EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R0033

Verordening (EG) nr. 33/2006 van de Raad van 9 januari 2006 tot uitbreiding van het antidumpingrecht op ringbandmechanismen uit de Volksrepubliek China, ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2074/2004, tot ringbandmechanismen die vanuit Laos zijn verzonden

PB L 7 van 12.1.2006, p. 1–5 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 334M van 12.12.2008, p. 682–698 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 04/12/2008

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/33/oj

12.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 7/1


VERORDENING (EG) Nr. 33/2006 VAN DE RAAD

van 9 januari 2006

tot uitbreiding van het antidumpingrecht op ringbandmechanismen uit de Volksrepubliek China, ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2074/2004, tot ringbandmechanismen die vanuit Laos zijn verzonden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), en met name op de artikelen 9 en 13,

Gezien het voorstel dat de Commissie na raadpleging van het raadgevend comité heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   PROCEDURE

1.   Thans geldende maatregelen

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 119/97 (2) (hierna „de oorspronkelijke verordening” genoemd) heeft de Raad definitieve antidumpingrechten ingesteld op ringbandmechanismen uit de Volksrepubliek China (hierna „China” genoemd), die gelijk waren aan het verschil tussen de minimuminvoerprijs van 325 EUR per 1 000 stuks voor mechanismen met 17 en 23 ringen en van 32,5 % tot 39,4 % van de nettoprijs, vrij grens Europese Unie, vóór inklaring, voor andere mechanismen dan die met 17 en 23 ringen.

(2)

Naar aanleiding van een onderzoek overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 384/96 naar het mogelijk absorberen van de antidumpingrechten (hierna „het anti-absorptieonderzoek” genoemd), heeft de Raad deze rechten bij Verordening (EG) nr. 2100/2000 (3) verhoogd tot rechten gaande van 51,2 % tot 78,8 %.

(3)

Bij Verordening (EG) nr. 1208/2004 (4) heeft de Raad de bij de oorspronkelijke verordening vastgestelde maatregelen uitgebreid tot vanuit Vietnam verzonden ringbandmechanismen.

(4)

Na een onderzoek bij het vervallen van de antidumpingrechten werden deze weer ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2074/2004 (5).

2.   Verzoek

(5)

Op 28 februari 2005 heeft de Commissie een verzoek op grond van artikel 13, lid 3, van de basisverordening ontvangen om een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontduiking van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van ringbandmechanismen uit China. Het verzoek was afkomstig van Ring Alliance Ringbuchtechnik GmbH namens producenten die goed zijn voor een groot deel van de productie van bedoelde ringbandmechanismen in de Europese Unie. De indieners van het verzoek voerden aan dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van ringbandmechanismen uit China werden ontdoken door overlading van die producten via Laos.

(6)

Volgens het verzoek was er, behalve de antidumpingmaatregelen, geen voldoende reden of rechtvaardiging voor een wijziging van het handelspatroon en werd de corrigerende werking van die maatregelen hierdoor aangetast, zowel in termen van hoeveelheden als in prijzen. De invoer van aanzienlijke hoeveelheden ringbandmechanismen uit Laos scheen in de plaats te zijn getreden van de invoer van die producten uit China en Vietnam. Voorts waren er voldoende aanwijzingen dat deze toegenomen invoer plaatsvond tegen prijzen die lager waren dan de niet-schadelijke prijs die was vastgesteld bij het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid.

(7)

Tot slot voerden de indieners van het verzoek aan dat de prijzen van de uit Laos ingevoerde ringbandmechanismen dumpingprijzen waren in vergelijking met de normale waarde die eerder voor dat product was vastgesteld.

3.   Opening van het onderzoek

(8)

Na in overleg met het Raadgevend Comité te hebben vastgesteld dat er voldoende bewijsmateriaal was om een onderzoek in te stellen overeenkomstig artikel 13 van de basisverordening, heeft de Commissie bij Verordening (EG) nr. 559/2005 (6) (hierna „de inleidingsverordening” genoemd) een onderzoek geopend. Overeenkomstig artikel 13, lid 3, en artikel 14, leden 3 en 5, van de basisverordening heeft de Commissie de douane tevens opgedragen de invoer van bedoelde ringbandmechanismen uit Laos, al dan niet aangegeven als van oorsprong zijnde uit Laos, met ingang van 14 april 2005 te registreren.

