieren die nodig zijn om concrete prioritaire acties die in het actieplan opgenomen moeten worden, vast te stellen en de haalbaarheid ervan te onderzoeken.

    De belanghebbenden worden bij de uitwerking van het actieplan geassisteerd door een onderaannemer. Deze onderaannemer is verantwoordelijk voor de uitvoering van de voorbereidende actie en staat onder toezicht van de Commissie.

    De voorbereidende actie heeft een platform voor dialoog tussen belanghebbenden (het Atlantisch forum) gefinancierd, met als doel de prioritaire projecten en het bestuur van de Atlantische strategie te omschrijven.

    Na de goedkeuring van het actieplan eind 2012, zal het forum ernaar streven belanghebbenden voor te bereiden om dat plan uit te voeren. Het is bijgevolg nodig deze voorbereidende actie uit te breiden tot 2013.

    De financiering voor deze voorbereidende actie dient om:

    een Atlantisch forum op te richten waarbij belangrijke belanghebbenden worden aangemoedigd tot samenwerking in workshops, en afdoende publiciteit en een brede deelname worden gewaarborgd;

    de leden van het forum te laten deelnemen aan een proces leidend tot de goedkeuring van het transversale actieplan in het kader van de Atlantische strategie, rekening houdend met de behoeften van de regio's en met de nadruk op duurzame groei in de kustgebieden en de maritieme sectoren in de Atlantische regio;

    de technische werkzaamheden te financieren die nodig zijn om concrete prioritaire acties die in het actieplan opgenomen moeten worden vast te stellen en de haalbaarheid ervan te onderzoeken;

    de belanghebbenden voor te bereiden om het actieplan uit te voeren.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 33     Voorbereidende actie — Begeleiding van Mayotte of eventuele andere gebieden bij het proces van verkrijging van de status van ultraperifere regio

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    600 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    Toelichting

    Het opzet om de status van land en gebied overzee te wijzigen in ultraperifere regio heeft in de geschiedenis van de Unie nog niet eerder plaatsgevonden. Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is deze statuswijziging makkelijker geworden dankzij artikel 355, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dat voorziet in een procedure met eenparigheid van stemmen in de Raad. De Franse regering is momenteel bezig met de samenstelling van een dossier met als doel de toekenning van de status van ultraperifere regio aan het departement Mayotte met ingang van 2014. Dit vormt de weerspiegeling van de essentiële structurele hervormingen die ertoe leiden dat de situatie van dit gebied overeenkomt met die van landen in de pretoetredingsfase, waarvoor de Unie een aantal steunmaatregelen heeft vastgesteld om de overname van het acquis en de uitvoering van het beleid van de Unie te vergemakkelijken. De autoriteiten van Mayotte moeten daarom nieuwe Europese middelen gaan beheren, waarbij het gaat om andere bedragen en procedures dan voor het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) waar zij momenteel middelen uit ontvangen. Deze voorbereidende actie zal voornamelijk gericht zijn op de verlening van technische bijstand voor de opleiding van functionarissen op Mayotte die zich moeten bezighouden met de voorbereiding, het beheer, het toezicht en de controle van de toekomstige operationele programma’s. Als grondgebied van een lidstaat kan Mayotte geen gebruikmaken van het pretoetredingsinstrument, maar aangezien het nog geen regio is als gedefinieerd in de algemene bepalingen van de structuurfondsen kan Mayotte evenmin technische bijstand ontvangen.

    Deze voorbereidende actie heeft tot doel het departement Mayotte bij te staan bij het proces van overgang naar de status van ultraperifere regio.

    Het gaat daarbij om de volgende acties:

    opleiding van functionarissen ter plaatse die zich moeten bezighouden met de voorbereiding, het beheer, het toezicht en de controle van de toekomstige operationele programma’s;

    uitvoering van studies voorafgaand aan de voorbereiding van toekomstige programma’s en evaluaties ex ante voor de vaststelling van de behoeften ter plaatse, ondersteuning van plaatselijke actoren bij de vaststelling van een regionale strategie, alsmede de zwaartepunten van de programma’s;

    organisatie van algemene informatiebijeenkomsten voor volksvertegenwoordigers, lokale actoren en functionarissen over de gevolgen van de overgang naar de status van ultraperifere regio en institutionele voorlichting over de start van de programma’s;

    oprichting van een „Europese Cel” bij het SGAER van Mayotte om deze in staat te stellen informatie te vergaren en te verspreiden onder de publieke partners, de opstelling en uitvoering van operationele programma’s te waarborgen en projectuitvoerders voor te lichten en te ondersteunen.

    Deze voorbereidende actie kan worden ingezet voor enig ander gebied dat zich in een vergelijkbare situatie bevindt.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 34     Voorbereidende actie — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    1 000 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie heeft tot doel lokale en regionale raden in de Unie te helpen en te ondersteunen.

    Het hoofdbeginsel van de voorbereidende actie bestaat in het aanmoedigen en steunen van de mobiliteit van verkozen lokale en regionale afgevaardigden binnen de Unie. Het tweede beginsel van de voorbereidende actie is dat het mobiliteitsaspect wordt ingebouwd in een overeengekomen programma voor opleiding ter plaatse en uitwisseling van ervaringen, waarbij de nadruk ligt op „economische en sociale cohesie”.

    De doelstellingen zijn:

    multilaterale samenwerking tussen territoriale en lokale en regionale instellingen op politiek niveau bevorderen;

    de mobiliteit van verkozen lokale en regionale afgevaardigden ondersteunen;

    gezamenlijk onderzoek en uitwisseling van ideeën bevorderen over de problemen waarmee zij geregeld te maken hebben, door middel van opleiding ter plaatse en uitwisseling van ervaringen;

    de uitwisseling van beste praktijken bevorderen.

    Hiermee wordt de voorbereidende actie een instrument om het leren en het opdoen van ervaringen voor verkozen lokale en regionale afgevaardigden te bevorderen en het vermogen van plaatselijke en regionale raden om concepten, democratische beginselen en strategieën toe te passen, te vergroten.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 35     Voorbereidende actie — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    1 000 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de organisatie of ontwikkeling van:

    opleidingsprogramma’s en seminars voor jongeren met als doel om de gemeenschappelijke regionale identiteit van de volkeren in de macroregio van de Donau te benadrukken; deze programma’s moeten door middel van burgerschapsvorming en culturele uitwisseling bijdragen tot een progressieve, duurzame en toekomstgerichte Europese dimensie van co-existentie door aandacht te besteden aan het kweken van begrip voor elkaars aanwezigheid in de regio, het op elkaar aangewezen zijn en de noodzaak van samenwerking; ook door het stimuleren van dialoog en verzoening;

    de verbetering en ontwikkeling van nieuwe oplossingen voor het aanbieden van deskundigheid door middel van toegankelijke platformen, informatieverstrekking betreffende projecten en het opbouwen van netwerken.

    De voorbereidende actie bevordert de sociale en economische stabiliteit in de betrokken regio's, door middel van onder meer acties om de samenhang tussen de gemeenschappen te bevorderen door de gelegenheid te bieden kennis te nemen en de erkenning te bevorderen van elkaars cultuur en geschiedenis en tevens de toegevoegde waarde van transnationale samenwerking te benadrukken. Hiermee wordt een duurzame grondslag gelegd voor een gemeenschappelijk platform dat toegang biedt tot regionale deskundigheid en een sterkere regionale samenwerking, terwijl bovendien lessen kunnen worden getrokken uit ervaringen op het gebied van een macroregionale strategie. De regio die in aanmerking komt, is de macroregio van de Donau en de omringende landen, in overeenstemming met het Europees nabuurschapsbeleid. Bij de organisatie van de programma’s dienen niet-gouvernementele organisaties en organisaties uit het maatschappelijk middenveld te worden betrokken, om ervoor te zorgen dat verzoeningsinspanningen verder reiken dan regeringsmilieus. Aan de programma’s die in aanmerking komen voor financiering nemen ten minste drie lidstaten uit de regio deel.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    13 03 40     Risicodelingsinstrument gefinancierd uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

     

     

    Toelichting

    Dit artikel dient ter financiering van de risicodelingsinstrumenten uit de voor convergentie bestemde middelen van het EFRO voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.

    Terugvloeiende middelen en resterende bedragen na de voltooiing van een operatie die door het risicodelingsinstrument wordt gedekt, kunnen binnen het risicodelingsinstrument worden hergebruikt wanneer de lidstaat nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Wanneer de lidstaat niet meer aan die voorwaarden voldoet, worden terugvloeiende middelen en resterende bedragen als bestemmingsontvangsten beschouwd.

    Eventuele bestemmingsontvangsten als gevolg van de terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen die worden opgevoerd onder post 6 1 4 4 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid van de betrokken lidstaat.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name artikel 36 bis.

    Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1).

    13 03 41     Risicodelingsinstrument gefinancierd uit de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

     

     

    Toelichting

    Dit artikel dient ter financiering van de risicodelingsinstrumenten van de voor regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid bestemde middelen van het EFRO voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.

    Terugvloeiende middelen en resterende bedragen na de voltooiing van een operatie die door het risicodelingsinstrument wordt gedekt, kunnen binnen het risicodelingsinstrument worden hergebruikt wanneer de lidstaat nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Wanneer de lidstaat niet meer aan die voorwaarden voldoet, worden terugvloeiende middelen en resterende bedragen als bestemmingsontvangsten beschouwd.

    Eventuele bestemmingsontvangsten als gevolg van de terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen die worden opgevoerd onder post 6 1 4 4 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid van de betrokken lidstaat.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name artikel 36 bis.

    Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 13 04 — COHESIEFONDS

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    13 04

    COHESIEFONDS

    13 04 01

    Cohesiefonds — Voltooiing van vroegere projecten (van vóór 2007)

    1.2

    p.m.

    790 873 883

    p.m.

    950 388 636

    0,—

    944 940 110,54

    13 04 02

    Cohesiefonds

    1.2

    12 350 000 000

    8 316 123 541

    11 788 814 578

    8 907 000 000

    11 020 238 878,86

    5 505 331 842,46

    13 04 03

    Risicodelingsinstrument gefinancierd uit het Cohesiefonds

    1.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

     

     

     

    Hoofdstuk 13 04 — Totaal

     

    12 350 000 000

    9 106 997 424

    11 788 814 578

    9 857 388 636

    11 020 238 878,86

    6 450 271 953,—

    Toelichting

    Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1) stelt vast onder welke voorwaarden voorschotten die niet leiden tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel, moeten worden terugbetaald. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 21 en 178 van het Financieel Reglement. Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van de voorfinanciering voor de periode 2007-2013.

    13 04 01     Cohesiefonds — Voltooiing van vroegere projecten (van vóór 2007)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    790 873 883

    p.m.

    950 388 636

    0,—

    944 940 110,54

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het Cohesiefonds betaalbaar te stellen verplichtingen voor 2000 en de voltooiing van de programmeringsperiode 2000-2006.

    De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

    Het krediet dient ook voor de financiering van maatregelen van partners als voorbereiding op de volgende programmeringsperiode.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 792/93 van de Raad van 30 maart 1993 tot instelling van een cohesiefinancieringsinstrument (PB L 79 van 1.4.1993, blz. 74).

    Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158 en 161.

    13 04 02     Cohesiefonds

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 350 000 000

    8 316 123 541

    11 788 814 578

    8 907 000 000

    11 020 238 878,86

    5 505 331 842,46

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen van het Cohesiefonds in de programmeringsperiode 2007-2013.

    De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

    Dit krediet dient eveneens ter financiering van acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

    ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen);

    uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

    uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

    contracten voor dienstverlening en studies;

    subsidies.

    Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de volgende programmeringsperiode.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

    Referentiebesluiten

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 177.

    13 04 03     Risicodelingsinstrument gefinancierd uit het Cohesiefonds

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

     

     

    Toelichting

    Dit artikel dient ter financiering van de risicodelingsinstrumenten uit het Cohesiefonds voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit.

    Terugvloeiende middelen en resterende bedragen na de voltooiing van een operatie die door het risicodelingsinstrument wordt gedekt, kunnen binnen het risicodelingsinstrument worden hergebruikt wanneer de lidstaat nog steeds voldoet aan de voorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Wanneer de lidstaat niet meer aan die voorwaarden voldoet, worden terugvloeiende middelen en resterende bedragen als bestemmingsontvangsten beschouwd.

    Eventuele bestemmingsontvangsten als gevolg van de terugbetaling van terugvloeiende middelen en resterende bedragen die worden opgevoerd onder post 6 1 4 4 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid van de betrokken lidstaat.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), en met name artikel 36 bis.

    Verordening (EU) nr. 423/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (PB L 133 van 23.5.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 13 05 — PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    13 05

    PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID

    13 05 01

    Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

    13 05 01 01

    Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

    4

    p.m.

    232 278 493

    p.m.

    225 009 566

    0,—

    165 868 813,64

    13 05 01 02

    Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    28 310 364,65

     

    Artikel 13 05 01 — Subtotaal

     

    p.m.

    232 278 493

    p.m.

    225 009 566

    0,—

    194 179 178,29

    13 05 02

    Instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-accession Assistance — IPA) — Regionale ontwikkeling

    4

    462 000 000

    90 143 824

    462 453 000

    141 897 374

    390 900 000,—

    80 469 498,97

    13 05 03

    Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Grensoverschrijdende samenwerking

    13 05 03 01

    Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

    1.2

    51 491 401

    50 000 000

    50 481 765

    50 000 000

    49 491 927,—

    45 386 497,95

    13 05 03 02

    Grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

    4

    36 279 051

    27 675 735

    42 406 903

    28 636 770

    46 229 232,—

    31 370 077,79

     

    Artikel 13 05 03 — Subtotaal

     

    87 770 452

    77 675 735

    92 888 668

    78 636 770

    95 721 159,—

    76 756 575,74

     

    Hoofdstuk 13 05 — Totaal

     

    549 770 452

    400 098 052

    555 341 668

    445 543 710

    486 621 159,—

    351 405 253,—

    13 05 01     Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

    Toelichting

    De door het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) verstrekte hulp was bedoeld om de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa te helpen bij hun toetreding tot de Unie. Het ISPA wordt gebruikt om de begunstigde landen te helpen voldoen aan de eisen van het acquis van de Unie op de gebieden milieu en vervoer.

    13 05 01 01   Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    232 278 493

    p.m.

    225 009 566

    0,—

    165 868 813,64

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de ISPA-bijstand en van de buiten de Commissie verstrekte technische bijstand die nodig is voor de uitvoering ervan in de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa.

    Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).

    Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).

    Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).

    13 05 01 02   Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    28 310 364,65

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de ISPA-bijstand in de kandidaat-landen die op 1 mei 2004 lidstaat worden en van de voor de uitvoering ervan benodigde technische bijstand die buiten de Commissie wordt verstrekt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).

    Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).

    13 05 02     Instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-accession Assistance — IPA) — Regionale ontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    462 000 000

    90 143 824

    462 453 000

    141 897 374

    390 900 000,—

    80 469 498,97

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de steun van de Unie aan de kandidaat-landen die onder het IPA vallen, voor hun geleidelijke aanpassing aan de normen en het beleid van de Unie, waar van toepassing met inbegrip van het acquis van de Unie, met het oog op toetreding.

    Met de component „regionale ontwikkeling” worden landen gesteund die een beleid ontwikkelen en voorbereiden voor de tenuitvoerlegging en het beheer van het cohesiebeleid van de Unie, in het bijzonder bij hun voorbereiding voor de structuurfondsen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    13 05 03     Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Grensoverschrijdende samenwerking

    13 05 03 01   Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    51 491 401

    50 000 000

    50 481 765

    50 000 000

    49 491 927,—

    45 386 497,95

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling voor grensoverschrijdende samenwerking en de technische bijstand die buiten de Commissie wordt geleverd en nodig is voor de tenuitvoerlegging in de lidstaten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    13 05 03 02   Grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    36 279 051

    27 675 735

    42 406 903

    28 636 770

    46 229 232,—

    31 370 077,79

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) voor grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten en de technische bijstand die buiten de Commissie wordt geleverd en nodig is voor de tenuitvoerlegging in de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten.

    Dit krediet dient ook ter dekking van de IPA-bijdrage voor de deelname van de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan de relevante transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    HOOFDSTUK 13 06 — SOLIDARITEITSFONDS

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    13 06

    SOLIDARITEITSFONDS

    13 06 01

    Solidariteitsfonds van de Europese Unie — Lidstaten

    3.2

    p.m.

    p.m.

    688 254 041

    688 254 041

    196 934 486,—

    263 826 026,—

    13 06 02

    Solidariteitsfonds van de Europese Unie — Toetredingslanden

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    5 001 054,—

    5 001 054,—

     

    Hoofdstuk 13 06 — Totaal

     

    p.m.

    p.m.

    688 254 041

    688 254 041

    201 935 540,—

    268 827 080,—

    13 06 01     Solidariteitsfonds van de Europese Unie — Lidstaten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    688 254 041

    688 254 041

    196 934 486,—

    263 826 026,—

    Toelichting

    Dit artikel dient om de kredieten op te nemen die worden vrijgemaakt wanneer in de lidstaten bij grote rampen een beroep wordt gedaan op het Solidariteitsfonds van de Europese Unie. De hulp moet vooral worden toegekend bij natuurrampen, maar er kan aan de lidstaten in kwestie ook hulp worden verstrekt in spoedeisende situaties, met een deadline voor het gebruik ervan en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen, bijvoorbeeld op grond van het principe dat „de vervuiler betaalt” of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

    Over de toewijzing van de kredieten zal worden besloten middels een gewijzigde begroting die uitsluitend tot doel heeft middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2005) 108 final), door de Commissie ingediend op 6 april 2005.

    Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    13 06 02     Solidariteitsfonds van de Europese Unie — Toetredingslanden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    5 001 054,—

    5 001 054,—

    Toelichting

    Dit artikel dient voor de opname van kredieten als gevolg van de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie in geval van grote rampen in landen die verwikkeld zijn in toetredingsonderhandelingen met de Unie. De hulp moet vooral worden toegekend bij natuurrampen, maar er kan aan de landen in kwestie ook hulp worden verstrekt in spoedeisende situaties, met een deadline voor het gebruik ervan en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen, bijvoorbeeld op grond van het principe dat „de vervuiler betaalt” of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

    Over de toewijzing van de kredieten zal worden besloten middels een gewijzigde begroting die uitsluitend tot doel heeft middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2005) 108 final), door de Commissie ingediend op 6 april 2005.

    Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL REGIONAAL EN STEDELIJK BELEID

    CONTROLE IN VERBAND MET HET COHESIEBELEID IN HET KADER VAN DE PRETOETREDING

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL REGIONAAL EN STEDELIJK BELEID

    TITEL 14

    BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

    56 870 394

    56 870 394

    56 759 910

    56 759 910

    58 176 506,02

    58 176 506,02

    Reserves (40 01 40)

     

     

    151 912

    151 912

     

     

     

    56 870 394

    56 870 394

    56 911 822

    56 911 822

    58 176 506,02

    58 176 506,02

    14 02

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

    3 500 000

    2 372 206

    3 400 000

    2 404 215

    2 999 999,40

    2 780 447,—

    14 03

    INTERNATIONALE ASPECTEN VAN BELASTINGEN EN DOUANE

    1 250 000

    1 581 471

    1 300 000

    1 909 118

    2 170 528,45

    1 465 043,47

    14 04

    DOUANEBELEID

    53 000 000

    33 112 040

    53 000 000

    31 753 788

    49 234 927,02

    39 957 824,35

    14 05

    BELASTINGBELEID

    30 000 000

    17 791 544

    28 200 000

    17 237 770

    27 800 000,—

    20 384 015,94

     

    Titel 14 — Totaal

    144 620 394

    111 727 655

    142 659 910

    110 064 801

    140 381 960,89

    122 763 836,78

    Reserves (40 01 40)

     

     

    151 912

    151 912

     

     

     

    144 620 394

    111 727 655

    142 811 822

    110 216 713

    140 381 960,89

    122 763 836,78

    HOOFDSTUK 14 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    14 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

    14 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

    5

    44 297 071

    44 067 833

    44 099 633,32

    14 01 02

    Uitgaven voor extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

    14 01 02 01

    Extern personeel

    5

    5 680 562

    5 852 798

    6 267 181,14

    14 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    2 837 477

    2 773 625

    3 240 970,60

    Reserves (40 01 40)

     

     

    151 912

     

     

     

    2 837 477

    2 925 537

    3 240 970,60

     

    Artikel 14 01 02 — Subtotaal

     

    8 518 039

    8 626 423

    9 508 151,74

    Reserves (40 01 40)

     

     

    151 912

     

     

     

    8 518 039

    8 778 335

    9 508 151,74

    14 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

    5

    2 803 284

    2 813 654

    3 316 720,96

    14 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

    14 01 04 01

    Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    120 000

    120 000

    120 000,—

    14 01 04 02

    Douane 2013 en Fiscalis 2013 — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    1 132 000

    1 132 000

    1 132 000,—

     

    Artikel 14 01 04 — Subtotaal

     

    1 252 000

    1 252 000

    1 252 000,—

     

    Hoofdstuk 14 01 — Totaal

     

    56 870 394

    56 759 910

    58 176 506,02

    Reserves (40 01 40)

     

     

    151 912

     

     

     

    56 870 394

    56 911 822

    58 176 506,02

    14 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    44 297 071

    44 067 833

    44 099 633,32

    14 01 02     Uitgaven voor extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

    14 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 680 562

    5 852 798

    6 267 181,14

    14 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    14 01 02 11

    2 837 477

    2 773 625

    3 240 970,60

    Reserves (40 01 40)

     

    151 912

     

    Totaal

    2 837 477

    2 925 537

    3 240 970,60

    14 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 803 284

    2 813 654

    3 316 720,96

    14 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

    14 01 04 01   Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    120 000

    120 000

    120 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten voor technische bijstand met betrekking tot bureaus de komende jaren aflopen.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 14 02 01.

    14 01 04 02   Douane 2013 en Fiscalis 2013 — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 132 000

    1 132 000

    1 132 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Wanneer de deelneming van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma's tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, dan kunnen extra kredieten worden opgevoerd, in dezelfde verhouding als de verhouding tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie de artikelen 14 04 02 en 14 05 03.

    HOOFDSTUK 14 02 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 02

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

    14 02 01

    Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

    1.1

    3 500 000

    2 372 206

    3 400 000

    2 404 215

    2 999 999,40

    2 780 447,—

     

    Hoofdstuk 14 02 — Totaal

     

    3 500 000

    2 372 206

    3 400 000

    2 404 215

    2 999 999,40

    2 780 447,—

    14 02 01     Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 500 000

    2 372 206

    3 400 000

    2 404 215

    2 999 999,40

    2 780 447,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt.

    Het ondersteunt het douane- en belastingbeleid van de Unie en omvat maatregelen die niet kunnen worden gefinancierd uit het programma Douane 2013 en het programma Fiscalis 2013.

    Op het gebied van belastingen en douane dient dit krediet in de eerste plaats ter dekking van uitgaven voor:

    de kosten van advies, studies, analysen en effectbeoordelingen;

    activiteiten op het gebied van de indeling van goederen in het douanetarief en de inzameling van gegevens;

    investeringen in software;

    de productie en ontwikkeling van publiciteits-, bewustmakings- en opleidingsmateriaal.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 14 03 — INTERNATIONALE ASPECTEN VAN BELASTINGEN EN DOUANE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 03

    INTERNATIONALE ASPECTEN VAN BELASTINGEN EN DOUANE

    14 03 03

    Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen en douane

    4

    1 250 000

    1 186 103

    1 300 000

    1 240 927

    1 170 528,45

    1 170 528,45

    14 03 04

    Goed bestuur op fiscaal gebied

    4

    p.m.

    395 368

    p.m.

    668 191

    1 000 000,—

    294 515,02

     

    Hoofdstuk 14 03 — Totaal

     

    1 250 000

    1 581 471

    1 300 000

    1 909 118

    2 170 528,45

    1 465 043,47

    14 03 03     Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen en douane

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 250 000

    1 186 103

    1 300 000

    1 240 927

    1 170 528,45

    1 170 528,45

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan:

    de Werelddouaneorganisatie (WDO);

    de International Tax Dialogue (ITD).

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/668/EG van de Raad van 25 juni 2007 betreffende de uitoefening van de aan het voorlopige lidmaatschap van de Werelddouaneorganisatie verbonden rechten en plichten door de Europese Gemeenschap (PB L 274 van 18.10.2007, blz. 11).

    Referentiebesluiten

    Besluit van de Commissie van 4 juni 2008 over de deelname van de Gemeenschap aan de werkzaamheden van de International Tax Dialogue.

    14 03 04     Goed bestuur op fiscaal gebied

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    395 368

    p.m.

    668 191

    1 000 000,—

    294 515,02

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor studies, raadplegingen, workshops, trainingen, conferenties, uitgaven voor technische en administratieve bijstand, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het bevorderen van goed bestuur in fiscale aangelegenheden.

    Rechtsgronden

    Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 14 04 — DOUANEBELEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 04

    DOUANEBELEID

    14 04 01

    Voltooiing van eerdere douaneprogramma's

    1.1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    14 04 02

    Douane 2013

    1.1

    53 000 000

    33 112 040

    53 000 000

    31 753 788

    49 234 927,02

    39 957 824,35

     

    Hoofdstuk 14 04 — Totaal

     

    53 000 000

    33 112 040

    53 000 000

    31 753 788

    49 234 927,02

    39 957 824,35

    14 04 01     Voltooiing van eerdere douaneprogramma's

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van het actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap, en met name voor de financiering van gezamenlijke acties, IT-acties en overige acties.

    Met dit doel dient dit krediet met name ter dekking van:

    de reis- en verblijfkosten van de deelnemers uit de deelnemende landen in het kader van seminars en workshops, uitwisseling van ambtenaren, opleidingsactiviteiten, monitoring en benchmarking;

    de organisatiekosten van seminars, workshops en soortgelijke vergaderingen;

    de aanschaf- en ontwikkelingskosten van materiaal voor opleidingsactiviteiten;

    de onderhouds-, ontwikkelings- en exploitatiekosten van de bestaande communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, de kosten van het netwerkbeheer en de exploitatiekosten van de communautaire elementen die bij de Commissie (of een aangewezen onderaannemer) zijn geïnstalleerd. Het gaat om de volgende systemen en netwerken: het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) — in zover noodzakelijk ter ondersteuning van de hier beschreven systemen —, het systeem voor gegevensverspreiding (DDS), het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS/NSTI), het informatiesysteem betreffende het geïntegreerde tarief van de Gemeenschap (Taric), het informatiesysteem voor het overbrengen van zegels van oorsprong en de verzending van doorvoerzegels (TCO/TCT), de Europese douanelijst van chemische stoffen (ECICS), het Europees systeem betreffende bindende tariefinlichtingen (EBTI/RTCE), het systeem voor de bewaking van tariefcontingenten (TQS), het systeem inzake de vrijstelling van douanerechten op grond van de regeling actieve veredeling (IPR), het informatiesysteem betreffende „waarden per eenheid”, het informatiesysteem inzake ontheffingen en acties in het kader van de automatisering van de douane (e-Douane en modernisering van de douane);

    met betrekking tot de communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen die worden opgezet volgens de beheersprocedure van artikel 4 van Besluit 1999/468/EG: de kosten in verband met ontwerp, installatie, exploitatie en ontwikkeling, en met name hardware, software en netwerkaansluitingen die voor alle lidstaten identiek dienen te zijn met het oog op de interconnectie en interoperabiliteit van de systemen;

    de kosten van bijstandsverlening aan gebruikers, de onderhoudskosten, de exploitatie- en ontwikkelingskosten van het antifraude-informatiesysteem (AFIS);

    de kosten in verband met overige acties die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma.

    Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Wanneer de deelneming van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

    Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).

    14 04 02     Douane 2013

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    53 000 000

    33 112 040

    53 000 000

    31 753 788

    49 234 927,02

    39 957 824,35

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het programma Douane 2013 en met name de financiering van gezamenlijke acties, IT-acties en overige acties.

    Met dit doel dient dit krediet met name ter dekking van:

    de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie-, onderhouds- en dagelijkse exploitatiekosten van de uniale componenten van de communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, namelijk: het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI), met inbegrip van de communicatiekosten in verband met het antifraude-informatiesysteem (AFIS); het geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (CTS); de tariefsystemen, met name het systeem voor gegevensverspreiding (DDS), de gecombineerde nomenclatuur (GN), het informatiesysteem betreffende het geïntegreerde tarief van de Gemeenschap (Taric), het Europees systeem betreffende bindende tariefinlichtingen (EBTI), het systeem voor de bewaking van tariefcontingenten (TQS), het informatiesysteem inzake ontheffingen (Suspensions), het systeem voor het beheer van zegelmodellen (SMS), het informatiesysteem inzake veredelingsprocedures (ISPP), de Europese douanelijst van chemische stoffen (ECICS) en het systeem van geregistreerde exporteurs (REX); het systeem ter verbetering van de veiligheid als omschreven in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1), met inbegrip van het uniale systeem voor risicobeheer, het uitvoercontrolesysteem (ECS), het invoercontrolesysteem (ICS) en het systeem inzake geautoriseerde marktdeelnemers (AEO); alle nieuwe douanegerelateerde communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, met inbegrip van elektronische douanesystemen die in het kader van de uniale wetgeving worden opgezet en in het werkprogramma zijn opgenomen;

    de kosten van voorbereidende werkzaamheden, follow-up, toezicht, audits en evaluaties die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, met name studies, bijeenkomsten, voorlichtings- en publiciteitscampagnes, kosten van IT-netwerken voor de uitwisseling van informatie;

    de reis- en verblijfkosten van de ambtenaren van de deelnemende landen in verband met benchmarkingactiviteiten, werkbezoeken, seminars, workshops, project- en stuurgroepen, opleidings- en monitoringactiviteiten;

    de organisatiekosten van seminars, workshops en soortgelijke vergaderingen;

    de reis- en verblijfkosten in verband met de deelname van ad hoc deskundigen en andere deelnemers;

    de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie- en onderhoudskosten van opleidingssystemen en -modules voor zover deze gemeenschappelijk zijn voor alle deelnemende landen;

    de kosten van alle overige activiteiten die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma.

    Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Wanneer de deelneming van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en eventuele potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

    Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

    Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

    Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).

    Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).

    Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).

    HOOFDSTUK 14 05 — BELASTINGBELEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 05

    BELASTINGBELEID

    14 05 02

    Automatisering van de accijnzen (EMCS)

    1.1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    64 007,94

    14 05 03

    Fiscalis 2013

    1.1

    30 000 000

    17 791 544

    28 200 000

    17 237 770

    27 800 000,—

    20 320 008,—

     

    Hoofdstuk 14 05 — Totaal

     

    30 000 000

    17 791 544

    28 200 000

    17 237 770

    27 800 000,—

    20 384 015,94

    14 05 02     Automatisering van de accijnzen (EMCS)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    64 007,94

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het opzetten van een meerjarenprogramma met het oog op de automatisering van de accijnzen, met name:

    de ontwikkeling, de ondersteuning en het testen van het systeem, de beheerstaken, de kwaliteitscontrole van de ontwikkelde en geïnstalleerde producten, de coördinatie, de voorzieningen overeenkomstig de definitie van de uniale elementen van het systeem en de functionele en technische specificaties ervan;

    het opzetten van voorlichtings- en opleidingsacties;

    het beveiligingsplan van het systeem.

    Rechtsgronden

    Beschikking nr. 1152/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen (PB L 162 van 1.7.2003, blz. 5).

    14 05 03     Fiscalis 2013

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    30 000 000

    17 791 544

    28 200 000

    17 237 770

    27 800 000,—

    20 320 008,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het programma Fiscalis 2013, en met name de financiering van gezamenlijke acties, IT-acties en overige acties.

    Het dekt met name:

    de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie-, onderhouds- en dagelijkse exploitatiekosten van de uniale componenten van de communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, namelijk: het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI); het btw-informatie-uitwisselingssysteem (VIES); accijnssystemen; het systeem voor toezicht op het verkeer van accijnsgoederen (EMCS); alle nieuwe belastinggerelateerde communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen die in het kader van de uniale/communautaire wetgeving worden opgezet en in het werkprogramma zijn opgenomen;

    de kosten van voorbereidende werkzaamheden, follow-up, toezicht, audits en evaluaties die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, met name studies, bijeenkomsten, voorlichtings- en publiciteitscampagnes, en kosten van IT-netwerken voor de uitwisseling van informatie;

    de reis- en verblijfkosten van de ambtenaren van de deelnemende landen in verband met multilaterale controles, werkbezoeken, seminars, projectgroepen;

    de organisatiekosten voor seminars en soortgelijke vergaderingen;

    de reis- en verblijfkosten in verband met de deelname van ad hoc deskundigen en andere deelnemers;

    de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie- en onderhoudskosten van opleidingssystemen en –modules voor zover deze gemeenschappelijk zijn voor alle deelnemende landen;

    de kosten van alle overige activiteiten die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma.

    Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Wanneer de deelneming van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92 (PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1).

    Beschikking nr. 1482/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis-2013) (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

    TITEL 15

    ONDERWIJS EN CULTUUR

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    15 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

    123 492 923

    123 492 923

    125 157 657

    125 157 657

    134 017 389,68

    134 017 389,68

    Reserves (40 01 40)

     

     

    29 933

    29 933

     

     

     

    123 492 923

    123 492 923

    125 187 590

    125 187 590

    134 017 389,68

    134 017 389,68

    15 02

    EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID

    1 407 465 664

    1 239 900 741

    1 345 007 430

    1 289 141 456

    1 397 140 302,50

    1 375 911 670,62

    15 04

    ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA

    175 715 000

    155 120 291

    173 780 000

    157 485 000

    178 444 371,13

    166 857 126,08

    15 05

    AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT

    147 450 000

    129 177 227

    145 108 000

    130 000 000

    163 102 282,59

    156 079 484,87

    15 07

    MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS

    959 252 000

    725 499 900

    906 662 068

    691 555 947

    846 603 637,—

    584 227 243,53

     

    Titel 15 — Totaal

    2 813 375 587

    2 373 191 082

    2 695 715 155

    2 393 340 060

    2 719 307 982,90

    2 417 092 914,78

    Reserves (40 01 40)

     

     

    29 933

    29 933

     

     

     

    2 813 375 587

    2 373 191 082

    2 695 745 088

    2 393 369 993

    2 719 307 982,90

    2 417 092 914,78

    HOOFDSTUK 15 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    15 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

    15 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

    5

    52 066 716

    52 261 852

    52 768 543,03

    15 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

    15 01 02 01

    Extern personeel

    5

    3 858 908

    3 973 490

    4 776 887,45

    15 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    3 333 017

    3 361 487

    5 481 756,45

    Reserves (40 01 40)

     

     

    29 933

     

     

     

    3 333 017

    3 391 420

    5 481 756,45

     

    Artikel 15 01 02 — Subtotaal

     

    7 191 925

    7 334 977

    10 258 643,90

    Reserves (40 01 40)

     

     

    29 933

     

     

     

    7 191 925

    7 364 910

    10 258 643,90

    15 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

    5

    3 294 977

    3 336 828

    3 967 061,60

    15 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

    15 01 04 14

    Erasmus Mundus — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    914 000

    914 000

    1 014 776,39

    15 01 04 17

    Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    80 000

    80 000

    79 912,96

    15 01 04 22

    Een leven lang leren — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    8 500 000

    8 750 000

    9 252 127,54

    15 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 1a

    1.1

    21 395 000

    21 444 000

    23 315 475,—

    15 01 04 31

    Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 3b

    3.2

    15 572 000

    15 572 000

    16 640 262,—

    15 01 04 32

    Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 4

    4

    263 000

    600 000

    600 000,—

    15 01 04 44

    Programma „Cultuur” (2007-2013) — Uitgaven voor administratief beheer

    3.2

    550 000

    550 000

    640 322,20

    15 01 04 55

    Jeugd in actie — Uitgaven voor administratief beheer

    3.2

    780 000

    780 000

    1 283 173,66

    15 01 04 60

    Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector — Uitgaven voor administratief beheer

    3.2

    725 000

    725 000

    881 378,09

    15 01 04 68

    Media Mundus — Uitgaven voor administratief beheer

    3.2

    75 000

    75 000

    169 257,05

     

    Artikel 15 01 04 — Subtotaal

     

    48 854 000

    49 490 000

    53 876 684,89

    15 01 05

    Ondersteunende uitgaven voor onderzoeksactiviteiten op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

    15 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    1.1

    1 952 000

    1 952 000

    1 800 000,—

    15 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    1.1

    700 000

    700 000

    586 660,—

    15 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    1.1

    348 000

    348 000

    657 389,06

     

    Artikel 15 01 05 — Subtotaal

     

    3 000 000

    3 000 000

    3 044 049,06

    15 01 60

    Aanschaf van documentatie

    15 01 60 01

    Bibliotheekfonds, abonnementen, aankoop van boeken en onderhoud van het bibliotheekbezit

    5

    2 534 000

    2 734 000

    2 749 278,01

     

    Artikel 15 01 60 — Subtotaal

     

    2 534 000

    2 734 000

    2 749 278,01

    15 01 61

    Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling

    5

    6 551 305

    7 000 000

    7 353 129,19

     

    Hoofdstuk 15 01 — Totaal

     

    123 492 923

    125 157 657

    134 017 389,68

    Reserves (40 01 40)

     

     

    29 933

     

     

     

    123 492 923

    125 187 590

    134 017 389,68

    15 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    52 066 716

    52 261 852

    52 768 543,03

    15 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

    15 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 858 908

    3 973 490

    4 776 887,45

    15 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    15 01 02 11

    3 333 017

    3 361 487

    5 481 756,45

    Reserves (40 01 40)

     

    29 933

     

    Totaal

    3 333 017

    3 391 420

    5 481 756,45

    15 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 294 977

    3 336 828

    3 967 061,60

    15 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

    15 01 04 14   Erasmus Mundus — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    914 000

    914 000

    1 014 776,39

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 15 02 02.

    15 01 04 17   Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    80 000

    80 000

    79 912,96

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 15 02 03.

    15 01 04 22   Een leven lang leren — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 500 000

    8 750 000

    9 252 127,54

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie post 15 02 22.

    15 01 04 30   Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 1a

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    21 395 000

    21 444 000

    23 315 475,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van programma’s onder rubriek 1a van het meerjarig financieel kader 2007-2013 en de voltooiing van acties die vóór 2007 werden gesteund.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

    Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45).

    Besluit nr. 1298/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot invoering van het actieprogramma Erasmus Mundus 2009-2013 voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 83).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur — overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

    15 01 04 31   Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 3b

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    15 572 000

    15 572 000

    16 640 262,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van programma’s onder rubriek 3b van het financiële kader 2007-2013 en de voltooiing van acties die vóór 2007 werden gesteund.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

    Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (Media 2007) (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 12).

    Besluit nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van het programma „Jeugd in actie” voor de periode 2007-2013 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 30).

    Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van het programma „Cultuur” (2007-2013) (PB L 372 van 27.12.2006, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur — overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

    15 01 04 32   Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 4

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    263 000

    600 000

    600 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van programma’s onder rubriek 4 van het financiële kader 2007-2013 en de voltooiing van acties die vóór 2007 werden gesteund.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Besluit 2001/196/EG van de Raad van 26 februari 2001 betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 71 van 13.3.2001, blz. 7).

    Besluit 2001/197/EG van de Raad van 26 februari 2001 betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Canada tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 71 van 13.3.2001, blz. 15).

    Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

    Besluit 2006/910/EG van de Raad van 4 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 33).

    Besluit 2006/964/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada tot vaststelling van een kader voor samenwerking op het gebied van hoger onderwijs, beroepsopleiding en jongeren (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 14).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

    15 01 04 44   Programma „Cultuur” (2007-2013) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    550 000

    550 000

    640 322,20

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 15 04 44.

    15 01 04 55   Jeugd in actie — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    780 000

    780 000

    1 283 173,66

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 15 05 55.

    15 01 04 60   Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    725 000

    725 000

    881 378,09

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die mogelijk voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie post 15 04 66 01.

    15 01 04 68   Media Mundus — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    75 000

    75 000

    169 257,05

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die mogelijk voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie nieuw artikel 15 04 68.

    15 01 05     Ondersteunende uitgaven voor onderzoeksactiviteiten op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

    15 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 952 000

    1 952 000

    1 800 000,—

    15 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    700 000

    700 000

    586 660,—

    15 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    348 000

    348 000

    657 389,06

    15 01 60     Aanschaf van documentatie

    15 01 60 01   Bibliotheekfonds, abonnementen, aankoop van boeken en onderhoud van het bibliotheekbezit

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 534 000

    2 734 000

    2 749 278,01

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de aankoop van boekwerken en andere publicaties, supplementen op de aanwezige werken;

    de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften;

    de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften;

    andere gespecialiseerde publicaties op papier en/of in elektronische vorm.

    Opgemerkt zij dat dit krediet niet de kosten dekt van:

    de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op hoofdstuk 01 05 van de betreffende titels;

    vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03;

    buiten de Unie gedane soortgelijke uitgaven die worden afgeboekt op artikel 01 03 02 van de betreffende titels.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt voor 2013 geraamd op 80 000 EUR.

    15 01 61     Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 551 305

    7 000 000

    7 353 129,19

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van stages voor afgestudeerden. Deze stage moet afgestudeerden een overzicht bieden van de doelstellingen en uitdagingen van de Unie, inzicht in de werking van de instellingen van de Unie en een kans om hun kennis door werkervaring bij de Commissie te vergroten.

    Dit krediet dekt de toekenning van beurzen en andere uitgaven die hiermee verband houden (aanvullende beurs voor mensen met een handicap, ongevallen- en ziektekostenverzekering, bijdrage in de reiskosten voor de stage, met name de kosten voor de reis naar de stageplaats en terug, organisatiekosten van evenementen die in het kader van het stageprogramma worden georganiseerd zoals bezoeken en kosten van ontvangst). Het dekt ook de kosten van de evaluatie met het oog op de optimalisering van het programma en de voorlichtingsacties.

    De selectie van stagiair(e)s is op objectieve en transparante criteria gebaseerd.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement wordt voor 2013 geraamd op 974 000 EUR.

    HOOFDSTUK 15 02 — EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    15 02

    EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID

    15 02 02

    Erasmus Mundus

    1.1

    110 791 000

    86 140 726

    105 654 000

    86 188 852

    100 638 103,19

    90 890 385,45

    15 02 03

    Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding

    4

    1 024 000

    3 162 941

    9 000 000

    7 636 472

    1 395 254,77

    4 390 505,75

    15 02 09

    Voltooiing van vorige programma’s op het gebied van onderwijs en opleiding

    1.1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 338 104,95

    15 02 11

    Europees Instituut voor innovatie en technologie

    15 02 11 01

    Europees Instituut voor innovatie en technologie — Bestuursstructuur

    1.1

    4 765 110

    4 215 716

    4 493 000

    3 169 028

    3 742 285,13

    3 298 018,35

    15 02 11 02

    Europees Instituut voor innovatie en technologie — Kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's)

    1.1

    118 300 000

    90 015 023

    74 831 000

    65 512 600

    60 542 918,—

    45 705 908,25

     

    Artikel 15 02 11 — Subtotaal

     

    123 065 110

    94 230 739

    79 324 000

    68 681 628

    64 285 203,13

    49 003 926,60

    15 02 22

    Programma Een leven lang leren

    1.1

    1 131 174 154

    1 015 000 000

    1 110 476 000

    1 087 251 074

    1 189 120 538,59

    1 189 681 060,40

    15 02 23

    Voorbereidende actie — Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen

    1.1

    275 000

    p.m.

    0,—

    298 836,90

    15 02 25

    Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

    15 02 25 01

    Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2

    1.1

    12 430 000

    12 430 000

    12 668 834

    12 668 834

    13 741 473,16

    13 741 473,16

    15 02 25 02

    Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titel 3

    1.1

    4 954 900

    4 954 900

    4 340 066

    4 340 066

    3 528 526,84

    3 245 526,84

     

    Artikel 15 02 25 — Subtotaal

     

    17 384 900

    17 384 900

    17 008 900

    17 008 900

    17 270 000,—

    16 987 000,—

    15 02 27

    Europese Stichting voor opleiding

    15 02 27 01

    Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2

    4

    15 081 500

    15 081 500

    14 468 414

    14 468 414

    14 328 000,—

    14 328 000,—

    15 02 27 02

    Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titel 3

    4

    4 945 000

    5 445 000

    5 576 116

    5 576 116

    7 202 173,05

    5 522 000,—

     

    Artikel 15 02 27 — Subtotaal

     

    20 026 500

    20 526 500

    20 044 530

    20 044 530

    21 530 173,05

    19 850 000,—

    15 02 30

    Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen

    1.1

    1 355,77

    1 355,77

    15 02 31

    Proefproject ter dekking van de kosten van studies voor specialisatie in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en gerelateerde academische activiteiten, zoals de oprichting van een ENB-leerstoel in het Europacollege (in Natolin)

    1.1

    p.m.

    579 935

    p.m.

    580 000

    2 899 674,—

    2 319 739,—

    15 02 32

    Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    150 755,80

    15 02 33

    Voorbereidende actie ter dekking van de studiekosten van personen die gespecialiseerd zijn in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor daarmee verband houdende academische activiteiten en andere onderwijsmodules, onder meer de ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

    1.1

    4 000 000

    2 600 000

    3 500 000

    1 750 000

     

     

     

    Hoofdstuk 15 02 — Totaal

     

    1 407 465 664

    1 239 900 741

    1 345 007 430

    1 289 141 456

    1 397 140 302,50

    1 375 911 670,62

    15 02 02     Erasmus Mundus

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    110 791 000

    86 140 726

    105 654 000

    86 188 852

    100 638 103,19

    90 890 385,45

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het Erasmus Mundus II-programma (2009-2013), en van de voltooiing van acties in het kader van het vorige Erasmus Mundus-programma (2004-2008). De doelstellingen van het Erasmus Mundus II-programma zijn:

    de gestructureerde samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs en academisch personeel in Europa en derde landen bevorderden met de bedoeling uitmuntendheidscentra te creëren en hoogopgeleide mensen af te leveren;

    een pool van goed gekwalificeerde, ruimdenkende en internationaal ervaren vrouwen en mannen creëren en zodoende bijdragen tot de wederzijdse verrijking van samenlevingen door de mobiliteit te bevorderen van de meest getalenteerde studenten en academici uit derde landen om in de Unie kwalificaties en/of ervaring te verwerven enerzijds en van de meest getalenteerde Europese studenten en academici om in derde landen kwalificaties en/of ervaring te verwerven anderzijds;

    door middel van grotere mobiliteitsstromen tussen de Unie en derde landen bijdragen aan de ontwikkeling van human resources en aan de capaciteit van instellingen voor hoger onderwijs in derde landen om op internationaal vlak samen te werken;

    de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van het Europees hoger onderwijs in de wereld verbeteren, en het aantrekkelijker maken voor onderdanen van derde landen;

    samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs aanzwengelen en de uitwisseling verbeteren van universitair personeel en studenten in Europa en de landen van het Europees nabuurschapsbeleid, zowel uit landen in het Zuiden als in het Oosten.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 2317/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 tot invoering van een programma voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (Erasmus Mundus) (2004-2008) (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 1).

    Besluit nr. 1298/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot invoering van het actieprogramma Erasmus Mundus 2009-2013 voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 83).

    15 02 03     Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 024 000

    3 162 941

    9 000 000

    7 636 472

    1 395 254,77

    4 390 505,75

    Toelichting

    In het kader van de samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en de Verenigde Staten van Amerika en Canada dient dit krediet met name ter dekking van:

    het uitvoeren van vergelijkende studies over onderwijsbeleid en beroepskwalificaties en -bekwaamheden in de betrokken landen;

    het opzetten van uitwisselingsprogramma’s voor studenten, lerenden, docenten en administrateurs;

    de bevordering van de samenwerking tussen de instellingen;

    het ondersteunen van het tot stand komen van betrekkingen tussen de betreffende sectoren van het bedrijfsleven en de universiteiten;

    het bevorderen van samenwerking met de particuliere sector bij het ontwikkelen en verbreden van programma’s;

    het ontwikkelen van een beleidsdialoog; het ontwikkelen van aanvullende maatregelen en een snelle verspreiding van resultaten.

    De steun voor Europese studenten die studeren in de Verenigde Staten en Canada, met name aan universiteiten, moet worden verhoogd.

    Rechtsgronden

    Besluit 2001/196/EG van de Raad van 26 februari 2001 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 71 van 13.3.2001, blz. 7).

    Besluit 2001/197/EG van de Raad van 26 februari 2001 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Canada tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 71 van 13.3.2001, blz. 15).

    Besluit 2006/910/EG van de Raad van 4 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 33).

    Besluit 2006/964/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada tot vaststelling van een kader voor samenwerking op het gebied van hoger onderwijs, beroepsopleiding en jongeren (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 14).

    15 02 09     Voltooiing van vorige programma’s op het gebied van onderwijs en opleiding

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 338 104,95

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de voltooiing van de vóór 2007 in het kader van de volgende begrotingsonderdelen gesteunde acties:

    Socrates;

    Leonardo da Vinci.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit 1999/382/EG van de Raad van 26 april 1999 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma inzake beroepsopleiding „Leonardo da Vinci” (PB L 146 van 11.6.1999, blz. 33).

    Besluit nr. 253/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma op onderwijsgebied „Socrates” (PB L 28 van 3.2.2000, blz. 1).

    Beschikking nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende een enkel communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 6).

    15 02 11     Europees Instituut voor innovatie en technologie

    15 02 11 01   Europees Instituut voor innovatie en technologie — Bestuursstructuur

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 765 110

    4 215 716

    4 493 000

    3 169 028

    3 742 285,13

    3 298 018,35

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven (titels 1 en 2) van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT).

    Het EIT moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven. Indien het EIT hierom verzoekt, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen beleidskredieten en administratieve kredieten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De personeelsformatie van het EIT is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van een Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 1).

    15 02 11 02   Europees Instituut voor innovatie en technologie — Kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    118 300 000

    90 015 023

    74 831 000

    65 512 600

    60 542 918,—

    45 705 908,25

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het EIT met betrekking tot het werkprogramma (titel 3), met inbegrip van de door het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) ontworpen kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's).

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van een Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 1).

    15 02 22     Programma Een leven lang leren

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 131 174 154

    1 015 000 000

    1 110 476 000

    1 087 251 074

    1 189 120 538,59

    1 189 681 060,40

    Toelichting

    Overeenkomstig het besluit tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren dient dit krediet ter dekking van de specifieke programma’s en de volgende horizontale acties:

    Comenius: voor activiteiten ten aanzien van het algemeen vormend onderwijs tot en met de tweede fase van het voortgezet onderwijs;

    Erasmus: voor onderwijs- en vervolmakingsactiviteiten in het hoger onderwijs, een verhoging van het aantal beurzen en de financiering ervan in het kader van de Erasmusprogramma’s;

    Leonardo da Vinci: voor alle aspecten van beroepsonderwijs en -opleiding;

    Grundtvig: voor volwasseneneducatie;

    Jean Monnet: projecten die het onderzoek naar en het onderwijs en debat over het Europees integratieproces in instellingen voor hoger onderwijs stimuleren, en subsidies voor exploitatiekosten van bepaalde belangrijke instellingen en verenigingen;

    een transversaal programma: omvat vier kernactiviteiten die betrekking hebben op de beleidsvraagstukken, specifieke maatregelen voor het leren van talen en ICT-gerelateerde activiteiten behelzen (voor zover die niet onder de specifieke programma’s vallen) en in activiteiten voor de verspreiding van de resultaten op ruimere schaal voorzien.

    Met bijzondere onderwijsbehoeften voor personen met een handicap of een „dys”-aandoening kan in alle bovenstaande sectorale programma’s rekening worden gehouden.

    Brain trust: Een deel van de verhoging dient ter ondersteuning van Braintrust, een instrument voor het online delen van kennis voor universiteitsstudenten, waarmee studenten een pagina kunnen aanmaken met hun profiel en „academisch CV”, met inbegrip van gevolgde vakken, publicaties, referenties en sleutelwoorden om de interesses van de student aan te geven. Het Braintrustplatform biedt studenten een overzicht van hun vakgebied en de mogelijkheid om te communiceren en samen te werken op basis van hun academische interesses met mensen in andere landen, aan andere universiteiten, in andere vakgebieden en met andere onderwijsniveaus, ongeacht hun huidige onderwijsinstelling en geografische locatie. Het platform draagt bij aan het versterken van een paneuropese identiteit en bewustzijn onder de jonge generatie Europese burgers. Het dient voor het verwezenlijken van een Europese dimensie voor de nationale hogeronderwijsstelsels, ter ondersteuning van de doelstelling van het ontwikkelen van de Gemeenschap als kennismaatschappij, als omschreven in het programma Een leven lang leren 2007-2013, en om een bijdrage te leveren aan de invoering van een Europese hogeronderwijsruimte, als onderdeel van het proces van Bologna.

    Wetenschappelijk en technologisch onderwijs in een vroeg stadium in Europa: Een deel van de verhoging dient ter ondersteuning van een project of actie voor de verbetering van het wetenschappelijk en technologisch onderwijs in een vroeg stadium in Europa. Visie: In de eerste formatieve periode (3-6 jaar) doen alle kinderen ervaringen op met wetenschappelijke basisconcepten, om hun nieuwsgierigheid te bevredigen. De actie is gericht op het steunen van de lidstaten bij de ontwikkeling van nationale strategieën op het gebied van wetenschappelijk onderwijs in een vroeg stadium.

    Europees Universitair Instituut (EUI): Een deel van de verhoging dient ter dekking van onder meer de bijkomende uitgaven in verband met de activiteiten van het EUI, overeenkomstig artikel 36, lid 2, onder b), van Besluit nr. 1720/2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren. Een aanvullende bijdrage moet worden toegewezen aan het programma Mondiale governance van het EUI. Het programma is in 2010 van start gegaan en de activiteiten worden momenteel geconsolideerd en uitgebreid. Deze verhoging dient om de PhD-opleidingen van het EUI op het gebied van mondiale governance en mondiale aangelegenheden te verbeteren en te verbreden; de Europese academie voor mondiale governance uit te breiden op het gebied van trainingen, discussies en debatten op topniveau; het aantal lagere en hogere postdoctorale bursalen die gespecialiseerd zijn op dit terrein te verhogen; bij de EUI een significant aantal wetenschappers aan te stellen afkomstig van universiteiten en onderzoekscentra uit de lidstaten en van internationale instellingen; de verschillende vormen van onderling gerelateerd basis- en toegepast onderzoek op het gebied van mondiale governance verder te vergroten; een groot aantal verschillende evenementen, conferenties en beleidsseminars op hoog niveau op het gebied van mondiale governance te organiseren en te ondersteunen; en het Europees Netwerk van mondiale governance verder te consolideren, alsmede de activiteiten van het programma te verspreiden.

    Een deel van dit krediet dient ter dekking van de bevordering van universitair onderwijs voor studenten met een Roma-achtergrond om hen omvattende steun te bieden ter oplossing van hun unieke uitdagingen en om uitval uit het universitaire onderwijs te voorkomen; de ondersteuning omvat studiebeurzen, studieondersteuning, begeleiding en bijkomende training in professionele ontwikkeling en taalkundige vaardigheden.

    Een deel van dit krediet dient tevens ter financiering van een Qualified Master Degree bij Europese universiteiten die daarvoor in aanmerking komen, die een belangrijk instrument zal vormen voor de automatische erkenning door alle lidstaten en waarbij een gemeenschappelijk kerncurriculum op masterniveau moet worden doorlopen. Een Europese aanduiding van Qualified Master Degree zal worden verleend indien wordt voldaan aan een aantal criteria op het gebied van kwaliteit en uitmuntendheid. Het initiatief zal de academische erkenning van mastertitels in de hele EU stimuleren en zal een belangrijk instrument vormen voor het verwezenlijken van een effectieve Europese hogeronderwijsruimte, zoals benadrukt op de recente ministersconferentie van het proces van Bologna te Boekarest in april 2012, alsmede in het initiatiefverslag van het EP van maart 2012. Het zal worden uitgevoerd door universiteiten van verschillende lidstaten en zal als bijkomend resultaat leiden tot vergelijkbaarheid van curricula, programma’s en onderwijsresultaten van de dienovereenkomstige bachelorgraden.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45).

    15 02 23     Voorbereidende actie — Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    275 000

    p.m.

    0,—

    298 836,90

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van de voorbereidende actie „Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen”.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 02 25     Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

    15 02 25 01   Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 430 000

    12 430 000

    12 668 834

    12 668 834

    13 741 473,16

    13 741 473,16

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Centrum (titels 1 en 2).

    Het Centrum stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven. Indien het Centrum hierom verzoekt, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

    De personeelsformatie van het Centrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1).

    15 02 25 02   Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 954 900

    4 954 900

    4 340 066

    4 340 066

    3 528 526,84

    3 245 526,84

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Centrum met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    Het Centrum stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen huishoudelijke en beleidsuitgaven. Indien het Centrum hierom verzoekt, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 17 433 900 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 17 384 900 EUR is een bedrag van 49 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1).

    15 02 27     Europese Stichting voor opleiding

    15 02 27 01   Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    15 081 500

    15 081 500

    14 468 414

    14 468 414

    14 328 000,—

    14 328 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Stichting (titels 1 en 2).

    De Stichting stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Dit krediet dient ter dekking van de steun voor partnerlanden in de Middellandse Zeeregio voor hervorming van hun arbeidsmarkten en hun beroepsopleidingsstelsels, en voor de bevordering van de sociale dialoog en de ondersteuning van het ondernemerschap.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1339/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot oprichting van de Europese Stichting voor opleiding (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 82).

    15 02 27 02   Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 945 000

    5 445 000

    5 576 116

    5 576 116

    7 202 173,05

    5 522 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van de beleidsuitgaven van de Stichting die betrekking hebben op het werkprogramma (titel 3).

    De Stichting stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 20 143 500 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 20 026 500 EUR is een bedrag van 117 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1339/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot oprichting van de Europese Stichting voor opleiding (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 82).

    15 02 30     Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 355,77

    1 355,77

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van het proefproject „Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen”.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 02 31     Proefproject ter dekking van de kosten van studies voor specialisatie in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en gerelateerde academische activiteiten, zoals de oprichting van een ENB-leerstoel in het Europacollege (in Natolin)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    579 935

    p.m.

    580 000

    2 899 674,—

    2 319 739,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voltooiing van het proefproject betreffende studies voor specialisatie in het ENB en gerelateerde academische activiteiten, zoals de oprichting van een ENB-leerstoel in het Europacollege (in Natolin).

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 02 32     Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    150 755,80

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van het proefproject voor studiebeurzen voor studenten uit landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, die cursussen volgen in het kader van een master Europese studies.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 02 33     Voorbereidende actie ter dekking van de studiekosten van personen die gespecialiseerd zijn in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor daarmee verband houdende academische activiteiten en andere onderwijsmodules, onder meer de ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 000 000

    2 600 000

    3 500 000

    1 750 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de studiekosten van personen die afkomstig zijn uit ENB-landen en personen die zijn gespecialiseerd in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), alsook van daarmee verband houdende academische activiteiten, met inbegrip van het duurzaam functioneren van de ENB-leerstoel aan het Europacollege in Natolin en andere onderwijsmodulen.

    Het in het licht van de Arabische Lente recentelijk herziene Europees nabuurschapsbeleid, zoals dat door middel van de respectieve besluiten en resoluties van de Commissie, de Raad en het Europees Parlement is opgezet, alsmede in het licht van de Unie voor het Middellandse Zeegebied en het Oostelijke Partnerschap, die beide rechtstreeks verband houden met respectievelijk de zuidelijke en oostelijke buurlanden, vereist dat op reguliere basis toekomstige gesprekspartners uit Europese landen en de buurlanden worden opgeleid om EU- en ENB-gerelateerde banen in te vullen. Zij dienen volledig en beroepsmatig bekend te zijn met de inhoud en de geest van het beleid, de wetgeving en de instellingen van de Unie, alsmede met het acquis communautaire, en aldus met het ENB. Daar is een gericht en hoogstaand aanbod voor nodig, dat uitsluitend kan worden geboden door een gerenommeerde academische instelling die reeds bezig is zich op dit vlak te specialiseren: het Europacollege. De twee campussen van het Europacollege — een in Brugge (België), vlakbij de Europese instellingen en de Europese expertise, en een tweede in Natolin/Warschau (Polen), die gespecialiseerd is in nabuurschaps- en grensbeleid (het Frontex-agenstchap is gevestigd in Warschau) in het kader van de met hulp van Unie-financiering reeds opgerichte ENB-leerstoel — zijn bij uitstek geschikt om op de specifieke behoeften toegesneden programma’s en andere onderwijsmodulen op dit gebied aan te bieden.

    Gezien de veelvoudige en positieve ervaringen die met deze betalingskredieten zijn opgedaan zou de Commissie moeten waarborgen dat deze begrotingslijn met haar eigen specifieke doelstellingen onder het nieuwe meerjarig financieel kader op duurzame wijze wordt voortgezet.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 15 04 — ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    15 04

    ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA

    15 04 09

    Afronding van voorgaande programma’s/acties

    15 04 09 01

    Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

    3.2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    453 959,84

    15 04 09 02

    Voltooiing van voorgaande Media-programma’s

    3.2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    104 214,99

     

    Artikel 15 04 09 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    0,—

    558 174,83

    15 04 10

    Proefproject — Economie van de culturele verscheidenheid

    3.2

    250 000

    350 000

    750 000

    375 000

     

     

    15 04 44

    Programma „Cultuur” (2007-2013)

    3.2

    59 356 000

    50 014 007

    58 503 000

    50 500 000

    59 310 924,30

    50 576 970,28

    15 04 45

    Proefproject — Mobiliteit van kunstenaars

    3.2

    p.m.

    350 000

    0,—

    181 966,96

    15 04 46

    Voorbereidende actie — Cultuur in de externe relaties

    3.2

    200 000

    200 000

    500 000

    250 000

     

     

    15 04 48

    Proefproject — Een Europees platform voor festivals

    3.2

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    15 04 50

    Europees erfgoedlabel

    3.2

    300 000

    260 696

    350 000

    250 000

     

     

    15 04 66

    Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

    15 04 66 01

    Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

    3.2

    108 109 000

    98 248 860

    106 752 000

    100 000 000

    114 214 581,83

    110 608 856,60

    15 04 66 02

    Voorbereidende actie — Uitvoering van de programma’s in het kader van Media 2007 in derde landen

    4

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 544 561,41

    15 04 66 03

    Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving

    3.2

    2 000 000

    1 000 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

     

    Artikel 15 04 66 — Subtotaal

     

    110 109 000

    99 248 860

    108 752 000

    101 000 000

    114 214 581,83

    112 153 418,01

    15 04 68

    Media Mundus

    3.2

    4 500 000

    4 546 728

    4 925 000

    4 760 000

    4 918 865,—

    3 386 596,—

    15 04 70

    Proefproject — Huis van de Europese geschiedenis

    3.2

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 15 04 — Totaal

     

    175 715 000

    155 120 291

    173 780 000

    157 485 000

    178 444 371,13

    166 857 126,08

    15 04 09     Afronding van voorgaande programma’s/acties

    15 04 09 01   Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    453 959,84

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de voltooiing van de vóór 2007 in het kader van de volgende begrotingsonderdelen gesteunde maatregelen:

    subsidies aan organisaties van Europees belang;

    kaderprogramma voor cultuur.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 508/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 februari 2000 tot instelling van het programma „Cultuur 2000” (PB L 63 van 10.3.2000, blz. 1).

    Besluit nr. 792/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van organisaties die op Europees niveau op cultuurgebied actief zijn (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 40).

    15 04 09 02   Voltooiing van voorgaande Media-programma’s

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    104 214,99

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van vroegere vastleggingen in verband met voorgaande Media-programma’s.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit 95/563/EG van de Raad van 10 juli 1995 betreffende een programma ter bevordering van de ontwikkeling en de distributie van Europese audiovisuele werken (Media II — Ontwikkeling en distributie) (1996-2000) (PB L 321 van 30.12.1995, blz. 25).

    Besluit 95/564/EG van de Raad van 22 december 1995 betreffende de tenuitvoerlegging van een opleidingsprogramma voor de vakmensen van de Europese audiovisuele-programma-industrie (Media II — Opleiding) (PB L 321 van 30.12.1995, blz. 33).

    Besluit 2000/821/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende de uitvoering van een programma ter aanmoediging van de ontwikkeling, de distributie en de promotie van Europese audiovisuele werken (Media Plus — Ontwikkeling, distributie en promotie) (2001-2005) (PB L 336 van 30.12.2000, blz. 82).

    Besluit nr. 163/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 januari 2001 betreffende de uitvoering van een opleidingsprogramma voor vakmensen van de Europese audiovisuele programma-industrie (Media-opleiding) (2001-2005) (PB L 26 van 27.1.2001, blz. 1).

    15 04 10     Proefproject — Economie van de culturele verscheidenheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    250 000

    350 000

    750 000

    375 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van het proefproject „Economie van de culturele verscheidenheid”

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 04 44     Programma „Cultuur” (2007-2013)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    59 356 000

    50 014 007

    58 503 000

    50 500 000

    59 310 924,30

    50 576 970,28

    Toelichting

    Overeenkomstig het programma „Cultuur 2007-2013” dient dit krediet ter dekking van de volgende acties:

    steun voor projecten voor culturele samenwerking op alle gebieden van kunst en cultuur behalve op audiovisueel gebied;

    steun voor de werkingskosten van organisaties die op Europees niveau actief zijn op cultureel gebied;

    ondersteuning van analysewerkzaamheden en de verzameling en de verspreiding van informatie op het gebied van de culturele samenwerking;

    steun voor projecten inzake literaire vertaling uit één Europese taal in een andere;

    steun voor bedreigde talen in Europa in de vorm van bijvoorbeeld projecten en netwerken voor de verstrekking van lesmateriaal, opleiding van leerkrachten, gebruik van bedreigde talen als onderwijstaal, het opnieuw leven inblazen van talen en uitwisseling van optimale werkmethoden, enz.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen. Zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van het programma „Cultuur” (2007-2013) (PB L 372 van 27.12.2006, blz. 1).

    15 04 45     Proefproject — Mobiliteit van kunstenaars

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    350 000

    0,—

    181 966,96

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van het proefproject voor de mobiliteit van kustenaars.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1)..

    15 04 46     Voorbereidende actie — Cultuur in de externe relaties

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    200 000

    200 000

    500 000

    250 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van de voorbereidende actie „Cultuur in de externe relaties”.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 04 48     Proefproject — Een Europees platform voor festivals

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Met de oprichting van een Europees platform voor festivals kan de Europese Unie:

    zorgen voor een betere organisatie van festivals die door meer Europese burgers worden bezocht;

    bijdragen aan het organiseren van festivals in het kader van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid;

    festivals op lokaal en regionaal niveau zichtbaarder maken en het cultureel erfgoed beter voor het voetlicht brengen;

    het culturele toerisme zoals bedoeld in het nieuwe Verdrag bevorderen;

    zorgen voor duurzame netwerken en een proces van intensieve communicatie met de burgers.

    Dit proefproject vergroot de effectiviteit van festivals en draagt bij aan de bevordering van een slim, inclusief en duurzaam Europa.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 04 50     Europees erfgoedlabel

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    300 000

    260 696

    350 000

    250 000

     

     

    Toelichting

    Het Europees erfgoedlabel zal worden toegekend aan sites met een sterke symbolische waarde voor de Unie, die de aandacht vestigen op de Europese geschiedenis en de totstandbrenging van de Unie, alsook op de Europese waarden en mensenrechten die aan het Europese integratieproces ten grondslag liggen. Het is de bedoeling de burgers, en in het bijzonder de jongeren, dichter bij de Unie te brengen. Verwacht wordt echter ook dat het label het cultureel toerisme zal aanmoedigen, wat mogelijk economische voordelen met zich zal brengen.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

    de toekenning van het label na een selectieprocedure door een Europees panel van onafhankelijke deskundigen;

    de promotie van het label.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1194/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot instelling van een actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel (PB L 303 van 22.11.2011, blz. 1).

    15 04 66     Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

    15 04 66 01   Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    108 109 000

    98 248 860

    106 752 000

    100 000 000

    114 214 581,83

    110 608 856,60

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende acties:

    steun voor de preproductiefase:

    stimulering van de verwerving van vaardigheden en kwalificaties voor professionals in de audiovisuele sector op het gebied van het schrijven van scenario's, management en nieuwe technologieën. Voorbeelden: ondersteuning van de mobiliteit van opleiders, beurzen voor professionals uit de nieuwe lidstaten;

    ondersteuning van de ontwikkeling van audiovisuele werken wat zowel de creatieve (scenario's) als de economische aspecten (productiestrategieën, distributie en promotie) betreft. Voorbeelden: steun voor de ontwikkeling van specifieke projecten of catalogi van projecten; ondersteuning om de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot financiering te vergemakkelijken, met inbegrip van het productiegarantiefonds van het Media-programma;

    steun voor de postproductiefase:

    ondersteuning van de transnationale distributie van Europese werken teneinde de circulatie van niet-nationale Europese werken te verbeteren. Voorbeelden: steun voor de distributie van niet-nationale Europese films via bioscopen en video, automatische en selectieve steun voor distributeurs van niet-nationale Europese films, steun voor promotiepakketten, steun voor digitalisering;

    verbetering van de promotie van Europese werken. Voorbeelden: zorgen dat professionals toegang hebben tot Europese en internationale markten, zorgen dat het publiek toegang heeft tot werken waarin de culturele diversiteit van Europa tot uiting komt;

    steun voor innovatie en mogelijkheden om het programma aan te passen aan technologische veranderingen. Actie: proefprojecten inzake ondersteuning, met name met betrekking tot digitale technologieën, alsook ondersteuning van de digitalisering van bioscopen;

    steun voor een netwerk van voorlichtingsbureaus (Media-desks) in heel Europa;

    steun voor het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s, en die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, leden 2 en 3, van het Financieel Reglement.

    Overeenkomstig Besluit nr. 1718/2006/EG zal een deel van de kredieten van deze post worden gebruikt ter bevordering en ondersteuning van initiatieven voor beeldeducatie door jongerenfestivals, waarbij nauw wordt samengewerkt met scholen en andere instellingen. Organisaties van de openbare en de privésector die deskundigheid en Europese ervaring hebben op het vlak van mediageletterdheid, kunnen begunstigden zijn.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (Media 2007) (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 12).

    Zie ook post 15 01 04 31.

    15 04 66 02   Voorbereidende actie — Uitvoering van de programma’s in het kader van Media 2007 in derde landen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 544 561,41

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van een voorbereidende actie in het kader van Media in derde landen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 04 66 03   Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    1 000 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van de voorbereidende actie „Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving”.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 04 68     Media Mundus

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 500 000

    4 546 728

    4 925 000

    4 760 000

    4 918 865,—

    3 386 596,—

    Toelichting

    Overeenkomstig het besluit tot vaststelling van het programma Media Mundus dient dit krediet ter dekking van acties waarmee wordt beoogd:

    de vaardigheden van vakmensen in Europa en in derde landen en het niveau van informatie en kennis te verbeteren;

    het zoeken naar partners voor coproducties te bevorderen en de internationale verkoop en promotie van audiovisueel werk aan te moedigen;

    bioscoopexploitanten in Europese en derde landen aan te moedigen om wederzijds de programmering en voorwaarden voor het in première nemen van audiovisuele werken te verbeteren;

    het aanbod aan audiovisuele inhoud te vergroten en het uitzenden van en de distributievoorwaarden voor audiovisuele werken van derde landen op Europese distributiekanalen, en die van Europese werken op de distributiekanalen van derde landen te verbeteren;

    de organisatie van evenementen en initiatieven op het gebied van filmeducatie te faciliteren.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1041/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een samenwerkingsprogramma met vakmensen uit derde landen op audiovisueel gebied (Media Mundus) (PB L 288 van 4.11.2009, blz. 10).

    15 04 70     Proefproject — Huis van de Europese geschiedenis

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Nieuw artikel

    Dit krediet dient om bij te dragen aan de beleidsuitgaven van het Huis van de Europese geschiedenis, dat aan de hand van een modern tentoonstellings- en documentatiecentrum belangstelling wil wekken voor, de kennis wil verbeteren van en gelegenheid wil bieden om na te denken over de Europese geschiedenis.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 15 05 — AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    15 05

    AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT

    15 05 06

    Speciale jaarlijkse evenementen

    3.2

    2 000 000

    444 789

    1 500 000

    2 700 000

    4 000 000,—

    5 381 398,93

    15 05 09

    Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van jeugd

    3.2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 703 595,37

    15 05 10

    Voorbereidende actie — Amicus — Vereniging van lidstaten die communautaire universele diensten uitvoeren

    3.2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    290 266,89

    15 05 11

    Voorbereidende actie op het gebied van sport

    3.2

    p.m.

    209 000

    p.m.

    2 300 000

    2 989 358,62

    2 855 192,07

    15 05 20

    Voorbereidende actie — Europese sportpartnerschappen

    3.2

    4 000 000

    2 500 000

    4 000 000

    2 000 000

     

     

    15 05 55

    Jeugd in actie

    3.2

    141 450 000

    126 023 438

    139 608 000

    123 000 000

    156 112 923,97

    144 849 031,61

     

    Hoofdstuk 15 05 — Totaal

     

    147 450 000

    129 177 227

    145 108 000

    130 000 000

    163 102 282,59

    156 079 484,87

    15 05 06     Speciale jaarlijkse evenementen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    444 789

    1 500 000

    2 700 000

    4 000 000,—

    5 381 398,93

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten ter voltooiing van maatregelen die als speciaal jaarlijks evenement worden ondersteund.

    Speciaal jaarlijks evenement: De Europese MOVE-week

    Vastleggingen: 1 000 000 EUR

    De Europese MOVE-week, georganiseerd door de ISCA (International Sport and Culture Association) is een in heel Europa georganiseerd evenement ter bevordering van sport en lichamelijke activiteit en de positieve effecten daarvan op Europese samenlevingen. Met als doel om 100 miljoen meer Europeanen aan te zetten tot sport en lichamelijke activiteit tegen 2020, dient de MOVE-week 2013 om te laten zien wat het belang is van sport voor iedereen en Europese burgers van alle lagen van de bevolking te betrekken bij activiteiten in hun directe omgeving, de lokale gemeenschappen. In het kader van de MOVE-week 2013 worden minstens 200 evenementen georganiseerd in alle 27 lidstaten, in minimaal 100 steden, in een grootschalig feest van sport en lichamelijke activiteit, waarbij nieuwe initiatieven op dit gebied worden opgezet en de ontelbare succesvolle bestaande activiteiten worden belicht. De Europese MOVE-week 2013 zal de eerste in heel Europa gevoerde campagne zijn waarbij lichamelijke activiteit in verschillende omgevingen wordt gebruikt om een actieve levensstijl te bevorderen.

    Speciaal jaarlijks evenement: Voorbereiding van de European Special Olympics Summer Games in 2014 te Antwerpen, België

    Vastleggingen: 500 000 EUR

    Dit bedrag dient ter medefinanciering van de essentiële voorbereiding voor het meerjarig evenement van de European Special Olympics Summer Games te Antwerpen, België (9-20 september 2014). Deze financiering maakt het mogelijk dat de deelnemende atleten uit alle 27 lidstaten kunnen trainen, zich kunnen voorbereiden en de spelen in België kunnen bijwonen. Aan dit evenement zullen 2 000 atleten en delegaties uit 58 landen deelnemen, die 10 dagen lang aan wedstrijden zullen meedoen. Meer dan 4 000 vrijwilligers zullen bijdragen aan het welslagen van dit multisportevenement. Naast sportieve activiteiten zullen andere evenementen (wetenschappelijke, educatieve en familieprogramma’s) worden georganiseerd. Het hoofdevenement vindt plaats in Antwerpen, en de atleten zullen worden gehuisvest in ongeveer 30 steden in België.

    Europese Universiteitskampioenschappen

    Vastleggingen: 500 000 EUR

    De eerste Europese universiteitskampioenschappen zullen plaatsvinden in 2014 in Italië, meer bepaald in Rome en verschillende steden van de regio Lazio en naburige regio's, en hebben al de volledige goedkeuring ontvangen van de Italiaanse regering en het Italiaans Olympisch Comité. Dit wordt een geheel nieuw en groots sportevenement voor studenten-atleten uit alle lidstaten. De kampioenschappen zullen bijdragen tot de uitvoering van de Europa 2020-strategie en van de doelstellingen in het Witboek 2007 van de Europese Gemeenschap over sport door de waarden van de sport te promoten. Ze hebben als doel de beoefening van sport in overeenstemming met de universitaire geest aan te moedigen, vriendschap, broederlijkheid en culturele uitwisselingen tussen studenten die ooit belangrijke posities in de samenleving zullen innemen, te bevorderen, alle vormen van geweld te bestrijden en de permanente strijd tegen doping aan te gaan. Sportbeoefening laat universiteitsstudenten bovendien inzien dat het belangrijk is een gezonde levensstijl aan te nemen en zich niet alleen op intellectueel maar ook op moreel en fysiek vlak te ontwikkelen. In het kader van het evenement zullen er ook seminars georganiseerd worden die de rol van sport als een waardevolle manier om het geestelijke en lichamelijke welbevinden van mensen te verbeteren, in de verf zullen zetten. De Europese universiteitskampioenschappen brengen een aantal van de belangrijkste thema’s van het Europees beleid samen: opleidings- en universiteitsnetwerken, sport en jeugd.

    De organisatie van de kampioenschappen zal gebaseerd zijn op die van de Universiade en komt in de wereldrangschikking op de tweede plaats, net na de Olympische Spelen.

    Het programma van de Universiade omvat momenteel 10 verplichte sporten (uit 13 verplichte sporttakken) en tot drie optionele sporten.

    De universiteitskampioenschappen zullen ook wedstrijden voor mensen met een handicap inhouden.

    Er wordt verwacht dat 5 000 tot 7 000 universiteitsstudenten-atleten aan de kampioenschappen zullen deelnemen.

    Het voor de zomer van 2014 geplande evenement zal in 2013 worden voorafgegaan door een intensieve periode van promotie via conferenties, evenementen op straat en mediacampagnes.

    Dit bijzondere evenement heeft de goedkeuring en steun ontvangen van de FISU (Fédération Internationale du Sport Universitaire) en de EUSA (European University Sport Association).

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 05 09     Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van jeugd

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    2 703 595,37

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de voltooiing van de vóór 2007 in het kader van begrotingsonderdeel Jeugd gesteunde maatregelen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1031/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2000 tot vaststelling van het communautaire actieprogramma „Jeugd” (PB L 117 van 18.5.2000, blz. 1).

    Besluit nr. 790/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van organisaties die op Europees niveau actief zijn op het terrein van jeugdzaken (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 24).

    15 05 10     Voorbereidende actie — Amicus — Vereniging van lidstaten die communautaire universele diensten uitvoeren

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    290 266,89

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van de voorbereidende actie Amicus — Vereniging van lidstaten die communautaire universele diensten uitvoeren.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 05 11     Voorbereidende actie op het gebied van sport

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    209 000

    p.m.

    2 300 000

    2 989 358,62

    2 855 192,07

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van de voorbereidende actie op het gebied van sport.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 05 20     Voorbereidende actie — Europese sportpartnerschappen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 000 000

    2 500 000

    4 000 000

    2 000 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van de voorbereidende actie „Europese sportpartnerschappen”.

    Deze voorbereidende actie moet als basis dienen voor een programma op sportgebied voor de periode na 2013. Het moet de haalbaarheid en het nut van bestaande ideeën en concepten nagaan met het oog op de totstandbrenging van een Europese dimensie in de sport.

    Doel van deze voorbereidende actie is na te gaan in hoeverre Europese partnerschappen, netwerken en de uitwisseling van beste praktijken haalbaar zijn. Het zal meer in het bijzonder aandacht besteden aan:

    de eerlijkheid in de competitiesport, door het ondersteunen van maatregelen om verschijnselen als het manipuleren van wedstrijdresultaten te bestrijden;

    de fysieke en morele integriteit van sporters en de trainingsomstandigheden voor minderjarige atleten;

    de rol van sport als gezondheidsbevorderende fysieke activiteit, met name voor ouderen;

    vergroting van het bewustzijn inzake de bescherming van de gezondheid van jonge atleten door middel van monitoring en medische controles;

    mobiliteit in de sport, vooral van vrijwilligers, trainers en personeel van non-profit sportorganisaties;

    bewustmakingsacties op het vlak van de sociale en educatieve functie van sport;

    grensoverschrijdende, gezamenlijk door naburige regio's of lidstaten georganiseerde sportwedstrijden;

    bewustmakingsacties en inzamelen van informatie over „inheemse sporten”, die deel uitmaken van het gemeenschappelijk Europees cultureel erfgoed;

    de sociale integratie en projecten ter ondersteuning van de plaatselijke gemeenschappen; een sportorganisatie kan ook voor niet-sportieve aangelegenheden toegevoegde waarde opleveren.

    Op al deze gebieden moet rekening worden gehouden met aspecten als de plaatselijke behoeften inzake bevolking en leeftijdsstructuur, integratie, toegankelijkheid, maatschappelijke uitsluiting, graad van fitheid en gezondheid.

    Een deel van dit krediet is bestemd voor steun aan het initiatief Europese Sporthoofdstad, opgezet door ACES Europe ((Association of European Capital and Cities of Sport), met het oog op het verbeteren van het beheer van de organisatie, met name de selectie- en gunningsprocedures, verbreding van de geografische dekking en vergroting van de zichtbaarheid van dit initiatief.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    15 05 55     Jeugd in actie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    141 450 000

    126 023 438

    139 608 000

    123 000 000

    156 112 923,97

    144 849 031,61

    Toelichting

    Overeenkomstig het programma „Jeugd in actie 2007-2013” dient dit krediet ter dekking van de volgende acties:

    Jeugd voor Europa: deze actie beoogt de ondersteuning van uitwisselingen van jongeren ter verbetering van hun mobiliteit en van initiatieven van jongeren, projecten en activiteiten die gericht zijn op hun deelname aan het democratische bestel met het oog op de ontwikkeling van het burgerschap van en het wederzijds begrip tussen jongeren;

    Europees vrijwilligerswerk: deze actie beoogt de versterking van de deelname van jongeren aan diverse vormen van vrijwilligerswerk binnen en buiten de Unie;

    Jeugd voor de wereld: deze actie beoogt de ondersteuning van projecten met de in artikel 5 van Besluit nr. 1719/2006/EG vermelde partnerlanden, met name uitwisselingen van jongeren en jongerenwerkers, ondersteuning van projecten die het wederzijdse begrip tussen jongeren en hun solidariteitsbesef versterken en de ontwikkeling van de samenwerking op jeugdgebied en van maatschappelijke organisaties in deze landen;

    jongerenwerkers en ondersteuningssystemen: deze actie beoogt de ondersteuning van de op Europees niveau op jeugdgebied werkzame organisaties, met name de werking van niet-gouvernementele organisaties en het opzetten van netwerken daarvan, de uitwisseling, opleiding en oprichting van netwerken van jongerenwerkers, de stimulering van de innovatie en de kwaliteit van de maatregelen, de informatie van jongeren en de invoering van voor de verwezenlijking van de programmadoelstellingen benodigde structuren en activiteiten;

    ondersteuning van beleidssamenwerking: deze actie beoogt de organisatie van de dialoog tussen de diverse actoren op jeugdgebied, met name jongeren, jongerenwerkers en politiek verantwoordelijken, het bijdragen aan de ontwikkeling van de samenwerking op het beleidsgebied jeugd, alsook het uitvoeren van de nodige werkzaamheden en het opzetten van de nodige netwerken om een beter inzicht in jongerenkwesties te verkrijgen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van het programma „Jeugd in actie” voor de periode 2007-2013 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 30).

    HOOFDSTUK 15 07 — MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    15 07

    MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS

    15 07 77

    Burgers

    1.1

    959 252 000

    725 000 000

    905 662 068

    690 805 947

    785 982 833,36

    572 312 156,62

    15 07 78

    Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    59 620 908,93

    11 415 139,56

    15 07 79

    Proefproject — Kennispartnerschappen

    1.1

    p.m.

    499 900

    1 000 000

    750 000

    999 894,71

    499 947,35

     

    Hoofdstuk 15 07 — Totaal

     

    959 252 000

    725 499 900

    906 662 068

    691 555 947

    846 603 637,—

    584 227 243,53

    15 07 77     Burgers

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    959 252 000

    725 000 000

    905 662 068

    690 805 947

    785 982 833,36

    572 312 156,62

    Toelichting

    Europa moet aantrekkelijker worden voor onderzoekers teneinde zijn capaciteit en prestaties op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling te vergroten en de Europese Onderzoeksruimte te consolideren en verder te ontwikkelen. Tegen de achtergrond van groeiende concurrentie op wereldniveau moet een open en concurrerende Europese arbeidsmarkt voor onderzoekers met gediversifieerde, aantrekkelijke loopbaanvooruitzichten worden gecreëerd.

    De steunverlening door het specifieke programma „Mensen” (geïmplementeerd door de Marie Curie-acties, de Nacht van de onderzoekers en de Euraxess-actie) heeft als toegevoegde waarde dat de internationale, interdisciplinaire en intersectorale mobiliteit van onderzoekers, een belangrijke aanjager van Europese innovatie, wordt bevorderd. Tevens bevorderen de Marie Curie-acties een intensievere samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven in verschillende landen op het gebied van opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers: zij verbreden hun vaardigheden en bereiden hen beter voor op de banen van de toekomst. De Marie Curie-acties versterken het partnerschap tussen onderwijs en bedrijfsleven met het oog op een betere kennisuitwisseling en de bevordering van opleidingen tot doctor die op de behoeften van de bedrijven zijn toegesneden. Door de arbeidsvoorwaarden te verbeteren in overeenstemming met het handvest en de code voor Europese onderzoekers, wordt een loopbaan als onderzoeker in Europa aantrekkelijker gemaakt.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).

    15 07 78     Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    59 620 908,93

    11 415 139,56

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    15 07 79     Proefproject — Kennispartnerschappen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    499 900

    1 000 000

    750 000

    999 894,71

    499 947,35

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voltooiing van het proefproject inzake kennispartnerschappen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERWIJS EN CULTUUR

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERWIJS EN CULTUUR

    TITEL 16

    COMMUNICATIE

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    16 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

    129 723 159

    129 723 159

    126 332 869

    126 332 869

    127 973 462,20

    127 973 462,20

    Reserves (40 01 40)

     

     

    5 987

    5 987

     

     

     

    129 723 159

    129 723 159

    126 338 856

    126 338 856

    127 973 462,20

    127 973 462,20

    16 02

    COMMUNICATIE EN DE MEDIA

    40 853 000

    38 096 948

    40 665 000

    35 000 000

    42 990 822,14

    34 809 798,93

    Reserves (40 02 41)

     

     

    4 500 000

    4 500 000

     

     

     

    40 853 000

    38 096 948

    45 165 000

    39 500 000

    42 990 822,14

    34 809 798,93

    16 03

    GELOKALISEERDE COMMUNICATIE

    35 826 000

    31 612 837

    31 760 000

    29 200 000

    36 064 456,47

    36 510 440,53

    Reserves (40 02 41)

     

     

    3 300 000

    3 400 000

     

     

     

    35 826 000

    31 612 837

    35 060 000

    32 600 000

    36 064 456,47

    36 510 440,53

    16 04

    ANALYSE- EN COMMUNICATIE-INSTRUMENTEN

    26 510 000

    21 907 320

    23 230 000

    22 260 000

    22 981 025,48

    26 077 148,40

    16 05

    BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

    33 080 000

    31 363 677

    32 190 000

    32 000 000

    43 705 744,10

    36 225 347,31

     

    Titel 16 — Totaal

    265 992 159

    252 703 941

    254 177 869

    244 792 869

    273 715 510,39

    261 596 197,37

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

     

     

    7 805 987

    7 905 987

     

     

     

    265 992 159

    252 703 941

    261 983 856

    252 698 856

    273 715 510,39

    261 596 197,37

    HOOFDSTUK 16 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    16 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

    16 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Communicatie”

    16 01 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Communicatie”

    5

    64 377 063

    61 854 849

    62 416 056,57

     

    Artikel 16 01 01 — Subtotaal

     

    64 377 063

    61 854 849

    62 416 056,57

    16 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Communicatie”

    16 01 02 01

    Extern personeel van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

    5

    6 174 557

    7 276 540

    7 794 145,89

    16 01 02 03

    Extern personeel van het directoraat-generaal Communicatie: vertegenwoordigingen van de Commissie

    5

    16 264 200

    15 749 000

    15 394 049,67

    16 01 02 11

    Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

    5

    3 365 317

    3 299 156

    3 704 729,03

    Reserves (40 01 40)

     

     

    5 987

     

     

     

    3 365 317

    3 305 143

    3 704 729,03

     

    Artikel 16 01 02 — Subtotaal

     

    25 804 074

    26 324 696

    26 892 924,59

    Reserves (40 01 40)

     

     

    5 987

     

     

     

    25 804 074

    26 330 683

    26 892 924,59

    16 01 03

    Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

    16 01 03 01

    Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het directoraat-generaal Communicatie: zetel

    5

    4 074 022

    3 949 324

    4 684 034,38

    16 01 03 03

    Gebouwen en daarmee samenhangende kosten voor het directoraat-generaal Communicatie — Vertegenwoordigingen van de Commissie

    5

    26 531 000

    25 404 000

    25 101 631,37

    16 01 03 04

    Overige werkingsuitgaven

    5

    1 317 000

    1 350 000

    1 526 272,72

     

    Artikel 16 01 03 — Subtotaal

     

    31 922 022

    30 703 324

    31 311 938,47

    16 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Communicatie”

    16 01 04 01

    Communicatieacties — Uitgaven voor administratief beheer

    3.2

    3 200 000

    3 200 000

    3 100 003,68

    16 01 04 02

    Bezoeken aan de Commissie — Uitgaven voor administratief beheer

    3.2

    800 000

    650 000

    636 216,—

    16 01 04 03

    „Europa voor de burger”-programma — Uitgaven voor administratief beheer

    3.2

    250 000

    230 000

    235 322,89

    16 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur

    3.2

    3 370 000

    3 370 000

    3 381 000,—

     

    Artikel 16 01 04 — Subtotaal

     

    7 620 000

    7 450 000

    7 352 542,57

     

    Hoofdstuk 16 01 — Totaal

     

    129 723 159

    126 332 869

    127 973 462,20

    Reserves (40 01 40)

     

     

    5 987

     

     

     

    129 723 159

    126 338 856

    127 973 462,20

    16 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Communicatie”

    16 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Communicatie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    64 377 063

    61 854 849

    62 416 056,57

    16 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Communicatie”

    16 01 02 01   Extern personeel van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 174 557

    7 276 540

    7 794 145,89

    16 01 02 03   Extern personeel van het directoraat-generaal Communicatie: vertegenwoordigingen van de Commissie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    16 264 200

    15 749 000

    15 394 049,67

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging, de forfaitaire vergoeding voor overuren en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van het lokale en contractuele personeel en het tijdelijk personeel dat werkzaam is bij de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    16 01 02 11   Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    16 01 02 11

    3 365 317

    3 299 156

    3 704 729,03

    Reserves (40 01 40)

     

    5 987

     

    Totaal

    3 365 317

    3 305 143

    3 704 729,03

    Toelichting

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 EUR.

    16 01 03     Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Communicatie”

    16 01 03 01   Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het directoraat-generaal Communicatie: zetel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 074 022

    3 949 324

    4 684 034,38

    16 01 03 03   Gebouwen en daarmee samenhangende kosten voor het directoraat-generaal Communicatie — Vertegenwoordigingen van de Commissie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    26 531 000

    25 404 000

    25 101 631,37

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de huur en erfpacht voor de door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

    de verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

    de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

    de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en reparaties door en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

    de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz.;

    de uitgaven voor het voor deze werkzaamheden noodzakelijke materieel;

    de uitgaven inzake de veiligheid van de personen en de gebouwen, zowel uit het oogpunt van de hygiëne en de bescherming van de personen als wat de fysieke en materiële veiligheid van de personen en de goederen aangaat. Deze uitgaven omvatten bijvoorbeeld, enerzijds, de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten, en de kosten van wettelijke controles en, anderzijds, de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel;

    de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, en met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

    de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

    de uitgaven voor de aankoop, de huur, het onderhoud en het herstel van technisch materieel en technische installaties, meubilair en vervoermiddelen;

    de aankoop van boekwerken, documenten en andere niet-periodieke publicaties, supplementen op de aanwezige werken, uitgaven voor het inbinden en materiaal voor elektronische identificatie;

    de uitgaven voor abonnementen op dagbladen, gespecialiseerde tijdschriften, staatsbladen, parlementaire documenten, statistieken betreffende de buitenlandse handel, bulletins van persagentschappen en diverse andere gespecialiseerde publicaties;

    de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-rom enz.);

    de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

    de vergoeding voor kopieën van door het auteursrecht beschermde werken;

    de uitgaven voor papier en kantoorbenodigdheden;

    diverse verzekeringen;

    de uitgaven voor arbeidsuitrusting;

    diverse kosten van interne vergaderingen;

    de uitgaven voor onderhoudswerkzaamheden en de interne verhuisdienst;

    de medische uitgaven op grond van het statuut;

    de uitgaven voor de installatie, het onderhoud en de functionering van restaurants, cafetaria's en keukens;

    overige huishoudelijke uitgaven;

    porto en verzendkosten;

    abonnementskosten en vergoedingen voor telecommunicatie;

    uitgaven in verband met de aankoop en installatie van uitrusting en materieel voor telecommunicatie;

    de informatica (IT)-uitgaven van de vertegenwoordigingen in de Unie, en met name de uitgaven voor informatie- en beheerssystemen, kantoorinfrastructuur, pc's, servers en bijbehorende infrastructuur, randapparatuur (printers, scanners enz.) en kantoorapparatuur (fotokopieerapparaten, faxtoestellen, schrijfmachines, dictafoons enz.) en de algemene uitgaven voor netwerken, ondersteuning, bijstand voor de gebruikers, IT-opleiding en verhuizingen;

    de eventuele uitgaven voor de koop of huurkoop van gebouwen.

    Voorts dekt het krediet de uitgaven die op het grondgebied van de Unie worden gedaan, met uitzondering van die welke worden gedaan in de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, welke worden opgevoerd in artikel 01 05 van de betreffende titels. Uitgaven van dezelfde aard of met eenzelfde bestemming die buiten de Unie worden gedaan, worden opgevoerd in post 01 03 02 van de betreffende titels.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 80 000 EUR.

    16 01 03 04   Overige werkingsuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 317 000

    1 350 000

    1 526 272,72

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-rom enz.);

    de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning.

    Hierbij zij opgemerkt dat het krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vertegenwoordigingen in de Unie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    16 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Communicatie”

    16 01 04 01   Communicatieacties — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 200 000

    3 200 000

    3 100 003,68

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, evaluaties, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van de maatregelen die onder de hierna genoemde artikelen vallen, en voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Het krediet dient ook ter dekking van de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

    Rechtsgronden

    Zie de artikelen 16 02 02, 16 02 03, 16 03 01, 16 03 02, 16 03 04 en 16 04 01 en post16 04 02 01.

    16 01 04 02   Bezoeken aan de Commissie — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    800 000

    650 000

    636 216,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van administratieve uitgaven die verband houden met de bezoeken, zoals hostessdiensten ter ondersteuning van de organisatie van bezoeken, promotiemateriaal om aan bezoekersgroepen uit te delen, informatiemateriaal en publicaties waarin maatregelen en beleid van de Unie worden toegelicht, ad-hocstudies en proefacties in verband met de bezoeken, andere algemene administratieve uitgaven van technische of administratieve aard.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 16 05 02.

    16 01 04 03   „Europa voor de burger”-programma — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    250 000

    230 000

    235 322,89

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, alsmede alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie post 16 05 01 01.

    16 01 04 30   Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 370 000

    3 370 000

    3 381 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur, die voortvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van het programma „Europa voor de burger” onder rubriek 3b van het financiële kader 2007-2013.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

    Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

    Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur — overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

    HOOFDSTUK 16 02 — COMMUNICATIE EN DE MEDIA

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    16 02

    COMMUNICATIE EN DE MEDIA

    16 02 02

    Multimedia-acties

    3.2

    28 400 000

    27 675 735

    26 960 000

    23 500 000

    31 646 053,75

    23 809 821,65

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    4 500 000

    4 500 000

     

     

     

     

    28 400 000

    27 675 735

    31 460 000

    28 000 000

    31 646 053,75

    23 809 821,65

    16 02 03

    Informatie voor de media

    3.2

    5 150 000

    3 993 213

    4 950 000

    4 000 000

    4 589 982,26

    4 499 977,28

    16 02 04

    Exploitatie van de radio- en televisiestudio's en audiovisuele uitrusting

    5

    5 553 000

    5 553 000

    6 755 000

    6 500 000

    6 754 786,13

    6 500 000,—

    16 02 06

    Voorbereidende actie — Europese onderzoeksbeurzen voor grensoverschrijdende onderzoeksjournalistiek

    5

    750 000

    375 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    16 02 07

    Proefproject — Share Europe Online

    5

    1 000 000

    500 000

    1 000 000

    500 000

     

     

     

    Hoofdstuk 16 02 — Totaal

     

    40 853 000

    38 096 948

    40 665 000

    35 000 000

    42 990 822,14

    34 809 798,93

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    4 500 000

    4 500 000

     

     

     

     

    40 853 000

    38 096 948

    45 165 000

    39 500 000

    42 990 822,14

    34 809 798,93

    16 02 02     Multimedia-acties

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    16 02 02

    28 400 000

    27 675 735

    26 960 000

    23 500 000

    31 646 053,75

    23 809 821,65

    Reserves (40 02 41)

     

     

    4 500 000

    4 500 000

     

     

    Totaal

    28 400 000

    27 675 735

    31 460 000

    28 000 000

    31 646 053,75

    23 809 821,65

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van algemene voorlichtingsacties betreffende de Unie waarmee wordt beoogd meer zichtbaarheid te verlenen aan de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de besluitvorming en de verschillende fasen van de opbouw van Europa. Het betreft hoofdzakelijk de financiering of de medefinanciering van de productie en/of de verspreiding van multimedia-informatieproducten (radio, tv, internet, enz.), met inbegrip van pan-Europese netwerken van lokale en nationale media, en van de voor de ontwikkeling van een dergelijk beleid noodzakelijke hulpmiddelen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

    Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

    Bij de uitvoering van dit artikel moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

    Mededeling van de Commissie van 24 april 2008: Over Europa communiceren via de audiovisuele media (SEC(2008) 506 definitief).

    Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

    16 02 03     Informatie voor de media

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 150 000

    3 993 213

    4 950 000

    4 000 000

    4 589 982,26

    4 499 977,28

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Unie in verband met communicatie, voornamelijk via de media. Om een beter begrip van en betere verslaggeving over actuele thema’s te bevorderen, zijn met name de volgende instrumenten ontwikkeld:

    multimedia-voorlichtingsmateriaal (foto's, video enz.) bestemd voor de media en andere platforms, en ook voor rechtstreekse publicatie/uitzending;

    seminars voor en ondersteuning van journalisten, georganiseerd door de vertegenwoordigingen van de Commissie of door centrale diensten van de Commissie.

    De Commissie moet bij de uitvoering van dit artikel naar behoren rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

    Mededeling van de Commissie van 24 april 2008: Over Europa communiceren via de audiovisuele media (SEC(2008) 506 definitief).

    Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

    16 02 04     Exploitatie van de radio- en televisiestudio's en audiovisuele uitrusting

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 553 000

    5 553 000

    6 755 000

    6 500 000

    6 754 786,13

    6 500 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de exploitatie van de studio's en de andere voorzieningen voor audiovisuele voorlichting van de Commissie: personeelsuitgaven en uitgaven in verband met de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van de uitrusting en het voor de exploitatie noodzakelijke materieel.

    Tevens dient het ter dekking van de kosten voor de huur van de satelliet waardoor de informatie over de activiteiten van de Unie aan de televisiemaatschappijen beschikbaar kan worden gesteld. Bij het beheer van dit krediet dienen de uitgangspunten met betrekking tot de interinstitutionele samenwerking in acht genomen te worden, teneinde de verspreiding van alle informatie over de Unie te verzekeren.

    Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

    Mededeling van de Commissie van 24 april 2008: Over Europa communiceren via de audiovisuele media (SEC(2008) 506 definitief).

    Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

    16 02 06     Voorbereidende actie — Europese onderzoeksbeurzen voor grensoverschrijdende onderzoeksjournalistiek

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    750 000

    375 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie voor Europese onderzoeksbeurzen voor journalisten heeft ten doel ernstig grensoverschrijdend journalistiek onderzoek op uniaal niveau makkelijker te maken en te ontwikkelen. Er zullen vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen uitgaan om gemeenschappelijke onderzoeksprojecten te selecteren waarbij journalisten uit ten minste twee Europese lidstaten betrokken zijn en die een grensoverschrijdende of Europese dimensie hebben die in een nationaal, regionaal of lokaal perspectief wordt gezet. De resultaten van het geselecteerde journalistieke onderzoek zullen ten minste in elk van de deelnemende lidstaten worden gepubliceerd.

    Hiertoe zal een haalbaarheidsstudie worden verricht om nieuwe manieren te vinden om dit project te lanceren. Deze studie moet op zoek gaan naar manieren waarop onafhankelijke, kritische journalistiek door de Unie kan worden gesubsidieerd, waarbij de onafhankelijkheid van informatie gewaarborgd is.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    16 02 07     Proefproject — Share Europe Online

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    500 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    De sociale media en het internet hebben de toegang tot informatie en de communicatie tussen de mensen grondig veranderd. De instellingen van de Unie moeten de manier waarop zij van deze essentiële hulpmiddelen gebruikmaken verbeteren. De instellingen van de Unie zijn momenteel op sociale medianetwerken als twitter en Facebook nog niet erg zichtbaar aanwezig en er bestaat geen gezamenlijk communicatiebeleid van de instellingen over het gebruik van deze media.

    Dit proefproject is bedoeld om de communicatiestrategie van de Unie beter af te stemmen op de sociale netwerken, internet en mobiele telefonie. Doel is de toegang tot informatie over het beleid van de Unie te verbeteren, de burgers van de Unie ertoe te brengen hun ervaringen met de Unie met anderen te delen en hen bij de besluitvorming van de Unie te betrekken.

    De bedoeling is te investeren in een gemeenschappelijke strategie inzake de nieuwe media om de toegankelijkheid van informatie en de communicatie van de drie voornaamste instellingen van de Unie te verbeteren.

    De uitvoering van dit project moet plaatsvinden op basis van werkmethodes die de betrokken instellingen van de Unie gezamenlijk zijn overeengekomen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 16 03 — GELOKALISEERDE COMMUNICATIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    16 03

    GELOKALISEERDE COMMUNICATIE

    16 03 01

    Informatiecentra

    3.2

    14 800 000

    11 959 871

    13 750 000

    12 000 000

    13 727 516,91

    12 839 878,60

    16 03 02

    Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie

    16 03 02 01

    Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie

    3.2

    7 226 000

    6 491 937

    5 870 000

    5 560 000

    8 741 215,29

    8 535 114,41

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    1 000 000

    1 000 000

     

     

     

     

    7 226 000

    6 491 937

    6 870 000

    6 560 000

    8 741 215,29

    8 535 114,41

    16 03 02 02

    Europese publieke ruimten

    5

    1 300 000

    1 300 000

    1 440 000

    1 440 000

    1 395 652,43

    1 250 726,56

     

    Artikel 16 03 02 — Subtotaal

     

    8 526 000

    7 791 937

    7 310 000

    7 000 000

    10 136 867,72

    9 785 840,97

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    1 000 000

    1 000 000

     

     

     

     

    8 526 000

    7 791 937

    8 310 000

    8 000 000

    10 136 867,72

    9 785 840,97

    16 03 04

    Communiceren over Europa in partnerschap

    3.2

    12 500 000

    11 861 029

    10 700 000

    10 200 000

    12 200 071,84

    13 667 580,96

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    2 300 000

    2 400 000

     

     

     

     

    12 500 000

    11 861 029

    13 000 000

    12 600 000

    12 200 071,84

    13 667 580,96

    16 03 05

    EuroGlobe

    16 03 05 01

    Voorbereidende actie — EuroGlobe

    3.2

    p.m.

    0,—

    119 988,—

    16 03 05 02

    Voltooiing van proefproject EuroGlobe

    3.2

    0,—

    97 152,—

     

    Artikel 16 03 05 — Subtotaal

     

    p.m.

    0,—

    217 140,—

     

    Hoofdstuk 16 03 — Totaal

     

    35 826 000

    31 612 837

    31 760 000

    29 200 000

    36 064 456,47

    36 510 440,53

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    3 300 000

    3 400 000

     

     

     

     

    35 826 000

    31 612 837

    35 060 000

    32 600 000

    36 064 456,47

    36 510 440,53

    16 03 01     Informatiecentra

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 800 000

    11 959 871

    13 750 000

    12 000 000

    13 727 516,91

    12 839 878,60

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de financiering van de informatie- en documentatiesteunpunten en netwerken in heel Europa (Europe Direct-informatiepunten, Europees documentatiecentrum, Team Europe enz.). deze punten vormen een aanvulling op het werk van de vertegenwoordigingen van de Commissie en de voorlichtingsbureau's van het EP in de lidstaten;

    ondersteuning, opleiding, coördinatie en bijstand voor informatienetwerken;

    de financiering van het produceren, opslaan en verspreiden van informatiemateriaal en communicatieproducten door of voor die steunpunten.

    Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 20 juli 2005: Actieplan ter verbetering van de communicatie over Europa door de Commissie (SEC(2005) 985).

    Witboek van 1 februari 2006 inzake een Europees communicatiebeleid (COM(2006) 35 definitief).

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

    Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

    16 03 02     Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie

    16 03 02 01   Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    16 03 02 01

    7 226 000

    6 491 937

    5 870 000

    5 560 000

    8 741 215,29

    8 535 114,41

    Reserves (40 02 41)

     

     

    1 000 000

    1 000 000

     

     

    Totaal

    7 226 000

    6 491 937

    6 870 000

    6 560 000

    8 741 215,29

    8 535 114,41

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de met gedecentraliseerde voorlichting verband houdende uitgaven van de Unie. Het doel van de lokale voorlichtingsacties is de doelgroepen te voorzien van de instrumenten om hun inzicht in actuele kwesties te verdiepen.

    Deze activiteiten worden hoofdzakelijk via de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten verricht, door middel van:

    seminars en conferenties;

    organisatie van of deelname aan Europese manifestaties, tentoonstellingen, public relations, organisatie van individuele bezoeken, enz.;

    rechtstreekse communicatie met de burgers (bv. adviesdiensten voor de burgers);

    rechtstreekse communicatie met opiniemakers, in het bijzonder intensievere acties waarbij de regionale kranten worden betrokken, die een belangrijke informatiebron zijn voor een groot aantal burgers van de Unie;

    het beheer van voorlichtingscentra voor het grote publiek in de vertegenwoordigingen van de Commissie.

    Het krediet dient ook ter dekking van de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

    Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

    16 03 02 02   Europese publieke ruimten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 300 000

    1 300 000

    1 440 000

    1 440 000

    1 395 652,43

    1 250 726,56

    Toelichting

    Dit krediet dient specifiek ter dekking van de opening en het beheer van „Europese publieke ruimten” (EPR) in de Europahuizen waar de EPR formeel zijn ondergebracht. De Commissie zal zorgen voor de logistiek van de Europese publieke ruimten ten behoeve van de twee instellingen (Europees Parlement en Commissie), met inbegrip van de operationele kosten en de organisatie van diensten op contractbasis. De EPR's moeten gezamenlijk door de twee instellingen worden beheerd, op basis van een evaluatieverslag over het beheer en het functioneren van deze ruimten en van een werkprogramma voor het komende jaar. Deze beide documenten, die gemeenschappelijk worden opgesteld door de twee instellingen en de fundamentele elementen vormen voor de toewijzing van middelen voor het volgende jaar, moeten tijdig aan de begrotingsautoriteit worden voorgelegd zodat deze er in de begrotingsprocedure rekening mee kan houden.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

    Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

    16 03 04     Communiceren over Europa in partnerschap

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    16 03 04

    12 500 000

    11 861 029

    10 700 000

    10 200 000

    12 200 071,84

    13 667 580,96

    Reserves (40 02 41)

     

     

    2 300 000

    2 400 000

     

     

    Totaal

    12 500 000

    11 861 029

    13 000 000

    12 600 000

    12 200 071,84

    13 667 580,96

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van voorlichtingsacties, hoofdzakelijk rond communicatieprioriteiten op Commissie- en Unieniveau.

    Dit krediet dient in de eerste plaats om de burgers, zoveel mogelijk in hun moedertaal, te informeren en bij het debat over het heden en de toekomst van de Unie te betrekken.

    Het dient met name ter dekking van maatregelen zoals:

    voorlichtingsacties die verband houden met specifieke jaarlijkse of meerjarencommunicatieprioriteiten;

    gerichte nationale of internationale voorlichtingsacties die aan de communicatieprioriteiten beantwoorden;

    voorlichtingsacties die in partnerschap met het Europees Parlement en/of de lidstaten worden georganiseerd om synergieën tot stand te brengen tussen de middelen van elke partner, en om hun informatie- en communicatieactiviteiten over de Unie te coördineren; een van de geprivilegieerde instrumenten hiervoor is het managementpartnerschap.

    Het krediet dient ook ter dekking van de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

    Deze maatregelen worden in nauwe samenwerking tussen de instellingen van de Unie en de autoriteiten van de lidstaten en/of het maatschappelijke middenveld ten uitvoer gelegd en houden rekening met de specifieke situatie in het land of de regio.

    De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door de Commissie, het Europees Parlement en de Raad, bepaalt de gemeenschappelijke richtsnoeren voor de interinstitutionele samenwerking op het vlak van het uniale informatie- en communicatiebeleid. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte gecentraliseerde en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. Deze stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van een verslag van de Commissie.

    Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

    Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

    16 03 05     EuroGlobe

    16 03 05 01   Voorbereidende actie — EuroGlobe

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    0,—

    119 988,—

    Toelichting

    Deze post dient ter financiering van de in 2007 gestarte voorbereidende actie voor een mobiel Globe-theater ter stimulering van een Europees openbaar forum voor debat, cultuur en kennisoverdracht.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    16 03 05 02   Voltooiing van proefproject EuroGlobe

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    0,—

    97 152,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de afsluiting van het in 2007 gestarte proefproject voor een mobiel Globe-theater ter stimulering van een Europese publieke ruimte voor debat, cultuur en kennisoverdracht.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 16 04 — ANALYSE- EN COMMUNICATIE-INSTRUMENTEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    16 04

    ANALYSE- EN COMMUNICATIE-INSTRUMENTEN

    16 04 01

    Onderzoek van de publieke opinie

    3.2

    6 600 000

    5 831 673

    6 150 000

    6 000 000

    6 034 664,59

    7 267 467,30

    16 04 02

    Online en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

    16 04 02 01

    Online en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

    3.2

    16 860 000

    13 600 647

    14 380 000

    13 760 000

    14 070 323,66

    14 937 970,53

    16 04 02 02

    Online samenvattingen van wetgeving (SCAD+)

    5

    p.m.

    p.m.

    600 000,—

    259 353,41

     

    Artikel 16 04 02 — Subtotaal

     

    16 860 000

    13 600 647

    14 380 000

    13 760 000

    14 670 323,66

    15 197 323,94

    16 04 04

    Algemene gedrukte publicaties

    5

    2 300 000

    2 100 000

    2 700 000

    2 500 000

    2 276 037,23

    3 612 357,16

    16 04 05

    Proefproject — EU-toepassing en dienst voor gebarentaal in real time

    3.2

    750 000

    375 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 16 04 — Totaal

     

    26 510 000

    21 907 320

    23 230 000

    22 260 000

    22 981 025,48

    26 077 148,40

    16 04 01     Onderzoek van de publieke opinie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    6 600 000

    5 831 673

    6 150 000

    6 000 000

    6 034 664,59

    7 267 467,30

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de analyse van de trends binnen de publieke opinie, hoofdzakelijk via opiniepeilingen (bv. de peiling „Eurobarometer” bij het grote publiek, de peiling „flash” per telefoon bij specifieke bevolkingsgroepen en over specifieke onderwerpen, op regionaal, nationaal of Europees niveau, of kwalitatieve onderzoeken), alsook van de kwaliteitscontrole daarop.

    Het dient ook ter dekking van kwalitatieve mediamonitoringanalyse.

    Bij de uitvoering van dit artikel moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

    Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

    16 04 02     Online en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

    16 04 02 01   Online en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    16 860 000

    13 600 647

    14 380 000

    13 760 000

    14 070 323,66

    14 937 970,53

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van gedrukte en online multimedia-informatie- en -communicatie-instrumenten voor de Europese Unie om alle burgers te voorzien van algemene informatie over de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de besluitvorming en de stadia in de opbouw van Europa. Online instrumenten maken het mogelijk vragen of reacties van burgers over Europese thema’s in te zamelen. Dit is een openbaredienstverleningstaak. De voorlichting bestrijkt alle instellingen van de Unie. Deze instrumenten moeten toegankelijk worden gemaakt voor mensen met een handicap, overeenkomstig WAI (Web Accessibility Initiative)-richtsnoeren.

    Het gaat hoofdzakelijk om de volgende soorten instrumenten:

    de internetsite Europa, die het voornaamste toegangspunt moet vormen tot de bestaande informatie en de websites voor de administratieve informatie die de burgers van de Unie nodig zouden kunnen hebben in hun dagelijkse leven, en die daarom beter gestructureerd en gebruiksvriendelijker moet worden;

    de Europe Direct-contactlijn (00800-67891011);

    de internetsites en gedrukte en multimediaproducten van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten;

    onlinepersmededelingen, -speeches, -memo's enz. (Rapid).

    Dit krediet dient tevens om de internetsite Europa op een meer samenhangende wijze te herstructureren. Het dient eveneens voor de financiering van voorlichtingscampagnes gericht op een eenvoudiger toegang tot deze informatiebronnen, met name het Europe Direct-telefoonnummer.

    Het dient ook ter dekking van de kosten voor het uitgeven van gedrukte publicaties over de activiteiten van de Unie die zijn bestemd voor diverse doelgroepen, die vaak worden bereikt via een gedecentraliseerd netwerk. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om:

    de publicaties van de vertegenwoordigingen (gedrukte nieuwsbrieven en periodieken): elke vertegenwoordiging geeft één of meer publicaties uit, die bij de opinieleiders worden verspreid en diverse gebieden (sociaal, economisch en politiek) betreffen;

    de verspreiding (ook via een gedecentraliseerd netwerk) van specifieke basisinformatie over de Unie (in alle officiële talen van de Unie) voor het grote publiek, gecoördineerd vanuit Brussel, en promotie van deze publicaties;

    de productie en verspreiding van de Europese Schoolagenda voor 2013-2014.

    De kosten voor het uitgeven van deze publicaties omvatten met name de voorbereiding en de opstelling ervan (inclusief auteursrechten), de betaling van freelancejournalisten, de exploitatie van documentatie, de reproductie van documenten, de aankoop of het beheer van gegevens, de redactie, de vertaling, de revisie (inclusief de controle van de concordantie van de teksten), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, de distributie, de opslag, de verspreiding en de promotie van de publicaties.

    Bij de uitvoering van deze post moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

    Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

    Mededeling van de Commissie van 21 december 2007: Communiceren over Europa via internet — De burgers erbij betrekken (SEC(2007) 1742).

    Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

    16 04 02 02   Online samenvattingen van wetgeving (SCAD+)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    600 000,—

    259 353,41

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de betalingen van vorige jaren in verband met de productie van onlinesamenvattingen van uniale wetgeving (SCAD+).

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

    Mededeling van de Commissie van 21 december 2007: Communiceren over Europa via internet — De burgers erbij betrekken (SEC(2007) 1742).

    Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

    16 04 04     Algemene gedrukte publicaties

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 300 000

    2 100 000

    2 700 000

    2 500 000

    2 276 037,23

    3 612 357,16

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het uitgeven van publicaties, in alle mogelijke vormen, over belangrijke actuele onderwerpen betreffende de activiteiten van de Commissie en de verwezenlijkingen en projecten van de Unie die in het kader van het prioritaire publicatieprogramma zijn geselecteerd, alsook van de publicaties waarin in de Verdragen is voorzien en andere institutionele of referentiepublicaties. Deze publicaties zijn bestemd voor de onderwijssector, voor groepen of personen die de informatie verder kunnen verspreiden, en voor het grote publiek.

    De kosten van het uitgeven van publicaties omvatten onder meer de voorbereiding en de opstelling ervan (inclusief de auteurscontracten), het inhuren van freelance journalisten, gebruik van documentatie, reproductie van documenten, aankoop of beheer van gegevens, redactie, vertaling, revisie (inclusief de controle van de concordantie van de teksten), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, distributie, opslag, verspreiding en de promotie van deze publicaties, ook in vormen die toegankelijk zijn voor burgers met een handicap. Deze publicaties moeten ook alternatief materiaal omvatten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 249, lid 2.

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

    Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

    16 04 05     Proefproject — EU-toepassing en dienst voor gebarentaal in real time

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    750 000

    375 000

     

     

     

     

    Toelichting

    1. Doelstelling

    Dit project heeft tot doel een concept voor een dienst en later een technologieplatform en –dienst te ontwikkelen waarop alle dove of slechthorende burgers van de Unie een beroep kunnen doen om hen te helpen met real time vertolking in gebarentaal door een gecertificeerde doventolk of een ondertitelingdienst in real time (gefinancierd door de respectieve lidstaat of instelling van de Unie) om onafhankelijke communicatie met de instellingen van de Unie, zoals het Europees Parlement of de Commissie, mogelijk te maken. Dit houdt in dat het algemene doel erin bestaat een dienst voor internet of voor mobiele toestellen en een IT-toepassing te ontwikkelen waarmee doven of slechthorenden worden verbonden met geaccrediteerde doventolken en ondertitelaars tijdens hun interactie met de instellingen van de Unie zoals het Europees Parlement en de Commissie.

    Aan de basis van dit project ligt het feit dat dove burgers, waaronder dove of slechthorende EP-leden en ambtenaren, momenteel niet rechtstreeks kunnen communiceren met de instellingen van de Unie, en dat een doventolk bijna altijd nodig is om dove of slechthorende burgers de mogelijkheid te geven toegang te hebben tot de instellingen. Meestal worden deze burgers tijdens hun bezoek aan de instelling vergezeld door een tolk, wat enorme inspanningen op organisatievlak met zich meebrengt, alsook zeer hoge kosten voor alle betrokkenen.

    Dit proefproject zorgt voor een rechtstreekse communicatietoegang tot alle instellingen van de Unie voor de bijna één miljoen dove burgers en 60 tot 80 miljoen slechthorenden die verschillende gebarentalen gebruiken in alle lidstaten.

    Dit proefproject wordt voorgesteld in het kader van de resolutie van het Europees Parlement van 18 juli 1988 over gebarentalen voor doven (PB C 187 van 18.7.1988, blz. 236), zijn resolutie van 18 november 1998 over gebarentaal (PB C 379 van 7.12.1998, blz. 66) en zijn resolutie van 25 oktober 2011 over mobiliteit en inclusie van mensen met een handicap en de Europese strategie voor mensen met een handicap 2010-2020 (P7_TA(2011)0453).

    2. Uitvoering

    In het kader van het project dient eerst informatie te worden verzameld over de huidige situatie met betrekking tot de communicatie van dove en hardhorende burgers met openbare instellingen, en dienen de meest moderne relevante communicatietechnologieën te worden onderzocht.

    Vervolgens dient geopteerd te worden voor een gezamenlijke en participatieve aanpak om concepten zoals een interactieve dienst voor vertolking en ondertiteling te creëren door dove en slechthorende burgers uit heel de Unie erbij te betrekken, met de betrokkenheid en actieve deelname van de Europese Dovenunie aan dit project, resulterend in een dienstverleningsconcept dat is gecreëerd door de eindgebruikers zelf.

    Tot slot dient het project te zorgen voor de toepassing van het ontwikkelde concept door middel van een live en gratis gelanceerde toepassing, wat moet leiden tot een real time vertaalsysteem waartoe gebruikers via internet, smartphones of andere mobiele toestellen gratis toegang kunnen verkrijgen.

    Het dienstplatform en de toepassing kunnen eerst worden gebruikt voor de instellingen van de Unie, zoals het Europees Parlement en de Commissie, en in een later stadium op vrijwillige basis worden aangeboden aan deelnemende lidstaten om te worden gebruikt binnen hun eigen openbare instellingen.

    3. Verwachting voor 2013

    De algemene looptijd van dit proefproject wordt geschat op 14 maanden, en de totale begroting bedraagt 1 100 000 EUR, de volledige uitvoering van de IT-toepassing en de oprichting van het kosteloze dienstplatform inbegrepen.

