This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32012B0030
2012/30/EU, Euratom: Definitive adoption of amending budget No 6 of the European Union for the financial year 2011
2012/30/EU, Euratom: Definitieve vaststelling van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011
2012/30/EU, Euratom: Definitieve vaststelling van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011
PB L 20 van 24.1.2012, p. 1–106
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2011
24.1.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 20/1 |
DEFINITIEVE VASTSTELLING
van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011
(2012/30/EU, Euratom)
DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 314, lid 4, onder a), en artikel 314, lid 9,
Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 106 bis,
Gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1),
Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011, definitief vastgesteld op 15 december 2010 (2),
Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (3),
Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011, opgesteld door de Commissie op 18 oktober 2011,
Gezien het standpunt van de Raad over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2011 door de Raad vastgesteld op 30 november 2011,
Gezien de resolutie van het Parlement van 1 december 2011 over het standpunt van de Raad over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 6/2011,
Gezien de artikelen 75 ter en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,
CONSTATEERT:
Enig artikel
De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 6 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011 is definitief vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 1 december 2011.
De voorzitter
Jerzy BUZEK
(1) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
(3) PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 6 VAN DE EUROPESE UNIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2011
INHOUD
ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN
A. Inleiding en financiering van de algemene begroting
B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel
— Ontvangsten
— Titel 1: Eigen middelen
— Titel 3: Overschotten, saldi en aanpassingen
— Titel 6: Bijdragen en terugbetalingen in het kader van uniale/communautaire overeenkomsten en programma's
— Titel 7: Intrest voor betalingsachterstand
STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING
Afdeling III: Commissie
— Ontvangsten
— Titel 6: Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma's van de unie/gemeenschap
— Titel 7: Interest voor betalingsachterstand en boeten
— Uitgaven
— Titel 01: Economische en financiële zaken
— Titel 04: Werkgelegenheid en sociale zaken
— Titel 05: Landbouw en plattelandsontwikkeling
— Titel 07: Milieu- en klimaatmaatregelen
— Titel 08: Onderzoek
— Titel 09: Informatiemaatschappij en media
— Titel 11: Maritieme zaken en visserij
— Titel 14: Belastingen en douane-unie
— Titel 15: Onderwijs en cultuur
— Titel 17: Gezondheidszorg en consumentenbescherming
— Titel 19: Externe betrekkingen
— Titel 21: Ontwikkeling en betrekkingen met de landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten)
A. INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING
Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2011 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen
UITGAVEN
Omschrijving |
Begroting 2011 (1) |
Begroting 2010 (2) |
Verschil (in %) |
||
|
53 629 039 384 |
47 647 241 763 |
12,55 |
||
|
55 983 918 184 |
58 135 640 809 |
–3,70 |
||
|
1 700 103 331 |
1 477 871 910 |
15,04 |
||
|
7 242 528 574 |
7 787 695 183 |
–7,00 |
||
|
8 171 544 289 |
7 907 468 861 |
3,34 |
||
Totaal uitgaven (3) |
126 727 133 762 |
122 955 918 526 |
+3,07 |
ONTVANGSTEN
Omschrijving |
Begroting 2011 (4) |
Begroting 2010 (5) |
Verschil (in %) |
Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9) |
2 083 368 232 |
1 432 338 606 |
+45,45 |
Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0) |
4 539 394 283 |
2 253 591 199 |
+ 101,43 |
Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2) |
p.m. |
p.m. |
— |
Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2) |
1 814 882 000 |
p.m. |
— |
Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9 |
8 437 644 515 |
3 685 929 805 |
+ 128,91 |
Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2) |
16 667 000 000 |
15 719 200 000 |
+6,03 |
Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3) |
14 125 977 050 |
13 277 325 100 |
+6,39 |
Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4) |
87 496 512 197 |
90 273 463 621 |
–3,08 |
Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (6), te dekken kredieten |
118 289 489 247 |
119 269 988 721 |
–0,82 |
Totaal ontvangsten (7) |
126 727 133 762 |
122 955 918 526 |
+3,07 |
TABEL 1
Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Lidstaat |
1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Aftoppings-percentage (in %) |
1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage |
1 % van de afgetopte btw-grondslag (8) |
Lidstaten met afgetopte btw-grondslag |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) |
België |
1 627 587 000 |
3 698 643 000 |
50 |
1 849 321 500 |
1 627 587 000 |
|
Bulgarije |
169 013 000 |
370 007 000 |
50 |
185 003 500 |
169 013 000 |
|
Tsjechië |
652 877 000 |
1 391 854 000 |
50 |
695 927 000 |
652 877 000 |
|
Denemarken |
963 769 000 |
2 458 026 000 |
50 |
1 229 013 000 |
963 769 000 |
|
Duitsland |
11 026 155 000 |
26 119 640 000 |
50 |
13 059 820 000 |
11 026 155 000 |
|
Estland |
71 993 000 |
146 742 000 |
50 |
73 371 000 |
71 993 000 |
|
Ierland |
649 089 000 |
1 266 969 000 |
50 |
633 484 500 |
633 484 500 |
Ierland |
Griekenland |
1 019 460 000 |
2 175 890 000 |
50 |
1 087 945 000 |
1 019 460 000 |
|
Spanje |
5 258 235 000 |
10 542 672 000 |
50 |
5 271 336 000 |
5 258 235 000 |
|
Frankrijk |
9 324 427 000 |
20 331 649 000 |
50 |
10 165 824 500 |
9 324 427 000 |
|
Italië |
5 759 061 000 |
15 753 884 000 |
50 |
7 876 942 000 |
5 759 061 000 |
|
Cyprus |
147 063 000 |
179 320 000 |
50 |
89 660 000 |
89 660 000 |
Cyprus |
Letland |
61 563 000 |
186 604 000 |
50 |
93 302 000 |
61 563 000 |
|
Litouwen |
118 148 000 |
290 314 000 |
50 |
145 157 000 |
118 148 000 |
|
Luxemburg |
217 935 000 |
316 518 000 |
50 |
158 259 000 |
158 259 000 |
Luxemburg |
Hongarije |
421 920 000 |
978 454 000 |
50 |
489 227 000 |
421 920 000 |
|
Malta |
44 136 000 |
60 993 000 |
50 |
30 496 500 |
30 496 500 |
Malta |
Nederland |
2 767 210 000 |
6 121 794 000 |
50 |
3 060 897 000 |
2 767 210 000 |
|
Oostenrijk |
1 315 726 000 |
2 927 120 000 |
50 |
1 463 560 000 |
1 315 726 000 |
|
Polen |
1 810 016 000 |
3 689 995 000 |
50 |
1 844 997 500 |
1 810 016 000 |
|
Portugal |
860 113 000 |
1 644 805 000 |
50 |
822 402 500 |
822 402 500 |
Portugal |
Roemenië |
460 410 000 |
1 248 095 000 |
50 |
624 047 500 |
460 410 000 |
|
Slovenië |
181 241 000 |
361 860 000 |
50 |
180 930 000 |
180 930 000 |
Slovenië |
Slowakije |
214 596 000 |
687 119 000 |
50 |
343 559 500 |
214 596 000 |
|
Finland |
839 952 000 |
1 929 744 000 |
50 |
964 872 000 |
839 952 000 |
|
Zweden |
1 674 991 000 |
3 932 868 000 |
50 |
1 966 434 000 |
1 674 991 000 |
|
Verenigd Koninkrijk |
8 417 725 000 |
18 044 543 000 |
50 |
9 022 271 500 |
8 417 725 000 |
|
Totaal |
56 074 411 000 |
126 856 122 000 |
|
63 428 061 000 |
55 890 066 500 |
|
TABEL 2
Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)
Lidstaat |
1 % van de afgetopte btw-grondslag |
Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (9) (in %) |
Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
1 627 587 000 |
0,3000 |
488 276 100 |
Bulgarije |
169 013 000 |
0,3000 |
50 703 900 |
Tsjechië |
652 877 000 |
0,3000 |
195 863 100 |
Denemarken |
963 769 000 |
0,3000 |
289 130 700 |
Duitsland |
11 026 155 000 |
0,1500 |
1 653 923 250 |
Estland |
71 993 000 |
0,3000 |
21 597 900 |
Ierland |
633 484 500 |
0,3000 |
190 045 350 |
Griekenland |
1 019 460 000 |
0,3000 |
305 838 000 |
Spanje |
5 258 235 000 |
0,3000 |
1 577 470 500 |
Frankrijk |
9 324 427 000 |
0,3000 |
2 797 328 100 |
Italië |
5 759 061 000 |
0,3000 |
1 727 718 300 |
Cyprus |
89 660 000 |
0,3000 |
26 898 000 |
Letland |
61 563 000 |
0,3000 |
18 468 900 |
Litouwen |
118 148 000 |
0,3000 |
35 444 400 |
Luxemburg |
158 259 000 |
0,3000 |
47 477 700 |
Hongarije |
421 920 000 |
0,3000 |
126 576 000 |
Malta |
30 496 500 |
0,3000 |
9 148 950 |
Nederland |
2 767 210 000 |
0,1000 |
276 721 000 |
Oostenrijk |
1 315 726 000 |
0,2250 |
296 038 350 |
Polen |
1 810 016 000 |
0,3000 |
543 004 800 |
Portugal |
822 402 500 |
0,3000 |
246 720 750 |
Roemenië |
460 410 000 |
0,3000 |
138 123 000 |
Slovenië |
180 930 000 |
0,3000 |
54 279 000 |
Slowakije |
214 596 000 |
0,3000 |
64 378 800 |
Finland |
839 952 000 |
0,3000 |
251 985 600 |
Zweden |
1 674 991 000 |
0,1000 |
167 499 100 |
Verenigd Koninkrijk |
8 417 725 000 |
0,3000 |
2 525 317 500 |
Totaal |
55 890 066 500 |
|
14 125 977 050 |
TABEL 3
Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)
Lidstaat |
1 % van het bruto nationaal inkomen |
Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag” |
Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage |
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) × (2) |
België |
3 698 643 000 |
|
2 551 066 178 |
Bulgarije |
370 007 000 |
|
255 205 042 |
Tsjechië |
1 391 854 000 |
|
960 003 889 |
Denemarken |
2 458 026 000 |
|
1 695 375 032 |
Duitsland |
26 119 640 000 |
|
18 015 507 359 |
Estland |
146 742 000 |
|
101 212 405 |
Ierland |
1 266 969 000 |
|
873 866 920 |
Griekenland |
2 175 890 000 |
|
1 500 777 282 |
Spanje |
10 542 672 000 |
|
7 271 600 414 |
Frankrijk |
20 331 649 000 |
|
14 023 354 543 |
Italië |
15 753 884 000 |
|
10 865 931 276 |
Cyprus |
179 320 000 |
|
123 682 439 |
Letland |
186 604 000 |
0,6897303 (10) |
128 706 435 |
Litouwen |
290 314 000 |
|
200 238 365 |
Luxemburg |
316 518 000 |
|
218 312 058 |
Hongarije |
978 454 000 |
|
674 869 380 |
Malta |
60 993 000 |
|
42 068 721 |
Nederland |
6 121 794 000 |
|
4 222 386 866 |
Oostenrijk |
2 927 120 000 |
|
2 018 923 381 |
Polen |
3 689 995 000 |
|
2 545 101 391 |
Portugal |
1 644 805 000 |
|
1 134 471 861 |
Roemenië |
1 248 095 000 |
|
860 848 950 |
Slovenië |
361 860 000 |
|
249 585 810 |
Slowakije |
687 119 000 |
|
473 926 800 |
Finland |
1 929 744 000 |
|
1 331 002 925 |
Zweden |
3 932 868 000 |
|
2 712 618 260 |
Verenigd Koninkrijk |
18 044 543 000 |
|
12 445 868 215 |
Totaal |
126 856 122 000 |
|
87 496 512 197 |
TABEL 4
Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Nederland en Zweden overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 6)
Lidstaat |
Brutovermindering |
Aandelen in de bni-grondslagen |
Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering |
Financiering van de vermindering ten gunste van Nederland en Zweden |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) = (1) + (3) |
België |
|
2,92 |
24 197 489 |
24 197 489 |
Bulgarije |
|
0,29 |
2 420 682 |
2 420 682 |
Tsjechië |
|
1,10 |
9 105 873 |
9 105 873 |
Denemarken |
|
1,94 |
16 081 048 |
16 081 048 |
Duitsland |
|
20,59 |
170 881 511 |
170 881 511 |
Estland |
|
0,12 |
960 025 |
960 025 |
Ierland |
|
1,00 |
8 288 842 |
8 288 842 |
Griekenland |
|
1,72 |
14 235 241 |
14 235 241 |
Spanje |
|
8,31 |
68 972 916 |
68 972 916 |
Frankrijk |
|
16,03 |
133 014 961 |
133 014 961 |
Italië |
|
12,42 |
103 066 026 |
103 066 026 |
Cyprus |
|
0,14 |
1 173 158 |
1 173 158 |
Letland |
|
0,15 |
1 220 812 |
1 220 812 |
Litouwen |
|
0,23 |
1 899 310 |
1 899 310 |
Luxemburg |
|
0,25 |
2 070 743 |
2 070 743 |
Hongarije |
|
0,77 |
6 401 302 |
6 401 302 |
Malta |
|
0,05 |
399 032 |
399 032 |
Nederland |
– 665 039 963 |
4,83 |
40 050 378 |
– 624 989 585 |
Oostenrijk |
|
2,31 |
19 149 984 |
19 149 984 |
Polen |
|
2,91 |
24 140 912 |
24 140 912 |
Portugal |
|
1,30 |
10 760 744 |
10 760 744 |
Roemenië |
|
0,98 |
8 165 364 |
8 165 364 |
Slovenië |
|
0,29 |
2 367 383 |
2 367 383 |
Slowakije |
|
0,54 |
4 495 312 |
4 495 312 |
Finland |
|
1,52 |
12 624 890 |
12 624 890 |
Zweden |
– 164 885 941 |
3,10 |
25 729 850 |
– 139 156 091 |
Verenigd Koninkrijk |
|
14,22 |
118 052 116 |
118 052 116 |
Totaal |
– 829 925 904 |
100,00 |
829 925 904 |
0 |
bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2010) (a) 2004 EU25 = 107,4023 / (b) 2006 EU25 = 112,1509 / (c) 2006 EU27 = 112,4894 / (d) 2011 EU27 = 118,4172 Forfaitair bedrag voor Nederland in prijzen van 2011: 605 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 665 039 963 EUR Forfaitair bedrag voor Zweden in prijzen van 2011: 150 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 164 885 941 EUR |
TABEL 5.1
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2010 overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)
Omschrijving |
Coëfficiënt (11) (%) |
Bedrag |
||
|
15,0995 |
|
||
|
7,7390 |
|
||
|
7,3605 |
|
||
|
|
111 581 136 089 |
||
|
|
23 885 731 392 |
||
|
|
2 978 639 088 |
||
|
|
20 907 092 304 |
||
|
|
87 695 404 697 |
||
|
|
4 260 193 166 |
||
|
|
388 810 830 |
||
|
|
3 871 382 336 |
||
|
|
29 810 676 |
||
|
|
3 841 571 660 |
Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436/EG, Euratom mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van dat artikel bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10 500 000 000 EUR in prijzen van 2004. De corresponderende bedragen worden weergegeven in de tabel hierna.
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012 Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR (EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR |
Verschil in lopende prijzen |
Verschil in constante prijzen van 2004 |
||
|
0 |
0 |
||
|
– 301 636 064 |
– 279 914 923 |
||
|
–1 350 053 160 |
–1 271 666 250 |
||
|
–2 083 537 505 |
–1 918 060 737 |
||
|
n.b. |
n.b. |
||
|
n.b. |
n.b. |
||
|
–3 735 226 728 |
–3 469 641 910 |
TABEL 5.2
Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2007 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 3 5)
Omschrijving |
Coëfficiënt (15) (%) |
Bedrag |
||
|
17,4496 |
|
||
|
7,2384 |
|
||
|
10,2111 |
|
||
|
|
105 275 791 730 |
||
|
|
2 930 808 042 |
||
|
|
2 930 808 042 |
||
|
|
0 |
||
|
|
102 344 983 688 |
||
|
|
6 897 392 491 |
||
|
|
67 188 488 |
||
|
|
6 830 204 004 |
||
|
|
–46 980 802 |
||
|
|
6 877 184 806 |
TABEL 5.3
Correctie voor begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor 2006 overeenkomstig artikel 4 van Besluit 2000/597/EG, Euratom (hoofdstuk 3 5)
Omschrijving |
Coëfficiënt (19) (%) |
Bedrag |
||
|
17,2771 |
|
||
|
8,6928 |
|
||
|
8,5843 |
|
||
|
|
97 195 051 529 |
||
|
|
1 837 296 087 |
||
|
|
95 357 755 442 |
||
|
|
5 402 613 496 |
||
|
|
215 286 076 |
||
|
|
5 187 327 420 |
||
|
|
–9 196 589 |
||
|
|
5 196 524 008 |
TABEL 6.1
Berekening van de financiering van de correctie 2010 ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op — 3 841 571 660 EUR (hoofdstuk 1 5)
Lidstaat |
Aandelen in de bni-grondslagen |
Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk |
Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk |
3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom (2) |
Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3) |
Financieringssleutel |
Op de correctie toegepaste financieringssleutel |
|
(1) |
(2) |
(3) |
(4) |
(5) |
(6) = (2) + (4) + (5) |
(7) |
België |
2,92 |
3,40 |
5,31 |
|
1,43 |
4,83 |
185 512 958 |
Bulgarije |
0,29 |
0,34 |
0,53 |
|
0,14 |
0,48 |
18 558 453 |
Tsjechië |
1,10 |
1,28 |
2,00 |
|
0,54 |
1,82 |
69 811 267 |
Denemarken |
1,94 |
2,26 |
3,53 |
|
0,95 |
3,21 |
123 287 291 |
Duitsland |
20,59 |
24,00 |
0,00 |
–18,00 |
0,00 |
6,00 |
230 537 205 |
Estland |
0,12 |
0,13 |
0,21 |
|
0,06 |
0,19 |
7 360 143 |
Ierland |
1,00 |
1,16 |
1,82 |
|
0,49 |
1,65 |
63 547 406 |
Griekenland |
1,72 |
2,00 |
3,12 |
|
0,84 |
2,84 |
109 136 186 |
Spanje |
8,31 |
9,69 |
15,12 |
|
4,08 |
13,76 |
528 789 146 |
Frankrijk |
16,03 |
18,69 |
29,17 |
|
7,86 |
26,55 |
1 019 775 186 |
Italië |
12,42 |
14,48 |
22,60 |
|
6,09 |
20,57 |
790 168 077 |
Cyprus |
0,14 |
0,16 |
0,26 |
|
0,07 |
0,23 |
8 994 159 |
Letland |
0,15 |
0,17 |
0,27 |
|
0,07 |
0,24 |
9 359 503 |
Litouwen |
0,23 |
0,27 |
0,42 |
|
0,11 |
0,38 |
14 561 289 |
Luxemburg |
0,25 |
0,29 |
0,45 |
|
0,12 |
0,41 |
15 875 604 |
Hongarije |
0,77 |
0,90 |
1,40 |
|
0,38 |
1,28 |
49 076 349 |
Malta |
0,05 |
0,06 |
0,09 |
|
0,02 |
0,08 |
3 059 228 |
Nederland |
4,83 |
5,63 |
0,00 |
–4,22 |
0,00 |
1,41 |
54 032 187 |
Oostenrijk |
2,31 |
2,69 |
0,00 |
–2,02 |
0,00 |
0,67 |
25 835 351 |
Polen |
2,91 |
3,39 |
5,29 |
|
1,43 |
4,82 |
185 079 200 |
Portugal |
1,30 |
1,51 |
2,36 |
|
0,64 |
2,15 |
82 498 538 |
Roemenië |
0,98 |
1,15 |
1,79 |
|
0,48 |
1,63 |
62 600 742 |
Slovenië |
0,29 |
0,33 |
0,52 |
|
0,14 |
0,47 |
18 149 824 |
Slowakije |
0,54 |
0,63 |
0,99 |
|
0,27 |
0,90 |
34 463 850 |
Finland |
1,52 |
1,77 |
2,77 |
|
0,75 |
2,52 |
96 790 233 |
Zweden |
3,10 |
3,61 |
0,00 |
–2,71 |
0,00 |
0,90 |
34 712 285 |
Verenigd Koninkrijk |
14,22 |
0,00 |
0,00 |
|
0,00 |
0,00 |
0 |
Totaal |
100,00 |
100,00 |
100,00 |
–26,95 |
26,95 |
100,00 |
3 841 571 660 |
De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.
