EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0044

2012/44/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 25 januari 2012 tot vaststelling van de voorschriften die van toepassing zijn op de veterinaire controles op levende dieren en producten van dierlijke oorsprong die in de Franse overzeese departementen uit derde landen worden binnengebracht (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 222) Voor de EER relevante tekst

PB L 24 van 27.1.2012, p. 14–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/12/2019; opgeheven door 32019R2126

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2012/44/oj

27.1.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 24/14


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 25 januari 2012

tot vaststelling van de voorschriften die van toepassing zijn op de veterinaire controles op levende dieren en producten van dierlijke oorsprong die in de Franse overzeese departementen uit derde landen worden binnengebracht

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 222)

(Slechts de tekst in de Franse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2012/44/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (1), en met name artikel 13,

Gezien Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (2), en met name artikel 18,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijnen 91/496/EEG en 97/78/EG stellen de specifieke voorschriften vast voor de veterinaire controles op elke zending levende dieren en producten van dierlijke oorsprong uit een derde land en bestemd voor de Unie in een door de Unie erkende grensinspectiepost (GIP).

(2)

Artikel 13 van Richtlijn 91/496/EEG maakt het mogelijk dat bijzondere voorschriften worden vastgesteld voor controles op de invoer van voor lokaal gebruik bestemde slachtdieren, alsmede van fok- en productiedieren voor gebruik in afgelegen delen van de lidstaten. Deze voorschriften vereisen dat aan de Commissie plannen worden voorgelegd waarin de aard van de uit te voeren controles wordt beschreven. In deze plannen moet worden gepreciseerd welke controles moeten worden verricht om te vermijden dat de in de betrokken afgelegen regio’s binnengebrachte dieren of de van die dieren afkomstige producten onder welke omstandigheden ook naar andere delen van het grondgebied van de Unie worden verzonden.

(3)

Artikel 18 van Richtlijn 97/78/EG maakt het mogelijk dat bijzondere voorschriften worden vastgesteld voor controles op producten van dierlijke oorsprong die voor lokaal gebruik worden ingevoerd in afgelegen delen van onder meer de Franse Republiek. Deze voorschriften vereisen dat aan de Commissie plannen worden voorgelegd waarin de aard van de uit te voeren controles wordt beschreven. In deze plannen moet worden gepreciseerd welke controles moeten worden verricht om te vermijden dat de in de betrokken afgelegen regio’s binnengebrachte producten van dierlijke oorsprong onder welke omstandigheden ook naar andere delen van het grondgebied van de Unie worden verzonden.

(4)

Verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (3) en Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie van 18 februari 2004 betreffende de vaststelling van een document voor de aangifte en de veterinaire controle van uit derde landen afkomstige dieren die in de Gemeenschap worden binnengebracht (4), specificeren de procedures voor de kennisgeving van en veterinaire controle op producten van dierlijke oorsprong en levende dieren en de gemeenschappelijke veterinaire documenten van binnenkomst (GVDB’s) die voor het documenteren van de resultaten van de veterinaire controles op dergelijke zendingen moeten worden gebruikt.

(5)

De Franse autoriteiten hebben aan de Commissie de respectieve plannen voorgelegd voor bepaalde punten van binnenkomst op het grondgebied van de Franse overzeese departementen Guadeloupe, Martinique en Frans-Guyana.

(6)

Uit de Franse plannen blijkt dat alle zendingen levende dieren of producten van dierlijke oorsprong bij aangewezen punten van binnenkomst in de departementen voor invoer moeten worden aangeboden, waar ze aan veterinaire controles worden onderworpen. Uit de plannen blijkt dat, wanneer zij worden toegepast, de verzending van zendingen die niet voldoen aan de voorschriften van de relevante wetgeving van de Unie op efficiënte wijze kan worden voorkomen. Dit wordt bereikt door het aanbrengen van een stempel op de GVDB’s van voor invoer goedgekeurde levende dieren of producten van dierlijke oorsprong die aangeeft dat deze beperkt zijn tot gebruik op het grondgebied van het betrokken departement. Importeurs worden ervan in kennis gesteld dat deze levende dieren, afgeleide producten ervan of producten van dierlijke oorsprong niet naar andere delen van het grondgebied van de Unie kunnen worden verzonden, en de bevoegde autoriteiten van de Franse overzeese departementen zien erop toe dat dit voorschrift wordt nageleefd bij de goedkeuring van de certificaten voor handelsverkeer binnen de Unie.