    De voltooiing van het project, met inbegrip van de implementatie van het real-timesysteem, is gepland voor januari 2014. Dit zou ten goede komen aan de meer dan 1 miljoen dove en slechthorende burgers in Europa, aangezien ze het systeem zullen kunnen gebruiken vóór de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni 2014, waardoor ze in staat zullen zijn rechtstreeks te communiceren met de instellingen van de Unie en ten volle deel te nemen aan het democratische proces.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 16 05 — BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    16 05

    BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

    16 05 01

    Europa voor de burger

    16 05 01 01

    Europa voor de burger

    3.2

    26 330 000

    27 774 577

    28 220 000

    28 000 000

    33 365 576,89

    27 568 546,43

    16 05 01 02

    Voorbereidende actie voor de instandhouding van gedenkplaatsen in Europa

    3.2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    16 05 01 03

    Proefproject — Een nieuw verhaal voor Europa

    3.2

    500 000

    250 000

     

     

     

     

     

    Artikel 16 05 01 — Subtotaal

     

    26 830 000

    28 024 577

    28 220 000

    28 000 000

    33 365 576,89

    27 568 546,43

    16 05 02

    Bezoeken aan de Commissie

    3.2

    4 000 000

    2 569 890

    2 970 000

    2 500 000

    2 640 000,—

    2 528 863,36

    16 05 03

    Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

    16 05 03 01

    Voorbereidende actie — Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

    3.2

    p.m.

    0,—

    778 127,85

    16 05 03 02

    Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

    3.2

    p.m.

    900 000

    7 700 167,21

    5 349 809,67

     

    Artikel 16 05 03 — Subtotaal

     

    p.m.

    900 000

    7 700 167,21

    6 127 937,52

    16 05 06

    Europees Huis van de civil society

    3.2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    16 05 07

    Europees Jaar van de burger 2013

    16 05 07 01

    Voorbereidende actie — Europees Jaar van de burger 2013

    3.2

    p.m.

    150 000

    1 000 000

    600 000

     

     

    16 05 07 02

    Europees Jaar van de burger 2013

    3.2

    2 000 000

    494 210

     

     

     

     

     

    Artikel 16 05 07 — Subtotaal

     

    2 000 000

    644 210

    1 000 000

    600 000

     

     

    16 05 09

    Voorbereidende actie — Europees Huis van de civil society

    3.2

    250 000

    125 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 16 05 — Totaal

     

    33 080 000

    31 363 677

    32 190 000

    32 000 000

    43 705 744,10

    36 225 347,31

    16 05 01     Europa voor de burger

    16 05 01 01   Europa voor de burger

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    26 330 000

    27 774 577

    28 220 000

    28 000 000

    33 365 576,89

    27 568 546,43

    Toelichting

    Overeenkomstig het programma „Europa voor de burgers 2007-2013” dient dit krediet ter dekking van de volgende acties:

    „Actieve burgers voor Europa”, met:

    jumelages van steden,

    burgerprojecten en ondersteunende maatregelen.

    „Een actieve civiele samenleving in Europa”, met:

    structurele steun voor Europese organisaties die onderzoek naar het overheidsbeleid doen (denktanks),

    structurele steun voor maatschappelijke organisaties op Europees niveau, enz.,

    steun voor projecten waartoe maatschappelijke organisaties de aanzet hebben gegeven.

    „Samen voor Europa”, met:

    evenementen met een hoge zichtbaarheid, zoals herdenkingen, prijzen, conferenties op Europese schaal, enz.,

    studies, onderzoeken en opiniepeilingen,

    hulpmiddelen voor informatievoorziening en -verspreiding.

    „Actief Europees gedenken”, met: het herdenken van de slachtoffers van massale uitroeiing en massadeportatie die verband houden met het nazisme en het stalinisme, en de instandhouding van de desbetreffende gedenktekens en archieven.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

    16 05 01 02   Voorbereidende actie voor de instandhouding van gedenkplaatsen in Europa

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de kosten van werken voor de instandhouding, op lange termijn, van sites zoals het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau, dat door verwering en ouderdom inmiddels ernstig in verval is geraakt.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    16 05 01 03   Proefproject — Een nieuw verhaal voor Europa

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    500 000

    250 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit proefproject dient om sleutelfiguren en opiniemakers uit de creatieve sector samen te brengen, met als doel een nieuw verhaal voor Europa te ontwikkelen. Het is de bedoeling het bestaande verhaal van vrede door grensoverschrijdende handel te evalueren en te herinterpreteren. Er moet een nieuwe visie op de Europese Unie worden vormgegeven die niet alleen gaat over economie en groei, maar ook over culturele eenheid en gemeenschappelijke waarden. De taak bestaat erin de Europese waarden en culturele aspecten te identificeren die de burgers verenigen. Dit is nodig om burgers vertrouwen te geven in het Europese project en de steun van het publiek te versterken.

    Onderzocht moet worden hoe Europa momenteel wordt ervaren en welke concrete suggesties gedaan kunnen worden voor het creëren van een nieuwe Europese identiteit met een nieuw verhaal. Dit verhaal moet een weerspiegeling vormen van de geschiedenis en kernwaarden van de Unie en de culturele aspecten belichten die de burgers in Europa verenigen.

    Het proces moet op een professionele manier worden geleid opdat de werkzaamheden op gecontroleerde wijze worden uitgevoerd, met als doel het opstellen van een manifest.

    Doelstellingen van het proefproject:

    een nieuw verhaal voor Europa ontwikkelen op basis van het idee van vrede door handel;

    een verhaal ontwikkelen dat Europa in wereldwijd verband plaatst overeenkomstig de nieuwe wereldorde;

    de Europese geest nieuw leven inblazen en de Unie dichter bij de burgers brengen;

    de burgers laten zien wat de waarde van de Europese Unie is;

    bepalen welke culturele waarden de burgers over de grenzen heen verenigen;

    dit verhaal vastleggen in een manifest.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    16 05 02     Bezoeken aan de Commissie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 000 000

    2 569 890

    2 970 000

    2 500 000

    2 640 000,—

    2 528 863,36

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van de kosten voor de organisatie van bezoeken aan de Commissie.

    Rechtsgronden

    Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    16 05 03     Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

    16 05 03 01   Voorbereidende actie — Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    0,—

    778 127,85

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van onderstaande maatregelen op uniaal en nationaal niveau:

    voorlichtings- en promotiecampagnes om sleutelboodschappen van het geplande Europees Jaar van het vrijwilligerswerk te verspreiden;

    verspreiding van de resultaten van studies en onderzoeken op dit gebied;

    uitwisseling van ervaringen en goede praktijken;

    conferenties, evenementen en initiatieven ter bevordering van het debat over en de bewustmaking van het belang en de waarde van vrijwilligerswerk en tot huldiging van het werk van de vrijwilligers;

    ondersteuning van passende structuren op nationaal niveau om de implementatie van het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk in de lidstaten te coördineren en te organiseren;

    mobilisatie en coördinatie van het werk van de belangrijkste belanghebbenden op uniaal niveau.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    16 05 03 02   Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    900 000

    7 700 167,21

    5 349 809,67

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende initiatieven die op uniaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau in verband met de doelstellingen van het Europees Jaar worden georganiseerd:

    voorlichtings- en promotiecampagnes;

    uitwisseling van ervaringen en goede praktijken;

    studies en onderzoek en de verspreiding van de resultaten ervan;

    conferenties en evenementen ter bevordering van het debat over en de bewustmaking van het belang en de waarde van vrijwilligerswerk ter bevordering van het engagement van burgers en tot huldiging van het werk van vrijwilligers en hun organisaties;

    ondersteuning van passende structuren op nationaal niveau om de implementatie van het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk in de lidstaten te coördineren en te organiseren;

    concrete initiatieven in de lidstaten ter bevordering van de doelstellingen van het Europees Jaar, die na een op uniaal niveau beheerde oproep tot het indienen van voorstellen zijn geselecteerd (het plafond voor medefinanciering door de Unie is vastgesteld op 80 % van de totale subsidiabele kosten);

    mobilisatie en coördinatie van het werk van de belangrijkste belanghebbenden op uniaal niveau.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2010/37/EG van de Raad van 27 november 2009 over het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk ter bevordering van actief burgerschap (2011) (PB L 17 van 22.1.2010, blz. 43).

    16 05 06     Europees Huis van de civil society

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter financiering van een verkennende studie en de aanloopkosten van de oprichting van een Europees Huis van de civil society.

    Er zijn geen kredieten gepland voor 2011 en 2012.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    16 05 07     Europees Jaar van de burger 2013

    16 05 07 01   Voorbereidende actie — Europees Jaar van de burger 2013

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    150 000

    1 000 000

    600 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van onderstaande maatregelen op Europees niveau:

    een informatie- en communicatiecampagne om de belangrijkste boodschappen van het komende Europees Jaar van de burger 2013 te verspreiden;

    de ontwikkeling van de website voor het Europees Jaar van de burger 2013.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    16 05 07 02   Europees Jaar van de burger 2013

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    494 210

     

     

     

     

    Toelichting

    Nieuwe post

    Het algemene doel van het Europees Jaar is het vergroten van het bewustzijn van de rechten die verbonden zijn met het burgerschap van de Unie, teneinde burgers te helpen volledig gebruik te maken van hun recht om zich vrij te verplaatsen en te verblijven op het grondgebied van de lidstaten.

    Tegen deze achtergrond zal het Europees Jaar zich onder andere richten op de kansen voor maatschappelijke participatie en toegang tot rechten voor burgers van de Unie die in een andere dan de eigen lidstaat verblijven, en voor studenten, werknemers, consumenten en aanbieders van goederen en diensten in de gehele Unie.

    Hiervan uitgaand zijn de specifieke doelstellingen van het Europees Jaar:

    het versterken bij de burgers van de Unie van het bewustzijn van hun recht om zich vrij te verplaatsen en te verblijven binnen de Unie en, meer in het algemeen, van de rechten die aan burgers van de Unie zijn verleend in grensoverschrijdende situaties, inclusief hun recht om deel te nemen aan het democratische leven van de Unie;

    het versterken bij de burgers van de Unie van het bewustzijn hoe zij concreet kunnen profiteren van de rechten en het beleid van de Unie terwijl zij in een andere lidstaat wonen, en het stimuleren van hun actieve deelname aan burgerfora over Europese beleidsterreinen en aangelegenheden;

    het stimuleren van een debat over het effect en het potentieel van het recht op vrij verkeer als een onvervreemdbaar aspect van het EU-burgerschap, in het bijzonder om de maatschappelijke samenhang en het wederzijds begrip tussen EU-burgers en de band tussen burgers en de Unie te versterken.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1093/2012/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 over het Europees Jaar van de burger (2013) (PB L 325 van 23.11.2012, blz. 1).

    16 05 09     Voorbereidende actie — Europees Huis van de civil society

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    250 000

    125 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie heeft tot doel de materiële bouw mogelijk te maken van het Europees Huis van de civil society als een informatiecentrum en adviesbureau betreffende Europese rechten en maatschappelijke participatie voor zowel burgers als organisaties uit het maatschappelijk middenveld en als een gebruikersvriendelijke ruimte waar gelijkgestemde mensen met interesse voor de toekomst van Europa kunnen brainstormen, ideeën uitwisselen en netwerken. Om deze doelstelling te verwezenlijken is het nodig:

    het aantal partners van het Europees Huis van de civil society uit te breiden met belangrijke organisaties op Europees en nationaal niveau die interesse tonen om de lokalen van het Huis te delen of om in de hoedanigheid van nationale contactpunten diensten in verscheidene talen aan te bieden;

    breed opgezette raadplegingen en dienstverleningsactiviteiten te organiseren met burgers, plaatselijke autoriteiten en andere belanghebbenden om het aantal voorstanders van het Huis te vergroten, alsook een gunstig klimaat te creëren voor de werking van het Huis en vast te leggen welke diensten het de gemeenschappen en de bevolking van de Unie zal aanbieden;

    een planning op te stellen voor het gebruik van de lokalen van het Europees Huis van de civil society als adviesbureau voor de burgers van de Unie, tijdelijke werkplaats voor organisaties van het maatschappelijk middenveld die in Brussel op bezoek komen en permanente kantoorruimte, alsook voor het delen van de gebouwen en de beschikbare knowhow, en ervoor te zorgen dat het Huis een plaats wordt waar burgers uit de hele Unie elkaar kunnen ontmoeten en met elkaar en de instellingen van de Unie van gedachten kunnen wisselen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL COMMUNICATIE

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL COMMUNICATIE

    TITEL 17

    GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    17 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING”

    115 811 124

    115 811 124

    116 502 902

    116 502 902

    118 124 683,58

    118 124 683,58

    Reserves (40 01 40)

     

     

    280 045

    280 045

     

     

     

    115 811 124

    115 811 124

    116 782 947

    116 782 947

    118 124 683,58

    118 124 683,58

    17 02

    CONSUMENTENBELEID

    20 700 000

    19 129 963

    21 090 000

    20 185 400

    21 316 696,04

    21 219 074,75

    17 03

    VOLKSGEZONDHEID

    225 583 000

    212 986 169

    214 272 780

    210 542 692

    222 553 945,40

    212 436 104,67

    17 04

    VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

    272 276 000

    245 206 536

    268 830 000

    260 828 105

    312 605 133,50

    256 226 273,31

     

    Titel 17 — Totaal

    634 370 124

    593 133 792

    620 695 682

    608 059 099

    674 600 458,52

    608 006 136,31

    Reserves (40 01 40)

     

     

    280 045

    280 045

     

     

     

    634 370 124

    593 133 792

    620 975 727

    608 339 144

    674 600 458,52

    608 006 136,31

    HOOFDSTUK 17 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    17 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING”

    17 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

    5

    77 696 456

    77 743 252

    78 063 669,77

    17 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

    17 01 02 01

    Extern personeel

    5

    7 542 595

    7 776 354

    8 077 664,—

    17 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    9 785 151

    9 661 525

    10 239 962,42

    Reserves (40 01 40)

     

     

    280 045

     

     

     

    9 785 151

    9 941 570

    10 239 962,42

     

    Artikel 17 01 02 — Subtotaal

     

    17 327 746

    17 437 879

    18 317 626,42

    Reserves (40 01 40)

     

     

    280 045

     

     

     

    17 327 746

    17 717 924

    18 317 626,42

    17 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

    17 01 03 01

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”: Headquarters

    5

    4 916 922

    4 963 771

    5 866 483,05

    17 01 03 03

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming” — Grange

    5

    4 700 000

    5 338 000

    5 350 050,08

     

    Artikel 17 01 03 — Subtotaal

     

    9 616 922

    10 301 771

    11 216 533,13

    17 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

    17 01 04 01

    Fytosanitaire maatregelen — Uitgaven voor administratief beheer

    2

    600 000

    600 000

    441 068,44

    17 01 04 02

    Maatregelen van de Unie op het gebied van gezondheid — Uitgaven voor administratief beheer

    3.2

    1 500 000

    1 400 000

    1 411 399,25

    17 01 04 03

    Maatregelen van de Unie op het gebied van consumentenbescherming — Uitgaven voor administratief beheer

    3.2

    1 100 000

    950 000

    971 125,34

    17 01 04 05

    Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden — Uitgaven voor administratief beheer

    2

    600 000

    700 000

    420 149,23

    17 01 04 07

    Uitroeiing van dierziekten en noodfonds — Uitgaven voor administratief beheer

    2

    300 000

    300 000

    245 072,—

    17 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten — Bijdrage van programma’s onder rubriek 3b

    3.2

    5 900 000

    5 900 000

    5 938 040,—

    17 01 04 31

    Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten — Bijdrage van programma’s onder rubriek 2

    2

    1 170 000

    1 170 000

    1 100 000,—

     

    Artikel 17 01 04 — Subtotaal

     

    11 170 000

    11 020 000

    10 526 854,26

     

    Hoofdstuk 17 01 — Totaal

     

    115 811 124

    116 502 902

    118 124 683,58

    Reserves (40 01 40)

     

     

    280 045

     

     

     

    115 811 124

    116 782 947

    118 124 683,58

    17 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    77 696 456

    77 743 252

    78 063 669,77

    17 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

    17 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 542 595

    7 776 354

    8 077 664,—

    17 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    17 01 02 11

    9 785 151

    9 661 525

    10 239 962,42

    Reserves (40 01 40)

     

    280 045

     

    Totaal

    9 785 151

    9 941 570

    10 239 962,42

    17 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

    17 01 03 01   Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”: Headquarters

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 916 922

    4 963 771

    5 866 483,05

    17 01 03 03   Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming” — Grange

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 700 000

    5 338 000

    5 350 050,08

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    huur, erfpacht en gemeentelijke heffingen voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

    kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

    kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen;

    verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

    uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

    uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten, en kosten die voortvloeien uit bepaalde periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

    uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz. alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is;

    uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake de bewaking van gebouwen, de contracten voor onderhoud en upgrading van de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel;

    uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles;

    kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

    de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

    de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden, reparaties en renovaties;

    kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

    materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van publicaties en van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager);

    audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling);

    uitrusting voor kantines en restaurants;

    diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

    voorzieningen voor gehandicapte ambtenaren;

    de uitgaven voor studies, documentatie en opleiding met betrekking tot deze uitrusting;

    kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van meubilair, met name:

    uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

    de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

    de uitrusting met speciaal materieel van bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

    de specifieke uitrusting van kantines en restaurants;

    de huur van meubilair;

    kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van (motor-)voertuigen, met name:

    de aanschaf van nieuwe voertuigen, inclusief alle bijkomende kosten;

    de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

    de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is;

    de kosten van onderhoud, reparaties en verzekering van dienstvoertuigen (brandstof, smeermiddelen, banden, binnenbanden, diverse benodigdheden, reserveonderdelen, gereedschap enz.), inclusief de kosten van jaarlijkse keuringen;

    diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal), nationale belastingen indien verschuldigd en verzekeringskosten;

    uitgaven voor werkuitrusting, met name:

    aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

    aanschaf en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en voor het personeel dat werkzaamheden moet verrichten waarbij bescherming nodig is tegen slechte weersomstandigheden en koude, abnormale slijtage en bevuiling;

    aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

    verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

    andere huishoudelijke uitgaven zoals:

    uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

    aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

    aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

    aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

    installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

    de exploitatiekosten van de restaurants, cafetaria's en kantines, met name de uitgaven voor het onderhoud van installaties en de aankoop van materieel; de uitgaven voor gewone verbouwing en voor gewone vernieuwing van de uitrusting; grote uitgaven voor veranderingen in verband met de nodige verbouwingen en vernieuwingen, duidelijk te onderscheiden van de „gewone” kosten voor verbouwing, reparatie en vernieuwing van installaties en materieel;

    de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-rom enz.);

    de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

    aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden, producten voor de reprografische diensten, en kosten van uitbesteding van drukwerk;

    kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

    licenties, abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz. en de aankoop van abonneelijsten;

    kosten van telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen;

    technische en logistieke ondersteuning, opleiding en nevenkosten, en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, algemene opleidingen op het gebied van informatica, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

    17 01 04 01   Fytosanitaire maatregelen — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    600 000

    600 000

    441 068,44

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de identificatie, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de evaluatie, de audit en de controle van programma’s of projecten.

    Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen.

    Voorts is het mogelijk dat de maatregelen van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1) in 2010 operationeel worden.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 17 04 04.

    17 01 04 02   Maatregelen van de Unie op het gebied van gezondheid — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 500 000

    1 400 000

    1 411 399,25

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand in de komende jaren aflopen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 17 03 06.

    17 01 04 03   Maatregelen van de Unie op het gebied van consumentenbescherming — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 100 000

    950 000

    971 125,34

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand in de komende jaren aflopen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 17 02 02.

    17 01 04 05   Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    600 000

    700 000

    420 149,23

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de identificatie, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van programma’s of projecten.

    Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen.

    Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven in verband met Verordening (EG) nr. 882/2004.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).

    Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

    Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

    Zie artikel 17 04 07.

    17 01 04 07   Uitroeiing van dierziekten en noodfonds — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    300 000

    300 000

    245 072,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratieve bijstand met betrekking tot de audit van verzoeken van de lidstaten om een financiële bijdrage overeenkomstig artikel 3, lid 2, de artikelen 4 en 14 en artikel 27, lid 8, van Beschikking 2009/470/EG.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (gecodificeerde versie) (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

    Zie artikel 17 04 01 en post 17 04 03 01.

    17 01 04 30   Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten — Bijdrage van programma’s onder rubriek 3b

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 900 000

    5 900 000

    5 938 040,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage voor uitgaven voor personeel en administratie van het Agentschap.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

    Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

    Besluit nr. 1350/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3).

    Zie de artikelen 17 02 02, 17 03 01 en 17 03 06.

    Referentiebesluiten

    Besluit 2004/858/EG van 15 december 2004 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van de volksgezondheid overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 369 van 16.12.2004, blz. 73).

    17 01 04 31   Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten — Bijdrage van programma’s onder rubriek 2

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 170 000

    1 170 000

    1 100 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de opleidingsstrategie van de Unie op de terreinen wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders en voorschriften betreffende diergezondheid, dierenwelzijn en plantengezondheid, voor uitgaven voor personeel en administratie van het Agentschap.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1), met name artikel 51.

    Zie de artikelen 17 04 04 en 17 04 07.

    Referentiebesluiten

    Besluit 2004/858/EG van 15 december 2004 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van de volksgezondheid overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 369 van 16.12.2004, blz. 73).

    HOOFDSTUK 17 02 — CONSUMENTENBELEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    17 02

    CONSUMENTENBELEID

    17 02 01

    Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

    3.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    17 02 02

    Actie van de Unie op het gebied van consumentenbeleid

    3.2

    20 700 000

    18 779 963

    21 090 000

    19 000 000

    20 816 696,04

    20 073 018,12

    17 02 03

    Voorbereidende actie — Toezichtmaatregelen op het gebied van het consumentenbeleid

    3.2

    p.m.

    150 000

    p.m.

    860 400

    500 000,—

    763 963,—

    17 02 04

    Proefproject — Transparantie en stabiliteit op de financiële markten

    1.1

    p.m.

    200 000

    p.m.

    325 000

    0,—

    382 093,63

     

    Hoofdstuk 17 02 — Totaal

     

    20 700 000

    19 129 963

    21 090 000

    20 185 400

    21 316 696,04

    21 219 074,75

    17 02 01     Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen voor de vorige jaren in het kader van Besluit nr. 20/2004/EG. Dat besluit is ingetrokken bij Besluit nr. 1926/2006/EG (zie artikel 17 02 02).

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 1).

    17 02 02     Actie van de Unie op het gebied van consumentenbeleid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    20 700 000

    18 779 963

    21 090 000

    19 000 000

    20 816 696,04

    20 073 018,12

    Toelichting

    Besluit nr. 1926/2006/EG stelt een algemeen kader vast voor de financiering van acties van de Unie ter ondersteuning van het consumentenbeleid (2007-2013) zoals geformuleerd in de meerjarenstrategie. Het besluit en de strategie bevatten twee strategische doelstellingen op middellange termijn:

    zorgen voor een hoog niveau van consumentenbescherming, met name via betere basisgegevens, een betere raadpleging en een betere vertegenwoordiging van de consumentenbelangen, en

    zorgen voor de effectieve toepassing van de regels inzake consumentenbescherming, met name door samen te werken op het gebied van handhaving, informatie, voorlichting en verhaalsmiddelen.

    In het consumentenprogramma worden de actiegebieden van de consumentenprogramma’s voor 2002-2006 geconsolideerd en uitgebreid. Het bevat een aanzienlijke uitbreiding van de maatregelen van de Unie voor de ontwikkeling van kennis en basisgegevens, samenwerking op het gebied van handhaving, markttoezicht en productveiligheid, voorlichting van consumenten en het opbouwen van de capaciteit van consumentenorganisaties.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

    17 02 03     Voorbereidende actie — Toezichtmaatregelen op het gebied van het consumentenbeleid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    150 000

    p.m.

    860 400

    500 000,—

    763 963,—

    Toelichting

    Dit proefproject heeft als algemeen doel de werking van de interne markt beter te begrijpen vanuit het oogpunt van de consument en de vraagzijde. Dat doel zal worden nagestreefd door gegevens te verzamelen en het gedrag van consumenten te analyseren.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 02 04     Proefproject — Transparantie en stabiliteit op de financiële markten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    200 000

    p.m.

    325 000

    0,—

    382 093,63

    Toelichting

    Het proefproject beoogt de bevordering van de mondigheid van de consument, met name op het gebied van financiële diensten, en van efficiënte en stabiele Europese financiële markten, door middel van opleidingen en het verstrekken van advies aan de consument.

    Het project beoogt:

    het in kaart brengen in elke lidstaat van de non-profitorganisaties die consumenten algemeen advies over financiële diensten verstrekken, alsook de evaluatie van beste praktijken voor het verlenen van algemeen financieel advies;

    de vaststelling van de opleidingsbehoeften van die organisaties in verband met financieel advies;

    opleiding op het gebied van financiële diensten voor consumentenverenigingen en andere belangstellende non-profitorganisaties die voorlichting en advies verstrekken aan de eindgebruikers van financiële diensten.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 17 03 — VOLKSGEZONDHEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    17 03

    VOLKSGEZONDHEID

    17 03 01

    Maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid

    17 03 01 01

    Voltooiing van het programma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008)

    3.2

    p.m.

    2 965 257

    p.m.

    10 500 000

    0,—

    9 261 273,80

     

    Artikel 17 03 01 — Subtotaal

     

    p.m.

    2 965 257

    p.m.

    10 500 000

    0,—

    9 261 273,80

    17 03 03

    Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

    17 03 03 01

    Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titels 1 en 2

    3.2

    37 390 000

    37 390 000

    36 936 900

    36 936 900

    35 042 831,32

    35 042 537,—

    17 03 03 02

    Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titel 3

    3.2

    19 337 000

    19 337 000

    19 790 100

    19 790 100

    21 613 463,—

    21 613 463,—

     

    Artikel 17 03 03 — Subtotaal

     

    56 727 000

    56 727 000

    56 727 000

    56 727 000

    56 656 294,32

    56 656 000,—

    17 03 04

    Voorbereidende actie — Volksgezondheid

    3.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    17 03 05

    Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik

    4

    192 000

    189 776

    200 000

    190 912

    0,—

    0,—

    17 03 06

    Actie van de Unie op het gebied van gezondheid

    3.2

    49 800 000

    38 054 136

    48 300 000

    37 000 000

    48 383 606,48

    29 635 940,83

    17 03 07

    Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

    17 03 07 01

    Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titels 1 en 2

    3.2

    46 890 000

    46 890 000

    48 266 209

    48 266 209

    51 721 458,—

    51 721 400,—

    17 03 07 02

    Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titel 3

    3.2

    27 444 000

    24 980 000

    26 813 571

    23 992 571

    25 588 404,96

    23 776 900,—

     

    Artikel 17 03 07 — Subtotaal

     

    74 334 000

    71 870 000

    75 079 780

    72 258 780

    77 309 862,96

    75 498 300,—

    17 03 08

    Proefproject — Nieuwe werkgelegenheidssituatie in de gezondheidszorg: beste praktijken voor het verbeteren van de beroepsopleiding en de kwalificaties van werkers in de gezondheidszorg en hun salaris

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    300 000

    0,—

    878 669,—

    17 03 09

    Proefproject — Onderzoek op het gebied van gezondheid, milieu, vervoer en klimaatverandering (HETC) — Verbetering van de kwaliteit van binnen- en buitenlucht

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 600 000

    0,—

    1 483 135,—

    17 03 10

    Europees Geneesmiddelenbureau

    17 03 10 01

    Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

    1.1

    6 165 000

    6 165 000

    7 655 333

    7 655 333

    9 569 459,—

    9 569 458,60

    17 03 10 02

    Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titel 3

    1.1

    27 065 000

    27 065 000

    15 310 667

    15 310 667

    24 617 078,64

    24 617 078,64

    17 03 10 03

    Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

    1.1

    6 000 000

    6 000 000

    6 000 000

    6 000 000

    5 017 644,—

    4 836 248,80

     

    Artikel 17 03 10 — Subtotaal

     

    39 230 000

    39 230 000

    28 966 000

    28 966 000

    39 204 181,64

    39 022 786,04

    17 03 11

    Proefproject — Consumptie van fruit en groenten

    2

    500 000

    1 000 000

    1 000 000

    1 000 000,—

    0,—

    17 03 12

    Proefproject — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

    2

    1 000 000

    700 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    17 03 13

    Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2-diabetes

    2

    200 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    17 03 14

    Voorbereidende actie — Antimicrobiële resistentie (AMR): onderzoek naar de oorzaken van grootschalig en onjuist gebruik van antibiotica

    2

    200 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    17 03 15

    Voorbereidende actie — Oprichting van een Unienetwerk van deskundigen op het gebied van aangepaste zorg voor adolescenten met psychologische problemen

    3.2

    200 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    17 03 16

    Proefproject — Europees prevalentieprotocol voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen in Europa

    3.2

    1 300 000

    650 000

     

     

     

     

    17 03 17

    Proefproject — Bevordering van zelfzorgsystemen in de Unie

    3.2

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    17 03 18

    Proefproject — Genderspecifieke mechanismen bij coronaire hartziekten in Europa

    3.2

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    17 03 19

    Voorbereidende actie — Consumptie van fruit en groenten

    2

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 17 03 — Totaal

     

    225 583 000

    212 986 169

    214 272 780

    210 542 692

    222 553 945,40

    212 436 104,67

    17 03 01     Maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid

    17 03 01 01   Voltooiing van het programma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    2 965 257

    p.m.

    10 500 000

    0,—

    9 261 273,80

    Toelichting

    Dit betalingskrediet dient ter dekking van de vastleggingen voor de vorige jaren in het kader van Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008).

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) (PB L 271 van 9.10 2002, blz. 1).

    17 03 03     Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

    17 03 03 01   Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    37 390 000

    37 390 000

    36 936 900

    36 936 900

    35 042 831,32

    35 042 537,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Centrum. Titel 1 betreft de lonen van vast personeel en gedetacheerde deskundigen, de kosten van aanwerving, diensten van uitzendbureaus, personeelsopleiding en dienstreizen. Titel 2 „Uitgaven” betreffen de huur van kantoorruimte voor het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, de inrichting van de kantoren, informatie- en communicatietechnologie, technische installaties, de logistiek en de overige administratieve kosten.

    Het Centrum stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van het Centrum, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft, waarvoor voorafgaande toestemming van de begrotingsautoriteit vereist is. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

    De personeelsformatie van het Centrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1).

    17 03 03 02   Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 337 000

    19 337 000

    19 790 100

    19 790 100

    21 613 463,—

    21 613 463,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van beleidsuitgaven in verband met de onderstaande doelgebieden:

    de surveillance van overdraagbare ziekten in de lidstaten verbeteren;

    de wetenschappelijke ondersteuning door de lidstaten en de Commissie versterken;

    de paraatheid van de Unie te verbeteren met betrekking tot nieuwe bedreigingen door overdraagbare ziekten, met name hepatitis B, met inbegrip van bedreigingen die verband houden met de moedwillige verspreiding van biologische agentia, en ziekten van onbekende oorsprong, en de reactie coördineren;

    de relevante capaciteit in de lidstaten door opleiding versterken;

    informatie uitwisselen en partnerschappen tot stand brengen.

    Het krediet dient eveneens ter dekking van het onderhoud van een noodfaciliteit („Emergency Operations Centre”) die het Centrum online verbindt met nationale centra voor besmettelijke ziekten en referentielaboratoria in de lidstaten in geval van grote uitbraken van besmettelijke ziekten of andere ziekten van onbekende oorsprong.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 56 727 000 EUR. Het Centrum moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van het Centrum, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft, waarvoor voorafgaande toestemming van de begrotingsautoriteit vereist is. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1).

    17 03 04     Voorbereidende actie — Volksgezondheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Voor dit artikel zijn sinds 2007 geen kredieten vastgelegd. De relevante acties worden voortgezet in het kader van het nieuwe programma op het gebied van volksgezondheid onder artikel 17 03 06.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 03 05     Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    192 000

    189 776

    200 000

    190 912

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (FCTC), die door de Gemeenschap is geratificeerd en waarbij de Unie partij is.

    Rechtsgronden

    Besluit 2004/513/EG van de Raad van 2 juni 2004 betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 8).

    17 03 06     Actie van de Unie op het gebied van gezondheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    49 800 000

    38 054 136

    48 300 000

    37 000 000

    48 383 606,48

    29 635 940,83

    Toelichting

    Het tweede programma op het gebied van gezondheid verving het vorige bij Besluit nr. 1786/2002/EG ingestelde programma en betreft de periode 2008-2013.

    Wat het aspect gezondheid betreft, werd het programma in 2008 vooral gericht op drie pijlers waarvoor maatregelen op uniaal niveau van essentieel belang zijn.

    1. Gezondheidsinformatie

    Deze pijler heeft tot doel het verzamelen, analyseren, uitwisselen en verspreiden van gezondheidsgerelateerde informatie in de Unie, ook inzake handicaps en „dys”-aandoeningen, te verbeteren; dat is nodig om voor het gezondheidsbeleid een stevige basis te bieden, maar eveneens voor professionals bij de uitoefening van hun werk en voor de burgers om voor een gezonde levensstijl te kunnen kiezen.

    Verdere acties betreffen onderzoek naar multiple sclerose, waarbij specifiek moet worden onderzocht waarom de aandoening niet evenveel voorkomt in Noord- en Zuid-Europa.

    De acties moeten maatregelen omvatten om het onderzoek naar de mogelijke oorzaken van amyotrofische laterale sclerose (ALS) te steunen, met specifieke aandacht voor beroepssport en de mogelijke gevolgen van doping in de sport.

    2. Gezondheidsbescherming

    Het belangrijkste doel is de burger tegen gezondheidsbedreigingen te beschermen.

    Om bedreigingen van de volksgezondheid te vermijden, bijvoorbeeld door overdraagbare ziekten of door chemische of biologische aanvallen, moet snel en doeltreffend kunnen worden gereageerd. De aanpak van dergelijke bedreigingen moet op uniaal niveau doeltreffend worden gecoördineerd. Door de integratie van de Unie op grond van het beginsel van het vrije verkeer is er een grotere behoefte aan waakzaamheid, zodat kan worden gereageerd op ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, zoals vogelgriep of bioterrorisme.

    De acties omvatten daarnaast de ontwikkeling van een pan-Europees verklikkernetwerk voor vroegtijdige opsporing van nieuwe risico's op het gebied van allergieën, met specifieke aandacht voor het volgen van trends op het gebied van allergieën, de melding van alle gevallen van zeldzame of nieuwe luchtweg-, voedsel-, drugs- of contactallergieën, de verspreiding van wetenschappelijke inzichten onder beleidsmakers, professionals in de gezondheidszorg en het publiek, alsmede de ontwikkeling van een duurzaam systeem voor een betere signalering en correcte behandeling van het dramatisch stijgende aantal Europese burgers dat last heeft van allergische aandoeningen en astma.

    3. Gezondheidsbevordering teneinde de welvaart en de solidariteit te vergroten

    Het algemene doel is bij te dragen tot de welvaart in de Unie door gezond ouder worden te bevorderen, ongelijkheden weg te werken en de solidariteit tussen de nationale gezondheidsstelsels te stimuleren.

    De maatregelen omvatten onder meer initiatieven om de levensjaren in goede gezondheid te doen toenemen en gezond ouder worden te bevorderen, onderzoek naar de invloed van de gezondheid op de productiviteit en de arbeidsparticipatie, en steun voor de terugdringing van ongelijkheden tussen de lidstaten en investeringen in gezondheid, waardoor wordt bijgedragen tot de Europa 2020-strategie en tot de productiviteit en de groei. De maatregelen stimuleren eveneens de solidariteit tussen de gezondheidsstelsels, zoals samenwerking op het gebied van gezamenlijke uitdagingen, waardoor de ontwikkeling van een uniaal kader voor veilige, kwalitatief hoogstaande en doeltreffende gezondheidsdiensten wordt bevorderd. De maatregelen omvatten ook initiatieven voor het beoordelen (door onafhankelijke organisaties) van de kwaliteit van de diensten van medische nooddiensten vanaf het moment dat burgers alarm hebben geslagen (bv. door middel van een oproep aan een noodnummer) tot het moment waarop de patiënt in het ziekenhuis wordt afgeleverd; het doel is het verbeteren van de medische nooddiensten op basis van vergelijkbare gegevens, en het in kaart brengen van beste praktijken, die tussen de lidstaten moeten worden uitgewisseld.

    De maatregelen omvatten eveneens gezondheidsbevordering door het aanpakken van milieu-, verslavings- en levensstijldeterminanten.

    De niet-gouvernementele organisaties zijn essentiële actoren bij de tenuitvoerlegging van het programma. Zij moeten daarom een passende financiering krijgen.

    Acties omvatten onder meer passende initiatieven naar aanleiding van de aanbevelingen van het raadplegingsproces naar aanleiding van het groenboek inzake geestelijke gezondheid, en in het bijzonder inzake strategieën om zelfmoord in alle levensfasen te voorkomen.

    Het doel is ook dat de Commissie de strategie van het integreren van gezondheid in alle beleidsterreinen in het kader van de structuurfondsen uitvoert. Dit project moet voorstellen omvatten voor methoden om gezondheidsaspecten overeenkomstig bovengenoemde strategie deel uit te laten maken van projecten op het gebied van regionale ontwikkeling. Het project is gericht op het verbeteren van de algemene gezondheid in de Unie door middel van capaciteitsopbouw via de organen voor regionale ontwikkeling.

    De middelen dienen ter financiering van training, internationale evenementen, uitwisseling van ervaringen, beste praktijken, internationale samenwerking gericht op het praktische gebruik van gezondheidseffectbeoordelingen (Health Impact Assessment HIA), zowel voor lokale overheden en organen voor ontwikkeling als voor personen of ondernemingen die een subsidie aanvragen bij de Unie.

    Wat betreft het cruciale belang van kleine en middelgrote ondernemingen in de Unie moeten zij professionele steun ontvangen in verband met het naleven van de verplichte regels inzake milieuhygiëne, en moeten zij worden geholpen om positieve veranderingen door te voeren op het gebied van milieuhygiëne die de bedrijfsvoering beïnvloeden.

    Een Uniedatabank voor gezondheidsaspecten en een databank voor milieuaspecten moeten onderling worden verbonden zodat verder onderzoek op deze gebieden kan worden verbeterd door het analyseren van het verband tussen milieu en gezondheid.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1350/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3).

    17 03 07     Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

    17 03 07 01   Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    46 890 000

    46 890 000

    48 266 209

    48 266 209

    51 721 458,—

    51 721 400,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2).

    De Autoriteit moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van de agentschappen, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

    De personeelsformatie van de Autoriteit is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

    17 03 07 02   Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    27 444 000

    24 980 000

    26 813 571

    23 992 571

    25 588 404,96

    23 776 900,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van de Autoriteit met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    Het dekt met name:

    de kosten voor de ondersteuning en de vergaderingen van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels, de werkgroepen, het adviesforum en de raad van bestuur alsmede de vergaderingen met wetenschappelijke partners of geïnteresseerde partijen;

    de kosten van het opstellen van wetenschappelijke adviezen die worden uitbesteed (contracten en subsidies);

    de kosten voor de oprichting van netwerken voor het verzamelen van gegevens en de integratie van bestaande informatiesystemen;

    kosten voor wetenschappelijke en technische bijstand aan de Commissie (artikel 31);

    de kosten voor de identificatie van maatregelen inzake logistieke ondersteuning;

    de kosten voor technische en wetenschappelijke samenwerking;

    de kosten voor de verspreiding van de wetenschappelijke adviezen;

    de kosten voor communicatieactiviteiten.

    De Autoriteit moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van de agentschappen, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 76 000 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 74 334 000 EUR is een bedrag van 1 666 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

    17 03 08     Proefproject — Nieuwe werkgelegenheidssituatie in de gezondheidszorg: beste praktijken voor het verbeteren van de beroepsopleiding en de kwalificaties van werkers in de gezondheidszorg en hun salaris

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    300 000

    0,—

    878 669,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor het financieren van initiatieven gericht op het leren omgaan met de nieuwe werkgelegenheidssituatie in de gezondheidszorg, met name wat betreft beroepskwalificaties en taken uitgevoerd door werkers in de gezondheidszorg, assistenten en lager opgeleide verpleegsters, en op het onderzoeken van de effecten van grensoverschrijdende mobiliteit voor zowel het gastland als het land van herkomst. Het dient met name ter dekking van maatregelen bestemd voor:

    het analyseren van factoren en maatregelen gericht op het verbeteren van het aanbod en de kwaliteit van de kwalificaties van personeel in de gezondheidszorg op de lange termijn;

    het bevorderen van de uitwisseling van maatregelen en beste praktijken gericht op het inspelen op de grotere vraag naar zorg ten gevolg van de demografische veranderingen;

    het financieren van initiatieven om de grensoverschrijdende effecten op de gezondheidszorg te onderzoeken;

    het besteden van aandacht aan de gevolgen van verschillende salarisniveaus, die in dit verband aan het licht kunnen treden;

    studies, bijeenkomsten met deskundigen en voorlichtingscampagnes. Er moet ook een oplossing worden gevonden voor het handhaven van het zorgniveau in de nationale stelsels voor gezondheidszorg;

    het analyseren van het verband tussen gezondheidszorg en welzijnszorg en het trachten verzamelen van vergelijkbare gegevens. Een solide gegevensbank, die ook informatie over gender en diversiteit bevat, is van wezenlijk belang om de open coördinatiemethode te verbeteren wanneer deze wordt uitgebreid tot gezondheidszorg.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 03 09     Proefproject — Onderzoek op het gebied van gezondheid, milieu, vervoer en klimaatverandering (HETC) — Verbetering van de kwaliteit van binnen- en buitenlucht

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 600 000

    0,—

    1 483 135,—

    Toelichting

    Milieu en gezondheid zijn belangrijke sectoroverschrijdende gebieden van het Europese milieu- en gezondheidsbeleid waarbij maatregelen en benaderingen op milieugebied samenkomen. Dit proces is van wezenlijk belang voor het welzijn en voor duurzame ontwikkeling. De doelstellingen van dit project voor de negen betrokken landen (Oostenrijk, Bosnië en Herzegovina, Finland, Hongarije, Italië, Nederland, Noorwegen, Servië en Slowakije) zijn:

    het beoordelen van het verband tussen het schoolmilieu en de gezondheid van kinderen (met nadruk op luchtwegaandoeningen);

    het beoordelen van de gevolgen van het vervoer op het schoolmilieu en de gezondheid van kinderen (met nadruk op luchtwegaandoeningen);

    het beoordelen van de gevolgen van klimaatverandering op het schoolmilieu en de gezondheid van kinderen (met nadruk op luchtwegaandoeningen);

    aanbevelingen doen voor het verbeteren van de kwaliteit van het schoolmilieu voor een betere gezondheid van kinderen en voor een richtsnoer voor gezonde scholen in Europa.

    Voor dit artikel zijn er sinds 2009 geen nieuwe vastleggingskredieten. De gefinancierde initiatieven lopen nog en zullen naar verwachting eind 2012 voltooid zijn.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 03 10     Europees Geneesmiddelenbureau

    17 03 10 01   Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    6 165 000

    6 165 000

    7 655 333

    7 655 333

    9 569 459,—

    9 569 458,60

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven (titels 1 en 2) van het Bureau, met inbegrip van de uitgaven na de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1).

    Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van de agentschappen, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 2, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 494/2003 van de Commissie van 18 maart 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 73 van 19.3.2003, blz. 6).

    Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

    Verordening (EG) nr. 2049/2005 van de Commissie van 15 december 2005 tot vaststelling, krachtens Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad, van voorschriften betreffende de betaling van vergoedingen aan, en het verkrijgen van administratieve bijstand van, het Europese Geneesmiddelenbureau door micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 329 van 16.12.2005, blz. 4).

    Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1394/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie en tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 121).

    Verordening (EG) nr. 1234/2008 van de Commissie van 24 november 2008 betreffende het onderzoek van wijzigingen in de voorwaarden van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 334 van 12.12.2008, blz. 7).

    Verordening (EU) nr. 1235/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot wijziging, wat de geneesmiddelenbewaking van geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft, van Verordening (EG) nr. 726/2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, en Verordening (EG) nr. 1394/2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie (PB L 348 van 31.12.2010, blz. 1).

    17 03 10 02   Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    27 065 000

    27 065 000

    15 310 667

    15 310 667

    24 617 078,64

    24 617 078,64

    Toelichting

    Dit krediet is uitsluitend bedoeld ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau in verband met het werkprogramma (titel 3), met inbegrip van de taken in verband met de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1).

    Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van de agentschappen, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 39 230 000 EUR, inclusief de speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen ten belope van 6 000 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 494/2003 van de Commissie van 18 maart 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 73 van 19.3.2003, blz. 6).

    Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

    17 03 10 03   Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    6 000 000

    6 000 000

    6 000 000

    6 000 000

    5 017 644,—

    4 836 248,80

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 141/2000 vastgelegde speciale bijdrage, in tegenstelling tot de in artikel 67 van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1). Het wordt door het Bureau uitsluitend gebruikt om de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van betaling van vergoedingen die voor een weesgeneesmiddel verschuldigd zijn, te compenseren.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

    17 03 11     Proefproject — Consumptie van fruit en groenten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    500 000

    1 000 000

    1 000 000

    1 000 000,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een proefproject ter verhoging van de consumptie van vers fruit en verse groenten door kwetsbare bevolkingsgroepen (zwangere vrouwen met een laag inkomen en hun kinderen, bejaarden enz.), met als doel de volksgezondheid te verbeteren en de vraag op de fruit- en groentemarkt te stimuleren.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 03 12     Proefproject — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    700 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Het proefproject beoogt het belang te onderstrepen van een goede en gezonde voeding waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de vergrijzende bevolking.

    De vergrijzing van de bevolking van Europa is een demografisch fenomeen dat veroorzaakt wordt door de afnemende vruchtbaarheid en de stijgende levensverwachting onder Europese burgers.

    De Europese bevolking zal gedurende de komende veertig jaar naar verwachting vergrijzen en dit fenomeen houdt nauw verband met voedingskwesties.

    Zoals in meerdere studies wordt onderkend heeft voeding een sterke en belangrijke invloed op de behandeling en preventie van diverse ziekten en op het behoud van een goede gezondheid en levenskwaliteit bij een vergrijzende bevolking.

    Chronische ziekten treden vaker op naar mate de leeftijd toeneemt. Er zijn aanwijzingen dat voeding, met name een evenwichtige en gezonde voeding, gebaseerd op fruit en groenten, van grote invloed is op de gevoeligheid voor deze ziekten, en de ontwikkeling en de afloop ervan.

    Bedoeling van dit project is eveneens informatie te verstrekken over voeding aan kinderen en ouders. Het draait daarbij om de vroege levensjaren, met als thema’s bijvoorbeeld prenatale voeding, borstvoeding en kindervoeding. Het project heeft twee hoofddoelstellingen, namelijk ouders opvoeden met betrekking tot het feit dat goede voeding belangrijk is voor hun kinderen en kinderen opvoeden zodat zij hun leven lang bewust kiezen voor een gezonde levensstijl. Het project wordt uitgevoerd in het kader van het programma Gezondheidszorg en heeft specifiek betrekking op twee van de overkoepelende doelstellingen van dit programma: gezondheid bevorderen en de ongelijkheden op het gebied van gezondheid terugdringen, en gezondheidsinformatie verspreiden.

    Er zal worden geprobeerd het doelpubliek van het proefproject te bereiken via diverse kanalen, bijvoorbeeld prenatale infosessies, ziekenhuizen, crèches en voorschoolse opvang, en scholen. Zowel relevante organisaties van het maatschappelijk middenveld, bijvoorbeeld ngo's op het gebied van gezondheid, als beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector, bijvoorbeeld pediaters en vroedvrouwen, en de nationale en regionale gezondheidsautoriteiten, zullen bij het project worden betrokken. Met de samenwerking tussen deze verschillende spelers wordt gemikt op de verstrekking van gerichte voorlichting over voeding, onafhankelijk van de voedingsindustrie, zowel aan ouders als aan kinderen. De informatiecampagnes kunnen worden gelanceerd in de vorm van flyers (die bijvoorbeeld door vroedvrouwen worden gegeven aan zwangere vrouwen of door pediaters aan ouders) of van presentaties in scholen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 03 13     Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2-diabetes

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    200 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Diabetes mellitus van het type 2 is een chronische aandoening en vormt een van Europa's grootste uitdagingen op het gebied van volksgezondheid. Meer dan 30 miljoen Europese burgers leven met diabetes en dit aantal laat duidelijk zien dat diabetes de vorm heeft aangenomen van een sociale en economische ramp. Het gemiddelde prevalentiepercentage in de Unie voor de volwassen bevolking bedraagt 8,6 % en zal naar verwachting toenemen tot meer dan 10 % in 2025. Diabetes is een van de tien belangrijkste oorzaken van invaliditeit en leidt tot zeer schadelijke complicaties zoals hart- en vaatziekten, blindheid en nierfalen. Bijgevolg wordt een groot deel van de budgettaire middelen in de Unie voor gezondheidszorg momenteel besteed aan de behandeling en beheersing van diabetes en de complicaties hiervan. In 2010 werd bijvoorbeeld gemiddeld 10 % van de budgettaire middelen in de Unie voor gezondheidszorg besteed aan diabetes.

    Het is aangetoond dat zowel het ontstaan als de gevolgen van type 2-diabetes kunnen worden voorkomen door middel van diverse maatregelen zoals de tijdige opsporing van personen met een verhoogd risico, de opzet van bewustwordingscampagnes en onderwijsprogramma’s gericht op de bevordering van een gezonde levensstijl, en kwalitatief hoogstaande preventieve zorg. Om de preventie van diabetes evenwel op succesvolle wijze vorm te geven, moet bij de aanpak van deze groeiende epidemie worden samengewerkt tussen alle belanghebbenden — gezondheidswerkers, diabetespatiënten, het brede publiek, de media, de voedingsindustrie, lokale winkelketens en beleidsmakers.

    Dit proefproject stelt een in twee fasen opgedeelde innovatieve strategie ten aanzien van diabetes voor. De eerste fase omvat onder meer de ontwikkeling van systematische benaderingen voor de vroegtijdige diagnose van personen die reeds diabetes hebben en de opsporing van personen met een verhoogd risico op diabetes, zoals mensen met een stofwisselingssyndroom. De tweede fase bestaat uit de ontwikkeling en evaluatie van structurele actieprogramma’s voor de preventie van diabetes bij personen met een verhoogd risico.

    1. Het bevolkingsonderzoek zal op kleine schaal plaatsvinden (3 000 tot 10 000 personen), hetgeen betekent dat het onderzoek de hele bevolking van een bepaald dorp of een bepaalde gemeente zal omvatten in vijf geselecteerde lidstaten. Deze innovatieve benadering wordt aanbevolen teneinde:

    maximale nauwkeurigheid te waarborgen bij de evaluatie van de gegevens;

    de administratieve rompslomp te omzeilen met betrekking tot vergunningen die voor bevolkingsonderzoek op nationaal niveau wellicht nodig zijn;

    de via het onderzoek verzamelde gegevens en het effect van de ten uitvoer gelegde preventiemaatregelen op efficiënte wijze te beheren;

    op lokaal niveau enthousiasme voor het project te creëren en de aandacht van alle belanghebbenden te waarborgen.

    2. Alle lokale belanghebbenden zullen bij het project worden betrokken en op gecoördineerde wijze samenwerken:

    gezondheidswerkers worden betrokken bij het onderzoek, de controle en verzameling van gegevens en bij de opzet van onderwijsprogramma’s;

    de lokale bevolking wordt aangemoedigd zich coöperatief en open op te stellen ten aanzien van de onderzoeksprogramma’s en om actief deel te nemen aan onderwijsactiviteiten met betrekking tot diabetes;

    de media worden betrokken bij de ontwikkeling van bewustwordingscampagnes en dragen bij aan de verspreiding van informatie over de doelstellingen en de status van het project;

    de voedingsindustrie en de lokale winkelketens zullen de consumptie van voedselproducten met een laag gehalte aan verzadigde vetten, transvetten, zout en suiker bevorderen en aanmoedigen;

    beleidsmakers van de lokale overheid vertalen de resultaten van het project in richtsnoeren en strategieën voor de preventie van diabetes.

    Doelstellingen:

    totstandbrenging van gecoördineerde samenwerking tussen artsen en andere gezondheidswerkers (verpleegsters, voedingsdeskundigen, psychologen, onderzoekers), het brede publiek, de voedingsindustrie, lokale winkelketens, media en lokale beleidsmakers, teneinde type 2-diabetes te voorkomen;

    de ontwikkeling van kleinschalige onderzoeksprogramma’s voor de vroegtijdige diagnose van diabetespatiënten en voor de tijdige opsporing van personen met een verhoogd risico op diabetes. Het bevolkingsonderzoek wordt opgedeeld in vier groepen:

    zuigelingenonderzoek voor baby's met een verhoogd risico (bv. bloedonderzoek wanneer een of beide ouders diabetes hebben);

    onderzoek van alle schoolkinderen en tieners (zoals bloedonderzoek, klinisch onderzoek, evaluatie van voedingsgewoonten, evaluatie van lichamelijke activiteit, tabak- en alcoholconsumptie, overmatige consumptie van fastfood en andere nog vast te stellen factoren);

    onderzoek van de gehele volwassen bevolking (bv. bloedonderzoek, klinisch onderzoek, evaluatie van voedingsgewoonten en relevante levensstijlfactoren);

    onderzoek van ouderen;

    vaststelling van innovatieve methoden om de voedingsindustrie en de lokale overheid bij de onderwijsprogramma’s te betrekken.

    ontwikkeling van onderwijsprogramma’s voor het brede publiek en met name voor personen bij wie type 2-diabetes is vastgesteld, voor personen met een verhoogd risico op diabetes en voor ouders van zuigelingen of kinderen die aan diabetes lijden of een verhoogd risico hebben diabetes te krijgen;

    opzet van standaard onderzoeksprogramma’s door bepaling en selectie van de beste indicatoren/parameters om te meten, zoals bloedonderzoek, voedingsgewoonten, lichamelijke activiteit en andere factoren;

    totstandbrenging van een lokale voedselmarkt die bijdraagt aan het voorkomen van voedsel en dranken met een hoog gehalte aan suiker, zout, verzadigde vetten en transvetten;

    organisatie van workshops en seminars om de lokale bevolking te informeren over het belang van voedselkwaliteit en voedingsingrediënten. De in het kader van de workshops en seminars ontplooide activiteiten kunnen worden gelieerd aan campagnes om de consumptie van groente en fruit te bevorderen. De lokale winkelketens zouden dergelijke evenementen bijvoorbeeld kunnen sponsoren door de deelnemers fruit en groenten aan te bieden.

    Betrokken regio's of landen: een selectie van vijf gemeenten of dorpen (3 000 tot 10 000 inwoners) in vijf lidstaten.

    Verwachte resultaten

    De algemene doelstelling van het project is de bepaling en ontwikkeling van beste praktijken voor de preventie van type 2-diabetes. Naar verwachting zullen enkele van de deelnemende dorpen of gemeenten in het project in staat zijn een succesvolle lokale strategie voor de preventie van type 2-diabetes te ontwikkelen en ten uitvoer te leggen. De succesvolste strategieën zouden vervolgens kunnen worden vertaald naar of opgenomen in toekomstige uniale en nationale initiatieven met betrekking tot diabetes (bv. richtsnoeren of aanbevelingen inzake diabetes, nationale diabetesstrategieën). Het effect van de preventiemaatregelen die gedurende het project worden ontwikkeld kan pas na een periode van ongeveer twee jaar na aanvang van het project worden geëvalueerd. Deze effectbeoordeling zal worden uitgevoerd door de gezondheidsstatus van de lokale bevolking die deelneemt aan het project nauwlettend te volgen.

    Aanvangsdatum van het project: juni 2012

    Einddatum van het project: juni 2014

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 03 14     Voorbereidende actie — Antimicrobiële resistentie (AMR): onderzoek naar de oorzaken van grootschalig en onjuist gebruik van antibiotica

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    200 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    In 2009 beraamde het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, zich daarbij baserend op bacteriën die in Europa het vaakst uit bloedkweken worden geïsoleerd, dat deze geselecteerde multi-geneesmiddelenresistente bacteriën jaarlijks tot de dood van circa 25 000 patiënten leiden, alsook tot extra uitgaven in de gezondheidszorg en productiviteitsverlies waarvan de kosten ten minste 1,5 miljard EUR per jaar bedragen. Gedurende de laatste paar decennia heeft onverantwoord en onjuist gebruik van antibiotica deze trend versneld. Antimicrobiële resistentie is bijgevolg een fenomeen met duidelijk grensoverschrijdende gevolgen en het optreden van uitschieters (outlier effect), hetgeen hoogst waarschijnlijk niet zou kunnen worden beheerst met de huidige middelen en kennis, kan niet worden uitgesloten.

    Doelstellingen van de voorbereidende actie:

    onderzoek naar het ongepast gebruik en de ongepaste verkoop van antimicrobiële middelen met of zonder voorschrift in de gehele keten — van dokter en apotheker tot patiënt — waarbij het gedrag van alle betrokkenen wordt bestudeerd en waarbij de belangrijkste lidstaten met de grootste toegang tot antibiotica zonder voorschrift als onderzoeksobject worden gekozen. Er wordt in het proefproject naar gestreefd de redenen voor ongepast gebruik van antibiotica beter te evalueren, de hoeveelheid zonder voorschrift verkochte antibiotica in de geselecteerde landen te beoordelen (met inbegrip van de landen waar de wetgeving slecht gehandhaafd wordt), de redenen voor het hoge niveau van verkoop zonder voorschrift vast te stellen, te onderzoeken of de betrokken actoren voldoende informatie ontvangen, wat hun motieven, drijfveren en praktijken zijn en wat hun perceptie van de algemene dreiging van antimicrobiële resistentie is, en aanbevelingen te doen over de beste aanpak van de situatie;

    de bijdrage aan en bevordering van een alomvattend en geïntegreerd uniaal beleid ter bestrijding van antimicrobiële resistentie.

    Specifieke acties:

    grondige studies met betrekking tot de groepen waar deze voorbereidende actie zich op richt;

    uitvoerige debatten;

    vaststelling van onderzoeksobjecten in elk van de belangrijkste lidstaten.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 03 15     Voorbereidende actie — Oprichting van een Unienetwerk van deskundigen op het gebied van aangepaste zorg voor adolescenten met psychologische problemen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    200 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de oprichting van een Unienetwerk van deskundigen ter bevordering en ondersteuning van innovatieve en aangepaste vormen van zorg voor adolescenten met psychische problemen (huizen voor tieners). Het doel is het bijeenbrengen, ontwikkelen en uitwisselen van ervaringen, kennis en beste praktijken op dit terrein. Het netwerk moet worden beschouwd als een actie die aansluit op het Europese pact voor geestelijke gezondheid en de serie van conferenties over dit onderwerp die de Commissie heeft georganiseerd (agendapunt van de interministeriële vergadering Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 6 en 7 juni 2011).

    Doelen van het Unienetwerk zijn:

    het vergaren, uitwisselen, ontwikkelen en delen van expertise, ervaring, kennis en beste praktijken;

    het bevorderen en ondersteunen van en praktische hulp bieden voor de oprichting van structuren voor aangepaste zorg voor adolescenten;

    het vereenvoudigen van de wederzijdse opleiding van personeel, met inbegrip van studiebezoeken en stages;

    het verhogen van het bewustzijn van het algemene publiek en van nationale en Europese autoriteiten;

    het bevorderen van adolescentologie als medisch specialisme;

    het zorgen voor de vertegenwoordiging van leden van het netwerk bij Europese en internationale instellingen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 03 16     Proefproject — Europees prevalentieprotocol voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen in Europa

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 300 000

    650 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Van degenen die lijden aan een verstandelijk invaliderende ziekte maken kinderen met een autismespectrumstoornis het meeste kans te profiteren van een door de Unie gegenereerde meerwaarde en zij zouden derhalve een primair aandachtsgebied moeten vormen. Op dit moment heeft het gebrek aan inspanningen op Unie- en nationaal niveau met betrekking tot volwassen patiënten met een autismespectrumstoornis bij wie de diagnose voor het eerst op volwassen leeftijd werd vastgesteld, negatieve gevolgen voor het aantal gezonde levensjaren en het actief oud worden van deze specifieke subpopulatie.

    De totstandbrenging van een gedeelde Europese benadering ten aanzien van autismespectrumstoornissen vereist de bevordering van inspraak, transculturele en kosteneffectieve klinische praktijken, onderzoek en uitwisseling van informatie en expertise. Het vermogen van volwassenen die aan autisme lijden om voor zichzelf te zorgen en in hun eigen onderhoud te voorzien is afhankelijk van hun intellectuele capaciteiten en hun vermogen om te gaan met de sociale en communicatieve vereisten van de moderne maatschappij. Patiënten waarbij de diagnose voor het eerst op volwassen leeftijd is gesteld beschikken vaak over grote intellectuele capaciteiten, maar weten zich desalniettemin niet te redden wegens zwakke sociale en communicatieve vaardigheden. Specifieke steun is gebaseerd op het bestaan van getoetste protocollen waarmee de symptomen en gedragspatronen van autismespectrumstoornissen kunnen worden vastgesteld, niet alleen bij ernstige vormen van autisme die over het algemeen op jonge leeftijd worden gediagnosticeerd, maar ook bij mildere vormen die voor het eerst op volwassen leeftijd worden vastgesteld. Indien zij op adequate wijze worden onderwezen in sociale vaardigheden en geaccepteerd gedrag kunnen autistische volwassenen goed functioneren als actieve leden van de maatschappij. Op dit moment leeft het merendeel van dergelijke aan hoogfunctionerend autisme lijdende volwassenen echter in een sociaal isolement en is afhankelijk van sociale bijstand wegens een gebrek aan erkenning voor deze specifieke vorm van hoogfunctionerend autisme en het ontbreken van ondersteuning voor deze mensen.

    Doel van het project

    De doelstellingen van dit project dienen te zijn gericht op de belangrijkste, met autismespectrumstoornissen bij volwassenen samenhangende kwesties, namelijk de vroegtijdige opsporing van hoogfunctionerende autismespectrumstoornissen en de ontwikkeling van methoden om deze mensen te helpen. De strategische doelstellingen behelzen de verbetering van de levenskwaliteit, sociale en beroepsmatige re-integratie van personen die lijden aan een autismespectrumstoornis en het voorkomen van sociale uitsluiting en vervroegd pensioen.

    Beschrijving van het project

    Het voorgestelde project zal voortbouwen op de vorderingen die zijn geboekt in het kader van het Europees Autisme Informatiesysteem (EAIS)-project (http://www.eais.eu/) door middel van de tenuitvoerlegging van de ontwikkelde protocollen. Dit voorstel richt zich in het bijzonder op de toepassing van een publiek gezondheidsmodel op autismespectrumstoornissen, met werkpakketten inzake prevalentie, screening, diagnose en behandeling.

    In het kader van dit project, het Europees prevalentieprotocol voor vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen in Europa, moeten drie specifieke doelstellingen worden bereikt, namelijk de volgende:

    1.

    Schatting van de prevalentie van autismespectrumstoornissen in 6 tot 9 proefgebieden in verschillende lidstaten, waarbij gebruik wordt gemaakt van het geharmoniseerde door het EAIS-project ontwikkelde Europees prevalentieprotocol voor autisme, en bekrachtiging van genoemd protocol in verschillende talen en aangepast aan verschillende culturele achtergronden. Dit zal resulteren in de eerste Europese studie naar de prevalentie van autisme en de Europese Commissie idealiter een nauwkeurige schatting verschaffen van het aantal aan autismespectrumstoornissen lijdende personen in Europa.

    2.

    Tenuitvoerlegging en, voor zover mogelijk, bekrachtiging van een strategie voor de vroegtijdige opsporing van autismespectrumstoornissen in 6 tot 9 proefgebieden, daarbij gebruik makend van het door het EAIS-project ontwikkelde geharmoniseerde protocol. Hierbij dienen de screeninginstrumenten voor autisme te worden vertaald naar verschillende talen en te worden aangepast aan verschillende culturele achtergronden, terwijl de resultaten moeten worden vergeleken. Voorts wordt ernaar gestreefd het bewustzijn ten aanzien van autisme in de maatschappij en op de werkvloer te vergroten en de opleiding van gezondheidswerkers te verbeteren, teneinde hun kennis van autismespectrumstoornissen en hun vermogen deze zowel op jonge leeftijd als bij volwassenen te herkennen, te vergroten.

    3.

    Herziening van de huidige beste praktijken ten aanzien van vroegtijdige interventie, diagnose en klinische behandeling bij autismespectrumstoornissen, samenwerking met partners om na te gaan welke methode zij op dit moment hanteren ten aanzien van vroegtijdige interventie bij kinderen en volwassenen met een autismespectrumstoornis, bepaling van de specifieke behoeften en, op basis daarvan, ontwikkeling van een opleidingsprogramma met betrekking tot een voor de doelgroep passende behandeling, en het doen van aanbevelingen inzake de opleiding van personeel.

    Na afloop van het project moet er een helder beeld van vergelijkbare op bevolkingsonderzoek gebaseerde prevalentiecijfers zijn gecreëerd. Voorts zal de medische wereld over richtsnoeren beschikken met betrekking tot de vraag hoe autismespectrumstoornissen in een vroeg stadium kunnen worden herkend, hoe onderscheid kan worden gemaakt tussen laag- en hoogfunctionerend autisme, en hoe de diagnose en de medische behandeling het beste kunnen worden bepaald teneinde optimale individuele resultaten te waarborgen. De beoogde multiculturele, meertalige ervaring zal een unieke gelegenheid bieden voor verdere toekomstige ontplooiing, zowel in Europa als wereldwijd, teneinde de levenskwaliteit van mensen die lijden aan een autismespectrumstoornis te verbeteren. Dit project zal er in sterke mate op zijn gericht de bevindingen van deze holistische benadering van de volksgezondheid in alle Europese lidstaten te verspreiden, zodat zoveel mogelijk patiënten en families van de eventuele voordelen kunnen profiteren.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 03 17     Proefproject — Bevordering van zelfzorgsystemen in de Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Het belang van het project: vaststelling van de kosten en de voordelen van op zelfzorg gerichte gezondheidszorgstelsels in Europa, uitwisseling van optimale werkwijzen en potentiële samenwerkingsterreinen; Het creëren van een beter begrip van de kansen die zelfzorg biedt in de huidige economische en sociale context in de Unie en identificatie van de obstakels voor de toepassing ervan. Toetsing van de mogelijkheid om optimale werkwijzen toe te passen in bepaalde lidstaten.

    Doel van het project: opzet van een actiekader ter bevordering van zelfzorg op Unieniveau; de ontwikkeling van strategieën ter ondersteuning van bredere toepassing van effectieve zelfzorg.

    1. De Commissie laat een onafhankelijke kosten-batenanalyse uitvoeren met betrekking tot zelfzorg in de Unie en de bestaande kaders om zelfzorg en de autonomie van patiënten te bevorderen:

    de Commissie moet een aanbesteding uitschrijven voor de uitvoering van het onderzoek en het mandaat moet worden toegekend aan een gerenommeerd academicus;

    doel van de studie:

    een overzicht van beschikbare studies en gegevens;

    een analyse van zelfzorg in de Unie en de lidstaten;

    vaststelling van de voordelen en obstakels met betrekking tot grotere autonomie voor patiënten (patient empowerment);

    vaststelling van het percentage van voor gezondheidszorgstelsels beschikbare middelen dat wordt besteed aan kleine en zelfbeperkende aandoeningen die op doeltreffende wijze via zelfzorg zouden kunnen worden behandeld door gemotiveerde, autonome en geïnformeerde patiënten die hiervoor de juiste ondersteuning ontvangen;

    vaststelling van de optimale werkwijzen op het gebied van zelfzorg in de verschillende lidstaten en toetsing van de uitwisselbaarheid ervan.

    Op basis van de uitkomsten van de studie moet de Commissie de verschillende mogelijkheden en maatregelen in kaart brengen om zelfzorg te bevorderen.

    2. De oprichting van een platform van experts op het gebied van zelfzorg en gezondheidszorg teneinde transfunctionele belanghebbenden bijeen te brengen.

    Model:

    Unie- en nationale beleidsmakers, personen die het beleid beïnvloeden, regeringen, academici, beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, patiëntenverenigingen, consumentenverenigingen, het bedrijfsleven en publieke en private zorgverzekeraars dienen aan het platform deel te nemen;

    agenda met een duidelijk oogmerk, streefdoelen en een tijdschema;

    het platform moet worden opgezet door de via de aanbestedingsprocedure geselecteerde organisatie;

    doel van het platform:

    vaststelling van de tekortkomingen op het gebied van beschikbare gegevens en informatie die het huidige begrip van zelfzorg kunnen belemmeren;

    vaststelling en beoordeling van de mogelijkheden en belemmeringen die in de studie van de Commissie in kaart zijn gebracht;

    vaststelling van het toepassingsgebied en de actieprioriteiten:

    terreinen van aandoeningen waar de bevordering van zelfzorgsystemen een toegevoegde waarde kan genereren met betrekking tot de preventie en het doeltreffend beheer van de aandoening;

    relevante instrumenten en mechanismen om een zelfzorgmodel te bevorderen;

    publicatie door het platform van Unierichtsnoeren inzake de vraag hoe zelfzorg binnen het overeengekomen toepassingsgebied moet worden bevorderd, waarbij rekening wordt gehouden met de uitkomsten van de toetsing van de uitwisselbaarheid van optimale werkwijzen tussen verschillende lidstaten;

    voorstellen voor uniale samenwerking op dit gebied;

    voorbereiding van aangepaste communicatie-instrumenten voor patiënten/consumenten met betrekking tot preventie en ziektebeheer: bewustmakingsfolders en interactieve instrumenten op het gebied van gezondheidszorg;

    vergroting van de toegang tot diagnose-instrumenten op het gebied van gezondheidszorg: bv. bloeddrukmeter, spirometer, instrumenten voor dieetbeoordeling.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 03 18     Proefproject — Genderspecifieke mechanismen bij coronaire hartziekten in Europa

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Coronaire hartziekten (CHZ) vormen een van de meest voorkomende doodsoorzaken voor vrouwen en mannen in Europa. Deze studie beoogt een schema op te stellen van beste praktijken in de gehele Unie, teneinde de diagnose en behandeling te verbeteren door rekening te houden met seksespecifieke symptomen van de ziekte. Dit zal de diagnose en behandeling bij zowel vrouwen als mannen in grote mate verbeteren en de basisbeginselen kunnen eveneens worden toegepast bij andere ziekten.

    In de betrokken landen worden in het kader van het programma de volgende doelstellingen nagestreefd:

    vergroting van het bewustzijn in de medische wereld en de maatschappij ten aanzien van de genderspecifieke verschillen bij CHZ voor wat betreft de klinische symptomen en de incidentie ervan;

    het opstellen van Unierichtsnoeren met betrekking tot genderspecifieke symptomen van CHZ en behandelingsmethoden;

    onderzoek naar genderspecifieke gevolgen voor gezondheidsdeterminanten en risicofactoren;

    verspreiding van een schema van beste praktijken in de lidstaten.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 03 19     Voorbereidende actie — Consumptie van fruit en groenten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een voorbereidende actie ter verhoging van de consumptie van vers fruit en verse groenten door kwetsbare bevolkingsgroepen (zwangere vrouwen met een laag inkomen en hun kinderen, bejaarden enz.), met als doel de volksgezondheid te verbeteren en de vraag op de fruit- en groentemarkt te stimuleren.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 17 04 — VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    17 04

    VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

    17 04 01

    Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor

    17 04 01 01

    Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor — Nieuwe maatregelen

    2

    200 000 000

    182 857 537

    201 360 000

    201 901 486

    238 015 000,—

    186 257 457,91

    17 04 01 02

    Proefproject — Gecoördineerd Europees netwerk voor dierenwelzijn

    2

    300 000

    1 000 000

    500 000

     

     

     

    Artikel 17 04 01 — Subtotaal

     

    200 000 000

    183 157 537

    202 360 000

    202 401 486

    238 015 000,—

    186 257 457,91

    17 04 02

    Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid

    17 04 02 01

    Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid — Nieuwe maatregelen

    2

    14 000 000

    12 849 449

    18 000 000

    12 326 766

    13 506 114,85

    17 726 669,12

     

    Artikel 17 04 02 — Subtotaal

     

    14 000 000

    12 849 449

    18 000 000

    12 326 766

    13 506 114,85

    17 726 669,12

    17 04 03

    Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren

    17 04 03 01

    Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren — Nieuwe maatregelen

    2

    10 000 000

    9 884 191

    5 600 000

    9 482 128

    10 053 119,41

    14 386 939,40

    17 04 03 03

    Voorbereidende actie — Controleposten (rustplaatsen) voor het vervoer van dieren

    2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 410 927,—

     

    Artikel 17 04 03 — Subtotaal

     

    10 000 000

    9 884 191

    5 600 000

    9 482 128

    10 053 119,41

    15 797 866,40

    17 04 04

    Fytosanitaire maatregelen

    17 04 04 01

    Fytosanitaire maatregelen — Nieuwe maatregelen

    2

    14 000 000

    11 366 820

    14 000 000

    9 482 128

    21 256 677,24

    10 897 456,25

     

    Artikel 17 04 04 — Subtotaal

     

    14 000 000

    11 366 820

    14 000 000

    9 482 128

    21 256 677,24

    10 897 456,25

    17 04 06

    Voltooiing van vroegere maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied

    3.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    347 000

    0,—

    0,—

    17 04 07

    Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden

    17 04 07 01

    Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden — Nieuwe maatregelen

    2

    34 000 000

    27 675 735

    28 620 000

    26 549 957

    29 539 222,—

    25 312 317,20

     

    Artikel 17 04 07 — Subtotaal

     

    34 000 000

    27 675 735

    28 620 000

    26 549 957

    29 539 222,—

    25 312 317,20

    17 04 09

    Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en gezondheid van planten

    4

    276 000

    272 804

    250 000

    238 640

    235 000,—

    234 506,43

     

    Hoofdstuk 17 04 — Totaal

     

    272 276 000

    245 206 536

    268 830 000

    260 828 105

    312 605 133,50

    256 226 273,31

    17 04 01     Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor

    17 04 01 01   Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor — Nieuwe maatregelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    200 000 000

    182 857 537

    201 360 000

    201 901 486

    238 015 000,—

    186 257 457,91

    Toelichting

    Dankzij de financiële steunbijdrage van de Unie kunnen de uitroeiing en de bestrijding van dierziekten sneller worden verricht dan met alleen nationale financiële middelen mogelijk zou zijn en kunnen de acties op uniaal niveau worden geharmoniseerd. Het merendeel van deze ziekten en infecties zijn op de mens overdraagbare zoönoses (BSE, vogelgriep, brucellose, salmonellose, tuberculose enz.). Indien deze ziekten blijven voortbestaan, belemmert dat bovendien de goede werking van de interne markt; de bestrijding ervan draagt bij tot een beter volksgezondheidsniveau en betere voedselveiligheid in de Unie.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (gecodificeerde versie) (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

    17 04 01 02   Proefproject — Gecoördineerd Europees netwerk voor dierenwelzijn

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    300 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de oprichting van een Europees gecoördineerd netwerk voor dierenwelzijn, wat werd gevraagd in de resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2010 over de evaluatie en beoordeling van het actieplan inzake het welzijn van dieren 2006-2010 (PB C 81 E van 15.3.2011, blz. 25). Dit netwerk moet de taken uitvoeren die genoemd worden in de Mededeling van de Commissie van 28 oktober 2009 over opties voor etikettering inzake dierenwelzijn en de oprichting van een Europees netwerk van referentiecentra voor de bescherming en het welzijn van dieren (COM(2009) 584 final).

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 04 02     Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid

    17 04 02 01   Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid — Nieuwe maatregelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 000 000

    12 849 449

    18 000 000

    12 326 766

    13 506 114,85

    17 726 669,12

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie voor maatregelen die de belemmeringen van het vrije goederenverkeer op deze gebieden moeten wegwerken, alsmede voor steunregelingen en flankerende maatregelen voor de veterinaire sector.

    Met dit krediet wordt financiële steun verleend voor:

    de aankoop, de opslag en het formuleren van antigenen voor mond-en-klauwzeer en van verschillende vaccins;

    voorlichtingsbeleid op het gebied van dierenbescherming, inclusief voorlichtingscampagnes en programma’s om de bevolking te informeren over de schadeloosheid van de consumptie van vlees van gevaccineerde dieren, alsmede informatiecampagnes en programma’s om nadruk te leggen op de humane aspecten van vaccinatiestrategieën in de strijd tegen besmettelijke ziekten;

    de controle op de naleving van de bepalingen inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer van voor de slacht bestemde dieren;

    de ontwikkeling van markervaccins of tests die het onderscheid kunnen maken tussen zieke en gevaccineerde dieren;

    het opzetten en in stand houden van een snellewaarschuwingssysteem, met inbegrip van een wereldwijd snellewaarschuwingssysteem, voor de kennisgeving van een direct of indirect risico voor de menselijke en dierlijke gezondheid als gevolg van levensmiddelen of diervoeders;

    technische en wetenschappelijke maatregelen met het oog op de ontwikkeling van de uniale wetgeving op veterinair gebied en de ontwikkeling van onderwijs en opleiding op veterinair gebied;

    IT-instrumenten, waaronder Traces en het Animal Disease Notification System;

    maatregelen ter bestrijding van de illegale invoer van honden- en kattenbont.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), met name artikel 50.

    Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (gecodificeerde versie) (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

    17 04 03     Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren

    17 04 03 01   Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren — Nieuwe maatregelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    10 000 000

    9 884 191

    5 600 000

    9 482 128

    10 053 119,41

    14 386 939,40

    Toelichting

    Het uitbreken van bepaalde dierziekten in de Unie kan mogelijk een grote invloed hebben op de werking van de interne markt en de handelsbetrekkingen tussen de Unie en derde landen. Daarom is het belangrijk dat de Unie een financiële bijdrage levert aan een zo snel mogelijke uitroeiing van elke haard van ernstige, besmettelijke ziekten in de lidstaten door die ziekten met middelen van de Unie te bestrijden.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (gecodificeerde versie) (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

    17 04 03 03   Voorbereidende actie — Controleposten (rustplaatsen) voor het vervoer van dieren

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 410 927,—

    Toelichting

    In 2008 is met deze voorbereidende actie begonnen ter dekking van de kosten voor de ontwikkeling van betere controleposten (rustplaatsen) voor dieren tijdens lange transporten. Met het oog op de gezondheid en het welzijn van de dieren is het nodig specifieke maatregelen in te voeren om stress te vermijden, bijvoorbeeld bij het uit- en weer inladen van de dieren, en om de verspreiding van besmettelijke ziekten tegen te gaan.

    De begrotingsautoriteit heeft nieuwe kredieten toegewezen om deze actie in 2009 en 2010 voort te zetten.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    17 04 04     Fytosanitaire maatregelen

    17 04 04 01   Fytosanitaire maatregelen — Nieuwe maatregelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 000 000

    11 366 820

    14 000 000

    9 482 128

    21 256 677,24

    10 897 456,25

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de uitvoering, door de Commissie en/of de lidstaten, van de maatregelen waarin de onder de titel Rechtsgrond vermelde wetgevingshandelingen, en met name maatregelen om de belemmeringen voor het vrije verkeer van de betrokken goederen op te heffen.

    Dit krediet dient ter financiering van preventieve en curatieve acties ter bestrijding van plagen en ziekten die een bedreiging vormen voor land- en tuinbouwgewassen, bossen en landschappen, zoals de verspreiding van invasieve uitheemse soorten en ziekten (zoals het dennenhoutaaltje), die steeds vaker en op grotere schaal voorkomen.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66).

    Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66).

    Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).

    Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1), met name artikel 5 „Risico-evaluatie en bepaling van het adequate niveau van sanitaire of fytosanitaire bescherming”, van het hoofdstuk „Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen”.

    Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (PB L 226 van 13.8.1998, blz. 16).

    Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PB L 11 van 15.1.2000, blz. 17), met name artikel 11, lid 1.

    Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

    Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1), met name artikel 17.

    Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12).

    Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33).

    Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).

    Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).

    Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

    Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28).

    Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PB L 267 van 8.10.2008, blz. 8).

    17 04 06     Voltooiing van vroegere maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    347 000

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van de vastleggingen die vroeger zijn aangegaan ten laste van de posten B2-5 1 0 0, B2-5 1 0 1, B2-5 1 0 2, B2-5 1 0 3, B2-5 1 0 5, B2-5 1 0 6, B2-5 1 2 2 en B2-5 1 9 0.

    Dit krediet zal in geval van nood worden gebruikt voor het herformuleren van antigenen voor mond-en-klauwzeer teneinde over een noodvaccin ter bestrijding van de ziekte te kunnen beschikken. Het saldo van de in 1997 toegewezen 3 900 000 EUR voor de aankoop en herformulering van antigenen bedraagt eind 2009 347 000 EUR. Zolang de herformulering niet heeft plaatsgevonden, blijft een bedrag van 347 000 EUR aan betalingskredieten nodig.

    17 04 07     Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden

    17 04 07 01   Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden — Nieuwe maatregelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    34 000 000

    27 675 735

    28 620 000

    26 549 957

    29 539 222,—

    25 312 317,20

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de uitvoering van de eerste maatregelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004, en met name:

    opleiding inzake diervoeder- en levensmiddelencontrole;

    activiteiten van de laboratoria van de Unie;

    IT-instrumenten, communicatie en informatie over diervoeder- en levensmiddelencontrole, ontwikkeling van een strategie van de Unie voor veiliger levensmiddelen;

    reis- en verblijfkosten voor nationale deskundigen die aan inspectiebezoeken van het Voedsel- en Veterinair Bureau deelnemen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).

    Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

    Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

    17 04 09     Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en gezondheid van planten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    276 000

    272 804

    250 000

    238 640

    235 000,—

    234 506,43

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (UPOV) die is ingesteld bij het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, herzien op 19 maart 1991, dat voorziet in een exclusief eigendomsrecht voor kwekers van kweekproducten.

    Rechtsgronden

    Besluit 2005/523/EG van de Raad van 30 mei 2005 tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, zoals herzien te Genève op 19 maart 1991 (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 63).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN CONSUMENTEN

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN CONSUMENTEN

    TITEL 18

    BINNENLANDSE ZAKEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BINNENLANDSE ZAKEN”

    40 140 399

    40 140 399

    40 064 398

    40 064 398

    40 262 573,41

    40 262 573,41

    Reserves (40 01 40)

     

     

    39 662

    39 662

     

     

     

    40 140 399

    40 140 399

    40 104 060

    40 104 060

    40 262 573,41

    40 262 573,41

    18 02

    SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN

    668 459 000

    395 418 412

    660 000 000

    400 060 911

    590 104 421,60

    444 629 695,54

    Reserves (40 02 41)

    98 230 000

    57 892 946

    14 740 000

    15 659 972

     

     

     

    766 689 000

    453 311 358

    674 740 000

    415 720 883

    590 104 421,60

    444 629 695,54

    18 03

    MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID

    321 630 000

    162 420 578

    299 330 000

    163 246 661

    269 061 490,42

    159 180 540,89

    18 05

    VEILIGHEID EN BESCHERMING VAN DE VRIJHEDEN

    151 280 140

    132 785 057

    246 370 560

    144 970 803

    228 794 349,94

    148 303 832,51

    Reserves (40 02 41)

    13 050 000

    8 550 000

     

     

     

     

     

    164 330 140

    141 335 057

    246 370 560

    144 970 803

    228 794 349,94

    148 303 832,51

    18 08

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

    3 500 000

    1 810 784

    3 400 000

    1 814 983

    3 187 025,—

    1 460 776,71

     

    Titel 18 — Totaal

    1 185 009 539

    732 575 230

    1 249 164 958

    750 157 756

    1 131 409 860,37

    793 837 419,06

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

    111 280 000

    66 442 946

    14 779 662

    15 699 634

     

     

     

    1 296 289 539

    799 018 176

    1 263 944 620

    765 857 390

    1 131 409 860,37

    793 837 419,06

    HOOFDSTUK 18 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BINNENLANDSE ZAKEN”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    18 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BINNENLANDSE ZAKEN”

    18 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

    5

    31 078 583

    30 477 753

    30 569 710,33

    18 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

    18 01 02 01

    Extern personeel

    5

    2 253 261

    2 830 564

    2 826 729,15

    18 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    1 741 785

    1 810 130

    1 492 743,22

    Reserves (40 01 40)

     

     

    39 662

     

     

     

    1 741 785

    1 849 792

    1 492 743,22

     

    Artikel 18 01 02 — Subtotaal

     

    3 995 046

    4 640 694

    4 319 472,37

    Reserves (40 01 40)

     

     

    39 662

     

     

     

    3 995 046

    4 680 356

    4 319 472,37

    18 01 03

    Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

    5

    1 966 770

    1 945 951

    2 293 211,22

    18 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

    18 01 04 02

    Europees Vluchtelingenfonds — Uitgaven voor administratief beheer

    3.1

    500 000

    500 000

    500 000,—

    18 01 04 03

    Noodmaatregelen in geval van een massale vluchtelingenstroom — Uitgaven voor administratief beheer

    3.1

    200 000

    200 000

    149 505,83

    18 01 04 08

    Buitengrenzenfonds — Uitgaven voor administratief beheer

    3.1

    500 000

    500 000

    614 649,66

    18 01 04 09

    Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen — Uitgaven voor administratief beheer

    3.1

    500 000

    500 000

    490 823,80

    18 01 04 10

    Europees Terugkeerfonds — Uitgaven voor administratief beheer

    3.1

    500 000

    500 000

    500 000,—

    18 01 04 16

    Preventie en paraatheid inzake terrorisme en beheersing van de gevolgen ervan — Uitgaven voor administratief beheer

    3.1

    350 000

    200 000

    299 999,10

    18 01 04 17

    Preventie en bestrijding van criminaliteit — Uitgaven voor administratief beheer

    3.1

    550 000

    600 000

    525 201,10

     

    Artikel 18 01 04 — Subtotaal

     

    3 100 000

    3 000 000

    3 080 179,49

     

    Hoofdstuk 18 01 — Totaal

     

    40 140 399

    40 064 398

    40 262 573,41

    Reserves (40 01 40)

     

     

    39 662

     

     

     

    40 140 399

    40 104 060

    40 262 573,41

    18 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    31 078 583

    30 477 753

    30 569 710,33

    18 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

    18 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 253 261

    2 830 564

    2 826 729,15

    18 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    18 01 02 11

    1 741 785

    1 810 130

    1 492 743,22

    Reserves (40 01 40)

     

    39 662

     

    Totaal

    1 741 785

    1 849 792

    1 492 743,22

    Toelichting

    Een deel van dit krediet dient ter waarborging van afdoende steun voor de Werkgroep artikel 29.

    Een deel van dit krediet dient ter dekking van opleidingen voor personeelsleden ter bestrijding van discriminatie.

    18 01 03     Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 966 770

    1 945 951

    2 293 211,22

    18 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

    18 01 04 02   Europees Vluchtelingenfonds — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    500 000

    500 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 18 03 03.

    18 01 04 03   Noodmaatregelen in geval van een massale vluchtelingenstroom — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    200 000

    200 000

    149 505,83

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 18 03 04.

    18 01 04 08   Buitengrenzenfonds — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    500 000

    614 649,66

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Overeenkomstig artikel 11, lid 7, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 (PB L 169 van 3.7.2010, blz. 24) kan de Commissie jaarlijks tot 300 000 EUR van de betalingen die zijn verricht door de geassocieerde staten gebruiken om de administratieve uitgaven te financieren in verband met het interne of externe personeel dat nodig is om de tenuitvoerlegging door de geassocieerde staten van Beschikking nr. 574/2007/EG en die overeenkomst te ondersteunen.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 18 02 06.

    18 01 04 09   Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    500 000

    490 823,80

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 18 03 09.

    18 01 04 10   Europees Terugkeerfonds — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    500 000

    500 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 18 02 09.

    18 01 04 16   Preventie en paraatheid inzake terrorisme en beheersing van de gevolgen ervan — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    350 000

    200 000

    299 999,10

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 18 05 08.

    18 01 04 17   Preventie en bestrijding van criminaliteit — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    550 000

    600 000

    525 201,10

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 18 05 09.

    HOOFDSTUK 18 02 — SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 02

    SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN

    18 02 03

    Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

    18 02 03 01

    Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie — Bijdrage voor titels 1 en 2

    3.1

    29 000 000

    29 000 000

    29 000 000

    29 000 000

    21 000 000,—

    21 000 000,—

    18 02 03 02

    Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie — Bijdrage voor titel 3

    3.1

    49 959 000

    49 959 000

    50 500 000

    40 500 000

    90 000 000,—

    90 000 000,—

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    9 000 000

    9 000 000

     

     

     

     

    49 959 000

    49 959 000

    59 500 000

    49 500 000

    90 000 000,—

    90 000 000,—

     

    Artikel 18 02 03 — Subtotaal

     

    78 959 000

    78 959 000

    79 500 000

    69 500 000

    111 000 000,—

    111 000 000,—

    Reserves (40 02 41)

     

     

     

    9 000 000

    9 000 000

     

     

     

     

    78 959 000

    78 959 000

    88 500 000

    78 500 000

    111 000 000,—

    111 000 000,—

    18 02 04

    Schengeninformatiesysteem (SIS II)

    3.1

    24 000 000

    12 081 571

    10 360 000

    13 678 411

    31 096 900,72

    27 261 643,94

    Reserves (40 02 41)

     

    12 750 000

    7 500 000

    5 180 000

    6 131 702

     

     

     

     

    36 750 000

    19 581 571

    15 540 000

    19 810 113

    31 096 900,72

    27 261 643,94

    18 02 05

    Visuminformatiesysteem (VIS)

    3.1

    7 000 000

    21 568 782

    38 740 000

    27 356 823

    29 660 021,74

    26 152 648,29

    Reserves (40 02 41)

     

    1 750 000

    5 471 400

     

     

     

     

     

     

    8 750 000

    27 040 182

    38 740 000

    27 356 823

    29 660 021,74

    26 152 648,29

    18 02 06

    Buitengrenzenfonds

    3.1

    332 000 000

    174 240 625

    349 100 000

    187 482 911

    299 460 839,—

    216 749 132,42

    Reserves (40 02 41)

     

    83 000 000

    44 200 000

     

     

     

     

     

     

    415 000 000

    218 440 625

    349 100 000

    187 482 911

    299 460 839,—

    216 749 132,42

    18 02 07

    Schengenevaluatie

    3.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Reserves (40 02 41)

     

    730 000

    721 546

    560 000

    528 270

     

     

     

     

    730 000

    721 546

    560 000

    528 270

    0,—

    0,—

    18 02 08

    Voorbereidende actie — Terugkeerbeleid

    3.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    75 850,73

    18 02 09

    Europees Terugkeerfonds

    3.1

    185 500 000

    74 131 434

    162 500 000

    82 242 766

    116 672 001,84

    63 185 597,67

    18 02 10

    Voorbereidende actie — Migratiebeheer — Solidariteit in actie

    3.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    204 822,49

    18 02 11

    Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht

    18 02 11 01

    Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titels 1 en 2

    3.1

    30 100 000

    24 707 000

    13 860 000

    13 860 000

    2 214 658,30

    0,—

    18 02 11 02

    Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titel 3

    3.1

    10 900 000

    9 730 000

    5 940 000

    5 940 000

    0,—

    0,—

     

    Artikel 18 02 11 — Subtotaal

     

    41 000 000

    34 437 000

    19 800 000

    19 800 000

    2 214 658,30

    0,—

    18 02 12

    Schengenfaciliteit voor Kroatië

    3.1

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 18 02 — Totaal

     

    668 459 000

    395 418 412

    660 000 000

    400 060 911

    590 104 421,60

    444 629 695,54

    Reserves (40 02 41)

     

    98 230 000

    57 892 946

    14 740 000

    15 659 972

     

     

     

     

    766 689 000

    453 311 358

    674 740 000

    415 720 883

    590 104 421,60

    444 629 695,54

    18 02 03     Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie

    18 02 03 01   Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    29 000 000

    29 000 000

    29 000 000

    29 000 000

    21 000 000,—

    21 000 000,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven (titels 1 en 2) van het Agentschap, met inbegrip van de uitgaven die voortvloeien uit de herziening van zijn mandaat, met name de oprichting van de Europese grenswachtploegen, de taak te voorzien in opleiding op het vlak van de grondrechten, de benoeming van een functionaris voor de grondrechten en de oprichting van een raadgevend forum.

    Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De begroting van het Agentschap zal in 2013 worden herzien, wanneer de Eurosur-verordening in werking treedt, indien het Agentschap bijkomende middelen nodig heeft om zijn nieuwe taken krachtens deze verordening uit te voeren.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot instelling van een mechanisme voor de oprichting van snelle-grensinterventieteams (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 30).

    Verordening (EU) nr. 1168/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 1).

    18 02 03 02   Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 02 03 02

    49 959 000

    49 959 000

    50 500 000

    40 500 000

    90 000 000,—

    90 000 000,—

    Reserves (40 02 41)

     

     

    9 000 000

    9 000 000

     

     

    Totaal

    49 959 000

    49 959 000

    59 500 000

    49 500 000

    90 000 000,—

    90 000 000,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap die samenhangen met het werkprogramma (titel 3), met inbegrip van de uitgaven die voortvloeien uit de herziening van zijn mandaat, met name de oprichting van de Europese grenswachtploegen, de taak te voorzien in opleiding op het vlak van de grondrechten, de benoeming van een functionaris voor de grondrechten en de oprichting van een raadgevend forum.

    Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven. De begroting van het Agentschap zal in 2013 worden herzien, wanneer de Eurosur-verordening in werking treedt, indien het Agentschap bijkomende middelen nodig heeft om zijn nieuwe taken krachtens deze verordening uit te voeren.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 79 500 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 78 959 000 EUR is een bedrag van 541 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    De kredieten die zijn opgevoerd op de operationele begroting zouden het Agentschap in staat stellen door te gaan met de permanente missies, in het bijzonder aan de zuidelijke grenzen van de Unie (Hera, Nautilus en Poseidon) vanaf 2010 en de lidstaten helpen bij de uitvoering van de operationele aspecten van het beheer van de buitengrenzen, met inbegrip van de terugzending van onderdanen van derde landen die illegaal in de lidstaten verblijven, overeenkomstig gemeenschappelijke normen die garanderen dat zij met waardigheid en volstrekte inachtneming van hun mensenrechten worden teruggestuurd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot instelling van een mechanisme voor de oprichting van snelle-grensinterventieteams (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 30).

    Verordening (EU) nr. 1168/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 1).

    18 02 04     Schengeninformatiesysteem (SIS II)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 02 04

    24 000 000

    12 081 571

    10 360 000

    13 678 411

    31 096 900,72

    27 261 643,94

    Reserves (40 02 41)

    12 750 000

    7 500 000

    5 180 000

    6 131 702

     

     

    Totaal

    36 750 000

    19 581 571

    15 540 000

    19 810 113

    31 096 900,72

    27 261 643,94

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor de financiering van:

    de operationele uitgaven van het Schengeninformatiesysteem (SIS);

    andere operationele uitgaven die kunnen voortvloeien uit deze integratie.

    Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De in de reserve opgenomen kredieten worden vrijgemaakt wanneer de Commissie (of het Agentschap voor het beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, na de overdracht van kredieten) concrete informatie doet toekomen aan de begrotingsautoriteit over de inhoud van de aanbesteding en het daaruit voortvloeiende voldoende concrete contract met betrekking tot het onderhoud en de werking van het Schengeninformatiesysteem. Bovendien dient de Commissie een concreet en realistisch schema in te dienen voor de maatregelen die nog dienen te worden genomen voor de inwerkingtreding van SIS II in 2013, waarbij details worden gegeven inzake verdere technische stappen, de inhoud en doelstelling van elke stap, de daarmee gemoeide kosten en de verantwoordelijkheden voor elke stap van de ontwikkeling.

    Rechtsgronden

    Protocol nr. 19 betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis.

    Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

    Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

    Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

    Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

    Verordening (EU) nr. 1272/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 21).

    Verordening (EU) nr. 1273/2012 van de Raad van 20 december 2012 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 359 van 29.12.2012, blz. 32).

    18 02 05     Visuminformatiesysteem (VIS)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 02 05

    7 000 000

    21 568 782

    38 740 000

    27 356 823

    29 660 021,74

    26 152 648,29

    Reserves (40 02 41)

    1 750 000

    5 471 400

     

     

     

     

    Totaal

    8 750 000

    27 040 182

    38 740 000

    27 356 823

    29 660 021,74

    26 152 648,29

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de ontwikkeling, productie en installatie van een grootschalig informatiesysteem op Europees niveau „VIS” (Visuminformatiesysteem).

    Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De reserve zal worden vrijgemaakt wanneer het Europees Parlement en de Raad een bevredigende oplossing vinden met betrekking tot het Schengenbeheer.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

    Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

    Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

    18 02 06     Buitengrenzenfonds

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 02 06

    332 000 000

    174 240 625

    349 100 000

    187 482 911

    299 460 839,—

    216 749 132,42

    Reserves (40 02 41)

    83 000 000

    44 200 000

     

     

     

     

    Totaal

    415 000 000

    218 440 625

    349 100 000

    187 482 911

    299 460 839,—

    216 749 132,42

    Toelichting

    Met dit krediet worden de maatregelen van de lidstaten op de volgende gebieden gesteund:

    de efficiënte organisatie van het grenstoezicht, dat zowel controle- als bewakingsopdrachten met betrekking tot de buitengrenzen omvat;

    het doeltreffende beheer door de lidstaten van de personenstromen aan de buitengrenzen, enerzijds om een hoog beschermingsniveau aan de buitengrenzen te waarborgen, en anderzijds om te zorgen voor een vlotte overschrijding van de buitengrenzen, overeenkomstig het Schengenacquis, en de beginselen van een respectvolle en waardige behandeling;

    de eenvormige toepassing, door de grenswachten, van de bepalingen van het uniale recht ter zake van de overschrijding van de buitengrenzen;

    de verbetering van het beheer van de activiteiten van de consulaire en andere diensten van de lidstaten in derde landen met betrekking tot de stromen van onderdanen van derde landen naar het grondgebied van de lidstaten en van de samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied.

    Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor de volgende activiteiten in de lidstaten:

    infrastructuur van grensdoorlaatposten met bijbehorende gebouwen, zoals grenskantoren, landingsplaatsen voor helikopters en cabines met wachtstroken voor voertuigen en personen;

    de infrastructuur, de gebouwen en de systemen voor de bewaking tussen de grensdoorlaatposten en de bescherming tegen illegale overschrijding van de buitengrenzen;

    de bedrijfsuitrusting;

    vervoermiddelen voor de controle van de buitengrenzen, zoals voertuigen, vaartuigen, helikopters en lichte vliegtuigen die zijn uitgerust met elektronische apparatuur voor de grensbewaking en de opsporing van personen in vervoermiddelen;

    apparatuur voor realtime informatie-uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten;

    informatie- en communicatietechnologiesystemen;

    programma’s voor de detachering en uitwisseling van personeel, zoals grenswachten, immigratieambtenaren en consulaatmedewerkers;

    de opleiding van personeel van de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van taalonderwijs;

    investeringen in het ontwikkelen, testen en plaatsen van moderne technologie;

    de studies en proefprojecten ter toepassing van de door het Agentschap geformuleerde aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken, zoals deze uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de grenscontroles resulteren;

    de studies en proefprojecten die innovatie moeten stimuleren, de uitwisseling van ervaringen en beproefde methoden moeten vergemakkelijken en het beheer van de activiteiten van de consulaire en andere diensten van de lidstaten in derde landen met betrekking tot de stromen van onderdanen van derde landen naar het grondgebied van de lidstaten en de samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied moeten verbeteren;

    instelling van een gemeenschappelijke Schengenvisuminternetsite om de zichtbaarheid en een uniform beeld van het gemeenschappelijk visumbeleid te verbeteren.

    In het kader van de doorreisregeling voor Kaliningrad dient dit krediet ter dekking van gederfde leges uit transitvisa en bijkomende kosten (investeringen in infrastructuur, opleiding van grensbewakers en spoorwegpersoneel, bijkomende exploitatiekosten), die voortvloeien uit de toepassing van het doorreisfaciliteringsdocument en het doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers overeenkomstig Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8) en Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15).

    Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) en die zowel verband houden met de algemene doelstelling om de door de consulaire en andere diensten van de lidstaten in derde landen georganiseerde activiteiten met betrekking tot de stromen van onderdanen van derde landen naar het grondgebied van de lidstaten, alsmede de samenwerking op dit gebied tussen de lidstaten, met inbegrip van de activiteiten van de Asylum Liaison Officers en Immigration Liaison Officers, te verbeteren, als met de doelstelling om de veterinaire, de fytosanitaire en de douanecontroles geleidelijk tot onderdeel van het geïntegreerde grensbeheer te maken op basis van de beleidsontwikkelingen op dit gebied. Deze acties kunnen ook tot doel hebben ondersteunende diensten aan de lidstaten te verstrekken indien zich duidelijke noodsituaties voordoen die dringend om actie aan de buitengrenzen van de lidstaten vragen.

    Voorts stelt de Commissie jaarlijks een lijst van specifieke acties op die door de lidstaten en, waar nodig, in samenwerking met het Agentschap moeten worden uitgevoerd; deze acties dragen bij tot de ontwikkeling van een gemeenschappelijk geïntegreerd grensbeheersysteem doordat werk wordt gemaakt van de in de door het Agentschap uitgevoerde risicoanalyses vastgestelde tekortkomingen aan strategische grensposten.

    Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De reserve zal worden vrijgemaakt wanneer het Europees Parlement en de Raad een bevredigende oplossing vinden met betrekking tot het Schengenbeheer.

    Rechtsgronden

    Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

    Beschikking 2007/599/EG van de Commissie van 27 augustus 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 betreft (PB L 233 van 5.9.2007, blz. 3).

    Beschikking 2008/456/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).

    18 02 07     Schengenevaluatie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 02 07

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Reserves (40 02 41)

    730 000

    721 546

    560 000

    528 270

     

     

    Totaal

    730 000

    721 546

    560 000

    528 270

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter vergoeding van de kosten die de deskundigen van de Commissie en de lidstaten maken voor de evaluaties ter plaatse (reis- en verblijfskosten) ter controle van de toepassing van het Schengenacquis. Bij deze kosten komen nog de kosten van benodigdheden en materieel die nodig zijn voor de evaluaties ter plaatse en voor de voorbereiding en de follow-up daarvan.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De reserve zal worden vrijgemaakt nadat het desbetreffende basisbesluit is vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    Referentiebesluiten

    Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis (COM(2011) 559 final), door de Commissie ingediend op 16 september 2011.

    18 02 08     Voorbereidende actie — Terugkeerbeleid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    75 850,73

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    18 02 09     Europees Terugkeerfonds

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    185 500 000

    74 131 434

    162 500 000

    82 242 766

    116 672 001,84

    63 185 597,67

    Toelichting

    Met dit krediet wordt steun verleend voor de volgende maatregelen van de lidstaten ter verbetering van alle aspecten van het terugkeerbeleid, met inachtneming van de grondrechten, door het gebruik van het concept van geïntegreerd beleid, rekening houdend met de uniale wetgeving op dit gebied:

    de invoer en verbetering van de organisatie en tenuitvoerlegging van een geïntegreerd terugkeerbeleid door de lidstaten;

    de versterking van de samenwerking tussen de lidstaten in het kader van een geïntegreerd terugkeerbeleid en de tenuitvoerlegging ervan;

    de bevordering van een doeltreffende en uniforme toepassing van gemeenschappelijke normen inzake terugkeer overeenkomstig de beleidsontwikkeling op dit gebied, met een voorkeur voor vrijwillige terugkeerregelingen;

    de organisatie, in herkomst- en transitlanden, van informatiecampagnes voor potentiële ontheemden, vluchtelingen en asielzoekers. Deze campagnes kunnen plaatsvinden in het kader van betere samenwerking met derde landen die illegale migratie bestrijden en legale migratie bevorderen.

    Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) op het gebied van het terugkeerbeleid. Studies naar het bestaan en de beoordeling van mechanismen ter ondersteuning van de re-integratie in geselecteerde derde landen en betreffende hun sociale en beroepsmatige re-integratie in de belangrijkste landen van herkomst, met name in de directe oostelijke en zuidelijke buurlanden.

    Deze kredieten dienen ook ter financiering van een uniale actie voor het verzamelen van gegevens voor de samenwerking en de uitwisseling van beste praktijken tussen werknemers in de jeugdzorg in gesloten detentiecentra voor asielzoekers en immigranten.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348, 24.12.2008, blz. 98).

    Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 45).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

    Beschikking 2007/837/EG van de Commissie van 30 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 48).

    Beschikking 2008/458/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 135).

    18 02 10     Voorbereidende actie — Migratiebeheer — Solidariteit in actie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    204 822,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Deze actie heeft tot doel een aantal hypothesen op het gebied van migratiebeheer te testen. Op basis van een evaluatie van die hypothesen kan dit leiden tot de ontwikkeling van een globale aanpak, een doelstelling die is vastgesteld door de Unie. De actie is gebaseerd op die met elkaar verband houdende componenten.

    Component 1: Financiële steun voor de werkgelegenheid van immigranten die terugkeren naar hun land van herkomst waarmee overnameovereenkomsten zijn gesloten.

    Component 2: Organisatie van voorlichtingscampagnes in de landen van herkomst ten behoeve van kandidaten voor immigratie naar de Unie, om hen met name te informeren over de gevaren in illegale immigratie.

    Component 3: Opvang met waardigheid en solidariteit — Steun aan lidstaten bij de opvang van onregelmatig arriverende migranten over zee. De maatregelen dienen om:

    lidstaten bij te staan die te maken hebben met een plotselinge migrantenstroom, bv. door verbetering en uitwisseling van goede/beste praktijken en uitzending van tolken en teams van artsen en rechtskundigen;

    lidstaten bij te staan bij de verbetering van de kwaliteit en de capaciteit van de opvang, onder meer tijdelijke opvang van illegale migranten op punten van aankomst, bv. door verlening van eerste hulp en vervoer naar geschikte opvangcentra, verbetering/uitbreiding van opvangfaciliteiten en de omstandigheden ter plaatse;

    lidstaten bij te staan bij het bundelen van hun middelen om de druk op hun asielsysteem te verlichten, in het bijzonder door activiteiten die een specifieke expertise vereisen, om kennis te delen en de massale aankomst van asielzoekers aan de buitengrenzen van de Unie gezamenlijk aan te pakken.

    Voor component 3 moeten de ontvangers van steun nationale overheden zijn. Ook kan steun worden gegeven voor partnerschappen met andere overheden van lidstaten, internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties.

    Voor alle componenten moet een deel van het krediet door de Commissie worden gebruikt om steun te bieden bij het beheer van deze actie (externe deskundigen, studies enz.).

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    18 02 11     Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht

    18 02 11 01   Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    30 100 000

    24 707 000

    13 860 000

    13 860 000

    2 214 658,30

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2).

    Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

    18 02 11 02   Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    10 900 000

    9 730 000

    5 940 000

    5 940 000

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 41 000 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

    18 02 12     Schengenfaciliteit voor Kroatië

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Nieuw artikel

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met een tijdelijk instrument om Kroatië tussen de datum van toetreding en eind 2014 te helpen maatregelen te financieren om aan de nieuwe buitengrenzen van de Europese Unie het Schengenacquis toe te passen en de buitengrenzen te controleren.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden overeenkomstig artikel 31 van de Akte van toetreding van Kroatië.

    HOOFDSTUK 18 03 — MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 03

    MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID

    18 03 03

    Europees Vluchtelingenfonds (ERF)

    3.1

    112 330 000

    57 525 993

    102 530 000

    57 682 805

    98 961 975,36

    54 842 279,71

    18 03 04

    Noodmaatregelen in geval van een massale vluchtelingenstroom

    3.1

    9 800 000

    5 238 621

    9 800 000

    5 037 429

    21 850 000,—

    17 480 000,—

    18 03 05

    Europees Migratienetwerk

    3.1

    6 500 000

    3 854 835

    8 000 000

    4 150 690

    7 582 232,38

    5 219 424,95

    18 03 06

    Voorbereidende actie — Voltooiing van de integratie van onderdanen van derde landen

    3.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    82 993,26

    155 521,87

    18 03 07

    Voltooiing van ARGO

    3.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    18 03 09

    Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen

    3.1

    177 500 000

    84 826 129

    162 500 000

    85 018 402

    131 503 342,83

    78 539 380,16

    18 03 11

    Eurodac

    3.1

    p.m.

    p.m.

    500 000

    377 335

    1 532 930,46

    1 040 703,82

    18 03 14

    Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — EASO

    18 03 14 01

    Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titels 1 en 2

    3.1

    7 000 000

    7 000 000

    5 058 000

    5 058 000

    4 037 298,69

    1 639 531,63

    18 03 14 02

    Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titel 3

    3.1

    5 000 000

    2 000 000

    4 942 000

    2 422 000

    2 010 717,44

    263 698,75

     

    Artikel 18 03 14 — Subtotaal

     

    12 000 000

    9 000 000

    10 000 000

    7 480 000

    6 048 016,13

    1 903 230,38

    18 03 15

    Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

    3.1

    p.m.

    225 000

    p.m.

    500 000

    1 500 000,—

    0,—

    18 03 16

    Proefproject — Steun voor slachtoffers van foltering

    3.1

    2 000 000

    1 000 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    18 03 17

    Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

    3.1

    p.m.

    p.m.

    3 000 000

    1 500 000

     

     

    18 03 18

    Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

    3.1

    1 000 000

    500 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    18 03 19

    Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

    3.1

    500 000

    250 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 18 03 — Totaal

     

    321 630 000

    162 420 578

    299 330 000

    163 246 661

    269 061 490,42

    159 180 540,89

    18 03 03     Europees Vluchtelingenfonds (ERF)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    112 330 000

    57 525 993

    102 530 000

    57 682 805

    98 961 975,36

    54 842 279,71

    Toelichting

    Dit krediet is, inzake structurele maatregelen, bedoeld ter financiering van projecten en maatregelen op het gebied van de opvang van vluchtelingen, ontheemden en asielzoekers die voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor financiële steun van de Unie.

    Het dient ter dekking van de inspanningen van de lidstaten met het oog op de integratie van vluchtelingen en personen aan wie subsidiaire bescherming werd verleend, alsmede om voor ontheemden een leven in eigen verantwoordelijkheid mogelijk te maken door maatregelen op de volgende gebieden:

    vergemakkelijking van de toegang tot werkgelegenheid, met inbegrip van beroepsopleiding;

    verwerving van kennis van taal, maatschappij, cultuur en instellingen van het gastland;

    vergemakkelijking van de toegang tot huisvesting alsmede tot de medische en sociale infrastructuur van het gastland;

    steun voor personen met een bijzonder behoefte aan bescherming, zoals vrouwelijke vluchtelingen, niet-begeleide minderjarigen en slachtoffers van foltering, met inbegrip van slachtoffers van gedwongen abortus, genitale verminking bij vrouwen of gedwongen sterilisatie, en slachtoffers van verkrachting;

    integratie in plaatselijke structuren en activiteiten;

    verbetering van het bewustzijn van het grote publiek en begrip voor de situatie van vluchtelingen;

    analyse van de situatie van vluchtelingen in de Unie;

    opleidingen op het gebied van gendervraagstukken en kinderbescherming voor ambtenaren, gezondheidswerkers en politieagenten in opvangcentra;

    afzonderlijke accommodatie voor alleenstaande vrouwen en meisjes.

    Voorts dient het ter ondersteuning van vrijwillige, door de lidstaten overeengekomen initiatieven om de lasten te verdelen, zoals de hervestiging, de opvang en de integratie door de lidstaten van door de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen (UNHCR) erkende vluchtelingen uit derde landen en de overdracht van personen die internationale bescherming genieten en degenen die om internationale bescherming verzoeken, van de ene lidstaat naar een andere waar zij gelijkwaardige bescherming genieten.

    Een deel van dit krediet wordt gebruikt voor de steun aan lidstaten, direct in samenwerking met de humanitaire en andere agentschappen van de Verenigde Naties, die vrijwillig op flexibele wijze hervestiging verlenen in geval van acute vluchtelingensituaties. De nadruk zal liggen op de meest kwetsbare groepen en gevallen waar andere duurzame oplossingen als onmogelijk worden beschouwd.

    Bijzondere aandacht moet uitgaan naar gevallen waarin het krediet gebruikt kan worden om blijk te geven van een significante concrete daad van solidariteit op Europees niveau die een toegevoegde waarde kan hebben als onderdeel van een bredere aanpak van humanitaire steunverlening aan een land of regio.

    Op initiatief van de Commissie dient dit krediet ook ter dekking van transnationale acties of acties van belang voor de Unie (hierna „uniale acties” genoemd) met betrekking tot het asielbeleid en maatregelen ten aanzien van de doelgroepen van het fonds, in het bijzonder om passende bijstand te verlenen voor gezamenlijke inspanningen van de lidstaten om vast te stellen welke methoden goed werken, deze informatie uit te wisselen en deze methoden te bevorderen, en om doeltreffende samenwerkingsstructuren te ontwikkelen om de kwaliteit van de besluitvorming in het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te verbeteren.

    Dit krediet dient ook ter dekking van eerdere vastleggingen van het EVF I en II, inclusief die vastleggingen die betrekking hebben op vrijwillige terugkeer.

    Deze kredieten dienen ook ter financiering van een uniale actie voor het verzamelen van gegevens voor de samenwerking en de uitwisseling van beste praktijken tussen werknemers in de jeugdzorg in gesloten detentiecentra voor asielzoekers en immigranten.

    Er wordt een solidariteitsmechanisme gecreëerd voor het vergemakkelijken van de vrijwillige herverdeling van vluchtelingen en begunstigden van internationale bescherming van lidstaten waar de immigratiedruk groot is naar lidstaten waar die druk minder is. Het mechanisme wordt op uniaal niveau gecreëerd en zal van start gaan met een proefperiode, om later eventueel in een gemeenschappelijk Europees asielsysteem te worden ingepast. De lidstaten zullen vrijelijk en op vrijwillige basis beslissen over alle aspecten van het selectieproces. De Commissie stelt het kader vast, geeft richtsnoeren, stimuleert participatie en creëert gunstige randvoorwaarden voor beheer en coördinatie.

    Het mechanisme moet worden gecreëerd overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 18 en 19 juni 2009. In de conclusies wordt erop gewezen dat gezien de huidige humanitaire noodsituatie met spoed concrete maatregelen getroffen en uitgevoerd moeten worden. De Europese Raad pleitte voor de coördinatie van vrijwillige maatregelen voor de interne herplaatsing van personen die internationale bescherming genieten en zich bevinden in lidstaten die aan specifieke en onevenredige druk blootstaan, alsook van zeer kwetsbare personen, en begroette het voornemen van de Commissie om in dit verband initiatieven te ontplooien, te beginnen met een proefproject.

    Rechtsgronden

    Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 1).

    Besluit nr. 458/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft (PB L 129 van 28.5.2010, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

    Beschikking 2007/815/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 326 van 12.12.2007, blz. 29).

    Beschikking 2008/22/EG van de Commissie van 19 december 2007 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 7 van 10.1.2008, blz. 1).

    18 03 04     Noodmaatregelen in geval van een massale vluchtelingenstroom

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    9 800 000

    5 238 621

    9 800 000

    5 037 429

    21 850 000,—

    17 480 000,—

    Toelichting

    In het geval van een massale instroom van vluchtelingen of ontheemden kunnen krachtens dit artikel noodmaatregelen worden getroffen op de volgende gebieden:

    opvang en huisvesting;

    verstrekking van een onderhoudstoelage;

    medische, psychologische en andere hulp, met name gericht op minderjarigen, inclusief gespecialiseerde hulp aan vrouwen en meisjes die het slachtoffer zijn van pesterijen, criminele handelingen (verkrachting, geweld of specifieke vormen van foltering, zoals gedwongen abortus, genitale verminking bij vrouwen of gedwongen sterilisatie) of die als vluchteling hebben geleden onder slechte omstandigheden;

    de noodzakelijke administratie- en personeelskosten die verband houden met de opvang en het uitvoeren van de maatregelen;

    missies van deskundigen en aanvullende technische steun voor de identificatie van ontheemden;

    logistieke en vervoerkosten.

    Overeenkomstig deze bepaling kunnen noodmaatregelen ook worden genomen om het hoofd te bieden aan situaties van bijzondere druk, die zich voordoen wanneer op bepaalde punten aan de buitengrenzen sprake is van een plotselinge toestroom van grote aantallen onderdanen van derde landen die wellicht internationale bescherming nodig hebben, waardoor de opvangfaciliteiten, het asielstelsel of de infrastructuur van de betrokken lidstaten onder uitzonderlijk grote druk komen te staan en mensenlevens, het welzijn of de toegang tot rechten die voortvloeien uit het uniale recht, in gevaar kunnen komen.

    Deze maatregelen mogen niet langer duren dan zes maanden. Naast de bovenvermelde maatregelen kunnen de noodmaatregelen bestaan uit rechtsbijstand en taalkundige bijstand, vertaal- en tolkdiensten, informatie en expertise betreffende de landen van oorsprong en andere maatregelen die bijdragen tot een snelle identificatie van personen die wellicht internationale bescherming behoeven en tot een eerlijke en efficiënte behandeling van asielverzoeken.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).

    Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

    18 03 05     Europees Migratienetwerk

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    6 500 000

    3 854 835

    8 000 000

    4 150 690

    7 582 232,38

    5 219 424,95

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het opzetten van het Europees Migratienetwerk, dat de Unie en de lidstaten moet voorzien van objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie en asiel.

    Deze informatie bevat statistische gegevens over het aantal asielzoekers dat de lidstaten binnenkomt, uitgesplitst naar lidstaat, het aantal ingewilligde aanvragen, het aantal afgewezen aanvragen, de gronden voor afwijzing enz.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2008/381/EG van de Raad van 14 mei 2008 betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk (PB L 131 van 21.5.2008, blz. 7).

    18 03 06     Voorbereidende actie — Voltooiing van de integratie van onderdanen van derde landen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    82 993,26

    155 521,87

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    18 03 07     Voltooiing van ARGO

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2002/463/EG van de Raad van 13 juni 2002 tot vaststelling van een actieprogramma voor administratieve samenwerking op het gebied van buitengrenzen, visa, asiel en immigratie (ARGO-programma) (PB L 161 van 19.6.2002, blz. 11).

    18 03 09     Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    177 500 000

    84 826 129

    162 500 000

    85 018 402

    131 503 342,83

    78 539 380,16

    Toelichting

    Tegen de achtergrond van het algemene streven om de inspanningen van de lidstaten te ondersteunen die tot doel hebben onderdanen van derde landen in de gelegenheid te stellen te voldoen aan de voorwaarden voor verblijf en hun integratie in Europese samenlevingen te vergemakkelijken en in overeenstemming met de door de Raad in november 2004 vastgestelde gemeenschappelijke basisbeginselen voor het beleid inzake de integratie van immigranten in de Europese Unie en met de resolutie van het Europees Parlement van 6 juli 2006 over strategieën en middelen voor de integratie van immigranten in de Europese Unie (PB C 303 E van 13.12.2006, blz. 845), dient dit krediet ter ondersteuning van maatregelen op de volgende actiegebieden:

    vergemakkelijking van de uitwerking en toepassing van toelatingsprocedures die relevant zijn voor het integratieproces van onderdanen van derde landen en dit ondersteunen;

    ontwikkeling en uitvoering van het integratieproces van onderdanen van derde landen in de lidstaten;

    vergroting van de capaciteit van de lidstaten om beleid en maatregelen voor de integratie van onderdanen van derde landen te ontwikkelen, uit te voeren, te monitoren en te evalueren;

    uitwisseling van informatie en beste praktijken, en samenwerking in en tussen de lidstaten bij de ontwikkeling, uitvoering, monitoring en evaluatie van beleid en maatregelen voor de integratie van onderdanen van derde landen, onder meer met het oog op het terugdringen van de verschillen op het vlak van werkgelegenheid tussen immigranten en autochtonen, de verbetering van de participatie van immigranten alsook van hun prestaties op onderwijsgebied, de bevordering van de vooruitzichten op het vlak van onderwijs en werkgelegenheid van migrantenvrouwen, taal- en inburgeringsprogramma’s, gezondheid, huisvesting en stadsleven, en de bevordering van de maatschappelijke participatie van immigranten.

    Het dient op initiatief van de Commissie tevens ter dekking van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) die verband houden met het immigratie- en het integratiebeleid.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2007/435/EG van de Raad van 25 juni 2007 tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 168 van 28.6.2007, blz. 18).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 final).