TABEL 6.2
Financiering van de definitieve correctie voor het Verenigd Koninkrijk voor 2007 (hoofdstuk 3 5)
Lidstaat |
Bedrag |
|
(1) |
België |
706 907 |
Bulgarije |
535 312 |
Tsjechië |
6 744 356 |
Denemarken |
–5 289 141 |
Duitsland |
– 870 891 |
Estland |
– 989 889 |
Ierland |
–6 610 915 |
Griekenland |
–10 394 252 |
Spanje |
–14 463 921 |
Frankrijk |
–4 098 541 |
Italië |
–32 446 645 |
Cyprus |
–71 604 |
Letland |
153 180 |
Litouwen |
108 301 |
Luxemburg |
– 114 511 |
Hongarije |
757 788 |
Malta |
11 085 |
Nederland |
– 683 089 |
Oostenrijk |
– 640 297 |
Polen |
14 123 243 |
Portugal |
3 156 918 |
Roemenië |
7 742 255 |
Slovenië |
657 143 |
Slowakije |
3 867 642 |
Finland |
–4 997 969 |
Zweden |
98 758 |
Verenigd Koninkrijk |
43 008 777 |
Totaal |
0 |
TABEL 6.3
Financiering van de definitieve correctie voor het Verenigd Koninkrijk voor 2006 (hoofdstuk 3 5)
Lidstaat |
Bedrag |
|
(1) |
België |
–8 755 549 |
Bulgarije |
– 741 523 |
Tsjechië |
–3 073 164 |
Denemarken |
–5 928 694 |
Duitsland |
–11 377 531 |
Estland |
– 375 342 |
Ierland |
–4 203 153 |
Griekenland |
–5 690 088 |
Spanje |
–26 632 223 |
Frankrijk |
–49 761 580 |
Italië |
–39 816 491 |
Cyprus |
– 393 976 |
Letland |
– 532 301 |
Litouwen |
– 715 807 |
Luxemburg |
– 771 356 |
Hongarije |
–2 426 193 |
Malta |
– 137 272 |
Nederland |
–2 637 055 |
Oostenrijk |
–1 218 391 |
Polen |
–7 766 880 |
Portugal |
–4 055 856 |
Roemenië |
–3 137 843 |
Slovenië |
– 877 883 |
Slowakije |
–1 383 091 |
Finland |
–4 673 150 |
Zweden |
–1 563 025 |
Verenigd Koninkrijk |
188 645 417 |
Totaal |
0 |
TABEL 7
Overzicht van de financiering (22) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat
Lidstaat |
Traditionele eigen middelen (TEM) |
Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen |
Totaal van eigen middelen (23) |
||||||||
Nettobijdragen van de suikersector (75 %) |
Nettodouanerechten (75 %) |
Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %) |
Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.) |
Eigen middelen uit de btw |
Bni-middelen |
Vermindering ten voordele van Nederland en Zweden |
Correctie voor het Verenigd Koninkrijk |
Totaal nationale bijdragen |
Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen” |
||
|
(1) |
(2) |
(3) = (1) + (2) |
(4) |
(5) |
(6) |
(7) |
(8) |
(9) = (5) + (6) + (7) + (8) |
(10) |
(11) = (3) + (9) |
België |
6 600 000 |
1 507 642 260 |
1 514 242 260 |
504 747 420 |
488 276 100 |
2 551 066 178 |
24 197 489 |
177 464 316 |
3 241 004 083 |
3,19 |
4 755 246 343 |
Bulgarije |
400 000 |
45 406 418 |
45 806 418 |
15 268 806 |
50 703 900 |
255 205 042 |
2 420 682 |
18 352 242 |
326 681 866 |
0,32 |
372 488 284 |
Tsjechië |
3 400 000 |
191 135 846 |
194 535 846 |
64 845 282 |
195 863 100 |
960 003 889 |
9 105 873 |
73 482 459 |
1 238 455 321 |
1,22 |
1 432 991 167 |
Denemarken |
3 400 000 |
299 756 949 |
303 156 949 |
101 052 316 |
289 130 700 |
1 695 375 032 |
16 081 048 |
112 069 456 |
2 112 656 236 |
2,08 |
2 415 813 185 |
Duitsland |
26 300 000 |
3 328 560 834 |
3 354 860 834 |
1 118 286 941 |
1 653 923 250 |
18 015 507 359 |
170 881 511 |
218 288 783 |
20 058 600 903 |
19,74 |
23 413 461 737 |
Estland |
0 |
19 766 244 |
19 766 244 |
6 588 748 |
21 597 900 |
101 212 405 |
960 025 |
5 994 912 |
129 765 242 |
0,13 |
149 531 486 |
Ierland |
0 |
176 031 452 |
176 031 452 |
58 677 151 |
190 045 350 |
873 866 920 |
8 288 842 |
52 733 338 |
1 124 934 450 |
1,11 |
1 300 965 902 |
Griekenland |
1 400 000 |
192 814 112 |
194 214 112 |
64 738 038 |
305 838 000 |
1 500 777 282 |
14 235 241 |
93 051 846 |
1 913 902 369 |
1,88 |
2 108 116 481 |
Spanje |
4 700 000 |
1 182 245 136 |
1 186 945 136 |
395 648 379 |
1 577 470 500 |
7 271 600 414 |
68 972 916 |
487 693 002 |
9 405 736 832 |
9,26 |
10 592 681 968 |
Frankrijk |
30 900 000 |
1 450 021 795 |
1 480 921 795 |
493 640 598 |
2 797 328 100 |
14 023 354 543 |
133 014 961 |
965 915 065 |
17 919 612 669 |
17,63 |
19 400 534 464 |
Italië |
4 700 000 |
1 893 363 721 |
1 898 063 721 |
632 687 907 |
1 727 718 300 |
10 865 931 276 |
103 066 026 |
717 904 941 |
13 414 620 543 |
13,20 |
15 312 684 264 |
Cyprus |
0 |
26 199 596 |
26 199 596 |
8 733 199 |
26 898 000 |
123 682 439 |
1 173 158 |
8 528 579 |
160 282 176 |
0,16 |
186 481 772 |
Letland |
0 |
18 274 452 |
18 274 452 |
6 091 484 |
18 468 900 |
128 706 435 |
1 220 812 |
8 980 382 |
157 376 529 |
0,15 |
175 650 981 |
Litouwen |
800 000 |
38 693 354 |
39 493 354 |
13 164 452 |
35 444 400 |
200 238 365 |
1 899 310 |
13 953 783 |
251 535 858 |
0,25 |
291 029 212 |
Luxemburg |
0 |
13 705 839 |
13 705 839 |
4 568 613 |
47 477 700 |
218 312 058 |
2 070 743 |
14 989 737 |
282 850 238 |
0,28 |
296 556 077 |
Hongarije |
2 000 000 |
97 525 900 |
99 525 900 |
33 175 300 |
126 576 000 |
674 869 380 |
6 401 302 |
47 407 944 |
855 254 626 |
0,84 |
954 780 526 |
Malta |
0 |
10 535 781 |
10 535 781 |
3 511 927 |
9 148 950 |
42 068 721 |
399 032 |
2 933 041 |
54 549 744 |
0,05 |
65 085 525 |
Nederland |
7 300 000 |
1 779 241 635 |
1 786 541 635 |
595 513 878 |
276 721 000 |
4 222 386 866 |
– 624 989 585 |
50 712 043 |
3 924 830 324 |
3,86 |
5 711 371 959 |
Oostenrijk |
3 200 000 |
160 367 637 |
163 567 637 |
54 522 546 |
296 038 350 |
2 018 923 381 |
19 149 984 |
23 976 663 |
2 358 088 378 |
2,32 |
2 521 656 015 |
Polen |
12 800 000 |
332 949 320 |
345 749 320 |
115 249 774 |
543 004 800 |
2 545 101 391 |
24 140 912 |
191 435 563 |
3 303 682 666 |
3,25 |
3 649 431 986 |
Portugal |
200 000 |
128 853 531 |
129 053 531 |
43 017 844 |
246 720 750 |
1 134 471 861 |
10 760 744 |
81 599 600 |
1 473 552 955 |
1,45 |
1 602 606 486 |
Roemenië |
1 000 000 |
103 120 120 |
104 120 120 |
34 706 707 |
138 123 000 |
860 848 950 |
8 165 364 |
67 205 154 |
1 074 342 468 |
1,06 |
1 178 462 588 |
Slovenië |
0 |
66 571 217 |
66 571 217 |
22 190 406 |
54 279 000 |
249 585 810 |
2 367 383 |
17 929 084 |
324 161 277 |
0,32 |
390 732 494 |
Slowakije |
1 400 000 |
105 823 993 |
107 223 993 |
35 741 331 |
64 378 800 |
473 926 800 |
4 495 312 |
36 948 401 |
579 749 313 |
0,57 |
686 973 306 |
Finland |
800 000 |
141 720 237 |
142 520 237 |
47 506 746 |
251 985 600 |
1 331 002 925 |
12 624 890 |
87 119 114 |
1 682 732 529 |
1,66 |
1 825 252 766 |
Zweden |
2 600 000 |
456 395 106 |
458 995 106 |
152 998 369 |
167 499 100 |
2 712 618 260 |
– 139 156 091 |
33 248 018 |
2 774 209 287 |
2,73 |
3 233 204 393 |
Verenigd Koninkrijk |
9 500 000 |
2 776 877 515 |
2 786 377 515 |
928 792 505 |
2 525 317 500 |
12 445 868 215 |
118 052 116 |
–3 609 917 466 |
11 479 320 365 |
11,30 |
14 265 697 880 |
Totaal |
123 400 000 |
16 543 600 000 |
16 667 000 000 |
5 555 666 667 |
14 125 977 050 |
87 496 512 197 |
0 |
0 |
101 622 489 247 |
100,00 |
118 289 489 247 |
B. ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL
ONTVANGSTEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
1 |
EIGEN MIDDELEN |
120 566 371 247 |
–2 276 882 000 |
118 289 489 247 |
3 |
OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN |
4 539 394 283 |
1 814 882 000 |
6 354 276 283 |
4 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE |
1 180 425 515 |
|
1 180 425 515 |
5 |
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN |
57 294 000 |
|
57 294 000 |
6 |
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN UNIALE/COMMUNAUTAIRE OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
7 |
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND |
123 000 000 |
610 000 000 |
733 000 000 |
8 |
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN |
438 717 |
|
438 717 |
9 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
30 210 000 |
|
30 210 000 |
|
Totaal |
126 527 133 762 |
200 000 000 |
126 727 133 762 |
TITEL 1
EIGEN MIDDELEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
1 1 |
BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM) |
123 400 000 |
|
123 400 000 |
1 2 |
DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
17 743 600 000 |
–1 200 000 000 |
16 543 600 000 |
1 3 |
EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER b), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
14 125 977 050 |
|
14 125 977 050 |
1 4 |
EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
88 573 394 197 |
–1 076 882 000 |
87 496 512 197 |
1 5 |
CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN |
0 |
|
0 |
1 6 |
AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE |
0 |
|
0 |
|
Titel 1 — Totaal |
120 566 371 247 |
–2 276 882 000 |
118 289 489 247 |
HOOFDSTUK 1 2 — DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
1 2 |
||||
DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
||||
1 2 0 |
Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom |
17 743 600 000 |
–1 200 000 000 |
16 543 600 000 |
|
Hoofdstuk 1 2 — Totaal |
17 743 600 000 |
–1 200 000 000 |
16 543 600 000 |
1 2 0
Douanerechten en overige rechten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
17 743 600 000 |
–1 200 000 000 |
16 543 600 000 |
Toelichting
De aanwending van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Unie vrij verkeer van goederen bestaat. Op dit artikel kunnen de heffingen, premies, extra bedragen of compenserende bedragen, aanvullende bedragen of aanvullende elementen, rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en de overige door de instellingen van de Unie ingevoerde of in te voeren rechten op het handelsverkeer met derde landen en de douanerechten op de onder het vroegere Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallende producten worden opgevoerd.
Van de bedragen zijn de inningskosten afgetrokken.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder a).
Lidstaat |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
België |
1 617 000 000 |
– 109 357 740 |
1 507 642 260 |
Bulgarije |
48 700 000 |
–3 293 582 |
45 406 418 |
Tsjechië |
205 000 000 |
–13 864 154 |
191 135 846 |
Denemarken |
321 500 000 |
–21 743 051 |
299 756 949 |
Duitsland |
3 570 000 000 |
– 241 439 166 |
3 328 560 834 |
Estland |
21 200 000 |
–1 433 756 |
19 766 244 |
Ierland |
188 800 000 |
–12 768 548 |
176 031 452 |
Griekenland |
206 800 000 |
–13 985 888 |
192 814 112 |
Spanje |
1 268 000 000 |
–85 754 864 |
1 182 245 136 |
Frankrijk |
1 555 200 000 |
– 105 178 205 |
1 450 021 795 |
Italië |
2 030 700 000 |
– 137 336 279 |
1 893 363 721 |
Cyprus |
28 100 000 |
–1 900 404 |
26 199 596 |
Letland |
19 600 000 |
–1 325 548 |
18 274 452 |
Litouwen |
41 500 000 |
–2 806 646 |
38 693 354 |
Luxemburg |
14 700 000 |
– 994 161 |
13 705 839 |
Hongarije |
104 600 000 |
–7 074 100 |
97 525 900 |
Malta |
11 300 000 |
– 764 219 |
10 535 781 |
Nederland |
1 908 300 000 |
– 129 058 365 |
1 779 241 635 |
Oostenrijk |
172 000 000 |
–11 632 363 |
160 367 637 |
Polen |
357 100 000 |
–24 150 680 |
332 949 320 |
Portugal |
138 200 000 |
–9 346 469 |
128 853 531 |
Roemenië |
110 600 000 |
–7 479 880 |
103 120 120 |
Slovenië |
71 400 000 |
–4 828 783 |
66 571 217 |
Slowakije |
113 500 000 |
–7 676 007 |
105 823 993 |
Finland |
152 000 000 |
–10 279 763 |
141 720 237 |
Zweden |
489 500 000 |
–33 104 894 |
456 395 106 |
Verenigd Koninkrijk |
2 978 300 000 |
– 201 422 485 |
2 776 877 515 |
Totaal van artikel 1 2 0 |
17 743 600 000 |
–1 200 000 000 |
16 543 600 000 |
HOOFDSTUK 1 4 — EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
1 4 |
||||
EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
||||
1 4 0 |
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom |
88 573 394 197 |
–1 076 882 000 |
87 496 512 197 |
|
Hoofdstuk 1 4 — Totaal |
88 573 394 197 |
–1 076 882 000 |
87 496 512 197 |
1 4 0
Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
88 573 394 197 |
–1 076 882 000 |
87 496 512 197 |
Toelichting
De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Europese Unie altijd in evenwicht is ex ante.
Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.
Het percentage dat van toepassing is op het bni van de lidstaten voor dit begrotingsjaar bedraagt 0,6897 %.
Rechtsgronden
Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).
Lidstaat |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
België |
2 582 463 970 |
–31 397 792 |
2 551 066 178 |
Bulgarije |
258 346 033 |
–3 140 991 |
255 205 042 |
Tsjechië |
971 819 342 |
–11 815 453 |
960 003 889 |
Denemarken |
1 716 241 222 |
–20 866 190 |
1 695 375 032 |
Duitsland |
18 237 237 068 |
– 221 729 709 |
18 015 507 359 |
Estland |
102 458 098 |
–1 245 693 |
101 212 405 |
Ierland |
884 622 223 |
–10 755 303 |
873 866 920 |
Griekenland |
1 519 248 418 |
–18 471 136 |
1 500 777 282 |
Spanje |
7 361 097 188 |
–89 496 774 |
7 271 600 414 |
Frankrijk |
14 195 949 972 |
– 172 595 429 |
14 023 354 543 |
Italië |
10 999 666 044 |
– 133 734 768 |
10 865 931 276 |
Cyprus |
125 204 687 |
–1 522 248 |
123 682 439 |
Letland |
130 290 516 |
–1 584 081 |
128 706 435 |
Litouwen |
202 702 841 |
–2 464 476 |
200 238 365 |
Luxemburg |
220 998 980 |
–2 686 922 |
218 312 058 |
Hongarije |
683 175 478 |
–8 306 098 |
674 869 380 |
Malta |
42 586 490 |
– 517 769 |
42 068 721 |
Nederland |
4 274 354 793 |
–51 967 927 |
4 222 386 866 |
Oostenrijk |
2 043 771 712 |
–24 848 331 |
2 018 923 381 |
Polen |
2 576 425 769 |
–31 324 378 |
2 545 101 391 |
Portugal |
1 148 434 615 |
–13 962 754 |
1 134 471 861 |
Roemenië |
871 444 032 |
–10 595 082 |
860 848 950 |
Slovenië |
252 657 640 |
–3 071 830 |
249 585 810 |
Slowakije |
479 759 755 |
–5 832 955 |
473 926 800 |
Finland |
1 347 384 528 |
–16 381 603 |
1 331 002 925 |
Zweden |
2 746 004 388 |
–33 386 128 |
2 712 618 260 |
Verenigd Koninkrijk |
12 599 048 395 |
– 153 180 180 |
12 445 868 215 |
Totaal van artikel 1 4 0 |
88 573 394 197 |
–1 076 882 000 |
87 496 512 197 |
TITEL 3
OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
3 0 |
OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR |
4 539 394 283 |
|
4 539 394 283 |
3 1 |
SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5, EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000 |
p.m. |
673 159 000 |
673 159 000 |
3 2 |
SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000 |
p.m. |
1 141 723 000 |
1 141 723 000 |
3 4 |
AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT |
p.m. |
|
p.m. |
3 5 |
RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK |
0 |
|
0 |
3 6 |
RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK |
p.m. |
|
p.m. |
3 7 |
AANPASSING MET BETREKKING TOT DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM |
— |
|
— |
|
Titel 3 — Totaal |
4 539 394 283 |
1 814 882 000 |
6 354 276 283 |
HOOFDSTUK 3 1 — SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5, EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
3 1 |
||||
SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5, EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000 |
||||
3 1 0 |
||||
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995 |
||||
3 1 0 3 |
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995 |
p.m. |
673 159 000 |
673 159 000 |
|
Artikel 3 1 0 — Subtotaal |
p.m. |
673 159 000 |
673 159 000 |
|
Hoofdstuk 3 1 — Totaal |
p.m. |
673 159 000 |
673 159 000 |
3 1 0
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995
3 1 0 3
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 4, 5 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
p.m. |
673 159 000 |
673 159 000 |
Toelichting
Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 zenden de lidstaten vóór 31 juli aan de Commissie een overzicht waarin het totale eindbedrag wordt vermeld van de voor het voorgaande kalenderjaar berekende grondslag van de btw-middelen.
