Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004D0281

Besluit Van De Raad van 22maart 2004 houdende aanpassing van de Akte betreffende de toetreding van de Republiek Tsjechië, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Republiek Slowakije, en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, in verband met de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

PB L 93 van 30.3.2004, p. 1–17 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2004/281/oj

32004D0281

Besluit Van De Raad van 22maart 2004 houdende aanpassing van de Akte betreffende de toetreding van de Republiek Tsjechië, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Republiek Slowakije, en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, in verband met de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Publicatieblad Nr. L 093 van 30/03/2004 blz. 0001 - 0017


Besluit Van De Raad

van 22 maart 2004

houdende aanpassing van de Akte betreffende de toetreding van de Republiek Tsjechië, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Republiek Slowakije, en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, in verband met de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid

(2004/281/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie(1), ondertekend te Athene op 16 april 2003, en met name op artikel 2, lid 3,

Gelet op de Akte betreffende de toetreding van de Republiek Tsjechië, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Republiek Slowakije, en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond(2) ("de Toetredingsakte"), en met name op artikel 23,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement(3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Door de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, en met name door Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers(4), zijn belangrijke wijzigingen aangebracht in het acquis waarop de toetredingsonderhandelingen waren gebaseerd.

(2) Daarom moet de Toetredingsakte van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije ("de nieuwe lidstaten") worden aangepast om de onderhandelingsresultaten verenigbaar te maken met het nieuwe acquis, vooral waar in de Toetredingsakte verwijzingen voorkomen die nu verouderd zijn, of waar de onderhandelingsresultaten niet verenigbaar zijn met de nieuwe landbouwverordeningen.

(3) Bij het in de Toetredingsakte aanbrengen van de nodige aanpassingen dienen de fundamentele kenmerken en beginselen van de onderhandelingsresultaten behouden te blijven en te worden toegepast op nieuwe elementen. Voorts dienen de aanpassingen van de Toetredingsakte beperkt te blijven tot wat absoluut noodzakelijk is.

(4) Bij Verordening (EG) nr. 1787/2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sectormelk en zuivelproducten(5) en Verordening (EG) nr. 1788/2003 tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten(6) zijn belangrijke wijzigingen aangebracht in het acquis in de zuivelsector. Daarom zijn op dit gebied technische aanpassingen van de Toetredingsakte nodig om ervoor te zorgen dat de onderhandelingsresultaten verwijzen naar en passen bij het nieuwe acquis.

(5) De bij de toetredingsonderhandelingen voor de nieuwe lidstaten overeengekomen nieuwe maatregel "steun voor naleving van de communautaire normen" en de nieuwe maatregel "voldoen aan normen" die is ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 1783/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1257/1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL)(7), dienen zo te worden gecombineerd dat er tussen beide maatregelen geen overlapping is en de in het kader van de maatregel "steun voor naleving van de communautaire normen" voor de nieuwe lidstaten beschikbare mogelijkheden worden gehandhaafd.

(6) Activiteiten van het type LEADER (Community initiative for rural development) dienen voor de nieuwe lidstaten niet via een afzonderlijk programma te worden ondersteund, maar via een maatregel die wordt geïntegreerd in de door de Structuurfondsen gesteunde programma's.

(7) Bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 is Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(8) ingetrokken. Daarom moeten de bepalingen betreffende de invoering van rechtstreekse betalingen in de nieuwe lidstaten en de regeling inzake een enkele areaalbetaling worden opgenomen in Verordening (EG) nr. 1782/2003.

(8) Met het oog op handhaving van de onderhandelingsresultaten moeten met name ook de nodige aanpassingen worden verricht om ervoor te zorgen dat de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen die deel uitmaken van de randvoorwaarden als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1782/2003, facultatief zijn voor de nieuwe lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen.

(9) De nieuwe lidstaten dienen aan het einde van de periode waarin de regeling inzake een enkele areaalbetaling wordt toegepast, de bedrijfstoeslagregeling toe te passen.

(10) Als gevolg van de invoering van de bedrijfstoeslagregeling zijn enkele aanpassingen nodig ter handhaving van de coherentie van de aanvullende nationale rechtstreekse betalingen. Met name moet de regeling in de Toetredingsakte worden aangepast om die aanvullende betalingen op de beoogde wijze mogelijk te maken in drie verschillende scenario's: in de eerste plaats de "klassieke" regelingen voor rechtstreekse betalingen, in de tweede plaats de regionale optie van de nieuwe bedrijfstoeslagregeling en in de derde plaats de regeling inzake een enkele areaalbetaling.

(11) De Toetredingsakte moet worden aangepast om ervoor te zorgen dat in afwijking van verordeningen toegestane overgangsperioden van kracht blijven wanneer die verordeningen zijn ingetrokken,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage II, hoofdstuk 6.A, bij de Toetredingsakte wordt als volgt aangepast:

1) punt 13 wordt vervangen door:

"13. 32003 R 1788: Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 123)".

a) aan artikel 1 worden de volgende leden toegevoegd:

"4. Voor Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije wordt een speciale herstructureringsreserve ingevoerd zoals vastgesteld in tabel g) van bijlage I. Deze reserve wordt met ingang van 1 april 2006 vrijgegeven in de mate waarin het verbruik van melk en zuivelproducten op het eigen landbouwbedrijf in elk van deze landen is gedaald, sedert 1998 voor Estland en Letland, en sedert 2000 voor Tsjechië, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije. Het besluit tot vrijgave van de reserve en inzake de verdeling ervan over de quota voor leveringen en rechtstreekse verkoop wordt genomen door de Commissie volgens de in artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1788/2003 bedoelde procedure op basis van de beoordeling van een uiterlijk op 31 december 2005 door Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije aan de Commissie voor te leggen verslag. Dit verslag moet de resultaten en trends van het lopende herstructureringsproces in de zuivelsector van het land, en met name de verschuiving van productie voor verbruik op het eigen bedrijf naar productie voor de markt, gedetailleerd weergeven.

5. Voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije hebben de nationale referentiehoeveelheden betrekking op alle hoeveelheden koemelk of equivalent daarvan die worden geleverd aan een koper of rechtstreeks voor verbruik worden verkocht, ook indien deze krachtens een in die landen geldende overgangsmaatregel worden geproduceerd of vermarkt."

b) aan artikel 6, lid 1, worden de volgende alinea's toegevoegd:"Voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije wordt de grondslag voor de bovenbedoelde individuele referentiehoeveelheden vastgesteld in tabel f) van bijlage I.

In het geval van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije vangt het tijdvak van twaalf maanden voor de vaststelling van de individuele referentiehoeveelheden aan op: 1 april 2001 voor Hongarije, 1 april 2002 voor Malta en Litouwen, 1 april 2003 voor Tsjechië, Cyprus, Estland, Letland en Slowakije en 1 april 2004 voor Polen en Slovenië.

Om in voorkomend geval artikel 95 van Verordening (EG) nr. 1782/2003(9) toe te passen kunnen Polen en Slovenië evenwel voorlopige individuele referentiehoeveelheden vaststellen op basis van het tijdvak van twaalf maanden dat aanvangt op 1 april 2003, en tegen 1 april 2005 stellen zij de definitieve individuele referentiehoeveelheden vast. Tot 1 april 2005 zijn de artikelen 3 en 4 van de onderhavige verordening niet van toepassing in Polen en Slovenië.

Wat Polen betreft, wordt de verdeling van de totale hoeveelheid over de leveringen en de rechtstreekse verkoop op basis van de werkelijke cijfers over de in 2003 geleverde en rechtstreeks verkochte hoeveelheden opnieuw bezien en zo nodig door de Commissie aangepast volgens de in artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1788/2003 bedoelde procedure."

c) aan artikel 9, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:"Voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije is het in lid 1 bedoelde referentievetgehalte hetzelfde als het referentiegehalte van de hoeveelheden die aan de producenten worden toegewezen op basis van het tijdvak tot en met de volgende datum: 31 maart 2002 voor Hongarije, 31 maart 2003 voor Litouwen, 31 maart 2004 voor Tsjechië, Cyprus, Estland, Letland en Slowakije en 31 maart 2005 voor Polen en Slovenië."

d) de tabellen van bijlage I worden vervangen door:

"a) Tijdvak 2004/2005

Voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije zijn de in artikel 1, lid 1, bedoelde nationale referentiehoeveelheden van toepassing van 1 mei 2004 tot en met 31 maart 2005.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) Tijdvak 2005/2006

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

c) Tijdvak 2006/2007

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

d) Tijdvak 2007/2008

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

e) Tijdvakken 2008/2009 tot 2014/2015

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

f) Referentiehoeveelheden voor leveringen en rechtstreekse verkoop als bedoeld in artikel 6, lid 1, tweede alinea

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

g) Speciale herstructureringsreserve als bedoeld in artikel 1, lid 4

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

e) In bijlage II wordt de tabel vervangen door:

"REFERENTIEVETGEHALTE

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

2) punt 15, onder c), wordt vervangen door:

"c) Artikel 5 wordt vervangen door:

'Artikel 5

Aan de aardappelzetmeelfabrikanten wordt voor ten hoogste het in artikel 2, lid 2 of lid 4, bedoelde individuele contingent een premie van 22,25 euro per geproduceerde ton zetmeel toegekend, mits zij de aardappeltelers de in artikel 4 bis vastgestelde minimumprijs hebben betaald voor de hoeveelheden aardappelen die nodig waren voor de zetmeelproductie binnen dat contingent.'"

3) punt 25 wordt vervangen door:

"25. 32003 R 1782: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1)"

a) Aan artikel 95, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:"Voor Polen en Slovenië wordt het bedrag per ton van de melkpremie voor 2004 vermenigvuldigd met de voorlopige individuele referentiehoeveelheid die op 1 mei 2004 op het bedrijf beschikbaar is."

b) aan artikel 95, lid 4, worden de volgende alinea's toegevoegd:"Voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije zijn de in de eerste alinea bedoelde totale hoeveelheden vastgesteld in tabel f) van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad(10).

Voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije is het in de eerste alinea bedoelde tijdvak van twaalf maanden het tijdvak 2004/2005."

c) in artikel 96, lid 2, wordt de tabel vervangen door:

"2. Extra betalingen: totaalbedragen, uitgedrukt in miljoenen euro:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

In de nieuwe lidstaten worden de totaalbedragen toegepast overeenkomstig de in artikel 143 bis vastgestelde toenameregeling."

