This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32001H0458
Council Recommendation of 5 June 2001 on the drinking of alcohol by young people, in particular children and adolescents
Aanbeveling van de Raad van 5 juni 2001 betreffende alcoholgebruik door jongeren, in het bijzonder kinderen en adolescenten
Aanbeveling van de Raad van 5 juni 2001 betreffende alcoholgebruik door jongeren, in het bijzonder kinderen en adolescenten
PB L 161 van 16.6.2001, p. 38–41
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
In force
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Adoption | 52000PC0736 |
Aanbeveling van de Raad van 5 juni 2001 betreffende alcoholgebruik door jongeren, in het bijzonder kinderen en adolescenten
Publicatieblad Nr. L 161 van 16/06/2001 blz. 0038 - 0041
Aanbeveling van de Raad van 5 juni 2001 betreffende alcoholgebruik door jongeren, in het bijzonder kinderen en adolescenten (2001/458/EG) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 152, lid 4, tweede alinea, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement(1), Overwegende hetgeen volgt: (1) Overeenkomstig artikel 3, onder p), van het Verdrag omvat het optreden van de Gemeenschap een bijdrage tot het verwezenlijken van een hoog niveau van bescherming van de gezondheid. (2) Overeenkomstig artikel 152 van het Verdrag wordt bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Gemeenschap een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd. (3) Gezondheidsonderwijs en gezondheidsvoorlichting worden in artikel 152 van het Verdrag uitdrukkelijk genoemd en zijn een prioriteit voor het optreden van de Gemeenschap op het gebied van de volksgezondheid. (4) De resolutie betreffende alcoholmisbruik die op 29 mei 1986(2) is goedgekeurd door de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, stelt dat de toename van het alcoholmisbruik aanleiding geeft tot ernstige bezorgdheid over de volksgezondheid en het maatschappelijk welzijn, dat de productie, de verkoop en de distributie van alcoholhoudende dranken in de meeste lidstaten een belangrijke economische factor vormen, dat op Europees niveau een gezamenlijk initiatief op het terrein van de preventie van alcoholmisbruik is aan te bevelen, en dat de Commissie, onder zorgvuldige afweging van de betrokken belangen, daartoe een evenwichtig beleid dient te voeren en, waar nodig, voorstellen moet voorleggen aan de Raad. (5) In de mededeling van de Commissie over de gezondheidsstrategie van de Europese Gemeenschap en het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2001-2006) wordt alcohol vermeld als een van de gebieden waarop specifieke maatregelen en acties kunnen worden genomen(3). (6) De onderhavige aanbeveling geeft de aanzet tot de ontwikkeling in de hele Gemeenschap van een meer alomvattende aanpak (overeenkomstig de conclusies van de Raad van 5 juni 2001 inzake een strategie van de Gemeenschap ter beperking van aan alcohol gerelateerde schade). (7) Een van de doelstellingen van het communautair actieprogramma inzake gezondheidsbevordering, -voorlichting, -opvoeding en -opleiding (Besluit 645/96/EG van het Europees Parlement en de Raad)(4) is de bevordering van onderzoek, evaluatie en uitwisseling van ervaringen, alsmede de ondersteuning van acties met betrekking tot maatregelen ter voorkoming van drankmisbruik en de gevolgen daarvan voor de gezondheid en op sociaal gebied; dit programma vormt dus een basis voor de follow-up van en het toezicht op de voorgestelde maatregelen. (8) In het communautair actieprogramma voor gezondheidsmonitoring (Besluit 1400/97/EG van het Europees Parlement en de Raad)(5) wordt alcoholgebruik beschouwd als een van de gebieden waarop gezondheidsindicatoren kunnen worden vastgesteld; dat kan bijzonder nuttig zijn om de uitvoering van de voorgestelde maatregelen te ondersteunen. (9) In het kader van het communautair actieprogramma inzake de voorkoming van letsel (Besluit 372/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad)(6) is letsel in verband met alcoholmisbruik een aspect dat deel uitmaakt van de ondernomen acties, hetgeen nuttig kan zijn ter ondersteuning van het verzamelen van de gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van de voorgestelde maatregelen. (10) In de mededeling van de Commissie "Prioriteiten op het gebied van verkeersveiligheid in de Europese Unie"(7) wordt rijden onder invloed beschouwd als één van de voornaamste gebieden waar gemeenschappelijke actie kan bijdragen