Op de debetzijde van elke lidstaat wordt een bedrag ingeschreven dat volgens regels van de Europese Unie wordt berekend op basis van dat overzicht en op de creditzijde de twaalf betalingen die in het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht. De Commissie bepaalt het saldo en deelt het tijdig aan de lidstaten mee, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening van de Commissie kunnen boeken.
Rectificaties van de bovenbedoelde overzichten als gevolg van controles door de Commissie op grond van artikel 9 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 en/of wijzigingen in het bni van vroegere begrotingsjaren die gevolgen hebben wat betreft de aftopping van de btw-grondslag, geven aanleiding tot aanpassingen van de btw-saldi.
Rechtsgronden
Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 4, 5 en 8.
Lidstaat |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
België |
p.m. |
28 248 000 |
28 248 000 |
Bulgarije |
p.m. |
492 000 |
492 000 |
Tsjechië |
p.m. |
7 670 000 |
7 670 000 |
Denemarken |
p.m. |
2 075 000 |
2 075 000 |
Duitsland |
p.m. |
16 721 000 |
16 721 000 |
Estland |
p.m. |
1 256 000 |
1 256 000 |
Ierland |
p.m. |
3 469 000 |
3 469 000 |
Griekenland |
p.m. |
–27 208 000 |
–27 208 000 |
Spanje |
p.m. |
386 936 000 |
386 936 000 |
Frankrijk |
p.m. |
119 302 000 |
119 302 000 |
Italië |
p.m. |
83 866 000 |
83 866 000 |
Cyprus |
p.m. |
67 000 |
67 000 |
Letland |
p.m. |
–2 630 000 |
–2 630 000 |
Litouwen |
p.m. |
–7 591 000 |
–7 591 000 |
Luxemburg |
p.m. |
– 808 000 |
– 808 000 |
Hongarije |
p.m. |
–10 819 000 |
–10 819 000 |
Malta |
p.m. |
306 000 |
306 000 |
Nederland |
p.m. |
13 623 000 |
13 623 000 |
Oostenrijk |
p.m. |
4 800 000 |
4 800 000 |
Polen |
p.m. |
–2 181 000 |
–2 181 000 |
Portugal |
p.m. |
10 613 000 |
10 613 000 |
Roemenië |
p.m. |
–48 000 |
–48 000 |
Slovenië |
p.m. |
451 000 |
451 000 |
Slowakije |
p.m. |
–4 424 000 |
–4 424 000 |
Finland |
p.m. |
14 757 000 |
14 757 000 |
Zweden |
p.m. |
6 459 000 |
6 459 000 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
27 757 000 |
27 757 000 |
Totaal van post 3 1 0 3 |
p.m. |
673 159 000 |
673 159 000 |
HOOFDSTUK 3 2 — SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
3 2 |
||||
SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000 |
||||
3 2 0 |
||||
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995 |
||||
3 2 0 3 |
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995 |
p.m. |
1 141 723 000 |
1 141 723 000 |
|
Artikel 3 2 0 — Subtotaal |
p.m. |
1 141 723 000 |
1 141 723 000 |
|
Hoofdstuk 3 2 — Totaal |
p.m. |
1 141 723 000 |
1 141 723 000 |
3 2 0
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995
3 2 0 3
Resultaat van de toepassing van artikel 10, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betreffende de begrotingsjaren vanaf 1995
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
p.m. |
1 141 723 000 |
1 141 723 000 |
Toelichting
Aan de hand van de op grond van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 door de lidstaten verstrekte cijfers betreffende de bni/mp-grootheid en de elementen daarvan voor het voorgaande begrotingsjaar, wordt iedere lidstaat gedebiteerd voor een bedrag dat volgens regels van de Europese Unie wordt berekend en gecrediteerd voor de 12 betalingen die in de loop van het vorige begrotingsjaar daadwerkelijk zijn verricht.
De Commissie bepaalt het saldo en deelt het tijdig aan de lidstaten mede, zodat deze het op de eerste werkdag van de maand december van hetzelfde jaar op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening kunnen boeken.
Wijzigingen in het bruto nationaal product/bruto nationaal inkomen van vroegere begrotingsjaren in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003, geven met inachtneming van de artikelen 4 en 5 daarvan, voor de betrokken lidstaat aanleiding tot een aanpassing van het overeenkomstig artikel 10, lid 7, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bepaalde saldo.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), met name artikel 10, leden 6, 7 en 8.
Verordening (EG, Euratom) nr. 1287/2003 van de Raad van 15 juli 2003 betreffende de harmonisatie van het bruto nationaal inkomen tegen marktprijzen (PB L 181 van 19.7.2003, blz. 1).
Lidstaat |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
België |
p.m. |
75 091 000 |
75 091 000 |
Bulgarije |
p.m. |
18 780 000 |
18 780 000 |
Tsjechië |
p.m. |
193 523 000 |
193 523 000 |
Denemarken |
p.m. |
8 750 000 |
8 750 000 |
Duitsland |
p.m. |
– 413 112 000 |
– 413 112 000 |
Estland |
p.m. |
5 607 000 |
5 607 000 |
Ierland |
p.m. |
12 642 000 |
12 642 000 |
Griekenland |
p.m. |
– 125 366 000 |
– 125 366 000 |
Spanje |
p.m. |
80 168 000 |
80 168 000 |
Frankrijk |
p.m. |
5 653 000 |
5 653 000 |
Italië |
p.m. |
832 542 000 |
832 542 000 |
Cyprus |
p.m. |
– 259 000 |
– 259 000 |
Letland |
p.m. |
4 298 000 |
4 298 000 |
Litouwen |
p.m. |
13 405 000 |
13 405 000 |
Luxemburg |
p.m. |
–3 302 000 |
–3 302 000 |
Hongarije |
p.m. |
–12 955 000 |
–12 955 000 |
Malta |
p.m. |
1 449 000 |
1 449 000 |
Nederland |
p.m. |
–7 047 000 |
–7 047 000 |
Oostenrijk |
p.m. |
130 157 000 |
130 157 000 |
Polen |
p.m. |
8 593 000 |
8 593 000 |
Portugal |
p.m. |
52 802 000 |
52 802 000 |
Roemenië |
p.m. |
36 444 000 |
36 444 000 |
Slovenië |
p.m. |
2 221 000 |
2 221 000 |
Slowakije |
p.m. |
796 000 |
796 000 |
Finland |
p.m. |
104 522 000 |
104 522 000 |
Zweden |
p.m. |
101 843 000 |
101 843 000 |
Verenigd Koninkrijk |
p.m. |
14 478 000 |
14 478 000 |
Totaal van post 3 2 0 3 |
p.m. |
1 141 723 000 |
1 141 723 000 |
TITEL 6
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN UNIALE/COMMUNAUTAIRE OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
6 0 |
BIJDRAGEN VOOR UNIALE/COMMUNAUTAIRE PROGRAMMA’S |
p.m. |
|
p.m. |
6 1 |
TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN |
p.m. |
|
p.m. |
6 2 |
ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN |
p.m. |
|
p.m. |
6 3 |
BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN |
p.m. |
|
p.m. |
6 5 |
FINANCIËLE CORRECTIES |
p.m. |
|
p.m. |
6 6 |
ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
6 7 |
ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING |
p.m. |
|
p.m. |
6 8 |
TIJDELIJKE HERSTRUCTURERINGSHEFFING |
p.m. |
|
p.m. |
|
Titel 6 — Totaal |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
HOOFDSTUK 6 6 — ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
6 6 |
||||
ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN |
||||
6 6 0 |
||||
Andere bijdragen en terugbetalingen |
||||
6 6 0 0 |
Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
|
p.m. |
6 6 0 1 |
Andere bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
|
Artikel 6 6 0 — Subtotaal |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
|
Hoofdstuk 6 6 — Totaal |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
6 6 0
Andere bijdragen en terugbetalingen
6 6 0 1
Andere bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
Toelichting
Op deze post worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 van het Financieel Reglement de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien in de andere onderdelen van titel 6.
Parlement |
|
p.m. |
Commissie |
|
82 000 000 |
|
Totaal |
82 000 000 |
TITEL 7
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
7 0 |
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND |
23 000 000 |
175 000 000 |
198 000 000 |
7 1 |
GELDBOETEN |
100 000 000 |
435 000 000 |
535 000 000 |
7 2 |
RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN |
p.m. |
|
p.m. |
|
Titel 7 — Totaal |
123 000 000 |
610 000 000 |
733 000 000 |
HOOFDSTUK 7 0 — INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
7 0 |
||||
INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND |
||||
7 0 0 |
||||
Intrest voor betalingsachterstand |
||||
7 0 0 0 |
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten |
5 000 000 |
170 000 000 |
175 000 000 |
7 0 0 1 |
Overige intrest voor betalingsachterstand |
3 000 000 |
|
3 000 000 |
|
Artikel 7 0 0 — Subtotaal |
8 000 000 |
170 000 000 |
178 000 000 |
7 0 1 |
Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten |
15 000 000 |
5 000 000 |
20 000 000 |
|
Hoofdstuk 7 0 — Totaal |
23 000 000 |
175 000 000 |
198 000 000 |
7 0 0
Intrest voor betalingsachterstand
7 0 0 0
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de schatkisten van de lidstaten
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
5 000 000 |
170 000 000 |
175 000 000 |
Toelichting
Lidstaten die bedragen te laat overmaken op de rekening van de Commissie als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000, zijn intrest voor betalingsachterstand verschuldigd.
Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar herfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.
Voor de lidstaten die niet de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde intrest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.
De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen die in artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 worden genoemd.
Raad |
|
p.m. |
Commissie |
|
175 000 000 |
Europese Dienst voor extern optreden |
|
p.m. |
|
Totaal |
175 000 000 |
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.
7 0 1
Intrest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
15 000 000 |
5 000 000 |
20 000 000 |
Toelichting
Op deze post worden de uitstaande rente op de bijzondere bankrekening voor boeten en de intrest voor betalingsachterstand in verband met deze boeten geboekt.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1), met name artikel 86.
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
HOOFDSTUK 7 1 — GELDBOETEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
7 1 |
||||
GELDBOETEN |
||||
7 1 0 |
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties |
100 000 000 |
435 000 000 |
535 000 000 |
7 1 2 |
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat een krachtens het Verdrag op hem rustende verplichting niet is nagekomen |
p.m. |
|
p.m. |
|
Hoofdstuk 7 1 — Totaal |
100 000 000 |
435 000 000 |
535 000 000 |
7 1 0
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
100 000 000 |
435 000 000 |
535 000 000 |
Toelichting
De Commissie kan boeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondernemersverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna vermelde verordeningen of van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
De boeten moeten in de regel worden betaald binnen drie maanden na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie int het verschuldigde bedrag echter niet wanneer een onderneming in beroep gaat bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen; de onderneming moet aanvaarden dat rente verschuldigd zal zijn na de uiterste datum voor betaling en de Commissie uiterlijk op de uiterste datum voor betaling een bankgarantie verstrekken die de hoofdsom van de schuld en rente of kosten dekt.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
AFDELING III
COMMISSIE
ONTVANGSTEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
4 |
ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE |
890 812 767 |
|
890 812 767 |
5 |
ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING |
55 700 000 |
|
55 700 000 |
6 |
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE/GEMEENSCHAP |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
7 |
INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN |
123 000 000 |
610 000 000 |
733 000 000 |
8 |
OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN |
438 717 |
|
438 717 |
9 |
DIVERSE ONTVANGSTEN |
30 000 000 |
|
30 000 000 |
|
Totaal |
1 129 951 484 |
662 000 000 |
1 791 951 484 |
TITEL 6
BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE/GEMEENSCHAP
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
6 0 |
BIJDRAGEN VOOR UNIALE/COMMUNAUTAIRE PROGRAMMA’S |
p.m. |
|
p.m. |
6 1 |
TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN |
p.m. |
|
p.m. |
6 2 |
ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN |
p.m. |
|
p.m. |
6 3 |
BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN |
p.m. |
|
p.m. |
6 5 |
FINANCIËLE CORRECTIES |
p.m. |
|
p.m. |
6 6 |
ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
6 7 |
ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING |
p.m. |
|
p.m. |
6 8 |
TIJDELIJKE HERSTRUCTURERINGSHEFFING |
p.m. |
|
p.m. |
|
Titel 6 — Totaal |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
HOOFDSTUK 6 6 — ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
6 6 |
||||
ANDERE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN |
||||
6 6 0 |
||||
Andere bijdragen en terugbetalingen |
||||
6 6 0 0 |
Andere bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten |
p.m. |
|
p.m. |
6 6 0 1 |
Andere bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
|
Artikel 6 6 0 — Subtotaal |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
|
Hoofdstuk 6 6 — Totaal |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
6 6 0
Andere bijdragen en terugbetalingen
6 6 0 1
Andere bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
30 000 000 |
52 000 000 |
82 000 000 |
Toelichting
Deze post is overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement bestemd voor de opname van de eventuele ontvangsten die niet onder de andere onderdelen van titel 6 vallen en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.
TITEL 7
INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
7 0 |
INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND |
23 000 000 |
175 000 000 |
198 000 000 |
7 1 |
GELDBOETEN |
100 000 000 |
435 000 000 |
535 000 000 |
7 2 |
RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN |
p.m. |
|
p.m. |
|
Titel 7 — Totaal |
123 000 000 |
610 000 000 |
733 000 000 |
HOOFDSTUK 7 0 — INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
7 0 |
||||
INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND |
||||
7 0 0 |
||||
Interest voor betalingsachterstand |
||||
7 0 0 0 |
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten |
5 000 000 |
170 000 000 |
175 000 000 |
7 0 0 1 |
Overige interest voor betalingsachterstand |
3 000 000 |
|
3 000 000 |
|
Artikel 7 0 0 — Subtotaal |
8 000 000 |
170 000 000 |
178 000 000 |
7 0 1 |
Interest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten |
15 000 000 |
5 000 000 |
20 000 000 |
|
Hoofdstuk 7 0 — Totaal |
23 000 000 |
175 000 000 |
198 000 000 |
7 0 0
Interest voor betalingsachterstand
7 0 0 0
Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
5 000 000 |
170 000 000 |
175 000 000 |
Toelichting
Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente.
Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.
Voor de lidstaten die de euro niet als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.
De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen in het kader van artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.
7 0 1
Interest voor betalingsachterstand en andere rente op boeten
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
15 000 000 |
5 000 000 |
20 000 000 |
Toelichting
Dit artikel is bestemd voor het boeken van de opgelopen rente op de speciale bankrekening voor geldboeten en interest voor betalingsachterstand naar aanleiding van geldboeten.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1), met name artikel 86.
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
HOOFDSTUK 7 1 — GELDBOETEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
7 1 |
||||
GELDBOETEN |
||||
7 1 0 |
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties |
100 000 000 |
435 000 000 |
535 000 000 |
7 1 2 |
Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen |
p.m. |
|
p.m. |
|
Hoofdstuk 7 1 — Totaal |
100 000 000 |
435 000 000 |
535 000 000 |
7 1 0
Geldboeten, dwangsommen en andere sancties
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
100 000 000 |
435 000 000 |
535 000 000 |
Toelichting
De Commissie kan geldboeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondenemingsverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van onderstaande verordeningen of in het kader van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Normaal gesproken moeten de geldboeten worden betaald binnen de drie maanden volgend op de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie zal het bedrag evenwel niet innen wanneer de onderneming een beroep heeft ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Unie; de onderneming moet aanvaarden dat na de uiterste betalingstermijn rente verschuldigd is op de schuld en dat uiterlijk op die datum aan de Commissie een bankgarantie wordt verstrekt ten belope van het hoofdbedrag en de renten of vermeerderingen.
Rechtsgronden
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).
Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.