4.   Onderzoek

(9)

De Commissie heeft de Chinese en Laotiaanse autoriteiten, de belanghebbende producenten/exporteurs in China en Laos, de haar bekende belanghebbende EU-importeurs en de EU-producenten die het verzoek hebben ingediend, in kennis gesteld van de opening van het onderzoek. Zij heeft vragenlijsten gezonden aan de betrokken Chinese en Laotiaanse producenten/exporteurs en aan de EU-importeurs die in het verzoek waren genoemd of die de Commissie van het oorspronkelijke onderzoek bekend waren. Belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld om binnen de bij de inleidingsverordening vastgestelde termijn schriftelijk opmerkingen te maken en te verzoeken om te worden gehoord. Alle partijen werden erover ingelicht dat het niet verlenen van medewerking tot de toepassing van artikel 18 van de basisverordening kon leiden en dus tot bevindingen die op beschikbare gegevens waren gebaseerd.

(10)

De producenten/exporteurs in China en Laos hebben de vragenlijst niet beantwoord en de Commissie heeft evenmin opmerkingen ontvangen van de Chinese of Laotiaanse autoriteiten.

(11)

Een EU-importeur heeft geantwoord dat hij in de onderzoeksperiode geen ringbandmechanismen uit Laos heeft ingevoerd, maar heeft geen andere informatie verstrekt.

5.   Onderzoektijdvak

(12)

Het onderzoek had betrekking op de periode van 1 januari tot en met 31 december 2004 (hierna „het onderzoektijdvak” genoemd). Er werden gegevens verzameld over de periode van 2001 tot het einde van het onderzoektijdvak om vast te stellen of het handelspatroon zich had gewijzigd.

B.   RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

1.   Algemene overwegingen/niveau van de medewerking

(13)

Zoals in de overwegingen 10 en 11 vermeld, heeft geen producent/exporteur in China of Laos medewerking verleend aan het onderzoek en importeurs in de Europese Unie hebben evenmin gegevens verstrekt die voor het onderzoek relevant waren. Bijgevolg moesten de bevindingen over de invoer van ringbandmechanismen uit Laos gebaseerd worden op de beschikbare gegevens overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening.

2.   Product

(14)

Het onderzoek heeft betrekking op het in de oorspronkelijke verordening gedefinieerde product, namelijk ringbandmechanismen, ingedeeld onder GN-code ex 8305 10 00. Deze ringbandmechanismen bestaan uit twee rechthoekige stalen platen of -draden waarin ten minste vier halve ringen van staaldraad zijn bevestigd die met een stalen dekplaatje worden samengehouden. Zij kunnen worden geopend hetzij door aan de halve ringen te trekken, hetzij door een klein stalen trekkermechanisme te bedienen dat aan het ringbandmechanisme is bevestigd. Ringbandmechanismen bestaan over het algemeen uit een ring, een plaatje, een omslag, een oog en, indien van toepassing, een trekkermechanisme.

(15)

Uit de beschikbare gegevens bleek dat ringbandmechanismen die uit China in de Europese Unie worden ingevoerd, en ringbandmechanismen die vanuit Laos in de Europese Unie worden ingevoerd, dezelfde fysische basiskenmerken en toepassingen hebben. Derhalve zijn deze producten soortgelijke producten in de zin van artikel 1, lid 4, van de basisverordening. Er werden tijdens het onderzoek geen opmerkingen ontvangen waaruit het tegendeel bleek.

3.   Wijzigingen in het handelspatroon tussen derde landen en de Europese Unie

(16)

Daar geen enkele Laotiaanse onderneming medewerking verleende werd de omvang van de invoer van ringbandmechanismen uit Laos en de waarde daarvan vastgesteld aan de hand van de beschikbare gegevens, namelijk de door de lidstaten, overeenkomstig artikel 14, lid 6, van de basisverordening, verzamelde statistische gegevens die door de Commissie werden samengevoegd, en de Eurostatgegevens.

(17)

Na de instelling van de definitieve antidumpingrechten op ringbandmechanismen uit China, daalde de invoer van dat product uit China aanmerkelijk, namelijk van 1 684 t in 1999 tot 302 t in 2001 en 2002, waarna er een lichte stijging optrad tot 330 t in 2003 en 354 t in 2004. In de tweede helft van 2004 begon de invoer uit China weer te dalen, zoals blijkt uit onderstaande tabel. Tezelfdertijd steeg de invoer van ringbandmechanismen uit Laos van nul in 2001, 2002 en 2003 tot 492 t in 2004 (het onderzoektijdvak). Uit de statistieken blijkt dat de invoer uit Laos in 2005 is blijven toenemen.

