Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000R2809

    Verordening (EG) nr. 2809/2000 van de Commissie van 20 december 2000 houdende toepassingsbepalingen, wat de producten van de graansector betreft, van de Verordeningen (EG) nr. 2290/2000, (EG) nr. 2433/2000, (EG) nr. 2434/2000 en (EG) nr. 2435/2000 waarbij bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit respectievelijk Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek en Roemenië zijn vastgesteld, en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1218/96

    PB L 326 van 22.12.2000, p. 16–19 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 16/10/2003; opgeheven door 32003R1810

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2000/2809/oj

    32000R2809

    Verordening (EG) nr. 2809/2000 van de Commissie van 20 december 2000 houdende toepassingsbepalingen, wat de producten van de graansector betreft, van de Verordeningen (EG) nr. 2290/2000, (EG) nr. 2433/2000, (EG) nr. 2434/2000 en (EG) nr. 2435/2000 waarbij bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit respectievelijk Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek en Roemenië zijn vastgesteld, en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1218/96

    Publicatieblad Nr. L 326 van 22/12/2000 blz. 0016 - 0019


    Verordening (EG) nr. 2809/2000 van de Commissie

    van 20 december 2000

    houdende toepassingsbepalingen, wat de producten van de graansector betreft, van de Verordeningen (EG) nr. 2290/2000, (EG) nr. 2433/2000, (EG) nr. 2434/2000 en (EG) nr. 2435/2000 waarbij bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit respectievelijk Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek en Roemenië zijn vastgesteld, en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1218/96

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op de Verordeningen (EG) nr. 2290/2000(1), (EG) nr. 2433/2000(2), (EG) nr. 2434/2000(3) en (EG) nr. 2435/2000(4) van de Raad tot vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en tot aanpassing, via een autonome overgangsmaatregel, van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomsten met respectievelijk Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek en Roemenië, en met name op artikel 1, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Overeenkomstig het bepaalde in de Verordeningen (EG) nr. 2290/2000, (EG) nr. 2433/2000, (EG) nr. 2434/2000 en (EG) nr. 2435/2000 heeft de Europese Gemeenschap zich ertoe verbonden om vanaf 1 juli 2000 voor elk verkoopseizoen tariefcontingenten voor invoer tegen verlaagd recht of tegen nulrecht vast te stellen van respectievelijk 2750 ton zachte tarwe (volgnr. van het contingent 09.4663) en 1750 ton sorghum (volgnr. 09.4664) van oorsprong uit Bulgarije, 34250 ton brouwgerst (volgnr. 09.4617), 16875 ton tarwemeel (volgnr. 09.4618) en 45250 ton niet gebrande mout niet van tarwe (volgnr. 09.4619) van oorsprong uit de Tsjechische Republiek, 17000 ton brouwgerst (volgnr. 09.4617), 16875 ton tarwemeel (volgnr. 09.4618) en 18125 ton niet gebrande mout niet van tarwe (volgnr. 09.4619) van oorsprong uit de Slowaakse Republiek, en 25000 ton zachte tarwe (volgnr. 09.4759) van oorsprong uit Roemenië.

    (2) Bij de Verordeningen (EG) nr. 2290/2000, (EG) nr. 2433/2000, (EG) nr. 2434/2000 en (EG) nr. 2435/2000 is bepaald dat sommige van die contingenten worden beheerd overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1602/2000(6). Gelet op de geringe omvang van de contingenten van oorsprong uit Bulgarije dienen, om de regeling eenvoudig te houden, de bedoelde bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2454/93 ook voor die contingenten te worden toegepast.

    (3) Met het oog op een geordende, niet-speculatieve invoer van de onder deze tariefcontingenten vallende graanproducten van Tsjechische, Slowaakse en Roemeense oorsprong, moet worden bepaald dat voor de bedoelde invoertransacties een invoercertificaat moet worden overgelegd. Deze certifïcaten worden op verzoek van de belanghebbenden, binnen de vastgestelde hoeveelheden, afgegeven na afloop van een bedenktijd en, in voorkomend geval, na vaststelling van een op de aangevraagde hoeveelheden toe te passen verminderingscoëfficiënt.

