EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0151

Besluit van de Raad van 16 november 2009 inzake de ondertekening en sluiting van een vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Ghana inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van hout in de Gemeenschap

PB L 70 van 19.3.2010, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/151/oj

Related international agreement

19.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 70/1


BESLUIT VAN DE RAAD

van 16 november 2009

inzake de ondertekening en sluiting van een vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Ghana inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van hout in de Gemeenschap

(2010/151/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, en artikel 300, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In mei 2003 heeft de Commissie een EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) gepresenteerd, waarin werd opgeroepen tot maatregelen ter bestrijding van illegale houtkap door middel van vrijwillige partnerschapsovereenkomsten met houtproducerende landen. In oktober 2003 (1) zijn de conclusies van de Raad over het actieplan goedgekeurd en in januari 2004 heeft het Parlement een resolutie aangenomen.

(2)

Op 5 december 2005 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen te openen over partnerschapsovereenkomsten om een EU-actieplan voor FLEGT ten uitvoer te leggen.

(3)

Op 20 december 2005 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 2173/2005 (2) goedgekeurd, waarbij een FLEGT-vergunningensysteem is ingesteld voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap uit landen waarmee de Gemeenschap een vrijwillige partnerschapsovereenkomst heeft gesloten.

(4)

De onderhandelingen met de Republiek Ghana zijn afgesloten en er is een vrijwillige partnerschapsovereenkomst gesloten tussen de Republiek Ghana en de Europese Gemeenschap inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van hout in de Gemeenschap (hierna „de overeenkomst” genoemd), die op 3 september 2008 is geparafeerd.

(5)

Het is in het belang van de Gemeenschap om die overeenkomst goed te keuren,

BESLUIT:

Artikel 1

1.   De overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Ghana inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van hout in de Gemeenschap wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.

2.   De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

In het krachtens artikel 19 van de overeenkomst ingestelde gezamenlijke mechanisme voor toezicht en toetsing wordt de Gemeenschap vertegenwoordigd door vertegenwoordigers van de Commissie. De lidstaten kunnen als lid van de delegatie van de Gemeenschap deelnemen aan de vergaderingen van het gezamenlijke mechanisme voor toezicht en toetsing.

Artikel 3

De Commissie is overeenkomstig de procedure van artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2173/2005 gemachtigd om, namens de Gemeenschap, wijzigingen van de bijlagen bij de overeenkomst op grond van artikel 26 ervan goed te keuren.

Artikel 4

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden (3).

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 16 november 2009.

Voor de Raad

De voorzitster

C. MALMSTRÖM


(1)  PB C 268 van 7.11.2003, blz. 1.

(2)  PB L 347 van 30.12.2005, blz. 1.

(3)  De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst wordt door de secretaris-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


Top

19.3.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 70/1


VRIJWILLIGE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Ghana inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van hout in de Gemeenschap

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

hierna „de Gemeenschap” genoemd, en

DE REPUBLIEK GHANA,

hierna „Ghana” genoemd,

hierna gezamenlijk „de partijen” genoemd,

OVERWEGENDE dat de Gemeenschap en Ghana nauw samenwerken, met name in het kader van de partnerschapsovereenkomst tussen de landen van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, die op 23 juni 2000 in Cotonou (Benin) is ondertekend (1) (hierna „de Overeenkomst van Cotonou” genoemd);

KENNIS NEMEND van de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake het EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT), als eerste stap in de aanpak van het grote probleem van de illegale houtkap en de daarmee verband houdende handel;

GELET OP de niet juridisch bindende gezaghebbende verklaring van 1992 inzake beginselen voor een mondiale consensus aangaande het beheer, het behoud en duurzame ontwikkeling van alle soorten bossen en op het recent door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties goedgekeurde niet juridisch bindende instrument inzake alle soorten bossen (2);

ZICH BEWUST van het belang van de beginselen van de Verklaring van Rio de Janeiro van 1992 met betrekking tot duurzaam bosbeheer, en met name van beginsel 10 inzake het belang van publieke bewustwording van en inspraak in milieuvraagstukken en van beginsel 22 inzake de cruciale rol van inheemse bevolkingsgroepen en andere lokale gemeenschappen in milieubeheer en ontwikkeling;

GELET OP de beleidsnota van Ghana van 1994 inzake bossen en wilde flora en fauna, dat gericht is op behoud en duurzame ontwikkeling van de bossen en wilde flora en fauna, teneinde de kwaliteit van het milieu te waarborgen en ervoor te zorgen dat alle geledingen van de samenleving hier optimaal van kunnen profiteren (3);

HERINNEREND AAN de ministeriële verklaring van Yaoundé van 16 oktober 2003 inzake wetshandhaving en governance in de bosbouw;

GELET OP de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites), en met name de eis dat partijen bij Cites voor de in de bijlagen I, II of III daarbij vermelde soorten alleen een uitvoervergunning mogen afgeven wanneer bij het verkrijgen de flora- en faunabeschermingswetten van de betreffende staat niet zijn geschonden;

VASTBERADEN om de negatieve gevolgen voor inheemse en lokale gemeenschappen en arme bevolkingsgroepen die rechtstreeks voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de overeenkomst zoveel mogelijk te beperken;

GEZIEN het belang dat de partijen hechten aan de op internationaal vlak overeengekomen ontwikkelingsdoelstellingen en aan de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling van de Verenigde Naties;

GEZIEN het belang dat de partijen hechten aan de beginselen en regels van het multilaterale handelssysteem, en met name aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de GATT 1994 en uit andere multilaterale overeenkomsten tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), en aan de noodzaak deze op transparante en niet-discriminerende wijze toe te passen;

GELET OP Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van 20 december 2005 inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (4);

ERKENNENDE dat Ghana een systeem heeft opgezet om de wettigheid van alle uitgevoerde hout te garanderen,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Doel

Overeenkomstig de gezamenlijke verbintenis van de partijen tot duurzaam beheer van alle soorten bossen wordt met deze overeenkomst beoogd een juridisch kader te bieden om ervoor te zorgen dat alle onder deze overeenkomst vallende houtproducten die uit Ghana in de Gemeenschap worden ingevoerd op legale wijze zijn geproduceerd, en daardoor de handel in houtproducten te stimuleren. Daarnaast vormt deze overeenkomst de basis voor dialoog en samenwerking tussen de partijen om volledige tenuitvoerlegging van deze overeenkomst te vergemakkelijken en te bevorderen en de wetshandhaving en governance in de bosbouw te verbeteren.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

a)   „invoer in de Gemeenschap”: het in de Gemeenschap in het vrije verkeer brengen van houtproducten als bedoeld in artikel 79 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (5), en die niet kunnen worden beschouwd als „goederen waaraan elk handelskarakter vreemd is” zoals gedefinieerd in artikel 1, punt 6, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (6);

b)   „uitvoer”: het feit dat een houtproduct het grondgebied van Ghana verlaat dan wel daaruit wordt verzonden;

c)   „houtproducten”: alle producten van de lijst in bijlage I;

d)   „GS-code”: code van zes cijfers volgens het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen, zoals vastgesteld bij het Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codificering van goederen van de Werelddouaneorganisatie;

e)   „FLEGT-vergunning”: een vergunning op grond waarvan een lading als legaal geproduceerd wordt beschouwd. Een FLEGT-vergunning kan op papier of in elektronische vorm worden afgegeven;

f)   „vergunningverlenende autoriteit”: de door Ghana aangewezen autoriteit die bevoegd is om FLEGT-vergunningen af te geven en geldig te verklaren;

g)   „bevoegde autoriteiten”: de autoriteiten die door de EU-lidstaten worden aangewezen om FLEGT-vergunningen te ontvangen, te aanvaarden en te controleren;

h)   „lading”: een hoeveelheid door een FLEGT-vergunning gedekte houtproducten die door een verzender of expediteur vanuit Ghana is verzonden en bij een douanekantoor wordt aangeboden voor toelating tot het vrije verkeer in de Gemeenschap;

i)   „legaal geproduceerd hout”: hout dat legaal gekapt of ingevoerd en geproduceerd is overeenkomstig de wetgeving van bijlage II.

FLEGT-VERGUNNINGENSYSTEEM

Artikel 3

FLEGT-vergunningensysteem

1.   Tussen de partijen wordt een vergunningensysteem ingesteld in het kader van wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (hierna „FLEGT-vergunningensysteem” genoemd). Dit omvat een pakket procedures en vereisten waarmee door middel van FLEGT-vergunningen wordt gecontroleerd en verklaard dat naar de Gemeenschap verzonden houtproducten legaal zijn geproduceerd. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van 20 december 2005 aanvaardt de Gemeenschap dergelijke ladingen uit Ghana alleen als zij gedekt zijn door een FLEGT-vergunning.

2.   Het FLEGT-vergunningensysteem geldt voor de houtproducten van bijlage IA. De houtproducten van bijlage IB mogen niet uit Ghana worden uitgevoerd.

3.   De partijen verbinden zich ertoe alle maatregelen te treffen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het FLEGT-vergunningensysteem overeenkomstig artikel 12.

Artikel 4

Vergunningverlenende autoriteit

1.   Ghana wijst een vergunningverlenende autoriteit aan. Ghana deelt de contactgegevens van die vergunningverlenende autoriteit mee aan de Commissie. Beide partijen maken deze informatie toegankelijk voor het publiek.

2.   De vergunningverlenende autoriteit controleert of de houtproducten legaal zijn geproduceerd volgens de in bijlage II vermelde wetgeving. De vergunningverlenende autoriteit geeft een FLEGT-vergunning af voor een lading legaal geproduceerd hout die naar de Gemeenschap wordt uitgevoerd.

3.   De vergunningverlenende autoriteit geeft geen FLEGT-vergunning af voor houtproducten die volledig of gedeeltelijk bestaan uit hout dat uit een derde land in Ghana is ingevoerd in een vorm die niet is toegestaan volgens de wetgeving van dat derde land, of wanneer er aanwijzingen zijn dat het hout niet is geproduceerd volgens de wetgeving in het land waar de bomen werden gekapt.

4.   De vergunningverlenende autoriteit bewaart de gegevens met betrekking tot de afgifte van FLEGT-vergunningen en maakt deze openbaar toegankelijk. De vergunningverlenende autoriteit bewaart ook de gegevens van alle ladingen waarvoor een FLEGT-vergunning is afgegeven en zij stelt deze overeenkomstig de nationale wetgeving inzake gegevensbescherming ter beschikking van onafhankelijke controle-instanties, waarbij vertrouwelijke informatie van de exporteur niet wordt vermeld.

Artikel 5

Bevoegde autoriteiten in de EU

1.   De Commissie deelt aan Ghana de contactgegevens mee van de bevoegde autoriteiten van de EU-lidstaten.

2.   De bevoegde autoriteiten controleren of een lading wordt gedekt door een geldige FLEGT-vergunning voordat deze wordt toegelaten tot het vrije verkeer in de Gemeenschap. Als er twijfel bestaat over de geldigheid van de FLEGT-vergunning kan de toelating worden geschorst en kan de lading worden vastgehouden. De procedures voor toelating tot het vrije verkeer in de Gemeenschap voor ladingen met een FLEGT-vergunning worden beschreven in bijlage III.

3.   De bevoegde autoriteiten laten houtproducten van bijlage IB niet toe tot het vrije verkeer in de Gemeenschap.

4.   De bevoegde autoriteiten bewaren alle ontvangen FLEGT-vergunningen en publiceren hier jaarlijks een overzicht van.

5.   Met inachtneming van de nationale wetgeving inzake gegevensbescherming geven de bevoegde autoriteiten door Ghana als onafhankelijke toezichthouder aangewezen personen of organen toegang tot de relevante documenten en gegevens.

6.   De bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap voeren de in lid 2 beschreven procedure niet uit voor ladingen houtproducten die afkomstig zijn van de soorten die worden genoemd in de bijlagen bij de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites), aangezien deze moeten worden gecontroleerd zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (7). Met het FLEGT-vergunningensysteem kan dan wel zekerheid worden verkregen over de vraag of het hout legaal gekapt is.

Artikel 6

FLEGT-vergunningen

1.   De vergunningverlenende autoriteit geeft een FLEGT-vergunning af als bewijs dat de houtproducten legaal geproduceerd zijn.

2.   De FLEGT-vergunning wordt opgesteld en ingevuld in het Engels.

3.   De partijen kunnen overeenkomen een elektronisch systeem op te zetten voor de afgifte, het doorsturen en de ontvangst van FLEGT-vergunningen.

4.   De procedure voor de afgifte van een FLEGT-vergunning en de technische specificaties worden beschreven in bijlage IV.

Artikel 7

Definitie van legaal geproduceerd hout

In bijlage II wordt gedefinieerd wat in deze overeenkomst wordt bedoeld met „legaal geproduceerd hout”. Hierin wordt vermeld aan welke nationale en subnationale wetgeving van Ghana moet zijn voldaan om een FLEGT-vergunning te verkrijgen. Ook wordt vermeld welke documenten, criteria en indicatoren als bewijs dienen dat aan die wetgeving is voldaan.

Artikel 8

Controle van legaal geproduceerd hout

1.   Ghana zet een systeem of systemen op om te controleren dat de te verzenden houtproducten legaal zijn geproduceerd en dat alleen gecontroleerde ladingen naar de Gemeenschap worden uitgevoerd. Met dit controlesysteem moet worden nagegaan of aan de wetgeving is voldaan, zodat de zekerheid wordt verkregen dat de houtproducten die bestemd zijn voor uitvoer naar de Gemeenschap legaal geproduceerd zijn en er geen FLEGT-vergunning wordt afgegeven voor een lading hout die niet legaal is geproduceerd of die afkomstig is uit onbekende bron. Het systeem omvat ook procedures om te voorkomen dat illegaal hout of hout van onbekende oorsprong in de toeleveringsketen terecht komt.

2.   Het systeem waarmee wordt gecontroleerd of ladingen hout legaal zijn geproduceerd, wordt beschreven in bijlage V.

Artikel 9

Overleg over de geldigheid van een vergunning

1.   Als er twijfel rijst over de geldigheid van een vergunning, kan de betrokken bevoegde autoriteit de vergunningverlenende autoriteit om aanvullende informatie en een toelichting vragen. Als binnen 21 kalenderdagen geen antwoord is ontvangen, handelt de bevoegde autoriteit overeenkomstig de geldende nationale wetgeving en wordt de vergunning niet aanvaard. Als uit aanvullende informatie en verder onderzoek blijkt dat de gegevens op de vergunning niet overeenstemmen met de lading, handelt de bevoegde autoriteit overeenkomstig de geldende nationale wetgeving en wordt de vergunning niet aanvaard.

2.   Wanneer er herhaaldelijk meningsverschillen of problemen ontstaan bij het overleg over FLEGT-vergunningen, kan de zaak worden verwezen naar het gezamenlijke mechanisme voor toezicht en toetsing.

Artikel 10

Onafhankelijk toezicht

1.   Ghana schakelt in overleg met de Gemeenschap een onafhankelijke toezichthouder in voor de in bijlage VI beschreven taken.

2.   Deze toezichthouder mag geen belangenconflict hebben vanwege organisatorische of commerciële betrekkingen met de Gemeenschap, met de regelgevende instanties in de bosbouw van Ghana, de vergunningverlenende autoriteit of door deze autoriteit ingeschakelde instanties die de wettelijkheid van de houtproductie controleren of commerciële bosbouwbedrijven.

3.   De onafhankelijke toezichthouder heeft een welomschreven managementstructuur en opereert volgens gepubliceerde beleidsregels en procedures die voldoen aan internationaal aanvaarde goede praktijken zoals gedefinieerd in ISO 17021 (eisen voor conformiteitsbeoordelingsinstanties) en ISO 19011 (richtlijnen voor auditprocedures) of daarmee gelijkgestelde normen.

4.   De onafhankelijke toezichthouder verwijst klachten in verband met zijn werkzaamheden door naar het gezamenlijke mechanisme voor toezicht en toetsing.

5.   De onafhankelijke toezichthouder stelt regelmatig uitgebreide rapporten en samenvattingen op zoals beschreven in bijlage VI.

6.   De partijen helpen de onafhankelijke toezichthouder door ervoor te zorgen dat deze toegang heeft tot de noodzakelijke informatie. Een partij kan echter overeenkomstig de nationale wetgeving inzake gegevensbescherming gegevens achterhouden die niet mogen worden meegedeeld.

Artikel 11

Onregelmatigheden

De partijen stellen elkaar op de hoogte wanneer zij vermoeden of weten dat het FLEGT-vergunningensysteem wordt omzeild of dat er sprake is van onregelmatigheden, onder meer in geval van:

a)

omzeiling van de handelsvoorschriften, met inbegrip van het omleiden via een derde land van de handel van Ghana naar de Gemeenschap, wanneer er reden is om aan te nemen dat dit gebeurt om het vergunningensysteem te omzeilen;

b)

afgifte van FLEGT-vergunningen voor ladingen die producten omvatten uit verdachte bronnen uit derde landen, of

c)

fraude bij de verkrijging of het gebruik van een FLEGT-vergunning.

Artikel 12

Inwerkingtreding van het FLEGT-vergunningensysteem

1.   De partijen stellen elkaar via het gezamenlijke mechanisme voor toezicht en toetsing op de hoogte wanneer zij van mening zijn dat ze de noodzakelijke voorbereidingen hebben getroffen zodat het FLEGT-vergunningensysteem volledig operationeel kan worden.

2.   De partijen laten via het gezamenlijke mechanisme voor toezicht en toetsing een onafhankelijke evaluatie van het systeem uitvoeren aan de hand van de criteria van bijlage VII. In deze evaluatie moet worden nagegaan of het in bijlage V beschreven systeem om de wettelijkheid te garanderen (LAS), dat ten grondslag ligt aan het FLEGT-vergunningensysteem, adequaat functioneert en of de communautaire systemen voor het ontvangen, aanvaarden en controleren van FLEGT-vergunningen, zoals beschreven in artikel 5 en bijlage III, daadwerkelijk operationeel zijn.

3.   Op grond van de aanbevelingen van het gezamenlijke mechanisme voor toezicht en toetsing besluiten de partijen op welke datum het FLEGT-vergunningensysteem volledig operationeel zal worden.

4.   De partijen overwegen de aanbeveling en delen elkaar schriftelijk mede of zij het eens zijn met de aanbeveling.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 13

Toepassing van het FLEGT-vergunningensysteem voor hout dat niet naar de Gemeenschap wordt uitgevoerd

1.   Ghana streeft ernaar de wettigheid te controleren van al het hout dat op de binnenlandse markt wordt verkocht en van al het hout dat wordt ingevoerd en gebruikt hiervoor zoveel mogelijk de systemen die worden ontwikkeld voor de uitvoering van deze overeenkomst.

2.   Ter ondersteuning van deze inspanningen moedigt de Gemeenschap waar mogelijk en in overleg met de belanghebbenden het gebruik aan van de systemen die worden ontwikkeld voor de uitvoering van deze overeenkomst.

Artikel 14

Tijdschema voor de uitvoering van de overeenkomst

1.   De partijen hanteren voor de uitvoering het tijdschema van bijlage VIII.

2.   De partijen beoordelen via het gezamenlijke mechanisme voor toezicht en toetsing de vorderingen met betrekking tot de uitvoering van het schema van bijlage VIII.

Artikel 15

Ondersteunende maatregelen

1.   De partijen zijn het erover eens dat aanvullende maatregelen nodig zijn om de oorzaken van de illegale houtkap aan te pakken door het bestuur in de sector en het juridische kader te versterken. Met name wat betreft de aanpak van de groeiende binnenlandse vraag en de noodzaak om de industrie te herstructureren om concurrerend te blijven zal Ghana maatregelen treffen zoals beschreven in de bijlagen IX en II.

2.   Volgens de partijen moeten ten behoeve van de terreinen van bijlage IX technische en financiële middelen worden toegewezen om deze overeenkomst uit te voeren.

3.   Voor deze middelen gelden de procedures die van toepassing zijn op de communautaire steun in het kader van de Overeenkomst van Cotonou en in de overeenkomsten inzake de bilaterale steun van EU-lidstaten aan Ghana.

4.   De partijen zien erop toe dat de in het kader van deze overeenkomst uitgevoerde activiteiten worden afgestemd op de bestaande en toekomstige ontwikkelingsprogramma’s en -initiatieven.

Artikel 16

Participatie van de belanghebbenden

1.   Ghana moedigt overleg met de belanghebbenden bij de uitvoering van deze overeenkomst zoveel mogelijk aan.

2.   Overeenkomstig het beginsel van participatief beheer en bescherming van de bossen en wilde flora en fauna bevordert Ghana passende strategieën, modaliteiten en programma’s in overleg met de belanghebbenden.

3.   De Gemeenschap overlegt regelmatig met de belanghebbenden en houdt daarbij rekening met haar verplichtingen in het kader van het Verdrag van Aarhus van 1998 betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden.

Artikel 17

Sociale waarborgen

1.   Om eventuele negatieve effecten zoveel mogelijk te beperken, komen de partijen overeen meer kennis te verzamelen over de bestaanszekerheid van de inheemse en lokale gemeenschappen die mogelijk worden getroffen, alsmede over de houtindustrie, inclusief degenen die betrokken zijn bij illegaal kappen.

2.   De partijen volgen welke gevolgen deze overeenkomst heeft op deze gemeenschappen en op de andere in lid 1 genoemde betrokkenen en treffen redelijke maatregelen om eventuele negatieve gevolgen te verzachten. De partijen kunnen afspraken maken over aanvullende maatregelen om negatieve gevolgen aan te pakken.

Artikel 18

Marktprikkels

Rekening houdend met haar internationale verplichtingen streeft de Gemeenschap naar bevordering van gunstige markttoegang voor de houtproducten waarop deze overeenkomst betrekking heeft, onder meer door:

a)

de overheid en de particuliere sector aan te moedigen om er bij hun aankopen op te letten dat het hout legaal gekapt is, en

b)

producten met een FLEGT-vergunning op de Europese houtmarkt te promoten.

Artikel 19

Gezamenlijk mechanisme voor toezicht en toetsing

1.   De partijen zetten een gezamenlijk mechanisme op voor het toezicht op en de toetsing van deze overeenkomst (in deze overeenkomst het „gezamenlijke mechanisme voor toezicht en toetsing” (JMRM) genoemd). Het JMRM komt bijeen in het kader van periodieke missies van de partijen.

2.   Elke partij wijst zijn vertegenwoordigers aan. Bij de samenstelling van het JMRM worden de beginselen van gelijkheid en pariteit geëerbiedigd.