UITGAVEN
Titel |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
01 |
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN |
524 283 196 |
341 387 137 |
– 104 325 091 |
|
419 958 105 |
341 387 137 |
|
40 01 40 |
40 929 |
40 929 |
|
|
40 929 |
40 929 |
|
|
524 324 125 |
341 428 066 |
|
|
419 999 034 |
341 428 066 |
02 |
ONDERNEMINGEN |
1 055 561 122 |
1 209 465 022 |
|
|
1 055 561 122 |
1 209 465 022 |
|
40 01 40 |
52 772 |
52 772 |
|
|
52 772 |
52 772 |
|
|
1 055 613 894 |
1 209 517 794 |
|
|
1 055 613 894 |
1 209 517 794 |
03 |
CONCURRENTIE |
93 403 671 |
93 403 671 |
|
|
93 403 671 |
93 403 671 |
|
40 01 40 |
56 917 |
56 917 |
|
|
56 917 |
56 917 |
|
|
93 460 588 |
93 460 588 |
|
|
93 460 588 |
93 460 588 |
04 |
WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN |
11 398 325 662 |
9 213 443 236 |
3 250 000 |
453 000 000 |
11 401 575 662 |
9 666 443 236 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
44 335 |
44 335 |
|
|
44 335 |
44 335 |
|
|
11 398 369 997 |
9 213 487 571 |
|
|
11 401 619 997 |
9 666 487 571 |
05 |
LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
57 292 184 763 |
55 269 004 060 |
–75 977 |
– 395 000 000 |
57 292 108 786 |
54 874 004 060 |
|
40 01 40, 40 02 40 |
74 532 |
74 532 |
|
|
74 532 |
74 532 |
|
|
57 292 259 295 |
55 269 078 592 |
|
|
57 292 183 318 |
54 874 078 592 |
06 |
MOBILITEIT EN VERVOER |
1 546 683 351 |
1 141 803 775 |
|
|
1 546 683 351 |
1 141 803 775 |
|
40 01 40 |
25 609 |
25 609 |
|
|
25 609 |
25 609 |
|
|
1 546 708 960 |
1 141 829 384 |
|
|
1 546 708 960 |
1 141 829 384 |
07 |
MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN |
470 550 540 |
390 290 122 |
– 174 118 |
|
470 376 422 |
390 290 122 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
44 853 |
44 853 |
|
|
44 853 |
44 853 |
|
|
470 595 393 |
390 334 975 |
|
|
470 421 275 |
390 334 975 |
08 |
ONDERZOEK |
5 334 630 545 |
4 117 083 880 |
|
82 000 000 |
5 334 630 545 |
4 199 083 880 |
|
40 01 40 |
6 884 |
6 884 |
|
|
6 884 |
6 884 |
|
|
5 334 637 429 |
4 117 090 764 |
|
|
5 334 637 429 |
4 199 090 764 |
09 |
INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA |
1 538 552 441 |
1 334 275 234 |
|
60 000 000 |
1 538 552 441 |
1 394 275 234 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
29 384 |
29 384 |
|
|
29 384 |
29 384 |
|
|
1 538 581 825 |
1 334 304 618 |
|
|
1 538 581 825 |
1 394 304 618 |
10 |
EIGEN ONDERZOEK |
394 978 000 |
396 209 233 |
|
|
394 978 000 |
396 209 233 |
11 |
MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ |
948 592 229 |
719 026 792 |
p.m. |
p.m. |
948 592 229 |
719 026 792 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
52 021 983 |
52 021 983 |
23 140 000 |
|
75 161 983 |
52 021 983 |
|
|
1 000 614 212 |
771 048 775 |
23 140 000 |
|
1 023 754 212 |
771 048 775 |
12 |
INTERNE MARKT |
94 868 629 |
93 358 064 |
|
|
94 868 629 |
93 358 064 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
35 305 |
35 305 |
|
|
35 305 |
35 305 |
|
|
94 903 934 |
93 393 369 |
|
|
94 903 934 |
93 393 369 |
13 |
REGIONAAL BELEID |
40 584 774 912 |
33 519 147 680 |
|
|
40 584 774 912 |
33 519 147 680 |
|
40 01 40 |
43 816 |
43 816 |
|
|
43 816 |
43 816 |
|
|
40 584 818 728 |
33 519 191 496 |
|
|
40 584 818 728 |
33 519 191 496 |
14 |
BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE |
142 229 539 |
114 783 765 |
– 129 471 |
|
142 100 068 |
114 783 765 |
|
40 01 40 |
32 492 |
32 492 |
|
|
32 492 |
32 492 |
|
|
142 262 031 |
114 816 257 |
|
|
142 132 560 |
114 816 257 |
15 |
ONDERWIJS EN CULTUUR |
2 428 691 266 |
1 996 401 080 |
–6 326 400 |
|
2 422 364 866 |
1 996 401 080 |
|
40 01 40 |
38 857 |
38 857 |
|
|
38 857 |
38 857 |
|
|
2 428 730 123 |
1 996 439 937 |
|
|
2 422 403 723 |
1 996 439 937 |
16 |
COMMUNICATIE |
273 374 552 |
253 374 552 |
|
|
273 374 552 |
253 374 552 |
|
40 01 40 |
46 111 |
46 111 |
|
|
46 111 |
46 111 |
|
|
273 420 663 |
253 420 663 |
|
|
273 420 663 |
253 420 663 |
17 |
GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING |
692 021 626 |
596 046 062 |
–23 140 000 |
|
668 881 626 |
596 046 062 |
|
40 01 40 |
57 583 |
57 583 |
|
|
57 583 |
57 583 |
|
|
692 079 209 |
596 103 645 |
|
|
668 939 209 |
596 103 645 |
18 |
RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT |
1 234 986 291 |
915 630 180 |
|
|
1 234 986 291 |
915 630 180 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
16 479 335 |
13 005 028 |
|
|
16 479 335 |
13 005 028 |
|
|
1 251 465 626 |
928 635 208 |
|
|
1 251 465 626 |
928 635 208 |
19 |
EXTERNE BETREKKINGEN |
4 270 665 587 |
3 378 255 172 |
100 000 000 |
|
4 370 665 587 |
3 378 255 172 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
44 005 106 |
6 441 836 |
|
|
44 005 106 |
6 441 836 |
|
|
4 314 670 693 |
3 384 697 008 |
|
|
4 414 670 693 |
3 384 697 008 |
20 |
HANDEL |
105 067 905 |
104 422 321 |
|
|
105 067 905 |
104 422 321 |
|
40 01 40 |
34 787 |
34 787 |
|
|
34 787 |
34 787 |
|
|
105 102 692 |
104 457 108 |
|
|
105 102 692 |
104 457 108 |
21 |
ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN) |
1 433 111 933 |
1 392 926 690 |
54 031 057 |
28 565 370 |
1 487 142 990 |
1 421 492 060 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
109 058 175 |
86 736 049 |
–43 000 000 |
–28 565 370 |
66 058 175 |
58 170 679 |
|
|
1 542 170 108 |
1 479 662 739 |
11 031 057 |
|
1 553 201 165 |
1 479 662 739 |
22 |
UITBREIDING |
1 123 357 217 |
1 012 513 363 |
|
|
1 123 357 217 |
1 012 513 363 |
|
40 01 40 |
17 764 |
17 764 |
|
|
17 764 |
17 764 |
|
|
1 123 374 981 |
1 012 531 127 |
|
|
1 123 374 981 |
1 012 531 127 |
23 |
HUMANITAIRE HULP |
878 195 432 |
838 516 019 |
|
|
878 195 432 |
838 516 019 |
|
40 01 40 |
14 878 |
14 878 |
|
|
14 878 |
14 878 |
|
|
878 210 310 |
838 530 897 |
|
|
878 210 310 |
838 530 897 |
24 |
FRAUDEBESTRIJDING |
81 749 000 |
74 805 171 |
|
|
81 749 000 |
74 805 171 |
25 |
BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE |
190 812 414 |
190 812 414 |
|
|
190 812 414 |
190 812 414 |
|
40 01 40 |
565 027 |
565 027 |
|
|
565 027 |
565 027 |
|
|
191 377 441 |
191 377 441 |
|
|
191 377 441 |
191 377 441 |
26 |
ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE |
1 018 708 135 |
1 017 153 328 |
|
|
1 018 708 135 |
1 017 153 328 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
78 381 |
78 381 |
|
|
78 381 |
78 381 |
|
|
1 018 786 516 |
1 017 231 709 |
|
|
1 018 786 516 |
1 017 231 709 |
27 |
BEGROTING |
69 440 094 |
69 440 094 |
|
|
69 440 094 |
69 440 094 |
|
40 01 40 |
30 939 |
30 939 |
|
|
30 939 |
30 939 |
|
|
69 471 033 |
69 471 033 |
|
|
69 471 033 |
69 471 033 |
28 |
AUDIT |
11 399 202 |
11 399 202 |
|
|
11 399 202 |
11 399 202 |
|
40 01 40 |
7 105 |
7 105 |
|
|
7 105 |
7 105 |
|
|
11 406 307 |
11 406 307 |
|
|
11 406 307 |
11 406 307 |
29 |
STATISTIEK |
145 143 085 |
124 373 319 |
|
|
145 143 085 |
124 373 319 |
|
40 01 40 |
47 443 |
47 443 |
|
|
47 443 |
47 443 |
|
|
145 190 528 |
124 420 762 |
|
|
145 190 528 |
124 420 762 |
30 |
PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN |
1 278 009 000 |
1 278 009 000 |
|
|
1 278 009 000 |
1 278 009 000 |
31 |
TALENDIENSTEN |
392 908 762 |
392 908 762 |
|
|
392 908 762 |
392 908 762 |
|
40 01 40 |
236 399 |
236 399 |
|
|
236 399 |
236 399 |
|
|
393 145 161 |
393 145 161 |
|
|
393 145 161 |
393 145 161 |
32 |
ENERGIE |
699 617 012 |
1 239 252 266 |
|
|
699 617 012 |
1 239 252 266 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
41 299 |
41 299 |
|
|
41 299 |
41 299 |
|
|
699 658 311 |
1 239 293 565 |
|
|
699 658 311 |
1 239 293 565 |
40 |
RESERVES |
977 129 000 |
259 909 297 |
|
|
977 129 000 |
259 909 297 |
|
Totaal |
138 500 737 113 |
122 938 920 666 |
23 110 000 |
228 565 370 |
138 523 847 113 |
123 167 486 036 |
|
40 01 40, 40 02 40, 40 02 41 |
223 269 000 |
159 909 297 |
–19 860 000 |
–28 565 370 |
203 409 000 |
131 343 927 |
|
|
138 724 006 113 |
123 098 829 963 |
3 250 000 |
200 000 000 |
138 727 256 113 |
123 298 829 963 |
TITEL 01
ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
01 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN” |
5 |
66 574 059 |
66 574 059 |
|
|
66 574 059 |
66 574 059 |
|
40 01 40 |
|
40 929 |
40 929 |
|
|
40 929 |
40 929 |
|
|
|
66 614 988 |
66 614 988 |
|
|
66 614 988 |
66 614 988 |
01 02 |
ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE |
|
14 500 000 |
14 713 074 |
|
|
14 500 000 |
14 713 074 |
01 03 |
INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES |
4 |
139 329 137 |
92 654 634 |
– 104 325 091 |
|
35 004 046 |
92 654 634 |
01 04 |
FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN |
|
303 880 000 |
167 445 370 |
|
|
303 880 000 |
167 445 370 |
|
Titel 01 — Totaal |
|
524 283 196 |
341 387 137 |
– 104 325 091 |
|
419 958 105 |
341 387 137 |
|
40 01 40 |
|
40 929 |
40 929 |
|
|
40 929 |
40 929 |
|
|
|
524 324 125 |
341 428 066 |
|
|
419 999 034 |
341 428 066 |
HOOFDSTUK 01 03 — INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
01 03 |
||||||||
INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES |
||||||||
01 03 01 |
||||||||
Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen |
||||||||
01 03 01 01 |
Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal |
4 |
34 460 570 |
4 101 987 |
|
|
34 460 570 |
4 101 987 |
01 03 01 02 |
Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 01 03 01 — Subtotaal |
|
34 460 570 |
4 101 987 |
|
|
34 460 570 |
4 101 987 |
01 03 02 |
Macro-economische bijstand |
4 |
104 868 567 |
88 552 647 |
– 104 325 091 |
|
543 476 |
88 552 647 |
|
Hoofdstuk 01 03 — Totaal |
|
139 329 137 |
92 654 634 |
– 104 325 091 |
|
35 004 046 |
92 654 634 |
01 03 02
Macro-economische bijstand
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
104 868 567 |
88 552 647 |
– 104 325 091 |
|
543 476 |
88 552 647 |
Toelichting
Deze uitzonderlijke bijstand is gericht op verlichting van de financiële problemen van bepaalde derde landen die te kampen hebben met macro-economische problemen, namelijk tekorten op de betalingsbalans en/of ernstige budgettaire onevenwichtigheden.
De bijstand houdt direct verband met de uitvoering door de begunstigde landen van maatregelen voor macro-economische stabilisering en structurele aanpassing. De maatregelen van de Unie vormen in het algemeen een aanvulling op die van het Internationaal Monetair Fonds, waarbij coördinatie met andere bilaterale donoren plaatsvindt.
De Commissie brengt de begrotingsautoriteit tweemaal per jaar op de hoogte van de macro-economische situatie in de begunstigde landen en brengt eenmaal per jaar uitvoerig verslag uit van deze bijstandsverlening.
De kredieten van dit artikel dienen eveneens ter dekking van financiële steun voor de wederopbouw van de gebieden in Georgië die getroffen zijn door het conflict met Rusland. De acties moeten hoofdzakelijk tot doel hebben de macro-economische situatie in het land te stabiliseren. Het totale financiële pakket van de steun werd vastgesteld op een internationale donorconferentie in 2008.
Rechtsgronden
Besluit 2006/880/EG van de Raad van 30 november 2006 tot toekenning van uitzonderlijke financiële bijstand aan Kosovo (PB L 339 van 6.12.2006, blz. 36).
Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).
Besluit 2009/889/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 1).
Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).
TITEL 04
WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
04 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN” |
|
95 925 690 |
95 925 690 |
|
|
95 925 690 |
95 925 690 |
|
40 01 40 |
|
44 335 |
44 335 |
|
|
44 335 |
44 335 |
|
|
|
95 970 025 |
95 970 025 |
|
|
95 970 025 |
95 970 025 |
04 02 |
EUROPEES SOCIAAL FONDS |
1 |
10 963 813 972 |
8 743 950 522 |
3 250 000 |
453 000 000 |
10 967 063 972 |
9 196 950 522 |
04 03 |
WERKEN IN EUROPA — SOCIALE DIALOOG EN MOBILITEIT |
1 |
79 130 000 |
64 266 181 |
|
|
79 130 000 |
64 266 181 |
04 04 |
WERKGELEGENHEID, MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARITEIT EN GENDERGELIJKHEID |
|
157 056 000 |
151 704 616 |
|
|
157 056 000 |
151 704 616 |
04 05 |
EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG) |
1 |
p.m. |
97 608 950 |
|
|
p.m. |
97 608 950 |
04 06 |
INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL |
4 |
102 400 000 |
59 987 277 |
|
|
102 400 000 |
59 987 277 |
|
Titel 04 — Totaal |
|
11 398 325 662 |
9 213 443 236 |
3 250 000 |
453 000 000 |
11 401 575 662 |
9 666 443 236 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
|
44 335 |
44 335 |
|
|
44 335 |
44 335 |
|
|
|
11 398 369 997 |
9 213 487 571 |
|
|
11 401 619 997 |
9 666 487 571 |
HOOFDSTUK 04 02 — EUROPEES SOCIAAL FONDS
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
04 02 |
||||||||
EUROPEES SOCIAAL FONDS |
||||||||
04 02 01 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
550 800 000 |
|
|
p.m. |
550 800 000 |
04 02 02 |
Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
9 700 000 |
|
|
p.m. |
9 700 000 |
04 02 03 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
2 000 000 |
|
|
p.m. |
2 000 000 |
04 02 04 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
48 000 000 |
|
|
p.m. |
48 000 000 |
04 02 05 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
1 000 000 |
|
|
p.m. |
1 000 000 |
04 02 06 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
360 299 039 |
|
|
p.m. |
360 299 039 |
04 02 07 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
2 000 000 |
|
|
p.m. |
2 000 000 |
04 02 08 |
Voltooiing van Equal (2000-2006) |
1.2 |
p.m. |
72 000 000 |
|
|
p.m. |
72 000 000 |
04 02 09 |
Voltooiing van eerdere programma’s in het kader van een communautair initiatief (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
1 000 000 |
|
|
p.m. |
1 000 000 |
04 02 10 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006) |
1.2 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
04 02 11 |
Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000) |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
04 02 17 |
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie |
1.2 |
7 748 847 361 |
5 430 000 000 |
|
226 350 000 |
7 748 847 361 |
5 656 350 000 |
04 02 18 |
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Peace |
1.2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
04 02 19 |
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid |
1.2 |
3 204 966 611 |
2 259 651 483 |
|
226 350 000 |
3 204 966 611 |
2 486 001 483 |
04 02 20 |
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013) |
1.2 |
10 000 000 |
7 500 000 |
3 250 000 |
300 000 |
13 250 000 |
7 800 000 |
|
Hoofdstuk 04 02 — Totaal |
|
10 963 813 972 |
8 743 950 522 |
3 250 000 |
453 000 000 |
10 967 063 972 |
9 196 950 522 |
Toelichting
In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is voorzien in financiële correcties waarvan de ontvangsten worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annuleringsrisico's of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken.
Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder het voorschot wordt terugbetaald, hetgeen niet tot gevolg heeft dat het aandeel van de structuurfondsen aan de betrokken financiële tussenkomst wordt verminderd. Eventuele ontvangsten uit deze terugbetalingen van het voorschot, die in post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten worden opgenomen, geven aanleiding tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van het Financieel Reglement.
Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor terugbetaling van voorfinanciering voor de periode 2007-2013.
Het speciale programma voor vrede en verzoening wordt voortgezet, in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, om 500 000 000 EUR voor de nieuwe looptijd van het programma beschikbaar te stellen. Het additionaliteitsbeginsel moet ten volle worden geëerbiedigd. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over deze maatregel.
De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.
Rechtsgronden
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.
Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
Referentiebesluiten
Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.
Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.
04 02 17
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
7 748 847 361 |
5 430 000 000 |
|
226 350 000 |
7 748 847 361 |
5 656 350 000 |
Toelichting
Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, als gevolg van de versnelling van de economische en sociale herstructurering en van de veroudering van de bevolking.
Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, de sociale insluiting en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.
De convergentiedoelstelling beoogt de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de verbetering van de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in fysiek en menselijk kapitaal, de ontwikkeling van de innovatie en van de kennismaatschappij, het vermogen zich aan economische en sociale veranderingen aan te passen, milieubescherming en -verbetering en bestuurlijke efficiëntie. Deze doelstelling vormt de prioriteit van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.
Een deel van dit krediet dient ter ondersteuning van een verbetering van de kinderopvang, om kinderen de kans te geven te leven in een familiale omgeving. Deze steun omvat:
— |
samenwerking tussen en technische steun voor niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke overheden, onder meer door hen te helpen bij het te weten komen welke projecten in aanmerking komen voor Uniefinanciering; |
— |
identificatie en uitwisseling van beste praktijken alsook een bredere toepassing van deze praktijken, met inbegrip van grondig toezicht op het niveau van het kind. |
Een deel van het krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
04 02 19
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
3 204 966 611 |
2 259 651 483 |
|
226 350 000 |
3 204 966 611 |
2 486 001 483 |
Toelichting
Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.
Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, de sociale insluiting en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.
De doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”, die geldt voor andere dan de minst ontwikkelde regio’s, beoogt om het concurrentievermogen en de aantrekkingskracht van de regio’s alsmede de werkgelegenheid te vergroten door op economische en sociale veranderingen, inclusief die welke met de vrijmaking van de handel verband houden, te anticiperen via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in menselijk kapitaal, innovatie en de bevordering van de kennismaatschappij, ondernemerschap, milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de toegankelijkheid, het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven, en de ontwikkeling van inclusieve arbeidsmarkten. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.
Een deel van het krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
04 02 20
Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
10 000 000 |
7 500 000 |
3 250 000 |
300 000 |
13 250 000 |
7 800 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van technische bijstand overeenkomstig de artikelen 45 en 46 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1081/2006.
De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:
— |
ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, reizen); |
— |
uitgaven voor informatie en publicatie; |
— |
uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie; |
— |
uitgaven voor steun voor toegankelijkheid van personen met een handicap binnen maatregelen voor technische bijstand; |
— |
uitgaven voor een groep op hoog niveau om te zorgen voor de toepassing van horizontale beginselen zoals gelijkheid van mannen en vrouwen, toegankelijkheid voor personen met een handicap en duurzame ontwikkeling; |
— |
contracten voor dienstverlening, evaluaties (inclusief evaluaties achteraf over de periode 2000-2006) en studies; |
— |
beurzen. |
Technische bijstand omvat eveneens uitwisseling van ervaringen, bewustmakingsactiviteiten, seminars, netwerkvorming en intercollegiale toetsing die tot doel hebben goede praktijken op te sporen en te verspreiden en wederzijds leren, transnationale en interregionale samenwerking aan te moedigen ter versterking van de beleidsdimensie en van de bijdrage van het ESF tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie op het gebied van werkgelegenheid en sociale integratie.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).