(18)

Het geconstateerde handelspatroon, namelijk het samenvallen van de daling van de invoer uit China en de aanmerkelijke stijging van de invoer uit Laos in 2004, lijkt sterk op het handelspatroon dat werd vastgesteld bij het onderzoek naar de ontduiking van de antidumpingmaatregelen door overlading in Vietnam, wat geleid heeft tot een uitbreiding van de maatregelen die golden voor ringbandmechanismen uit China. Vanaf 1999 was de invoer van ringbandmechanismen uit Vietnam ook aanmerkelijk gestegen, namelijk van nul in 1999, 2000 en 2001 tot 1 105 t in 2002 en 1 778 t in 2003. Na de uitbreiding van de antidumpingmaatregelen tot ringbandmechanismen uit Vietnam, is de invoer uit Vietnam aanzienlijk afgenomen, namelijk tot 353 t in 2004 (het onderzoektijdvak). Uit de statistieken blijkt dat er in 2005 geen ringbandmechanismen uit dat land werden ingevoerd. Bij een analyse per half jaar blijkt dat in het eerste halfjaar van 2004, toen de antidumpingmaatregelen ten aanzien van ringbandmechanismen uit China werden uitgebreid tot ringbandmechanismen uit Vietnam (publicatie op 1 juli 2004, zie overweging 3), de invoer van dat product uit Vietnam nagenoeg stilviel. Vanaf dat tijdstip begon de invoer uit Laos toe te nemen van nul in de voorgaande perioden tot 100 t in het eerste halfjaar van 2004 en tot 392 t in het tweede halfjaar van 2004. Het is daarom duidelijk dat de invoer uit Laos ten minste deels in de plaats is getreden van de invoer uit Vietnam en China. De gerapporteerde invoer uit Laos bevestigt dus een handelspatroon dat al in 1999 is begonnen, daar vóór de uitbreiding van de antidumpingmaatregelen tot Vietnam het betrokken product niet vanuit Laos in de Europese Unie werd ingevoerd.

Land

2001

2002

2003

2004 (Onderzoektijdvak)

Eerste halfjaar

2004 (Onderzoektijdvak)

Tweede halfjaar

China (7)

302

302

330

212

142

Vietnam (8)

0

1 105

1 778

353

0

Laos (9)

0

0

0

100

392

4.   Onvoldoende reden of economische rechtvaardiging

(19)

De invoer van ringbandmechanismen vanuit Laos begon in 2004, na de opening van het onderzoek naar de invoer van dit product uit Vietnam in augustus 2003, en viel samen met de wijziging van het handelspatroon tussen China, Vietnam en Laos, enerzijds, en de Europese Unie, anderzijds (zie overweging 18).

(20)

Er is een samenvallen in de tijd tussen de aanmerkelijke daling van de invoer uit Vietnam bij de uitbreiding van de antidumpingmaatregelen in het kader van het onderzoek naar de ontduiking van die maatregelen, en de stijging van de invoer uit Laos. Er wordt aan herinnerd dat de autoriteiten van Laos en mogelijke producenten/exporteurs in Laos van het lopende onderzoek in kennis werden gesteld. De Commissie heeft echter geen bewijsmateriaal ontvangen waaruit zou blijken dat ringbandmechanismen daadwerkelijk in Laos worden geproduceerd; geen enkele Laotiaanse onderneming heeft aan het onderzoek meegewerkt. Op grond van de beschikbare gegevens en in afwezigheid van enige andere voldoende reden of economische rechtvaardiging in de zin van artikel 13, lid 1, tweede zin, van de basisverordening is de conclusie daarom dat de wijziging in het handelspatroon veroorzaakt werd door de uitbreiding van het antidumpingrecht tot ringbandmechanismen die vanuit Vietnam naar de Europese Unie werden verzonden.

5.   Aantasting van de corrigerende werking in termen van prijzen en/of hoeveelheden

(21)

Uit de gegevens in overweging 18 blijkt dat er sinds de uitbreiding van de maatregelen ten aanzien van ringbandmechanismen uit China tot ringbandmechanismen uit Vietnam in 2004, een duidelijke kwantitatieve verschuiving is opgetreden in het invoerpatroon van dat product. Na de uitbreiding van de maatregelen is de invoer vanuit Vietnam in 2004 aanmerkelijk gedaald en in 2005 geheel weggevallen, terwijl de invoer uit Laos sterk steeg. Volgens de gegevens van Eurostat bedroeg de totale invoer in 2004 vanuit Laos 492 t, terwijl de invoer in het eerste kwartaal van 2005 dezelfde trend vertoonde. Het is daarom duidelijk dat de aanmerkelijke wijziging in de handelsstromen de corrigerende werking van de antidumpingmaatregelen hebben aangetast in termen van hoeveelheden.