4) punt 26 wordt als volgt aangepast:

a) de titel wordt vervangen door:

"26. 31999 R 1257: Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80), zoals gewijzigd bij:

- 32003 R 1783: Verordening (EG) nr. 1783/2003 van de Raad van 29.9.2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 70)".

b) punt 1, waarbij hoofdstuk IX bis is ingevoegd in titel II, wordt als volgt gewijzigd:

i) artikel 33 quater wordt geschrapt;

ii) artikel 33 septies, lid 2, wordt vervangen door:

"2. Er kan steun worden verleend voor de aanneming van geïntegreerde territoriale strategieën voor plattelandsontwikkeling van experimentele aard die door lokale actiegroepen zijn opgesteld overeenkomstig de beginselen van de punten 12, 14 en 36 van de mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+)(11). Deze steun wordt beperkt tot regio's waar al voldoende administratieve capaciteit voorhanden is en al voldoende ervaring is opgedaan met benaderingen van het type lokale plattelandsontwikkeling."

iii) artikel 33 nonies wordt vervangen door:

"Artikel 33 nonies

Aanvullingen op rechtstreekse betalingen

1. Alleen in de periode 2004-2006 kan, bij wijze van tijdelijke sui generis bepaling, steun worden verleend aan landbouwers die op grond van artikel 143 quater van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad(12) in aanmerking komen voor aanvullende nationale rechtstreekse betalingen of steun.

2. De steun die voor 2004, 2005 en 2006 aan een landbouwer wordt toegekend, mag niet meer bedragen dan het verschil tussen:

a) het niveau van de rechtstreekse betalingen in de nieuwe lidstaten in het betrokken jaar overeenkomstig artikel 143 bis van Verordening (EG) nr. 782/2003 en

b) 40 % van het niveau van de rechtstreekse betalingen in de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004 in hetzelfde jaar.

3. De bijdrage van de Gemeenschap in de op grond van dit artikel in een nieuwe lidstaat verleende steun voor elk van de jaren 2004, 2005 en 2006 bedraagt ten hoogste 20 % van de jaarlijkse toewijzing aan die lidstaat. Een nieuwe lidstaat kan dit jaarlijkse percentage van 20 % evenwel vervangen door de volgende percentages: 25 % voor 2004, 20 % voor 2005 en 15 % voor 2006.

4. De op grond van dit artikel aan een landbouwer verleende steun wordt meegerekend:

a) in het geval van Cyprus, als aanvullende nationale rechtstreekse steun bij de toepassing van de in artikel 143 quater, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde totale bedragen;

b) in het geval van een andere nieuwe lidstaat, als aanvullende nationale rechtstreekse betalingen of steun, naar gelang van het geval, bij de toepassing van de in artikel 143 quater, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde maximumniveaus."

iv) in artikel 33 terdecies wordt na lid 2 het volgende lid ingevoegd:

"2 bis. In afwijking van artikel 21 ter kan voor communautaire landbouwnormen waarvoor overeenkomstig de in artikel 24 van de Toetredingsakte(13) genoemde bijlagen in een overgangsperiode is voorzien, de tijdelijke steun vanaf de datum waarop uitgaven in het kader van het programmeringsdocument voor plattelandsontwikkeling subsidiabel zijn, aan landbouwers die aan die normen voldoen, worden toegekend gedurende een periode van ten hoogste vijf jaar."

c) in punt 6, waarbij hoofdstuk IV bis is ingevoegd in titel III, wordt artikel 47 bis, lid 1, onder c), geschrapt;

d) in punt 10, waarbij bijlage II is toegevoegd, wordt de rij betreffende artikel 33 quater geschrapt;

5) punt 27 wordt vervangen door:

"27. 32003 R 1782: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1)"

a) in artikel 1 wordt na het tweede streepje het volgende streepje ingevoegd:

"- als overgangsmaatregel toegekende vereenvoudigde inkomenssteun voor landbouwers in de nieuwe lidstaten (hierna de 'regeling inzake een enkele areaalbetaling' genoemd);"

b) aan artikel 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

"g) onder 'nieuwe lidstaten' wordt verstaan: Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije."

c) na titel IV wordt de volgende titel IV bis ingevoegd:

"TITEL IV BIS TENUITVOERLEGGING VAN DE STEUNREGELINGEN IN DE NIEUWE LIDSTATEN

Artikel 143 bis

Invoering van de steunregelingen

In de nieuwe lidstaten worden de rechtstreekse betalingen ingevoerd overeenkomstig de volgende regeling inzake toename, uitgedrukt als percentage van het dan geldende niveau van deze betalingen in de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004:

- 25 % in 2004,

- 30 % in 2005,

- 35 % in 2006,

- 40 % in 2007,

- 50 % in 2008,

- 60 % in 2009,

- 70 % in 2010,

- 80 % in 2011,

- 90 % in 2012,

- 100 % vanaf 2013.

Artikel 143 ter

Regeling inzake een enkele areaalbetaling

1. De nieuwe lidstaten kunnen uiterlijk op de datum van toetreding besluiten om de rechtstreekse betalingen gedurende de in lid 9 bedoelde toepassingsperiode te vervangen door een enkele areaalbetaling die wordt berekend overeenkomstig lid 2.

2. De enkele areaalbetaling wordt eenmaal per jaar verricht. Zij wordt berekend door het overeenkomstig lid 3 vastgestelde jaarlijkse totaalbedrag te delen door het overeenkomstig lid 4 bepaalde landbouwareaal van elke nieuwe lidstaat.