(7)

De Franse plannen specificeren eveneens de infrastructuur van de voorzieningen met voldoende grote lokalen voor hygiënische bemonstering en de noodzakelijke uitrusting voor de uitvoering van de vereiste veterinaire controles om te verifiëren of de voorschriften inzake volks- en diergezondheid voor levende dieren en producten van dierlijke oorsprong worden nageleefd. Bovendien zijn er lokalen en koelruimten beschikbaar voor de opslag van ter plaatse bemonsterde, vastgehouden of geïnspecteerde zendingen, en daarnaast zijn er voor levende dieren ook geschikte voorzieningen beschikbaar om deze daar in afwachting van de resultaten van het onderzoek in onder te brengen.

(8)

De Franse plannen specificeren dat voldoende veterinair en technisch personeel beschikbaar is om de veterinaire controles uit te voeren zoals bedoeld in artikel 4 van de Richtlijnen 91/496/EEG en 97/78/EG en in overeenstemming met de bepalingen van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 136/2004 en in Verordening (EG) nr. 282/2004.

(9)

Hoewel veterinaire controles in de regel moeten worden uitgevoerd op alle zendingen producten van dierlijke oorsprong, voorziet artikel 10 van Richtlijn 97/78/EG in een vermindering van de frequentie van de materiële controles op bepaalde producten van dierlijke oorsprong die samen met de relevante frequentie voor materiële controles zijn opgenomen in bijlage I en II bij Beschikking 94/360/EG van de Commissie van 20 mei 1994 betreffende de verlaagde frequentie van de materiële controles van partijen producten die uit derde landen worden ingevoerd ingevolge Richtlijn 90/675/EEG (5). Om in overeenstemming te zijn met de veterinaire controles aan de grenzen van de Unie, kunnen deze verlaagde frequenties worden toegepast op de voor de drie Franse overzeese departementen bestemde veterinaire zendingen.

(10)

Het Trade Control and Expert System (Traces) van de Unie, dat is ingevoerd bij Beschikking 2004/292/EG van de Commissie van 30 maart 2004 betreffende de toepassing van het Traces-systeem (6) bepaalt dat de lidstaten Traces moeten invoeren en gebruiken, met name voor zendingen levende dieren en producten van dierlijke oorsprong uit niet-EU-landen.

(11)

Het gebruik van het Traces-systeem voor de invoer van levende dieren en producten van dierlijke oorsprong vereist de afgifte van GVDB’s voor elke voor invoer aangeboden zending. Deze documenten moeten worden gebruikt om ervoor te zorgen dat dergelijke ingevoerde zendingen levende dieren of producten van dierlijke oorsprong niet naar andere delen van het grondgebied van de Unie worden verzonden en alleen lokaal worden gebruikt.

(12)

De punten van binnenkomst in de Franse overzeese departementen Guadeloupe, Martinique en Frans-Guyana moeten dus worden geïdentificeerd, en de exploitatievoorwaarden ervan moeten in dit besluit worden vastgelegd.

(13)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van artikel 13 van Richtlijn 91/496/EEG en artikel 18 van Richtlijn 97/78/EG zijn de toegestane punten van binnenkomst in de Franse overzeese departementen Guadeloupe, Martinique en Frans-Guyana opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

1.   Elk in de bijlage opgenomen punt van binnenkomst valt onder de verantwoordelijkheid van een bevoegde autoriteit die indien nodig kan beschikken over officiële dierenartsen en aangewezen technici.

2.   Elk punt van binnenkomst dat is aangewezen om zendingen levende dieren of producten van dierlijke oorsprong in ontvangst te nemen, moet beschikken over alle voorzieningen, uitrusting en personeel om hierop veterinaire controles uit te voeren.

Artikel 3

De importeur of zijn vertegenwoordiger moet:

1.

de voor het punt van binnenkomst verantwoordelijke autoriteit vóór de materiële aankomst van de zending producten hiervan in kennis stellen onder gebruikmaking van het eerste deel van het GVDB overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 136/2004 en het Traces-systeem overeenkomstig artikel 3 van Beschikking 2004/292/EG;

2.