tot het verminderen van het grote aantal verkeersslachtoffers in de Europese Unie. In zijn conclusies van 5 april 2001 neemt de Raad nota van de aanbeveling van de Commissie betreffende het wettelijk toegestane alcoholpromillage voor bestuurders van motorvoertuigen, die in het bijzonder de aandacht vestigt op het probleem van jonge automobilisten en motorrijders, en spoort hij de lidstaten aan alle voorgestelde maatregelen nauwlettend te bezien. (11) Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame(8) voorziet in de verdere vaststelling van regels voor de aanduiding van de ingrediënten op het etiket van alcoholhoudende dranken. Deze maatregel werd door de Commissie onder meer voorgesteld omdat er de laatste jaren steeds meer alcoholhoudende dranken op de markt zijn gekomen die, gezien de samenstelling en de presentatie, zijn bedoeld voor de verkoop aan jongeren. Het is belangrijk dat jongeren in staat zijn om, met gebruikmaking van de op de producten vermelde informatie, te weten wat zij drinken. Voorts is gemeenschappelijke regelgeving inzake de etikettering van alcoholische dranken essentieel voor de expansie en het behoud van de interne markt voor deze producten. (12) Overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/36/EG(9), dient televisiereclame met betrekking tot alcoholhoudende dranken aan een aantal criteria te voldoen, met een speciale verwijzing naar de bescherming van jongeren. (13) Bij de uitvoering van de aanbevolen maatregelen mag niet uit het oog worden verloren dat beperkingen voor grensoverschrijdende activiteiten op het gebied van de commerciële communicatie verenigbaar moeten zijn met artikel 49 van het Verdrag en derhalve evenredig moeten zijn met de doelstellingen van algemeen belang die ermee worden nagestreefd, met name de bescherming van de volksgezondheid en van de consument. (14) Opgemerkt zij dat elke beslissing om niet-conforme producten afkomstig uit een andere lidstaat uit de handel te nemen, onderworpen is aan Beschikking 3052/95/EG(10) tot vaststelling van een procedure voor de uitwisseling van informatie over nationale maatregelen waarbij wordt afgeweken van het beginsel van het vrije verkeer van goederen binnen de Gemeenschap. Zoals in deze beschikking is bepaald, moet de Commissie in kennis worden gesteld van de maatregel en moet de evenredigheid van de maatregel bij de Commissie worden verantwoord. (15) Onverminderd de nationale wetgeving of nationale maatregelen, moeten producenten en detailhandelaren aangespoord worden om, in het kader van gedragscodes, controles met het oog op zelfregulering vast te stellen of op te leggen en normen overeen te komen ten aanzien van alle vormen van reclame die, ongeacht de aard van het medium, wordt gemaakt voor alcoholische dranken en de marketing en detailverkoop daarvan. (16) Zelfregulering bij het maken van reclame voor alcoholische dranken, die de steun heeft van de belangrijkste betrokken partijen - de producenten, de adverteerders en de media - en die nu reeds operationeel is in een aantal lidstaten, vaak in nauwe samenwerking met regeringen en niet-gouvernementele organisaties, kan een belangrijke rol spelen bij de bescherming van kinderen en adolescenten tegen aan alcohol gerelateerde schade. Jeugdorganisaties kunnen in deze context ook een belangrijke bijdrage leveren. (17) In bepaalde lidstaten blijkt uit statistische gegevens dat zich in de drinkpatronen van adolescenten bijzonder zorgwekkende wijzigingen voordoen, met name: meer "braspartijen" en gevallen van overmatig alcoholgebruik onder minderjarigen, een ontwikkeling in de richting van aanzienlijk alcoholgebruik zonder enig toezicht, buiten de gezinssfeer en op jeugdiger leeftijd, een toenemend drankgebruik door jonge meisjes in een aantal lidstaten, en een trend om alcohol te gebruiken in combinatie met andere drugs. De beschikbare informatie moet niettemin verder worden ontwikkeld. (18) De Gemeenschap heeft duidelijk behoefte aan beter onderzoek - onder meer op basis van een uitgebreider en consequenter verzameling van gegevens - naar de oorzaken, de aard en de omvang van de problemen die alcoholgebruik door jongeren, vooral door kinderen en adolescenten, veroorzaakt. (19) Bij de inspanningen om een communautaire bijdrage te leveren tot het verzekeren van een hoog niveau van gezondheidsbescherming dient overeenkomstig artikel 5 van het Verdrag te worden opgetreden conform het subsidiariteitsbeginsel en het beginsel dat het optreden