3. Voor iedere nieuwe lidstaat stelt de Commissie een jaarlijks totaalbedrag vast:

- gebaseerd op de som van de middelen die voor het betrokken kalenderjaar in de nieuwe lidstaat beschikbaar zouden zijn voor de toekenning van rechtstreekse betalingen,

- berekend overeenkomstig de desbetreffende communautaire voorschriften en op basis van de kwantitatieve parameters zoals basisarealen, maxima voor premies en gegarandeerde maximumhoeveelheden (GMH's) die voor elke rechtstreekse betaling in de Toetredingsakte en latere communautaire regelgeving zijn gespecificeerd, en

- aangepast met gebruikmaking van het desbetreffende percentage in artikel 143 bis voor de geleidelijke invoering van rechtstreekse betalingen.

4. Het landbouwareaal van een nieuwe lidstaat in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling is het deel van zijn oppervlakte cultuurgrond dat op 30 juni 2003 in een goede landbouwconditie verkeert, ongeacht of het op die datum al dan niet in productie is, zo nodig aangepast volgens objectieve criteria die door die nieuwe lidstaat na goedkeuring door de Commissie worden vastgesteld.

De 'oppervlakte cultuurgrond' is de totale door bouwland, blijvend grasland, meerjarige cultures en tuinen voor eigen gebruik ingenomen oppervlakte zoals door de Commissie (EUROSTAT) bepaald voor haar statistische doeleinden.

5. Voor de toekenning van betalingen op grond van de regeling inzake een enkele areaalbetaling komen alle percelen landbouwgrond in aanmerking die voldoen aan de in lid 4 bepaalde criteria.

De minimumgrootte van het in aanmerking komende areaal per bedrijf waarvoor betalingen kunnen worden aangevraagd, is 0,3 ha. Elke nieuwe lidstaat kan echter op basis van objectieve criteria na goedkeuring door de Commissie besluiten die minimumgrootte tot maximaal 1 ha te verhogen.

6. Er bestaat geen verplichting om te produceren of om de productiefactoren te gebruiken. De landbouwers kunnen de in lid 4 bedoelde grond echter gebruiken voor welke landbouwdoeleinden dan ook. Bij de productie van hennep van GN-code 5302 10 00 is het bepaalde in artikel 5 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Commissie(14), artikel 7 ter van Verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie(15) en artikel 52, lid 1, van de onderhavige verordening van toepassing.

Alle grond waarvoor betalingen in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling worden toegekend, wordt in een goede landbouwconditie die verenigbaar is met de bescherming van het milieu, gehouden.

Met ingang van 1 januari 2005 is de toepassing van de artikelen 3, 4, 6, 7 en 9 voor de nieuwe lidstaten facultatief voorzover deze bepalingen betrekking hebben op de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen.

7. Indien de enkele areaalbetalingen in een nieuwe lidstaat in een bepaald jaar zijn jaarlijkse totaalbedrag zouden overschrijden, wordt het nationale hectarebedrag in die nieuwe lidstaat proportioneel verlaagd door toepassing van een verlagingscoëfficient.

8. De communautaire regels inzake het geïntegreerd systeem die zijn vastgesteld respectievelijk bij Verordening (EEG) nr. 3508/92(16), en met name artikel 2 daarvan, en bij titel II, hoofdstuk 4, van de onderhavige verordening, en met name artikel 18, worden voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling toegepast voorzover dat nodig is. Derhalve dient elke nieuwe lidstaat die voor deze regeling kiest:

- de jaarlijkse steunaanvragen van de landbouwers voor te bereiden en te verwerken. Deze aanvragen bevatten gegevens over de aanvragers en over de aangegeven percelen landbouwgrond (identificatienummer en oppervlakte);

- een systeem voor de identificatie van de percelen landbouwgrond in te voeren om te garanderen dat de percelen waarvoor steunaanvragen zijn gedaan, kunnen worden geïdentificeerd en de oppervlakte ervan kan worden vastgesteld, dat de percelen uit landbouwgrond bestaan en dat er niet reeds een andere aanvraag voor is ingediend;

- te beschikken over een geautomatiseerde databank voor de landbouwbedrijven, de percelen en de steunaanvragen;

- de steunaanvragen voor het jaar 2004 overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van Verordening (EEG) nr. 3508/92 en de steunaanvragen voor welk jaar ook vanaf 2005 overeenkomstig artikel 23 van de onderhavige verordening te controleren.

De toepassing van de regeling inzake een enkele areaalbetaling doet niets af aan de verplichting van elke nieuwe lidstaat uitvoering te geven aan de communautaire regels betreffende de identificatie en de registratie van dieren in Richtlijn 92/102/EEG van de Raad(17) en in Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad(18).

9. De regeling inzake een enkele areaalbetaling is voor elke nieuwe lidstaat beschikbaar voor een toepassingsperiode tot eind 2006, waarbij twee verlengingen met telkens één jaar op verzoek van de nieuwe lidstaat mogelijk zijn. Onverminderd lid 11, kan elke nieuwe lidstaat besluiten de toepassing van de regeling aan het einde van het eerste of het tweede jaar van de toepassingsperiode te beëindigen met het oog op toepassing van de bedrijfstoeslagregeling. De nieuwe lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 1 augustus van het laatste toepassingsjaar in kennis van hun voornemen de toepassing te beëindigen.

10. Vóór het einde van de toepassingsperiode van de regeling inzake een enkele areaalbetaling beoordeelt de Commissie of de betrokken nieuwe lidstaat gereed is om de rechtstreekse betalingen volledig toe te passen.

In het bijzonder dient de nieuwe lidstaat uiterlijk aan het einde van de toepassingsperiode van de regeling inzake een enkele areaalbetaling alle voor de instelling van het in artikel 18 bedoelde geïntegreerd systeem nodige maatregelen te hebben getroffen om de rechtstreekse betalingen in de dan geldende vorm naar behoren te kunnen toepassen.

