Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011B0495

    2011/495/EU, Euratom: Definitieve vaststelling van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011

    PB L 213 van 19.8.2011, p. 1–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2011

    19.8.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 213/1


    DEFINITIEVE VASTSTELLING

    van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011

    (2011/495/EU, Euratom)

    DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 314, lid 4, onder a), en artikel 314, lid 9,

    Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 106 bis,

    Gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1),

    Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011, definitief vastgesteld op 15 december 2010 (2),

    Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (3),

    Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011, ingediend door de Commissie op 15 april 2011,

    Gezien het standpunt van de Raad over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2011 van 16 juni 2011,

    Gezien de artikelen 75 ter en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,

    Gezien de goedkeuring door het Parlement op 5 juli 2011 van het standpunt van de Raad,

    CONSTATEERT:

    Enig artikel

    De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011 is definitief vastgesteld.

    Gedaan te Straatsburg, 5 juli 2011.

    De voorzitter

    J. BUZEK


    (1)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (2)  PB L 68 van 15.3.2011.

    (3)  PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.


    DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 VAN DE EUROPESE UNIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2011

    INHOUD

    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

    A. Inleiding en financiering van de algemene begroting

    B. Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

    — Titel 1: Eigen middelen

    — Titel 3: Overschotten, saldi en aanpassingen


     

    A. INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

    FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

    Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2011 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

    UITGAVEN

    Omschrijving

    Begroting 2011 (1)

    Begroting 2010 (2)

    Verschil (in %)

    1. Duurzame groei

    53 279 897 424

    47 647 241 763

    +11,82

    2. Instandhouding en beheer van natuurlijke hulpbronnen

    56 378 918 184

    58 135 640 809

    –3,02

    3. Burgerschap, vrijheid, veiligheid en recht

    1 459 246 345

    1 477 871 910

    –1,26

    4. EU als mondiale speler

    7 237 527 520

    7 787 695 183

    –7,06

    5. Administratie

    8 171 544 289

    7 907 468 861

    +3,34

    Totaal uitgaven  (3)

    126 527 133 762

    122 955 918 526

    +2,90


    ONTVANGSTEN

    Omschrijving

    Begroting 2011 (4)

    Begroting 2010 (5)

    Verschil (in %)

    Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

    1 421 368 232

    1 432 338 606

    –0,77

    Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

    4 539 394 283

    2 253 591 199

    + 101,43

    Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

    p.m.

    p.m.

    Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2)

    p.m.

    p.m.

    Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

    5 960 762 515

    3 685 929 805

    +61,72

    Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

    16 777 100 000

    15 719 200 000

    +6,73

    Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

    13 786 799 525

    13 277 325 100

    +3,84

    Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

    90 002 471 722

    90 273 463 621

    –0,30

    Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom, te dekken kredieten (6)

    120 566 371 247

    119 269 988 721

    +1,09

    Totaal ontvangsten  (7)

    126 527 133 762

    122 955 918 526

    +2,90


    TABEL 1

    Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    Lidstaat

    1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

    1 % van het bruto nationaal inkomen

    Aftoppings-percentage (in %)

    1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

    1 % van de afgetopte btw-grondslag (8)

    Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

     

    (1)

    (2)

    (3)

    (4)

    (5)

    (6)

    België

    1 490 188 000

    3 616 891 000

    50

    1 808 445 500

    1 490 188 000

     

    Bulgarije

    166 799 000

    348 101 000

    50

    174 050 500

    166 799 000

     

    Tsjechië

    661 192 000

    1 398 582 000

    50

    699 291 000

    661 192 000

     

    Denemarken

    960 047 000

    2 447 431 000

    50

    1 223 715 500

    960 047 000

     

    Duitsland

    10 786 131 000

    25 498 136 000

    50

    12 749 068 000

    10 786 131 000

     

    Estland

    67 256 000

    137 606 000

    50

    68 803 000

    67 256 000

     

    Ierland

    671 307 000

    1 329 568 000

    50

    664 784 000

    664 784 000

    Ierland

    Griekenland

    1 068 721 000

    2 326 192 000

    50

    1 163 096 000

    1 068 721 000

     