van de Gemeenschap niet verder gaat dan wat nodig is om de doelstellingen van het Verdrag te verwezenlijken. De aanbevolen maatregelen moeten daarom rekening houden met de vroegere en de huidige maatregelen van de lidstaten en dienen evenredig te zijn met het volksgezondheidsdoel dat ermee wordt nagestreefd. (20) Er moet een permanente evaluatie van de genomen maatregelen plaatsvinden, met bijzondere aandacht voor de doeltreffendheid en het succes daarvan op nationaal en communautair niveau, BEVEELT HET VOLGENDE AAN: I. De lidstaten moeten bij het uitwerken van strategieën en het nemen van regelgevende en andere maatregelen die toegesneden zijn op de omstandigheden in het eigen land, in het kader van een op de hele Gemeenschap gerichte gemeenschappelijke aanpak, met betrekking tot jongeren en alcohol, en in het bijzonder met betrekking tot kinderen en adolescenten, in voorkomend geval met steun van de Commissie: 1. steun verlenen voor onderzoek naar de verschillende aspecten van problemen die verband houden met alcoholgebruik door jongeren, met name door kinderen en adolescenten, teneinde de maatregelen ter oplossing van die problemen beter te onderkennen en te evalueren; 2. ervoor zorgen dat bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie - op lokaal, regionaal, nationaal en Europees niveau - van alomvattende beleidsmaatregelen inzake gezondheidsbevordering en op kinderen, adolescenten, ouders, leraren en verzorgers gerichte programma's, het alcoholprobleem naar behoren wordt geïntegreerd. Hierbij dient in het bijzonder aandacht te worden besteed aan het kader waarin de maatregelen worden toegepast, bijvoorbeeld jeugdorganisaties, sportverenigingen en scholen, en rekening te worden gehouden met reeds opgedane ervaring, bijvoorbeeld in "gezondheidsbevorderende scholen"; 3. op feiten gebaseerde informatie verzamelen over de factoren die ertoe leiden dat jongeren, inzonderheid kinderen en adolescenten, gaan drinken, en deze informatie verspreiden onder de belanghebbenden; 4. een sectoroverschrijdende aanpak bevorderen om jongeren kennis bij te brengen over alcohol, teneinde de negatieve effecten van alcoholgebruik te helpen voorkomen en waar nodig, de onderwijs-, gezondheids- en jeugdinstanties, de wetshandhavingsdiensten, de betreffende niet-gouvernementele organisaties en de media daarbij betrekken; 5. maatregelen ondersteunen voor het bewustmaken van de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik, met name voor kinderen en adolescenten, en van de gevolgen voor het individu en de samenleving; 6. jongeren meer bij op de jeugd gericht gezondheidsbeleid en gezondheidsacties betrekken door de bijdrage die jongeren (met name op het gebied van de voorlichting kunnen leveren) volledig te benutten, en stimuli verschaffen voor specifieke activiteiten die door jongeren worden geïnitieerd, gepland, uitgevoerd en geëvalueerd; 7. de productie aanmoedigen van adviesmateriaal voor ouders om hen te helpen alcoholproblemen met hun kinderen te bespreken en de verspreiding van dit materiaal bevorderen via plaatselijke netwerken zoals scholen, diensten voor gezondheidszorg, bibliotheken, gemeenschapscentra en internet; 8. speciale voor jongeren bedoelde initiatieven met betrekking tot rijden onder invloed verder ontwikkelen, met bijzondere aandacht voor locaties zoals vrijetijdscentra en uitgaansgelegenheden, scholen en rijscholen; 9. bij voorrang maatregelen treffen tegen de illegale verkoop van alcohol aan consumenten beneden de daarvoor gestelde leeftijdsgrens, en waar nodig een bewijs van leeftijd verplicht stellen; 10. in het bijzonder steun verlenen voor de ontwikkeling van specifieke benaderingen die zijn gebaseerd op vroegtijdige opsporing en daaruit voortvloeiende interventies ter voorkoming van alcoholverslaving bij jongeren. II. Rekening houdend met hun onderscheiden wettelijk, bestuursrechtelijk of zelfregulerend kader moeten de lidstaten, waar nodig: 1. in samenwerking met de producenten van en de detailhandelaars in alcoholische dranken en de betrokken niet-gouvernementele organisaties de instelling van doeltreffende mechanismen aanmoedigen op het gebied van reclame, marketing en detailverkoop, teneinde: a) ervoor te zorgen dat de producenten geen alcoholhoudende dranken produceren die specifiek gericht zijn op kinderen en adolescenten; b) ervoor te zorgen dat alcoholhoudende dranken en de reclame daarvoor niet worden ontworpen om bij kinderen en adolescenten in de