11. Op basis van haar beoordeling:

a) constateert de Commissie dat de nieuwe lidstaat kan toetreden tot het stelsel van rechtstreekse betalingen dat wordt toegepast in de lidstaten van de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004,

of

b) besluit de Commissie de toepassing van de regeling inzake een enkele areaalbetaling door de nieuwe lidstaat te verlengen met de periode die nodig wordt geacht om de vereiste beheers- en controleprocedures volledig tot stand te brengen en naar behoren te laten functioneren.

Vóór het einde van de verlengde toepassingsperiode als bedoeld in b), is lid 10 van toepassing.

Tot het einde van de vijfjarige toepassingsperiode van de regeling inzake een enkele areaalbetaling (d.w.z. tot eind 2008) wordt het in artikel 143 bis vastgestelde percentage toegepast. Indien de toepassing van de regeling inzake een enkele areaalbetaling na die periode bij een overeenkomstig b), genomen besluit wordt verlengd, geldt het in artikel 143 bis voor het jaar 2008 vastgestelde percentage tot het einde van het laatste jaar waarin de regeling inzake een enkele areaalbetaling wordt toegepast.

12 Na afloop van de toepassingsperiode van de regeling inzake een enkele areaalbetaling worden de rechtstreekse betalingen toegepast overeenkomstig de desbetreffende communautaire voorschriften en op basis van de kwantitatieve parameters zoals basisarealen, maxima voor premies en gegarandeerde maximumhoeveelheden (GMH's) die voor elke rechtstreekse betaling in de Toetredingsakte(19) en latere communautaire regelgeving zijn gespecificeerd. De percentages die in artikel 143 bis voor de betrokken jaren zijn vastgesteld, worden vervolgens toegepast.

13. De nieuwe lidstaten stellen de Commissie gedetailleerd in kennis van de ter uitvoering van dit artikel genomen maatregelen, en met name van de overeenkomstig lid 7 genomen maatregelen.

Artikel 143 quater

Aanvullende nationale rechtstreekse betalingen en rechtstreekse betalingen

1. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder 'een met GLB-steun vergelijkbare nationale regeling' verstaan enige nationale regeling inzake rechtstreekse betalingen die vóór de datum van toetreding van de nieuwe lidstaten van toepassing was en waarbij aan de landbouwers steun werd verleend voor productie waarop een van de rechtstreekse betalingen betrekking heeft.

2. Onder voorbehoud van toestemming van de Commissie kunnen de nieuwe lidstaten eventuele rechtstreekse betalingen aanvullen:

a) wat alle rechtstreekse betalingen betreft, tot 55 % van het niveau van de rechtstreekse betalingen in de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004 in 2004, 60 % in 2005 en 65 % in 2006 en vanaf 2007 tot 30 procentpunten boven het in artikel 143 bis voor het betrokken jaar vastgestelde niveau. Tsjechië kan de rechtstreekse betalingen in de sector aardappelzetmeel echter aanvullen tot 100 % van het niveau dat geldt in de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004.

of

b) i) wat de andere rechtstreekse betalingen dan de bedrijfstoeslag betreft, tot het totale niveau van de rechtstreekse steun waarop de landbouwer in de nieuwe lidstaat in het kalenderjaar 2003 per product op grond van een met GLB-steun vergelijkbare nationale regeling recht zou hebben, verhoogd met 10 procentpunten. Voor Litouwen is het referentiejaar evenwel het kalenderjaar 2002 en voor Slovenië bedraagt de verhoging 10 procentpunten in 2004, 15 procentpunten in 2005, 20 procentpunten in 2006 en 25 procentpunten vanaf 2007.

ii) wat de bedrijfstoeslagregeling betreft, wordt het totale bedrag van de aanvullende nationale rechtstreekse steun die een nieuwe lidstaat voor een bepaald jaar verleent, beperkt door een specifiek totaalbedrag. Dit totaalbedrag is gelijk aan het verschil tussen:

- het totale bedrag aan met GLB-steun vergelijkbare nationale rechtstreekse steun dat in de betrokken nieuwe lidstaat beschikbaar zou zijn voor het kalenderjaar 2003 of, in het geval van Litouwen, het kalenderjaar 2002, telkens verhoogd met 10 procentpunten. Voor Slovenië bedraagt de verhoging evenwel 10 procentpunten in 2004, 15 procentpunten in 2005, 20 procentpunten in 2006 en 25 procentpunten vanaf 2007.

en

- het in bijlage VIII bis vermelde nationale maximum voor deze nieuwe lidstaat, zo nodig aangepast overeenkomstig artikel 64, lid 2, en artikel 69, lid 2.

Bij de berekening van het totale bedrag als bedoeld in het bovenstaande eerste streepje worden meegerekend de nationale rechtstreekse betalingen en/of componenten daarvan die overeenkomen met de communautaire rechtstreekse betalingen en/of componenten daarvan die in aanmerking werden genomen voor de berekening van het feitelijke maximum voor de betrokken nieuwe lidstaat overeenkomstig artikel 64, lid 2, artikel 70, lid 2 en artikel 71 quater.

Voor elke betrokken rechtstreekse betaling kan een nieuwe lidstaat kiezen voor de toepassing van bovengenoemde optie a) of b).