    Spanje

    3 980 274 000

    10 530 906 000

    50

    5 265 453 000

    3 980 274 000

     

    Frankrijk

    8 957 675 000

    20 468 603 000

    50

    10 234 301 500

    8 957 675 000

     

    Italië

    6 217 429 000

    15 802 535 000

    50

    7 901 267 500

    6 217 429 000

     

    Cyprus

    167 385 000

    173 886 000

    50

    86 943 000

    86 943 000

    Cyprus

    Letland

    67 515 000

    171 066 000

    50

    85 533 000

    67 515 000

     

    Litouwen

    139 817 000

    272 430 000

    50

    136 215 000

    136 215 000

    Litouwen

    Luxemburg

    203 892 000

    292 046 000

    50

    146 023 000

    146 023 000

    Luxemburg

    Hongarije

    435 758 000

    989 419 000

    50

    494 709 500

    435 758 000

     

    Malta

    43 813 000

    57 711 000

    50

    28 855 500

    28 855 500

    Malta

    Nederland

    2 971 670 000

    6 033 982 000

    50

    3 016 991 000

    2 971 670 000

     

    Oostenrijk

    1 300 651 000

    2 882 680 000

    50

    1 441 340 000

    1 300 651 000

     

    Polen

    2 046 902 000

    3 683 272 000

    50

    1 841 636 000

    1 841 636 000

    Polen

    Portugal

    1 016 939 000

    1 633 378 000

    50

    816 689 000

    816 689 000

    Portugal

    Roemenië

    484 272 000

    1 280 218 000

    50

    640 109 000

    484 272 000

     

    Slovenië

    192 557 000

    356 079 000

    50

    178 039 500

    178 039 500

    Slovenië

    Slowakije

    265 882 000

    688 108 000

    50

    344 054 000

    265 882 000

     

    Finland

    804 121 000

    1 830 942 000

    50

    915 471 000

    804 121 000

     

    Zweden

    1 538 220 000

    3 505 588 000

    50

    1 752 794 000

    1 538 220 000

     

    Verenigd Koninkrijk

    8 557 834 000

    17 661 074 000

    50

    8 830 537 000

    8 557 834 000

     

    Totaal

    55 264 247 000

    125 416 430 000

     

    62 708 215 000

    54 680 820 000

     


    TABEL 2

    Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)

    Lidstaat

    1 % van de afgetopte btw-grondslag

    Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (9) (in %)

    Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

     

    (1)

    (2)

    (3) = (1) × (2)

    België

    1 490 188 000

    0,300

    447 056 400

    Bulgarije

    166 799 000

    0,300

    50 039 700

    Tsjechië

    661 192 000

    0,300

    198 357 600

    Denemarken

    960 047 000

    0,300

    288 014 100

    Duitsland

    10 786 131 000

    0,150

    1 617 919 650

    Estland

    67 256 000

    0,300

    20 176 800

    Ierland

    664 784 000

    0,300

    199 435 200

    Griekenland

    1 068 721 000

    0,300

    320 616 300

    Spanje

    3 980 274 000

    0,300

    1 194 082 200

    Frankrijk

    8 957 675 000

    0,300

    2 687 302 500

    Italië

    6 217 429 000

    0,300

    1 865 228 700

    Cyprus

    86 943 000

    0,300

    26 082 900

    Letland

    67 515 000

    0,300

    20 254 500

    Litouwen

    136 215 000

    0,300

    40 864 500

    Luxemburg

    146 023 000

    0,300

    43 806 900

    Hongarije

    435 758 000

    0,300

    130 727 400

    Malta

    28 855 500

    0,300

    8 656 650

    Nederland

    2 971 670 000

    0,100

    297 167 000

    Oostenrijk

    1 300 651 000

    0,225

    292 646 475

    Polen

    1 841 636 000

    0,300

    552 490 800

    Portugal

    816 689 000

    0,300

    245 006 700

    Roemenië

    484 272 000

    0,300

    145 281 600

    Slovenië

    178 039 500

    0,300

    53 411 850

    Slowakije

    265 882 000

    0,300

    79 764 600

    Finland

    804 121 000

    0,300

    241 236 300

    Zweden

    1 538 220 000

    0,100

    153 822 000

    Verenigd Koninkrijk

    8 557 834 000

    0,300

    2 567 350 200

    Totaal

    54 680 820 000

     