(22)

Wat de prijzen van de ringbandmechanismen uit Laos betrof, moest, vanwege het gebrek aan medewerking, gebruik worden gemaakt van Eurostatgegevens, die de beste gegevens waren die beschikbaar waren. De gemiddelde prijzen bij uitvoer uit Laos waren lager dan de niet-schadelijke prijs die bij het oorspronkelijke onderzoek was vastgesteld. Daarom werd de corrigerende werking van het antidumpingrecht ook in termen van prijzen aangetast.

(23)

De conclusie is derhalve dat de invoer van ringbandmechanismen uit Laos zowel in termen van hoeveelheden als van prijzen de corrigerende werking van het antidumpingrecht tenietdoet.

6.   Vergelijking met de eerder vastgestelde normale waarden

(24)

Om vast te stellen of ringbandmechanismen uit Laos met dumping werden ingevoerd moest, bij gebrek aan medewerking, zoals in overweging 13 vermeld, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de Eurostatgegevens over de prijzen bij uitvoer uit Laos naar de Europese Unie op GN-niveau.

(25)

Overeenkomstig artikel 13, lid 1, van de basisverordening werden deze exportprijzen vergeleken met de eerder vastgestelde normale waarde, namelijk de normale waarde die was vastgesteld bij het meest recente onderzoek bij het vervallen van de maatregelen. Bij dit onderzoek (zie overweging 4) werd India als het meest geschikte land met markteconomie beschouwd dat als referentieland voor China kon dienen, en de normale waarde werd vastgesteld aan de hand van de prijzen en de geconstrueerde normale waarde in dat referentieland.

(26)

Bij gebrek aan medewerking van de zijde van ondernemingen in Laos werd het passend geacht, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, bij de vergelijking van de exportprijs en de normale waarde ervan uit te gaan dat het productassortiment bij dit onderzoek hetzelfde was als bij het onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van ringbandmechanismen uit China.

(27)

Overeenkomstig artikel 2, leden 11 en 12, van de basisverordening werd de bij dat onderzoek vastgestelde normale waarde vergeleken met de gewogen gemiddelde exportprijs in het onderzoektijdvak van onderhavig onderzoek en uitgedrukt in procenten van de cif-prijs grens Europese Unie, vóór inklaring. Uit deze vergelijking bleek dat de dumpingmarge aanzienlijk was.

C.   MAATREGELEN

(28)

Gelet op het voorgaande is de conclusie dat de antidumpingmaatregelen zijn ontdoken in de zin van artikel 13, lid 1, tweede zin, van de basisverordening. Overeenkomstig artikel 13, lid 1, eerste zin, van de basisverordening moeten de antidumpingmaatregelen ten aanzien van ringbandmechanismen uit China, zoals gewijzigd naar aanleiding van het anti-absorptieonderzoek, worden uitgebreid tot ringbandmechanismen die vanuit Laos worden verzonden, bij invoer in de Europese Unie al dan niet aangegeven als van oorsprong zijnde uit Laos.

(29)

Volgens artikel 14, lid 5, van de basisverordening moeten de maatregelen worden toegepast vanaf de datum van registratie van de invoer, hetgeen betekent dat het antidumpingrecht dient te worden geheven vanaf de datum waarop volgens de inleidingsverordening een begin werd gemaakt met de registratie van de invoer van ringbandmechanismen vanuit Laos.

(30)

De uit te breiden maatregelen dienen de maatregelen te zijn die werden vastgesteld bij artikel 1, lid 2, van de oorspronkelijke verordening, laatstelijk gewijzigd naar aanleiding van het onderzoek bij het vervallen van de maatregelen, namelijk

a)

voor mechanismen met 17 en 23 ringen dient het recht gelijk te zijn aan het verschil tussen de minimuminvoerprijs van 325 EUR per 1 000 stuks en de nettoprijs, vrij grens Europese Unie, vóór inklaring;

b)

voor andere mechanismen dan die met 17 of 23 ringen het residuele recht van 78,8 %.

(31)

Daar in artikel 14, lid 5, van de basisverordening is bepaald dat uitgebreide maatregelen van toepassing dienen te zijn op goederen waarvan de invoer in de Europese Unie overeenkomstig de inleidingsverordening is geregistreerd, dienen de rechten te worden geheven van uit Laos ingevoerde ringbandmechanismen waarvan de invoer werd geregistreerd.