3.   Het JMRM buigt zich over alle aangelegenheden in verband met de effectieve tenuitvoerlegging van de overeenkomst, door middel van dialoog en uitwisseling van informatie tussen de partijen. Meer in het bijzonder vervult het JMRM de volgende taken:

a)

aanbevelen wanneer het FLEGT-vergunningensysteem volledig operationeel moet zijn;

b)

beoordelen van de verslagen van de onafhankelijke toezichthouder en van eventuele klachten over het FLEGT-vergunningensysteem op het grondgebied van een partij;

c)

waar nodig toezien op de maatregelen die worden getroffen om de door de onafhankelijke toezichthouder geconstateerde problemen te verhelpen;

d)

evalueren van de sociale, economische en ecologische gevolgen van deze overeenkomst, op basis van goede praktijken en door de partijen overeen te komen criteria, en behandelen van kwesties die uit de evaluatie naar voren komen;

e)

aanpakken van problemen die door een partij worden gesignaleerd en eventuele conflicten proberen zo goed mogelijk proberen op te lossen;

f)

passende aanbevelingen doen over de capaciteitsopbouw die noodzakelijk is om deze overeenkomst succesvol ten uitvoer te leggen;

g)

volgen van de ontwikkelingen met betrekking tot overheidsopdrachten;

h)

volgen van en geregeld verslag uitbrengen over de marktsituatie, waar nodig studies laten uitvoeren en aanbevelingen doen voor maatregelen naar aanleiding van marktonderzoeksrapporten;

i)

evalueren van en overeenstemming bereiken over de jaarverslagen over de voortgang van de uitvoering;

j)

regelmatig openbare samenvattingen publiceren op basis van de conclusies van de onafhankelijke toezichthouder, zoals nader uiteengezet in bijlage VI.

4.   Het JMRM:

a)

komt ten minste één keer per jaar samen, op een door de partijen te bepalen datum;

b)

stelt een agenda en mandaat op voor gezamenlijk optreden;

c)

stelt zijn reglement van orde vast;

d)

stelt een voorzitterschap bij toerbeurt in door een vertegenwoordiger van elke partij of een gezamenlijk voorzitterschap, en

e)

stelt indien nodig werkgroepen of andere suborganen in voor werkzaamheden waarvoor specifieke deskundigheid vereist is.

Artikel 20

Verslaglegging en openbaarmaking

1.   De partijen zorgen ervoor dat de werkzaamheden van het JMRM zo transparant mogelijk zijn en dat verslagen en memoranda over missies gezamenlijk worden opgesteld, toegezonden aan de partijen en openbaar gemaakt.

2.   Het JMRM voert regelmatig gezamenlijke missies uit om de doeltreffendheid van de overeenkomst en de effecten ervan te evalueren op basis van de beschikbare informatie. Het zal een overzicht maken van alle inspanningen van Ghana op het gebied van transparantie, door bijvoorbeeld informatie te publiceren over kaprechten en daarvoor betaalde vergoedingen, kapgebieden, kapschema’s en betalingen met betrekking tot de houtsector en over overeenkomsten inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen en compensatieregelingen voor oogstschade.

3.   Op basis van de door de partijen verstrekte informatie publiceert het JMRM jaarlijks een verslag, waarin onder andere gegevens worden vermeld over:

a)

de hoeveelheid hout die naar de Gemeenschap is uitgevoerd in het kader van het FLEGT-vergunningensysteem, onder vermelding van de betreffende GS-posten;

b)

het aantal door Ghana afgegeven FLEGT-vergunningen;

c)

de vorderingen met betrekking tot de doelstellingen en de maatregelen die volgens de overeenkomst binnen een bepaalde termijn moeten zijn getroffen en andere kwesties in verband met de uitvoering van de overeenkomst;

d)

maatregelen om te voorkomen dat illegaal gekapt hout wordt uitgevoerd naar derde landen of wordt verhandeld op de binnenlandse markt;

e)

maatregelen om te voorkomen dat illegaal gekapt hout wordt ingevoerd en de integriteit van het FLEGT-vergunningensysteem te bewaren;

f)

de hoeveelheid hout die in de Gemeenschap is ingevoerd in het kader van het FLEGT-vergunningensysteem, onder vermelding van de betreffende GS-posten en de EU-lidstaat waarin het hout in de Gemeenschap is ingevoerd;

g)

het aantal door de Gemeenschap ontvangen FLEGT-vergunningen;

h)

het aantal gevallen waarin artikel 9, lid 1, is toegepast en de hoeveelheid hout die daarmee gemoeid was.

Artikel 21

Communicatie over de uitvoering van de overeenkomst

1.   De volgende vertegenwoordigers van de partijen zijn verantwoordelijk voor officiële mededelingen over de uitvoering van de overeenkomst:

Voor Ghana:

Voor de Gemeenschap:

minister van Land-, Bos- en Mijnbouw

Hoofd van de delegatie van de Europese Gemeenschap in Ghana

2.   De partijen delen elkaar tijdig de informatie mee die noodzakelijk is voor de uitvoering van de overeenkomst.

Artikel 22

Vertrouwelijke informatie

1.   De partijen verbinden zich ertoe de vertrouwelijkheid te bewaren van de informatie die in het kader van deze overeenkomst wordt uitgewisseld in de mate waarin dit verplicht is op grond van hun eigen wetgeving. De partijen publiceren geen in het kader van deze overeenkomst uitgewisselde informatie die bedrijfsgeheimen of vertrouwelijke commerciële informatie bevat en staan hun autoriteiten ook niet toe deze te publiceren.

2.   In verband met lid 1 wordt de volgende informatie niet als vertrouwelijk beschouwd:

a)

het aantal en het type door Ghana afgegeven en door de Gemeenschap ontvangen FLEGT-vergunningen en de hoeveelheid hout die daarmee uit Ghana is uitgevoerd en in de Gemeenschap ingevoerd;

b)

naam en adres van de vergunninghouder en van de importeur.

Artikel 23

Territoriaal toepassingsgebied

Deze overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, op de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, enerzijds, en het grondgebied van Ghana, anderzijds.

Artikel 24

Regeling van geschillen

1.   De partijen streven ernaar geschillen over de toepassing of de interpretatie van de overeenkomst op te lossen door middel van snel overleg.

2.   Als een geschil niet binnen twee maanden na het oorspronkelijke verzoek tot overleg kan worden opgelost, kan een partij het geschil verwijzen naar het JMRM, dat het geschil zal proberen op te lossen. Aan het JMRM wordt alle informatie verstrekt die van belang is voor een grondig onderzoek van de situatie dat gericht is op het vinden van een aanvaardbare oplossing. Daartoe onderzoekt het JMRM alle mogelijkheden om de goede werking van deze overeenkomst te waarborgen.

3.   Als het JMRM niet in staat is het geschil binnen twee maanden op te lossen, kunnen de partijen een beroep doen op de bijstand of de bemiddeling van een derde.

4.   Als het geschil niet overeenkomstig lid 3 kan worden opgelost, mag elk van beide partijen de andere van de benoeming van een bemiddelaar in kennis stellen; de andere partij moet dan een tweede bemiddelaar aanwijzen binnen dertig kalenderdagen na de benoeming van de eerste bemiddelaar. De partijen benoemen samen een derde bemiddelaar binnen dertig dagen na de aanstelling van de tweede bemiddelaar.

5.   De bemiddelaars nemen binnen zes maanden na de benoeming van de derde bemiddelaar een besluit met meerderheid van stemmen.

6.   Hun besluit is bindend voor beide partijen en er kan geen beroep tegen worden aangetekend.

7.   Het JMRM stelt de werkwijze van de bemiddelaars vast.

Artikel 25

Schorsing

1.   Een partij kan de toepassing van de overeenkomst schorsen. Dit besluit moet worden gemotiveerd en schriftelijk worden meegedeeld aan de andere partij.

2.   Dertig kalenderdagen na de datum van de mededeling houdt de overeenkomst dan op van toepassing te zijn.

3.   Dertig kalenderdagen nadat de schorsende partij de andere partij heeft meegedeeld dat de redenen voor de schorsing niet langer gelden, wordt de toepassing van deze overeenkomst hervat.

Artikel 26

Wijzigingen

1.   Als een partij deze overeenkomst wil wijzigen, moet daartoe ten minste drie maanden voor de volgende vergadering van het JMRM een voorstel worden ingediend. Het JMRM bespreekt het voorstel; als er overeenstemming wordt bereikt, wordt een aanbeveling geformuleerd. Beide partijen overwegen de aanbeveling en als zij het ermee eens zijn, wordt het voorstel goedgekeurd volgens hun eigen procedures.

2.   De aldus aangenomen wijziging treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

3.   Het JMRM is bevoegd om wijzigingen van de bijlagen bij deze overeenkomst goed te keuren.

4.   Alle wijzigingen moeten worden meegedeeld aan de gezamenlijke depositarissen van de overeenkomst.

Artikel 27

Duur en verlenging

De overeenkomst geldt voor een periode van 10 jaar en kan telkens met vijf jaar worden verlengd, tenzij een partij afziet van verlenging en dit ten minste één jaar voordat de overeenkomst verstrijkt schriftelijk meedeelt aan de andere partij.

Artikel 28

Opzegging

Onverminderd artikel 27 kan een partij deze overeenkomst opzeggen door de andere partij daarvan in kennis te stellen. De overeenkomst houdt dan 12 maanden na de datum van die kennisgeving op van toepassing te zijn.

Artikel 29

Bijlagen

De bijlagen vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.

Artikel 30

Authentieke teksten

Deze overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Slowaakse, de Sloveense, de Spaanse, de Tsjechische, en de Zweedse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. In geval van tegenstrijdigheden in de interpretatie van de taalversies is de Engelse tekst bindend.

Artikel 31

Inwerkingtreding

1.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

2.   Deze mededeling wordt gericht aan de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie en het ministerie van Buitenlandse Zaken van Ghana, die de gezamenlijke depositarissen van deze overeenkomst zijn.

Съставено в Брюксел на двадесети ноември две хиляди и девета година

Hecho en Bruselas, el veinte de noviembre de dos mil nueve.

V Bruselu dne dvacátého listopadu dva tisíce devět.

Udfærdiget i Bruxelles den tyvende november to tusind og ni.

Geschehen zu Brüssel am zwanzigsten November zweitausendneun.

Kahe tuhande üheksanda aasta novembrikuu kahekümnendal päeval Brüsselis.

'Εγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι Νοεμβρίου δύο χιλιάδες εννιά.

Done at Brussels on the twentieth day of November in the year two thousand and nine.

Fait à Bruxelles, le vingt novembre deux mille neuf.

Fatto a Bruxelles, addì venti novembre duemilanove.

Briselē, divi tūkstoši devītā gada divdesmitajā novembrī.

Priimta du tūkstančiai devintų metų lapkričio dvidešimtą dieną Briuselyje

Kelt Brüsszelben, a kétezer-kilencedik év november havának huszadik napján.

Magħmul fi Brussell, fl-għoxrin jum ta’ Novembru tas-sena elfejn u disgħa.

Gedaan te Brussel, de twintigste november tweeduizend negen.

Sporządzono w Brukseli dnia dwudziestego listopada roku dwa tysiące dziewiątego.

Feito em Bruxelas, em vinte de Novembro de dois mil e nove.

Încheiat la Bruxelles, la douăzeci noiembrie două mii nouă.

V Bruseli dňa dvadsiateho novembra dvetisícdeväť.

V Bruslju, dne dvajsetega novembra leta dva tisoč devet.

Tehty Brysselissä kahdentenakymmenentenä päivänä marraskuuta vuonna kaksituhattayhdeksän.

Som skedde i Bryssel den tjugonde november tjugohundranio.

За Европейската общност

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā

Europos bendrijos vardu

Az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Pentru Comunitatea Europeană

Za Európske spoločenstvo

Za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

För Europeiska gemenskapen

Image

За Република Гана

Por la República de Ghana

Za Ghanskou republiku

For Republikken Ghana

Für die Republik Ghana

Ghana Vabariigi nimel

Για τη Δημοκρατίας της Γκάνας

For the Republic of Ghana

Pour la République du Ghana

Per la Repubblica del Ghana

Ganas Republikas vārdā

Ganos Respublikos vardu

A Ghánai Köztársaság részéről

Għar-Repubblika tal-Gana

Voor de Republiek Ghana

W imieniu Republiki Ghany

Pela República do Gana

Pentru Republica Ghana

Za Ghanskú republiku

Za Republiko Gano

Ghanaa tasavallan puolesta

För Republiken Ghanas vägnar

Image


(1)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

(2)  A/RES 62/98 van 31 januari 2008.

(3)  Beleid inzake bossen en wilde flora en fauna, Ghana, 1994.

(4)  PB L 347 van 30.12.2005, blz. 1.

(5)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.

(6)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(7)  PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1.


LIJST VAN BIJLAGEN

Bijlage I

IA Producten die onder het FLEGT-vergunningensysteem vallen.

IB Producten die niet onder het FLEGT-vergunningensysteem vallen.

Bijlage II

Wetgeving waarmee rekening moet worden gehouden om te bepalen of een lading hout aan de vereisten voldoet, documentatie die als bewijs dient dat aan die wetgeving is voldaan en plannen voor de hervorming van het beleid en de wetgeving in de bosbouw.

Bijlage III

Procedures voor invoer in de Gemeenschap waarbij de vergunningen worden gecontroleerd.

Bijlage IV

Specificaties van de FLEGT-vergunningen.

Bijlage V

Systeem ter garantie van de wettigheid (LAS), waaronder de procedure voor de afgifte van FLEGT-vergunningen (houttraceringssysteem, controle, verlening van vergunningen en onafhankelijk toezicht).

Bijlage VI

Mandaat voor de onafhankelijke toezichthouder.

Bijlage VII

Criteria voor de beoordeling van het LAS-systeem.

Bijlage VIII

Schema voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst.

Bijlage IX

Ondersteunende maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst.


BIJLAGE I

BIJLAGE IA

CODES VAN HET GEHARMONISEERDE SYSTEEM VAN DE HOUTPRODUCTEN DIE ONDER DE OVEREENKOMST VALLEN

GS-CODE

OMSCHRIJVING

440349

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd (ruwe teak).

440610

440690

Houten dwarsliggers en wisselhouten.

440710

440725

440726

440727

440728

440729

440799

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding.

440810

440831

440839

440890

Fineerplaten, triplex- en multiplexhout, al dan niet gesneden.

440921

440929

Hout (niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste een zijde of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (geploegd, van sponningen voorzien, afgerond met V-verbinding of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden.

441210

441231

441232

441239

441294

441299

Triplex- en multiplexhout, met fineer bekleed hout en op dergelijke wijze gelaagd hout.

441810

441820

441850

441860

441871

441872

441879

441900

Schrijn- en timmerwerk voor bouwwerken, daaronder begrepen panelen met cellenstructuur, ineengezette panelen voor vloerbedekking en dakspanen („shingles” en „shakes”), van hout.

442010

Inlegwerk van hout; koffertjes, kistjes en etuis, voor juwelen of voor goudsmidswerk, alsmede dergelijke artikelen, van hout; beeldjes en andere siervoorwerpen, van hout; meubelmakerswerk van hout, ander dan dat bedoeld bij hoofdstuk 94.

940151

940159

Stoelen, banken en andere zitmeubelen, andere dan die bedoeld bij post 94.02.

BIJLAGE IB

CODES VAN HET GEHARMONISEERDE SYSTEEM VAN DE HOUTPRODUCTEN DIE NIET MOGEN WORDEN UITGEVOERD

GS-CODE

OMSCHRIJVING

440349

Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd (uitvoerverbod voor alle hout, met uitzondering van ruwe teak).


BIJLAGE II

DEFINITIE VAN HET BEGRIP „WETTIGHEID” VOOR DE AFGIFTE VAN FLEGT-UITVOERVERGUNNINGEN EN DE HERVORMING VAN DE WETGEVING

1.   Inleiding

In het kader van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst was Ghana verplicht om via overleg met belanghebbenden een juridische norm te ontwikkeling voor de uitvoering van deze overeenkomst. Deze norm is met een wetgevingsmatrix gekoppeld aan het systeem ter garantie van de wettelijkheid. In deze bijlage wordt het begrip wettigheid gedefinieerd, wordt de wetgevingsmatrix beschreven en wordt een overzicht gegeven van de relevante wet- en regelgeving voor de bosbouwsector. Ook wordt beschreven hoe Ghana de wetgeving in deze sector zal hervormen en consolideren.

2.   Definitie en toelichting

Een product dat uit Ghana afkomstig hout bevat mag binnen Ghana worden verkocht of uit Ghana worden geëxporteerd:

a)

Wanneer de eigendom kan worden vastgesteld aan de hand van een kapvergunning:

i)

hout afkomstig uit een aangewezen gebied (1), waarbij de individuele en groepen betrokkenen en de eigenaar toestemming hebben gegeven voor het kappen (2);

ii)

op het moment van kappen beschikte het houtbedrijf over een geldig houtexploitatiecontract (Timber Utilization Contract — TUC), afgegeven door de minister van Land-, Bos- en Mijnbouw en geratificeerd door het parlement volgens de geldende aanbestedingsprocedures (3);

iii)

op het moment van kappen beschikte het houtbedrijf over een geldige salvage permit (SP), afgegeven door de Forestry Commission (4), of

iv)

het houtbedrijf voldoet aan de procedures en voorschriften inzake bosbouwexploitatie (5);

v)

op het moment van kappen was aan het houtbedrijf compensatie voor kaprechten toegezegd (6).

b)

Wanneer de eigendom kan worden vastgesteld aan de hand van een aankoopcertificaat (Certificate of Purchase — COP):

i)

het COP werd afgegeven na een beschikking van de rechter waarbij het hout in beslag werd genomen (7);

ii)

het hout werd achtergelaten en volgens de geldende procedures verkocht door de Forestry Commission (8);

c)

het hout werd te allen tijde vervoerd volgens de voorschriften (9);

d)

het hout werd verwerkt volgens de voorschriften (10), en

e)

alle verkopers/exporteurs hebben geldige vergunningen om hout op de markt te brengen (11);

f)

op het moment van verkoop of export waren geen wettelijk verplichte rechten, pacht of belastingen verschuldigd aan de staat (12), en

g)

op het moment van verkoop of export voldeed het houtbedrijf aan alle verplichtingen op het gebied van sociale verantwoordelijkheid (13).

3.   Wetgevingsmatrix

Aan de hand van de beginselen en criteria in onderstaande tabel wordt bepaald of hout uit Ghana voldoet aan de hierboven beschreven definitie van legaal hout.

Tabel 1:   Beginselen en criteria

BEGINSEL 1

Herkomst van het hout: hout afkomstig uit aangewezen gebieden, waarbij de individuele en groepen betrokkenen en de eigenaar toestemming hebben gegeven voor het verlenen van kaprechten.

CRITERIUM 1.1

Voor Timber Utilization Contracts (TUC) in beschermde bosgebieden moet het bosbeheersplan een strategisch plan omvatten;

Afbakening van het gebied waarop het TUC betrekking heeft;

Opstellen van een inventaris voorafgaand aan de kap (binnen en buiten beschermde gebieden en aanplantingen);

Schriftelijke toestemming van de individuele of groepen betrokkenen en de eigenaar.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

LI 1649 DEEL 1: Procedure voor het verlenen van kaprechten; subdeel 1: identificatie van gebieden waarvoor kaprechten kunnen worden verleend;

MoP (Manual of Procedures) Deel A: Strategische planning (beschermde bossen);

MoP Deel B: Operationele planning (beschermde bossen); instructievel B2: Methodologie met betrekking tot de operationele planning (afbakening van beschermde gebieden);

MoP Deel C: Houtproductie in beschermde bosgebieden;

MoP Deel F: Gecontroleerde houtproductie buiten beschermde gebieden; 2.1 (ii)

Identificatie van TUC-gebieden en 3.7 (C): afbakening van niet-beschermde gebieden;

F3.2 Raadplegingsprocedure (schriftelijke toestemming);

Manual of Procedures (MoP) (14): Duurzame houtproductie binnen beschermde gebieden (deel C); opname van de houtstand en toewijzing van de opbrengst (deel D) en gecontroleerde houtproductie buiten beschermde gebieden (deel F).

BEGINSEL 1

Herkomst van het hout: hout afkomstig uit aangewezen gebieden, waarbij de individuele en groepen betrokkenen en de eigenaar toestemming hebben gegeven voor het verlenen van kaprechten.

CRITERIUM 1.2

Schriftelijke toestemming van de individuele of groepen betrokkenen en de eigenaar.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Wet 547: Timber Resources Management Act, par. 4, punt 2 (d); LI1649: deel 1 (procedure voor de toekenning van kaprechten), par. 1 (veldkeuring), punt 2 (d); par. 2 (procedure voor grond die niet in bezit van de overheid is en bestaande beschermde gebieden);

MoP Deel F (Gecontroleerde houtproductie buiten beschermde gebieden) — F3.2 — raadplegingsprocedure;

MoP Deel F, F5.0: Afronding (bekrachtiging).

BEGINSEL 2

Toekenning van kaprechten

Het houtbedrijf beschikte over een geldig TUC, afgegeven door de minister en geratificeerd door het parlement volgens de geldende aanbestedingsprocedures of het houtbedrijf beschikte over een geldige salvage permit, afgegeven door de Forestry Commission.

CRITERIUM 2.1

TUC’s voor natuurlijke bossen en aanplantingen

Kwalificaties waaraan houtbedrijven moeten voldoen om een TUC van het TREC te kunnen krijgen.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

LI 1721, deel II: Aanbestedingsprocedures voor kaprechten Q; LI 1649: voorwaarden en voorschriften voor TUC’s (wet 547, par. 14): ratificatie door het parlement (par. 9).

BEGINSEL 2

Toekenning van kaprechten

Het houtbedrijf beschikte over een geldig TUC, afgegeven door de minister en geratificeerd door het parlement volgens de geldende aanbestedingsprocedures of het houtbedrijf beschikte over een geldige salvage permit, afgegeven door de Forestry Commission.

CRITERIUM 2.2

Salvage permit (15)

Afgifte van een salvage permit.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Voorschriften inzake de procedure voor hout dat wordt gekapt op grond van een salvage permit (wet 547, par. 18g); houtproducten van hout dat wordt gekapt op grond van een salvage permit LI 1649, par. 38.

BEGINSEL 2

Toekenning van kaprechten

Het houtbedrijf beschikte over een geldig TUC, afgegeven door de minister en geratificeerd door het parlement volgens de geldende aanbestedingsprocedures of het houtbedrijf beschikte over een geldige salvage permit, afgegeven door de Forestry Commission.