    13 786 799 525


    TABEL 3

    Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)

    Lidstaat

    1 % van het bruto nationaal inkomen

    Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

    Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

     

    (1)

    (2)

    (3) = (1) × (2)

    België

    3 616 891 000

     

    2 595 586 001

    Bulgarije

    348 101 000

     

    249 807 385

    Tsjechië

    1 398 582 000

     

    1 003 663 052

    Denemarken

    2 447 431 000

     

    1 756 347 548

    Duitsland

    25 498 136 000

     

    18 298 202 749

    Estland

    137 606 000

     

    98 750 061

    Ierland

    1 329 568 000

     

    954 136 602

    Griekenland

    2 326 192 000

     

    1 669 342 922

    Spanje

    10 530 906 000

     

    7 557 283 918

    Frankrijk

    20 468 603 000

     

    14 688 863 833

    Italië

    15 802 535 000

     

    11 340 357 954

    Cyprus

    173 886 000

     

    124 785 643

    Letland

    171 066 000

    0,7176290 (10)

    122 761 929

    Litouwen

    272 430 000

     

    195 503 678

    Luxemburg

    292 046 000

     

    209 580 689

    Hongarije

    989 419 000

     

    710 035 803

    Malta

    57 711 000

     

    41 415 089

    Nederland

    6 033 982 000

     

    4 330 160 684

    Oostenrijk

    2 882 680 000

     

    2 068 694 869

    Polen

    3 683 272 000

     

    2 643 222 934

    Portugal

    1 633 378 000

     

    1 172 159 479

    Roemenië

    1 280 218 000

     

    918 721 609

    Slovenië

    356 079 000

     

    255 532 629

    Slowakije

    688 108 000

     

    493 806 280

    Finland

    1 830 942 000

     

    1 313 937 142

    Zweden

    3 505 588 000

     

    2 515 711 736

    Verenigd Koninkrijk

    17 661 074 000

     

    12 674 099 504

    Totaal

    125 416 430 000

     

    90 002 471 722


    TABEL 4

    Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Nederland en Zweden overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 6)

    Lidstaat

    Brutovermindering

    Aandelen in de bni-grondslagen

    Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering

    Financiering van de vermindering ten gunste van Nederland en Zweden

     

    (1)

    (2)

    (3)

    (4) = (1) + (3)

    België

     

    2,88

    23 934 277

    23 934 277

    Bulgarije

     

    0,28

    2 303 510

    2 303 510

    Tsjechië

     

    1,12

    9 254 923

    9 254 923

    Denemarken

     

    1,95

    16 195 537

    16 195 537

    Duitsland

     

    20,33

    168 730 393

    168 730 393

    Estland

     

    0,11

    910 589

    910 589

    Ierland

     

    1,06

    8 798 233

    8 798 233

    Griekenland

     

    1,85

    15 393 254

    15 393 254

    Spanje

     

    8,40

    69 686 816

    69 686 816

    Frankrijk

     

    16,32

    135 448 153

    135 448 153

    Italië

     

    12,60

    104 571 093

    104 571 093

    Cyprus

     

    0,14

    1 150 667

    1 150 667

    Letland

     

    0,14

    1 132 006

    1 132 006

    Litouwen

     

    0,22

    1 802 768

    1 802 768

    Luxemburg

     

    0,23

    1 932 574

    1 932 574

    Hongarije

     

    0,79

    6 547 344

    6 547 344

    Malta

     

    0,05

    381 895

    381 895

    Nederland

    – 665 039 963

    4,81

    39 929 040

    – 625 110 923

    Oostenrijk

     

    2,30

    19 075 737

    19 075 737

    Polen

     

    2,94

    24 373 544

    24 373 544

    Portugal

     

    1,30

    10 808 653

    10 808 653

    Roemenië

     

    1,02

    8 471 666

    8 471 666

    Slovenië

     

    0,28

    2 356 304

    2 356 304

    Slowakije

     

    0,55

    4 553 460

    4 553 460

    Finland

     