    Beschikking 2008/457/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking 2007/435/EG van de Raad tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 69).

    18 03 11     Eurodac

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    500 000

    377 335

    1 532 930,46

    1 040 703,82

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de oprichting en de werking van de centrale eenheid van het Eurodac-systeem.

    Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

    18 03 14     Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — EASO

    18 03 14 01   Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    7 000 000

    7 000 000

    5 058 000

    5 058 000

    4 037 298,69

    1 639 531,63

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

    Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

    18 03 14 02   Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 000 000

    2 000 000

    4 942 000

    2 422 000

    2 010 717,44

    263 698,75

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 12 000 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

    18 03 15     Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    225 000

    p.m.

    500 000

    1 500 000,—

    0,—

    Toelichting

    Dit proefproject heeft als hoofddoelstelling de oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden, van lidstaten die onlangs een hervestigingsprogramma hebben gestart, of in de nabije toekomst hieraan willen deelnemen, en van lidstaten die ervaring hebben met hervestiging, met gebruikmaking van ervaringen van de UNHCR en van ngo's en beste praktijken op het gebied van de hervestiging en integratie van vluchtelingen. Het programma bestrijkt de volgende acties:

    aanwijzing van gemeenten of lokale overheden in lidstaten die onlangs een hervestigingsprogramma hebben gestart (zoals Portugal en Roemenië) en lidstaten die dit binnenkort gaan doen (zoals Spanje) en het bijeenroepen van vergaderingen met bepaalde gemeenten of lokale overheden in hervestigingslanden (zoals het VK en Nederland), teneinde „nieuwe” hervestigingsprogramma’s te versterken en de kwaliteit en duurzaamheid ervan te verzekeren;

    aanwijzing van gemeenten of lokale overheden of ngo’s in lidstaten die nog niet deelnemen aan hervestigingsprogramma’s, maar die deel wensen uit te maken van het netwerk en in de toekomst willen deelnemen aan de programma’s;

    houden van vergaderingen van vertegenwoordigers van betrokken lokale overheden en gemeenten, samen met de UNHCR, betrokken ngo’s en vertegenwoordigers van hergevestigde vluchtelingen, ter bepaling van gezamenlijk te ontwikkelen activiteiten, waaronder bezoeken, uitwisseling van ervaringen, opleidingen, thematische bijeenkomsten inzake onderwerpen als huisvesting, onderwijs, werkgelegenheid, enz.;

    ontwikkeling van een manier voor de vergaring van informatie van de verschillende belanghebbenden inzake procedures, soorten toezicht voorafgaand aan hervestiging, het soort te vergaren informatie inzake de te hervestigen vluchtelingen (waaronder kwesties op het gebied van cultuur, gezondheid, onderwijs en voedsel), infrastructuur, menselijke hulpbronnen, accommodatie, ontvangst, acties voor de integratie van vluchtelingen na hervestiging, deelname van gemeenschappen aan het proces, economische, juridische of onderwijskundige ondersteuning, de rol van reeds hergevestigde vluchtelingen bij de integratie van nieuwe vluchtelingen, samenwerking met ngo’s;

    oprichting van een taskforce, met de nodige menselijke en technische middelen, ter organisatie van de praktische aspecten van het project en in het bijzonder ter organisatie van de nodige vergaderingen, het vergaren van de beschikbare informatie, het opzetten en vullen van een website, het stimuleren van de uitwisseling van informatie tussen de verschillende partijen die betrokken zijn bij het proces van hervestiging en het leggen van verbanden met andere bestaande projecten en/of websites met betrekking tot de kwestie van hervestiging. De bedoelde website maakt een systematische informatievoorziening mogelijk voor bijeenkomsten tussen gemeenten die plaats zullen hebben of plaatsgevonden hebben en maakt deze beschikbaar voor alle geïnteresseerden;

    collationering van de door de taskforce vergaarde informatie, die dan wordt verspreid en dient als basis voor discussie binnen het netwerk, met het oog op het trekken van conclusies inzake beste praktijken.

    De met het proefproject opgedane ervaringen worden bijeengebracht ten behoeve van de eenheid Hervestiging van EASO.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    18 03 16     Proefproject — Steun voor slachtoffers van foltering

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    1 000 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    Toelichting

    Dit proefproject heeft als belangrijkste doel een nieuwe financieringslijn te creëren die uiteindelijk ten goede komt aan de slachtoffers van foltering (EU-burgers en niet-EU-burgers) die in de Unie aanwezig zijn. Het programma bestrijkt de volgende acties:

    oprichting van revalidatiecentra voor de slachtoffers van foltering of ondersteuning van al bestaande revalidatiecentra door middelen te verstrekken voor de revalidatie van de personen in kwestie (gebouwen, therapeutisch personeel, administratief personeel enz.) en voor de andere activiteiten van de centra (preventie, belangenbehartiging, opleiding, juridische bijstand enz.);

    verlening van toegang tot multidisciplinaire ondersteuning en counseling, met inbegrip van fysieke en psychotherapeutische behandeling, psychosociale counseling, juridische dienstverlening en sociaaleconomische ondersteuning;

    ondersteuning van de internationale netwerkactiviteiten tussen revalidatiecentra (binnen en buiten de Unie) om capaciteit op te bouwen, de uitwisseling van beproefde methoden tussen specialisten te ondersteunen, collegiaal toezicht mogelijk te maken als middel om indirecte trauma’s te voorkomen enz.;

    ondersteuning van activiteiten om de slachtoffers van foltering zelf te responsabiliseren en, in het algemeen, de capaciteit van de slachtoffers van foltering om zich in de maatschappij te integreren in Europese landen te ondersteunen;

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    18 03 17     Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    3 000 000

    1 500 000

     

     

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie is bedoeld om een nieuwe financieringslijn te creëren om de hervestiging te ondersteunen van vluchtelingen in noodsituaties die niet vallen onder de regels van het bestaande Europees Vluchtelingenfonds (EVF) en die hier in de nabije toekomst ook niet onder zullen vallen, aangezien het bestaande fonds, dat nu in zijn derde periode is (EVF III), in 2014 ophoudt te bestaan. Met de in het kader van deze voorbereidende actie uitgevoerde activiteiten en de ervaring die in dat kader wordt opgedaan, kan vervolgens rekening worden gehouden bij de herziening van het EVF die gepland is voor 2014.

    De volgende maatregelen vallen onder de voorbereidende actie:

    ondersteuning van personen die al als vluchteling zijn erkend door de UNHCR en het EVF, die het slachtoffer zijn geworden van natuurrampen, gewapende aanvallen enz.;

    ondersteuning van noodacties in het geval van vluchtelingengroepen die op grond van de EVF- en de UNHCR-regels als prioriteit zijn aangemerkt, die het slachtoffer zijn geworden van een gewapende aanval of een natuurramp of die te maken krijgen met andere extreem schadelijke en levensbedreigende omstandigheden;

    financiering van de snelle hervestigingsprocedures van de lidstaten onder voorwaarden die een kopie zijn van de routinehervestigingsactiviteiten die worden gefinancierd door het EVF;

    garanderen van financiering voor noodprocedures zonder de lopende hervestigingsprocedures van het EVF te verstoren;

    waar nodig verstrekking in noodsituaties van extra financiële steun aan de diensten van de UNHCR en de verbindingsorganisaties hiervan in de lidstaten en op uniaal niveau;

    intensivering van de activiteiten van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    18 03 18     Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    500 000

    1 000 000

    500 000

     

     

    Toelichting

    Dit proefproject is bedoeld om goede praktijken te identificeren op het gebied van het beleid inzake preventie, onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen. Het kind kan worden teruggezonden naar zijn of haar land van herkomt, waar zal moeten worden gezorgd voor re-integratie; het kan de status worden verleend van internationaal beschermd persoon of een andere wettelijke status waarmee het zich kan integreren in de lidstaat waar het verblijft; of als alternatief kan er een maatregel worden genomen om het te hervestigen in de Unie. In al deze gevallen is het belangrijk dat de belangen van het kind worden gevrijwaard. Het proefproject moet bijdragen tot de uitvoering van het actieplan niet-begeleide minderjarigen van de Commissie van 2010 (voor de periode 2010-2014) en de daarin uitgestippelde acties:

    identificatie van preventieve acties en beleid voor de groep waartoe de niet-begeleide minderjarigen behoren (bijvoorbeeld asielzoekers, slachtoffers van mensenhandel, kinderen die de Unie illegaal binnenkomen) en/of het land of gebied van herkomst;

    identificatie van beste praktijken op het gebied van het onthaal en de bescherming van kinderen, en in het bijzonder met betrekking tot procedures voor het eerste contact, wettelijke vertegenwoordiging, aanstelling van een voogd, toegang tot adequate onthaalfaciliteiten, eerste interviews, onderwijs en medische verzorging;

    identificatie van beste praktijken op het gebied van specifieke maatregelen en proceduregaranties voor niet-begeleide minderjarigen in de Unie;

    evaluatie van de diverse ervaringen met de bestrijding van het verschijnsel van vermiste kinderen en identificatie van beste praktijken;

    identificatie van beste praktijken op het gebied van het weer samenbrengen van gezinnen en de re-integratie van niet-begeleide minderjarigen in hun land van herkomst.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    18 03 19     Voorbereidende actie — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    500 000

    250 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie heeft als hoofddoelstelling de oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden, van lidstaten die onlangs een hervestigingsprogramma hebben gestart, of in de nabije toekomst hieraan willen deelnemen, en van lidstaten die ervaring hebben met hervestiging, met gebruikmaking van ervaringen van de UNHCR en van ngo's en beste praktijken op het gebied van de hervestiging en integratie van vluchtelingen. De voorbereidende actie omvat de volgende acties:

    — aanwijzing van gemeenten of lokale overheden in lidstaten die onlangs een hervestigingsprogramma hebben gestart (zoals Portugal en Roemenië) en lidstaten die dit binnenkort gaan doen (zoals Spanje) en het bijeenroepen van vergaderingen met bepaalde gemeenten of lokale overheden in hervestigingslanden (zoals het VK en Nederland), teneinde „nieuwe” hervestigingsprogramma’s te versterken en de kwaliteit en duurzaamheid ervan te verzekeren;

    — aanwijzing van gemeenten of lokale overheden of ngo’s in lidstaten die nog niet deelnemen aan hervestigingsprogramma’s, maar die deel wensen uit te maken van het netwerk en in de toekomst willen deelnemen aan de programma’s;

    — houden van vergaderingen van vertegenwoordigers van betrokken lokale overheden en gemeenten, samen met de UNHCR, betrokken ngo’s en vertegenwoordigers van hergevestigde vluchtelingen, ter bepaling van gezamenlijk te ontwikkelen activiteiten, waaronder bezoeken, uitwisseling van ervaringen, opleidingen, thematische bijeenkomsten inzake onderwerpen als huisvesting, onderwijs, werkgelegenheid, enz.;

    — ontwikkeling van een manier voor de vergaring van informatie van de verschillende belanghebbenden inzake procedures, soorten toezicht voorafgaand aan hervestiging, het soort te vergaren informatie inzake de te hervestigen vluchtelingen (waaronder kwesties op het gebied van cultuur, gezondheid, onderwijs en voedsel), infrastructuur, menselijke hulpbronnen, accommodatie, ontvangst, acties voor de integratie van vluchtelingen na hervestiging, deelname van gemeenschappen aan het proces, economische, juridische of onderwijskundige ondersteuning, de rol van reeds hergevestigde vluchtelingen bij de integratie van nieuwe vluchtelingen, samenwerking met ngo’s;

    — oprichting van een taskforce, met de nodige menselijke en technische middelen, ter organisatie van de praktische aspecten van het project en in het bijzonder ter organisatie van de nodige vergaderingen, het vergaren van de beschikbare informatie, het opzetten en vullen van een website, het stimuleren van de uitwisseling van informatie tussen de verschillende partijen die betrokken zijn bij het proces van hervestiging en het leggen van verbanden met andere bestaande projecten en/of websites met betrekking tot de kwestie van hervestiging. De bedoelde website maakt een systematische informatievoorziening mogelijk voor bijeenkomsten tussen gemeenten die plaats zullen hebben of plaatsgevonden hebben en maakt deze beschikbaar voor alle geïnteresseerden;

    — collationering van de door de taskforce vergaarde informatie, die dan wordt verspreid en dient als basis voor discussie binnen het netwerk, met het oog op het trekken van conclusies inzake beste praktijken.

    De met de voorbereidende actie opgedane ervaringen worden bijeengebracht ten behoeve van de eenheid Hervestiging van EASO wanneer dit is opgericht.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 18 05 — VEILIGHEID EN BESCHERMING VAN DE VRIJHEDEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 05

    VEILIGHEID EN BESCHERMING VAN DE VRIJHEDEN

    18 05 01

    Samenwerkingsprogramma’s op het gebied van justitie en binnenlandse zaken — Titel VI

    18 05 01 01

    Voltooiing van de samenwerkingsprogramma’s op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, en van het programma AGIS

    3.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    105 579,31

    18 05 01 03

    Voltooiing van het programma Erasmus voor rechters (uitwisselingsprogramma voor gerechtelijke instanties)

    3.1

    0,—

    0,—

     

    Artikel 18 05 01 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    105 579,31

    18 05 02

    Europese Politiedienst (Europol)

    18 05 02 01

    Europese Politiedienst — Bijdrage voor titels 1 en 2

    3.1

    56 600 000

    56 600 000

    61 635 739

    61 635 739

    63 712 000,—

    63 712 000,—

    18 05 02 02

    Europese Politiedienst — Bijdrage voor titel 3

    3.1

    18 582 500

    18 582 500

    20 869 261

    17 869 261

    19 757 000,—

    19 757 000,—

     

    Artikel 18 05 02 — Subtotaal

     

    75 182 500

    75 182 500

    82 505 000

    79 505 000

    83 469 000,—

    83 469 000,—

    18 05 04

    Voorbereidende actie — Voltooiing van voorbereidende acties ten behoeve van de slachtoffers van terrorisme

    3.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    18 05 05

    Europese Politieacademie

    18 05 05 01

    Europese Politieacademie — Bijdrage voor titel 1 en 2

    3.1

    4 622 140

    4 622 140

    3 917 430

    3 917 430

    3 927 000,—

    3 927 000,—

    18 05 05 02

    Europese Politieacademie — Bijdrage voor titel 3

    3.1

    3 828 500

    3 828 500

    4 533 210

    4 533 210

    4 414 000,—

    4 414 000,—

     

    Artikel 18 05 05 — Subtotaal

     

    8 450 640

    8 450 640

    8 450 640

    8 450 640

    8 341 000,—

    8 341 000,—

    18 05 06

    Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding

    3.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    136 868,41

    18 05 07

    Voltooiing crisisbeheersingscapaciteit

    3.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    228,—

    18 05 08

    Preventie en paraatheid inzake terrorisme en beheersing van de gevolgen ervan

    3.1

    9 680 000

    6 110 248

    23 280 000

    7 546 710

    22 400 000,—

    6 721 789,44

    Reserves (40 02 41)

     

    2 420 000

    1 550 000

     

     

     

     

     

     

    12 100 000

    7 660 248

    23 280 000

    7 546 710

    22 400 000,—

    6 721 789,44

    18 05 09

    Preventie en bestrijding van criminaliteit

    3.1

    42 520 000

    27 594 669

    117 570 000

    34 903 533

    99 184 349,94

    34 129 367,35

    Reserves (40 02 41)

     

    10 630 000

    7 000 000

     

     

     

     

     

     

    53 150 000

    34 594 669

    117 570 000

    34 903 533

    99 184 349,94

    34 129 367,35

    18 05 11

    Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

    18 05 11 01

    Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — Bijdrage voor titels 1 en 2

    3.1

    11 091 894

    11 091 894

    10 629 367

    10 629 367

    10 923 391,87

    10 923 391,87

    18 05 11 02

    Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — Bijdrage voor titel 3

    3.1

    4 355 106

    4 355 106

    3 935 553

    3 935 553

    4 476 608,13

    4 476 608,13

     

    Artikel 18 05 11 — Subtotaal

     

    15 447 000

    15 447 000

    14 564 920

    14 564 920

    15 400 000,—

    15 400 000,—

     

    Hoofdstuk 18 05 — Totaal

     

    151 280 140

    132 785 057

    246 370 560

    144 970 803

    228 794 349,94

    148 303 832,51

    Reserves (40 02 41)

     

    13 050 000

    8 550 000

     

     

     

     

     

     

    164 330 140

    141 335 057

    246 370 560

    144 970 803

    228 794 349,94

    148 303 832,51

    18 05 01     Samenwerkingsprogramma’s op het gebied van justitie en binnenlandse zaken — Titel VI

    18 05 01 01   Voltooiing van de samenwerkingsprogramma’s op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, en van het programma AGIS

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    105 579,31

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Gemeenschappelijk Optreden 98/245/JBZ van 19 maart 1998, door de Raad vastgesteld op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, houdende een uitwisselings-, opleidings- en samenwerkingsprogramma voor personen die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit (programma Falcone) (PB L 99 van 31.3.1998, blz. 8).

    Besluit 2001/512/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor beoefenaars van juridische beroepen (Grotius II — strafrechtelijk) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 1).

    Besluit 2001/513/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten van de Europese Unie (Oisin II) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 4).

    Besluit 2001/514/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor personen die verantwoordelijk zijn voor acties tegen mensenhandel en seksuele uitbuiting van kinderen (Stop II) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 7).

    Besluit 2001/515/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking op het gebied van criminaliteitspreventie (Hippocrates) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 11).

    Besluit 2002/630/JBZ van de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van een kaderprogramma betreffende politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (AGIS) (PB L 203 van 1.8.2002, blz. 5).

    18 05 01 03   Voltooiing van het programma Erasmus voor rechters (uitwisselingsprogramma voor gerechtelijke instanties)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    18 05 02     Europese Politiedienst (Europol)

    18 05 02 01   Europese Politiedienst — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    56 600 000

    56 600 000

    61 635 739

    61 635 739

    63 712 000,—

    63 712 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van Europol (titels 1 en 2).

    Europol moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement, die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van Europol is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) (PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37).

    18 05 02 02   Europese Politiedienst — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 582 500

    18 582 500

    20 869 261

    17 869 261

    19 757 000,—

    19 757 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van de Europese Politiedienst (titel 3).

    Europol moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement, die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 82 120 500 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 75 182 500 EUR is een bedrag van 6 938 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Rechtsgronden

    Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) (PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37).

    18 05 04     Voorbereidende actie — Voltooiing van voorbereidende acties ten behoeve van de slachtoffers van terrorisme

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    18 05 05     Europese Politieacademie

    18 05 05 01   Europese Politieacademie — Bijdrage voor titel 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 622 140

    4 622 140

    3 917 430

    3 917 430

    3 927 000,—

    3 927 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Europese Politieacademie (titels 1 en 2).

    De Academie moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van de Academie is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA) (PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63).

    18 05 05 02   Europese Politieacademie — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 828 500

    3 828 500

    4 533 210

    4 533 210

    4 414 000,—

    4 414 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van de Europese Politieacademie (titel 3).

    De Academie moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 8 450 640 EUR.

    Rechtsgronden

    Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA) (PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63).

    18 05 06     Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    136 868,41

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    18 05 07     Voltooiing crisisbeheersingscapaciteit

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    228,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Taken voortvloeiend uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van het Financieel Reglement.

    18 05 08     Preventie en paraatheid inzake terrorisme en beheersing van de gevolgen ervan

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 05 08

    9 680 000

    6 110 248

    23 280 000

    7 546 710

    22 400 000,—

    6 721 789,44

    Reserves (40 02 41)

    2 420 000

    1 550 000

     

     

     

     

    Totaal

    12 100 000

    7 660 248

    23 280 000

    7 546 710

    22 400 000,—

    6 721 789,44

    Toelichting

    Op het gebied van de preventie van en de paraatheid voor terroristische aanslagen dient dit krediet ter ondersteuning van de volgende gebieden:

    de aanmoediging, bevordering en ondersteuning van de beoordeling van de risico’s en dreigingen ten aanzien van kritieke infrastructuur, met inbegrip van evaluaties ter plaatse, teneinde mogelijke doelwitten van terroristische aanslagen in kaart te brengen en na te gaan of er behoefte bestaat aan verbetering van de veiligheid ervan;

    de bevordering en ondersteuning van de ontwikkeling van gemeenschappelijke veiligheidsnormen, inclusief voor wat de internetveiligheid betreft, en van de uitwisseling van knowhow en ervaring in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur;

    de bevordering en ondersteuning van de coördinatie en de samenwerking op uniaal niveau op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur.

    Op het gebied van de beheersing van de gevolgen in geval van terroristische aanslagen dient dit krediet ter ondersteuning van de volgende gebieden:

    de aanmoediging, bevordering en ondersteuning van de uitwisseling van knowhow, ervaring en technologie in verband met de mogelijke gevolgen van terroristische aanslagen;

    de stimulering, bevordering en ondersteuning van de ontwikkeling van een passende methodologie en van rampenplannen, ook met betrekking tot een Europese strategie voor cyberveiligheid;

    maatregelen om ervoor te zorgen dat op het moment zelf specifieke kennis inzake terrorisme wordt ingebracht in het kader van de algemene crisisbeheersing en de mechanismen voor snelle waarschuwing en civiele bescherming.

    Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende maatregelen:

    acties ter bevordering van de operationele samenwerking en coördinatie (versterking van netwerkvorming, van het wederzijdse vertrouwen en begrip, ontwikkeling van rampenplannen, uitwisseling en verspreiding van informatie, ervaringen en beste praktijken);

    analyse-, toezicht-, evaluatie-, audit- en inspectieactiviteiten;

    ontwikkeling en overdracht van technologie en methodologie, met name met betrekking tot de uitwisseling van informatie en interoperabiliteit;

    opleiding, uitwisseling van personeel en deskundigen;

    bewustmakings- en verspreidingsactiviteiten, en

    verlening van financiële steun voor projecten die tot doel hebben de slachtoffers van terrorisme en/of hun familieleden te helpen zich te herstellen van hun beproevingen dankzij sociale of psychologische bijstand door organisaties en/of netwerken, alsook voor projecten om de publieke opinie te mobiliseren tegen alle vormen van terrorisme. Een deel van het krediet zal hoofdzakelijk worden gebruikt voor verbetering van de rechtsbijstand en de adviesverlening aan de slachtoffers en hun familie.

    Een deel van het krediet zal hoofdzakelijk worden gebruikt om de rechtsbijstand en adviesverstrekking aan de slachtoffers van terrorisme en hun families te verbeteren.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De reserve zal worden vrijgemaakt wanneer het Europees Parlement en de Raad een bevredigende oplossing vinden met betrekking tot het Schengenbeheer.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/124/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico's: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen voor de periode 2007-2013, als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma betreffende „Veiligheid en bescherming van de vrijheden” voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 124 final).

    18 05 09     Preventie en bestrijding van criminaliteit

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 05 09

    42 520 000

    27 594 669

    117 570 000

    34 903 533

    99 184 349,94

    34 129 367,35

    Reserves (40 02 41)

    10 630 000

    7 000 000

     

     

     

     

    Totaal

    53 150 000

    34 594 669

    117 570 000

    34 903 533

    99 184 349,94

    34 129 367,35

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:

    de bevordering en ontwikkeling van de coördinatie, samenwerking en het wederzijds begrip onder rechtshandhavingsinstanties en andere instellingen (met name organisaties die zich inzetten voor de preventie van geweld en criminaliteit) andere nationale autoriteiten en organen op uniaal niveau;

    de aanmoediging, bevordering en ontwikkeling van de horizontale methoden en instrumenten die nodig zijn voor een strategische preventie en bestrijding van criminaliteit en cybercriminaliteit, zoals de preventie van stedelijk geweld, met name van minderjarigen, of maatregelen ter voorkoming en bestrijding van jeugdcriminaliteit door middel van de uitwisseling van best practices, netwerken van verantwoordelijke autoriteiten en de uitvoering van proefprojecten, ook op het gebied van de rehabilitatie van minderjarigen die uit de gevangenis komen, partnerschappen tussen de overheid en de particuliere sector, beproefde methoden ter voorkoming van criminaliteit, vergelijkbare statistieken en toegepaste criminologie;

    verbetering van de samenwerking met betrekking tot de confiscatie en de inbeslagneming van activa en de opbrengsten van illegale activiteiten van criminele organisaties tussen de nationale agentschappen bevoegd voor de terugname van activa; en

    de bevordering en ontwikkeling van beste praktijken voor de bescherming van slachtoffers van criminaliteit, met inbegrip van slachtoffers met specifieke behoeften, zoals slachtoffers van op gender gebaseerd geweld, slachtoffers van geweld binnen persoonlijke relaties en getuigen.

    Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende maatregelen:

    acties ter bevordering van de operationele samenwerking en coördinatie (versterking van netwerkvorming, van het wederzijdse vertrouwen en begrip, uitwisseling en verspreiding van informatie, ervaringen en beste praktijken);

    analyse-, toezicht- en evaluatieactiviteiten;

    ontwikkeling en overdracht van technologie en methodologie;

    opleiding, uitwisseling van personeel en deskundigen, en

    bewustmakings- en verspreidingsactiviteiten.

    Een deel van het krediet dient ter financiering van het opzetten van een uniale hotline voor slachtoffers van mensensmokkel, met het oog op de invoering van een enig gemeenschappelijk telefoonnummer in alle lidstaten ter waarborging van gelijke normen voor sociale, psychologische of juridische bijstand voor slachtoffers van mensensmokkel en, zo mogelijk, om aan de behoefte aan onderdak te voldoen. In dit project zullen verschillende belanghebbenden worden betrokken: nationale regelgevende autoriteiten die telefoonlijnen beschikbaar stellen, telecommunicatiebedrijven, gespecialiseerde ngo's, lokaal en professioneel personeel en handhavingsautoriteiten (voor de uitwisseling van informatie over smokkelaars en personen die betrokken zijn bij mensensmokkel).

    Een deel van de kredieten zal worden gebruikt om de preventie te verbeteren van criminele activiteiten die in grensgebieden worden verricht door rondtrekkende criminele bendes.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De reserve zal worden vrijgemaakt wanneer het Europees Parlement en de Raad een bevredigende oplossing vinden met betrekking tot het Schengenbeheer.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/125/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Preventie en de bestrijding van criminaliteit voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 7).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van het kaderprogramma „Veiligheid en bescherming van de vrijheden” voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 124 final).

    18 05 11     Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

    18 05 11 01   Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 091 894

    11 091 894

    10 629 367

    10 629 367

    10 923 391,87

    10 923 391,87

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Waarnemingscentrum (titels 1 en 2).

    Het Waarnemingscentrum moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van het Waarnemingscentrum is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (herschikking) (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1).

    18 05 11 02   Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 355 106

    4 355 106

    3 935 553

    3 935 553

    4 476 608,13

    4 476 608,13

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Waarnemingscentrum met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    Het Waarnemingscentrum moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 15 550 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 15 447 000 EUR is een bedrag van 103 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (herschikking) (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1).

    HOOFDSTUK 18 08 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 08

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

    18 08 01

    Prince — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

    3.1

    2 900 000

    1 433 208

    2 800 000

    1 437 648

    2 700 000,—

    992 035,29

    18 08 05

    Evaluatie en effectbeoordeling

    3.1

    600 000

    377 576

    600 000

    377 335

    487 025,—

    468 741,42

     

    Hoofdstuk 18 08 — Totaal

     

    3 500 000

    1 810 784

    3 400 000

    1 814 983

    3 187 025,—

    1 460 776,71

    18 08 01     Prince — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 900 000

    1 433 208

    2 800 000

    1 437 648

    2 700 000,—

    992 035,29

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor prioritaire informatiemaatregelen op het gebied van binnenlandse zaken.

    Het dient ter financiering van voorlichtingsacties en communicatiemaatregelen op het gebied van binnenlandse zaken met betrekking tot de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (interne websites, openbare evenementen, communicatieproducten, Eurobarometer-enquêtes enz.). Deze maatregelen zijn bedoeld als effectief kanaal voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Unie, de belanghebbenden en de instellingen van de Unie, waarbij, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten, rekening wordt gehouden met specifieke nationale, regionale en plaatselijke kenmerken.

    De Commissie heeft een reeks mededelingen aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie (COM(2001) 354 final en COM(2002) 350 final) vastgesteld. In deze mededelingen wordt een kader voorgesteld voor interinstitutionele samenwerking die uitgebreid wordt tot de lidstaten met het oog op de ontwikkeling van een voorlichtings- en communicatiestrategie van de Unie.

    De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, stelt gezamenlijke richtsnoeren vast voor de onderwerpen die onder de interinstitutionele samenwerking op het gebied van het uniale voorlichtings- en communicatiebeleid vallen. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte gecentraliseerde en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. De IGV stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van door de Commissie verstrekte informatie.

    Rechtsgronden

    Taken voortvloeiend uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van het Financieel Reglement.

    18 08 05     Evaluatie en effectbeoordeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    600 000

    377 576

    600 000

    377 335

    487 025,—

    468 741,42

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

    het uitbreiden van evaluatie tot alle activiteiten (beleid en wetgeving);

    het scheppen van meer ruimte voor evaluatie in de strategische planning en programmering;

    het afronden van de methodologische werkzaamheden die nodig zijn voor het ontwikkelen van beleidsevaluatie;

    het toepassen van het beleidsevaluatiekader op alle belangrijke beleidsterreinen van het Stockholmprogramma;

    het voorbereiden van de uitvoering van proefprojecten en voorbereidende acties.

    Rechtsgronden

    Taken voortvloeiend uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van het Financieel Reglement.

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BINNENLANDSE ZAKEN

    TITEL 19

    EXTERNE BETREKKINGEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

    163 646 024

    163 646 024

    163 316 368

    163 316 368

    155 283 443,31

    155 283 443,31

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 345

    16 345

     

     

     

    163 646 024

    163 646 024

    163 332 713

    163 332 713

    155 283 443,31

    155 283 443,31

    19 02

    SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL

    58 000 000

    31 629 412

    57 648 000

    50 684 001

    55 640 699,99

    38 603 432,79

    19 03

    GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

    395 832 000

    316 294 119

    362 464 000

    302 277 340

    331 644 664,42

    308 460 348,68

    19 04

    EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR)

    166 086 000

    119 504 504

    165 065 000

    138 748 116

    161 293 098,95

    123 059 078,44

    19 05

    BETREKKINGEN EN SAMENWERKING MET GEÏNDUSTRIALISEERDE DERDE LANDEN

    23 400 000

    18 285 754

    24 021 000

    20 154 828

    25 109 287,17

    20 055 675,88

    19 06

    CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID

    393 793 000

    218 612 706

    377 189 700

    258 779 119

    359 143 991,05

    237 759 005,59

    19 08

    EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND

    2 491 284 700

    1 315 771 867

    2 365 742 646

    1 353 926 745

    2 066 867 943,36

    1 448 913 485,19

    19 09

    BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA

    387 064 000

    275 863 267

    374 323 000

    280 953 257

    351 506 000,—

    281 916 029,57

    19 10

    BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN)

    893 490 519

    605 451 673

    896 201 500

    677 438 920

    881 213 305,43

    670 392 693,58

    19 11

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

    28 630 000

    24 364 531

    28 000 000

    28 445 858

    27 408 243,13

    27 772 089,65

    19 49

    UITGAVEN VOOR ADMINISTRATIEF BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET FINANCIEEL REGLEMENT VAN 21 DECEMBER 1977

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Titel 19 — Totaal

    5 001 226 243

    3 089 423 857

    4 813 971 214

    3 274 724 552

    4 415 110 676,81

    3 312 215 282,68

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 345

    16 345

     

     

     

    5 001 226 243

    3 089 423 857

    4 813 987 559

    3 274 740 897

    4 415 110 676,81

    3 312 215 282,68

    HOOFDSTUK 19 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    19 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

    19 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    19 01 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

    5

    7 265 123

    7 394 602

    8 985 258,71

    19 01 01 02

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    5

    6 933 652

    6 376 989

    7 212 684,60

     

    Artikel 19 01 01 — Subtotaal

     

    14 198 775

    13 771 591

    16 197 943,31

    19 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    19 01 02 01

    Extern personeel van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

    5

    1 656 669

    1 685 884

    1 490 447,90

    19 01 02 02

    Extern personeel in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    5

    857 444

    817 380

    505 306,—

    19 01 02 11

    Overige beheersuitgaven voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

    5

    585 573

    567 077

    391 744,88

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 345

     

     

     

    585 573

    583 422

    391 744,88

    19 01 02 12

    Overige beheersuitgaven in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    5

    435 830

    441 438

    467 754,—

     

    Artikel 19 01 02 — Subtotaal

     

    3 535 516

    3 511 779

    2 855 252,78

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 345

     

     

     

    3 535 516

    3 528 124

    2 855 252,78

    19 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    19 01 03 01

    Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

    5

    459 764

    472 132

    779 678,16

    19 01 03 02

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven van de delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    5

    3 609 319

    3 524 000

    3 333 663,—

     

    Artikel 19 01 03 — Subtotaal

     

    4 069 083

    3 996 132

    4 113 341,16

    19 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    19 01 04 01

    Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    57 680 196

    59 632 000

    60 413 638,12

    19 01 04 02

    Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    57 314 454

    56 347 566

    45 598 304,75

    19 01 04 03

    Stabiliteitsinstrument — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    9 100 000

    8 144 000

    7 944 046,75

    19 01 04 04

    Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    500 000

    500 000

    0,—

    19 01 04 05

    Evaluatie van de resultaten van hulp van de Unie en follow-up- en auditmaatregelen — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    p.m.

    p.m.

    1 599 916,44

    19 01 04 06

    Instrument voor samenwerking inzake nucleaire veiligheid (Instrument for Nuclear Safety Cooperation — INSC) — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    1 400 000

    1 274 300

    1 268 300,—

    19 01 04 07

    Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (European Instrument for Democracy and Human Rights — EIDHR) — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    10 981 000

    11 460 000

    10 671 700,—

    19 01 04 08

    Instrument voor geïndustrialiseerde landen (Industrialised Countries Instrument — ICI) — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    100 000

    100 000

    0,—

    19 01 04 20

    Uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    4

    p.m.

    p.m.

    0,—

    19 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    4

    4 767 000

    4 579 000

    4 621 000,—

     

    Artikel 19 01 04 — Subtotaal

     

    141 842 650

    142 036 866

    132 116 906,06

     

    Hoofdstuk 19 01 — Totaal

     

    163 646 024

    163 316 368

    155 283 443,31

    Reserves (40 01 40)

     

     

    16 345

     

     

     

    163 646 024

    163 332 713

    155 283 443,31

    19 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    19 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 265 123

    7 394 602

    8 985 258,71

    Toelichting

    Er wordt in de Commissie meer personeel ingezet voor crisisbeheersing, om te zorgen voor voldoende capaciteit voor de follow-up van voorstellen van organisaties uit het maatschappelijk middenveld voor de reactie op crises.

    19 01 01 02   Uitgaven voor personeel in actieve dienst in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 933 652

    6 376 989

    7 212 684,60

    Toelichting

    De Commissie neemt hooggekwalificeerd, stabiel en gespecialiseerd personeel aan voor kwesties die te maken hebben met mensenrechten.

    Er wordt voldoende personeel ingezet voor crisisbeheersing, ten behoeve van de follow-up van voorstellen van organisaties uit het maatschappelijk middenveld voor de reactie op crises.

    19 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    19 01 02 01   Extern personeel van de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 656 669

    1 685 884

    1 490 447,90

    19 01 02 02   Extern personeel in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    857 444

    817 380

    505 306,—

    19 01 02 11   Overige beheersuitgaven voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    19 01 02 11

    585 573

    567 077

    391 744,88

    Reserves (40 01 40)

     

    16 345

     

    Totaal

    585 573

    583 422

    391 744,88

    19 01 02 12   Overige beheersuitgaven in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    435 830

    441 438

    467 754,—

    19 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    19 01 03 01   Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    459 764

    472 132

    779 678,16

    19 01 03 02   Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven van de delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 609 319

    3 524 000

    3 333 663,—

    19 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    19 01 04 01   Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    57 680 196

    59 632 000

    60 413 638,12

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel in het hoofdkantoor mogen maximaal 4 337 552 EUR bedragen; Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

    uitgaven voor extern personeel in delegaties van de Unie (arbeidscontractanten, lokale medewerkers of gedetacheerde nationale deskundigen) met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen, vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van de hoofdstukken 19 02, 19 09 en 19 10.

    19 01 04 02   Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    57 314 454

    56 347 566

    45 598 304,75

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel in het hoofdkantoor mogen maximaal 4 846 907 EUR bedragen; Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

    uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 08.

    19 01 04 03   Stabiliteitsinstrument — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 100 000

    8 144 000

    7 944 046,75

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor extern personeel in delegaties van de Unie (arbeidscontractanten, lokale medewerkers of gedetacheerde nationale deskundigen) met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

    uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Dit krediet dekt de uitgaven voor administratief beheer uit hoofde van de artikelen 19 05 02, 19 06 01, 19 06 02 en 19 06 03.

    19 01 04 04   Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    500 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van ondersteuning voor de tenuitvoerlegging van maatregelen in het kader van het GBVB waarvoor de Commissie niet beschikt over de vereiste ervaring of een beroep op aanvullende steun dient te doen. Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Dit krediet dekt de administratieve uitgaven in het kader van de artikelen 19 03 01, 19 03 02 en 19 03 06.

    19 01 04 05   Evaluatie van de resultaten van hulp van de Unie en follow-up- en auditmaatregelen — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    1 599 916,44

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand de komende jaren aflopen.

    Het dient ook ter dekking van activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw en bijscholing, gericht op belangrijke belanghebbenden betrokken bij het ontwerp en de uitvoering van programma’s voor buitenlandse hulp.

    Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 19 11 01.

    19 01 04 06   Instrument voor samenwerking inzake nucleaire veiligheid (Instrument for Nuclear Safety Cooperation — INSC) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 400 000

    1 274 300

    1 268 300,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 968 300 EUR bedragen; Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van de artikelen 19 05 02 en 19 06 04.

    19 01 04 07   Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (European Instrument for Democracy and Human Rights — EIDHR) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    10 981 000

    11 460 000

    10 671 700,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand. De uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 1 950 000 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per mensjaar, bestaande voor 95 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % uit de extra kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

    uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 04.

    19 01 04 08   Instrument voor geïndustrialiseerde landen (Industrialised Countries Instrument — ICI) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    100 000

    100 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 19 05 01.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    19 01 04 20   Uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van de hoofdstukken 19 02, 19 04, 19 06, 19 08, 19 09 en 19 10.

    19 01 04 30   Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 767 000

    4 579 000

    4 621 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de werkingskosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit het beheer van de operationele programma’s op het gebied van het beleidsterrein externe betrekkingen (rubriek 4) die in het kader van de hoofdstukken 19 05, 19 06, 19 08, 19 09 en 19 10 aan het Agentschap werden toevertrouwd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 39).

    Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur — overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

    HOOFDSTUK 19 02 — SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 02

    SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL

    19 02 01

    Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

    4

    58 000 000

    31 629 412

    57 648 000

    50 684 001

    55 640 699,99

    38 603 432,79

     

    Hoofdstuk 19 02 — Totaal

     

    58 000 000

    31 629 412

    57 648 000

    50 684 001

    55 640 699,99

    38 603 432,79

    19 02 01     Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    58 000 000

    31 629 412

    57 648 000

    50 684 001

    55 640 699,99

    38 603 432,79

    Toelichting

    In het kader van de rationalisering en vereenvoudiging van de instrumenten voor extern beleid voor de periode van het meerjarig financieel kader 2007-2013 werd het Aeneas-programma dat voorziet in financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel en op 10 maart 2004 werd vastgesteld en een vervolg was op de voorbereidende acties voor 2001 tot en met 2003 en de mededeling van de Commissie van 3 december 2002 aan de Raad en het Europees Parlement, getiteld „Integratie van migratievraagstukken in de betrekkingen van de Europese Unie met derde landen” (COM(2002) 703 definitief), vervangen door een thematisch programma voor samenwerking met derde landen op dit gebied in het kader van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) (Verordening (EG) nr. 1905/2006).

    Het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking heeft als algemene doelstelling de externe bijstand van de Unie doeltreffender te maken. In het kader van dit programma heeft het thematische programma voor samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel tot doel derde landen te ondersteunen in hun inspanningen voor een beter beheer van de migratiestromen in al hun dimensies. De kredieten zijn bedoeld voor het verstrekken van specifieke en aanvullende technische en financiële bijstand voor derde landen om deze landen te ondersteunen bij hun inspanningen.

    Het uniale programma voor samenwerking met derde herkomst- en transitlanden en -regio's heeft tot doel de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, de braindrain van zuid naar noord terug te dringen, een goed beheerde arbeidsmigratie te bevorderen, de illegale migratie te bestrijden, de mensensmokkel en -handel te bestrijden en de overname van illegalen te vergemakkelijken, migranten te beschermen en derde landen te helpen bij het verbeteren van hun capaciteit om te voldoen aan hun internationale verplichtingen op het gebied van migratie en asiel.

    In het kader van het samenwerkingsprogramma van de Unie worden geschikte maatregelen gefinancierd die stroken met nationale en regionale samenwerkings- en ontwikkelingsstrategieën van de Unie met betrekking tot de betrokken derde landen en een aanvulling vormen op de maatregelen — in het bijzonder op het gebied van migratie, asiel, grenscontrole, vluchtelingen en ontheemden — die zijn voorzien voor de tenuitvoerlegging van deze strategieën die worden gefinancierd met andere instrumenten van de Unie op het gebied van samenwerking en ontwikkeling.

    In het kader van de nieuwe strategie zal dit thematische programma ook rekening houden met migratie die het gevolg is van klimaatverandering. Een essentieel criterium voor de toepassing van dit instrument vormt de naleving van de democratische beginselen en de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Zo nodig, en voor zover mogelijk, zullen de te financieren maatregelen worden verbonden aan maatregelen die gericht zijn op het versterken van de democratie en de rechtsstaat alsmede de naleving van internationale instrumenten op dit gebied, met inbegrip van het Verdrag van Genève van 1951 inzake de status van vluchtelingen.

    De partners die uit hoofde van dit krediet voor financiële steun in aanmerking komen, zijn regionale en internationale organisaties en bureaus (in het bijzonder bureaus van de Verenigde Naties), niet-gouvernementele organisaties of andere niet-overheidsorganen, federale, nationale, provinciale en lokale overheden van derde landen, hun departementen en bureaus, instituten, verenigingen en publieke en particuliere ondernemingen.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 491/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot instelling van een programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel (Aeneas) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 getiteld „Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013” (COM(2005) 324 definitief).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 getiteld „Thematisch programma voor de samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel” (COM(2006) 26 definitief).

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld „Het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid vergroten: een agenda voor verandering” (COM(2011) 637 final)

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld „De totaalaanpak van migratie en mobiliteit” (COM(2011) 743 final).

    HOOFDSTUK 19 03 — GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 03

    GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

    19 03 01

    Maatregelen voor crisisbeheersing, conflictpreventie, -oplossing en -stabilisering, monitoring- en veiligheidsprocessen

    19 03 01 01

    Waarnemingsmissie in Georgië

    4

    23 000 000

    22 733 640

    31 000 000

    26 632 197

    23 900 000,—

    23 702 979,85

    19 03 01 02

    EULEX Kosovo

    4

    140 000 000

    108 726 103

    155 000 000

    133 160 983

    160 123 600,—

    144 000 000,—

    19 03 01 03

    EUPOL AFGHANISTAN

    4

    61 000 000

    57 328 309

    53 000 000

    42 955 156

    60 500 000,—

    54 025 314,—

    19 03 01 04

    Overige maatregelen voor crisisbeheersing

    4

    90 000 000

    64 247 243

    61 714 000

    51 586 278

    69 549 324,—

    60 084 347,52

     

    Artikel 19 03 01 — Subtotaal

     

    314 000 000

    253 035 295

    300 714 000

    254 334 614

    314 072 924,—

    281 812 641,37

    19 03 02

    Non-proliferatie en ontwapening

    4

    19 500 000

    17 791 544

    20 000 000

    14 557 025

    2 497 700,—

    15 191 019,77

    19 03 04

    Noodmaatregelen

    4

    34 000 000

    24 710 478

    35 000 000

    28 636 770

    0,—

    0,—

    19 03 05

    Voorbereidende en follow-upmaatregelen

    4

    8 332 000

    4 942 096

    6 750 000

    4 510 291

    132 190,42

    216 748,59

    19 03 06

    Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

    4

    20 000 000

    15 814 706

    p.m.

    238 640

    14 941 850,—

    11 239 938,95

     

    Hoofdstuk 19 03 — Totaal

     

    395 832 000

    316 294 119

    362 464 000

    302 277 340

    331 644 664,42

    308 460 348,68

    Toelichting

    De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid moet waarborgen dat het Europees Parlement nauw wordt betrokken bij alle stadia van het besluitvormingsproces. De gezamenlijke informatiebijeenkomsten die zijn vastgelegd in punt 43 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1), en die op basis van de verklaring van de hoge vertegenwoordiger over politieke verantwoordingsplicht (PB C 210 van 3.8.2010, blz. 1) verder moeten worden geïntensiveerd, dienen een continue dialoog te bewerkstelligen tussen de hoge vertegenwoordiger en het Europees Parlement met betrekking tot de voornaamste keuzes en aspecten van het GBVB van de Unie, met inbegrip van overleg voorafgaand aan de vaststelling van mandaten en strategieën.

    19 03 01     Maatregelen voor crisisbeheersing, conflictpreventie, -oplossing en -stabilisering, monitoring- en veiligheidsprocessen

    Toelichting

    Maatregelen voor crisisbeheersing in het kader van gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en acties op het gebied van monitoring en verificatie van vredesprocessen, conflictoplossing en andere stabiliseringsactiviteiten, rechtsstaat- en politiemissies vallen onder dit artikel. Er kunnen acties worden ondernomen om toezicht te houden op grensovergangen, vredes- of wapenstilstandsovereenkomsten of meer algemene ontwikkelingen met betrekking tot de politieke situatie en de veiligheid. Alle uit dit begrotingshoofdstuk te financieren acties moeten een civiel karakter dragen.

    19 03 01 01   Waarnemingsmissie in Georgië

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    23 000 000

    22 733 640

    31 000 000

    26 632 197

    23 900 000,—

    23 702 979,85

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde relevante rechtsgrond.

    Rechtsgronden

    Besluit 2010/452/GBVB van de Raad van 12 augustus 2010 inzake de Waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, EUMM Georgia (PB L 213 van 13.8.2010, blz. 43).

    19 03 01 02   EULEX Kosovo

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    140 000 000

    108 726 103

    155 000 000

    133 160 983

    160 123 600,—

    144 000 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, in overeenstemming met de relevante door de Raad vastgestelde rechtsgrond.

    Rechtsgronden

    Gemeenschappelijk Optreden 2008/124/GBVB van de Raad van 4 februari 2008 inzake de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, EULEX Kosovo (PB L 42 van 16.2.2008, blz. 92).

    19 03 01 03   EUPOL AFGHANISTAN

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    61 000 000

    57 328 309

    53 000 000

    42 955 156

    60 500 000,—

    54 025 314,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan, in overeenstemming met de relevante door de Raad vastgestelde rechtsgrond.

    Rechtsgronden

    Besluit 2010/279/GBVB van de Raad van 18 mei 2010 over de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL Afghanistan) (PB L 123 van 19.5.2010, blz. 4).

    19 03 01 04   Overige maatregelen voor crisisbeheersing

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    90 000 000

    64 247 243

    61 714 000

    51 586 278

    69 549 324,—

    60 084 347,52

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak, in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde relevante rechtsgrond.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de politiemissie van de Europese Unie op het gebied van de hervorming van de veiligheidssector en haar interface met justitie in de Democratische Republiek Congo, in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde relevante rechtsgrond. Dit krediet dient eveneens ter dekking van de kosten voor het verhogen van de capaciteit van EUPOL RD Congo op het gebied van mensenrechten en rechten van de vrouw.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de politiemissie van de Europese Unie ter verstrekking van advies en bijstand voor de hervorming van de veiligheidssector, in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde relevante rechtsgrond.

    Dit krediet dient eveneens ter dekking van de kosten voor het verhogen van de capaciteit van EUSEC RD Congo op het gebied van mensenrechten en rechten van de vrouw.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de politiemissie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina, in overeenstemming met de relevante door de Raad vastgestelde rechtsgrond.

    Dit krediet dient ter dekking van de missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah, in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde relevante rechtsgrond.

    Dit krediet dient ter dekking van de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden, in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde relevante rechtsgrond.

    Dit krediet dient ter financiering van andere GVDB-operaties dan EUMM Georgië, EULEX Kosovo, EUPOL Afghanistan, EUJUST LEX Irak, EUPOL RD Congo, EUSEC RD Congo, EUPM Bosnië en Herzegovina, EUBAM Rafah en EUPOL COPPS.

    Het dient ook bij te dragen aan de werking van het secretariaat van de Europese Veiligheids- en Defensieacademie en het op internet gebaseerd systeem voor geavanceerd afstandsonderwijs van het EVDA.

    Rechtsgronden

    Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB van de Raad van 25 november 2005 tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah (EU BAM Rafah) (PB L 327 van 14.12.2005, blz. 28).

    Besluit 2010/330/GBVB van de Raad van 14 juni 2010 inzake de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak, EUJUST LEX-IRAQ (PB L 149 van 15.6.2010, blz. 12).

    Besluit 2010/565/GBVB van de Raad van 21 september 2010 betreffende de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo) (PB L 248 van 22.9.2010, blz. 59).

    Besluit 2010/576/GBVB van de Raad van 23 september 2010 inzake de politiemissie van de Europese Unie op het gebied van de hervorming van de veiligheidssector en haar interface met justitie in de Democratische Republiek Congo (EUPOL RD Congo) (PB L 254 van 29.9.2010, blz. 33).

    Besluit 2010/784/GBVB van de Raad van 17 december 2010 betreffende de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS) (PB L 335 van 18.12.2010, blz. 60).

    Besluit 2011/781/GBVB van de Raad van 1 december 2011 inzake de politiemissie van de Europese Unie, EUPM in Bosnië en Herzegovina (BiH) (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 51).

    Besluit 2012/312/GVDB van de Raad van 18 juni 2012 betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie inzake luchtvaartbeveiliging in Zuid-Sudan (EUAVSEC-South Sudan) (PB L 158 van 19.6.2012, blz. 17).

    Besluit 2012/389/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de missie van de Europese Unie voor de opbouw van regionale maritieme capaciteit in de Hoorn van Afrika (EUCAP NESTOR) (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 40).

    Besluit 2012/392/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 betreffende de GVDB-missie van de Europese Unie in Niger (EUCAP Sahel Niger) (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 48).

    19 03 02     Non-proliferatie en ontwapening

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 500 000

    17 791 544

    20 000 000

    14 557 025

    2 497 700,—

    15 191 019,77

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van maatregelen die bijdragen tot de non-proliferatie van (nucleaire, chemische en biologische) massavernietigingswapens, vooral in het kader van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens van 3 december 2003. Hieronder valt ook steun voor maatregelen die ten uitvoer worden gelegd door internationale organisaties die op dit terrein actief zijn.

    Dit krediet dient ter financiering van maatregelen die bijdragen tot de non-proliferatie van conventionele wapens en operaties ter bestrijding van de destabiliserende accumulatie en handel in handvuurwapens en lichte wapens. Hieronder valt ook steun voor maatregelen die ten uitvoer worden gelegd door internationale organisaties die op dit terrein actief zijn.

    Rechtsgronden

    Gemeenschappelijk Optreden 2004/796/GBVB van de Raad van 22 november 2004 ter ondersteuning van de fysieke beveiliging van een nucleaire locatie in de Russische Federatie (PB L 349 van 25.11.2004, blz. 57.

    Gemeenschappelijk Optreden 2007/753/GBVB van de Raad van 19 november 2007 betreffende steun voor de activiteiten van de IAEA op het gebied van toezicht en verificatie in de Democratische Volksrepubliek Korea in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 304 van 22.11.2007, blz. 38).

    Gemeenschappelijk Optreden 2008/314/GBVB van de Raad van 14 april 2008 ter ondersteuning van de activiteiten van de IAEA op het gebied van nucleaire veiligheid en verificatie en ter uitvoering van maatregelen van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 107 van 17.4.2008, blz. 62).

    Gemeenschappelijk Optreden 2008/368/GBVB van de Raad van 14 mei 2008 ter ondersteuning van de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 127 van 15.5.2008, blz. 78).

    Gemeenschappelijk Optreden 2008/487/GBVB van de Raad van 23 juni 2008 ter ondersteuning van de universalisering en uitvoering van het Verdrag van 1997 inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens, in het kader van de Europese veiligheidsstrategie (PB L 165 van 26.6.2008, blz. 41).

    Gemeenschappelijk Optreden 2008/588/GBVB van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 189 van 17.7.2008, blz. 28).

    Gemeenschappelijk Standpunt 2008/858/GBVB van de Raad van 10 november 2008 ter ondersteuning van het Verdrag inzake biologische en toxinewapens (BTWC) in het kader van de uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 302 van 13.11.2008, blz. 29).

    Besluit 2008/974/GBVB van de Raad van 18 december 2008 ter ondersteuning van de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 345 van 23.12.2008, blz. 91).

    Besluit 2009/42/GBVB van de Raad van 19 januari 2009 inzake steun aan EU-activiteiten ter bevordering onder derde landen van het proces dat moet leiden tot een Wapenhandelsverdrag, in het kader van de Europese veiligheidsstrategie (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 39).

    Besluit 2009/569/GBVB van de Raad van 27 juli 2009 betreffende de ondersteuning van OPCW-activiteiten in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 197 van 29.7.2009, blz. 96).

    Besluit 2009/1012/GBVB van de Raad van 22 december 2009 inzake steun voor EU-activiteiten ter bevordering van de controle op wapenuitvoer en van de beginselen en criteria van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB bij derde landen (PB L 348 van 29.12.2009, blz. 16).

    Besluit 2010/179/GBVB van 11 maart 2010 ter ondersteuning van de wapenbeheersingsactiviteiten van het SEESAC in de westelijke Balkan in het kader van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor (PB L 80 van 26.3.2010, blz. 48).

    Besluit 2010/336/GBVB van de Raad van 14 juni 2010 betreffende activiteiten van de Europese Unie ter ondersteuning van het Wapenhandelsverdrag in het kader van de Europese veiligheidsstrategie (PB L 152 van 18.6.2010, blz. 14).

    Besluit 2010/461/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 219 van 20.8.2010, blz. 7).

    Besluit 2010/430/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 tot instelling van een Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie ter ondersteuning van de uitvoering van een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 202 van 4.8.2010, blz. 5).

    Besluit 2010/585/GBVB van de Raad van 27 september 2010 ter ondersteuning van de activiteiten van de IAEA op het gebied van nucleaire veiligheid en verificatie en ter uitvoering van maatregelen van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 259 van 1.10.2010, blz. 10).

    Besluit 2010/765/GBVB van de Raad van 2 december 2010 over een EU-optreden ter bestrijding van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) door de lucht (PB L 327 van 11.12.2010, blz. 44).

    Besluit 2010/799/GBVB van de Raad van 13 december 2010 ter bevordering van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, ter ondersteuning van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 341 van 23.12.2010, blz. 27).

    Besluit 2011/428/GBVB van de Raad van 18 juli 2011 betreffende de ondersteuning van de werkzaamheden van het VN-Bureau voor ontwapeningszaken ter uitvoering van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten (PB L 188 van 19.7.2011, blz. 37).

    19 03 04     Noodmaatregelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    34 000 000

    24 710 478

    35 000 000

    28 636 770

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van onvoorziene maatregelen uit hoofde van de posten 19 03 01, 19 03 02 en 19 03 06 waartoe in de loop van het begrotingsjaar kan worden besloten en die met spoed moeten worden uitgevoerd.

    Dit artikel wordt eveneens opgevat als flexibiliteitselement in de begroting van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, zoals omschreven in het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    19 03 05     Voorbereidende en follow-upmaatregelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    8 332 000

    4 942 096

    6 750 000

    4 510 291

    132 190,42

    216 748,59

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van voorbereidende werkzaamheden in verband met de vaststelling van de voorwaarden voor Unieoptreden op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de vaststelling van de noodzakelijke wetgevingsinstrumenten. Het kan dienen ter dekking van de kosten voor evaluatie- en analysemaatregelen (evaluatie vooraf van de middelen, specifieke studies, organisatie van vergaderingen, verkennende werkzaamheden ter plaatse). Met name op het gebied van crisisbeheersingsoperaties van de Unie en voor speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU) kunnen voorbereidende werkzaamheden onder meer dienen ter financiering van verkennend werk om de operationele vereisten voor een voorgenomen optreden te beoordelen, om te voorzien in de snelle eerste inzet van personeel en middelen (bijv. kosten van dienstreizen, aankoop van apparatuur, voorfinanciering van exploitatiekosten en verzekeringen in de opstartfase), of om ter plaatse de noodzakelijke maatregelen te nemen ter voorbereiding van de start van de operatie. Voorts kan dit krediet ook de kosten dekken van deskundigen die op het gebied van specifieke technische kwesties (bijv. vaststelling en beoordeling van leveringsbehoeften) steun verlenen aan crisisbeheersingsoperaties van de Unie of worden benut voor een veiligheidsopleiding voor personeelsleden die deel zullen uitmaken van een GBVB-missie of een SVEU-team.

    Met dit krediet worden de volgende kosten gedekt die betrekking hebben op de opslagplaats voor civiele GVDB-missies: beginvoorraad van het materieel, aanvulling van het materieel, andere diensten (aanbestedingen, ontvangst en controle, transitodiensten met uitvoer-invoeradministratie en verzekering, voorbereiding van het materieel voor verscheping).

    Het dekt tevens de kosten van de follow-upmaatregelen en de audits in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de financiering van alle uitgaven voor regularisatie van eerdere, reeds afgesloten maatregelen.

    Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die direct verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van de maatregelen die vallen onder de artikelen 19 03 01, 19 03 02 en 19 03 06.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende acties als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 03 06     Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    20 000 000

    15 814 706

    p.m.

    238 640

    14 941 850,—

    11 239 938,95

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de benoeming van de speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU’s) overeenkomstig artikel 33 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

    Bij de benoeming van SVEU's dienen gendergelijkheid en beleidsmaatregelen inzake gendermainstreaming geëerbiedigd te worden, en de benoeming van vrouwen tot SVEU dient derhalve te worden gestimuleerd.

    Dit krediet dekt de uitgaven in verband met de salarissen van de SVEU’s en de installatie van hun teams en/of hun ondersteunende structuren, met inbegrip van de andere personeelskosten dan de kosten in verband met door lidstaten van de Unie gedetacheerd personeel. Voorts dekt het de kosten van mogelijke, onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een SVEU uitgevoerde projecten.

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de benoeming van speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU's) in Afrika bezuiden de Sahara, in Noord-Afrika en het Middellandse Zeegebied, in de westelijke Balkan en de zuidelijke Kaukasus, in Azië en Centraal-Azië, en met een thematisch mandaat.

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de benoeming van andere speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU's) dan de SVEU's die zijn benoemd in Afrika bezuiden de Sahara, in Noord-Afrika en het Middellandse Zeegebied, in de westelijke Balkan en de zuidelijke Kaukasus, in Azië en Centraal-Azië, en met een thematisch mandaat.

    Rechtsgronden

    Besluit 2012/33/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten (PB L 19 van 24.1.2012, blz. 17).

    Besluit 2012/39/GBVB van de Raad van 25 januari 2012 houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo (PB L 23 van 26.1.2012, blz. 5).

    Besluit 2012/255/GBVB van de Raad van 14 mei 2012 houdende wijziging van Besluit 2011/427/GBVB tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan (PB L 126 van 15.5.2012, blz. 8).

    Besluit 2012/325/GBVB van de Raad van 25 juni 2012 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Sudan en Zuid-Sudan (PB L 165 van 26.6.2012, blz. 49).

    Besluit 2012/326/GBVB van de Raad van 25 juni 2012 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus en de crisis in Georgië (PB L 165 van 26.6.2012, blz. 53).

    Besluit 2012/327/GBVB van de Raad van 25 juni 2012 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het zuidelijke Middellandse Zeegebied (PB L 165 van 26.6.2012, blz. 56).

    Besluit 2012/328/GBVB van de Raad van 25 juni 2012 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Centraal-Azië (PB L 165 van 26.6.2012, blz. 59).

    Besluit 2012/329/GBVB van de Raad van 25 juni 2012 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de Hoorn van Afrika (PB L 165 van 26.6.2012, blz. 62).

    Besluit 2012/330/GBVB van de Raad van 25 juni 2012 tot wijziging van Besluit 2011/426/GBVB houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (PB L 165 van 26.6.2012, blz. 66).

    Besluit 2012/331/GBVB van de Raad van 25 juni 2012 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan(PB L 165 van 26.6.2012, blz. 68).

    Besluit 2012/390/GBVB van de Raad van 16 juli 2012 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie bij de Afrikaanse Unie (PB L 187 van 17.7.2012, blz. 44).

    Besluit 2012/440/GBVB van de Raad van 25 juli 2012 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de mensenrechten (PB L 200 van 27.7.2012, blz. 21).

    HOOFDSTUK 19 04 — EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 04

    EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR)

    19 04 01

    Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)

    4

    128 165 000

    88 463 511

    126 665 000

    103 411 196

    119 490 293,90

    89 794 710,91

    19 04 03

    Verkiezingswaarneming

    4

    37 921 000

    29 652 574

    38 000 000

    29 409 566

    40 402 805,05

    29 875 042,57

    19 04 04

    Voorbereidende actie — Het opzetten van een netwerk voor conflictpreventie

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    69 140,—

    19 04 05

    Voltooiing van eerdere samenwerkingsactiviteiten

    4

    p.m.

    988 419

    p.m.

    5 727 354

    0,—

    3 320 184,96

    19 04 06

    Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

    4

    p.m.

    400 000

    400 000

    200 000

    400 000,—

    0,—

    19 04 07

    Proefproject — Financiering voor de slachtoffers van foltering

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 000 000,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 19 04 — Totaal

     

    166 086 000

    119 504 504

    165 065 000

    138 748 116

    161 293 098,95

    123 059 078,44

    19 04 01     Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    128 165 000

    88 463 511

    126 665 000

    103 411 196

    119 490 293,90

    89 794 710,91

    Toelichting

    De algemene doelstelling is bij te dragen aan de ontwikkeling en consolidering van de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten, overeenkomstig de beleidslijnen en richtsnoeren van de Unie en in nauwe samenwerking met het maatschappelijk middenveld.

    De activiteiten zullen zich met name concentreren op:

    het bevorderen van het respect voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in landen en regio's waar deze het meest worden bedreigd, en het bevorderen van de rechtsstaat;

    de versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld bij het bevorderen van mensenrechten en democratische hervormingen, waarbij de bescherming van activisten die zich inzetten voor de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid wordt verzekerd, het ondersteunen van een vreedzame verzoening tussen groepsbelangen en het consolideren van politieke participatie en vertegenwoordiging;

    de ondersteuning van mensenrechten- en democratiseringsmaatregelen op gebieden die onder uniale richtsnoeren vallen, onder meer inzake de mensenrechtendialoog, mensenrechtenactivisten, de doodstraf, foltering, met inbegrip van gedwongen abortus en genitale verminking bij vrouwen, gedwongen sterilisatie, alsmede de jeugd en gewapende conflicten,

    versterking van het internationale kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie, met name internationale strafrechtmechanismen en belangrijke rechtsinstrumenten. Een deel van de steun zal worden gebruikt voor het verstrekken van rechtskundig advies en het onderzoeken van moorden op activisten die zich inzetten voor de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting.

    Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 volledige financiële transparantie te waarborgen, legt de Commissie bij gezamenlijk beheer met internationale organisaties — indien zij hiertoe wordt verzocht — alle interne en externe audits met betrekking tot het gebruik van middelen van de Unie over aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.

    Een deel van dit krediet is bestemd voor het Europees Interuniversitair Centrum voor mensenrechten en democratisering (EIUC), dat een Europese masteropleiding in mensenrechten en democratisering aanbiedt en het EU-UN Fellowship Programme na het verstrijken eind 2006 van Besluit nr. 791/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van op Europees niveau actieve organisaties en ter ondersteuning van gerichte activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 31).

    Een deel van dit krediet is bestemd voor de financiering van onafhankelijke initiatieven ter bevordering van internetvrijheid, met inbegrip van de ontwikkeling van technologieën en software om filtering te omzeilen, om te verdelen onder (online) verdedigers van de mensenrechten, zodat ze zich kunnen beschermen. Ook is het bedoeld om opleidingen over technologie en mensenrechten te financieren voor verdedigers van de mensenrechten, en om te voorzien in regelmatige en systematische contacten tussen politici van de Unie, de bedrijfswereld en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met het oog op het delen van kennis en het bespreken van beleidsplannen met betrekking tot technologie en mensenrechten.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Dit krediet dient ook ter financiering van steun voor niet-gouvernementele organisaties en mensenrechtenactivisten die werkzaam zijn in de noordelijke Kaukasus.

    Dit krediet dient eveneens ter financiering van organisaties die, zoals de Club van Madrid, zich actief inzetten voor de bevordering van democratisch leiderschap en democratische waarden door middel van een dialoog op hoog niveau en peer-to-peeroverleg met leiders in landen waar hervormingen plaatsvinden en die overgaan naar democratie, en door kwesties van algemeen belang vanuit een democratisch standpunt te benaderen.

    Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor aanvullende steun voor buurlanden die lid zijn van de Raad van Europa om aan de normen inzake democratie en de rechtsstaat van de Raad van Europa te voldoen, inclusief steun voor het beter kunnen organiseren van vrije en eerlijke verkiezingen.

    Een deel van dit krediet zal worden gebruikt om buurlanden die lid van de Raad van Europa zijn te helpen bij het aanpassen van hun wetgevings- en justitieel apparaat aan de uitspraken van het Europees Hof voor de rechten van de mens, en zich aan die uitspraken te houden.

    Een deel van dit krediet dient ter financiering van het Fonds van de Europese Unie voor wereldwijde internetvrijheid, dat moet bijdragen tot:

    de erkenning van het feit dat de nieuwe communicatietechnologieën gebruikt worden ter bevordering van verdraagzaamheid en vrijheid van meningsuiting, maar ook kunnen bijdragen tot repressie of geweld. Het moet benadrukken dat internetvrijheid een belangrijke rol speelt in internationale zaken en een integrerend en vast onderdeel moet gaan uitmaken van het Uniebeleid op gebieden als externe betrekkingen, veiligheid, handel, en andere relevante beleidsterreinen;

    de financiering van onafhankelijke initiatieven voor de ontwikkeling van technologieën en software om filtering te omzeilen, om te verdelen onder verdedigers van de mensenrechten, zodat ze zich kunnen beschermen;

    de financiering van opleidingen op het gebied van technologie en mensenrechten;

    de organisatie van regelmatige en systematische contacten tussen politici van de Unie, de bedrijfswereld en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met het oog op het delen van kennis en het bespreken van beleidsplannen met betrekking tot technologie en mensenrechten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

    19 04 03     Verkiezingswaarneming

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    37 921 000

    29 652 574

    38 000 000

    29 409 566

    40 402 805,05

    29 875 042,57

    Toelichting

    De activiteiten zullen zich met name concentreren op: de opbouw van vertrouwen in en versterking van de betrouwbaarheid en de transparantie van democratische verkiezingsprocessen door verdere ontwikkeling van verkiezingswaarneming door de Unie en steun voor waarnemingscapaciteit op regionaal en nationaal niveau.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Verklaring van de Commissie inzake verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie naar aanleiding van de aanneming van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, waarin zij haar voornemen bevestigt om uitgaven voor dit soort missies te beperken tot 25 % van de begroting voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten over de zeven jaar van het financiële kader voor 2007-2013.

    19 04 04     Voorbereidende actie — Het opzetten van een netwerk voor conflictpreventie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    69 140,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor het financieren van een conflictpreventienetwerk dat de besluitvorming op het gebied van de externe betrekkingen analytisch voorbereidt en onderbouwt, zoals bedoeld in de resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie inzake conflictpreventie (PB C 177 E van 25.7.2002, blz. 291).

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Dit krediet is bestemd voor het financieren van een voorbereidende actie in de zin van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1) en het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    19 04 05     Voltooiing van eerdere samenwerkingsactiviteiten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    988 419

    p.m.

    5 727 354

    0,—

    3 320 184,96

    Toelichting

    Dit krediet financiert de voltooiing van eerdere samenwerkingsactiviteiten in het kader van het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten.

    Dit krediet dekt de ondersteuning van de oprichting en het onderhoud van revalidatiecentra voor slachtoffers van folteringen, waarij rekening wordt gehouden met de genderspecifieke aspecten van mishandeling van vrouwen en meisjes en hun familie, alsook ter ondersteuning van andere organisaties die concrete hulp verlenen aan slachtoffers van schendingen van de mensenrechten. Steun voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering moet een prioriteit blijven. De projecten kunnen waar relevant ook preventieactiviteiten omvatten.

    Dit krediet dient ter dekking van hulp die wordt verleend in de vorm van subsidies voor projecten die worden verwezenlijkt in derde landen en in de Unie, met de volgende doeleinden:

    bevordering en bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;

    steun voor het democratiseringsproces, versterking van de rechtsstaat en goed openbaar bestuur;

    ondersteuning van maatregelen ter bevordering van de eerbiediging van de mensenrechten en democratisering;

    ondersteuning van inspanningen ter bevordering van de vorming van groepen van democratische landen in VN-organen, gespecialiseerde agentschappen en regionale organisaties.

    Dit krediet dekt de ondersteuning van de opbouw van vertrouwen in en versterking van de betrouwbaarheid en de transparantie van democratische verkiezingsprocessen door de inzet van verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie en steun voor waarnemingscapaciteit op regionaal en nationaal niveau.

    Dit krediet dient tevens om in het kader van het Statuut van de ambtenaren het gebruik van externe personeelsleden ter ondersteuning van verkiezingswaarnemingsmissies mogelijk te maken, waaronder de financiering van het contract van het hoofd van de waarnemers met de Commissie als bijzonder adviseur overeenkomstig de artikelen 5 en 82 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van maatregelen ter verbetering van het functioneren van het Internationaal Tribunaal van de Verenigde Naties voor het voormalige Joegoslavië en van het Internationaal Straftribunaal voor Rwanda, alsook ter ondersteuning van het speciale Internationaal Tribunaal voor Sierra Leone.

    Tevens dient het ter dekking van de financiering van het functioneren van het Internationaal Strafhof, inclusief steun aan internationale, regionale of lokale organisaties met inbegrip van de niet-gouvernementele organisaties, ter bevordering van de verdere ratificatie van het statuut van het Strafhof, ter verstrekking van juridische expertise voor de implementatie van het statuut in nationale wetgeving, ter verbreding van het publieke draagvlak van het Strafhof en ter verstrekking van opleidingen met betrekking tot de werkwijze van het Strafhof.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad van 29 april 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitvoering van acties op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking die een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, alsmede van de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden (PB L 120 van 8.5.1999, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 976/1999 van de Raad van 29 april 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitvoering van niet onder de ontwikkelingssamenwerking vallende communautaire acties die binnen het kader van het communautaire samenwerkingsbeleid een bijdrage leveren tot de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, alsmede tot de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in derde landen (PB L 120 van 8.5.1999, blz. 8).

    Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

    19 04 06     Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    400 000

    400 000

    200 000

    400 000,—

    0,—

    Toelichting

    Het Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld dient voor het leggen van reguliere en systematische contacten tussen het maatschappelijk middenveld en niet-gouvernementele organisaties in Rusland en hun tegenhangers in de lidstaten. Het forum geeft actoren van het maatschappelijk middenveld in Europa en Rusland de kans hun stem te laten horen inzake kwesties van gezamenlijk belang. De vergaderingen van het forum worden georganiseerd in de marge van de tweejaarlijkse topontmoetingen tussen de EU en Rusland. Het proefproject dient om de aanpak van onderop in de beleidsprocessen in Europa en Rusland te stimuleren.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 04 07     Proefproject — Financiering voor de slachtoffers van foltering

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 000 000,—

    0,—

    Toelichting

    Dit proefproject heeft als belangrijkste doel om nieuwe financiering te leveren voor de slachtoffers van foltering.

    Het programma bestrijkt de volgende acties:

    oprichting van revalidatiecentra voor slachtoffers van foltering of ondersteuning van al bestaande revalidatiecentra;

    verlening van toegang tot multidisciplinaire ondersteuning en counseling, met inbegrip van fysieke en psychotherapeutische behandeling, psychosociale counseling en sociaaleconomische ondersteuning van en juridische dienstverlening aan slachtoffers.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB C 83 van 30.3.2010, blz. 389).

    Richtlijn 2003/9/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten (PB L 31 van 6.2.2003, blz. 18).

    Conclusies van de Raad van de Europese Unie, 2865e zitting van de Raad Externe Betrekkingen, Luxemburg, 29 april 2009.

    HOOFDSTUK 19 05 — BETREKKINGEN EN SAMENWERKING MET GEÏNDUSTRIALISEERDE DERDE LANDEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 05

    BETREKKINGEN EN SAMENWERKING MET GEÏNDUSTRIALISEERDE DERDE LANDEN

    19 05 01

    Samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen

    4

    23 400 000

    18 285 754

    24 021 000

    19 854 828

    25 109 287,17

    19 548 791,15

    19 05 02

    Organisatie voor energieontwikkeling van het Koreaanse schiereiland (Korean Peninsula Energy Development Organisation — KEDO)

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    19 05 03

    Proefproject — Trans-Atlantische methoden voor het aanpakken van mondiale uitdagingen

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    300 000

    0,—

    506 884,73

     

    Hoofdstuk 19 05 — Totaal

     

    23 400 000

    18 285 754

    24 021 000

    20 154 828

    25 109 287,17

    20 055 675,88

    19 05 01     Samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    23 400 000

    18 285 754

    24 021 000

    19 854 828

    25 109 287,17

    19 548 791,15

    Toelichting

    De samenwerking met geïndustrialiseerde en andere landen en gebieden met een hoog inkomen heeft tot doel overleg te voeren met partners die gelijksoortige politieke, economische en institutionele structuren en waarden hebben als de Unie, belangrijke bilaterale partners zijn en een rol spelen in multilaterale fora en op het vlak van het mondiale bestuur. De samenwerking heeft tevens betrekking op recentelijk geïndustrialiseerde landen en gebieden alsmede landen en gebieden met een hoog inkomen waarmee het voor de Unie van strategisch belang is haar betrekkingen te versterken.

    Bijzondere aandacht gaat uit naar maatregelen, die ook een regionale dimensie kunnen hebben, op de volgende samenwerkingsgebieden:

    de bevordering van samenwerking, partnerschappen en gezamenlijke ondernemingen tussen economische, academische en wetenschappelijke actoren in de Unie en de partnerlanden;

    de bevordering van bilaterale handel, investeringsstromen en economische partnerschappen;

    de bevordering van dialoog tussen politieke, economische en sociale actoren en andere niet-gouvernementele organisaties uit relevante sectoren in de Unie en de partnerlanden;

    de bevordering van interpersoonlijke contacten, opleidings- en bijscholingsprogramma’s en ideeënuitwisselingen en het verdiepen van het wederzijdse begrip tussen culturen en beschavingen;

    de bevordering van samenwerkingsprojecten op gebieden zoals onderzoek, wetenschappen en technologie, energie, vervoer en milieu (inclusief klimaatverandering), douane en financiële aangelegenheden en andere gebieden die van gemeenschappelijk belang zijn voor de Unie en de partnerlanden;

    het vergroten van het bewustzijn en de kennis over de Unie en van haar zichtbaarheid in de partnerlanden;

    de ondersteuning van specifieke initiatieven, met inbegrip van onderzoeksactiviteiten, studies, proefprojecten en gezamenlijke projecten, die bestemd zijn om daadwerkelijk en op soepele wijze te beantwoorden aan samenwerkingsdoelstellingen die voortvloeien uit ontwikkelingen in de bilaterale betrekkingen tussen de Unie en de partnerlanden, of een nieuw elan te geven aan de verdere verdieping en verruiming van de bilaterale betrekkingen met de partnerlanden.

    Financiering wordt ter beschikking gesteld en prioritair toegewezen aan projecten van Europese organisaties die bedoeld zijn om het bewustzijn en het begrip van Europese kwesties en perspectieven in de Verenigde Staten van Amerika te verbeteren.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De op het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve steun ingeschreven bedragen zullen worden vastgelegd in de bijdrageovereenkomsten voor elk operationeel programma, met een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het overeenstemmende programma voor elk hoofdstuk.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 39).

    19 05 02     Organisatie voor energieontwikkeling van het Koreaanse schiereiland (Korean Peninsula Energy Development Organisation — KEDO)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Er werden geen kredieten opgenomen voor een bijdrage aan de Organisatie voor energieontwikkeling van het Koreaanse schiereiland, aangezien wordt verwacht dat deze organisatie op een veel beperktere schaal zal worden voortgezet.

    Rechtsgronden

    Overeenkomst van 24 maart 2006 tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Organisatie voor energieontwikkeling van het Koreaanse schiereiland.

    Deelname van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie aan de Organisatie voor energieontwikkeling van het Koreaanse schiereiland.

    Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

    19 05 03     Proefproject — Trans-Atlantische methoden voor het aanpakken van mondiale uitdagingen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    300 000

    0,—

    506 884,73

    Toelichting

    Dit proefproject is bedoeld voor het bevorderen van gemeenschappelijke trans-Atlantische benaderingen van belangrijke internationale beleidsuitdagingen. Maatregelen in het kader van dit proefproject zijn gericht op het verbeteren van de doeltreffendheid van acties van de internationale gemeenschap en zij vormen een aanvulling op bestaande mechanismen. Het proefproject zal gebruikt worden voor het financieren van innovatieve, door Europese en Amerikaanse beleidsmakers gezamenlijk ontwikkelde maatregelen die buiten het toepassingsgebied vallen van de instrumenten die thans beschikbaar zijn in het kader van bestaande wetgevingsinstrumenten. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de middelen. Dit proefproject helpt eveneens de regering van de Verenigde Staten bij de versterking van het trans-Atlantische partnerschap. Ten slotte wordt de mogelijkheid geboden het uniale gedachtegoed voor te stellen aan Amerikaanse academici.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Resolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2006 over de jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie voor 2007 (PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 357) en resoluties van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over verbetering van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika in het kader van een trans-Atlantische partnerschapsovereenkomst (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 226) en over economische betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 235).

    HOOFDSTUK 19 06 — CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 06

    CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID

    19 06 01

    Paraatheid voor rampen en crisissituaties

    19 06 01 01

    Paraatheid voor rampen en crisissituaties (stabiliteitsinstrument)

    4

    241 717 000

    118 116 085

    232 834 000

    150 772 596

    204 536 086,—

    120 731 893,28

    19 06 01 02

    Voltooiing van eerdere samenwerking

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    238 640

    0,—

    289 437,13

     

    Artikel 19 06 01 — Subtotaal

     

    241 717 000

    118 116 085

    232 834 000

    151 011 236

    204 536 086,—

    121 021 330,41

    19 06 02

    Maatregelen om landen en hun bevolking te beschermen tegen kritieke technologische bedreigingen

    19 06 02 01

    Acties op het gebied van risicovermindering en paraatheid met betrekking tot chemische, nucleaire en biologische materialen of agentia (stabiliteitsinstrument)

    4

    46 300 000

    28 305 131

    46 300 000

    28 636 770

    49 000 000,—

    39 298 182,91

    19 06 02 03

    Uniebeleid ter bestrijding van de verspreiding van lichte wapens

    4

    p.m.

    85 004

    p.m.

    820 921

    0,—

    914 092,—

     

    Artikel 19 06 02 — Subtotaal

     

    46 300 000

    28 390 135

    46 300 000

    29 457 691

    49 000 000,—

    40 212 274,91

    19 06 03

    Transregionale maatregelen op het gebied van de georganiseerde misdaad, mensenhandel, de bescherming van kritieke infrastructuur, bedreigingen voor de volksgezondheid en de strijd tegen het terrorisme (stabiliteitsinstrument)

    4

    28 300 000

    7 413 143

    22 000 000

    12 600 179

    30 000 000,—

    7 348 406,27

    19 06 04

    Bijstand op nucleair gebied

    4

    77 476 000

    64 153 343

    76 055 700

    64 910 013

    74 607 905,05

    68 496 994,—

    19 06 06

    Consulaire samenwerking

    4

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    19 06 07

    Proefproject — Steun voor bewakings- en beschermingsmaatregelen voor uniale vaartuigen die door gebieden varen waar piraterij een bedreiging vormt

    4

    p.m.

    340 000

    p.m.

    600 000

    0,—

    680 000,—

    19 06 08

    Voorbereidende actie — Noodmaatregelen tegen de financiële en economische crisis in de ontwikkelingslanden

    4

    p.m.

    200 000

    p.m.

    200 000

    0,—

    0,—

    19 06 09

    Proefproject — Programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 000 000,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 19 06 — Totaal

     

    393 793 000

    218 612 706

    377 189 700

    258 779 119

    359 143 991,05

    237 759 005,59

    19 06 01     Paraatheid voor rampen en crisissituaties

    19 06 01 01   Paraatheid voor rampen en crisissituaties (stabiliteitsinstrument)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    241 717 000

    118 116 085

    232 834 000

    150 772 596

    204 536 086,—

    120 731 893,28

    Toelichting

    Het snel vrijmaken van financiële middelen via het stabiliteitsinstrument is speciaal ingevoerd voor noodsituaties, reële of opkomende crisissituaties, situaties die de democratie, de openbare orde, de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, en de veiligheid van personen bedreigen, situaties die dreigen te ontaarden in een gewapend conflict of het betrokken land dreigen te destabiliseren, en wanneer de betrokken situatie afbreuk zou kunnen doen aan het positieve effect van bijstands- en samenwerkingsmaatregelen en -programma’s, aan de doeltreffendheid daarvan en/of aan de voorwaarden voor de goede uitvoering.

    Dit krediet is bestemd ter dekking van een geïntegreerd programma van maatregelen die het herstel beogen van de noodzakelijke minimumvoorwaarden voor steunverlening in het kader van de instrumenten van de Unie voor steun op lange termijn. Dergelijke programma’s verzekeren een vlotte overgang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling. In het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) omvatten zij ook extra maatregelen onder de bevoegdheid van de Gemeenschap als onderdeel van een omvattende crisisaanpak door de Unie.

    Het krediet dient tevens ter dekking van maatregelen ter voorkoming en beperking van gevaren als gevolg van de klimaatverandering, met name watermanagement, wanneer het risico bestaat dat deze een bedreiging gaan vormen voor de veiligheid.

    Het krediet dient onder meer ter dekking van volgende maatregelen:

    de oprichting van een netwerk en faciliteit voor bemiddeling en dialoog en de uitwisseling van ervaringen die essentieel zijn voor de oprichting van een Europees initiatief of instituut voor de vrede;

    technische en logistieke steun voor de inspanningen van internationale en regionale, publieke en niet-publieke organisaties, bij de bevordering van vertrouwenwekkende maatregelen, bemiddeling, dialoog en verzoening;

    de heropbouw van essentiële openbare dienstverlening en economische activiteit;

    initieel fysiek en operationeel herstel van basisinfrastructuur, met inbegrip van ontmijning;

    sociale reïntegratie, in het bijzonder van vluchtelingen, ontheemden en gedemobiliseerde soldaten;

    het herstel van de institutionele capaciteiten die nodig zijn voor een goed bestuur en de handhaving van de democratie en de rechtsstaat;

    aandacht voor de speciale behoeften van vrouwen en kinderen die worden getroffen door gewapende conflicten, in het bijzonder de zorg voor kinderen die door oorlog zijn getroffen, met name kindsoldaten, eveneens in samenwerking met de adjunct-secretaris-generaal van de VN, speciale vertegenwoordiger voor kinderen en gewapende conflicten;

    paraatheidsmaatregelen ter versterking van de capaciteit van internationale, regionale en subregionale organisaties, statelijke en niet-statelijke, bij hun inspanningen om vroegtijdige waarschuwing, vertrouwen, bemiddeling en verzoening te bevorderen en groeiende spanningen tussen de gemeenschappen aan te pakken en bij de verbetering van herstel na conflicten of rampen. In dit verband zal de Commissie ook de capaciteit van de maatschappelijke organisaties versterken, waarbij wordt voortgebouwd op de voorbereidende werkzaamheden van het netwerk voor conflictpreventie;

    steun voor internationale strafhoven en nationale ad hoc gerechtshoven, waarheids- en verzoeningscommissies, en mechanismen voor de juridische regeling van mensenrechtendossiers;

    steun voor maatregelen om, in het kader van het samenwerkingsbeleid van de Unie en de doelstellingen daarvan, de gevolgen van het onwettig gebruik van vuurwapens voor de burgerbevolking tegen te gaan;

    steun voor maatregelen om de eerbiediging van de mensenrechten te bevorderen en te beschermen;

    steun voor maatregelen met het oog op de ontwikkeling en organisatie van de civiele samenleving.

    De voor de uitvoering in aanmerking komende partners kunnen zijn: autoriteiten van de lidstaten of de begunstigde landen en hun uitvoerende instanties, regionale en internationale organisaties en instanties, niet-gouvernementele organisaties en openbare of particuliere ondernemers (daaronder begrepen gedetacheerd personeel van de overheidsdiensten van de lidstaten) met de nodige deskundigheid en ervaring.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

    19 06 01 02   Voltooiing van eerdere samenwerking

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    238 640

    0,—

    289 437,13

    Toelichting

    Dit krediet dient, als aanvulling op de kredieten die in het kader van de samenwerkingsprogramma’s met de begunstigde landen zijn bestemd voor maatregelen ter bestrijding van antipersoneelmijnen, voor de bijdrage van de Gemeenschap aan projecten gericht tegen antipersoneelmijnen, met name die met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Ottawa (Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens).

    Het dient ook ter dekking van acties gericht op de revalidatie van slachtoffers van antipersoneelmijnen.

    Het krediet is voorts bedoeld ter dekking van een heel spectrum aan acties, zoals mijnopruiming, vernietiging van voorraden, voorlichting over de risico's van mijnen, toezicht op verdachte gebieden en slachtofferhulp.

    Het is tevens bestemd voor de financiering van de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties, teneinde het probleem van de landmijnen aan te kaarten bij ongeregelde gewapende groepen die een „deel van het probleem” vormen en daarom ook een „deel van de oplossing” moeten zijn.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1724/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2001 inzake de bestrijding van antipersoneelmijnen in ontwikkelingslanden (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1725/2001 van de Raad van 23 juli 2001 inzake de bestrijding van antipersoneelmijnen in andere landen dan ontwikkelingslanden (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 6).

    Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

    19 06 02     Maatregelen om landen en hun bevolking te beschermen tegen kritieke technologische bedreigingen

    19 06 02 01   Acties op het gebied van risicovermindering en paraatheid met betrekking tot chemische, nucleaire en biologische materialen of agentia (stabiliteitsinstrument)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    46 300 000

    28 305 131

    46 300 000

    28 636 770

    49 000 000,—

    39 298 182,91

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om landen en hun bevolking te beschermen tegen kritieke technologische bedreigingen. Dit kan onder meer omvatten:

    het bevorderen van civiele onderzoeksactiviteiten als alternatief voor aan defensie gerelateerd onderzoek en steun voor de omscholing en alternatieve tewerkstelling van wetenschappers en ingenieurs die voorheen in de wapenindustrie in brede zin werkzaam waren;

    steun voor maatregelen ter verbetering van de veiligheidspraktijk in civiele installaties waar gevoelige chemische, biologische, stralings- of nucleaire materialen of stoffen zijn opgeslagen of worden aangewend in het kader van civiele onderzoeksprogramma’s;

    steun, in het kader van het samenwerkingsbeleid van de Unie en de doelstellingen daarvan, voor de totstandbrenging van civiele infrastructuur en voor het verrichten van de nodige civiele studies voor de ontmanteling, het herstel of de omschakeling van aan wapens gerelateerde faciliteiten en locaties ten aanzien waarvan verklaard is dat zij niet langer deel uitmaken van een defensieprogramma;

    het versterken van de capaciteit van de bevoegde civiele autoriteiten die betrokken zijn bij de ontwikkeling en de uitoefening van de daadwerkelijke controle op de handel in chemische, biologische, stralings- en nucleaire materialen of stoffen (waaronder de apparatuur voor hun productie of overbrenging), ook door middel van de installatie van moderne logistieke apparatuur voor evaluatie en controle;

    de ontwikkeling van een juridisch kader en van de institutionele capaciteit voor de invoering en toepassing van efficiënte uitvoercontroles op goederen voor tweeërlei gebruik, waaronder maatregelen op het gebied van regionale samenwerking;

    de ontwikkeling van effectieve civiele rampenplannen, noodhulp en reacties op crisissituaties alsmede van de capaciteit voor het schoonmaken in geval van eventuele grote milieurampen op dit gebied.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

    19 06 02 03   Uniebeleid ter bestrijding van de verspreiding van lichte wapens

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    85 004

    p.m.

    820 921

    0,—

    914 092,—

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de financiering van maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van lichte wapens en ter bestrijding van de illegale wapenhandel.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

    19 06 03     Transregionale maatregelen op het gebied van de georganiseerde misdaad, mensenhandel, de bescherming van kritieke infrastructuur, bedreigingen voor de volksgezondheid en de strijd tegen het terrorisme (stabiliteitsinstrument)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    28 300 000

    7 413 143

    22 000 000

    12 600 179

    30 000 000,—

    7 348 406,27

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van nieuwe maatregelen voor een verdere samenwerking tussen de Europese Unie en derde landen ten aanzien van mondiale en regionale grensoverschrijdende problemen die de veiligheid en de grondrechten van de burger bedreigen.

    Maatregelen op het gebied van terrorismebestrijding dienen de internationale mensenrechtenverplichtingen van een derde land en de toepasselijke humanitaire wetgeving volledig te eerbiedigen, in lijn met de aan Verordening (EG) nr. 1717/2006 gehechte verklaring van de Commissie.

    Die maatregelen betreffen:

    de versterking van de capaciteit van de wetshandhavings- en justitiële en civiele autoriteiten die betrokken zijn bij de bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad, waaronder drugshandel, mensenhandel, handel in vuurwapens en explosieven en de daadwerkelijke controle van illegale handel en doorvoer;

    steun voor maatregelen ter bestrijding van gevaren voor het internationaal vervoer en kritische infrastructuur, waaronder personen- en goederenvervoer;

    een adequate respons op grote gevaren voor de volksgezondheid, zoals epidemieën met potentiële grensoverschrijdende gevolgen;

    steun voor maatregelen gericht op de bevordering van de uitvoering en naleving van het Verdrag van Ottawa inzake antipersoneelmijnen en het Verdrag van Oslo inzake clustermunitie; een deel van dit krediet is bestemd voor acties ter controle en verwijdering van antipersoneelmijnen, clustermunitie en explosieve overblijfselen van oorlogshandelingen, met inbegrip van onderzoek, onderwijs, opleiding en hulp aan slachtoffers.

    Dergelijke maatregelen kunnen in het kader van dit instrument bij een stabiel klimaat worden aangenomen, om het hoofd te bieden aan specifieke destabiliserende dreigingen op wereldwijd en transregionaal niveau; deze maatregelen kunnen evenwel alleen worden genomen wanneer met de desbetreffende instrumenten van de Unie voor externe bijstand geen adequaat en doeltreffend antwoord kan worden gegeven. Dit krediet is ook bestemd ter dekking van de volledige betaling van maatregelen die waren gefinancierd uit het oude artikel 19 02 11 „Noord-Zuidsamenwerkingsprogramma’s in de campagne tegen drugs en drugverslaving”.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

    19 06 04     Bijstand op nucleair gebied

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    77 476 000

    64 153 343

    76 055 700

    64 910 013

    74 607 905,05

    68 496 994,—

    Toelichting

    Oude posten 19 06 04 01 en 19 06 04 02

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van:

    de bevordering van een effectieve nucleaire veiligheidscultuur op alle niveaus, in het bijzonder door:

    permanente steun voor regelgevende lichamen, organisaties voor technische ondersteuning en de versterking van het regelgevingskader, met name met betrekking tot vergunningsactiviteiten;

    serieus gebruik te maken van de ervaring van exploitanten, programma’s voor bijstand ter plaatse en externe bijstand, alsmede advies en daarmee samenhangende activiteiten die gericht zijn op meer aandacht voor de veiligheid bij het ontwerpen, exploiteren en onderhouden van kerncentrales die momenteel over een vergunning beschikken en andere bestaande nucleaire installaties zodat hoge veiligheidsniveaus kunnen worden bereikt;

    steun voor het op veilige wijze vervoeren, behandelen en verwijderen van kernafval en radioactief afval;

    en de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor de ontmanteling van bestaande installaties en de sanering van de terreinen van voormalige nucleaire installaties;

    de bevordering van effectieve regelgevingskaders, procedures en systemen om een toereikende bescherming te waarborgen tegen ioniserende straling van radioactieve materialen, met name van hoogactieve radioactieve bronnen, en de veilige verwijdering daarvan;

    de totstandbrenging van het nodige regelgevingskader en de nodige methoden voor de uitvoering van nucleaire veiligheidscontroles, onder meer ook voor goede administratie en controle van splijtstoffen op het niveau van de overheid en van de exploitant;

    de instelling van effectieve regelingen voor de preventie van ongevallen die radiologische gevolgen hebben en voor de inperking van de gevolgen van eventuele dergelijke ongevallen, alsmede voor rampenplannen en maatregelen ter voorbereiding en reactie op noodsituaties, civiele bescherming en herstel;

    maatregelen ter bevordering van internationale samenwerking (onder meer in het kader van de bevoegde internationale organisaties, met name de IAEA) op bovengenoemde terreinen, waaronder de uitvoering van en het toezicht op internationale overeenkomsten en verdragen, uitwisseling van informatie en opleiding en onderzoek.

    Dit krediet is tevens bestemd voor monitoring en onderzoek in verband met de gevolgen van het Tsjernobyl-ongeval voor de volkgezondheid en het milieu in de buurlanden, met name Oekraïne en Belarus, alsook de sociaaleconomische gevolgen ervan.

    Dit krediet dient ter dekking van de maatregelen die tot doel hebben te voorzien in de financiering van de verdere deelname van de Commissie in het Fonds inkapseling Tsjernobyl.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De op het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve steun ingeschreven bedragen zullen worden vastgelegd in de bijdrageovereenkomsten voor elk operationeel programma, met een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het overeenstemmende programma voor elk hoofdstuk.

    Rechtsgronden

    Besluit 2006/908/EG, Euratom van de Raad van 4 december 2006 betreffende de eerste tranche van de derde financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling ten behoeve van het Fonds inkapseling Tsjernobyl (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 28).

    Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

    19 06 06     Consulaire samenwerking

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de ondersteunende activiteiten op logistiek vlak, ten behoeve van de missies van de lidstaten, in het bijzonder bij een crisis, in het kader van de consulaire samenwerking. Deze activiteiten zijn gebaseerd op artikel 20, lid 2, onder c), VWEU en artikel 23 VWEU met betrekking tot de bescherming van burgers van de Unie die in derde landen niet door hun lidstaat zijn vertegenwoordigd en op artikel 35 VEU dat een rol toekent aan de delegaties van de Unie bij de tenuitvoerlegging van artikel 20, lid 2, onder c), VWEU, in samenwerking met de missies van de lidstaten.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit specifieke bevoegdheden uit hoofde van de Verdragen als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 06 07     Proefproject — Steun voor bewakings- en beschermingsmaatregelen voor uniale vaartuigen die door gebieden varen waar piraterij een bedreiging vormt

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    340 000

    p.m.

    600 000

    0,—

    680 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bestudering en analyse van de mogelijkheden om steun te verlenen voor het financieren, beheren en coördineren van bewakings- en beschermingmaatregelen voor uniale vaartuigen die door gebieden varen waar piraterij een bedreiging vormt.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 06 08     Voorbereidende actie — Noodmaatregelen tegen de financiële en economische crisis in de ontwikkelingslanden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    200 000

    p.m.

    200 000

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter dekking van noodacties en acties op korte termijn om de gevolgen te milderen van de mondiale financiële en economische crisis voor de meest kwetsbare en minst veerkrachtige landen waarop Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41) betrekking heeft.

    De activiteiten waarop dit krediet betrekking heeft, kunnen maatregelen omvatten om de sociale gevolgen van de crisis te milderen, inclusief sociale vangnetten, initiatieven om banen te creëren en acties om te zorgen voor adequate socialedienstverlening.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 06 09     Proefproject — Programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    1 000 000,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet, dat een aanvulling vormt op de capaciteitsopbouwactiviteiten van het partnerschap voor vredesopbouw in het kader van het Stabiliteitsinstrument, is bestemd voor de financiering van een programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's ter ondersteuning van de verbintenis van de Unie om buiten haar grenzen conflicten te voorkomen en vrede te brengen.

    In het kader van dit proefproject zullen de volgende activiteiten worden gefinancierd: onderzoek en analyse van specifieke conflicten; steun voor vredesprocessen, bemiddeling en dialoog; steun voor ontwapening, demobilisatie en re-integratie en bredere economische ontwikkeling na conflicten; steun voor de participatie van plaatselijke actoren in vredesregelingen; betrekken van het maatschappelijk middenveld bij de hervorming van de veiligheidssector en het justitieapparaat en processen van overgangsjustitie; bevordering van conflictgevoelige ontwikkelingspraktijken; belangenbehartiging op internationaal en nationaal vlak om vredesopbouw aan te moedigen en gewelddadige conflicten te voorkomen; ontwikkeling en beheer van systemen voor vroegtijdige waarschuwing; bevordering van de rol van vrouwen in de vredesopbouw; vredeshandhaving door ongewapende burgers; en het inzetten van professionals om plaatselijke actoren te steunen door het beperken en voorkomen van geweld en het bevorderen van dialoog, duurzame vrede en een conflictbestendige maatschappij.

    Dit proefproject kan ook dienen als testcase voor steun van de Unie voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's en zo eventueel leiden tot de instelling van een permanent mechanisme voor steun op korte, middellange en lange termijn op dit gebied.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 19 08 — EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 08

    EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND

    19 08 01

    Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking

    19 08 01 01

    Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen

    4

    1 203 630 000

    650 848 229

    1 243 861 010

    671 552 312

    900 922 000,—

    588 971 822,37

    19 08 01 02

    Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA

    4

    300 000 000

    177 915 441

    200 000 000

    180 000 000

    413 739 425,01

    318 333 055,02

    19 08 01 03

    Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa

    4

    822 850 000

    327 858 337

    728 385 000

    343 699 712

    571 009 452,35

    394 436 116,08

    19 08 01 04

    Proefproject — Preventie- en herstelmaatregelen voor de bodem van de Oostzee

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    500 000

    0,—

    784 294,14

    19 08 01 05

    Voorbereidende actie — Minderheden in Rusland — Ontwikkeling van cultuur, media en maatschappelijk middenveld

    4

    p.m.

    1 286 000

    p.m.

    2 500 000

    0,—

    832 656,69

    19 08 01 06

    Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

    4

    p.m.

    750 000

    1 500 000

    750 000

     

     

    19 08 01 08

    Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

    4

    p.m.

    550 000

    p.m.

    560 000

    0,—

    142 481,04

     

    Artikel 19 08 01 — Subtotaal

     

    2 326 480 000

    1 159 208 007

    2 173 746 010

    1 199 562 024

    1 885 670 877,36

    1 303 500 425,34

    19 08 02

    Grensoverschrijdende samenwerking — Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI)

    19 08 02 01

    Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

    4

    83 988 073

    71 363 860

    92 775 000

    76 364 721

    83 529 000,—

    77 494 764,93

    19 08 02 02

    Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

    1.2

    80 816 627

    85 200 000

    99 221 636

    78 000 000

    97 668 066,—

    67 918 294,92

     

    Artikel 19 08 02 — Subtotaal

     

    164 804 700

    156 563 860

    191 996 636

    154 364 721

    181 197 066,—

    145 413 059,85

    19 08 03

    Voltooiing van de financiële protocollen met landen van het Middellandse Zeegebied

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 19 08 — Totaal

     

    2 491 284 700

    1 315 771 867

    2 365 742 646

    1 353 926 745

    2 066 867 943,36

    1 448 913 485,19

    Toelichting

    De Unie streeft ernaar een ruimte van welvaart en goed nabuurschap tot stand te brengen waarbij de lidstaten en de nabuurpartnerlanden betrokken zijn (6). Met het oog hierop heeft de Unie overeenkomsten afgesloten met de meeste buurlanden. Voorts heeft de Unie gezorgd voor de opstelling van Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten. Dit kader heeft tot doel een sterkere en hechtere relatie te ontwikkelen die gebaseerd is op gedeelde waarden en wederzijdse belangen en die moet leiden tot een aanzienlijke mate van economische integratie en politieke samenwerking. De Unie is ook voornemens met Rusland een echt strategisch partnerschap op te bouwen, dat is gegrondvest op gemeenschappelijke belangen en gedeelde waarden en dat is gebaseerd op de totstandbrenging van vier gemeenschappelijke ruimten. De in dit hoofdstuk opgenomen kredieten dienen ter financiering van de samenwerkingsacties die tot doel hebben de tenuitvoerlegging van dergelijke overeenkomsten te ondersteunen. Samenwerking met de landen waarmee dergelijke overeenkomsten nog niet zijn ondertekend of waarmee dergelijke overeenkomsten niet bestaan — zoals Belarus, Libië of Syrië — zullen op de beleidsdoelstellingen van de Unie zijn gebaseerd.

    19 08 01     Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking

    19 08 01 01   Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 203 630 000

    650 848 229

    1 243 861 010

    671 552 312

    900 922 000,—

    588 971 822,37

    Toelichting

    Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Europese Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

    Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de indicatieve meerjarenprogramma’s voor de perioden 2007-2010 en 2011-2013 van de ENB-actieplannen die met de mediterrane buurlanden van de Unie werden afgesloten. Het krediet zal ook worden benut ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het regionaal indicatief programma voor 2010-2012 alsook voor bepaalde maatregelen in het kader van de Unie voor het Middellandse Zeegebied waartoe is besloten op de top van Parijs van 13 juli 2008. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:

    het bevorderen van politieke dialoog en hervormingen;

    het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en het aanmoedigen van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel;

    het versterken van nationale instellingen die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen;

    bevordering van eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, het bevorderen van meer respect voor minderhedenrechten, de bestrijding van antisemitisme, het bevorderen van gendergelijkheid en non-discriminatie en het bevorderen van een goed bestuur;

    het bevorderen van duurzame ontwikkeling en meewerken aan armoedebestrijding;

    steun verlenen aan de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb;

    het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu;

    bevorderen van acties die bijdragen tot conflictoplossing;

    het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel;

    bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur;

    bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) in Libanon, Syrië en Jordanië, in het bijzonder de programma’s inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten;

    ondersteunen van regionale integratie binnen het kader van het Euro-mediterrane partnerschap en in het bijzonder de bevordering van regionale samenwerking, de oprichting van netwerken en partnerschappen van openbare en particuliere non-profitorganisaties met het oog op de uitwisseling van kennis en beste praktijken op alle relevante werkterreinen;

    het ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de terugname van illegalen te vereenvoudigen; deze maatregelen zullen worden aangevuld met maatregelen die worden gefinancierd uit het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument vanuit een aparte begrotingspost 19 02 01 „Samenwerking op het gebied van migratie- en asielbeleid”;

    het ondersteunen van programma’s en campagnes die zich richten op de bevordering van geweldloosheid als methode voor conflictpreventie, de bescherming van minderheden en de versteviging van vrije en rechtvaardige samenlevingen; het ondersteunen van initiatieven die, met geweldloze middelen, de eerbiediging van rechtmatigheid en de rechtsstaat bevorderen; het bevorderen van geweldloosheid, onder meer door de ondersteuning van geweldloze empowerment (verspreiding van optimale werkwijzen onder burgers en opleiding van activisten), alsmede door informatieverstrekking aan onderdrukte burgers, in het bijzonder etnische en andere minderheden, middels radioprogramma’s;

    de zichtbaarheid bevorderende en voorlichtingsactiviteiten en -maatregelen met een horizontaal karakter die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van de activiteiten van de Unie in derde landen uit het Middellandse Zeegebied.

    De toewijzing van middelen tussen begunstigde landen en terreinen van samenwerking moet zijn gebaseerd op het beginsel „meer voor meer”, en afzonderlijke toewijzingen moeten indien nodig worden verhoogd of verlaagd om de mate van politieke vooruitgang te weerspiegelen die de partnerregeringen hebben geboekt.

    Bij een ernstige verslechtering in een bepaald land op het gebied van vrijheid, democratie, respect voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat kan de bijstand van de Unie worden teruggeschroefd en hoofdzakelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van niet-publieke actoren voor maatregelen ter bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Dit krediet dient ook ter dekking van de volgende uitgaven:

    onderzoek naar het effect van de klimaatverandering op de kwaliteit van het water van de Middellandse Zee;

    onderzoek naar verontreiniging van de kusten van de Middellandse Zee;

    onderzoek naar de toestand van de onderzeese energie-infrastructuur (gas- en oliepijpleidingen, elektriciteitskabels enz.);

    bevordering van het netwerk van openbare en particuliere onderzoekscentra die betrokken zijn bij de monitoring van het water van de Middellandse Zee en de toestand van de kusten met het oog op de uitwisseling van gegevens en onderzoeksresultaten en de ontwikkeling van gezamenlijke voorstellen voor maatregelen en beschermingsbeleid.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

    19 08 01 02   Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    300 000 000

    177 915 441

    200 000 000

    180 000 000

    413 739 425,01

    318 333 055,02

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ten gunste van het Palestijnse volk en de bezette Palestijnse gebieden van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, in het kader van het vredesproces in het Midden-Oosten.

    De belangrijkste doelstellingen van de acties kunnen als volgt worden omschreven:

    ondersteuning van staatsvorming en institutionele ontwikkeling;

    bevorderen van sociale en economische ontwikkeling;

    het inperken van de gevolgen van de verslechterende economische, fiscale en humanitaire omstandigheden voor de Palestijnse bevolking door het verlenen van essentiële dienstverlening en andere ondersteuning;

    bijdragen tot inspanningen voor de wederopbouw in Gaza;

    bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor Hulpverlening aan Palestijnse Vluchtelingen (UNRWA), in het bijzonder de programma’s inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten;

    financiering van voorbereidende acties voor de bevordering van de samenwerking tussen Israël en de buurlanden van Israël in het kader van het vredesproces, in het bijzonder met betrekking tot instellingen, economische aangelegenheden, water, milieu en energie;

    financiering van activiteiten om de openbare opinie gunstig te stemmen ten aanzien van het vredesproces;

    financiering van voorlichting, inclusief in het Arabisch en het Hebreeuws en verspreiding van informatie met betrekking tot de Israëlisch-Palestijnse samenwerking;

    bevordering van eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, het bevorderen van meer respect voor minderhedenrechten, de bestrijding van antisemitisme en het bevorderen van gendergelijkheid en non-discriminatie;

    het stimuleren van de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld door onder andere sociale integratie te ondersteunen.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

    19 08 01 03   Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    822 850 000

    327 858 337

    728 385 000

    343 699 712

    571 009 452,35

    394 436 116,08

    Toelichting

    Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de overeenkomsten en de Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid die met oostelijke buurlanden van de Unie werden afgesloten alsook bilaterale en multilaterale acties in het kader van het oostelijke partnerschap. Het krediet is ook bestemd voor de ondersteuning van het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en Rusland door de concretisering van de vier gemeenschappelijke ruimten die betrekking hebben op economische samenwerking, vrijheid, veiligheid en recht, externe veiligheid, onderzoek en onderwijs, inclusief cultuur. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:

    het bevorderen van politieke dialoog en democratische hervormingen;

    het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en aanmoediging van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel;

    het versterken van nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen, bijvoorbeeld door „jumelage” en technische bijstandsmechanismen, zoals TAIEX;

    het bevorderen van eerbiediging van mensenrechten, zoals mediavrijheid en vrijheid van meningsuiting;

    het bevorderen van goed bestuur en van het bestrijden van corruptie;

    het bevorderen van gendergelijkheid;

    steun verlenen aan de overgang naar een markteconomie en de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb;

    het bevorderen van duurzame ontwikkeling en plattelandsontwikkeling en het meewerken aan armoedebestrijding;

    het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu;

    het bevorderen van acties die bijdragen aan conflictoplossing en conflictpreventie in gebieden met bevroren conflicten;

    het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel;

    bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur;

    bevorderen van regionale samenwerking, inclusief de samenwerking in het kader van de synergie voor het Zwarte Zeegebied en het oostelijke partnerschap;

    ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de overname van illegalen te vereenvoudigen. Deze maatregelen zullen worden aangevuld door maatregelen die worden gefinancierd met middelen uit artikel 19 02 01 „Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel”.

    Dit krediet dient ook ter financiering van onderzoek naar de menselijke gezondheid en de duurzame ontwikkeling van Oekraïne en Belarus, in het bijzonder wat betreft de verbetering van de gezondheidstoestand in de gebieden die getroffen zijn door de Tsjernobyl-ramp.

    Dit krediet dient tevens ter financiering van vertrouwenwekkende maatregelen in Georgië, Transnistrië en de afscheidingsgebieden Abchazië en Zuid-Ossetië, alsook van lokale vertrouwensopbouw en lokale economische rehabilitatieprojecten in Nagorno-Karabach.

    De in deze post opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor voorlichtingsacties bij het grote publiek en de mogelijke begunstigden van de bijstand en voor acties die de zichtbaarheid van de bijstand van de Unie vergroten.

    De toewijzing van middelen aan begunstigde landen en samenwerkingsgebieden dient gebaseerd te zijn op het „meer voor meer”-beginsel en individuele toewijzingen moeten indien nodig worden verhoogd of verlaagd om de door de partnerregeringen geboekte politieke vooruitgang te weerspiegelen.

    Bij een ernstige verslechtering in een bepaald land op het gebied van vrijheid, democratie, respect voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat kan de bijstand van de Unie worden teruggeschroefd en hoofdzakelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van niet-publieke actoren voor maatregelen ter bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Een deel van dit krediet wordt vrijgemaakt voor aanvullende steun aan de doelstellingen van de Strategie voor de Oostzeeregio. De in 2010 en 2011 vastgelegde steun wordt ten uitvoer gelegd door steun aan de noordelijke dimensie in het kader van de interregionale indicatieve programma’s. Andere kaders voor de tenuitvoerlegging van steun voor de Oostzeeregio zijn, in voorkomend geval, het programma voor de Oostzeeregio, het actieplan van de HELCOM voor de Oostzee, of het gemeenschappelijk onderzoeksprogramma voor de Oostzee BONUS-169 en andere programma’s.

    Een deel van dit krediet dient overeenkomstig het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

    Een deel van dit krediet wordt vrijgemaakt voor aanvullende steun aan de doelstellingen van de Strategie voor de Oostzeeregio. Deze steun kan worden geïmplementeerd ofwel door directe steun aan projecten in het kader van EUSBSR, of in voorkomend geval bijvoorbeeld via de noordelijke dimensie in het kader van de interregionale indicatieve programma’s, het programma voor de Oostzeeregio, het actieplan van de HELCOM voor de Oostzee, of het gemeenschappelijk onderzoeksprogramma voor de Oostzee BONUS-169.

    Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de overeenkomsten en de Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid die met oostelijke buurlanden van de Unie werden afgesloten alsook bilaterale en multilaterale acties in het kader van het oostelijke partnerschap. Het krediet is ook bestemd voor de ondersteuning van het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en Rusland door de concretisering van de vier gemeenschappelijke ruimten die betrekking hebben op economische samenwerking, vrijheid, veiligheid en recht, externe veiligheid, onderzoek en onderwijs, inclusief cultuur. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:

    het bevorderen van politieke dialoog en democratische hervormingen;

    het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en aanmoediging van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel;

    het versterken van nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen, bijvoorbeeld door „jumelage” en technische bijstandsmechanismen, zoals TAIEX;

    het bevorderen van eerbiediging van mensenrechten, zoals mediavrijheid en vrijheid van meningsuiting;

    het bevorderen van goed bestuur en van het bestrijden van corruptie;

    het bevorderen van gendergelijkheid;

    steun verlenen aan de overgang naar een markteconomie en de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb;

    het bevorderen van duurzame ontwikkeling en plattelandsontwikkeling en het meewerken aan armoedebestrijding;

    het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu;

    het bevorderen van acties die bijdragen aan conflictoplossing en conflictpreventie in gebieden met bevroren conflicten;

    het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel;

    bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur;

    bevorderen van regionale samenwerking, inclusief de samenwerking in het kader van de synergie voor het Zwarte Zeegebied en het oostelijke partnerschap;

    het ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de terugname van illegalen te vereenvoudigen; deze maatregelen zullen worden aangevuld met maatregelen die worden gefinancierd met middelen uit artikel 19 02 01 „Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel”;

    het ondersteunen van programma’s en campagnes die zich richten op de bevordering van geweldloosheid als methode voor conflictpreventie, de bescherming van minderheden en de versteviging van vrije en rechtvaardige samenlevingen; het ondersteunen van initiatieven die, met geweldloze middelen, de eerbiediging van de wettigheid en de rechtsstaat bevorderen; het bevorderen van geweldloosheid, onder meer door de ondersteuning van geweldloze empowerment (verspreiding van optimale werkwijzen onder burgers en opleiding van activisten), alsmede door informatieverstrekking aan onderdrukte burgers, in het bijzonder etnische en andere minderheden, middels radioprogramma’s.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

    19 08 01 04   Proefproject — Preventie- en herstelmaatregelen voor de bodem van de Oostzee

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    500 000

    0,—

    784 294,14

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van een proefproject voor onderzoek naar de preventie van mogelijke vervuiling door onderzeese vuilstortplaatsen en voor het testen van methoden om het leven in de diepere lagen van de Oostzee te herstellen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 08 01 05   Voorbereidende actie — Minderheden in Rusland — Ontwikkeling van cultuur, media en maatschappelijk middenveld

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    1 286 000

    p.m.

    2 500 000

    0,—

    832 656,69

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie dient ter invoering van een doeltreffend partnerschap met de Russische Federatie ter bevordering van de cultuur, het onderwijs, de media en het maatschappelijk middenveld van de vele etnische en nationale minderheden in Rusland. In het kader van deze voorbereidende actie wordt steun verleend aan activiteiten in verband met de bevordering en ontwikkeling van inheemse cultuur, onderwijs, media en het maatschappelijk middenveld.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 08 01 06   Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    750 000

    1 500 000

    750 000

     

     

    Toelichting

    In het kader van de ontluikende democratie in de buurlanden ten zuiden van de Middellandse Zee, vormt de stroom over en weer van jonge beroepsmensen afkomstig van beide zijden van de Middellandse Zee een belangrijk onderdeel van de consolidering van de democratie en de opneming van jonge beroepsmensen in de arbeidsmarkt.

    De belangrijkste doelstelling van deze voorbereidende actie is de bevordering en verbetering van de wederzijdse uitwisseling van jonge beroepsmensen aan beide zijden van de Middellandse Zee. De activiteiten omvatten ook beroepsstages.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 08 01 08   Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    550 000

    p.m.

    560 000

    0,—

    142 481,04

    Toelichting

    Het nieuwe uitgebreide Europese nabuurschapsbeleid zoals dat door het Europees Parlement en de Raad in hun respectieve besluiten en resoluties is aangekondigd, met name in het licht van de twee belangrijkste nabuurschapsbeleidsprojecten, waaronder de Unie voor het Middellandse Zeegebied en het oostelijke partnerschap, vergt voorbereiding van de toekomstige gesprekspartners van de Unie, te weten het personeel dat in de buurlanden, van Marokko tot Belarus, banen zal bekleden die verband houden met het EU-ENB. Zij moeten volledig en vakkundig bekend worden gemaakt met de letter en de geest van het beleid en de instellingen van de Unie en van het acquis van de Unie.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 08 02     Grensoverschrijdende samenwerking — Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI)

    Toelichting

    De grensoverschrijdende samenwerking aan de buitengrenzen van de Unie is een belangrijke prioriteit in zowel het Europese nabuurschapsbeleid als het strategische partnerschap tussen de Unie en Rusland en in het kader van de synergie voor het Zwarte Zeegebied. Door de vaststelling van het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) zijn de mogelijkheden voor grensoverschrijdende samenwerking zowel op kwalitatief als kwantitatief vlak sterk uitgebreid. In het kader van deze nieuwe aanpak zal voor grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma’ s aan de buitengrenzen van de Unie een beroep kunnen worden gedaan op middelen uit zowel de externe als interne rubrieken van de algemene begroting van de Europese Unie; voorts zullen deze programma’s worden uitgevoerd volgens één geheel van regels, met name die welke in het raam van Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1) zijn vastgesteld. De totale bedragen van de bijdragen van de twee rubrieken zijn opgenomen in de twee begrotingsonderdelen van dit artikel.

    Dit krediet dient ter financiering van een aantal grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma’s die bij de land- en zeegrenzen zullen worden uitgevoerd. Met zulke programma’s wordt op concrete wijze aangegeven dat de Unie niet van plan is nieuwe scheidslijnen te trekken. Met deze programma’s wordt het onderlinge partnerschap tussen de grensregio's van de Unie en de buurlanden versterkt en worden deze regio's en worden landen geholpen bij het aanpakken van gemeenschappelijke ontwikkelingsproblemen. Deze programma’s zijn toegespitst op de volgende vijf hoofddoelstellingen:

    bevordering van economische en sociale ontwikkeling in de regio's aan beide kanten van de gemeenschappelijke grenzen;

    samenwerken om gemeenschappelijke uitdagingen te kunnen aanpakken op gebieden zoals milieu, volksgezondheid en de preventie en de strijd tegen georganiseerde misdaad;

    zorgen voor efficiënte en veilige grenzen;

    ondersteunen van lokale, grensoverschrijdende acties voor het bevorderen van intermenselijke contacten;

    het stimuleren van de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld door onder andere sociale integratie te ondersteunen.

    De in dit artikel opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor acties gericht op het verbeteren van de implementatiekwaliteit en -capaciteit, alsook voor acties gericht op het informeren van het grote publiek en de mogelijke begunstigden van de bijstand en voor acties die de zichtbaarheid van de bijstand van de Unie vergroten.

    De toewijzing van middelen aan begunstigde landen en samenwerkingsgebieden dient gebaseerd te zijn op het „meer voor meer”-beginsel en individuele toewijzingen moeten indien nodig worden verhoogd of verlaagd om de door de partnerregeringen geboekte politieke vooruitgang te weerspiegelen.

    Bij een ernstige verslechtering in een bepaald land op het gebied van vrijheid, democratie, respect voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat kan de bijstand van de Unie worden teruggeschroefd en hoofdzakelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van niet-publieke actoren voor maatregelen ter bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

    19 08 02 01   Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    83 988 073

    71 363 860

    92 775 000

    76 364 721

    83 529 000,—

    77 494 764,93

    Toelichting

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

    19 08 02 02   Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    80 816 627

    85 200 000

    99 221 636

    78 000 000

    97 668 066,—

    67 918 294,92

    Toelichting

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

    19 08 03     Voltooiing van de financiële protocollen met landen van het Middellandse Zeegebied

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de voltooiing van de financiële protocollen met mediterrane landen. In dit krediet is onder andere de steun opgenomen voor de Europees-mediterrane investeringsfaciliteit binnen de Europese Investeringsbank; het krediet is bestemd voor de uitvoering van de in het kader van de derde en vierde financiële protocollen met de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied voorziene financiële steunmaatregelen, andere dan die van de Europese Investeringsbank. Deze protocollen hebben betrekking op de periode van 1 november 1986 tot en met 31 oktober 1991, voor de derde financiële protocollen, en op de periode van 1 november 1991 tot en met 31 oktober 1996, voor de vierde financiële protocollen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 2210/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 263 van 27.9.1978, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2211/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 264 van 27.9.1978, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2212/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 265 van 27.9.1978, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2213/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 266 van 27.9.1978, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2214/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 267 van 27.9.1978, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2215/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 268 van 27.9.1978, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 2216/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 269 van 27.9.1978, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 3177/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 3178/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 8).

    Verordening (EEG) nr. 3179/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 15).

    Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

    Verordening (EEG) nr. 3181/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 29).

    Verordening (EEG) nr. 3182/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 36).

    Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

    Besluit 88/30/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 1).

    Besluit 88/31/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 9).

    Besluit 88/32/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 17).

    Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

    Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

    Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

    Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

    Besluit 92/206/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 13).

    Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

    Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

    Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

    Verordening (EEG) nr. 1762/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de toepassing van de protocollen inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Gemeenschap en de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 1), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1638/2006 (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

    Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

    Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

    Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

    Verordening (EG) nr. 1734/94 van de Raad van 11 juli 1994 betreffende de financiële en technische samenwerking met de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (PB L 182 van 16.7.1994, blz. 4), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1638/2006 (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 213/96 van de Raad van 29 januari 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van het financieel instrument „EC Investment Partners” ten behoeve van de landen van Latijns-Amerika, Azië en het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika (PB L 28 van 6.2.1996, blz. 2).

    HOOFDSTUK 19 09 — BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 09

    BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA

    19 09 01

    Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

    4

    371 064 000

    273 386 429

    364 323 000

    277 589 580

    351 506 000,—

    281 654 274,57

    19 09 02

    Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Latijns-Amerika

    4

    p.m.

    500 000

    p.m.

    500 000

    0,—

    261 755,—

    19 09 03

    Samenwerkingsactiviteiten anders dan officiële ontwikkelingshulp (Latijns-Amerika)

    4

    16 000 000

    1 976 838

    10 000 000

    2 863 677

    0,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 19 09 — Totaal

     

    387 064 000

    275 863 267

    374 323 000

    280 953 257

    351 506 000,—

    281 916 029,57

    Toelichting

    Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit hoofdstuk heeft in eerste instantie tot doel bij te dragen tot de bevordering van democratie, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat en ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie alsook tot de totstandkoming van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen.

    Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41) (DCI), voor landen omschreven als ontvanger van officiële ontwikkelingshulp (ODA) door de OESO-Commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC) blijft de Commissie jaarlijks verslag uitbrengen over de in het verleden gebruikte maar nu overbodige benchmark van 35 % van de steun aan ontwikkelingslanden die toegewezen moet worden aan sociale infrastructuur en dienstverlening, daarbij erkennend dat de uniale bijdrage moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. Bovendien zal de Commissie, eveneens overeenkomstig deze verklaring, zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun of steun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.

    Uiterlijk op 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:

    de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking onder het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu;

    de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt;

    de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en

    financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten.

    19 09 01     Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    371 064 000

    273 386 429

    364 323 000

    277 589 580

    351 506 000,—

    281 654 274,57

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor acties op het gebied van samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika die ten doel hebben:

    institutionele ondersteuning bij goed bestuur te ondersteunen en hulp te bieden bij de consolidatie van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat;

    sociale cohesie te bevorderen en armoede en sociale uitsluiting te bestrijden, waarbij bijzondere aandacht moet gaan naar het doorbreken van de vicieuze cirkel van de armoede waarmee personen met een handicap worden geconfronteerd;

    een kmo-vriendelijk ondernemingsklimaat te bevorderen door middel van eigendomsrechten, vermindering van administratieve rompslomp en betere toegang tot krediet, alsmede versterking van organisaties van kleine en middelgrote ondernemingen;

    de regionale integratie te ondersteunen;

    het niveau van het onderwijs en de gezondheidszorg te verbeteren;

    een groter gebruik van informatie- en communicatietechnologieën te bevorderen;

    de capaciteitsopbouw te ondersteunen, met name in minder ontwikkelde landen, om hen te helpen met hun integratie in het multilaterale handelsstelsel, in het bijzonder door hun capaciteit voor deelname aan de Wereldhandelsorganisatie (OMC) te vergroten;

    stimulering van de overdracht van kennis en bevordering van contacten en samenwerking tussen actoren uit het bedrijfsleven van beide partijen;

    het leefmilieu in de betrokken landen beter geschikt te maken voor economische expansie en dus voor ontwikkeling;

    het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen, duurzame energie en de strijd tegen de klimaatverandering te bevorderen;

    rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, te ondersteunen;

    vakbonden, niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke initiatieven te ondersteunen bij het toezicht op het effect van Europese investeringen op de nationale economie, met name gedragscodes en sectorale overeenkomsten die betrekking hebben op de eerbieding van normen inzake arbeid, milieu en sociale en mensenrechten;

    de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld ondersteunen, minder goed vertegenwoordigde groepen aanmoedigen om zich te laten horen en deel te nemen aan maatschappelijke organisaties en de politiek, waarbij alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden en de rechten van vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen zoals personen met een handicap en ouderen moeten worden versterkt.

    Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.

    Met uitzondering van humanitaire hulp mag geen bijstand aan regeringen worden verstrekt als een regering verantwoordelijk is voor de duidelijke verslechtering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

    Dit krediet dient eveneens voor acties voor capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Een deel van dit krediet dient ter ondersteuning van, onder meer, initiatieven als de EU-ALC Foundation (als besloten op de Top van staatshoofden en regeringsleiders van de EU en Latijns-Amerikaanse landen) en het Biarritz Forum.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door ervaren deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

    De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171).

    19 09 02     Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Latijns-Amerika

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    500 000

    p.m.

    500 000

    0,—

    261 755,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van samenwerkingsmaatregelen in landen met een middeninkomen en andere ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika.

    Dit krediet dient ter financiering van samenwerkingsmaatregelen die niet beantwoorden aan de criteria voor officiële ontwikkelingshulp zoals bepaald door de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), en die bijgevolg niet binnen het bereik vallen van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (artikel 2, lid 4) (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), in het bijzonder maatregelen inzake samenwerking met sectoren die op eigen kracht tot ontwikkeling kunnen komen, zodat investeringen uit de algemene begroting van de Unie geen bijdrage leveren aan de armoedebestrijding in Latijns-Amerikaanse landen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Resolutie van het Europees Parlement van 15 februari 2007 betreffende landenstrategiedocumenten en indicatieve programma’s voor Maleisië, Brazilië en Pakistan (PB C 287 E van 29.11.2007, blz. 374).

    Resolutie van het Europees Parlement van 7 juni 2007 betreffende de regionale strategiedocumenten en regionale indicatieve programma’s voor Mercosur en Latijns-Amerika (PB C 125 E van 22.5.2008, blz. 26).

    Resolutie van het Europees Parlement van 9 juli 2008 betreffende de ontwerpbeschikking van de Commissie tot vaststelling van jaarlijkse actieprogramma’s voor Brazilië en Argentinië voor 2008 (PB C 294 E van 3.12.2009, blz. 19).

    19 09 03     Samenwerkingsactiviteiten anders dan officiële ontwikkelingshulp (Latijns-Amerika)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    16 000 000

    1 976 838

    10 000 000

    2 863 677

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet heeft tot doel activiteiten anders dan de ontwikkelingshulp te ondersteunen met het oog op de uitbouw van verdere contacten met partners op een bilaterale, regionale of multilaterale basis.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

    HOOFDSTUK 19 10 — BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 10

    BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN)

    19 10 01

    Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië

    19 10 01 01

    Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië

    4

    513 190 519

    384 495 037

    520 903 500

    403 106 931

    548 328 139,14

    440 991 503,83

    19 10 01 02

    Steun voor herstel en wederopbouw van Afghanistan

    4

    201 000 000

    128 988 695

    198 915 000

    152 729 442

    200 000 000,—

    130 962 145,—

    19 10 01 03

    Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

    4

    p.m.

    3 600 000

    p.m.

    2 300 000

    0,—

    2 883 070,20

    19 10 01 04

    Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China

    4

    p.m.

    3 700 000

    p.m.

    3 300 000

    0,—

    2 898 243,18

    19 10 01 05

    Voorbereidende maatregel — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië

    4

    p.m.

    550 000

    p.m.

    530 000

    0,—

    590 992,77

    19 10 01 06

    Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk

    4

    p.m.

    300 000

    p.m.

    200 000

    0,—

    225 226,88

     

    Artikel 19 10 01 — Subtotaal

     

    714 190 519

    521 633 732

    719 818 500

    562 166 373

    748 328 139,14

    578 551 181,86

    19 10 02

    Samenwerking met ontwikkelingslanden in Centraal-Azië

    4

    104 300 000

    56 339 890

    105 232 000

    72 546 485

    93 938 166,29

    66 298 539,84

    19 10 03

    Samenwerking met Irak, Iran en Jemen

    4

    45 500 000

    23 030 165

    52 651 000

    38 182 361

    38 947 000,—

    25 542 971,88

    19 10 04

    Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Azië, Centraal-Azië, Irak, Iran en Jemen)

    4

    29 500 000

    4 447 886

    18 500 000

    4 543 701

    0,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 19 10 — Totaal

     

    893 490 519

    605 451 673

    896 201 500

    677 438 920

    881 213 305,43

    670 392 693,58

    Toelichting

    Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit hoofdstuk heeft in eerste instantie tot doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen, alsook tot de bevordering van democratie, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat, ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie, en het bevorderen van conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening. Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking ((PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41) (DCI) voor landen omschreven als ontvanger van officiële ontwikkelingshulp (ODA) door de OESO-Commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC), blijft de Commissie jaarlijks verslag uitbrengen over de in het verleden gebruikte maar nu overbodige benchmark van 35 % van de steun aan ontwikkelingslanden die toegewezen moet worden aan sociale infrastructuur en dienstverlening, daarbij erkennend dat de uniale bijdrage moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn.

    Bovendien zal de Commissie, eveneens overeenkomstig deze verklaring, zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun of steun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.

    Vóór 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:

    de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking onder het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu;

    de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt;

    de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en

    financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten.

    19 10 01     Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van ontwikkelingacties in ontwikkelingslanden in Azië, en vooral in de armste daarvan, voor het verbeteren van de humane en sociale ontwikkeling alsook voor het oplossen van macro-economische en sectorale problemen. Er wordt voorrang verleend aan acties met een effect op de structuur van de economie, de ontwikkeling van de instellingen, de verbetering van de mensenrechtensituatie, waaronder vrijheid van godsdienst, de versterking van het maatschappelijk middenveld, waaronder maatregelen met betrekking tot democratisering, onderwijs, beroepsopleiding, een leven lang leren, academische en culturele uitwisselingen, wetenschappelijke en technologische uitwisselingen, het milieu, de tropische bossen, drugsbestrijdingscampagnes, regionale samenwerking, acties ter voorkoming van rampen en acties voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie en informatie- en telecommunicatietechnologie.

    De Commissie publiceert elk jaar een verslag over alle activiteiten op het gebied van externe hulp.

    Verder kan dit krediet worden gebruikt voor acties en maatregelen van horizontale aard die ten doel hebben het profiel of de bekendheid van de samenwerking tussen de Unie en de ontwikkelingslanden in Azië te vergroten.

    Tevens wordt onder dit artikel de steun geboekt voor de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

    Dit krediet dient tevens voor de bevordering van een kmo-vriendelijk handelsklimaat door middel van eigendomsrechten, vermindering van administratieve rompslomp en betere toegang tot krediet, alsmede versterking van kmo-verenigingen.

    De opname van deze kredieten wordt afhankelijk gesteld van de naleving van de beginselen die de grondslag vormen voor de acties van de Unie.

    Het krediet moet voorts ook ten goede komen aan de wederzijdse belangen van de Unie en haar partners, door de dekking van uiteenlopende acties zoals technische bijstand, opleiding, technologie-overdracht en institutionele ondersteuningen op de gebieden handelsbevordering, energie (in het bijzonder hernieuwbare energiebronnen), milieu, management enz., met het oog op:

    de verbetering van het economische, sociale, culturele, juridische en regelgevingsklimaat en de bevordering van de economische betrekkingen en het handelsverkeer tussen de Unie en Azië;

    de bevordering van de regionale integratie;

    de ondersteuning van capaciteitsopbouw, met name in de minst ontwikkelde landen, zodat deze landen beter kunnen integreren in het multilaterale handelsstelsel, onder meer door verbetering van hun vermogen om deel te nemen in de Wereldhandelsorganisatie (WTO);

    stimulering van de overdracht van kennis en bevordering van contacten en samenwerking tussen actoren uit het bedrijfsleven van beide partijen;

    bevordering van een gunstig klimaat voor economische expansie en dus voor de ontwikkeling in de betrokken landen;

    bevordering van sociale ontwikkeling, sociale samenhang en eerlijke inkomensverdeling;

    aanmoediging van een groter gebruik van informatie- en communicatietechnologie.

    Dit krediet dient tevens ter financiering van toekomstige initiatieven van de Unie ter ondersteuning en bevordering van een voortdurende dialoog en samenwerking tussen de particuliere sectoren en onderzoeksgemeenschappen in de Unie en India op een breed scala aan gebieden, door partnerschappen en uitwisselingen te versterken en aan te moedigen en gezamenlijke initiatieven te ondersteunen en door de informatiestroom op het gebied van toegang tot de handels- en investeringsmarkten te verbeteren, met name in het kader van een toekomstige vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en India.

    Het dient tevens voor onderwijs aan kinderen die het slachtoffer zijn geweest van oorlogen of natuurrampen.

    Er kunnen maatregelen worden medegefinancierd met niet-gouvernementele en internationale organisaties.

    Dit krediet dient tevens ter ondersteuning van rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering.

    Dit krediet is ook bedoeld voor acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Afghanistan.

    De Commissie houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden die verbonden zijn aan de bijdrage van de Unie aan dit proces, met name de volledige uitvoering naar de letter en de geest van de Overeenkomst van Bonn/Petersberg. Zij houdt de begrotingsautoriteit op de hoogte van haar bevindingen en conclusies.

    Dit krediet dient ook ter ondersteuning van de Afghaanse nationale drugsbestrijdingsstrategie, die onder andere als doel heeft een einde te maken aan de opiumproductie in Afghanistan en de opiumnetwerken en illegale exportroutes naar Europese landen te ontwrichten en te vernietigen.

    Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met inachtneming van het Financieel Reglement.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

    Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171).

    19 10 01 01   Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    513 190 519

    384 495 037

    520 903 500

    403 106 931

    548 328 139,14

    440 991 503,83

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van ontwikkelingacties in ontwikkelingslanden in Azië, en vooral in de armste daarvan, voor het verbeteren van de humane en sociale ontwikkeling alsook voor het oplossen van macro-economische en sectorale problemen. Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), zal de Commissie zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun of steun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een zekere mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om gevallen waarin uitzonderlijke steun moet worden verleend.

    Er wordt voorrang verleend aan acties met een effect op de structuur van de economie, de ontwikkeling van de instellingen, de verbetering van de mensenrechtensituatie, waaronder de vrijheid van eredienst, de versterking van het maatschappelijk middenveld, waaronder maatregelen met betrekking tot democratisering, toegang voor alle jongens, meisjes, vrouwen en kinderen met een handicap tot basis- en secundair onderwijs, het milieu en het duurzame beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van tropische bossen, regionale samenwerking, rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, en acties voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie, de strijd tegen de klimaatverandering en informatie- en telecommunicatietechnologie.

    Tevens dient dit krediet ter bevordering van maatregelen die bijdragen aan conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening.

    Verder dient dit krediet ter dekking van de kosten van acties en maatregelen van horizontale aard die ten doel hebben het profiel of de bekendheid van de samenwerking tussen de Unie en de ontwikkelingslanden in Azië te vergroten.

    Tevens wordt onder deze post de steun geboekt voor de ontwikkeling van de civiele samenleving, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

    Dit krediet dient tevens ter ondersteuning van microfinancieringsprogramma’s.

    Dit krediet dient eveneens voor acties voor capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt.

    De opname van deze kredieten wordt afhankelijk gesteld van de naleving van de beginselen die de grondslag vormen voor de acties van de Unie.

    Tevens dient het ter financiering van maatregelen met een effect op de structuur van de economie en de ontwikkeling van de instellingen.

    Het krediet dient voorts ter dekking van technische bijstand, opleiding, technologie-overdracht en institutionele ondersteuning op het gebied van handelsbevordering, energie (met name hernieuwbare energiebronnen), milieu, management, enz., met het oog op:

    bevordering van de regionale integratie;

    ondersteuning van capaciteitsopbouw, met name in de minst ontwikkelde landen, zodat deze landen beter kunnen integreren in het multilaterale handelsstelsel, onder meer door verbetering van hun vermogen om deel te nemen in de Wereldhandelsorganisatie (WTO);

    stimulering van de overdracht van kennis en bevordering van contacten en samenwerking tussen actoren uit het bedrijfsleven van beide partijen;

    bevordering van sociale ontwikkeling, sociale samenhang en eerlijke inkomensverdeling;

    een groter gebruik van informatie- en communicatietechnologieën te bevorderen;

    het bevorderen van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, waarbij minder goed vertegenwoordigde groepen worden aangemoedigd zich te laten horen en deel te nemen aan maatschappelijke organisaties en de politiek en waarbij alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden, en het versterken van de rechten van vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen zoals personen met een handicap en ouderen.

    Het dient ook ter financiering van onderwijs voor kinderen die het slachtoffer zijn van oorlog of natuurrampen.

    Er kunnen maatregelen worden medegefinancierd met niet-gouvernementele en internationale organisaties.

    Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met passende inachtneming van het Financieel Reglement.

    Een deel van dit krediet is bestemd voor acties ter controle en verwijdering van antipersoneelsmijnen, explosieve overblijfselen van oorlogshandelingen en onwettige handvuurwapens en lichte wapens.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De op het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve steun ingeschreven bedragen zullen worden vastgelegd in de bijdrageovereenkomsten voor elk operationeel programma, met een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het overeenstemmende programma voor elk hoofdstuk.

    Een deel van dit krediet dient ter verbetering van de positie van christenen en andere religieuze minderheden in Pakistan.

    Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

    De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    19 10 01 02   Steun voor herstel en wederopbouw van Afghanistan

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    201 000 000

    128 988 695

    198 915 000

    152 729 442

    200 000 000,—

    130 962 145,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Afghanistan. Het wordt aangevuld met uitgaven van andere hoofdstukken en artikelen, waarop verschillende procedures van toepassing zijn.

    De Commissie houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden die verbonden zijn aan de bijdrage van de Unie aan dit proces, met name de volledige uitvoering van het post-Bonn-proces. Zij houdt de begrotingsautoriteit op de hoogte van haar bevindingen en conclusies.

    Dit krediet dient ter ondersteuning van sociale basisvoorzieningen en de economische ontwikkeling in Afghanistan.

    Het dient tevens ter ondersteuning van de Afghaanse nationale strategie voor de drugscontrole, inclusief het stopzetten van de opiumproductie in Afghanistan, alsook van de verstoring en vernietiging van de opiumnetwerken en illegale exportroutes naar Europese landen.

    Een belangrijk deel van dit krediet moet exclusief worden gebruikt voor het starten van een vijfjarenplan voor het afbouwen van de opiumteelt, door deze te vervangen door alternatieve producten en met als doel het bereiken van controleerbare resultaten, overeenkomstig de wensen van het Europees Parlement in zijn resolutie van 16 december 2010 over een nieuwe strategie voor Afghanistan (PB C 169 E van 15.6.2012, blz. 108).

    Dit krediet is ook bestemd voor de bijdrage van de Unie aan het proces dat, overeenkomstig de verbintenissen die de Europese Gemeenschap op de conferentie van Tokio in januari 2002 is aangegaan, de terugkeer van Afghaanse vluchtelingen en ontheemden naar hun land en streek van herkomst mogelijk maakt.

    Dit krediet dient tevens ter dekking van activiteiten van vrouwenorganisaties die reeds lange tijd opkomen voor de rechten van Afghaanse vrouwen.

    De Unie moet haar financiële steun voor Afghanistan verhogen op de volgende terreinen: gezondheidszorg (bouw en renovatie van ziekenhuizen, voorkomen van kindersterfte), kleine en middelgrote infrastructuurprojecten (herstel van het wegennet, dijken, enz.). Eveneens moet worden gezorgd voor de effectieve implementatie van maatregelen in verband met werkzekerheid en voedselzekerheid.

    Een deel van dit krediet dient voor het mainstreamen van rampenrisicovermindering op basis van verantwoordelijkheid en van nationale strategieën van vaak door rampen getroffen landen.

    Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met passende inachtneming van het Financieel Reglement.

    Ook bij alle andere acties en projecten waaraan met deze kredieten steun wordt gegeven, zal bijzondere aandacht worden besteed aan de situatie van vrouwen en meisjes.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    19 10 01 03   Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    3 600 000

    p.m.

    2 300 000

    0,—

    2 883 070,20

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie is bestemd voor het ondersteunen van uitwisselingen tussen Europese en Indiase bedrijven, bedrijfstakken en onderzoeksinstellingen. Dit is van belang om de contacten tussen de zakenwereld en onderzoekers van de Unie in snel groeiende economieën zoals India te verbeteren. Deze actie strookt met de resolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2006 over de begroting 2007: Mededeling van de Commissie over de jaarlijkse beleidsstrategie (JBS) (PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 357) waarin staat dat er onvoldoende aandacht wordt besteed aan de enorme en uiterst snelle veranderingen die de wereldeconomie ondergaat, met name in opkomende economieën zoals China en India.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 10 01 04   Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    3 700 000

    p.m.

    3 300 000

    0,—

    2 898 243,18

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie is bestemd voor het ondersteunen van uitwisseling van Europese en Chinese zakenlieden en wetenschappers van universiteiten en onderzoeksinstellingen. Dit is van belang om de contacten tussen de zakenwereld en onderzoekers van de Unie in snel groeiende economieën zoals China te verbeteren. Deze actie strookt met paragraaf 4 van de resolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2006 over de begroting 2007: Mededeling van de Commissie over de jaarlijkse beleidsstrategie (JBS) (PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 357) waarin staat dat er onvoldoende aandacht wordt besteed aan de enorme en uiterst snelle veranderingen die de wereldeconomie ondergaat, met name in opkomende economieën zoals China en India.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 10 01 05   Voorbereidende maatregel — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    550 000

    p.m.

    530 000

    0,—

    590 992,77

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van samenwerkingsmaatregelen in landen met een middeninkomen en andere ontwikkelingslanden in Azië die niet beantwoorden aan de criteria voor officiële ontwikkelingshulp zoals bepaald door de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), en die bijgevolg niet binnen het bereik vallen van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (artikel 2, lid 4) (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), in het bijzonder maatregelen inzake samenwerking met sectoren die op eigen kracht tot ontwikkeling kunnen komen, zodat investeringen uit de algemene begroting van de Unie geen bijdrage leveren aan de armoedebestrijding in Aziatische landen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Resolutie van het Europees Parlement van 15 februari 2007 betreffende landenstrategiedocumenten en indicatieve programma’s voor Maleisië, Brazilië en Pakistan (PB C 287 E van 29.11.2007, blz. 374);

    Resolutie van het Europees Parlement van 21 juni 2007 betreffende de regionale strategie en het indicatieve meerjarenprogramma voor Azië (PB C 146 E van 12.6.2008, blz. 257);

    Resolutie van het Europees Parlement van 25 oktober 2007 betreffende de ontwerpbeschikking van de Commissie tot vaststelling van een bijzondere maatregel voor 2007 voor Irak (PB C 263 E van 16.10.2008, blz. 624).

    19 10 01 06   Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    300 000

    p.m.

    200 000

    0,—

    225 226,88

    Toelichting

    De voorbereidende actie is bestemd voor een integrerende benadering van de ontwikkeling en uitoefening van beleid voor Europese Unie-Azië. Deze alomvattende benadering zoals ontwikkeld door het European Institute for Asian Studies betreft activiteiten onder meerdere rechtsgrondslagen en ondergebracht onder een groot aantal begrotingslijnen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 10 02     Samenwerking met ontwikkelingslanden in Centraal-Azië

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    104 300 000

    56 339 890

    105 232 000

    72 546 485

    93 938 166,29

    66 298 539,84

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering of gedeeltelijke financiering van bijstandsmaatregelen op het niveau van regeringen, instellingen, niet-gouvernementele organisaties en de particuliere sector ter ondersteuning van armoedevermindering, de bevordering en bescherming van de mensenrechten, de overgang naar een markteconomie, versterking van de democratie en de rechtsstaat en de bevordering van conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening in de partnerlanden.

    De bovengenoemde maatregelen omvatten onder andere ondersteuning voor institutionele, juridische en administratieve hervormingen, ondersteuning van de particuliere sector en bijstand voor economische ontwikkeling, ondersteuning voor maatregelen ter verzachting van de sociale gevolgen van de overgang, met inbegrip van hervormingen van de sociale sectoren, de ontwikkeling van infrastructuurnetwerken, de bevordering van de milieubescherming en het beheer van natuurlijke hulpbronnen, duurzame energie, de strijd tegen de klimaatverandering, rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, en de ontwikkeling van de plattelandseconomie.

    Dit krediet dient tevens ter financiering van acties op het gebied van sociale basisvoorzieningen, waaronder basisonderwijs, basisgezondheidszorg, reproductieve gezondheidszorg, met inbegrip van hiv/aids, de bestrijding van gedwongen abortus, genitale verminking bij vrouwen en gedwongen sterilisatie, basisdrinkwatervoorziening en sanitaire basisvoorzieningen.

    Het krediet moet gedeeltelijk worden gebruikt, met passende inachtneming van het Financieel Reglement, voor de bevordering van de democratie en de rechtsstaat.

    Een deel van dit krediet is bestemd voor acties ter controle en verwijdering van antipersoneelsmijnen, explosieve overblijfselen van oorlogshandelingen en onwettige handvuurwapens en lichte wapens.

    Dit krediet dient eveneens voor acties voor capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De op het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve steun ingeschreven bedragen zullen worden vastgelegd in de bijdrageovereenkomsten voor elk operationeel programma, met een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het overeenstemmende programma voor elk hoofdstuk.

    De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    19 10 03     Samenwerking met Irak, Iran en Jemen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    45 500 000

    23 030 165

    52 651 000

    38 182 361

    38 947 000,—

    25 542 971,88

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties in Irak, Jemen en, afhankelijk van de huidige analyse van de Commissie in dit gebied, potentieel ook acties op het gebied van menselijke en sociale ontwikkeling in Iran. Wat Irak betreft, is het krediet bestemd ter dekking van acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Irak. In Jemen betreft het acties die gericht zijn op het bevorderen van goed bestuur en armoedebestrijding (ondersteuning van sociale sectoren en de private sector).

    Dit krediet dient eveneens voor acties voor capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt.

    Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Bij de uitvoering van het krediet moet rekening worden gehouden met de resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2011 over de benadering van Iran door de EU, teneinde de voorwaarden voor te bereiden om de Unie in staat te stellen in de toekomst een delegatie in Iran te openen.

    De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Een deel van dit krediet dient, voldoende rekening houdend met de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

    Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2011 over de benadering van Iran door de EU (PB C 199 E van 7.7.2012, blz. 163).

    19 10 04     Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Azië, Centraal-Azië, Irak, Iran en Jemen)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    29 500 000

    4 447 886

    18 500 000

    4 543 701

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet heeft tot doel activiteiten andere dan de ontwikkelingshulp te ondersteunen met het oog op de uitbouw van verdere contacten met partners op een bilaterale, regionale of multilaterale basis en de activiteiten van het Coördinatieplatform voor de internationalisatie van EU-bedrijven te financieren.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

    HOOFDSTUK 19 11 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 11

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

    19 11 01

    Evaluatie van de resultaten van uniale hulp en follow-up- en auditmaatregelen

    4

    14 840 000

    11 317 399

    14 000 000

    11 454 708

    14 000 000,—

    14 267 694,23

    19 11 02

    Communicatie over de Europese Unie — Externe betrekkingen

    4

    12 300 000

    11 861 029

    11 500 000

    13 077 458

    11 748 247,13

    12 241 672,02

    19 11 03

    De Europese Unie in de wereld

    4

    1 490 000

    1 186 103

    2 500 000

    3 913 692

    1 659 996,—

    1 262 723,40

     

    Hoofdstuk 19 11 — Totaal

     

    28 630 000

    24 364 531

    28 000 000

    28 445 858

    27 408 243,13

    27 772 089,65

    19 11 01     Evaluatie van de resultaten van uniale hulp en follow-up- en auditmaatregelen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 840 000

    11 317 399

    14 000 000

    11 454 708

    14 000 000,—

    14 267 694,23

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van evaluatie, monitoring en steunmaatregelen tijdens de fasen van programmering, voorbereiding en uitvoering van ontwikkelingsmaatregelen, -strategieën en -beleid, waaronder:

    studies naar de effectiviteit, efficiency, relevantie, impact en levensvatbaarheid;

    monitoring van maatregelen tijdens de uitvoering en na afsluiting;

    ondersteunende maatregelen om de kwaliteit van de toezichtsystemen, methoden en praktijken met betrekking tot de lopende maatregelen en de voorbereiding van toekomstige maatregelen te verbeteren;

    voorlichting en feedback over bevindingen, conclusies en aanbevelingen van de evaluaties naar het besluitvormingsproces;

    methodologische ontwikkelingen om de kwaliteit en de toepasselijkheid van de evaluaties te verbeteren, inclusief onderzoek, feedback, informatie en opleidingsactiviteiten.

    Dit krediet dient tevens ter dekking van de financiering van auditactiviteiten met betrekking tot het beheer van de op het gebied van de buitenlandse hulp door de Commissie ten uitvoer gelegde programma’s en projecten. Het dient voorts ter dekking van de financiering van opleidingsactiviteiten toegespitst op de specifieke voorschriften betreffende de buitenlandse hulp van de Unie en georganiseerd ten behoeve van externe auditors.

    Bovendien dient dit krediet ter ondersteuning van de voortdurende inspanningen voor de ontwikkeling van meetinstrumenten en indicatoren van de resultaten van ontwikkelingssamenwerking.

    Ten slotte dient dit krediet ter financiering van de uitgaven voor onderzoeken en het opstellen van methodologische instrumenten, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichting en publicaties, alsook kennisdeling en opleidingsactiviteiten met betrekking tot de opzet en de uitvoering van programma’s voor externe bijstand, in het bijzonder voor het beheer van de project- en programmacyclus en capaciteitsontwikkeling.

    Rechtsgronden

    Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 11 02     Communicatie over de Europese Unie — Externe betrekkingen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 300 000

    11 861 029

    11 500 000

    13 077 458

    11 748 247,13

    12 241 672,02

    Toelichting

    De in het kader van dit artikel te verrichten voorlichtingsactiviteiten kunnen in twee grote categorieën worden ingedeeld: horizontale activiteiten en logistieke ondersteuning vanuit de zetel, en activiteiten die in derde landen en ten aanzien van internationale organisaties door delegaties van de Unie worden ondernomen.

    Activiteiten die vanuit de zetel worden ondernomen:

    het programma EUVP (European Union Visitors Programme — Bezoekersprogramma van de Europese Unie), een gezamenlijk programma van het Europees Parlement en de Commissie, biedt jaarlijks ongeveer 170 door de delegaties van de Unie voorgestelde personen de gelegenheid om in contact te komen met de Unie door middel van een bezoek aan het Europees Parlement en de Commissie in het kader van een individueel, op maat gesneden thematisch bezoekersprogramma;

    de productie en distributie van publicaties over prioritaire onderwerpen in het kader van een jaarprogramma;

    de productie en distributie van audiovisueel materiaal;

    de ontwikkeling van voorlichting in elektronische vorm (via internet en e-mailsystemen);

    de organisatie van bezoeken voor groepen journalisten;

    de ondersteuning van voorlichtingsacties door opinieleiders, in samenhang met de prioriteiten van de Unie;

    De Commissie zal nieuwsuitzendingen in het Farsi blijven financieren.

    Gedecentraliseerde activiteiten van delegaties van de Unie in derde landen en ten aanzien van internationale organisaties

    Overeenkomstig de communicatiedoelstellingen die voor iedere regio en ieder land zijn vastgesteld, stellen de delegaties van de Unie een jaarlijks communicatieplan op dat na goedkeuring door de hoofdzetel uit de begroting wordt gefinancierd en dat betrekking heeft op de volgende activiteiten:

    websites;

    contacten met de media (persconferenties, studiebijeenkomsten, radioprogramma’s, enz.);

    voorlichtingsmateriaal (overige publicaties, grafisch materiaal, enz.);

    organisatie van evenementen, inclusief culturele activiteiten;

    nieuwsbrieven;

    voorlichtingscampagnes.

    Rechtsgronden

    Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    19 11 03     De Europese Unie in de wereld

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 490 000

    1 186 103

    2 500 000

    3 913 692

    1 659 996,—

    1 262 723,40

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van prioritaire voorlichtings- en communicatieactiviteiten die zijn gericht op de burgers van de Unie en betrekking hebben op het gehele buitenlandse beleid van de Unie.

    In de voorlichtingsacties zullen onderstaande gebieden aan de orde worden gesteld, maar kan ook aandacht worden besteed aan andere aspecten van de buitenlandse betrekkingen van de Unie, met name in verband met de toekomst van het buitenlandse beleid van de Unie:

    de onbekendheid van het grote publiek met de buitenlandse hulp aanpakken. Het doel hiervan is te verduidelijken dat de buitenlandse hulp onlosmakelijk deel uitmaakt van de activiteiten van de Unie en een van de cruciale beleidsvormen is die het gezicht van de Unie en haar rol in de wereld bepalen en het besef te laten doordringen dat Unie namens de burgers van de Unie tastbare resultaten behaalt op het vlak van armoedebestrijding en het bevorderen van duurzame mondiale ontwikkeling van hoge kwaliteit.

    het „Europees nabuurschapsbeleid” (ENB). Het Europees nabuurschapsbeleid bouwt voort op een mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2003, getiteld „De grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden” (COM(2003) 104 definitief). Met de onder deze activiteit vallende maatregelen zal opnieuw informatie worden verstrekt over de activiteiten van de Unie in het kader van haar Europees nabuurschapsbeleid;

    in samenwerking met de Raad te verrichten voorlichtingsactiviteiten over de doelstellingen en de ontwikkeling van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid;

    de organisatie van bezoeken voor groepen van vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld.

    De Commissie heeft twee mededelingen aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's aangenomen betreffende een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie (COM(2001) 354 definitief en COM(2002) 350 definitief). In deze mededelingen wordt een kader voorgesteld voor interinstitutionele samenwerking tussen de instellingen en de lidstaten met het oog op de ontwikkeling van een voorlichtings- en communicatiestrategie van de Unie.

    De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, stelt gezamenlijke richtsnoeren vast voor de onderwerpen die onder de interinstitutionele samenwerking op het gebied van voorlichting en communicatie vallen. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte gecentraliseerde en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. De IGV stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van door de Commissie verstrekte informatie.

    Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

    Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 19 49 — UITGAVEN VOOR ADMINISTRATIEF BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET FINANCIEEL REGLEMENT VAN 21 DECEMBER 1977

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    19 49

    UITGAVEN VOOR ADMINISTRATIEF BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET FINANCIEEL REGLEMENT VAN 21 DECEMBER 1977

    19 49 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    19 49 04 04

    Financiële en technische samenwerking met Aziatische ontwikkelingslanden — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    19 49 04 05

    Financiële en technische samenwerking met Latijns-Amerikaanse ontwikkelingslanden — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    19 49 04 06

    Bijstand aan de partnerlanden van Oost-Europa en Centraal-Azië — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    19 49 04 12

    Meda (maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en sociale structuren in de derde landen van het Middellandse Zeegebied) — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 19 49 04 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 19 49 — Totaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    19 49 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

    19 49 04 04   Financiële en technische samenwerking met Aziatische ontwikkelingslanden — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 19 01 04 04 (oude artikelen B7-3 0 0 A, B7-3 0 2 A en B7-3 0 4 A) die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

    19 49 04 05   Financiële en technische samenwerking met Latijns-Amerikaanse ontwikkelingslanden — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 19 01 04 05 (oude artikelen B7-3 1 0 A, B7-3 1 2 A en B7-3 1 3 A) die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

    19 49 04 06   Bijstand aan de partnerlanden van Oost-Europa en Centraal-Azië — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 19 01 04 07 (oud artikel B7-5 2 0 A) die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

    19 49 04 12   Meda (maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en sociale structuren in de derde landen van het Middellandse Zeegebied) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 19 01 04 06 (oud artikel B7-4 1 0 A) die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR DE DIENST VOOR INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

    TITEL 20

    HANDEL

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    20 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

    93 973 453

    93 973 453

    93 019 275

    93 019 275

    93 332 465,75

    93 332 465,75

    Reserves (40 01 40)

     

     

    37 417

    37 417

     

     

     

    93 973 453

    93 973 453

    93 056 692

    93 056 692

    93 332 465,75

    93 332 465,75

    20 02

    HANDELSPOLITIEK

    13 500 000

    8 203 879

    11 125 000

    8 495 576

    12 737 955,41

    11 091 449,23

     

    Titel 20 — Totaal

    107 473 453

    102 177 332

    104 144 275

    101 514 851

    106 070 421,16

    104 423 914,98

    Reserves (40 01 40)

     

     

    37 417

    37 417

     

     

     

    107 473 453

    102 177 332

    104 181 692

    101 552 268

    106 070 421,16

    104 423 914,98

    HOOFDSTUK 20 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

    20 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Handel”

    20 01 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Handel

    5

    48 232 346

    47 265 499

    47 087 246,25

    20 01 01 02

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst, delegaties van de Unie

    5

    13 867 302

    13 244 517

    13 578 721,21

     

    Artikel 20 01 01 — Subtotaal

     

    62 099 648

    60 510 016

    60 665 967,46

    20 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Handel”

    20 01 02 01

    Extern personeel bij het directoraat-generaal Handel

    5

    3 236 031

    3 531 000

    3 644 532,45

    20 01 02 02

    Extern personeel van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

    5

    6 459 410

    6 484 544

    5 962 614,—

    20 01 02 11

    Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Handel

    5

    4 388 200

    4 359 091

    4 833 871,40

    Reserves (40 01 40)

     

     

    37 417

     

     

     

    4 388 200

    4 396 508

    4 833 871,40

    20 01 02 12

    Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

    5

    1 541 546

    1 634 953

    1 756 286,—

     

    Artikel 20 01 02 — Subtotaal

     

    15 625 187

    16 009 588

    16 197 303,85

    Reserves (40 01 40)

     

     

    37 417

     

     

     

    15 625 187

    16 047 005

    16 197 303,85

    20 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Handel”

    20 01 03 01

    Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het directoraat-generaal Handel

    5

    3 052 323

    3 017 820

    3 549 750,94

    20 01 03 02

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

    5

    12 766 295

    13 051 851

    12 516 963,—

     

    Artikel 20 01 03 — Subtotaal

     

    15 818 618

    16 069 671

    16 066 713,94

    20 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Handel”

    20 01 04 01

    Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    430 000

    430 000

    402 480,50

     

    Artikel 20 01 04 — Subtotaal

     

    430 000

    430 000

    402 480,50

     

    Hoofdstuk 20 01 — Totaal

     

    93 973 453

    93 019 275

    93 332 465,75

    Reserves (40 01 40)

     

     

    37 417

     

     

     

    93 973 453

    93 056 692

    93 332 465,75

    20 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Handel”

    20 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Handel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    48 232 346

    47 265 499

    47 087 246,25

    20 01 01 02   Uitgaven voor personeel in actieve dienst, delegaties van de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    13 867 302

    13 244 517

    13 578 721,21

    20 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Handel”

    20 01 02 01   Extern personeel bij het directoraat-generaal Handel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 236 031

    3 531 000

    3 644 532,45

    20 01 02 02   Extern personeel van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 459 410

    6 484 544

    5 962 614,—

    20 01 02 11   Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Handel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 01 02 11

    4 388 200

    4 359 091

    4 833 871,40

    Reserves (40 01 40)

     

    37 417

     

    Totaal

    4 388 200

    4 396 508

    4 833 871,40

    20 01 02 12   Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 541 546

    1 634 953

    1 756 286,—

    20 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Handel”

    20 01 03 01   Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het directoraat-generaal Handel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 052 323

    3 017 820

    3 549 750,94

    20 01 03 02   Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    12 766 295

    13 051 851

    12 516 963,—

    20 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Handel”

    20 01 04 01   Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    430 000

    430 000

    402 480,50

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor onderzoeken, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, alsmede uitgaven voor technische en administratieve bijstand die geen overheidstaken betreft en die de Commissie uitbesteedt in het kader van specifieke dienstverleningscontracten, zoals het onderhoud van de website van het directoraat-generaal Handel.

    Het dient voor de financiering van administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 20 02 01.

    HOOFDSTUK 20 02 — HANDELSPOLITIEK

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    20 02

    HANDELSPOLITIEK

    20 02 01

    Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

    4

    9 000 000

    6 918 934

    7 300 000

    7 159 193

    8 237 955,41

    8 268 043,41

    20 02 03

    Aid for trade — Multilaterale initiatieven

    4

    4 500 000

    1 284 945

    3 825 000

    1 336 383

    4 500 000,—

    2 823 405,82

     

    Hoofdstuk 20 02 — Totaal

     

    13 500 000

    8 203 879

    11 125 000

    8 495 576

    12 737 955,41

    11 091 449,23

    20 02 01     Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    9 000 000

    6 918 934

    7 300 000

    7 159 193

    8 237 955,41

    8 268 043,41

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

    Activiteiten ter ondersteuning van lopende en nieuwe multi- en bilaterale handelsbesprekingen

    De acties beogen de versterking van de onderhandelingspositie van de Unie in lopende multilaterale handelsbesprekingen (in het kader van de Doha-ontwikkelingsagenda) en in lopende en nieuwe bilaterale en regionale handelsbesprekingen, om ervoor te zorgen dat het beleid van de Unie tot stand komt op basis van uitgebreide, actuele en deskundige informatie, en coalities te vormen voor de succesvolle afloop van die besprekingen, waaronder:

    studies door deskundigen en conferenties in verband met de voorbereiding van beleid en onderhandelingsposities en met het voeren van lopende alsook nieuwe handelsbesprekingen;

    ontwikkeling en uitvoering van een solide en brede communicatie- en informatiestrategie, om het handelsbeleid van de Unie bekend te maken en voorlichting te geven over de verschillende punten en de doelstellingen van het handelsbeleid van de Unie en over onderhandelingsposities in lopende besprekingen, zowel binnen als buiten de Unie.

    Studies, evaluaties en effectbeoordelingen met betrekking tot handelsovereenkomsten en handelsbeleid

    Acties om te garanderen dat het handelsbeleid van de Unie onderbouwd is door en naar behoren rekening houdt met ex-ante- en ex-postevaluaties, waaronder:

    effectbeoordelingen die worden uitgevoerd met het oog op eventuele nieuwe wetgevingsvoorstellen, en duurzaamheidseffectbeoordelingen die worden uitgevoerd ter ondersteuning van lopende onderhandelingen en gemaakt zijn om het effect van handelsbesprekingen op de duurzame ontwikkeling te beoordelen en indien nodig begeleidende maatregelen voor te stellen om eventuele negatieve gevolgen voor specifieke landen of sectoren te bestrijden;

    evaluaties van het beleid en de praktijken van DG TRADE, die overeenkomstig het meerjarenevaluatieplan van het DG moeten worden uitgevoerd.

    Technische bijstand op handelsgebied, opleiding en andere capaciteitsopbouw ten behoeve van ontwikkelingslanden

    Versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om deel te nemen aan internationale, bilaterale of biregionale handelsbesprekingen, internationale handelsovereenkomsten uit te voeren en deel te nemen aan het wereldhandelstelsel, waaronder:

    projecten met betrekking tot opleiding en capaciteitsopbouw voor ambtenaren en ondernemers uit ontwikkelingslanden, voornamelijk op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen;

    vergoeding van de kosten van deskundigen uit de lidstaten die ambtenaren en ondernemers uit ontwikkelingslanden adviseren hoe aan de sanitaire en fytosanitaire normen en andere handelsgerelateerde maatregelen te voldoen;

    vergoeding van de kosten van deelnemers aan forums en conferenties ter vergroting van het bewustzijn en bevordering van deskundigheid op handelsgebied van mensen uit ontwikkelingslanden;

    beheer, verdere ontwikkeling en promotie van de exporthelpdesk, die de industrie in ontwikkelingslanden informatie verschaft over de wijze waarop zij toegang kunnen krijgen tot uniale markten, zodat industrieën uit dergelijke landen de door de internationale handel geboden mogelijkheden voor markttoegang beter kunnen benutten;

    programma's voor technische bijstand op handelsgebied zoals overeengekomen binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere multilaterale organisaties, met name de gemeenschappelijke fondsen van de WTO;

    informatie- en promotieactiviteiten en -seminars in ontwikkelingslanden voor publieke en private deelnemers (waaronder maatschappelijke organisaties en bedrijven) om de situatie van lopende onderhandelingen en/of de implementatie van bestaande overeenkomsten uit te leggen;

    onderzoek naar de gevolgen van handelsgerelateerde programma's om duurzaamheid te waarborgen voor producenten en werknemers in ontwikkelingslanden (met inbegrip van een vergelijkende analyse van kosten en baten van certificeringsregelingen), alsook naar hun perceptie door consumenten;

    verstrekking van technische bijstand en capaciteitsopbouw voor producenten en hun verenigingen of coöperaties met het oog op een betere markttoegang (bijvoorbeeld inzake de naleving van normen en reglementeringen);

    verstrekking van advies aan beleidsmakers over hoe er het best voor kan worden gezorgd dat op alle beleidsgebieden rekening wordt gehouden met de specifieke belangen van kleine producenten en werknemers in ontwikkelingslanden, en bevordering van een gunstige context waarin producenten toegang hebben tot handelsgerelateerde programma's om duurzaamheid te waarborgen.

    Activiteiten met betrekking tot markttoegang ter ondersteuning van de implementatie van de markttoegangsstrategie van de Unie

    Maatregelen ter ondersteuning van de markttoegangsstrategie van de Unie, die gericht is op het opheffen of verminderen van handelsbelemmeringen, het identificeren van handelsbeperkingen in derde landen en eventueel opheffen daarvan, waaronder:

    onderhoud en verdere ontwikkeling van de gegevensbank inzake markttoegang, die via internet ter beschikking wordt gesteld van marktdeelnemers en waarin lijsten zijn opgenomen van handelsbelemmeringen en andere informatie die van invloed is op de export en de exporteurs van de Unie; aanschaf van de voor deze gegevensbank noodzakelijke informatie, gegevens en documentatie;

    specifieke analyse van de verschillende belemmeringen voor de toegang tot belangrijke markten, waaronder analyse van de tenuitvoerlegging door derde landen van hun verplichtingen krachtens internationale handelsovereenkomsten ter voorbereiding van onderhandelingen;

    conferenties, werkgroepen en andere informatieactiviteiten (bijvoorbeeld productie en distributie van studies, voorlichtingspakketten, publicaties en folders) om bedrijven, nationale ambtenaren en andere actoren te informeren over handelsbelemmeringen en beleidsinstrumenten op handelsgebied die bestemd zijn om de Unie tegen oneerlijke handelspraktijken zoals dumping of uitvoersubsidies te beschermen;

    steun voor de Europese industrie om activiteiten te organiseren die specifiek gericht zijn op vraagstukken in verband met markttoegang.

    Activiteiten ter ondersteuning van de implementatie van bestaande regels en de monitoring van handelsverplichtingen

    Acties ter ondersteuning van de implementatie van bestaande handelsovereenkomsten en de handhaving van gerelateerde systemen die de doeltreffende implementatie van die overeenkomsten mogelijk maken, alsook acties ter ondersteuning van inspecties ter plaatse en onderzoeken om te garanderen dat derde landen de regels naleven, waaronder:

    uitwisseling van informatie, opleiding, seminars en communicatieactiviteiten ter ondersteuning van de implementatie van bestaande uniale wetgeving op het gebied van de controle op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik, en met name van de nieuwe regels die zijn ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1);

    activiteiten om onderzoeken te vergemakkelijken die worden uitgevoerd in het kader van de handelsbescherming met het oog op de bescherming van uniale producenten tegen oneerlijke handelspraktijken van derde landen (antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen) die schadelijk kunnen zijn voor de economie van de Unie. De activiteiten zullen vooral toegespitst zijn op de ontwikkeling, het onderhoud en de veiligheid van de IT-systemen die de handelsbeschermingsactiviteiten ondersteunen, op de productie van communicatie-instrumenten, alsook op de aankoop van juridische diensten in derde landen en de uitvoering van studies door deskundigen;

    acties in verband met de ontwikkeling en het progressief onderhoud van de beheerssystemen die worden ontwikkeld voor het geïntegreerd systeem voor het beheer van vergunningen voor de invoer van textiel, kleding, schoeisel en staal in de Unie (SIGL), voor het beheersondersteuningssysteem voor houtexportquota (TRQ-RW), dat tot stand is gebracht in het kader van de toetreding van Rusland tot de WTO en betrekking heeft op de voorwaarden voor de import in de Unie van hout uit Rusland, alsook voor het snelle inlichtingensysteem ter bestrijding van namaak (ACRIS), dat dient als hulpmiddel voor bedrijven in de Unie om inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten te melden. De acties betreffen zowel de implementatie en het beheer van deze systemen als de bepaling van gemeenschappelijke richtsnoeren voor opleiding en technische bijstand voor de implementatie. Dit krediet omvat tevens uitgaven betreffende bijdragen ten behoeve van de werking van systemen (hardware, software, onderhoud), de financiering van de voorlichting en opleiding van de gebruikers van de systemen, de financiering van technische bijstand, alsook, indien van toepassing, helpdeskfaciliteiten, waarvan vooral door de lidstaten gebruik wordt gemaakt.

    Activiteiten ter bevordering van het buitenlandse handelsbeleid van de Unie door middel van een proces van een gestructureerde dialoog met de belangrijkste opiniemakers, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden (waaronder het midden- en kleinbedrijf (mkb))

    Actie ter ondersteuning van het handelsbeleid van de Unie door specifieke fora en vergaderingen te organiseren en aldus de dialoog met de belangrijkste opiniemakers, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden (waaronder het mkb) over thema's die verband houden met de externe handel te bevorderen:

    De steun van de Commissie aan deze acties kan bestaan uit diensten ten behoeve van conferenties of evenementen, alsook uit de vergoeding van de reiskosten van deelnemers aan deze acties, in het bijzonder in het kader van de dialoog van DG TRADE met het maatschappelijk middenveld, maar ook uit seminars en vergaderingen met lidstaten, derde landen, het midden- en kleinbedrijf en belanghebbenden uit de bedrijfswereld om van gedachten te wisselen over het handelsbeleid en met name het handelsbeschermingsbeleid.

    Juridische bijstand en andere deskundige bijstand bij de uitvoering van bestaande handelsovereenkomsten

    Ervoor zorgen dat de handelspartners van de Unie zich daadwerkelijk houden aan en voldoen aan de verplichtingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere multi- en bilaterale overeenkomsten, waaronder:

    onderzoeken door deskundigen, met name inspecties en specifieke onderzoeken, alsmede seminars over de vraag of derde landen hun verplichtingen krachtens internationale handelsovereenkomsten nakomen;

    juridische deskundigheid, met name met betrekking tot buitenlands recht, die noodzakelijk is wil de Unie haar standpunten in geschillenbeslechtingsprocedures binnen de WTO beter kunnen verdedigen, alsook andere studies van deskundigen die vereist zijn voor de voorbereiding, het beheer en de follow-up van geschillenbeslechtingsprocedures binnen de WTO.

    arbitragekosten, juridische expertise en vergoedingen die de Unie moet betalen als partij in geschillen die voortvloeien uit de toepassing van internationale overeenkomsten die zijn gesloten uit hoofde van artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    Beslechting van geschillen tussen investeerder en staat zoals vastgelegd in internationale overeenkomsten

    Deze uitgaven dienen voor:

    arbitragekosten, juridisch expertise en vergoedingen die de Unie moet betalen als partij in geschillen die voortvloeien uit de toepassing van internationale overeenkomsten die zijn gesloten uit hoofde van artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

    de betaling van bedragen aan investeerders ingevolge definitieve uitspraken of schikkingen in het kader van dergelijke internationale overeenkomsten.

    Rechtsgronden

    Besluit 98/181/EG, EGKS, Euratom van de Raad en de Commissie van 23 september 1997 betreffende sluiting door de Europese Gemeenschappen van het Verdrag inzake het Energiehandvest en het Protocol bij het Energiehandvest betreffende energie-efficiëntie en daarmee samenhangende milieuaspecten (PB L 69 van 9.3.1998, blz. 1).

    Besluit 98/552/EG van de Raad van 24 september 1998 inzake de uitvoering door de Commissie van activiteiten betreffende een communautaire strategie inzake markttoegang (PB L 265 van 30.9.1998, blz. 31).

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002).(PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    20 02 03     Aid for trade — Multilaterale initiatieven

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    4 500 000

    1 284 945

    3 825 000

    1 336 383

    4 500 000,—

    2 823 405,82

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van multilaterale programma's en initiatieven op het gebied van handelsgerelateerde bijstand om ontwikkelingslanden beter in staat te stellen op efficiënte wijze deel te nemen aan het multilaterale handelssysteem en aan regionale handelsovereenkomsten en om hun handelsprestaties te verbeteren.

    De met dit krediet te financieren multilaterale programma's en initiatieven steunen de volgende acties:

    Assistentie bij het handelsbeleid, de deelneming aan onderhandelingen en de uitvoering van handelsovereenkomsten

    Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om hun handelsbeleid uit te stippelen en ter versterking van de bij het handelsbeleid betrokken instanties, met inbegrip van globale en bijgewerkte handelsherzieningen en bijstand om de handel te integreren in de respectieve beleidsvormen voor economische groei en ontwikkeling.

    Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om daadwerkelijk deel te nemen aan internationale handelsbesprekingen en internationale handelsakkoorden uit te voeren.

    Onderzoek om beleidsmakers te adviseren over hoe er het best voor kan worden gezorgd dat op alle beleidsgebieden rekening wordt gehouden met de specifieke belangen van kleine producenten en werknemers in ontwikkelingslanden, en een gunstige context te bevorderen waarin producenten toegang hebben tot handelsgerelateerde programma's om duurzaamheid te waarborgen.

    Deze bijstand is vooral gericht op de overheidssector.

    Ontwikkeling van de handel

    Acties om beperkingen aan de aanbodzijde weg te nemen die rechtstreekse gevolgen hebben voor het vermogen van een land om zijn internationale handelsmogelijkheden te benutten, in het bijzonder ontwikkeling van de particuliere sector.

    Dit krediet vormt een aanvulling op de geografische programma's van de Unie en mag enkel multilaterale initiatieven en programma's dekken die echt toegevoegde waarde geven aan de geografische programma's van de Unie, zoals het geïntegreerde kader voor de minst ontwikkelde landen.

    De Commissie dient eens per twee jaar een verslag in over de tenuitvoerlegging en bereikte resultaten, alsmede over de belangrijkste gevolgen en effecten van de aid for trade-steun. De Commissie verstrekt informatie over het totale bedrag aan aid for trade-financiering van de algemene begroting van de Unie, alsmede over het aandeel van dat bedrag binnen de totale „bijstand op het gebied van de handel”.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002) (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL HANDEL

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL HANDEL

    TITEL 21

    ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    21 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

    268 569 707

    268 569 707

    258 747 370

    258 747 370

    344 925 999,56

    344 925 999,56

    Reserves (40 01 40)

     

     

    29 933

    29 933

     

     

     

    268 569 707

    268 569 707

    258 777 303

    258 777 303

    344 925 999,56

    344 925 999,56

    21 02

    VOEDSELZEKERHEID

    258 629 000

    180 505 121

    246 264 700

    216 053 058

    247 512 969,80

    319 350 145,81

    21 03

    NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES

    245 400 000

    184 450 589

    233 018 000

    188 093 567

    231 797 917,26

    202 310 925,20

    21 04

    MILIEU EN DUURZAAM BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN, MET INBEGRIP VAN ENERGIE

    217 650 000

    124 511 655

    200 713 000

    153 775 032

    226 845 492,47

    136 346 969,79

    21 05

    MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING

    195 545 000

    102 257 336

    161 630 000

    126 433 699

    172 470 985,20

    171 986 176,97

    21 06

    GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

    331 382 779

    304 087 142

    345 693 444

    321 730 039

    337 666 205,09

    300 494 442,49

    21 07

    ANDERE MAATREGELEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN AD-HOCPROGRAMMA’S

    34 198 140

    29 299 709

    32 110 000

    29 600 874

    31 173 374,81

    29 980 375,50

    21 08

    BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

    20 325 000

    13 224 060

    19 477 000

    16 566 519

    19 477 000,—

    14 579 936,09

    21 49

    UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET FINANCIEEL REGLEMENT VAN 21 DECEMBER 1977

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Titel 21 — Totaal

    1 571 699 626

    1 206 905 319

    1 497 653 514

    1 311 000 158

    1 611 869 944,19

    1 519 974 971,41

    Reserves (40 01 40)

     

     

    29 933

    29 933

     

     

     

    1 571 699 626

    1 206 905 319

    1 497 683 447

    1 311 030 091

    1 611 869 944,19

    1 519 974 971,41

    Toelichting

    Er wordt geen steun van de Unie verleend aan overheden, organisaties of programma’s die deelnemen of ondersteuning geven aan activiteiten waarbij schendingen van mensenrechten plaatsvinden, bijvoorbeeld in de vorm van gedwongen abortus, onvrijwillige sterilisatie of infanticide, met name wanneer bij de uitvoering van dergelijke activiteiten psychosociale, sociale, economische of juridische druk wordt uitgeoefend; op deze manier wordt uitvoering gegeven aan het verbod van de Internationale Conferentie over bevolking en ontwikkeling van Caïro (ICPD) op dwang en compulsie op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheidszorg. De Commissie moet een verslag opstellen over de tenuitvoerlegging van de buitenlandse hulp van de Europese Unie waaronder dit programma valt.

    HOOFDSTUK 21 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    21 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

    21 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    21 01 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid

    5

    75 375 653

    75 944 564

    77 744 173,70

    21 01 01 02

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

    5

    90 137 465

    82 410 328

    84 659 587,20

     

    Artikel 21 01 01 — Subtotaal

     

    165 513 118

    158 354 892

    162 403 760,90

    21 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    21 01 02 01

    Extern personeel bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid

    5

    3 906 849

    4 727 382

    6 841 290,71

    21 01 02 02

    Extern personeel bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

    5

    1 314 748

    1 307 808

    1 313 797,—

    21 01 02 11

    Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid

    5

    6 379 288

    6 767 892

    7 172 314,85

    Reserves (40 01 40)

     

     

    29 933

     

     

     

    6 379 288

    6 797 825

    7 172 314,85

    21 01 02 12

    Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

    5

    4 277 589

    4 316 278

    4 686 370,—

     

    Artikel 21 01 02 — Subtotaal

     

    15 878 474

    17 119 360

    20 013 772,56

    Reserves (40 01 40)

     

     

    29 933

     

     

     

    15 878 474

    17 149 293

    20 013 772,56

    21 01 03

    Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie,, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    21 01 03 01

    Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid

    5

    4 770 054

    4 848 928

    5 874 416,66

    21 01 03 02

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

    5

    35 424 800

    34 456 890

    33 399 534,—

     

    Artikel 21 01 03 — Subtotaal

     

    40 194 854

    39 305 818

    39 273 950,66

    21 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    21 01 04 01

    Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    46 438 261

    43 533 300

    44 622 705,60

    21 01 04 03

    Evaluatie van de resultaten van de hulp van de Unie, follow-up en audit — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    p.m.

    p.m.

    2 111 000,—

    21 01 04 04

    Coördinatie en voorlichting over ontwikkelingsvraagstukken — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    270 000

    204 000

    243 483,84

    21 01 04 05

    Snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    179 697,—

    21 01 04 10

    Bijdrage van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor gemeenschappelijke uitgaven voor administratieve ondersteuning

    4

    p.m.

    p.m.

    75 847 954,—

    21 01 04 20

    Uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    4

    275 000

    230 000

    229 675,—

     

    Artikel 21 01 04 — Subtotaal

     

    46 983 261

    43 967 300

    123 234 515,44

     

    Hoofdstuk 21 01 — Totaal

     

    268 569 707

    258 747 370

    344 925 999,56

    Reserves (40 01 40)

     

     

    29 933

     

     

     

    268 569 707

    258 777 303

    344 925 999,56

    21 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    21 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    75 375 653

    75 944 564

    77 744 173,70

    21 01 01 02   Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    90 137 465

    82 410 328

    84 659 587,20

    21 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    21 01 02 01   Extern personeel bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 906 849

    4 727 382

    6 841 290,71

    21 01 02 02   Extern personeel bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 314 748

    1 307 808

    1 313 797,—

    21 01 02 11   Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    21 01 02 11

    6 379 288

    6 767 892

    7 172 314,85

    Reserves (40 01 40)

     

    29 933

     

    Totaal

    6 379 288

    6 797 825

    7 172 314,85

    21 01 02 12   Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 277 589

    4 316 278

    4 686 370,—

    21 01 03     Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie,, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    21 01 03 01   Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 770 054

    4 848 928

    5 874 416,66

    21 01 03 02   Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en Samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    35 424 800

    34 456 890

    33 399 534,—

    21 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    21 01 04 01   Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    46 438 261

    43 533 300

    44 622 705,60

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie kan delegeren aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van uitzendbureaus) op de hoofdzetel dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 3 653 300 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per mensjaar, bestaande voor 93 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en voor 7 % uit de extra kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

    uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van de Unie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

    uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Dergelijke in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve uitgaven uit hoofde van de hoofdstukken 21 02, 21 03, 21 04, 21 05 en 21 06.

    21 01 04 03   Evaluatie van de resultaten van de hulp van de Unie, follow-up en audit — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    2 111 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Het dient tevens ter dekking van activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw en bijscholing, gericht op de belangrijkste betrokkenen bij het ontwerp en de uitvoering van programma’s voor buitenlandse hulp.

    Het krediet dient voorts ter dekking van de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 21 08 01.

    21 01 04 04   Coördinatie en voorlichting over ontwikkelingsvraagstukken — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    270 000

    204 000

    243 483,84

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor drukwerk, vertalingen, studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en de aankoop van publicatiemateriaal dat rechtstreeks verband houdt met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma.

    Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor publicaties, productie, opslag, distributie en verspreiding van informatiemateriaal, met name via het Bureau voor publicaties van de Europese Unie, en andere administratieve kosten die verband houden met de coördinatie.

    Dit krediet dient voorts ter dekking van de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 21 08 02.

    21 01 04 05   Snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    179 697,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

    uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, alsmede de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van de Unie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post,

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Dergelijke in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De op het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve steun ingeschreven bedragen zullen worden vastgelegd in de bijdrageovereenkomst voor elk operationeel programma, met een gemiddelde dat niet hoger is dan 2 % van de bijdragen voor het overeenstemmende programma voor elk hoofdstuk.

    Deze post dient voor de financiering van de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 21 02 03.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1337/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 62).

    21 01 04 10   Bijdrage van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor gemeenschappelijke uitgaven voor administratieve ondersteuning

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    75 847 954,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratieve ondersteuning waartoe onder het negende en het tiende EOF wordt besloten.

    Ontvangsten die voortvloeien uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en die bijdragen tot de kosten voor de ondersteunende maatregelen en die in artikel 6 3 2 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement. Extra kredieten zullen op post 21 01 04 10 worden opgevoerd.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 60 000 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1), met name artikel 21, leden 2 en 3.

    21 01 04 20   Uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    275 000

    230 000

    229 675,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het volgende:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Dit krediet dient voorts ter dekking van de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 21 07 02.

    HOOFDSTUK 21 02 — VOEDSELZEKERHEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    21 02

    VOEDSELZEKERHEID

    21 02 01

    Voedselzekerheid

    4

    258 629 000

    178 903 860

    246 264 700

    181 366 213

    245 633 145,80

    200 191 014,33

    21 02 02

    Voltooiing van de activiteiten in het kader van het Voedselhulpverdrag

    4

    p.m.

    1 087 261

    p.m.

    4 772 795

    0,—

    6 140 376,38

    21 02 03

    Snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    29 114 050

    1 879 824,—

    111 780 483,10

    21 02 04

    Proefproject — Financiering van landbouwproductie

    4

    p.m.

    514 000

    p.m.

    800 000

    0,—

    1 238 272,—

     

    Hoofdstuk 21 02 — Totaal

     

    258 629 000

    180 505 121

    246 264 700

    216 053 058

    247 512 969,80

    319 350 145,81

    21 02 01     Voedselzekerheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    258 629 000

    178 903 860

    246 264 700

    181 366 213

    245 633 145,80

    200 191 014,33

    Toelichting

    Dit krediet moet bijdragen tot:

    vermindering van de armoede en de voedselonzekerheid in ontwikkelingslanden die met chronische voedselonzekerheid worden geconfronteerd;

    vermindering van de gevolgen van crises voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.

    Als overbruggingsinstrument tussen hulp op korte termijn (crisissituaties) en lange termijn (ontwikkeling) wordt dit artikel toegepast bij langdurige crises, voor rehabilitatie en voor het aanpakken van structurele voedselonzekerheid, dit als eerste stap in de richting van armoedevermindering op de lange termijn.

    Meer in het bijzonder is dit krediet bedoeld om bij te dragen aan de strategische prioriteiten van het thematische programma voedselzekerheid, omvattende:

    onderzoek, technologie en innovatie op het gebied van voedselzekerheid,

    onderzoek ter vergaring van gegevens over de gevolgen van Fair Trade voor gemarginaliseerde producten en werknemers in het zuiden, de uitwisseling van beste praktijken en de uitvoering van analyses van de aanvoerketen, beoordeling van de opspoorbaarheid en verantwoordelijkheid;

    onderzoek om beleidsmakers te kunnen adviseren hoe zij ervoor kunnen zorgen dat in alle beleidsterreinen aandacht wordt besteed aan de specifieke belangen van gemarginaliseerde producenten en arme werknemers in het zuiden;

    goed bestuur inzake voedselzekerheid op mondiaal, continentaal en regionaal niveau, onder andere het koppelen van informatie en besluitvorming om de responsstrategieën inzake voedselzekerheid bij te sturen,

    aanpakken van voedselzekerheid in uitzonderlijke overgangssituaties, en in zwakke en verzwakte staten;

    ondersteuning van gemarginaliseerde producenten in ontwikkelingslanden door hen toegang te verlenen tot prefinanciering in de vorm van kapitaalinjecties en subsidies, om naleving van normen en regelgeving mogelijk te maken.

    Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie voor het gebruik van uniale fondsen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Een thematische voedselzekerheidsstrategie — Werk maken van het voedselzekerheidsprogramma om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken (COM(2006) 21 final).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 31 maart 2010 — Een EU-beleidskader voor steun aan ontwikkelingslanden bij de aanpak van voedselzekerheidsproblemen (COM(2010) 127 final).

    21 02 02     Voltooiing van de activiteiten in het kader van het Voedselhulpverdrag

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    1 087 261

    p.m.

    4 772 795

    0,—

    6 140 376,38

    Toelichting

    Dit krediet beoogt bij te dragen tot:

    vermindering van de armoede en de voedselonzekerheid in ontwikkelingslanden die met chronische voedselonzekerheid worden geconfronteerd;

    vermindering van de gevolgen van crises voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.

    Als overbruggingsinstrument tussen hulp op korte termijn (crisissituaties) en lange termijn (ontwikkeling) wordt dit artikel toegepast bij langdurige crises, voor rehabilitatie en voor het aanpakken van structurele voedselonzekerheid, dit als eerste stap in de richting van armoedevermindering op de lange termijn.

    Meer in het bijzonder dient dit krediet voor de afwikkeling van betalingen voor aan de gang zijnde voedselhulpprogramma’s en programma’s voor begrotingsondersteuning die een faciliteit „Deviezen” instellen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Een thematische voedselzekerheidsstrategie — Werk maken van het voedselzekerheidsprogramma om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken (COM(2006) 21 final).

    21 02 03     Snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    29 114 050

    1 879 824,—

    111 780 483,10

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van een snelle en directe respons op de gestegen voedselprijzen in de ontwikkelingslanden over de periode die zich uitstrekt tussen noodhulp en ontwikkelingssamenwerking op middellange en lange termijn. De hoofddoelstellingen van de steun en samenwerking zijn het aanmoedigen van een positieve aanbodrespons van de landbouwsector in de betrokken landen en regio’s, het ondersteunen van activiteiten om de negatieve gevolgen van de hoge voedselprijzen snel en direct op te vangen, in overeenstemming met de mondiale doelstellingen van de voedselzekerheid, en het versterken van productiecapaciteit en bestuur in de landbouwsector om de duurzaamheid van steunmaatregelen te versterken.

    Met inachtneming van de specifieke omstandigheden in de verschillende landen komen de volgende steunmaatregelen in aanmerking:

    maatregelen voor een betere toegang tot landbouwinputs en -diensten, met inbegrip van meststoffen en zaaizaad, met bijzondere aandacht voor plaatselijke faciliteiten en beschikbaarheid;

    maatregelen voor het creëren van vangnetten om de productiecapaciteit van de landbouw te handhaven of te verbeteren en te voorzien in de elementaire voedselbehoeften van de kwetsbaarste bevolkingsgroepen, kinderen daaronder begrepen;

    andere kleinschalige maatregelen om de productie overeenkomstig de behoeften van het land te verhogen: microkrediet, investering, uitrusting, infrastructuur en opslag; ontwikkeling en versterking van verenigingen en coöperaties zodat hun institutionele en productieve capaciteit kan worden opgebouwd; ondersteuning van gemarginaliseerde producenten in ontwikkelingslanden door hen toegang te verlenen tot prefinanciering in de vorm van kapitaalinjecties en subsidies, om naleving van normen en regelgeving mogelijk te maken; evenals beroepsopleiding en steun voor beroepsgroeperingen in de landbouwsector.

    De bijstand is bestemd voor ontwikkelingslanden en hun bevolking. De middelen worden toegespitst op een beperkte lijst van 50 hogeprioriteitslanden.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1337/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 62).

    21 02 04     Proefproject — Financiering van landbouwproductie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    514 000

    p.m.

    800 000

    0,—

    1 238 272,—

    Toelichting

    Dit proefproject moet kleine boeren in staat stellen gemakkelijker toegang te krijgen tot financiële middelen die bestemd zijn voor het bevorderen van de landbouwproductie in ontwikkelingslanden. Deze kredieten moeten worden besteed via organisaties die gespecialiseerd zijn in microfinanciering, waaronder lokale banken en verenigingen, die voldoen aan erkende internationale normen inzake transparantie, verantwoording en financiële betrouwbaarheid.

    Gezien de mondiale economische crisis is microfinanciering meer dan ooit nodig. De Unie moet haar verantwoordelijkheid nemen en belang toekennen aan het vereenvoudigen van microfinanciering in ontwikkelingslanden.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 21 03 — NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    21 03

    NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES

    21 03 01

    Niet-overheidsactoren in het ontwikkelingsproces

    4

    208 700 000

    172 973 346

    198 461 980

    175 638 859

    194 568 207,77

    178 479 935,65

    21 03 02

    Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

    4

    35 700 000

    10 477 243

    32 556 020

    11 454 708

    37 229 709,49

    23 830 989,55

    21 03 03

    Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

    4

    p.m.

    500 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    21 03 04

    Proefproject — Strategisch investeren in duurzame vrede en democratisering in de Hoorn van Afrika

    4

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 21 03 — Totaal

     

    245 400 000

    184 450 589

    233 018 000

    188 093 567

    231 797 917,26

    202 310 925,20

    21 03 01     Niet-overheidsactoren in het ontwikkelingsproces

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    208 700 000

    172 973 346

    198 461 980

    175 638 859

    194 568 207,77

    178 479 935,65

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van ontwikkelingsinitiatieven in ontwikkelingslanden die worden uitgevoerd door maatschappelijke organisaties uit de Unie en uit partnerlanden, alsmede ter versterking van de capaciteit van die organisaties in het kader van het beleidsvormingsproces, zulks met als doel:

    het bevorderen van een samenleving gebaseerd op integratie en medebeslissing, met het oog op: i) het geven van voorrang aan bevolkingsgroepen die verstoken blijven van algemene diensten en hulpbronnen en die uitgesloten zijn van beleidsvormingsprocessen, ii) het versterken van de capaciteit van maatschappelijke organisaties in de partnerlanden om hun participatie in het vaststellen en uitvoeren van strategieën voor duurzame ontwikkeling te bevorderen en iii) het vergemakkelijken van de interactie tussen overheids- en niet-overheidsactoren in verschillende contexten;

    het vergroten van het bewustzijn van Europeanen omtrent ontwikkelingskwesties, het mobiliseren van actieve publieke steun in de Unie en de toetredingslanden voor strategieën voor armoedevermindering en duurzame ontwikkeling in partnerlanden en voor billijker betrekkingen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, en het versterken van de rol van het maatschappelijk middenveld als een factor van vooruitgang en transformatie;

    het tot stand brengen van een efficiëntere samenwerking door het bevorderen van synergieën en het bewerkstelligen van een gestructureerde dialoog tussen netwerken van maatschappelijke organisaties, binnen hun organisaties en met instellingen van de Unie.

    Deze initiatieven kunnen eveneens het volgende omvatten:

    steun voor promotieactiviteiten om de beleidsmakers op alle niveaus te informeren over het beleid dat het beste ten goede komt aan gemarginaliseerde producenten en werknemers in ontwikkelingslanden;

    ontwikkeling en versterking van verenigingen en coöperaties in ontwikkelingslanden, zodat institutionele en productieve capaciteit kan worden opgebouwd met het oog op de ontwikkeling van producten met toegevoegde waarde en schaalvergroting;

    steun aan netwerken van Fair Trade-producenten in zuidelijke landen die optreden als stem van de gemarginaliseerde Fair Trade-producenten.

    Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van onder het Europees nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, is echter 3,9 % van dit programma voor dergelijke landen bestemd.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie voor het gebruik van uniale fondsen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 25 januari 2006 — Het externe optreden via het thematisch programma „Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproces” (COM(2006) 19 final).

    21 03 02     Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    35 700 000

    10 477 243

    32 556 020

    11 454 708

    37 229 709,49

    23 830 989,55

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van ontwikkelingsinitiatieven in ontwikkelingslanden die worden uitgevoerd door lokale autoriteiten uit de Unie en uit partnerlanden, alsmede ter versterking van de capaciteit van die organisaties in het kader van het beleidsvormingsproces, zulks met als doel:

    te komen tot een meer op integratie en medebeslissing gebaseerde samenleving zodat: i) ontwikkeling ten goede komt aan bevolkingsgroepen die verstoken blijven van algemene diensten en hulpbronnen en die uitgesloten zijn van de beleidsvorming, ii) de capaciteit van de plaatselijke en regionale overheden in de partnerlanden wordt versterkt, zodat zij beter betrokken kunnen worden bij het vaststellen en uitvoeren van strategieën voor duurzame ontwikkeling, en iii) de interactie tussen federale en plaatselijke en regionale overheden in verschillende verbanden wordt gefaciliteerd en in decentralisatieprocessen een grotere rol voor plaatselijke overheden wordt gesteund;

    het vergroten van het bewustzijn van Europeanen omtrent ontwikkelingskwesties, het mobiliseren van actieve publieke steun in de Unie en de toetredingslanden voor strategieën voor armoedevermindering en duurzame ontwikkeling in partnerlanden en voor billijker betrekkingen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, met inbegrip van bewustmaking op het vlak van de handelsbetrekkingen tussen noord en zuid, de aankoopbeslissingen van consumenten in de Unie en de invloed ervan op duurzame ontwikkeling en de vermindering van de armoede, en het te dien einde versterken van de rol van de plaatselijke en regionale overheden;

    het tot stand brengen van een efficiëntere samenwerking door het bevorderen van synergieën en het bewerkstelligen van een gestructureerde dialoog tussen verenigingen van plaatselijke en regionale overhedennetwerken en met het maatschappelijk middenveld, binnen hun organisaties en met instellingen van de Unie.

    Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van de onder het Europees nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, is echter 3,9 % van dit programma voor dergelijke landen bestemd.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 25 januari 2006 — Het externe optreden via het thematisch programma „Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproces” (COM(2006) 19 final).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 6 oktober 2008 — Plaatselijke overheden als ontwikkelingsactoren (COM(2008) 626 final).

    21 03 03     Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    500 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om de oprichting te financieren van een Oost-Afrikaans regionaal netwerk van organisaties die actief zijn op het gebied van millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5, waarin de bestaande nationale platforms van maatschappelijke organisaties op het gebied van pleitbezorging en dienstverlening uit Kenia, Tanzania, Oeganda, Rwanda en Burundi — allemaal landen waarvan de indicatoren voor de gezondheid van moeders en reproductieve gezondheid bij de slechtste ter wereld horen — worden samengebracht. Dit netwerk voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5 zal als doel hebben te zorgen voor een informeel forum voor de uitwisseling van ideeën, informatie en ervaring op het gebied van de gezondheid van moeders en reproductieve gezondheid en de organisaties die lid zijn in staat te stellen om mogelijkheden te onderzoeken voor overleg en samenwerking tussen diverse landen, om erop te wijzen dat meer politieke aandacht en financiën voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5 dringend nodig zijn.

    De activiteiten in het kader van dit project omvatten de oprichting van een secretariaat van het netwerk in een van de organisaties die lid zijn, de oprichting van een virtueel platform om informatie en beste praktijken te verspreiden en te delen en de organisatie van regionale evenementen om de resultaten op het gebied van de gezondheid van moeders en reproductieve gezondheid in de regio te verbeteren.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    21 03 04     Proefproject — Strategisch investeren in duurzame vrede en democratisering in de Hoorn van Afrika

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Twee fundamentele problemen waar de volkeren en landen in de Hoorn van Afrika mee te maken hebben zijn 1) het ontbreken van een participatieve overheid en stabiliteit en 2) het ontbreken van democratie en democratische processen en werkelijke participatie door de bevolking. Beide problemen komen voort uit een fundamentele en aanhoudende bestuurscrisis in alle landen van de Hoorn. De gevolgen van deze crisis worden gevoeld in heel Noord-Oost-Afrika, alsmede in Europa. Als er geen aandacht aan wordt besteed door de Unie en andere partijen met een goed overzicht over de situatie, is er geen hoop voor duurzame vormen van levensonderhoud, economische groei en vrede en stabiliteit in de regio. Een scenario als de Arabische Lente leidt tot niets zonder een langetermijnvisie en duurzame investeringen door de internationale gemeenschap om een dergelijk scenario te ondersteunen.

    Het voorgestelde proefproject biedt een aanpak door middel van een strategie met twee wederzijds ondersteunende takken. Beide zijn essentieel om op lange termijn geloofwaardige alternatieven te kunnen ontwikkelen voor de dictatoriale regimes in de Hoorn.

    1)

    Voldoende ruimte bieden voor het maatschappelijk middenveld, tezamen met strategische investeringen in werkelijke maatschappelijke organisaties. Het maatschappelijk middenveld in de Hoorn van Afrika en de diaspora daarvan in Afrika heeft te maken met groeiende uitdagingen wat betreft manoeuvreerruimte en mensenrechtenschendingen. Het overheidsbeleid in de landen in de Hoorn is steeds meer gebaseerd op wantrouwen en gericht op controle en beperking in plaats van op ondersteuning en facilitering van het maatschappelijk middenveld. De autoriteiten in de Hoorn zien het maatschappelijk middenveld als bedreiging, of zelfs als oppositie, en laten een aanvulling van hun beleid niet toe, laat staan kritiek hierop door het maatschappelijk middenveld. Het maatschappelijk middenveld speelt echter een sleutelrol in democratische systemen en processen. Het moeilijker wordende klimaat voor het maatschappelijk middenveld moet daarom worden verbeterd op nationaal en regionaal niveau, om ervoor te zorgen dat het maatschappelijk middenveld kan deelnemen aan democratische processen. De deelnemers aan het maatschappelijk middenveld moeten worden ondersteund om in dit steeds moeilijker klimaat te kunnen opereren en zich daarnaast te kunnen voorbereiden op toekomstige democratische processen.

    2)

    Ondersteuning van jongeren en jeugdbewegingen in de Hoorn van Afrika om ze voor te bereiden op toekomstige democratische veranderingen. De jeugd, zowel in de Hoorn als in de diaspora in Afrika, bepaalt de toekomst van de landen in de regio, maar beschikt niet over de juiste vaardigheden of kennis en heeft geen ervaring met het leven in een vreedzame en democratische omgeving. Tevens ontbreekt het de jeugd aan middelen om deze vaardigheden op te doen, en bovendien besteden de regering zo goed als geen aandacht aan de jeugd. Kinderen en jongeren zijn vaak gehuisvest in vluchtelingenkampen. Deze ontworteling en de vaak onduidelijke juridische status leidt er toe dat ze geen onderwijs kunnen volgen. Om een goed toekomstig leiderschap en overheidskader en een gezonde democratische ontwikkeling te waarborgen, zijn externe investeringen in de jeugd van de Hoorn van wezenlijk belang. Investeringen in mogelijkheden voor jongeren om vaardigheden op te doen, waarbij gebruik wordt gemaakt van hun enthousiasme, dromen en hoop voor de toekomst, is strategisch interessanter dan het doen van investeringen in het veranderen van de huidige regimes.

    Dit proefproject omvat investeringen in de volgende landen: Sudan en Zuid-Sudan, Eritrea, Ethiopië, Somalië (Somaliland, Puntland) en Djibouti. De investeringen van het proefproject vinden plaats op nationaal en (sub)regionaal niveau, waarbij voorrang wordt gegeven aan een regionale benadering.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 21 04 — MILIEU EN DUURZAAM BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN, MET INBEGRIP VAN ENERGIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    21 04

    MILIEU EN DUURZAAM BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN, MET INBEGRIP VAN ENERGIE

    21 04 01

    Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

    4

    217 150 000

    122 563 971

    200 713 000

    152 275 032

    223 845 492,47

    135 694 636,79

    21 04 05

    Voorbereidende actie — Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — Geeref)

    4

    p.m.

    197 684

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    21 04 06

    Voorbereidende actie — Waterbeheer in ontwikkelingslanden

    4

    p.m.

    1 500 000

    p.m.

    1 500 000

    3 000 000,—

    652 333,—

    21 04 07

    Proefproject — Kritische grondstoffen terugwinnen door middel van recycling: een kans voor de Europese Unie en de Afrikaanse Unie

    4

    500 000

    250 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 21 04 — Totaal

     

    217 650 000

    124 511 655

    200 713 000

    153 775 032

    226 845 492,47

    136 346 969,79

    21 04 01     Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    217 150 000

    122 563 971

    200 713 000

    152 275 032

    223 845 492,47

    135 694 636,79

    Toelichting

    Dit krediet dient om het beleid op het gebied van milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie, te bevorderen en ten uitvoer te leggen, voor zover het van toepassing is op de betrekkingen van de Unie met ontwikkelingslanden en met Europa's buren.

    Er wordt financiële steun verleend aan maatregelen binnen vijf prioriteitsgebieden: 1) scheppen van de voorwaarden voor het bereiken van millenniumontwikkelingsdoelstelling 7: bevordering van milieuduurzaamheid; 2) bevorderen van de tenuitvoerlegging van initiatieven van de Unie en ontwikkelingslanden helpen internationaal aangegane verbintenissen na te komen, zoals de VN-conferentie over duurzame ontwikkeling (Rio+20) en het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit (COP 11 Hyderabad); 3) verbeteren van de deskundigheid met het oog op integratie en samenhang; 4) versterken van het milieubeheer en het leiderschap van de Europese Unie, en 5) steun voor duurzame energiekeuzen in partnerlanden en -regio’s.

    Een deel van dit krediet dient voor het mainstreamen van rampenrisicovermindering op basis van verantwoordelijkheid en van nationale strategieën van vaak door rampen getroffen landen.

    Steun voor duurzame energiekeuzen in partnerlanden en -regio's omvat ook kredieten ter dekking van de bijdrage van de EU aan het Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — Geeref). Met het Geeref wordt beoogd publieke en particuliere middelen te mobiliseren om de financiële patstelling voor economisch rendabele projecten en bedrijven op het gebied van hernieuwbare energie te helpen doorbreken in ontwikkelingslanden en overgangseconomieën (landen die geen lid zijn van de Unie).

    Een deel van deze kredieten zal ook worden gebruikt om het initiatief van de Verenigde Naties met als titel „Duurzame energie voor iedereen” te ondersteunen.

    Steun voor aanpassing aan de klimaatverandering in partnerlanden en -regio's omvat een bijdrage met het oog op de verdere versterking van de tenuitvoerlegging van het actieplan van de Unie inzake klimaatverandering en ontwikkeling door het wereldwijde bondgenootschap tegen klimaatverandering (Global Climate Change Alliance — GCCA). Het GCCA draagt bij tot een intensievere samenwerking tussen de Unie en de ontwikkelingslanden op het gebied van klimaatverandering, in het bijzonder met betrekking tot de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering, hetgeen een zeer acuut probleem is voor talrijke arme ontwikkelingslanden.

    Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van de onder het Europees nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, is een bedrag van 63 000 000 EUR voor dergelijke landen bestemd. Dit krediet dient ook ter dekking van de afwikkeling van betalingen voor maatregelen gefinancierd uit hoofde van het vroegere begrotingsartikel 21 02 05 „Milieu in ontwikkelingslanden”.

    Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie voor het gebruik van middelen van de Unie.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Extern optreden: thematisch programma voor het milieu en het duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen met inbegrip van energie (COM(2006) 20 final).

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 9 maart 2010 — Het internationale klimaatbeleid na Kopenhagen: De wereldwijde actie tegen klimaatverandering moet onmiddellijk nieuw leven worden ingeblazen (COM(2010) 86 final).

    21 04 05     Voorbereidende actie — Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — Geeref)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    197 684

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet zal worden gebruikt ter ondersteuning van de oprichting van het Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Geeref), dat risicodragend kapitaal kan verstrekken voor verschillende soorten investeringsprojecten in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in ontwikkelingslanden, de Unie en zijn buurlanden.

    In de context van klimaatverandering moet de Unie het voortouw nemen met maatregelen om de gevolgen en oorzaken ervan aan te pakken. De uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten op het gebied van energie-efficiëntie stelt de Unie in staat op gecoördineerde wijze op te treden, teneinde gezamenlijke strategieën en acties voor het energiebeleid te formuleren. De Unie moet overwegen om energie-efficiëntie te bevorderen als instrument in de strijd tegen de gevolgen van klimaatverandering, en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in ontwikkelingslanden te stimuleren om hun energieafhankelijkheid te verminderen.

    De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41). Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    21 04 06     Voorbereidende actie — Waterbeheer in ontwikkelingslanden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    1 500 000

    p.m.

    1 500 000

    3 000 000,—

    652 333,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter bevordering van het waterbeheer in de ontwikkelingslanden, en met name ter verbetering van de samenwerking tussen ontwikkelingslanden die grensoverschrijdende wateren delen.

    Het dient ter dekking van de ontwikkeling en verbetering van instrumenten voor waterbeheer, en met name ter verbetering van de samenwerking tussen ontwikkelingslanden.

    Een deel van dit krediet kan worden gebruikt voor het verlenen van technische bijstand bij de uitvoering van akkoorden betreffende waterbeheer tussen ontwikkelingslanden.

    Het dient tevens ter dekking van de dialoog en de coördinatie tussen de diverse betrokkenen om de efficiëntie en de doelmatigheid van het waterbeheer te verbeteren, en met name met het oog op de samenwerking tussen ontwikkelingslanden.

    De maatregelen omvatten steun aan Afrikaanse regio's die met acuut watertekort kampen.

    Verder dient dit krediet ter dekking van maatregelen om de verspreiding en uitwisseling van resultaten en beste praktijken in ontwikkelingslanden te ondersteunen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 maart 2002, getiteld „Waterbeheer in ontwikkelingslanden: beleid en prioriteiten in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie” (COM(2002) 132 final).

    Resolutie van de Raad van 30 mei 2006 over waterbeheer in ontwikkelingslanden: beleid en prioriteiten in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie (DEVGEN 83 ENV 309, 9696/02).

    21 04 07     Proefproject — Kritische grondstoffen terugwinnen door middel van recycling: een kans voor de Europese Unie en de Afrikaanse Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    500 000

    250 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Algemene doelstelling

    Dit initiatief heeft tot doel de basis te leggen voor een nauwe samenwerking tussen Europa en Afrika op het vlak van onderzoek en innovatie met betrekking tot het recycleren en terugwinnen van grondstoffen.

    Een beter afvalbeheer en het vermijden van milieu- en gezondheidskosten kunnen ertoe bijdragen de financiële druk op Afrikaanse overheden te verminderen en de aanvoer van grondstoffen te verbeteren. Deelname van de privésector kan de kosten aanzienlijk verlagen en de dienstverlening verbeteren.

    Dit zou gebeuren tijdens twee seminars in 2013, respectievelijk in Europa en Afrika.

    De specifieke doelstellingen op het vlak van de terugwinning van grondstoffen en afvalrecycling omvatten:

    de uitwisseling van kennis op beleids- en onderzoeksniveau;

    de beschikbaarstelling van een forum voor discussie voor Europese en Afrikaanse ondernemers en academici/onderzoekers;

    het engagement verkrijgen van de regeringen van de landen die lid zijn van de Europese Unie en de Afrikaanse Unie.

    Voor wat de deelnemers aan het initiatief betreft, wordt er gedacht aan:

    de Europese Unie;

    de Afrikaanse Unie;

    vertegenwoordigers van bedrijven uit de grondstoffen- en afval- en recyclingsector;

    afgevaardigden van academici/onderzoekers die werken aan milieuvriendelijke technologieën voor een efficiënt gebruik en het recyclen van grondstoffen.

    Conclusies

    De Europese Unie heeft al met succes gelijkaardige politieke en onderzoeksinfrastructuren met Afrikaanse landen opgezet, bijvoorbeeld op het vlak van onderzoeksnetwerken (e-infrastructuren). Dankzij deze initiatieven zijn er nauwe banden ontstaan tussen beide continenten, die altijd op wederzijdse doelstellingen en belangen berustten.

    In deze context wordt met name een aanpak van de volgende onderwerpen verwacht:

    een gemeenschappelijk beleid inzake afvalbeheer: afval (grondstoffen) afkomstig uit Europa en uitgevoerd naar Afrika moet op doeltreffende en milieuvriendelijke manier gerecycleerd worden. De Europese Unie en de Afrikaanse Unie moeten een gemeenschappelijk afvalbeheerplan voor deze grondstoffen uitwerken;

    de overdracht van innovatieve recyclingtechnologieën: sommige oplossingen vereisen ongetwijfeld revolutionaire technologieën, procedures en diensten, maar de eerste prioriteit bestaat erin de bestaande technologie ten volle te benutten, kennis te delen en voor een grotere bewustwording te zorgen. Onderzoek moet gericht zijn op de verzameling, terugwinning en recycling van waardevolle stoffen, inclusief grondstoffen, uit stedelijke en industriële afvalstromen. De Afrikaanse landen moeten een oplossing vinden voor het afval dat sinds decennia op hun grondgebied en in hun wateren wordt afgezet. Europese onderzoekers kunnen bijdragen tot het vinden van oplossingen voor een aantal actuele problemen op het vlak van afvalbeheer;

    economie en het scheppen van banen: investeringen in de vergroening van de afvalsector kunnen talrijke voordelen op het vlak van economie en milieu opleveren. Zo ontstaan er dankzij recycling meer banen dan er verdwijnen, wat de recyclingsector tot een van de belangrijkste sectoren maakt in termen van de creatie van werkgelegenheid. De EU-wetgeving inzake afval is een van de meest innovatieve en veelomvattende ter wereld. De volledige tenuitvoerlegging ervan zou leiden tot een besparing van 72 miljard EUR per jaar, een stijging van 42 miljard EUR per jaar in de omzet van afvalbeheer en -recycling en de schepping van 400 000 nieuwe banen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 21 05 — MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    21 05

    MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING

    21 05 01

    Menselijke en sociale ontwikkeling

    21 05 01 01

    Gezondheid

    4

    58 552 000

    14 826 287

    38 190 000

    29 863 856

    34 922 919,52

    33 958 402,—

    21 05 01 02

    Onderwijs

    4

    40 693 000

    7 907 353

    p.m.

    8 113 752

    33 048 065,68

    22 847 810,—

    21 05 01 03

    Andere aspecten van de menselijke en sociale ontwikkeling

    4

    40 300 000

    17 297 335

    71 440 000

    17 683 206

    0,—

    21 316 939,—

    21 05 01 04

    Gelijkheid van mannen en vrouwen

    4

    p.m.

    7 907 353

    p.m.

    12 958 139

    37 000 000,—

    7 217 046,64

    21 05 01 05

    Proefproject — Kwalitatieve en kwantitatieve toetsing van uitgaven op het gebied van gezondheid en onderwijs

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    50 000

    0,—

    106 883,10

    21 05 01 06

    Voorbereidende actie — Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

    4

    p.m.

    1 385 000

    p.m.

    1 384 000

    0,—

    0,—

    21 05 01 07

    Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten

    4

    p.m.

    1 270 000

    p.m.

    2 800 000

    0,—

    1 360 172,—

    21 05 01 08

    Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

    4

    p.m.

    400 000

    p.m.

    80 000

    2 500 000,—

    1 462 063,84

    21 05 01 09

    Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

    4

    1 500 000

    1 250 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

     

    Artikel 21 05 01 — Subtotaal

     

    141 045 000

    52 243 328

    111 630 000

    73 932 953

    107 470 985,20

    88 269 316,58

    21 05 02

    Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria — GFATM)

    4

    54 500 000

    46 455 699

    50 000 000

    47 727 951

    65 000 000,—

    65 000 000,—

    21 05 03

    Menselijke en sociale ontwikkeling — Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten

    4

    p.m.

    3 558 309

    p.m.

    4 772 795

    0,—

    18 716 860,39

     

    Hoofdstuk 21 05 — Totaal

     

    195 545 000

    102 257 336

    161 630 000

    126 433 699

    172 470 985,20

    171 986 176,97

    21 05 01     Menselijke en sociale ontwikkeling

    21 05 01 01   Gezondheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    58 552 000

    14 826 287

    38 190 000

    29 863 856

    34 922 919,52

    33 958 402,—

    Toelichting

    Dit krediet dient om financiële steun te verstrekken voor maatregelen in ontwikkelingslanden en buurlanden van Europa in het kader van het onderdeel „Goede gezondheid voor iedereen” van het thematische programma „Investeren in mensen”.

    Er wordt financiële steun verleend voor maatregelen binnen vier prioriteitsgebieden: 1) bestrijden van armoedegerelateerde en verwaarloosde ziekten, in het bijzonder besmettelijke ziekten en ziekten die kunnen worden voorkomen met vaccinatie; 2) verbeteren van de gezondheid van moeders, de reproductieve gezondheid en de seksuele gezondheid in ontwikkelingslanden; 3) verbeteren van eerlijke toegang tot gezondheidszorg, voorzieningen en gezondheidsdiensten; en 4) vinden van een evenwichtige aanpak tussen preventie, behandeling en zorg, met preventie als hoofdprioriteit.

    Dit krediet kan niet beschikbaar worden gesteld voor het Wereldfonds ter bestrijding van aids, tuberculose en malaria (GFATM). Een deel van het krediet zal dienen ter financiering van technische steun in ontvangende landen. Deze kredieten zullen een aanvulling vormen op de financiering van het Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria, GFATM) door te zorgen voor een gecoördineerd en effectief mechanisme voor technische ondersteuning, met als gevolg een effectieve besteding van de middelen van het Wereldfonds.

    Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten te financieren ten behoeve van de onder het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) vallende landen, is echter 6 % van dit programma voor de periode 2007-2013 voor dergelijke landen bestemd.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Dit krediet is ook bedoeld om de verstrekking van zink en andere micronutriënten voor de behandeling en preventie van diarree en ondervoeding in ontwikkelingslanden te dekken.

    Dit krediet dient om financiële steun te verstrekken voor maatregelen in ontwikkelingslanden en buurlanden van Europa in het kader van het onderdeel „Goede gezondheid voor iedereen” van het thematische programma „Investeren in mensen”.

    Om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling 4, 5 en 6 te kunnen verwezenlijken, is blijvende steun ter verbetering van de gezondheidszorg, ter bestrijding van moeder- en kindersterfte en ter invoering van algemene toegang tot reproductieve gezondheidszorg dingend noodzakelijk. Daarom moeten meer middelen aan deze programma’s worden toegewezen ten behoeve van preventie, zorg, voorlichting en dienstverlening, onder meer op het gebied van gezinsplanning, overeenkomstig de op rechten gebaseerde aanpak in het actieprogramma van de International Conference on Population and Development, onderschreven door de lidstaten.

    Kredieten onder deze titel en binnen de tweede prioriteit (het verbeteren van de reproductieve en seksuele gezondheid in ontwikkelingslanden) zijn specifiek bedoeld voor het financieren van acties in landen met kritieke indicatoren in maternale en reproductieve gezondheid, om knelpunten weg te nemen en goede praktijken voor de verwezenlijking van millenniumontwikkelingsdoelstelling 5 („Verbeteren maternale gezondheid”) tegen 2015 te bevorderen en de volledige implementatie van het ICPD-actieprogramma dichterbij te brengen, in het bijzonder middels steun voor capaciteitsopbouw gericht op het ontwikkelen en implementeren van nationale strategieën voor maternale en reproductieve gezondheid en gezinsplanning binnen volksgezondheidsstelsels.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 18 final).

    21 05 01 02   Onderwijs

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    40 693 000

    7 907 353

    p.m.

    8 113 752

    33 048 065,68

    22 847 810,—

    Toelichting

    Dit krediet dient om financiële steun te verstrekken voor maatregelen in ontwikkelingslanden en buurlanden van Europa in het kader van het onderdeel „Onderwijs, kennis en vaardigheden” van het thematische programma „Investeren in mensen”.

    Er wordt financiële steun verleend voor maatregelen binnen zeven prioriteitsgebieden: 1) de millenniumontwikkelingsdoelstelling om tegen 2015 wereldwijd basisonderwijs te bewerkstelligen en het Actiekader van Dakar voor Onderwijs voor iedereen; 2) basisonderwijs, middelbaar en hoger onderwijs en beroepsopleiding ter verbetering van de toegang tot het onderwijs voor alle kinderen en, in toenemende mate, voor vrouwen en mannen van alle leeftijden; 3) bevordering van basisonderwijs van hoge kwaliteit met bijzondere aandacht voor het bieden van toegang tot onderwijsprogramma’s aan meisjes, kinderen in door conflicten getroffen gebieden en kinderen uit gemarginaliseerde en meer kwetsbare sociale groeperingen, met inbegrip van kinderen met een handicap; 4) ontwikkeling van methodes om leerresultaten te meten, voor een betere beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs; 5) bevordering van harmonisatie en onderlinge afstemming onder donoren, ter bevordering van universeel verplicht, gratis basisonderwijs van hoge kwaliteit door internationale of meerlandeninitiatieven; 6) ondersteuning van een inclusieve kennismaatschappij en hulp om de digitale kloof en kennis- en informatielacunes te dichten, en 7) verbetering van kennis en innovatie door middel van wetenschap en technologie, alsmede ontwikkeling van en toegang tot elektronische communicatienetten.

    Bij deze maatregelen moet rekening worden gehouden met het feit dat ten gevolge van beter onderwijs en daarmee betere kansen op een goed leven in het land van herkomst, de migratie zal verminderen.

    Het programma moet in de eerste plaats ten goede komen aan de armste, minst ontwikkelde en minst begunstigde delen van de bevolking in landen die onder artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1905/2006 vallen.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 18 final).

    21 05 01 03   Andere aspecten van de menselijke en sociale ontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    40 300 000

    17 297 335

    71 440 000

    17 683 206

    0,—

    21 316 939,—

    Toelichting

    Dit krediet dient om financiële steun te verstrekken voor maatregelen in ontwikkelingslanden en buurlanden van Europa in het kader van het onderdeel „Andere aspecten van de menselijke en sociale ontwikkeling” van het thematische programma „Investeren in mensen”, dat gericht is op de kernthema’s goede gezondheid voor iedereen, kennis en vaardigheden, cultuur, werkgelegenheid en sociale cohesie, gendergelijkheid, en jongeren en kinderen. Acties op de vier gebieden moeten rekening houden met horizontale kwesties zoals gendergelijkheid, behoeften van personen met een handicap en milieubescherming.

    Er wordt financiële steun verleend voor maatregelen op drie prioriteitsgebieden: 1) cultuur, 2) werkgelegenheid en sociale cohesie, en 3) jongeren en kinderen.

    Een deel van het krediet voor het tweede prioriteitsgebied (werkgelegenheid en social cohesie) moet worden gebruikt om de toegang tot socialebeschermingsstelsels in de ontwikkelingslanden te verbeteren. Maatregelen moeten onder meer betrekking hebben op het bevorderen van de politieke dialoog met partnerlanden inzake sociale bescherming en partnerlanden bijstaan bij het invoeren van verzekeringsregelingen zonder winstoogmerk die een wijde dekking hebben, onder meer door het verbeteren van de institutionele capaciteiten van de nationale overheden, het aanmoedigen van de overdracht van expertise en het ondersteunen van initiatieven uit het maatschappelijk middenveld.

    Dit krediet dient tevens ter ondersteuning van het Tibetaanse maatschappelijk middenveld in China en in ballingschap en van het revitaliseren van Tibetaanse gemeenschappen in ballingschap.

    Het programma moet ten goede komen aan de armste, minst ontwikkelde en minst begunstigde delen van de bevolking in landen die onder artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1905/2006 vallen. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van de onder het Europees nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, wordt voor dergelijke landen in het kader van de prioriteiten 2 en 3 een specifiek indicatief budget voor de periode 2007-2013 bestemd.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 18 final).

    21 05 01 04   Gelijkheid van mannen en vrouwen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    7 907 353

    p.m.

    12 958 139

    37 000 000,—

    7 217 046,64

    Toelichting

    Dit krediet dient om financiële steun te verstrekken voor maatregelen in ontwikkelingslanden en buurlanden van Europa in het kader van het onderdeel „Gendergelijkheid” van het thematische programma „Investeren in mensen”, dat gericht is op de kernthema’s goede gezondheid voor iedereen, kennis en vaardigheden, cultuur, werkgelegenheid en sociale cohesie, gendergelijkheid, en jongeren en kinderen.

    Financiële steun wordt verstrekt voor maatregelen voor het propageren van gendergelijkheid en vrouwenrechten, tot uitvoering van mondiale verbintenissen zoals vastgelegd in het genderactieplan van de Europese Unie, de VN-Verklaring en het Actieplatform van Peking en het VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen.

    Het programma moet ten goede komen aan de armste, minst ontwikkelde en minst begunstigde delen van de bevolking in landen die onder artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1905/2006 vallen. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van de onder het Europees nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, wordt voor dergelijke landen een specifiek indicatief budget voor de periode 2007-2013 bestemd.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324 final).

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 18 final).

    21 05 01 05   Proefproject — Kwalitatieve en kwantitatieve toetsing van uitgaven op het gebied van gezondheid en onderwijs

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    50 000

    0,—

    106 883,10

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van de kwalitatieve en kwantitatieve monitoring van uitgaven op het gebied van gezondheid en onderwijs en van de discussie over door de Commissie genomen maatregelen in de sectoren gezondheid en onderwijs.

    De uitvoering van concrete projecten moet door deskundigen en deelnemende groepen worden bediscussieerd en gevolgd, teneinde het publiek beter op de hoogte te brengen van maatregelen op het gebied van gezondheid en onderwijs.

    Verder dient het ter dekking van maatregelen om de verspreiding en uitwisseling van resultaten en beste praktijken in ontwikkelingslanden te ondersteunen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    21 05 01 06   Voorbereidende actie — Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    1 385 000

    p.m.

    1 384 000

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie ging in 2008 van start met als doel een actieprogramma vast te stellen:

    ter ondersteuning van het verbeteren van onderzoek, ontwikkeling en productiecapaciteit in de farmaceutische sector in ontwikkelingslanden;

    ter verlening van concrete financiële steun voor de overdracht van technologie op farmaceutisch gebied en de opbouw van capaciteit in ontwikkelingslanden en de lokale productie van geneesmiddelen in alle ontwikkelingslanden, met name de minst ontwikkelde landen, ter nakoming van de verplichtingen vastgelegd in artikel 66, lid 2, van de Trips-overeenkomst.

    In 2009 werd een studie gelanceerd en in 2010 werd een specifiek project gefinancierd om de toegang tot technologie te verbeteren, de capaciteitsopbouw te ontwikkelen en de plaatselijke productiecapaciteit te vergroten (ook voor traditionele medicijnen).

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de Trips-overeenkomst en de toegang tot medicijnen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 445).

    21 05 01 07   Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    1 270 000

    p.m.

    2 800 000

    0,—

    1 360 172,—

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie ging in 2008 van start en was bedoeld om een actieprogramma op te zetten ter ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling op het gebied van aan armoede gerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten en ter ondersteuning van onderzoeksinstellingen die bereid zijn hun medewerking te verlenen aan initiatieven voor de volksgezondheid op bovengenoemd terrein. Het onderzoek moet in hoofdzaak plaatsvinden in ontwikkelingslanden om ze te helpen ter plaatse kennis en aan de plaatselijke omstandigheden aangepaste oplossingen te ontwikkelen voor het gebrek aan toegang tot geneesmiddelen.

    In 2009 is een studie gelanceerd, die een brede raadpleging van belanghebbenden over de prioriteiten omvat en waarbij bijzondere nadruk wordt gelegd op de actieve medewerking en de centrale rol in het proces van wetenschappers, beleidsmakers en instellingen van het betrokken ontwikkelingsland.

    Daarenboven zijn de kredieten in 2009 en 2010 bestemd voor de financiering van specifieke acties, zoals de ondersteuning van onderzoeksnetwerken en van capaciteitsopbouw in de ontwikkelingslanden. In al deze projecten moet ervoor worden gezorgd dat de belanghebbenden in de ontwikkelingslanden (regionale, nationale en lokale deskundigen, wetenschappers en instellingen) worden geraadpleegd en een leidende rol spelen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de Trips-overeenkomst en de toegang tot medicijnen. (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 445).

    21 05 01 08   Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    400 000

    p.m.

    80 000

    2 500 000,—

    1 462 063,84

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om Congolese dokters op te leiden in zowel algemene gynaecologische chirurgie als riskante ingrepen zoals het herstellen van fistels en bekkenreconstructies.

    Het moet dienen ter ondersteuning van een uitwisselings- en opleidingsprogramma op het gebied van de chirurgie, bestemd voor het personeel van diverse ziekenhuizen in de Democratische Republiek Congo, vooral in het oostelijke deel van het land.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    21 05 01 09   Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 500 000

    1 250 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om Congolese dokters op te leiden in zowel algemene gynaecologische chirurgie als riskante ingrepen zoals het herstellen van fistels en bekkenreconstructies.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    21 05 02     Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria — GFATM)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    54 500 000

    46 455 699

    50 000 000

    47 727 951

    65 000 000,—

    65 000 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van acties uit hoofde van het Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (GFATM).

    De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    21 05 03     Menselijke en sociale ontwikkeling — Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    3 558 309

    p.m.

    4 772 795

    0,—

    18 716 860,39

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van eerdere samenwerkingsacties in het kader van een aantal programma’s waaronder gezondheid, basisonderwijs, samenwerking op cultureel gebied, aanvullende bijdrage aan de millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties, gedecentraliseerde samenwerking, informatie- en communicatietechnologie en duurzame energie en gendergelijkheid.

    Gezondheid

    Dit krediet dient voor de financiering van acties met het oog op de verbetering van de reproductieve en seksuele gezondheid in ontwikkelingslanden en de waarborging van de naleving van de daarmee verband houdende rechten.

    Financiële steun wordt verstrekt ter bevordering van de erkenning van rechten op het gebied van voortplanting en seksualiteit, bescherming van het moederschap en toegang voor iedereen tot een volledig pakket van veilige en betrouwbare diensten op het gebied van reproductieve en seksuele gezondheidszorg.

    Deze financiering en knowhow dienen met name ten goede te komen aan de armste en minst ontwikkelde landen alsmede aan de minst bevoorrechte bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden. Voorrang wordt gegeven aan maatregelen die een aanvulling en een versterking vormen van het beleid en de capaciteiten van deze landen en de hulp die verleend wordt via andere instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking.

    De activiteiten hebben de volgende doelstellingen:

    het recht van vrouwen, mannen en jongeren op een goede reproductieve en seksuele gezondheid moet worden gewaarborgd;

    vrouwen, mannen en jongeren moeten toegang krijgen tot een volledig pakket van veilige en betrouwbare diensten op het gebied van reproductieve en seksuele gezondheidszorg;

    de kraambedsterfte moet worden teruggedrongen, met name in de landen en bevolkingsgroepen waar die het hoogste is;

    genitale verminking van vrouwen moet worden bestreden.

    De financiële steun wordt verstrekt aan projecten en programma’s die specifiek de verwezenlijking van bovenstaande doelstellingen beogen.

    Dit krediet is bestemd ter financiering van een voorbereidende actie voor het bestrijden van aan armoede gerelateerde ziekten, andere dan hiv/aids, malaria en tuberculose. Het dient in het bijzonder om bij te dragen aan immunisatieprogramma’s tegen ziekten zoals mazelen, difterie, tetanus, kinkhoest, hepatitis B, haemophilus influenzae B, gele koorts, meningitis en door pneumokokken veroorzaakte ziekten door middel van het voltooien van in een aantal ontwikkelingslanden reeds begonnen inentingsinspanningen.

    De voorbereidende actie richt zich door middel van gerichte en innovatieve maatregelen op het onderzoeken en waarborgen van omstandigheden voor een betere coördinatie tussen de Unie, de lidstaten en de belangrijkste internationale publieke/particuliere partnerschappen op het vlak van volksgezondheid en immunisatie, alsook op een hogere efficiëntie van investeringen in de gezondheidszorgstelsels (preventie, educatie, opbouw van capaciteit) in ontwikkelingslanden.

    Dit krediet dient ter dekking van de uniale bijdrage aan de tenuitvoerlegging van het actieprogramma van de Unie dat gericht is op de drie belangrijkste overdraagbare ziekten (hiv/aids, malaria en tuberculose) in ontwikkelingslanden.

    In het kader van dit programma verleent de Unie financiële steun en verstrekt zij passende knowhow ter bevordering van investeringen in gezondheidszorg, armoedebestrijding en rechtvaardige economische groei in ontwikkelingslanden.

    Bij de toewijzing van financiering en deskundigheid dient met name prioriteit te worden gegeven aan de armste en minst ontwikkelde landen en de minst bevoorrechte bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden, met name vrouwen en meisjes, alsmede aan maatregelen ter aanvulling en versterking van het beleid en de capaciteiten van ontwikkelingslanden en de hulp die verleend wordt via andere instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking. Deze activiteiten dienen een bijdrage te leveren aan innovatieve oplossingen ter verbetering van de resultaten van de huidige praktijken in verband met de bestrijding van aan armoede gerelateerde ziekten.

    De volgende doelstellingen gelden voor alle activiteiten:

    optimalisatie van de impact van bestaande maatregelen, diensten, basisproducten en voorlichting gericht op de voornaamste overdraagbare ziekten waardoor de armste bevolkingsgroepen worden getroffen;

    beschikbaar maken van basisgeneesmiddelen tegen betaalbaardere prijzen;

    intensivering van onderzoek en ontwikkeling, met name wat betreft vaccins en klinische tests, bacteriëndodende middelen en innovatieve behandelwijzen;

    uitbreiding van activiteiten op het gebied van de preventie van ziekten, met inbegrip van Voluntary Confidential Counselling and Testing (VCCT), gerichte voorlichtingscampagnes en advisering onder risicogroepen;

    bevordering van bewustmakingscampagnes, onderwijs, voorlichting en communicatie gericht op het beperken van risicogedrag;

    integratie van genderbewustzijn in de hiv/aids-programmering en de ontwikkeling van door vrouwen geïnitieerde en door vrouwen gecontroleerde preventiemethoden, alsmede de integratie van mannen in programma’s die gericht zijn op de gevolgen voor vrouwen en meisjes;

    bevordering van leiderschapsbewustwordingstrainingen.

    Dit krediet is ook bedoeld voor het financieren van inentingsprogramma’s tegen malaria.

    De Unie verleent steun aan specifieke projecten om de bovengenoemde doelstellingen te bevorderen; onder meer wordt steun verleend aan wereldwijde initiatieven op het gebied van de bestrijding van de belangrijkste overdraagbare ziekten in het kader van de bestrijding van de armoede, zoals het Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, malaria en tuberculose, dat op 29 januari 2002 met zijn activiteiten is begonnen.

    Basisonderwijs

    Dit krediet is bestemd, bij wijze van proefproject, ter ondersteuning — door middel van pertinente maatregelen en analysen — van nationale programma’s voor het basisonderwijs in de ontwikkelingslanden.

    Samenwerking op cultureel gebied

    Het dient ter bevordering van culturele diversiteit door middel van steun voor samenwerking op het gebied van cultuur, met inbegrip van:

    activiteiten ter ondersteuning van wederzijds begrip tussen verschillende culturen binnen partnerlanden;

    uitwisselingen gericht op meer cultureel begrip tussen ontwikkelingslanden en de Unie.

    Aanvullende bijdrage aan de millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties

    Dit krediet is bedoeld ter financiering van sectorale begrotingssteun voor het beëindigen van school- en uniformgeld in het basisonderwijs, in het bijzonder voor meisjes. Het beperkte aantal ontvangende landen wordt gekozen van de lijst van landen die door het millenniumproject van de Verenigde Naties zijn aangeduid als potentiële begunstigden van „fast-tracking” in het kader van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, overeenkomstig de regels die de Commissie toepast voor de landen die in aanmerking komen voor begrotingssteun, in het bijzonder hun vermogen om te voldoen aan criteria op het gebied van goed bestuur en deugdelijk financieel beheer.

    Een deel van dit krediet is bedoeld voor het financieren van de voorbereiding van de begunstigde landen op het compenseren van gebruikersheffingen door andere manieren van publieke financiering aan het eind van deze tijdelijke actie van de Unie.

    Dit krediet dient ter financiernig van sectorale begrotingssteun voor schoolmaaltijden voor kinderen in basisscholen. Deze maatregel is een aanvulling op de „Quick Win-acties voor de beëindiging van het school- en uniformgeld; het kan worden toegekend aan dezelfde landen, gekozen van de lijst van landen die door het millenniumproject van de Verenigde Naties zijn geïdentificeerd als potentiële begunstigden van fast-tracking” in het kader van de millenniumdoelstellingen, overeenkomstig de regels die de Commissie toepast voor de landen die in aanmerking komen voor begrotingssteun, in het bijzonder hun vermogen om te voldoen aan criteria op het gebied van goed bestuur en gezond financieel beheer.

    Een deel van dit krediet is bedoeld voor het financieren van het voorbereiden van de begunstigde landen op het organiseren van overheidsfinanciering voor schoolmaaltijden na afloop van deze tijdelijke actie van de Unie.

    Dit krediet is bedoeld voor het financieren van steun aan kleine boeren voor een grootschalige aanvulling van bodemnutriënten op verarmde grond door middel van de kosteloze of gesubsidieerde distributie van chemische meststoffen en door middel van agrobosbouw.

    De landen die voor deze actie in aanmerking komen, worden gekozen van de lijst van landen die door het VN-millenniumproject zijn geïdentificeerd als potentiële kandidaten voor „fast-tracking” in het kader van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling.

    Gedecentraliseerde samenwerking

    Dit krediet is voorts bedoeld om het vermogen van actoren van het maatschappelijk middenveld en lokale overheden om handelend op te treden, zich te mobiliseren en zich te organiseren, te vergroten, teneinde de dialoog tussen overheden en niet-gouvernementele actoren te bevorderen. Het dient ter financiering van maatregelen voor sociale of economische ontwikkeling ten behoeve van de armste bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden, met name de meest kwetsbare groepen. Het ondersteunt duurzame ontwikkelingsinitiatieven van lokale overheden, organisaties uit lokale gemeenschappen en verenigingen of groeperingen in de ontwikkelingslanden, mogelijk in samenwerking met hun partners uit de Unie.

    In deze context is dit krediet hoofdzakelijk bestemd voor voorlichtings-, scholings-, kapitalisatie- en communicatieprogramma’s om potentiële actoren in staat te stellen zich de aanpak van gedecentraliseerde samenwerking beter eigen te maken en actiever deel te nemen aan het overleg aangaande uniale programma’s en de tenuitvoerlegging van de gedecentraliseerde samenwerking.

    Informatie en communicatietechnologie en duurzame energie

    Dit krediet dient ter financiering van informatie- en communicatietechnologie die nuttig kan zijn met betrekking tot het proces van gedecentraliseerde samenwerking.

    Dit krediet is bedoeld om de Commissie in staat te stellen in 2002 een mechanisme op te zetten voor de ondersteuning van capaciteitsopbouw in de ontwikkelingslanden op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en duurzame energie. Dit programma dient goed gecoördineerd te worden met andere donorinitiatieven voor ICT en duurzame energie.

    Het onderdeel „Duurzame energie” valt onder artikel 06 04 02 en aan het onderdeel ICT wordt, waar nodig, aandacht besteed in nationale of regionale programma’s.

    De Commissie moet dit krediet ook gebruiken om met het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties te werken aan gezamenlijke pilootprojecten en ervoor te zorgen dat alle voordelen van ICT en technologie op het gebied van duurzame energie worden onderzocht en naar behoren onder de aandacht worden gebracht.

    Gelijkheid mannen en vrouwen

    Dit krediet is bestemd voor de financiering van:

    de tenuitvoerlegging van een katalyserende rol bij de bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen in het kader van de ontwikkelingssamenwerking van de Unie;

    het verlenen van financiële bijstand en passende knowhow en tezelfdertijd versterking van het beleid inzake gender mainstreaming door steun te verlenen aan specifieke acties ter versterking van de rol van vrouwen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 443/92 van de Raad van 25 februari 1992 inzake financiële en technische hulp en economische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en in Azië (PB L 52 van 27.2.1992, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad van 27 juni 1996 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp en van de specifieke acties ter ondersteuning van de voedselzekerheid (PB L 166 van 5.7.1996, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 955/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 13 mei 2002 tot verlenging en wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/98 van de Raad betreffende gedecentraliseerde samenwerking (PB L 148 van 6.6.2002, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 625/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot verlenging en wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/98 van de Raad betreffende gedecentraliseerde samenwerking (PB L 99 van 3.4.2004, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Proefprojecten in de zin van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Resolutie van het Europees Parlement van 12 april 2005 over de rol van de Europese Unie bij de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (PB C 33 E van 9.2.2006, blz. 311).

    Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 23 en 24 mei 2005 over de millenniumdoelstellingen.

    Conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel (16 en 17 juni 2005).

    Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 juli 2005 over de VN-top.

    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 12 april 2005 — Samenhang in het ontwikkelingsbeleid — Sneller vorderingen boeken om de millenniumdoelstellingen voor de ontwikkeling te bereiken (COM(2005) 134 final).

    HOOFDSTUK 21 06 — GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    21 06

    GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

    21 06 02

    Betrekkingen met Zuid-Afrika

    4

    128 611 000

    131 459 743

    127 869 000

    137 456 498

    140 549 527,—

    139 743 594,83

    21 06 03

    Aanpassingssteun voor de landen van het Suikerprotocol

    4

    177 000 000

    128 494 485

    174 824 444

    127 000 000

    196 920 986,96

    136 312 033,99

    21 06 04

    Maatregelen voor herstel en wederopbouw ten gunste van ontwikkelingslanden, vooral ACS-staten

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    21 06 05

    Steun aan de bananenproducenten van de ACS-staten

    4

    p.m.

    10 576 085

    p.m.

    22 909 416

    195 691,13

    24 438 813,67

    21 06 06

    Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Zuid-Afrika)

    4

    2 400 000

    938 998

    2 000 000

    954 559

    0,—

    0,—

    21 06 07

    Begeleidende maatregelen in de bananensector

    4

    23 371 779

    32 617 831

    41 000 000

    33 409 566

    0,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 21 06 — Totaal

     

    331 382 779

    304 087 142

    345 693 444

    321 730 039

    337 666 205,09

    300 494 442,49

    Toelichting

    Voor landen omschreven als „ontvangers van officiële ontwikkelingshulp” (ODA) door de OESO-Commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC) is in het verleden een benchmark van 35 % toegewezen aan sociale infrastructuur, voornamelijk onderwijs en gezondheidszorg, maar ook aan macro-economische steun, met voorrang voor de sociale sector, daarbij erkennend dat de bijdrage van de Unie moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. De Commissie zal ook in de toekomst over deze benchmark verslag uitbrengen.

    Bovendien zal de Commissie, overeenkomstig haar verklaring over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (Development Cooperation Instrument — DCI), toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.

    Uiterlijk op 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:

    de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking in het raam van het DCI, worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu;

    de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt;

    de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en

    financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten.

    Het verslag bevat tevens informatie over hoe begrotingssteun heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling. De begrotingssteun wordt verleend indien een afdoende institutionele capaciteit is aangetoond en indien is voldaan aan gedetailleerde voorwaarden voor het beheer en gebruik van middelen in het ontvangende land. De voorwaarden worden vermeld in het jaarverslag, waarin tevens een beoordeling wordt opgenomen van de mate waarin aan die voorwaarden is voldaan.

    Na de presentatie van het verslag treden het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in een dialoog over de resultaten en over de wijze waarop meer vooruitgang kan worden geboekt bij het verwezenlijken van de doelstellingen.