CRITERIUM 2.3

Inbeslaggenomen hout

Er is een vergunning afgegeven voor inbeslaggenomen hout dat volgens de regels is geveild.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Overtredingen (wet 547, par. 17 (3)) en recuperatie en verwerking van achtergelaten hout (LI 1649, par. 37).

BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie.

CRITERIUM 3.1

De houtstand is opgenomen volgens de voorschriften (inclusief inspecties voor het kappen in niet-beschermde gebieden).

Oogstplan.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Logging Manual (wet 547, par. 10). De „Logging manual” is een pakket regels voor de oogst van hout zoals bedoeld in wet 547 (par. 20).

MoP Deel D (Opname van de houtstand en opbrengst).

BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie (LI 1649).

CRITERIUM 3.2

Het hout is volgens de voorschriften gekapt in productiebossen.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Procedure inzake houtkap (bv. Oogstplan) — LI 1649, par. 17; MoP Deel E — Voorbereiding van kapschema’s voor beschermde gebieden; MoP Deel F — Gecontroleerde houtproductie buiten beschermde gebieden (instructievel F4.3 — Het jaarlijkse kapplan); Andere bronnen (bijvoorbeeld aanplantingen, onderwater omzagen), zoals gespecificeerd in het contract, deel 3 van de Logging Manual (normen en specificaties inzake de houtkap).

BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie.

CRITERIUM 3.3

De stammen zijn correct gemeten en genoteerd.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

MoP Deel C — Procedures voor archivering, verslaglegging en audits C5.0.

MoP Deel F — Procedures voor archivering en verslaglegging F5.0.

BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie.

CRITERIUM 3.4

De hoeveelheid en de soort gekapt hout komt overeen met hetgeen is vermeld in het TUC of de salvage permit.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

LI 1649, par. 23 — Meting en markering van hout; Logging Manual, aanhangsel 5: Boominformatieformulieren (TIF en LIF).

BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie.

CRITERIUM 3.5

De stronken en de stammen zijn gemarkeerd en genummerd volgens de Logging Manual.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

LI 1649, par. 20: Markering en nummering van bomen, stammen en houtproducten; Logging Manual, par. 3: Normen en specificaties inzake de houtkap (markering van stammen).

BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie.

CRITERIUM 3.6

Het houtbedrijf voldoet aan de verplichtingen in het kader van de overeenkomst inzake sociale verantwoordelijkheid.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

LI 1721, par. 14. Logging Manual, par. 3 — Gedragscode (binnen beschermde gebieden) waarin de rechten van andere gebruikers worden erkend en culturele normen, zoals feestdagen waarop niet mag worden gekapt, worden geëerbiedigd enz. en gedragscode (buiten beschermde gebieden) waarin de rechten van andere gebruikers worden erkend en landbouwpraktijken worden geëerbiedigd enz.; par. 4.1 — Toezicht op de houtkap (Evaluatie van de sociale verantwoordelijkheid);

par. 4.2 — Sancties.

BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie.

CRITERIUM 3.7

Aan boeren met oogstschade is een vergoeding betaald.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Logging Manual, par. 4.2 (Sancties).

BEGINSEL 4

Vervoer

Het hout werd te allen tijde vervoerd volgens de voorschriften.

CRITERIUM 4.1

Het hout werd te allen tijde vervoerd met de officiële documenten, waarin de herkomst wordt vermeld en die overeenkomt met de fysieke identificatie van het hout.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Logging Manual, par. 3: Normen inzake de houtkap en aanhangsel 5 inzake kapcontrole.

BEGINSEL 4

Vervoer

Het hout werd te allen tijde vervoerd volgens de voorschriften.

CRITERIUM 4.2

Het hout werd vervoerd tijdens de wettelijk toegestane periode.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Procedure inzake houtkap (Periode waarin het kappen en vervoeren van hout is toegestaan): LI 1649, par. 18.

BEGINSEL 5

Verwerking

CRITERIUM 5.1

De houtverwerkende bedrijven beschikken over geldige vergunningen van en zijn geregistreerd bij de Forestry Commission en voldoen aan alle wettelijke vereisten.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Wet 571, par. 2.

BEGINSEL 5

Verwerking

CRITERIUM 5.2

De industriële praktijken komen overeen met de juridische normen.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Gezondheid, veiligheid en milieu op het werk: wet 651 (Labour Act), par. 118-124; LI 1833: Gezondheid en werk (par. 18-20) en de Office and Factories Act.

BEGINSEL 6

Handel

Alle verkopers/exporteurs hebben geldige vergunningen om hout op de markt te brengen.

CRITERIUM 6.1

Exporteurs beschikken over een vergunning van de Forestry Commission.

VERIFICATIE

Geldige exportvergunning.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Wet 571, par. 2 (i): doorlichting en registratie van contracten voor het op de markt brengen van houtproducten en daaraan door de commissie gelijkgestelde producten op basis van hout of wilde flora en fauna.

BEGINSEL 6

Handel

Alle verkopers/exporteurs hebben geldige vergunningen om hout op de markt te brengen.

CRITERIUM 6.2

Binnenlandse verkopers beschikken over een vergunning van de Forestry Commission.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Wet 571, par. 2 (ii): vaststelling van procedures om het verkeer van hout en producten op basis van hout of wilde flora en fauna.

Auditverslagen van het TVD over het aanbod van houtproducten op de binnenlandse markt.

BEGINSEL 7

Fiscale verplichtingen

Het houtbedrijf en de verkoper waren op het moment van verkoop of export niet in gebreke wat betreft wettelijk verplichte rechten, pacht of belastingen.

CRITERIUM 7.1

Het houtbedrijf was niet in gebreke wat betreft rechten voor hout op stam of andere rechten die houtbedrijven in Ghana moeten betalen.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Procedure inzake houtkap (betaling voor hout op stam) — LI 1649, par. 25.

Auditverslagen van het TVD over de financiële kwijting.

BEGINSEL 7

Fiscale verplichtingen

Het houtbedrijf en de verkoper waren op het moment van verkoop of export niet in gebreke wat betreft wettelijk verplichte rechten, pacht of belastingen.

CRITERIUM 7.2

Het houtbedrijf was niet in gebreke wat betreft grondpacht.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Rechten voor hout op stam en contractuele pacht — LI 1649, deel V, par. 27.

BEGINSEL 7

Fiscale verplichtingen

Het houtbedrijf en de verkoper waren op het moment van verkoop of export niet in gebreke wat betreft wettelijk verplichte rechten, pacht of belastingen.

CRITERIUM 7.3

Exporteur was niet in gebreke wat betreft uitvoerheffingen.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Uitvoerheffingen: Trees and timber Amendment Act (wet 493, par. 4).

BEGINSEL 7

Fiscale verplichtingen

Het houtbedrijf en de verkoper waren op het moment van verkoop of export niet in gebreke wat betreft wettelijk verplichte rechten, pacht of belastingen.

CRITERIUM 7.4

Het houtbedrijf en de exporteur waren niet in gebreke wat betreft vennootschapsbelasting.

Toelichting bij relevante wetgeving/voorschriften

Inkomstenbelasting (Inkomen uit een onderneming): Wet 592, par. 7.

4.   Wet- en regelgeving die in Ghana van kracht is

De definitie van „legaal hout” is gebaseerd op verschillende Ghanese wetten met betrekking tot het kappen, verwerken en exporteren van hout. In overleg met verschillende belanghebbenden is afgesproken dat moet worden gecontroleerd of aan deze wetten is voldaan voordat een FLEGT-vergunning wordt afgegeven. De definitie is gebaseerd op de volgende in Ghana geldende wet- en regelgeving:

GRONDWETTELIJKE BEPALINGEN (1992)

1.

Artikel 258: instelling van de „Lands Commission” en beschrijving van de taken van deze commissie.

2.

Artikel 267, lid 1: de „stool lands” (gebieden van stamhoofden) worden overgedragen aan de desbetreffende stammen overeenkomstig hun wetten en gebruiken.

3.

Artikel 266: beperking van de rechten en belangen in grond die kunnen worden verkregen door niet-onderdanen van Ghana.

4.

Artikel 267, lid 2: instelling van het „Office of Administrator of Stool Lands” en beschrijving van zijn taken.

5.

Artikel 267, lid 6: verdeelsleutel voor de opbrengst van „stool lands”.

6.

Artikel 268: overeenkomsten met betrekking tot de toekenning van een recht of concessie voor de exploitatie van een natuurlijke hulpbron moeten door het parlement worden goedgekeurd.

7.

Artikel 269: instelling van een commissie inzake de natuurlijke hulpbronnen („Forestry Commission”), die verantwoordelijk is voor de regelgeving en het beheer met betrekking tot het gebruik van de betrokken natuurlijke hulpbronnen en voor de coördinatie van het beleid ter zake.

8.

Artikel 295: definitie van „stool land”.

PRIMAIRE WETGEVING

9.

Forest Protection Decree, 1974 (N.R.C.D. 234) — In deze wet worden overtredingen met betrekking tot bossen gedefinieerd en worden de sancties en straffen daarvoor bepaald.

10.

Forest Protection (Amendment) Law, 1986 (P.N.D.C.L. 142) — In deze wet zijn de straffen en boetes voor overtredingen verhoogd.

11.

FORESTS Ordinance (Cap 157) — Deze wet bevat richtlijnen voor de samenstelling van beschermde bosgebieden, de bescherming van bossen en andere daarmee verband houdende aangelegenheden.

12.

Trees and Timber Decree, 1974 (N.R.C.D. 273) — Deze wet bevat richtlijnen voor deelname aan de houtindustrie en voorziet in de betaling van rechten en boetes wanneer niet wordt voldaan aan de richtsnoeren voor participatie en voor de uitvoer van niet-bewerkt hout.

13.

Trees and Timber (Amendment) Act, 1994 (Wet 493) — In deze wet zijn de straffen en boetes verhoogd en is een uitvoerheffing ingesteld voor aan de lucht gedroogde planken en stammen.

14.

Timber Resources Management Act, 1997 (Wet 547) — Hierbij wordt de Concessions Act, 1962 (Wet 124) ingetrokken. Bij de toekenning van kaprechten moet rekening worden gehouden met duurzaam beheer en gebruik van bossen en hout.

15.

Forestry Commission Act, 1999 (Wet 571) — Hierbij wordt wet 453 ingetrokken en de Forestry Commission heringesteld als semiautonoom orgaan en de verschillende agentschappen voor de bosbouwsector op het gebied van bescherming, ontwikkeling, beheer en regelgeving met betrekking tot bossen en wilde flora en fauna worden onder deze commissie geplaatst.

16.

Forest Plantation Development Fund Act, 2000 (Wet 583) — Met deze wet wordt het „Forest Improvement Fund” geconsolideerd en wordt een fonds opgericht voor financiële steun. Ook is vastgelegd hoe dergelijke fondsen moeten worden beheerd in verband met de ontwikkeling van particuliere commerciële plantages.

17.

Forest Protection (Amendment) Act, 2002 (Wet 624) — Bij deze wet wordt de Forest Protection (Amendment) Law van 1986 (PNDCL. 142) ingetrokken. Daarnaast worden de boetes verhoogd en wordt het begrip „gedeelde aansprakelijkheid” ingevoerd met betrekking tot overtredingen in de bosbouw.

18.

Forest Plantation Development Fund (Amendment) Act, 2002 (Act 623) — Met deze wet wordt wet 583 gewijzigd om kwekers, zowel in de publieke als in de particuliere sector, in staat te stellen om te participeren in de ontwikkeling van aanplantingen.

19.

Timber Resources Management (Amendment) Act, 2002 (Wet 617) — Met deze wet wordt wet 547 gewijzigd door deze niet van toepassing te verklaren op terreinen met particuliere kwekerijen. Er wordt een beperking gesteld aan de duur van de kaprechten en de omvang van het kapgebied en worden premies en voordelen ingesteld voor investeerders in de bosbouw.

20.

Factories, Offices and Shops Act, 1970 (Wet 238) — In deze wet is bepaald dat fabrieken moeten worden geregistreerd en worden het welzijn en de veiligheid van werknemers geregeld.

21.

Social Security Law, 1991 (PNDCL 247) — Bij deze wet wordt een trustfonds ingesteld voor sociale bescherming van de beroepsbevolking.

22.

Internal Revenue Act, 2000 (Wet 592) — Wet inzake inkomstenbelasting voor individuele personen en andere entiteiten en daarmee verband houdende aangelegenheden.

23.

Value Added Tax Act, 1998 (Wet 546) — Instelling van btw-heffing voor bepaalde transacties en activiteiten.

24.

Economic Plants Protection Decree, 1979 (AFRCD 47) — Op grond hiervan mogen geen kaprechten worden verleend voor cacaoplantages.

SECUNDAIRE WETGEVING

25.

LI 1649 — Timber Resources Management Regulations, 1988 — Richtsnoeren voor de toewijzing en het beheer van de houtreserve.

26.

LI 1721 — Timber Resources Management (Amendment) Regulations, 2003 — Deze tekst vormt de basis voor de aanbestedingsprocedures bij de toewijzing van kaprechten.

5.   Bosbouwbeleid en plannen voor hervorming van de wetgeving

Ghana erkent dat de huidige wetgeving, op grond waarvan het begrip „legaal hout” nu is gedefinieerd, grondig moet worden herzien om de bestaande problemen aan te pakken en in te spelen op nieuwe vraagstukken op het gebied van goede governance in deze sector. Ghana is daarom van plan de wetgeving en het beleid te herzien in het licht van goede governance. Verwacht wordt dat deze hervorming van de wetgeving de komende vijf jaar kan worden voltooid.

Op de volgende terreinen moeten de wetgeving en de het beleid worden hervormd:

beginnen met de wijziging van de uitzonderings- en overgangsbepalingen van wet 547 met betrekking tot de omzetting van nog bestaande vergunningen/concessies in Timber Utilisation Contracts en de daarmee samenhangende kwestie van de prijs van kaprechten;

aanplantingen: ontwikkeling en oogst;

verwerking van hout en vaststellen van normen voor de houtindustrie;

invoer van ruw materiaal (hout);

ontwikkeling van de binnenlandse markt:

a)

het midden- en kleinbedrijf;

b)

toewijzing van middelen;

c)

standaardisering van houtcomponenten in de bouw;

d)

invoering van beleid inzake overheidsopdrachten;

institutionele regelingen en controle op de bosbouw:

a)

valideringsinstantie voor de houtsector;

b)

raad van bestuur;

c)

onafhankelijk toezicht;

d)

streepjescodes;

toewijzing van houtreserves onder water (Voltameer);

eisen met betrekking tot gezondheid en veiligheid van werknemers in de bosbouw;

een duidelijke intentieverklaring inzake de governancedoelstellingen — algemeen belang van behoud van biodiversiteit, inkomen voor de plattelandsbevolking, duurzame industrialisatie en culturele ontwikkeling; vaststellen en corrigeren van inconsistenties in de bestaande wetgeving met betrekking tot de definitie van het begrip „legaal hout” (bv. de afgifte van salvage permits voor terreinen waarop een Timber Utilisation Contract van toepassing is);

bevestiging van de lokale eigendomsverhoudingen en de rechten van de verschillende belanghebbenden, met name boeren in verschillende soorten bossen, en verduidelijking van de bevoegdheid van lokale (inclusief traditionele) en nationale instellingen in de bosbouw met betrekking tot:

a)

behoud van bossen;

b)

ontwikkeling en exploitatie van bossen (zowel voor hout als voor andere doeleinden);

regelgeving op het gebied van investeringen:

a)

premies, regelgeving, fiscale voordelen en winstdeling voor andere bosproducten dan hout (waaronder toerisme en milieudiensten);

b)

premies, regelgeving, fiscale voordelen en winstdeling voor de winning van delfstoffen;

c)

premies, regelgeving, fiscale voordelen en winstdeling voor herbebossing;

d)

premies, regelgeving, fiscale voordelen en winstdeling voor kwekerijen, en

e)

premies, regelgeving, fiscale voordelen en winstdeling voor de verwerkende industrie.

6.   Tenuitvoeringlegging

Om over te schakelen op de nieuwe wetgeving zal Ghana de hervorming in twee fasen aanpakken door eerst verouderde, fragmentarische en inconsistente wetten aan te pakken en daarna nieuwe wetten in te voeren om rekening te houden met nieuwe beleidsontwikkelingen:

veranderingen waarvoor geen grootschalige hervorming nodig is zullen worden doorgevoerd door middel van secundaire wetgeving die binnen een jaar na de sluiting van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst wordt aangenomen;

veranderingen waarvoor uitgebreide raadplegingen, de participatie van deskundigen en aanzienlijk politiek overleg nodig zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot goede governance, inspraak, winstdeling enz., zullen naar verwachting drie tot vijf jaar in beslag nemen.


(1)  Wet 547, par. 4, en LI 1649, voorschrift 1-2.

(2)  LI 1649, voorschrift 2-8.

(3)  Wet 547, par. 1, 7, 8, 9 en LI 1721, voorschrift 9-13.

(4)  LI 1649, par. 38.

(5)  Wet 547, par. 18 (d) en LI 1649, voorschrift 16-20.

(6)  Wet 547, par. 15 (1) c, d, e.

(7)  Wet 547, par. 17 (3) en LI 1649, par. 37.

(8)  LI 1649, par. 37.

(9)  LI 1649, voorschrift 18.

(10)  Factory Offices and Shops Act (wet 328) en Labour Act (wet 651).

(11)  Wet 571, par. 2 i) en ii).

(12)  Wet 547, par. 8 (e) en (f), en LI 1649, par. 21 en 27.

(13)  LI 1721, par. 14.

(14)  Juridische status van MoP’s: MoP’s vloeien voort uit de vereisten van par. 18 van de Timber Resource Management Act (wet 547) en de daarbij behorende Timber Resource Management Regulation (LI 1649, par. 14), ingetrokken bij Timber Resource Management (Amendment) Regulation (LI 1721, par. 14), waarin de voorwaarden en voorschriften voor TUC’s worden vastgesteld.

(15)  De Forestry Commission geeft deze vergunning af volgens de daarin vastgelegde de voorwaarden en voorschriften voor de recuperatie van bomen uit een gebied dat wordt ontwikkeld door bijvoorbeeld de aanleg van een weg, de uitbreiding van bewoning door mensen of landbouw.


BIJLAGE III

VOORWAARDEN VOOR TOELATING TOT HET VRIJE VERKEER IN DE GEMEENSCHAP VAN HOUTPRODUCTEN DIE MET EEN FLEGT-VERGUNNING WORDEN INGEVOERD VANUIT EEN PARTNERLAND

Artikel 1

1.   De vergunning wordt ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de door die vergunning gedekte lading tot het vrije verkeer wordt toegelaten.

2.   De in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten brengen de douaneautoriteiten overeenkomstig de geldende nationale procedures op de hoogte wanneer een vergunning is aanvaard.

3.   Een vergunning wordt als nietig beschouwd als de datum waarop ze wordt ingediend later is dan de in de vergunning vermelde vervaldatum.

4.   Een vóór de aankomst van de lading ingediende vergunning kan worden aanvaard als zij voldoet aan alle in bijlage IV bepaalde vereisten en geen verdere controle overeenkomstig artikel 3, lid 1, noodzakelijk wordt geacht.

5.   Als op grond van de artikelen 3 en 4 nadere inlichtingen nodig zijn omtrent de vergunning of de lading, wordt de vergunning pas aanvaard na indiening van informatie over de geldigheid van de vergunning.

6.   De kosten die worden gemaakt tijdens de verificatie zijn voor rekening van de invoerder, tenzij in de nationale wetgeving van de betrokken lidstaat anders wordt bepaald.

Artikel 2

1.   Doorhalingen of wijzigingen in een vergunning worden slechts aanvaard als zij door de vergunningverlenende autoriteit zijn gevalideerd.

2.   Verlenging van de geldigheid van een vergunning wordt slechts aanvaard als zij door de vergunningverlenende autoriteit is gevalideerd.

3.   Een duplicaat of vervangingsvergunning wordt slechts aanvaard als zij door de vergunningverlenende autoriteit is gevalideerd.

4.   Een vergunning wordt niet aanvaard als na de verstrekking van aanvullende informatie overeenkomstig artikel 3 of verder onderzoek overeenkomstig artikel 4 wordt vastgesteld dat de vergunning niet in overeenstemming is met de lading.

Artikel 3

1.   In geval van twijfel over een vergunning, een duplicaat of een vervangingsvergunning kunnen de bevoegde autoriteiten de vergunningverlenende autoriteit van het partnerland om extra informatie verzoeken.

2.   Samen met het verzoek wordt eventueel een kopie van de vergunning, het duplicaat of de vervangingsvergunning in kwestie verstuurd.

Artikel 4

1.   Als verder onderzoek van de lading noodzakelijk wordt geacht voordat de bevoegde autoriteiten kunnen besluiten of een vergunning wordt aanvaard, kunnen controles worden uitgevoerd om na te gaan of de desbetreffende lading strookt met de in de vergunning verstrekte informatie en met de gegevens van de vergunningverlenende autoriteit met betrekking tot de vergunning.

2.   Als het volume of het gewicht van de houtproducten in de voor toelating tot het vrije verkeer aangeboden lading niet meer dan 10 % afwijkt van het volume of het gewicht dat in de vergunning is vermeld, wordt de lading geacht in overeenstemming te zijn met de in de vergunning verstrekte informatie betreffende volume of gewicht.

Artikel 5

1.   In vak 44 van het Enig document voor aangifte van de toelating tot het vrije verkeer wordt het nummer van de vergunning voor de desbetreffende houtproducten vermeld.

Als bij de douaneaangifte gebruik wordt gemaakt van een gegegensverwerkingstechniek, wordt het referentienummer daarvan vermeld in het geschikte vak.

2.   Houtproducten worden slechts tot het vrije verkeer toegelaten indien voldaan is aan de in artikel 1, lid 2, omschreven procedure.


BIJLAGE IV

VOORWAARDEN VOOR DE AFGIFTE VAN FLEGT-VERGUNNINGEN EN SPECIFICATIES

Eisen met betrekking tot FLEGT-vergunningen

Artikel 1

1.   Een FLEGT-vergunning kan op papier of in elektronische vormen worden afgegeven.

2.   Zowel papieren als elektronische vergunningen bevatten de in aanhangsel 1 bepaalde informatie, overeenkomstig de in aanhangsel 2 opgenomen richtsnoeren.

Artikel 2

1.   De FLEGT-vergunning geldt vanaf de feitelijke dag van afgifte.

2.   Een FLEGT-vergunning is maximaal drie maanden geldig. De vervaldatum wordt op de vergunning vermeld.

3.   Na de vervaldatum wordt de vergunning als nietig beschouwd. De vergunningverlenende autoriteit kan de geldigheidsduur met één maand verlengen. Daarvoor moet de vervaldatum worden gecorrigeerd en gevalideerd.