    1,46

    12 116 006

    12 116 006

    Zweden

    – 164 885 941

    2,80

    23 197 744

    – 141 688 197

    Verenigd Koninkrijk

     

    14,08

    116 869 718

    116 869 718

    Totaal

    – 829 925 904

    100,00

    829 925 904

    0

    bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2010)

    (a) 2004 EU25 = 107,4023 / (b) 2006 EU25 = 112,1509 / (c) 2006 EU27 = 112,4894 / (d) 2011 EU27 = 118,4172

    Forfaitair bedrag voor Nederland in prijzen van 2011:

    605 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 665 039 963 EUR

    Forfaitair bedrag voor Zweden in prijzen van 2011:

    150 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 164 885 941 EUR


    TABEL 5

    Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2010 overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

    Omschrijving

    Coëfficiënt (11) (%)

    Bedrag

    1. Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

    15,3816

     

    2. Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

    8,1222

     

    3. (1) – (2)

    7,2593

     

    4. Totale toegerekende uitgaven

     

    112 118 871 234

    5. Uitbreidingsuitgaven (12) = (5a + 5b)

     

    25 444 654 082

    5a. Pretoetredingsuitgaven

     

    2 981 845 806

    5b. Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)

     

    22 462 808 276

    6. Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)

     

    86 674 217 152

    7. Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66

     

    4 152 698 471

    8. Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (13)

     

    1 046 923 607

    9. Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)

     

    3 105 774 864

    10. Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (14)

     

    26 548 215

    11. Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)

     

    3 079 226 649

    Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436/EG, Euratom mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van dat artikel bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10 500 000 000 EUR in prijzen van 2004. De corresponderende bedragen worden weergegeven in de tabel hierna.

    Correctie voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012

    Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR

    (EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR

    Verschil

    in lopende

    prijzen

    Verschil

    in constante

    prijzen van 2004

    (A) Britse correctie voor 2007

    0

    0

    (B) Britse correctie voor 2008

    – 299 990 334

    – 278 238 906

    (C) Britse correctie voor 2009

    –1 349 647 274

    –1 270 060 542

    (D) Britse correctie voor 2010

    –2 280 386 723

    –2 106 891 926

    (E) Britse correctie voor 2011

    n.b.

    n.b.

    (F) Britse correctie voor 2012

    n.b.

    n.b.

    (G) Totaal verschil = (A) + (B) + (C) + (D) + (E) + (F)

    –3 930 024 332

    –3 655 191 375


    TABEL 6

    Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –3 079 226 649 EUR (hoofdstuk 1 5)

    Lidstaat

    Aandelen in de bni-grondslagen

    Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

    Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

    3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom (2)

    Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3)

    Financierings-sleutel

    Op de correctie toegepaste financieringssleutel

     

    (1)

    (2)

    (3)

    (4)

    (5)

    (6) = (2) + (4) + (5)

    (7)

    België

    2,88

    3,36

    5,18

     

    1,37

    4,72

    145 448 571

    Bulgarije

    0,28

    0,32

    0,50

     

    0,13

    0,45

    13 998 429

    Tsjechië

    1,12

    1,30

    2,00

     

    0,53

    1,83

    56 242 158

    Denemarken

    1,95

    2,27

    3,50

     

    0,92

    3,20

    98 420 257

    Duitsland

    20,33

    23,66

    0,00

    –17,75

    0,00

    5,92

    182 159 254

    Estland

    0,11

    0,13

    0,20

     

    0,05

    0,18

    5 533 646

    Ierland

    1,06

    1,23

    1,90

     

    0,50

    1,74

    53 466 849

    Griekenland

    1,85

    2,16

    3,33

     

    0,88

    3,04

    93 544 788

    Spanje

    8,40

    9,77

    15,08

     

    3,98

    13,75

    423 486 700

    Frankrijk

    16,32

    19,00

    29,31

     

    7,74

    26,73

    823 118 270

    Italië

    12,60

    14,67

    22,63

     

    5,97

    20,64

    635 478 409

    Cyprus

    0,14

    0,16

    0,25

     

    0,07

    0,23

    6 992 600

    Letland

    0,14

    0,16

    0,24

     