D.   VERZOEKEN OM VRIJSTELLING

(32)

Hoewel bij het onderzoek niet is gebleken dat er in Laos daadwerkelijk een producent is die ringbandmechanismen naar de Europese Unie uitvoert, en een dergelijke exporteur zich ook niet bij de Commissie heeft aangemeld, moeten andere betrokken exporteurs die een verzoek om vrijstelling van het uitgebreide antidumpingrecht wensen in te dienen op grond van artikel 13, lid 4, van de basisverordening, een vragenlijst invullen aan de hand waarvan de Commissie kan vaststellen of die vrijstelling kan worden verleend. Deze kan worden verleend na de beoordeling van de marktsituatie, de productiecapaciteit, bezettingsgraad, aankoop en verkoop in verband met het betrokken product en de waarschijnlijkheid van een voortzetting van de praktijken waarvoor geen voldoende reden of economische rechtvaardiging is en het bewijsmateriaal inzake dumping. De Commissie verricht doorgaans ook een controle ter plaatse. Het verzoek moet zo spoedig mogelijk bij de Commissie worden ingediend en dient alle nodige gegevens te bevatten, met name over eventuele wijzigingen in de activiteiten van de onderneming op het gebied van productie en verkoop.

E.   PROCEDURE

(33)

Belanghebbenden werden in kennis gesteld van de voornaamste feiten en overwegingen op grond waarvan de Raad voornemens is de thans geldende antidumpingrechten uit te breiden, en konden hierover opmerkingen maken en een verzoek indienen om te worden gehoord. Er werden geen opmerkingen ontvangen die van dien aard waren dat zij wijziging brachten in bovenstaande conclusies,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het bij Verordening (EG) nr. 2074/2004 ingestelde antidumpingrecht op ringbandmechanismen, ingedeeld onder GN-code ex 8305 10 00, uit de Volksrepubliek China:

a)

dat gelijk is aan het verschil tussen de minimuminvoerprijs van 325 EUR per 1 000 stuks en de nettoprijs vrij grens Europese Unie, vóór inklaring (voor ringbandmechanismen met 17 en 23 ringen — Taric-codes 8305100021 en 8305100029);

b)

van 78,8 % (voor andere ringbandmechanismen dan die met 17 of 23 ringen — Taric-codes 8305100011 en 8305100019),

wordt uitgebreid tot ringbandmechanismen die vanuit Laos zijn verzonden en die al dan niet worden aangegeven als van oorsprong zijnde uit Laos (Taric-codes 8305100013 en 8305100023).

Voor de toepassing van deze verordening bestaan ringbandmechanismen uit twee rechthoekige stalen platen of -draden waarin ten minste vier halve ringen van staaldraad zijn bevestigd die met een stalen dekplaatje worden samengehouden. Zij kunnen worden geopend hetzij door aan de halve ringen te trekken, hetzij door een klein stalen trekkermechanisme te bedienen dat aan het ringbandmechanisme is bevestigd.

2.   Het recht dat bij lid 1 werd uitgebreid, wordt geheven van de ringbandmechanismen uit Laos waarvan de invoer werd geregistreerd overeenkomstig artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96.

3.   De bepalingen inzake douanerechten zijn van toepassing.

Artikel 2

1.   Verzoeken om vrijstelling van het bij artikel 1 uitgebreide recht dienen schriftelijk, in één van de officiële talen van de Europese Unie, aan het volgende adres te worden gericht en te worden ondertekend door een persoon die bevoegd is om de indiener van het verzoek te vertegenwoordigen:

Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat B

Kamer J-79 5/17

B-1049 Brussel

Fax (32-2) 295 65 05

Telex 21877 COMEU B.

2.   Na overleg in het raadgevend comité kan de Commissie, overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 384/96, vrijstelling verlenen van het bij artikel 1 uitgebreide recht aan ondernemingen die de antidumpingmaatregelen, ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2074/2004, niet ontduiken.

Artikel 3

De douane wordt hierbij de opdracht gegeven de bij artikel 2 van Verordening (EG) nr. 559/2005 ingestelde registratie van de invoer te beëindigen.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 9 januari 2006.

Voor de Raad

De voorzitster

U. PLASSNIK


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  PB L 22 van 24.1.1997, blz. 1.

(3)  PB L 250 van 5.10.2000, blz. 1.

(4)  PB L 232 van 1.7.2004, blz. 1.

(5)  PB L 359 van 4.12.2004, blz. 11.

(6)  PB L 94 van 13.4.2005, blz. 26.

(7)  Beginnende met 1 684 t in 1999.

(8)  Beginnende met nul in 1999.

(9)  Beginnende met nul in 1999.

Bron: Door de lidstaten verzamelde en door de Commissie samengevoegde gegevens overeenkomstig artikel 14, lid 6, van de basisverordening en Eurostat.


Top