4.   Als de houtproducten waarop de FLEGT-vergunning betrekking had, worden vernietigd, vervalt de vergunning en moet worden teruggezonden aan de vergunningverlenende autoriteit.

Eisen met betrekking tot papieren FLEGT-vergunningen

Artikel 3

Voor papieren vergunningen geldt het model van aanhangsel 1.

Artikel 4

1.   Het papierformaat is standaard A4. Het papier moet zijn voorzien van een watermerk met het logo en het zegel van de Forestry Commission.

2.   De volgende papierkleuren moeten worden gebruikt:

a)

wit voor formulier nr. 1, het origineel („Original”);

b)

geel voor formulier nr. 2, de kopie voor de douaneautoriteit in de Europese Unie („Copy for EU Customs Authority”);

c)

groen voor formulier nr. 3, de kopie voor de afdeling ontwikkeling van de houtindustrie („Copy Timber Industry Development Division”);

d)

roze voor formulier nr. 4, de kopie voor de douaneautoriteit van Ghana („Copy for Ghana Customs Authority (CEPS)”);

e)

blauw voor formulier nr. 5, de kopie voor de bevoegde autoriteit in de Europese Unie („Copy for the EU Competent Authority”).

Artikel 5

1.   De vergunning wordt met de schrijfmachine of de computer ingevuld. Indien noodzakelijk kan een vergunning ook met de hand worden ingevuld.

2.   Voor het stempelen maakt de vergunningverlenende autoriteit gebruik van een metalen, bij voorkeur stalen, stempel. Deze kan echter worden vervangen door een droogstempel, gecombineerd met door perforatie verkregen letters of cijfers. De toegewezen hoeveelheid wordt door de vergunningverlenende autoriteit op zodanige wijze vermeld dat geen vervalsing mogelijk is en geen cijfers of tekens kunnen worden toegevoegd.

3.   Op het formulier mogen geen doorhalingen of wijzigingen worden aangebracht, tenzij deze zijn gevalideerd door middel van het stempel en de handtekening van de vergunningverlenende autoriteit.

4.   De vergunningen worden gedrukt en ingevuld in het Engels.

Artikel 6

1.   De vergunning wordt in vijfvoud opgesteld en ter beschikking gesteld van de aanvrager.

2.   Het eerste exemplaar („Original”) wordt ingevuld, ondertekend en afgestempeld door de vergunningverlenende autoriteit en aan de aanvrager gegeven voor indiening bij de bevoegde autoriteit van de EU-lidstaat waar de lading waarop de vergunning betrekking heeft, wordt aangegeven voor toelating tot het vrije verkeer.

3.   Het tweede exemplaar („Copy for EU Customs Authority”) wordt ingevuld, ondertekend en afgestempeld door de vergunningverlenende autoriteit en aan de aanvrager gegeven voor indiening bij de douaneautoriteit van de EU-lidstaat waar de lading waarop de vergunning betrekking heeft, wordt aangegeven voor toelating tot het vrije verkeer.

4.   Het derde exemplaar („Copy for the Timber Industry Development Division”) wordt ingevuld, ondertekend en afgestempeld door de vergunningverlenende autoriteit en door deze bewaard voor latere controles.

5.   Het vierde exemplaar („Copy for the Ghana CEPS”) wordt ingevuld, ondertekend en afgestempeld door de vergunningverlenende autoriteit en aan de aanvrager gegeven voor indiening bij de douaneautoriteit van Ghana waar de lading waarop de vergunning betrekking heeft, wordt aangegeven als scheepsvracht.

6.   Het vijfde exemplaar („Copy for the EU Competent Authority”) wordt ingevuld, ondertekend en afgestempeld door de vergunningverlenende autoriteit en aan de aanvrager gegeven voor indiening bij de douaneautoriteit van de EU-lidstaat waar de lading waarop de vergunning betrekking heeft, wordt aangegeven voor toelating tot het vrije verkeer (dit exemplaar is nodig wanneer de bevoegde autoriteit in de lidstaat een andere is dan de douaneautoriteit).

Verlies, diefstal of beschadiging van een FLEGT-vergunning

Artikel 7

1.   In geval van verlies, diefstal of beschadiging van het origineel of de kopie voor de douane kan de importeur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger op basis van het document dat nog in zijn bezit is een verzoek tot afgifte van een duplicaat indienen bij de vergunningverlenende autoriteit.

2.   In geval van verlies, diefstal of beschadiging van zowel het origineel als de kopie voor de douane kan de importeur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger voor beide exemplaren een verzoek tot afgifte van een duplicaat indienen bij de vergunningverlenende autoriteit.

3.   De vergunningverlenende autoriteit verstrekt het duplicaat (de duplicaten) binnen één maand na ontvangst van het verzoek van de importeur.

4.   Op het duplicaat worden alle gegevens vermeld die ook op het origineel stonden, inclusief het nummer van de vergunning.

Op het duplicaat wordt „Replacement licence” vermeld.

5.   Als ook bij het duplicaat verlies, diefstal of beschadiging optreedt, wordt niet nogmaals een duplicaat afgegeven.

6.   Als de verloren of gestolen vergunning wordt teruggevonden, mag deze niet worden gebruikt, maar moet worden teruggestuurd naar de vergunningverlenende autoriteit.

Procedure bij twijfel over de geldigheid van de vergunning

Artikel 8

1.   Als twijfel bestaat over de geldigheid van de vergunning of een duplicaat, kunnen de bevoegde autoriteiten nadere inlichtingen inwinnen bij de vergunningverlenende autoriteit.

2.   De vergunningverlenende autoriteit kan als zij dat nodig acht de bevoegde autoriteiten vragen een kopie van de betreffende vergunning of duplicaat op te sturen.

3.   Als de vergunningverlenende autoriteit het noodzakelijk acht, wordt de vergunning ingetrokken en wordt een gecorrigeerde kopie afgegeven, die wordt gevalideerd met het stempel „Duplicaat” en doorgezonden naar de bevoegde autoriteit.

4.   Als de vergunning wel geldig is, stelt de vergunningverlenende autoriteit de bevoegde autoriteit daarvan onverwijld in kennis, bij voorkeur langs elektronische weg.

De exemplaren die worden teruggezonden worden gevalideerd met het stempel „Validated on”.

5.   Als de vergunning niet geldig is, stelt de vergunningverlenende autoriteit de bevoegde autoriteit daarvan onverwijld in kennis, bij voorkeur langs elektronische weg.

Technische specificaties met betrekking tot een elektronische FLEGT-vergunning

Artikel 9

1.   Een FLEGT-vergunning kan ook met een computersysteem worden afgegeven en verwerkt.

2.   Voor EU-lidstaten die niet zijn aangesloten op een computersysteem wordt een papieren versie gemaakt.


AANHANGSELS

1.

Model.

2.

Toelichting


Aanhangsel 1

Model voor de FLEGT-vergunning

Logo van Ghana

Image

Logo van Ghana

Image


Aanhangsel 2

Toelichting

Algemeen:

Invullen in hoofdletters.

Eventuele ISO-codes hebben betrekking op de internationale norm die bestaat uit een tweelettercode voor elk land.

Vak 1

Vergunningverlenende autoriteit

Vermeld naam en adres van de vergunningverlenende autoriteit.

Vak 2

Importeur

Vermeld naam en adres van de importeur.

Vak 3

FLEGT-vergunningsnummer

Vermeld het vergunningsnummer.

Vak 4

Vervaldatum

Vervaldatum van de vergunning.

Vak 5

Exporterend land

Het partnerland van waaruit de houtproducten worden uitgevoerd naar de EU.

Vak 6

ISO-code

Vermeld de tweelettercode van het in vak 5 bedoelde partnerland.

Vak 7

Vervoermiddel

Vermeld het vervoermiddel op de plaats van uitvoer.

Vak 8

Vergunninghouder

Vermeld naam en het adres van de exporteur.

Vak 9

Handelsbenaming

Vermeld de handelsbenaming van het/de houtproduct(en).

Vak 10

GS-post en -omschrijving

Vermeld de code van zes cijfers volgens het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen (GS-code).

Vak 11

Gangbare of wetenschappelijke naam

Vermeld de gangbare of wetenschappelijke naam van de houtsoort die in het product wordt gebruikt. Gebruik bij samengestelde producten een afzonderlijke regel voor iedere gebruikte houtsoort. Mag weggelaten worden indien een samengesteld product of onderdeel diverse soorten bevat waarvan de identiteit niet meer achterhaald kan worden (bv. spaanplaat).

Vak 12

Landen waar het hout werd gekapt

Vermeld de landen waar de in vak 10 vermelde houtsoorten werden gekapt. Doe dit bij een samengesteld product voor alle gebruikte houtsoorten. Mag weggelaten worden indien een samengesteld product of onderdeel diverse soorten bevat waarvan de identiteit niet meer achterhaald kan worden (bv. spaanplaat).

Vak 13

ISO-codes

Vermeld de ISO-code van de in vak 12 vermelde landen. Mag weggelaten worden indien een samengesteld product of onderdeel diverse soorten bevat waarvan de identiteit niet meer achterhaald kan worden (bv. spaanplaat).

Vak 14

Volume (m3)

Vermeld het totale volume in m3. Mag weggelaten worden als vak 15 is ingevuld.

Vak 15

Nettogewicht

Vermeld het totale gewicht in kg, met name de nettomassa van de houtproducten, i.e. zonder containers of verpakkingen, uitgezonderd tussenschotten, dwarsbalken, stickers enz. Mag weggelaten worden als vak 14 is ingevuld.

Vak 16

Aantal eenheden

Vermeld het aantal eenheden, als een vervaardigd product op die manier het best kan worden gekwantificeerd. Mag weggelaten worden.

Vak 17

Bijzondere kenmerken

Vermeld eventuele bijzondere kenmerken, bv. perceelnummer, vervoersdocumentnummer. Mag weggelaten worden.

Vak 18

Handtekening en stempel van de vergunningverlenende autoriteit

Het document wordt ondertekend door de bevoegde ambtenaar en voorzien van het officiële stempel van de vergunningverlenende autoriteit. Ook plaats en datum moeten worden vermeld.


BIJLAGE V

SYSTEEM TER GARANTIE VAN DE WETTIGHEID (Legality Assurance System, LAS-systeem)

1.   Inleiding

In het kader van de overeenkomst implementeert Ghana een systeem om de wettigheid te garanderen, gebaseerd op de juridische definitie (bijlage II bij de overeenkomst). De juridische definitie stelt de voorwaarden vast waaronder aan een hout bevattend product dat afkomstig is uit en/of geproduceerd is in Ghana, een vergunning voor verkoop in Ghana of voor uitvoer uit Ghana kan worden verleend. In het kader van de overeenkomst hebben de vergunningen betrekking op alle producten die naar de Europese Unie worden uitgevoerd. De desbetreffende producten worden vermeld in bijlage I bij de overeenkomst. Een houttraceringssysteem (WTS) zal een controleketen voor hout tot stand brengen, alsmede een systeem voor toezicht en verslaglegging met betrekking tot de overeenstemming met de juridische definitie. Het houttraceringssysteem wordt omschreven in de aanhangsels 1 tot en met 10. Voor de beoordeling van de overeenstemming met de wettelijke normen wordt in het kader van de controleprocedures een lijst verstrekt waarin de definitie van legaal hout getoetst wordt aan de implementatie van de beginselen en de criteria.

In het kader van het systeem ter garantie van de wettigheid moet een controle-entiteit worden opgericht. Deze entiteit wordt Timber Validation Department (TVD) genoemd. Het TVD voert de controleactiviteiten uit. Dit omvat de harmonisatie van gegevens die worden gegenereerd gedurende de volledige verwerkingsketen van houtproducten die bestemd zijn voor zowel de uitvoer als de binnenlandse markt. Het TVD toetst ook de overeenstemming van houtzendingen met de wettelijke normen. Het doel van de controle en van het toezicht op de naleving is het TVD de mogelijkheid te geven na te gaan of de in de wettelijke normen vastgestelde procedures zijn nageleefd. Voor het uitoefenen van de controleactiviteiten zal het TVD werken met gegevens die gebaseerd zijn op voorstellen en goedkeuringen van de verantwoordelijke regelgevende afdeling/eenheid van de Forestry Commission (FC). Het TVD voert het merendeel van de controles en goedkeuringen van de processen op het kritieke controlepunt (oogst, vervoer, verwerking en uitvoer) uit. Het TVD zal verder de procedures en output in de afdelingen verifiëren en goedkeuren. Het TVD wordt in het document omschreven. Onderstaande figuur is een schematisch overzicht van de verhoudingen tussen de bij het systeem ter garantie van de wettigheid betrokken actoren.

Image

Onder de nieuwe structuur zal de afdeling Bosbeheer (Forest Service Division, FSD) de controleacties van de leveringsketen blijven reguleren en beheren, vanaf het punt van toezicht op de voorraad en oogst tot het begin van het houttransport. De afdeling Ontwikkeling van de houtindustrie (Timber Industry Development Division, TIDD) van de Forestry Commission is de aangewezen vergunningverlenende instantie in het kader van het LAS-systeem. De TIDD geeft de FLEGT-vergunningen samen met de uitvoervergunningen af, nadat het de aanvragen voor de door de exporteurs ingediende uitvoervergunningen heeft geharmoniseerd met de TVD-gegevens. FLEGT-vergunningen worden afgegeven voor de EU-markt en uitvoervergunningen voor markten buiten de Europese Unie. Beide vergunningen worden echter verstrekt via het LAS-systeem en vormen daarom per definitie het bewijs dat hout legaal is gekapt.

De gedetailleerde procedures en beheersystemen zullen worden ontwikkeld tijdens de ontwerp- en proeffase van het LAS-systeem. Het nieuwe LAS-systeem bouwt voort op bestaande structuren en systemen en heeft tot doel aan het licht gekomen zwakheden van het niet-elektronische systeem te verhelpen. In dit document worden de doelstellingen en beginselen beschreven waarop de ontwikkeling van nieuwe structuren en systemen gebaseerd zal zijn (1).

Onafhankelijke controle en verslaglegging in het kader van het LAS-systeem

Het volledige LAS-systeem zal beschikbaar zijn voor externe controle door een onafhankelijke toezichthouder. Het doel van het optreden van deze toezichthouder is de zwakheden te identificeren en hervormingen van het LAS-systeem voor te stellen (het mandaat van de toezichthouder is als bijlage VI bij de overeenkomst gevoegd).

2.   Het houttraceringssysteem

In het kader van de overeenkomst blijft het mogelijk het traject van de houtproducten terug te traceren van de uitvoer tot het bos waar zij werden geoogst. Voor producten die zijn afgeleid van hout dat in een derde land werd geoogst, zal het systeem de traceerbaarheid mogelijk maken vanaf het punt van binnenkomst tot de verwerking, waarna het dezelfde protocollen volgt als voor in Ghana gekapt hout.

Met het oog op het toezicht op de houtstromen dienen kritieke controlepunten op verschillende plaatsen in de leveringsketen te worden geïdentificeerd, alsmede toezicht op de stadia en processen die de staat van de goederen beïnvloeden gedurende de keten. Het eerste controlepunt is de gegevensvergaring voor inventarisering vóór de oogst. Dit omvat hoofdzakelijk het in kaart brengen van bomen met behulp van gps-technologie, het vergaren van specifieke metriekgegevens (bv. soorten) en het meten via lasers van de bomen die voor de oogst zijn geselecteerd, teneinde de volumes van nog niet gekapte bomen nauwkeurig te bepalen. De in het kader van de inventaris vergaarde informatie moet online beschikbaar kunnen worden gemaakt en kan worden gebruikt om de afgifte van jaarlijkse kapvergunningen voor hout te bevorderen. Deze informatie vormt het eerste controlepunt binnen de controleketen van waaruit toezicht wordt gehouden op de houtstromen.

Het volgende controlepunt (waar zich een gebeurtenis voordoet die de staat van de goederen beïnvloedt) is het vellen van de bomen. Ook bij dit punt worden gegevens geregistreerd. Dit proces wordt gevolgd gedurende de volledige oogst- en verwerkingsactiviteiten, waardoor houtproducten worden gecontroleerd door de hele keten heen en gegevens worden vergaard bij elk van de individuele controlepunten. Via het houttraceringssysteem wordt informatie vergaard op alle controlepunten van de keten, worden de vergaarde gegevens verwerkt en automatisch geharmoniseerd met gegevens die bij vorige controlepunten werden vergaard, waardoor eventuele fouten of anomalieën in de gegevens aan het licht worden gebracht.

Kritieke controlepunten

Voor het volgen en controleren van houtstromen worden de volgende kritieke controlepunten in de keten geïdentificeerd en omschreven:

i)

Herkomst van het hout

ii)

Toekenning van kaprechten

iii)

Voorraadtelling

iv)

Vellen van bomen & houtproductie

v)

Controle na de oogst

vi)

Houttransport & inspecties

vii)

In beslag genomen hout

viii)

Houtinvoer

ix)

Aankomst van de houtproducten bij het verwerkingsbedrijf

x)

Verwerking van het hout

xi)

Verwerkt hout

xii)

Uitvoer van verwerkt hout

1.   Herkomst van het hout en toekenning van rechten

Houtproducten uit Ghana zijn afkomstig uit wettelijk aangewezen gebieden en zullen worden toegekend volgens wettelijke voorschriften. Dergelijke producten komen uit aangewezen beschermde gebieden, aanplantingen, niet-beschermde gebieden of ondergelopen bossen. Kaprechten zullen worden toegekend in de vorm van Timber Utilisation Contracts (TUC’s), salvage permits en rooivergunningen voor aanplantingen overeenkomstig de bepalingen in de wettelijke normen, en met name de beginselen 1 en 2. De controles zullen daarom beginnen bij de getelde bomen in deze aangewezen gebieden. De toekenning van TUC’s is gebonden aan procedures en de inschrijvingen zijn openbaar. Het register van winnende inschrijvers is openbaar. De procedures voor de toekenning van gebruiksrechten zijn beschikbaar op de website van de Forestry Commission. Bovendien zullen openbaar beschikbare samenvattingen van alle andere houders van gebruiksrechten (salvage permits en gebruiksrechten voor onderwatergebieden) als output dienen voor het controleproces, om met name de transparantie te verhogen.

De controles van de houtstroom worden beheerd door de afdeling Ontwikkeling van de houtindustrie (TIDD) en de FSD, met een zekere kwaliteitscontrole op het gebied van oogstgoedkeuring en controle na de oogst door het Resource Management Support Centre (RMSC) van de Forestry Commission. De bij elk van de controlepunten vergaarde gegevens worden door het TVD afgestemd op de vorige reeks gegevens om traceerbaarheid mogelijk te maken.

De kritieke controlepunten hebben betrekking op de bepalingen in de juridische definitie als bedoeld in bijlage II bij de overeenkomst. Zij zijn daarom verbonden met de beginselen en de criteria (zoals tussen haakjes vermeld). Naast het elektronische systeem wordt een „papieren” systeem gebruikt als reserve voor het geval het elektronische systeem onbeschikbaar is.

2.   Voorraadtelling (zie beginsel 3, criteria 3.1)

De voorraadtelling wordt hoofdzakelijk beheerd door de FSD. Het Resource Management Support Centre zorgt voor de goedkeuring van de oogst. Het resultaat van de voorraadtelling is in eerste instantie een voorraadkaart. De oogstlijst of -kaart wordt afgeleid uit de voorraadkaart. De goedgekeurde oogst vormt de definitieve output met het oog op het oogsten. Alle documenten die uit dit proces resulteren, worden voor controle doorgestuurd naar het Timber Validation Department (TVD). Om gegevens op het terrein te vergaren, worden met de hand bediende gegevensapparaten gebruikt. De gegevens worden op het einde van de dag gedownload op de pc’s van de lokale FSD. Van daaruit worden de gegevens dan verzonden naar het centrale gegevensbestand. Het centrale gegevensbestand van het TVD houdt registers bij van goedgekeurde oogsten, die worden geharmoniseerd met de boominformatie (gegevens over gerooide bomen) en de houtinformatie (gegevens over verzaagde bomen). De gedetailleerde proceskaart voor de telling is opgenomen in aanhangsel 1.

De toestemming om te oogsten wordt verkregen door de afgifte van oogstvergunningen in de vorm van een administratieve richtlijn van de Forestry Commission, die bij de oogstgoedkeuring wordt gevoegd. Bij de goedgekeurde oogst worden de lijst en de plaats van alle te rooien bomen opgegeven. De registers van oogstvergunningen omvatten daartoe de goedgekeurde oogst en de begeleidende administratieve richtlijn van de FSD.

3.   Vellen van bomen & houtproductie (zie beginsel 3, criteria 3.3)

De FSD voert de meeste controles uit op het punt van het vellen en de houtproductie. Op grond van de inventaris en het gegevensbestand betreffende goedgekeurde oogsten worden de labels die op de boomstronken en het hout moeten worden aangebracht, door de FSD aan de producent toegekend. Deze etiketten worden door de producent aangebracht op de stronk van de gevelde boom en op het geproduceerde hout. De FSD verzamelt de gegevens over de gevelde boom in een „boominformatieformulier” (TIF). Om deze functie ten volle te kunnen benutten, zullen met de hand bediende apparaten worden gebruikt. De toestemming om het hout van de rooiplaats te vervoeren wordt gegeven nadat de FSD voor elke vrachtwagenlading een houtmetings- en vervoercertificaat (log measurement & conveyance certificate, LMCC) heeft verleend. Het LMCC is gebaseerd op de vergelijking en verduidelijking van de door de producent geregistreerde informatie over de houtproducten. Kopieën van de boom- en houtproductgegevens en van de vervoersinformatie worden voor harmonisatie naar het TVD gestuurd. Een gedetailleerde procesbeschrijving is opgenomen in de grafiek in aanhangsel 2.

Metings- en vervoercertificaten voor hout van aanplantingen (PLMCC’s) worden afgegeven door de FSD. Bij ondergelopen bossen moeten de houtproducten gemerkt worden met streepjescodes met het volgnummer van de aannemer, in een andere kleur dan die van de geverfde markering. De informatieformulieren worden op de rooilocatie door het FSD-personeel ingevuld en geven de plaats van herkomst aan of het bloknummer, de stronk, het district en het eigendomslabel.