TITEL 05
LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
05 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
|
133 430 679 |
133 430 679 |
|
|
133 430 679 |
133 430 679 |
|
40 01 40 |
|
74 532 |
74 532 |
|
|
74 532 |
74 532 |
|
|
|
133 505 211 |
133 505 211 |
|
|
133 505 211 |
133 505 211 |
05 02 |
INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN |
2 |
2 969 410 000 |
2 966 742 495 |
|
|
2 969 410 000 |
2 966 742 495 |
05 03 |
RECHTSTREEKSE STEUN |
2 |
39 771 100 000 |
39 771 100 000 |
|
|
39 771 100 000 |
39 771 100 000 |
05 04 |
PLATTELANDSONTWIKKELING |
2 |
14 432 151 552 |
12 558 160 388 |
|
– 395 000 000 |
14 432 151 552 |
12 163 160 388 |
05 05 |
PRETOETREDINGSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING |
4 |
215 000 000 |
71 318 207 |
|
|
215 000 000 |
71 318 207 |
05 06 |
INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
4 |
6 360 000 |
6 055 858 |
–75 977 |
|
6 284 023 |
6 055 858 |
05 07 |
AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN |
2 |
– 262 500 000 |
– 262 500 000 |
|
|
– 262 500 000 |
– 262 500 000 |
05 08 |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
2 |
27 232 532 |
24 696 433 |
|
|
27 232 532 |
24 696 433 |
|
Titel 05 — Totaal |
|
57 292 184 763 |
55 269 004 060 |
–75 977 |
– 395 000 000 |
57 292 108 786 |
54 874 004 060 |
|
40 01 40, 40 02 40 |
|
74 532 |
74 532 |
|
|
74 532 |
74 532 |
|
|
|
57 292 259 295 |
55 269 078 592 |
|
|
57 292 183 318 |
54 874 078 592 |
HOOFDSTUK 05 04 — PLATTELANDSONTWIKKELING
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
05 04 |
||||||||
PLATTELANDSONTWIKKELING |
||||||||
05 04 01 |
||||||||
Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006 |
||||||||
05 04 01 14 |
Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006 |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 05 04 01 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 |
||||||||
Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Afronding van eerdere programma’s |
||||||||
05 04 02 01 |
Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006) |
2 |
p.m. |
568 790 562 |
|
|
p.m. |
568 790 562 |
05 04 02 02 |
Voltooiing van het Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 03 |
Afronding van voorgaande programma’s in doelstelling 1- en 6-regio’s (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 04 |
Afronding van voorgaande programma’s in doelstelling 5b-regio’s (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 05 |
Afronding van voorgaande programma’s in doelstelling 1-regio’s (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 06 |
Voltooiing van Leader (2000-2006) |
2 |
p.m. |
77 775 316 |
|
|
p.m. |
77 775 316 |
05 04 02 07 |
Afronding van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 08 |
Afronding van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 02 09 |
Afronding van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 05 04 02 — Subtotaal |
|
p.m. |
646 565 878 |
|
|
p.m. |
646 565 878 |
05 04 03 |
||||||||
Andere maatregelen |
||||||||
05 04 03 02 |
Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen |
2 |
p.m. |
1 944 383 |
|
|
p.m. |
1 944 383 |
|
Artikel 05 04 03 — Subtotaal |
|
p.m. |
1 944 383 |
|
|
p.m. |
1 944 383 |
05 04 04 |
Overgangsinstrument ter financiering van plattelandsontwikkeling in de nieuwe lidstaten in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van de programma’s (2004-2006) |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
05 04 05 |
||||||||
Plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (2007-2013) |
||||||||
05 04 05 01 |
Programma’s voor plattelandsontwikkeling |
2 |
14 408 211 311 |
11 900 560 364 |
|
– 395 000 000 |
14 408 211 311 |
11 505 560 364 |
05 04 05 02 |
Operationele technische bijstand |
2 |
22 440 241 |
8 339 763 |
|
|
22 440 241 |
8 339 763 |
05 04 05 03 |
Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers |
2 |
1 500 000 |
750 000 |
|
|
1 500 000 |
750 000 |
|
Artikel 05 04 05 — Subtotaal |
|
14 432 151 552 |
11 909 650 127 |
|
– 395 000 000 |
14 432 151 552 |
11 514 650 127 |
|
Hoofdstuk 05 04 — Totaal |
|
14 432 151 552 |
12 558 160 388 |
|
– 395 000 000 |
14 432 151 552 |
12 163 160 388 |
05 04 05
Plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (2007-2013)
Toelichting
Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement..
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr.1782/2003 voorziet (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).
05 04 05 01
Programma’s voor plattelandsontwikkeling
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
14 408 211 311 |
11 900 560 364 |
|
– 395 000 000 |
14 408 211 311 |
11 505 560 364 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) voor 2007-2013.
Van het totale bedrag aan vastleggingskredieten in deze post heeft 2 095 300 000 EUR betrekking op de verplichte modulatie in overeenstemming met artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009. Bovendien heeft een bedrag van 374 900 000 EUR betrekking op de vrijwillige modulatie in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 378/2007. Alle soorten maatregelen voor plattelandsontwikkeling zullen worden beoordeeld met verfijnde prestatie-indicatoren voor landbouwsystemen en productiemethoden, zodat rekening kan worden gehouden met de uitdagingen op het vlak van klimaatverandering, waterbescherming, biodiversiteit en hernieuwbare energiebronnen. De lidstaten moeten verslag uitbrengen over de actie die is ondernomen naar aanleiding van de nieuwe uitdagingen in het kader van de plattelandsontwikkelingsmaatregelen, ook in de zuivelsector.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers voorziet en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).
05 04 05 02
Operationele technische bijstand
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
22 440 241 |
8 339 763 |
|
|
22 440 241 |
8 339 763 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van technische ondersteuningsmaatregelen zoals bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en met name het Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).
05 04 05 03
Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 500 000 |
750 000 |
|
|
1 500 000 |
750 000 |
Toelichting
Nieuwe post
Dit proefproject dient voor het opstarten van een uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers, met als doel grensoverschrijdende uitwisselingen van beste praktijken op het vlak van landbouwbeheer mogelijk te maken, met name met betrekking tot de uitdagingen waarmee de Europese landbouw te maken krijgt, om op die manier een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de plattelandsgebieden in Europa.
Dit programma biedt jonge landbouwers een unieke kans om uit de eerste hand kennis te nemen van de diverse landbouwpraktijken in de Unie door tijd door te brengen op boerderijen in verschillende lidstaten. Deze uitwisseling van kennis en ervaringen tussen jonge Europese landbouwers stelt hen beter in staat de uitdagingen tegemoet te treden die worden gesteld door de Europese consumenten, bij te dragen aan de voedselveiligheid en andere uitdagingen aan te gaan waar de Europese landbouw mee te maken heeft, zoals het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, verlies van biodiversiteit en koolstofopslag.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
HOOFDSTUK 05 06 — INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
05 06 |
||||||||
INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING” |
||||||||
05 06 01 |
Internationale landbouwovereenkomsten |
4 |
6 360 000 |
6 055 858 |
–75 977 |
|
6 284 023 |
6 055 858 |
|
Hoofdstuk 05 06 — Totaal |
|
6 360 000 |
6 055 858 |
–75 977 |
|
6 284 023 |
6 055 858 |
05 06 01
Internationale landbouwovereenkomsten
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
6 360 000 |
6 055 858 |
–75 977 |
|
6 284 023 |
6 055 858 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijdragen van de Unie aan de hierna genoemde internationale overeenkomsten.
Rechtsgronden
Besluit 92/580/EEG van de Raad van 13 november 1992 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992 (PB L 379 van 23.12.1992, blz. 15).
Besluit 96/88/EG van de Raad van 19 december 1995 betreffende de goedkeuring, door de Europese Gemeenschap, van het Graanhandelsverdrag en het Voedselhulpverdrag, die samen de Internationale Graanovereenkomst 1995 vormen (PB L 21 van 27.1.1996, blz. 47).
Besluit 2000/421/EG van de Raad van 13 juni 2000 inzake de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Voedselhulpverdrag 1999 (PB L 163 van 4.7.2000, blz. 37).
Besluit 2005/800/EG van de Raad van 14 november 2005 betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven (PB L 302 van 19.11.2005, blz. 47).
TITEL 07
MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
07 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN” |
|
93 845 213 |
93 845 213 |
|
|
93 845 213 |
93 845 213 |
|
40 01 40 |
|
44 853 |
44 853 |
|
|
44 853 |
44 853 |
|
|
|
93 890 066 |
93 890 066 |
|
|
93 890 066 |
93 890 066 |
07 02 |
MONDIALE MILIEUZAKEN |
4 |
3 150 000 |
3 785 230 |
|
|
3 150 000 |
3 785 230 |
07 03 |
ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE |
2 |
349 105 327 |
274 350 327 |
|
|
349 105 327 |
274 350 327 |
07 11 |
MONDIALE KLIMAATMAATREGELEN |
4 |
850 000 |
809 352 |
– 174 118 |
|
675 882 |
809 352 |
07 12 |
UITVOERING VAN HET BELEID EN DE WETGEVING VAN DE UNIE INZAKE KLIMAATMAATREGELEN |
2 |
17 600 000 |
15 000 000 |
|
|
17 600 000 |
15 000 000 |
07 13 |
MAINSTREAMING EN INNOVATIE INZAKE KLIMAATBELEID |
2 |
6 000 000 |
2 500 000 |
|
|
6 000 000 |
2 500 000 |
|
Titel 07 — Totaal |
|
470 550 540 |
390 290 122 |
– 174 118 |
|
470 376 422 |
390 290 122 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
|
44 853 |
44 853 |
|
|
44 853 |
44 853 |
|
|
|
470 595 393 |
390 334 975 |
|
|
470 421 275 |
390 334 975 |
HOOFDSTUK 07 11 — MONDIALE KLIMAATMAATREGELEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
07 11 |
||||||||
MONDIALE KLIMAATMAATREGELEN |
||||||||
07 11 01 |
Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatovereenkomsten |
4 |
850 000 |
809 352 |
– 174 118 |
|
675 882 |
809 352 |
|
Hoofdstuk 07 11 — Totaal |
|
850 000 |
809 352 |
– 174 118 |
|
675 882 |
809 352 |
07 11 01
Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatovereenkomsten
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
850 000 |
809 352 |
– 174 118 |
|
675 882 |
809 352 |
Toelichting
Oud artikel 07 02 01 (gedeeltelijk)
Dit krediet dient ter dekking van verplichte en vrijwillige bijdragen aan een aantal internationale conventies, protocollen en overeenkomsten waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.
Rechtsgronden
Besluit 88/540/EEG van de Raad van 14 oktober 1988 betreffende goedkeuring van het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (PB L 297 van 31.10.1988, blz. 8).
Besluit 94/69/EG van de Raad 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (PB L 33 van 7.2.1994, blz. 11).
Besluit 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen (PB L 130 van 15.5.2002, blz. 1).
TITEL 08
ONDERZOEK
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK” |
|
333 124 545 |
333 124 545 |
|
|
333 124 545 |
333 124 545 |
|
40 01 40 |
|
6 884 |
6 884 |
|
|
6 884 |
6 884 |
|
|
|
333 131 429 |
333 131 429 |
|
|
333 131 429 |
333 131 429 |
08 02 |
SAMENWERKING — GEZONDHEID |
1 |
830 789 000 |
465 567 921 |
|
|
830 789 000 |
465 567 921 |
08 03 |
SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW EN BIOTECHNOLOGIE |
1 |
267 892 000 |
181 125 393 |
|
|
267 892 000 |
181 125 393 |
08 04 |
SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN |
1 |
452 444 000 |
262 572 880 |
|
82 000 000 |
452 444 000 |
344 572 880 |
08 05 |
SAMENWERKING — ENERGIE |
1 |
157 410 000 |
114 947 049 |
|
|
157 410 000 |
114 947 049 |
08 06 |
SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING) |
1 |
252 505 000 |
236 420 332 |
|
|
252 505 000 |
236 420 332 |
08 07 |
SAMENWERKING — VERVOER (INCLUSIEF LUCHTVAART) |
1 |
414 351 000 |
428 450 080 |
|
|
414 351 000 |
428 450 080 |
08 08 |
SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN |
1 |
84 366 000 |
61 891 635 |
|
|
84 366 000 |
61 891 635 |
08 09 |
SAMENWERKING — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF) |
1 |
200 000 000 |
190 435 799 |
|
|
200 000 000 |
190 435 799 |
08 10 |
IDEEËN |
1 |
1 298 731 000 |
714 134 248 |
|
|
1 298 731 000 |
714 134 248 |
08 12 |
CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN |
1 |
156 304 000 |
200 909 768 |
|
|
156 304 000 |
200 909 768 |
08 13 |
CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S) |
1 |
223 099 000 |
173 296 578 |
|
|
223 099 000 |
173 296 578 |
08 14 |
CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S |
1 |
18 856 000 |
16 192 756 |
|
|
18 856 000 |
16 192 756 |
08 15 |
CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL |
1 |
63 802 000 |
51 589 058 |
|
|
63 802 000 |
51 589 058 |
08 16 |
CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ |
1 |
44 798 000 |
30 469 728 |
|
|
44 798 000 |
30 469 728 |
08 17 |
CAPACITEITEN — INTERNATIONALE SAMENWERKINGSACTIVITEITEN |
1 |
28 265 000 |
19 043 580 |
|
|
28 265 000 |
19 043 580 |
08 18 |
CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF) |
1 |
50 000 000 |
47 608 950 |
|
|
50 000 000 |
47 608 950 |
08 19 |
CAPACITEITEN — ONDERSTEUNING VAN DE COHERENTE ONTWIKKELING VAN HET ONDERZOEKSBELEID |
1 |
9 804 000 |
5 713 074 |
|
|
9 804 000 |
5 713 074 |
08 20 |
EURATOM — FUSIE-ENERGIE |
1 |
396 090 000 |
235 092 994 |
|
|
396 090 000 |
235 092 994 |
08 21 |
EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING |
1 |
52 000 000 |
24 280 564 |
|
|
52 000 000 |
24 280 564 |
08 22 |
AFRONDING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN |
1 |
p.m. |
324 216 948 |
|
|
p.m. |
324 216 948 |
08 23 |
ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL |
1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Titel 08 — Totaal |
|
5 334 630 545 |
4 117 083 880 |
|
82 000 000 |
5 334 630 545 |
4 199 083 880 |
|
40 01 40 |
|
6 884 |
6 884 |
|
|
6 884 |
6 884 |
|
|
|
5 334 637 429 |
4 117 090 764 |
|
|
5 334 637 429 |
4 199 090 764 |
Toelichting
Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van deze titel (uitgezonderd hoofdstuk 08 22).
Deze kredieten worden gebruikt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1) en Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).
Op alle kredieten van deze titel is dezelfde definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo„s) van toepassing als wordt gebruikt in de horizontale specifieke programma’s voor kmo’s binnen hetzelfde kaderprogramma. Deze definitie luidt als volgt:”Een midden- en kleinbedrijf dat in aanmerking komt, is een juridische entiteit die voldoet aan de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie, en geen onderzoekscentrum, onderzoeksinstituut, organisatie die contractonderzoek verricht of consultantsbedrijf is„. Alle onderzoeksactiviteiten die worden verricht krachtens het zevende kaderprogramma, worden uitgevoerd in overeenstemming met fundamentele ethische beginselen (overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1), en vereisten inzake dierenwelzijn. Deze omvatten met name de beginselen die zijn vastgelegd in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie en de rol van vrouwen in wetenschap en onderzoek.
Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van studies, subsidies, follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s en analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor uniale actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma” s zijn uitgevoerd.
Deze kredieten dienen tevens ter dekking van de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor statutair en ander personeel, de uitgaven voor informatie en publicaties, de administratieve en technische huishoudelijke uitgaven en een aantal andere uitgaven voor interne infrastructuur die betrekking hebben op de verwezenlijking van de doelstelling van de actie waarvoor zij worden gedaan, waaronder uitgaven voor de acties en initiatieven die nodig zijn voor het opstellen en opvolgen van de strategie van de Unie inzake onderzoek, technologische ontwikkeling, en demonstratie (OTD).
Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.
Voor sommige van deze projecten bestaat de mogelijkheid dat derde landen of organisaties uit derde landen deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Financiële bijdragen worden geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.
Ontvangsten van landen die betrokken zijn bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.
Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale/communautaire programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.
Ontvangsten uit de bijdrage van externe instellingen aan uniale/communautaire activiteiten worden geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.
De extra kredieten zullen worden opgevoerd onder artikel 08 22 04.
Teneinde in staat te zijn het doel van 15 % kmo-participatie in met dit krediet gefinancierde projecten te halen, zoals vastgelegd in Besluit nr. 1982/2006/EG, zijn meer specifieke acties noodzakelijk. Projecten die zijn goedgekeurd in het kader van de specifieke kmo-programma’s dienen in aanmerking te kunnen komen voor financiering uit hoofde van het thematische programma wanneer zij voldoen aan de noodzakelijke (thematische) vereisten.
HOOFDSTUK 08 04 — SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
08 04 |
||||||||
SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN |
||||||||
08 04 01 |
Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën |
1.1 |
442 234 000 |
257 088 329 |
|
82 000 000 |
442 234 000 |
339 088 329 |
08 04 02 |
Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën — Gemeenschappelijke onderneming brandstofcellen en waterstof |
1.1 |
10 210 000 |
5 484 551 |
|
|
10 210 000 |
5 484 551 |
|
Hoofdstuk 08 04 — Totaal |
|
452 444 000 |
262 572 880 |
|
82 000 000 |
452 444 000 |
344 572 880 |
08 04 01
Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
442 234 000 |
257 088 329 |
|
82 000 000 |
442 234 000 |
339 088 329 |
Toelichting
De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is te helpen bij het tot stand brengen van een kritische massa aan noodzakelijke capaciteit voor de ontwikkeling en exploitatie, met name vanuit het oogpunt van eco-efficiëntie en terugdringing van lozingen van gevaarlijke stoffen in het milieu, van geavanceerde technologieën voor de op kennis en intelligentie gebaseerde producten, diensten en fabricageprocédés van de komende jaren.
Er moeten voldoende kredieten beschikbaar worden gesteld voor nano-onderzoek met betrekking tot de beoordeling van milieu- en gezondheidsrisico’s, aangezien momenteel slechts 5-10 % van het nano-onderzoek wereldwijd hierop gericht is.
Opgevoerd worden tevens de uitgaven voor door de Commissie georganiseerde vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia op hoog wetenschappelijk en technologisch niveau en van Europees belang, de financiering van studies, subsidies, follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s alsmede de financiering van het IMS-secretariaat, de analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en tevens de acties uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.
Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
TITEL 09
INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
09 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA” |
|
127 060 941 |
127 060 941 |
|
|
127 060 941 |
127 060 941 |
|
40 01 40 |
|
29 384 |
29 384 |
|
|
29 384 |
29 384 |
|
|
|
127 090 325 |
127 090 325 |
|
|
127 090 325 |
127 090 325 |
09 02 |
REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA |
|
31 116 500 |
24 540 045 |
|
|
31 116 500 |
24 540 045 |
09 03 |
ABSORPTIE VAN ICT |
1 |
119 120 000 |
115 285 305 |
|
|
119 120 000 |
115 285 305 |
09 04 |
SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT) |
1 |
1 170 285 000 |
974 075 401 |
|
60 000 000 |
1 170 285 000 |
1 034 075 401 |
09 05 |
CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN |
1 |
90 970 000 |
93 313 542 |
|
|
90 970 000 |
93 313 542 |
|
Titel 09 — Totaal |
|
1 538 552 441 |
1 334 275 234 |
|
60 000 000 |
1 538 552 441 |
1 394 275 234 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
|
29 384 |
29 384 |
|
|
29 384 |
29 384 |
|
|
|
1 538 581 825 |
1 334 304 618 |
|
|
1 538 581 825 |
1 394 304 618 |
HOOFDSTUK 09 04 — SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
09 04 |
||||||||
SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT) |
||||||||
09 04 01 |
||||||||
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking) |
||||||||
09 04 01 01 |
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking) |
1.1 |
1 081 288 900 |
852 200 203 |
|
60 000 000 |
1 081 288 900 |
912 200 203 |
09 04 01 02 |
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke onderneming Artemis |
1.1 |
43 000 000 |
38 087 160 |
|
|
43 000 000 |
38 087 160 |
09 04 01 03 |
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de gemeenschappelijke onderneming Artemis |
1.1 |
1 500 000 |
1 428 268 |
|
|
1 500 000 |
1 428 268 |
09 04 01 04 |
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke onderneming ENIAC |
1.1 |
43 000 000 |
19 043 580 |
|
|
43 000 000 |
19 043 580 |
09 04 01 05 |
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de gemeenschappelijke onderneming ENIAC |
1.1 |
1 496 100 |
1 424 555 |
|
|
1 496 100 |
1 424 555 |
|
Artikel 09 04 01 — Subtotaal |
|
1 170 285 000 |
912 183 766 |
|
60 000 000 |
1 170 285 000 |
972 183 766 |
09 04 02 |
Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
09 04 03 |
Afronding van voorgaande communautaire kaderprogramma’s (van vóór 2007) |
1.1 |
— |
61 891 635 |
|
|
— |
61 891 635 |
|
Hoofdstuk 09 04 — Totaal |
|
1 170 285 000 |
974 075 401 |
|
60 000 000 |
1 170 285 000 |
1 034 075 401 |
09 04 01
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)
09 04 01 01
Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 081 288 900 |
852 200 203 |
|
60 000 000 |
1 081 288 900 |
912 200 203 |
Toelichting
Het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” (ICT) van het specifieke programma „Samenwerking” hebben tot doel het concurrentievermogen van de Europese industrie te verhogen en Europa in staat te stellen zich de toekomstige ontwikkelingen in de ICT eigen te maken en hieraan richting te geven teneinde aan de maatschappelijke en economische behoeften te voldoen.