smaak te vallen, met speciale aandacht voor onder meer de volgende elementen: - het gebruik van stijlen (zoals letters, motieven of kleuren) die met de jongerencultuur worden geassocieerd, - het opvoeren van kinderen, adolescenten of andere jeugdig ogende modellen in reclamecampagnes, - het zinspelen op of het tonen van beelden die geassocieerd worden met het gebruik van drugs en andere schadelijke stoffen, zoals tabak, - het leggen van verbanden met geweld of anti-maatschappelijk gedrag, - het suggereren van succes op sociaal, seksueel of sportief vlak, - het aanzetten van kinderen en adolescenten tot drinken, mede door aan adolescenten alcoholhoudende dranken tegen lage prijzen te verkopen, - het maken van reclame tijdens of het sponsoren van sport-, muziek- of andere speciale manifestaties waaraan veel kinderen en adolescenten deelnemen of waarbij zij als toeschouwer aanwezig zijn, - het maken van reclame in de media die op kinderen en adolescenten is gericht of een groot aantal kinderen en adolescenten bereikt, - het gratis verstrekken van alcoholische dranken aan kinderen en adolescenten, en de verkoop en het gratis verstrekken van producten waarmee reclame wordt gemaakt voor alcoholische dranken die met name bij kinderen en adolescenten in de smaak kunnen vallen; c) waar nodig een specifieke opleiding voor horeca- en verkooppersoneel te ontwikkelen voor wat betreft de bescherming van kinderen en adolescenten en de bestaande beperkingen die zijn verbonden aan de vergunning voor het verkopen van alcohol aan jongeren; d) de producenten in staat te stellen om advies in te winnen alvorens ze een product op de markt brengen of erin investeren, alsmede om advies in te winnen inzake marketingcampagnes alvorens ze een product daadwerkelijk lanceren; e) ervoor te zorgen dat klachten in verband met de reclame voor, de verkoop van en de kleinhandel in producten waarbij de onder a) en b) vermelde beginselen niet worden nageleefd, doeltreffend behandeld kunnen worden, en dat zulke producten zo nodig uit de handel kunnen worden genomen en dat aan niet-correcte marketing- of reclamepraktijken een einde kan worden gemaakt; 2. de representatieve producenten- en brancheorganisaties op het gebied van alcoholhoudende dranken aansporen om de hierboven genoemde beginselen na te leven. III. Om bij te dragen aan de follow-up van deze aanbeveling op communautair niveau, en handelend zoals aangewezen in het kader van het actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid, moeten de lidstaten op verzoek verslag uitbrengen aan de Commissie over de uitvoering van de aanbevolen maatregelen, VERZOEKT DE COMMISSIE IN SAMENWERKING MET DE LIDSTATEN: 1. de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen om deze aanbevelingen toe te passen, in het bijzonder door relevante vergelijkbare gegevens te verzamelen en ter beschikking te stellen en door de uitwisseling van informatie en van beste praktijken te vergemakkelijken; 2. nader onderzoek op Gemeenschapsniveau naar de attitudes en de motieven van jongeren (en met name kinderen en adolescenten) met betrekking tot alcoholgebruik te bevorderen en de huidige ontwikkelingen te volgen; 3. de ontwikkelingen en maatregelen die in de lidstaten en op Gemeenschapsniveau zijn genomen, qua follow-up, evaluatie en toezicht, te verzorgen en in deze context een permanente, constructieve en gestructureerde dialoog met alle betrokken partijen te verzekeren; 4. uiterlijk aan het einde van het vierde jaar na de datum van goedkeuring van deze aanbeveling, en nadien op gezette tijden, op basis van door de lidstaten verstrekte informatie verslag uit te brengen over de toepassing van de voorgestelde maatregelen, deze op hun doeltreffendheid te toetsen en de noodzaak van verdere acties te overwegen; 5. ten volle gebruik te maken van alle communautaire beleidsvormen, met name van het actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid, om de door deze aanbeveling bestreken kwesties aan te pakken. Gedaan te Luxemburg, 5 juni 2001. Voor de Raad De voorzitter L. Engqvist (1) Advies van 16 mei 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad). (2) PB C 184 van 23.7.1986, blz. 3. (3) PB C 337 E van 28.11.2000, blz. 122. (4) PB L 95 van 16.4.1996, blz. 1. (5) PB L 193 van 22.7.1997, blz. 1. (6) PB L 46 van 20.2.1999, blz. 1. (7) PB L 43 van 14.2.2001, blz. 31. (8) PB L 109 van 6.5.2000, blz. 29. (9) PB L 202 van 30.7.1997, blz. 60. (10) PB L 321 van 30.12.1995, blz. 1.