4.   Controle na de oogst (zie beginsel 3, criteria 3.2)

De controle na de oogst wordt uitgevoerd door het RMSC overeenkomstig het oogstplan, wanneer het oogsten in dat gebied is afgelopen. De officiële datum van de opening en sluiting van het gebied wordt geregistreerd in het centrale gegevensbestand met het oog op harmonisatie. Het doel van de controle na de oogst is na te gaan of de exploitant zich aan het oogstplan heeft gehouden en of het gebied in goede staat werd achtergelaten. Dit biedt ook de mogelijkheid om de kwaliteit van het voorraadoverzicht te controleren. Met name de volgende controles worden uitgevoerd:

de telling is volledig en de boomdiameters zijn correct gemeten;

de producent heeft alleen die bomen geveld die in de oogstlijst waren opgenomen;

de aantallen, soorten en omvang van de gedeclareerde houtproducten stemmen overeen met de bomen die zijn geveld;

er heeft zich geen bovenmatige kapschade voorgedaan.

Het verslag van de controle na de oogst wordt ter beschikking gesteld van de lokale en de regionale afdeling van de FSD en aan de hoofdzetels van de FSD en de Forestry Commission. Een kopie wordt voor harmonisatie naar het TVD gestuurd. Het TVD voert een steekproef uit van de controles na de oogst. Aanhangsel 3 bevat de proceskaart voor controles na de oogst.

5.   Houttransport & inspecties (zie beginsel 4, criteria 4.1)

De afdeling Ontwikkeling van de houtindustrie (TIDD) voert langs de weg onaangekondigde controles uit op de vrachtwagenladingen. De onaangekondigde controles komen bovenop de vaste controlepostinspecties. Bij houttransport & inspecties wordt de vrachtwagenlading getoetst aan de LMCC’s. De specifieke controles zullen er ook voor zorgen dat alle houtproducten van een label worden voorzien, dat formulieren niet opnieuw gebruikt worden, dat de herkomst van het hout overeenstemt met de route van de vrachtwagen, het vrachtwagenkenteken en de bestemming van de lading/vrachtwagen. De verslagen van de routinecontroles van de TIDD worden opgeslagen op met de hand bediende apparaten en voor harmonisatie naar het TVD-gegevensbestand gestuurd. Aanhangsel 4 bevat de proceskaart voor houttransport & inspecties.

6.   In beslag genomen hout (zie beginsel 2, criteria 2.3)

Door de Forestry Commission in beslag genomen hout wordt slechts bij rechterlijk vonnis verkocht via openbare verkoop. Na de verkoop ontvangt de winnende bieder een aankoopcertificaat van de FSD. Het certificaat wordt in het centrale gegevensbestand geregistreerd. Alle verkochte houtoogst wordt gelabeld. Het volledige resultaat van de verkoop en de verschuldigde betalingen worden in een verkoopverslag van de Forestry Commission geregistreerd en in het centrale gegevensbestand ingegeven. De proceskaart is opgenomen in aanhangsel 5.

7.   Ingevoerd hout (zie beginsel 4, criteria 4.1)

Voor verwerking ingevoerde houtproducten moeten door de CEPS aan de TIDD worden gedeclareerd via het GCNet-platform. Elke binnenkomende lading wordt dienovereenkomstig aan de TIDD en aan het TVD gemeld. De uitvoerdocumentatie wordt gebruikt om hout te verifiëren dat afkomstig is uit het buitenland. De TIDD meet de houtproducten en brengt een label aan op elk houtproduct dat zich in de haven bevindt. Andere producten, zoals voor verwerking bestemd timmerhout, wordt op dezelfde manier van een label voorzien. De TIDD geeft ook de LMCC’s voor de invoer (ILMCC’s) af voor hout dat bestemd is voor lokale verwerkingsbedrijven. Daarna wordt het hout op vrachtwagens geladen en samen met de ILMCC’s naar de lokale verwerkingsbedrijven gebracht. De gedeclareerde gegevens zijn vergelijkbaar met de gegevens voor in bossen gekapt hout die aan het TVD worden bezorgd. Voor alle ingevoerde houtproducten worden het labelnummer, de soort, de lengte en de twee diameters aan beide uiteinden geregistreerd. Voor elke lading wordt het LMCC, de identificatie van de invoerder, het land van herkomst, de bestemming, de identiteit van het verwerkingsbedrijf, het kenteken van de vrachtwagen en de bestuurder en eigenaar van de vrachtwagen geregistreerd. Het hout volgt dan een soortgelijk proces als hout dat in Ghana werd geoogst. De proceskaart is opgenomen in aanhangsel 6.

8.   Aankomst van de houtproducten bij het verwerkingsbedrijf (zie beginsel 5)

De producent dient dagelijks de aankomst van houtproducten bij het verwerkingsbedrijf te declareren. In deze declaraties worden de plaats, de datum/tijd, het nummer van het LMCC-formulier en het vrachtwagenkenteken van alle aangekomen ladingen vermeld. Grote ondernemingen met omvangrijke stapelplaatsen dienen de locatie van elk houtproduct op de stapelplaats na het lossen aan te geven. Telkens als de houtproducten van plaats veranderen, moeten deze gegevens worden aangepast. De controles van de TIDD moeten nagaan of alle houtproducten van een label voorzien zijn en of de informatie op het label strookt met de gedeclareerde verslagen. Ook van herwerkte houtproducten moeten registers worden bijgehouden en gedeclareerd. De bij aankomst van de houtproducten in het verwerkingsbedrijf vergaarde gegevens worden ter beschikking van het TVD gesteld. Deze gegevens betreffende de aankomst van houtproducten wordt geharmoniseerd met de LIF’s en met de LMCC’s. Aanhangsel 7 bevat de proceskaart voor de aankomst van houtproducten bij het verwerkingsbedrijf.

9.   Verwerking van het hout — shiftverslagen (zie beginsel 5)

Aan het eind van de shift declareert de zagerij/het verwerkingsbedrijf de lijst met houtproducten en houtonderdelen die tijdens de shift verwerkt zijn. De volgende gegevens moeten worden verstrekt: datum, identiteit van het verwerkingsbedrijf, labelnummers, hoeveelheden verwerkt hout en desbetreffende identificatie van het verwerkingscontract. Het systeem moet kunnen berekenen hoeveel stuks hout voortkomen uit elk houtproduct of houtonderdeel, zodat voor een bepaalde bundel verwerkt hout het houtproduct van herkomst kan worden geïdentificeerd. De omzettingsfactoren zullen afhangen van de diameter, de soort, de kwaliteit enz. van het input-houtproduct; dit kritieke element van het houttraceringssysteem, dat effectieve harmonisatie mogelijk maakt, zal in de proeffase verder worden ontwikkeld. TIDD-controleurs houden toezicht op de gegevensvergaring om ervoor te zorgen dat de registers correct en accuraat worden bijgehouden. Willekeurige inspecties en de dagen/shifts van de inspecties worden geregistreerd zodat de resultaten kunnen worden vergeleken met de dagen dat er geen inspecteurs aanwezig zijn. De registers van de productie per shift, zoals die door de producent zijn ingediend, worden beschikbaar gesteld in het centrale gegevensbestand met het oog op harmonisatie. Dit omvat de maandelijkse voorraden van verwerkte houtproducten. In aanhangsel 8 zijn de bedrijfsprocessen voor houtverwerking opgenomen.

10.   Verwerkt hout (zie beginsel 5)

Bundels verwerkt hout krijgen na de afwerking een label dat aangeeft dat het verwerkt hout betreft. TIDD-controleurs voeren de nodige controles uit alvorens de lading in containers of vrachtwagens wordt geladen. Elke vrachtwagen krijgt een genummerde vrachtbrief. Onder meer de volgende gegevens dienen te worden verstrekt voor elke bundel verwerkt hout: labelnummer, type, soort, volume, aantal stuks, contractnummer, bestemming, vrachtbriefnummer en lijst van houtproducten die in de bundel zijn gebruikt. Bij de controles van de TIDD wordt nagegaan of de verstrekte gegevens overeenstemmen met de effectieve lading op de vrachtwagen. De registers worden ter beschikking van het TVD gesteld om de harmonisatie tussen inspecties en declaraties van verwerkte houtproducten te bevorderen. Op die manier kan worden vastgesteld of de producenten hun productie correct declareren. De maandelijkse verslagen worden ter beschikking van de Forestry Commission en de hoofdzetel van de TIDD gesteld. Aanhangsel 9 bevat de bedrijfsproceskaart voor verwerkt hout.

11.   Uitvoer van bundels verwerkt hout (beginsel 5)

Om de uitvoer van bundels verwerkt hout mogelijk te maken, dienen de exporteurs (via een elektronisch formulier) een verzoek in voor de uitvoer van verwerkt hout onder een bepaald contract, met details betreffende de identiteit van de koper, de bestemming, de verzendingsdatum en de naam van het schip. Er zijn ook papieren formulieren als reserve voor het elektronische systeem. Deze omvatten een lijst met de labelnummers van de bundels verwerkt hout, met vermelding van het type product, het volume, de soort, de kwaliteit enz., samen met informatie over het verkoopcontract, de koper enz. De lijst met de labelnummers van de bundels wordt naar het centrale gegevensbestand gestuurd, waarna een verslag wordt opgemaakt met de volgende gegevens: de geschiedenis van het hout in de bundels, die aantoont waar en wanneer de verwerking heeft plaatsgevonden, de identificatienummers van de houtproducten en identificatie en locatie van de bomen, waar en wanneer de bomen werden geveld (een digitale kaart van deze „bronbomen” moet op het internet beschikbaar zijn) en de resultaten van de inspecties van de Forestry Commission/het TVD (volume en ongelijkheden tussen soorten). Bij de willekeurige inspecties wordt teruggegrepen naar de bemonsterde TVD-controles na de oogst. Als geen discrepanties betreffende een goedgekeurde drempel worden vastgesteld, wordt voor de TIDD het licht op groen gezet voor de afgifte van de FLEGT-vergunningen.

De details van de verleende productuitvoercertificaten worden opgeslagen in het gegevensbestand (naam van de vergunningverlenende instantie, certificaatnummer, volume, soorten, type product, datum van afgifte, exporteur, koper enz.). Op het moment van de goedkeuring van het contract voert de TIDD de relevante details in het systeem in: contractnummer, nummer kopersidentificatie (overzees), identificatie verwerkingsbedrijf, te leveren volumes/afmetingen (per soort en product). Details van transacties in het kader van de uitvoer van bundels hout worden in aanhangsel 10 verstrekt.

Tabel 1 op de volgende bladzijde bevat een korte beschrijving van de procedures voor het traceren van hout vanaf de voorraadtelling tot het vellen, het verzagen van het hout, de omzetting in primaire en secundaire producten en de uitvoer.

Tabel 1:   Harmonisatie van gegevens tijdens de gehele procesketen

Activiteit

Output

Gegevensbron

Harmonisatie

Belangrijkste gegevens

Telling

Voorraadlijst/-kaart

FC/Private gegevens

 

Voorraadnr., soorten, locatielabel, eigendomslabel

Oogstselectie

Oogstlijst/-kaart

FC

 

Voorraadnr., soorten, locatielabel, eigendomslabel

Goedkeuring van de oogst

Oogstlijst/-kaart

RMSC

Voorraadlijst, oogstlijst

Voorraadnr., soorten, locatielabel, eigendomslabel

Controle na het vellen

Lijst gevelde bomen (TIF)

RMSC/TVD

Oogstlijst, TIF’s

Voorraadnr., boomlabelnr.

Geproduceerd en vervoerd hout

Houtgegevens (LIF)

(declaratie), LMCC

FSD/houtproducent

TIF, LIF, LMCC

Houtlabelnr., LMCC’s

Houtinspecties langs de weg

Houtgegevens

(inspectie)

TIDD (HHC)

LMCC’s en vrachtwagenladingen

Houtlabelnr., LMCC-nr., vrachtwagenkenteken

Stapelplaats van het hout

Aankomst van het hout

Eerste verwerker

TIDD

Met declaratie van het hout, LMCC, vrachtwagenkenteken

Houtlabelnr., LMCC, vrachtwagenkenteken

Omgezet hout

Houtomzetting

Eerste verwerker

Verwerkt hout, outputvolume/-soorten

Houtlabelnr.,

Contractnr.

Vervoerd primair PW

PW-gegevens

(declaratie)

Eerste verwerker

Met omgezet

hout

Houtlabelnr.

Primair PW-labelnr., Contractnr.

Geïnspecteerd primair PW

PW-gegevens

(inspectie)

TIDD (HHC)

Tegen primaire

PW-declaratie

Primair PW-labelnr.

Uitgevoerd primair PW

PW-aankomst

(in haven)

Exporteur

Met gedeclareerde

vrachtbrief nr.

Primair PW-labelnr.

Uitvoerdossiernr.

Of … aankomst bij secundaire zagerij

Verwerkt hout

Aankomst

Tweede verwerker

Met primaire PW-declaratie

Primair PW-labelnr.

Contractnr.

Vervoerd secundair PW

PW-gegevens

(declaratie)

Tweede verwerker

Met omgezet primair PW

Secundair PW-labelnr.

Geïnspecteerd secundair PW

PW-gegevens

(inspectie)

TIDD (HHC)

Met secundaire PW-declaratie

Secundair PW-labelnr.

Uitgevoerd secundair PW

PW-aankomst

(in haven)

Exporteur

TIDD/TVD

Volledige geschiedenis

Secundair PW-labelnr.

Uitvoerdossiernr.

3.   Controleprocedure

In dit deel worden de juridische definities vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van de beginselen en de criteria. Er wordt een overzicht gegeven van de procedures zoals die door de betrokken agentschappen ten uitvoer zullen worden gelegd. Tabel 2 omvat derhalve de procedures voor controle door de verantwoordelijke afdelingen van de Forestry Commission. De output van de controleprocedures wordt geverifieerd in het kader van de protocollen die in de LAS-proeffase moeten worden ontwikkeld. De mechanismen voor het aanpakken van gevallen van niet-naleving die tijdens de controleactiviteiten aan het licht komen, worden in de proeffase in detail ontwikkeld op grond van bestaande rechtshandhavingsprocedures en regelgeving.

De controlemethodologie, waarin de periodiciteit, de bemonsteringsmethodes, de procedures voor controles ter plaatse en de vergaring van objectief bewijsmateriaal worden gespecificeerd, zal in het TVD-procedurehandboek worden vastgesteld. Bron voor deze tabel is de definitie van legaal hout in bijlage II bij de overeenkomst.

Tabel 2:   Procedures voor controle van de naleving van beginselen en criteria

BEGINSEL 1

Herkomst van het hout: hout afkomstig uit aangewezen gebieden, waarbij de individuele en groepen betrokkenen en de eigenaar toestemming hebben gegeven voor het verlenen van kaprechten.

CRITERIUM 1.1

Voor TUC’s in beschermde bosgebieden omvat het bosbeheersplan een strategisch plan;

afbakening van TUC;

opstellen van een inventaris door FSD vóór oogst (binnen/buiten beschermde gebieden en aanplantingen);

schriftelijke toestemming van betrokken individu, groep of eigenaars.

VERANTWOORDELIJKHEID

FSD is verantwoordelijk voor strategische en operationele planning van TUC’s binnen beschermde gebieden. RMSC — Kwaliteitscontrole van telling; Goedkeuring van oogst;

TIDD controleert invoerdocumentatie voor ingevoerde houtproducten en stelt verslagen op.

PROCEDURE

Binnen beschermde gebieden

Strategische beheerplannen

samenstelling van planningteam;

overzicht van huidige situatie op basis van bestaande informatie;

voorlopige indeling in zones;

onderzoeken op het terrein;

voorlopige beheerplanning voor elke zone;

opstellen van ontwerpbeheersplan;

formele evaluatie van de ontwerptekst door broneigenaars;

herziening van de ontwerptekst;

lokale goedkeuring van het ontwerpplan;

ontwerpplan doorsturen voor nationale evaluatie en goedkeuring;

het definitieve plan bekendmaken en laten circuleren;

samenvattend pamflet van het plan voorbereiden.

Afbakening van TUC

vaststellen van grenzen door FSD;

vrijmaken van grenzen door FSD.

Schriftelijke toestemming

Berichten ophangen in a) de kantoren de districtsraad, de traditionele raad en gebied van de eenheid binnen wier bevoegdheid de geïdentificeerde grond zich bevindt, gedurende 21 dagen.

Het betrokken individu, de groep of de eigenaar deelt zijn belang mee en stemt er bij schrijven van de FC mee in dat aan de grond kaprechten worden toegekend.

Inventaris

voorraadtelling door FC voor kmo’s. Grote ondernemingen doen zelf tellingen in hun TUC-gebieden;

controle van de kwaliteit van de telling en vrijgave is de verantwoordelijkheid van FC (RMSC);

oogstlijst en oogstkaart digitaliseren; gedeelde verantwoordelijkheid van FC/bedrijf;

grondige doorlichting en goedkeuring van de voorgestelde oogst door FC (RMSC);

RMSC bezorgt exemplaren van goedgekeurde oogst aan FSD, TIDD en TVD. Een onderneming stuurt het exemplaar van de goedgekeurde oogst door via FSD, met een begeleidende brief waarin de toepasselijke regels van de FC worden vermeld;

RMSC keurt oogst goed en voert ze in het centrale gegevensbestand in (kernelement van het houttraceringssysteem);

FSD keurt oogst goed en brengt ze in het gegevensbestand in.

Buiten beschermde gebieden

Operationeel plan en inventaris

goedkeuring en, indien nodig, wijziging van het ontwerp van operationeel TUC-plan (VC-FSD);

initiële selectie van bomen door contractant (onderneming);

inspectie vóór het vellen door via gps de positie te bepalen van alle te vellen bomen buiten beschermde gebieden (FC-FSD);

registreren van parameters (FC-FSD);

oogstselectie en -goedkeuring (FC-FSD);

opstellen van jaarlijks houtkapplan;

FSD bezorgt exemplaar van goedgekeurde oogst aan onderneming en TVD;

FSD voert goedgekeurde oogst in centraal gegevensbestand in.

Afbakening

controles ter plaatse door FSD van niet-toegekende gronden;

grenzen volgen indien mogelijk onbetwiste grondeigendomsgrenzen en verschillende natuurlijke kenmerken (rivieren, wegen enz.);

gebieden identificeren die moeten worden uitgesloten en vastleggen van grenzen door FSD;

afbakening op een kaart, vergezeld van een beschrijving van de grenzen door FSD.

Schriftelijke toestemming

overleg met gemeenschappen, district-CEO (DCE, District Chief Executive) of hun erkende vertegenwoordiger;

inspectie van het potentiële oogstgebied met toestemming van de grondeigenaar.

Aanplanting

telling van alle bomen die voor oogst in aanmerking komen (FC-FSD);

schatting van aantal nog niet gevelde bomen (FC-FSD);

voorafbetaling per contract (ONDERNEMING);

afgifte van een toegangsvergunning (FC-FSD);

FSD bezorgt exemplaar van toegangsvergunning aan onderneming en TVD;

FSD voert details van toegangsvergunning, met geschat boomvolume, in centraal gegevensbestand in.

Afbakening

De compartimentsgrenzen van alle aanplantingen binnen beschermde gebieden worden door FC in kaart gebracht.

De eenheid Aanplanting van FSD markeert de grenzen (bv. door vrijmaking of via oliemarkeringen).

Onderwater

Vooraf bepaald bloknummer onderwater (FC-FSD/ONDERNEMING).

Ingevoerd hout

Onderneming zorgt ervoor dat ingevoerd hout aan de TIDD wordt gedeclareerd via het CEPS-GCNet-platform;

Alle inkomende ladingen moeten aan de TIDD worden gemeld;

FC-TIDD zorgt ervoor dat alle ingevoerd hout uit legale bronnen uit het land van herkomst afkomstig is en vergezeld gaat van de gepaste documentatie. Dit moet gebeuren via controles van de invoerdocumenten.

OUTPUT

Binnen beschermde gebieden

bosbeheerdocumenten;

boskaarten;

verslagen van bosinventarisatie, voorraadtelling en oogstgegevens;

kaarten van bostypes (kritieke gebieden van de habitat, genetische hotspots, wereldwijd belangrijke biodiversiteitsgebieden, beschermde gebieden voor secundaire granen);

beheersplan voor beschermde gebieden.

Buiten beschermde gebieden

operationeel plan;

TUC-kaart;

inventarisverslag van niet-beschermde gebieden;

vellingsinspectieformulier CO2;

vellingsvergunning CO3/goedkeuringsbrief.

Aanplanting

aanplantingskaart;

tellingsverslag;

ontvangstbewijs van betaling;

toegangsvergunning.

Onderwater

Blokverslag.

Ingevoerd hout

Aangifte van ingevoerd hout aan douane (GCNet-verslag); identiteit importeur, land van herkomst enz.


BEGINSEL 1:

Herkomst van het hout: hout afkomstig uit aangewezen gebieden, waarbij de individuele en groepen betrokkenen en de eigenaar toestemming hebben gegeven voor het verlenen van kaprechten.

CRITERIUM 1.2

Toestemming grondeigenaars/individu/groep.

VERANTWOORDELIJKHEID

Controles door FC-FSD van openbare kennisgeving via driemaandelijkse verslagen van het district.

PROCEDURE

Binnen beschermde gebieden

Toestemming opgenomen in het beheersplan voor beschermde gebieden (FC-FSD).

Buiten beschermde gebieden

grondeigenaar en betrokken landbouwer(s) identificeren via de districtsraad, de traditionele raad en gebied van de eenheid en het DFO als deel van het raadplegingsproces;

team voor inspecties op het terrein samenstellen, als bij wet bepaald (FC-FSD);

pachtgeschillen via arbitrage beslechten (FC-FSD);

lokale belanghebbenden (bv. grondeigenaars, betrokken landbouwers) hebben schriftelijke toestemming verleend voor oogst.

OUTPUT

berichten van het district;

schriftelijke toestemming;

notulen van de raadpleging;

verslagen van de arbitrage.


BEGINSEL 2

Toekenning van kaprechten

Het houtbedrijf beschikte over een geldig TUC, afgegeven door de minister en geratificeerd door het parlement volgens de geldende aanbestedingsprocedures of het houtbedrijf beschikte over een geldige salvage permit, afgegeven door de Forestry Commission.

CRITERIUM 2.1

TUC’s betreffende natuurlijke bossen en aanplantingen

Kwalificatie van houtbedrijven door TREC.

VERANTWOORDELIJKHEID

MLFM,TREC & FC.

PROCEDURE

het houtbedrijf neemt deel aan een aanbestedingsprocedure;

de Forestry Commission beveelt het MLFM aan een TUC te gunnen aan het houtbedrijf;

het houtbedrijf voldoet aan alle voorwaarden in de kennisgeving van de minister betreffende de gunning in het kader van de wet. Dit omvat een gewaarborgde toestemming van het betrokken individu, de groep of grondeigenaar;

de minister voert het TUC uit in de voorgeschreven vorm;

het parlement bekrachtigt de TUC’s (met uitzondering van TUC’s voor aanplanting).