De activiteiten zullen Europa's wetenschappelijke en technologische basis verstevigen en zijn wereldwijde leiderschap op ICT-gebied consolideren, de innovatie door toepassing van ICT bevorderen en ervoor zorgen dat de vooruitgang in de ICT snel wordt vertaald in voordelen voor de burger, het bedrijfsleven, de industrie en de overheden in Europa.
Bij het thema „ICT” wordt het strategische onderzoek geconcentreerd rond grote technologiepijlers, wordt voor eind-tot-eind-integratie van technologieën gezorgd en worden de kennis en de middelen geboden voor de ontwikkeling van een breed gamma van innovatieve ICT-toepassingen.
De activiteiten hebben een katalyserend effect op de industriële en technologische vooruitgang in de ICT-sector en verbeteren de concurrentieslagkracht in belangrijke ICT-intensieve sectoren, zowel door innovatieve, hoogwaardige, op ICT gebaseerde producten en diensten als door nieuwe of verbeterde organisatorische processen binnen het bedrijfsleven en bij de overheid. Dit thema dient ook ter ondersteuning van het overige beleid van de Unie doordat het de ICT stimuleert om aan de behoeften van het publiek en de samenleving te voldoen.
De activiteiten hebben betrekking op samenwerkings- en netwerkactiviteiten en initiatieven voor de coördinatie van nationale programma’s. Onder dit artikel vallen tevens de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
09 04 01 02
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke onderneming Artemis
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
43 000 000 |
38 087 160 |
|
|
43 000 000 |
38 087 160 |
Toelichting
De gemeenschappelijke onderneming Artemis draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij heeft de volgende taken:
— |
een onderzoeksagenda vaststellen en ten uitvoer leggen voor de ontwikkeling van cruciale technologieën voor ingebedde computersystemen voor verschillende toepassingsgebieden, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen; |
— |
de tenuitvoerlegging ondersteunen van de O&O-activiteiten, met name door financiering toe te kennen aan deelnemers in aan de hand van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen geselecteerde projecten; |
— |
een publiek-privaat partnerschap bevorderen dat gericht is op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ingebedde computersystemen worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt; |
— |
de efficiëntie en duurzaamheid garanderen van het gemeenschappelijk technologisch initiatief (Joint Technology Initiative — JTI) op het gebied van ingebedde computersystemen; |
— |
de synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese O&O-inspanningen op het gebied van ingebedde computersystemen, inclusief de geleidelijke integratie in de gemeenschappelijke onderneming Artemis van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka). |
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Artemis voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).
09 04 01 03
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de gemeenschappelijke onderneming Artemis
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 500 000 |
1 428 268 |
|
|
1 500 000 |
1 428 268 |
Toelichting
De gemeenschappelijke onderneming Artemis draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij heeft de volgende taken:
— |
een onderzoeksagenda vaststellen en ten uitvoer leggen voor de ontwikkeling van cruciale technologieën voor ingebedde computersystemen voor verschillende toepassingsgebieden, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen; |
— |
de tenuitvoerlegging ondersteunen van de O&O-activiteiten, met name door financiering toe te kennen aan deelnemers in aan de hand van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen geselecteerde projecten; |
— |
een publiek-privaat partnerschap bevorderen dat gericht is op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ingebedde computersystemen worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt; |
— |
de efficiëntie en duurzaamheid garanderen van het gemeenschappelijk technologisch initiatief (Joint Technology Initiative) op het gebied van ingebedde computersystemen; |
— |
de synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese O&O-inspanningen op het gebied van ingebedde computersystemen, inclusief de geleidelijke integratie in de gemeenschappelijke onderneming Artemis van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka). |
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Artemis voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).
09 04 01 04
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke onderneming ENIAC
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
43 000 000 |
19 043 580 |
|
|
43 000 000 |
19 043 580 |
Toelichting
De gemeenschappelijke onderneming ENIAC draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”.
Zij heeft de volgende taken:
— |
een onderzoeksagenda voor de ontwikkeling van cruciale competenties voor nano-elektronica op verschillende toepassingsgebieden vaststellen en ten uitvoer leggen, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen; |
— |
de voor de tenuitvoerlegging van de onderzoeksagenda vereiste activiteiten ondersteunen, met name door het toekennen van financiering aan de deelnemers in projecten die geselecteerd zijn op basis van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; |
— |
een publiek-privaat partnerschap bevorderen met het oog op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nano-elektronica worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt; |
— |
synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen op het gebied van nano-elektronica, inclusief — wanneer een toegevoegde waarde tot stand kan worden gebracht — de geleidelijke integratie in de gemeenschappelijke onderneming ENIAC van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka); |
— |
overeenkomstig de doelstellingen van het zevende kaderprogramma de betrokkenheid van het midden- en kleinbedrijf bij haar activiteiten bevorderen. |
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).
09 04 01 05
Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de gemeenschappelijke onderneming ENIAC
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 496 100 |
1 424 555 |
|
|
1 496 100 |
1 424 555 |
Toelichting
De gemeenschappelijke onderneming ENIAC draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”.
Zij heeft de volgende taken:
— |
een onderzoeksagenda voor de ontwikkeling van cruciale competenties voor nano-elektronica op verschillende toepassingsgebieden vaststellen en ten uitvoer leggen, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen; |
— |
de voor de tenuitvoerlegging van de onderzoeksagenda vereiste activiteiten ondersteunen, met name door het toekennen van financiering aan de deelnemers in projecten die geselecteerd zijn op basis van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; |
— |
een publiek-privaat partnerschap bevorderen met het oog op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nano-elektronica worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt; |
— |
synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen op het gebied van nano-elektronica, inclusief — wanneer een toegevoegde waarde tot stand kan worden gebracht — de geleidelijke integratie in de gemeenschappelijke onderneming ENIAC van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka); |
— |
overeenkomstig de doelstellingen van het zevende kaderprogramma de betrokkenheid van het midden- en kleinbedrijf bij haar activiteiten bevorderen. |
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Rechtsgronden
Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).
Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).
Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming ENIAC (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).
TITEL 11
MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
11 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ” |
|
39 895 851 |
39 895 851 |
|
|
39 895 851 |
39 895 851 |
|
40 01 40 |
|
21 983 |
21 983 |
|
|
21 983 |
21 983 |
|
|
|
39 917 834 |
39 917 834 |
|
|
39 917 834 |
39 917 834 |
11 02 |
VISSERIJMARKTEN |
2 |
29 996 768 |
27 485 830 |
|
|
29 996 768 |
27 485 830 |
11 03 |
INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT |
2 |
101 770 000 |
97 364 214 |
|
|
101 770 000 |
97 364 214 |
|
40 02 41 |
|
52 000 000 |
52 000 000 |
|
|
52 000 000 |
52 000 000 |
|
|
|
153 770 000 |
149 364 214 |
|
|
153 770 000 |
149 364 214 |
11 04 |
BEHEER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID |
2 |
6 400 000 |
5 434 902 |
|
|
6 400 000 |
5 434 902 |
11 06 |
EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF) |
2 |
657 435 042 |
457 255 943 |
|
|
657 435 042 |
457 255 943 |
11 07 |
INSTANDHOUDING, BEHEER EN EXPLOITATIE VAN DE LEVENDE AQUATISCHE HULPBRONNEN |
2 |
52 500 000 |
42 167 340 |
|
|
52 500 000 |
42 167 340 |
11 08 |
CONTROLE EN HANDHAVING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID |
2 |
60 594 568 |
43 991 428 |
|
|
60 594 568 |
43 991 428 |
11 09 |
MARITIEM BELEID |
2 |
p.m. |
5 431 284 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
5 431 284 |
|
40 02 41 |
|
|
|
23 140 000 |
|
23 140 000 |
|
|
|
|
|
|
23 140 000 |
|
23 140 000 |
|
|
Titel 11 — Totaal |
|
948 592 229 |
719 026 792 |
p.m. |
p.m. |
948 592 229 |
719 026 792 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
|
52 021 983 |
52 021 983 |
23 140 000 |
|
75 161 983 |
52 021 983 |
|
|
|
1 000 614 212 |
771 048 775 |
23 140 000 |
|
1 023 754 212 |
771 048 775 |
HOOFDSTUK 11 09 — MARITIEM BELEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
11 09 |
||||||||
MARITIEM BELEID |
||||||||
11 09 01 |
Voorbereidende actie — Maritiem beleid |
2 |
— |
4 609 500 |
|
|
— |
4 609 500 |
11 09 02 |
Proefproject — Vorming van netwerken en beste praktijken in het maritieme beleid |
2 |
— |
821 784 |
|
|
— |
821 784 |
11 09 03 |
Proefproject — Bevordering van de vervanging van de Europese commerciële vloten door schepen met een geringe milieu-impact |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
11 09 05 |
Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid |
2 |
|
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
|
40 02 41 |
|
|
|
23 140 000 |
|
23 140 000 |
|
|
|
|
|
|
23 140 000 |
|
23 140 000 |
|
|
Hoofdstuk 11 09 — Totaal |
|
p.m. |
5 431 284 |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
5 431 284 |
|
40 02 41 |
|
|
|
23 140 000 |
|
23 140 000 |
|
|
|
|
|
|
23 140 000 |
|
23 140 000 |
|
11 09 05
Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid
|
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|
11 09 05 |
|
|
p.m. |
p.m. |
p.m. |
p.m. |
40 02 41 |
|
|
23 140 000 |
|
23 140 000 |
|
Totaal |
|
|
23 140 000 |
p.m. |
23 140 000 |
p.m. |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit het programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid.
Dit krediet dient ook ter dekking van onder andere:
— |
het Europees marien observatie- en datanetwerk; |
— |
de implementatie van de routekaart voor de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingstructuur; |
— |
verkennende studies over grensoverschrijdende maritieme ruimtelijke ordening; |
— |
IT-toepassingen, zoals het Maritiem Forum en de Europese zeeatlas; |
— |
platforms van belanghebbenden; |
— |
evenementen en conferenties; |
— |
Europabrede zeegebiedenstudies over groeiremmende factoren, nieuwe kansen en de gevolgen van menselijke activiteiten op het mariene milieu. |
Voorwaarden om de reserve vrij te maken
De reserve zal worden vrijgegeven nadat het desbetreffende basisbesluit is vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Referentiebesluiten
Voorstel van de Commissie van 29 september 2010 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid (COM(2010) 494 definitief).
TITEL 14
BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
14 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE” |
|
56 129 539 |
56 129 539 |
|
|
56 129 539 |
56 129 539 |
|
40 01 40 |
|
32 492 |
32 492 |
|
|
32 492 |
32 492 |
|
|
|
56 162 031 |
56 162 031 |
|
|
56 162 031 |
56 162 031 |
14 02 |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE |
1 |
3 000 000 |
2 380 447 |
|
|
3 000 000 |
2 380 447 |
14 03 |
INTERNATIONALE ASPECTEN VAN BELASTINGEN EN DOUANE |
4 |
2 300 000 |
1 237 833 |
– 129 471 |
|
2 170 529 |
1 237 833 |
14 04 |
DOUANEBELEID |
1 |
53 000 000 |
35 801 930 |
|
|
53 000 000 |
35 801 930 |
14 05 |
BELASTINGBELEID |
1 |
27 800 000 |
19 234 016 |
|
|
27 800 000 |
19 234 016 |
|
Titel 14 — Totaal |
|
142 229 539 |
114 783 765 |
– 129 471 |
|
142 100 068 |
114 783 765 |
|
40 01 40 |
|
32 492 |
32 492 |
|
|
32 492 |
32 492 |
|
|
|
142 262 031 |
114 816 257 |
|
|
142 132 560 |
114 816 257 |
HOOFDSTUK 14 03 — INTERNATIONALE ASPECTEN VAN BELASTINGEN EN DOUANE
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
14 03 |
||||||||
INTERNATIONALE ASPECTEN VAN BELASTINGEN EN DOUANE |
||||||||
14 03 01 |
Samenwerking op douanegebied en internationale bijstand — Voltooiing van eerdere programma’s |
4 |
— |
— |
|
|
— |
— |
14 03 03 |
Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen en douane |
4 |
1 300 000 |
1 237 833 |
– 129 471 |
|
1 170 529 |
1 237 833 |
14 03 04 |
Goed bestuur op fiscaal gebied |
4 |
1 000 000 |
p.m. |
|
|
1 000 000 |
p.m. |
|
Hoofdstuk 14 03 — Totaal |
|
2 300 000 |
1 237 833 |
– 129 471 |
|
2 170 529 |
1 237 833 |
14 03 03
Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen en douane
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
1 300 000 |
1 237 833 |
– 129 471 |
|
1 170 529 |
1 237 833 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan:
— |
de Werelddouaneorganisatie (WDO), |
— |
de International Tax Dialogue (ITD). |
Rechtsgronden
Besluit 2007/668/EG van de Raad van 25 juni 2007 betreffende de uitoefening van de aan het voorlopige lidmaatschap van de Werelddouaneorganisatie verbonden rechten en plichten door de Europese Gemeenschap (PB L 274 van 18.10.2007, blz. 11).
Referentiebesluiten
Besluit van de Commissie van 4 juni 2008 over de deelname van de Gemeenschap aan de werkzaamheden van de International Tax Dialogue.
TITEL 15
ONDERWIJS EN CULTUUR
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
15 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR” |
|
126 032 266 |
126 032 266 |
|
|
126 032 266 |
126 032 266 |
|
40 01 40 |
|
38 857 |
38 857 |
|
|
38 857 |
38 857 |
|
|
|
126 071 123 |
126 071 123 |
|
|
126 071 123 |
126 071 123 |
15 02 |
EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID |
|
1 234 987 000 |
1 104 727 525 |
–6 326 400 |
|
1 228 660 600 |
1 104 727 525 |
15 04 |
ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA |
|
166 157 000 |
151 390 000 |
|
|
166 157 000 |
151 390 000 |
15 05 |
AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT |
3 |
136 108 000 |
128 140 000 |
|
|
136 108 000 |
128 140 000 |
15 07 |
MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS |
1 |
765 407 000 |
486 111 289 |
|
|
765 407 000 |
486 111 289 |
|
Titel 15 — Totaal |
|
2 428 691 266 |
1 996 401 080 |
–6 326 400 |
|
2 422 364 866 |
1 996 401 080 |
|
40 01 40 |
|
38 857 |
38 857 |
|
|
38 857 |
38 857 |
|
|
|
2 428 730 123 |
1 996 439 937 |
|
|
2 422 403 723 |
1 996 439 937 |
HOOFDSTUK 15 02 — EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
15 02 |
||||||||
EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID |
||||||||
15 02 02 |
Erasmus Mundus |
1.1 |
96 540 000 |
85 696 110 |
|
|
96 540 000 |
85 696 110 |
15 02 03 |
Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding |
4 |
9 000 000 |
4 760 895 |
–6 326 400 |
|
2 673 600 |
4 760 895 |
15 02 09 |
Voltooiing van vorige programma’s op het gebied van onderwijs en opleiding |
1.1 |
— |
761 743 |
|
|
— |
761 743 |
15 02 11 |
||||||||
Europees Instituut voor innovatie en technologie |
||||||||
15 02 11 01 |
Europees Instituut voor innovatie en technologie — Bestuursstructuur |
1.1 |
6 200 000 |
5 903 510 |
|
|
6 200 000 |
5 903 510 |
15 02 11 02 |
Europees Instituut voor innovatie en technologie — Kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's) |
1.1 |
56 600 000 |
42 790 924 |
|
|
56 600 000 |
42 790 924 |
|
Artikel 15 02 11 — Subtotaal |
|
62 800 000 |
48 694 434 |
|
|
62 800 000 |
48 694 434 |
15 02 22 |
Programma„Een leven lang leren” |
1.1 |
1 027 655 000 |
927 422 343 |
|
|
1 027 655 000 |
927 422 343 |
15 02 23 |
Voorbereidende actie — Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen |
1.1 |
— |
300 000 |
|
|
— |
300 000 |
15 02 25 |
||||||||
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding |
||||||||
15 02 25 01 |
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
1.1 |
12 850 000 |
12 850 000 |
|
|
12 850 000 |
12 850 000 |
15 02 25 02 |
Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titel 3 |
1.1 |
2 892 000 |
2 892 000 |
|
|
2 892 000 |
2 892 000 |
|
Artikel 15 02 25 — Subtotaal |
|
15 742 000 |
15 742 000 |
|
|
15 742 000 |
15 742 000 |
15 02 27 |
||||||||
Europese Stichting voor opleiding |
||||||||
15 02 27 01 |
Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
4 |
14 328 000 |
14 328 000 |
|
|
14 328 000 |
14 328 000 |
15 02 27 02 |
Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titel 3 |
4 |
6 022 000 |
5 522 000 |
|
|
6 022 000 |
5 522 000 |
|
Artikel 15 02 27 — Subtotaal |
|
20 350 000 |
19 850 000 |
|
|
20 350 000 |
19 850 000 |
15 02 29 |
Proefproject — Samenwerking tussen Europese technologische instituten |
1.1 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
15 02 30 |
Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
15 02 31 |
Proefprojecten ter dekking van kosten van studies voor studenten die zich specialiseren in het ENB en voor gerelateerde academische activiteiten, zoals de oprichting van een ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin/Warschau |
1.1 |
2 900 000 |
1 500 000 |
|
|
2 900 000 |
1 500 000 |
15 02 32 |
Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen |
1.1 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 15 02 — Totaal |
|
1 234 987 000 |
1 104 727 525 |
–6 326 400 |
|
1 228 660 600 |
1 104 727 525 |
15 02 03
Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
9 000 000 |
4 760 895 |
–6 326 400 |
|
2 673 600 |
4 760 895 |
Toelichting
In het kader van de samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie/Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika en Canada dient dit krediet met name ter dekking van:
— |
het uitvoeren van vergelijkende studies over onderwijsbeleid en beroepskwalificaties en -bekwaamheden in de betrokken landen; |
— |
het opzetten van een uitwisselingsprogramma voor studenten, lerenden, leerkrachten en administrateurs; |
— |
de bevordering van de samenwerking tussen de instellingen; |
— |
het ondersteunen van het tot stand komen van betrekkingen tussen de betreffende sectoren van het bedrijfsleven en de universiteiten; |
— |
het bevorderen van samenwerking met de particuliere sector bij het ontwikkelen en verbreden van programma’s; |
— |
het ontwikkelen van een beleidsdialoog; het ontwikkelen van aanvullende maatregelen en een snelle verspreiding van resultaten. |
De steun voor Europese studenten die studeren in de Verenigde Staten en Canada, met name aan universiteiten, moet worden verhoogd.
Rechtsgronden
Besluit 2001/196/EG van de Raad van 26 februari 2001 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 71 van 13.3.2001, blz. 7).
Besluit 2001/197/EG van de Raad van 26 februari 2001 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Canada tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 71 van 13.3.2001, blz. 15).
Besluit 2006/910/EG van de Raad van 4 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 33).
Besluit 2006/964/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada tot vaststelling van een kader voor samenwerking op het gebied van hoger onderwijs, beroepsopleiding en jongeren (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 14).