    21 06 02     Betrekkingen met Zuid-Afrika

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    128 611 000

    131 459 743

    127 869 000

    137 456 498

    140 549 527,—

    139 743 594,83

    Toelichting

    Dit krediet is in overeenstemming met de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking (Trade, Development and Cooperation Agreement — TCDA) tussen de Europese Unie en Zuid-Afrika en Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    Het programma wordt in 2007-2013 ten uitvoer gelegd via nationale strategiedocumenten (CSP's) en meerjarige indicatieve programma’s (MIP's) in het kader van de overeenkomst en wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Unie.

    Dit krediet dient met name ter dekking van de financiering van projecten en programma’s op het gebied van ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika die bijdragen tot:

    de harmonieuze en duurzame economische en sociale ontwikkeling van Zuid-Afrika door middel van programma’s en maatregelen ter bestrijding van armoede en ter bevordering van economische groei die aan de armen ten goede komt;

    voortzetting van de integratie van Zuid-Afrika in de wereldeconomie;

    consolidatie van de basis die is gelegd voor een democratische samenleving en een rechtsstaat waarin de mensenrechten en de fundamentele vrijheden ten volle worden geëerbiedigd;

    de verbetering van sociale diensten en het helpen bereiken van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen.

    De programma’s moeten gericht zijn op armoedebestrijding en op de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van voorheen achtergestelde gemeenschappen en met de gender- en milieudimensies van ontwikkeling. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar versterking van de institutionele capaciteit.

    De ontwikkelingssamenwerking is met name gericht op:

    versterking van de capaciteit voor en ondersteuning van de verlening van diensten aan de armen (o.a. op het gebied van gezondheid, hiv/aids, onderwijs, huisvesting, voorzieningen inzake water en hygiëne, duurzame energie, communicatie, en daarnaast ook hervormingen van het beheer van de openbare financiën op alle bestuursniveaus, capaciteitsopbouw en beter toezicht en evaluatie);

    ondersteuning van duurzame groei, specifiek gericht op het scheppen van werkgelegenheid (aanpakken van zowel de vraag- als de aanbodaspecten van de arbeidsmarkt, zoals de ontwikkeling van competenties), met name op het gebied van aanpassing aan en opvangen van de gevolgen van de klimaatverandering, en in de groene economie in het algemeen;

    steun voor governance (zowel in het publieke als het niet-publieke domein);

    regionale en pan-Afrikaanse steun (o.a. bijdragen aan acties ter bevordering van vrede en veiligheid, aan programma’s binnen de ACS voor wetenschap, technologie en mobiliteit van academici), en ondersteuning van regionale interconnecties via de ontwikkeling van infrastructuur en handel.

    Gelet op de milieu-uitdagingen waarvoor Zuid-Afrika staat en de 12e plaats van het land op de wereldranglijst inzake de uitstoot van broeikasgassen, zal bij de ontwikkelingssamenwerking meer nadruk komen te liggen op milieubeschermingsmaatregelen en maatregelen in verband met de klimaatverandering.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    21 06 03     Aanpassingssteun voor de landen van het Suikerprotocol

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    177 000 000

    128 494 485

    174 824 444

    127 000 000

    196 920 986,96

    136 312 033,99

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ter ondersteuning van aanpassingen in ACS-staten ingevolge de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    21 06 04     Maatregelen voor herstel en wederopbouw ten gunste van ontwikkelingslanden, vooral ACS-staten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om een aanzet te geven tot de terugkeer naar het normale leven van bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden, met name de landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten), die te maken hebben met een crisissituatie als gevolg van natuurrampen, gewelddadige conflicten of andere crises.

    Het dekt tevens de neveneffecten van deze crisissituaties in naburige ACS-staten, zoals de Dominicaanse Republiek in het geval van de aardbeving op Haïti.

    Het dient met name ter dekking van maatregelen bestemd voor:

    het opnieuw op gang brengen van een duurzaam productiestelsel;

    het materiële en functionele herstel van de basisinfrastructuur, met inbegrip van mijnopruiming;

    de maatschappelijke verzoening via niet-structurele maatregelen in samenlevingen die getroffen zijn door een gewelddadig conflict;

    sociale re-integratie, met name van vluchtelingen, ontheemden en gedemobiliseerde militairen;

    de wederopbouw van de bij de herstelfase benodigde instellingen, met name op plaatselijk niveau;

    bijstand voor kinderen, met name revalidatie van door oorlog getroffen kinderen, met inbegrip van kindsoldaten;

    de bewustmaking van de betrokken bevolkingsgroepen van de gevaren van natuurrampen en van maatregelen om die rampen te voorkomen of de gevolgen daarvan te beperken;

    steun aan personen met een handicap en gehandicaptenorganisaties ter bevordering van hun mensenrechten en om te waarborgen dat hulp bij rampen en wederopbouwacties ten goede komen aan ouderen en dat afdoende aandacht wordt besteed aan onderzoek en het verzamelen van leeftijdsgespecificeerde gegevens ter ondersteuning van programmering en beleid.

    Het bestrijkt ook onderwijs voor kinderen die het slachtoffer zijn van oorlog of natuurrampen.

    De steun moet in het bijzonder worden toegekend aan programma’s en projecten die worden uitgevoerd door niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties en andere actoren van de civiele samenleving, waarbij de betrokkenheid van de begunstigde bevolking in elke fase van de besluitvorming en uitvoering wordt gestimuleerd.

    Een deel van dit krediet is bestemd voor acties ter controle en verwijdering van antipersoneelsmijnen, explosieve overblijfselen van oorlogshandelingen en onwettige handvuurwapens en lichte wapens.

    Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

    Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    21 06 05     Steun aan de bananenproducenten van de ACS-staten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    10 576 085

    p.m.

    22 909 416

    195 691,13

    24 438 813,67

    Toelichting

    Dit krediet dient om de naleving mogelijk te maken van verplichtingen die in het kader van de technische bijstand en inkomenssteun voor de producenten in de ACS-staten ten gevolge van de instelling van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen zijn aangegaan.

    Dit krediet is ook bedoeld ter ondersteuning van de capaciteitsopbouw in de ACS-productielanden, om deze te helpen zich beter te integreren in het multilaterale handelssysteem, met inbegrip van de verbetering van hun capaciteit om deel te nemen aan de Wereldhandelsorganisatie (WTO).

    Met ingang van 1 januari 1999 wordt op dit artikel tevens een bijstandsprogramma aangewezen dat de bananenproducenten van de ACS-staten in staat moet stellen zich aan te passen aan de nieuwe marktvoorwaarden die zijn ontstaan naar aanleiding van de wijziging van de gemeenschappelijke marktordening voor de bananensector.

    De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en van de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41). Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad van 22 april 1999 tot instelling van een bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van traditionele ACS-leveranciers van bananen (PB L 108 van 27.4.1999, blz. 2).

    21 06 06     Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Zuid-Afrika)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 400 000

    938 998

    2 000 000

    954 559

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de ondersteuning van activiteiten, anders dan ontwikkelingssamenwerking, met als doel overleg te voeren met partners die dezelfde politieke, economische en institutionele structuren en waarden hebben als de Unie, belangrijke bilaterale partners zijn en een rol spelen in multilaterale fora en op het vlak van het mondiale bestuur.

    Deze toewijzing omvat specifiek middelen om de mobiliteit van academici uit de Unie naar Zuid-Afrika te financieren.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen en, wat activiteiten betreft die buiten de officiële ontwikkelingshulp vallen, met ontwikkelingslanden die vallen onder Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 39), als gewijzigd door Verordening (EU) nr. 1338/2011 (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

    21 06 07     Begeleidende maatregelen in de bananensector

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    23 371 779

    32 617 831

    41 000 000

    33 409 566

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld voor de dekking van maatregelen ter ondersteuning van de aanpassing in de belangrijkste bananenexporterende ACS-landen in het kader van de veranderende handelsregeling, met name als gevolg van de liberalisering ten aanzien van de meest begunstigde landen (Most Favoured Nation, MFN) in het kader van de WTO.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    HOOFDSTUK 21 07 — ANDERE MAATREGELEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN AD-HOCPROGRAMMA’S

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    21 07

    ANDERE MAATREGELEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN AD-HOCPROGRAMMA’S

    21 07 01

    Associatieovereenkomsten met de landen en gebieden overzee

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    21 07 02

    Samenwerking met Groenland

    4

    28 717 140

    26 353 231

    28 442 000

    26 727 652

    28 442 000,—

    27 249 001,—

    21 07 03

    Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties

    4

    326 000

    322 225

    310 000

    295 913

    269 546,50

    269 546,50

    21 07 04

    Grondstoffenovereenkomsten

    4

    5 155 000

    2 624 253

    3 358 000

    2 577 309

    2 461 828,31

    2 461 828,—

     

    Hoofdstuk 21 07 — Totaal

     

    34 198 140

    29 299 709

    32 110 000

    29 600 874

    31 173 374,81

    29 980 375,50

    21 07 01     Associatieovereenkomsten met de landen en gebieden overzee

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van de associatie van de landen en gebieden overzee met de Unie.

    Tot op heden worden deze uitgaven gefinancierd uit het zesde, zevende, achtste, negende en tiende Europees Ontwikkelingsfonds (dat wil zeggen buiten de algemene begroting van de Unie).

    Rechtsgronden

    Besluit 86/283/EEG van de Raad van 30 juni 1986 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Economische Gemeenschap (PB L 175 van 1.7.1986, blz. 1).

    Besluit 91/482/EEG van de Raad van 25 juli 1991 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Economische Gemeenschap (PB L 263 van 19.9.1991, blz. 1).

    Besluit 2001/822/EG van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Gemeenschap („LGO-besluit”) (PB L 314 van 30.11.2001, blz. 1).

    21 07 02     Samenwerking met Groenland

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    28 717 140

    26 353 231

    28 442 000

    26 727 652

    28 442 000,—

    27 249 001,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van de samenwerking met het oog op de duurzame ontwikkeling van Groenland in het kader van het partnerschap tussen de Europese Unie en Groenland. De samenwerking ondersteunt sectoraal beleid en sectorale strategieën die de toegang tot productieactiviteiten en productiemiddelen bevorderen, en met name: a) onderwijs en opleiding, b) minerale hulpbronnen, c) energie, d) toerisme en cultuur, e) onderzoek en f) voedselveiligheid.

    Rechtsgronden

    Besluit 2006/526/EG van de Raad van 17 juli 2006 inzake de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 28).

    Referentiebesluiten

    Gemeenschappelijke verklaring van de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de autonome regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, inzake het partnerschap tussen de Europese Gemeenschap en Groenland, ondertekend te Luxemburg op 27 juni 2006 (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 32).

    21 07 03     Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    326 000

    322 225

    310 000

    295 913

    269 546,50

    269 546,50

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de jaarlijkse bijdrage van de Unie voor de FAO als gevolg van de toetreding en voor het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw (International Treaty on Plant Generic Resources for Food and Agriculture — ITPGRFA) als gevolg van de ratificatie.

    Rechtsgronden

    Besluit van de Raad van 25 november 1991 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) (PB C 326 van 16.12.1991, blz. 238).

    Besluit 2004/869/EG van de Raad van 24 februari 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw (PB L 378 van 23.12.2004, blz. 1).

    21 07 04     Grondstoffenovereenkomsten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 155 000

    2 624 253

    3 358 000

    2 577 309

    2 461 828,31

    2 461 828,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de betaling van de jaarlijkse bijdragen die de Unie verschuldigd is voor haar deelname op grond van haar exclusieve bevoegdheid op dit terrein.

    Momenteel wordt dit krediet benut ter dekking van:

    jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van de Internationale Koffieorganisatie;

    jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van de Internationale Cacao-organisatie;

    jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van de Internationale Juteorganisatie;

    jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout, na de inwerkingtreding daarvan en de definitieve goedkeuring door de EU;

    jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van het Internationaal Raadgevend Comité voor katoen.

    Voor andere tropische producten kunnen de komende jaren wellicht overeenkomsten worden gesloten indien dat politiek en juridisch opportuun is.

    Rechtsgronden

    Besluit 2002/312/EG van de Raad van 15 april 2002 betreffende de aanvaarding, namens de Europese Gemeenschap, van de overeenkomst betreffende het mandaat van de Internationale Studiegroep voor jute (PB L 112 van 27.4.2002, blz. 34).

    Besluit 2002/970/EG van de Raad van 18 november 2002 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 namens de Europese Gemeenschap (PB L 342 van 17.12.2002, blz. 1).

    Besluit 2007/648/EG van de Raad van 26 september 2007 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006 (PB L 262 van 9.10.2007, blz. 6).

    Besluit 2008/76/EG van de Raad van 21 januari 2008 betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Internationale Cacaoraad met betrekking tot de verlenging van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001(PB L 23 van 26.1.2008, blz. 27).

    Besluit 2008/579/EG van de Raad van 16 juni 2008 betreffende de ondertekening en de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Internationale Koffieovereenkomst van 2007 (PB L 186 van 15.7.2008, blz. 12).

    Besluit 2011/634/EU van de Raad van 17 mei 2011 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 259 van 4.10.2011, blz. 7).

    Besluit 2011/731/EU van de Raad van 8 november 2011 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006 (PB L 294 van 12.11.2011, blz. 1).

    Besluit 2012/189/EU van de Raad van 26 maart 2012 betreffende de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst 2010 (PB L 102 van 12.4.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 133, en Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 207.

    Internationale Koffieovereenkomst, opnieuw onderhandeld in 2007 en 2008 en op 2 februari 2011 in werking getreden voor een eerste looptijd van tien jaar tot 1 februari 2021, met de mogelijkheid van verlenging.

    Internationale Cacao-overeenkomst, opnieuw onderhandeld in 2001 en nogmaals in 2010, maar nog niet in werking getreden. Voor de overeenkomst van 2001 is de verplichting gestart op 1 oktober 2003 voor een looptijd van vijf jaar, met verlengingen tot 30 september 2012.

    Internationale Juteovereenkomst, onderhandeld in 2001, waarbij een nieuwe Internationale Juteorganisatie wordt opgericht. Looptijd: acht jaar, met de mogelijkheid van verlenging met ten hoogste vier jaar. De huidige verlenging loopt af in mei 2014.

    Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout, onderhandeld in 2006, die op 7 december 2011 in werking getreden is; Verklaring van de Europese Gemeenschap overeenkomstig artikel 36, lid 3, van de overeenkomst (PB L 262 van 9.10.2007, blz. 26).

    Internationaal Raadgevend Comité voor katoen; conclusies van de Raad van 29 april 2004 (8972/04), conclusies van de Raad van 27 mei 2008 (9986/08) en conclusies van de Raad van 30 april 2010 (8674/10).

    HOOFDSTUK 21 08 — BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    21 08

    BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

    21 08 01

    Evaluatie van de resultaten van de steun van de Unie, vervolgmaatregelen en audit

    4

    11 000 000

    8 352 142

    9 577 000

    8 466 001

    9 577 000,—

    9 657 931,40

    21 08 02

    Coördinatie en bevordering van bewustmaking inzake ontwikkelingskwesties

    4

    9 325 000

    4 871 918

    9 900 000

    8 100 518

    9 900 000,—

    4 922 004,69

     

    Hoofdstuk 21 08 — Totaal

     

    20 325 000

    13 224 060

    19 477 000

    16 566 519

    19 477 000,—

    14 579 936,09

    21 08 01     Evaluatie van de resultaten van de steun van de Unie, vervolgmaatregelen en audit

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    11 000 000

    8 352 142

    9 577 000

    8 466 001

    9 577 000,—

    9 657 931,40

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van evaluaties vooraf en achteraf, monitoring en steunmaatregelen tijdens de fase van programmering, opstelling en uitvoering van ontwikkelingsmaatregelen, -strategieën en -beleid, waaronder:

    studies naar de effectiviteit, efficiency, relevantie, impact en levensvatbaarheid van, en de ontwikkeling van effectmetingen en -indicatoren voor ontwikkelingssamenwerking;

    monitoring van maatregelen tijdens de uitvoering en na afsluiting;

    steunmaatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de systemen, methodieken en praktijken voor de monitoring van lopende maatregelen en de voorbereiding van toekomstige maatregelen;

    terugkoppeling van informatie en voorlichting over bevindingen, conclusies en aanbevelingen van evaluties naar het besluitvormingsproces;

    ontwikkeling van de methoden om de kwaliteit en het nut van evaluaties te verbeteren, waaronder research, terugkoppeling, informatie- en opleidingsactiviteiten daaromtrent.

    Dit krediet dient tevens ter financiering van auditactiviteiten met betrekking tot het beheer van de op het gebied van de buitenlandse hulp door de Commissie ten uitvoer gelegde programma’s en projecten. Het dient voorts ter dekking van de financiering van opleidingsactiviteiten toegespitst op de specifieke voorschriften betreffende de buitenlandse hulp van de Unie en georganiseerd ten behoeve van externe auditors.

    Rechtsgronden

    Taak die voortvloeit uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    21 08 02     Coördinatie en bevordering van bewustmaking inzake ontwikkelingskwesties

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    9 325 000

    4 871 918

    9 900 000

    8 100 518

    9 900 000,—

    4 922 004,69

    Toelichting

    De bijdrage uit de begroting verschaft de Commissie middelen voor de nodige maatregelen ter ondersteuning van de voorbereiding en de omschrijving van en het toezicht op de coördinerende maatregelen binnen het ontwikkelingsbeleid. Beleidscoördinatie is van essentieel belang om te komen tot coherente, aanvullende en efficiënte hulp en ontwikkeling.

    Deze maatregelen zijn van het grootste belang voor de vorm- en richtinggeving van het Europese ontwikkelingsbeleid op het niveau van strategie en programmering. Het Europese ontwikkelingsbeleid staat specifiek beschreven in de Verdragen (de artikelen 208 en 210 van het Verdrag betreffende de werking van Europese Unie). De uniale hulp en het nationale beleid van de lidstaten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking moeten elkaar aanvullen en versterken en dit is niet mogelijk zonder coördinatie. Op grond van artikel 210 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moet de Commissie optreden als coördinator van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van de lidstaten en van de Unie en de maatregelen die in uitvoering daarvan worden genomen.

    Deze coördinatie door de Commissie is niet alleen een grote toegevoegde waarde voor het beleid van de lidstaten, maar is ook een prioriteit waar de doelstellingen van de Unie en de internationale gemeenschap elkaar kruisen. Zij komt tegemoet aan een aanhoudende en groeiende vraag van de andere Europese instellingen en is erkend door de lidstaten en het Europees Parlement in het kader van de Europese Raad van Barcelona van maart 2002.

    Dit krediet dient ter dekking van verschillende soorten activiteiten:

    Maatregel A: Coördinatie op Europees en internationaal niveau

    studies naar de effectiviteit, relevantie, impact en levensvatbaarheid van coördinatie, bijeenkomsten van deskundigen en uitwisseling tussen de Commissie, de lidstaten, andere internationale actoren (VS, nieuwe donoren, enz.) en internationale fora zoals de Zuid-Zuidsamenwerking;

    monitoring van maatregelen en beleid in uitvoering;

    steunmaatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de monitoring van lopende maatregelen en de voorbereiding van toekomstige maatregelen;

    maatregelen ter ondersteuning van buitenlandse coördinatie-initiatieven;

    het opstellen van gemeenschappelijke standpunten, verklaringen en initiatieven;

    de organisatie van evenementen op het gebied van coördinatie;

    de bijdrage van de Commissie voor lidmaatschap van de internationale organisaties en netwerken;

    verspreiding van informatie door middel van het uitbrengen van publicaties en het ontwikkelen van informatiesystemen.

    Dit krediet dient tevens voor de financiering van het initiatief getiteld „Europees onderzoek naar ontwikkelingsbeleid”, dat tot doel heeft meerwaarde te bieden voor het beleidsvormingsproces van de Unie inzake ontwikkelingsaangelegenheden, door de kwaliteit en de toekomstvisie van de beleidsvorming van de Unie te verbeteren. Dit initiatief zal leiden tot grotere synergie-effecten tussen Europese onderzoekers en beleidsvormers door hen samen te brengen in een gemeenschappelijk project. Het belangrijkste resultaat van dit initiatief is de jaarlijkse publicatie van een Europees ontwikkelingsverslag. Dat ontwikkelingsverslag zal samen met andere tussentijdse producten (achtergronddocumenten, seminars en workshops) fungeren als katalysator om de Europese visie op belangrijke ontwikkelingsproblemen en de invloed van Europa op de internationale ontwikkelingsagenda op basis van onafhankelijke kennisvergaring en innovatieve beleidsaanbevelingen te versterken en te verfijnen. Dit initiatief wordt gezamenlijk gefinancierd door de Commissie en de lidstaten door middel van bijdragen op vrijwillige basis. Voorts zal het krediet ook dienen voor de financiering van de publicatie van het Europees ontwikkelingsverslag, met inbegrip van de vertaling, het drukken, de verspreiding en een promotiecampagne om de beleidsaanbevelingen in het Europees ontwikkelingsverslag bekendheid te geven bij de ontwikkelingsactoren.

    Maatregel B: Bewustmaking

    Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om het ontwikkelingsbeleid van de Unie en de lidstaten bekend te maken en om het grote publiek bewust te maken van ontwikkelingsvraagstukken. Alle maatregelen die uit dit artikel gefinancierd worden, dienen te voldoen aan de volgende aspecten, die elkaar volgens de instelling aanvullen:

    het aspect „informatie” dat dient ter bevordering van de diverse maatregelen die de Unie op het gebied van ontwikkelingshulp neemt, alsook de maatregelen die tezamen met de lidstaten en de andere internationale organisaties worden genomen;

    een onderdeel dat op de bewustmaking van de publieke opinie in zowel de Unie als de ontwikkelingslanden is toegespitst.

    Deze maatregelen behelzen voornamelijk, maar niet uitsluitend, financiële steun voor audiovisuele projecten, publicaties, seminars en evenementen met betrekking tot ontwikkeling, de productie van voorlichtingsmateriaal, de ontwikkeling van voorlichtingssystemen, en de Lorenzo Natali-prijs voor ontwikkelingsjournalistiek.

    Deze activiteiten richten zich op de partners in de publieke en particuliere sector, alsook op vertegenwoordigers en delegaties van de Europese Unie in de lidstaten.

    Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, zoals bepaald in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die krachtens artikel 210 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

    HOOFDSTUK 21 49 — UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET FINANCIEEL REGLEMENT VAN 21 DECEMBER 1977

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    21 49

    UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET FINANCIEEL REGLEMENT VAN 21 DECEMBER 1977

    21 49 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    21 49 04 01

    Overige steunmaatregelen in de vorm van producten, ondersteunende acties en vervoer, distributie, ondersteunende maatregelen en maatregelen voor de monitoring van de uitvoering — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    21 49 04 02

    Overige samenwerkingsmaatregelen en sectorale strategieën — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    21 49 04 05

    Europees Programma voor wederopbouw en ontwikkeling (EPWO) — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 21 49 04 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 21 49 — Totaal

     

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    21 49 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

    21 49 04 01   Overige steunmaatregelen in de vorm van producten, ondersteunende acties en vervoer, distributie, ondersteunende maatregelen en maatregelen voor de monitoring van de uitvoering — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de betaalbaarstelling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 21 01 04 01, die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

    21 49 04 02   Overige samenwerkingsmaatregelen en sectorale strategieën — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de betaalbaarstelling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 21 01 04 02, die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

    21 49 04 05   Europees Programma voor wederopbouw en ontwikkeling (EPWO) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet ter dekking van de betaalbaarstelling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 21 01 04 05, die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONTWIKKELING EN SAMENWERKING — EUROPEAID

    TITEL 22

    UITBREIDING

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    22 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „UITBREIDING”

    88 841 907

    88 841 907

    91 332 005

    91 332 005

    93 461 163,96

    93 461 163,96

    Reserves (40 01 40)

     

     

    8 082

    8 082

     

     

     

    88 841 907

    88 841 907

    91 340 087

    91 340 087

    93 461 163,96

    93 461 163,96

    22 02

    UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

    973 420 021

    743 242 664

    996 118 710

    829 906 144

    1 025 825 285,98

    835 043 540,22

     

    Titel 22 — Totaal

    1 062 261 928

    832 084 571

    1 087 450 715

    921 238 149

    1 119 286 449,94

    928 504 704,18

    Reserves (40 01 40)

     

     

    8 082

    8 082

     

     

     

    1 062 261 928

    832 084 571

    1 087 458 797

    921 246 231

    1 119 286 449,94

    928 504 704,18

    HOOFDSTUK 22 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „UITBREIDING”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    22 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „UITBREIDING”

    22 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

    22 01 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Uitbreiding

    5

    22 703 511

    23 382 932

    24 013 268,53

    22 01 01 02

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

    5

    7 822 581

    8 666 166

    8 885 055,21

     

    Artikel 22 01 01 — Subtotaal

     

    30 526 092

    32 049 098

    32 898 323,74

    22 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

    22 01 02 01

    Extern personeel bij het directoraat-generaal Uitbreiding

    5

    1 985 382

    2 912 342

    3 044 665,69

    22 01 02 02

    Extern personeel bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

    5

    1 543 398

    1 580 268

    1 414 859,—

    22 01 02 11

    Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Uitbreiding

    5

    1 209 726

    1 769 647

    2 216 142,85

    Reserves (40 01 40)

     

     

    8 082

     

     

     

    1 209 726

    1 777 729

    2 216 142,85

    22 01 02 12

    Overige beheersuitgaven bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

    5

    573 035

    670 331

    714 870,—

     

    Artikel 22 01 02 — Subtotaal

     

    5 311 541

    6 932 588

    7 390 537,54

    Reserves (40 01 40)

     

     

    8 082

     

     

     

    5 311 541

    6 940 670

    7 390 537,54

    22 01 03

    Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Uitbreiding”

    22 01 03 01

    Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het directoraat-generaal Uitbreiding

    5

    1 436 764

    1 492 960

    1 811 280,33

    22 01 03 02

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

    5

    4 745 586

    5 351 259

    5 094 845,—

     

    Artikel 22 01 03 — Subtotaal

     

    6 182 350

    6 844 219

    6 906 125,33

    22 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Uitbreiding”

    22 01 04 01

    Pretoetredingssteun — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    40 430 024

    40 237 500

    41 058 601,65

    22 01 04 02

    Stapsgewijze vermindering van toetredingssteun voor nieuwe lidstaten — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    2 277 300

    1 040 000

    1 039 992,29

    22 01 04 04

    Faciliteit voor pretoetreding in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — Taiex) — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    2 985 600

    3 095 600

    2 948 583,41

    22 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s van rubriek 4 van het beleidsterrein „Uitbreiding”

    4

    1 129 000

    1 133 000

    1 219 000,—

     

    Artikel 22 01 04 — Subtotaal

     

    46 821 924

    45 506 100

    46 266 177,35

     

    Hoofdstuk 22 01 — Totaal

     

    88 841 907

    91 332 005

    93 461 163,96

    Reserves (40 01 40)

     

     

    8 082

     

     

     

    88 841 907

    91 340 087

    93 461 163,96

    22 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

    22 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Uitbreiding

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    22 703 511

    23 382 932

    24 013 268,53

    22 01 01 02   Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 822 581

    8 666 166

    8 885 055,21

    22 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

    22 01 02 01   Extern personeel bij het directoraat-generaal Uitbreiding

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 985 382

    2 912 342

    3 044 665,69

    22 01 02 02   Extern personeel bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 543 398

    1 580 268

    1 414 859,—

    22 01 02 11   Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Uitbreiding

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    22 01 02 11

    1 209 726

    1 769 647

    2 216 142,85

    Reserves (40 01 40)

     

    8 082

     

    Totaal

    1 209 726

    1 777 729

    2 216 142,85

    22 01 02 12   Overige beheersuitgaven bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    573 035

    670 331

    714 870,—

    22 01 03     Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven op het beleidsterrein „Uitbreiding”

    22 01 03 01   Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie van het directoraat-generaal Uitbreiding

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 436 764

    1 492 960

    1 811 280,33

    22 01 03 02   Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 745 586

    5 351 259

    5 094 845,—

    22 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Uitbreiding”

    22 01 04 01   Pretoetredingssteun — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    40 430 024

    40 237 500

    41 058 601,65

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van het instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-Accession Assistance IPA), met name:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

    uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van uitzendbureaus) op de centrale diensten dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten mogen maximaal 3 245 024 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per mensjaar, bestaande voor 75 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 25 % uit de extra kosten voor opleiding, vergaderingen, dienstreizen (met inbegrip van langetermijnmissies), informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

    uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van de Unie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratief beheer uit hoofde van de artikelen 22 02 01, 22 02 02, 22 02 03, 22 02 04, 22 02 05, 22 02 07 en 22 02 08.

    22 01 04 02   Stapsgewijze vermindering van toetredingssteun voor nieuwe lidstaten — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 277 300

    1 040 000

    1 039 992,29

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van de geleidelijke stopzetting van de programma’s voor toetredingssteun aan de nieuwe lidstaten, namelijk:

    uitgaven voor technische bijstand op de korte termijn die verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma (of maatregelen die onder deze post vallen), alsmede alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten);

    uitgaven voor extern personeel in het posttoetredingstransitieteam van de Commissie dat in de periode dat de programma’s geleidelijk worden stopgezet in de nieuwe lidstaten aanwezig blijft (arbeidscontractanten, uitzendkrachten) en dat belast is met taken die rechtstreeks verband houden met de voltooiing van de toetredingsprogramma’s, alsook de extra logistieke, administratieve en infrastructuurkosten, zoals de kosten voor opleiding, vergaderingen, dienstreizen, IT en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in het transitieteam van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten voor deze post;

    uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) op de centrale diensten dat belast is met taken die rechtstreeks verband houden met de voltooiing van de toetredingsprogramma’s; de uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten mogen maximaal 829 000 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per mensjaar, bestaande voor 93 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % uit de extra kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, IT en telecommunicatie voor dit personeel.

    Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven uit hoofde van de posten 22 02 01 en 22 02 05.

    22 01 04 04   Faciliteit voor pretoetreding in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — Taiex) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 985 600

    3 095 600

    2 948 583,41

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigde landen en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

    uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) op de centrale diensten dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel op de centrale diensten mogen maximaal 2 945 600 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per mensjaar, bestaande voor 95 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % uit de extra kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    Dit krediet dekt de uitgaven voor administratief beheer van artikel 22 02 06.

    22 01 04 30   Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s van rubriek 4 van het beleidsterrein „Uitbreiding”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 129 000

    1 133 000

    1 219 000,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur in verband met het beheer van programma’s op het beleidsterrein „Uitbreiding”. De opdracht van het Agentschap is uitgebreid tot alle Youth-, Tempus- en Erasmus Mundus-programma’s waarbij begunstigden van pretoetredingssteun betrokken zijn.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

    Besluit 2005/56/EG van de Commissie van 14 januari 2005 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 24 van 27.1.2005, blz. 35).

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur — overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

    HOOFDSTUK 22 02 — UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    22 02

    UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

    22 02 01

    Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan kandidaat-lidstaten

    4

    293 880 176

    224 117 116

    323 026 643

    246 827 484

    336 524 160,—

    221 034 520,—

    22 02 02

    Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan potentiële kandidaat-lidstaten

    4

    453 337 844

    339 099 912

    442 833 982

    343 436 015

    416 342 769,85

    349 420 140,02

    22 02 03

    Tijdelijk burgerlijk bestuur in de westelijke Balkan

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    9 089 987,—

    8 532 088,17

    22 02 04

    Grensoverschrijdende en regionale samenwerking

    22 02 04 01

    Grensoverschrijdende samenwerking tussen IPA-landen en deelname aan transnationale/interregionale EFRO-programma’s en ENPI-zeebekkenprogramma’s

    4

    18 787 731

    12 514 374

    18 729 148

    19 053 952

    18 600 000,—

    11 149 452,51

    22 02 04 02

    Grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten

    4

    3 347 971

    1 184 126

    3 282 324

    3 379 139

    3 217 965,—

    170 721,40

     

    Artikel 22 02 04 — Subtotaal

     

    22 135 702

    13 698 500

    22 011 472

    22 433 091

    21 817 965,—

    11 320 173,91

    22 02 05

    Afronding van eerdere bijstandsactiviteiten

    22 02 05 01

    Afronding van Phare-pretoetredingssteun

    4

    p.m.

    p.m.

    45 602,66

    132 683,31

    22 02 05 02

    Afronding van Cards-bijstand

    4

    p.m.

    1 976 838

    p.m.

    4 118 922

    23 786,44

    29 774 678,17

    22 02 05 03

    Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten met Turkije

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    53 847,08

    53 847,08

    22 02 05 04

    Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten met Malta en Cyprus

    4

    24 476,85

    24 476,85

    22 02 05 05

    Afronding van voorbereidende acties met betrekking tot de gevolgen van de uitbreiding in grensregio’s van de Europese Unie

    3.2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    22 02 05 09

    Voltooiing van de overgangsfaciliteit voor nieuwe lidstaten

    3.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 052 866,39

    22 02 05 10

    Voltooiing van de acties in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — Taiex) in het kader van de overgangsfaciliteit

    3.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Artikel 22 02 05 — Subtotaal

     

    p.m.

    1 976 838

    p.m.

    4 118 922

    147 713,03

    36 038 551,80

    22 02 06

    Faciliteit voor pretoetreding in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — Taiex)

    4

    12 000 000

    8 724 776

    12 000 000

    10 500 149

    12 000 000,—

    7 881 477,27

    22 02 07

    Regionale, horizontale en ad-hocprogramma’s

    22 02 07 01

    Regionale en horizontale programma’s

    4

    142 566 299

    127 414 143

    146 656 613

    138 263 100

    181 749 637,50

    132 502 880,79

    22 02 07 02

    Evaluatie van de resultaten van de uniale hulp, follow-up en audit

    4

    3 500 000

    3 459 467

    3 590 000

    4 215 333

    3 650 000,—

    5 016 516,91

    22 02 07 03

    Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

    4

    31 000 000

    14 265 853

    28 000 000

    48 017 182

    28 003 053,60

    49 982 341,58

     

    Artikel 22 02 07 — Subtotaal

     

    177 066 299

    145 139 463

    178 246 613

    190 495 615

    213 402 691,10

    187 501 739,28

    22 02 08

    Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

    4

    p.m.

    932 000

    p.m.

    240 000

    0,—

    1 042 462,24

    22 02 09

    Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

    4

    p.m.

    p.m.

    3 000 000

    2 000 000

    500 000,—

    652 457,61

    22 02 10

    Informatie en communicatie

    22 02 10 01

    Prince — Informatie en communicatie

    4

    5 000 000

    4 358 928

    5 000 000

    4 416 745

    5 000 000,—

    4 226 209,19

    22 02 10 02

    Informatie en communicatie voor derde landen

    4

    10 000 000

    5 195 131

    10 000 000

    5 438 123

    11 000 000,—

    7 393 720,73

     

    Artikel 22 02 10 — Subtotaal

     

    15 000 000

    9 554 059

    15 000 000

    9 854 868

    16 000 000,—

    11 619 929,92

    22 02 11

    Overgangsfaciliteit voor institutionele opbouw na de toetreding

    3.2

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 22 02 — Totaal

     

    973 420 021

    743 242 664

    996 118 710

    829 906 144

    1 025 825 285,98

    835 043 540,22

    22 02 01     Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan kandidaat-lidstaten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    293 880 176

    224 117 116

    323 026 643

    246 827 484

    336 524 160,—

    221 034 520,—

    Toelichting

    Dit krediet dient in het kader van het IPA ter dekking van het onderdeel „Overgangsproces en institutionele opbouw” voor kandidaat-lidstaten. Het voornaamste doel is het creëren van toereikende capaciteit voor de tenuitvoerlegging van het uniale acquis, met name door middel van:

    de versterking van de democratische instellingen en de rechtsstaat, met inbegrip van handhaving;

    de bevordering en bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en de versterking van de eerbiediging van de rechten van minderheden, de bevordering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het bestrijden van discriminatie;

    de hervorming van het openbaar bestuur, met inbegrip van de totstandbrenging van een systeem om decentralisatie van het beheer van hulp naar de begunstigde landen mogelijk te maken, overeenkomstig de regels die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

    economische hervormingen;

    de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld en sociale integratie, waarbij minder goed vertegenwoordigde groepen worden aangemoedigd zich te laten horen en deel te nemen aan maatschappelijke organisaties en waarbij alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden, en het versterken van de rechten van vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen zoals personen met een handicap en ouderen;

    verzoening, vertrouwen scheppende maatregelen en wederopbouw.

    Dit krediet kan dienen ter dekking van in aanmerking komende samenwerkingsmaatregelen die niet uitdrukkelijk onder andere onderdelen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 vallen en maatregelen die onder meer dan een onderdeel vallen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 02     Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan potentiële kandidaat-lidstaten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    453 337 844

    339 099 912

    442 833 982

    343 436 015

    416 342 769,85

    349 420 140,02

    Toelichting

    In het kader van het IPA is niet alleen financiële pretoetredingsbijstand beschikbaar voor kandidaat-lidstaten, maar ook voor potentiële kandidaat-lidstaten. Dit krediet dient ter dekking van het onderdeel „Overgangsproces en institutionele opbouw” voor potentiële kandidaat-lidstaten. Het voornaamste doel is de deelname van de toekomstige kandidaat-lidstaten aan het stabilisatie- en associatieproces te steunen, alsmede hun vorderingen bij het verwerven van de status van kandidaat-lidstaat, gezien hun versterkte Europese perspectief volgend op de Europese Raad van Thessaloniki (19 en 20 juni 2003). Dit houdt de ondersteuning in van de geleidelijke overname van het uniale acquis voor alle landen en van het nakomen van de verplichtingen uit de interim-overeenkomsten/stabilisatie- en associatieovereenkomsten, in het bijzonder door:

    de versterking van de democratische instellingen en de rechtsstaat, met inbegrip van handhaving;

    de bevordering en bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en de versterking van de eerbiediging van de rechten van minderheden, de bevordering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het bestrijden van discriminatie;

    de hervorming van het openbare bestuur, met inbegrip van de totstandbrenging van een systeem om decentralisatie van het beheer van hulp naar de begunstigde landen mogelijk te maken, overeenkomstig de regels van het Financieel Reglement;

    economische hervormingen;

    de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld en sociale integratie, waarbij minder goed vertegenwoordigde groepen worden aangemoedigd zich te laten horen en deel te nemen aan maatschappelijke organisaties en waarbij alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden, en het versterken van de rechten van vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen zoals personen met een handicap en ouderen;

    verzoening, vertrouwen scheppende maatregelen en wederopbouw.

    Een deel van de kredieten zal worden gebruikt voor aanvullende steun voor de autoriteiten in Kosovo zodat deze sneller aan de criteria en benchmarks voor visumliberalisering met de Europese Unie kunnen voldoen, zodat zonder onnodige vertraging tot visumvrij reizen tussen Kosovo en de EU kan worden gekomen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 03     Tijdelijk burgerlijk bestuur in de westelijke Balkan

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    9 089 987,—

    8 532 088,17

    Toelichting

    De Unie draagt financieel bij aan het functioneren van het Bureau van de hoge vertegenwoordiger (Office of the High Representative — OHR) in Bosnië en Herzegovina. De financiële bijdrage heeft de vorm van een bijdrage op de begroting van het OHR.

    De verwachting was dat het OHR zou worden gesloten nadat Bosnië en Herzegovina aan enkele belangrijke criteria had voldaan, maar vanwege de politieke onzekerheid werd de sluiting uitgesteld.

    Het OHR zal aan het Europees Parlement rapporteren over de politieke situatie in Bosnië en Herzegovina, in het bijzonder wat de impact daarvan op de tenuitvoerlegging van de financiële bijstand van de Unie betreft.

    Een deel van dit krediet dient, met behoorlijke inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het ESSN (European Senior Services Network) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in specifieke publieke of particuliere ondernemingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 04     Grensoverschrijdende en regionale samenwerking

    Toelichting

    Het onderdeel „Grensoverschrijdende samenwerking” van het IPA verleent steun voor grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma’s aan de lands- en zeegrenzen tussen kandidaat-/potentiële kandidaat-lidstaten en aangrenzende lidstaten en aan grenzen tussen kandidaat-/potentiële kandidaat-lidstaten, via twee begrotingsposten: „Grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten” en „Grensoverschrijdende samenwerking tussen IPA-landen en deelname aan transnationale/interregionale EFRO-programma’s en ENPI-zeebekkenprogramma’s”.

    22 02 04 01   Grensoverschrijdende samenwerking tussen IPA-landen en deelname aan transnationale/interregionale EFRO-programma’s en ENPI-zeebekkenprogramma’s

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 787 731

    12 514 374

    18 729 148

    19 053 952

    18 600 000,—

    11 149 452,51

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter ondersteuning van programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking aan de grenzen tussen IPA-begunstigden.

    Naargelang van het geval kan dit krediet ook gebruikt worden ter ondersteuning van de deelname van de hiervoor in aanmerking komende IPA-begunstigden aan de relevante transnationale en interregionale programma’s in het kader van de doelstelling inzake Europese territoriale samenwerking van de structuurfondsen en aan de relevante multilaterale zeebekkenprogramma’s uit hoofde van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI).

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 04 02   Grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 347 971

    1 184 126

    3 282 324

    3 379 139

    3 217 965,—

    170 721,40

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter ondersteuning van programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking aan de grenzen tussen IPA-landen en lidstaten.

    Voor deze programma’s met lidstaten worden de IPA-fondsen aangevuld met een bijdrage uit rubriek 1b — EFRO, opgenomen in post 13 05 03 01 „Regionaal beleid”.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 05     Afronding van eerdere bijstandsactiviteiten

    Toelichting

    Tegen de achtergrond van de invoering van het IPA op 1 januari 2007 en de toetreding van Bulgarije en Roemenië op dezelfde datum dient dit krediet voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan in het kader van de pretoetredingssteun en Cards-bijstand.

    Een deel van dit krediet dient, met behoorlijke inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het ESSN (European Senior Services Network) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in specifieke publieke of particuliere ondernemingen.

    22 02 05 01   Afronding van Phare-pretoetredingssteun

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    45 602,66

    132 683,31

    Toelichting

    Tegen de achtergrond van de invoering van het IPA op 1 januari 2007 en de toetreding van Bulgarije en Roemenië op dezelfde datum dient dit krediet voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan in het kader van de Phare-pretoetredingssteun voor die landen, nieuwe lidstaten die in 2004 tot de Unie zijn toegetreden en huidige kandidaat-lidstaten.

    Een deel van dit krediet dient, met behoorlijke inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het ESSN (European Senior Services Network) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in specifieke publieke of particuliere ondernemingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp ten gunste van de Republiek Hongarije en de Volksrepubliek Polen (PB L 375 van 23.12.1989, blz. 11).

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 05 02   Afronding van Cards-bijstand

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    1 976 838

    p.m.

    4 118 922

    23 786,44

    29 774 678,17

    Toelichting

    Tegen de achtergrond van de invoering van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) op 1 januari 2007 dient dit krediet ter dekking van de afwikkeling van eerder in het kader van de Cards-bijstand aan de westelijke Balkan aangegane contractuele verplichtingen.

    Een deel van dit krediet dient, met behoorlijke inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het ESSN (European Senior Services Network) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in specifieke publieke of particuliere ondernemingen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2666/2000 van de Raad van 5 december 2000 betreffende de steun aan Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, de Federale Republiek Joegoslavië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1628/96 en tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 3906/89 en (EEG) nr. 1360/90, alsmede van de Besluiten 97/256/EG en 1999/311/EG (PB L 306 van 7.12.2000, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 05 03   Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten met Turkije

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    53 847,08

    53 847,08

    Toelichting

    Tegen de achtergrond van de invoering van het IPA op 1 januari 2007 dient dit krediet ter dekking van de afwikkeling van eerder in het kader van de pretoetredingssteun aan Turkije aangegane contractuele verplichtingen.

    Ontvangsten gerealiseerd op trustrekeningen en die zijn geboekt op artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten, zullen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1488/96 van de Raad van 23 juli 1996 inzake financiële en technische maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en maatschappelijke structuren in het kader van het Europees-mediterrane partnerschap (Meda) (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 764/2000 van de Raad van 10 april 2000 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter verdieping van de douane-unie EG-Turkije (PB L 94 van 14.4.2000, blz. 6).

    Verordening (EG) nr. 2500/2001 van de Raad van 17 december 2001 betreffende financiële pretoetredingssteun voor Turkije (PB L 342 van 27.12.2001, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 05 04   Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten met Malta en Cyprus

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    24 476,85

    24 476,85

    Toelichting

    Aangezien Cyprus en Malta in 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, dient deze post ter dekking van de afwikkeling van eerder voor die landen in het kader van de artikelen B7-0 4 0, B7-0 4 1, B7-4 1 0 (ten dele) en de posten B7-4 0 1 0 en B7-4 0 1 1 aangegane contractuele verplichtingen.

    Ontvangsten gerealiseerd op trustrekeningen en die zijn geboekt op artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten, zullen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 555/2000 van de Raad van 13 maart 2000 betreffende de uitvoering van acties in het kader van de pretoetredingsstrategie voor de Republiek Cyprus en de Republiek Malta (PB L 68 van 16.3.2000, blz. 3).

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 05 05   Afronding van voorbereidende acties met betrekking tot de gevolgen van de uitbreiding in grensregio’s van de Europese Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van eerder in het kader van het artikel „Gevolgen van de uitbreiding in grensregio’s van de Europese Unie” aangegane contractuele verplichtingen. Deze kredieten kunnen aanleiding geven tot verbintenissen die voortvloeien uit juridische verplichtingen in verband met de afronding van projecten (zoals schikkingen, boeten bij betalingsachterstanden, verrekeningen enz.).

    Rechtsgronden

    Voorbereidende acties in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    22 02 05 09   Voltooiing van de overgangsfaciliteit voor nieuwe lidstaten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    6 052 866,39

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen die eerder in het kader van de steun van de overgangsfaciliteit voor nieuwe lidstaten zijn aangegaan.

    Het doel van de overgangsfaciliteit is de nieuwe lidstaten te blijven steunen bij hun inspanningen met het oog op de ontwikkeling en versterking van hun administratieve capaciteit om de uniale wetgeving uit te voeren en te handhaven, en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen.

    De overgangsfaciliteit voor de tien nieuwe lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, betrof de periode 2004-2006. De Akte van toetreding van 2005 voorzag in een andere overgangsfaciliteit voor Bulgarije en Roemenië met een duur van ten minste één jaar, gerekend vanaf hun toetreding tot de Unie.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 34 van de Akte van toetreding van 16 april 2003 en artikel 31 van titel III van de Akte van toetreding van 25 april 2005.

    22 02 05 10   Voltooiing van de acties in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — Taiex) in het kader van de overgangsfaciliteit

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van technische bijstand voor de volledige aanpassing van de wetgeving aan het uniale acquis, waarbij alle organen die betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving daarvan, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties, geholpen worden hun doelstellingen te verwezenlijken en toezicht te houden op de mate van realisatie daarvan.

    Het doel is zo snel mogelijk kortetermijnsteun te verlenen in de vorm van seminars, workshops, studiebezoeken en bezoeken van deskundigen, opleidingsacties, hulpmiddelen en producten, met name voor het verzamelen en verspreiden van informatie, vertalen/tolken, alsmede andere vormen van technische bijstand in verband met de aanpassing aan het uniale acquis.

    Voor financiering komen vertegenwoordigers van alle overheidsorganen uit de publieke en semipublieke sector in aanmerking, zoals nationale overheden, parlementen, wetgevende raden, regionale regeringen, regelgevende en toezichthoudende overheden, alsmede vertegenwoordigers namens de sociale partners en commerciële, professionele of economische groeperingen die betrokken zijn bij de overname, uitvoering en handhaving van het uniale acquis.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 34 van de Akte van toetreding van 16 april 2003 en artikel 31 van titel III van de Akte van toetreding van 25 april 2005.

    22 02 06     Faciliteit voor pretoetreding in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — Taiex)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 000 000

    8 724 776

    12 000 000

    10 500 149

    12 000 000,—

    7 881 477,27

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van technische bijstand aan kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten, alsmede aan landen van het Europees nabuurschapsbeleid voor de aanpassing van de wetgeving aan het uniale acquis, waarbij alle organen die betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving daarvan, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties, geholpen worden hun doelstellingen te verwezenlijken en toezicht te houden op de mate van realisatie daarvan.

    Het doel is zo snel mogelijk kortetermijnsteun te verlenen in de vorm van conferenties, workshops, studiebezoeken, bezoeken van deskundigen, opleiding, hulpmiddelen en producten, met name voor het verzamelen en verspreiden van informatie, vertalen/tolken, alsmede andere vormen van technische bijstand in verband met de aanpassing aan het uniale acquis.

    Voor financiering komen vertegenwoordigers van alle overheidsorganen uit de publieke en semipublieke sector in aanmerking, zoals nationale overheden, parlementen, wetgevende raden, regionale regeringen, regelgevende en toezichthoudende overheden, alsmede vertegenwoordigers namens de sociale partners en commerciële, professionele of economische groeperingen en andere actoren van het maatschappelijk middenveld die betrokken zijn of een rol spelen bij de overname, uitvoering en handhaving van het uniale acquis.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 07     Regionale, horizontale en ad-hocprogramma’s

    22 02 07 01   Regionale en horizontale programma’s

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    142 566 299

    127 414 143

    146 656 613

    138 263 100

    181 749 637,50

    132 502 880,79

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van regionale pretoetredingsprogramma’s en programma’s met meerdere begunstigden voor alle kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten.

    Ontvangsten gerealiseerd op trustrekeningen en die zijn geboekt op artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten, zullen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 07 02   Evaluatie van de resultaten van de uniale hulp, follow-up en audit

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 500 000

    3 459 467

    3 590 000

    4 215 333

    3 650 000,—

    5 016 516,91

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van evaluaties, audits en toezicht in de fases programmering, uitvoering, evaluatie en afsluiting van projecten voor zowel het IPA als eerdere financiële pretoetredingsinstrumenten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 07 03   Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    31 000 000

    14 265 853

    28 000 000

    48 017 182

    28 003 053,60

    49 982 341,58

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap om de met de vroegere uniale steun bereikte resultaten te behouden en te versterken. De steun zal met name gericht zijn op de economische integratie van het eiland en op het verbeteren van contacten tussen de twee gemeenschappen en met de Unie, om de hereniging van Cyprus te vergemakkelijken.

    De steun kan worden gebruikt voor:

    de bevordering van de socio-economische ontwikkeling, met name plattelandsontwikkeling, de ontwikkeling van menselijke hulpbronnen en regionale ontwikkeling;

    de ontwikkeling en herstructurering van de infrastructuur;

    verzoening, vertrouwen scheppende maatregelen en ondersteuning van het maatschappelijk middenveld;

    het nader tot de Unie brengen van de Turks-Cypriotische gemeenschap, onder meer door voorlichting over de politieke en juridische aspecten van de Unie, de bevordering van de uitwisseling van jongeren en beurzen;

    geleidelijke aanpassing aan en voorbereiding op de tenuitvoerlegging van het uniale acquis;

    tenuitvoerlegging van de besluiten van de door de twee gemeenschappen opgezette technische commissie voor cultureel erfgoed, waaronder projecten van de minderheden;

    voortzetting van de financiële steun van de Unie en versnelling van de werkzaamheden van het Comité vermiste personen.

    capaciteitsopbouw, met als doel de kennis over de EU en het acquis communautaire te vergroten en vaardigheden met betrekking tot de aanvraag van en het gebruik van EU-subsidies te verbeteren.

    Een deel van dit krediet dient tevens ter dekking van de ondersteunende administratieve uitgaven die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het programma, zoals:

    de uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder het uniale recht;

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

    De kredieten moeten in het bijzonder worden benut om de resultaten van werken, leveringen en subsidies die met eerdere kredieten werden gefinancierd, te ondersteunen. Subsidieregelingen voor een brede waaier van begunstigden binnen het maatschappelijk middenveld van de gemeenschap: niet-gouvernementele organisaties (ngo's), studenten en leraren, scholen, landbouwproducenten, kleine dorpen, de particuliere sector zullen worden voortgezet. Deze activiteiten hebben tot doel de hereniging te ondersteunen. Er moet indien mogelijk voorrang worden gegeven aan verzoeningsprojecten die een brug slaan tussen de twee gemeenschappen en vertrouwen scheppen. De maatregelen zetten het sterke verlangen naar en het engagement van de Unie voor een oplossing en een hereniging op Cyprus in de verf.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap (PB L 65 van 7.3.2006, blz. 5).

    22 02 08     Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    932 000

    p.m.

    240 000

    0,—

    1 042 462,24

    Toelichting

    Dit krediet zal worden gebruikt ter ondersteuning van organisaties zonder winstoogmerk (zoals organisaties uit het maatschappelijk middenveld op lokaal en internationaal niveau en publieke instellingen) die projecten uitvoeren voor het duurzame behoud, de restauratie en de ontwikkeling van waardevolle culturele sites (kerken, moskeeën, bibliotheken, musea, monumenten enz.) in kandidaat-landen en mogelijke kandidaat-landen.

    Waar mogelijk moet specifieke aandacht worden besteed aan projecten die werken aan de opbouw van vertrouwen, door verschillende etnische en religieuze groepen te betrekken bij gezamenlijke projecten, alsmede het verwerven van vaardigheden en bewustmaking op lokaal en nationaal niveau.

    In de toekomst kan de met dit proefproject opgedane ervaring ook worden benut om een permanente rechtsgrond te ontwikkelen, alsmede een bredere benadering voor het behoud en het herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden in andere geografische regio's.

    In de resolutie van het Europees Parlement van 29 maar 2007 over de toekomst van Kosovo en de rol van de EU (PB C 27 E van 31.1.2008, blz. 207) wordt gesteld dat een regeling inzake Kosovo de „bescherming van alle culturele en religieuze plaatsen” dient te omvatten.

    Een groot aantal beschadigde gebouwen op de Balkan is blijven staan als fysieke herinnering aan eerdere conflicten en scheppen wantrouwen. Verschillende etnische groepen en lokale autoriteiten zijn momenteel door niet-gouvernementele organisaties samengebracht in gemeenschappelijke restauratieprojecten, mede ter bevordering van de eerbied voor de culturele waarden van anderen, maar hiervoor is geen geld van de Unie beschikbaar. De bijstand uit hoofde van het IPA-programma heeft in brede zin betrekking op „wederopbouw” en „samenwerking tussen gemeenschappen”, maar verwijst niet specifiek naar het herstel van cultureel erfgoed.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    22 02 09     Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    3 000 000

    2 000 000

    500 000,—

    652 457,61

    Toelichting

    De kredieten zullen zal worden gebruikt ter ondersteuning van projecten inzake het behoud en de restauratie van waardevolle culturele en religieuze voorwerpen (kerken, moskeeën, bibliotheken, musea, monumenten enz.) die ten gevolge van oorlog of andere politieke conflicten in de westelijke Balkan beschadigd of vernield zijn. De kredieten kunnen worden gebruikt ter ondersteuning van zowel publieke organismen als niet-gouvernementele organisaties met projecten in dit domein. Het is hier evenwel van belang de nadruk te leggen op de belangrijke rol die niet-gouvernementele organisaties spelen bij beschermings- en restauratieprojecten

    Specifieke aandacht moet worden besteed aan projecten die werken aan de opbouw van vertrouwen, door verschillende etnische en religieuze groepen te betrekken bij gezamenlijke projecten, en die lokale opleiding bevorderen alsmede bijdragen aan de ontwikkeling van kennis inzake restauratie en hoogkwalitatieve culturele vaardigheden.

    Beste praktijken inzake restauratie moeten als richtsnoer dienen bij de selectie van voorwerpen en deskundigen dienen te worden betrokken bij de selectie van voorstellen en uitvoerders.

    De met het proefproject van 2008-2009 en de voorbereidende actie van 2010 opgedane ervaringen moeten helpen een bredere aanpak te ontwikkelen voor de bescherming en restauratie van cultureel erfgoed in conflictgebieden, zowel in de westelijke Balkan als elders.

    Deze voorbereidende actie heeft tot doel als basis te fungeren voor de integratie van het behoud en de restauratie van cultureel erfgoed in conflictgebieden in bestaande financiële instrumenten, niet alleen het IPA-programma (voor de westelijke Balkan, Turkije, enz.) maar ook voor de ENPI-programma’s (Midden-Oosten, Noord-Afrika, enz.).

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    22 02 10     Informatie en communicatie

    22 02 10 01   Prince — Informatie en communicatie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 000 000

    4 358 928

    5 000 000

    4 416 745

    5 000 000,—

    4 226 209,19

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van prioritaire voorlichtings- en communicatieactiviteiten, met inbegrip van evaluatiewerkzaamheden, met betrekking tot de uitbreiding, voornamelijk in lidstaten.

    Het bedrag van de voorgestelde kredieten beantwoordt aan de voorlichtings- en communicatieprioriteiten en houdt rekening met het tijdschema van de uitbreiding. De voorlichtings- en communicatiestrategie heeft tot doel in heel Europa de steun voor de toetreding te bevorderen en het grote publiek beter bekend te maken met de uitbreiding van de Unie, maar in het bijzonder in die landen waar de publieke opinie gevoeliger is voor de volgende stappen van de uitbreiding.

    De toegewezen middelen zijn bestemd voor de financiering van voorlichtings- en communicatieactiviteiten met betrekking tot prioritair uniaal beleid, zoals een werkelijke dialoog over de uitbreiding en de voorbereiding op de toetreding tussen de Europese burgers en de instellingen van de Unie, rekening houdende met het eigen karakter en de voorlichtingsbehoeften van ieder land; een inhoudelijk debat over uitbreiding en de pretoetredingsfase tussen maatschappelijke organisaties en burgers in de Unie en in de (potentiële) kandidaat-lidstaten; voorlichting van journalisten en andere opiniemakers over het uitbreidingsproces; het laten verrichten van studies en opiniepeilingen; het ontwikkelen en bijhouden van speciaal opgezette websites, het produceren van geschreven en audiovisueel materiaal, organisatie van openbare evenementen, congressen en seminaries; en evaluatie van het voorlichtingsprogramma.

    Bij de uitvoering van deze post moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals vastgelegd in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    22 02 10 02   Informatie en communicatie voor derde landen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    10 000 000

    5 195 131

    10 000 000

    5 438 123

    11 000 000,—

    7 393 720,73

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van prioritaire voorlichtings- en communicatieactiviteiten, met inbegrip van evaluatiewerkzaamheden, met betrekking tot de uitbreiding, voornamelijk in (potentiële) kandidaat-lidstaten.

    Het overgrote deel van dit krediet is bestemd voor de financiering van voorlichtings- en communicatieactiviteiten die worden gedelegeerd aan de verbindingsbureaus en delegaties van de Unie in (potentiële) kandidaat-lidstaten.

    Voorlichtings- en communicatieactiviteiten zullen worden gericht op het grote publiek, relevante specifieke doelgroepen, met name jongeren, de media en de maatschappelijke organisaties, en beogen te bevorderen dat opiniemakers de uitbreiding en het stabilisatie- en associatieproces steunen. Het doel is het profiel en het politieke gewicht van de Unie in die landen te versterken en de steun van het publiek te verwerven voor het hervormingsproces in de toetredingsperiode en de pretoetredingsperiode.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

    22 02 11     Overgangsfaciliteit voor institutionele opbouw na de toetreding

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Toelichting

    Nieuw artikel

    Dit krediet is bedoeld om in het eerste jaar na de toetreding tijdelijke financiële bijstand aan Kroatië te verstrekken voor de ontwikkeling en versterking van zijn administratieve en justitiële capaciteit om de wetgeving van de Unie uit te voeren en te handhaven, en om de uitwisseling van beste praktijken met overeenkomstige instanties in verschillende landen te bevorderen. Uit deze bijstand zullen projecten voor institutionele ontwikkeling en daarmee samenhangende beperkte, kleinschalige investeringen worden gefinancierd. Deze bijstand is gericht op de permanente noodzaak om de institutionele capaciteit op bepaalde terreinen te versterken door een optreden dat niet door de structuurfondsen of door de fondsen voor plattelandsontwikkeling kan worden gefinancierd.

    Over de bijstand uit hoofde van de overgangsfaciliteit wordt besloten en de uitvoering ervan wordt bepaald overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82), of op basis van de door de Commissie vast te stellen technische bepalingen die noodzakelijk zijn voor de werking van de overgangsfaciliteit.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 30 van de Akte van toetreding van Kroatië.

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL UITBREIDING

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL UITBREIDING

    PRETOETREDINGSONDERHANDELINGEN OVER DE UITBREIDING

    TITEL 23

    HUMANITAIRE HULP

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    23 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP”

    36 465 828

    36 465 828

    35 023 564

    35 023 564

    34 781 689,91

    34 781 689,91

    Reserves (40 01 40)

     

     

    13 470

    13 470

     

     

     

    36 465 828

    36 465 828

    35 037 034

    35 037 034

    34 781 689,91

    34 781 689,91

    23 02

    HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN

    857 657 000

    773 610 372

    842 628 500

    826 424 986

    1 073 938 988,40

    1 007 379 447,87

    23 03

    FINANCIERINGSINSTRUMENT VOOR CIVIELE BESCHERMING

    23 200 000

    18 588 070

    22 000 000

    21 318 236

    30 575 228,52

    26 918 516,90

     

    Titel 23 — Totaal

    917 322 828

    828 664 270

    899 652 064

    882 766 786

    1 139 295 906,83

    1 069 079 654,68

    Reserves (40 01 40)

     

     

    13 470

    13 470

     

     

     

    917 322 828

    828 664 270

    899 665 534

    882 780 256

    1 139 295 906,83

    1 069 079 654,68

    HOOFDSTUK 23 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    23 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP”

    23 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

    5

    21 189 943

    20 085 339

    20 099 449,37

    23 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

    23 01 02 01

    Extern personeel

    5

    2 090 567

    2 044 842

    2 268 755,38

    23 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    1 944 339

    2 010 969

    2 196 222,—

    Reserves (40 01 40)

     

     

    13 470

     

     

     

    1 944 339

    2 024 439

    2 196 222,—

     

    Artikel 23 01 02 — Subtotaal

     

    4 034 906

    4 055 811

    4 464 977,38

    Reserves (40 01 40)

     

     

    13 470

     

     

     

    4 034 906

    4 069 281

    4 464 977,38

    23 01 03

    Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

    5

    1 340 979

    1 282 414

    1 507 119,73

    23 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

    23 01 04 01

    Humanitaire hulp — Uitgaven voor administratief beheer

    4

    9 600 000

    9 350 000

    8 408 663,43

    23 01 04 02

    Civiele bescherming — Uitgaven voor administratief beheer

    3.2

    300 000

    250 000

    301 480,—

     

    Artikel 23 01 04 — Subtotaal

     

    9 900 000

    9 600 000

    8 710 143,43

     

    Hoofdstuk 23 01 — Totaal

     

    36 465 828

    35 023 564

    34 781 689,91

    Reserves (40 01 40)

     

     

    13 470

     

     

     

    36 465 828

    35 037 034

    34 781 689,91

    23 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    21 189 943

    20 085 339

    20 099 449,37

    23 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

    23 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 090 567

    2 044 842

    2 268 755,38

    23 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    23 01 02 11

    1 944 339

    2 010 969

    2 196 222,—

    Reserves (40 01 40)

     

    13 470

     

    Totaal

    1 944 339

    2 024 439

    2 196 222,—

    23 01 03     Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 340 979

    1 282 414

    1 507 119,73

    23 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

    23 01 04 01   Humanitaire hulp — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 600 000

    9 350 000

    8 408 663,43

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van ondersteunende uitgaven die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van het beleidsterrein „Humanitaire hulp”. Het gaat hierbij onder meer om:

    uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

    de honoraria en vergoedingen voor uitgaven in verband met dienstverleningscontracten voor audits en evaluaties van partners en activiteiten van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp;

    uitgaven in verband met studies, voorlichting en publicaties; bewustmakings- en voorlichtingscampagnes en andere maatregelen die het uniale karakter van de hulpverlening doen uitkomen;

    uitgaven voor extern personeel in de hoofdvestiging (personeel op contractbasis, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van agentschappen), beperkt tot 1 800 000 EUR. Dit personeel is bedoeld om de taken over te nemen die waren toevertrouwd aan externe contractanten in verband met de overname van de administratie van individuele deskundigen en voor het beheer van programma’s in derde landen. Dit bedrag, gebaseerd op de geraamde jaarlijkse kosten per persoon per jaar, dient ter dekking van de bezoldiging van het externe personeel, evenals de kosten voor opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie (IT) en telecommunicatie die verband houden met hun taken;

    uitgaven voor de aankoop en het onderhoud van veiligheids-, gespecialiseerde IT- en communicatie-instrumenten, en voor de technische en menselijke middelen die nodig zijn voor de oprichting en de werking van het Europees Centrum voor respons in noodsituaties. Dit centrum („crisiskamer”) zal 24 uur per dag operationeel zijn en verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de respons van de Unie bij civiele rampen, met name om ervoor te zorgen dat de humanitaire bijstand en de civiele bescherming volledig consistent zijn en er doeltreffend wordt samengewerkt;

    uitgaven voor de ontwikkeling en werking van informatiesystemen die toegankelijk zijn via de internetsite Europa of een beveiligde internetsite bij het Rekencentrum, ter verbetering van de coördinatie tussen de Commissie en andere instellingen, nationale overheidsdiensten, organisaties, niet-gouvernementele organisaties, andere partners op het gebied van humanitaire hulp en de deskundigen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp ter plaatse.

    Dit krediet dient ter dekking van administratieve uitgaven in het kader van de artikelen 23 02 01, 23 02 02 en 23 02 03.

    23 01 04 02   Civiele bescherming — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    300 000

    250 000

    301 480,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor technische en/of administratieve ondersteuning in verband met de vormgeving, de voorbereiding, het beheer, de monitoring, de audit en de beoordeling van en het toezicht op het financieringsinstrument voor civiele bescherming en het communautaire mechanisme voor civiele bescherming;

    uitgaven voor de aankoop en het onderhoud van veiligheids-, gespecialiseerde IT- en communicatie-instrumenten, en voor de technische en menselijke middelen die nodig zijn voor de oprichting en de werking van het Europees Centrum voor respons in noodsituaties. Dit centrum („crisiskamer”) zal 24 uur per dag operationeel zijn en verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de respons van de Unie bij civiele rampen, met name om ervoor te zorgen dat de humanitaire bijstand en de civiele bescherming volledig consistent zijn en er doeltreffend wordt samengewerkt;

    uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het bereiken van de doelstellingen van het programma, alsmede eventuele andere uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie in het kader van dienstverleningscontracten ad hoc wordt uitbesteed.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Inkomsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 23 03 01.

    HOOFDSTUK 23 02 — HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    23 02

    HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN

    23 02 01

    Humanitaire hulp

    4

    560 551 000

    512 545 722

    553 261 000

    542 262 233

    739 537 015,89

    727 134 943,25

    23 02 02

    Voedselhulp

    4

    259 187 000

    226 941 029

    251 580 000

    247 602 367

    298 983 918,17

    247 463 639,66

    23 02 03

    Paraatheid bij rampen

    4

    35 919 000

    32 123 621

    34 787 500

    33 560 386

    34 418 054,34

    32 079 011,97

    23 02 04

    Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

    4

    2 000 000

    2 000 000

    3 000 000

    3 000 000

    1 000 000,—

    701 852,99

     

    Hoofdstuk 23 02 — Totaal

     

    857 657 000

    773 610 372

    842 628 500

    826 424 986

    1 073 938 988,40

    1 007 379 447,87

    23 02 01     Humanitaire hulp

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    560 551 000

    512 545 722

    553 261 000

    542 262 233

    739 537 015,89

    727 134 943,25

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van humanitaire bijstand aan mensen in landen buiten de Unie die het slachtoffer zijn van conflicten of rampen, zowel natuurrampen als door de mens veroorzaakte rampen (oorlogen, gevechten enz.) of vergelijkbare noodsituaties, zolang als nodig is om aan de uit deze situaties voortvloeiende behoeften te voldoen.

    Deze hulp wordt verstrekt zonder discriminatie op grond van ras, etnische oorsprong, godsdienst, handicap, geslacht, leeftijd, nationaliteit of politieke gezindheid.

    Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van humanitaire hulpmaatregelen noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de betrokken bevolkingsgroepen, werkzaamheden in verband met het herstel en de wederopbouw, op korte termijn, van met name infrastructuur en faciliteiten, uitgaven voor extern personeel, zowel buitenlands als lokaal, opslag, vervoer, internationaal of nationaal vervoer, logistieke steun en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.

    Dit krediet kan tevens dienen ter dekking van alle andere rechtstreeks met de uitvoering van de humanitaire maatregelen verband houdende uitgaven.

    Het dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor:

    haalbaarheidsstudies voor humanitaire operaties, evaluaties van projecten en plannen voor humanitaire hulp en voor zichtbaarheidsoperaties en informatiecampagnes betreffende humanitaire hulpoperaties;

    het toezicht op humanitaire projecten en plannen en het bevorderen en opzetten van initiatieven gericht op het verbeteren van de coördinatie en de samenwerking teneinde de steun en het toezicht op de projecten en plannen doeltreffender te maken;

    controle en coördinatie van de uitvoering van de acties in het kader van de hulpmaatregel;

    maatregelen ter versterking van de coördinatie van de hulp van de Unie met de lidstaten, andere als donor optredende landen, internationale organisaties en instellingen (vooral organisaties die deel uitmaken van de Verenigde Naties), niet-gouvernementele organisaties en organisaties die deze laatste vertegenwoordigen;

    de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire projecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek — vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven — in verband met maatregelen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp in de gehele wereld;

    de financiering van overeenkomsten inzake technische bijstand om de uitwisseling van technische kennis en ervaring tussen uniale humanitaire organisaties en instanties onderling en tussen deze organisaties en instanties en die uit derde landen te vergemakkelijken;

    studies en opleiding die direct verband houden met het bereiken van de doelstellingen van het beleidsterrein humanitaire hulp;

    subsidies voor het uitvoeren van acties en voor de lopende uitgaven ten behoeve van humanitaire netwerken;

    humanitaire mijnopruimingsacties met inbegrip van het bewustmaken van de plaatselijke bevolking met betrekking tot antipersoneelmijnen;

    uitgaven voor het netwerk voor humanitaire hulp (Network on Humanitarian Aid — NOHA), overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1257/96. Dit is een jaarlijks multidisciplinair postdoctoraal diploma op het gebied van humanitaire hulp, in het leven geroepen om het professionalisme onder humanitaire hulpverleners te stimuleren, waarbij verschillende universiteiten betrokken zijn.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

    23 02 02     Voedselhulp

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    259 187 000

    226 941 029

    251 580 000

    247 602 367

    298 983 918,17

    247 463 639,66

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van voedselhulpoperaties van humanitaire aard en zal worden besteed volgens de regels voor humanitaire hulp van Verordening (EG) nr. 1257/96.

    De humanitaire hulp van de Unie omvat niet-discriminerende acties voor bijstand, hulpverlening en bescherming ten behoeve van de bevolking buiten de Unie, met name de meest kwetsbare groepen en bij voorrang in de ontwikkelingslanden, die getroffen zijn door natuurrampen, gebeurtenissen die door menselijk toedoen zijn veroorzaakt, zoals oorlogen en conflicten, buitengewone omstandigheden of omstandigheden die vergelijkbaar zijn met natuurrampen of door menselijk toedoen veroorzaakte rampen. Deze hulp wordt verleend zolang als nodig is om in de uit deze situaties voortvloeiende humanitaire behoeften te voorzien.

    Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel, zaden, vee of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van humanitaire voedselhulpoperaties nodig zijn.

    Het dient ter dekking van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging van de humanitaire voedselhulpoperaties binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen, aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding en aan een grotere doorzichtigheid. Hierbij gaat het om:

    het vervoer en distributie van hulp, inclusief aanverwante kosten voor verzekering, laden en lossen, coördinatie enz.;

    ondersteunende maatregelen, die onmisbaar zijn voor een optimale programmering, coördinatie en uitvoering van de hulp, die niet met andere kredieten worden gefinancierd, bijvoorbeeld buitengewone transport- en opslagmaatregelen, desinfectering, activiteiten in verband met de verwerking of bereiding van voedingsmiddelen ter plaatse, ondersteuning in de vorm van expertise, technische bijstand en levering van materialen die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de hulp (werktuigen, gereedschap, brandstof enz.);

    de controle op en de coördinatie van de voedselhulpacties, met name wat betreft de voorwaarden waaronder de voor de voedselhulp bestemde producten worden verschaft, geleverd, gedistribueerd en aangewend. Dit houdt ook in dat er toezicht moet worden uitgeoefend op de wijze waarop er van de tegenwaardefondsen gebruik wordt gemaakt;

    modelexperimenten met nieuwe vormen van vervoer, verpakking en opslag, alsmede analysen van voedselhulpacties, zichtbaarheidsacties betreffende humanitaire operaties en ten slotte bewustmakingsacties;

    de opslag van voedselproducten (met inbegrip van beheerskosten, termijnverrichtingen, met of zonder optie, de opleiding van technici, de aankoop van verpakkingsmateriaal en van mobiele opslagvoorzieningen, het onderhoud en de reparatie van opslagplaatsen enz.);

    de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire voedselhulpprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek — vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven — in verband met maatregelen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp in de gehele wereld.

    Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1) volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits inzake het gebruik van middelen van de Unie over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

    23 02 03     Paraatheid bij rampen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    35 919 000

    32 123 621

    34 787 500

    33 560 386

    34 418 054,34

    32 079 011,97

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor operaties die zijn gericht op paraatheid bij of preventie van rampen of vergelijkbare noodsituaties en voor de ontwikkeling van waarschuwingssystemen voor alle soorten natuurrampen (overstromingen, cyclonen, vulkaanuitbarstingen enz.); hieronder vallen ook aankoop en vervoer van de hiervoor benodigde uitrusting.

    Het kan tevens dienen ter dekking van alle andere rechtstreeks met de uitvoering van rampenparaatheidsmaatregelen verband houdende uitgaven zoals:

    de financiering van wetenschappelijke studies ter preventie van rampen;

    het aanleggen van noodvoorraden van goederen en uitrusting die bij humanitaire hulpoperaties kunnen worden gebruikt;

    de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van rampenparaatheidsprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek — vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven — in verband met maatregelen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp in de gehele wereld.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

    23 02 04     Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 000 000

    2 000 000

    3 000 000

    3 000 000

    1 000 000,—

    701 852,99

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een voorbereidende actie voor de oprichting van een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening (European Voluntary Humanitarian Aid Corps — EVHAC), waarin artikel 214, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet.

    De Commissie heeft een wetgevingsvoorstel voorgelegd tot oprichting van het EVHAC in 2012 (COM(2012) 514 final). Het doel van het korps is een kader te bieden voor gezamenlijke bijdragen van Europeanen aan humanitaire hulpoperaties van de Unie. Het is een manier om te tonen dat de Unie solidair is met mensen in noodsituaties. EVHAC zal Europa zichtbaarder maken als mondiale speler die solidair is met de meest kwetsbare groepen van de wereldbevolking en zal ervoor zorgen dat zeer diverse actoren betrokken raken. Een initiële doorlichting van de sector van de Europese vrijwillige humanitaire hulp heeft geleid tot de identificatie van leemten en gebieden waar het EVHAC voor een toegevoegde waarde kan zorgen. Deze omvatten: identificatie en selectie van vrijwilligers, opleiding via ontwikkeling van gemeenschappelijke normen, goede praktijken en eventueel modules, en implementatie. Het bestaan van EVHAC zal niet alleen de wijd verspreide activiteiten van vrijwilligers in een Europese vorm gieten, maar zal ook zorgen voor meer doeltreffendheid door de coördinatie van de humanitaire activiteiten, de standaardisering van de procedures en praktijken die op vrijwilligers en op schaalvoordelen van toepassing zijn.

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen en uitgaven:

    op basis van het voorbereidende werk in 2011 zal de Commissie vaststellen op welke gebieden een diepgaande studie moet worden verricht; specifieke studies en grondigere evaluaties van aangelegenheden in verband met de oprichting van het EVHAC zullen worden opgestart en zullen het mogelijk maken om de concrete kenmerken van EVHAC beter te omschrijven;

    daarna moet een uitgebreid informatie- en raadplegingsproces plaatsvinden (publicaties, workshops, bijeenkomsten van deskundigen, conferenties) alsook de door het wetgevingsproces vereiste coördinatie en mobilisering van de belangrijkste belanghebbenden; seminars, werkgroepen en conferenties met belanghebbenden zullen gedachtewisselingen bevorderen over de toekomstige koers en structuur van het Europese vrijwilligerswerk op het vlak van humanitaire hulp;

    concrete proefprojecten op terreinen die in 2011 niet zijn bestreken (bijv. burgerbescherming) om bepaalde opties uit te testen en ervaringen op te doen die in het wetgevingsvoorstel zullen worden meegenomen;

    follow-up van concrete acties in 2011 om meer partners bij het initiatief te betrekken, waarbij andere opties worden verkend en de in 2011 gewekte verwachtingen worden ingelost.

    De uitvoering van concrete projecten omvat de verstrekking van technische assistentie ter voorbereiding van en verwezenlijking van de projecten, in het bijzonder de kosten van de contracten van vrijwilligers en deskundigen op het terrein en in voorkomend geval van infrastructuur en logistiek (bv. kosten van beveiliging, gezondheidszorg, verblijf, verzekeringen, dag- en reisvergoedingen), van voorlichtings- en sensibiliseringsactiviteiten, onder andere het bevorderen van vrijwilligerswerk bij organisaties die op dat vlak geen traditie hebben.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 23 03 — FINANCIERINGSINSTRUMENT VOOR CIVIELE BESCHERMING

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    23 03

    FINANCIERINGSINSTRUMENT VOOR CIVIELE BESCHERMING

    23 03 01

    Civiele bescherming binnen de Unie

    3.2

    18 200 000

    14 332 077

    18 000 000

    14 000 000

    16 596 324,47

    12 498 778,30

    23 03 02

    Proefproject — Grensoverschrijdende samenwerking bij het bestrijden van natuurrampen

    3.2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    592 767,53

    23 03 03

    Voltooiing van eerdere programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming en verontreiniging van de zee

    3.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    23 03 04

    Proefproject — Versterking van de samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van bosbranden

    3.2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 567 425,—

    23 03 05

    Voorbereidende actie — Uniestructuur voor snelle respons

    2

    p.m.

    500 000

    p.m.

    3 500 000

    0,—

    1 030 925,93

    23 03 06

    Interventies in het kader van de civiele bescherming in derde landen

    4

    5 000 000

    3 755 993

    4 000 000

    3 818 236

    13 978 904,05

    11 228 620,14

     

    Hoofdstuk 23 03 — Totaal

     

    23 200 000

    18 588 070

    22 000 000

    21 318 236

    30 575 228,52

    26 918 516,90

    23 03 01     Civiele bescherming binnen de Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 200 000

    14 332 077

    18 000 000

    14 000 000

    16 596 324,47

    12 498 778,30

    Toelichting

    Dit krediet dient voor de financiering van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning van en aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen en kandidaat-lidstaten die met de Unie een memorandum van overeenstemming hebben ondertekend inzake respons, paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen, door de mens veroorzaakte rampen, terroristische acties en technologische, stralings- en milieuongevallen. Het is tevens bedoeld om nauwere samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van civiele bescherming te vergemakkelijken.

    Het dekt met name:

    de oprichting en het beheer van een Europees Centrum voor respons in noodsituaties (Emergency Response Centre — ERC), dat daadwerkelijk 24 uur per dag en 7 dagen per week volledig operationeel is. Het krediet dekt uitgaven voor de aankoop en het onderhoud van veiligheids-, gespecialiseerde IT- en communicatie-instrumenten en voor de technische en menselijke middelen die nodig zijn voor de oprichting en de werking van het Europees Centrum voor respons in noodsituaties. Dit centrum („crisiskamer”) zal 24 uur per dag operationeel zijn en verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de respons van de Unie bij civiele rampen. Het centrum moet kunnen beschikken over geavanceerde technologie om het verzamelen van informatie zo goed mogelijk te laten verlopen en bij grote rampen de verspreiding van informatie bij de verschillende belanghebbenden, partners en teams ter plaatse te vergemakkelijken. In een crisissituatie kunnen levens worden gered als de besluitvormers snel over meer informatie kunnen beschikken;

    het creëren van een „stand-by”-capaciteit van middelen en uitrusting die in noodsituaties ter beschikking van een lidstaat kunnen worden gesteld;

    de inventarisatie van de voor bijstandsinterventies in noodsituaties in de lidstaten beschikbare interventiedeskundigen en -modules en overige ondersteuning;

    het inzetten van deskundigen om de bijstandsbehoeften te beoordelen, het vergemakkelijken van rampenbijstand van de Unie in lidstaten of derde landen, en het verstrekken van de logistieke basissteun voor deze deskundigen;

    een programma van lessen die uit de interventies op het gebied van civiele bescherming zijn geleerd, en van oefeningen in het kader van het mechanisme voor civiele bescherming;

    een opleidingsprogramma voor interventieteams, extern personeel en externe deskundigen, gericht op de verstrekking van kennis en instrumenten die nodig zijn voor een doeltreffende deelname aan interventies van de Unie en voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese interventiecultuur;

    oefeningen op coördinatiecentrumniveau en grootschalige oefeningen om de interoperabiliteit te beproeven, civielebeschermingsfunctionarissen op te leiden en een gemeenschappelijke interventiecultuur te bevorderen;

    de uitwisseling van deskundigen ter versterking van de kennis van civiele bescherming van de Unie en ter uitwisseling van informatie en ervaringen;

    informatie- en communicatiesystemen, met name het gemeenschappelijk noodcommunicatie- en -informatiesysteem (CECIS) ter vergemakkelijking van de uitwisseling van informatie met de lidstaten in noodsituaties, teneinde de doeltreffendheid te vergroten en de uitwisseling van gerubriceerde informatie van de Unie mogelijk te maken. Dit omvat de uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de bediening en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van de systemen. Het omvat eveneens de uitgaven voor projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in samenhang met het gebruik van deze systemen;

    onderzoek en ontwikkeling van civielebeschermingsmodules in de zin van artikel 3, lid 5, van Beschikking 2007/779/EG, Euratom;

    onderzoek en ontwikkeling van rampdetectie- en waarschuwingssystemen;

    de verlening van steun aan de lidstaten bij het verkrijgen van uitrusting en vervoermiddelen;

    de verstrekking van extra vervoermiddelen en de bijbehorende logistiek om een snelle reactie op ernstige noodsituaties te garanderen, en de aanvulling van het door de lidstaten ter beschikking gestelde vervoer, overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder c), van Beschikking 2007/162/EG, Euratom;

    de verlening, op verzoek van de consulaire autoriteiten van de lidstaten, van consulaire steun aan de burgers van de Unie die zich in derde landen in een ernstige noodsituatie op het gebied van civielebeschermingsacties bevinden;

    workshops, studiebijeenkomsten, projecten, studies, onderzoeken, modellering, het uitwerken van scenario's en rampenplannen, ondersteuning van capaciteitsopbouw; demonstratieprojecten; technologieoverdracht; bewustmaking, voorlichting, communicatie en monitoring, beoordeling en evaluatie;

    andere ondersteunende en aanvullende acties die vereist zijn in het kader van het communautaire mechanisme voor civiele bescherming.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2007/162/EG, Euratom van de Raad van 5 maart 2007 tot instelling van een financieringsinstrument voor civiele bescherming (PB L 71 van 10.3.2007, blz. 9).

    Beschikking 2007/779/EG, Euratom van de Raad van 8 november 2007 tot vaststelling van een communautair mechanisme voor civiele bescherming (herschikking) (PB L 314 van 1.12.2007, blz. 9).

    23 03 02     Proefproject — Grensoverschrijdende samenwerking bij het bestrijden van natuurrampen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    592 767,53

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van de afwikkeling van verplichtingen in verband met studies en subsidies voor de ondersteuning van samenwerkingsacties en de ontwikkeling van nauwere samenwerking inzake civielebeschermingsmaatregelen teneinde de gevolgen van natuurrampen te voorkomen of ten minste zoveel mogelijk te beperken door de totstandbrenging van een grensoverschrijdend waarschuwings-, coördinatie- en logistiek instrumentarium.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    23 03 03     Voltooiing van eerdere programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming en verontreiniging van de zee

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor verbintenissen die voortvloeien uit acties op het gebied van civiele bescherming en uit activiteiten die worden ondernomen in het kader van de bescherming van het mariene milieu, de kusten en de menselijke gezondheid tegen het risico van accidentele of opzettelijke verontreiniging van de zee.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Beschikking 1999/847/EG van de Raad van 9 december 1999 betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (PB L 327 van 21.12.1999, blz. 53).

    Beschikking nr. 2850/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2000 houdende instelling van een communautair kader voor samenwerking op het gebied van door ongevallen veroorzaakte of opzettelijke verontreiniging van de zee (PB L 332 van 28.12.2000, blz. 1).

    Beschikking 2001/792/EG, Euratom van de Raad van 23 oktober 2001 tot vaststelling van een communautair mechanisme ter vergemakkelijking van versterkte samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van civiele bescherming (PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7).

    23 03 04     Proefproject — Versterking van de samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van bosbranden

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    1 567 425,—

    Toelichting

    Dit proefproject dient ter verbetering van de mobilisatie van operationele hulpbronnen en noodhulp van lidstaten om een lidstaat bij te staan bij het bestrijden van bosbranden die te talrijk en te intens zijn om door die lidstaat alleen met zijn eigen logistieke capaciteit en mankracht onder controle te krijgen.

    De doelstellingen van het proefproject zijn in het bijzonder:

    een schema opstellen van noodhulpteams van de lidstaten en van logistieke hulpbronnen die gemobiliseerd kunnen worden in een onvoorziene situatie;

    ontwikkelen van gestandaardiseerde communicatie- en informatiemechanismen om de steun doeltreffender te maken, informatie uitwisselen over beste praktijken en apparatuur en opstellen van actieplannen voor de inzet van zowel technische als menselijke noodhulpbronnen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    23 03 05     Voorbereidende actie — Uniestructuur voor snelle respons

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    500 000

    p.m.

    3 500 000

    0,—

    1 030 925,93

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van een voorbereidende actie met het oog op een Uniestructuur voor snelle respons die snel kan reageren op kritieke situaties als gevolg van grote rampen, zoals bosbranden. Deze structuur kan bestaan uit speciale modules voor civiele bescherming die de lidstaten beschikbaar stellen voor Europese interventies op het gebied van de bescherming van de bevolking en/of uit additionele aanvullende vermogens die het Waarnemings- en informatiecentrum beschikbaar stelt op grond van vaste afspraken met de andere partijen.

    Deze voorbereidende actie dient eveneens ter verbetering van de mobilisatie van aanvullende operationele hulpbronnen en noodhulp van lidstaten om andere lidstaten of derde landen bij te staan bij het bestrijden van bosbranden die te talrijk en te intens zijn om door die lidstaat alleen met zijn eigen logistieke capaciteit en mankracht onder controle te krijgen. Het is opgezet om innovatieve regelingen te testen voor het beschikbaar stellen van ondersteuning voor lidstaten of derde landen die te maken hebben met omvangrijke bosbranden. Het betreft in het bijzonder het opzetten door de lidstaten van een reserve van brandweercapaciteit waarvan gebruik kan worden gemaakt in situaties waarin lidstaten niet in staat zijn steun te verlenen omdat ze alle nationale brandweercapaciteit hebben ingezet om bosbranden te bestrijden of vanwege een hoge kans op bosbranden op hun grondgebied.

    Deze voorbereidende actie dient om te waarborgen dat belangrijke hulpmiddelen en essentiële uitrusting tijdens de relevante periodes klaar staan als ze nodig zijn om volgens plan snel te kunnen reageren op grote rampen, zodat de collectieve voorbereiding van de Unie op grote rampen wordt verbeterd en de weg wordt geëffend voor een Korps van de Europese Unie voor civiele bescherming.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    23 03 06     Interventies in het kader van de civiele bescherming in derde landen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 000 000

    3 755 993

    4 000 000

    3 818 236

    13 978 904,05

    11 228 620,14

    Toelichting

    Dit krediet heeft tot doel de uitgaven te financieren die betrekking hebben op interventies op het gebied van civiele bescherming in derde landen in het kader van het financieringsinstrument voor civiele bescherming en het communautaire mechanisme voor civiele bescherming:

    de mobilisatie van deskundigen om de behoefte aan bijstand te peilen en de Europese bijstand in lidstaten of derde landen bij rampen te bevorderen;

    het vervoer van Europese civielebeschermingshulp bij rampen — inclusief het verstrekken van relevante informatie over transportmiddelen — en daarmee samenhangende logistieke ondersteuning.

    De voor de uitvoering in aanmerking komende partners kunnen zijn: autoriteiten van de lidstaten of de begunstigde landen en hun uitvoerende instanties, regionale en internationale organisaties en hun uitvoerende instanties, niet-gouvernementele organisaties en openbare of particuliere ondernemers en individuele organisaties of operatoren (daaronder begrepen gedetacheerd personeel van de overheidsdiensten van de lidstaten) met de nodige deskundigheid en ervaring.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2007/162/EG, Euratom van de Raad van 5 maart 2007 tot instelling van een financieringsinstrument voor civiele bescherming (PB L 71 van 10.3.2007, blz. 9).

    Beschikking 2007/779/EG, Euratom van de Raad van 8 november 2007 tot vaststelling van een communautair mechanisme voor civiele bescherming (PB L 314 van 1.12.2007, blz. 9).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL HUMANITAIRE HULP

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL HUMANITAIRE HULP

    TITEL 24

    FRAUDEBESTRIJDING

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    24 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

    53 727 800

    53 727 800

    57 392 000

    57 392 000

    55 514 280,71

    55 514 280,71

    Reserves (40 01 40)

    3 929 200

    3 929 200

     

     

     

     

     

    57 657 000

    57 657 000

    57 392 000

    57 392 000

    55 514 280,71

    55 514 280,71

    24 02

    FRAUDEBESTRIJDING

    21 700 000

    15 715 864

    21 450 000

    16 676 792

    21 912 539,84

    16 809 815,24

     

    Titel 24 — Totaal

    75 427 800

    69 443 664

    78 842 000

    74 068 792

    77 426 820,55

    72 324 095,95

    Reserves (40 01 40)

    3 929 200

    3 929 200

     

     

     

     

     

    79 357 000

    73 372 864

    78 842 000

    74 068 792

    77 426 820,55

    72 324 095,95

    HOOFDSTUK 24 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    24 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

    24 01 06

    Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

    5

    53 727 800

    57 392 000

    55 514 280,71

    Reserves (40 01 40)

     

    3 929 200

     

     

     

     

    57 657 000

    57 392 000

    55 514 280,71

     

    Hoofdstuk 24 01 — Totaal

     

    53 727 800

    57 392 000

    55 514 280,71

    Reserves (40 01 40)

     

    3 929 200

     

     

     

     

    57 657 000

    57 392 000

    55 514 280,71

    24 01 06     Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    24 01 06

    53 727 800

    57 392 000

    55 514 280,71

    Reserves (40 01 40)

    3 929 200

     

     

    Totaal

    57 657 000

    57 392 000

    55 514 280,71

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten met betrekking tot het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), met inbegrip van OLAF-personeel in Uniedelegaties, dat als doelstelling heeft de bestrijding van fraude in een interinstitutioneel kader.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 65 000 EUR.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    Een bedrag van 3 929 200 EUR wordt uit de reserve vrijgemaakt zodra het OLAF de leden van het Europees Parlement toestemming geeft om, in een beveiligde leeszaal, het gebruik in de lidstaten van de door OLAF via het Hercules II-programma medegefinancierde kredieten te inspecteren. Daarbij dient OLAF inzicht te geven in de medegefinancierde infrastructuur en de bestaande technische uitrusting, de inzetbaarheid ervan en de behaalde resultaten.

    Rechtsgronden

    Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

    Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

    Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8), met name artikel 11.

    HOOFDSTUK 24 02 — FRAUDEBESTRIJDING

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    24 02

    FRAUDEBESTRIJDING

    24 02 01

    Operationele programma’s op het gebied van fraudebestrijding

    1.1

    14 000 000

    9 884 191

    14 250 000

    10 524 112

    13 483 651,73

    9 551 461,42

    24 02 02

    Pericles

    1.1

    1 000 000

    889 577

    1 000 000

    866 425

    998 233,20

    649 626,74

    24 02 03

    Antifraude-informatiesysteem (AFIS)

    1.1

    6 700 000

    4 942 096

    6 200 000

    4 536 255

    5 930 654,91

    6 608 727,08

    24 02 04

    Proefproject — Ontwikkeling van een evaluatiemechanisme van de Unie op het gebied van corruptiebestrijding met specifieke aandacht voor het opsporen en verlagen van de kosten van corruptie op het gebied van openbare aanbestedingen waar uniale middelen mee gemoeid zijn

    5

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    750 000

    1 500 000,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 24 02 — Totaal

     

    21 700 000

    15 715 864

    21 450 000

    16 676 792

    21 912 539,84

    16 809 815,24

    24 02 01     Operationele programma’s op het gebied van fraudebestrijding

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 000 000

    9 884 191

    14 250 000

    10 524 112

    13 483 651,73

    9 551 461,42

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van acties of activiteiten die worden georganiseerd in het kader van het Hercules II-programma met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie, inclusief op het gebied van de preventie van en de strijd tegen sigarettensmokkel en -namaak.

    Dit krediet dient ter dekking van:

    ontwikkeling en verbetering van onderzoekmethoden en technische middelen voor fraudebestrijding en verbetering van de kwaliteit van de technische en operationele ondersteuning van het onderzoek, in het bijzonder technische bijstand aan de nationale autoriteiten voor fraudebestrijding, met inbegrip van de bestrijding van sigarettensmokkel;

    bevordering en verbetering van de samenwerking tussen de lidstaten en de Unie en tussen mensen uit de praktijk en academici;

    informatieverstrekking en ondersteuning van maatregelen betreffende de toegang tot gegevens.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

    Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

    Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

    Besluit nr. 804/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap (Hercules-programma) (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 9).

    24 02 02     Pericles

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    889 577

    1 000 000

    866 425

    998 233,20

    649 626,74

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van het actieprogramma „Pericles” inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij.

    Rechtsgronden

    Besluit 2001/923/EG van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”) (PB L 339 van 21.12.2001, blz. 50).

    Besluit 2001/924/EG van de Raad van 17 december 2001 houdende uitbreiding van de werking van het besluit tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding, voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles) tot de lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen (PB L 339 van 21.12.2001, blz. 55).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 22 juli 1998 aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank getiteld „Bescherming van de euro — Bestrijding van valsemunterij” (COM(1998) 474).

    Resolutie van het Europees Parlement van 17 november 1998 over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank — Bescherming van de euro — Bestrijding van valsemunterij (PB C 379 van 7.12.1998, blz. 39).

    24 02 03     Antifraude-informatiesysteem (AFIS)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    6 700 000

    4 942 096

    6 200 000

    4 536 255

    5 930 654,91

    6 608 727,08

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van haalbaarheidsstudies en van de ontwikkeling en productie van nieuwe, specifieke computertoepassingen voor fraudebestrijding die de infrastructuur van het antifraude-informatiesysteem (AFIS) vormen. AFIS moet de bevoegde instanties helpen bij het voorkomen en bestrijden van frauduleuze activiteiten ten nadele van de begroting van de Unie, door snelle en veilige uitwisseling van informatie tussen de bevoegde instanties in de lidstaten en tussen deze laatste en de Commissie mogelijk te maken.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1), met name artikel 23.

    24 02 04     Proefproject — Ontwikkeling van een evaluatiemechanisme van de Unie op het gebied van corruptiebestrijding met specifieke aandacht voor het opsporen en verlagen van de kosten van corruptie op het gebied van openbare aanbestedingen waar uniale middelen mee gemoeid zijn

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    750 000

    1 500 000,—

    0,—

    Toelichting

    Zoals voorzien in het actieplan voor de uitvoering van het programma van Stockholm, is de Commissie voornemens een „Mededeling over een alomvattend beleid tegen corruptie in de lidstaten, met inbegrip van de vaststelling van een evaluatiemechanisme, en houdende een voorstel voor nadere regelingen om met dat doel samen te werken met de Groep van staten tegen corruptie van de Raad van Europa (GRECO) voor te leggen”.

    Het mechanisme op uniaal niveau voor beleid en evaluatie op het gebied van corruptiebestrijding komt i) tegemoet aan de publieke perceptie in de Unie (Eurobarometers 2007 en 2009: ruim 75 % van de Europese burgers beschouwt corruptie als een groot probleem in de eigen lidstaat) en ii) de hoge verwachtingen van het publiek van versterkt optreden van de Unie (overleg met het publiek in het kader van het programma van Stockholm: 88 % van de gevraagde burgers verlangt meer optreden van de Unie op het gebied van corruptiebestrijding).

    Een concrete stap naar de vaststelling van een evaluatiemechanisme is een proefproject met specifieke aandacht voor openbare aanbestedingen waar uniale middelen mee gemoeid zijn, en waarmee indicatoren voor corruptie op het gebied van openbare aanbestedingen vastgesteld kunnen worden, en getest kunnen worden in een beperkt aantal lidstaten, en tevens de kosten van corruptie op specifieke gebieden bepaald kunnen worden. Dit specifieke zwaartepunt van het proefproject is nodig vanwege het volume van de uniale middelen die hier in de Unie mee gemoeid zijn, alsmede het feit dat openbare aanbestedingen een ontwikkeld terrein van het acquis zijn waarop de bevoegdheden van de Unie duidelijk vaststaan.

    Overwegende dat corruptie een belangrijke rol heeft gespeeld in de financiële crisis en dat het herstel erdoor wordt vertraagd, zijn het proefproject en het optreden van de Unie nog urgenter.

    Als voorwaarde moet het proefproject een onderzoekscomponent bevatten om algemene definities van corruptie op het gebied van openbare aanbestedingen te kunnen ontwikkelen, zodat gegevens van de verschillende lidstaten kunnen worden vergeleken, en de kosten van corruptie kunnen worden vastgesteld op basis van gemeenschappelijke criteria.

    Het proefproject moet worden uitgevoerd in een beperkt aantal lidstaten, die moeten worden geselecteerd volgens de relevantie ervan voor een follow-up op uniaal niveau, alsmede voor toekomstige beleids- en wetgevende maatregelen van de Unie. De resultaten van het proefproject kunnen dan worden verspreid in de Unie.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET OLAF

    TITEL 25

    BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    25 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

    189 330 661

    190 080 661

    189 627 357

    188 627 357

    193 123 672,13

    193 743 826,23

    25 02

    BETREKKINGEN MET DE CIVIELE SAMENLEVING, OPENHEID EN INFORMATIEVERSTREKKING

    4 006 000

    4 006 000

    3 953 000

    3 953 000

    4 328 097,03

    4 686 725,45

     

    Titel 25 — Totaal

    193 336 661

    194 086 661

    193 580 357

    192 580 357

    197 451 769,16

    198 430 551,68

    HOOFDSTUK 25 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    25 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

    25 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    25 01 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    5

    141 669 902

    141 669 902

    141 332 506

    141 332 506

    142 455 473,86

    142 455 473,86

    25 01 01 03

    Salarissen, toelagen, vergoedingen en betalingen voor de leden van de instelling

    5

    9 532 000

    9 532 000

    9 248 000

    9 248 000

    9 052 440,17

    9 052 440,17

     

    Artikel 25 01 01 — Subtotaal

     

    151 201 902

    151 201 902

    150 580 506

    150 580 506

    151 507 914,03

    151 507 914,03

    25 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    25 01 02 01

    Extern personeel voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    5

    6 273 249

    6 273 249

    6 339 934

    6 339 934

    5 771 714,44

    5 771 714,44

    25 01 02 03

    Bijzondere adviseurs

    5

    844 000

    844 000

    609 000

    609 000

    628 200,—

    628 200,—

    25 01 02 11

    Overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    5

    12 841 109

    12 841 109

    12 133 119

    12 133 119

    15 222 493,27

    15 222 493,27

    25 01 02 13

    Overige beheersuitgaven van de leden van de instelling

    5

    4 405 000

    4 405 000

    4 325 000

    4 325 000

    4 400 327,21

    4 400 327,21

     

    Artikel 25 01 02 — Subtotaal

     

    24 363 358

    24 363 358

    23 407 053

    23 407 053

    26 022 734,92

    26 022 734,92

    25 01 03

    Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    5

    8 965 401

    8 965 401

    9 008 798

    9 008 798

    10 710 552,06

    10 710 552,06

    25 01 06

    Betere regelgeving en institutionele ontwikkeling

    25 01 06 01

    Dienst voor effectbeoordelingen

    5

    p.m.

    p.m.

    1 000

    1 000

    0,—

    0,—

     

    Artikel 25 01 06 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    1 000

    1 000

    0,—

    0,—

    25 01 07

    Kwaliteit van de wetgeving

    25 01 07 01

    Codificatie van het Unierecht

    5

    600 000

    600 000

    930 000

    930 000

    400 000,—

    400 000,—

     

    Artikel 25 01 07 — Subtotaal

     

    600 000

    600 000

    930 000

    930 000

    400 000,—

    400 000,—

    25 01 08

    Juridisch advies, processen en inbreuken

    25 01 08 01

    Juridische kosten

    5

    3 700 000

    3 700 000

    3 700 000

    3 700 000

    4 482 471,12

    4 482 471,12

     

    Artikel 25 01 08 — Subtotaal

     

    3 700 000

    3 700 000

    3 700 000

    3 700 000

    4 482 471,12

    4 482 471,12

    25 01 09

    Proefproject — Interinstitutioneel systeem voor de identificatie van langetermijntrends

    5

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    620 154,10

    25 01 10

    Voorbereidende actie — Interinstitutioneel systeem voor de identificatie van langetermijntrends

    5

    500 000

    1 250 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

     

    Hoofdstuk 25 01 — Totaal

     

    189 330 661

    190 080 661

    189 627 357

    188 627 357

    193 123 672,13

    193 743 826,23

    25 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    25 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    141 669 902

    141 332 506

    142 455 473,86

    25 01 01 03   Salarissen, toelagen, vergoedingen en betalingen voor de leden van de instelling

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 532 000

    9 248 000

    9 052 440,17

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de basissalarissen van de leden van de Commissie;

    de standplaatsvergoedingen van de leden van de Commissie;

    de gezinstoelagen van de leden van de Commissie, namelijk

    de kostwinnerstoelage;

    de kindertoelage;

    de schooltoelage;

    de representatievergoeding van de leden van de Commissie;

    de werkgeversbijdrage aan de verzekering tegen uit beroepsziekten en ongevallen voortvloeiende risico's voor leden van de Commissie;

    de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de voormalige leden van de Commissie;

    de geboortetoelage;

    in geval van overlijden van een lid van de Commissie:

    de volledige bezoldiging van de overledene tot en met het einde van de derde maand die volgt op de maand waarin het lid overleed;

    de kosten van vervoer van het stoffelijk overschot naar de plaats van herkomst van de overledene;

    de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de emolumenten en overbruggingstoelagen;

    de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

    de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen, de overbruggingstoelagen en de pensioenen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Bovendien worden op deze post de eventuele kredieten geboekt ter dekking van:

    de reiskosten van de leden van de Commissie (en hun familieleden) bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie;

    de inrichtingsvergoedingen voor de leden van de Commissie bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie;

    de verhuiskosten voor de leden van de Commissie bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie.

    Rechtsgronden

    Verordening nr. 422/67/EEG, 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 2, 3, 4, 4 bis, 4 ter, 5, 11 en 14.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    25 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    25 01 02 01   Extern personeel voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 273 249

    6 339 934

    5 771 714,44

    25 01 02 03   Bijzondere adviseurs

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    844 000

    609 000

    628 200,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging en de kosten van dienstreizen, alsmede de werkgeversbijdrage voor de ongevallenverzekering voor bijzondere adviseurs.

    Rechtsgronden

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    25 01 02 11   Overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    12 841 109

    12 133 119

    15 222 493,27

    25 01 02 13   Overige beheersuitgaven van de leden van de instelling

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 405 000

    4 325 000

    4 400 327,21

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    vervoerskosten, dagvergoedingen bij dienstreizen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen;

    uitgaven die voortvloeien uit de verplichtingen van de Commissie op het gebied van recepties en representatie (deze uitgaven kunnen door individuele leden van de Commissie in de uitoefening van hun functie, alsook in het kader van de werkzaamheden van de instelling worden gedaan).

    De terug te betalen bedragen van de kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie, of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening nr. 422/67/EEG, 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

    Mededeling van de voorzitter van de Commissie betreffende de gedragscode voor leden van de Commissie (SEC(2004) 1487).

    Besluit C(2007) 3494 van de Commissie van 18 juli 2007 betreffende de verordening met betrekking tot ontvangst- en representatiekosten van de Commissie, de voorzitter of de leden van de Commissie.

    25 01 03     Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 965 401

    9 008 798

    10 710 552,06

    25 01 06     Betere regelgeving en institutionele ontwikkeling

    25 01 06 01   Dienst voor effectbeoordelingen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    1 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor gespecialiseerde studies, raadplegingen, vergaderingen en werkzaamheden van de dienst voor effectbeoordelingen.

    25 01 07     Kwaliteit van de wetgeving

    25 01 07 01   Codificatie van het Unierecht

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    600 000

    930 000

    400 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor codificatie en herschikking van handelingen van de Unie.

    25 01 08     Juridisch advies, processen en inbreuken

    25 01 08 01   Juridische kosten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 700 000

    3 700 000

    4 482 471,12

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de precontentieuze fase en bemiddeling (mediation), en de bijstand van advocaten of andere deskundigen die optreden als raadslieden voor de Commissie.

    Tevens dient het ter dekking van de uitgaven die door het Hof van Justitie van de Europese Unie of andere rechterlijke instanties ten laste van de Commissie worden gebracht.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 250 000 EUR.

    25 01 09     Proefproject — Interinstitutioneel systeem voor de identificatie van langetermijntrends

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    620 154,10

    Toelichting

    Dit proefproject was bedoeld om een interinstitutioneel systeem te ontwikkelen voor de identificatie van langetermijntrends met betrekking tot belangrijke beleidskwesties waarmee de Unie wordt geconfronteerd en het maken van gemeenschappelijke analysen van de waarschijnlijke gevolgen voor belangrijke kwesties, die ter beschikking van de beleidsmakers worden gesteld; een en ander werd gecoördineerd tussen het Europees Parlement (met deelname van de beleidsondersteunende afdelingen), de Raad en de Commissie, waarbij het reeds gevestigde Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie (IVSEU) een centrale rol binnen het systeem kreeg.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    25 01 10     Voorbereidende actie — Interinstitutioneel systeem voor de identificatie van langetermijntrends

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    500 000

    1 250 000

    2 000 000

    1 000 000

     

     

    Toelichting

    Deze voorbereidende actie is bedoeld om een interinstitutioneel systeem te ontwikkelen voor de identificatie van langetermijntrends met betrekking tot belangrijke beleidskwesties waarmee de Unie wordt geconfronteerd. Er moeten gemeenschappelijke analysen van de waarschijnlijke gevolgen voor belangrijke kwesties worden gemaakt en ter beschikking van de beleidsmakers worden gesteld. Bovendien is het met het oog op deze doelstelling belangrijk nauwgezet te bestuderen hoe de specifieke mechanismen zijn opgezet voor het bevorderen van een nauwere samenwerking tussen de onderzoeksafdelingen van de verschillende instellingen en organen van de Unie die zich bezighouden met de analyse van middellange- en langetermijntrends op beleidsgebied.

    Deze voorbereidende actie heeft tot doel om:

    uiterlijk in 2014 een Europees systeem voor strategische en beleidsanalyse (ESPAS) voor alle instellingen van de Unie in te voeren op basis van een voorstel van de Commissie (artikel 54 van het Financieel Reglement). Het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie (IVSEU) kan faciliteiten en technische ondersteuning blijven bieden totdat het systeem operationeel wordt. Het systeem:

    zal interinstitutioneel zijn en gericht zijn op wereldwijde langetermijntrends, zowel binnenlands als buitenlands, in verband met de Unie;

    moet zo ontworpen zijn om regelmatige input te leveren aan de instellingen van de Unie ten behoeve van de strategische planning op de lange en middellange termijn, en moet contacten leggen met academici en andere belanghebbenden, teneinde een zo breed mogelijk perspectief te kunnen verwerven:

    deze input omvat een gedetailleerde evaluatie van de mondiale langetermijntrends en een verslag voor de nieuwe voorzitters van de instellingen van de Unie inzake de uitdagingen en mogelijkheden voor de periode 2014-2019.

    daarnaast kunnen discussiestukken voor de instellingen van de Unie worden geleverd inzake toekomstige onderwerpen, om de samenwerking tussen de instellingen te stimuleren en te versterken;

    moet contacten leggen met instellingen in andere landen die zich bezighouden met mondiale trends, om gebruik te maken van hun expertise en de eigen expertise door te geven aan andere landen die inzicht willen krijgen in strategische trends en veranderingen;

    een open website op te zetten en te onderhouden als mondiaal register voor alle relevante informatie, om de toegang voor de burgers gemakkelijker te maken, waarbij de site wordt gekoppeld aan andere websites inzake mondiale langetermijntrends.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 25 02 — BETREKKINGEN MET DE CIVIELE SAMENLEVING, OPENHEID EN INFORMATIEVERSTREKKING

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    25 02

    BETREKKINGEN MET DE CIVIELE SAMENLEVING, OPENHEID EN INFORMATIEVERSTREKKING

    25 02 01

    Instellingen van Europees belang

    25 02 01 01

    Historische archieven van de Unie

    5

    2 268 000

    2 268 000

    2 215 000

    2 215 000

    2 176 000,—

    2 141 549,04

     

    Artikel 25 02 01 — Subtotaal

     

    2 268 000

    2 268 000

    2 215 000

    2 215 000

    2 176 000,—

    2 141 549,04

    25 02 04

    Voorlichting en publicaties

    25 02 04 01

    Documentaire gegevensbanken

    5

    760 000

    760 000

    760 000

    760 000

    799 574,63

    947 260,68

    25 02 04 02

    Digitale publicaties

    5

    978 000

    978 000

    978 000

    978 000

    1 352 522,40

    1 597 915,73

     

    Artikel 25 02 04 — Subtotaal

     

    1 738 000

    1 738 000

    1 738 000

    1 738 000

    2 152 097,03

    2 545 176,41

     

    Hoofdstuk 25 02 — Totaal

     

    4 006 000

    4 006 000

    3 953 000

    3 953 000

    4 328 097,03

    4 686 725,45

    25 02 01     Instellingen van Europees belang

    25 02 01 01   Historische archieven van de Unie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 268 000

    2 268 000

    2 215 000

    2 215 000

    2 176 000,—

    2 141 549,04

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer (personeel en werking) van de historische archieven van de Unie door het Europees Universitair Instituut.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1).

    Beschikking nr. 359/83/EGKS van de Commissie van 8 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 14).

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Overeenkomst tussen de Commissie en het Europees Universitair Instituut te Florence van 17 december 1984.

    25 02 04     Voorlichting en publicaties

    25 02 04 01   Documentaire gegevensbanken

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    760 000

    760 000

    760 000

    760 000

    799 574,63

    947 260,68

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de documentaire gegevensbanken van de Commissie over de stand van zaken ten aanzien van de procedures en de officiële documenten, en met name de uitgaven voor:

    de verzameling, de voorbereiding, de systematische analyse en het verwerken van teksten en procedures;

    de ontwikkeling, het onderhoud en de exploitatie van een geïntegreerd systeem;

    de verspreiding van de betrokken informatie langs verschillende elektronische kanalen.

    Het krediet dient ter dekking van uitgaven gedaan op het grondgebied van de Unie.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    25 02 04 02   Digitale publicaties

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    978 000

    978 000

    978 000

    978 000

    1 352 522,40

    1 597 915,73

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgave, in alle mogelijke vormen, van in de Verdragen voorgeschreven publicaties en van andere institutionele publicaties of referentiewerken.

    De kosten voor het uitgeven van deze publicaties omvatten met name de voorbereiding en de opstelling ervan (inclusief de auteurscontracten), de betaling van freelance journalisten, het gebruik van documentatie, de reproductie van documenten, de aankoop of het beheer van gegevens, de redactie, de vertaling, de revisie (inclusief de controle van de samenhang van de teksten), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, de distributie, de opslag, de verspreiding op grote schaal en de promotie van deze publicaties.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET SECRETARIAAT-GENERAAL

    COÖRDINATIE BINNEN DE COMMISSIE

    COÖRDINATIE EN BETREKKINGEN MET DE ANDERE INSTELLINGEN

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET BUREAU VAN EUROPESE BELEIDSADVISEURS

    BELEIDSADVIES

    KABINETTEN

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BUREAU VAN EUROPESE BELEIDSADVISEURS

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET SECRETARIAAT-GENERAAL

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR DE JURIDISCHE DIENST

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR DE JURIDISCHE DIENST

    LOGISTIEKE ONDERSTEUNING VOOR DE COMMISSIE EN PROTOCOL

    TITEL 26

    ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    26 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

    988 983 348

    988 983 348

    981 017 917

    981 017 917

    1 054 009 593,13

    1 054 009 593,13

    Reserves (40 01 40)

     

     

    1 502 275

    1 502 275

     

     

     

    988 983 348

    988 983 348

    982 520 192

    982 520 192

    1 054 009 593,13

    1 054 009 593,13

    26 02

    MULTIMEDIAPRODUCTIE

    14 738 200

    12 849 449

    13 200 000

    12 157 164

    12 044 332,51

    13 893 350,14

    26 03

    DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

    26 300 000

    11 472 610

    26 100 000

    12 094 264

    25 368 004,13

    28 480 127,36

     

    Titel 26 — Totaal

    1 030 021 548

    1 013 305 407

    1 020 317 917

    1 005 269 345

    1 091 421 929,77

    1 096 383 070,63

    Reserves (40 01 40)

     

     

    1 502 275

    1 502 275

     

     

     

    1 030 021 548

    1 013 305 407

    1 021 820 192

    1 006 771 620

    1 091 421 929,77

    1 096 383 070,63

    HOOFDSTUK 26 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    26 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

    26 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

    5

    105 041 573

    105 041 573

    105 722 828

    105 722 828

    106 339 229,79

    106 339 229,79

    26 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

    26 01 02 01

    Extern personeel

    5

    5 818 812

    5 818 812

    5 584 921

    5 584 921

    6 402 391,19

    6 402 391,19

    26 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    17 986 456

    17 986 456

    17 676 594

    17 676 594

    24 057 193,75

    24 057 193,75

    Reserves (40 01 40)

     

     

     

    2 275

    2 275

     

     

     

     

    17 986 456

    17 986 456

    17 678 869

    17 678 869

    24 057 193,75

    24 057 193,75

     

    Artikel 26 01 02 — Subtotaal

     

    23 805 268

    23 805 268

    23 261 515

    23 261 515

    30 459 584,94

    30 459 584,94

    Reserves (40 01 40)

     

     

     

    2 275

    2 275

     

     

     

     

    23 805 268

    23 805 268

    23 263 790

    23 263 790

    30 459 584,94

    30 459 584,94

    26 01 03

    Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

    5

    6 647 424

    6 647 424

    6 750 218

    6 750 218

    7 997 754,15

    7 997 754,15

    26 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

    26 01 04 01

    Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administration — ISA) — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    400 000

    400 000

    560 000

    560 000

    498 819,60

    498 819,60

     

    Artikel 26 01 04 — Subtotaal

     

    400 000

    400 000

    560 000

    560 000

    498 819,60

    498 819,60

    26 01 09

    Administratieve steun voor het Publicatiebureau

    26 01 09 01

    Publicatiebureau

    5

    84 274 000

    84 274 000

    83 077 750

    83 077 750

    90 710 028,44

    90 710 028,44

     

    Artikel 26 01 09 — Subtotaal

     

    84 274 000

    84 274 000

    83 077 750

    83 077 750

    90 710 028,44

    90 710 028,44

    26 01 10

    Consolidatie van het uniale recht

    26 01 10 01

    Consolidatie van het uniale recht

    5

    1 070 000

    1 070 000

    1 000 000

    1 000 000

    1 499 906,86

    1 499 906,86

     

    Artikel 26 01 10 — Subtotaal

     

    1 070 000

    1 070 000

    1 000 000

    1 000 000

    1 499 906,86

    1 499 906,86

    26 01 11

    Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

    26 01 11 01

    Publicatieblad van de Europese Unie

    5

    11 805 000

    11 805 000

    11 806 000

    11 806 000

    12 145 981,44

    12 145 981,44

     

    Artikel 26 01 11 — Subtotaal

     

    11 805 000

    11 805 000

    11 806 000

    11 806 000

    12 145 981,44

    12 145 981,44

    26 01 12

    Samenvattingen van de Uniewetgeving

    5

    533 000

    533 000

     

     

     

     

    26 01 20

    Europees Bureau voor personeelsselectie

    5

    28 535 000

    28 535 000

    26 728 750

    26 728 750

    27 651 206,57

    27 651 206,57

    Reserves (40 01 40)

     

     

     

    1 500 000

    1 500 000

     

     

     

     

    28 535 000

    28 535 000

    28 228 750

    28 228 750

    27 651 206,57

    27 651 206,57

    26 01 21

    Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

    5

    36 721 000

    36 721 000

    35 879 000

    35 879 000

    41 979 223,33

    41 979 223,33

    26 01 22

    Infrastructuur en logistiek (Brussel)

    26 01 22 01

    Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

    5

    69 455 000

    69 455 000

    69 711 000

    69 711 000

    72 336 439,37

    72 336 439,37

    26 01 22 02

    Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

    5

    203 592 000

    203 592 000

    207 983 000

    207 983 000

    209 665 696,—

    209 665 696,—

    26 01 22 03

    Uitgaven voor gebouwen in Brussel

    5

    71 229 000

    71 229 000

    70 272 000

    70 272 000

    95 841 144,54

    95 841 144,54

    26 01 22 04

    Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Brussel

    5

    8 271 000

    8 271 000

    9 163 000

    9 163 000

    12 422 946,49

    12 422 946,49

    26 01 22 05

    Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Brussel

    5

    9 930 000

    9 930 000

    9 126 810

    9 126 810

    11 347 034,44

    11 347 034,44

    26 01 22 06

    Bewaking van gebouwen in Brussel

    5

    32 500 000

    32 500 000

    32 788 000

    32 788 000

    27 106 979,94

    27 106 979,94

     

    Artikel 26 01 22 — Subtotaal

     

    394 977 000

    394 977 000

    399 043 810

    399 043 810

    428 720 240,78

    428 720 240,78

    26 01 23

    Infrastructuur en logistiek (Luxemburg)

    26 01 23 01

    Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

    5

    25 191 000

    25 191 000

    25 266 000

    25 266 000

    24 671 665,74

    24 671 665,74

    26 01 23 02

    Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

    5

    40 091 000

    40 091 000

    40 319 000

    40 319 000

    40 991 816,67

    40 991 816,67

    26 01 23 03

    Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

    5

    17 481 000

    17 481 000

    17 357 000

    17 357 000

    17 915 807,88

    17 915 807,88

    26 01 23 04

    Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Luxemburg

    5

    1 087 000

    1 087 000

    1 087 000

    1 087 000

    975 719,04

    975 719,04

    26 01 23 05

    Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Luxemburg

    5

    1 034 000

    1 034 000

    1 019 036

    1 019 036

    1 512 407,68

    1 512 407,68

    26 01 23 06

    Bewaking van gebouwen in Luxemburg

    5

    5 640 000

    5 640 000

    5 640 000

    5 640 000

    5 881 368,10

    5 881 368,10

     

    Artikel 26 01 23 — Subtotaal

     

    90 524 000

    90 524 000

    90 688 036

    90 688 036

    91 948 785,11

    91 948 785,11

    26 01 40

    Beveiliging en toezicht

    5

    8 044 000

    8 044 000

    8 321 000

    8 321 000

    8 280 911,—

    8 280 911,—

    26 01 50

    Personeelsbeleid en -beheer

    26 01 50 01

    Medische dienst

    5

    5 554 000

    5 554 000

    5 350 000

    5 350 000

    6 766 659,93

    6 766 659,93

    26 01 50 02

    Uitgaven voor vergelijkende onderzoeken, selectie en aanwerving

    5

    1 620 000

    1 620 000

    1 850 000

    1 850 000

    1 672 991,52

    1 672 991,52

    26 01 50 04

    Interinstitutionele samenwerking op sociaal gebied

    5

    7 048 000

    7 048 000

    7 537 000

    7 537 000

    14 623 700,92

    14 623 700,92

    26 01 50 06

    Tijdelijk bij nationale overheidsdiensten, internationale organisaties of overheids- of particuliere instellingen of ondernemingen gedetacheerde ambtenaren van de instelling

    5

    250 000

    250 000

    264 000

    264 000

    231 500,—

    231 500,—

    26 01 50 07

    Schadevergoedingen

    5

    150 000

    150 000

    150 000

    150 000

    6 465 760,—

    6 465 760,—

    26 01 50 08

    Diverse verzekeringen

    5

    58 000

    58 000

    58 000

    58 000

    58 060,44

    58 060,44

    26 01 50 09

    Taalcursussen

    5

    3 524 000

    3 524 000

    3 744 000

    3 744 000

    4 639 411,33

    4 639 411,33

     

    Artikel 26 01 50 — Subtotaal

     

    18 204 000

    18 204 000

    18 953 000

    18 953 000

    34 458 084,14

    34 458 084,14

    26 01 51

    Europese scholen

    26 01 51 01

    Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)

    5

    7 570 534

    7 570 534

    7 627 207

    7 627 207

    7 624 467,—

    7 624 467,—

    26 01 51 02

    Brussel I (Ukkel)

    5

    24 097 099

    24 097 099

    24 446 700

    24 446 700

    25 332 000,—

    25 332 000,—

    26 01 51 03

    Brussel II (Woluwe)

    5

    23 717 185

    23 717 185

    22 758 847

    22 758 847

    24 116 059,—

    24 116 059,—

    26 01 51 04

    Brussel III (Elsene)

    5

    23 692 379

    23 692 379

    22 759 039

    22 759 039

    23 270 853,—

    23 270 853,—

    26 01 51 05

    Brussels IV (Laken)

    5

    10 617 239

    10 617 239

    9 694 355

    9 694 355

    6 604 420,17

    6 604 420,17

    26 01 51 11

    Luxemburg I

    5

    20 608 988

    20 608 988

    24 498 581

    24 498 581

    27 147 052,83

    27 147 052,83

    26 01 51 12

    Luxemburg II

    5

    17 094 433

    17 094 433

    10 007 959

    10 007 959

    4 707 235,83

    4 707 235,83

    26 01 51 21

    Mol (BE)

    5

    6 097 656

    6 097 656

    5 937 428

    5 937 428

    6 453 181,50

    6 453 181,50

    26 01 51 22

    Frankfurt am Main (DE)

    5

    6 903 749

    6 903 749

    7 346 564

    7 346 564

    6 729 800,—

    6 729 800,—

    26 01 51 23

    Karlsruhe (DE)

    5

    2 785 194

    2 785 194

    3 054 845

    3 054 845

    3 287 675,17

    3 287 675,17

    26 01 51 24

    München (DE)

    5

    348 531

    348 531

    344 180

    344 180

    307 535,81

    307 535,81

    26 01 51 25

    Alicante (ES)

    5

    7 839 695

    7 839 695

    8 097 123

    8 097 123

    7 235 727,—

    7 235 727,—

    26 01 51 26

    Varese (IT)

    5

    10 972 286

    10 972 286

    9 670 615

    9 670 615

    10 303 944,—

    10 303 944,—

    26 01 51 27

    Bergen (NL)

    5

    4 579 641

    4 579 641

    4 304 020

    4 304 020

    5 478 705,—

    5 478 705,—

    26 01 51 28

    Culham (UK)

    5

    4 629 474

    4 629 474

    4 828 547

    4 828 547

    5 301 212,67

    5 301 212,67

    26 01 51 31

    Bijdrage van de Unie voor Europese scholen van het type 2

    5

    6 848 000

    6 848 000

    3 850 000

    3 850 000

    7 419 968,—

    7 419 968,—

     

    Artikel 26 01 51 — Subtotaal

     

    178 402 083

    178 402 083

    169 226 010

    169 226 010

    171 319 836,98

    171 319 836,98

     

    Hoofdstuk 26 01 — Totaal

     

    988 983 348

    988 983 348

    981 017 917

    981 017 917

    1 054 009 593,13

    1 054 009 593,13

    Reserves (40 01 40)

     

     

     

    1 502 275

    1 502 275

     

     

     

     

    988 983 348

    988 983 348

    982 520 192

    982 520 192

    1 054 009 593,13

    1 054 009 593,13

    26 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    105 041 573

    105 722 828

    106 339 229,79

    26 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

    26 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 818 812

    5 584 921

    6 402 391,19

    26 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    26 01 02 11

    17 986 456

    17 676 594

    24 057 193,75

    Reserves (40 01 40)

     

    2 275

     

    Totaal

    17 986 456

    17 678 869

    24 057 193,75

    26 01 03     Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 647 424

    6 750 218

    7 997 754,15

    26 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

    26 01 04 01   Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administration — ISA) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    400 000

    560 000

    498 819,60

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand de komende jaren aflopen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie post 26 03 01 01.