OUTPUT

pre-kwalificatieverslag van het TREC;

schriftelijke toestemming;

biedingsverslag van het TREC;

FC-verslag aan MLFM betreffende naleving;

TUC;

TUC en handelingen van het parlement (behalve TUC’s voor aanplanting).


BEGINSEL 2

Toekenning van kaprechten

Het houtbedrijf beschikte over een geldig TUC, afgegeven door de minister en geratificeerd door het parlement volgens de geldende aanbestedingsprocedures of het houtbedrijf beschikte over een geldige salvage permit, afgegeven door de Forestry Commission.

CRITERIUM 2.2

Salvage permit (2).

Afgifte van een salvage permit.

VERANTWOORDELIJKHEID

Hoofdzetel FC.

PROCEDURE

Onderneming doet aanvraag bij FC;

FSD voert controles uit en dient verslag in bij de CEO van FC over de rechtvaardiging voor de berging van commercieel hout op een bepaalde locatie;

FC geeft SP af;

FSD voert details van SP in het centrale gegevensbestand in.

OUTPUT

Aanvraag van de verzoeker;

FSD-inspectieverslag;

Salvage permit.


BEGINSEL 2

Toekenning van kaprechten

Het houtbedrijf beschikte over een geldig TUC, afgegeven door de minister en geratificeerd door het parlement volgens de geldende aanbestedingsprocedures of het houtbedrijf beschikte over een geldige salvage permit, afgegeven door de Forestry Commission.

CRITERIUM 3

In beslag genomen hout.

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-FSD

PROCEDURE

FC stelt de inbreuk vast en rechtbank staat de verkoop van in beslag genomen hout toe;

COP aan de koper verleend volgens de voorschriften; de beginselen van behoorlijke rechtsgang voor de veiling van in beslag genomen hout worden gevolgd.

OUTPUT

Uitspraak van rechtbank;

Certificaat van aankoop;

Verkoopverslag van FC.


BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie.

CRITERIUM 3.1

De houtstand is opgenomen volgens de voorschriften (inclusief inspecties voor het kappen in niet-beschermde gebieden).

Opstelling oogstplan.

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-FSD (keurt het door de industrie ingediende oogstplan goed);

RMSC (controleert of de toegekende oogst overeenstemt met MoP-vereisten).

PROCEDURE

Opname van de houtstand

Zie procedure onder criterium 1.1.

Oogstplan (beschermde gebieden)

Goedgekeurd houtkapplan per compartiment aanvullen, met onder meer:

algemene omschrijving van het compartiment;

begin- en einddatum van de oogst voorstellen;

wegen-/spooraanleg;

totale lengte van sleepsporen;

kaart op schaal ((≥ 1:10 000), waarop het volgende is te zien:

beschermde gebieden die moeten worden uitgesloten van de houtproductie;

alle waterlopen;

plaats van bestaande en nieuw aan te leggen sporen;

houtstapelplaatsen.

 

Oogstplan (niet-beschermde gebieden)

gedetailleerde beschrijving van het oogstgebied met de afgebakende grenzen van het gebied;

overzicht van aantal voor vellen geselecteerde bomen als vermeld in inspectieformulier CO2 (inspectie vóór oogst);

wegen-/spooraanleg;

totale lengte van sleepsporen;

kaart op schaal ((≥ 01:25 000), waarop het volgende is te zien:

beschermde gebieden die moeten worden uitgesloten van de houtproductie;

alle waterlopen;

plaats van bestaande en nieuw aan te leggen sporen;

Plannen van de overeenkomst, met daarop de getroffen landbouwers/gemeenschappen bij de spooraanleg.

 

Oogst

in beschermde gebieden registreert de bosopzichter de boomparameters;

de exploitant registreert de boomparameters in niet-beschermde gebieden;

boomgegevens worden ingevuld op TIF;

labelnummer (streepjescode) wordt gescand;

boomstronk wordt gemarkeerd;

boom wordt tot houtstukken verzaagd.

OUTPUT

oogstschema;

verslag opname van de houtstand;

inspectieverslag vóór het vellen;

voorraadkaarten;

oogstlijsten;

oogstkaarten.


BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie (LI 1649).

CRITERIUM 3.2

Houtkap uitgevoerd overeenkomstig oogstvereisten in voor houtproductie aangewezen gebieden.

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-FSD (controleert houtkap door ondernemingen; controleert nummering en etikettering van stronken; controleert milieueffecten overeenkomstig houtkaphandboek (bufferstroken enz.));

RMSC (voert voorraadonderzoeken uit).

PROCEDURE

Het houtbedrijf brengt districtkantoor op de hoogte van de voltooiing van het oogsten in een compartiment.

FSD voert een gedetailleerde en alomvattende inspectie na de oogst uit in het desbetreffende compartiment.

FSD controleert of de onderneming zich houdt aan de oogstnormen/-specificaties als vastgesteld in het houtkaphandboek.

Waar de onderneming het voorraadonderzoek heeft uitgevoerd, controleert het RMSC de nauwkeurigheid ervan.

Het houtbedrijf controleert of alle stronken voorzien zijn van een genummerd boomlabel.

Zowel de FSD als de onderneming zorgen ervoor dat alle voor de oogst goedgekeurde bomen zijn gerooid en alle vergoedingen, royalty’s en compensaties zijn betaald:

De onderneming zorgt ervoor dat de aangestampte grond van de stapelplaatsen wordt losgemaakt;

De onderneming zorgt ervoor dat alle vuilnis/puin van de site verwijderd wordt;

Alle stromen en waterlopen worden vrijgemaakt van puin;

Zorgt ervoor dat alle toegangs- en sleepwegen het goedgekeurde traject volgen en dat adequate drainage wordt verstrekt;

Er wordt rekening gehouden met de goede praktijken inzake vellen;

FSD zorgt ervoor dat alle relevante gegevens worden opgeslagen via draagbare computers en worden doorgestuurd naar het TVD.

 

Milieunormen

De onderneming garandeert dat:

de waterlopen niet verzilten, om waterverontreiniging te voorkomen;

geen houtkapactiviteiten zijn toegestaan binnen een bufferstrook van 25 m aan elke kant van een stroom of 50 m aan elke kant van een rivier;

roken niet is toegestaan tijdens periodes met groot risico op brand, behalve op een weg zonder brandbaar materiaal;

geen houtkap, met inbegrip van vellen, slepen en de bouw van wegen en stapelplaatsen is toegestaan binnen een beschermd gebied;

als „Zwarte Ster” geklasseerde bomen (soorten van groot internationaal belang en instandhoudingswaarde) onder geen beding worden geveld; voor soorten waarvoor een speciale vergunning is vereist, een vergunning van het RMSC verplicht is.

OUTPUT

Auditverslag na oogst van het RMSC;

Certificaat van sluiting van het compartiment.


BEGINSEL

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie.

CRITERIUM 3.3

Houtproducten zijn nauwkeurig gemeten en geregistreerd.

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-FSD (verifieert LIF-gegevens en labels op houtblokken en stronken);

TIDD (meet steekproefsgewijs houtproducten op controleposten).

PROCEDURE

FSD-bosopzichter doet volledige meting van gevelde bomen;

Registreert boomparameters op het boominformatieformulier (TIF);

Het houtbedrijf registreert houtparameters, waaronder labelnummer, op het LIF;

FC-TVD geeft labels af aan FC-FSD en ondernemingen overeenkomstig toegestane oogst;

FSD toetst TIF-gegevens aan LIF-gegevens van onderneming;

FSD verifieert houtkapgegevens en labelnummer.

OUTPUT

Ingevuld TIF en LIF.


BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie.

CRITERIUM 3.4

Geoogst hout stemt overeen met de in het TUC of de SP toegestane soorten en volumes of aantallen.

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-FSD (controleert soort- en volumeaangifte op TIF en LIF; controleert oogst).

PROCEDURE

De producent registreert de houtkapgegevens, met inbegrip van het labelnummer, aantal houtblokken van de boom, afmetingen (lengte plus diameter van beide uiteinden), soorten, labelnummer van de boom(stronk) en boomvoorraadnummer in het LIF;

FC en de onderneming controleren of alle boomstronken worden gelabeld en genummerd; gepaste kleur van label;

FSD toetst TIF-gegevens aan LIF-gegevens van onderneming;

FSD verifieert houtkapgegevens en labelnummer.

OUTPUT

Oogst;

Ingevuld TIF en LIF.


BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie.

CRITERIUM 3.5

Stronken en houtblokken zijn gemarkeerd en genummerd overeenkomstig het houtkaphandboek.

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-FSD (controleert markering en labels);

TIDD (controleert markering op houtblokken op controleposten).

PROCEDURE

FC en de onderneming garanderen dat:

alle boomstronken gemarkeerd en genummerd zijn;

elk houtblok moet gemarkeerd worden met:

soortcode, locatiemarkering, boomnummer van de contractant — opeenvolgende nummering beginnend bij 1 (met name aantal gevelde bomen sinds registratie van het eigendomslabel van de onderneming);

houtbloknummer, met name het nummer van het uit de boom gekapte houtblok; houtbloknummer 1 is het blok uit het uiteinde van de boom;

het eigendomslabel van de onderneming.

Houtblokken uit bosbestanden moeten gemarkeerd worden met:

De code van het bestand, het nummer van het compartiment en van het voorraadonderzoek.

Houtblokken uit gebieden buiten bosbestanden moeten gemarkeerd worden met de code „OFR”;

Labels van stronken/houtblokken dienen de gepaste kleur te hebben.

OUTPUT

Gemarkeerde en gelabelde stronken, gemarkeerde en gelabelde houtblokken.


BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie.

CRITERIUM 3.6

Het houtbedrijf voldoet aan de verplichtingen in het kader van de overeenkomst inzake sociale verantwoordelijkheid (SVO)

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-FSD controleert naleving van de SVO.

PROCEDURE

FC-FSD zorgt ervoor dat het houtbedrijf een SVO sluit met grondbezittende gemeenschappen en dat het integraal deel uitmaakt van TUC en de voorwaarden worden bindend voor beide partijen;

De onderneming bezorgt het SVO-document aan FC;

FC-FSD-verslag over naleving van de SVO;

Grondbezittende gemeenschappen eerbiedigen het recht van het houtbedrijf om in het TUC-gebied te werken.

OUTPUT

SVO-document; FSD-verslagen over naleving.


BEGINSEL 3

Houtoogst

Het houtbedrijf voldoet aan de voorgeschreven procedures en normen inzake bosbouwexploitatie.

CRITERIUM 3.7

Aan boeren met oogstschade is een vergoeding betaald.

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-FSD controleert niveau van compensatie en betaling.

PROCEDURE

FSD voert schadebeoordeling uit overeenkomstig het houtkaphandboek;

FSD zorgt ervoor dat het houtbedrijf de gepaste compensaties betaalt in verhouding tot de beschadigde gewassen.

OUTPUT

Schadebeoordelings- en compensatieverslag en ontvangstbewijs van betaling.


BEGINSEL 4

Vervoer

Het hout werd te allen tijde vervoerd volgens de voorschriften.

CRITERIUM 4.1

Het hout werd te allen tijde vervoerd met de officiële documenten, waarin de oorsprong wordt vermeld en die overeenkomt met de fysieke identificatie van het hout.

VERANTWOORDELIJKHEID

TIDD (controleert LMCC’s/PLMCC/ILMCC en bezorgt gegevens aan TVD).

PROCEDURE

Onderneming vraagt LMCC/PLMCC aan bij FC-FSD;

FC-FSD toetst de TIF-gegevens aan de houtkapaangiftes (LIF & houtlabelnr.);

FC-FSD geeft LMCC/PLMCC af voor vrachtwagenrit naar bestemming (zagerij);

FC-TIDD voert controles langs de weg uit op de aangewezen controleposten en TIDD-inspecteurs voeren onaangekondigde controles uit van bemonsterde vrachtwagenladingen; m.a.w. de LMCC/PLMCC worden gecontroleerd in vergelijking met de op de vrachtwagen aanwezige houtblokken (details van de controle omvatten eigendomslabel, locatiemarkering, voorraadonderzoeknummer, vrachtwagenkenteken, bestemming enz.);

FC-TIDD controleert LMCC/PLMCC-gegevens op aangewezen controlepunten, slaat ze op via draagbare computer en stuurt ze naar het centrale TVD-gegevensbestand;

Bij aankomst in de zagerij worden de gegevens m.b.t. het hout in het Mill Log Book ingevoerd.

Vervoer (ingevoerd hout)

TIDD meet het hout en brengt een label aan op elk van de houtblokken/bundels bij de haven;

Hout dat bestemd is voor lokale verwerkingsbedrijven wordt op trucks geladen en TIDD geeft ILMCC af;

De gedeclareerde gegevens zijn vergelijkbaar met de gegevens voor in bossen gekapt hout die aan het TVD worden bezorgd. Deze omvatten het labelnummer, de soort, de lengte en de twee diameters aan beide uiteinden. Voor elke lading wordt het LIF-nummer, de identificatie van de invoerder, het land van herkomst, de bestemming, de identiteit van het verwerkingsbedrijf, het kenteken van de vrachtwagen en de bestuurder en eigenaar van de vrachtwagen geregistreerd.

OUTPUT

LMCC/PLMCC, ILMCC, vrachtbrief, in het Mill Log Book geregistreerde gegevens.


BEGINSEL 4

Vervoer

Het hout werd te allen tijde vervoerd volgens de voorschriften.

CRITERIUM 4.2

Het hout werd vervoerd tijdens de wettelijk toegestane periode.

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-TIDD (controleert vrachtwagenbewegingen).

PROCEDURE

FC-TIDD & FC-FSD zorgen ervoor dat hout vervoerd wordt tussen 6 en 18 uur op werkdagen, tenzij anders toegestaan door de CEO na een daartoe bij hem ingediende aanvraag.

OUTPUT

LMCC/PLMCC/ILMCC.


BEGINSEL 5

Verwerking

CRITERIUM 5.1

De houtverwerkende bedrijven beschikken over geldige vergunningen van en zijn geregistreerd bij de Forestry Commission en voldoen aan alle wettelijke vereisten.

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-TIDD (controleert door de onderneming ingediende documenten; controleert bron van grondstof van de onderneming).

PROCEDURE

Nieuwe ondernemingen

Onderneming dient bij de FC een aanvraag in m.b.t. haar intentie om een houtproductiebedrijf te beginnen;

FC-TIDD controleert de vereiste documenten (bedrijfsplan en haalbaarheidsverslag, met inbegrip van bron van grondstof);

FC-TIDD registreert de onderneming en geeft certificaat af, indien aan alle vereisten is voldaan.

Bestaande ondernemingen

Onderneming dient bij de FC jaarlijks een aanvraag in voor vernieuwing van haar vergunning;

FC-TIDD controleert de vereiste documenten (code & certificaat van de onderneming om een zaak te beginnen, te verkrijgen bij de Registrar General’s Office;

Belastingvergunning van de Internal Revenue Service; Vernieuwing van eigendomslabel van FC-FSD); FC-TIDD vernieuwt certificaat indien aan alle vereisten is voldaan.

OUTPUT

Geldig(e) certificaat/vergunning.


BEGINSEL 5

Verwerking

CRITERIUM 5.2

De industriële praktijken komen overeen met de juridische normen.

VERANTWOORDELIJKHEID

TIDD (controleert vereisten inzake arbeid, gezondheid en veiligheid);

Eenheid arbeidsinspectie (departement arbeid).

PROCEDURE

De onderneming zorgt ervoor dat:

elke werknemer in bevredigende omstandigheden betreffende veiligheid en gezondheid werkt;

werknemers de noodzakelijke informatie, instructies en opleiding krijgen betreffende gezondheid en veiligheid op de werkplaats;

adequate voorzorgsmaatregelen worden getroffen om de veiligheid van de werknemers in geval van brand te garanderen;

er aan preventie van ongevallen en verwondingen wordt gedaan, die het gevolg kunnen zijn van, verband houden met, of zich voordoen in het geval van de arbeidsactiviteiten, door de oorzaken te beperken van risico’s die inherent zijn aan de werkomgeving;

er voor alle werknemers in een compensatieverzekering wordt voorzien;

het departement arbeid voert de inspectie uit en/of draagt de werkgever op de noodzakelijke correctieve maatregelen te treffen om de gezondheid en veiligheid op de werkplaats te garanderen.

OUTPUT

Arbeidsinstructies, opleiding, verzekering en verslagen van ongevallen.


BEGINSEL 6

Handel

Alle verkopers/exporteurs hebben geldige vergunningen om hout op de markt te brengen.

CRITERIUM 6.1

De exporteurs beschikken over een FC-vergunning.

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-TIDD.

PROCEDURE

De koper vraagt inspectie aan;

De exporteur legt het belastingscertificaat voor;

TIDD levert inspectieverslag af;

Harmonisatie van gegevens door TIDD;

FC-TIDD zorgt voor de harmonisatie van input en output;

Voorafgaand aan de uitvoer dient de exporteur een verzoek in elektronisch of manueel formaat in te dienen voor de uitvoer van verwerkt hout in het kader van een contract. Daarop volgt de contractgoedkeuringsprocedure:

Op het tijdstip van de uitvoer voert TIDD in de TVD-gegevensbank de gegevens in, zoals de identiteit van het verwerkingsbedrijf, het contractnummer, de identiteit van de koper, de te leveren volumes en afmetingen per soort en productidentiteit;

TIDD stelt verslagen op over de maandelijkse uitvoer van verwerkte houtproducten voor elke producent of exporteur;

Het centrale TVD-gegevensbestand ontvangt de lijst met labelnummers van de bundels en stelt een verslag op van de geschiedenis van het hout in bepaalde bemonsterde bundels, waaruit blijkt waar en wanneer de verwerking heeft plaatsgevonden, de nummers van de houtblokken en de locaties van de „bronbomen”, alsmede waar en wanneer bronbomen geveld zijn enz.;

Na een succesvolle harmonisatie van aanvaardbare gegevensreeksen, bezorgt TVD het inspectieverslag aan TIDD. TIDD geeft uitvoer-/FLEGT-vergunning af;

TIDD stuurt de gegevens naar CEPS met het oog op de vrijgave van de lading, zodat het schip geladen kan worden.

CEPS zorgt voor de vrijgave voor uitvoer.

OUTPUT

Registratiecertificaat voor kopers;

FC-certificaten/exploitatievergunning;

Door FC-TIDD goedgekeurd verkoopcontract;

CLC;

Belastingscertificaat, productinspectieverslag, CLC en inklaring.


BEGINSEL 6

Handel

Alle verkopers/exporteurs hebben geldige vergunningen om hout op de markt te brengen.

CRITERIUM 6.2

Binnenlandse verkopers beschikken over FC-registratie.

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-TIDD (controleert toepassingen voor registratie door binnenlandse verkopers; controles van de sites van de verkoper; controleert aankopen van de verkoper bij zagerijen).

PROCEDURE

De verkoper vraagt inspectie aan;

De verkoper legt het belastingscertificaat voor;

FC-TIDD levert inspectieverslag af;

Harmonisatie van gegevens door FC-TIDD;

Harmonisatie van input en output door FC-TIDD;

TIDD stelt in de toekomst verslagen op over maandelijkse levering aan de binnenlandse markt van verwerkte houtproducten voor elke producent.

OUTPUT

Geldige FC-registratievergunning voor de verkoper;

FC-certificaten/exploitatievergunning;

Productinspectieverslag;

Btw-registratiecertificaat;

Inkomstenbelastingscertificaat.


BEGINSEL 7

Fiscale verplichtingen

Het houtbedrijf en de verkoper waren op het moment van verkoop of export niet in gebreke wat betreft wettelijk verplichte rechten, pacht of belastingen.

CRITERIUM 7.1

Het houtbedrijf was niet in gebreke wat betreft rechten voor hout op stam of andere vergoedingen die houtkappers in Ghana dienen te betalen.

VERANTWOORDELIJKHEID

TIDD (controleert betaling van rechten voor hout op stam en andere vergoedingen alvorens de FLEGT-vergunning af te geven);

FC-FSD (controleert betaling van rechten voor hout op stam alvorens het eigendomslabel wordt vernieuwd);

TREC (controleert betalingen van rechten voor hout op stam voorafgaand aan de preselectie van inschrijvers voor concurrerende inschrijvingsprocedures);

PROCEDURE

De bosopzichters stellen wekelijks factureringsverslagen op basis van het TIF.

De Forest District Accountant bereidt de rekening van de contractant voor.

Wekelijks wordt contractfactuur/rekeningafschrift voorgelegd.

FC-FSD stelt verslagen op van de analyse van rekeningen voor royalty’s op grond van de houtproductie voor elke producent.

TIDD zorgt voor de harmonisatie van geldstromen. Voor exporteurs omvat dit:

Rechten voor hout op stam;

Erkend deviezencontroleformulier A2 van de Bank of Ghana;

Bewijs van betalingen van kredietbrieven.

OUTPUT

Rekeningen van contractanten, betalingsontvangsten deviezencontroleformulier A2, kredietbrieven.


BEGINSEL 7

Fiscale verplichtingen

Het houtbedrijf en de verkoper waren op het moment van verkoop of export niet in gebreke wat betreft wettelijk verplichte rechten, pacht of belastingen.

CRITERIUM 7.2

Het houtbedrijf was niet in gebreke wat betreft grondpacht.

VERANTWOORDELIJKHEID

FC-FSD (controleert betaling van huur van gronden).

PROCEDURE

FC-FSD stuurt contractanten maandelijkse afschriften.

OUTPUT

Maandelijkse afschriften van FSD-contractanten, betalingsontvangsten.


BEGINSEL 7

Fiscale verplichtingen

Het houtbedrijf en de verkoper waren op het moment van verkoop of export niet in gebreke wat betreft wettelijk verplichte rechten, pacht of belastingen.

CRITERIUM 7.3

Exporteur was niet in gebreke wat betreft uitvoerheffingen.

VERANTWOORDELIJKHEID

TIDD (controleert betaling van uitvoerheffingen, voorafgaand aan de registratie en de afgifte van FLEGT-vergunningen).

PROCEDURE

Exporteur legt uitvoerdocumentatie voor;

TIDD bepaalt voor welke soort heffingen gelden;

Exporteur betaalt;

FC-TIDD geeft vergunning af;

FC-TIDD legt driemaandelijkse verslagen voor aan MLFM, MFEP, Accountant General.

OUTPUT

Betalingsontvangsten en maandelijkse/driemaandelijkse FC-TIDD-verslagen.