TITEL 17
GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
||
17 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING” |
115 975 626 |
115 975 626 |
|
|
115 975 626 |
115 975 626 |
|
40 01 40 |
57 583 |
57 583 |
|
|
57 583 |
57 583 |
|
|
116 033 209 |
116 033 209 |
|
|
116 033 209 |
116 033 209 |
17 02 |
CONSUMENTENBELEID |
20 640 000 |
19 900 000 |
|
|
20 640 000 |
19 900 000 |
17 03 |
VOLKSGEZONDHEID |
205 106 000 |
206 748 000 |
|
|
205 106 000 |
206 748 000 |
17 04 |
VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN |
350 300 000 |
253 422 436 |
–23 140 000 |
|
327 160 000 |
253 422 436 |
|
Titel 17 — Totaal |
692 021 626 |
596 046 062 |
–23 140 000 |
|
668 881 626 |
596 046 062 |
|
40 01 40 |
57 583 |
57 583 |
|
|
57 583 |
57 583 |
|
|
692 079 209 |
596 103 645 |
|
|
668 939 209 |
596 103 645 |
HOOFDSTUK 17 04 — VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
17 04 |
||||||||
VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN |
||||||||
17 04 01 |
||||||||
Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor |
||||||||
17 04 01 01 |
Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor — Nieuwe maatregelen |
2 |
270 000 000 |
170 885 000 |
–19 810 000 |
|
250 190 000 |
170 885 000 |
|
Artikel 17 04 01 — Subtotaal |
|
270 000 000 |
170 885 000 |
–19 810 000 |
|
250 190 000 |
170 885 000 |
17 04 02 |
||||||||
Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid |
||||||||
17 04 02 01 |
Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid — Nieuwe maatregelen |
2 |
18 100 000 |
13 000 000 |
–3 330 000 |
|
14 770 000 |
13 000 000 |
|
Artikel 17 04 02 — Subtotaal |
|
18 100 000 |
13 000 000 |
–3 330 000 |
|
14 770 000 |
13 000 000 |
17 04 03 |
||||||||
Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren |
||||||||
17 04 03 01 |
Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren — Nieuwe maatregelen |
2 |
20 000 000 |
30 000 000 |
|
|
20 000 000 |
30 000 000 |
17 04 03 03 |
Voorbereidende actie — Controleposten (rustplaatsen) voor het vervoer van dieren |
2 |
p.m. |
2 000 000 |
|
|
p.m. |
2 000 000 |
|
Artikel 17 04 03 — Subtotaal |
|
20 000 000 |
32 000 000 |
|
|
20 000 000 |
32 000 000 |
17 04 04 |
||||||||
Fytosanitaire maatregelen |
||||||||
17 04 04 01 |
Fytosanitaire maatregelen — Nieuwe maatregelen |
2 |
12 000 000 |
12 000 000 |
|
|
12 000 000 |
12 000 000 |
|
Artikel 17 04 04 — Subtotaal |
|
12 000 000 |
12 000 000 |
|
|
12 000 000 |
12 000 000 |
17 04 05 |
||||||||
Communautair Bureau voor plantenrassen |
||||||||
17 04 05 01 |
Communautair Bureau voor plantenrassen — Bijdrage voor titels 1 en 2 |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 04 05 02 |
Communautair Bureau voor plantenrassen — Bijdrage voor titel 3 |
2 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 17 04 05 — Subtotaal |
|
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
17 04 06 |
Voltooiing van vroegere maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied |
3.2 |
p.m. |
347 000 |
|
|
p.m. |
347 000 |
17 04 07 |
||||||||
Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden |
||||||||
17 04 07 01 |
Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden — Nieuwe maatregelen |
2 |
30 000 000 |
25 000 000 |
|
|
30 000 000 |
25 000 000 |
|
Artikel 17 04 07 — Subtotaal |
|
30 000 000 |
25 000 000 |
|
|
30 000 000 |
25 000 000 |
17 04 09 |
Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en gezondheid van planten |
4 |
200 000 |
190 436 |
|
|
200 000 |
190 436 |
|
Hoofdstuk 17 04 — Totaal |
|
350 300 000 |
253 422 436 |
–23 140 000 |
|
327 160 000 |
253 422 436 |
17 04 01
Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor
17 04 01 01
Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor — Nieuwe maatregelen
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
270 000 000 |
170 885 000 |
–19 810 000 |
|
250 190 000 |
170 885 000 |
Toelichting
Dankzij de financiële steunbijdrage van de Unie kunnen de uitroeiing en de bestrijding van dierziekten sneller worden verricht dan met alleen nationale financiële middelen mogelijk zou zijn en kunnen de acties op uniaal niveau worden geharmoniseerd. Het merendeel van deze ziekten en infecties zijn op de mens overdraagbare zoönoses (BSE, vogelgriep, brucellose, salmonellose, tuberculose enz.). Indien deze ziekten blijven voortbestaan, belemmert dat bovendien de goede werking van de interne markt; de bestrijding ervan draagt bij tot een beter volksgezondheidsniveau en betere voedselveiligheid in de Unie.
Rechtsgronden
Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (gecodificeerde versie) (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).
17 04 02
Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid
17 04 02 01
Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid — Nieuwe maatregelen
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
18 100 000 |
13 000 000 |
–3 330 000 |
|
14 770 000 |
13 000 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie voor maatregelen die de belemmeringen van het vrije goederenverkeer op deze gebieden moeten wegwerken, alsmede voor steunregelingen en flankerende maatregelen voor de veterinaire sector.
Met dit krediet wordt financiële steun verleend voor:
— |
de aankoop, de opslag en het formuleren van antigenen voor mond- en klauwzeer en van verschillende vaccins; |
— |
voorlichtingsbeleid op het gebied van dierenbescherming, inclusief voorlichtingscampagnes en programma’s om de bevolking te informeren over de schadeloosheid van de consumptie van vlees van gevaccineerde dieren, alsmede informatiecampagnes en programma’s om nadruk te leggen op de humane aspecten van vaccinatiestrategieën in de strijd tegen besmettelijke ziekten; |
— |
de controle op de naleving van de bepalingen inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer van voor de slacht bestemde dieren; |
— |
de ontwikkeling van markervaccins of tests die het onderscheid kunnen maken tussen zieke en gevaccineerde dieren; |
— |
het opzetten en in stand houden van een snellewaarschuwingssysteem, met inbegrip van een wereldwijd snellewaarschuwingssysteem, voor de kennisgeving van een direct of indirect risico voor de menselijke en dierlijke gezondheid als gevolg van levensmiddelen of diervoeders; |
— |
technische en wetenschappelijke maatregelen met het oog op de ontwikkeling van de uniale wetgeving op veterinair gebied en de ontwikkeling van onderwijs en opleiding op veterinair gebied; |
— |
IT-instrumenten, waaronder Traces en het Animal Disease Notification System; |
— |
maatregelen ter bestrijding van de illegale invoer van honden- en kattenbont. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), met name artikel 50.
Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (gecodificeerde versie) (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).
TITEL 19
EXTERNE BETREKKINGEN
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN” |
|
153 043 968 |
153 043 968 |
|
|
153 043 968 |
153 043 968 |
|
40 01 40 |
|
5 106 |
5 106 |
|
|
5 106 |
5 106 |
|
|
|
153 049 074 |
153 049 074 |
|
|
153 049 074 |
153 049 074 |
19 02 |
SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL |
4 |
54 000 000 |
47 608 950 |
|
|
54 000 000 |
47 608 950 |
19 03 |
GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB) |
4 |
326 624 000 |
271 643 337 |
|
|
326 624 000 |
271 643 337 |
19 04 |
EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EIDHR) |
4 |
157 710 000 |
132 678 814 |
|
|
157 710 000 |
132 678 814 |
19 05 |
BETREKKINGEN EN SAMENWERKING MET GEÏNDUSTRIALISEERDE DERDE LANDEN |
4 |
25 021 000 |
19 843 580 |
|
|
25 021 000 |
19 843 580 |
19 06 |
CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID |
4 |
357 444 700 |
257 199 807 |
|
|
357 444 700 |
257 199 807 |
19 08 |
EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND |
|
1 899 135 179 |
1 405 163 553 |
100 000 000 |
|
1 999 135 179 |
1 405 163 553 |
19 09 |
BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA |
4 |
377 286 000 |
297 175 489 |
|
|
377 286 000 |
297 175 489 |
|
40 02 41 |
|
16 000 000 |
1 904 358 |
|
|
16 000 000 |
1 904 358 |
|
|
|
393 286 000 |
299 079 847 |
|
|
393 286 000 |
299 079 847 |
19 10 |
BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN) |
4 |
889 900 740 |
765 332 304 |
|
|
889 900 740 |
765 332 304 |
|
40 02 41 |
|
28 000 000 |
4 532 372 |
|
|
28 000 000 |
4 532 372 |
|
|
|
917 900 740 |
769 864 676 |
|
|
917 900 740 |
769 864 676 |
19 11 |
BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN” |
4 |
30 500 000 |
28 565 370 |
|
|
30 500 000 |
28 565 370 |
19 49 |
UITGAVEN VOOR ADMINISTRATIEF BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT |
4 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
|
Titel 19 — Totaal |
|
4 270 665 587 |
3 378 255 172 |
100 000 000 |
|
4 370 665 587 |
3 378 255 172 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
|
44 005 106 |
6 441 836 |
|
|
44 005 106 |
6 441 836 |
|
|
|
4 314 670 693 |
3 384 697 008 |
|
|
4 414 670 693 |
3 384 697 008 |
HOOFDSTUK 19 08 — EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
19 08 |
||||||||
EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND |
||||||||
19 08 01 |
||||||||
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking |
||||||||
19 08 01 01 |
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen |
4 |
842 950 400 |
666 525 298 |
|
|
842 950 400 |
666 525 298 |
19 08 01 02 |
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA |
4 |
300 000 000 |
266 610 119 |
100 000 000 |
|
400 000 000 |
266 610 119 |
19 08 01 03 |
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa |
4 |
556 421 000 |
328 501 754 |
|
|
556 421 000 |
328 501 754 |
19 08 01 04 |
Proefproject — Preventie- en herstelmaatregelen voor de bodem van de Oostzee |
4 |
p.m. |
200 000 |
|
|
p.m. |
200 000 |
19 08 01 05 |
Voorbereidende actie — Minderheden in Rusland — Ontwikkeling van cultuur, media en maatschappelijk middenveld |
4 |
p.m. |
1 600 000 |
|
|
p.m. |
1 600 000 |
19 08 01 08 |
Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB |
4 |
p.m. |
500 000 |
|
|
p.m. |
500 000 |
|
Artikel 19 08 01 — Subtotaal |
|
1 699 371 400 |
1 263 937 171 |
100 000 000 |
|
1 799 371 400 |
1 263 937 171 |
19 08 02 |
||||||||
Grensoverschrijdende samenwerking (CBC) — Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) |
||||||||
19 08 02 01 |
Grensoverschrijdende samenwerking (CBC) — Bijdrage uit rubriek 4 |
4 |
83 529 000 |
55 226 382 |
|
|
83 529 000 |
55 226 382 |
19 08 02 02 |
Grensoverschrijdende samenwerking (CBC) — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid) |
1.2 |
116 234 779 |
86 000 000 |
|
|
116 234 779 |
86 000 000 |
19 08 02 03 |
Strategie van de Europese Unie ten aanzien van het Oostzeegebied |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
19 08 02 04 |
Proefproject — Strategie van de Unie voor het Oostzeegebied |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Artikel 19 08 02 — Subtotaal |
|
199 763 779 |
141 226 382 |
|
|
199 763 779 |
141 226 382 |
19 08 03 |
Voltooiing van de financiële protocollen met landen van het Middellandse Zeegebied |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
Hoofdstuk 19 08 — Totaal |
|
1 899 135 179 |
1 405 163 553 |
100 000 000 |
|
1 999 135 179 |
1 405 163 553 |
Toelichting
De Unie streeft ernaar een ruimte van welvaart en goed nabuurschap tot stand te brengen waarbij de lidstaten en de nabuurpartnerlanden betrokken zijn (24). Met het oog hierop heeft de Unie overeenkomsten afgesloten met de meeste buurlanden. Voorts heeft de Unie gezorgd voor de opstelling van Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten. Dit kader heeft tot doel een sterkere en hechtere relatie te ontwikkelen die gebaseerd is op gedeelde waarden en wederzijdse belangen en die moet leiden tot een aanzienlijke mate van economische integratie en politieke samenwerking. De Unie is ook voornemens met Rusland een echt strategisch partnerschap op te bouwen, dat is gegrondvest op gemeenschappelijke belangen en gedeelde waarden en dat is gebaseerd op de totstandbrenging van vier gemeenschappelijke ruimten. De in dit hoofdstuk opgenomen kredieten dienen ter financiering van de samenwerkingsacties die tot doel hebben de tenuitvoerlegging van dergelijke overeenkomsten te ondersteunen. Samenwerking met de landen waarmee dergelijke overeenkomsten nog niet zijn ondertekend of waarmee dergelijke overeenkomsten niet bestaan — zoals Wit-Rusland, Libië of Syrië — zullen op de beleidsdoelstellingen van de Unie zijn gebaseerd.
19 08 01
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking
19 08 01 01
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
842 950 400 |
666 525 298 |
|
|
842 950 400 |
666 525 298 |
Toelichting
Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de indicatieve meerjarenprogramma’s voor de perioden 2007-2010 en 2011-2013 van de ENB-actieplannen die met de mediterrane buurlanden van de Unie werden afgesloten. Het krediet zal ook worden benut ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het vijfjarige Euro-mediterrane werkplan voor 2006-2010 dat is vastgesteld op de Euromed-Top, die in november 2005 te Barcelona heeft plaatsgevonden alsook voor bepaalde maatregelen in het kader van de Unie voor het Middellandse Zeegebied waartoe is besloten op de top van Parijs van 13 juli 2008. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:
— |
het bevorderen van politieke dialoog en hervormingen; |
— |
het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en het aanmoedigen van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel; |
— |
het versterken van nationale instellingen die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen; |
— |
bevordering van de eerbiediging van de mensenrechten, met inbegrip van vrouwen- en kinderrechten, en goed bestuur; |
— |
het bevorderen van duurzame ontwikkeling en meewerken aan armoedebestrijding; |
— |
steun verlenen aan de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb; |
— |
het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu; |
— |
bevorderen van acties die bijdragen tot conflictoplossing; |
— |
het stimuleren van de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld om onder andere sociale integratie aan te moedigen; |
— |
bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur; |
— |
bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) in Libanon, Syrië en Jordanië, in het bijzonder de programma’s inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten; |
— |
ondersteunen van regionale integratie binnen het kader van het Euro-mediterrane partnerschap en in het bijzonder de bevordering van regionale samenwerking, de oprichting van netwerken en partnerschappen van openbare en particuliere non-profitorganisaties met het oog op de uitwisseling van kennis en beste praktijken op alle relevante werkterreinen; |
— |
ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de overname van illegalen te vereenvoudigen. Deze maatregelen zullen worden aangevuld met maatregelen die worden gefinancierd uit het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument vanuit een aparte begrotingspost 19 02 01 01 „Samenwerking met derde landen op het gebied van het migratie- en asielbeleid”. |
De zichtbaarheid bevorderende en voorlichtingsactiviteiten en -maatregelen met een horizontaal karakter die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van de activiteiten van de Unie in derde landen uit het Middellandse Zeegebied.
Bij een ernstige verslechtering in een bepaald land van de situatie op het gebied van vrijheid, democratie, respect voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat kan de bijstand van de Unie worden teruggeschroefd en hoofdzakelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van niet-gouvernementele organisaties voor maatregelen ter bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden.
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Een deel van dit krediet dient, met passende inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door deskundige en ervaren vrijwilligers uit de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.
Dit krediet dient ook ter dekking van de volgende uitgaven:
— |
onderzoek naar het effect van de klimaatverandering op de kwaliteit van het water van de Middellandse Zee; |
— |
onderzoek naar verontreiniging van de kusten van de Middellandse Zee; |
— |
onderzoek naar de toestand van de onderzeese energie-infrastructuur (gas- en oliepijpleidingen, elektriciteitskabels enz.); |
— |
bevordering van het netwerk van openbare en particuliere onderzoekscentra die betrokken zijn bij de monitoring van het water van de Middellandse Zee en de toestand van de kusten met het oog op de uitwisseling van gegevens en onderzoeksresultaten en de ontwikkeling van gezamenlijke voorstellen voor maatregelen en beschermingsbeleid. |
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).
19 08 01 02
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
300 000 000 |
266 610 119 |
100 000 000 |
|
400 000 000 |
266 610 119 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ten gunste van het Palestijnse volk en de bezette Palestijnse gebieden van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, in het kader van het vredesproces in het Midden-Oosten.
De belangrijkste doelstellingen van de acties kunnen als volgt worden omschreven:
— |
ondersteuning van staatsvorming en institutionele ontwikkeling; |
— |
bevorderen van sociale en economische ontwikkeling; |
— |
het inperken van de gevolgen van de verslechterende economische, fiscale en humanitaire omstandigheden voor de Palestijnse bevolking door het verlenen van essentiële dienstverlening en andere ondersteuning; |
— |
bijdragen tot inspanningen voor de wederopbouw in Gaza; |
— |
bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor Hulpverlening aan Palestijnse Vluchtelingen (UNRWA), in het bijzonder de programma’s inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten; |
— |
financiering van voorbereidende acties voor de bevordering van de samenwerking tussen Israël en de buurlanden van Israël in het kader van het vredesproces, in het bijzonder met betrekking tot instellingen, economische aangelegenheden, water, milieu en energie; |
— |
financiering van activiteiten om de openbare opinie gunstig te stemmen ten aanzien van het vredesproces; |
— |
financiering van voorlichting, inclusief in het Arabisch en het Hebreeuws en verspreiding van informatie met betrekking tot de Israëlisch-Palestijnse samenwerking; |
— |
het stimuleren van de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld door onder andere sociale integratie te ondersteunen. |
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).
19 08 01 03
Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
556 421 000 |
328 501 754 |
|
|
556 421 000 |
328 501 754 |
Toelichting
Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de overeenkomsten en de Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid die met oostelijke buurlanden van de Unie werden afgesloten alsook bilaterale en multilaterale acties in het kader van het oostelijke partnerschap. Het krediet is ook bestemd voor de ondersteuning van het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en Rusland door de concretisering van de vier gemeenschappelijke ruimten die betrekking hebben op economische samenwerking, vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid, externe veiligheid, onderzoek en onderwijs, inclusief cultuur. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:
— |
het bevorderen van politieke dialoog en hervormingen; |
— |
het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en aanmoediging van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel; |
— |
het versterken van nationale instellingen die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen; |
— |
bevordering van de eerbiediging van de mensenrechten en goed bestuur; |
— |
steun verlenen aan de overgang naar een markteconomie en de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb; |
— |
het bevorderen van duurzame ontwikkeling en meewerken aan armoedebestrijding; |
— |
het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu; |
— |
het bevorderen van acties die bijdragen aan conflictoplossing en conflictpreventie in gebieden met bevroren conflicten; |
— |
het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel; |
— |
bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur; |
— |
bevorderen van regionale samenwerking, inclusief de samenwerking in het kader van de synergie voor het Zwarte Zeegebied en het oostelijke partnerschap; |
— |
ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de overname van illegalen te vereenvoudigen. Deze maatregelen zullen worden aangevuld door maatregelen die worden gefinancierd met middelen uit artikel 19 02 01 „Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel”. |
Dit krediet dient ook ter financiering van onderzoek naar de menselijke gezondheid en de duurzame ontwikkeling van Oekraïne en Wit-Rusland, in het bijzonder wat betreft de verbetering van de gezondheidstoestand in de gebieden die getroffen zijn door de Tsjernobyl-ramp.