De totale rechtstreekse steun die na de toetreding in de nieuwe lidstaat aan de landbouwer kan worden verleend uit hoofde van de betrokken rechtstreekse betaling met inbegrip van alle aanvullende nationale rechtstreekse betalingen, is niet hoger dan het niveau van de rechtstreekse steun waarop de landbouwer recht zou hebben uit hoofde van de overeenkomstige rechtstreekse betaling die dan geldt voor de lidstaten van de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004.

3. Cyprus kan de rechtstreekse steun die aan een landbouwer wordt betaald uit hoofde van eventuele in bijlage I vermelde rechtstreekse betalingen, aanvullen tot het totale niveau van de steun waarop de landbouwer in 2001 in Cyprus recht zou hebben gehad.

De autoriteiten van Cyprus zorgen ervoor dat de totale rechtstreekse steun die na de toetreding in Cyprus uit hoofde van de betrokken rechtstreekse betaling met inbegrip van alle aanvullende nationale rechtstreekse betalingen aan de landbouwer wordt verleend, in geen geval hoger is dan de rechtstreekse steun waarop de landbouwer recht zou hebben uit hoofde van de rechtstreekse betaling in het betrokken jaar in de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004.

De totale bedragen van de aanvullende nationale steun die kan worden verleend, zijn vermeld in bijlage XII.

De aanvullende nationale steun die kan worden verleend, wordt onderworpen aan welke aanpassingen ook die eventueel nodig zijn als gevolg van de ontwikkelingen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

De leden 2 en 5 zijn niet van toepassing voor Cyprus.

4. Indien een nieuwe lidstaat besluit de regeling inzake een enkele areaalbetaling toe te passen, kan die nieuwe lidstaat onder de in de leden 5 en 8 bepaalde voorwaarden aanvullende nationale rechtstreekse steun verlenen.

5. Voor het jaar 2004 wordt het totale bedrag per (sub)sector van de aanvullende nationale steun die in dat jaar kan worden verleend wanneer de regeling inzake een enkele areaalbetaling wordt toegepast, beperkt door een specifiek totaalbedrag per (sub)sector. Dit totaalbedrag is gelijk aan het verschil tussen:

- het totale bedrag van de steun per (sub)sector dat voortvloeit uit de toepassing van lid 2, onder a) of b), naar gelang van het geval, en

- het totale bedrag van de rechtstreekse steun dat in de betrokken nieuwe lidstaat in het betrokken jaar voor dezelfde (sub)sector beschikbaar zou zijn op grond van de regeling inzake een enkele areaalbetaling.

Vanaf 2005 geldt voor geen enkel jaar de eis dat de bovenbedoelde beperking door middel van specifieke totaalbedragen per (sub)sector wordt toegepast. De nieuwe lidstaten behouden evenwel het recht specifieke totaalbedragen per (sub)sector toe te passen, mits een dergelijk specifiek totaalbedrag per (sub)sector alleen betrekking kan hebben op

- de met de bedrijfstoeslagregeling gecombineerde rechtstreekse betalingen en/of

- een of meer van de rechtstreekse betalingen die overeenkomstig artikel 70, lid 2, van de bedrijfstoeslagregeling worden of kunnen worden uitgesloten of waarvoor een gedeeltelijke uitvoering als bedoeld in artikel 64, lid 2, mogelijk is.

6. De nieuwe lidstaat kan op basis van objectieve criteria na toestemming van de Commissie beslissen over de te verlenen bedragen aan aanvullende nationale steun.

7. De toestemming van de Commissie:

- vermeldt de betrokken met GLB-steun vergelijkbare nationale regelingen inzake rechtstreekse betalingen in geval van toepassing van lid 2, onder b),

- bepaalt tot welk niveau de aanvullende nationale steun kan worden betaald, hoe hoog de aanvullende nationale steun is en, in voorkomend geval, welke voorwaarden voor de verlening van die steun gelden,

- wordt verleend onder voorbehoud van welke aanpassingen ook die eventueel nodig zijn als gevolg van ontwikkelingen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

8. De verlening van aanvullende nationale betalingen of steun is niet mogelijk voor landbouwactiviteiten waarvoor in de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004 niet in rechtstreekse betalingen is voorzien.

9. Cyprus kan naast de aanvullende nationale rechtstreekse betalingen als overgangsmaatregel degressieve nationale steun verlenen tot eind 2010. Deze staatssteun wordt in een soortgelijke vorm als communautaire steun verleend, zoals ontkoppelde betalingen.

Rekening houdend met de aard en het bedrag van de in 2001 verleende nationale steun, kan Cyprus aan de in bijlage XIII genoemde (sub)sectoren staatssteun verlenen tot de in die bijlage vermelde bedragen.

De staatssteun wordt verleend onder voorbehoud van welke aanpassingen ook die eventueel nodig zijn als gevolg van ontwikkelingen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Indien dergelijke aanpassingen noodzakelijk blijken, wordt het bedrag van de steun of worden de voorwaarden voor de verlening daarvan gewijzigd op grond van een besluit van de Commissie.

Cyprus legt de Commissie jaarlijks een verslag voor over de uitvoering van de maatregelen inzake staatssteun, waarin de steunvormen en bedragen per (sub)sector worden vermeld.

10. Letland kan naast de aanvullende nationale rechtstreekse betalingen als overgangsmaatregel degressieve nationale steun verlenen tot eind 2008. Deze staatssteun wordt in een soortgelijke vorm als communautaire steun verleend, zoals ontkoppelde betalingen.