BEGINSEL 7

Fiscale verplichtingen

Het houtbedrijf en de verkoper waren op het moment van verkoop of export niet in gebreke wat betreft wettelijk verplichte rechten, pacht of belastingen.

CRITERIUM 7.4

Het houtbedrijf en de exporteur waren niet in gebreke wat betreft vennootschapsbelasting.

VERANTWOORDELIJKHEID

FSD (controleert betalingen van inkomstenbelasting voorafgaand aan de registratie van het eigendomslabel en toekenning van middelen);

TIDD (controleert inkomstenbelasting voorafgaand aan de registratie van exporteurs/binnenlandse verkopers van houtproducten).

PROCEDURE

Exporteur of verkoper dient inkomstenbelastingscertificaten in bij de registratie van het eigendomslabel of de vernieuwing en registratie bij TIDD of de vernieuwing van het certificaat.

OUTPUT

Belastingscertificaat, betalingsontvangsten.

4.   Vergunningsprocedure

De Timber Industry Development Division (TIDD) is, als aangewezen vergunningverlenende instantie, verantwoordelijk voor de afgifte van vergunningen voor alle zendingen. De TIDD baseert zich op informatie van het TVD om vast te stellen of bij de verzending de wetgeving is nageleefd. De gedetailleerde procedures voor beheers- en vergunningsafgifte zullen tijdens de proeffase worden ontwikkeld en voortbouwen op de bestaande TIDD-procedures voor vergunningsafgifte. Dit systeem zal de TIDD toelaten per verzending vergunningen te verlenen voor uitgevoerde houtproducten en die te toetsen aan de juridische definitie. In tabel 1 zijn de gegevens opgenomen die tijdens de procesketen moeten worden geharmoniseerd; tabel 2 omvat de controle van de procedures.

Op operationeel niveau zal de TIDD de volgende gegevens harmoniseren: controle van documentatie, met inbegrip van productieopgaven en vergunningen; inspecties ter plaatse om de overeenstemming met de gedocumenteerde gegevens te garanderen; tracking van houtproducten vanaf de bron tot het punt van uitvoer; controle van royalty’s en andere rechten; en willekeurige controles van kapgebieden, vrachtwagenladingen en verwerkingsbedrijven. Deze controles worden ondersteund door de TVD-certificaten om de afgifte van de FLEGT-vergunning mogelijk te maken. Dit alles wordt verder ontwikkeld tijdens de proeffase.

De FLEGT-vergunningsinstantie heeft toegang tot de geharmoniseerde gegevens op de diverse controlepunten, met het oog op de afgifte van de vergunningen. De door de instantie verleende vergunningen worden steekproefsgewijs gecontroleerd door het TVD om ervoor te zorgen dat alleen pakketten worden uitgevoerd die voldoen aan de wettelijke eisen voor oogst, vervoer, verwerking en handel en waarvoor aan de financiële/belastingsverplichtingen is voldaan.

5.   Het timber validation department (TVD)

1.   Inleiding

Bij de implementatie van het LAS-systeem is het belangrijk dat de beginselen van onafhankelijkheid, transparantie en geloofwaardigheid worden nageleefd. In dit verband zal een Timber Validation Department (TVD) worden opgericht, dat de volgende functies zal uitoefenen:

i)

Controle van de verrichtingen van actoren in de bosbouwsector. Dit houdt met name de controle in van het statuut van de implementatie van de regelgevende functie als voorgeschreven bij de wet en opgenomen in de definitie van het wettigheidskader. Het TVD hanteert de controleprocedures als uiteengezet in tabel 2 als referentiekader voor de controles;

ii)

Harmonisatie van gegevensreeksen, die zijn opgemaakt via verrichtingen op het terrein binnen de sector, om de afgifte van systeemgebonden vergunningen mogelijk te maken.

Er wordt technische bijstand ingeroepen om de beheersystemen en controleprotocollen van het TVD vast te stellen en om de geloofwaardigheid van het LAS-systeem op te bouwen. Tevens dient dit als basis voor het opbouwen van capaciteit.

2.   Structuur en personeel van de organisatie

Het TVD zal worden opgericht als afdeling binnen de FC en in het hoofdkantoor gevestigd zijn. Het secretariaat van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst vormt de kern van het nieuwe TVD en zal geleid worden door een directeur die wordt aangesteld via een vergelijkend examen. Om de invoering van een nieuwe werkcultuur te bevorderen, zal het TVD grotendeels tijdens de proeffase personeel aanwerven om de vacatures in te vullen. Na de proeffase, als het systeem volledig operationeel is, zal een gelijkaardige benadering worden gehanteerd. Het personeel van het TVD zal grotendeels bestaan uit gediplomeerden met een sterke achtergrond inzake ICT, bosbouw, houttechnologie en beheer van de toeleveringsketen. De voornaamste functies van het TVD omvatten de verslaglegging van inbreuken en aanbevelingen voor verbetering van het LAS-systeem en van het regelgevingskader aan het ministerie van Land-, Bos- en Mijnbouw via de CEO. Om de bevoegdheid van het TVD te garanderen, zal het MLFM een wetgevingsinstrument opstellen als deel van de eerste fase van de hervormingen in het kader van de wetgevingsevaluatie.

Om een hoog niveau van personeel te verzekeren, zal de directeur ermee worden belast een programma te ontwikkelen voor de opleiding van het TVD-personeel. Dit moet ervoor zorgen dat de vaardigheden van het TVD-personeel permanent worden bijgewerkt om ze in overeenstemming te houden met de eisen van het systeem.

Om de onafhankelijkheid en geloofwaardigheid te verzekeren, zal een Timber Validation Council (TVC) worden opgericht, die toezicht moet houden op de werking van het TVD. Deze raad moet ervoor zorgen dat het TVD op een transparante en onafhankelijke manier functioneert. De raad zal onder meer bestaan uit de volgende belanghebbenden:

i)

gerechtelijke instanties,

ii)

ministerie van Land-, Bos- en Mijnbouw,

iii)

douane,

iv)

politie,

v)

maatschappelijk middenveld,

vi)

voorzitter van de FC,

vii)

industrie,

viii)

directeur van het TVD als ambtshalve lid.

De raad wordt voorgezeten door de voorzitter van de FC. De hoofden van de agentschappen van de FC kunnen worden uitgenodigd voor vergaderingen die over hun beleidsgebied handelen.

3.   Wisselwerking met bestaande instellingen

De gedetailleerde interactie van het TVD als auditor met de bestaande afdelingen/eenheden binnen de FC wordt geschetst in de interdisciplinaire proceskaarten in de aanhangselen 1-10. De bestaande afdelingen en eenheden blijven hun mandaat uitoefenen, terwijl het TVD beschikbaar blijft als controle-instantie. Het TVD en de TVC brengen verslag uit aan het MLFM via de Forestry Commission.

4.   Financiering

De Ghanese regering doet een beroep op externe bijstand bij de oprichting van het TVD, voor ondersteuning bij technisch ontwerp en om de investeringskosten te helpen dragen voor het TVD en zijn kerntaken. Op lange termijn verwacht de Ghanese regering dat de vergoedingen/huurgelden voor de houtsector de werkingskosten voor het TVD zullen dekken, alsmede de regelgevende controles betreffende de houtwinning.

Het algemene implementatiebudget van het TVD omvat de volgende gebieden:

kosten voor de aankoop van het trackingsysteem;

kosten voor technische bijstand via de geaccrediteerde controleur;

logistiek en ter beschikking stellen van instrumenten voor het TVD en de behoeften van andere afdelingen voor het implementeren van het LAS-systeem;

kosten van opleiding van TVD-personeel en van het FC-personeel waarvan de diensten essentieel zijn voor de implementatie van het systeem;

initiële kosten voor bijstand aan de industrie, zodat die voorbereid is op de technologische basisfuncties (IT) voor de werking van het systeem.

5.   Klachtenprocedure

Klachten over de werking van het TVD bij de uitgifte van controlegegevensreeksen (met name de vaststelling van het einde van het harmonisatie- en controleproces zodat FLEGT-vergunningen kunnen worden afgegeven) worden naar de TVC gestuurd. Het doel van de klachtenprocedure is benadeelde partijen een manier te bieden om compensatie te krijgen en het vertrouwen van het publiek in de werking van het controlesysteem te bevorderen. De TVC zal daartoe een arbitrageteam samenstellen, geleid door een jurist die over de vereiste kwalificaties beschikt om als rechter bij een hooggerechtshof te werken.


(1)  In augustus 2008 is een onafhankelijk onderzoek gevoerd om dit voorstel te beoordelen. Er werden enkele probleemgebieden aan het licht gebracht, die volgens beide partijen beter kunnen worden aangepakt bij de beoordeling van het systeem zodra het operationeel is. Met deze problemen zal ook tijdens de ontwerp- en proeffase van het LAS-systeem rekening worden gehouden.

(2)  De Forestry Commission geeft een vergunning af onder de daarin vastgestelde voorwaarden voor het bergen van bomen in een gebied dat in ontwikkeling is door bv. wegenaanleg, uitbreiding van woongebied of landbouwbedrijven.


Aanhangsels 1-10 — Schematische weergaven van het houttraceringssysteem (WTS)

Appendix I: Stock Enumeration — On-Reserve

Image

Appendix II: Tree Felling & Log Production

Image

Appendix III: Post Harvest Audit

Image

Appendix IV: Log Transport & Inspections

Image

Appendix V: Confiscated Timber

Image

Appendix VI: Log Imports

Image

Appendix VII: Log Arrival at Processing Plant

Image

Appendix VIII: Log Processing

Image

Appendix IX: Processed Wood

Image

Appendix X: Export of Processed Wood Bundles

Image


ACRONIEMEN

CEO

Chief Executive Officer

CEPS

Customs Excise & Preventive Services (douane-, accijns- en preventiediensten)

CLC

Certificate of Legal Compliance (certificaat van naleving van de wetgeving)

CoC

Chain of Custody (controleketen)

CoP

Certificate of Purchase (aankoopcertificaat)

DCE

District Chief Executive (CEO district)

DfID

Departement for International Development (departement voor internationale ontwikkeling)

DFO

District Forest Office (districtkantoor bosbouw)

EU

Europese Unie

FC

Forestry Commission (Bosbouwcommissie)

FLEGT

Forest Law Enforcement, Governance and Trade (wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw

FMP

Forest Management Plan (bosbeheersplan)

FMU

Forest Management Unit (bosbeheerseenheid)

Form CO2

Formulier CO2

Form CO3

Formulier CO3

FR

Forest Reserve (bosreserve)

FSC

Forest Stewardship Council (Raad voor goed bosbeheer)

FSD

Forest Service Division

GCNet

Ghana Community Network Services Ltd

GFTN

Global Forest & Trade Network

GIS

Geographic Information System (geografisch informatiesysteem)

GPS

Global Positioning System (gps)

GSBA

Globally Significant Biodiversity Area (belangrijk biodiversiteitsgebied)

HHC

Handheld Computer (handcomputer)

HQ

Headquarters (hoofdzetel)

ICT

Information and Communication Technology (informatie- en communicatietechnologie)

ID

Identificatie/Identiteit (als gebruikt in informatiesystemen)

ILMCC

Import Log Measurement and Conveyance Certificate (certificaat voor de meting en het vervoer van hout voor de invoer)

IM

Independent Monitor (onafhankelijk toezichthouder)

LAS

Legality Assurance System (systeem om de wettigheid te garanderen)

LI

Legislative Instrument (wetgevingsinstrument)

LIC

Lumber Inspection Certificate (houtinspectiecertificaat)

LIF

Log Information Form (houtinformatieformulier)

LMCC

Log Measurement and Conveyance Certificate (certificaat voor de meting en het vervoer van hout)

LSE

Large Scale Enterprise (grote onderneming)

MoFEP

Ministry of Finance and Economic Planning (ministerie van Financiën en Economische Planning)

MLFM

Ministry of Lands, Forestry and Mines (ministerie van Land-, Bos- en Mijnbouw)

ngo

Non-Governmental Organisation (niet-gouvernementele organisatie, ngo)

NTFP

Non-Timber Forest Product (bos-bijproduct)

OASL

Office of Administrator of Stool Lands

OFR

Off Forest Reserve (gebied buiten bosbestand)

PC

Personal Computer (pc)

PEFC

Programme for the Endorsement of Forest Certification (programma ter ondersteuning van boscertificering)

PLMCC

Plantation Log Measurement and Conveyance Certificate (certificaat voor de meting en het vervoer van hout van aanplantingen)

PPC

Plantation Production Certificate (productiecertificaat aanplantingen)

PW

Processed Wood (verwerkt hout)

RFID

Radio Frequency Identification Device (radiofrequentie-identificatiemiddel)

RFO

Regional Forest Office (regionaal bosbouwbureau)

RMSC

Resource Management Support Centre

RS

Range Supervisor (bosopzichter)

SME

Small & Medium Scale Enterprise (kleine en middelgrote onderneming, kmo)

SP

Salvage Permit

SRA

System Requirement Analysis (analyse van de systeemvereisten)

TIDD

Timber Industry Development Division (afdeling Ontwikkeling van de houtindustrie)

TIF

Tree Information Form (boominformatieformulier)

TO

Technical Officer (technisch medewerker)

TREC

Timber Rights Evaluation Committee (comité voor de evaluatie van kaprechten)

TSP

Temporary Sample Plot (tijdelijk proefveld)

TUC

Timber Utilisation Contract (houtexploitatiecontract)

TUP

Timber Utilisation Permit (houtexploitatievergunning)

TVD

Timber Validation Department (departement voor de goedkeuring van houtproducten)

VAT

Value Added Tax (belasting over de toegevoegde waarde, btw)

VIC

Veneer Inspection Certificate (fineerinspectiecertificaat)

VLC

Verification of Legal Compliance (controle op naleving van de wetgeving)

VLTP

Validation of Legal Timber Programme (programma voor de validering van legaal gekapt hout)

VPA

Voluntary Partnership Agreement (vrijwillige partnerschapsovereenkomst)

WTS

Wood Tracking System (houttraceringssysteem)


BIJLAGE VI

MANDAAT VOOR DE ONAFHANKELIJKE TOEZICHTHOUDER

In het kader van de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst Ghana-EU zal Ghana, in overleg met de Europese Unie, een onafhankelijke toezichthouder (IM) benoemen voor de controle op de tenuitvoerlegging van relevante procedures en controlemaatregelen, in het bijzonder met betrekking tot het systeem om de wettigheid te garanderen (LAS-systeem). Het onafhankelijke toezicht is bedoeld om alle belanghebbende partijen, inclusief het Joint Monitoring and Review Mechanism (JMRM), te garanderen dat het LAS-systeem effectief functioneert en daardoor de geloofwaardigheid te garanderen van de in het kader van deze overeenkomst verleende vergunningen.

1.   Kerntaken van de onafhankelijke toezichthouder

De belangrijkste taken van de IM zijn:

de tenuitvoerlegging en de effectiviteit van het LAS-systeem beoordelen;

de werkzaamheden van de regelgevingsagentschappen op alle niveaus van bosbeheer, industrie en leveringsketen op het terrein onderzoeken en vergelijken met de informatie van de bevoegde instanties van de Europese Unie;

systeemstoringen identificeren en in kaart brengen, en beoordelen of corrigerende maatregelen werden aanbevolen en getroffen door de regelgevingsagentschappen om gevallen van niet-naleving en systeemstoringen aan te pakken;

de effectiviteit van de getroffen corrigerende maatregelen beoordelen;

de geschiktheid van gegevensbeheersystemen ter ondersteuning van het LAS-systeem en de afgifte van FLEGT-vergunningen beoordelen;

de volledigheid en de nauwkeurigheid van gepubliceerde relevante FLEGT-productie- en handelsstatistieken beoordelen; de effectiviteit van de vergunningscontroleprocedures bij invoer in de Europese Unie beoordelen;

verslag uitbrengen van de bevindingen.

2.   Methode

De IM hanteert openbare, gedocumenteerde procedures voor het uitvoeren van controles, het beoordelen van controleobservaties en het voorbereiden van verslagen:

De controleprocedures voldoen aan de internationaal goedgekeurde beste praktijken als vastgesteld in ISO 17021 en ISO 19011 of daarmee gelijkgestelde normen;

De IM stelt een controleregeling op voor de contractperiode, met vermelding van de data wanneer de ontwerpverslagen zullen worden ingediend;

De IM-methodologie is op wetenschappelijk bewijs gebaseerd;

Tussen de eerste en de tweede controle ligt een interval van ongeveer 6 maanden; daarna wordt met jaarlijkse intervallen gewerkt;

De gedocumenteerde procedures verstrekken richtsnoeren voor steekproefsgewijze controle van documenten, verslagen en verrichtingen, waarover met de aanbestedende dienst een overeenkomst moet worden bereikt;

De gedocumenteerde procedures voorzien in het gebruik van informatie van stakeholders die niet noodzakelijk rechtstreeks betrokken zijn bij de implementatie van het LAS-systeem;

Alle controleobservaties worden gedocumenteerd;

Bij de controle moet worden nagegaan of alle LAS-aspecten naar behoren functioneren en moeten met name eventuele systeemstoringen worden geïdentificeerd, gestaafd met bewijzen van niet-naleving (non-conformiteit?) en moeten de verzoeken van de regelgevingsagentschappen om corrigerende maatregelen te nemen en de naleving daarvan worden beoordeeld;

De controleverslagen bevatten alle relevante informatie over het controleprogramma en de bevindingen. In de gedocumenteerde procedures wordt een overzicht van de controleverslagen en samenvattingen verstrekt;

De partijen zorgen ervoor dat de IM vrije toegang tot relevante informatie heeft, tenzij die informatie vertrouwelijk is, alsmede het bij de implementatie van het LAS-systeem betrokken personeel, hun controleactiviteiten, relevante activiteiten in bossen, door de houtleveringsketen heen, bij verwerkingsbedrijven en bij houtuitvoer- en houtinvoerplaatsen.

3.   Kwalificaties

De IM dient een onpartijdige en onafhankelijke organisatie te zijn, die haar bekwaamheid in controlepraktijken en in de bosbouwsector heeft aangetoond. Ervaring met de bosbouwsector in Ghana of in andere tropische houtproducerende landen is een voordeel.

De IM is niet rechtstreeks betrokken bij het bosbeheer, de houtverwerking, de houthandel of de controle van de bosbouwsector in Ghana of de EU.

Commerciële dienstverleners die door de Ghanese regering in dienst zijn genomen om andere diensten te verlenen ter ondersteuning van het beheer en de regulering van de bosbouwsector, komen niet in aanmerking.

De IM dient over een intern kwaliteitssysteem te beschikken, dat voldoet aan de ISO 17021-norm of een daarmee gelijkgestelde norm.

De IM en zijn werknemers die zijn aangewezen om de controletaken uit te voeren, dienen te beschikken over aangetoonde ervaring met de controle van bosbeheer, de houtverwerkingsindustrie en de desbetreffende leveringsketencontroles.

Als de IM geen Ghanese geregistreerde organisatie is, dient zij een beroep te doen op de diensten van een dergelijke organisatie als lokale partner en

dient zij de capaciteit van die organisatie te ontwikkelen om IM-activiteiten uit te voeren gedurende een in het contract gespecificeerde goedgekeurde periode.

4.   IM-verslaggeving

De IM-verslagen omvatten: i) een volledig verslag voor de partijen, met alle relevante informatie over het controleprogramma en het functioneren van het LAS-systeem en de FLEGT-vergunningen, en ii) een openbare samenvatting van dat verslag, met de belangrijkste bevindingen en de geïdentificeerde systeemstoringen.

De IM brengt in eerste instantie verslag uit aan de aanbestedende dienst (ministerie van Land-, Bos- en Mijnbouw), die 30 dagen de tijd heeft om opmerkingen te maken over de nauwkeurigheid, waarna kopieën van het verslag door het JMRM worden verzonden naar beide partijen.

De IM is verplicht informatie te verstrekken indien het JMRM verduidelijking vraagt.

De IM bereidt definitieve verslagen voor, waarbij rekening wordt gehouden met en verslag wordt uitgebracht over eventuele verduidelijkingen van de partijen over de ontwerpverslagen.

5.   Institutionele regelingen

Ghana contracteert de IM in overleg met de Europese Unie, op basis van gedocumenteerde en transparante selectieprocedures.

De verslagen van de IM en eventuele corrigerende maatregelen worden besproken door het JMRM.

Het JMRM stelt openbare samenvattingen van de bevindingen van de IM op en maakt ze bekend.

De IM brengt verslag uit aan de Ghanese regering, die:

de ontwerpverslagen evalueert en eventuele opmerkingen maakt, om de nauwkeurigheid en duidelijkheid te garanderen, en de Europese Unie via het JMRM verzoekt de ontwerpverslagen te evalueren en eventuele opmerkingen te maken;

beslist over de te ondernemen acties op basis van de bevindingen van de controleverslagen van rapporten, met name de maatregelen die noodzakelijk zijn om problemen in het LAS-systeem en problemen bij de tenuitvoerlegging van de door de diverse regelgevingsagentschappen aanbevolen corrigerende maatregelen aan te pakken;

de IM en de belanghebbenden informeert over eventuele corrigerende maatregelen die op basis van de controleverslagen zijn opgezet.


BIJLAGE VII

CRITERIA VOOR DE BEOORDELING VAN ET LAS-SYSTEEM VAN GHANA

De FLEGT-partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Ghana voorziet in de ontwikkeling en implementatie van een systeem om de wettigheid te garanderen (LAS-systeem) om ervoor te zorgen dat alle houtproducten die in de overeenkomst worden gespecificeerd en die van Ghana naar de Europese Unie worden uitgevoerd, binnen de wettelijke normen geproduceerd zijn. Het LAS-systeem moet de volgende elementen omvatten: een definitie van wettelijk geproduceerd hout, waarin de wetten worden beschreven waaraan moet worden voldaan opdat een vergunning kan worden verstrekt; controles van de leveringsketen om hout van bosbouwactiviteiten te traceren tot op het punt van uitvoer; controleprocedures om de naleving van alle elementen van de juridische definitie te garanderen en te documenteren en controle van de leveringsketen; vergunningsprocedures en afgifte van FLEGT-vergunningen; en onafhankelijk toezicht om ervoor te zorgen dat het systeem werkt als gepland.

De verwachtingen van de Gemeenschap met betrekking tot het LAS-systeem worden uiteengezet in een reeks instructies van een door de Commissie samengestelde deskundigengroep (1).