    0,06

    0,22

    6 879 197

    Litouwen

    0,22

    0,25

    0,39

     

    0,10

    0,36

    10 955 418

    Luxemburg

    0,23

    0,27

    0,42

     

    0,11

    0,38

    11 744 250

    Hongarije

    0,79

    0,92

    1,42

     

    0,37

    1,29

    39 788 199

    Malta

    0,05

    0,05

    0,08

     

    0,02

    0,08

    2 320 773

    Nederland

    4,81

    5,60

    0,00

    –4,20

    0,00

    1,40

    43 106 902

    Oostenrijk

    2,30

    2,68

    0,00

    –2,01

    0,00

    0,67

    20 593 930

    Polen

    2,94

    3,42

    5,27

     

    1,39

    4,81

    148 117 997

    Portugal

    1,30

    1,52

    2,34

     

    0,62

    2,13

    65 684 174

    Roemenië

    1,02

    1,19

    1,83

     

    0,48

    1,67

    51 482 303

    Slovenië

    0,28

    0,33

    0,51

     

    0,13

    0,47

    14 319 254

    Slowakije

    0,55

    0,64

    0,99

     

    0,26

    0,90

    27 671 369

    Finland

    1,46

    1,70

    2,62

     

    0,69

    2,39

    73 628 953

    Zweden

    2,80

    3,25

    0,00

    –2,44

    0,00

    0,81

    25 043 999

    Verenigd Koninkrijk

    14,08

    0,00

    0,00

     

    0,00

    0,00

    0

    Totaal

    100,00

    100,00

    100,00

    –26,39

    26,39

    100,00

    3 079 226 649

    De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

    TABEL 7

    Overzicht van de financiering (15) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

    Lidstaat

    Traditionele eigen middelen (TEM)

    Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

    Total van de eigen middelen (16)

    Nettobijdragen van de suikersector (75 %)

    Nettodouanerechten (75 %)

    Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

    Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.)

    Eigen middelen uit de btw

    Bni-middelen

    Vermindering ten voordele van Nederland en Zweden

    Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

    Totaal nationale bijdragen

    Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen”

     

    (1)

    (2)

    (3) = (1) + (2)

    (4)

    (5)

    (6)

    (7)

    (8)

    (9) = (5) + (6) + (7) + (8)

    (10)

    (11) = (3) + (9)