    26 01 09     Administratieve steun voor het Publicatiebureau

    26 01 09 01   Publicatiebureau

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    84 274 000

    83 077 750

    90 710 028,44

    Toelichting

    Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Publicatiebureau die in detail zijn opgenomen in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

    Op basis van de analytische boekhouding van het Publicatiebureau worden de kosten van de dienstverlening van dit Bureau aan de instellingen als volgt geraamd:

    Europees Parlement

    8 562 238

    10,16 %

    Raad

    5 705 350

    6,77 %

    Commissie

    53 690 966

    63,71 %

    Hof van Justitie

    5 250 270

    6,23 %

    Rekenkamer

    1 508 505

    1,79 %

    Europees Economisch en Sociaal Comité

    1 533 787

    1,82 %

    Comité van de Regio's

    556 208

    0,66 %

    Andere

    7 466 676

    8,86 %

    Totaal

    84 274 000

    100.00 %

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 200 800 EUR.

    Rechtsgronden

    Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 10     Consolidatie van het uniale recht

    26 01 10 01   Consolidatie van het uniale recht

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 070 000

    1 000 000

    1 499 906,86

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de consolidatie van handelingen van de Unie en met het ter beschikking stellen aan het publiek van de geconsolideerde handelingen van de Unie in alle vormen en in alle officiële talen van de instellingen van de Unie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

    Rechtsgronden

    Conclusies van de Europese Raad van Edinburgh van december 1992 (SN/456/92, bijlage 3 bij deel A, blz. 5).

    Verklaring inzake de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving, gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Amsterdam.

    Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

    26 01 11     Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

    26 01 11 01   Publicatieblad van de Europese Unie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    11 805 000

    11 806 000

    12 145 981,44

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de uitgave in alle vormen — inclusief de verspreiding, catalogisering, indexering en het archiveren — van het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 360 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 297.

    Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).

    Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 390).

    Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

    26 01 12     Samenvattingen van de Uniewetgeving

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    533 000

    533 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Nieuw artikel

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de productie van onlinesamenvattingen van Uniewetgeving (waarbij de belangrijkste aspecten van de Uniewetgeving in een vlotte taal beknopt worden toegelicht) en de ontwikkeling van soortgelijke initiatieven.

    Verwacht wordt dat beide andere instellingen — namelijk het Europees Parlement en de Raad — uit hun respectieve afdeling van de algemene begroting eenzelfde bedrag als de Commissie voor dit initiatief vrijmaken.

    Rechtsgronden

    Activiteit die voortvloeit uit de taak van het Publicatiebureau zoals bepaald in artikel 5, lid 1, onder d), van Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

    Referentiebesluiten

    Resolutie van de Raad van 20 juni 1994 over de elektronische verspreiding van het Gemeenschapsrecht en het uitvoeringsrecht van de lidstaten alsmede over de verbetering van de toegangsvoorwaarden (PB C 179 van 1.7.1994, blz. 3).

    Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

    Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

    26 01 20     Europees Bureau voor personeelsselectie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    26 01 20

    28 535 000

    26 728 750

    27 651 206,57

    Reserves (40 01 40)

     

    1 500 000

     

    Totaal

    28 535 000

    28 228 750

    27 651 206,57

    Toelichting

    Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Europees Bureau voor personeelsselectie, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 406 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

    26 01 21     Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    36 721 000

    35 879 000

    41 979 223,33

    Toelichting

    Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 242 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Besluit 2003/522/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 30).

    26 01 22     Infrastructuur en logistiek (Brussel)

    26 01 22 01   Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    69 455 000

    69 711 000

    72 336 439,37

    Toelichting

    Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 100 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Besluit 2003/523/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 35).

    26 01 22 02   Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    203 592 000

    207 983 000

    209 665 696,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    huur en erfpacht voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

    kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

    kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen.

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 521 241 EUR.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 718 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 22 03   Uitgaven voor gebouwen in Brussel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    71 229 000

    70 272 000

    95 841 144,54

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

    uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

    uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten, en kosten die voortvloeien uit periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

    kosten voor het inrichten van de gebouwen, zoals het aanbrengen en verwijderen van scheidingswanden, wijzigingen van technische installaties en andere gespecialiseerde werkzaamheden op het gebied van hang- en sluitwerk, elektriciteit, sanitair, verf, vloerbedekking enz.; kosten in verband met aanpassingen van het kabelnetwerk volgens de bestemming van het gebouw en kosten voor het materieel dat voor deze werkzaamheden nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    uitgaven met betrekking tot de uitvoering van een audit naar de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een handicap en/of verminderde mobiliteit en het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van een dergelijke audit, teneinde de gebouwen volledig toegankelijk te maken voor alle bezoekers;

    kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

    de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

    de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden.

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 182 362 EUR.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 550 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Besluit van de Europese Ombudsman van 4 juli 2007 over onderzoek op eigen initiatief (OI/3/2003/JMA) betreffende de Europese Commissie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 22 04   Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Brussel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 271 000

    9 163 000

    12 422 946,49

    Toelichting

    Oude posten 26 01 22 04 en XX 01 03 01 (ten dele)

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

    materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager, enz.);

    audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling);

    uitrusting voor kantines en restaurants;

    diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

    de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting;

    studies, documentatie en opleiding met betrekking tot de installaties (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van voertuigen, met name:

    de aankoop van voertuigen; waaronder in ieder geval één voertuig dat is aangepast voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit;

    de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

    de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is, of wanneer het wagenpark niet voorziet in de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit;

    de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap, enz.);

    diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal) en de kosten van verzekeringen zoals bedoeld in artikel 84 van het Financieel Reglement;

    de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, en met name:

    de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

    de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

    de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

    de huur van meubilair;

    kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de kosten voor werkuitrusting, en met name:

    de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

    de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

    aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

    aankoop van vervoersbewijzen (enkelereisbiljet en business pass), vrije toegang tot openbare vervoerstrajecten om de mobiliteit tussen de Commissiegebouwen of tussen de Commissiegebouwen en openbare gebouwen (bijvoorbeeld luchthaven) te vergemakkelijken, dienstfietsen en elk ander middel ter bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer en van de mobiliteit van Commissiepersoneel, met uitzondering van dienstvoertuigen;

    uitgaven voor de aankoop van grondstoffen voor ceremoniële restaurantdiensten.

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 440 000 EUR.

    De invoering van een specifiek krediet voor de vergoeding van jaarkaarten voor het openbaar vervoer is een klein maar belangrijk middel om de wens van de instellingen van de Unie om hun CO2-emissies te verminderen kracht bij te zetten overeenkomstig hun EMAS-beleid en de overeengekomen doelstellingen inzake klimaatverandering.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

    Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 22 05   Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Brussel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 930 000

    9 126 810

    11 347 034,44

    Toelichting

    Oude posten 26 01 22 05 en XX 01 03 01 (ten dele)

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

    kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

    uitgaven voor de levering van diensten in het kader van ceremoniële restaurantdiensten;

    de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk.

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 734 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 22 06   Bewaking van gebouwen in Brussel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    32 500 000

    32 788 000

    27 106 979,94

    Toelichting

    Oude post 26 01 40 02

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor bewaking, toezicht, toegangscontrole en andere aanverwante diensten in de gebouwen van de Commissie (voor de verlenging of sluiting van contracten voor een bedrag van meer dan 300 000 EUR informeert de instelling met het oog op rationalisatie van de uitgaven bij de andere instellingen naar de voorwaarden (prijzen, valuta, indexering, duur, andere bepalingen) die zij voor soortgelijke opdrachten hebben verkregen).

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 570 260 EUR.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 23     Infrastructuur en logistiek (Luxemburg)

    26 01 23 01   Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    25 191 000

    25 266 000

    24 671 665,74

    Toelichting

    Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg, die gedetailleerd zijn weergegeven in de specifieke bijlage bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Besluit 2003/524/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 40).

    26 01 23 02   Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    40 091 000

    40 319 000

    40 991 816,67

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    huur en erfpacht voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

    kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

    kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen.

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 102 642 EUR.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 609 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 23 03   Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    17 481 000

    17 357 000

    17 915 807,88

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

    uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

    uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning, enz., berekend op basis van de lopende contracten, en kosten die voortvloeien uit periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging, enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

    kosten voor het inrichten van de gebouwen, zoals het aanbrengen en verwijderen van scheidingswanden, wijzigingen van technische installaties en andere gespecialiseerde werkzaamheden op het gebied van hang- en sluitwerk, elektriciteit, sanitair, verf, vloerbedekking enz.; kosten in verband met aanpassingen van het kabelnetwerk volgens de bestemming van het gebouw en kosten voor het materieel dat voor deze werkzaamheden nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van de opleidingen en de wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    uitgaven met betrekking tot de uitvoering van een audit naar de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een handicap en/of verminderde mobiliteit en het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van een dergelijke audit, teneinde de gebouwen volledig toegankelijk te maken voor alle bezoekers;

    kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

    de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

    de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden.

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 44 755 EUR.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 270 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Besluit van de Europese Ombudsman van 4 juli 2007 inzake een onderzoek op eigen initiatief (OI/3/2003/JMA) betreffende de Europese Commissie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 23 04   Uitgaven voor uitrusting en meubilair in Luxemburg

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 087 000

    1 087 000

    975 719,04

    Toelichting

    Oude posten 26 01 23 04 en XX 01 03 01 (ten dele)

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

    materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van an documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager);

    audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling);

    uitrusting voor kantines en restaurants;

    diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

    de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting;

    studies, documentatie en opleiding met betrekking tot de installaties (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van voertuigen, met name:

    de aankoop van voertuigen; waaronder in ieder geval één voertuig dat is aangepast voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit;

    de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

    de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is, of wanneer het wagenpark niet voorziet in de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit;

    de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap, enz.);

    diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal) en de kosten van verzekeringen zoals bedoeld in artikel 84 van het Financieel Reglement;

    de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, en met name:

    de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

    de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

    de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

    de huur van meubilair;

    kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de kosten voor werkuitrusting, en met name:

    de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

    de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

    aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG.

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 32 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

    Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 23 05   Diensten, leveringen en andere huishoudelijke uitgaven in Luxemburg

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 034 000

    1 019 036

    1 512 407,68

    Toelichting

    Oude posten 26 01 23 05 en XX 01 03 01 (ten dele)

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

    kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

    de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk.

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 23 06   Bewaking van gebouwen in Luxemburg

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 640 000

    5 640 000

    5 881 368,10

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

    uitgaven met betrekking tot de fysieke en de materiële beveiliging van personen en goederen, met name de contracten voor toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor beveiligingsinstallaties, de opleidingen en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van de opleidingen en de wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules)).

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 40     Beveiliging en toezicht

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    8 044 000

    8 321 000

    8 280 911,—

    Toelichting

    Oude post 26 01 40 01

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

    de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen, en met name voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van technische beveiligingsuitrusting en -materiaal;

    de uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de kosten van wettelijk voorgeschreven controles (controles van technische installaties in de gebouwen, veiligheidscoördinator en gezondheidscontroles van levensmiddelen), de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de opleiding en uitrusting van de hoofdbewakers en de brandbestrijdingsploegen, waarvan de aanwezigheid in de gebouwen wettelijk verplicht is.

    Alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules).

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 423 660 EUR.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

    26 01 50 01   Medische dienst

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 554 000

    5 350 000

    6 766 659,93

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van jaarlijkse medische onderzoeken en onderzoeken bij indienstneming, materiaal en producten voor geneeskundige verzorging, aankoop van apparatuur en speciaal meubilair, alsmede huishoudelijke uitgaven van de invaliditeitscommissie;

    de kosten voor medisch, paramedisch en psychosociaal personeel met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht of een overeenkomst voor tijdelijke vervanging alsook de uitgaven voor de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht;

    uitgaven met betrekking tot de kosten van medisch onderzoek bij aanwerving van personeel voor de kinderdagverblijven;

    uitgaven voor de medische controle in het kader van de gezondheidsbescherming van personeelsleden die aan straling zijn blootgesteld;

    aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 181 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name hoofdstuk III.

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Nationale wetgeving inzake „basisnormen”.

    26 01 50 02   Uitgaven voor vergelijkende onderzoeken, selectie en aanwerving

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 620 000

    1 850 000

    1 672 991,52

    Toelichting

    Deze kredieten dienen ter dekking van:

    de kosten voor aanwerving en selectie van leidinggevend personeel;

    de kosten voor de oproeping van de geslaagde kandidaten voor een onderhoud;

    de kosten voor de oproeping van ambtenaren en andere personeelsleden van de delegaties voor vergelijkende onderzoeken en selecties;

    de uitgaven voor de organisatie van de vergelijkende onderzoeken en selecties van artikel 3 van Besluit 2002/620/EG.

    Indien voldoende gemotiveerd op grond van de operationele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie kunnen deze kredieten worden aangewend voor de organisatie van vergelijkende onderzoeken door de instelling zelf.

    Opgemerkt wordt dat dit krediet niet dient ter dekking van de uitgaven voor personeel die worden gedekt door de kredieten van de artikelen 01 04 en 01 05 van de diverse titels.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

    Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PBJ L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

    26 01 50 04   Interinstitutionele samenwerking op sociaal gebied

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 048 000

    7 537 000

    14 623 700,92

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten voor de verwezenlijking en ontwikkeling van de website van de Commissie (My IntraComm) en voor de uitgave van het weekblad „Commission en direct”;

    andere uitgaven voor interne communicatie en voorlichting, inclusief promotiecampagnes;

    uitgaven voor tijdelijk personeel voor opvang na schooltijd, vakantiecentra en openluchtcentra, beheerd door de diensten van de Commissie;

    kosten van reproductiewerk voor documenten, dat niet door de eigen diensten van de Commissie kan worden verricht;

    uitgaven die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten gesloten met personen die in het kinderdagverblijf kinderverzorgsters en verpleegsters in vaste dienst vervangen;

    de uitgaven voor een gedeelte van de exploitatiekosten van de personeelsfoyer, acties van culturele aard, subsidies voor personeelsverenigingen, onderhoud van voorzieningen voor sportbeoefening en aanvulling van de sportartikelen;

    initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten en de integratie van de personeelsleden en hun gezinnen, alsmede preventieprojecten die voorzien in de behoeften van het personeel in actieve dienst en hun gezinnen;

    de deelneming in de kosten van personeelsleden voor activiteiten als gezinshulp, juridisch advies, openluchtcentra, talenstages en kunststages;

    de uitgaven voor de ontvangst van nieuwe ambtenaren en andere personeelsleden en hun gezinnen en voor de huisvestingsinformatiedienst voor het personeel;

    uitgaven in verband met schenkingen, leningen en voorschotten die kunnen worden toegekend aan ambtenaren, gewezen ambtenaren of aan de rechthebbenden van een overleden ambtenaar, die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

    bepaalde uitgaven voor de „Centres de la petite enfance” en andere crèches en opvangcentra; ontvangsten uit de ouderbijdragen kunnen opnieuw worden aangewend;

    de uitgaven voor tekenen van erkentelijkheid jegens ambtenaren, met name de kosten van de medailles voor ambtenaren met 20 jaar dienst, alsook de cadeaus voor ambtenaren die met pensioen gaan;

    de specifieke uitkeringen voor gepensioneerde ambtenaren van de Unie en hun rechthebbenden of andere overlevenden te hunnen laste, die zich in een bijzonder moeilijke situatie bevinden;

    financiering van preventieprojecten die beantwoorden aan specifieke behoeften van voormalige ambtenaren in de verschillende lidstaten, en van de bijdrage voor de verenigingen van oud-ambtenaren.

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    In het kader van het gehandicaptenbeleid dient dit krediet ter dekking van uit de handicap voortvloeiende niet-medische kosten die als noodzakelijk zijn erkend en naar behoren zijn gemotiveerd, voor:

    de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst, die door een handicap zijn gehinderd;

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst, die door een handicap zijn gehinderd;

    op grond van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie ten laste komende kinderen met een handicap,

    binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats zijn toegekend.

    Voorts dient dit krediet gedeeltelijk ter dekking van de uitgaven voor het bezoeken van scholen door kinderen die om dwingende pedagogische redenen niet of niet meer tot de Europese scholen kunnen worden toegelaten of die wegens de plaats van tewerkstelling van hun vader of moeder die ambtenaar is (externe bureaus), geen onderwijs in een Europese school kunnen volgen.

    Het krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 714 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    26 01 50 06   Tijdelijk bij nationale overheidsdiensten, internationale organisaties of overheids- of particuliere instellingen of ondernemingen gedetacheerde ambtenaren van de instelling

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    250 000

    264 000

    231 500,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de Unie en die overeenkomen met de vergoedingen en de terugbetaling van kosten waarop de ambtenaren recht hebben krachtens hun terbeschikkingstelling.

    Het dient tevens ter dekking van de uitgaven in verband met opleidingsstages bij overheidsdiensten of organisaties van de lidstaten of derde landen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    26 01 50 07   Schadevergoedingen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    150 000

    150 000

    6 465 760,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    door de Commissie te betalen schadevergoedingen en kosten als gevolg van de beslechting van geschillen (wettelijke aansprakelijkheid), in verband met zaken die het personeel of de administratie van de instelling betreffen;

    uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadevergoeding dient te worden betaald.

    26 01 50 08   Diverse verzekeringen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    58 000

    58 000

    58 060,44

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor met name de burgerlijke aansprakelijkheid exploitatie en andere contracten die door het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten worden beheerd voor de Commissie, de organen, het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, de delegaties van de Unie en de vertegenwoordigingen van de Commissie, onderzoek onder contract.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    26 01 50 09   Taalcursussen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 524 000

    3 744 000

    4 639 411,33

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de kosten van het organiseren van taalcursussen voor ambtenaren en andere personeelsleden;

    de kosten van het organiseren van taalcursussen voor echtgenoten van ambtenaren en andere personeelsleden in het kader van het integratiebeleid;

    de aankoop van materiaal en documentatie;

    de raadpleging van deskundigen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 750 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    26 01 51     Europese scholen

    26 01 51 01   Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 570 534

    7 627 207

    7 624 467,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld als bijdrage aan de financiering van het Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen in Brussel.

    De Europese scholen dienen de beginselen van niet-discriminatie en gelijke kansen te respecteren.

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 02   Brussel I (Ukkel)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    24 097 099

    24 446 700

    25 332 000,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Ukkel (Brussel I).

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 03   Brussel II (Woluwe)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    23 717 185

    22 758 847

    24 116 059,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Woluwe (Brussel II).

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 04   Brussel III (Elsene)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    23 692 379

    22 759 039

    23 270 853,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Elsene (Brussel III).

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 05   Brussels IV (Laken)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    10 617 239

    9 694 355

    6 604 420,17

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Laken (Brussel IV).

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 11   Luxemburg I

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 608 988

    24 498 581

    27 147 052,83

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School (Luxemburg I).

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 12   Luxemburg II

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    17 094 433

    10 007 959

    4 707 235,83

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School (Luxemburg II).

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 21   Mol (BE)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 097 656

    5 937 428

    6 453 181,50

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Mol.

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 22   Frankfurt am Main (DE)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 903 749

    7 346 564

    6 729 800,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Frankfurt am Main.

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 23   Karlsruhe (DE)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 785 194

    3 054 845

    3 287 675,17

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Karlsruhe.

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 24   München (DE)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    348 531

    344 180

    307 535,81

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in München.

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 25   Alicante (ES)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 839 695

    8 097 123

    7 235 727,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Alicante.

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 26   Varese (IT)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    10 972 286

    9 670 615

    10 303 944,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Varese.

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 27   Bergen (NL)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 579 641

    4 304 020

    5 478 705,—

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Bergen.

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 28   Culham (UK)

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 629 474

    4 828 547

    5 301 212,67

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Culham.

    Referentiebesluiten

    Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

    26 01 51 31   Bijdrage van de Unie voor Europese scholen van het type 2

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 848 000

    3 850 000

    7 419 968,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Commissie voor de Europese scholen van het type 2 die door de Raad van bestuur van de Europese scholen zijn geaccrediteerd en die de financiële overeenkomst met de Commissie hebben ondertekend.

    Referentiebesluiten

    Beschikking C(2009) 7719 van de Commissie van 14 oktober 2009 en Beschikking C(2010) 7993 van de Commissie van 8 december 2010.

    HOOFDSTUK 26 02 — MULTIMEDIAPRODUCTIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    26 02

    MULTIMEDIAPRODUCTIE

    26 02 01

    Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

    1.1

    14 738 200

    12 849 449

    13 200 000

    12 157 164

    12 044 332,51

    13 893 350,14

     

    Hoofdstuk 26 02 — Totaal

     

    14 738 200

    12 849 449

    13 200 000

    12 157 164

    12 044 332,51

    13 893 350,14

    26 02 01     Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    14 738 200

    12 849 449

    13 200 000

    12 157 164

    12 044 332,51

    13 893 350,14

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

    de verzameling, de verwerking, de publicatie en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten in de Unie en derde landen op verschillende dragers en de integratie daarvan in de diensten inzake eProcurement die door de instellingen aan de ondernemingen en de aanbestedende diensten worden aangeboden. Hieronder vallen ook de kosten van vertaling van de kennisgevingen van overheidsopdrachten die door de instellingen worden gepubliceerd;

    de bevordering en het gebruik van nieuwe technieken inzake de verzameling en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten langs elektronische weg;

    de ontwikkeling en de exploitatie van eProcurement-diensten in de diverse fasen van de plaatsing van overheidsopdrachten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 403 100 EUR.

    Rechtsgronden

    Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385/58).

    Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 390/58).

    Verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV) (PB L 199 van 31.7.1985, blz. 1).

    Richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (PB L 395 van 30.12.1989, blz. 33).

    Richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PB L 76 van 23.3.1992, blz. 14).

    Besluit 94/1/EGKS, EG van de Raad en de Commissie van 13 december 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte tussen de Europese Gemeenschappen, hun Lidstaten en de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 1).

    Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE), (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 1).

    Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1), met name de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende sommige aspecten van overheidsopdrachten (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 430).

    Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) (PB L 340 van 16.12.2002, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SCE), (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).

    Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

    Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

    Beschikking 2005/15/EG van de Commissie van 7 januari 2005 betreffende de praktische regels voor de toepassing van de procedure van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 7 van 11.1.2005, blz. 7).

    Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19).

    Besluit 2007/497/EG van de Europese Centrale Bank van 3 juli 2007 tot vaststelling van de regels inzake aanbesteding (ECB/2007/5) (PB L 184 van 14.7.2007, blz. 34).

    Verordening (EG) nr. 718/2007 van de Commissie van 12 juni 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 170 van 29.6.2007, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (herschikking) (PB L 293 van 31.10.2008, blz. 3).

    Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied (PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76).

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 842/2011 van de Commissie van 19 augustus 2011 tot vaststelling van standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen op het gebied van overheidsopdrachten (PB L 222 van 27.8.2011, blz. 1).

    Verordening (EU) nr. 1251/2011 van de Commissie van 30 november 2011 tot wijziging van de Richtlijnen 2004/17/EG, 2004/18/EG en 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft hun toepassingsdrempels inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten (PB L 319 van 2.12.2011, blz. 43).

    HOOFDSTUK 26 03 — DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    26 03

    DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

    26 03 01

    Netwerken voor uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten

    26 03 01 01

    Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administrations — ISA)

    1.1

    25 700 000

    10 872 610

    25 500 000

    11 794 264

    25 368 004,13

    20 189 963,52

    26 03 01 02

    Voltooiing van vroegere IDA en IDABC-programma’s

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    7 140 413,64

     

    Artikel 26 03 01 — Subtotaal

     

    25 700 000

    10 872 610

    25 500 000

    11 794 264

    25 368 004,13

    27 330 377,16

    26 03 02

    Proefproject — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

    5

    p.m.

    p.m.

    0,—

    346 054,63

    26 03 03

    Voorbereidende actie — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

    5

    600 000

    600 000

    600 000

    300 000

    0,—

    803 695,57

     

    Hoofdstuk 26 03 — Totaal

     

    26 300 000

    11 472 610

    26 100 000

    12 094 264

    25 368 004,13

    28 480 127,36

    26 03 01     Netwerken voor uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten

    26 03 01 01   Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administrations — ISA)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    25 700 000

    10 872 610

    25 500 000

    11 794 264

    25 368 004,13

    20 189 963,52

    Toelichting

    Op 29 september 2008 heeft de Commissie een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) voorgesteld, als opvolger van het IDABC-programma, dat eind december 2009 werd beëindigd.

    De doelstelling van het ISA-programma is de bevordering van efficiënte en effectieve elektronische grens- en sectoroverschrijdende interactie tussen Europese overheidsdiensten om de levering van elektronische overheidsdiensten te ondersteunen.

    Hiertoe moet het ISA-programma bijdragen aan de opbouw van een organisatorisch, financieel en operationeel kader door een gemeenschappelijk kader, gemeenschappelijke diensten en generieke instrumenten te bieden en de bewustmaking rond de ICT-aspecten van de uniale wetgeving te bevorderen.

    Het ISA-programma zal dus bijdragen tot de versterking en de tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen en wetgeving van de Unie.

    Het programma wordt ten uitvoer gelegd in nauwe samenwerking en overleg met de lidstaten en sectoren door middel van onderzoeken, projecten en begeleidende maatregelen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) (PB L 260 van 3.10.2009, blz. 20).

    26 03 01 02   Voltooiing van vroegere IDA en IDABC-programma’s

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    7 140 413,64

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor de afwikkeling van de betalingsverplichtingen die in het kader van het vorige IDABC-programma zijn aangegaan.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit 2004/387/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers (IDABC) (PB L 181 van 18.5.2004, blz. 25).

    26 03 02     Proefproject — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    346 054,63

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voltooiing van het proefproject „Programma Erasmus voor overheidsdiensten”.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

    26 03 03     Voorbereidende actie — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    600 000

    600 000

    600 000

    300 000

    0,—

    803 695,57

    Toelichting

    Dit krediet heeft tot doel te zorgen voor continuïteit in de uitvoering van de in het kader van de voorbereidende actie „Programma Erasmus voor overheidsdiensten” gefinancierde maatregelen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET PUBLICATIEBUREAU

    EU-BOOKSHOP

    OPENBARE WEBSITES

    ALGEMENE PUBLICATIES

    VERSPREIDING

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK IN LUXEMBURG

    BEHEER VAN GEBOUWEN EN UITGAVEN (LUXEMBURG)

    BEHEER VAN HET SOCIALE WELZIJN (INTERINSTITUTIONEEL, LUXEMBURG)

    VERWERVING, HUUR EN ANDERE UITGAVEN IN VERBAND MET GEBOUWEN

    MATERIEEL, MEUBILAIR, LEVERINGEN EN DIENSTEN

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING EN BEHEER VOOR HET BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK IN BRUSSEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING EN BEHEER VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL PERSONELE MIDDELEN EN VEILIGHEID

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL PERSONELE MIDDELEN EN VEILIGHEID

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL INFORMATICA

    BEDRIJFSOPLOSSINGEN ICT-INFRASTRUCTUUR

    INFORMATIESYSTEEMBEHEER — ICT-CONSULTING, ONTWIKKELING EN ONDERSTEUNING VAN INFORMATIESYSTEMEN

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL INFORMATICA

    DIENSTPRESTATIES ICT-INFRASTRUCTUUR

    EUROPESE BESTUURSSCHOOL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET BUREAU VOOR HET BEHEER EN DE AFWIKKELING VAN INDIVIDUELE RECHTEN

    TITEL 27

    BEGROTING

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    27 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

    67 450 570

    67 450 570

    68 442 702

    68 442 702

    60 608 604,45

    60 608 604,45

    Reserves (40 01 40)

     

     

    100 293

    100 293

     

     

     

    67 450 570

    67 450 570

    68 542 995

    68 542 995

    60 608 604,45

    60 608 604,45

    27 02

    UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Titel 27 — Totaal

    67 450 570

    67 450 570

    68 442 702

    68 442 702

    60 608 604,45

    60 608 604,45

    Reserves (40 01 40)

     

     

    100 293

    100 293

     

     

     

    67 450 570

    67 450 570

    68 542 995

    68 542 995

    60 608 604,45

    60 608 604,45

    HOOFDSTUK 27 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    27 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

    27 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Begroting”

    5

    41 572 649

    41 769 511

    41 972 375,75

    27 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

    27 01 02 01

    Extern personeel van het directoraat-generaal Begroting

    5

    4 334 110

    4 461 606

    5 546 747,55

    27 01 02 09

    Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

    5

    4 386 126

    1 652 723

    0,—

    27 01 02 11

    Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Begroting

    5

    7 906 099

    7 758 058

    9 274 557,44

    Reserves (40 01 40)

     

     

    10 028

     

     

     

    7 906 099

    7 768 086

    9 274 557,44

    27 01 02 19

    Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

    5

    5 950 713

    9 309 894

    0,—

    Reserves (40 01 40)

     

     

    90 265

     

     

     

    5 950 713

    9 400 159

    0,—

     

    Artikel 27 01 02 — Subtotaal

     

    22 577 048

    23 182 281

    14 821 304,99

    Reserves (40 01 40)

     

     

    100 293

     

     

     

    22 577 048

    23 282 574

    14 821 304,99

    27 01 03

    Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Begroting”

    5

    2 630 873

    2 666 910

    3 156 539,41

    27 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Begroting”

    5

    150 000

    204 000

    148 274,30

    27 01 11

    Uitzonderlijke uitgaven bij crisissituaties

    5

    p.m.

    p.m.

    0,—

    27 01 12

    Accountancy

    27 01 12 01

    Financiële lasten

    5

    390 000

    420 000

    383 000,—

    27 01 12 02

    Tenlasteneming van uitgaven in verband met het beheer van kasmiddelen

    5

    p.m.

    p.m.

    0,—

    27 01 12 03

    Aankoop van financiële informatie over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie

    5

    130 000

    200 000

    127 110,—

     

    Artikel 27 01 12 — Subtotaal

     

    520 000

    620 000

    510 110,—

     

    Hoofdstuk 27 01 — Totaal

     

    67 450 570

    68 442 702

    60 608 604,45

    Reserves (40 01 40)

     

     

    100 293

     

     

     

    67 450 570

    68 542 995

    60 608 604,45

    27 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Begroting”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    41 572 649

    41 769 511

    41 972 375,75

    27 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

    27 01 02 01   Extern personeel van het directoraat-generaal Begroting

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 334 110

    4 461 606

    5 546 747,55

    27 01 02 09   Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 386 126

    1 652 723

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is niet vanaf het begin van het begrotingsjaar aan een specifiek beleidsterrein toegewezen en kan gebruikt worden voor de behoeften van alle diensten van de Commissie. Het zal in de loop van het begrotingsjaar overeenkomstig de voorschriften van het Financieel Reglement worden overgeschreven naar de begrotingsposten van de beleidsterreinen die voor de uitvoering van dit onderdeel bedoeld zijn.

    27 01 02 11   Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Begroting

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    27 01 02 11

    7 906 099

    7 758 058

    9 274 557,44

    Reserves (40 01 40)

     

    10 028

     

    Totaal

    7 906 099

    7 768 086

    9 274 557,44

    27 01 02 19   Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    27 01 02 19

    5 950 713

    9 309 894

    0,—

    Reserves (40 01 40)

     

    90 265

     

    Totaal

    5 950 713

    9 400 159

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is niet vanaf het begin van het begrotingsjaar aan een specifiek beleidsterrein toegewezen en kan gebruikt worden voor de behoeften van alle diensten van de Commissie. Het krediet wordt niet vanuit deze post besteed, maar zal in de loop van het begrotingsjaar worden overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement, naar de begrotingsposten van de beleidsterreinen die voor de uitvoering van dit onderdeel bedoeld zijn.

    27 01 03     Uitgaven voor uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Begroting”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 630 873

    2 666 910

    3 156 539,41

    27 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Begroting”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    150 000

    204 000

    148 274,30

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten betreffende de uit te besteden reproductie van documenten in verband met de algemene begroting van de Unie, met name de jaarlijkse brochure over de begroting, het financieel verslag over de uitvoering van de begroting van het vorige jaar, de synopsis van de jaarrekeningen en de eenmalige publicaties over verschillende aspecten van de tenuitvoerlegging van de begroting.

    Het dient tevens ter dekking van de portokosten voor gewone briefwisseling, verslagen en publicaties, de verzendingskosten van postpakjes en andere pakjes via lucht, zee of spoorweg, alsmede de interne post van de Commissie.

    De vergelijkbare kosten voor onderzoek worden gedekt door kredieten in artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    27 01 11     Uitzonderlijke uitgaven bij crisissituaties

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die werden verricht tijdens een afgekondigde crisissituatie die heeft geleid tot de inwerkingtreding van een of meerdere plannen voor de continuïteit van de werkzaamheden, waarbij het op grond van de aard en/of het bedrag van de uitgaven niet mogelijk was om deze ten laste te brengen van de andere administratieve begrotingsonderdelen van de Commissie.

    Uiterlijk drie weken na het einde van de crisissituatie wordt de begrotingsautoriteit in kennis gesteld van de verrichte uitgaven.

    Activiteiten zonder begrotingsonderdeel:

    bevordering van goed financieel beheer;

    administratieve ondersteuning en beheer van het directoraat-generaal Begroting;

    financieel kader en begrotingsprocedure;

    beleidsstrategie en -coördinatie voor het directoraat-generaal Begroting.

    27 01 12     Accountancy

    27 01 12 01   Financiële lasten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    390 000

    420 000

    383 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, disconto en diverse kosten) en de kosten voor de verbinding met het netwerk van de Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT).

    Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van banken waarbij de Commissie een rekening aanhoudt voor het beheer van gelden ter goede rekening.

    27 01 12 02   Tenlasteneming van uitgaven in verband met het beheer van kasmiddelen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van begrotingsregularisaties:

    van gelden ter goede rekening in gevallen waarin de ordonnateur alle naar omstandigheden dienstige maatregelen heeft getroffen en de regularisatie-uitgaven onmogelijk ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kunnen worden gebracht;

    van situaties waarin een vordering geheel of gedeeltelijk oninbaar moet worden verklaard, terwijl zij reeds als ontvangst was geboekt (met name in geval van verrekening met een schuld);

    van gevallen waarin btw niet kan worden teruggevorderd, voor zover de uitgave niet meer ten laste kan worden gebracht van het begrotingsonderdeel waaruit de oorspronkelijke uitgave is gedaan;

    van eventueel daarmee verband houdende rente, voor zover deze niet ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kan worden gebracht.

    Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van banken waarbij de Commissie een rekening aanhoudt voor het beheer van gelden ter goede rekening.

    27 01 12 03   Aankoop van financiële informatie over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    130 000

    200 000

    127 110,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van elektronische informatiediensten en externe gegevensbanken over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie, om de financiële belangen van de Commissie in verscheidene fasen van de financiële en boekhoudingsprocedures te beschermen.

    Het is ook bestemd voor de verificatie van gegevens met betrekking tot de groepsstructuur, zeggenschap en beheer van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie.

    HOOFDSTUK 27 02 — UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    27 02

    UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

    27 02 01

    Van het vorige begrotingsjaar overgedragen tekort

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    27 02 02

    Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor de nieuwe lidstaten

    6

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 27 02 — Totaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    27 02 01     Van het vorige begrotingsjaar overgedragen tekort

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of een tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

    De ramingen van deze ontvangsten of betalingskredieten worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 39 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

    Na de sluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar wordt het verschil ten opzichte van de ramingen in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen door middel van een gewijzigde begroting.

    Een overschot wordt in artikel 3 0 0 van de staat van ontvangsten opgenomen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    27 02 02     Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor de nieuwe lidstaten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de compensatie voor de nieuwe lidstaten met ingang van de datum van inwerkingtreding van enige Akte van toetreding waarin in een dergelijke compensatie wordt voorzien.

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    BEVORDERING VAN GOED FINANCIEEL BEHEER

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING EN BEHEER VAN HET DIRECTORAAT-GENERAAL BEGROTING

    FINANCIEEL KADER EN BEGROTINGSPROCEDURE

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BEGROTING

    TITEL 28

    AUDIT

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    28 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

    11 879 141

    11 775 839

    11 705 493,24

     

    Titel 28 — Totaal

    11 879 141

    11 775 839

    11 705 493,24

    HOOFDSTUK 28 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    28 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

    28 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Audit”

    5

    9 989 544

    9 992 705

    9 619 009,11

    28 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Audit”

    28 01 02 01

    Extern personeel

    5

    717 417

    638 226

    928 720,18

    28 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    540 004

    506 890

    435 512,16

     

    Artikel 28 01 02 — Subtotaal

     

    1 257 421

    1 145 116

    1 364 232,34

    28 01 03

    Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Audit”

    5

    632 176

    638 018

    722 251,79

     

    Hoofdstuk 28 01 — Totaal

     

    11 879 141

    11 775 839

    11 705 493,24

    28 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Audit”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 989 544

    9 992 705

    9 619 009,11

    28 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Audit”

    28 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    717 417

    638 226

    928 720,18

    28 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    540 004

    506 890

    435 512,16

    28 01 03     Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie ten behoeve van het beleidsterrein „Audit”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    632 176

    638 018

    722 251,79

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR DE DIENST INTERNE AUDIT

    INTERNE AUDIT VAN DE COMMISSIE

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR DE DIENST INTERNE AUDIT

    INTERNE AUDIT VAN DE REGELGEVENDE AGENTSCHAPPEN VAN DE UNIE EN ANDERE ORGANEN

    TITEL 29

    STATISTIEK

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    29 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

    77 071 571

    77 071 571

    80 668 122

    80 668 122

    81 961 913,27

    81 961 913,27

    Reserves (40 01 40)

    2 900 000

    2 900 000

    29 933

    29 933

     

     

     

    79 971 571

    79 971 571

    80 698 055

    80 698 055

    81 961 913,27

    81 961 913,27

    29 02

    PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE

    5 000 000

    30 591 571

    48 410 000

    41 041 707

    63 737 868,49

    52 592 786,45

    Reserves (40 02 41)

    49 000 000

    4 843 254

     

     

     

     

     

    54 000 000

    35 434 825

    48 410 000

    41 041 707

    63 737 868,49

    52 592 786,45

     

    Titel 29 — Totaal

    82 071 571

    107 663 142

    129 078 122

    121 709 829

    145 699 781,76

    134 554 699,72

    Reserves (40 01 40, 40 02 41)

    51 900 000

    7 743 254

    29 933

    29 933

     

     

     

    133 971 571

    115 406 396

    129 108 055

    121 739 762

    145 699 781,76

    134 554 699,72

    HOOFDSTUK 29 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    29 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

    29 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Statistiek”

    5

    63 569 828

    63 569 828

    63 953 318

    63 953 318

    64 365 902,40

    64 365 902,40

    29 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Statistiek”

    29 01 02 01

    Extern personeel

    5

    5 240 348

    5 240 348

    5 552 910

    5 552 910

    5 086 659,46

    5 086 659,46

    29 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    3 958 458

    3 958 458

    3 928 587

    3 928 587

    4 386 979,55

    4 386 979,55

    Reserves (40 01 40)

     

     

     

    29 933

    29 933

     

     

     

     

    3 958 458

    3 958 458

    3 958 520

    3 958 520

    4 386 979,55

    4 386 979,55

     

    Artikel 29 01 02 — Subtotaal

     

    9 198 806

    9 198 806

    9 481 497

    9 481 497

    9 473 639,01

    9 473 639,01

    Reserves (40 01 40)

     

     

     

    29 933

    29 933

     

     

     

     

    9 198 806

    9 198 806

    9 511 430

    9 511 430

    9 473 639,01

    9 473 639,01

    29 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Statistiek”

    5

    4 022 937

    4 022 937

    4 083 307

    4 083 307

    4 839 683,34

    4 839 683,34

    29 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Statistiek”

    29 01 04 01

    Statistisch programma van de Unie voor 2008-2012 — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    p.m.

    p.m.

    2 900 000

    2 900 000

    2 899 120,52

    2 899 120,52

    29 01 04 04

    Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (Meets) — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    280 000

    280 000

    250 000

    250 000

    383 568,—

    383 568,—

    29 01 04 05

    Europees statistisch programma 2013-2017 — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Reserves (40 01 40)

     

    2 900 000

    2 900 000

     

     

     

     

     

     

    2 900 000

    2 900 000

     

     

     

     

     

    Artikel 29 01 04 — Subtotaal

     

    280 000

    280 000

    3 150 000

    3 150 000

    3 282 688,52

    3 282 688,52

    Reserves (40 01 40)

     

    2 900 000

    2 900 000

     

     

     

     

     

     

    3 180 000

    3 180 000

    3 150 000

    3 150 000

    3 282 688,52

    3 282 688,52

     

    Hoofdstuk 29 01 — Totaal

     

    77 071 571

    77 071 571

    80 668 122

    80 668 122

    81 961 913,27

    81 961 913,27

    Reserves (40 01 40)

     

    2 900 000

    2 900 000

    29 933

    29 933

     

     

     

     

    79 971 571

    79 971 571

    80 698 055

    80 698 055

    81 961 913,27

    81 961 913,27

    29 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Statistiek”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    63 569 828

    63 953 318

    64 365 902,40

    29 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Statistiek”

    29 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 240 348

    5 552 910

    5 086 659,46

    29 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    29 01 02 11

    3 958 458

    3 928 587

    4 386 979,55

    Reserves (40 01 40)

     

    29 933

     

    Totaal

    3 958 458

    3 958 520

    4 386 979,55

    29 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Statistiek”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 022 937

    4 083 307

    4 839 683,34

    29 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Statistiek”

    29 01 04 01   Statistisch programma van de Unie voor 2008-2012 — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    2 900 000

    2 899 120,52

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de vaststelling, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van het programma of de projecten;

    de uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van de agentschappen), tot 2 300 000 EUR. Dit bedrag werd berekend op basis van de jaarlijkse kosten per eenheid per persoon/jaar, waarbij de bezoldiging van het desbetreffende personeel 97 % uitmaakt en de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel 3 %;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van aanvullende kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 29 02 03.

    29 01 04 04   Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (Meets) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    280 000

    250 000

    383 568,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de vaststelling, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van het programma of de projecten;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, dienstreizen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig aartikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van aanvullende kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 29 02 04.

    29 01 04 05   Europees statistisch programma 2013-2017 — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    29 01 04 05

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Reserves (40 01 40)

    2 900 000

    2 900 000

     

     

     

     

    Totaal

    2 900 000

    2 900 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Nieuwe post

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de vaststelling, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van het programma of de projecten;

    de uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van de agentschappen), tot 2 300 000 EUR. Dit bedrag werd berekend op basis van de jaarlijkse kosten per eenheid per persoon/jaar, waarbij de bezoldiging van het desbetreffende personeel 97 % uitmaakt en de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel 3 %;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van aanvullende kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De reserve zal worden vrijgegeven nadat de desbetreffende basishandeling in werking treedt.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 29 02 05.

    HOOFDSTUK 29 02 — PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    29 02

    PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE

    29 02 01

    Voltooiing van het beleid inzake statistische informatie

    1.1

    p.m.

    988 419

    p.m.

    1 360 877

    0,—

    1 611 372,81

    29 02 02

    Voltooiing van netwerken voor intracommunautaire statistieken (Edicom)

    1.1

    p.m.

    0,—

    0,—

    29 02 03

    Voltooiing van het statistisch programma van de Unie voor de periode 2008-2012

    1.1

    24 117 426

    40 000 000

    34 176 556

    54 837 445,12

    44 712 667,89

    29 02 04

    Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (Meets)

    1.1

    5 000 000

    5 485 726

    8 410 000

    5 504 274

    8 900 423,37

    6 268 745,75

    29 02 05

    Europees statistisch programma 2013-2017

    1.1

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Reserves (40 02 41)

     

    49 000 000

    4 843 254

     

     

     

     

     

     

    49 000 000

    4 843 254

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 29 02 — Totaal

     

    5 000 000

    30 591 571

    48 410 000

    41 041 707

    63 737 868,49

    52 592 786,45

    Reserves (40 02 41)

     

    49 000 000

    4 843 254

     

     

     

     

     

     

    54 000 000

    35 434 825

    48 410 000

    41 041 707

    63 737 868,49

    52 592 786,45

    29 02 01     Voltooiing van het beleid inzake statistische informatie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    988 419

    p.m.

    1 360 877

    0,—

    1 611 372,81

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de voltooiing van lopende werkzaamheden onder de begrotingsonderdelen „Beleid inzake statistische informatie”.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1).

    Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007 (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 1).

    29 02 02     Voltooiing van netwerken voor intracommunautaire statistieken (Edicom)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven voor de voltooiing van de maatregelen die in het kader van de begrotingsonderdelen voor „actie Edicom (Electronic data interchange on commerce)” worden gesteund.

    Rechtsgronden

    Beschikking nr. 507/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 betreffende een aantal maatregelen met betrekking tot een trans-Europees netwerk voor het verzamelen, produceren en verspreiden van statistieken over het intra- en extracommunautaire goederenverkeer (Edicom) (PB L 76 van 16.3.2001, blz. 1).

    29 02 03     Voltooiing van het statistisch programma van de Unie voor de periode 2008-2012

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    24 117 426

    40 000 000

    34 176 556

    54 837 445,12

    44 712 667,89

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

    statistische enquêtes en studies en ontwikkeling van indicatoren/benchmarks;

    kwaliteitsstudies en maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de statistieken;

    subsidies voor nationale overheidsdiensten op het gebied van de statistiek;

    verwerking, verspreiding, bevordering van de afname en verhandeling van statistische gegevens;

    apparatuur, verwerkingsinfrastructuur en onderhoud dat noodzakelijk is voor statistische informatiesystemen;

    statistische analyse en documentatie op magnetische dragers;

    dienstverlening door externe deskundigen;

    medefinanciering van de openbare en de privésector;

    financiering van enquêtes door ondernemingen;

    organisatie van opleidingscursussen inzake geavanceerde statistische technologieën voor statistici;

    kosten van de aanschaf van documentatie;

    subsidies voor het Internationaal Statistisch Instituut en aansluiting bij andere internationale organisaties op het gebied van de statistiek.

    Het dient eveneens om ervoor te zorgen dat de nodige informatie beschikbaar is om jaarlijks een samenvattend verslag te kunnen opstellen over de economische en sociale toestand van de Unie, aan de hand van economische gegevens en structurele indicatoren en/of benchmarks.

    Tevens dient het krediet ter dekking van de uitgaven in het kader van de opleiding van nationale statistici en van het beleid inzake de samenwerking met de ontwikkelingslanden, de landen van Midden- en Oost-Europa en de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied, de uitgaven in verband met de uitwisseling van ambtenaren, de kosten van vergaderingen voor de uitwisseling van gegevens, subsidies en uitgaven ter vergoeding van in het kader van de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden verleende diensten.

    Onder dit artikel worden eveneens de uitgaven geboekt in verband met de aankoop van gegevens en de toegang van de diensten van de Commissie tot externe gegevensbanken. Tevens moeten kredieten worden aangewend voor de ontwikkeling van nieuwe, modulematige methoden.

    Bovendien dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor het verstrekken, op verzoek van de Commissie of van een van de andere instellingen van de Unie, van statistische gegevens die noodzakelijk zijn voor de raming, de controle en de evaluatie van de uitgaven van de Unie. Aldus wordt het mogelijk het financiële en begrotingsbeleid in betere omstandigheden te voeren (vaststelling van de begroting, periodieke herziening van de financiële vooruitzichten) en op middellange en lange termijn gegevens te verzamelen met het oog op de financiering van de Unie.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1578/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012 (PB L 344 van 28.12.2007, blz. 15).

    Verordening (EG) nr. 223/2009 van de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

    29 02 04     Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (Meets)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    5 000 000

    5 485 726

    8 410 000

    5 504 274

    8 900 423,37

    6 268 745,75

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven met betrekking tot de uitvoering van het programma voor de modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (Meets), dat beoogt doelreeksen indicatoren te ontwikkelen, de prioriteiten te herzien, het kader van ondernemingsstatistieken te stroomlijnen, op een doeltreffender wijze gegevens te verzamelen en Intrastat te moderniseren en te vereenvoudigen.

    Het programma bestrijkt de volgende acties:

    prioritaire gebieden en doelreeksen indicatoren vaststellen;

    minder belangrijke gebieden vaststellen;

    concepten en methoden in het wettelijke kader integreren;

    statistieken over ondernemingsgroepen ontwikkelen;

    Europese enquêtes uitvoeren om de lasten voor de ondernemingen tot een minimum te beperken;

    beter gebruikmaken van gegevens die in het statistische systeem reeds beschikbaar zijn, waaronder de mogelijkheid van ramingen;

    beter gebruikmaken van gegevens die in de economie reeds beschikbaar zijn;

    instrumenten ontwikkelen om gegevens doeltreffender te extraheren, door te sturen en te verwerken;

    methoden harmoniseren om de kwaliteit te verbeteren in het kader van een vereenvoudigd Intrastat-systeem;

    beter gebruikmaken van administratieve gegevens, en

    de gegevensuitwisseling voor Intrastat verbeteren en bevorderen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1297/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende een programma tot modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (Meets) (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 76).

    29 02 05     Europees statistisch programma 2013-2017

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    29 02 05

    p.m.

    p.m.

     

     

     

     

    Reserves (40 02 41)

    49 000 000

    4 843 254

     

     

     

     

    Totaal

    49 000 000

    4 843 254

     

     

     

     

    Toelichting

    Nieuw artikel

    Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

    verzameling van statistische gegevens, enquêtes, studies en ontwikkeling van indicatoren en benchmarks;

    kwaliteitsstudies en maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de statistieken;

    verwerking, verspreiding, bevordering van de afname en verhandeling van statistische gegevens;

    ontwikkeling en onderhoud van statistische infrastructuur en statistische informatiesystemen;

    ontwikkeling en onderhoud van IT-infrastructuur ter ondersteuning van de hervorming van het statistische productieproces;

    plaatselijke risicogebaseerde controles bij entiteiten die betrokken zijn bij de productie van statistische informatie in de lidstaten, met name ter ondersteuning van het economisch bestuur van de EU;

    ondersteuning van samenwerkingsnetwerken en ondersteuning van organisaties wier voornaamste doelstelling en activiteiten erin bestaan de toepassing van de Europese praktijkcode voor statistieken en de toepassing van nieuwe methoden voor de productie van Europese statistieken te promoten en te ondersteunen;

    dienstverlening door externe deskundigen;

    statistische opleidingscursussen voor statistici;

    kosten van de aanschaf van documentatie;

    subsidies voor en aansluiting bij internationale statistische organisaties.

    Het dient eveneens om ervoor te zorgen dat de nodige informatie beschikbaar is om een samenvattend jaarverslag te kunnen opstellen over de economische en sociale toestand van de Unie, aan de hand van economische gegevens en structurele indicatoren en benchmarks.

    Tevens dient het krediet ter dekking van de uitgaven in het kader van de opleiding van nationale statistici en van het beleid inzake de samenwerking met derde landen op het gebied van statistiek, de uitgaven in verband met de uitwisseling van ambtenaren, de kosten van vergaderingen voor de uitwisseling van gegevens, en uitgaven ter vergoeding van in het kader van de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden verleende diensten.

    Onder dit artikel worden eveneens de uitgaven geboekt in verband met de aankoop van gegevens en de toegang van de diensten van de Commissie tot externe gegevensbanken.

    Tevens moeten kredieten worden aangewend voor de ontwikkeling van nieuwe, modulaire technieken.

    Bovendien dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor het verstrekken, op verzoek van de Commissie of van een van de andere instellingen van de Unie, van statistische gegevens die noodzakelijk zijn voor de raming, de controle en de evaluatie van de uitgaven van de Unie. Aldus wordt het mogelijk het financiële en begrotingsbeleid in betere omstandigheden te voeren (vaststelling van de begroting, periodieke herziening van het meerjarig financieel kader) en op middellange en lange termijn gegevens te verzamelen met het oog op de financiering van de Unie.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan de programma's van de Unie en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    De reserve zal worden vrijgegeven nadat de desbetreffende basishandeling in werking treedt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1578/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012 (PB L 344 van 28.12.2007, blz. 15).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees statistisch programma 2013-2017 (COM(2011) 928 final), door de Commissie ingediend op 21 december 2011.

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR EUROSTAT

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR EUROSTAT

    TITEL 30

    PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    30 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

    1 399 471 000

    1 334 531 857

    1 257 343 187,35

     

    Titel 30 — Totaal

    1 399 471 000

    1 334 531 857

    1 257 343 187,35

    HOOFDSTUK 30 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    30 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

    30 01 13

    Vergoedingen en pensioenen van gewezen leden en overlevende personen ten laste

    30 01 13 01

    Tijdelijke vergoedingen

    5

    287 000

    2 251 000

    2 006 081,30

    30 01 13 02

    Pensioenen van gewezen leden en overlevende personen ten laste

    5

    4 942 000

    4 703 000

    4 449 696,69

    30 01 13 03

    Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

    5

    297 000

    350 000

    216 767,96

     

    Artikel 30 01 13 — Subtotaal

     

    5 526 000

    7 304 000

    6 672 545,95

    30 01 14

    Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

    30 01 14 01

    Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

    5

    3 913 000

    4 393 000

    4 979 536,49

    30 01 14 02

    Ziektekostenverzekering

    5

    133 000

    149 000

    117 659,11

    30 01 14 03

    Wegingen en aanpassingen van de vergoedingen

    5

    97 000

    172 000

    89 271,42

     

    Artikel 30 01 14 — Subtotaal

     

    4 143 000

    4 714 000

    5 186 467,02

    30 01 15

    Pensioenen en vergoedingen

    30 01 15 01

    Pensioenen, invaliditeitsuitkeringen en uitkeringen bij vertrek

    5

    1 304 588 000

    1 242 559 143

    1 181 442 910,04

    30 01 15 02

    Ziektekostenverzekering

    5

    43 283 000

    41 178 571

    38 195 647,46

    30 01 15 03

    Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

    5

    41 931 000

    38 776 143

    25 845 616,88

     

    Artikel 30 01 15 — Subtotaal

     

    1 389 802 000

    1 322 513 857

    1 245 484 174,38

     

    Hoofdstuk 30 01 — Totaal

     

    1 399 471 000

    1 334 531 857

    1 257 343 187,35

    30 01 13     Vergoedingen en pensioenen van gewezen leden en overlevende personen ten laste

    30 01 13 01   Tijdelijke vergoedingen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    287 000

    2 251 000

    2 006 081,30

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de tijdelijke vergoeding;

    de gezinstoelage,

    voor de leden van de Commissie na beëindiging van hun functie.

    Rechtsgronden

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    30 01 13 02   Pensioenen van gewezen leden en overlevende personen ten laste

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 942 000

    4 703 000

    4 449 696,69

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de ouderdomspensioenen van de voormalige leden van de Commissie;

    de invaliditeitspensioenen van de voormalige leden van de Commissie;

    de overlevingspensioenen van de overlevende echtgenoten en/of wezen van de voormalige leden van de Commissie.

    Rechtsgronden

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    30 01 13 03   Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    297 000

    350 000

    216 767,96

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van aanpassingscoëfficiënten die worden toegepast op tijdelijke vergoedingen, ouder-doms-, invaliditeits- en overlevingspensioenen van voormalige leden van de Commissie en andere rechthebbenden.

    Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de pensioenen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar kan besluiten. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

    Rechtsgronden

    Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    30 01 14     Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

    30 01 14 01   Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 913 000

    4 393 000

    4 979 536,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan ambtenaren:

    die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

    die een ambt bekleden in rang AD 16, AD 15 of AD 14 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

    Tevens dient het ter dekking van de uitgaven in verband met de toepassing van de verordeningen van de Raad betreffende bijzondere en/of tijdelijke maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren en/of tijdelijke functionarissen.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1746/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de hervorming van de Commissie, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst zijn aangesteld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 1).

    30 01 14 02   Ziektekostenverzekering

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    133 000

    149 000

    117 659,11

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van het werkgeversaandeel van de ziektekostenverzekering van gepensioneerden en ontvangers van vergoedingen bij terbeschikkingstelling, opheffing van het ambt en ontslag.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    30 01 14 03   Wegingen en aanpassingen van de vergoedingen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    97 000

    172 000

    89 271,42

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt en ontslag.

    Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de diverse vergoedingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar kan besluiten. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    30 01 15     Pensioenen en vergoedingen

    30 01 15 01   Pensioenen, invaliditeitsuitkeringen en uitkeringen bij vertrek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 304 588 000

    1 242 559 143

    1 181 442 910,04

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    ouderdomspensioenen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

    invaliditeitspensioenen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

    invaliditeitsuitkeringen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

    overlevingspensioenen voor de rechthebbenden van gewezen ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

    uitkeringen bij vertrek van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

    de betaling van de actuariële tegenwaarde van de pensioenrechten;

    de uitkeringen (pensioenbonus) ten behoeve van ambtenaren die destijds als verzetsstrijder zijn gedeporteerd of geïnterneerd (of hun rechthebbenden);

    de betaling van financiële steun aan een overlevende echtgenoot die ernstig of langdurig ziek of gehandicapt is, voor de duur van de ziekte of handicap op grond van een onderzoek van de sociale en medische omstandigheden van de betrokkene.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    30 01 15 02   Ziektekostenverzekering

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    43 283 000

    41 178 571

    38 195 647,46

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de werkgeversbijdrage aan de ziektekostenverzekering voor gepensioneerden.

    Tevens dient het ter dekking van de uitkeringen (aanvullende terugbetaling van ziektekosten) ten behoeve van ambtenaren die destijds als verzetsstrijder zijn gedeporteerd of geïnterneerd.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    30 01 15 03   Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    41 931 000

    38 776 143

    25 845 616,88

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de pensioenen.

    Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de pensioenen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar kan besluiten. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    TITEL 31

    TALENDIENSTEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    31 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

    396 815 433

    397 947 372

    438 379 004,29

     

    Titel 31 — Totaal

    396 815 433

    397 947 372

    438 379 004,29

    HOOFDSTUK 31 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    31 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

    31 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Talendiensten”

    5

    319 261 807

    319 167 022

    320 761 115,22

    31 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Talendiensten”

    31 01 02 01

    Extern personeel

    5

    11 489 853

    11 324 662

    9 671 492,74

    31 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    4 991 191

    5 240 431

    7 016 511,31

     

    Artikel 31 01 02 — Subtotaal

     

    16 481 044

    16 565 093

    16 688 004,05

    31 01 03

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

    31 01 03 01

    Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Talendiensten”

    5

    20 204 082

    20 378 257

    24 120 167,42

    31 01 03 04

    Technische uitrusting en diensten voor de conferentiezalen van de Commissie

    5

    1 783 000

    1 283 000

    1 345 742,32

     

    Artikel 31 01 03 — Subtotaal

     

    21 987 082

    21 661 257

    25 465 909,74

    31 01 06

    Uitgaven voor tolkendiensten

    31 01 06 01

    Uitgaven voor tolkendiensten

    5

    21 013 000

    22 923 000

    52 980 847,71

    31 01 06 02

    Opleiding en bijscholing van conferentietolken

    5

    422 500

    457 000

    1 346 844,78

    31 01 06 03

    Uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken

    5

    1 256 000

    1 242 000

    3 272 566,94

     

    Artikel 31 01 06 — Subtotaal

     

    22 691 500

    24 622 000

    57 600 259,43

    31 01 07

    Uitgaven voor vertalingen

    31 01 07 01

    Kosten voor vertaling

    5

    14 000 000

    13 538 000

    15 206 515,89

    31 01 07 02

    Ondersteunende uitgaven voor de werking van het directoraat-generaal Vertaling

    5

    1 721 000

    1 721 000

    1 727 693,48

     

    Artikel 31 01 07 — Subtotaal

     

    15 721 000

    15 259 000

    16 934 209,37

    31 01 08

    Interinstitutionele samenwerkingsactiviteiten

    31 01 08 01

    Interinstitutionele samenwerking op taalgebied

    5

    673 000

    673 000

    929 506,48

     

    Artikel 31 01 08 — Subtotaal

     

    673 000

    673 000

    929 506,48

    31 01 09

    Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

    31 01 09 01

    Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie — Bijdrage voor titels 1 en 2

    5

    p.m.

    p.m.

    0,—

    31 01 09 02

    Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie — Bijdrage voor titel 3

    5

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Artikel 31 01 09 — Subtotaal

     

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Hoofdstuk 31 01 — Totaal

     

    396 815 433

    397 947 372

    438 379 004,29

    31 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Talendiensten”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    319 261 807

    319 167 022

    320 761 115,22

    31 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Talendiensten”

    31 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    11 489 853

    11 324 662

    9 671 492,74

    31 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    4 991 191

    5 240 431

    7 016 511,31

    31 01 03     Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie en andere werkingsuitgaven op het beleidsterrein „Talendiensten”

    31 01 03 01   Uitgaven in verband met uitrusting en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Talendiensten”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    20 204 082

    20 378 257

    24 120 167,42

    31 01 03 04   Technische uitrusting en diensten voor de conferentiezalen van de Commissie

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 783 000

    1 283 000

    1 345 742,32

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor:

    de apparatuur die nodig is voor de werking van de conferentiezalen van de Commissie met tolkencabines;

    technische diensten in verband met het houden van vergaderingen en conferenties van de Commissie in Brussel.

    De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vertegenwoordigingen in de Unie.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1)

    31 01 06     Uitgaven voor tolkendiensten

    31 01 06 01   Uitgaven voor tolkendiensten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    21 013 000

    22 923 000

    52 980 847,71

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van:

    de vergoeding van de freelancetolken (Auxiliary Conference Interpreters — ACI's) die het directoraat-generaal Tolken overeenkomstig artikel 90 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie heeft aangeworven, om het directoraat-generaal Tolken in staat te stellen aan de instellingen waarvoor het de vertolking verzekert, voldoende gekwalificeerde conferentietolken ter beschikking te stellen;

    naast de honoraria omvat de vergoeding de bijdragen voor een ouderdoms-, overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering, en voor de tolken die hun kantoor niet op de standplaats hebben, de betaling van verplaatsingskosten en vaste reis- en verblijfskosten;

    de kosten van de dienstprestaties die door de tolken van het Europees Parlement ten behoeve van de Commissie worden verricht (zowel ambtenaren als tijdelijk personeel);

    de kosten van activiteiten van tolken met betrekking tot de voorbereiding van vergaderingen en opleiding;

    door het directoraat-generaal Tolken via de vertegenwoordigingen van de Commissie gesloten dienstencontracten voor vertolking, in het kader van vergaderingen die de Commissie in derde landen organiseert.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 35 517 500 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    31 01 06 02   Opleiding en bijscholing van conferentietolken

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    422 500

    457 000

    1 346 844,78

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor acties die ervoor moeten zorgen dat het directoraat-generaal Tolken over voldoende gekwalificeerde conferentietolken kan beschikken, met name voor bepaalde talencombinaties, en voor de specifieke opleiding van conferentietolken.

    Het betreft met name beurzen voor universiteiten, opleidingen voor opleiders en programma's voor pedagogische bijstand, alsook beurzen voor studenten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 877 500 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    31 01 06 03   Uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 256 000

    1 242 000

    3 272 566,94

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken, waaronder:

    aankoop of huur van pc's, servers en microcomputers, de kosten van helpdesks, terminals, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, fotokopieerapparaten, faxtoestellen en alle elektronische apparatuur die in de kantoren of tolkencabines van het directoraat-generaal Tolken worden gebruikt, de voor hun werking benodigde programmatuur, installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden die met deze apparatuur verband houden;

    ontwikkeling en beheer van informatiesystemen en systemen voor verspreiding van berichten die voor het directoraat-generaal Tolken van nut zijn, waaronder documentatie, opleiding voor deze systemen, studies en de verwerving van kennis en deskundigheid op informaticagebied: kwaliteit, veiligheid, technologie, internet, ontwikkelingsmethodologie, beheer met behulp van de computer;

    technische en logistieke ondersteuning, opleiding en documentatie in verband met informatietechnologie-apparatuur en -programmatuur, opleiding en informaticaboeken van algemeen nut, extern personeel voor de exploitatie en het beheer van gegevensbanken, bureaudiensten en abonnementen;

    aankoop of huur, onderhoud en ondersteuning van transmissie- en communicatieapparatuur en -programmatuur, alsook opleiding en de daaruit voortvloeiende kosten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 944 000 EUR.

    31 01 07     Uitgaven voor vertalingen

    31 01 07 01   Kosten voor vertaling

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    14 000 000

    13 538 000

    15 206 515,89

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor externe vertalingen en de uitgaven voor andere taaldiensten die worden toevertrouwd aan externe contractanten.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 200 000 EUR

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    31 01 07 02   Ondersteunende uitgaven voor de werking van het directoraat-generaal Vertaling

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 721 000

    1 721 000

    1 727 693,48

    Toelichting

    Wat betreft de meertalige terminologische en taalkundige gegevensbanken, de vertaalhulpmiddelen en de uitgaven in verband met documentatie en de bibliotheek van het directoraat-generaal Vertaling, dient dit krediet ter dekking van:

    de uitgaven die verband houden met de aankoop, ontwikkeling en aanpassing van vertaalsoftware en andere meertalige hulpmiddelen of vertaalhulpmiddelen, alsook de aankoop, consolidering en uitbreiding van taalkundige en terminologische gegevensbanken, vertaalgeheugens en elektronische woordenboeken, waardoor er efficiënter kan worden omgegaan met meertaligheid en met het oog op een betere interinstitutionele samenwerking;

    uitgaven in verband met documentatie en de bibliotheek die tegemoetkomen aan de behoeften van de vertalers, en met name voor:

    het voorzien van de bibliotheken van eentalige boeken en abonnementen op een selectie van kranten en tijdschriften;

    de toekenning van individuele dotaties voor de aankoop van een voorraad woordenboeken en talengidsen voor nieuwe vertalers;

    de aankoop van woordenboeken, encyclopedieën en lexica in elektronische vorm of via webtoegang tot documentaire gegevensbanken;

    het aanleggen en in stand houden van de basisuitrusting van meertalige bibliotheken door de aankoop van referentiewerken.

    Het krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, waarvoor de uitgaven worden geboekt op artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

    31 01 08     Interinstitutionele samenwerkingsactiviteiten

    31 01 08 01   Interinstitutionele samenwerking op taalgebied

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    673 000

    673 000

    929 506,48

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven met betrekking tot samenwerkingsactiviteiten die door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (CITI) zijn georganiseerd en die de bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied beogen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 279 000 EUR.

    31 01 09     Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

    Toelichting

    Dit artikel betreft het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie.

    31 01 09 01   Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

    De begrotingsmiddelen voor het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie bestaan uit financiële bijdragen van de organen waarvoor het werkt, en van de instellingen en organen waarmee samenwerking is afgesproken, onverminderd andere ontvangsten.

    Gedurende de begrotingsprocedure, en tevens in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van de agentschappen, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van het Vertaalbureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting van een Vertaalbureau voor organen van de Europese Unie (PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Verklaring van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders, in vergadering bijeen op 29 oktober 1993 te Brussel.

    31 01 09 02   Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau (titel 3).

    De begrotingsmiddelen voor het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie bestaan uit financiële bijdragen van de organen waarvoor het werkt, en van de instellingen en organen waarmee samenwerking is afgesproken, onverminderd andere ontvangsten.

    Gedurende de begrotingsprocedure, en tevens in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van de agentschappen, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Verklaring van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders, in vergadering bijeen op 29 oktober 1993 te Brussel.

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL TOLKEN

    TOLKWERK EN DAARMEE SAMENHANGENDE ACTIVITEITEN

    LOGISTIEKE ONDERSTEUNING VOOR DE EVENEMENTEN VAN DE COMMISSIE (LACE)

    ORGANISATIE VAN CONFERENTIES EN ADVIES

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL TOLKEN

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL VERTALING

    VERTALINGEN

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL VERTALING

    TITEL 32

    ENERGIE

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    32 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

    76 789 240

    76 789 240

    77 909 898

    77 909 898

    76 911 403,17

    76 911 403,17

    Reserves (40 01 40)

     

     

    23 947

    23 947

     

     

     

    76 789 240

    76 789 240

    77 933 845

    77 933 845

    76 911 403,17

    76 911 403,17

    32 03

    TRANS-EUROPESE NETWERKEN

    22 200 000

    11 972 009

    21 129 600

    18 145 022

    24 150 000,—

    18 005 120,39

    32 04

    CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

    151 679 511

    377 606 326

    144 450 237

    818 755 140

    275 300 388,95

    591 045 575,58

    32 05

    KERNENERGIE

    289 750 000

    199 660 662

    282 496 400

    227 357 119

    280 519 620,68

    120 765 862,57

    32 06

    ONDERZOEK IN VERBAND MET ENERGIE

    197 127 000

    148 352 814

    192 088 457

    140 407 198

    203 247 029,38

    159 220 354,99

     

    Titel 32 — Totaal

    737 545 751

    814 381 051

    718 074 592

    1 282 574 377

    860 128 442,18

    965 948 316,70

    Reserves (40 01 40)

     

     

    23 947

    23 947

     

     

     

    737 545 751

    814 381 051

    718 098 539

    1 282 598 324

    860 128 442,18

    965 948 316,70

    HOOFDSTUK 32 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    32 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

    32 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Energie”

    5

    54 992 946

    56 159 007

    54 722 586,62

    32 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Energie”

    32 01 02 01

    Extern personeel

    5

    2 833 885

    3 119 918

    2 948 041,60

    32 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    1 992 249

    1 917 719

    2 506 325,—

    Reserves (40 01 40)

     

     

    23 947

     

     

     

    1 992 249

    1 941 666

    2 506 325,—

     

    Artikel 32 01 02 — Subtotaal

     

    4 826 134

    5 037 637

    5 454 366,60

    Reserves (40 01 40)

     

     

    23 947

     

     

     

    4 826 134

    5 061 584

    5 454 366,60

    32 01 03

    Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Energie”

    5

    3 480 160

    3 585 654

    4 047 886,23

    32 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Energie”

    32 01 04 01

    Conventionele energie — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    600 000

    700 000

    247 976,08

    32 01 04 02

    Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    600 000

    694 400

    399 646,76

    32 01 04 03

    Kernenergie — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    250 000

    195 200

    219 454,—

    32 01 04 04

    Beveiliging en bescherming van gebruikers van energie — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    p.m.

    10 000,—

    32 01 04 05

    Informatie en communicatie — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    500 000

    496 000

    500 000,—

    32 01 04 06

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa” — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    800 000

    992 000

    663 132,60

    32 01 04 07

    Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    p.m.

    0,—

    32 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

    1.1

    6 542 000

    6 542 000

    6 758 104,—

     

    Artikel 32 01 04 — Subtotaal

     

    9 292 000

    9 619 600

    8 798 313,44

    32 01 05

    Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Energie”

    32 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    1.1

    1 950 000

    1 700 000

    1 965 000,—

    32 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    1.1

    950 000

    850 000

    841 000,—

    32 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    1.1

    1 200 000

    860 000

    1 082 250,28

     

    Artikel 32 01 05 — Subtotaal

     

    4 100 000

    3 410 000

    3 888 250,28

    32 01 06

    Toelage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de werking van het Voorzieningsagentschap

    5

    98 000

    98 000

    0,—

     

    Hoofdstuk 32 01 — Totaal

     

    76 789 240

    77 909 898

    76 911 403,17

    Reserves (40 01 40)

     

     

    23 947

     

     

     

    76 789 240

    77 933 845

    76 911 403,17

    32 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Energie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    54 992 946

    56 159 007

    54 722 586,62

    32 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Energie”

    32 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 833 885

    3 119 918

    2 948 041,60

    32 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    32 01 02 11

    1 992 249

    1 917 719

    2 506 325,—

    Reserves (40 01 40)

     

    23 947

     

    Totaal

    1 992 249

    1 941 666

    2 506 325,—

    32 01 03     Uitgaven voor apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Energie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 480 160

    3 585 654

    4 047 886,23

    32 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Energie”

    32 01 04 01   Conventionele energie — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    600 000

    700 000

    247 976,08

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 32 04 03.

    32 01 04 02   Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    600 000

    694 400

    399 646,76

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

    Rechtsgronden

    Zie de artikelen 32 03 01 en 32 03 02.

    32 01 04 03   Kernenergie — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    250 000

    195 200

    219 454,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

    Rechtsgronden

    Zie de artikelen 32 05 01, 32 05 02 en 32 05 03.

    32 01 04 04   Beveiliging en bescherming van gebruikers van energie — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    10 000,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 32 04 16.

    32 01 04 05   Informatie en communicatie — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    500 000

    496 000

    500 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor informatie en publicatie die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van de beleidsterreinen vervoer, energie, kernenergie en beveiliging en bescherming van gebruikers van energie en vervoer.

    Rechtsgronden

    Zie de artikelen 32 04 03, 32 04 16, 32 05 01, 32 05 02 en 32 05 03.

    32 01 04 06   Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa” — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    800 000

    992 000

    663 132,60

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 32 04 06.

    32 01 04 07   Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van de uitgaven voor evaluaties, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 32 04 14.

    32 01 04 30   Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 542 000

    6 542 000

    6 758 104,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke en de personeelsuitgaven van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie die voorvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van acties van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig aartikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

    Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

    Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

    Verordening (EG) nr. 1653/2004 van de Commissie van 21 september 2004 houdende een model voor het financieel reglement van de uitvoerende agentschappen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 6).

    Referentiebesluiten

    Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

    Besluit 2007/372/EG van de Commissie van 31 mei 2007 tot wijziging van Besluit 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

    Besluit C(2007) 3198 van de Commissie van 9 juli 2007 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van het programma Intelligente energie — Europa 2003-2006, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie 2007-2013, het Marco Poloprogramma 2007-2013, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten.

    32 01 05     Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Energie”

    32 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 950 000

    1 700 000

    1 965 000,—

    32 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    950 000

    850 000

    841 000,—

    32 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 200 000

    860 000

    1 082 250,28

    32 01 06     Toelage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de werking van het Voorzieningsagentschap

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    98 000

    98 000

    0,—

    Toelichting

    Aangezien de uitgaven voor personeel en gebouwen zijn opgenomen in de kredieten die zijn ingeschreven onder de posten XX 01 01 01 en XX 01 03 01 en in artikel 26 01 23 is de bijdrage van de Commissie, samen met de eigen inkomsten van het Voorzieningsagentschap, bedoeld om de uitgaven van het Agentschap bij de uitvoering van zijn activiteiten te dekken.

    Tijdens zijn 23e zitting van 1 en 2 februari 1960 stelde de Raad van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie met eenparigheid van stemmen voor dat de Commissie niet alleen de inning van de bijdragen — bestemd voor de beleidsuitgaven van het Voorzieningsagentschap van Euratom —, maar ook de invoering zelf ervan zou uitstellen. Sindsdien wordt in de begroting een subsidie opgenomen die ervoor bestemd is om de raming van ontvangsten en uitgaven van het Voorzieningsagentschap van Euratom in evenwicht te brengen.

    Rechtsgronden

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name de artikelen 52, 53 en 54.

    Referentiebesluiten

    Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 tot vaststelling van statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15), met name de artikelen 4, 6 en 7 van de bijlage.

    HOOFDSTUK 32 03 — TRANS-EUROPESE NETWERKEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    32 03

    TRANS-EUROPESE NETWERKEN

    32 03 01

    Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk

    1.1

    1 840 713

    5 897 132

    0,—

    5 035 540,36

    32 03 02

    Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk

    1.1

    22 200 000

    10 131 296

    21 129 600

    12 247 890

    24 150 000,—

    12 969 580,03

     

    Hoofdstuk 32 03 — Totaal

     

    22 200 000

    11 972 009

    21 129 600

    18 145 022

    24 150 000,—

    18 005 120,39

    32 03 01     Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 840 713

    5 897 132

    0,—

    5 035 540,36

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen voor het TEN-E-programma.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

    Beschikking nr. 1364/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector (PB L 262 van 22.9.2006, blz. 1).

    32 03 02     Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    22 200 000

    10 131 296

    21 129 600

    12 247 890

    24 150 000,—

    12 969 580,03

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van haalbaarheidsstudies op economisch en technisch gebied, voorbereidende studies en evaluaties, rentesubsidies, garanties op leningen of, in naar behoren gemotiveerde gevallen, directe subsidies, voor projecten van gemeenschappelijk belang die in het kader van de in Beschikking nr. 1364/2006/EG vastgestelde richtsnoeren zijn aangewezen.

    Het doel van de actie is een bijdrage te leveren tot het concurrentiegericht functioneren van de interne energiemarkt en tot het versterken van de continuïteit van de energievoorziening door de totstandbrenging van de nodige netwerkinfrastructuren, meer bepaald door de realisatie en ontwikkeling van de trans-Europese energienetwerken door de koppeling en interoperabiliteit van de nationale netwerken, alsmede de toegang tot deze netwerken en de uitbreiding ervan tot buiten de Unie te bevorderen.

    Rechtsgronden

    Beschikking nr. 1364/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector (PB L 262 van 22.9.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en houdende intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG (COM(2011) 658 final), door de Commissie ingediend op 21 oktober 2011.

    HOOFDSTUK 32 04 — CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    32 04

    CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

    32 04 01

    Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

    1.1

    p.m.

    453 626

    71 596,71

    4 922 248,85

    32 04 02

    Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006), extern gedeelte — Coopener

    4

    p.m.

    p.m.

    0,—

    187 921,77

    32 04 03

    Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt

    1.1

    3 600 000

    1 680 313

    3 720 000

    3 765 092

    2 632 485,82

    2 847 449,84

    32 04 04

    Beëindiging van het kaderprogramma „Energie” (1999-2002) — Conventionele en duurzame energie

    1.1

    p.m.

    0,—

    0,—

    32 04 05

    Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan)

    1.1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    32 04 06

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

    1.1

    137 250 000

    80 000 000

    129 813 600

    71 854 285

    117 699 861,92

    83 335 483,35

    32 04 07

    Proefproject — Continuïteit van de energievoorziening — Biobrandstoffen

    1.1

    p.m.

    0,—

    1 500 000,—

    32 04 10

    Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators

    32 04 10 01

    Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titels 1 en 2

    1.1

    6 967 383

    6 967 383

    6 864 725

    6 864 725

    4 017 000,—

    5 394 271,63

    32 04 10 02

    Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titel 3

    1.1

    402 412

    402 412

    377 125

    377 125

    983 000,—

    983 000,—

     

    Artikel 32 04 10 — Subtotaal

     

    7 369 795

    7 369 795

    7 241 850

    7 241 850

    5 000 000,—

    6 377 271,63

    32 04 11

    Energiegemeenschap

    4

    3 159 716

    2 628 914

    2 724 787

    2 600 970

    3 312 400,—

    3 312 400,—

    32 04 12

    Proefproject — Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling en uitwisseling van ervaringen met duurzame stadsontwikkeling

    1.1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    32 04 13

    Voorbereidende actie — Europese eilanden voor een gemeenschappelijk energiebeleid

    1.1

    p.m.

    2 000 000

    0,—

    1 050 425,60

    32 04 14

    Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel

    32 04 14 01

    Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Energienetwerken

    1.1

    120 982 500

    p.m.

    493 488 963

    0,—

    224 169 430,99

    32 04 14 02

    Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Koolstofvastlegging en -opslag (CCS)

    1.1

    93 437 134

    p.m.

    119 393 397

    0,—

    192 027 188,76

    32 04 14 03

    Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Europees netwerk voor offshore-windenergie

    1.1

    39 699 665

    p.m.

    73 487 337

    0,—

    41 300 324,67

    32 04 14 04

    Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen

    1.1

    31 413 490

    p.m.

    43 548 052

    146 334 644,50

    30 000 000,—

     

    Artikel 32 04 14 — Subtotaal

     

    285 532 789

    p.m.

    729 917 749

    146 334 644,50

    487 496 944,42

    32 04 16

    Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur

    1.1

    300 000

    184 515

    250 000

    571 568

    249 400,—

    15 430,12

    32 04 17

    Proefproject — Ondersteuning van de instandhouding van de natuurlijke hulpbronnen en voor de bestrijding van de klimaatverandering door middel van een groter beroep op zonne-energie (zonnewarmte en fotovoltaïsch)

    2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    32 04 18

    Proefproject — Energievoorziening — Schaliegas

    1.1

    60 000

    200 000

    100 000

     

     

    32 04 19

    Voorbereidende actie — Samenwerkingsmechanismen ter uitvoering van de richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen

    2

    150 000

    500 000

    250 000

     

     

     

    Hoofdstuk 32 04 — Totaal

     

    151 679 511

    377 606 326

    144 450 237

    818 755 140

    275 300 388,95

    591 045 575,58

    32 04 01     Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    453 626

    71 596,71

    4 922 248,85

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen voor het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006).

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Eventuele inkomsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

    32 04 02     Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006), extern gedeelte — Coopener

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    187 921,77

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen voor Coopener, het externe gedeelte van het programma „Intelligente energie — Europa”.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Eventuele inkomsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

    Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

    32 04 03     Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 600 000

    1 680 313

    3 720 000

    3 765 092

    2 632 485,82

    2 847 449,84

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van een concurrerend veilig en duurzaam Europees energiebeleid, van de interne energiemarkt en de uitbreiding daarvan met derde landen, van alle aspecten inzake de continuïteit van de energievoorziening vanuit een Europees en mondiaal perspectief alsmede de versterking en bescherming van de rechten van de energiegebruikers door het aanbieden van kwaliteitsdiensten tegen transparante en vergelijkbare prijzen.

    De belangrijkste doelstellingen zijn de geleidelijke ontwikkeling van een gemeenschappelijk Europees beleid om de continuïteit van de energievoorziening te verzekeren en te zorgen voor de goede werking van de interne energiemarkt en toegang tot de netwerken voor het vervoer van energie, voor de monitoring van de energiemarkt, de analyse van modellen met scenario’s inzake de effecten van beleidsopties, de versterking van de rechten en de bescherming van energiegebruikers op basis van algemene en specifieke kennis van de mondiale en Europese markten voor de diverse soorten energie.

    Dit krediet dient eveneens voor de financiering van de uitgaven van deskundigen die rechtstreeks verband houden met de verzameling, validering en analyse van de nodige informatie over de monitoring van de energiemarkt („peer review”).

    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 1).

    Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 betreffende de financiering van de Europese normalisatie (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 9).

    Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 15).

    Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36).

    Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 55).

    Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 van de Raad van 24 juni 2010 inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie (PB L 180 van 15.7.2010, blz. 7).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 833/2010 van de Commissie van 21 september 2010 betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 van de Raad inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie (PB L 248 van 22.9.2010, blz. 36).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de veiligheid van offshore-olie- en -gasprospectie, -exploratie- en productieactiviteiten (COM(2011) 688 final), door de Commissie ingediend op 27 oktober 2011.

    Besluit van de Commissie van 19 januari 2012 tot oprichting van de EU-Groep van autoriteiten voor offshore-olie- en -gasactiviteiten (PB C 18 van 21.1.2012, blz. 8).

    32 04 04     Beëindiging van het kaderprogramma „Energie” (1999-2002) — Conventionele en duurzame energie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van de afwikkeling van de vastleggingen die overeenkomstig de vastgestelde verordeningen en beschikkingen zijn gedaan.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig het artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Beschikking 91/565/EEG van de Raad van 29 oktober 1991 betreffende de bevordering van energie-efficiëntie in de Gemeenschap (SAVE-programma) (PB L 307 van 8.11.1991, blz. 34).

    Beschikking 1999/21/EG, Euratom van de Raad van 14 december 1998 tot vaststelling van een meerjarenkaderprogramma voor acties in de energiesector (1998-2002) en begeleidende maatregelen (PB L 7 van 13.1.1999, blz. 16).

    Beschikking 1999/22/EG van de Raad van 14 december 1998 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor studies, analysen, prognoses en andere verwante werkzaamheden in de energiesector (1998-2002) (PB L 7 van 13.1.1999, blz. 20).

    Beschikking 1999/23/EG van de Raad van 14 december 1998 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van de internationale samenwerking in de energiesector (1998-2002) (PB L 7 van 13.1.1999, blz. 23).

    Beschikking 1999/24/EG van de Raad van 14 december 1998 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van technologische acties ter stimulering van een schoon en efficiënt gebruik van vaste brandstoffen (1998-2002) (PB L 7 van 13.1.1999, blz. 28).

    Beschikking nr. 646/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 februari 2000 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van duurzame energiebronnen in de Gemeenschap (Altener) (1998-2002) (PB L 79 van 30.3.2000, blz. 1).

    Beschikking nr. 647/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 februari 2000 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van de energie-efficiëntie (SAVE) (1998-2002) (PB L 79 van 30.3.2000, blz. 6).

    Besluit 2001/353/EG van de Raad van 9 april 2001 tot vaststelling van de nieuwe richtsnoeren die gelden voor acties en maatregelen die genomen zullen worden krachtens het meerjarenprogramma ter bevordering van de internationale samenwerking in de energiesector (1998-2002), voortvloeiend uit het meerjarenkaderprogramma voor acties in de energiesector en begeleidende maatregelen (PB L 125 van 5.5.2001, blz. 24).

    32 04 05     Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter financiering van het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan), zoals aangekondigd in de mededeling van de Commissie met als titel „Een Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) — Naar een koolstofarme toekomst” (COM(2007) 723 final). Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van koolstofarme energietechnologieën in de onderzoeks-, ontwikkelings-, demonstratie- en commercialiseringsfase.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 22 november 2007 — Een Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) — Naar een koolstofarme toekomst (COM(2007) 723 final).

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 7 oktober 2009 — Investeren in de ontwikkeling van koolstofarme technologieën (SET-Plan) (COM(2009) 519 final).

    32 04 06     Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    137 250 000

    80 000 000

    129 813 600

    71 854 285

    117 699 861,92

    83 335 483,35

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van de volgende acties of maatregelen:

    stimulerings- en verspreidingsprojecten:

    strategische studies op basis van gemeenschappelijke analyses en regelmatig toezicht op de marktontwikkelingen en energietrends met het oog op de opstelling van toekomstige wetgevingsmaatregelen of de herziening van bestaande wetgeving, ook ten aanzien van de werking van de interne energiemarkt, de uitvoering van de middellange- en langetermijnstrategie voor energie ter bevordering van duurzame ontwikkeling, de opstelling van langlopende vrijwillige overeenkomsten met het bedrijfsleven en andere belanghebbenden en de ontwikkeling van normen, etiketterings- en certificatiesystemen, in voorkomend geval ook in samenwerking met derde landen en internationale organisaties;

    het opzetten, versterken of reorganiseren van structuren en instrumenten voor de ontwikkeling van duurzame energie, inclusief het energiebeheer en energiebezuinigingsmaatregelen op lokaal en regionaal niveau en de ontwikkeling van adequate financiële producten en marktinstrumenten; voortbouwen op de ervaringen met vroegere en huidige netwerken;

    bevordering van systemen en apparatuur op het gebied van duurzame energie, teneinde de marktpenetratie ervan verder te versnellen en investeringen te stimuleren die de overgang van demonstratie naar commerciële exploitatie van beter presterende technologieën vergemakkelijken, bewustmakingsacties en het zorgen voor de nodige bevoegdheden van de instellingen;

    ontwikkeling van informatie-, onderwijs- en opleidingsstructuren, benutting van resultaten, bevordering en verspreiding van knowhow en beste praktijken onder alle consumenten, verspreiding van de resultaten van acties en projecten en samenwerking met de lidstaten via operationele netwerken;

    bewaking van de tenuitvoerlegging en het effect van de wetgevende en ondersteunende maatregelen van de Unie;

    markttoepassingsprojecten:

    steun voor projecten in verband met de eerste markttoepassing van voor de Unie relevante innovatieve technieken, procedés, producten of praktijken die reeds met succes technisch zijn gedemonstreerd. Deze projecten zijn erop gericht een grootschaliger gebruik daarvan in de deelnemende landen te bevorderen en de penetratie op de markt te vergemakkelijken.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Eventuele inkomsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

    32 04 07     Proefproject — Continuïteit van de energievoorziening — Biobrandstoffen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    0,—

    1 500 000,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter financiering van acties of maatregelen op het gebied van de continuïteit van de energievoorziening ter bevordering van de zelfvoorziening van de Unie in hernieuwbare energiebronnen, onder meer biobrandstoffen uit afval en residuen.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    32 04 10     Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators

    32 04 10 01   Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    6 967 383

    6 967 383

    6 864 725

    6 864 725

    4 017 000,—

    5 394 271,63

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2).

    Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c) en d), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).

    Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en houdende intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG (COM(2011) 658 final), door de Commissie ingediend op 21 oktober 2011.

    32 04 10 02   Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    402 412

    402 412

    377 125

    377 125

    983 000,—

    983 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient enkel ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal EUR 7 369 795.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).

    Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).

    32 04 11     Energiegemeenschap

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 159 716

    2 628 914

    2 724 787

    2 600 970

    3 312 400,—

    3 312 400,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Energiegemeenschap. Dit artikel heeft betrekking op administratieve uitgaven en beleidskredieten.

    De bijdrage van de Unie voor 2013 bedraagt in het totaal 3 159 716 EUR.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 2006/500/EG van de Raad van 29 mei 2006 betreffende de sluiting van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap door de Europese Gemeenschap (PB L 198 van 20.7.2006, blz. 15).

    32 04 12     Proefproject — Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling en uitwisseling van ervaringen met duurzame stadsontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter verstrekking van medefinanciering voor onder meer:

    het Europees Kennisplatform;

    de uitwisseling van informatie en beste praktijken op het gebied van plannen voor duurzaam stedelijk vervoer,

    de ontwikkeling en uitwisseling van beste praktijken betreffende de planning van duurzaam stadsbeheer, waaronder maatregelen ter beperking van milieurisico's en ter bestrijding van klimaatverandering;

    de uitwisseling van ervaringen en beste praktijken betreffende duurzame bouw, duurzame stedenbouwkundige ontwerpen en biodiversiteit;

    bewustwordingsacties.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    32 04 13     Voorbereidende actie — Europese eilanden voor een gemeenschappelijk energiebeleid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    2 000 000

    0,—

    1 050 425,60

    Toelichting

    Met het oog op het bereiken van de doelstelling van 20 % aan hernieuwbare bronnen in de totale energiemix van de Unie tegen 2020 (het huidige doel is 12 % voor 2010), gepresenteerd door de Commissie in haar mededeling van 10 januari 2007 over een energiebeleid voor Europa (COM(2007) 1), dient deze voorbereidende actie ter financiering van:

    projecten voor de ontwikkeling van geïntegreerde energiesystemen (zee, wind, zon, biomassa en biogas), aangepast aan de klimatologische en specifieke socio-economische omstandigheden van eilandgemeenschappen, waaronder hybridesystemen en ontziltingssystemen;

    projecten ter beoordeling van de sociale en economische effecten van verdergaande toepassing van hernieuwbare energiebronnen en maatregelen inzake energie-efficiëntie voor de lokale eilandgemeenschappen (wat betreft economische ontwikkeling, werkgelegenheid, aanwezigheid van jongeren in eilandgemeenschappen enz.);

    initiatieven inzake energietechnologie die passen bij de eilandgemeenschappen, ter bevordering van onderzoeksprojecten betreffende hernieuwbare energie en energie-efficiënte technologieën, ter maximalisatie van het gebruik van hernieuwbare energie en ter aanpassing aan de lokale omstandigheden;

    projecten ter ontwikkeling van efficiënte en milieuvriendelijke manieren om deze energie naar het vasteland te transporteren, inclusief de koppeling van elektriciteitsnetwerken van afgelegen eilanden aan de netwerken van het vasteland;

    uitwisseling van beste praktijken tussen insulaire regio's in Europa.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    32 04 14     Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel

    32 04 14 01   Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Energienetwerken

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    120 982 500

    p.m.

    493 488 963

    0,—

    224 169 430,99

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van gas- en elektriciteitsinfrastructuurprojecten met de hoogste toegevoegde waarde voor de Unie.

    Het zal worden aangewend voor de aanpassing en ontwikkeling van de energienetten die van bijzonder belang zijn voor de Unie, om de werking van de interne energiemarkt te ondersteunen en, in het bijzonder, om de interconnectiecapaciteit, de continuïteit en de diversificatie van de energievoorziening te verbeteren en ecologische, technische en financiële hindernissen te overwinnen. Speciale steun van de Unie is nodig om energienetwerken intensiever te ontwikkelen en de totstandbrenging ervan te versnellen, met name in gebieden met een geringe diversiteit aan aanvoerroutes en voorzieningsbronnen.

    Dit krediet zal tevens worden aangewend om de aansluiting en integratie van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen en de economische en sociale cohesie met de minder ontwikkelde en insulaire gebieden in de Unie te versterken.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).

    32 04 14 02   Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Koolstofvastlegging en -opslag (CCS)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    93 437 134

    p.m.

    119 393 397

    0,—

    192 027 188,76

    Toelichting

    De kredieten hebben tot doel projecten te bevorderen voor het afvangen van de door industriële installaties uitgestoten kooldioxide (CO2), het transporteren ervan naar een opslaglocatie en het injecteren in een geschikte ondergrondse geologische formatie met het oog op permanente opslag.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).

    32 04 14 03   Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Europees netwerk voor offshore-windenergie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    39 699 665

    p.m.

    73 487 337

    0,—

    41 300 324,67

    Toelichting

    De kredieten hebben tot doel projecten te ondersteunen die gericht zijn op de ontwikkeling van het netwerk voor offshore-windenergie van de Unie, waarbij de aandacht in het bijzonder wordt toegespitst op:

    het balanceren van de veranderlijkheid van windelektriciteit door integratiesystemen;

    systemen voor opslag op grote schaal;

    het beheer van windmolenparken als virtuele elektriciteitscentrales (meer dan 1 GW);

    turbines die verder van de kust of in diepere wateren worden geplaatst (20 tot 50 m) dan momenteel gebruikelijk is;

    nieuwe substructuurontwerpen;

    de innovatieve kenmerken van het project en de mate waarin het aantoonbaar zal bijdragen tot de tenuitvoerlegging van die kenmerken;

    processen voor de assemblage, de installatie, het gebruik en de buitengebruikstelling van windturbines en het testen van die processen in projecten op ware grootte.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).

    32 04 14 04   Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    31 413 490

    p.m.

    43 548 052

    146 334 644,50

    30 000 000,—

    Toelichting

    Verordening (EU) nr. 1233/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 heeft de oprichting mogelijk gemaakt van een nieuw financieel instrument ter bevordering van energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen. Het bestaat uit een investeringsfonds (het Europees Fonds voor energie-efficiëntie (European Energy Efficiency Fund — EEE F) dat beschikt over een totaalbedrag van 265 000 000 EUR waartoe de Europese Unie 125 000 000 EUR heeft bijgedragen), technische bijstand waartoe de Unie 20 000 000 EUR bijdraagt en activiteiten ter bevordering van het bewustzijn inzake energie-efficiëntie waartoe de Unie 1 300 000 EUR bijdraagt. Het EEE F geeft steun aan lokale, regionale en, wanneer passend, nationale overheidsinstanties, alsook aan openbare of particuliere entiteiten die optreden namens overheidinstanties.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).

    32 04 16     Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    300 000

    184 515

    250 000

    571 568

    249 400,—

    15 430,12

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels die noodzakelijk zijn voor de verhoging van de continuïteit van de veiligheid in de energiesector, technische assistentie en specifieke opleiding.

    De belangrijkste doelstellingen zijn de ontwikkeling en toepassing van veiligheidsregels in de energiesector en met name:

    maatregelen ter voorkoming van kwaad opzet in de energiesector, met bijzondere aandacht voor de installaties en infrastructuur van het Europese systeem voor de energieproductie en -transport;

    harmonisatie van de wetgevingen en de technische normen alsook van de administratieve controlepraktijken met het oog op het waarborgen van de continuïteit van de energievoorziening;

    vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren, methoden en doelstellingen met betrekking tot de veiligheidsdoelstellingen in de energiesector en de verzameling van de gegevens die daarvoor nodig zijn;

    monitoring van de maatregelen inzake de continuïteit van de energievoorziening die worden genomen door de betrokken nationale autoriteiten, exploitanten en andere belangrijke actoren;

    internationale coördinatie op het gebied van de continuïteit van de energievoorziening, ook met buurlanden waar energie wordt geproduceerd of die als doorvoerland fungeren, en andere partners op wereldschaal;

    bevordering van technologische ontwikkelingen inzake de continuïteit van de energievoorziening.

    Rechtsgronden

    Taak die voortvloeit uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    32 04 17     Proefproject — Ondersteuning van de instandhouding van de natuurlijke hulpbronnen en voor de bestrijding van de klimaatverandering door middel van een groter beroep op zonne-energie (zonnewarmte en fotovoltaïsch)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit project heeft als algemeen doel de uitwerking van voorstellen ter voorbereiding van toekomstige investeringsacties in lidstaten voor kleinschalige demonstratie-installaties van zonne-energie ten behoeve van verwarming, koeling en elektriciteitsopwekking. De specifieke doelstelling moet zijn om residentiële installaties op te zetten in de lidstaten en regio's waarin er geen of slechts zeer beperkte subsidies bestaan, teneinde voor een groot publiek diverse technologieën en mogelijkheden te presenteren voor de opwekking van warmte, koelvermogen en elektriciteit met zonne-energie. Aangezien dit nieuwe technologieën zijn en het grootste deel van de bevolking van de Unie niet goed is voorgelicht over de desbetreffende voordelen kunnen investeringen in zonne-energietoepassingen in particuliere woningen krachtig worden ondersteund door dergelijke demonstratie-installaties op te zetten dichtbij de woonplaats van mensen.

    Het resultaat van dit project moet zijn dat in verscheidene huizen en residentiële gebouwen zonne-installaties zijn geïnstalleerd die functioneel zijn en kunnen worden bezocht.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    32 04 18     Proefproject — Energievoorziening — Schaliegas

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    60 000

    200 000

    100 000

     

     

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter financiering van proefprojecten of andere ondersteunende activiteiten gericht op het in kaart brengen van de acceptatie door het publiek van de exploratie en exploitatie van schaliegas, en op het starten van een dialoog daarover.

    Er is in Europa een breed debat over schaliegas en de voor- en nadelen daarvan gestart, maar dit debat wordt niet altijd gevoerd op basis van concrete kennis en informatie. Het is daarom belangrijk een maatschappelijk debat en voorlichtingscampagnes te starten voordat de industriële productie op gang komt.

    Dit krediet is bedoeld ter ondersteuning van dit maatschappelijk debat over de sociale, milieutechnische en economische effecten van dergelijke projecten op plaatselijk, nationaal en Europees niveau. Bij deze dialoog moeten ook de nationale autoriteiten, plaatselijke gemeenschappen, het grote publiek, het bedrijfsleven en ngo's worden betrokken. Tot de activiteiten kunnen daarnaast behoren openbare hoorzittingen, bemiddelingen en andere methoden voor publieke raadpleging ten aanzien van de ontwikkeling van schaliegasproductie, ook binnen nationale hoofdsteden.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    32 04 19     Voorbereidende actie — Samenwerkingsmechanismen ter uitvoering van de richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    150 000

    500 000

    250 000

     

     

    Toelichting

    In het kader van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16), waarin nationale streefcijfers zijn vastgelegd voor het aandeel aan energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto eindverbruik, wordt een nieuw mechanisme voorgesteld om de nationale streefwaarden te bereiken, waarbij de lidstaten gebruik kunnen maken van nationale steunregelingen en van de samenwerkingsmechanismen die in het leven zijn geroepen in het kader van Richtlijn 2009/28/EG. Deze mechanismen, die zorgen voor flexibiliteit voor de lidstaten op basis van vrijwillige samenwerking, hebben betrekking op statistische overdrachten tussen de lidstaten (artikel 6), gezamenlijke projecten tussen lidstaten (artikel 7 en 8), gezamenlijke projecten tussen lidstaten en derden (artikel 9 en 10) en gezamenlijke steunregelingen tussen lidstaten (artikel 11).

    Deze voorbereidende actie heeft tot doel de voorwaarden voor de succesvolle uitvoering van deze samenwerkingsmechanismen en hun interactie met andere mechanismen of nationale steunregelingen te onderzoeken. Ook wordt beoordeeld of het nodig is een specifiek kader te ontwikkelen voor het beheer van dit mechanisme. Er moet prioriteit worden gegeven aan de ontwikkeling van dit operationele kader in lidstaten met beperkte grensoverschrijdende netwerkcapaciteiten, alsook in gebieden met een hoog potentieel voor specifieke projecten op het vlak van hernieuwbare energiebronnen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van aartikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 32 05 — KERNENERGIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    32 05

    KERNENERGIE

    32 05 01

    Nucleaire veiligheidscontrole

    1.1

    20 550 000

    15 814 706

    20 410 000

    17 237 770

    20 721 545,56

    16 884 075,93

    32 05 02

    Nucleaire veiligheid en bescherming tegen straling

    1.1

    2 200 000

    1 976 838

    2 182 400

    1 451 602

    1 798 075,12

    1 916 310,12

    32 05 03

    Nucleaire veiligheid — Overgangsmaatregelen (ontmanteling)

    1.1

    267 000 000

    181 869 118

    259 904 000

    208 667 747

    258 000 000,—

    101 965 476,52

     

    Hoofdstuk 32 05 — Totaal

     

    289 750 000

    199 660 662

    282 496 400

    227 357 119

    280 519 620,68

    120 765 862,57

    32 05 01     Nucleaire veiligheidscontrole

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    20 550 000

    15 814 706

    20 410 000

    17 237 770

    20 721 545,56

    16 884 075,93

    Toelichting

    Dit krediet dient ter financiering van met name de volgende activiteiten:

    uitgaven voor missies door inspecteurs, uitgevoerd in overeenstemming met overeengekomen zesmaandenprogramma’s, kortetermijninspecties (verblijfs- en reiskosten);

    opleiding van inspecteurs en bijeenkomsten met lidstaten en nucleaire exploitanten;

    aankoop van bij de inspecties te gebruiken apparatuur, meer bepaald aankoop van controleapparatuur, en met name digitale videosystemen, apparatuur voor gamma-, neutronen- en infraroodmeting, elektronische zegels en uitleesapparatuur;

    aanschaf en vernieuwing van informaticamaterieel voor inspecties;

    specifieke informaticaprojecten in verband met inspecties (ontwikkeling en onderhoud);

    vervanging van afgedankte meet- en controleapparatuur;

    onderhoud van apparatuur, inclusief verzekering van specifieke apparatuur op de locaties van Canberra, Ametek, Fork en GBNS;

    technische infrastructuurwerkzaamheden, waaronder begrepen afvalbeheer en vervoer van monsters;

    analysewerkzaamheden in situ (arbeids- en dienstreiskosten van analisten);

    overeenkomsten over de werkruimte in situ (laboratoria, kantoren);

    dagelijks beheer van installaties in situ en laboratoria van de centrale dienst (herstel, onderhoud, IT-apparatuur, aankoop klein materieel, verbruiksgoederen enz.);

    IT-ondersteuning en -tests voor toepassingen in verband met inspecties.

    Overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement geven eveneens aanleiding tot de opvoering van extra kredieten:

    verzekeringsuitkeringen;

    terugbetalingen van bedragen die ten onrechte zijn betaald voor de levering van goederen, werkzaamheden of diensten in opdracht van de Commissie.

    Rechtsgronden

    Verordening (Euratom) nr. 302/2005 van de Commissie van 8 februari 2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom (PB L 54 van 28.2.2005, blz. 1).

    Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens hoofdstuk 7 van titel II en artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

    Referentiebesluiten

    Tripartiete overeenkomst tussen de Gemeenschap, de lidstaten zonder kernwapens en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

    Tripartiete overeenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

    Tripartiete overeenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

    Samenwerkingsovereenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen, zoals de Verenigde Staten van Amerika, Canada en Australië.

    Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 24 maart 1992 inzake een beschikking van de Commissie over de inrichting van in-situlaboratoria voor verificatieanalysen van controlemonsters (SEC(1992) 515).

    32 05 02     Nucleaire veiligheid en bescherming tegen straling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 200 000

    1 976 838

    2 182 400

    1 451 602

    1 798 075,12

    1 916 310,12

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke beleid inzake nucleaire veiligheid en beveiliging, met name in de nieuwe lidstaten, en de maatregelen en regelgeving op het gebied van de stralingsbescherming;

    de uitgaven in verband met maatregelen en acties voor bewaking van en bescherming tegen de effecten van ioniserende straling en met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en het milieu tegen stralingsgevaar en de aan radioactieve stoffen verbonden risico's. Deze acties hebben betrekking op specifieke taken waarin het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voorziet;

    de uitgaven in verband met de oprichting en functionering van een korps inspecteurs voor het toezicht op de bescherming tegen ioniserende straling in de lidstaten. Deze kosten omvatten, buiten de dagvergoedingen en reiskosten (dienstreizen), de kosten van opleidingen, voorbereidende vergaderingen en het voor de inspecties benodigde materieel;

    uitgaven in verband met de tenuitvoerlegging van de taken van de Commissie, als bedoeld in punt 31 van de conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 2011.

    Rechtsgronden

    Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens hoofdstuk 3 van titel II en artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 31 (verzameling van informatie en voorbereiding van nieuwe wetgeving ter aanvulling van de basisnormen voor de bescherming van de volksgezondheid) en artikel 33 daarvan (tenuitvoerlegging van de richtlijnen, inclusief met name op medisch gebied (gebied C)).

    Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren (PB L 159 van 29.6.1996, blz. 1).

    Richtlijn 97/43/Euratom van de Raad van 30 juni 1997 betreffende de bescherming van personen tegen de gevaren van ioniserende straling in verband met medische blootstelling en tot intrekking van Richtlijn 84/466/Euratom (PB L 180 van 9.7.1997, blz. 22).

    Richtlijn 2003/122/Euratom van de Raad van 22 december 2003 inzake de controle op hoogactieve ingekapselde radioactieve bronnen en weesbronnen (PB L 346 van 31.12.2003, blz. 57).

    Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (PB L 172 van 2.7.2009, blz. 18).

    Uitvoering van de verplichtingen die de Commissie zijn opgelegd bij de volgende specifieke wetgeving:

    Beschikking 87/600/Euratom van de Raad van 14 december 1987 inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar (PB L 371 van 30.12.1987, blz. 76);

    Verordening (EEG) nr. 733/2008 van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl (PB L 201 van 30.7.2008, blz. 1);

    tenuitvoerlegging van artikel 35, tweede alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie: verificatie van de controle op de radioactiviteit in het milieu.

    32 05 03     Nucleaire veiligheid — Overgangsmaatregelen (ontmanteling)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    267 000 000

    181 869 118

    259 904 000

    208 667 747

    258 000 000,—

    101 965 476,52

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrales van Ignalina (Litouwen), Bohunice (Slowakije) en Kozloduy (Bulgarije), overeenkomstig de overeenkomsten die met de betrokken lidstaten zijn gesloten.

    Deze uitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, het toezicht, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels inzake ontmanteling.

    De Commissie legt ieder jaar een verslag voor over de uitvoering van de middelen die in dit artikel zijn vastgelegd, tezamen met bijgewerkte ramingen van de kosten en tijdschema’s voor de ontmanteling van de betrokken kernreactoren.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens het Toetredingsverdrag van 2003 (Protocol nr. 4 inzake de kerncentrale van Ignalina in Litouwen en Protocol nr. 9 inzake unit 1 en unit 2 van de V1-kernreactor van Bohunice in Slowakije, beide gehecht aan het Toetredingsverdrag van 2003).

    Taken die voortvloeien uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

    Ook de taak betreffende de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije is rechtstreeks aan de Commissie verleend krachtens artikel 30 van de Toetredingsakte van 2005.

    Verordening (EG) nr. 1990/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake de uitvoering van Protocol nr. 4 bij de Akte van toetreding tot de Europese Unie van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië met betrekking tot de kerncentrale van Ignalina in Litouwen „Ignalina-programma” (PB L 411 van 30.12.2006, blz. 10).

    Verordening (EG) nr. 549/2007 van de Raad van 14 mei 2007 inzake de tenuitvoerlegging van Protocol nr. 9 bij de Akte betreffende de voorwaarden voor toetreding tot de Europese Unie van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije met betrekking tot reactor 1 en reactor 2 van de V1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije (PB L 131 van 23.5.2007, blz. 1).

    Verordening (Euratom) nr. 647/2010 van de Raad van 13 juli 2010 betreffende financiële bijstand van de Unie voor de ontmanteling van de eenheden 1 tot en met 4 van de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije (het Kozloduy-programma) (PB L 189 van 22.7.2010, blz. 9).

    HOOFDSTUK 32 06 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ENERGIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    32 06

    ONDERZOEK IN VERBAND MET ENERGIE

    32 06 01

    Onderzoek in verband met energie

    1.1

    170 878 000

    115 842 721

    162 633 457

    104 333 874

    174 357 016,05

    116 924 209,26

    32 06 02

    Onderzoek in verband met energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    1.1

    26 249 000

    17 683 806

    29 455 000

    13 392 047

    25 093 338,—

    11 230 167,—

    32 06 03

    Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    1.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    3 796 675,33

    5 275 528,35

    32 06 04

    Voltooiing van voorgaande programma’s

    32 06 04 01

    Voltooiing van programma’s van vóór 2003

    1.1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    32 06 04 02

    Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006)

    1.1

    p.m.

    14 826 287

    p.m.

    22 681 277

    0,—

    25 790 450,38

     

    Artikel 32 06 04 — Subtotaal

     

    p.m.

    14 826 287

    p.m.

    22 681 277

    0,—

    25 790 450,38

     

    Hoofdstuk 32 06 — Totaal

     

    197 127 000

    148 352 814

    192 088 457

    140 407 198

    203 247 029,38

    159 220 354,99

    Toelichting

    Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.

    Deze kredieten zullen worden gebruikt voor het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, dat de periode 2007-2013 bestrijkt.

    Dit kaderprogramma zal worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de algemene doelstellingen van artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en is bedoeld als bijdrage tot de totstandbrenging van een kennissamenleving, op basis van de Europese onderzoeksruimte; daarbij zal grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus binnen de Unie worden ondersteund, zullen de dynamiek, de creativiteit en het niveau van het Europese onderzoek aan het front van de kennis worden opgevoerd, zal het menselijke kapitaal in de sector onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief worden versterkt, zal de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa worden verhoogd en zal worden gezorgd voor een optimaal gebruik daarvan.

    Onder deze artikelen en posten vallen tevens de uitgaven voor door de Commissie georganiseerde vergaderingen, conferenties, workshops en seminars op hoogwetenschappelijk en -technologisch niveau en van Europees belang, en voor de financiering van analysen en beoordelingen van hoogwetenschappelijk en -technologisch niveau die in opdracht van de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden waarop maatregelen van de Unie gewenst zijn, te verkennen, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede de activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

    Deze kredieten dekken tevens de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor personeel, de uitgaven voor voorlichting en publicaties, administratieve en technische werkzaamheden en bepaalde andere uitgaven voor interne infrastructuur in verband met de verwezenlijking van de doelstelling van de activiteit waarop zij betrekking hebben, inclusief de acties en initiatieven die nodig zijn om de strategie van de Unie inzake onderzoek en technologische ontwikkeling uit te werken en te bewaken.

    Voor sommige van deze projecten bestaat de mogelijkheid dat derde landen of instituten uit derde landen deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Financiële bijdragen worden geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Ontvangsten van landen die zijn betrokken bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Eventuele ontvangsten uit bijdragen van externe instanties aan activiteiten van de Unie worden geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 21 van het Financieel Reglement.

    Extra kredieten zullen beschikbaar worden gesteld onder artikel 32 06 03.

    32 06 01     Onderzoek in verband met energie

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    170 878 000

    115 842 721

    162 633 457

    104 333 874

    174 357 016,05

    116 924 209,26

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van de doelstellingen en initiatieven van het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan). Deze betreffen voornamelijk: wind, zon, bio-energie, koolstofafvang en -opslag (CCS), en elektriciteitsnetten. In de onderkenning dat deze een belangrijke bijdrage aan toekomstige duurzame energiesystemen kunnen leveren, zullen vanaf 2012 twee derde van de kredieten besteed worden aan de beleidsterreinen voor hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie bij het eindgebruik.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig in artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    32 06 02     Onderzoek in verband met energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    26 249 000

    17 683 806

    29 455 000

    13 392 047

    25 093 338,—

    11 230 167,—

    Toelichting

    De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma (2007-2013) van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie en met name de specifieke thema’s „Energie”, „Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën”, „Milieu (met inbegrip van klimaatverandering)” en „Vervoer (met inbegrip van luchtvaart)” van het programma „Samenwerking”. Zij is belast met de volgende taken: ervoor zorgen dat Europa op wereldvlak een leiderspositie bekleedt om de marktdoorbraak van brandstofcel- en waterstoftechnologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTO&D) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen om markttekortkomingen te ondervangen, richt zich op de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijkt daardoor extra industriële inspanningen voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de OTO&D prioriteiten van de Joint Technology Initiative over brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; en de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

    Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

    Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

    32 06 03     Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    3 796 675,33

    5 275 528,35

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

    Overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

    32 06 04     Voltooiing van voorgaande programma’s

    32 06 04 01   Voltooiing van programma’s van vóór 2003

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

    Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

    Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

    Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

    Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

    Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

    Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

    32 06 04 02   Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    14 826 287

    p.m.

    22 681 277

    0,—

    25 790 450,38

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

    Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ENERGIE

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ENERGIE

    TITEL 33

    JUSTITIE

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    33 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE”

    38 567 096

    38 567 096

    38 605 939

    38 605 939

    39 511 825,29

    39 511 825,29

    Reserves (40 01 40)

     

     

    6 413

    6 413

     

     

     

    38 567 096

    38 567 096

    38 612 352

    38 612 352

    39 511 825,29

    39 511 825,29

    33 02

    GRONDRECHTEN EN BURGERSCHAP

    55 524 400

    48 903 610

    54 996 000

    48 118 826

    56 482 328,85

    48 317 328,23

    33 03

    JUSTITIE IN STRAFRECHTELIJKE EN BURGERLIJKE ZAKEN

    75 103 660

    58 266 535

    78 220 000

    61 771 157

    74 585 363,45

    61 591 801,28

    33 04

    DRUGSPREVENTIE EN -VOORLICHTING

    3 000 000

    2 797 242

    3 000 000

    2 830 016

    4 095 200,—

    2 668 162,77

    33 05

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

    3 500 000

    2 788 488

    3 400 000

    2 754 549

    3 187 025,—

    1 956 793,78

    33 06

    GELIJKHEID

    42 543 368

    33 176 001

    39 358 800

    32 964 707

    40 367 972,88

    34 767 919,87

     

    Titel 33 — Totaal

    218 238 524

    184 498 972

    217 580 739

    187 045 194

    218 229 715,47

    188 813 831,22

    Reserves (40 01 40)

     

     

    6 413

    6 413

     

     

     

    218 238 524

    184 498 972

    217 587 152

    187 051 607

    218 229 715,47

    188 813 831,22

    HOOFDSTUK 33 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE”

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    33 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE”

    33 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Justitie”

    5

    29 363 205

    29 278 629

    29 366 968,32

    33 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Justitie”

    33 01 02 01

    Extern personeel

    5

    3 126 611

    3 133 125

    3 423 269,78

    33 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

    5

    1 336 067

    1 441 795

    1 924 563,78

    Reserves (40 01 40)

     

     

    6 413

     

     

     

    1 336 067

    1 448 208

    1 924 563,78

     

    Artikel 33 01 02 — Subtotaal

     

    4 462 678

    4 574 920

    5 347 833,56

    Reserves (40 01 40)

     

     

    6 413

     

     

     

    4 462 678

    4 581 333

    5 347 833,56

    33 01 03

    Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Justitie”

    5

    1 858 213

    1 869 390

    2 202 987,21

    33 01 04

    Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Justitie”

    33 01 04 01

    Grondrechten en burgerschap — Uitgaven voor administratief beheer

    3.1

    300 000

    300 000

    300 000,—

    33 01 04 02

    Maatregelen ter bestrijding van geweld (Daphne) — Uitgaven voor administratief beheer

    3.1

    400 000

    400 000

    356 611,60

    33 01 04 03

    Strafrecht — Uitgaven voor administratief beheer

    3.1

    350 000

    350 000

    350 000,—

    33 01 04 04

    Civiel recht — Uitgaven voor administratief beheer

    3.1

    250 000

    250 000

    250 000,—

    33 01 04 05

    Drugspreventie en -voorlichting — Uitgaven voor administratief beheer

    3.1

    50 000

    50 000

    51 190,—

    33 01 04 06

    Progress programma — Uitgaven voor administratief beheer

    1.1

    1 533 000

    1 533 000

    1 286 234,60

     

    Artikel 33 01 04 — Subtotaal

     

    2 883 000

    2 883 000

    2 594 036,20

     

    Hoofdstuk 33 01 — Totaal

     

    38 567 096

    38 605 939

    39 511 825,29

    Reserves (40 01 40)

     

     

    6 413

     

     

     

    38 567 096

    38 612 352

    39 511 825,29

    33 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Justitie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    29 363 205

    29 278 629

    29 366 968,32

    33 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Justitie”

    33 01 02 01   Extern personeel

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 126 611

    3 133 125

    3 423 269,78

    33 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    33 01 02 11

    1 336 067

    1 441 795

    1 924 563,78

    Reserves (40 01 40)

     

    6 413

     

    Totaal

    1 336 067

    1 448 208

    1 924 563,78

    33 01 03     Uitgaven in verband met apparatuur en diensten voor informatie- en communicatietechnologie op het beleidsterrein „Justitie”

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 858 213

    1 869 390

    2 202 987,21

    33 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Justitie”

    33 01 04 01   Grondrechten en burgerschap — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    300 000

    300 000

    300 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 33 02 04.