Letland kan aan de in bijlage XIV genoemde (sub)sectoren staatssteun verlenen tot de in die bijlage vermelde bedragen.

De staatssteun wordt verleend onder voorbehoud van welke aanpassingen ook die eventueel nodig zijn als gevolg van ontwikkelingen in het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Indien dergelijke aanpassingen noodzakelijk blijken, wordt het bedrag van de steun of worden de voorwaarden voor de verlening daarvan gewijzigd op grond van een besluit van de Commissie.

Letland legt de Commissie jaarlijks een verslag voor over de toepassing van de maatregelen inzake staatssteun, waarin de steunvormen en bedragen per (sub)sector worden vermeld."

d) in artikel 145 wordt na punt d) het volgende punt ingevoegd:

"d bis) uitvoeringsbepalingen voor titel IV bis;"

e) aan artikel 153, vierde alinea, wordt de volgende zin toegevoegd:"De vereenvoudigde regeling die is ingesteld bij artikel 2 bis van die verordening, is niet van toepassing voor de nieuwe lidstaten."

f) in bijlage I wordt na de rij "Bedrijfstoeslag" de volgende rij ingevoegd:

">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

g) De volgende bijlagen worden toegevoegd:

"BIJLAGE XII

Tabel 1 Cyprus: Aanvullende nationale rechtstreekse betalingen bij toepassing van de gewone regelingen voor de rechtstreekse betalingen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Aanvullende nationale rechtstreekse betalingen in het kader van de bedrijfstoeslagregeling:

Het totale bedrag aan aanvullende nationale rechtstreekse betalingen dat in het kader van de bedrijfstoeslagregeling kan worden toegekend, is gelijk aan de som van de in deze tabel vastgestelde sectorale maxima voor de onder de bedrijfstoeslagregeling vallende sectoren voorzover de steun in die sectoren is ontkoppeld.

Tabel 2 Cyprus: Aanvullende nationale rechtstreekse betalingen bij toepassing van de regeling inzake een enkele areaalbetaling voor de rechtstreekse betalingen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE XIII

STAATSSTEUN IN CYPRUS

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE XIV

STAATSSTEUN IN LETLAND

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"

Artikel 2

In Bijlage VI, hoofdstuk 4, bij de Toetredingsakte worden de punten 2 en 3 als volgt aangepast:

"2. 31999 R 1254: Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij:

- 32003 R 1782: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29.9.2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1):

In afwijking van artikel 3, onder f), van Verordening (EG) nr. 1254/1999 mag Estland tot het einde van het jaar 2004 koeien van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen(20) genoemde rassen beschouwen als in aanmerking komend voor de in onderafdeling 3 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde zoogkoeienpremie, mits die koeien zijn gedekt door, of geïnsemineerd met sperma van, stieren van een vleesras.

3. 32003 R 1782: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

In afwijking van artikel 122, onder d), van Verordening (EG) nr. 1782/2003 mag Estland tot het einde van het jaar 2006 koeien van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen(21) genoemde rassen beschouwen als in aanmerking komend voor de in artikel 125 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde zoogkoeienpremie, mits die koeien zijn gedekt door, of geïnsemineerd met sperma van, stieren van een vleesras."

Artikel 3

In bijlage VII, hoofdstuk 5.A, bij de Toetredingsakte wordt het volgende punt toegevoegd:

"5. 32003 R 1782: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001(PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

In afwijking van artikel 131, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 wordt in Cyprus de toepassing van het veebezettingsgetal geleidelijk op lineaire wijze ingevoerd van 4,5 GVE per hectare in het eerste jaar na de toetreding tot 1,8 GVE per hectare vijf jaar na de toetreding."

Artikel 4

In bijlage VIII, hoofdstuk 4.A, bij de Toetredingsakte wordt punt 3 vervangen door:

"3. 31999 R 1254: Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij:

- 32003 R 1782: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29.9.2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

In afwijking van artikel 3, onder f), van Verordening (EG) nr. 1254/1999 mag Letland tot het einde van het jaar 2004 koeien van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen(22) genoemde rassen beschouwen als in aanmerking komend voor de in onderafdeling 3 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde zoogkoeienpremie, mits die koeien zijn gedekt door, of geïnsemineerd met sperma van, stieren van een vleesras.

4. 32003 R 1782: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001(PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

In afwijking van artikel 122, onder d), van Verordening (EG) nr. 1782/2003 mag Letland tot het einde van het jaar 2006 koeien van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen(23) genoemde rassen beschouwen als in aanmerking komend voor de in artikel 125 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde zoogkoeienpremie, mits die koeien zijn gedekt door, of geïnsemineerd met sperma van, stieren van een vleesras."

Artikel 5

In bijlage IX, hoofdstuk 5.A, bij de Toetredingsakte wordt punt 3 vervangen door:

"3. 31999 R 1254: Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij:

- 32003 R 1782: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29.9.2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

In afwijking van artikel 3, onder f), van Verordening (EG) nr. 1254/1999 mag Litouwen tot het einde van het jaar 2004 koeien van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen(24) genoemde rassen beschouwen als in aanmerking komend voor de in onderafdeling 3 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde zoogkoeienpremie, mits die koeien zijn gedekt door, of geïnsemineerd met sperma van, stieren van een vleesras.

4. 32003 R 1782: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1):

In afwijking van artikel 122, onder d), van Verordening (EG) nr. 1782/2003 mag Litouwen tot het einde van het jaar 2006 koeien van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen genoemde rassen beschouwen als in aanmerking komend voor de in artikel 125 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde zoogkoeienpremie, mits die koeien zijn gedekt door, of geïnsemineerd met sperma van, stieren van een vleesras."