    België

    6 600 000

    1 512 400 000

    1 519 000 000

    506 333 333

    447 056 400

    2 595 586 001

    23 934 277

    145 448 571

    3 212 025 249

    3,09

    4 731 025 249

    Bulgarije

    400 000

    55 400 000

    55 800 000

    18 600 000

    50 039 700

    249 807 385

    2 303 510

    13 998 429

    316 149 024

    0,30

    371 949 024

    Tsjechië

    3 400 000

    193 300 000

    196 700 000

    65 566 667

    198 357 600

    1 003 663 052

    9 254 923

    56 242 158

    1 267 517 733

    1,22

    1 464 217 733

    Denemarken

    3 400 000

    318 500 000

    321 900 000

    107 300 000

    288 014 100

    1 756 347 548

    16 195 537

    98 420 257

    2 158 977 442

    2,08

    2 480 877 442

    Duitsland

    26 300 000

    3 403 800 000

    3 430 100 000

    1 143 366 662

    1 617 919 650

    18 298 202 749

    168 730 393

    182 159 254

    20 267 012 046

    19,53

    23 697 112 046

    Estland

    0

    16 800 000

    16 800 000

    5 600 000

    20 176 800

    98 750 061

    910 589

    5 533 646

    125 371 096

    0,12

    142 171 096

    Ierland

    0

    178 200 000

    178 200 000

    59 400 000

    199 435 200

    954 136 602

    8 798 233

    53 466 849

    1 215 836 884

    1,17

    1 394 036 884

    Griekenland

    1 400 000

    155 000 000

    156 400 000

    52 133 334

    320 616 300

    1 669 342 922

    15 393 254

    93 544 788

    2 098 897 264

    2,02

    2 255 297 264

    Spanje

    4 700 000

    1 056 600 000

    1 061 300 000

    353 766 667

    1 194 082 200

    7 557 283 918

    69 686 816

    423 486 700

    9 244 539 634

    8,91

    10 305 839 634

    Frankrijk

    30 900 000

    1 357 500 000

    1 388 400 000

    462 800 000

    2 687 302 500

    14 688 863 833

    135 448 153

    823 118 270

    18 334 732 756

    17,67

    19 723 132 756

    Italië

    4 700 000

    1 795 300 000

    1 800 000 000

    600 000 000

    1 865 228 700

    11 340 357 954

    104 571 093

    635 478 409

    13 945 636 156

    13,44

    15 745 636 156

    Cyprus

    0

    33 200 000

    33 200 000

    11 066 667

    26 082 900

    124 785 643

    1 150 667

    6 992 600

    159 011 810

    0,15

    192 211 810

    Letland

    0

    21 100 000

    21 100 000

    7 033 333

    20 254 500

    122 761 929

    1 132 006

    6 879 197

    151 027 632

    0,15

    172 127 632

    Litouwen

    800 000

    47 900 000

    48 700 000

    16 233 334

    40 864 500

    195 503 678

    1 802 768

    10 955 418

    249 126 364

    0,24

    297 826 364

    Luxemburg

    0

    12 300 000

    12 300 000

    4 100 000

    43 806 900

    209 580 689

    1 932 574

    11 744 250

    267 064 413

    0,26

    279 364 413

    Hongarije

    2 000 000

    112 200 000

    114 200 000

    38 066 667

    130 727 400

    710 035 803

    6 547 344

    39 788 199

    887 098 746

    0,85

    1 001 298 746

    Malta

    0

    10 100 000

    10 100 000

    3 366 667

    8 656 650

    41 415 089

    381 895

    2 320 773

    52 774 407

    0,05

    62 874 407

    Nederland

    7 300 000

    2 039 100 000

    2 046 400 000

    682 133 333

    297 167 000

    4 330 160 684

    – 625 110 923

    43 106 902

    4 045 323 663

    3,90

    6 091 723 663

    Oostenrijk

    3 200 000

    168 100 000

    171 300 000

    57 100 000

    292 646 475

    2 068 694 869

    19 075 737

    20 593 930

    2 401 011 011

    2,31

    2 572 311 011

    Polen

    12 800 000

    379 500 000

    392 300 000

    130 766 667

    552 490 800

    2 643 222 934

    24 373 544

    148 117 997

    3 368 205 275

    3,25

    3 760 505 275

    Portugal

    200 000

    131 300 000

    131 500 000

    43 833 334

    245 006 700

    1 172 159 479

    10 808 653

    65 684 174

    1 493 659 006

    1,44

    1 625 159 006

    Roemenië

    1 000 000

    142 300 000

    143 300 000

    47 766 667

    145 281 600

    918 721 609

    8 471 666

    51 482 303

    1 123 957 178

    1,08

    1 267 257 178

    Slovenië

    0

    78 800 000

    78 800 000

    26 266 667

    53 411 850

    255 532 629

    2 356 304

    14 319 254

    325 620 037

    0,31

    404 420 037

    Slowakije

    1 400 000

    93 400 000

    94 800 000

    31 600 000

    79 764 600

    493 806 280

    4 553 460

    27 671 369

    605 795 709

    0,58

    700 595 709

    Finland

    800 000

    138 000 000

    138 800 000

    46 266 667

    241 236 300

    1 313 937 142

    12 116 006

    73 628 953

    1 640 918 401

    1,58

    1 779 718 401

    Zweden

    2 600 000

    450 300 000

    452 900 000

    150 966 667

    153 822 000

    2 515 711 736

    – 141 688 197

    25 043 999

    2 552 889 538

    2,46

    3 005 789 538

    Verenigd Koninkrijk

    9 500 000

    2 753 300 000

    2 762 800 000

    920 933 334

    2 567 350 200

    12 674 099 504

    116 869 718

    –3 079 226 649

    12 279 092 773

    11,83

    15 041 892 773

    Totaal

    123 400 000

    16 653 700 000

    16 777 100 000

    5 592 366 667

    13 786 799 525

    90 002 471 722

    0

    0

    103 789 271 247

    100,00

    120 566 371 247

    B. ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL

    ONTVANGSTEN

    Titel

    Omschrijving

    Begroting 2011

    Gewijzigde begroting nr. 2/2011

    Nieuw bedrag

    1

    EIGEN MIDDELEN

    125 105 765 530

    –4 539 394 283

    120 566 371 247

    3

    OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

    p.m.

