Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006H0406

    Aanbeveling van de Commissie van 7 juni 2006 tot vaststelling van richtsnoeren voor het gebruik van vermeldingen dat er geen dierproeven zijn uitgevoerd overeenkomstig Richtlijn 76/768/EEG van de Raad (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 158 van 10.6.2006, p. 18–19 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 118M van 8.5.2007, p. 862–863 (MT)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2006/406/oj

    10.6.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 158/18


    AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

    van 7 juni 2006

    tot vaststelling van richtsnoeren voor het gebruik van vermeldingen dat er geen dierproeven zijn uitgevoerd overeenkomstig Richtlijn 76/768/EEG van de Raad

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2006/406/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (1), en met name op de tweede zin van artikel 6, lid 3, tweede alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Artikel 6, lid 3, van Richtlijn 76/768/EEG bepaalt dat de fabrikant of degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen in de Gemeenschap van een cosmetisch product, op de verpakking van het product of op enig document, bord, etiket, wikkel of manchet dat bij het product is gevoegd of daarnaar verwijst, alleen dan erop mag wijzen dat het product niet op dieren is getest, wanneer de fabrikant en zijn leveranciers geen dierproeven hebben uitgevoerd of laten uitvoeren met het eindproduct, het prototype daarvan of enig ingrediënt daarvan, en evenmin ingrediënten hebben aangewend die door anderen op dieren zijn getest met het doel nieuwe cosmetische producten te ontwikkelen.

    (2)

    Het is dus mogelijk op een cosmetisch product te vermelden dat bij de ontwikkeling ervan geen dierproeven zijn uitgevoerd.

    (3)

    Het is zaak richtsnoeren vast te stellen om gemeenschappelijke criteria voor het gebruik van deze vermeldingen en een eenvormige interpretatie ervan te waarborgen. De vermeldingen mogen de consument vooral niet misleiden en niet leiden tot oneerlijke concurrentie op de markt tussen fabrikanten.

    (4)

    Bovendien maakt een eenvormige interpretatie van artikel 6, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 76/768/EEG in het kader van een goede administratieve samenwerking de gemeenschappelijke uitvoering door de controlediensten eenvoudiger. Verstoringen op de interne markt kunnen zo bijvoorbeeld worden vermeden.

    (5)

    De in deze aanbeveling vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor cosmetische producten,

    BEVEELT AAN:

    De lidstaten moeten de volgende richtsnoeren in acht nemen met het oog op de toepassing van artikel 6, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 76/768/EEG.

    1.   Basisbeginselen

    De consument mag door vermeldingen op een cosmetisch product niet misleid worden. De consument moet dankzij de vermelding „niet getest op dieren” een doordachte keuze kunnen maken. De informatie moet nuttig zijn voor de consument.

    Het gebruik van vermeldingen mag niet leiden tot oneerlijke concurrentie op de markt tussen fabrikanten en/of leveranciers die vermeldingen als marketingmiddel gebruiken.

    2.   Vrijwillig gebruik van vermeldingen

    Krachtens artikel 6, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 76/768/EEG mag de fabrikant of degene die voor het in de handel brengen van het product verantwoordelijk is, vermelden dat geen dierproeven zijn uitgevoerd. De fabrikant of degene die voor het in de handel brengen van het product verantwoordelijk is, is daartoe echter niet verplicht. Het is een mogelijkheid die geboden wordt mits — rekening houdend met deze richtsnoeren — aan de voorwaarden van artikel 6, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 76/768/EEG is voldaan.

    3.   Interpretatie van de voorwaarden van artikel 6, lid 3, tweede alinea, van Richtlijn 76/768/EEG

    Ter verduidelijking wordt de aandacht gevestigd op de definities van een aantal in deze richtsnoeren gebruikte termen:

    „cosmetisch product”: „cosmetisch product” zoals gedefinieerd in artikel 1 van Richtlijn 76/768/EEG,

    „cosmetisch eindproduct”: „cosmetisch eindproduct” zoals gedefinieerd in artikel 4 bis, lid 3, onder a), van Richtlijn 76/768/EEG,

    „ingrediënten”: chemische stoffen of preparaten van synthetische of natuurlijke oorsprong, met inbegrip van parfumerende en aromatische verbindingen die in de samenstelling van cosmetische producten voorkomen (zie artikel 5 bis, lid 1, van Richtlijn 76/768/EEG, waarin „parfumerende en aromatische verbindingen” alleen worden uitgesloten met het oog op het opstellen van een inventaris van ingrediënten),