Dit krediet dient tevens ter financiering van vertrouwenwekkende maatregelen in Georgië, Transnistrië en de afscheidingsgebieden Abchazië en Zuid-Ossetië, alsook van lokale vertrouwensopbouw en lokale economische rehabilitatieprojecten in Nagorno-Karabach.
De in deze post opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor voorlichtingsacties bij het grote publiek en de mogelijke begunstigden van de bijstand en voor acties die de zichtbaarheid van de bijstand van de Unie vergroten.
Een deel van dit krediet dient, met passende inachtneming het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door ervaren deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in specifieke publieke of particuliere ondernemingen.
Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.
Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.
Een deel van dit krediet wordt vrijgemaakt voor aanvullende steun aan de doelstellingen van de Strategie voor de Oostzeeregio. De in 2010 en 2011 vastgelegde steun wordt ten uitvoer gelegd door steun aan de noordelijke dimensie in het kader van de interregionale indicatieve programma’s. Andere kaders voor de tenuitvoerlegging van steun voor de Oostzeeregio zijn, in voorkomend geval, het programma voor de Oostzeeregio, het actieplan van de HELCOM voor de Oostzee, het gemeenschappelijk onderzoeksprogramma voor de Oostzee BONUS-169 en andere programma’s.
De Commissie moet afzonderlijke financiering verstrekken voor proefprojecten die met name gericht zijn op het leggen van contacten tussen jongeren aan hogescholen en universiteiten in de Unie en in de oostelijke partnerlanden, door financiering te verstrekken voor uitwisselingsprogramma’s, gezamenlijke activiteiten, samenwerking tussen jongerenverenigingen, enz.
Rechtsgronden
Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).
19 08 01 04
Proefproject — Preventie- en herstelmaatregelen voor de bodem van de Oostzee
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
200 000 |
|
|
p.m. |
200 000 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van een proefproject voor onderzoek naar de preventie van mogelijke vervuiling door onderzeese vuilstortplaatsen en voor het testen van methoden om het leven in de diepere lagen van de Oostzee te herstellen.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
19 08 01 05
Voorbereidende actie — Minderheden in Rusland — Ontwikkeling van cultuur, media en maatschappelijk middenveld
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
1 600 000 |
|
|
p.m. |
1 600 000 |
Toelichting
Deze voorbereidende actie dient ter invoering van een doeltreffend partnerschap met de Russische Federatie ter bevordering van de cultuur, het onderwijs, de media en het maatschappelijk middenveld van de vele etnische en nationale minderheden in Rusland. In het kader van deze voorbereidende actie wordt steun verleend aan activiteiten in verband met de bevordering en ontwikkeling van inheemse cultuur, onderwijs, media en het maatschappelijk middenveld.
Rechtsgronden
Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
19 08 01 08
Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
p.m. |
500 000 |
|
|
p.m. |
500 000 |
Toelichting
Het nieuwe uitgebreide Europese nabuurschapsbeleid zoals dat door de Raad en het Europees Parlement in hun respectieve besluiten en resoluties is aangekondigd, met name in het licht van de twee belangrijkste nabuurschapsbeleidsprojecten, waaronder de Unie voor het Middellandse Zeegebied en het oostelijke partnerschap, vergt voorbereiding van de toekomstige gesprekspartners van de Unie, te weten het personeel dat in de buurlanden, van Marokko tot Wit-Rusland, banen zal bekleden die verband houden met het EU-ENB. Zij moeten volledig en vakkundig bekend worden gemaakt met de letter en de geest van het beleid en de instellingen van de Unie en van het acquis van de Unie.
Rechtsgronden
Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).
TITEL 21
ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)
Titel Hoofdstuk |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
21 01 |
ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN” |
|
267 026 233 |
267 026 233 |
|
|
267 026 233 |
267 026 233 |
|
40 01 40 |
|
58 175 |
58 175 |
|
|
58 175 |
58 175 |
|
|
|
267 084 408 |
267 084 408 |
|
|
267 084 408 |
267 084 408 |
21 02 |
VOEDSELZEKERHEID |
4 |
243 805 700 |
356 814 945 |
|
|
243 805 700 |
356 814 945 |
21 03 |
NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES |
4 |
230 954 000 |
184 722 726 |
|
|
230 954 000 |
184 722 726 |
21 04 |
MILIEU EN DUURZAAM BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN, MET INBEGRIP VAN ENERGIE |
4 |
134 172 000 |
88 800 000 |
|
|
134 172 000 |
88 800 000 |
|
40 02 41 |
|
65 000 000 |
57 826 850 |
|
|
65 000 000 |
57 826 850 |
|
|
|
199 172 000 |
146 626 850 |
|
|
199 172 000 |
146 626 850 |
21 05 |
MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING |
4 |
169 558 000 |
152 769 777 |
|
|
169 558 000 |
152 769 777 |
21 06 |
GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN) |
4 |
334 303 000 |
292 920 730 |
56 363 221 |
28 565 370 |
390 666 221 |
321 486 100 |
|
40 02 41 |
|
44 000 000 |
28 851 024 |
–43 000 000 |
–28 565 370 |
1 000 000 |
285 654 |
|
|
|
378 303 000 |
321 771 754 |
13 363 221 |
|
391 666 221 |
321 771 754 |
21 07 |
ANDERE MAATREGELEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN AD-HOCPROGRAMMA’S |
4 |
33 816 000 |
31 517 125 |
–2 332 164 |
|
31 483 836 |
31 517 125 |
21 08 |
BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN” |
4 |
19 477 000 |
18 355 154 |
|
|
19 477 000 |
18 355 154 |
21 49 |
UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT |
4 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
|
Titel 21 — Totaal |
|
1 433 111 933 |
1 392 926 690 |
54 031 057 |
28 565 370 |
1 487 142 990 |
1 421 492 060 |
|
40 01 40, 40 02 41 |
|
109 058 175 |
86 736 049 |
–43 000 000 |
–28 565 370 |
66 058 175 |
58 170 679 |
|
|
|
1 542 170 108 |
1 479 662 739 |
11 031 057 |
|
1 553 201 165 |
1 479 662 739 |
Toelichting
Er wordt geen uniale steun verleend aan overheden, organisaties of programma’s die deelnemen of ondersteuning geven aan activiteiten waarbij schendingen van mensenrechten plaatsvinden, bijvoorbeeld in de vorm van gedwongen abortus, onvrijwillige sterilisatie of infanticide, met name wanneer bij de uitvoering van dergelijke activiteiten psychosociale, sociale, economische of juridische druk wordt uitgeoefend; op deze manier wordt uitvoering gegeven aan het verbod van de Internationale Conferentie over bevolking en ontwikkeling van Caïro (ICPD) op dwang en compulsie op het gebied van seks en perinatale gezondheidszorg; verzoekt de Commissie een verslag op te stellen over de tenuitvoerlegging van de buitenlandse hulp van de Europese Unie waaronder dit programma valt.
HOOFDSTUK 21 06 — GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
21 06 |
||||||||
GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN) |
||||||||
21 06 02 |
Betrekkingen met Zuid-Afrika |
4 |
137 632 000 |
131 050 300 |
|
|
137 632 000 |
131 050 300 |
21 06 03 |
Aanpassingssteun voor de landen van het Suikerprotocol |
4 |
196 671 000 |
123 783 270 |
|
|
196 671 000 |
123 783 270 |
21 06 04 |
Maatregelen voor herstel en wederopbouw ten gunste van ontwikkelingslanden, vooral ACS-staten |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
21 06 05 |
Steun aan de bananenproducenten van de ACS-staten |
4 |
p.m. |
38 087 160 |
|
|
p.m. |
38 087 160 |
21 06 06 |
Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Zuid-Afrika) |
4 |
p.m. |
p.m. |
|
|
p.m. |
p.m. |
|
40 02 41 |
|
1 000 000 |
285 654 |
|
|
1 000 000 |
285 654 |
|
|
|
1 000 000 |
285 654 |
|
|
1 000 000 |
285 654 |
21 06 07 |
Begeleidende maatregelen in de bananensector |
4 |
p.m. |
p.m. |
56 363 221 |
28 565 370 |
56 363 221 |
28 565 370 |
|
40 02 41 |
|
43 000 000 |
28 565 370 |
–43 000 000 |
–28 565 370 |
p.m. |
p.m. |
|
|
|
43 000 000 |
28 565 370 |
13 363 221 |
|
56 363 221 |
28 565 370 |
|
Hoofdstuk 21 06 — Totaal |
|
334 303 000 |
292 920 730 |
56 363 221 |
28 565 370 |
390 666 221 |
321 486 100 |
|
40 02 41 |
|
44 000 000 |
28 851 024 |
–43 000 000 |
–28 565 370 |
1 000 000 |
285 654 |
|
|
|
378 303 000 |
321 771 754 |
13 363 221 |
|
391 666 221 |
321 771 754 |
Toelichting
Voor landen omschreven als „ontvangers van officiële ontwikkelingshulp” (ODA) door de OESO-Commissie voor Ontwikkelingsbijstand (DAC) is in het verleden een benchmark van 35 % toegewezen aan sociale infrastructuur, voornamelijk onderwijs en gezondheidszorg, maar ook aan macro-economische steun, met voorrang voor de sociale sector, daarbij erkennend dat de uniale bijdrage moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. De Commissie zal ook in de toekomst over deze benchmark verslag uitbrengen.
Bovendien zal de Commissie, overeenkomstig haar verklaring over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (Development Cooperation Instrument — DCI), tegen 2009 toegewezen zal worden aan basisonderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.
Uiterlijk op 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:
— |
de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking in het raam van het DCI, worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu; |
— |
de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt; |
— |
de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en |
— |
financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten. |
Het verslag bevat tevens informatie over hoe begrotingssteun heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling. De begrotingssteun wordt verleend indien een afdoende institutionele capaciteit is aangetoond en indien is voldaan aan gedetailleerde voorwaarden voor het beheer en gebruik van middelen in het ontvangende land. De voorwaarden worden vermeld in het jaarverslag, waarin tevens een beoordeling wordt opgenomen van de mate waarin aan die voorwaarden is voldaan.
Na de presentatie van het verslag treden het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in een dialoog over de resultaten en over de wijze waarop meer vooruitgang kan worden geboekt bij het verwezenlijken van de doelstellingen.
21 06 07
Begeleidende maatregelen in de bananensector
|
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|
21 06 07 |
p.m. |
p.m. |
56 363 221 |
28 565 370 |
56 363 221 |
28 565 370 |
40 02 41 |
43 000 000 |
28 565 370 |
–43 000 000 |
–28 565 370 |
p.m. |
p.m. |
Totaal |
43 000 000 |
28 565 370 |
13 363 221 |
|
56 363 221 |
28 565 370 |
Toelichting
Deze kredieten zijn bedoeld voor de dekking van maatregelen ter ondersteuning van de aanpassing in de belangrijkste bananenexporterende ACS-landen in het kader van de veranderende handelsregeling, met name als gevolg van de liberalisering ten aanzien van de meest begunstigde landen (Most Favoured Nation, MFN) in het kader van de WTO, in afwachting van een definitief akkoord tussen de twee takken van de begrotingsautoriteit over de meerjarenfinanciering van deze maatregelen met alle instrumenten waarin is voorzien in het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1), met name de punten 21, 22, 23 en 27.
Referentiebesluiten
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 17 maart 2010 — Begeleidende maatregelen voor de bananensector: steun voor de duurzame aanpassing van de belangrijkste ACS-bananenexporterende landen aan de nieuwe handelsvoorwaarden (COM(2010) 101 definitief).
Voorstel van de Commissie van 17 maart 2010 voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela en de Overeenkomst inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten (COM(2010) 98 definitief).
Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (COM(2010) 102 definitief), door de Commissie op 17 maart 2010 ingediend.
HOOFDSTUK 21 07 — ANDERE MAATREGELEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN AD-HOCPROGRAMMA’S
Titel Hoofdstuk Artikel Post |
Omschrijving |
FK |
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
|||
21 07 |
||||||||
ANDERE MAATREGELEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN AD-HOCPROGRAMMA’S |
||||||||
21 07 01 |
Associatieovereenkomsten met de landen en gebieden overzee |
4 |
— |
p.m. |
|
|
— |
p.m. |
21 07 02 |
Samenwerking met Groenland |
4 |
28 442 000 |
26 661 012 |
|
|
28 442 000 |
26 661 012 |
21 07 03 |
Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties |
4 |
574 000 |
285 654 |
– 305 000 |
|
269 000 |
285 654 |
21 07 04 |
Grondstoffenovereenkomsten |
4 |
4 800 000 |
4 570 459 |
–2 027 164 |
|
2 772 836 |
4 570 459 |
|
Hoofdstuk 21 07 — Totaal |
|
33 816 000 |
31 517 125 |
–2 332 164 |
|
31 483 836 |
31 517 125 |
21 07 03
Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
574 000 |
285 654 |
– 305 000 |
|
269 000 |
285 654 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de jaarlijkse bijdrage van de Unie voor de FAO als gevolg van de toetreding en voor het ITPGRFA (International Treaty on Plant Generic Resources for Food and Agriculture — Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw) als gevolg van de ratificatie.
Rechtsgronden
Besluit van de Raad van 25 november 1991 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) (PB C 326 van 16.12.1991, blz. 238).
Besluit 2004/869/EG van de Raad van 24 februari 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw (PB L 378 van 23.12.2004, blz. 1).
21 07 04
Grondstoffenovereenkomsten
Begroting 2011 |
Gewijzigde begroting nr. 6/2011 |
Nieuw bedrag |
|||
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
Vastleggingen |
Betalingen |
4 800 000 |
4 570 459 |
–2 027 164 |
|
2 772 836 |
4 570 459 |
Toelichting
Dit krediet dient ter dekking van de betaling van de jaarlijkse bijdragen die de Unie verschuldigd is voor haar deelname op grond van haar exclusieve bevoegdheid op dit terrein.
Momenteel wordt dit krediet benut ter dekking van:
— |
jaarlijkse bijdrage aan de Internationale Koffieorganisatie; |
— |
jaarlijkse bijdrage aan de Internationale Cacao-organisatie; |
— |
jaarlijkse bijdrage aan de Internationale Juteorganisatie; |
— |
jaarlijkse bijdrage aan de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout, na de finale goedkeuring. |
Voor andere tropische producten kunnen de komende jaren wellicht overeenkomsten worden gesloten indien dat politiek en juridisch opportuun is.
Rechtsgronden
Besluit 2001/877/EG van de Raad van 24 november 2001 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Koffieovereenkomst van 2001 namens de Europese Gemeenschap (PB L 326 van 11.12.2001, blz. 22).
Besluit 2002/312/EG van de Raad van 15 april 2002 betreffende de aanvaarding, namens de Europese Gemeenschap, van de overeenkomst betreffende het mandaat van de Internationale Studiegroep voor jute (PB L 112 van 27.4.2002, blz. 34).
Besluit 2002/970/EG van de Raad van 18 november 2002 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 namens de Europese Gemeenschap (PB L 342 van 17.12.2002, blz. 1).
Besluit 2007/648/EG van de Raad van 26 september 2007 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006 (PB L 262 van 9.10.2007, blz. 6).
Referentiebesluiten
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 133, en Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 207.
Internationale Koffieovereenkomst heronderhandeld in 2000 en 2001: looptijd van 1 oktober 2001 tot en met 30 september 2007, met de mogelijkheid van verlenging met ten hoogste zes jaar. De huidige Koffieovereenkomst uit 2001 is met één jaar verlengd tot en met 1 oktober 2009, en een nieuwe overeenkomst ter vervanging daarvan werd in 2007 heronderhandeld. Afhankelijk van het aantal ondertekeningen en ratificaties kan deze nieuwe overeenkomst op 1 oktober 2009 in werking treden; zo niet zal een verdere verlenging worden gedaan.
Internationale Cacao-overeenkomst, heronderhandeld in 2000 en 2001. De verbintenis is op 1 oktober 2003 in werking getreden voor een periode van vijf jaar, met de mogelijkheid van verlenging met ten hoogste vier jaar. De overeenkomst is verlengd met twee jaar tot 30 september 2010.
Internationale Juteovereenkomst, gesloten in 2001, waarbij een nieuwe Internationale Juteorganisatie wordt opgericht. Looptijd: acht jaar, met de mogelijkheid van verlenging met ten hoogste vier jaar.
Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout, gesloten in 2006: Besluit 2007/648/EG van 26 september 2007 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006 (PB L 262 van 9.10.2007, blz. 6); Verklaring van de Europese Gemeenschap in de zin van artikel 36, lid 3, van de overeenkomst (PB L 262 van 9.10.2007, blz. 26).
(1) GB nr. 1/2011 tot en met 6/2011 inbegrepen.
(2) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2010 (PB L 64 van 12.3.2010, blz. 1) en de gewijzigde begrotingen nrs. 1/2010 tot en met 8/2010.
(3) Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (vroeger artikel 268 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
(4) GB nr. 1/2011 tot en met 6/2011 inbegrepen.
(5) De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2010 (PB L 64 van 12.3.2010, blz. 1) en de gewijzigde begrotingen nrs. 1/2010 tot en met 8/2010.
(6) De eigen middelen voor de begroting 2011 zijn vastgesteld op basis van de begrotingsramingen die tijdens de 151e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 17 mei 2011 zijn goedgekeurd.
(7) Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (vroeger artikel 268 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
(8) De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
(9) Uitsluitend voor de periode 2007-2013 wordt het btw-afroepingspercentage voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.
(10) Berekening van het percentage: (87 496 512 197) / (126 856 122 000) = 0,689730308774534.
(11) Afgeronde percentages.
(12) De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal: van (i) de betalingen gedaan aan de 10 nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2009, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2009 (5a), en (ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling (5b). Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
(13) De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
(14) Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
(15) Afgeronde percentages.
(16) De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal: van (i) de betalingen gedaan aan de 10 nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2006, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor 2007 (5a), en (ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling (5b). Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
(17) De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
(18) Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
Noot: Het verschil van 43 008 777 EUR tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2007 (6 877 184 806 EUR zoals hierboven berekend) en het voordien gebudgeteerd bedrag van de Britse correctie voor 2007 — eerste actualisering (6 920 193 583 EUR, opgevoerd in de GB nr. 3/2009) wordt gefinancierd in hoofdstuk 3 5 van de GB nr. 4/2011.
(19) Afgeronde percentages.
(20) De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
(21) Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
Noot: Het verschil van 188 645 417 EUR tussen het definitieve bedrag van de Britse correctie voor 2006 (5 196 524 008 EUR zoals hierboven berekend) en het voordien gebudgeteerd bedrag van de Britse correctie voor 2006 (5 385 169 425 EUR, opgevoerd in de GB nr. 4/2010) wordt gefinancierd in hoofdstuk 3 5 van de GB nr. 4/2011. Dit effect is het zogenaamde „directe effect” of van de Britse correctie. Er is geen indirect effect.
(22) p.m. (eigen middelen + andere ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (118 289 489 247 + 8 437 644 515= 126 727 133 762 = 126 727 133 762)
(23) Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (118 289 489 247) / (12 685 612 200 000) = 0,93 %; maximumpercentage van de eigen middelen in vergelijking met het bni: 1,23 %.
(24) Dit gebied omvat zeventien landen, waarvan er zeven (Armenië, Azerbeidzjan, Wit-Rusland, Georgië, Moldavië, de Russische Federatie en Oekraïne) ten oosten van de Unie zijn gelegen en tien (Algerije, Egypte, Jordanië, Israël, Libanon, Libië, Marokko, de Palestijnse Autoriteit, Syrië en Tunesië) ten zuiden van de Unie zijn gelegen.