Artikel 6

Bijlage XI, hoofdstuk 4.A, bij de Toetredingsakte wordt als volgt aangepast:

1) onder 1. wordt na het laatste streepje toegevoegd:

"32003R1784: Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PB L 270 van 21.10.2003, blz.78);

32003R1785: Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (PB L 270 van 21.10.2003, blz.96)."

2) in punt 1, onder b), wordt de eerste alinea vervangen door:

"In afwijking van artikel 21 van Verordening (EEG) nr. 2759/75, artikel 23 van Verordening (EG) nr. 2201/96, artikel 40 van Verordening (EG) nr. 1254/1999, artikel 38, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 en artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1260/2001, artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1784/2003, en artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1785/2003, mag Malta speciale tijdelijke staatssteun toekennen ter ondersteuning van de aankoop van ingevoerde landbouwproducten waarvoor vóór de toetreding uitvoerrestituties werden toegekend of die zonder rechten uit derde landen werden ingevoerd, op voorwaarde dat Malta een mechanisme instelt om te garanderen dat de steun daadwerkelijk ten goede komt aan de consument. De steun wordt berekend op basis van, en mag niet meer bedragen dan, het prijsverschil tussen de EU-prijzen (inclusief vervoer) en de wereldmarktprijzen, waarbij het niveau van de uitvoerrestituties in aanmerking wordt genomen."

3) punt 2 wordt vervangen door:

"2. 32003 R 1788: Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 123).

In afwijking van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1788/2003 wordt voor Malta het referentievetgehalte van melk bepaald na een periode van vijf jaar te rekenen vanaf de datum van toetreding.

Totdat het referentievetgehalte is bepaald, is in Malta de bij artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1788/2003 voorgeschreven vergelijking (of aanpassing) van het vetgehalte voor de berekening van de heffing bij leveringen niet van toepassing."

4) na punt 5 wordt het volgende punt ingevoegd:

"5 bis. 2003 R 1782: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

In afwijking van artikel 131, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 wordt in Malta de toepassing van het veebezettingsgetal geleidelijk op lineaire basis ingevoerd van 4,5 GVE per hectare in het eerste jaar na de toetreding tot 1,8 GVE per hectare vijf jaar na de toetreding. Gedurende die periode wordt voor de bepaling van de veebezetting op het bedrijf geen rekening gehouden met de melkkoeien die nodig zijn om de totale aan de producent toegewezen referentiehoeveelheid melk te produceren.

Malta dient uiterlijk op 31 december 2007 bij de Commissie een verslag in over de uitvoering van deze maatregel."

Artikel 7

Bijlage XII, hoofdstuk 6.A, bij de Toetredingsakte wordt als volgt aangepast:

1) punt 4 wordt vervangen door:

"4. 31999 R 1254: Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij:

- 32003 R 1782: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29.9.2003 (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

In afwijking van artikel 3, onder f), van Verordening (EG) nr. 1254/1999 mag Polen tot het einde van het jaar 2004 koeien van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen(25) genoemde rassen beschouwen als in aanmerking komend voor de in onderafdeling 3 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde zoogkoeienpremie, mits die koeien zijn gedekt door, of geïnsemineerd met sperma van, stieren van een vleesras.

5. 32003 R 1782: Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001(PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1):

In afwijking van artikel 122, onder d), van Verordening (EG) nr. 1782/2003 mag Polen tot het einde van het jaar 2006 koeien van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen(26) genoemde rassen beschouwen als in aanmerking komend voor de in artikel 125 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde zoogkoeienpremie, mits die koeien zijn gedekt door, of geïnsemineerd met sperma van, stieren van een vleesras."

Artikel 8

Dit besluit wordt opgesteld in de Spaanse, de Tsjechische, de Deense, de Duitse, de Estse, de Griekse, de Engelse, de Franse, de Ierse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Hongaarse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Slowaakse, de Sloveense, de Finse en de Zweedse taal, zijnde alle eenentwintig teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 9

Dit besluit wordt van kracht op 1 mei 2004 onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

B. Cowen

(1) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 17.

(2) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33.

(3) Advies van 11 maart 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad)

(4) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1.

(5) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 121.

(6) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 123.

(7) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 70.

(8) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 113.

(9) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1.

(10) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 123.

(11) PB C 139 van 18.5.2000, blz. 5.

(12) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

(13) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33.

(14) Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PB L 160 van 26.6.1999 blz. 1).

(15) Verordening (EG) nr. 2316/1999 van de Commissie van 22 oktober 1999 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PB L 280 van 30.10.1999 blz. 43).

(16) Verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen (PB L 355 van 5.12.1992, blz. 1).

(17) Richtlijn 92/102/EEG van de Raad met betrekking tot de identificatie en de registratie van dieren (PB L 355 van 5.12.1992, blz. 32).

(18) Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 1).

(19) PB L 236 van 23.9.2003, blz. 33.

(20) PB L 281 van 4.11.1999, blz. 30.

(21) PB L 281 van 4.11.1999, blz. 30.

(22) PB L 281 van 4.11.1999, blz. 30.

(23) PB L 281 van 4.11.1999, blz. 30.

(24) PB L 281 van 4.11.1999, blz. 30.

(25) PB L 281 van 4.11.1999, blz. 30.

(26) PB L 281 van 4.11.1999, blz. 30.

Top