    „prototype van het cosmetisch product”: „prototype” zoals gedefinieerd in artikel 4 bis, lid 3, onder b), van Richtlijn 76/768/EEG,

    „dier”: „dier” zoals gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Richtlijn 86/609/EEG van de Raad (2),

    „proef”: alle verrichte proeven betreffende de ontwikkeling of veiligheidsbeoordeling van het product of de ingrediënten ervan (zie artikel 7 bis, onder h), van Richtlijn 76/768/EEG),

    „nieuwe proef”: een product of de ingrediënten ervan op een ander tijdstip aan een proef onderwerpen.

    De voorwaarden van artikel 6, lid 3, tweede alinea, moeten als volgt worden geïnterpreteerd:

    a)

    „het product is niet op dieren getest”: bij de ontwikkeling of veiligheidsbeoordeling van een cosmetisch product of de ingrediënten ervan is geen enkele dierproef uitgevoerd. De vermelding mag alleen worden gebruikt als de dierproeven volledig door een alternatieve methode zijn vervangen (en dus niet als de dierproeven zijn verminderd of verfijnd). Het maakt ook niet uit waar (in de Gemeenschap of in derde landen) of wanneer de dierproeven (inclusief „nieuwe proeven”) zijn uitgevoerd.

    b)

    „de fabrikant en zijn leveranciers hebben geen dierproeven uitgevoerd of laten uitvoeren […]”: de fabrikant en zijn leveranciers, met inbegrip van alle leveranciers in de toeleveringsketen, hebben:

    de dierproeven niet zelf uitgevoerd;

    geen dierproeven laten uitvoeren. Dit betekent dat ze niet om dierproeven hebben verzocht en niet voor dierproeven hebben betaald (bijvoorbeeld door academisch onderzoek te steunen).

    c)

    De fabrikant en zijn leveranciers hebben „geen ingrediënten aangewend die door anderen op dieren zijn getest met het doel nieuwe cosmetische producten te ontwikkelen”. Dit betekent dat de fabrikant en zijn leveranciers geen ingrediënten hebben gebruikt waarover gegevens beschikbaar zijn (bijvoorbeeld in de wetenschappelijke literatuur) die ontleend zijn aan dierproeven die door anderen zijn uitgevoerd met het doel nieuwe cosmetische producten te ontwikkelen. In deze context betekent „de ontwikkeling van een nieuw cosmetisch product” de herformulering van een reeds in de handel bestaand product of de ontwikkeling van een volledig nieuw product (innovatie). Een nieuwe verpakking wordt niet als een nieuw cosmetisch product beschouwd.

    4.   Bewijslast

    Wie op een cosmetisch product vermeldt dat bij de ontwikkeling van het product geen dierproeven zijn uitgevoerd, is voor deze vermelding verantwoordelijk en moet de juistheid ervan kunnen staven overeenkomstig Richtlijn 76/768/EEG.

    Opgemerkt zij in dit verband dat alle relevante informatie voor controles gemakkelijk toegankelijk moet zijn in overeenstemming met artikel 7 bis, lid 1, van Richtlijn 76/768/EEG, en met name de punten d) en h):

    „d)

    de beoordeling van de veiligheid van het eindproduct voor de gezondheid van de mens.

    […]

    h)

    gegevens over eventuele dierproeven die door de fabrikant, zijn gevolmachtigden of zijn leveranciers zijn verricht betreffende de ontwikkeling of veiligheidsbeoordeling van het product of de ingrediënten daarvan, met inbegrip van eventuele dierproeven die zijn verricht om te voldoen aan de voorschriften van niet-lidstaten.”.

    5.   Formulering van vermeldingen

    Wie wil vermelden dat een product niet op dieren is getest, kan kiezen welke woorden en/of figuratieve of andere tekens hij daarvoor gebruikt, mits aan alle relevante voorwaarden van Richtlijn 76/768/EEG is voldaan.

    Gedaan te Brussel, 7 juni 2006.

    Voor de Commissie

    Günter VERHEUGEN

    Vice-voorzitter


    (1)  PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/80/EG van de Commissie (PB L 303 van 22.11.2005, blz. 32).

    (2)  PB L 358 van 18.12.1986, blz. 1.


    Top