één werkdag van tevoren de bevoegde autoriteit waar de levende dieren voor invoer zullen worden aangeboden hiervan in kennis stellen en het nummer, de aard en het vermoede tijdstip van aankomst meedelen onder gebruikmaking van het eerste deel van het GVDB overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 282/2004 en het Traces-systeem overeenkomstig artikel 3 van Beschikking 2004/292/EG;

3.

een door de bevoegde autoriteit goedgekeurd register bijhouden van de hoeveelheden ingevoerde producten of dieren en de naam en het adres van de koper(s);

4.

de koper(s) ervan in kennis stellen dat de producten die zijn afgeleid van de ingevoerde dieren of producten van dierlijke oorsprong uitsluitend bestemd zijn voor lokale consumptie en fok- of productiedieren onder geen omstandigheden naar andere gebieden van de Unie mogen worden verzonden;

5.

de koper(s) ervan in kennis stellen dat de koper(s) in geval van wederverkoop de nieuwe koper(s), indien deze laatste een commerciële actor is, ervan in kennis moet stellen dat de producten alleen bestemd zijn voor lokale consumptie en fok- en gebruiksdieren niet naar andere delen van het grondgebied van de Unie mogen worden verzonden.

Artikel 4

1.   De officiële dierenarts, bijgestaan door aangewezen technisch personeel, voert de controles uit op de in de bijlage bij dit besluit opgenomen punten van binnenkomst, overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 91/496/EEG en 97/78/EG en overeenkomstig de bepalingen van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 136/2004 en Verordening (EG) nr. 282/2004.

2.   Op bepaalde producten van dierlijke oorsprong kunnen materiële controles worden uitgevoerd met de in de bijlagen I en II bij Beschikking 94/360/EG bepaalde frequentie.

3.   De officiële dierenartsen zorgen ervoor dat alle gegevens uit het GVDB voor ter invoer aangeboden levende dieren en producten van dierlijke oorsprong in het Traces-systeem wordt ingevoerd, overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Beschikking 2004/292/EG.

4.   De officiële dierenartsen zorgen ervoor dat na uitvoering van de veterinaire controles het afgegeven GVDB afgestempeld wordt om aan te geven dat de dieren of de producten van dierlijke oorsprong enkel voor lokaal gebruik mogen dienen en onder geen omstandigheden mogen worden verzonden naar andere delen van het grondgebied van de Unie.

5.   De officiële dierenarts voert regelmatige inspecties van de stallen en opslagplaatsen van de ingevoerde dieren of producten van dierlijke oorsprong uit, om na te gaan of de voorschriften inzake volks- en diergezondheid worden nageleefd en of de zendingen niet naar andere delen van het grondgebied van de Unie worden verzonden.

Artikel 5

De bepalingen van Richtlijn 91/496/EEG, met uitzondering van de bepalingen van artikel 6, en van Richtlijn 97/87/EG, met uitzondering van de bepalingen in artikel 6, blijven van toepassing.

Artikel 6

De Franse autoriteiten nemen passende bestuursrechtelijke of strafrechtelijke maatregelen tegen inbreuken op dit besluit door natuurlijke personen of rechtspersonen.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2012.

Artikel 8

Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek.

Gedaan te Brussel, 25 januari 2012.

Voor de Commissie

John DALLI

Lid van de Commissie


(1)  PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56.

(2)  PB L 24 van 30.1.1998, blz. 9.

(3)  PB L 21 van 28.1.2004, blz. 11.

(4)  PB L 49 van 19.2.2004, blz. 11.

(5)  PB L 158 van 25.6.1994, blz. 41.

(6)  PB L 94 van 31.3.2004, blz. 63.


BIJLAGE

LIJST VAN ERKENDE PUNTEN VAN BINNENKOMST

1

2

3

4

5

Guadeloupe — haven van Baie-Mahault

FR09600

P

HC, NHC

 

Guadeloupe — luchthaven van Les Abymes

FR09600

A

HC, NHC-NT

 

Martinique — haven van Fort-de-France

FR09700

P

HC, NHC-T(CH), NHC-NT

 

Martinique — luchthaven Aimé Césaire

FR09700

A

HC-T(CH), HC-NT, NHC-T(CH), NHC-NT

O, E

Frans-Guyana — St Georges de l’Oyapock

FR09800

R

HC, NHC

O

Opmerkingen en afkortingen:

1

=

Naam

2

=

Traces-code van de lokale veterinaire eenheid

3

=

Soort: A = luchthaven, P = haven, R = weg

4

=

Producten:

HC

=

producten voor menselijke consumptie

NHC

=

andere producten niet voor menselijke consumptie

NT

=

geen temperatuurvereisten

T

=

bevroren/gekoelde producten

T(FR)

=

bevroren producten

T(CH)

=

gekoelde producten

5

=

Levende dieren:

E

=

geregistreerde paardachtigen in de zin van Richtlijn 90/426/EEG (1)

O

=

andere levende dieren (met inbegrip van dierentuindieren) dan E en U (hoefdieren zoals runderen, varkens, schapen, geiten, wilde en gedomesticeerde eenhoevigen)


(1)  Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 42).


Top