    33 01 04 02   Maatregelen ter bestrijding van geweld (Daphne) — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    400 000

    400 000

    356 611,60

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 33 02 05.

    33 01 04 03   Strafrecht — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    350 000

    350 000

    350 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 33 03 04.

    33 01 04 04   Civiel recht — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    250 000

    250 000

    250 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 33 03 05.

    33 01 04 05   Drugspreventie en -voorlichting — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    50 000

    50 000

    51 190,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 33 04 01.

    33 01 04 06   Progress programma — Uitgaven voor administratief beheer

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 533 000

    1 533 000

    1 286 234,60

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven voor technische en administratieve bijstand voor de tenuitvoerlegging van acties ter bewerkstelliging van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het inspelen op de bijzondere behoeften van personen met een handicap;

    de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze begrotingslijn vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Zie artikel 33 06 01.

    HOOFDSTUK 33 02 — GRONDRECHTEN EN BURGERSCHAP

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    33 02

    GRONDRECHTEN EN BURGERSCHAP

    33 02 01

    Voltooiing van maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen

    3.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    6 222,34

    218 274,08

    33 02 02

    Voltooiing van de voorbereidende actie ter ondersteuning van het maatschappelijk middenveld in de nieuwe lidstaten

    3.1

    8 920,45

    8 920,45

    33 02 03

    Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

    33 02 03 01

    Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten — Bijdrage voor titels 1 en 2

    3.1

    13 354 880

    13 354 880

    13 168 151

    13 168 151

    14 045 000,—

    15 278 005,25

    33 02 03 02

    Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten — Bijdrage voor titel 3

    3.1

    7 669 520

    7 669 520

    7 027 849

    7 027 849

    6 135 020,—

    6 135 020,—

     

    Artikel 33 02 03 — Subtotaal

     

    21 024 400

    21 024 400

    20 196 000

    20 196 000

    20 180 020,—

    21 413 025,25

    33 02 04

    Grondrechten en burgerschap

    3.1

    15 500 000

    12 355 239

    15 300 000

    12 263 403

    13 811 166,06

    10 472 013,45

    33 02 05

    Geweldbestrijding (Daphne)

    3.1

    18 000 000

    15 023 971

    19 500 000

    14 716 084

    20 476 000,—

    15 407 366,70

    33 02 06

    Europese samenwerking tussen nationale en internationale autoriteiten verantwoordelijk voor rechten van het kind en het maatschappelijk middenveld ter bevordering en verdediging van de rechten van het kind

    3.1

    p.m.

    0,—

    641 338,10

    33 02 07

    Invoering op Europees niveau van een snellewaarschuwingsmechanisme voor ontvoeringen en verdwijningen van kinderen

    3.1

    p.m.

    0,—

    62 747,04

    33 02 08

    Voorbereidende actie — Standaardisering van nationale wetgeving op het gebied van geweld tegen vrouwen en tegen kinderen

    3.1

    p.m.

    0,—

    93 643,16

    33 02 09

    Proefproject — Pan-Europese methodologie voor de ontwikkeling van op feiten gebaseerd beleid inzake kinderrechten

    3.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    943 339

    2 000 000,—

    0,—

    33 02 10

    Proefproject — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

    3.1

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 33 02 — Totaal

     

    55 524 400

    48 903 610

    54 996 000

    48 118 826

    56 482 328,85

    48 317 328,23

    33 02 01     Voltooiing van maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    6 222,34

    218 274,08

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 293/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (het programma Daphne) (2000-2003) betreffende preventieve maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen (PB L 34 van 9.2.2000, blz. 1).

    Besluit nr. 803/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (2004-2008) ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen (Daphne II-programma) (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 1).

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    33 02 02     Voltooiing van de voorbereidende actie ter ondersteuning van het maatschappelijk middenveld in de nieuwe lidstaten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    8 920,45

    8 920,45

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    33 02 03     Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

    33 02 03 01   Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    13 354 880

    13 354 880

    13 168 151

    13 168 151

    14 045 000,—

    15 278 005,25

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

    Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Verordening (EG) nr. 168/2007 trad op 1 maart 2007 in werking. Op deze datum werd het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat omgevormd tot het Bureau, dat de rechtsopvolger van het Waarnemingscentrum werd, waarbij het alle juridische rechten en verplichtingen en financiële verplichtingen en arbeidsovereenkomsten van het Waarnemingscentrum overnam, zoals in artikel 23, lid 4, van Verordening (EG) nr. 168/2007 werd vastgesteld.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (PB L 151 van 10.6.1997, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1).

    33 02 03 02   Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    7 669 520

    7 669 520

    7 027 849

    7 027 849

    6 135 020,—

    6 135 020,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven (titel 3) van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, dat ten doel heeft de betrokken instellingen van de Unie en de autoriteiten van de lidstaten wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen, bijstand en expertise te verlenen op het gebied van de grondrechten, om hen te helpen de grondrechten volledig te eerbiedigen wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsgebieden maatregelen nemen of acties ontwerpen.

    Van het Bureau kan worden verwacht dat het de volgende operationele doelstellingen nastreeft/taken uitvoert:

    verlening van bijstand aan de instellingen van de Unie en aan de lidstaten;

    bevordering van de netwerkvorming tussen de belanghebbenden en van de dialoog op Europees niveau;

    bevordering en verspreiding van informatie en van bewustmakingsactiviteiten om meer bekendheid te geven aan de grondrechten;

    doeltreffende werking van de beheersstructuur en uitvoering van acties.

    Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Verordening (EG) nr. 168/2007 trad op 1 maart 2007 in werking. Op deze datum werd het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat omgevormd tot het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, dat de rechtsopvolger van het Waarnemingscentrum werd, waarbij het alle juridische rechten en verplichtingen en financiële verplichtingen en arbeidsovereenkomsten van het Waarnemingscentrum overnam, zoals in artikel 23, lid 4, van Verordening (EG) nr. 168/2007 werd vastgesteld.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 21 246 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 21 024 400 EUR is een bedrag van 221 600 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (PB L 151 van 10.6.1997, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1).

    33 02 04     Grondrechten en burgerschap

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    15 500 000

    12 355 239

    15 300 000

    12 263 403

    13 811 166,06

    10 472 013,45

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:

    bevordering van de totstandbrenging van een Europese samenleving die is gegrondvest op eerbiediging van de grondrechten, welke zijn neergelegd in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, waaronder de rechten die uit het burgerschap van de Unie voortvloeien;

    versterking van het maatschappelijk middenveld en aanmoediging van een open, transparante en regelmatige dialoog met het maatschappelijk middenveld over de grondrechten;

    bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat, Roma-haat en antisemitisme en bevordering van een beter interreligieus en intercultureel begrip en een grotere verdraagzaamheid in de gehele Unie;

    de contacten, de uitwisseling van informatie en het netwerken tussen gerechtelijke en bestuurlijke autoriteiten en beoefenaars van juridische beroepen verbeteren, onder meer door steun te verlenen voor justitiële opleiding, met het oog op meer wederzijds begrip tussen deze autoriteiten en beroepsbeoefenaars.

    Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende maatregelen:

    specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie;

    specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie lidstaten worden ingediend volgens de in de jaarlijkse werkprogramma’s uiteengezette voorwaarden;

    ondersteuning van de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die overeenkomstig de algemene doelstellingen van het programma een doel van algemeen belang nastreven, volgens de in de jaarlijkse programma’s uiteengezette voorwaarden, met inbegrip van netwerkactiviteiten van niet-gouvernementele organisaties ter bevordering van de rechten van kinderen;

    exploitatiesubsidies voor de medefinanciering van uitgaven in verband met het permanente werkprogramma van de Conferentie van de Europese Constitutionele Hoven en van de Vereniging van de Raden van State en van de Hoge Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie, die gegevensbanken bijhoudt met een pan-Europese verzameling van nationale uitspraken die verband houden met de uitvoering van het uniale recht, voor zover met de uitgaven een doelstelling van algemeen Europees belang wordt nagestreefd middels een uitwisseling van ideeën en ervaringen over de rechtspraak, de organisatie en de werkwijze van de leden bij de uitoefening van hun justitiële en/of adviserende taken met betrekking tot het uniale recht.

    Tevens dient dit krediet ter dekking van een bewustmakingscampagne over de uniale wetgeving ter bestrijding van discriminatie.

    Dit krediet dient tevens ter bevordering en ondersteuning van uniale acties betreffende de omstandigheden van detentie, naar aanleiding van de vervallen staat van een groot aantal penitentiaire inrichtingen in de lidstaten en de zware omstandigheden waar gedetineerden in moeten leven, ten dele als gevolg van overbevolking.

    Het dient bijgevolg eveneens ter financiering van:

    de bundeling van beste praktijken van publieke, private en non-profitorganisaties in de lidstaten die in deze sector actief zijn;

    ondersteunende maatregelen (zoals vergelijkende studies in de Unie) voor acties van de Unie in deze uiterst belangrijke sector, overeenkomstig de door de Commissie te nemen maatregelen (indiening op 14 juni 2011 van een Groenboek over de toepassing van Uniestrafwetgeving op het gebied van detentie), zoals vastgesteld in het Actieplan van Stockholm.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/252/EG van de Raad van 19 april 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Grondrechten en burgerschap voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 110 van 27.4.2007, blz. 33).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 definitief).

    33 02 05     Geweldbestrijding (Daphne)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    18 000 000

    15 023 971

    19 500 000

    14 716 084

    20 476 000,—

    15 407 366,70

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:

    bijdragen tot de bescherming van kinderen, jongeren en vrouwen tegen alle vormen van geweld, en een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang bereiken;

    bijdragen, met name als het gaat om kinderen, jongeren en vrouwen, tot de ontwikkeling van uniale beleidsmaatregelen en meer in het bijzonder tot die welke verband houden met de volksgezondheid, mensenrechten en gelijkheid van mannen en vrouwen, de bescherming van de kinderrechten en de strijd tegen gedwongen abortus, gedwongen sterilisatie, abortus volgens het geslacht, genitale verminking bij vrouwen, gedwongen huwelijken, mensenhandel en seksuele uitbuiting.

    Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende maatregelen:

    specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie;

    specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie lidstaten worden ingediend, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma’s uiteengezette voorwaarden;

    ondersteuning van de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die overeenkomstig de algemene doelstellingen van het programma een doel van algemeen Europees belang nastreven, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma’s uiteengezette voorwaarden;

    bescherming van kinderen, jongeren en vrouwen tegen, en voorkoming van alle vormen van geweld en commerciële seksuele uitbuiting, handel en andere vormen van misbruik, bijvoorbeeld genitale verminking van vrouwen, geweld op scholen en jeugdcriminaliteit, alsook de bevordering van de maatschappelijke herintegratie van slachtoffers van dergelijke vormen van misbruik;

    opzetten van voorlichtingscampagnes ter bestrijding van pedofilie, mensenhandel, seksuele uitbuiting, gedwongen abortus, genitale verminking bij vrouwen, gedwongen sterilisatie en gedwongen huwelijken, en ter voorkoming van jeugdcriminaliteit;

    bevordering van het creëren van instrumenten om in alle lidstaten volgens dezelfde procedures aangifte te kunnen doen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, alsmede vormen van vrouwenhandel met het oog op seksuele uitbuiting;

    proefprojecten en subsidies voor organisaties die, als onderdeel van activiteiten ter bescherming van kinderen en ter bestrijding van pedofilie op het internet, betrokken zijn bij de ontwikkeling en/of uitvoering van maatregelen ter voorkoming van het op het internet plaatsen van materiaal of beeldmateriaal dat betrekking heeft op kinderporno of inbreuk maakt op de menselijke waardigheid;

    uitwisseling van beste praktijken inzake acties naar aanleiding van geweld op scholen, maatregelen ter voorkoming en bestrijding van jeugdcriminaliteit, steun voor relevante initiatieven van ngo's en grensoverschrijdende samenwerking, proefprojecten op lokaal en regionaal niveau en netwerken van autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de behandeling van gevallen van jeugdcriminaliteit.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 779/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van een specifiek programma ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen voor de periode 2007-2013 (het Daphne III-programma) als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 173 van 3.7.2007, blz. 19).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 definitief).

    33 02 06     Europese samenwerking tussen nationale en internationale autoriteiten verantwoordelijk voor rechten van het kind en het maatschappelijk middenveld ter bevordering en verdediging van de rechten van het kind

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    0,—

    641 338,10

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    De voor deze actie bedoelde kredieten dienen voor de tenuitvoerlegging van de uniale strategie voor de rechten van het kind, overeenkomstig de mededeling van de Commissie „Naar een EU-strategie voor de rechten van het kind” (COM(2006) 367 definitief), zoals:

    coördinatie van binnen de Unie genomen maatregelen ter bestrijding van kinderarmoede;

    rechtstreekse maatregelen ter voorkoming van sociale uitsluiting van kinderen, smokkel van kinderen en kinderporno op het internet.

    Deze kredieten kunnen tevens worden gebruikt voor voorbereidende acties met bovenstaande doelen.

    Rechtsgronden

    Mededeling van de Commissie van 4 juli 2006: „Naar een EU-strategie voor de rechten van het kind” (COM(2006) 367 definitief).

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    33 02 07     Invoering op Europees niveau van een snellewaarschuwingsmechanisme voor ontvoeringen en verdwijningen van kinderen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    0,—

    62 747,04

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Dit artikel dient ter invoering in heel de Unie van een mechanisme bekend onder de naam „Amber Alert” (in gebruik in de Verenigde Staten van Amerika en in Griekenland) en „Alerte-Enlèvement” (in Frankrijk), daarbij de noodzaak van internationale koppeling benadrukkend.

    Na het succesvolle gebruik, in Frankrijk en Griekenland (en tevens in de VS en Canada), van systemen om het publiek te waarschuwen in gevallen van ontvoering (en/of verdwijning) van kinderen en bij ernstige bedreigingen voor de gezondheid of het leven van kinderen, wil de Commissie de lidstaten helpen bij het invoeren van gelijksoortige mechanismen. Mits alle lidstaten dergelijke mechanismen invoeren en communicatiekanalen worden ingericht, zal het oplossen van grensoverschrijdende gevallen mogelijk en eenvoudiger worden.

    Dit artikel dient ter financiering van de aanvullende kosten die verbonden kunnen zijn aan het invoeren van dit mechanisme. Typische kosten zijn bijvoorbeeld kosten voor het opzetten van altijd bereikbare contactpunten, gratis telefoonnummers en IT-netwerken.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    33 02 08     Voorbereidende actie — Standaardisering van nationale wetgeving op het gebied van geweld tegen vrouwen en tegen kinderen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    0,—

    93 643,16

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Het dient ter financiering van een voorbereidende actie van de Unie ter bevordering van preventieve maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen en jongeren van beide geslachten en tegen vrouwen, met het oog op het standaardiseren van nationale wetgeving op dit gebied. Doelen van de actie zijn:

    analyse van de huidige nationale wetgeving op het gebied van geweld tegen vrouwen, met aandacht voor alle soorten geweld: huiselijk geweld, seksueel geweld, prostitutie en smokkel, genitale verminking bij vrouwen en eerwraak;

    analyse van tekortkomingen bij de toepassing van wetgeving inzake geweld tegen vrouwen in elke lidstaat;

    uitvoering van het proces van harmonisering van de wetgeving op Europees niveau inzake geweld tegen vrouwen door het voorstellen van bepalingen ter vermindering van het geweld tegen vrouwen binnen de Unie.

    Rechtsgronden

    Voorbereidende actie in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    33 02 09     Proefproject — Pan-Europese methodologie voor de ontwikkeling van op feiten gebaseerd beleid inzake kinderrechten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    943 339

    2 000 000,—

    0,—

    Toelichting

    Op uniaal niveau bestaan er ernstige tekortkomingen en belemmeringen met betrekking tot het vergaren van betrouwbare en vergelijkbare statistieken inzake kinderen. Daarom moet een methodologie ontwikkeld worden voor het opstellen van indicatoren die specifiek betrekking hebben op kinderen.

    Doel van het proefproject is:

    bijeenbrengen van statistieken en beste praktijken met betrekking tot kinderen:

    de uitwisseling van informatie bevorderen, beste praktijken vastleggen en een overzicht publiceren van de stand van zaken in de 27 lidstaten;

    oprichting van een kennisbasis inzake kinderrechten, die instellingen van de Unie en lidstaten in staat moet stellen hun beleid aan te passen aan de hand van gedeelde knowhow;

    analyseren van de huidige wetgeving van de lidstaten op het gebied van de bescherming van kinderrechten;

    opstelling van indicatoren (kwantitatieve en kwalitatieve) en benchmarks, teneinde de vergelijkbaarheid, objectiviteit en betrouwbaarheid van gegevens inzake kinderen op Europees niveau te verbeteren, met name op het gebied van:

    armoede en sociale uitsluiting van kinderen;

    mishandeling en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderporno;

    huiselijk geweld;

    sekstoerisme;

    internationale ontvoering van kinderen ten gevolge van conflicten tussen ouders;

    kinderen met een handicap: beleidsmaatregelen ter ondersteuning van handicaps en ernstige aandoeningen;

    smokkel van kinderen;

    discriminatie op grond van geslacht (genitale verminking bij vrouwen, eerwraak, gedwongen huwelijken);

    eetstoornissen;

    verslaving (alcohol, tabak, drugs, medicijnen);

    vermiste kinderen;

    niet-begeleide minderjarigen;

    risico’s verbonden aan gedrags- en psychologische aspecten van het gebruik van nieuwe technologieën;

    jeugdcriminaliteit;

    betrekken en raadplegen van kinderen:

    ontwikkeling van een methodologie voor betrokkenheid en raadpleging op Europees en nationaal niveau waarmee a) kinderen kunnen worden gehoord en b) een constructieve en doeltreffende betrokkenheid van kinderen bij besluiten die hen betreffen wordt gegarandeerd, zoals bepaald in artikel 12 van het Verdrag van de Verenigde Naties voor de rechten van het kind;

    ontwikkeling van kindvriendelijke communicatie- en informatiesystemen voor de bekendmaking van uniale maatregelen op een wijze die is aangepast aan een jonger publiek.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    33 02 10     Proefproject — Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Het voorgestelde Europees Centrum voor pers- en mediavrijheid vloeit voort uit het Handvest van de Europese Unie van de grondrechten en het Europees Handvest voor persvrijheid, door te dienen als Europees meldpunt waar journalistieke organisaties of personen en actoren in de media melding kunnen maken van schendingen van die handvesten. Het centrum onderzoekt en documenteert dergelijke schendingen. Tevens doet het dienst als alarmcentrum voor acute gevallen, bijvoorbeeld door steun te organiseren voor journalisten die hulp nodig hebben. Het centrum maakt gebruik van input van een groot aantal bronnen, waaronder academische centra, regionale partners uit heel Europa en verschillende journalistieke organisaties.

    Het centrum moet alle 27 lidstaten bereiken, alsmede Kroatië en de kandidaat-lidstaten.

    Dit project vormt een aanvulling op bestaande acties die worden gefinancierd van de EU-begroting. Meer specifiek zal het een praktische tegenhanger vormen voor het academisch georiënteerde „Centrum voor mediapluralisme en mediavrijheid” gevestigd aan het Europees Universitair Instituut te Florence. Bovendien profiteert het van het werk van de door de Commissie opgerichte Groep op hoog niveau inzake mediavrijheid en -pluralisme en het komende rapport van die groep.

    Het proefproject dient ter financiering van de aanloopkosten van een dergelijk centrum en ter medefinanciering van de jaarlijkse exploitatiekosten.

    Vrijheid en pluralisme van de media, met inbegrip van een onafhankelijk mediabeheer, zijn wezenlijke elementen om uitoefening mogelijk te maken van de vrijheid van meningsuiting, een van de essentiële hoekstenen van de Europese Unie. Mediapluralisme en mediavrijheid zijn van essentieel belang voor onze democratische samenlevingen.

    Dit proefproject heeft tot doel in de 27 lidstaten en in (potentiële) kandidaat-lidstaten te zorgen voor de ondersteuning van journalistieke organisaties of personen en actoren in de media die melding maken van schendingen van het Europees Handvest voor persvrijheid.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 33 03 — JUSTITIE IN STRAFRECHTELIJKE EN BURGERLIJKE ZAKEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    33 03

    JUSTITIE IN STRAFRECHTELIJKE EN BURGERLIJKE ZAKEN

    33 03 01

    Voltooiing van bestaande programma’s voor justitiële samenwerking in burgerlijke zaken

    3.1

    p.m.

    p.m.

    0,—

    20 801,56

    33 03 02

    Eurojust

    33 03 02 01

    Eurojust — Bijdrage voor titels 1 en 2

    3.1

    22 302 366

    22 302 366

    23 447 325

    23 447 325

    23 956 698,—

    23 556 698,—

    33 03 02 02

    Eurojust — Bijdrage voor titel 3

    3.1

    7 751 294

    7 751 294

    8 222 675

    8 222 675

    7 777 042,—

    7 777 042,—

     

    Artikel 33 03 02 — Subtotaal

     

    30 053 660

    30 053 660

    31 670 000

    31 670 000

    31 733 740,—

    31 333 740,—

    33 03 04

    Strafrecht

    3.1

    27 500 000

    18 799 732

    26 950 000

    18 017 770

    26 500 000,—

    22 415 464,66

    33 03 05

    Civiel recht

    3.1

    16 550 000

    7 413 143

    16 100 000

    9 433 387

    15 625 449,26

    7 821 795,06

    33 03 06

    Proefproject — Effectbeoordeling van wetgevingsmaatregelen in het verbintenissenrecht

    3.1

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    400 000

    0,—

    0,—

    33 03 07

    Proefproject — Snelle en doeltreffende inning van openstaande vorderingen ten behoeve van internationaal opererende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s)

    3.1

    750 000

    2 000 000

    1 500 000

    726 174,19

    0,—

    33 03 08

    Proefproject — Europese justitiële opleiding

    3.1

    p.m.

    750 000

    1 500 000

    750 000

     

     

    33 03 09

    Proefproject — Voorlichtingsinstrument voor partners met twee nationaliteiten

    3.1

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 33 03 — Totaal

     

    75 103 660

    58 266 535

    78 220 000

    61 771 157

    74 585 363,45

    61 591 801,28

    33 03 01     Voltooiing van bestaande programma’s voor justitiële samenwerking in burgerlijke zaken

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    20 801,56

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1496/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een actieprogramma ter verbetering van de bekendheid van de juridische beroepskringen met het Gemeenschapsrecht (Robert Schuman-actie) (PB L 196 van 14.7.1998, blz. 24).

    Verordening (EG) nr. 290/2001 van de Raad van 12 februari 2001 tot verlenging van het stimulerings- en uitwisselingsprogramma voor beoefenaars van juridische beroepen op civielrechtelijk gebied (Grotius — civiel) (PB L 43 van 14.2.2001, blz. 1).

    Beschikking 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25).

    Verordening (EG) nr. 743/2002 van de Raad van 25 april 2002 tot vaststelling van een algemeen communautair kader voor activiteiten ter vergemakkelijking van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken (PB L 115 van 1.5.2002, blz. 1).

    Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

    33 03 02     Eurojust

    33 03 02 01   Eurojust — Bijdrage voor titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    22 302 366

    22 302 366

    23 447 325

    23 447 325

    23 956 698,—

    23 556 698,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van Eurojust (titels 1 en 2).

    Eurojust moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    De personeelsformatie van Eurojust is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    Rechtsgronden

    Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1).

    Besluit 2009/426/JBZ van de Raad van 16 december 2008 inzake het versterken van Eurojust en tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 138 van 4.6.2009, blz. 14).

    33 03 02 02   Eurojust — Bijdrage voor titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    7 751 294

    7 751 294

    8 222 675

    8 222 675

    7 777 042,—

    7 777 042,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van Eurojust met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

    Eurojust moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2013 in totaal 32 358 660 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 30 053 660 EUR is een bedrag van 2 305 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Rechtsgronden

    Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1).

    Besluit 2009/426/JBZ van de Raad van 16 december 2008 inzake het versterken van Eurojust en tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 138 van 4.6.2009, blz. 14).

    33 03 04     Strafrecht

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    27 500 000

    18 799 732

    26 950 000

    18 017 770

    26 500 000,—

    22 415 464,66

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:

    bevordering van de justitiële samenwerking, om bij te dragen aan de totstandbrenging van een ware Europese rechtsruimte in strafzaken die is gebaseerd op wederzijdse erkenning en wederzijds vertrouwen;

    bevordering van de wederzijdse erkenning van gerechtelijke instrumenten in de lidstaten, in het bijzonder bevelen tot inbeslagneming en confiscatie van activa die het resultaat zijn van illegale activiteiten van de georganiseerde misdaad, rekening houdend met de aanbevelingen van het Europees Parlement;

    bevordering van de aanpassing van de bestaande rechtsstelsels van de lidstaten aan de Unie, die een gebied zonder grenscontroles en met één munt is, waarin het vrije verkeer van personen, diensten, goederen en kapitaal is gewaarborgd;

    verbetering van het dagelijkse leven van burgers en bedrijven door deze in staat te stellen hun rechten in de gehele Unie te doen gelden, met name door de toegang tot de rechter te vergemakkelijken;

    verbetering van de contacten tussen justitiële en administratieve autoriteiten en beoefenaars van juridische beroepen en bevordering van de opleiding van de leden van de rechterlijke macht.

    Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende maatregelen:

    specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek, de ontwikkeling en implementatie van specifieke projecten (bijv. het opzetten van een geautomatiseerd systeem voor de uitwisseling van informatie uit strafregisters); opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie;

    specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie lidstaten worden ingediend, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma’s uiteengezette voorwaarden;

    ondersteuning van de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die overeenkomstig de algemene doelstellingen van het programma een doel van algemeen belang nastreven, volgens de in de jaarlijkse programma’s uiteengezette voorwaarden;

    exploitatiesubsidies ter medefinanciering van de uitgaven in verband met het permanente werkprogramma van het Europese netwerk voor justitiële opleiding, dat op het gebied van de opleiding van magistraten een doelstelling van algemeen Europees belang nastreeft.

    Een deel van dit krediet dient tevens ter dekking van een project voor het oprichten van een orgaan van Europese strafpleiters (Eurorights). Het orgaan zou de functie van ombudsman moeten vervullen om de problemen te onderzoeken waarmee de verdediging wordt geconfronteerd in de context van de Europese politiële en justitiële samenwerking.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/126/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Strafrecht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 13).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 definitief).

    33 03 05     Civiel recht

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    16 550 000

    7 413 143

    16 100 000

    9 433 387

    15 625 449,26

    7 821 795,06

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:

    bevordering van de justitiële samenwerking om bij te dragen aan de totstandbrenging van een ware Europese rechtsruimte in burgerlijke zaken, die is gebaseerd op wederzijdse erkenning en wederzijds vertrouwen;

    bevordering van het wegnemen van de hinderpalen voor een goed verloop van grensoverschrijdende civielrechtelijke procedures in de lidstaten;

    verbetering van het dagelijkse leven van burgers en bedrijven door deze in staat te stellen hun rechten in de gehele Unie te doen gelden, met name door de toegang tot de rechter te vergemakkelijken;

    verbetering van de contacten, de uitwisseling van informatie en de netwerken tussen justitiële, gerechtelijke en bestuurlijke autoriteiten en beoefenaars van juridische beroepen, onder meer door steun te verlenen voor de justitiële opleiding, met het oog op meer wederzijds begrip onder deze autoriteiten en beroepsbeoefenaars.

    Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van de volgende maatregelen:

    specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie;

    specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie lidstaten worden ingediend, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma’s uiteengezette voorwaarden;

    ondersteuning van de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die overeenkomstig de algemene doelstellingen van het programma een doel van algemeen belang nastreven, volgens de in de jaarlijkse programma’s uiteengezette voorwaarden;

    exploitatiesubsidies ten behoeve van de medefinanciering van uitgaven in verband met het permanente werkprogramma van het Europees netwerk van de Raden voor de rechtspraak en van het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie, voor zover met die uitgaven een doelstelling van algemeen Europees belang wordt nagestreefd, door de uitwisseling te bevorderen van ideeën en ervaringen over de rechtspraak, de organisatie en de werkwijze van de leden bij de uitoefening van hun justitiële en/of adviserende taken, met name met betrekking tot het uniale recht;

    maatregelen ter ondersteuning van het opzetten van online testamentenregisters voor de lidstaten die beschikken over een testamentenregister, of die hierover willen beschikken.

    Rechtsgronden

    Beschikking 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25).

    Besluit nr. 1149/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Civiel recht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 16).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 definitief).

    33 03 06     Proefproject — Effectbeoordeling van wetgevingsmaatregelen in het verbintenissenrecht

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    400 000

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd voor de financiering van de volgende maatregelen:

    uitvoering van een juridische en economische effectbeoordeling van wetgevingsmaatregelen in het verbintenissenrecht;

    onderzoek en ontwikkeling van het gemeenschappelijk referentiekader (Common frame of Reference — CFR) en andere academische werkzaamheden op het gebied van Europees verbintenissenrecht.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    33 03 07     Proefproject — Snelle en doeltreffende inning van openstaande vorderingen ten behoeve van internationaal opererende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    750 000

    2 000 000

    1 500 000

    726 174,19

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet is bestemd om de financiële situatie van kmo's die in hun lidstaat van vestiging en grensoverschrijdend actief zijn te verbeteren door hen te helpen bij het beheren en innen van uitstaande vorderingen. De kmo’s worden geholpen bij het optimaliseren van hun bedrijfsvoering door een verbeterde toegang tot en verspreiding van informatie op het gebied van instrumenten en opties voor krediet- en vorderingenbeheer. Tevens moeten het gebruik, het begrip en de bewustwording van de beschikbare rechtsinstrumenten worden verbeterd. In dit proefproject zullen door middel van meertalige op de praktijk gebaseerde richtsnoeren het onderwerp en de methodologie van krediet- en vorderingenbeheer worden geïntroduceerd en de toepassing worden uitgelegd van de bestaande rechtsinstrumenten op de nationale en grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen (Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (PB L 399 van 30.12.2006, blz. 1), Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 1), Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 15), Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1) enz.). Bovendien worden decentraal in heel Europa evenementen georganiseerd, bijvoorbeeld via de netwerken van kamers van koophandel en industrie, organisaties die kmo's vertegenwoordigen of andere faciliteiten voor handelsbevordering, om kmo’s informatie te bieden inzake het krediet- en vorderingenbeheer en de beschikbare rechtsinstrumenten.

    Initiatieven om de kmo's te informeren over krediet- en vorderingenbeheer en de daarvoor beschikbare rechtsinstrumenten zullen worden voortgezet en uitgebreid. Ook zullen er initiatieven worden genomen ten behoeve van studenten die beroepsopleidingsprogramma’s volgen en zullen er onderwijsmodules worden opgezet waarvan de inhoud geïntegreerd en gebruikt kan worden in voortgezette beroepsopleiding en voortgezette cursussen voor jonge ondernemers. Daarnaast worden er bewustmakingscampagnes gelanceerd om de aandacht te vestigen op het krediet- en vorderingenbeheer en om de kmo's vertrouwd te maken met nationale en uniale rechtsinstrumenten en de door het eJustice-portaal geboden mogelijkheden. Een en ander wordt ondersteund door de verspreiding van meertalige, op de praktijk gebaseerde richtsnoeren waarin het thema en de methoden van krediet- en vorderingenbeheer worden ingeleid en de toepassing van de bestaande rechtsinstrumenten voor het innen van vorderingen wordt uitgelegd. Bovendien wordt dit proefproject uitgebreid tot kmo's die in hun lidstaat van vestiging opereren.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    33 03 08     Proefproject — Europese justitiële opleiding

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    750 000

    1 500 000

    750 000

     

     

    Toelichting

    Een specifiek proefproject voor justitiële opleiding kan bijdragen aan het bereiken van de doelstelling van het ontwikkelen van een Europese justitiële cultuur, zoals aangegeven in het Stockholm-programma en een aantal resoluties van het Europees Parlement in 2009 en 2010. De middelen voor dit proefproject zullen dienen om een bijdrage te leveren aan:

    de vaststelling van beste praktijken voor de opleiding van rechters, aanklagers en juristen op het gebied van nationale rechtssystemen en -tradities, alsmede van uniaal recht;

    de vaststelling van beste praktijken om opleidingen op het gebied van uniaal recht en van nationale rechtsstelsels en -tradities toegankelijk te maken voor rechters, aanklagers en juristen op lokaal niveau, en de bevordering van de dialoog en coördinatie tussen rechters en aanklagers in de Unie;

    de bevordering van de uitwisseling van deze beste praktijken tussen de aanbieders van justitiële opleiding in de Unie en de verspreiding ervan in de hele Unie;

    de verbetering van de samenwerking tussen het Europees netwerk voor justitiële opleiding en de nationale instellingen voor justitiële opleiding met aanbieders van justitiële opleiding, zoals de Academie voor Europees recht, en met beroepsorganisaties op Europees niveau, zoals het Europees netwerk van de Raden voor de rechtspraak, het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges, de Vereniging van de Raden van State en van de Hoge Administratieve Rechtscolleges en het Eurojustitie-netwerk van Europese procureurs-generaal.

    Het proefproject zou kunnen worden gecoördineerd door ten minste drie nationale justitiële opleidingsinstellingen, in samenwerking met ten minste één Europese justitiële opleidingsinstelling.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    33 03 09     Proefproject — Voorlichtingsinstrument voor partners met twee nationaliteiten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Volgens de meest recente gegevens trouwen er in Europa elk jaar 300 000 partners met een verschillende nationaliteit. 129 000 van deze huwelijken eindigen met een echtscheiding of scheiding van tafel en bed.

    Dit fenomeen heeft de afgelopen jaren geleid tot een drastische toename van jurisdictiegeschillen betreffende de voogdij over kinderen van partners met een verschillende nationaliteit en tot een toename van het aantal internationale ontvoeringen van minderjarigen.

    Dit project heeft tot doel een voorlichtingsinstrument te creëren voor alle partners met een verschillende nationaliteit op het vlak van ouderlijke verantwoordelijkheden en de rechten van kinderen ingeval van echtscheiding of scheiding van tafel en bed van de ouders.

    Met dit instrument wordt getracht te zorgen voor „geïnformeerde toestemming” om de verschillen tussen de rechtsstelsels van de lidstaten te benadrukken met betrekking tot de gevolgen van echtscheiding en/of scheiding van tafel en bed, de regels betreffende voogdij van minderjarigen krachtens internationale overeenkomsten en de gevolgen van internationale ontvoeringen van kinderen, met name betreffende de gevolgen voor de kinderen in kwestie.

    De ervaring van de bemiddelaar van het Europees Parlement inzake grensoverschrijdende ontvoering van kinderen heeft aangetoond dat een brede waaier aan situaties kan ontstaan uit de onzekerheid van de toepasbare wetgeving, jurisdictiegeschillen en het totaal gebrek aan kennis en bewustzijn met betrekking tot de rechten en plichten van partners met een verschillende nationaliteit.

    Acties:

    vergelijking van nationale wetten van de lidstaten met betrekking tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed en voogdij over kinderen;

    ontwikkeling van voorlichtingsinstrumenten (zoals een vademecum, praktische gidsen, brochures, enz.) om alle nodige informatie te verstrekken (rechten, plichten en verantwoordelijkheden van ouders en jegens de kinderen);

    betrokkenheid van alle bevoegde autoriteiten van de lidstaten bij de verspreiding van deze informatie;

    instrumenten om te zorgen voor meer kennis en bewustzijn bij partners met een verschillende nationaliteit.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 33 04 — DRUGSPREVENTIE EN -VOORLICHTING

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    33 04

    DRUGSPREVENTIE EN -VOORLICHTING

    33 04 01

    Drugspreventie en -voorlichting

    3.1

    3 000 000

    2 797 242

    3 000 000

    2 830 016

    4 095 200,—

    2 668 162,77

     

    Hoofdstuk 33 04 — Totaal

     

    3 000 000

    2 797 242

    3 000 000

    2 830 016

    4 095 200,—

    2 668 162,77

    33 04 01     Drugspreventie en -voorlichting

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 000 000

    2 797 242

    3 000 000

    2 830 016

    4 095 200,—

    2 668 162,77

    Toelichting

    Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:

    voorkoming en beperking van drugsgebruik, verslaving en drugsgerelateerde schade;

    bijdragen tot de verbetering van de voorlichting over drugsgebruik;

    de uitvoering van de uniale drugsstrategie ondersteunen.

    Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van de volgende maatregelen:

    specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie, of

    specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste twee lidstaten of ten minste een lidstaat en een andere staat, die een toetredings- of kandidaat-land is, worden ingediend, volgens de in het jaarlijkse werkprogramma uiteengezette voorwaarden, of

    ondersteuning van de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die overeenkomstig de algemene doelstellingen van het programma een doel van algemeen belang nastreven, volgens de in de jaarlijkse programma’s uiteengezette voorwaarden, of

    initiatieven op het gebied van voorkoming en beperking van drugsgebruik en strategische activiteiten ter bestrijding van andere drugsgerelateerde verslavingen.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1150/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Drugspreventie en -voorlichting voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 23).

    Referentiebesluiten

    Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 definitief).

    HOOFDSTUK 33 05 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    33 05

    BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

    33 05 01

    Prince — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

    3.1

    2 900 000

    2 354 414

    2 800 000

    2 377 214

    2 700 000,—

    1 488 053,59

    33 05 02

    Evaluatie en effectbeoordeling

    3.1

    600 000

    434 074

    600 000

    377 335

    487 025,—

    468 740,19

     

    Hoofdstuk 33 05 — Totaal

     

    3 500 000

    2 788 488

    3 400 000

    2 754 549

    3 187 025,—

    1 956 793,78

    33 05 01     Prince — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 900 000

    2 354 414

    2 800 000

    2 377 214

    2 700 000,—

    1 488 053,59

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor prioritaire informatiemaatregelen op het gebied van justitie.

    Het dient ter financiering van voorlichtingsacties en communicatiemaatregelen op het gebied van justitie met betrekking tot de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (interne websites, openbare evenementen, communicatieproducten, Eurobarometer-enquêtes enz.). Deze maatregelen zijn bedoeld als effectief kanaal voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Unie, de belanghebbenden en de instellingen van de Unie, waarbij, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten, rekening wordt gehouden met specifieke nationale, regionale en plaatselijke kenmerken.

    De Commissie heeft een reeks mededelingen aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie (COM(2001) 354 definitief en COM(2002) 350 definitief) vastgesteld. In deze mededelingen wordt een kader voorgesteld voor interinstitutionele samenwerking die uitgebreid wordt tot de lidstaten met het oog op de ontwikkeling van een voorlichtings- en communicatiestrategie van de Unie.

    De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, stelt gezamenlijke richtsnoeren vast voor de onderwerpen die onder de interinstitutionele samenwerking op het gebied van het uniale voorlichtings- en communicatiebeleid vallen. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte gecentraliseerde en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. De IGV stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van door de Commissie verstrekte informatie.

    Rechtsgronden

    Taken voortvloeiend uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    33 05 02     Evaluatie en effectbeoordeling

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    600 000

    434 074

    600 000

    377 335

    487 025,—

    468 740,19

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

    het uitbreiden van evaluatie tot alle activiteiten (beleid en wetgeving);

    het scheppen van meer ruimte voor evaluatie in de strategische planning en programmering;

    het afronden van de methodologische werkzaamheden die nodig zijn voor het ontwikkelen van beleidsevaluatie;

    het toepassen van het beleidsevaluatiekader op alle belangrijke beleidsterreinen van het Stockholm-programma;

    het voorbereiden van de uitvoering van proefprojecten en voorbereidende acties.

    Rechtsgronden

    Taken die voortvloeien uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    HOOFDSTUK 33 06 — GELIJKHEID

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    33 06

    GELIJKHEID

    33 06 01

    Discriminatiebestrijding en verscheidenheid

    1.1

    22 283 000

    16 783 972

    21 000 000

    17 237 770

    20 735 593,26

    16 853 406,57

    33 06 02

    Gelijkheid van mannen en vrouwen

    1.1

    12 938 000

    9 569 661

    12 458 000

    9 072 511

    12 102 379,62

    9 653 728,11

    33 06 03

    Europees Instituut voor gendergelijkheid

    33 06 03 01

    Europees Instituut voor gendergelijkheid — Bijdrage aan titels 1 en 2

    1.1

    2 885 800

    2 885 800

    2 318 277

    2 318 277

    3 390 000,—

    3 390 000,—

    33 06 03 02

    Instituut voor gendergelijkheid — Bijdrage aan titel 3

    1.1

    3 436 568

    3 436 568

    3 582 523

    3 582 523

    4 140 000,—

    4 140 000,—

     

    Artikel 33 06 03 — Subtotaal

     

    6 322 368

    6 322 368

    5 900 800

    5 900 800

    7 530 000,—

    7 530 000,—

    33 06 04

    Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007)

    1.1

    0,—

    0,—

    33 06 05

    Afronding van voorgaande programma’s

    1.1

    p.m.

    453 626

    0,—

    267 110,76

    33 06 06

    Steun voor de huishoudelijke kosten van het Europees Platform van niet-gouvernementele organisaties uit de sociale sector

    3.2

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    33 06 07

    Proefproject — Werkgelegenheid voor personen met een handicap in het autistisch spectrum

    1.1

    p.m.

    300 000

    0,—

    463 674,43

    33 06 09

    Proefproject — Ontwikkeling van indicatoren om de tenuitvoerlegging van het Europees Handvest voor gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven te meten

    3.1

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

     

    Hoofdstuk 33 06 — Totaal

     

    42 543 368

    33 176 001

    39 358 800

    32 964 707

    40 367 972,88

    34 767 919,87

    33 06 01     Discriminatiebestrijding en verscheidenheid

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    22 283 000

    16 783 972

    21 000 000

    17 237 770

    20 735 593,26

    16 853 406,57

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter ondersteuning van de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van het non-discriminatiebeginsel en de integratie daarvan in alle beleidsterreinen van de Unie door:

    het inzicht in de discriminatie ten aanzien van alle kwetsbare groepen, met bijzondere aandacht voor personen met een handicap, te verbeteren, met name via analysen en studies en zo nodig de opstelling van statistieken en indicatoren, alsmede de beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen van bestaande wetgeving, beleid en benaderingen;

    de tenuitvoerlegging van de non-discriminatiewetgeving van de Unie te ondersteunen door doeltreffende monitoring, door seminars voor degenen die op dit gebied actief zijn en door netwerken tussen gespecialiseerde instanties die zich met discriminatiebestrijding bezighouden, alsmede door voorlichtingscampagnes over de non-discriminatierichtlijnen van de EU, namelijk de richtlijnen 2000/43/EG, 2000/78/EG en 2004/113/EG;

    de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en discussie te bevorderen — ook tussen de bij racismebestrijding betrokken niet-gouvernementele organisaties, regionale en lokale actoren, sociale partners en andere belanghebbende partijen — over de voornaamste problemen en beleidskwesties in verband met discriminatie en de integratie van de bestrijding van racisme in alle beleidsterreinen van de Unie;

    de capaciteit van de belangrijkste Unienetwerken te vergroten om de strategieën en beleidsdoelstellingen van de Europese Unie te bevorderen en verder te ontwikkelen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g) van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Overeenkomstig de verklaring van de Commissie betreffende Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1) is een toereikende niet toegewezen marge in het kader van het uitgavenplafond van rubriek 1a gelaten, waarbij de begrotingsautoriteit, d.w.z. het Europees Parlement en de Raad, kan besluiten om het bedrag van het Progress-programma in de periode 2011-2013 met maximaal 20 000 000 EUR te verhogen overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

    33 06 02     Gelijkheid van mannen en vrouwen

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    12 938 000

    9 569 661

    12 458 000

    9 072 511

    12 102 379,62

    9 653 728,11

    Toelichting

    Dit krediet is bedoeld ter ondersteuning van de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijkheid van mannen en vrouwen en ter bevordering van de integratie van de genderdimensie in alle beleidsterreinen van de Unie door:

    het inzicht in de situatie met betrekking tot gendervraagstukken en de integratie van de genderdimensie in het beleid te verbeteren, met name via analysen en studies, de uitwisseling van goede werkwijzen en zo nodig de opstelling van statistieken en indicatoren, onder meer met het oog op de herwaardering van werk ter bevordering van de gelijkheid, met als doel het bevorderen van gelijke betaling voor mannen en vrouwen, alsmede de beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen van bestaande wetgeving, maatregelen en werkwijzen;

    de tenuitvoerlegging van de wetgeving van de Unie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen te ondersteunen via doeltreffend toezicht, het organiseren van seminars voor in de sector werkzame personen en de totstandbrenging van netwerken tussen gespecialiseerde instanties die actief zijn op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen;

    de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden, de communicatie te verbeteren en de discussie over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met de gelijkheid van mannen en vrouwen, waaronder het belang van de combinatie van beroeps- en gezinsleven (bijvoorbeeld voor mantelzorgers), de integratie van de genderdimensie in het beleid en genderbewust budgetteren te bevorderen als goed beheersinstrument om doeltreffendheid en eerlijkheid te verbeteren;

    de capaciteit van de belangrijkste Unienetwerken te vergroten om de strategieën en beleidsdoelstellingen van de Unie ter bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen te ondersteunen en verder te ontwikkelen.

    Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Overeenkomstig de verklaring van de Commissie bij Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1) is een toereikende niet toegewezen marge in het kader van het uitgavenplafond van rubriek 1a gelaten, waarbij de begrotingsautoriteit, d.w.z. het Europees Parlement en de Raad, kan besluiten om het bedrag van het Progress-programma in de periode 2011-2013 met maximaal 20 000 000 EUR te verhogen overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

    33 06 03     Europees Instituut voor gendergelijkheid

    33 06 03 01   Europees Instituut voor gendergelijkheid — Bijdrage aan titels 1 en 2

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    2 885 800

    2 885 800

    2 318 277

    2 318 277

    3 390 000,—

    3 390 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de personeels- en administratieve uitgaven van het Instituut (titels 1 en 2).

    Het Instituut moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen beleids- en administratieve uitgaven.

    De personeelsformatie van het Instituut is opgenomen in de bijlage „Personeel” bij deze afdeling.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten. Overeenkomstig Besluit 2006/996/EG in onderlinge overeenstemming genomen door de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van 11 december 2006 betreffende de plaats van vestiging van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 61) is het Instituut gevestigd in Vilnius.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12 2006, blz. 9).

    33 06 03 02   Instituut voor gendergelijkheid — Bijdrage aan titel 3

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    3 436 568

    3 436 568

    3 582 523

    3 582 523

    4 140 000,—

    4 140 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Instituut (titel 3).

    Het Instituut moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen beleids- en administratieve uitgaven.

    De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 21, lid 3, onder c) van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

    De bijdrage van de Unie voor 2013 bedraagt in het totaal 7 478 368 EUR. Aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 6 322 638 EUR is een bedrag van 1 156 000 EUR toegevoegd afkomstig van de terugvordering van overschotten.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12 2006, blz. 9).

    33 06 04     Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen steunde maatregelen die gericht waren op de bewustmaking dat moet worden gewerkt aan een hechtere samenleving die verschillen toejuicht en dat het aanzienlijke acquis van de Unie inzake gelijkheid en non-discriminatie moet worden geëerbiedigd, alsmede op het stimuleren van het debat en de dialoog over kwesties die essentieel zijn voor de verwezenlijking van een rechtvaardige samenleving.

    In overeenstemming met Besluit nr. 771/2006/EG is dit artikel bestemd voor de ondersteuning van de nationale activiteiten die de lidstaten overeenkomstig hun nationale strategie en prioriteiten voor het Europees Jaar zouden uitvoeren en ter dekking van de kosten in verband met de organisatie van de Unieconferentie die het Europees Jaar afsluit door de lidstaat die op dat moment het voorzitterschap van de Raad bekleedt. Een deel van het krediet dient ook ter dekking van de kosten in verband met de organisatie van een Eurobarometerenquête om de trends en de vorderingen die met het Europees Jaar zijn bereikt, te meten.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 771/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007) — Naar een rechtvaardige samenleving (PB L 146 van 31.5.2006, blz. 1).

    33 06 05     Afronding van voorgaande programma’s

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    453 626

    0,—

    267 110,76

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van oude artikelen en posten.

    Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven in deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

    De kandidaat-lidstaten kunnen een beroep doen op het pretoetredingsinstrument Phare ter dekking van de uitgaven voor hun deelname aan het programma’s.

    Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 21, lid 2, onder e) tot en met g), van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487).

    Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).

    Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

    Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

    Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).

    Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).

    Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).

    Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).

    Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).

    Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).

    Referentiebesluiten

    Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

    Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 136, 137 en 140 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (artikelen 151, 153 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

    33 06 06     Steun voor de huishoudelijke kosten van het Europees Platform van niet-gouvernementele organisaties uit de sociale sector

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Dit artikel dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het platform van de sociale niet-gouvernementele organisaties in Europa.

    Het sociale platform versterkt de participatieve democratie in de Unie door niet-gouvernementele organisaties uit de sociale sector consequent te betrekken bij een gestructureerde maatschappelijke dialoog met de instellingen van de Unie. Het levert ook een meerwaarde voor de sociale beleidsvorming in de Unie op en versterkt het maatschappelijk middenveld in de nieuwe lidstaten.

    Rechtsgronden

    Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

    33 06 07     Proefproject — Werkgelegenheid voor personen met een handicap in het autistisch spectrum

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    300 000

    0,—

    463 674,43

    Toelichting

    Dit proefproject is bedoeld om initiatieven te financieren ter ondersteuning van beleid met het oog op werkgelegenheid voor en maatschappelijke integratie van personen die aan autisme lijden. Het proefproject moet daarom innoverende, geïntegreerde projecten ondersteunen ter bestrijding van de meervoudige nadelen waarmee personen met een handicap in het autistisch spectrum te maken hebben, door rekening te houden met hun sterke kanten en hun integratie in de arbeidsmarkt en in sociale en economische activiteiten te bevorderen.

    De te financieren maatregelen zullen met name gericht zijn op:

    het verwerven van meer inzicht in autisme en in de problemen en hinderpalen waarop mensen met autisme stuiten bij de toegang tot de arbeidsmarkt;

    het vaststellen welke tastbare arbeidsmarktmaatregelen zouden moeten worden genomen om werkloosheid te voorkomen en het percentage werkende mensen met autisme te vergroten (volgende sommige bronnen heeft 62 % van de volwassenen die aan autisme lijden in het geheel geen werk, volgens andere heeft slechts 6 % van de volwassenen met een handicap in het autistisch spectrum een betaalde voltijdbaan);

    het in kaart brengen van bestaand beleid in de lidstaten en van de soorten maatregelen om de banenkansen van personen die aan autisme lijden te vergroten en om hen te helpen een baan te vinden en te behouden;

    het beoordelen van de doeltreffendheid van de getroffen maatregelen;

    het bevorderen van de uitwisseling van beste praktijken.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    33 06 09     Proefproject — Ontwikkeling van indicatoren om de tenuitvoerlegging van het Europees Handvest voor gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven te meten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    1 000 000

    500 000

     

     

     

     

    Toelichting

    Het Europees Handvest voor gelijkheid van vrouwen en mannen in het lokale leven creëert potentieel voor maatregelen van plaatselijke autoriteiten op het gebied van gendergelijkheid. Om politiek doeltreffend te zijn moeten de verschillende doelstellingen die zijn opgenomen in het Handvest worden vertaald in relevante indicatoren (die specifiek en duidelijk meetbaar zijn, grondig en omvattend, realistisch en aanpasbaar) die toelaten de huidige stand van de tenuitvoerlegging af te wegen tegen de doelstellingen van het Handvest. In het kader van het proefproject dienen maatregelen te worden gefinancierd om dergelijke indicatoren te ontwikkelen om zo de tenuitvoerlegging van het Handvest te beoordelen (in lijn met de vervolgmaatregelen van de Unie in het kader van het proces van Peking van de VN). Het Europees Instituut voor gendergelijkheid heeft ervaring met het ontwikkelen van indicatoren en kan dan ook samenwerken met plaatselijke autoriteiten. Het proefproject heeft een looptijd van 2 jaar met een totale begroting van 1 miljoen EUR, en stelt plaatselijke actoren in staat beter toezicht te houden op de tenuitvoerlegging van het Handvest.

    Rechtsgronden

    Proefproject in de zin van artikel 54, lid 2, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

    ADMINISTRATIEVE STEUN VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE

    TITEL 40

    RESERVES

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    40 01

    RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    6 829 200

    6 829 200

    3 500 000

    3 500 000

    0,—

    0,—

    40 02

    RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

    1 043 006 985

    268 563 836

    859 600 505

    191 683 477

    0,—

    0,—

    40 03

    NEGATIEVE RESERVE

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Titel 40 — Totaal

    1 049 836 185

    275 393 036

    863 100 505

    195 183 477

    0,—

    0,—

    HOOFDSTUK 40 01 — RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    40 01

    RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    40 01 40

    Administratieve reserve

     

    6 829 200

    3 500 000

    0,—

    40 01 42

    Reserve voor onvoorziene uitgaven

    5

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Hoofdstuk 40 01 — Totaal

     

    6 829 200

    3 500 000

    0,—

    40 01 40     Administratieve reserve

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 829 200

    3 500 000

    0,—

    Toelichting

    Het krediet van dit artikel heeft uitsluitend het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving naar de desbetreffende begrotingslijnen worden gebruikt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

    1.

    Artikel

    24 01 06

    Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

    3 929 200

    2.

    Post

    29 01 04 05

    Europees statistisch programma 2013-2017 — Uitgaven voor administratief beheer

    2 900 000

     

     

     

    Totaal

    6 829 200

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    40 01 42     Reserve voor onvoorziene uitgaven

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    HOOFDSTUK 40 02 — RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    40 02

    RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

    40 02 40

    Niet-gesplitste kredieten

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    40 02 41

    Gesplitste kredieten

     

    278 891 985

    188 563 836

    100 663 505

    101 683 477

    0,—

    0,—

    40 02 42

    Reserve voor noodhulp

    4

    264 115 000

    80 000 000

    258 937 000

    90 000 000

    0,—

    0,—

    40 02 43

    Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

    1.1

    500 000 000

    p.m.

    500 000 000

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 40 02 — Totaal

     

    1 043 006 985

    268 563 836

    859 600 505

    191 683 477

    0,—

    0,—

    40 02 40     Niet-gesplitste kredieten

    Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    De kredieten in de titel „Reserves” zijn slechts bedoeld voor twee situaties: a) indien er geen basishandeling bestaat voor de betrokken maatregel op het ogenblik dat de begroting wordt vastgesteld, en b) indien er ernstige gronden zijn om te twijfelen aan de geschiktheid van de kredieten of aan de mogelijkheid om de kredieten die op de betrokken begrotingslijnen zijn opgevoerd, te gebruiken in omstandigheden die beantwoorden aan een goed financieel beheer. De in dit artikel opgevoerde kredieten mogen enkel gebruikt worden na overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 27 van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    40 02 41     Gesplitste kredieten

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    278 891 985

    188 563 836

    100 663 505

    101 683 477

    0,—

    0,—

    Toelichting

    De kredieten in de titel „Reserves” zijn slechts bedoeld voor twee situaties: a) indien er geen basishandeling bestaat voor de betrokken maatregel op het ogenblik dat de begroting wordt vastgesteld, en b) indien er ernstige gronden zijn om te twijfelen aan de geschiktheid van de kredieten of aan de mogelijkheid om de kredieten die op de betrokken begrotingslijnen zijn opgevoerd, te gebruiken in omstandigheden die beantwoorden aan een goed financieel beheer. De in dit artikel opgevoerde kredieten mogen enkel gebruikt worden na overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 27 van het Financieel Reglement.

    Het gaat om de volgende kredieten (vastleggingskredieten, betalingskredieten):

    1.

    Post

    09 02 03 01

    Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titels 1 en 2

    391 985

    391 985

    2.

    Artikel

    11 03 01

    Internationale visserijovereenkomsten

    115 220 000

    113 885 651

    3.

    Artikel

    12 02 01

    Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

    1 500 000

    1 500 000

    4.

    Post

    12 04 02 01

    Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titels 1 en 2

    1 500 000

    1 500 000

    5.

    Artikel

    18 02 04

    Schengeninformatiesysteem (SIS II)

    12 750 000

    7 500 000

    6.

    Artikel

    18 02 05

    Visuminformatiesysteem (VIS)

    1 750 000

    5 471 400

    7.

    Artikel

    18 02 06

    Buitengrenzenfonds

    83 000 000

    44 200 000

    8.

    Artikel

    18 02 07

    Schengenevaluatie

    730 000

    721 546

    9.

    Artikel

    18 05 08

    Preventie en paraatheid inzake terrorisme en beheersing van de gevolgen ervan

    2 420 000

    1 550 000

    10.

    Artikel

    18 05 09

    Preventie en bestrijding van criminaliteit

    10 630 000

    7 000 000

    11.

    Artikel

    29 02 05

    Europees statistisch programma 2013-2017

    49 000 000

    4 843 254

     

     

     

    Totaal

    278 891 985

    188 563 836

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    40 02 42     Reserve voor noodhulp

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    264 115 000

    80 000 000

    258 937 000

    90 000 000

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Deze reserve is, overeenkomstig punt 25 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, bedoeld om een snelle reactie mogelijk te maken op specifieke hulpbehoeften van derde landen ingevolge gebeurtenissen die bij de opstelling van de begroting niet te voorzien waren. Het gaat hierbij in de eerste plaats om humanitaire acties, maar ook om door de omstandigheden gerechtvaardigde acties op het gebied van civiele crisisbeheersing en civiele bescherming. Het jaarlijkse bedrag van de reserve wordt voor de duur van het financiële kader vastgesteld op 221 000 000 EUR, in constante prijzen.

    De reserve wordt als voorziening opgenomen in de algemene begroting. De bijbehorende kredieten voor vastleggingen worden op de begroting opgevoerd, zo nodig boven de maxima.

    Wanneer de Commissie van oordeel is dat de reserve moet worden aangesproken, legt zij de twee takken van de begrotingsautoriteit een voorstel tot overschrijving uit de reserve naar de desbetreffende begrotingsonderdelen voor.

    Tegelijk met haar overschrijvingsvoorstel leidt de Commissie een trialoogprocedure in, zo nodig in vereenvoudigde vorm, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak om van de reserve gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag.

    Referentiebesluiten

    Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    40 02 43     Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    500 000 000

    p.m.

    500 000 000

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Deze reserve is, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, bedoeld om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, teneinde hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.

    De werkwijze voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds is vastgesteld in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 en in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1).

    Referentiebesluiten

    Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

    HOOFDSTUK 40 03 — NEGATIEVE RESERVE

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    FK

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    40 03

    NEGATIEVE RESERVE

    40 03 01

    Negatieve reserve (Rubriek 3b — Burgerschap)

    3.2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    40 03 02

    Negatieve reserve (Rubriek 4 — De EU als mondiale partner)

    4

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

     

    Hoofdstuk 40 03 — Totaal

     

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    40 03 01     Negatieve reserve (Rubriek 3b — Burgerschap)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Het beginsel van een negatieve reserve is vastgesteld bij artikel 47, van het Financieel Reglement. Het gebruik van deze reserve moet vóór het einde van het begrotingsjaar plaatsvinden door middel van overschrijvingen volgens de procedure van de artikelen 26 en 27 van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    40 03 02     Negatieve reserve (Rubriek 4 — De EU als mondiale partner)

    Cijfers (Gesplitste kredieten)

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    Vastleggingen

    Betalingen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,—

    0,—

    Toelichting

    Het beginsel van een negatieve reserve is vastgesteld bij artikel 47, van het Financieel Reglement. Het gebruik van deze reserve moet vóór het einde van het begrotingsjaar plaatsvinden door middel van overschrijvingen volgens de procedure van de artikelen 26 en 27 van het Financieel Reglement.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    BIJLAGEN

    EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

    Krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte nemen de staten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) (met uitzondering van Zwitserland) deel aan een groot aantal uniale beleidsmaatregelen die onder de rubrieken 1a, 3a, 3b, 4 en 5 van het meerjarig financieel kader vallen, in ruil voor een financiële bijdrage in de beleidskredieten die wordt berekend op grond van een „evenredigheidsfactor”. Deze evenredigheidsfactor is gelijk aan de som van de ratio's die verkregen worden door het bruto binnenlands product tegen marktprijzen van elke EVA-staat te delen door het bruto binnenlands product tegen marktprijzen van alle lidstaten plus dat van de betrokken EVA-staat.

    Voor 2013 wordt de evenredigheidsfactor geraamd op 2,80 % (op basis van de cijfers van 2011).

    Deze financiële bijdragen zullen niet formeel worden opgevoerd in de begroting; bij elk begrotingsonderdeel dat betrekking heeft op activiteiten waaraan EVA-landen deelnemen, zal de EVA-bijdrage worden aangegeven als p.m-post. De overzichtstabel van de betrokken begrotingsonderdelen en de bedragen van de EVA-bijdrage per begrotingsonderdeel is als bijlage opgenomen in de algemene begroting van de Unie. De totale EVA-bijdrage aan de beleidskredieten voor 2013 wordt geraamd op ongeveer 369 914 677 EUR aan vastleggingskredieten. De EVA-landen dragen eveneens bij in de administratieve uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van deze beleidsmaatregelen. De cijfers en begrotingsonderdelen betreffende de bijdragen van de EVA-landen worden nog met deze landen besproken en moeten om die reden als voorlopig worden beschouwd.

     

    Omschrijving

    Begroting 2013

    EVA-bijdrage

    Vastleggingen (7)

    Betalingen (7)

    Vastleggingen

    Betalingen

    XX 01 02 01

    Extern personeel bij de instelling

    132 735 390

    132 735 390

    194 868

    194 868

    XX 01 02 11

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    143 147 000

    143 147 000

    1 004 500

    1 004 500

    26 01 22 02

    Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

    203 592 000

    203 592 000

    507 153

    507 153

    26 01 22 03

    Uitgaven voor gebouwen in Brussel

    71 229 000

    71 229 000

    177 433

    177 433

    26 01 23 02

    Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

    40 091 000

    40 091 000

    99 868

    99 868

    26 01 23 03

    Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

    17 481 000

    17 481 000

    43 546

    43 546

     

    SUBTOTAAL ADMINISTRATIEF GEDEELTE

    608 275 390

    608 275 390

    2 027 368

    2 027 368

    01 04 04

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

    208 950 000

    110 000 000

    5 850 600

    3 080 000

    01 04 05

    Voltooiing van het programma voor ondernemingen: verbetering van het financiële klimaat voor het midden- en kleinbedrijf (mkb)

    p.m.

    9 884 191

    p.m.

    276 757

    01 04 06

    Voltooiing van het initiatief „Werkgelegenheid” (1998-2000)

    p.m.

    p.m

    p.m.

    p.m

    02 01 04 01

    Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie — Uitgaven voor administratief beheer (8)

    1 000 000

    1 000 000

    p.m.

    p.m.

    02 01 04 04

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie — Uitgaven voor administratief beheer

    5 000 000

    5 000 000

    140 000

    140 000

    02 01 04 05

    Europese programma's voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) — Uitgaven voor administratief beheer (9)

    1 000 000

    1 000 000

    26 800

    26 800

    02 01 04 06

    Europees programma voor aardobservatie (GMES) — Uitgaven voor administratief beheer (10)

    1 000 000

    1 000 000

    52 500

    52 500.

    02 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage uit het Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

    7 583 000

    7 583 000

    212 324

    212 324

    02 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    11 184 000

    11 184 000

    313 152

    313 152

    02 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    3 650 000

    3 650 000

    102 200

    102 200

    02 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    5 150 000

    5 150 000

    144 200

    144 200

    02 02 01

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

    161 500 000

    115 000 000

    4 522 000

    3 220 000

    02 02 02 02

    Voltooiing en aanvulling van de werkzaamheden betreffende het programma voor ondernemingen en ondernemerschap, dat voornamelijk gericht is op het midden- en kleinbedrijf

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    02 02 15

    Europees programma voor aardobservatie (GMES) (10)

    55 000 000

    36 571 507

    2 489 100

    1 811 338

    02 03 01

    Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie (8)

    19 300 000

    13 831 868

    p.m.

    p.m.

    02 03 03 01

    Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen — Bijdrage tot de titels 1 en 2

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    02 03 03 02

    Europees Agentschap voor chemische stoffen — Wetgeving over chemische stoffen — Bijdrage tot titel 3

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    02 04 01 01

    Ruimtevaartonderzoek

    312 710 000

    249 081 618

    8 755 880

    6 974 285

    02 04 01 02

    Veiligheidsonderzoek

    300 730 000

    154 193 382

    8 420 440

    4 317 415

    02 04 01 03

    Onderzoek in verband met vervoer (Galileo)

    137 657 000

    79 073 529

    3 854 396

    2 214 059

    02 04 02

    Voorbereidende activiteiten — Versterking van het Europese veiligheidsonderzoek

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    02 04 04 01

    Voltooiing van programma's (vóór 2003)

    p.m.

    p.m.

    02 04 04 02

    Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de EG (2003 tot 2006)

    296 526

    8 303

    02 05 01

    Europese programma's voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (9)

    p.m.

    355 830 882

    10 057 000 (11)

    19 593 268

    02 05 02 01

    Europees GNSS-Agentschap — Bijdrage aan titels 1 en 2 (9)

    9 337 065

    9 337 065

    250 233

    250 233

    02 05 02 02

    Europees GNSS-Agentschap — Bijdrage aan titel 3 (9)

    2 362 935

    2 362 935

    63 327

    63 327

    04 01 04 04

    Eures (European Employment Services) — Uitgaven voor administratief beheer

    470 000

    470 000

    13 160

    13 160

    04 01 04 08

    Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en acties ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen — Uitgaven voor administratief beheer (8)

    400 000

    400 000

    p.m.

    p.m.

    04 01 04 10

    Progress — Uitgaven voor administratief beheer

    2 847 000

    2 847 000

    79 716

    79 716

    04 03 04

    Eures (European Employment Services)

    21 300 000

    13 837 868

    596 400

    387 460

    04 03 05

    Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van sociale zekerheidsstelsels en maatregelen voor personen met een handicap en migranten, m.i.v. migranten uit derde landen (8)

    5 692 000

    4 645 570

    p.m.

    p.m.

    04 03 15

    Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012) (8)

    p.m.

    296 526

    p.m.

    p.m.

    04 04 01 01

    Werkgelegenheid

    20 808 000

    16 803 125

    582 624

    470 488

    04 04 01 02

    Sociale bescherming en integratie

    28 735 000

    24 216 268

    804 580

    678 056

    04 04 01 03

    Arbeidsomstandigheden

    7 893 000

    7 413 143

    221 004

    207 568

    04 04 01 06

    Steun voor de uitvoering

    1 200 000

    1 186 103

    33 600

    33 211

    04 04 04 02

    Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk — Bijdrage titels 1 en 2

    6 978 964

    6 978 964

    195 411

    195 411

    04 04 04 03

    Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk — Bijdrage titel 3

    7 056 036

    7 056 036

    197 569

    197 569

    04 04 07

    Voltooiing van vroegere programma's

    p.m.

    494 210

    p.m.

    13 838

    04 04 12

    Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2010

    p.m.

    444 789

    p.m.

    12 454

    06 01 04 01

    Marco Polo II-programma — Uitgaven voor administratief beheer

    120 000

    120 000

    3 360

    3 360

    06 01 04 32

    Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage uit het Marco Polo II-programma

    1 555 000

    1 555 000

    43 540

    43 540

    06 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    5 750 000

    5 750 000

    161 000

    161 000

    06 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    2 800 000

    2 800 000

    78 400

    78 400

    06 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    1 100 000

    1 100 000

    30 800

    30 800

    06 02 01 01

    Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart — Bijdrage titels 1 en 2

    26 435 440

    26 435 440

    740 192

    740 192

    06 02 01 02

    Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart — Bijdrage titel 3

    8 120 371

    8 120 371

    227 370

    227 370

    06 02 02 01

    Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Bijdrage aan titels 1 en 2

    22 776 724

    22 776 724

    637 748

    637 748

    06 02 02 02

    Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Bijdrage aan titel 3

    8 431 789

    9 000 000

    236 090

    252 000

    06 02 02 03

    Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

    22 663 000

    18 414 450

    634 564

    515 605

    06 02 06

    Marco Polo II-programma

    60 000 000

    24 710 478

    1 680 000

    691 893

    06 02 07

    Voltooiing van het Marco Polo-programma

    p.m.

    p.m.

    06 02 08 01

    Europees Spoorwegbureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

    17 853 400

    17 853 400

    499 895

    499 895

    06 02 08 02

    Europees Spoorwegbureau — Bijdrage aan titel 3

    7 018 000

    7 018 000

    196 504

    196 504

    06 06 02 01

    Onderzoek in verband met energie en vervoer (inclusief luchtvaart)

    p.m.

    10 542 392

    p.m.

    295 187

    06 06 02 02

    Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart) — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    2 656 000

    2 305 982

    74 368

    64 567

    06 06 02 03

    Gemeenschappelijke Onderneming Sesar

    58 324 795

    29 652 574

    1 633 094

    830 272

    06 06 05 01

    Voltooiing van programma's (vóór 2003)

    p.m.

    p.m.

    06 06 05 02

    Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de EG (2003-2006)

    582 998

    16 324

    07 03 09 01

    Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titels 1 en 2

    22 835 305

    22 835 305

    639 389

    639 389

    07 03 09 02

    Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titel 3

    12 962 092

    12 962 092

    362 939

    362 939

    08 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (Ercea)

    39 000 000

    39 000 000

    1 092 000

    1 092 000

    08 01 04 31

    Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

    49 300 000

    49 300 000

    1 380 400

    1 380 400

    08 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    104 953 000

    104 953 000

    2 938 684

    2 938 684

    08 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    24 672 000

    24 672 000

    690 816

    690 816

    08 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    44 016 000

    44 016 000

    1 232 448

    1 232 448

    08 02 01

    Samenwerking — Gezondheid

    796 240 000

    534 563 000

    22 294 720

    14 967 764

    08 02 02

    Samenwerking — Gezondheid — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

    207 068 000

    100 719 908

    5 797 904

    2 820 157

    08 02 03

    Samenwerking — Gezondheid — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

    4 240 000

    4 190 897

    118 720

    117 345

    08 03 01

    Samenwerking — Voeding, landbouw en visserij, en biotechnologie

    361 475 000

    257 924 000

    10 121 300

    7 221 872

    08 04 01

    Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën

    609 914 000

    496 708 000

    17 077 592

    13 907 824

    08 04 02

    Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    8 792 000

    7 107 722

    246 176

    199 016

    08 05 01

    Samenwerking — Energie

    201 580 000

    130 366 551

    5 644 240

    3 650 263

    08 05 02

    Samenwerking — Energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    15 006 000

    13 190 453

    420 168

    369 333

    08 05 03

    Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    1 239 000

    1 224 651

    34 692

    34 290

    08 06 01

    Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)

    335 135 000

    239 976 301

    9 383 780

    6 719 336

    08 06 02

    Samenwerking — Milieu — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    3 951 000

    2 671 697

    110 628

    74 808

    08 07 01

    Samenwerking — Vervoer (inclusief luchtvaart)

    311 890 000

    309 711 246

    8 732 920

    8 671 915

    08 07 02

    Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

    226 514 477

    121 725 043

    6 342 405

    3 408 301

    08 07 03

    Samenwerking — Vervoer — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

    2 888 523

    2 361 333

    80 879

    66 117

    08 07 04

    Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    17 526 000

    10 672 950

    490 728

    298 843

    08 08 01

    Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen

    112 181 000

    55 311 934

    3 141 068

    1 548 734

    08 09 01

    Samenwerking — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    08 10 01

    Ideeën

    1 707 158 000

    989 690 500

    47 800 424

    27 711 334

    08 12 01

    Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

    74 663 000

    128 463 844

    2 090 564

    3 596 988

    08 13 01

    Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen

    273 226 000

    215 923 122

    7 650 328

    6 045 847

    08 14 01

    Capaciteiten — Kennisregio's

    27 231 000

    16 506 599

    762 468

    462 185

    08 15 01

    Capaciteiten — Onderzoekspotentieel

    73 939 000

    55 351 471

    2 070 292

    1 549 841

    08 16 01

    Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij

    63 376 000

    32 080 131

    1 774 528

    898 244

    08 17 01

    Capaciteiten — Internationale samenwerkingsactiviteiten

    39 683 000

    27 277 402

    1 111 124

    763 767

    08 18 01

    Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

    50 000 000

    49 420 956

    1 400 000

    1 383 787

    08 19 01

    Capaciteiten — Ondersteuning van de coherente ontwikkeling van het onderzoeksbeleid

    13 411 000

    8 895 772

    375 508

    249 082

    08 22 01

    Voltooiing van programma's van vóór 1999

    08 22 02 01

    Voltooiing van het vijfde kaderprogramma van de EG (1998-2002)

    08 22 03 01

    Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de EG (2003-2006)

    24 960 548

    698 895

    09 01 04 03

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie — Uitgaven voor administratief beheer

    1 480 000

    1 480 000

    41 440

    41 440

    09 01 04 04

    Safer Internet programma — Uitgaven voor administratief beheer

    150 000

    150 000

    4 200

    4 200

    09 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    48 600 000

    48 600 000

    1 360 800

    1 360 800

    09 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    12 875 000

    12 875 000

    360 500

    360 500

    09 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    17 455 000

    17 455 000

    488 740

    488 740

    09 02 02 01

    Safer Internet programma

    2 700 000

    10 576 085

    75 600

    296 130

    09 02 02 02

    Afwikkeling van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

    p.m.

    p.m.

    09 02 03 01

    Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage titels 1 en 2

    5 826 443

    5 826 443

    163 140

    163 140

    09 02 03 02

    Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bureau  — Bijdrage titel 3

    2 379 815

    2 379 815

    66 635

    66 635

    09 02 04 01

    Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau — Bijdrage aan titels 1 en 2 (8)

    3 165 705

    3 165 705

    p.m.

    p.m.

    09 02 04 02

    Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau — Bijdrage aan titel 3 (8)

    602 991

    602 991

    p.m.

    p.m.

    09 03 01

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-PSP)

    144 265 000

    98 841 912

    4 039 420

    2 767 574

    09 03 02

    Afwikkeling van e-Inhoud plus — Promotie van de Europese digitale inhoud

    1 367 988

    38 304

    09 03 04 01

    Voltooiing van trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie (eTEN)

    p.m.

    p.m.

    09 03 04 02

    Voltooiing van het Modinis-programma

    p.m.

    p.m.

    09 04 01 01

    Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

    1 301 428 065

    1 015 600 643

    36 439 986

    28 436 818

    09 04 01 02

    Samenwerking — Informatie en communicatietechnologie  — Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

    65 000 000

    19 016 953

    1 820 000

    532 475

    09 04 01 03

    Samenwerking — Informatie en communicatietechnologie — Uitgaven ter ondersteuning van de Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

    911 793

    901 234

    25 530

    25 235

    09 04 01 04

    Samenwerking — Informatie en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Eniac

    110 000 000

    35 143 790

    3 080 000

    984 026

    09 04 01 05

    Samenwerking — Informatie en communicatietechnologie — Uitgaven ter ondersteuning van de Gemeenschappelijke Onderneming Eniac

    429 142

    424 172

    12 016

    11 877

    09 04 03

    Voltooiing van voorafgaande kaderprogramma's van de EG (van vóór 2007)

    10 872 610

    304 433

    09 05 01

    Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

    37 403 000

    53 948 802

    1 047 284

    1 510 566

    10 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    145 865 475

    145 865 475

    4 084 233

    4 084 233

    10 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    32 407 225

    32 407 225

    907 402

    907 402

    10 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    64 031 900

    64 031 900

    1 792 893

    1 792 893

    10 02 01

    Niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

    32 898 000

    28 664 154

    921 144

    802 596

    10 04 01 01

    Voltooiing van vroeger gemeenschappelijke programma's — EG

    p.m.

    p.m.

    12 01 04 01

    Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt — Uitgaven voor administratief beheer (8)

    700 000

    700 000

    p.m.

    p.m.

    12 02 01

    Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt (8)

    7 100 000

    7 907 353

    p.m.

    p.m.

    12 04 02 01

    Europese Bankautoriteit — Bijdrage aan titels 1 en 2 (8)

    7 833 000

    7 833 000

    p.m.

    p.m.

    12 04 02 02

    Europese Bankautoriteit — Bijdrage aan titel 3 (8)

    1 122 000

    1 122 000

    p.m.

    p.m.

    12 04 03 01

    Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage aan titels 1 en 2 (8)

    5 260 000

    5 260 000

    p.m.

    p.m.

    12 04 03 02

    Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage aan titel 3 (8)

    1 125 000

    1 125 000

    p.m.

    p.m.

    12 04 04 01

    Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage aan titels 1 en 2 (8)

    5 663 000

    5 663 000

    p.m.

    p.m.

    12 04 04 02

    Europese autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage aan titel 3 (8)

    1 251 000

    1 251 000

    p.m.

    p.m.

    15 01 04 14

    Erasmus Mundus — Uitgaven voor administratief beheer

    914 000

    914 000

    25 592

    25 592

    15 01 04 22

    Een leven lang leren — Uitgaven voor administratief beheer

    8 500 000

    8 500 000

    238 000

    238 000

    15 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma's onder rubriek 1a

    21 395 000

    21 395 000

    599 060

    599 060

    15 01 04 31

    Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma's onder rubriek 3b

    15 572 000

    15 572 000

    436 016

    436 016

    15 01 04 44

    Cultuur (2007-2013) — Uitgaven voor administratief beheer

    550 000

    550 000

    15 400

    15 400

    15 01 04 55

    Jeugd in actie — Uitgaven voor administratief beheer

    780 000

    780 000

    21 840

    21 840

    15 01 04 60

    Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector — Uitgaven voor administratief beheer

    725 000

    725 000

    20 300

    20 300

    15 01 04 68

    Media Mundus — Uitgaven voor administratief beheer (8)

    75 000

    75 000

    2 070

    2 070

    15 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    1 952 000

    1 952 000

    54 656

    54 656

    15 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    700 000

    700 000

    19 600

    19 600

    15 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    348 000

    348 000

    9 744

    9 744

    15 02 02

    Erasmus Mundis

    110 791 000

    86 140 726

    3 102 148

    2 411 940

    15 02 09

    Voltooiing van vorige programma's op het gebied van onderwijs en opleiding

    p.m.

    p.m.

    15 02 11 01

    Europees Instituut voor innovatie en technologie — Beheersstructuur

    4 765 110

    4 215 716

    133 423

    118 040

    15 02 11 02

    Europees Instituut voor innovatie en technologie — Kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG)

    118 300 000

    90 015 023

    3 312 400

    2 520 421

    15 02 22

    Programma „Een leven lang leren”

    1 131 174 154

    1 015 000 000

    31 672 876

    28 420 000

    15 04 09 01

    Voltooiing van vorige programma's/acties op het gebied van cultuur en taal

    p.m.

    p.m.

    15 04 09 02

    Voltooiing van voorgaande Media-programma's

    p.m.

    p.m.

    15 04 44

    Programma „Cultuur” (2007-2013)

    59 356 000

    50 014 007

    1 661 968

    1 400 392

    15 04 66 01

    Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

    108 109 000

    98 248 860

    3 027 052

    2 750 968

    15 04 68

    Media Mundus (8)

    4 500 000

    4 546 728

    124 200

    125 490

    15 05 09

    Voltooiing van vorige programma's/acties op het gebied van jeugd

    p.m.

    p.m.

    15 05 55

    Jeugd in actie

    141 450 000

    126 023 438

    3 960 600

    3 528 656

    15 07 77

    Mensen

    959 252 000

    725 000 000

    26 859 056

    20 300 000

    17 01 04 02

    Maatregelen van de Unie op het gebied van gezondheid — Uitgaven voor administratief beheer

    1 500 000

    1 500 000

    42 000

    42 000

    17 01 04 03

    Maatregelen van de Unie op het gebied van consumentenbescherming — Uitgaven voor administratief beheer

    1 100 000

    1 100 000

    30 800

    30 800

    17 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten — Bijdrage van programma's onder rubriek 3b

    5 900 000

    5 900 000

    165 200

    165 200

    17 02 01

    Voltooiing van Unieactiviteiten ten behoeve van de consumenten

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    17 02 02

    Unieactie op het gebied van consumentenbescherming

    20 700 000

    18 779 963

    579 600

    525 839

    17 03 01 01

    Voltooiing van het programma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008))

    p.m.

    2 965 257

    p.m.

    83 027

    17 03 03 01

    Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titels 1 en 2

    37 390 000

    37 390 000

    1 046 920

    1 046 920

    17 03 03 02

    Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titel 3

    19 337 000

    19 337 000

    541 436

    541 436

    17 03 06

    Actie van de Unie op het gebied van gezondheid

    49 800 000

    38 054 136

    1 394 400

    1 065 516

    17 03 07 01

    Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titels 1 en 2 (12)

    46 890 000

    46 890 000

    1 294 164

    1 294 164

    17 03 07 02

    Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titel 3 (12)

    27 444 000

    24 980 000

    757 454

    689 448

    17 03 10 01

    Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

    6 165 000

    6 165 000

    172 620

    172 620

    17 03 10 02

    Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titel 3

    27 065 000

    27 065 000

    757 820

    757 820

    17 03 10 03

    Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

    6 000 000

    6 000 000

    168 000

    168 000

    23 01 04 02

    Civiele bescherming — Uitgaven voor administratief beheer

    300 000

    300 000

    8 400

    8 400

    23 03 01

    Civiele bescherming binnen de Unie

    18 200 000

    14 332 077

    509 600

    401 298

    23 03 03

    Voltooiing van eerdere programma's en acties op het gebied van civiele bescherming en verontreiniging van de zee

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    23 03 06

    Interventies in het kader van de civiele bescherming in derde landen

    5 000 000

    3 755 993

    140 000

    105 168

    26 01 04 01

    Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) — Uitgaven voor administratief beheer

    400 000

    400 000

    11 200

    11 200

    26 03 01 01

    Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA)

    25 700 000

    10 872 610

    719 600

    304 433

    26 03 01 02

    Voltooiing van eerdere IDA- en IDABC-programma's

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    29 01 04 01

    Uniaal Statistisch Programma 2008 tot en met /2012 — Uitgaven voor administratief beheer (13)

    p.m.

    p.m.

    29 01 04 04

    Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (MEETS) — Uitgaven voor administratief beheer (13)

    280 000

    280 000

    5 880

    5 880

    29 01 04 05

    Europees statistisch programma 2013-2017 — Uitgaven voor administratief beheer (8)

    2 900 000

    2 900 000

    p.m.

    p.m.

    29 02 01

    Voltooiing van het beleid inzake statistische informatie (13)

    p.m.

    988 419

    p.m.

    20 757

    29 02 03

    Voltooiing van het statistisch programma van de Unie 2008 tot 2012 (13)

    24 117 426

    506 466

    29 02 04

    Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (Meets) (13)

    5 000 000

    5 485 726

    105 000

    115 200

    29 02 05

    Europees statistisch programma 2013-2017 (8)

    49 000 000

    4 843 254

    p.m.

    p.m.

    32 01 04 06

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa” — Uitgaven voor administratief beheer

    800 000

    800 000

    22 400

    22 400

    32 01 04 30

    Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage uit het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

    6 542 000

    6 542 000

    183 176

    183 176

    32 01 05 01

    Uitgaven voor onderzoekspersoneel

    1 950 000

    1 950 000

    54 600

    54 600

    32 01 05 02

    Extern personeel voor onderzoek

    950 000

    950 000

    26 600

    26 600

    32 01 05 03

    Overige beheersuitgaven voor onderzoek

    1 200 000

    1 200 000

    33 600

    33 600

    32 04 01

    Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

    p.m.

    p.m.

    32 04 02

    Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) extern gedeelte — Coopener

    p.m.

    p.m.

    32 04 04

    Voltooiing van het kaderprogramma Energie (1999-2002) — Conventionele en duurzame energie

    32 04 06

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

    132 250 000

    80 000 000

    3 703 000

    2 240 000

    32 04 10 01

    Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titels 1 en 2 (8)

    6 967 383

    6 967 383

    p.m.

    p.m.

    32 04 10 02

    Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titel 3 (8)

    402 412

    402 412

    p.m.

    p.m.

    32 06 01

    Onderzoek in verband met energie

    170 878 000

    115 842 721

    4 784 584

    3 243 596

    32 06 02

    Onderzoek in verband met energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

    26 249 000

    17 683 806

    734 972

    495 147

    32 06 04 01

    Voltooiing van programma's (vóór 2003)

    p.m.

    p.m.

    32 06 04 02

    Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de EG (2003-2006)

    p.m.

    14 826 287

    p.m.

    415 136

    33 01 04 02

    Maatregelen ter bestrijding van geweld (Daphne) — Uitgaven voor administratief beheer

    400 000

    400 000

    11 200

    11 200

    33 01 04 05

    Drugspreventie en -voorlichting — Uitgaven voor administratief beheer

    50 000

    50 000

    1 400

    1 400

    33 01 04 06

    Programma Progress — Uitgaven voor administratief beheer

    1 533 000

    1 533 000

    42 924

    42 924

    33 02 01

    Voltooiing van maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    33 02 05

    Geweldbestrijding (Daphne)

    18 000 000

    15 023 971

    504 000

    420 671

    33 04 01

    Drugspreventie en -voorlichting

    3 000 000

    2 797 242

    84 000

    78 323

    33 06 01

    Discriminatiebestrijding en verscheidenheid

    22 283 000

    16 783 972

    623 924

    469 951

    33 06 02

    Gelijkheid mannen en vrouwen

    12 938 000

    9 569 661

    362 264

    267 951

    33 06 05

    Voltooiing van vroegere programma's

    p.m.

    p.m.

     

    SUBTOTAAL OPERATIONEEL GEDEELTE

    12 939 764 529

    10 071 091 406

    369 914 677

    290 212 783

     

    TOTAAL

    13 548 039 919

    10 679 366 796

    371 942 045

    292 240 151

    LIJST VAN VOOR KANDIDAAT-LIDSTATEN OPENGESTELDE BEGROTINGSONDERDELEN EN IN VOORKOMEND GEVAL VAN POTENTIËLE KANDIDAAT-LIDSTATEN VAN DE WESTELIJKE BALKAN

    (AL = Albanië; BA = Bosnië en Herzegovina; HR = Kroatië; MK = voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (voorlopige code die geen invloed op de definitieve naam van het land heeft, die aan het einde van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgesteld); ME = Montenegro; RS = Republiek Servië; TR = Turkije; Kosovo* = Kosovo onder internationaal bestuur op basis van Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad)

    Totale bijdrage van de derde landen

    (in miljoen EUR)

     

    Begunstigde staten

    HR

    MK

    TR

    AL

    BA

    ME

    RS

    Kosovo*

    Totaal

    01 04 04

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

    02 02 01, 02 01 04 04 en 02 01 04 30

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

    04 04 01 en 04 01 04 10

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Progress

    06 02 06, 06 01 04 01 en 06 01 04 32

    0,1075

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,1075

    Programma Marco Polo II

    07 03 07 en 07 01 04 01

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    LIFE + — Financieringsinstrument voor het milieu — 2007-2013

    07 03 09 01 en 07 03 09 02

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Europees Milieuagentschap

    09 02 02 01 en 09 01 04 04

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,175

    p.m.

    0,175

    Programma Safer Internet

    09 03 01 en 09 01 04 03

    0,499

    0,082

    2,778

    p.m.

    p.m.

    0,035

    0,395

    p.m.

    3,790

    Kaderprogramma Concurrentievermogen en Innovatie

    09 04 02

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

    14 04 02 en 14 01 04 02 (gedeeltelijk)

    0,08

    0,05

    0,16

    0,05

    p.m.

    0,04

    0,10

    p.m.

    0,48

    Douane 2013

    14 05 03 en 14 01 04 02 (gedeeltelijk)

    0,09

    0,04

    0,10

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,08

    p.m.

    0,31

    Fiscalis 2013

    15 02 22, 15 01 04 22 en 15 01 04 30 (gedeeltelijk)

    9,925

    0,085

    117,925

    0,105

    0,145

    0,035

    0,365

    p.m.

    128,585

    Programma „Een leven lang leren”

    15 04 44, 15 01 04 44 en 15 01 04 31 (gedeeltelijk)

    0,161

    0,023

    1,481

    0,032

    0,041

    0,011

    0,098

    p.m.

    1,847

    Programma „Cultuur” (2007-2013)

    15 04 66 01, 15 01 04 60 en 15 01 04 31 (gedeeltelijk)

    0,140

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,140

    Media 2007

    15 05 55, 15 01 04 55 en 15 01 04 31 (gedeeltelijk)

    2,180

    p.m.

    15,980

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    18,160

    Jeugd in actie

    16 05 01, 16 01 04 03 en 16 01 04 30 (gedeeltelijk)

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Europa voor de burger

    17 02 02, 17 01 04 03 en 17 01 04 30 (gedeeltelijk)

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Actie van de Unie op het gebied van consumentenbeleid

    17 03 06, 17 01 04 02 en 17 01 04 30 (gedeeltelijk)

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Actie van de Unie op het gebied van volksgezondheid

    33 02 05 en 33 01 04 02

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Geweldbestrijding (Daphne)

    33 02 03 01 en 33 02 03 02

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

    23 03 01, 23 03 06 en 23 01 04 02

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Civiele bescherming

    24 02 01

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Fraudebestrijding

    26 01 04 01 en 26 03 01 01

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA)

    32 04 06, 32 01 04 06 en 32 01 04 30

    0,42168

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    0,42168

    Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

    Zevende kaderprogramma onderzoek — EG (niet-nucleair)  (14)

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    Zevende kaderprogramma onderzoek — Euratom (nucleair)  (15)

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    p.m.

    OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN — DOOR DE UNIEBEGROTING GEGARANDEERDE OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN (TER INDICATIE)

    A.   INLEIDING

    Deze bijlage is opgesteld overeenkomstig artikel 35, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    Zij bevat gegevens over de bedragen van de door de Uniebegroting van de Unie gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen: verstrekte „betalingsbalans”-leningen en opgenomen leningen om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen, Euratom-leningen om aldus een bijdrage te leveren aan de financiering van de verbetering van de doelmatigheid en de veiligheid van kerncentrales in bepaalde derde landen en door de Europese Investeringsbank in bepaalde derde landen verstrekte leningen..

    Op 30 juni 2012 bedroegen de door de Uniebegroting gedekte uitstaande leningen 99 915 560 000 EUR, waarvan 73 029 800 000 EUR binnen de Unie en 26 885 760 000 EUR daarbuiten (afgeronde cijfers en op 30 juni 2012 geldende wisselkoers van de euro).

    B.   BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE VERSCHILLENDE CATEGORIEËN DOOR DE UNIEBEGROTING GEGARANDEERDE LENINGEN

    I.   GEÏNTEGREERD MECHANISME VOOR FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP MIDDELLANGE TERMIJN VAN DE BETALINGSBALANSEN VAN DE LIDSTATEN

    1.    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

    Verordening (EG) nr. 1360/2008 van de Raad van 2 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 11).

    Besluit 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

    Besluit 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

    Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

    Verordening (EG) nr. 431/2009 van de Raad van 18 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 (PB L 128 van 27.5.2009, blz. 1).

    Besluit 2011/288/EU van de Raad van 12 mei 2011 tot verlening van anticiperende financiële bijstand van de Unie op middellange termijn aan Roemenië (PB L 132 van 19.5.2011, blz. 15).

    2.    Omschrijving

    Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 332/2002 kan de Europese Unie leningen toekennen aan lidstaten die zich voor feitelijke of ernstig dreigende moeilijkheden met betrekking tot de lopende rekening van de betalingsbalans of het kapitaalverkeer gesteld zien. Alleen lidstaten die niet deelnemen aan de euro kunnen van dit mechanisme genieten. Het aan hoofdsom uitstaande bedrag van de leningen is beperkt tot 12 000 000 000 EUR.

    Op 2 december 2008 heeft de Raad besloten het mechanisme uit te breiden tot 25 000 000 000 EUR.

    De Raad heeft op 4 november 2008 besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Hongarije. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 6 500 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van vijf jaar.

    De Raad heeft op 20 januari 2009 besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Letland. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 3 100 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van zeven jaar.

    De Raad heeft op 6 mei 2009 besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Roemenië. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 5 000 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van vijf jaar.

    Op 18 mei 2009 heeft de Raad besloten het mechanisme uit te breiden tot 50 000 000 000 EUR.

    De Raad heeft op 12 mei 2011 besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Roemenië. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 1 400 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van zeven jaar.

    3.    Begrotingseffect

    Aangezien de voorwaarden van de opgenomen leningen dezelfde zijn als die van de verstrekte leningen, is het begrotingseffect beperkt tot het honoreren van de garantie bij wanbetaling. Op 31 december 2012 was het in het kader van dit instrument uitstaande bedrag 11 400 000 000 EUR.

    II.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR FINANCIËLE BIJSTAND IN HET KADER VAN HET EUROPEES FINANCIEEL STABILISATIEMECHANISME

    1.    Rechtsgronden

    Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

    Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

    Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

    Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

    Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

    2.    Omschrijving

    Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in de mogelijkheid dat de Unie financiële bijstand verleent aan een lidstaat in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die onder andere worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

    De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.

    Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 wordt het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen.

    Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schuldendienst betalen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

    Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), is van toepassing.

    Op 7 december 2010 heeft de Unie besloten Ierland een lening ter beschikking te stellen van maximaal 22 500 000 000 EUR met een maximale gemiddelde looptijd van 7,5 jaar (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

    Op 30 mei 2011 heeft de Unie besloten Portugal een lening ter beschikking te stellen van maximaal 26 000 000 000 EUR (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

    Op 11 oktober 2011 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluiten 2011/77/EU en 2011/344/EU te wijzigen door de looptijden te verlengen en het verlagen van de rentemarge te laten gelden voor alle tranches die al zijn uitbetaald (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31 voor Ierland (2011/682/EU) en blz. 32 betreffende Portugal (2011/683/EU)).

    Op 31 oktober 2011 bedroeg het uit hoofde van dit instrument uitstaande bedrag 28 000 000 000 EUR (Ierland 13 900 000 000 EUR en Portugal 14 100 000 000 EUR).

    Op 31 december 2012 bedraagt het uit hoofde van dit instrument uitstaande bedrag 43 800 000 000 EUR.

    3.    Begrotingseffect

    Aan de uitgavenzijde is het begrotingseffect beperkt tot het ten uitvoer brengen van de garantie in geval van in gebreke blijven van een debiteur.

    Aan de ontvangstenzijde werd het intrestinkomen dat voortvloeit uit het renteverschil tussen de lening en door de begunstigde betaalde leentransacties, zoals oorspronkelijk was voorzien in artikel 1, lid 5, van de Besluiten 2011/77/EU en 2011/344/EU die van toepassing waren op elk begunstigd land afzonderlijk, ingetrokken bij de Besluiten 2011/682/EU en 2011/683/EU.

    III.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE PROGRAMMA’S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN FINANCIËLE BIJSTAND AAN DERDE LANDEN IN HET MIDDELLANDSE ZEEGEBIED

    1.    Rechtsgronden

    Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

    2.    Omschrijving

    Op 10 december 2007 heeft de Raad besloten een garantie van de Europese Unie te verstrekken voor een leningsoperatie voor Libanon in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 50 000 000 EUR voor een looptijd van ten hoogste 10 jaar. De eerste tranche van 25 000 000 EUR werd in 2009 uitbetaald.

    3.    Begrotingseffect

    Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

    Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

    een jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

    eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

    IV.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE PROGRAMMA’S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN FINANCIËLE BIJSTAND AAN DERDE LANDEN VAN MIDDEN- EN OOST-EUROPA

    1.    Rechtsgronden

    Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29).

    2.    Omschrijving

    De Raad heeft op 8 november 1999 besloten macrofinanciële steun te verlenen aan Roemenië. Het gaat om een langlopende lening van maximaal 200 000 000 EUR in hoofdsom voor een periode van maximaal tien jaar (Roemenië IV). De eerste tranche van 100 000 000 EUR is op 29 juni 2000 uitgekeerd en de tweede tranche van 50 000 000 EUR op 17 juli 2003.

    3.    Begrotingseffect

    Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

    Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

    een jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

    eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

    Vanaf 1 januari 2007 zijn leningen aan Bulgarije en Roemenië geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden zij derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

    V.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE PROGRAMMA’S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN FINANCIËLE BIJSTAND AAN DE LANDEN VAN HET GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN EN MONGOLIË

    1.    Rechtsgronden

    Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

    Besluit 98/592/EG van de Raad van 15 oktober 1998 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 284 van 22.10.1998, blz. 45).

    Besluit 2000/244/EG van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Besluit 97/787/EG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 11).

    Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

    2.    Omschrijving

    De Raad heeft op 17 november 1997 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een bijzondere leningsoperatie ten behoeve van Armenië en Georgië. Het gaat om een lening aan Georgië met een hoofdsom van ten hoogste 142 000 000 EUR en een lening van 28 000 000 EUR aan Armenië, met een looptijd van maximaal 15 jaar.

    De eerste tranche van 110 000 000 EUR is op 24 juli 1998 aan Georgië verstrekt. Er hoeft geen tweede tranche meer te worden uitbetaald.

    De Raad heeft op 15 oktober 1998 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een derde leningsoperatie ten behoeve van Oekraïne (Oekraïne III). Het ging oorspronkelijk om een lening met een hoofdsom van ten hoogste 150 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste tien jaar. De eerste tranche van 58 000 000 EUR is op 30 juli 1999 uitgekeerd. Er is geen planning meer vastgesteld voor de uitbetaling van het resterende bedrag van 110 000 000 EUR in het kader van Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

    De Raad heeft op 20 maart 2000 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Tadzjikistan. Het gaat om een lening met een hoofdsom van ten hoogste 75 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar. In 2001 is een lening van 60 000 000 EUR verstrekt. Er hoeft geen tweede tranche meer te worden uitbetaald.

    Op 30 november 2009 heeft de Raad besloten een garantie van de Europese Unie te verstrekken voor een leningsoperatie voor Armenië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 65 000 000 EUR voor een looptijd van ten hoogste 15 jaar. De eerste tranche van 26 000 000 EUR werd in 2011 uitbetaald, de tweede en laatste in 2012.

    3.    Begrotingseffect

    Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

    Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

    een jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

    eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

    VI.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE PROGRAMMA’S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN FINANCIËLE BIJSTAND AAN DE WESTELIJKE BALKANLANDEN

    1.    Rechtsgronden

    Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59).

    Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57).

    Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31).

    Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

    Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

    Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

    Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

    Besluit 2008/784/EG van de Raad van 2 oktober 2008 tot vaststelling van een eigen aansprakelijkheid van Montenegro voor de langlopende leningen die de Gemeenschap uit hoofde van de Besluiten 2001/549/EG en 2002/882/EG aan de Statenunie van Servië en Montenegro (voorheen de Federale Republiek Joegoslavië) heeft toegekend, en tot evenredige beperking van de aansprakelijkheid van Servië voor deze leningen (PB L 269 van 10.10.2008, blz. 8).

    Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

    Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

    2.    Omschrijving

    De Raad heeft op 22 juli 1997 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (VJRM I).

    Het gaat om een langetermijnlening met een hoofdsom van ten hoogste 40 000 000 EUR en een looptijd van 15 jaar.

    De eerste tranche van 25 000 000 EUR, met een maximale looptijd van 15 jaar, is op 30 september 1997 aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië uitbetaald. Deze tranche moet vanaf het elfde jaar in vijf gelijke jaarlijkse aflossingen worden terugbetaald.

    De tweede tranche van 15 000 000 EUR is op 13 februari 1998 uitbetaald. Deze tranche moet vanaf het elfde jaar in vijf gelijke annuïteiten worden terugbetaald.

    De Raad heeft op 10 mei 1999 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Bosnië en Herzegovina. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 20 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar (Bosnië I).

    De eerste tranche van 10 000 000 EUR met een looptijd van ten hoogste 15 jaar is op 21 december 1999 aan Bosnië en Herzegovina uitbetaald. De tweede tranche van 10 000 000 EUR is in 2001 uitbetaald.

    De Raad heeft op 8 november 1999 opnieuw besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 50 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 15 jaar (VJRM II).

    In januari 2001 is de eerste tranche van 10 000 000 EUR met een looptijd van ten hoogste 15 jaar uitbetaald aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, in januari 2002 de tweede tranche van 12 000 000 EUR, in juni 2003 de derde tranche van 10 000 000 EUR en in december 2003 de vierde tranche van 18 000 000 EUR.

    De Raad heeft op 16 juli 2001 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de Federale Republiek Joegoslavië (Servië en Montenegro I). Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 225 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar. De lening is in oktober 2001 in één tranche uitbetaald.

    De Raad heeft op 5 november 2002 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Bosnië en Herzegovina. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 20 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar (Bosnië II).

    De eerste tranche van 10 000 000 EUR, met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, is in 2004 aan Bosnië en Herzegovina uitbetaald. De tweede tranche van 10 000 000 EUR is in 2006 uitbetaald.

    De Raad heeft op 5 november 2002 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië en Montenegro (Servië en Montenegro II). Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 55 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar.

    De eerste tranche van 10 000 000 EUR en de tweede tranche van 30 000 000 EUR, beide met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, zijn in 2003 aan Servië en Montenegro uitbetaald, en de derde tranche van 15 000 000 EUR is in 2005 uitbetaald.

    De lening aan Albanië IV van 9 000 000 EUR, met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, werd volledig uitbetaald in 2006.

    De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 200 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 8 jaar. De eerste tranche van 100 000 000 EUR werd in 2011 uitbetaald.

    3.    Begrotingseffect

    Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

    Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

    een jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

    eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

    VII.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE EURATOM-LENINGEN DIE BESTEMD ZIJN VOOR DE FINANCIERING VAN DE VERBETERING VAN DE EFFICIËNTIE EN DE VEILIGHEID VAN KERNCENTRALES VAN DE LANDEN VAN MIDDEN- EN OOST-EUROPA, ALSMEDE VAN DIE VAN HET GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN

    1.    Rechtsgronden

    Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen ten einde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

    2.    Omschrijving

    Overeenkomstig Besluit 94/179/Euratom (PB L 84 van 29.3.1994, blz. 41) breidt de Europese Unie krachtens Besluit 77/270/Euratom de Euratom-leningen uit tot de verbetering van het rendement en de veiligheid van de kerninstallaties van de landen in Midden- en Oost-Europa en het Gemenebest van onafhankelijke staten.

    Het totale maximumbedrag aan Euratom-leningen voor de lidstaten en de derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR.

    In 2000 heeft de Commissie besloten tot een lening aan Kozloduy in Bulgarije (212 500 000 EUR) en de laatste tranche is in 2006 uitbetaald. In 2000 heeft de Commissie een lening aan K2R4 in Oekraïne toegekend, maar het bedrag ervan in 2004 teruggebracht tot de tegenwaarde van 83 000 000 USD in EUR. Aan K2R4 is een lening toegekend van 39 000 000 EUR (eerste tranche) in 2007, van 22 000 000 USD in 2008 en van 10 335 000 USD in 2009 uit hoofde van het besluit van de Commissie van 2004. In 2004 heeft de Commissie besloten tot een lening aan Cernavodă in Roemenië (223 500 000 EUR). Een eerste tranche van 100 000 000 EUR en een tweede van 90 000 000 EUR zijn in 2005 uitgekeerd en de laatste, van 33 500 000 EUR, in 2006.

    3.    Begrotingseffect

    Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

    Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

    een jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

    eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

    Vanaf 1 januari 2007 zijn leningen aan Bulgarije en Roemenië geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden zij derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

    VIII.   GARANTIE VAN DE UNIE VOOR DE LENINGEN VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VERSTREKT AAN MEDITERRANE LANDEN

    1.    Rechtsgronden

    Een aantal in de onderstaande rechtsgronden opgenomen landen zijn inmiddels lidstaten of worden als pretoetredingslanden beschouwd. Voorts kan het zijn dat de namen van de landen sinds de goedkeuring van de betrokken rechtsgronden veranderd zijn.

    Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (protocollen met de mediterrane landen).

    Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het Interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de Samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

    Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

    Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

    Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

    Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het Tweede Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

    Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

    Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

    Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

    Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

    Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

    Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

    Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

    Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

    Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

    Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

    Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

    Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

    Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

    Besluit 95/484/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Malta (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 14).

    Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

    Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

    Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank (EIB) voor verliezen uit leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

    Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

    Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

    Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

    Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95), vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

    Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

    2.    Garantie van de Uniebegroting

    Volgens het besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Unie de in het kader van de financiële verplichtingen van de Unie jegens de mediterrane landen door de Europese Investeringsbank toe te kennen leningen.

    Dit besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en waarbij een totale garantie wordt ingevoerd voor 75 % van het totaal van de uitstaande kredieten voor leningen die worden verstrekt in de volgende landen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Egypte, Jordanië, Syrië, Israël, Griekenland, het voormalige Joegoslavië en Libanon.

    Voor elk nieuw financieel protocol wordt een nieuwe akte tot verlenging van de garantieovereenkomst opgesteld.

    Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

    Besluit 1999/786/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 18 april 2000 te Brussel en op 23 mei 2000 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

    Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

    Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

    Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 in Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    3.    Omschrijving

    In het kader van de financiële protocollen die zijn gesloten met de derde landen van het Middellandse Zeegebied worden totaalbedragen vastgesteld voor de door de Europese Investeringsbank uit haar eigen middelen te verstrekken leningen. De Europese Investeringsbank kent de leningen toe in sectoren die kunnen bijdragen tot de economische ontwikkeling van de betrokken landen: vervoersinfrastructuur, havens, watervoorziening, productie en transport van energie, landbouwprojecten, bevordering van het midden- en kleinbedrijf.

    De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor leningen voor projecten in de volgende mediterrane landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 2 310 000 000 EUR voor de bovengenoemde mediterrane landen, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

    De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

    De Raad heeft op 29 november 1999 besloten aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen voor wederopbouwprojecten in de door aardbevingen getroffen gebieden in Turkije. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 600 000 000 EUR, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 29 november 1999 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

    De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet indien mogelijk worden verhoogd, voor zover de markt dat mogelijk maakt.

    Op 22 december 1999 heeft de Raad op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement opnieuw besloten aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen voor projecten in de volgende mediterrane landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Het totaalbedrag van de uitstaande kredieten uit hoofde van Besluit 2000/24/EG bedraagt voor alle landen samen maximaal 19 460 000 000 EUR. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten, en geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar bij het verstrijken van deze periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

    Op 4 december 2000 heeft de Raad besloten een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank vast te stellen voor consolidatie en verdieping van de douane-unie EG-Turkije. Het bedrag van deze leningen is beperkt tot een maximum van 450 000 000 EUR.

    Bij Besluit 2005/47/EG is het mediterrane regionale mandaat aangepast teneinde Cyprus, Malta en Turkije daarvan uit te sluiten; deze werden opgenomen in het mandaat voor de zuidoostelijke buurlanden.

    Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verleend voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende mediterrane landen: Algerije, Egypte, Westelijke Jordaanoever en Gaza, Israël, Jordanië, Libanon, Libië (subsidiabiliteit vast te stellen door de Raad), Marokko, Syrië, Tunesië. Het uit hoofde van Besluit 2006/1016/EG voor alle landen beschikbaar gestelde totaalbedrag beloopt 27 800 000 000 EUR, voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %.

    Besluit 2006/1016/EG werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    4.    Begrotingseffect

    Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

    Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

    een jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

    eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren;

    de toekenning van, in een aantal gevallen, de rentesubsidies van 2 % die worden betaald als niet terug te betalen steun binnen de grenzen van de in de financiële protocollen vastgestelde maxima.

    Leningen aan nieuwe lidstaten zijn geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het Garantiefonds.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    IX.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK AAN DERDE LANDEN IN MIDDEN- EN OOST-EUROPA EN DE WESTELIJKE BALKAN

    1.    Rechtsgronden

    Een aantal in de onderstaande rechtsgronden opgenomen landen zijn inmiddels lidstaten of worden als pretoetredingslanden beschouwd. Voorts kan het zijn dat de namen van de landen sinds de goedkeuring van de betrokken rechtsgrond veranderd zijn.

    Besluit van de raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank van 29 november 1989 betreffende de transacties van de Bank in Hongarije en Polen.

    Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

    Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

    Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

    Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

    Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

    Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

    Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië-Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

    Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

    Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

    Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

    Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

    Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95). Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

    Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

    2.    Garantie van de Uniebegroting

    Besluit 90/62/EEG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Investeringsbank werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjecho-Slowakije en in Bulgarije, die op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.

    Deze garantieovereenkomst maakte het voorwerp uit van een op 19 januari 1993 te Brussel en op 4 februari 1993 te Luxemburg ondertekende akte, waarbij met ingang van 1 januari 1993 de Tsjechische Republiek en de Slowaakse Republiek in de plaats komen van de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek.

    Besluit 93/696/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst ondertekend tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg.

    Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

    Besluit 98/348/EG en Besluit 98/729/EG liggen ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

    Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

    Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

    Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    3.    Omschrijving

    Ingevolge een verzoek van de Raad van 9 oktober 1989 besloot de raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank op 29 november 1989 de Bank te machtigen om leningen uit haar eigen middelen toe te staan voor het financieren van investeringsprojecten in Polen en Hongarije, en wel voor een totaalbedrag dat 1 000 000 000 EUR mocht belopen. Deze leningen worden verstrekt voor het financieren van investeringsprojecten die voldoen aan de criteria die normaal door de Bank worden toegepast bij toekenning van leningen uit eigen middelen.

    De Raad besloot op 14 mei 1991 en op 15 maart 1993, op voorstel van de Commissie en na inwinning van het advies van het Europees Parlement, deze garantie uit te breiden tot leningen die de Europese Investeringsbank zou kunnen verstrekken in de andere landen van Midden- en Oost-Europa (Tsjecho-Slowakije, Bulgarije, Roemenië) in een tijdvak van twee jaar en ten bedrage van 700 000 000 EUR.

    De Raad heeft op 13 december 1993, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten opnieuw een garantie van de Gemeenschap te verlenen aan de Europese Investeringsbank voor de verstrekte leningen voor projecten in Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië voor een bedrag van 3 000 000 000 EUR gedurende een periode van drie jaar.

    De begrotingsgarantie dekt de totale schuldendienst (aflossing, renten, met de transactie samenhangende kosten) die met deze leningen samenhangt.

    De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor leningen voor projecten in Albanië, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 3 520 000 000 EUR voor de bovengenoemde landen van Midden- en Oost-Europa.. De overeenkomst geldt voor een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

    De Raad heeft op 19 mei 1998 besloten een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 150 000 000 EUR voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 1 januari 1998. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

    De Raad heeft op 14 december 1998 besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor leningen voor projecten in Bosnië-Herzegovina uit te breiden. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 22 december 1998. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

    De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

    De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor leningen voor projecten in Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

    De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

    De Raad heeft op 7 november 2000 besloten tot verlenging van de door de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank verleende garantie voor leningen voor projecten in Kroatië.

    De Raad heeft op 6 november 2000 besloten tot verlenging van de door de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank verleende garantie voor leningen voor projecten in Kroatië.

    Bij Besluit 2005/47/EG is het mediterrane regionale mandaat zodanig aangepast dat Cyprus, Malta en Turkije niet meer daaronder vallen; deze vallen nu onder het mandaat voor de zuidoostelijke buurlanden.

    Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende kandidaat-lidstaten: Kroatië, Turkije en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en de volgende potentiële kandidaat-lidstaten: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië en Kosovo. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    4.    Begrotingseffect

    Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

    Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

    een jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

    eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

    Leningen aan nieuwe lidstaten zijn geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden derhalve rechtstreeks door de Uniebegroting gedragen en niet meer door het fonds.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    X.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE AAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VOOR VERLIEZEN OP LENINGEN VOOR PROJECTEN IN BEPAALDE AZIATISCHE EN LATIJNS-AMERIKAANSE LANDEN

    1.    Rechtsgronden

    Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

    Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten gesloten heeft (Argentinië, Bolivië, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, de Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Viëtnam (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

    Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

    Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

    Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

    Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95). Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

    Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

    2.    Garantie van de Uniebegroting

    Besluit 93/115/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg is ondertekend.

    Besluit 96/723/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.

    Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

    Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

    Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

    Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    3.    Omschrijving

    Overeenkomstig het bepaalde in Besluit 93/115/EEG stelt de Unie zich garant voor de leningen die geval per geval worden toegekend door de Europese Investeringsbank in derde landen waarmee de Europese Unie samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten.

    Er is een algemeen maximum van 250 000 000 EUR per jaar voor een periode van drie jaar vastgesteld bij Besluit 93/115/EEG.

    Op 12 december 1996 heeft de Raad aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Europese Gemeenschap van 100 % verleend voor leningen voor projecten van wederzijds belang in een aantal derde landen (ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en Azië) waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Deze garantie blijft beperkt tot een totaal bedrag van maximaal 275 000 000 EUR in 1996 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

    De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de volgende landen in Latijns-Amerika en Azië: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela, Bangladesh, Brunei, China, de Filipijnen, India, Indonesië, Macau, Maleisië, Mongolië, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 900 000 000 EUR voor de bovengenoemde landen van Azië en Latijns-Amerika, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

    De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

    De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de volgende landen in Latijns-Amerika en Azië: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela, Bangladesh, Brunei, China, de Filipijnen, India, Indonesië, Jemen, Laos, Macau, Maleisië, Mongolië, Nepal, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Thailand, Vietnam en Zuid-Korea. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt tezamen, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

    De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

    Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

    Besluit 2006/1016/EG verstrekt een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende Latijns-Amerikaanse landen: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay en Venezuela, en de volgende Aziatische landen: Afghanistan*, Bangladesh, Bhutan*, Brunei, Cambodja*, China, de Filipijnen, India, Indonesië, Irak*, Jemen, Laos, Maleisië, Maldiven, Mongolië, Nepal, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Taiwan*, Thailand, Vietnam, Zuid-Korea, en de volgende Centraal-Aziatische landen: Kazachstan*, Kirgizië*, Turkmenistan*, Oezbekistan* (* subsidiabiliteit door de Raad vast te stellen). Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    4.    Begrotingseffect

    Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

    Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

    een jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

    eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    XI.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE AAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VOOR VERLIEZEN OP LENINGEN VOOR PROJECTEN IN DE ZUIDELIJKE KAUKASUS, RUSLAND, BELARUS, DE REPUBLIEK MOLDAVIË EN OEKRAÏNE

    1.    Rechtsgronden

    Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

    Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, de Republiek Moldavië en Belarus (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11). Ingevolge Besluit C(2005) 1499 van de Commissie geldt Besluit 2005/48/EG vanaf 31 december 2006 alleen nog voor Rusland en Oekraïne.

    Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95). Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

    Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

    2.    Garantie van de Uniebegroting

    Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg is ondertekend.

    Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel is ondertekend.

    Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    3.    Omschrijving

    De Raad heeft op 6 november 2001 besloten aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen die in het kader van de Noordelijke Dimensie worden verstrekt voor bepaalde milieuprojecten in het Russische gebied rond de Oostzee. Het totale bedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR. Aan de Europese Investeringsbank is een uitzonderlijke garantie van de Gemeenschap van 100 % verleend.

    De Raad heeft op 22 december 2004 besloten om een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, de Republiek Moldavië en Belarus te verlenen. Het totale bedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. Aan de Europese Investeringsbank is een uitzonderlijke garantie van de Gemeenschap van 100 % verleend.

    Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 21 december 2005 te Brussel en op 9 december 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een volledige garantie wordt verleend.

    Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende Oost-Europese landen: Moldavië, Oekraïne, Belarus (subsidiabiliteit door de Raad vast te stellen); in de volgende landen van de zuidelijke Kaukasus: Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, en Rusland. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    4.    Begrotingseffect

    Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

    Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

    een jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

    eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

    XII.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE DOOR DE EUROPESE INVESTERINGSBANK AAN ZUID-AFRIKA VERSTREKTE LENINGEN

    1.    Rechtsgronden

    Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

    Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

    Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

    Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

    Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95). Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

    Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

    2.    Garantie van de Uniebegroting

    Besluit 95/207/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg is ondertekend.

    Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

    Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

    Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    3.    Omschrijving

    Overeenkomstig het bepaalde in Besluit 95/207/EG neemt de Unie de garantie op de door de Europese Investeringsbank aan Zuid-Afrika toegekende leningen voor haar rekening voor een totaalbedrag van ten hoogste 300 000 000 EUR.

    De begrotingsgarantie dekt de gehele schuldendienst (aflossing van de hoofdsom, rente en bijkomende kosten) in verband met deze leningen.

    De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de Republiek Zuid-Afrika. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 375 000 000 EUR voor de Republiek Zuid-Afrika, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 juli 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

    De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

    De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de Republiek Zuid-Afrika. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt tezamen, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De overeenkomst geldt voor een periode van 1 juli 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

    De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

    Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

    Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt tezamen, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    4.    Begrotingseffect

    Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

    Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

    een jaarlijkse betaling aan of, uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

    eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

    Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

    C.   PLANNING VOOR NIEUWE OP TE NEMEN OF TE VERSTREKKEN LENINGEN IN 2013 EN 2014

    De onderstaande tabel geeft een ruwe indicatie van de leningen die in 2013 en 2014 mogelijkerwijs worden opgenomen, en van de leningen die in deze periode worden verstrekt (en door de algemene begroting worden gegarandeerd).

    Op te nemen en te verstrekken leningen in 2013 en in 2014

    (miljoen EUR)

    Instrument

    2013

    2014

    A.   Door de algemene begroting gegarandeerde uniale en Euratom-leningen

    1.   

    Macrofinanciële bijstand van de Unie aan derde landen

    Goedgekeurde of geplande operaties:

     

     

    Armenië

    35

    35

    Bosnië en Herzegovina

    100

    0

    Egypte

    225

    225

    Jordanië

    90

    90

    Kirgizië

    8

    7

    Oekraïne

    110

    500

    Subtotaal MFA

    568

    857

    2.

    Euratom-leningen

    50

    100

    3.

    Betalingsbalans (16)

    1 000

    400

    4.   

    Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM) (17)

    Ierland

    800

    Er zal geen

    Portugal

    3 900

    uitbetaling meer zijn

    Subtotaal EFSM

    4 700

     

    Subtotaal A

    6 318

    1 357

    B.

    Door de Europese Investeringsbank verstrekte en door de Uniebegroting gegarandeerde leningen

     

     (18)

    1.

    Pretoetredingslanden

    1 800

    1 500

    2.

    Middellandse Zeegebied

    800

    925

    3.

    Oost-Europa, zuidelijke Kaukasus en Rusland

    800

    925

    4.

    Azië en Latijns-Amerika

    425

    375

    5.