    4 539 394 283

    4 539 394 283

    4

    ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

    1 180 425 515

     

    1 180 425 515

    5

    ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

    57 294 000

     

    57 294 000

    6

    BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN UNIALE/COMMUNAUTAIRE OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S

    30 000 000

     

    30 000 000

    7

    INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

    123 000 000

     

    123 000 000

    8

    OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

    438 717

     

    438 717

    9

    DIVERSE ONTVANGSTEN

    30 210 000

     

    30 210 000

     

    Totaal

    126 527 133 762

     

    126 527 133 762

    TITEL 1

    EIGEN MIDDELEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Begroting 2011

    Gewijzigde begroting nr. 2/2011

    Nieuw bedrag

    1 1

    BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

    123 400 000

     

    123 400 000

    1 2

    DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    16 653 700 000

     

    16 653 700 000

    1 3

    EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER b), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    13 786 799 525

     

    13 786 799 525

    1 4

    EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    94 541 866 005

    –4 539 394 283

    90 002 471 722

    1 5

    CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

    0

     

    0

    1 6

    AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

    0

     

    0

     

    Titel 1 — Totaal

    125 105 765 530

    –4 539 394 283

    120 566 371 247

    HOOFDSTUK 1 4 —
    EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begroting 2011

    Gewijzigde begroting nr. 2/2011

    Nieuw bedrag

    1 4

    EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

    1 4 0

    Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    94 541 866 005

    –4 539 394 283

    90 002 471 722

     

    Hoofdstuk 1 4 — Totaal

    94 541 866 005

    –4 539 394 283

    90 002 471 722

    1 4 0
    Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom

    Begroting 2011

    Gewijzigde begroting nr. 2/2011

    Nieuw bedrag

    94 541 866 005

    –4 539 394 283

    90 002 471 722

    Toelichting

    De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Europese Unie altijd in evenwicht is ex ante.

    Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

    Het voor dit begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,7176 %.

    Rechtsgronden

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).