Beoordelingscriteria

Het LAS-systeem zal aan een onafhankelijke technische beoordeling worden onderworpen, alvorens het vergunningensysteem volledig operationeel wordt; over het mandaat wordt gezamenlijk beslist door de partijen en het Joint Monitoring and Review Mechanism. In deze beoordelingscriteria wordt omschreven wat het LAS-systeem zou moeten voortbrengen; zij dienen tevens als basis voor het mandaat met betrekking tot de beoordeling. De beoordeling is bedoeld om:

i)

de systeembeschrijving te herzien, met bijzondere aandacht voor eventuele herzieningen die zijn doorgevoerd na de ondertekening van de FLEGT-partnerschapsovereenkomst en

ii)

het functioneren van het systeem in de praktijk te onderzoeken.

Deel 1:   Definitie van wettigheid

Legaal geproduceerd hout moet worden gedefinieerd op basis van de bestaande Ghanese wetgeving. De gebruikte definitie moet ondubbelzinnig, objectief controleerbaar en operationeel uitvoerbaar zijn en ten minste de wetten omvatten die betrekking hebben op:

Oogstrechten: verlenen van wettelijke rechten om hout te oogsten binnen wettelijk vastgelegde grenzen.

Bosbouwactiviteiten: naleving van wettelijke eisen betreffende bosbeheer, bijvoorbeeld naleving van de relevante milieu- en arbeidswetgeving.

Rechten en belastingen: naleving van wettelijke eisen betreffende belastingen, invoer, royalty’s en rechten die rechtstreeks verband houden met de houtoogst en oogstrechten.

Andere gebruikers: respect voor de eventuele wettelijke pacht- of grondgebruiksrechten van andere partijen en andere middelen die kunnen worden beïnvloed door de oogstrechten.

Handel en douane: naleving van wettelijke eisen betreffende handel en douaneprocedures.

Is het duidelijk welk rechtsinstrument aan de basis ligt van elk element van de definitie?

Zijn er criteria en indicatoren gespecificeerd die gebruikt kunnen worden om de naleving van elk element van de definitie na te gaan?

Zijn de criteria/indicatoren duidelijk, objectief en operationeel uitvoerbaar?

Identificeren de indicatoren en de criteria duidelijk de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren en worden de prestaties van alle relevante actoren bij de controle beoordeeld?

Omvat de wettigheidsdefinitie de belangrijkste hierboven geschetste gebieden van bestaande wetgeving en, zo niet, waarom zijn bepaalde wetgevingsgebieden niet in de definitie opgenomen?

Is via participatie van de belanghebbenden bij het opstellen van de definitie rekening gehouden met alle belangrijke gebieden van de toepasselijke wetgeving?

Omvat het systeem ter controle van de wettigheid de belangrijkste wettelijke bepalingen die tijdens de bespreking met de belanghebbenden zijn gedefinieerd?

Zijn de wettigheidsdefinitie en de handhavingsmatrix gewijzigd sedert de ondertekening van de FLEGT-partnerschapsovereenkomst? Zijn er indicatoren en criteria ontwikkeld om de controle van deze wijzigingen te garanderen?

Deel 2:   Controle van de leveringsketen

Systemen ter controle van de leveringsketen moeten er op een geloofwaardige manier voor zorgen dat houtproducten door de hele leveringsketen kunnen worden getraceerd, vanaf de oogst of de wettelijke invoer tot en met de uitvoer. Het zal niet steeds noodzakelijk zijn de fysieke traceerbaarheid van een houtblok, een lading hout of een houtproduct van het bos van oorsprong tot het punt van de uitvoer te garanderen, maar wel steeds tussen het bos en het eerste punt van vermenging (bv. houtterminal of verwerkingsbedrijf).

2.1.   Gebruiksrechten: er is een duidelijke afbakening van de gebieden waarvoor bosbouwrechten zijn verleend en de identificatie van de houders van die rechten.

Zorgt het controlesysteem ervoor dat alleen hout dat afkomstig is uit een bosgebied waar geldige en toegestane gebruiksrechten gelden, in de leveringsketen terechtkomt?

Zorgt het controlesysteem ervoor dat aan ondernemingen die oogstactiviteiten verrichten de aangewezen gebruiksrechten worden verleend voor de desbetreffende bosgebieden?

Zijn de procedures voor het toekennen van gebruiksrechten en de informatie over toegekende gebruiksrechten en de houders daarvan openbaar gemaakt?

2.2.   Systemen ter controle van de leveringsketen: er bestaan effectieve mechanismen voor het traceren van hout door de hele leveringsketen, vanaf de oogst tot en met de uitvoer.

De benadering voor het identificeren van materiaal kan variëren en zal zich waarschijnlijk uitstrekken van het gebruik van labels voor individuele goederen tot het gebruik van documentatie over een lading of een partij goederen. De gekozen methode dient te beantwoorden aan het type en de waarde van het materiaal en het risico van verontreiniging met onwettig of ongecontroleerd materiaal.

Zijn alle alternatieven in de leveringsketen geïdentificeerd en beschreven in het controlesysteem?

Zijn alle stappen van de leveringsketen geïdentificeerd en beschreven in het controlesysteem?

Zijn de methodes bepaald en gedocumenteerd om a) de oorsprong van de producten te identificeren en b) vermenging met materiaal van onbekende bronnen in de volgende stappen van de leveringsketen te voorkomen?

hout in het bos

vervoer

tussentijdse opslag

aankomst bij primair verwerkingsbedrijf

verwerkingsbedrijven

tussentijdse opslag

vervoer

aankomst op punt van uitvoer

Welke organisaties zijn verantwoordelijk voor het controleren van de houtstromen? Beschikken zij over adequate personele en andere middelen voor het uitvoeren van de controleactiviteiten?

2.3.   Hoeveelheden: er bestaan krachtige en effectieve mechanismen voor het meten en registreren van de hoeveelheden hout of houtproducten in elke stap van de leveringsketen, inclusief betrouwbare en voldoende nauwkeurige ramingen vóór de oogst van het volume van nog niet gevelde bomen op elke plaats van oogst.

Zorgt het controlesysteem voor kwantitatieve gegevens van input en output bij de volgende stappen van de leveringsketen?

nog niet gevelde bomen,

hout in het bos,

vervoerd en opgeslagen hout,

hout dat bij de primaire verwerkingsbedrijven aankomt,

binnen de verwerkingsbedrijven,

materiaal dat bij het punt van uitvoer aankomt.

Welke organisaties zijn verantwoordelijk voor de invoer van de kwantitatieve gegevens in het controlesysteem? Hoe wordt de kwaliteit van de gegevens gecontroleerd?

2.4.   Harmonisatie: alle gegevens worden geregistreerd op een manier die de tijdige harmonisatie met de vroegere en volgende schakels in de keten mogelijk maakt. Op die manier komt een betrouwbare harmonisatie tot stand voor de volledige leveringsketen.

Worden alle kwantitatieve gegevens geregistreerd op een manier die het mogelijk maakt de hoeveelheden tijdig te harmoniseren met de vroegere en volgende stappen van de leveringsketen?

Zijn er methodes ontwikkeld om de coherentie tussen de input van grondstoffen en de output van verwerkte producten in zagerijen en andere bedrijven te beoordelen?

Is betrouwbare harmonisatie bij individuele goederen of partijen houtproducten mogelijk gedurende de volledige leveringsketen?

Welke informatiesystemen en -technologieën worden toegepast voor de opslag en harmonisatie van de gegevens en voor de verslaglegging? Bestaan er krachtige systemen ter beveiliging van de gegevens?

Welke organisatie is verantwoordelijk voor de harmonisatie van de gegevens? Beschikt zij over adequate personele en andere middelen voor het uitvoeren van de gegevensbeheeractiviteiten?

Welke informatie over de controle van de leveringsketen is openbaar gemaakt? Hoe hebben belanghebbende partijen toegang tot deze informatie?

2.5.   Vermenging van wettelijk gecontroleerd hout met ander goedgekeurd hout: als vermenging van hout uit wettelijk gecontroleerde bronnen met hout uit andere bronnen is toegelaten, bestaan er voldoende controle-instrumenten om materiaal van onbekende bronnen of materiaal dat zonder wettelijke oogstrechten werd geoogst, uit te sluiten.

Is de vermenging van gecontroleerd hout met ander goedgekeurd hout (bv. met ingevoerd hout of hout uit een bosgebied met duidelijke wettelijke oogstrechten, dat echter nog niet aan het volledige controleproces werd onderworpen) toegelaten onder het controlesysteem?

Welke controlemaatregelen worden toegepast voor deze gevallen? Bijvoorbeeld: zorgen de controles ervoor dat de gecontroleerde output de gecontroleerde input bij elke stap niet overschrijdt?

2.6.   Ingevoerde houtproducten: er bestaan adequate controles om ervoor te zorgen dat ingevoerde houtproducten wettelijk zijn ingevoerd.

Hoe wordt de wettigheid van de invoer van hout en houtproducten aangetoond?

Welk bewijsmateriaal is vereist om aan te tonen dat de ingevoerde producten afkomstig zijn van bomen die in een derde land legaal zijn gekapt?

Identificeert het LAS-systeem ingevoerd hout en houtproducten gedurende de hele leveringsketen?

Wanneer het ingevoerd hout betreft, kan het land waar de oogst plaatsvond, worden geïdentificeerd aan de hand van de FLEGT-vergunning, inclusief componenten van dat hout in samengestelde producten?

Deel 3:   Controle

De controleprocedure bestaat uit adequate controles om de wettigheid van het hout te garanderen. De controle moet voldoende efficiënt zijn om ervoor te zorgen dat niet-naleving van de vereisten, hetzij in het bos, hetzij in de leveringsketen, geïdentificeerd wordt en dat tijdig actie wordt ondernomen om de situatie recht te zetten.

3.1.   Organisatie: de controle wordt uitgevoerd door een overheid, derdenorganisatie, of een combinatie daarvan, die over adequate middelen, beheersystemen en bekwaam en opgeleid personeel beschikken, alsmede over krachtige en efficiënte mechanismen om belangenconflicten onder controle te houden.

Heeft de overheid een organisatie aangewezen om de controletaken uit te voeren? Is het mandaat (en de bijbehorende verantwoordelijkheden) duidelijk en openbaar?

Beschikt de controle-instantie over adequate middelen voor het uitvoeren van de controle van de wettigheidsdefinitie en de systemen voor de controle van de houtleveringsketen?

Beschikt de controle-instantie over een documentbeheersysteem dat:

ervoor zorgt dat het personeel van de controle-instantie over de nodige competenties en ervaring beschikt?

intern(e) controle/toezicht uitvoert?

mechanismen bevat om belangenconflicten onder controle te houden?

de transparantie van het systeem garandeert?

een controlemethodologie definieert en toepast?

3.2.   Toetsing aan de wettigheidsdefinitie: er bestaat een duidelijke definitie die bepaalt wat precies moet worden gecontroleerd. De controlemethodologie is gedocumenteerd en moet ervoor zorgen dat het proces systematisch en transparant verloopt, op wetenschappelijk bewijs is gebaseerd, op regelmatige tijdstippen wordt uitgevoerd en alle in de definitie bepaalde aspecten omvat.

Omvat de controlemethodologie alle elementen van de wettigheidsdefinitie en wordt de naleving van alle gespecificeerde indicatoren gecontroleerd?

Zijn de volgende elementen vereist bij de controle?

controle (ook onaangekondigd) van documentatie betreffende werkingsverslagen en activiteiten op het terrein;

vergaring van informatie van externe belanghebbende partijen;

bijhouden van controleverslagen, zodat ook interne controleurs en de IM controle kunnen uitoefenen.

Worden de institutionele rollen en verantwoordelijkheden duidelijk bepaald en toegepast?

Zijn de resultaten van de toetsing aan de wettigheidsdefinitie openbaar gemaakt? Hoe hebben belanghebbende partijen toegang tot deze informatie?

3.3.   Controle van systemen om de leveringsketen te controleren: er is een duidelijk toepassingsgebied afgebakend van wat moet worden gecontroleerd, dat de volledige leveringsketen van oogst tot uitvoer omvat. De controlemethodologie is gedocumenteerd en moet ervoor zorgen dat het proces systematisch verloopt, op wetenschappelijk bewijs is gebaseerd, op regelmatige tijdstippen wordt uitgevoerd en alle in het toepassingsgebied bepaalde aspecten omvat, alsook regelmatige en tijdige harmonisatie van de gegevens van elke stap van de keten.

Omvat de controlemethodologie de controles van de volledige leveringsketen? Wordt dit duidelijk vooropgesteld in de controlemethodologie?

Welk bewijsmateriaal is er om de toepassing van controles van de leveringsketen aan te tonen?

Worden de institutionele rollen en verantwoordelijkheden duidelijk bepaald en toegepast?

Zijn de resultaten van de controle van de leveringsketen openbaar gemaakt? Hoe hebben belanghebbende partijen toegang tot deze informatie?

3.4.   Niet-naleving: bestaat er een efficiënt en goed werkend mechanisme voor het vereisen en handhaven van corrigerende maatregelen bij gevallen van niet-naleving?

Wordt bovengenoemde vereiste in het controlesysteem gedefinieerd?

Worden de voor gevallen van niet-naleving ontwikkelde mechanismen in de praktijk toegepast?

Bestaan er adequate verslagen over de geïdentificeerde gevallen van niet-naleving en de getroffen corrigerende maatregelen? Wordt de doeltreffendheid van de corrigerende maatregelen beoordeeld?

Welke informatie over geïdentificeerde gevallen van niet-naleving wordt openbaar gemaakt?

Deel 4:   Verlenen van vergunningen

Ghana heeft een vergunningverlenende instantie aangewezen, die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor het verlenen van FLEGT-vergunningen. FLEGT-vergunningen worden verleend hetzij voor individuele zendingen, hetzij aan erkende bedrijven.

4.1.   Organisatie:

Aan welke organisatie wordt de verantwoordelijkheid toegekend om FLEGT-vergunningen te verlenen?

Zijn de rollen van de vergunningverlenende instantie en haar personeel met betrekking tot de afgifte van FLEGT-vergunningen duidelijk gedefinieerd en openbaar?

Zijn de competentievereisten gedefinieerd en bestaat er interne controle voor het personeel van de vergunningverlenende instantie?

Beschikt de vergunningverlenende instantie over adequate middelen voor het uitvoeren van haar taken?

4.2.   Verlenen van vergunningen

Beschikt de vergunningverlenende instantie over schriftelijk vastgelegde procedures voor het verlenen van de vergunningen? Zijn deze procedures, met inbegrip van eventueel te betalen rechten, openbaar?

Welk bewijsmateriaal bestaat er om aan te tonen dat deze procedures in de praktijk naar behoren worden toegepast?

Zijn er adequate verslagen beschikbaar over de verleende en geweigerde vergunningen? Bevatten de verslagen het nodige bewijsmateriaal op grond waarvan de vergunningen zijn verleend?

4.3.   Vergunningen per zending

Worden vergunningen verleend aan individuele ladingen (verzendingen)?

Wordt de wettigheid van een uitvoerzending aangetoond door de controle- en traceerbaarheidssystemen van de overheid?

Worden de vereisten om vergunningen te verlenen duidelijk gespecificeerd en aan de exporteur ter beschikking gesteld?

Welke informatie over verleende vergunningen wordt openbaar gemaakt?

Deel 5:   Beginselen betreffende onafhankelijke controleprocedures

De onafhankelijke toezichthouder (IM) opereert onafhankelijk van de regelgevingsinstanties voor de Ghanese bosbouwsector. Dit moet het FLEGT-vergunningensysteem geloofwaardiger maken door te controleren of alle aspecten van het Ghanese LAS-systeem naar behoren werken.

5.1.   Institutionele regelingen

5.1.1.   Verlenen van toestemming: Ghana heeft de onafhankelijke controlefunctie formeel toegestaan; zij werkt op een efficiënte en transparante manier.

5.1.2.   Onafhankelijkheid van andere LAS-elementen: er is een duidelijke scheiding tussen organisaties en individuen die betrokken zijn bij het beheer of de regulering van de bosbouw en die welke betrokken zijn bij de onafhankelijke controle.

Heeft de overheid onafhankelijkheidseisen opgesteld ten aanzien van de controleur van een derde partij (CDP)? Wordt ervoor gezorgd dat organisaties of individuen met een commercieel belang of een institutionele rol in de Ghanese bosbouwsector niet in aanmerking komen om de controle door een derde partij uit te oefenen?

5.1.3.   Benoeming van de controleur van een derde partij: de CDP werd benoemd via een transparant mechanisme en er zijn duidelijke en openbare regels betreffende zijn activiteiten.

Heeft de overheid de opdrachten voor de CDP openbaar gemaakt?

Hanteert de overheid schriftelijk vastgelegde procedures voor de benoeming van de CDP en zijn die openbaar gemaakt?

5.1.4.   Invoering van een klachtenmechanisme: er bestaat een mechanisme om klachten en geschillen in verband met de onafhankelijke controle te behandelen. Dit mechanisme is bedoeld om eventuele klachten over de werking van het vergunningensysteem adequaat te behandelen.

Bestaat er een schriftelijk vastgelegd klachtenmechanisme dat beschikbaar is voor alle belanghebbende partijen?

Is het duidelijk hoe de klachten worden ontvangen, geregistreerd, (waar noodzakelijk) doorgestuurd en beantwoord?

5.2.   Controleur van een derde partij

5.2.1.   Organisatorische en technische vereisten: de CDP werkt onafhankelijk van andere componenten van het LAS-systeem en overeenkomstig een schriftelijk vastgelegde beheerstructuur, beleid en procedures die voldoen aan de internationaal overeengekomen beste praktijken.

Werkt de CDP overeenkomstig een documentbeheersysteem dat voldoet aan de vereisten van ISO Guide 62, 65 of equivalente normen?

5.2.2.   Controlemethode: de methodologie van de CDP is gebaseerd op wetenschappelijk bewijs en de controles worden uitgevoerd met gespecificeerde minimumintervallen.

Wordt in de methodologie van de CDP bepaald dat alle bevindingen gebaseerd dienen te zijn op objectief bewijsmateriaal betreffende het functioneren van het LAS-systeem?

Worden de maximumintervallen voor de controle van elk element van het LAS-systeem vastgesteld in de methodologie?

5.2.3.   Toepassingsgebied van de controle: de CDP werkt volgens het mandaat, waarin duidelijk bepaald wordt wat moet worden gecontroleerd en waarin alle overeengekomen vereisten voor de afgifte van FLEGT-vergunningen zijn opgenomen.

Omvat de methodologie van de CDP alle elementen van het LAS-systeem en worden de belangrijkste effectiviteitstesten erin gespecificeerd?

5.2.4.   Verslagleggingsvereisten: de CDP brengt regelmatig verslag uit aan het Joint Monitoring and Review Mechanism over de integriteit van het LAS-systeem, inclusief gevallen van niet-naleving, en over zijn beoordeling van de corrigerende maatregelen.

Worden de verslagleggingsvereisten en -intervallen gespecificeerd in het mandaat van de CDP?


(1)  http://ec.europa.eu/development/policies/9interventionareas/environment/forest/flegt_briefing_notes_en.cfm


BIJLAGE VIII

SCHEMA VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DE OVEREENKOMST

 

 

Jaar (1) 1

Jaar 2

Jaar 3

Nr.

Mijlpalen

Q1

Q2

Q3

Q4

Q5

Q6

Q7

Q8

Q9

Q10

Q11

Q12

1

Capaciteitsopbouw

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

Voorlichtingscampagne partnerschapsovereenkomst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

Selectie WTS-leverancier

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4

Invoering secundaire wetgeving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

5

Oprichting TVD

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6

Start proefperiode LAS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

7

Evaluatie proefperiode LAS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

8

Nationale tenuitvoerlegging LAS

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

9

Start FLEGT-productpromotie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

10

Uitvoer producten met FLEGT-vergunning

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11

EU klaar om FLEGT-producten in te voeren

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

12

Aanwijzing onafhankelijk toezichthouder

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

13

Invoering aankoopbeleid

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

14

Promotie gecontroleerd hout op binnenlandse markt

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

15

Herziening en consolidatie bosbouwwetgeving

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

maand 48


(1)  Jaar 1 begint wanneer de overeenkomst is ondertekend.


BIJLAGE IX

ONDERSTEUNENDE MAATREGELEN VOOR DE TENUITVOERLEGGING VAN DE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST

De herstructurering van de industrie en de uitbreiding van aanplantingen zullen een belangrijke rol spelen bij de beeldvorming van Ghana over een duurzame bosbouwsector. Met het oog op de herstructurering van de industrie dienen de handelsverenigingen en het opleidingscentrum van de houtindustrie hun capaciteit uit te breiden, en dient de houtverwerkingsindustrie nieuw kapitaal aan te trekken en nieuw materiaal aan te schaffen om de verdere verwerking te ondersteunen. Voor de ontwikkeling van aanplantingen, die samen met de uitbreiding van de binnenlandse houtlevering kansen zal creëren voor activiteiten in verband met het Clean Development Mechanism (mechanisme voor schone ontwikkeling, CDM), zijn landhervormingen vereist, alsmede benefit sharing-regelingen en aanzienlijke investeringen.

Voor de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst, die gunstige omstandigheden zal creëren voor deze investeringen, zullen ondersteunende maatregelen nodig zijn voor de ontwikkeling van een LAS-regeling, hervormingen van de wetgeving, promotie van de handel en bijbehorende capaciteitsuitbouw, alsmede maatregelen op de binnenlandse markt. De ondersteunende maatregelen voor de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst zijn hieronder samengevat.

1.   Ontwikkeling van LAS

1.1.

Capaciteitsuitbouw door

1.1.1.

Forest Services Division

1.1.2.

Timber Industry Development Division

1.1.3.

Forest Resource Management Centre

1.1.4.

ICT-infrastructuur ter ondersteuning van de link van de houtindustrie met WTS

1.2.

Onafhankelijke controle

1.3.

Invoering TVD/TVC

1.4.

MLFM (JMRM)

2.   Andere vereisten inzake capaciteitsopbouw

2.1.

Andere agentschappen in het kader van de overeenkomst (CEPS, Attorney General, MoFEP)

2.2.

Maatschappelijk middenveld

2.3.

Handelsverenigingen

3.   Hervorming van de wetgeving

3.1.

Invoering van subsidiaire wetgeving

3.2.

Herziening en consolidatie van bosbouwwetgeving

4.   Handelsbevordering

4.1.

Bevordering van FLEGT-vergunningen

4.2.

Bevordering van gecontroleerde legale producten

4.3.

Bevordering van het aankoopbeleid in Ghana

5.   Binnenlandse markt

5.1.

Bevordering van regulering van de binnenlandse markt

5.2.

Bevordering van alternatieve bronnen van inkomsten

5.3.

Ontwikkeling van rubber-, hout- en bamboeverwerking

5.4.

Bevordering van verwerking en gebruik van minder courante houtsoorten

Top