    Republiek Zuid-Afrika

    125

    225

    Subtotaal B

    3 950

    3 950

    Totaal-generaal

    10 268

    5 307

    D.   KAPITAALVERRICHTINGEN EN BEHEER VAN DE SCHULD

    TABEL 1 — VERSTREKTE LENINGEN

    Kapitaalverrichtingen en beheer van de opgenomen middelen

    (miljoen EUR)

    Instrument en jaar van ondertekening

    Tegenwaarde op de datum van ondertekening

    Tot en met 31 december 2012 geïncasseerd oorspronkelijk bedrag

    Stand op 31 december 2012

    Aflossingen

    Stand op 31 december

    Rente

    2013

    2014

    2013

    2014

    2013

    2014

    2015

    1.   Euratom

    1977

    95,3

    23,2

     

     

     

     

     

     

     

     

    1978

    70,8

    45,3

     

     

     

     

     

     

     

     

    1979

    151,6

    43,6

     

     

     

     

     

     

     

     

    1980

    183,5

    74,3

     

     

     

     

     

     

     

     

    1981

    360,4

    245,3

     

     

     

     

     

     

     

     

    1982

    354,6

    249,5

     

     

     

     

     

     

     

     

    1983

    366,9

    369,8

     

     

     

     

     

     

     

     

    1984

    183,7

    207,1

     

     

     

     

     

     

     

     

    1985

    208,3

    179,3

     

     

     

     

     

     

     

     

    1986

    575,0

    445,8

     

     

     

     

     

     

     

     

    1987

    209,6

    329,8

     

     

     

     

     

     

     

     

    1988

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1989

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1990

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1991

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1992

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1993

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1994

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1995

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1996

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1997

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1998

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1999

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2000

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2001

    40,0

    40,0

    36,0

    4,0

    4,0

    32,0

    28,0

    2,0

    1.8

    1,6

    2002

    40,0

    40,0

    24,3

    4,0

    4,0

    20,3

    16,3

    0,1

    0,1

    0,1

    2003

    25,0

    25,0

    13,7

    2,5

    2,5

    11,2

    8,7

    0,1

    0,1

    0,1

    2004

    65,0

    65,0

    46,7

    6,5

    6,5

    40,2

    33,7

    0.3

    0,2

    0,1

    2005

    215,0

    215,0

    215,0

    11,6

    13,1

    203,4

    190,3

    1,0

    0,8

    0,7

    2006

    51,0

    51,0

    51,0

    1,3

    2,5

    49.7

    47,2

    0,3

    0,2

    0,2

    2007

    39,0

    39,0

    21,5

    3,9

    3,9

    17.6

    13.7

    0,1

    0,1

    0,1

    2008

    15,8

    15,8

    9,8

    1,8

    1,8

    8,0

    6,2

    0,1

    0,1

    0,1

    2009

    6,9

    6,9

    5,0

    1,0

    1,0

    4,0

    3,0

    0,1

    0,1

    0,1

    2010

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2011

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2012

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Totaal

    3 257,4

    2 710,7

    423,0

    36,6

    39,3

    386,4

    347,1

    4,2

    3,3

    2,9

    2.   Betalingsbalans

    2008

    2 000,0

    2 000,0

    0

     

     

     

     

     

     

     

    2009

    7 200,0

    7 200,0

    7 200,0

     

    3 000,0

    7 200,0

    4 200,0

    285,6

    285,6

    189,4

    2010

    2 850,0

    2 850,0

    2 850,0

     

     

    2 850,0

    2 850,0

    33,1

    33,1

    33,1

    2011

    1 350,0

    1 350,0

    1 350,0

     

     

    1 350,0

    1 350,0

    43,7

    43,7

    43,7

    2012

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Totaal

    13 400,0

    13 400,0

    11 400,—

    0

    3 000,0

    11 400,0

    8 400,0

    362,4

    362,4

    362,4

    3.   Macrofinanciële bijstand aan derde landen en voedselhulp aan de voormalige Sovjet-Unie

    1990

    350,0

    350,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1991

    945,0

    945,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1992

    1 671,0

    1 671,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1993

    659,0

    659,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1994

    400,0

    400,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1995

    410,0

    410,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1996

    155,0

    155,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1997

    445,0

    445,0

    0

    0

     

    0

     

    0

    0

    0

    1998

    153,0

    153,0

    3,0

    3,0

    0

    0

    0

    0,1

    0

    0

    1999

    108,0

    108,0

    4,0

    2,0

    2,0

    2,0

    0

    0,1

    0,1

    0

    2000

    160,0

    160,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    2001

    80,0

    80,0

    32,0

    16,0

    8,0

    16,0

    8,0

    0,1

    0,1

    0,1

    2002

    12,0

    12,0

    12,0

    2,4

    2,4

    9,6

    7,2

    0,1

    0,1

    0,1

    2003

    78,0

    78,0

    40,5

    12,5

    5,6

    28,0

    22,4

    0,1

    0,1

    0,1

    2004

    10,0

    10,0

    10,0

     

     

    10,0

    10,0

    0,1

    0,1

    0,1

    2005

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2006

    19,0

    19,0

    19,0

     

     

    19,0

    19,0

    0,8

    0,8

    0

    2007

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2008

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2009

    25,0

    25,0

    25,0

     

    25,0

    25,0

    0

    0,8

    0,8

    0,8

    2010

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2011

    406,0

    406,0

    361,0

    45,0

    53,0

    316,0

    263

    7,0

    6,7

    6,3

    2012

    39,0

    39,0

    39,0

     

     

    39,0

    39,0

    1,2

    1,2

    1,2

    Totaal

    6 125,0

    6 125,0

    545,5

    80,9

    96,0

    464,6

    368,6

    9,5

    9,0

    7,8

    4.   EFSM

    2011

    28 000

    28 000

    28 000

     

     

    28 000

    28 000

    816,0

    816,0

    816,0

    2012

    15 800

    15 800

    15 800

     

     

    15 800

    15 800

    497.7

    489.9

    489.9

    Totaal

    43 800

    43 800

    43 800

     

     

    43 800

    43 800

    1 313,7

    1 305,9

    1 305,9


    TABEL 2 — VERSTREKTE LENINGEN

    Kapitaalverrichtingen en beheer van de opgenomen middelen

    (miljoen EUR)

    Instrument en jaar van ondertekening

    Tegenwaarde op de datum van ondertekening

    Tot en met 31 december 2012 geïncasseerd oorspronkelijk bedrag

    Stand op 31 december 2012

    Aflossingen

    Stand op 31 december

    Rente

    2013

    2014

    2013

    2014

    2013

    2014

    2015

    1.   Euratom

    1977

    98,3

    119,4

     

     

     

     

     

     

     

     

    1978

    72,7

    95,9

     

     

     

     

     

     

     

     

    1979

    152,9

    170,2

     

     

     

     

     

     

     

     

    1980

    183,5

    200,7

     

     

     

     

     

     

     

     

    1981

    362,3

    430,9

     

     

     

     

     

     

     

     

    1982

    355,4

    438,5

     

     

     

     

     

     

     

     

    1983

    369,1

    400,1

     

     

     

     

     

     

     

     

    1984

    205,0

    248,7

     

     

     

     

     

     

     

     

    1985

    337,8

    389,5

     

     

     

     

     

     

     

     

    1986

    594,4

    500,9

     

     

     

     

     

     

     

     

    1987

    674,6

    900,9

     

     

     

     

     

     

     

     

    1988

    80,0

    70,2

     

     

     

     

     

     

     

     

    1989

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1990

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1991

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1992

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1993

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1994

    48,5

    47,4

     

     

     

     

     

     

     

     

    1995

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1996

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1997

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1998

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    1999

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2000

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2001

    40,0

    40,0

    36,0

    4,0

    4,0

    32,0

    28,0

    2,0

    1.8

    1,6

    2002

    40,0

    40,0

    24,3

    4,0

    4,0

    20,3

    16,3

    0,1

    0,1

    0,1

    2003

    25,0

    25,0

    13,7

    2,5

    2,5

    11,2

    8,7

    0,1

    0,1

    0,1

    2004

    65,0

    65,0

    46,7

    6,5

    6,5

    40,2

    33,7

    0.3

    0,2

    0,1

    2005

    215,0

    215,0

    215,0

    11,6

    13,1

    203,4

    190,3

    1,0

    0,8

    0,7

    2006

    51,0

    51,0

    51,0

    1,3

    2,5

    49.7

    47,2

    0,3

    0,2

    0,2

    2007

    39,0

    39,0

    21,5

    3,9

    3,9

    17.6

    13.7

    0,1

    0,1

    0,1

    2008

    15,8

    15,8

    9,8

    1,8

    1,8

    8,0

    6,2

    0,1

    0,1

    0,1

    2009

    6,9

    6,9

    5,0

    1,0

    1,0

    4,0

    3,0

    0,1

    0,1

    0,1

    2010

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2011

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2012

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Totaal

    4 040,2

    4 511,0

    423,0

    36,6

    39,3

    386,4

    347,1

    4,2

    3,3

    2,9

    2.   Betalingsbalans

    2008

    2 000,0

    2 000,0

    0

     

     

     

     

     

     

     

    2009

    7 200,0

    7 200,0

    7 200,0

     

    3 000,0

    7 200,0

    4 200,0

    285,6

    285,6

    189,4

    2010

    2 850,0

    2 850,0

    2 850,0

     

     

    2 850,0

    2 850,0

    33,1

    33,1

    33,1

    2011

    1 350,0

    1 350,0

    1 350,0

     

     

    1 350,0

    1 350,0

    43,7

    43,7

    43,7

    2012

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Totaal

    13 400,0

    13 400,0

    11 400,—

    0

    3 000,0

    11 400,0

    8 400,0

    362,4

    362,4

    362,4

    3.   Macrofinanciële bijstand aan derde landen en voedselhulp aan de voormalige Sovjet-Unie

    1990

    350,0

    350,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1991

    945,0

    945,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1992

    1 671,0

    1 671,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1993

    659,0

    659,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1994

    400,0

    400,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1995

    410,0

    410,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1996

    155,0

    155,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    1997

    445,0

    195,0

    0

     

     

     

     

     

     

     

    1998

    153,0

    403,0

    3,0

    3,0

     

    0

    0

    0,1

    0

    0

    1999

    108,0

    108,0

    4,0

    2,0

    2,0

    2

    0

    0,1

    0,1

    0

    2000

    160,0

    160,0

     

     

     

     

     

     

     

     

    2001

    305,0

    305,0

    212,0

    61

    53

    151,0

    98,0

    0,8

    0,5

    0,3

    2002

    12,0

    12,0

    12,0

    2.4

    2,4

    9,6

    7,2

    0,1

    0,1

    0,1

    2003

    118,0

    118,0

    80,5

    12,5

    13,6

    68,0

    54,4

    1,6

    1,5

    1,2

    2004

    10,0

    10,0

    10,0

     

     

    10,0

    10,0

    0,1

    0,1

    0,1

    2005

    15,0

    15,0

    15,0

     

     

    15,0

    15,0

    0,6

    0,6

    0,6

    2006

    19,0

    19,0

    19,0

     

     

    19,0

    19,0

    0,1

    0,1

    0,1

    2007

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2008

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2009

    25,0

    25,0

    25,0

     

    25,0

    25,0

    0

    0.8

    0.8

     

    2010

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    2011

    126,0

    126,0

     

     

     

    126,0

    126,0

    4,3

    4,3

    4,3

    2012

    39,0

    39,0

    39,0

     

     

    39,0

    39,0

    1,2

    1,2

    1,2

    Totaal

    6 125,0

    6 125,0

    545,5

    80,9

    96,0

    464,6

    368,6

    9,5

    9,0

    7,8

    4.   EFSM

    2011

    28 000

    28 000

    28 000

     

     

    28 000

    28 000

    816,0

    816,0

    816,0

    2012

    15 800

    15 800

    15 800

     

     

    15 800

    15 800

    497.7

    489.9

    489.9

    Totaal

    43 800

    43 800

    43 800

     

     

    43 800

    43 800

    1 313,7

    1 305,9

    1 305,9

    Technische aantekeningen bij de tabellen

    Wisselkoers: de bedragen in de tweede kolom „Tegenwaarde op de datum van ondertekening” zijn omgerekend tegen de koersen van de dag van ondertekening. In geval van herfinanciering wordt in tabel 1 zowel de oorspronkelijke transactie (bijvoorbeeld in 1979) als de vervangende transactie (bijvoorbeeld in 1986) vermeld, waarbij de vervangende transactie is omgerekend tegen de koers van de oorspronkelijke. De dubbeltelling die daaruit voortvloeit, wordt voor het totaal geëlimineerd.

    Alle andere bedragen zijn omgerekend tegen de koers van 31 december 2012.

    Derde kolom „Tot en met 31 december 2012 geïncasseerd oorspronkelijk bedrag”. Voorbeeld: op de regel „1986” wordt het gecumuleerde totaal vermeld van alle tot en met 31 december 2012 geïnde bedragen van de in 1986 gesloten leningen (tabel 1) met inbegrip van de herfinancieringen (vandaar een zekere overlapping).

    Vierde kolom „Stand op 31 december 2012”: nettobedrag, zonder dubbeltellingen als gevolg van herfinancieringen, verkregen door op het bedrag van de derde kolom het gecumuleerde totaal in mindering te brengen van de reeds tot en met 31 december 2012 plaatsgevonden hebbende aflossingen, met inbegrip van de aflossingen in verband met de herfinancieringen (totaal wordt niet vermeld in de tabellen).

    Zevende kolom = vierde kolom – vijfde kolom.

    Macrofinanciële bijstand 2011: ingevolge de leningsovereenkomst die op 9 februari 2010 werd ondertekend door Montenegro overeenkomstig het Besluit 2008/784/EG van de Raad van 2 oktober 2008 waarbij een afzonderlijke aansprakelijkheid voor Montenegro werd ingesteld, werden de leningen die oorspronkelijk aan Servië en Montenegro werden verstrekt, heropgestart met een virtuele startdatum in 2011 om uitvoering te geven aan de scheiding van de landen; dit verklaart de verschillende bedragen tussen de verstrekte en opgenomen leningen, aangezien het contract met de uitlenende bank niet wijzigde.

    PUBLICATIEBUREAU

    ONTVANGSTEN

    TITEL 4

    DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    3 438 000

    3 102 000

     

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    705 000

    576 000

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    4 143 000

    3 678 000

    0,—

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    5 029 000

    4 679 000

    4 914 945,34

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    5 029 000

    4 679 000

    4 914 945,34

     

    Totaal van titel 4

    9 172 000

    8 357 000

    4 914 945,34

    HOOFDSTUK 4 0 —

    INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    3 438 000

    3 102 000

     

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks op de salarissen van het personeel van het Bureau wordt ingehouden.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    Referentiebesluiten

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst, die maandelijks op de salarissen van het personeel van het Bureau wordt ingehouden.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    705 000

    576 000

     

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    5 029 000

    4 679 000

    4 914 945,34

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de bijdragen van het personeel van het Bureau aan de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op hun salarissen wordt ingehouden.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    TITEL 6

    BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 6 6

    6 6 0

    Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 6 0

    Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 6 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    9 172 000

    8 357 000

    4 914 945,34

    HOOFDSTUK 6 6 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 6 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die gebruikt worden voor de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    A2

    PUBLICATIEBUREAU

    A2 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    76 807 000

    74 087 250

    77 129 197,35

    A2 02

    SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

    7 467 000

    8 990 500

    13 580 831,09

    A2 10

    RESERVES

    p.m.

    p.m.

     

     

    Totaal van titel A2

    84 274 000

    83 077 750

    90 710 028,44

     

    TOTAAL-GENERAAL

    84 274 000

    83 077 750

    90 710 028,44

    TITEL A2

    PUBLICATIEBUREAU

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK A2 01

    A2 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    56 725 000

    53 240 000

    53 904 853,05

    A2 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven

    A2 01 02 01

    Extern personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 991 000

    3 268 000

    2 903 162,71

    A2 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    733 000

    766 250

    716 205,—

     

    Totaal van artikel A2 01 02

    3 724 000

    4 034 250

    3 619 367,71

    A2 01 03

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    16 026 000

    16 514 000

    19 301 807,52

    A2 01 50

    Personeelsbeleid en -beheer

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    306 000

    270 000

    268 674,58

    A2 01 51

    Beleid en beheer van infrastructuur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    19 000

    19 000

    26 994,49

    A2 01 60

    Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    7 000

    10 000

    7 500,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A2 01

    76 807 000

    74 087 250

    77 129 197,35

    HOOFDSTUK A2 02

    A2 02 01

    Productie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 035 000

    1 035 000

    2 674 243,99

    A2 02 02

    Catalogisering en archivering

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 213 000

    2 578 000

    2 249 230,17

    A2 02 03

    Materiële distributie en promotie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 876 000

    3 600 000

    6 942 099,84

    A2 02 04

    Publieke websites

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 343 000

    1 777 500

    1 715 257,09

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A2 02

    7 467 000

    8 990 500

    13 580 831,09

    HOOFDSTUK A2 10

    A2 10 01

    Voorzieningen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

    A2 10 02

    Reserve voor onvoorziene omstandigheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A2 10

    p.m.

    p.m.

     

     

    Totaal van titel A2

    84 274 000

    83 077 750

    90 710 028,44

     

    TOTAAL-GENERAAL

    84 274 000

    83 077 750

    90 710 028,44

    HOOFDSTUK A2 01 —

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    HOOFDSTUK A2 02 —

    SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

    HOOFDSTUK A2 10 —

    RESERVES

    HOOFDSTUK A2 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    A2 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    56 725 000

    53 240 000

    53 904 853,05

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

    de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Publicatiebureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

    de overige toelagen en vergoedingen;

    de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    inrichtingsvergoedingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding, verandering van standplaats of beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

    de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling naar een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

    de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A2 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven

    A2 01 02 01   Extern personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 991 000

    3 268 000

    2 903 162,71

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in die titel en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

    de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten van externe personeelsleden, en het gebruikmaken van uitzendkrachten;

    de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Publicatiebureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

    de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit;

    de prestaties ad hoc inzake tekstcorrectie, de uitgaven in verband met freelance en interim-personeel, alsmede de hiermee gepaard gaande administratieve uitgaven.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A2 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    733 000

    766 250

    716 205,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

    de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Publicatiebureau, in het belang van de dienst, zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

    de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

    de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

    de uitgaven voor conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Publicatiebureau deelneemt of die het organiseert;

    de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel te verbeteren zodat het qua prestaties en efficiëntie in de specifieke behoeften van het Publicatiebureau kan voorzien;

    het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

    het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

    de kosten van deelname aan externe opleidingen en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

    uitgaven in verband met de praktische organisatie van cursussen en de uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

    de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

    de financiering van didactisch materiaal;

    de uitgaven voor studies en gespecialiseerde raadplegingen, die bij contract worden toegewezen aan hoog gekwalificeerde deskundigen voor zover het personeel waarover het Publicatiebureau beschikt, deze niet zelf kan uitvoeren, met inbegrip van de aankoop van reeds uitgevoerde studies;

    de kosten voor de deelname van het Publicatiebureau aan de Bridge Forum Dialogue.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    A2 01 03     Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    16 026 000

    16 514 000

    19 301 807,52

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de gebouwen van het Bureau en andere daarmee samenhangende uitgaven, waaronder:

    de uitgaven voor de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

    de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en heffingen op koopopties met betrekking tot gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagplaatsen, garages en parkeerplaatsen;

    de verzekeringspremies voor door het Publicatiebureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

    de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Publicatiebureau worden gebruikt;

    de kosten voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor airconditioning enz.; de kosten vloeien voort uit bepaalde periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen;

    de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

    de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

    de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

    de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

    de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de reparatie, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

    de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

    de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van vervoersmiddelen;

    diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

    de kosten voor werkuitrusting, met name:

    de aankoop van werkkleding (met name voor portiers, chauffeurs en restaurantmedewerkers);

    de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

    de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

    de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

    de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

    aankoop, huur of leasing en onderhoud van computerapparatuur, zoals computers, terminals, servers, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

    aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, kopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

    aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

    installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

    de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden enz. …;

    de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Publicatiebureau;

    de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, internet, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

    de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de Unie;

    technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van IT-projecten;

    de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

    Dit krediet dekt niet de uitgaven die verband houden met de industriële activiteiten van de drukkerij en het distributiecentrum.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A2 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    306 000

    270 000

    268 674,58

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de bijdrage van het Bureau aan de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

    de bijdrage van het Bureau in de kosten van kinderdagverblijven en schoolvervoer;

    in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    A2 01 51     Beleid en beheer van infrastructuur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    19 000

    19 000

    26 994,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

    de door het Publicatiebureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Publicatiebureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten, en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

    A2 01 60     Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    7 000

    10 000

    7 500,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de abonnementskosten voor diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de abonnementskosten voor kranten en vakbladen, de aanschaf van publicaties en van technische werken die verband houden met de activiteiten van het Publicatiebureau;

    de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten of pers- en voorlichtingsbulletins.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

    HOOFDSTUK A2 02 — SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

    A2 02 01     Productie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 035 000

    1 035 000

    2 674 243,99

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor „productie”-activiteiten, met name:

    de productie van publicaties in alle vormen (papier, elektronische media), inclusief copublicatie;

    nieuwe oplagen van publicaties en correctie van fouten waarvoor het Publicatiebureau verantwoordelijk is;

    de aankoop van of de huurkosten voor uitrusting en infrastructuur voor de reproductie van documenten in alle vormen, inclusief de kosten van papier en andere verbruiksgoederen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 150 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

    A2 02 02     Catalogisering en archivering

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 213 000

    2 578 000

    2 249 230,17

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de activiteit „Catalogisering en archivering”, met name:

    catalogisering, waaronder de kosten van documentaire en judiciële analyse, indexering, specificatie en redactie, en input en onderhoud;

    de kosten van jaarabonnementen bij internationale organisaties op het gebied van catalogisering;

    elektronische opslag;

    langdurige bewaring van elektronische documenten en diensten in verband daarmee, en digitalisering.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

    Rechtsgronden

    Resolutie van de Raad van 26 november 1974 betreffende de automatisering van de juridische documentatie (PB C 20 van 28.1.1975, blz. 2).

    Resolutie van de Raad van 13 november 1991 over de herziening van het Celex-systeem (geautomatiseerde documentatie inzake het Gemeenschapsrecht) (PB C 308 van 28.11.1991, blz. 2).

    Resolutie van de Raad van 20 juni 1994 over de elektronische verspreiding van het Gemeenschapsrecht en het uitvoeringsrecht van de lidstaten alsmede over de verbetering van de toegangsvoorwaarden (PB C 179 van 1.7.1994, blz. 3).

    Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

    A2 02 03     Materiële distributie en promotie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 876 000

    3 600 000

    6 942 099,84

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de activiteit „Materiële distributie en promotie”, met name:

    opslagactiviteiten voor publicaties: opslag, registratie van inkomende en uitgaande publicaties enz.;

    verpakking en adressering (machines, apparatuur, verbruiksartikelen, onderhoud enz.);

    verzendkosten: frankeerkosten, vervoer, pendeldiensten enz.;

    acquisitie en beheer van adressenlijsten: opstellen, invoeren en coderen, updaten enz.;

    promotie en marketing: beurzen, catalogi, prospectussen, advertenties, marktonderzoek enz.;

    voorlichting van en bijstand aan het publiek;

    materieel voor bibliotheken: kaartsystemen, rekken, meubelen, cataloguskasten enz.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

    A2 02 04     Publieke websites

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 343 000

    1 777 500

    1 715 257,09

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven met betrekking tot activiteiten op het gebied van „Publieke websites” (hoofdzakelijk de websites EUR-Lex, EU-bookshop en Whoiswho), met name:

    onderhoud en ontwikkeling van publieke websites;

    helpdesk voor de gebruikers van de websites.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

    Rechtsgronden

    Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

    HOOFDSTUK A2 10 — RESERVES

    A2 10 01     Voorzieningen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    Toelichting

    De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de desbetreffende begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A2 10 02     Reserve voor onvoorziene omstandigheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

     

    EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

    ONTVANGSTEN

    TITEL 4

    DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    2 950 000

    2 828 000

     

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    612 000

    530 000

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    3 562 000

    3 358 000

    0,—

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    3 466 000

    3 392 000

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    3 466 000

    3 392 000

     

     

    Totaal van titel 4

    7 028 000

    6 750 000

    0,—

    HOOFDSTUK 4 0 —

    INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    2 950 000

    2 828 000

     

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    612 000

    530 000

     

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    3 466 000

    3 392 000

     

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    TITEL 6

    BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 6 6

    6 6 0

    Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0

    Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 6 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    7 028 000

    6 750 000

    0,—

    HOOFDSTUK 6 6 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die gebruikt worden voor de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    A3

    EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

    A3 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    51 971 800

    55 626 000

    54 348 222,39

    Reserves (A3 10 01)

    3 929 200

     

     

     

    55 901 000

    55 626 000

    54 348 222,39

    A3 02

    FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

    1 556 000

    1 566 000

    970 824,14

    A3 03

    UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

    200 000

    200 000

    195 234,18

    A3 10

    RESERVES

    3 929 200

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel A3

    57 657 000

    57 392 000

    55 514 280,71

    Waarvan reserves (A3 10 01)

    3 929 200

     

     

     

    TOTAAL-GENERAAL

    57 657 000

    57 392 000

    55 514 280,71

    TITEL A3

    EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK A3 01

    A3 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    34 709 800

    38 543 000

    36 931 517,73

    Reserves (A3 10 01)

    3 929 200

     

     

     

    38 639 000

    38 543 000

    36 931 517,73

    A3 01 02

    Extern personeel en andere beheersuitgaven

    A3 01 02 01

    Extern personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    2 586 000

    2 586 000

    2 828 872,04

    A3 01 02 11

    Andere beheersuitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 159 000

    3 184 000

    3 020 138,95

     

    Totaal van artikel A3 01 02

    5 745 000

    5 770 000

    5 849 010,99

    A3 01 03

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    11 499 000

    11 295 000

    11 552 746,81

    A3 01 50

    Personeelsbeleid en -beheer

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 000

    3 000

    0,—

    A3 01 51

    Beleid en beheer van infrastructuur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    A3 01 60

    Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    15 000

    15 000

    14 946,86

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A3 01

    51 971 800

    55 626 000

    54 348 222,39

    Reserves (A3 10 01)

    3 929 200

     

     

     

    55 901 000

    55 626 000

    54 348 222,39

    HOOFDSTUK A3 02

    A3 02 01

    Controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 176 000

    1 176 000

    704 961,04

    A3 02 02

    Maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    50 000

    50 000

    26 000,12

    A3 02 03

    Voorlichting en communicatie

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    330 000

    340 000

    239 862,98

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A3 02

    1 556 000

    1 566 000

    970 824,14

    HOOFDSTUK A3 03

    A3 03 01

    Uitgaven voortvloeiend uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    200 000

    200 000

    195 234,18

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A3 03

    200 000

    200 000

    195 234,18

    HOOFDSTUK A3 10

    A3 10 01

    Voorzieningen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    3 929 200

    p.m.

    0,—

    A3 10 02

    Reserve voor onvoorziene omstandigheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A3 10

    3 929 200

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel A3

    57 657 000

    57 392 000

    55 514 280,71

    Waarvan reserves (A3 10 01)

    3 929 200

     

     

     

    TOTAAL-GENERAAL

    57 657 000

    57 392 000

    55 514 280,71

    HOOFDSTUK A3 01 —

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    HOOFDSTUK A3 02 —

    FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

    HOOFDSTUK A3 03 —

    UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

    HOOFDSTUK A3 10 —

    RESERVES

    HOOFDSTUK A3 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    A3 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    A3 01 01

    34 709 800

    38 543 000

    36 931 517,73

    Reserves (A3 10 01)

    3 929 200

     

     

    Totaal

    38 639 000

    38 543 000

    36 931 517,73

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden van de personeelsformatie, van:

    de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

    de overige toelagen en vergoedingen;

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

    de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

    de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

    de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Voorwaarden om de reserve vrij te maken

    Een bedrag van 3 929 200 EUR wordt uit de reserve vrijgemaakt zodra het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) de leden van het Europees Parlement toestemming geeft om, in een beveiligde leeszaal, het gebruik in de lidstaten van de door OLAF via het Hercules II-programma medegefinancierde kredieten te inspecteren. Daarbij dient OLAF inzicht te geven in de medegefinancierde infrastructuur en de bestaande technische uitrusting, de inzetbaarheid ervan en de behaalde resultaten.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A3 01 02     Extern personeel en andere beheersuitgaven

    A3 01 02 01   Extern personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    2 586 000

    2 586 000

    2 828 872,04

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in die titel en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

    de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten met de externe personeelsleden en het inschakelen van uitzendkrachten;

    de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten;

    de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

    de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    A3 01 02 11   Andere beheersuitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 159 000

    3 184 000

    3 020 138,95

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd;

    de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

    de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voorzover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus, voorzover het niet gaat om vergaderingen in het kader van fraudeonderzoeken of fraudebestrijdingsmaatregelen (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

    de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

    diverse kosten van conferenties, congressen en bijeenkomsten waaraan het Bureau deelneemt of die door het Bureau worden georganiseerd;

    kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

    de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

    het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

    het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

    kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

    uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

    de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

    de financiering van didactisch materiaal.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 65 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    A3 01 03     Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    11 499 000

    11 295 000

    11 552 746,81

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die verband houden met de gebouwen van het Bureau, met name:

    de kosten van de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

    de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en koopoptieheffingen die verband houden met de gebouwen of gedeelten van gebouwen waarin het Bureau is gevestigd, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslag- en archiefruimten, garages en parkeerplaatsen;

    de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

    de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

    de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

    de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

    de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, evenals de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de kosten van technische en financiële expertises vóór de aankoop of de bouw van gebouwen;

    de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

    de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

    aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel:

    de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

    de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

    diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

    de kosten voor werkuitrusting, en met name:

    de aanschaf van dienstkleding voor bodes en chauffeurs;

    de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

    de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

    verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten, alsmede van behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

    uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en voor de daarmee samenhangende diensten (ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

    aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

    aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

    aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

    de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

    de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

    de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en de kosten van de interne post;

    de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

    de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de Unie;

    technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van IT-projecten;

    andere huishoudelijke uitgaven die hier niet expliciet zijn voorzien.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A3 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 000

    3 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de bijdrage van het Bureau aan de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten in Brussel en de initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten in het Bureau;

    de bijdrage van het Bureau aan de uitgaven van de kinderdagverblijven en het schoolbusvervoer en in het kader van het gehandicaptenbeleid ten behoeve van:

    ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

    Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    A3 01 51     Beleid en beheer van infrastructuur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's.

    A3 01 60     Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    15 000

    15 000

    14 946,86

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

    HOOFDSTUK A3 02 — FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

    A3 02 01     Controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 176 000

    1 176 000

    704 961,04

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met fraudebestrijdingsmaatregelen die niet voortvloeien uit de administratieve werking van het Europees Bureau voor fraudebestrijding.

    Het is met name bedoeld voor:

    het ontwerpen, ontwikkelen, verbeteren en beheren van gegevensuitwisselingssystemen en van gemeenschappelijke voorzieningen, rekening houdend met de eisen inzake vertrouwelijkheid en beveiliging;

    het opsporen, het verzamelen, het bestuderen en het gebruiken van alle informatie die van nut is voor het opsporen en vervolgen van fraude (bijvoorbeeld met behulp van databanken), en het rapporteren hierover aan de nationale onderzoeksdiensten;

    het ondersteunen van de inspanningen van de lidstaten, met name bij grensoverschrijdende fraudegevallen, waar op Unieniveau moet worden opgetreden;

    de financiering van de maatregelen ter verhoging van de doeltreffendheid van preventieve maatregelen, controles en onderzoeken;

    de verbetering van de samenwerking met de nationale instanties, met name bij de bestrijding van sigarettensmokkel;

    het organiseren van en deelnemen aan controles ter plaatse;

    de financiering van reis- en verblijfkosten van nationale onderzoekers en magistraten die zich in verband met controles, coördinatievergaderingen en andere gelegenheden die in het kader van een onderzoek nodig zijn, buiten hun eigen lidstaat moeten begeven;

    de financiering van reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door het Bureau worden uitgenodigd in het kader van een onderzoek of om een gericht deskundig advies te geven;

    de financiering van de kosten van conferenties, congressen en vergaderingen die het Europees Bureau voor fraudebestrijding in het kader van de fraudebestrijding organiseert.

    Rechtsgronden

    Verordening (EEG) nr. 4045/89 van de Raad van 21 december 1989 inzake de door de lidstaten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (PB L 388 van 30.12.1989, blz. 18).

    Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

    Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

    Referentiebesluiten

    Artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

    A3 02 02     Maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    50 000

    50 000

    26 000,12

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor initiatieven en specifieke maatregelen om de euro te beschermen tegen valsemunterij.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

    Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

    A3 02 03     Voorlichting en communicatie

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    330 000

    340 000

    239 862,98

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Bureau voor voorlichting en communicatie.

    De externe voorlichtings- en communicatiestrategie is van wezenlijk belang voor de werkzaamheden van het Bureau. Het Bureau is opgericht als onafhankelijk onderzoeksorgaan en moet daarom een eigen communicatiestrategie voeren. De werkzaamheden van het Bureau zijn vaak te technisch van aard om begrijpelijk te zijn voor het grote publiek. Het moet zijn gesprekspartners en het publiek in het algemeen informeren over zijn rol en zijn taken. Het is immers van het grootste belang dat het publiek een goed inzicht heeft in wat het Bureau doet.

    Als dienst van de Commissie moet het Bureau ook rekening houden met het democratische tekort tussen de instellingen van de Unie en de Europese burgers. De Commissie, die zich bewust is van dit tekort, heeft een actieplan op dit gebied ontwikkeld.

    De communicatiestrategie die het Bureau heeft ontwikkeld en die het blijft voeren, moet getuigen van zijn onafhankelijkheid.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

    Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

    HOOFDSTUK A3 03 — UITGAVEN VOORTVLOEIEND UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

    A3 03 01     Uitgaven voortvloeiend uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    200 000

    200 000

    195 234,18

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die voortvloeien uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht, zoals:

    de vergoedingen die aan de leden van het Comité van toezicht worden toegekend voor de tijd die zij aan de uitoefening van hun taken besteden, alsmede de kosten van dienstreizen, verplaatsingen en andere bijkomende kosten;

    de representatiekosten die in naam van het Comité van toezicht worden gemaakt door de leden van het comité;

    alle huishoudelijke uitgaven zoals de aanschaf van uitrusting, papier en kantoorbenodigdheden, communicatie- en telecommunicatiekosten (porto, telefoon-, telex- en telegramkosten), kosten van documentatie en bibliotheek, de aankoop van boeken en abonnementen op informatiebronnen, inschrijvingskosten voor conferenties enz.;

    de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door de leden van het Comité van toezicht worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur (in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus);

    de kosten van gespecialiseerde studies en deskundig advies door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de leden van het Comité van toezicht niet over het nodige personeel van het Europees Bureau voor fraudebestrijding kunnen beschikken om deze rechtstreeks uit te voeren.

    Rechtsgronden

    Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

    Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1), met name artikel 11.

    Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8), met name artikel 11.

    HOOFDSTUK A3 10 — RESERVES

    A3 10 01     Voorzieningen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    3 929 200

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de desbetreffende begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A3 10 02     Reserve voor onvoorziene omstandigheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

    ONTVANGSTEN

    TITEL 4

    DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    676 000

    606 000

     

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    133 000

    115 000

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    809 000

    721 000

    0,—

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    1 049 000

    1 262 000

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    1 049 000

    1 262 000

     

     

    Totaal van titel 4

    1 858 000

    1 983 000

    0,—

    HOOFDSTUK 4 0 —

    INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    676 000

    606 000

     

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    Referentiebesluiten

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 20, lid 3, in de versie die van kracht was tot 30 april 2004.

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    133 000

    115 000

     

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 20, lid 3.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    1 049 000

    1 262 000

     

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit alle bijdragen in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks worden ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    TITEL 6

    BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 6 6

    6 6 0

    Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0

    Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 6 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    1 858 000

    1 983 000

    0,—

    HOOFDSTUK 6 6 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    A4

    EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

    A4 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    17 701 000

    17 043 950

    15 707 255,61

    Reserves (A4 10 01)

     

    500 000

     

     

    17 701 000

    17 543 950

    15 707 255,61

    A4 02

    INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

    7 347 000

    6 147 800

    7 835 703,96

    Reserves (A4 10 01)

     

    1 000 000

     

     

    7 347 000

    7 147 800

    7 835 703,96

    A4 03

    INTERINSTITUTINELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

    3 487 000

    3 537 000

    4 108 247,—

    A4 10

    RESERVES

    p.m.

    1 500 000

    0,—

     

    Totaal van titel A4

    28 535 000

    28 228 750

    27 651 206,57

    Waarvan reserves (A4 10 01)

     

    1 500 000

     

     

    TOTAAL-GENERAAL

    28 535 000

    28 228 750

    27 651 206,57

    TITEL A4

    EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK A4 01

    A4 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    10 439 000

    10 048 000

    9 785 291,68

    Reserves (A4 10 01)

     

    500 000

     

     

    10 439 000

    10 548 000

    9 785 291,68

    A4 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven

    A4 01 02 01

    Extern personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 560 000

    1 560 000

    1 486 500,—

    A4 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    674 000

    674 950

    1 039 267,44

     

    Totaal van artikel A4 01 02

    2 234 000

    2 234 950

    2 525 767,44

    A4 01 03

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    5 023 000

    4 754 000

    3 392 514,49

    A4 01 50

    Personeelsbeleid en -beheer

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    A4 01 51

    Beleid met betrekking tot en beheer van infrastructuur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    A4 01 60

    Bibliotheekvoorraden, aankoop van boeken

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    5 000

    7 000

    3 682,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A4 01

    17 701 000

    17 043 950

    15 707 255,61

    Reserves (A4 10 01)

     

    500 000

     

     

    17 701 000

    17 543 950

    15 707 255,61

    HOOFDSTUK A4 02

    A4 02 01

    Interinstitutionele samenwerking en interinstitutionele diensten en activiteiten

    A4 02 01 01

    Interinstitutionele vergelijkende onderzoeken

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    7 258 000

    6 038 550

    7 820 703,96

    Reserves (A4 10 01)

     

    1 000 000

     

     

    7 258 000

    7 038 550

    7 820 703,96

    A4 02 01 02

    Beperkte studies, enquêtes en adviezen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    75 000

    95 000

    0,—

    A4 02 01 03

    Diverse kosten van interne vergaderingen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    14 000

    14 250

    15 000,—

     

    Totaal van artikel A4 02 01

    7 347 000

    6 147 800

    7 835 703,96

    Reserves (A4 10 01)

     

    1 000 000

     

     

    7 347 000

    7 147 800

    7 835 703,96

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A4 02

    7 347 000

    6 147 800

    7 835 703,96

    Reserves (A4 10 01)

     

    1 000 000

     

     

    7 347 000

    7 147 800

    7 835 703,96

    HOOFDSTUK A4 03

    A4 03 01

    Europese Bestuursschool (EUSA)

    A4 03 01 01

    Managementopleiding

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 344 000

    1 360 000

    1 503 220,08

    A4 03 01 02

    Opleiding bij indiensttreding

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 090 000

    1 127 000

    1 367 026,92

    A4 03 01 03

    Opleiding voor het behalen van een certificaat

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    1 053 000

    1 050 000

    1 238 000,—

     

    Totaal van artikel A4 03 01

    3 487 000

    3 537 000

    4 108 247,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A4 03

    3 487 000

    3 537 000

    4 108 247,—

    HOOFDSTUK A4 10

    A4 10 01

    Voorzieningen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    1 500 000

    0,—

    A4 10 02

    Reserves voor onvoorziene omstandigheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A4 10

    p.m.

    1 500 000

    0,—

     

    Totaal van titel A4

    28 535 000

    28 228 750

    27 651 206,57

    Waarvan reserves (A4 10 01)

     

    1 500 000

     

     

    TOTAAL-GENERAAL

    28 535 000

    28 228 750

    27 651 206,57

    HOOFDSTUK A4 01 —

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    HOOFDSTUK A4 02 —

    INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

    HOOFDSTUK A4 03 —

    INTERINSTITUTINELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

    HOOFDSTUK A4 10 —

    RESERVES

    HOOFDSTUK A4 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    A4 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    A4 01 01

    10 439 000

    10 048 000

    9 785 291,68

    Reserves (A4 10 01)

     

    500 000

     

    Totaal

    10 439 000

    10 548 000

    9 785 291,68

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat deel uitmaakt van de personeelsformatie, van:

    de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door de instelling te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

    de overige toelagen en vergoedingen;

    de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

    de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

    de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit;

    de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de categorie AST en de plaatselijke functionarissen, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd;

    de tijdelijke dagvergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of verandering van standplaats van woonplaats moeten veranderen;

    de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de Unie en die overeenkomen met de vergoedingen en de terugbetaling van kosten waarop de ambtenaren recht hebben krachtens hun terbeschikkingstelling, en de uitgaven in verband met opleidingsstages bij overheidsdiensten of organisaties van de lidstaten of derde landen.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A4 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven

    A4 01 02 01   Extern personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 560 000

    1 560 000

    1 486 500,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in die titel en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

    de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

    de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

    de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

    de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit;

    de uitgaven voor de diensten van freelance vertalers en linguïsten of voor typewerk en andere werkzaamheden die door de vertaaldienst worden uitbesteed.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A4 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    674 000

    674 950

    1 039 267,44

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

    de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

    de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

    de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

    de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

    het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

    het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

    kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

    uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

    de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

    de financiering van didactisch materiaal;

    de sociale bijdragen en de reis- en verblijfkostenvergoedingen van de freelance tolken en andere niet-vaste tolken die door het directoraat-generaal Tolken worden opgeroepen voor vergaderingen van het Bureau, waarvoor de benodigde diensten niet kunnen worden geleverd door de tolken die als ambtenaar of als tijdelijk of hulpfunctionaris bij de Commissie werkzaam zijn.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    A4 01 03     Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 023 000

    4 754 000

    3 392 514,49

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die verband houden met de gebouwen van het Bureau en daarmee samenhangende uitgaven, namelijk:

    de huur en de erfpacht van de gebouwen of gedeelten van de in gebruik zijnde gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, garages en parkeerplaatsen;

    de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

    de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

    de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

    de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

    de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

    de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

    de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

    aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel, met name:

    materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van publicaties en van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager);

    audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (hokjes, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling enz.);

    uitrusting voor kantines en restaurants;

    diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

    de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting;

    alsook de uitgaven voor studies, documentatie en opleiding met betrekking tot deze uitrusting;

    de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, en met name:

    de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

    de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

    de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

    de specifieke uitrusting van cafetaria's en restaurants;

    de huur van meubilair;

    de kosten van onderhoud en herstel van meubilair;

    de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen, en met name:

    de aankoop van vervoermiddelen;

    de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

    de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is;

    de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap enz.);

    diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid en diefstalverzekering);

    de kosten voor werkuitrusting, en met name:

    de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

    de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

    de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

    de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

    de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

    aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

    aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

    aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

    installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

    de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

    de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

    de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

    de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

    technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

    Dit krediet dient ook ter dekking van andere beleidsuitgaven die hierboven niet speciaal zijn voorzien, zoals inschrijvingskosten voor conferenties (met uitzondering van opleidingskosten), kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties, kosten van abonnementen op telefoongidsen.

    Alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules).

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A4 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de geldelijke steun die wordt toegekend aan een ambtenaar, een gewezen ambtenaar of aan rechtverkrijgenden van een overleden ambtenaar die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

    de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

    de bijdrage van het Bureau aan de uitgaven voor de kinderdagverblijven en bewaarplaatsen, en aan het schoolbusvervoer;

    uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    A4 01 51     Beleid met betrekking tot en beheer van infrastructuur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

    de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald.

    A4 01 60     Bibliotheekvoorraden, aankoop van boeken

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 000

    7 000

    3 682,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van het Bureau als onderdeel van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

    HOOFDSTUK A4 02 — INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

    A4 02 01     Interinstitutionele samenwerking en interinstitutionele diensten en activiteiten

    Toelichting

    Het Bureau heeft in het kader van het EPSO-ontwikkelingsprogramma zijn selectiemethoden gemoderniseerd om op een meer kosteneffectieve en doeltreffende manier aan de huidige en toekomstige behoeften van de instellingen te voldoen, door middel van:

    een betere planning van de vergelijkende onderzoeken om op het juiste moment de meest geschikte medewerkers te selecteren en een de reservelijsten optimaal te gebruiken;

    kortere selectieprocedures;

    een aanzienlijke kwaliteitsverbetering van de selectieprocedure door kandidaten te kiezen op basis van de vereiste functiecompetenties en instellingen de beschikking te geven over de beste medewerkers die hun hele loopbaan lang blijven, en een professionalisering van het werk van de selectiecomités;

    een positief, modern imago voor de instellingen, als werkgever die op een steeds concurrerender wordende arbeidsmarkt de beste krachten kan aantrekken;

    alle mogelijke voorzieningen om kandidaten met een beperking in staat te stellen deel te nemen.

    A4 02 01 01   Interinstitutionele vergelijkende onderzoeken

     

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    A4 02 01 01

    7 258 000

    6 038 550

    7 820 703,96

    Reserves (A4 10 01)

     

    1 000 000

     

    Totaal

    7 258 000

    7 038 550

    7 820 703,96

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de procedures voor het organiseren van verschillende vergelijkende onderzoeken.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 250 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, en bijlage III.

    A4 02 01 02   Beperkte studies, enquêtes en adviezen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    75 000

    95 000

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren, en voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten.

    A4 02 01 03   Diverse kosten van interne vergaderingen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    14 000

    14 250

    15 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt met name tijdens vergaderingen van de jury van vergelijkende onderzoeken en vertalers.

    HOOFDSTUK A4 03 — INTERINSTITUTINELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

    A4 03 01     Europese Bestuursschool (EUSA)

    Toelichting

    Dit krediet dekt de uitgaven voor de algemene opleiding die wordt verstrekt door de Europese Bestuursschool met als doel de vergroting van het bekwaamheidsniveau van de personeelsleden en van de prestaties en de efficiëntie van de deelnemende instellingen:

    kosten voor het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

    kosten voor het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

    kosten voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de Bestuursschool georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

    kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

    kosten voor het tot stand brengen van een netwerk, op Europees niveau, tussen de Bestuursschool en de nationale scholen voor bestuurskunde en universitaire instituten die actief zijn op dit terrein, met als doel uitwisseling van ervaringen, overbrenging van beproefde praktijken en samenwerking bij de ontwikkeling van de na- en bijscholing van het personeel van de Europese overheidsdienst;

    uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

    de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

    de financiering van didactisch materiaal.

    Rechtsgronden

    Besluit 2005/119/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 26 januari 2005 betreffende de organisatie en de werking van de Europese Bestuursschool (PB L 37 van 10.2.2005, blz. 17).

    A4 03 01 01   Managementopleiding

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 344 000

    1 360 000

    1 503 220,08

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren en ander personeel op het gebied van managementtechnieken (kwaliteits- en personeelsmanagement, strategie).

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

    A4 03 01 02   Opleiding bij indiensttreding

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 090 000

    1 127 000

    1 367 026,92

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van nieuwe ambtenaren en ander nieuw personeel op het gebied van de werkomstandigheden bij de instellingen.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 40 000 EUR.

    A4 03 01 03   Opleiding voor het behalen van een certificaat

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    1 053 000

    1 050 000

    1 238 000,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren om hen voor te bereiden op het behalen van een certificaat op grond waarvan hun bekwaamheid blijkt voor het vervullen van de functie van administrateur, met het oog op een eventuele overgang naar de hogere functiegroep.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 16 000 EUR.

    HOOFDSTUK A4 10 — RESERVES

    A4 10 01     Voorzieningen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    1 500 000

    0,—

    Toelichting

    De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar andere hoofdstukken worden gebruikt, overeenkomstig de daartoe in het Financieel Reglement voorgeschreven procedure.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A4 10 02     Reserves voor onvoorziene omstandigheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

    ONTVANGSTEN

    TITEL 4

    DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    1 157 000

    1 191 000

     

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    242 000

    223 000

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    1 399 000

    1 414 000

    0,—

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    2 719 000

    2 544 000

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    2 719 000

    2 544 000

     

     

    Totaal van titel 4

    4 118 000

    3 958 000

    0,—

    HOOFDSTUK 4 0 —

    INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    1 157 000

    1 191 000

     

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    Referentiebesluiten

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    242 000

    223 000

     

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    2 719 000

    2 544 000

     

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    TITEL 6

    BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 6 6

    6 6 0

    Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0

    Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 6 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    4 118 000

    3 958 000

    0,—

    HOOFDSTUK 6 6 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    A5

    BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

    A5 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    36 721 000

    35 879 000

    41 979 223,33

    A5 10

    RESERVES

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel A5

    36 721 000

    35 879 000

    41 979 223,33

     

    TOTAAL-GENERAAL

    36 721 000

    35 879 000

    41 979 223,33

    TITEL A5

    BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK A5 01

    A5 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    16 738 000

    16 678 000

    15 756 409,23

    A5 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven

    A5 01 02 01

    Extern personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    9 543 000

    9 592 000

    14 867 554,72

    A5 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    214 000

    214 000

    188 091,49

     

    Totaal van artikel A5 01 02

    9 757 000

    9 806 000

    15 055 646,21

    A5 01 03

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    10 226 000

    9 395 000

    11 167 167,89

    A5 01 50

    Personeelsbeleid en -beheer

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    A5 01 51

    Beleid en beheer van infrastructuur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    A5 01 60

    Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A5 01

    36 721 000

    35 879 000

    41 979 223,33

    HOOFDSTUK A5 10

    A5 10 01

    Voorzieningen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    A5 10 02

    Reserve voor onvoorziene omstandigheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A5 10

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel A5

    36 721 000

    35 879 000

    41 979 223,33

     

    TOTAAL-GENERAAL

    36 721 000

    35 879 000

    41 979 223,33

    HOOFDSTUK A5 01 —

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    HOOFDSTUK A5 10 —

    RESERVES

    HOOFDSTUK A5 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    A5 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    16 738 000

    16 678 000

    15 756 409,23

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

    de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

    de overige toelagen en vergoedingen;

    de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

    de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

    de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A5 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven

    A5 01 02 01   Extern personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    9 543 000

    9 592 000

    14 867 554,72

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van:

    de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in die titel en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

    de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

    de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

    de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

    de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 700 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A5 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    214 000

    214 000

    188 091,49

    Toelichting

    Deze post dient ter dekking van:

    de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

    de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau, in het belang van de dienst, zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

    de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

    de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

    de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt of die het Bureau moet organiseren;

    de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies op contractbasis door deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren, inclusief de verwerving van reeds bestaande studies;

    de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

    het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

    het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

    kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

    uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

    de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

    de financiering van didactisch materiaal.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    A5 01 03     Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    10 226 000

    9 395 000

    11 167 167,89

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

    de kosten voor koop of huurkoop of bouw van gebouwen;

    de huur en de erfpacht van gebouwen, diverse belastingen en de uitoefening van aankoopopties op in gebruik zijnde gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslag- en archiefruimten, garages en parkeerplaatsen;

    de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

    de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

    de uitgaven voor het onderhoud van de lokalen, de liften, het centraleverwarmingssysteem, de airconditioninginstallatie enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

    de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

    de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

    de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

    de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

    aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel;

    de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

    de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

    diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

    uitgaven voor werkuitrusting, met name:

    de aankoop van werkkleding (hoofdzakelijk voor bodes, chauffeurs en personeel van restaurants en cafetaria’s);

    de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

    de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

    de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

    de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

    aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

    aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

    aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

    de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

    de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

    de uitgaven voor de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

    de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

    de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende EU-vestigingen;

    technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

    de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 542 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A5 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten of initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

    de bijdrage van het Bureau in de kosten van de kinderopvangcentra en andere kinderbewaarplaatsen;

    uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

    Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van het op de begroting opgevoerde bedrag en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    A5 01 51     Beleid en beheer van infrastructuur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

    de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald.

    A5 01 60     Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

    HOOFDSTUK A5 10 — RESERVES

    A5 10 01     Voorzieningen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere hoofdstukken worden gebruikt, overeenkomstig de daartoe in het Financieel Reglement voorgeschreven procedure.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A5 10 02     Reserve voor onvoorziene omstandigheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

    ONTVANGSTEN

    TITEL 4

    DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    2 356 000

    2 482 000

     

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    442 000

    423 000

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    2 798 000

    2 905 000

    0,—

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    5 004 000

    5 224 000

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    5 004 000

    5 224 000

     

     

    Totaal van titel 4

    7 802 000

    8 129 000

    0,—

    HOOFDSTUK 4 0 —

    INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN TOT DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    2 356 000

    2 482 000

     

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    Referentiebesluiten

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    442 000

    423 000

     

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN TOT DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    5 004 000

    5 224 000

     

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

    Referentiebesluiten

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    TITEL 6

    BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 6 6

    6 6 0

    Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0

    Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 6 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    7 802 000

    8 129 000

    0,—

    HOOFDSTUK 6 6 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    A6

    BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

    A6 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    69 455 000

    69 711 000

    72 336 439,37

    A6 10

    RESERVES

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel A6

    69 455 000

    69 711 000

    72 336 439,37

     

    TOTAAL-GENERAAL

    69 455 000

    69 711 000

    72 336 439,37

    TITEL A6

    BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK A6 01

    A6 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    34 146 000

    34 486 000

    33 550 688,68

    A6 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven

    A6 01 02 01

    Extern personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    22 357 000

    22 401 000

    25 392 908,05

    A6 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    431 000

    431 000

    561 162,12

     

    Totaal van artikel A6 01 02

    22 788 000

    22 832 000

    25 954 070,17

    A6 01 03

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    12 521 000

    12 393 000

    12 831 680,52

    A6 01 50

    Personeelsbeleid en -beheer

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    A6 01 51

    Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    A6 01 60

    Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A6 01

    69 455 000

    69 711 000

    72 336 439,37

    HOOFDSTUK A6 10

    A6 10 01

    Voorzieningen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    A6 10 02

    Reserve voor onvoorziene omstandigheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A6 10

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel A6

    69 455 000

    69 711 000

    72 336 439,37

     

    TOTAAL-GENERAAL

    69 455 000

    69 711 000

    72 336 439,37

    HOOFDSTUK A6 01 —

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    HOOFDSTUK A6 10 —

    RESERVES

    HOOFDSTUK A6 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    A6 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    34 146 000

    34 486 000

    33 550 688,68

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

    de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

    de overige toelagen en vergoedingen;

    de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

    de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

    de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 750 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A6 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven

    A6 01 02 01   Extern personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    22 357 000

    22 401 000

    25 392 908,05

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in die titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

    de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen, enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

    de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

    de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

    de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 000 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A6 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    431 000

    431 000

    561 162,12

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

    de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet de representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

    de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voorzover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

    de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

    de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

    de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren;

    de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

    het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

    het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

    kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

    uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

    de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

    de financiering van didactisch materiaal.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    A6 01 03     Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    12 521 000

    12 393 000

    12 831 680,52

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

    de kosten voor koop of huurkoop of bouw van gebouwen;

    de huur en de erfpacht alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagruimten, garages en parkeerplaatsen;

    de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

    de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

    de uitgaven voor het onderhoud van de lokalen, de liften, het centraleverwarmingssysteem, de airconditioninginstallatie enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

    de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

    de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

    de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

    de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

    de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de herstellingen, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

    de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

    de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

    diverse verzekeringen;

    uitgaven voor werkuitrusting, met name:

    de aankoop van werkkleding (hoofdzakelijk voor bodes, chauffeurs en personeel van restaurants en cafetaria’s);

    de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

    de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

    verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten, alsmede van behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

    de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

    aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

    aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

    aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

    de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

    de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

    de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

    de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica, enz., en de aankoop van abonneelijsten;

    de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen;

    technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm), enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties, enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

    andere administratieve kosten die hier niet uitdrukkelijk worden genoemd.

    Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 3 van het Financieel Reglement wordt geraamd op 300 000 EUR.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A6 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten of initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

    de bijdrage van het Bureau in de kosten van de kinderopvangcentra en andere kinderbewaarplaatsen;

    uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

    Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van het in de begroting opgevoerde bedrag en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    A6 01 51     Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

    de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald.

    A6 01 60     Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), de realisatie van het weekblad „Commission en Direct”, abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op dagbladen, gespecialiseerde tijdschriften, staatsbladen, parlementaire stukken, statistieken van de buitenlandse handel, verschillende bulletins en andere gespecialiseerde publicaties, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

    HOOFDSTUK A6 10 — RESERVES

    A6 10 01     Voorzieningen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen, overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A6 10 02     Reserve voor onvoorziene omstandigheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

    ONTVANGSTEN

    TITEL 4

    DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 4 0

    4 0 0

    Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    861 000

    887 000

     

    4 0 3

    Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    p.m.

    p.m.

    0,—

    4 0 4

    Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    153 000

    145 000

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

    1 014 000

    1 032 000

    0,—

    HOOFDSTUK 4 1

    4 1 0

    Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    1 606 000

    1 587 000

     

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

    1 606 000

    1 587 000

     

     

    Totaal van titel 4

    2 620 000

    2 619 000

    0,—

    HOOFDSTUK 4 0 —

    INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    HOOFDSTUK 4 1 —

    BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

    4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    861 000

    887 000

     

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de salarissen van het personeel van het Bureau.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

    Referentiebesluiten

    Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

    4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    153 000

    145 000

     

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

    4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    1 606 000

    1 587 000

     

    Toelichting

    Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    TITEL 6

    BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA'S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    HOOFDSTUK 6 6

    6 6 0

    Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0

    Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van artikel 6 6 0

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel 6

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL-GENERAAL

    2 620 000

    2 619 000

    0,—

    HOOFDSTUK 6 6 —

    OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

    6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

    6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

    Begrotingsjaar 2013

    Begrotingsjaar 2012

    Begrotingsjaar 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Op deze post worden, overeenkomstig artikel 21 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

    UITGAVEN

    Algemene samenvatting van de kredieten (2013 en 2012) en van de uitvoering (2011)

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    A7

    BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

    A7 01

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    25 191 000

    25 266 000

    24 671 665,74

    A7 10

    RESERVES

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel A7

    25 191 000

    25 266 000

    24 671 665,74

     

    TOTAAL-GENERAAL

    25 191 000

    25 266 000

    24 671 665,74

    TITEL A7

    BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    HOOFDSTUK A7 01

    A7 01 01

    Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    12 659 000

    12 618 000

    12 026 217,56

    A7 01 02

    Extern personeel en overige beheersuitgaven

    A7 01 02 01

    Extern personeel

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    6 577 000

    6 629 000

    6 205 364,79

    A7 01 02 11

    Overige beheersuitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    349 000

    385 000

    327 414,94

     

    Totaal van artikel A7 01 02

    6 926 000

    7 014 000

    6 532 779,73

    A7 01 03

    Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    5 606 000

    5 634 000

    6 112 668,45

    A7 01 50

    Personeelsbeleid en -beheer

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    A7 01 51

    Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    A7 01 60

    Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A7 01

    25 191 000

    25 266 000

    24 671 665,74

    HOOFDSTUK A7 10

    A7 10 01

    Voorzieningen

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

    A7 10 02

    Reserve voor onvoorziene omstandigheden

     

     

     

    Niet-gesplitste kredieten

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    TOTAAL VAN HOOFDSTUK A7 10

    p.m.

    p.m.

    0,—

     

    Totaal van titel A7

    25 191 000

    25 266 000

    24 671 665,74

     

    TOTAAL-GENERAAL

    25 191 000

    25 266 000

    24 671 665,74

    HOOFDSTUK A7 01 —

    ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    HOOFDSTUK A7 10 —

    RESERVES

    HOOFDSTUK A7 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

    A7 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    12 659 000

    12 618 000

    12 026 217,56

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

    de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

    de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

    de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door de instelling te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

    de overige toelagen en vergoedingen;

    de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

    de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

    inrichtingsvergoedingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding, verandering van standplaats of beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

    de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling naar een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

    de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1)..

    A7 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven

    A7 01 02 01   Extern personeel

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    6 577 000

    6 629 000

    6 205 364,79

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in die titel en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

    de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen, enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten van externe personeelsleden en het gebruikmaken van uitzendkrachten;

    de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, aanvullende diensten en voor dienstverlening van intellectuele aard;

    de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

    de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A7 01 02 11   Overige beheersuitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    349 000

    385 000

    327 414,94

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

    de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet de representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

    de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

    de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

    de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

    de uitgaven voor studies en gespecialiseerde raadplegingen, die bij contracten zijn toegewezen aan hoog gekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) voor zover het personeel waarover het Bureau beschikt deze niet zelf kan uitvoeren, met inbegrip van de aankoop van bestaande studies;

    de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

    het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie en de follow-up van opleidingen;

    het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

    kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

    uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

    de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

    de financiering van didactisch materiaal.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

    A7 01 03     Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    5 606 000

    5 634 000

    6 112 668,45

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

    de uitgaven voor de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

    de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en heffingen op koopopties met betrekking tot gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagplaatsen, garages en parkeerplaatsen;

    de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

    de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

    de kosten voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor airconditioning enz.; de kosten vloeien voort uit bepaalde periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen;

    de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

    de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties, opleidingen en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten, opleidingen en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

    de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

    de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

    de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

    de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de reparatie, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

    de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

    de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

    diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid en diefstalverzekering);

    de kosten voor werkuitrusting, en met name:

    de aankoop van werkkleding (met name voor portiers, chauffeurs en restaurantmedewerkers);

    de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

    de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

    de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

    de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

    aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

    aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, kopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

    aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

    installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

    de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

    de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

    de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica, enz., en de aankoop van abonneelijsten;

    de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

    technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm), enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties, enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

    de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

    Rechtsgronden

    Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

    Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A7 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    de uitgaven van het Bureau voor een gedeelte van de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

    de bijdrage van het Bureau in de kosten van kinderdagverblijven;

    uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

    ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

    alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

    Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van het in de begroting opgevoerde bedrag en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

    Rechtsgronden

    Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

    Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

    A7 01 51     Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van:

    uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

    de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald.

    A7 01 60     Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (My IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

    HOOFDSTUK A7 10 — RESERVES

    A7 10 01     Voorzieningen

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    Toelichting

    De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

    Rechtsgronden

    Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).

    A7 10 02     Reserve voor onvoorziene omstandigheden

    Kredieten 2013

    Kredieten 2012

    Uitvoering 2011

    p.m.

    p.m.

    0,—

    PERSONEEL

    Commissie

    Administratie

    Functiegroep en rang (19)  (20)

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    AD 16

    24

     

    24

     

    AD 15

    190

    22

    190

    22

    AD 14

    580

    31

    542

    31

    AD 13

    1 969

     

    1 844

     

    AD 12

    1 329

    53

    1 648

    53

    AD 11

    634

    62

    442

    62

    AD 10

    1 012

    11

    1 166

    11

    AD 9

    814

     

    514

     

    AD 8

    970

    2

    888

    2

    AD 7

    1 072

     

    1 025

     

    AD 6

    1 245

     

    1 144

     

    AD 5

    1 363

    20

    1 575

     

    Totaal AD

    11 202

    201

    11 002

    181

    AST 11

    172

     

    181

     

    AST 10

    240

    20

    208

    20

    AST 9

    529

     

    612

     

    AST 8

    539

    12

    599

    12

    AST 7

    1 003

    28

    1 018

    28

    AST 6

    802

    19

    1 014

    39

    AST 5

    1 125

    42

    1 228

    42

    AST 4

    929

    20

    647

    20

    AST 3

    1 159

    9

    1 121

    9

    AST 2

    511

    13

    495

    13

    AST 1

    695

     

    801

     

    Totaal AST

    7 704

    163

    7 924

    183

    Totaal-generaal

    18 906

    364

    18 926

    364

    Totaal personeel

    19 270

    19 290

    Onderzoek en technologische ontwikkelingen — Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

    Functiegroep en rang

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    AD 16 (21)

    2

     

    2

     

    AD 15

    10

     

    10

     

    AD 14

    75

     

    45

     

    AD 13

    223

     

    223

     

    AD 12

    202

     

    222

     

    AD 11

    39

     

    21

     

    AD 10

    52

     

    54

     

    AD 9

    60

     

    50

     

    AD 8

    62

     

    86

     

    AD 7

    93

     

    93

     

    AD 6

    73

     

    53

     

    AD 5

    21

     

    53

     

    Totaal AD

    912

     

    912

     

    AST 11

    46

     

    35

     

    AST 10

    71

     

    66

     

    AST 9

    129

     

    129

     

    AST 8

    117

     

    117

     

    AST 7

    126

     

    127

     

    AST 6

    98

     

    94

     

    AST 5

    127

     

    127

     

    AST 4

    90

     

    91

     

    AST 3

    131

     

    155

     

    AST 2

    45

     

    45

     

    AST 1

    24

     

    58

     

    Totaal AST

    1 004

     

    1 044

     

    Totaal-generaal

    1 916

     

    1 956

     

    Totaal personeel

    1 916

    1 956

    Onderzoek en technologische ontwikkelingen — Werkzaamheden onder contract

    Functiegroep en rang

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    AD 16

    1

     

    1

     

    AD 15

    19

     

    19

     

    AD 14

    88

     

    74

     

    AD 13

    291

     

    250

     

    AD 12

    178

     

    279

     

    AD 11

    45

     

    45

     

    AD 10

    61

     

    61

     

    AD 9

    60

     

    41

     

    AD 8

    88

     

    88

     

    AD 7

    73

     

    54

     

    AD 6

    114

     

    114

     

    AD 5

    88

     

    79

     

    Totaal AD

    1 106

     

    1 105

     

    AST 11

    12

     

    12

     

    AST 10

    18

     

    11

     

    AST 9

    41

     

    42

     

    AST 8

    70

     

    79

     

    AST 7

    80

     

    83

     

    AST 6

    85

     

    92

     

    AST 5

    114

     

    105

     

    AST 4

    142

     

    163

     

    AST 3

    115

     

    115

     

    AST 2

    39

     

    29

     

    AST 1

    35

     

    35

     

    Totaal AST

    751

     

    766

     

    Totaal-generaal

    1 857

     

    1 871

     

    Totaal personeel  (22)

    1 857

    1 871

    Bureaus

    Publicatiebureau (OP)

    Functiegroep en rang

    Publicatiebureau

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    AD 16

    1

     

    1

     

    AD 15

    3

     

    3

     

    AD 14

    8

     

    8

     

    AD 13

    9

     

    1

     

    AD 12

    16

     

    16

     

    AD 11

    9

     

    9

     

    AD 10

    9

     

    8

     

    AD 9

    13

     

    5

     

    AD 8

    13

     

    19

     

    AD 7

    13

     

    4

     

    AD 6

    11

     

    7

     

    AD 5

    16

     

    29

     

    Totaal AD

    121

     

    110

     

    AST 11

    19

     

    10

     

    AST 10

    28

     

    37

     

    AST 9

    46

     

    24

     

    AST 8

    41

     

    44

     

    AST 7

    42

     

    51

     

    AST 6

    77

     

    79

     

    AST 5

    114

     

    72

     

    AST 4

    94

     

    120

     

    AST 3

    69

     

    91

     

    AST 2

    16

     

    32

     

    AST 1

    2

     

    2

     

    Totaal AST

    548

     

    562

     

    Totaal-generaal

    669

     

    672

     

    Totaal personeel

    669

    672

    Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

    Functiegroep en rang

    Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    AD 16

    1

     

    1

     

    AD 15

    2

    1

    2

    1

    AD 14

    7

     

    5

     

    AD 13

    20

     

    11

     

    AD 12

    20

    18

    20

    18

    AD 11

    18

     

    18

     

    AD 10

    22

    1

    29

    1

    AD 9

    15

    17

    9

    19

    AD 8

    17

    1

    17

    3

    AD 7

    12

     

    10

     

    AD 6

    13

     

    14

     

    AD 5

    10

     

    18

     

    Totaal AD

    157

    38

    154

    42

    AST 11

    5

    5

    4

    5

    AST 10

    9

    11

    5

    11

    AST 9

    14

    3

    14

    3

    AST 8

    13

    14

    16

    14

    AST 7

    13

    1

    10

    1

    AST 6

    12

    3

    14

    4

    AST 5

    18

     

    18

    1

    AST 4

    23

     

    19

     

    AST 3

    23

     

    18

     

    AST 2

    13

     

    23

     

    AST 1

    3

     

    8

     

    Totaal AST

    146

    37

    149

    39

    Totaal-generaal

    303

    75

    303

    81

    Totaal personeel

    378

    384

    Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

    Functiegroep en rang

    Europees Bureau voor personeelsselectie

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    AD 16

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

    1

    AD 14

    1

     

    1

     

    AD 13

    5

    1

    3

    1

    AD 12

    5

     

    6

     

    AD 11

    3

     

    2

     

    AD 10

    2

     

    2

     

    AD 9

    2

     

    4

     

    AD 8

    3

    1

    2

    1

    AD 7

    1

     

    1

     

    AD 6

     

     

    2

     

    AD 5

    5

     

    1

     

    Totaal AD

    27

    3

    24

    3

    AST 11

    2

     

    1

     

    AST 10

    4

     

    3

     

    AST 9

    7

     

    8

     

    AST 8

    9

     

    5

     

    AST 7

    9

     

    10

     

    AST 6

    14

     

    7

     

    AST 5

    17

     

    19

     

    AST 4

    7

     

    16

     

    AST 3

    14

     

    7

     

    AST 2

    8

     

    12

     

    AST 1

    4

     

    10

     

    Totaal AST

    95

     

    98

     

    Totaal-generaal

    122

    3

    122

    3

    Totaal personeel

    125  (23)

    125  (24)

    Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

    Functiegroep en rang

    Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    AD 16

     

     

     

     

    AD 15

    1

     

    1

     

    AD 14

    4

     

    4

     

    AD 13

    7

     

    1

     

    AD 12

    7

     

    11

     

    AD 11

    3

     

    4

     

    AD 10

    2

     

    3

     

    AD 9

    2

     

    2

     

    AD 8

    1

     

    1

     

    AD 7

    2

     

    2

     

    AD 6

    2

     

    2

     

    AD 5

    2

     

    1

     

    Totaal AD

    33

     

    32

     

    AST 11

    3

     

    3

     

    AST 10

    18

     

    18

     

    AST 9

    3

     

    3

     

    AST 8

    22

     

    22

     

    AST 7

    15

     

    15

     

    AST 6

    46

     

    46

     

    AST 5

    30

     

    30

     

    AST 4

    7

     

    7

     

    AST 3

    4

     

    9

     

    AST 2

    1

     

    3

     

    AST 1

     

     

     

     

    Totaal AST

    149

     

    156

     

    Totaal-generaal

    182

     

    188

     

    Totaal personeel

    182

    188

    Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (OIB)

    Functiegroep en rang

    Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    AD 16

     

     

     

     

    AD 15

    1

     

    1

     

    AD 14

    8

     

    8

     

    AD 13

    8

     

    2

     

    AD 12

    12

     

    12

     

    AD 11

    5

     

    11

     

    AD 10

    4

     

    4

     

    AD 9

    8

     

    7

     

    AD 8

    4

     

    5

     

    AD 7

    3

     

    3

     

    AD 6

    5

     

    3

     

    AD 5

    18

     

    15

     

    Totaal AD

    76

     

    71

     

    AST 11

    7

     

    4

     

    AST 10

    10

     

    13

     

    AST 9

    14

     

    9

     

    AST 8

    17

     

    7

     

    AST 7

    53

     

    30

     

    AST 6

    50

     

    53

     

    AST 5

    82

     

    76

     

    AST 4

    59

     

    123

     

    AST 3

    35

     

    39

     

    AST 2

     

     

    1

     

    AST 1

     

     

     

     

    Totaal AST

    327

     

    355

     

    Totaal-generaal

    403

     

    426

     

    Totaal personeel

    403

    426

    Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (OIL)

    Functiegroep en rang

    Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

    2013

    2012

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    Vaste ambten

    Tijdelijke ambten

    AD 16

     

     

     

     

    AD 15

    1

     

    1

     

    AD 14

    3

     

    3

     

    AD 13

    4

     

    4

     

    AD 12

    5

     

    5

     

    AD 11

    4

     

    4

     

    AD 10

    4

     

    4

     

    AD 9

     

     

     

     

    AD 8

     

     

     

     

    AD 7

    1

     

    1

     

    AD 6

    3

     

    3

     

    AD 5

    4

     

    4

     

    Totaal AD

    29

     

    29

     

    AST 11

    2

     

    2

     

    AST 10

    6

     

    6

     

    AST 9

     

     

     

     

    AST 8

    7

     

    7

     

    AST 7

    10

     

    4

     

    AST 6

    16

     

    14

     

    AST 5

    26

     

    30

     

    AST 4

    32

     

    38

     

    AST 3

    15

     

    22

     

    AST 2

    1

     

    1

     

    AST 1

     

     

     

     

    Totaal AST

    115

     

    124

     

    Totaal-generaal

    144

     

    153

     

    Totaal personeel

    144

    153

    Door de Europese Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid

    Gedecentraliseerde agentschappen

    Gedecentraliseerde agentschappen — Ondernemingen

    Europees Chemicaliënagentschap

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

    12

     

    6

     

    9

    AD 12

     

    24

     

    17

     

    22

    AD 11

     

    30

     

    17

     

    26

    AD 10

     

    34

     

    26

     

    28

    AD 9

     

    54

     

    31

     

    36

    AD 8

     

    64

     

    34

     

    47

    AD 7

     

    51

     

    60

     

    51

    AD 6

     

    72

     

    45

     

    50

    AD 5

     

    7

     

    65

     

    52

    Totaal AD

     

    350

     

    303

     

    323

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

    1

     

     

     

    1

    AST 9

     

    6

     

    2

     

    5

    AST 8

     

    7

     

    3

     

    7

    AST 7

     

    18

     

    5

     

    12

    AST 6

     

    23

     

    8

     

    19

    AST 5

     

    33

     

    20

     

    22

    AST 4

     

    36

     

    25

     

    29

    AST 3

     

    14

     

    43

     

    25

    AST 2

     

    14

     

    11

     

    15

    AST 1

     

    1

     

    27

     

    12

    Totaal AST

     

    153

     

    144

     

    147

    Totaal-generaal

     

    503

     

    447

     

    470

    Totaal personeel

    503

    447

    470

    Europees GNSS-Agentschap

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

    1

     

    1

     

     

    AD 11

     

    3

     

    1

     

    3

    AD 10

     

    2

     

    1

     

    3

    AD 9

     

    6

     

    6

     

    4

    AD 8

     

    5

     

    2

     

    6

    AD 7

     

    23

     

    8

     

    17

    AD 6

     

    8

     

    2

     

    4

    AD 5

     

    3

     

    2

     

    1

    Totaal AD

     

    52

     

    24

     

    39

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

    2

     

    1

     

    2

    AST 4

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 3

     

    1

     

    1

     

    2

    AST 2

     

    1

     

    1

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    5

     

    4

     

    5

    Totaal-generaal

     

    57

     

    28

     

    44

    Totaal personeel

    57

    28

    44

    Gedecentraliseerde agentschappen — Werkgelegenheid en sociale zaken

    Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

    1

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    2

    AD 13

     

    3

     

    2

     

    2

    AD 12

    1

    3

    1

    2

    1

    5

    AD 11

    2

    5

    1

    6

    1

    5

    AD 10

    1

    4

    1

    3

    2

    4

    AD 9

     

    3

    1

    2

     

    3

    AD 8

    1

    4

     

    2

    1

    5

    AD 7

    2

    5

    1

    6

    2

    7

    AD 6

    1

    6

    1

    2

    1

    4

    AD 5

     

    8

     

    13

     

    5

    Totaal AD

    8

    42

    6

    40

    8

    42

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

    2

     

     

     

    2

    AST 9

     

    5

     

    5

     

    4

    AST 8

     

    5

     

    2

     

    4

    AST 7

     

    7

     

    6

     

    7

    AST 6

    2

    6

     

    10

    1

    8

    AST 5

    3

    5

    3

    3

    2

    4

    AST 4

    4

    5

    3

    5

    4

    6

    AST 3

     

    3

    2

    4

    2

    4

    AST 2

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 1

    2

    1

    2

    4

    2

     

    Totaal AST

    11

    40

    10

    40

    11

    40

    Totaal-generaal

    19

    82

    16

    80

    19

    82

    Totaal personeel

    101

    96

    101

    Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 12

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 11

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 10

     

    3

     

    2

     

    3

    AD 9

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 8

     

    5

     

    1

     

    3

    AD 7

     

    5

     

    6

     

    6

    AD 6

     

    6

     

    8

     

    7

    AD 5

     

     

     

     

     

     

    Totaal AD

     

    24

     

    22

     

    24

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 6

     

    1

     

     

     

    1

    AST 5

     

    1

     

    2

     

    1

    AST 4

     

    6

     

    6

     

    5

    AST 3

     

    6

     

    5

     

    7

    AST 2

     

    3

     

    1

     

    2

    AST 1

     

    1

     

    3

     

    2

    Totaal AST

     

    20

     

    19

     

    20

    Totaal-generaal

     

    44

     

    41

     

    44

    Totaal personeel

    44

    41

    44

    Gedecentraliseerde agentschappen — Vervoer

    Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    2

     

    2

     

    2

    AD 14

     

    14

     

    5

     

    11

    AD 13

     

    21

     

    7

     

    19

    AD 12

     

    37

     

    22

     

    35

    AD 11

     

    60

     

    14

     

    53

    AD 10

     

    84

     

    49

     

    72

    AD 9

     

    107

     

    80

     

    102

    AD 8

     

    100

     

    77

     

    91

    AD 7

     

    75

     

    95

     

    65

    AD 6

     

    46

     

    76

     

    45

    AD 5

     

    5

     

    16

     

    4

    Totaal AD

     

    551

     

    443

     

    499

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

    2

     

     

     

    1

    AST 7

     

    8

     

     

     

    6

    AST 6

     

    19

     

    1

     

    15

    AST 5

     

    34

     

    8

     

    31

    AST 4

     

    31

     

    23

     

    32

    AST 3

     

    23

     

    53

     

    27

    AST 2

     

    20

     

    29

     

    18

    AST 1

     

    4

     

    16

     

    5

    Totaal AST

     

    141

     

    130

     

    135

    Totaal-generaal

     

    692

     

    573

     

    634

    Totaal personeel

    692

    573

    634  (25)

    Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

     

     

    1

    AD 14

     

    1

     

     

     

    1

    AD 13

    1

    3

     

    2

    1

    3

    AD 12

    1

    9

     

    6

    1

    9

    AD 11

     

    11

    2

    1

     

    11

    AD 10

    1

    17

     

    12

    1

    17

    AD 9

     

    25

    1

    17

     

    25

    AD 8

    1

    23

     

    26

    1

    23

    AD 7

     

    24

     

    27

     

    24

    AD 6

     

    19

     

    15

     

    19

    AD 5

     

    9

     

    25

     

    9

    Totaal AD

    4

    142

    3

    131

    4

    142

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

    1

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

    1

     

    1

    AST 8

     

    1

     

     

     

    1

    AST 7

     

    1

     

     

     

    1

    AST 6

     

    3

     

    2

     

    3

    AST 5

     

    15

    1

    7

     

    15

    AST 4

     

    20

     

    16

     

    20

    AST 3

     

    19

     

    23

     

    19

    AST 2

     

    7

     

    9

     

    7

    AST 1

     

     

     

    4

     

     

    Totaal AST

     

    67

    1

    62

     

    67

    Totaal-generaal

    4

    209

    4

    193

    4

    209

    Totaal personeel

    213

    197

    213

    Europees Spoorwegbureau

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

     

     

    1

    AD 14

     

     

     

    1

     

     

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

     

     

     

     

     

    AD 11

     

    2

     

    1

     

    4

    AD 10

     

    13

     

    8

     

    12

    AD 9

     

    26

     

    28

     

    28

    AD 8

     

    22

     

    19

     

    16

    AD 7

     

    9

     

     

     

    11

    AD 6

     

    30

     

    36

     

    27

    AD 5

     

     

     

    4

     

    2

    Totaal AD

     

    103

     

    97

     

    101

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

    2

     

     

     

    1

    AST 8

     

    2

     

    2

     

    2

    AST 7

     

    1

     

    1

     

    2

    AST 6

     

    2

     

    3

     

    2

    AST 5

     

    5

     

    6

     

    5

    AST 4

     

    6

     

    4

     

    6

    AST 3

     

    8

     

    7

     

    8

    AST 2

     

    8

     

    10

     

    10

    AST 1

     

    6

     

    10

     

    7

    Totaal AST

     

    40

     

    43

     

    43

    Totaal-generaal

     

    143

     

    140

     

    144

    Totaal personeel

    143

    140

    144

    Gedecentraliseerde agentschappen — Milieu

    Europees Milieuagentschap

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 14

     

    2

     

    2

     

    2

    AD 13

     

    2

     

     

     

    2

    AD 12

    1

    9

    1

    10

    1

    9

    AD 11

     

    11

     

    8

     

    11

    AD 10

     

    9

     

    7

     

    9

    AD 9

     

    8

     

    5

     

    8

    AD 8

     

    8

     

    7

     

    8

    AD 7

     

    8

     

    11

     

    8

    AD 6

     

    8

     

    10

     

    6

    AD 5

     

     

     

     

     

     

    Totaal AD

    1

    66

    1

    61

    1

    64

    AST 11

     

    3

     

    1

     

    1

    AST 10

     

    3

     

    2

    1

    3

    AST 9

    2

    3

     

    3

    1

    2

    AST 8

    1

    10

    3

    4

    1

    8

    AST 7

     

    10

     

    10

     

    6

    AST 6

     

    10

     

    6

     

    10

    AST 5

     

    10

     

    5

     

    10

    AST 4

     

    5

     

    12

     

    10

    AST 3

     

    5

     

    12

     

    9

    AST 2

     

    5

     

    5

     

    4

    AST 1

     

    4

     

    7

     

    5

    Totaal AST

    3

    68

    3

    67

    3

    68

    Totaal-generaal

    4

    134

    4

    128

    4

    132

    Totaal personeel

    138

    132

    136

    Europees Chemicaliënagentschap — Activiteiten op het gebied van de biocidewetgeving

    Europees Chemicaliënagentschap — Activiteiten op het gebied van de wetgeving betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

    Gedecentraliseerde agentschappen — Informatiemaatschappij en media

    Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012 (26)

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

     

     

    1

    AD 14

     

     

     

    1

     

     

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

    3

     

    1

     

    3

    AD 11

     

     

     

    1

     

     

    AD 10

     

    5

     

    2

     

    5

    AD 9

     

    9

     

    6

     

    8

    AD 8

     

    7

     

    3

     

    5

    AD 7

     

    6

     

    8

     

    9

    AD 6

     

     

     

    3

     

     

    AD 5

     

     

     

    1

     

     

    Totaal AD

     

    31

     

    26

     

    31

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

    2

     

     

     

    2

    AST 5

     

    6

     

    3

     

    6

    AST 4

     

    1

     

    3

     

    1

    AST 3

     

    2

     

    4

     

    2

    AST 2

     

    5

     

    3

     

    5

    AST 1

     

     

     

    2

     

     

    Totaal AST

     

    16

     

    15

     

    16

    Totaal-generaal

     

    47

     

    41

     

    47

    Totaal personeel

    47

    41

    47

    Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (Berec) — Bureau

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

     

     

     

     

     

    AD 11

     

     

     

     

     

     

    AD 10

     

     

     

     

     

     

    AD 9

     

    2

     

    2

     

    2

    AD 8

     

     

     

     

     

     

    AD 7

     

    3

     

    2

     

    3

    AD 6

     

     

     

     

     

     

    AD 5

     

    5

     

    3

     

    5

    Totaal AD

     

    11

     

    8

     

    11

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

     

     

     

     

     

    AST 4

     

     

     

     

     

     

    AST 3

     

    4

     

    2

     

    4

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

    1

     

    1

     

    1

    Totaal AST

     

    5

     

    3

     

    5

    Totaal-generaal

     

    16

     

    11

     

    16

    Totaal personeel

    16

    11

    16

    Gedecentraliseerde agentschappen — Maritieme zaken en visserij

    Europees Bureau voor visserijcontrole (EFCA)

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

     

     

    1

    AD 14

     

     

     

    1

     

     

    AD 13

     

    2

     

    1

     

    2

    AD 12

     

    2

    1

    2

     

    2

    AD 11

     

     

     

     

     

     

    AD 10

     

    3

     

    1

     

    3

    AD 9

     

    6

    2

    6

     

    6

    AD 8

     

    5

    1

    2

     

    5

    AD 7

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 6

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 5

     

     

     

    1

     

     

    Totaal AD

     

    21

    4

    16

     

    21

    AST 11

     

     

     

    1

     

     

    AST 10

     

    7

     

    6

     

    7

    AST 9

     

    3

     

    3

     

    3

    AST 8

     

    3

     

    3

     

    3

    AST 7

     

    8

     

    7

     

    8

    AST 6

     

    3

     

    3

     

    3

    AST 5

     

    6

     

    6

     

    6

    AST 4

     

     

     

     

     

     

    AST 3

     

    2

     

    1

     

    2

    AST 2

     

    1

     

    2

     

    1

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    33

     

    32

     

    33

    Totaal-generaal

     

    54

    4

    48

     

    54

    Totaal personeel

    54

    52

    54

    Gedecentraliseerde agentschappen — Interne markt

    Europese Autoriteit voor effecten en markten

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

    1

    AD 12

     

    3

     

    2

     

    4

    AD 11

     

    5

     

    1

     

    4

    AD 10

     

    6

     

    2

     

    5

    AD 9

     

    12

     

    1

     

    5

    AD 8

     

    24

     

    11

     

    11

    AD 7

     

    24

     

    11

     

    11

    AD 6

     

    18

     

    4

     

    11

    AD 5

     

    12

     

    7

     

    9

    Totaal AD

     

    106

     

    41

     

    63

    AST 11

     

     

     

     

     

    1

    AST 10

     

     

     

     

     

    1

    AST 9

     

    1

     

     

     

    2

    AST 8

     

     

     

    1

     

    1

    AST 7

     

     

     

     

     

    1

    AST 6

     

    1

     

     

     

     

    AST 5

     

    2

     

    2

     

     

    AST 4

     

    6

     

    1

     

    1

    AST 3

     

    2

     

    2

     

    2

    AST 2

     

    3

     

     

     

    1

    AST 1

     

     

     

    3

     

    2

    Totaal AST

     

    15

     

    9

     

    12

    Totaal-generaal

     

    121

     

    50

     

    75

    Totaal personeel

    121

    50

    75

    Europese Bankautoriteit

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

    3

     

    1

     

    2

    AD 12

     

    6

     

    2

     

    4

    AD 11

     

    10

     

    4

     

    6

    AD 10

     

    10

     

    5

     

    7

    AD 9

     

    13

     

    4

     

    8

    AD 8

     

    16

     

    7

     

    10

    AD 7

     

    12

     

    3

     

    6

    AD 6

     

    7

     

    5

     

    7

    AD 5

     

    5

     

    2

     

    5

    Totaal AD

     

    84

     

    35

     

    57

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

    1

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

    1

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

    1

     

     

     

    2

    AST 4

     

    3

     

    3

     

    2

    AST 3

     

    2

     

    1

     

    2

    AST 2

     

    3

     

     

     

    2

    AST 1

     

     

     

    1

     

    1

    Totaal AST

     

    9

     

    5

     

    11

    Totaal-generaal

     

    93

     

    40

     

    68

    Totaal personeel

    93

    40

    68

    Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

    3

     

    1

     

    2

    AD 12

     

    5

     

    2

     

    4

    AD 11

     

    7

     

    3

     

    7

    AD 10

     

    8

     

    6

     

    8

    AD 9

     

    7

     

    3

     

    8

    AD 8

     

    10

     

    4

     

    6

    AD 7

     

    10

     

    8

     

    8

    AD 6

     

    7

     

    3

     

    5

    AD 5

     

    8

     

    5

     

    7

    Totaal AD

     

    67

     

    37

     

    57

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

    1

    AST 7

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 6

     

    3

     

    3

     

    3

    AST 5

     

    1

     

    1

     

    2

    AST 4

     

    3

     

     

     

     

    AST 3

     

    3

     

     

     

    2

    AST 2

     

    2

     

    4

     

    3

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    13

     

    9

     

    12

    Totaal-generaal

     

    80

     

    46

     

    69

    Totaal personeel

    80

    46

    69

    Gedecentraliseerde agentschappen — Onderwijs en cultuur

    Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

     

     

    1

    AD 14

     

    1

     

     

     

    1

    AD 13

     

    2

     

    1

     

    2

    AD 12

    6

    3

    2

    3

    6

    4

    AD 11

    1

    8

    5

    4

    1

    7

    AD 10

     

    9

    1

    4

     

    9

    AD 9

     

    4

     

    3

     

    2

    AD 8

     

    3

    4

    3

     

    2

    AD 7

     

    7

    2

    4

     

    7

    AD 6

     

    5

     

    6

     

    7

    AD 5

     

    1

    1

    5

     

    1

    Totaal AD

    7

    44

    15

    33

    7

    43

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

    2

    1

    1

    1

    3

    1

    AST 9

     

    1

     

     

     

    1

    AST 8

    2

    2

    1

    1

    3

     

    AST 7

    1

    6

    3

    2

     

    7

    AST 6

    4

    3

    1

    4

    5

     

    AST 5

    5

    5

    4

    3

    4

    10

    AST 4

    1

    11

    6

    7

    1

    11

    AST 3

     

    4

    1

    9

     

    3

    AST 2

     

    1

    1

    4

     

    2

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

    15

    34

    18

    31

    16

    35

    Totaal-generaal

    22

    78

    33

    64

    23

    78

    Totaal personeel

    100

    97

    101

    Europese Stichting voor opleiding

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

    4

     

     

     

    4

    AD 12

     

    10

     

    5

     

    9

    AD 11

     

    8

     

    14

     

    9

    AD 10

     

    3

     

    1

     

    4

    AD 9

     

    12

     

    10

     

    11

    AD 8

     

    6

     

    6

     

    4

    AD 7

     

    15

     

    16

     

    17

    AD 6

     

    3

     

    1

     

     

    AD 5

     

     

     

    1

     

    2

    Totaal AD

     

    62

     

    55

     

    61

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

    7

     

     

     

    4

    AST 9

     

    3

     

    6

     

    6

    AST 8

     

    5

     

    4

     

    5

    AST 7

     

    7

     

    8

     

    6

    AST 6

     

    1

     

    3

     

    4

    AST 5

     

    6

     

    3

     

    3

    AST 4

     

    1

     

    3

     

    5

    AST 3

     

    4

     

    5

     

    2

    AST 2

     

     

     

    3

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    34

     

    35

     

    35

    Totaal-generaal

     

    96

     

    90

     

    96

    Totaal personeel

    96

    90

    96

    Gedecentraliseerde agentschappen — Gezondheid en consumentenbescherming

    Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

     

     

    1

    AD 14

     

    4

     

    2

     

    3

    AD 13

     

    3

     

     

     

    2

    AD 12

     

    6

     

    4

     

    5

    AD 11

     

    10

     

    2

     

    9

    AD 10

     

    18

     

    4

     

    15

    AD 9

     

    27

     

    11

     

    26

    AD 8

     

    18

     

    37

     

    22

    AD 7

     

    16

     

    1

     

    12

    AD 6

     

    22

     

    8

     

    24

    AD 5

     

    10

     

    46

     

    17

    Totaal AD

     

    135

     

    115

     

    136

    AST 11

     

    1

     

     

     

     

    AST 10

     

    1

     

     

     

    1

    AST 9

     

    1

     

     

     

    1

    AST 8

     

    4

     

     

     

    3

    AST 7

     

    7

     

    1

     

    6

    AST 6

     

    13

     

    4

     

    11

    AST 5

     

    20

     

    8

     

    20

    AST 4

     

    11

     

    32

     

    15

    AST 3

     

    2

     

     

     

    2

    AST 2

     

    3

     

    4

     

    3

    AST 1

     

     

     

    13

     

    2

    Totaal AST

     

    63

     

    62

     

    64

    Totaal-generaal

     

    198

     

    177

     

    200

    Totaal personeel

    198

    177

    200

    Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 14

     

    2

     

     

     

    2

    AD 13

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 12

    1

    14

     

    4

    1

    14

    AD 11

     

    11

     

    11

     

    10

    AD 10

    1

    12

     

    8

    1

    8

    AD 9

    1

    37

     

    28

    1

    32

    AD 8

     

    47

     

    45

     

    41

    AD 7

    1

    61

    3

    40

    1

    57

    AD 6

    1

    23

    1

    40

    1

    25

    AD 5

     

    17

    1

    18

     

    17

    Totaal AD

    5

    226

    5

    196

    5

    208

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

    2

     

     

     

    1

    AST 7

     

    5

     

    3

     

    5

    AST 6

     

    7

     

     

     

    5

    AST 5

     

    25

     

    10

     

    22

    AST 4

     

    34

     

    43

     

    38

    AST 3

     

    25

     

    19

     

    25

    AST 2

     

    20

     

    47

     

    26

    AST 1

     

    2

     

    11

     

    20

    Totaal AST

     

    120

     

    133

     

    142

    Totaal-generaal

    5

    346

    5

    329

    5

    350

    Totaal personeel

    351

    334

    355

    Europees Geneesmiddelenbureau

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

    1

     

    1

    AD 15

     

    4

     

    4

     

    4

    AD 14

     

    6

     

    5

     

    6

    AD 13

     

    8

     

    7

     

    7

    AD 12

     

    38

     

    36

     

    36

    AD 11

     

    38

     

    35

     

    36

    AD 10

     

    36

     

    30

     

    32

    AD 9

     

    40

     

    37

     

    38

    AD 8

     

    47

     

    43

     

    46

    AD 7

     

    45

     

    39

     

    49

    AD 6

     

    42

     

    35

     

    36

    AD 5

     

    42

     

    32

     

    35

    Totaal AD

     

    346

     

    304

     

    326

    AST 11

     

    2

     

    2

     

    2

    AST 10

     

    5

     

    4

     

    5

    AST 9

     

    7

     

    8

     

    7

    AST 8

     

    13

     

    13

     

    13

    AST 7

     

    20

     

    19

     

    20

    AST 6

     

    33

     

    34

     

    34

    AST 5

     

    35

     

    34

     

    35

    AST 4

     

    51

     

    48

     

    51

    AST 3

     

    39

     

    32

     

    39

    AST 2

     

    40

     

    37

     

    40

    AST 1

     

    20

     

    16

     

    18

    Totaal AST

     

    265

     

    247

     

    264

    Totaal-generaal

     

    611

     

    551

     

    590

    Totaal personeel

    611

    551

    590

    Gedecentraliseerde agentschappen — Binnenlandse zaken

    Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex)

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie (27)

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

    3

     

    3

     

    3

    AD 12

     

    8

     

    8

     

    8

    AD 11

     

    9

     

    9

     

    9

    AD 10

     

    9

     

    8

     

    8

    AD 9

     

    1

     

    2

     

    1

    AD 8

     

    48

     

    43

     

    45

    AD 7

     

    8

     

    2

     

    2

    AD 6

     

    6

     

    6

     

    6

    AD 5

     

    3

     

    3

     

    3

    Totaal AD

     

    97

     

    86

     

    87

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

    5

     

    6

     

    5

    AST 7

     

    12

     

    11

     

    12

    AST 6

     

    10

     

    10

     

    10

    AST 5

     

    20

     

    19

     

    20

    AST 4

     

    5

     

    5

     

    5

    AST 3

     

    4

     

    4

     

    4

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    56

     

    55

     

    56

    Totaal-generaal

     

    153

     

    141

     

    143

    Totaal personeel

    153

    141

    143

    Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige informatiesystemen op het gebied van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

     

     

    1

    AD 13

     

    2

     

     

     

     

    AD 12

     

    3

     

     

     

    3

    AD 11

     

    1

     

     

     

    1

    AD 10

     

    4

     

     

     

    2

    AD 9

     

    7

     

     

     

    6

    AD 8

     

     

     

     

     

     

    AD 7

     

    21

     

     

     

    17

    AD 6

     

     

     

     

     

     

    AD 5

     

    36

     

     

     

    19

    Totaal AD

     

    75

     

     

     

    49

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

    2

     

     

     

    2

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

    15

     

     

     

    10

    AST 4

     

     

     

     

     

     

    AST 3

     

    27

     

     

     

    14

    AST 2

     

    1

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    45

     

     

     

    26

    Totaal-generaal

     

    120

     

     

     

    75

    Totaal personeel

    120

     

    75

    Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

     

     

     

     

     

    AD 11

     

     

     

     

     

     

    AD 10

     

    2

     

     

     

    1

    AD 9

     

    6

     

    3

     

    5

    AD 8

     

    5

     

     

     

     

    AD 7

     

    9

     

    1

     

    11

    AD 6

     

    2

     

     

     

     

    AD 5

     

    7

     

     

     

    7

    Totaal AD

     

    32

     

    5

     

    25

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

     

     

     

     

     

    AST 4

     

    1

     

     

     

     

    AST 3

     

    6

     

     

     

    4

    AST 2

     

    1

     

     

     

    1

    AST 1

     

    5

     

     

     

    8

    Totaal AST

     

    13

     

     

     

    13

    Totaal-generaal

     

    45

     

    5

     

    38

    Totaal personeel

    45

    5

    38

    Europese Politiedienst (Europol)

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

     

     

     

    AD 14

     

     

     

    1

     

    1

    AD 13

     

    3

     

    3

     

    3

    AD 12

     

    3

     

    3

     

    3

    AD 11

     

    23

     

    21

     

    23

    AD 10

     

     

     

    1

     

     

    AD 9

     

    72

     

    62

     

    71

    AD 8

     

    80

     

    86

     

    80

    AD 7

     

    127

     

    101

     

    125

    AD 6

     

    51

     

    75

     

    53

    AD 5

     

    37

     

    39

     

    36

    Totaal AD

     

    397

     

    392

     

    395

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

    2

     

    2

     

    4

    AST 6

     

    14

     

    12

     

    13

    AST 5

     

    3

     

    4

     

    3

    AST 4

     

    40

     

    37

     

    40

    AST 3

     

    1

     

     

     

    2

    AST 2

     

     

     

    4

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    60

     

    59

     

    62

    Totaal-generaal

     

    457

     

    451

     

    457

    Totaal personeel

    457

    451

    457

    Europese Politieacademie

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

     

     

     

     

     

    AD 13

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 12

     

     

     

     

     

     

    AD 11

     

     

     

     

     

     

    AD 10

     

    2

     

    2

     

    2

    AD 9

     

    3

     

     

     

    3

    AD 8

     

     

     

     

     

     

    AD 7

     

    1

     

    2

     

    1

    AD 6

     

     

     

     

     

     

    AD 5

     

    9

     

    8

     

    9

    Totaal AD

     

    16

     

    13

     

    16

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

    2

     

    2

     

    2

    AST 4

     

    2

     

    2

     

    2

    AST 3

     

    8

     

    6

     

    8

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    12

     

    10

     

    12

    Totaal-generaal

     

    28

     

    23

     

    28

    Totaal personeel

    28

    23

    28

    Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 14

     

    1

     

     

    1

     

    AD 13

    1

    2

     

    2

    1

    2

    AD 12

    4

    10

    3

    4

    4

    10

    AD 11

    3

    10

    2

    6

    3

    8

    AD 10

    1

    13

     

    6

    1

    13

    AD 9

     

    7

    1

    3

     

    7

    AD 8

     

    2

     

    2

     

    4

    AD 7

     

     

     

    7

     

     

    AD 6

     

     

     

    11

     

     

    AD 5

     

     

     

     

     

     

    Totaal AD

    9

    46

    6

    42

    10

    45

    AST 11

    1

     

    1

     

    1

     

    AST 10

     

    2

     

     

     

    2

    AST 9

    1

    5

     

    2

     

    5

    AST 8

    2

    7

    1

    2

    2

    5

    AST 7

    1

    6

    2

    2

    1

    5

    AST 6

    1

    1

    1

    1

    1

    4

    AST 5

     

    2

     

    7

     

    1

    AST 4

     

     

    2

    7

    2

     

    AST 3

     

     

     

    1

     

     

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

    6

    23

    7

    22

    7

    22

    Totaal-generaal

    15

    69

    13

    64

    17

    67

    Totaal personeel

    84

    77

    84

    Gedecentraliseerde agentschappen — Taaldiensten

    Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

     

     

    1

    AD 14

    1

     

    1

    1

    1

     

    AD 13

     

     

     

     

    1

    1

    AD 12

    8

    3

    6

    5

    7

    5

    AD 11

    9

    9

    8

    9

    9

    8

    AD 10

    10

    5

    10

    5

    9

    6

    AD 9

    2

    10

    3

    7

    3

    10

    AD 8

    5

    8

    2

    9

    3

    9

    AD 7

    7

    23

    9

    18

    9

    22

    AD 6

    5

    16

     

    15

    4

    16

    AD 5

     

    16

    3

    21

    1

    13

    Totaal AD

    47

    91

    42

    90

    47

    91

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 8

    5

     

    5

     

    5

     

    AST 7

    3

    3

    2

    2

    2

    3

    AST 6

    2

    2

    2

    3

    3

    2

    AST 5

    2

    9

    1

    3

    1

    6

    AST 4

    3

    12

    3

    12

    5

    16

    AST 3

    2

    17

    5

    20

    2

    21

    AST 2

     

    6

     

    6

     

    10

    AST 1

     

    1

     

    8

     

     

    Totaal AST

    17

    51

    18

    55

    18

    59

    Totaal-generaal

    64

    142

    60

    145

    65

    150

    Totaal personeel

    206

    205

    215

    Gedecentraliseerde agentschappen — Energie

    Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

     

     

     

     

     

    AD 11

     

    4

     

    3

     

    4

    AD 10

     

     

     

     

     

     

    AD 9

     

    2

     

    2

     

    2

    AD 8

     

    6

     

    4

     

    5

    AD 7

     

    6

     

    3

     

    4

    AD 6

     

    4

     

    1

     

    4

    AD 5

     

    11

     

    8

     

    10

    Totaal AD

     

    34

     

    22

     

    30

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 4

     

     

     

     

     

     

    AST 3

     

    14

     

    11

     

    12

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    15

     

    12

     

    13

    Totaal-generaal

     

    49

     

    34

     

    43

    Totaal personeel

    49

    34  (28)

    43

    Gedecentraliseerde agentschappen — Justitie

    Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

     

     

    1

    AD 14

     

     

     

    1

     

     

    AD 13

     

    3

     

    1

     

    3

    AD 12

     

    11

     

    1

     

    11

    AD 11

     

     

     

    3

     

     

    AD 10

     

    15

     

    4

     

    15

    AD 9

     

    11

     

    5

     

    11

    AD 8

     

    1

     

    5

     

    1

    AD 7

     

    5

     

    16

     

    5

    AD 6

     

    3

     

    7

     

     

    AD 5

     

     

     

    1

     

     

    Totaal AD

     

    50

     

    44

     

    47

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

    1

     

     

     

    1

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

    3

     

    1

     

    3

    AST 7

     

    9

     

    6

     

    9

    AST 6

     

    4

     

     

     

    4

    AST 5

     

    1

     

    8

     

    1

    AST 4

     

    9

     

    7

     

    9

    AST 3

     

     

     

    3

     

     

    AST 2

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    28

     

    26

     

    28

    Totaal-generaal

     

    78

     

    70

     

    75

    Totaal personeel

    78

    70

    75

    Eurojust

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie (29)

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

    1

     

     

     

    1

    AD 12

     

    1

     

     

     

    1

    AD 11

     

     

     

     

     

     

    AD 10

     

    6

     

     

     

    6

    AD 9

     

    3

     

    6

     

    3

    AD 8

     

    17

     

    4

     

    16

    AD 7

     

    15

     

    4

     

    16

    AD 6

     

    30

     

    19

     

    30

    AD 5

     

    7

     

    6

     

    5

    Totaal AD

     

    81

     

    40

     

    79

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

    1

     

     

     

    1

    AST 8

     

     

     

    1

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

    2

     

     

     

    2

    AST 4

     

    32

     

    4

     

    32

    AST 3

     

    54

     

    58

     

    56

    AST 2

     

    38

     

    14

     

    38

    AST 1

     

    5

     

    45

     

    5

    Totaal AST

     

    132

     

    122

     

    134

    Totaal-generaal

     

    213

     

    162

     

    213

    Totaal personeel

    213

    162

    213

    Europees Genderinstituut

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

     

     

     

     

     

    AD 13

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 12

     

     

     

     

     

     

    AD 11

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 10

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 9

     

    1

     

     

     

    1

    AD 8

     

    6

     

    4

     

    6

    AD 7

     

    4

     

    3

     

    4

    AD 6

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 5

     

    8

     

    8

     

    8

    Totaal AD

     

    23

     

    19

     

    23

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

    2

     

    2

     

    2

    AST 5

     

    3

     

     

     

    3

    AST 4

     

    2

     

    5

     

    2

    AST 3

     

     

     

     

     

     

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    7

     

    7

     

    7

    Totaal-generaal

     

    30

     

    26

     

    30

    Totaal personeel

    30

    26

    30

    Gemeenschappelijke ondernemingen

    Gemeenschappelijke Onderneming Fusion for Energy (F4E)

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

    1

     

     

     

    1

    AD 14

     

     

     

    1

     

     

    AD 13

    9

    2

    4

    2

    9

    2

    AD 12

    18

    10

    17

    2

    15

    10

    AD 11

    5

    12

    2

     

    5

    7

    AD 10

    6

    32

    5

    2

    6

    26

    AD 9

    4

    15

    2

    37

    5

    26

    AD 8

    1

    16

    1

    1

    3

    15

    AD 7

    1

    65

     

    17

    1

    45

    AD 6

     

    19

    4

    77

     

    40

    AD 5

     

    2

     

    1

     

    2

    Totaal AD

    44

    174

    35

    140

    44

    174

    AST 11

    4

     

    2

     

    4

     

    AST 10

    2

     

     

     

    2

     

    AST 9

    4

     

    1

     

    3

     

    AST 8

     

     

    2

     

    1

     

    AST 7

     

     

    3

     

     

     

    AST 6

    1

     

     

     

    1

     

    AST 5

    5

    4

    1

     

    4

    4

    AST 4

     

    17

    2

    1

    1

    11

    AST 3

    2

    5

    3

    19

    2

    11

    AST 2

     

     

    1

     

     

     

    AST 1

     

     

    1

     

     

     

    Totaal AST

    18

    26

    16

    20

    18

    26

    Totaal-generaal

    62

    200

    51

    160

    62

    200

    Totaal personeel

    262

    211

    262

    Samenwerking — Gezondheid — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 11

     

    4

     

    4

     

    4

    AD 10

     

     

     

     

     

     

    AD 9

     

    5

     

    2

     

    5

    AD 8

     

    11

     

    11

     

    11

    AD 7

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 6

     

     

     

     

     

     

    AD 5

     

     

     

     

     

     

    Totaal AD

     

    23

     

    20

     

    23

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

     

     

     

     

     

    AST 4

     

     

     

     

     

     

    AST 3

     

    5

     

    5

     

    5

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    6

     

    6

     

    6

    Totaal-generaal

     

    29

     

    26

     

    29

    Totaal personeel

    29

    26

    29

    Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

     

     

     

     

     

    AD 11

     

     

     

     

     

     

    AD 10

     

    3

     

    3

     

    3

    AD 9

     

    7

     

    7

     

    7

    AD 8

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 7

     

    2

     

    2

     

    2

    AD 6

     

    3

     

    3

     

    3

    AD 5

     

     

     

     

     

     

    Totaal AD

     

    17

     

    17

     

    17

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 5

     

     

     

     

     

     

    AST 4

     

     

     

     

     

     

    AST 3

     

     

     

     

     

     

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    1

     

    1

     

    1

    Totaal-generaal

     

    18

     

    18

     

    18

    Totaal personeel

    18

    18

    18

    Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

     

     

     

     

     

    AD 11

     

    2

     

    2

     

    2

    AD 10

     

     

     

     

     

     

    AD 9

     

     

     

     

     

     

    AD 8

     

    5

     

    5

     

    5

    AD 7

     

     

     

     

     

     

    AD 6

     

     

     

     

     

     

    AD 5

     

     

     

     

     

     

    Totaal AD

     

    8

     

    8

     

    8

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

     

     

     

     

     

    AST 4

     

     

     

     

     

     

    AST 3

     

     

     

     

     

     

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

     

     

     

     

     

    Totaal-generaal

     

    8

     

    8

     

    8

    Totaal personeel

    8

    8

    8

    Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Eniac

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

     

     

     

     

     

    AD 11

     

    2

     

    2

     

    2

    AD 10

     

     

     

     

     

     

    AD 9

     

     

     

     

     

     

    AD 8

     

    4

     

    3

     

    5

    AD 7

     

     

     

     

     

     

    AD 6

     

     

     

     

     

     

    AD 5

     

     

     

     

     

     

    Totaal AD

     

    7

     

    6

     

    8

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

     

     

     

     

     

    AST 4

     

     

     

     

     

     

    AST 3

     

     

     

     

     

     

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

     

     

     

     

     

    Totaal-generaal

     

    7

     

    6

     

    8

    Totaal personeel

    7

    6

    8

    Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

     

     

     

     

     

    AD 11

     

    3

     

    3

     

    3

    AD 10

     

     

     

     

     

     

    AD 9

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 8

     

    4

     

    4

     

    4

    AD 7

     

    2

     

    2

     

    2

    AD 6

     

     

     

     

     

     

    AD 5

     

     

     

     

     

     

    Totaal AD

     

    11

     

    11

     

    11

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 7

     

    3

     

    3

     

    3

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

     

     

     

     

     

    AST 4

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 3

     

    2

     

    2

     

    2

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    7

     

    7

     

    7

    Totaal-generaal

     

    18

     

    18

     

    18

    Totaal personeel

    18

    18

    18

    Gemeenschappelijke Onderneming Sesar (SJU)

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

    4

     

    4

     

    4

    AD 11

     

    1

     

     

     

    1

    AD 10

     

    3

     

    3

     

    3

    AD 9

     

     

     

     

     

     

    AD 8

     

    6

     

    3

     

    6

    AD 7

     

    4

     

    3

     

    4

    AD 6

     

    4

     

    1

     

    4

    AD 5

     

    10

     

    3

     

    10

    Totaal AD

     

    33

     

    18

     

    33

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 4

     

     

     

     

     

     

    AST 3

     

    2

     

    1

     

    2

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

    2

     

    2

     

    2

    Totaal AST

     

    6

     

    5

     

    6

    Totaal-generaal

     

    39

     

    23

     

    39

    Totaal personeel

    39

    23

    39

    Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

    1

     

     

     

    1

    AD 11

     

    1

     

    1

     

     

    AD 10

     

    2

     

     

     

    1

    AD 9

     

    4

     

    2

     

    3

    AD 8

     

    8

     

    3

     

    8

    AD 7

     

    2

     

    1

     

    2

    AD 6

     

    7

     

    7

     

    4

    AD 5

     

    1

     

    1

     

    1

    Totaal AD

     

    27

     

    16

     

    21

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

    3

     

     

     

    1

    AST 4

     

    1

     

    4

     

    3

    AST 3

     

    3

     

    3

     

    3

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    7

     

    7

     

    7

    Totaal-generaal

     

    34

     

    23

     

    28

    Totaal personeel

    34

    23

    28

    Uitvoerende agentschappen

    Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

     

     

     

     

     

    AD 11

     

    7

     

    1

     

    5

    AD 10

     

    3

     

    6

     

    5

    AD 9

     

    2

     

    1

     

    1

    AD 8

     

    8

     

    4

     

    9

    AD 7

     

    5

     

    11

     

    5

    AD 6

     

    4

     

     

     

    4

    AD 5

     

    3

     

    6

     

    3

    Totaal AD

     

    33

     

    30

     

    33

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

    2

     

     

     

    2

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 4

     

     

     

     

     

     

    AST 3

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 2

     

     

     

    1

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    4

     

    3

     

    4

    Totaal-generaal

     

    37

     

    33

     

    37

    Totaal personeel

    37

    33

    37

    Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

    4

     

    2

     

    3

    AD 12

     

    5

     

    5

     

    6

    AD 11

     

    4

     

    4

     

    4

    AD 10

     

    15

     

    9

     

    11

    AD 9

     

    14

     

    14

     

    16

    AD 8

     

    16

     

    19

     

    17

    AD 7

     

    3

     

    3

     

    5

    AD 6

     

    9

     

    3

     

    5

    AD 5

     

    5

     

    12

     

    8

    Totaal AD

     

    76

     

    72

     

    76

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

    1

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

    1

    AST 8

     

    3

     

    1

     

    1

    AST 7

     

    4

     

    2

     

    2

    AST 6

     

    1

     

    2

     

    2

    AST 5

     

    9

     

    1

     

    3

    AST 4

     

    7

     

    12

     

    11

    AST 3

     

    3

     

    11

     

    7

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    27

     

    30

     

    27

    Totaal-generaal

     

    103

     

    102

     

    103

    Totaal personeel

    103

    102

    103

    Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

     

     

     

     

     

    AD 11

     

    2

     

    1

     

    2

    AD 10

     

     

     

     

     

     

    AD 9

     

    1

     

    2

     

    1

    AD 8

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 7

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 6

     

    2

     

     

     

    1

    AD 5

     

    1

     

    2

     

    2

    Totaal AD

     

    9

     

    8

     

    9

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 6

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 5

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 4

     

     

     

     

     

     

    AST 3

     

     

     

     

     

     

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    3

     

    3

     

    3

    Totaal-generaal

     

    12

     

    11

     

    12

    Totaal personeel

    12

    11

    12

    Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

     

     

     

     

     

    AD 12

     

    2

     

     

     

    1

    AD 11

     

    2

     

    2

     

    2

    AD 10

     

    2

     

    1

     

    2

    AD 9

     

    4

     

    4

     

    4

    AD 8

     

    4

     

    2

     

    4

    AD 7

     

    7

     

    7

     

    7

    AD 6

     

    6

     

    9

     

    7

    AD 5

     

    0

     

    2

     

     

    Totaal AD

     

    28

     

    28

     

    28

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

    2

     

    2

     

    2

    AST 4

     

    1

     

    1

     

    1

    AST 3

     

    2

     

    2

     

    2

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    5

     

    5

     

    5

    Totaal-generaal

     

    33

     

    33

     

    33

    Totaal personeel

    33

    33

    33

    Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

     

     

    1

    AD 13

     

    3

     

    3

     

    3

    AD 12

     

    5

     

    5

     

    5

    AD 11

     

    2

     

    2

     

    2

    AD 10

     

    3

     

    3

     

    3

    AD 9

     

    11

     

    3

     

    3

    AD 8

     

    34

     

    24

     

    27

    AD 7

     

    32

     

    39

     

    40

    AD 6

     

    8

     

    11

     

    10

    AD 5

     

    1

     

    7

     

    6

    Totaal AD

     

    100

     

    97

     

    100

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

     

     

     

     

     

    AST 8

     

     

     

     

     

     

    AST 7

     

     

     

     

     

     

    AST 6

     

     

     

     

     

     

    AST 5

     

     

     

     

     

     

    AST 4

     

     

     

     

     

     

    AST 3

     

     

     

     

     

     

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

     

     

     

     

     

    Totaal-generaal

     

    100

     

    97

     

    100

    Totaal personeel

    100

    97

    100

    Uitvoerend Agentschap onderzoek

    Functiegroep en rang

    Ambten

    2013

    2012

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Werkelijk ingevuld op 31 december 2011

    Toegestaan in de begroting van de Unie

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    Vast

    Tijdelijk

    AD 16

     

     

     

     

     

     

    AD 15

     

     

     

     

     

     

    AD 14

     

    1

     

    1

     

    1

    AD 13

     

    2

     

    1

     

    1

    AD 12

     

    2

     

    1

     

    3

    AD 11

     

    11

     

    4

     

    4

    AD 10

     

    7

     

    11

     

    10

    AD 9

     

    8

     

    6

     

    12

    AD 8

     

    20

     

    3

     

    8

    AD 7

     

    21

     

    18

     

    19

    AD 6

     

    28

     

    20

     

    32

    AD 5

     

    29

     

    28

     

    27

    Totaal AD

     

    129

     

    93

     

    117

    AST 11

     

     

     

     

     

     

    AST 10

     

     

     

     

     

     

    AST 9

     

    1

     

     

     

    1

    AST 8

     

    2

     

     

     

    2

    AST 7

     

     

     

    1

     

     

    AST 6

     

    2

     

    1

     

    1

    AST 5

     

    3

     

    3

     

    3

    AST 4

     

    2

     

    2

     

    3

    AST 3

     

    1

     

    3

     

    1

    AST 2

     

     

     

     

     

     

    AST 1

     

     

     

     

     

     

    Totaal AST

     

    11

     

    10

     

    11

    Totaal-generaal

     

    140

     

    103

     

    128

    Totaal personeel

    140

    103

    128


    (1)  Met uitzondering van Zwitserland.

    (2)  Voorbeelden van dergelijke netwerken in Silicon Valley zijn de German-American Business Association (GABA), Interfrench, Business Association Italy-America (BAIA) en de Silicon Vikings.

    (3)  Jessica is een leerplatform dat nationale en regionale autoriteiten alsook financiële tussenpersonen helpt bij de ontwikkeling van terugvorderbaresteunregelingen voor duurzame stedelijke ontwikkeling in het kader van de structuurfondsen (http://ec.europa.eu/regional_policy/thefunds/instruments/jessica_network_en.cfm).

    (4)  Met name „Jeugd in beweging”, „Een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen”, „Innovatie-Unie” en het „Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting”.

    (5)  Het protocol bij de overeenkomst met Marokko gold aanvankelijk voor de periode van 1 maart 2006 tot en met 28 februari 2010. Door een vertraging in het ratificatieproces is het op 27 februari 2007 in werking getreden en bleef het geldig voor vier jaar vanaf die datum.

    (6)  Dit gebied omvat zeventien landen, waarvan er zeven (Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië, de Russische Federatie en Oekraïne) ten oosten van de Unie zijn gelegen en tien (Algerije, Egypte, Jordanië, Israël, Libanon, Libië, Marokko, de Palestijnse Autoriteit, Syrië en Tunesië) ten zuiden van de Unie zijn gelegen.

    (7)  Inclusief in de reserve opgenomen kredieten.

    (8)  Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelname van de EVA-landen.

    (9)  Zonder deelname van Liechtenstein en IJsland (evenredigheidsfactor 2,68 %).

    (10)  EVA-bijdrage voor 2012 en 2013 voor Noorwegen, volgens artikel 1, lid 8 quater, van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dat voorziet in terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012 en overeenkomstig Besluiten van het Gemengd Comité van de EER nr. 139/2012 van 13 juli 2012 (PB L 309 van 8.11.2012, blz. 21) en nr. 233/2012 van 7 december 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

    (11)  Uitstel van kredieten uit 2008, volgens artikel 1.2, lid 8 bis, onder a), van Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 94/2009 van 8 juli 2009.

    (12)  Zonder deelname van Liechtenstein (evenredigheidsfactor 2,76 %).

    (13)  Berekend op basis van deelneming van de EVA-landen ten bedrage van 75 % van de kredieten.

    (14)  Betrokken begrotingsonderdelen: zie de artikelen 08 22 04 en 09 04 02, posten 02 04 01 03, 02 04 01 01 en 02 04 01 02, en de artikelen 06 06 04, 10 02 02, 15 07 78 en 32 06 03.

    (15)  Betrokken begrotingsonderdelen: zie de artikelen 08 22 04 en 10 03 02.

    (16)  Onder meer voor Hongarije, Letland en Roemenië.

    (17)  Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

    (18)  Het wordt verondersteld dat er een nieuw extern mandaat zal zijn in 2014. Bovenstaande cijfers omvatten ook uitbetalingen voor de huidige en vorige mandaten, worden alleen ter indicatie gegeven en gelden onverminderd het komende Commissievoorstel betreffende het volgende externe mandaat van de EIB..

    (19)  Overeenkomstig artikel 53 van het Euratom-Verdrag omvat de personeelsformatie de volgende vaste ambten voor het Voorzieningsagentschap: 1 ad personam AD 15 voor de directeur-generaal van het Agentschap, 2 AD 14 (waarvan één voor de adjunct-directeur-generaal van het Agentschap), 3 AD 12, 1 AD 11, 2 AD 10, 1 AST 10, 2 AST 8, 1 AST 7, 9 AST 6, 1 AST 5 en 2 AST 3.

    (20)  Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: maximaal 25 AD 15 kunnen AD 16 worden; maximaal 21 AD 14 kunnen AD 15 worden; maximaal 13 AD 11 kunnen AD 14 worden en 1 AST 8 kan AST 10 worden.

    (21)  Waarvan één ambtenaar aan wie de in artikel 93 van het Statuut bedoelde voordelen zijn toegekend.

    (22)  Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: twee AD 15 tot AD 16; één AD 14 tot AD 15.

    (23)  Waarvan vaste ambten in de Europese Bestuursschool: drie AD 12, één AD 11, twee AD 8, één AST 10, twee AST 9, één AST 8, één AST 7, één AST 5, één AST 4 en twee AST 3.

    (24)  Waarvan vaste ambten in de Europese Bestuursschool: drie AD 12, één AD 11, twee AD 8, één AST 10, twee AST 9, één AST 8, één AST 7, één AST 5, één AST 4 en twee AST 3.

    (25)  Het aantal door de Unie gefinancierde posten bedraagt 229 in 2012 en 227 in 2013.

    (26)  Aanwerving van twee AD-posten en één AST-post in 2012 was onder voorbehoud van de goedkeuring van de nieuwe rechtsgrondslag voor Enisa (COM(2010) 521). Aangezien de rechtsgrondslag nog niet werd vastgesteld door de wetgevingsautoriteit, geldt hetzelfde voor 2013.

    (27)  Met uitsluiting van de wijziging van de personeelsformatie 2012 die is goedgekeurd door de raad van bestuur van Frontex.

    (28)  Een vijftal extra posten (AD 7, AD 6, 2 AD 5 en AST 3) werden eind 2011 bevestigd, met aanvangsdatum in januari en februari 2012.

    (29)  Wijziging van de personeelsformatie goedgekeurd door collegebesluit Eurojust.


    Top