Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0072

Besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië

PB L 28 van 2.2.2011, p. 62–64 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 10/10/2024

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2011/72(1)/oj

2.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 28/62


BESLUIT 2011/72/GBVB VAN DE RAAD

van 31 januari 2011

betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 31 januari 2011 heeft de Raad opnieuw uiting gegeven aan zijn volledige solidariteit en steun jegens Tunesië en zijn bevolking in hun inspanningen om te komen tot een stabiele democratie, een rechtsstaat, democratisch pluralisme en de volledige eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden.

(2)

De Raad heeft voorts besloten restrictieve maatregelen vast te stellen tegen personen die verantwoordelijk zijn voor het verduisteren van Tunesische overheidsgelden, en daarmee de Tunesische bevolking beroven van de voordelen van een duurzame ontwikkeling van haar economie en samenleving, en de ontwikkeling van de democratie in het land ondermijnen.

(3)

Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen is nieuw optreden van de Unie nodig,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van of in bezit zijn van personen die verantwoordelijk zijn voor het verduisteren van Tunesische overheidsgelden of van de met hen geassocieerde natuurlijke of rechtspersonen of entiteiten als vermeld in de bijlage worden bevroren.

2.   Er worden geen tegoeden of economische middelen rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de in de bijlage vermelde natuurlijke of rechtspersonen of entiteiten.

3.   De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan, onder voorwaarden die zij passend acht, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

a)

noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage genoemde personen en de leden van hun gezin die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

b)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

c)

uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen, of

d)

noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken voordat zij de toestemming geeft, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven.

De lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van elke toestemming die zij overeenkomstig dit lid verlenen.

4.   In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een gerechtelijk, administratief of arbitraal retentierecht of vonnis dat is vastgesteld vóór de datum waarop de natuurlijke of rechtspersoon of de entiteit, bedoeld in artikel 1, lid 1, op de lijst in de bijlage werd geplaatst;

b)

de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gewaarborgd of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

c)

het retentierecht of het vonnis komt niet ten goede aan een natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of lichaam genoemd in de bijlage, en

d)

de erkenning van het retentierecht of het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

De lidstaten stellen elkaar en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

5.   Lid 2 is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

a)

rente of andere inkomsten op deze rekeningen, of

b)

betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of zijn ontstaan vóór de datum waarop dit besluit op de betrokken rekeningen van toepassing werd,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder lid 1 blijven vallen.

Artikel 2

1.   De Raad stelt op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid de in de bijlage opgenomen lijst en eventuele wijzigingen daarin vast.

2.   De Raad stelt de betrokken persoon of entiteit in kennis van zijn besluit en van de motivering voor de plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat zij daarover opmerkingen kan indienen.

3.   Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de betrokken persoon of entiteit daarvan op de hoogte.

Artikel 3

1.   In de bijlage worden de gronden voor opneming van personen en entiteiten in de lijst vermeld.

2.   De bijlage bevat tevens de informatie, indien beschikbaar, die nodig is om de betrokken personen of entiteiten te identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten.

Artikel 4

Om het effect van voornoemde maatregelen zo groot mogelijk te maken, moedigt de Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen als de in dit besluit vervatte te treffen.

Artikel 5

Dit besluit is van toepassing voor een periode van twaalf maanden. Het wordt voortdurend getoetst. Het kan zo nodig worden verlengd of gewijzigd indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn verwezenlijkt.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 31 januari 2011.

Voor de Raad

De voorzitster

C. ASHTON


BIJLAGE

LIJST VAN DE IN ARTIKEL 1 BEDOELDE PERSONEN EN ENTITEITEN

 

Naam

Informatie betreffende de identiteit

Motivatie

1.

De heer Zine el-Abidine Ben Hamda Ben Ali

geboren op 3 september 1936, paspoorten nr. D005686 verstrijkend op 24 december 2011, en nr. D012100, verstrijkend op 15 januari 2014

Persoon naar wie door de Tunesische autoriteiten een gerechtelijk onderzoek is ingesteld met betrekking tot de verduistering van onroerende en roerende goederen, het openen van bankrekeningen en het aanhouden van activa in verschillende landen in het kader van operaties inzake het witwassen van geld.

2.

Mevrouw Leïla Bent Mohammed Trabelsi, (gehuwd met) Ben Ali

geboren op 24 oktober 1956, paspoorten nr. D005687, verstrijkend op 24 december 2011 en nr. D012101, verstrijkend op 15 januari 2014

Persoon naar wie door de Tunesische autoriteiten een gerechtelijk onderzoek is ingesteld met betrekking tot de verduistering van onroerende en roerende goederen, het openen van bankrekeningen en het aanhouden van activa in verschillende landen in het kader van operaties inzake het witwassen van geld.


Top