    Lidstaat

    Begroting 2011

    Gewijzigde begroting nr. 2/2011

    Nieuw bedrag

    België

    2 726 497 830

    – 130 911 829

    2 595 586 001

    Bulgarije

    262 406 752

    –12 599 367

    249 807 385

    Tsjechië

    1 054 284 132

    –50 621 080

    1 003 663 052

    Denemarken

    1 844 931 271

    –88 583 723

    1 756 347 548

    Duitsland

    19 221 096 928

    – 922 894 179

    18 298 202 749

    Estland

    103 730 652

    –4 980 591

    98 750 061

    Ierland

    1 002 259 749

    –48 123 147

    954 136 602

    Griekenland

    1 753 538 451

    –84 195 529

    1 669 342 922

    Spanje

    7 938 445 577

    – 381 161 659

    7 557 283 918

    Frankrijk

    15 429 716 203

    – 740 852 370

    14 688 863 833

    Italië

    11 912 323 979

    – 571 966 025

    11 340 357 954

    Cyprus

    131 079 372

    –6 293 729

    124 785 643

    Letland

    128 953 590

    –6 191 661

    122 761 929

    Litouwen

    205 364 166

    –9 860 488

    195 503 678

    Luxemburg

    220 151 170

    –10 570 481

    209 580 689

    Hongarije

    745 847 402

    –35 811 599

    710 035 803

    Malta

    43 503 914

    –2 088 825

    41 415 089

    Nederland

    4 548 558 093

    – 218 397 409

    4 330 160 684

    Oostenrijk

    2 173 032 244

    – 104 337 375

    2 068 694 869

    Polen

    2 776 537 395

    – 133 314 461

    2 643 222 934

    Portugal

    1 231 278 900

    –59 119 421

    1 172 159 479

    Roemenië

    965 058 554

    –46 336 945

    918 721 609

    Slovenië

    268 420 757

    –12 888 128

    255 532 629

    Slowakije

    518 712 057

    –24 905 777

    493 806 280

    Finland

    1 380 207 308

    –66 270 166

    1 313 937 142

    Zweden

    2 642 595 001

    – 126 883 265

    2 515 711 736

    Verenigd Koninkrijk

    13 313 334 558

    – 639 235 054

    12 674 099 504

    Totaal van artikel 1 4 0

    94 541 866 005

    –4 539 394 283

    90 002 471 722

    TITEL 3

    OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

    Titel

    Hoofdstuk

    Omschrijving

    Begroting 2011

    Gewijzigde begroting nr. 2/2011

    Nieuw bedrag

    3 0

    OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

    p.m.

    4 539 394 283

    4 539 394 283

    3 1

    SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5, EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000

    p.m.

     

    p.m.

    3 2

    SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000

    p.m.

     

    p.m.

    3 4

    AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

    p.m.

     

    p.m.

    3 5

    RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

    p.m.

     

    p.m.

    3 6

    RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

    p.m.

     

    p.m.

    3 7

    AANPASSING MET BETREKKING TOT DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

     

     

    Titel 3 — Totaal

    p.m.

    4 539 394 283

    4 539 394 283

    HOOFDSTUK 3 0 —
    OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

    Titel

    Hoofdstuk

    Artikel

    Post

    Omschrijving

    Begroting 2011

    Gewijzigde begroting nr. 2/2011

    Nieuw bedrag

    3 0

    OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

    3 0 0

    Overschot van het vorige begrotingsjaar

    p.m.

    4 539 394 283

    4 539 394 283

    3 0 2

    Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds

    p.m.

     

    p.m.

     

    Hoofdstuk 3 0 — Totaal

    p.m.

    4 539 394 283

    4 539 394 283

    3 0 0
    Overschot van het vorige begrotingsjaar

    Begroting 2011

    Gewijzigde begroting nr. 2/2011

    Nieuw bedrag

    p.m.

    4 539 394 283

    4 539 394 283

    Toelichting

    Overeenkomstig artikel 15 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

    De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 34 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

    Na de afsluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar worden verschillen ten opzichte van de raming in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen middels een gewijzigde begroting, die door de Commissie moet worden gepresenteerd binnen 15 dagen nadat de voorlopige rekeningen zijn ingediend.

    Een tekort wordt onder artikel 27 02 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” opgenomen.

    Rechtsgronden

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 15.

    Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 7.


    (1)  Inclusief gewijzigde begrotingen nrs. 1/2011 en 2/2011.

    (2)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2010 (PB L 64 van 12.3.2010, blz. 1) en de gewijzigde begrotingen nrs. 1/2010 tot en met 8/2010.

    (3)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (vroeger artikel 268 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

    (4)  Inclusief gewijzigde begrotingen nrs. 1/2011 en 2/2011.

    (5)  De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2010 (PB L 64 van 12.3.2010, blz. 1) en de gewijzigde begrotingen nrs. 1/2010 tot en met 8/2010.

    (6)  De eigen middelen voor de begroting 2011 zijn vastgesteld op basis van de begrotingsramingen die tijdens de 148e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 18 mei 2010 zijn goedgekeurd.

    (7)  Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (vroeger artikel 268 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.

    (8)  De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.

    (9)  Uitsluitend voor de periode 2007-2013 wordt het btw-afroepingspercentage voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.

    (10)  Berekening van het percentage: (90 002 471 722) / (125 416 430 000) = 0,717629035701303.

    (11)  Afgeronde percentages.

    (12)  De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal: i) van de betalingen gedaan aan de 10 nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2009, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2009, en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.

    (13)  De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.

    (14)  Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.

    (15)  p.m. (eigen middelen + andere ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (120 566 371 247 + 5 960 762 515 = 126 527 133 762 = 126 527 133 762).

    (16)  Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (120 566 371 247) / (12 541 643 000 000) = 0,96 %; maximumpercentage van de eigen middelen in vergelijking met het bni: 1,23 %.


    Top