    (4) Met het oog op een goed beheer van deze contingenten moet worden bepaald welke termijnen gelden voor de indiening van de certificaataanvragen en, in afwijking van de artikelen 8 en 19 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(7) welke elementen deze aanvragen en certificaten moeten bevatten.

    (5) Het is dienstig om, met het oog op de leveringsvoorwaarden, te bepalen dat de geldigheidsduur van de invoercertifïcaten ingaat op de dag van afgifte en verstrijkt aan het einde van de maand volgende op de maand van afgifte.

    (6) Voor een doeltreffend beheer van dit contingent is het noodzakelijk dat enerzijds de invoercertificaten niet overdraagbaar zijn en anderzijds de zekerheid voor de invoercertificaten, in afwijking van het bepaalde in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1162/95 van de Commissie(8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2110/2000(9), wordt vastgesteld op een relatief hoog niveau.

    (7) Om dezelfde redenen is het belangrijk te zorgen voor een snelle onderlinge communicatie tussen de Commissie en de lidstaten met betrekking tot de aangevraagde en de ingevoerde hoeveelheden.

    (8) Er dient op te worden gewezen dat de invoerrechten voor producten van GN-codes 1107 10 19 en 1001 90 99 (contingenten met volgnr. 09.4619 voor de Tsjechische en de Slowaakse Republiek en met volgnr. 09.4759 voor Roemenië) als bedoeld in de punten II, III en VI van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1218/96 van de Commissie(10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2511/2000(11), in haar versie vóór de inwerkingtreding van deze verordening, die zijn ingevoerd op grond van de op of na 1 juli 2000 aangevraagde certificaten, worden terugbetaald overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 878 tot en met 898 van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

    (9) Verordening (EG) nr. 1218/96 bevat de uitvoeringsbepalingen voor de invoer van bepaalde granen uit Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek en Roemenië in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 3066/95 van de Raad(12), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2435/98(13), geopende contingenten. Deze bepalingen zijn niet langer nodig. Verordening (EG) nr. 1218/96 dient derhalve te worden gewijzigd om de bedoelde bepalingen te schrappen.

    (10) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De invoer van zachte tarwe van GN code 1001 90 99 (contingent met volgnr. 09.4663) en van sorghum van GN-code 1008 20 00 (contingent met volgnr. 09.4664) van oorsprong uit Bulgarije wordt door de Commissie beheerd overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 308 bis tot en met 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93.

    Artikel 2

    Bij invoer van de in bijlage I bij deze verordening vermelde producten van oorsprong uit de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek of Roemenië waarvoor een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van het invoerrecht geldt binnen de grenzen van de in bijlage I vermelde hoeveelheden en verlagingspercentages of bedragen, moet een overeenkomstig het bepaalde in de onderhavige verordening afgegeven invoercertificaat worden overgelegd.

    Artikel 3

    De in de artikelen 1 en 2 bedoelde producten worden in het vrije verkeer gebracht tegen overlegging van hetzij het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, afgegeven door het land van uitvoer overeenkomstig het bepaalde in protocol nr. 4 bij de Europaovereenkomst met dat land, hetzij een factuurverklaring opgesteld door de uitvoerder overeenkomstig het bepaalde in voornoemd protocol.

    Artikel 4

    1. De aanvragen voor invoercertificaten voor de in artikel 2 bedoelde producten worden op de tweede maandag van elke maand uiterlijk om 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ingediend. In elke certificaataanvraag moet een hoeveelheid zijn vermeld die de voor de invoer van het betrokken product in het betrokken verkoopseizoen beschikbare hoeveelheid niet overschrijdt.

    2. Op dezelfde dag, uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) delen de bevoegde autoriteiten de Commissie per fax (nr. (32-2) 295 25 15), overeenkomstig het model in bijlage II, de totale hoeveelheid mee die wordt verkregen door optelling van de in de invoercertificaataanvragen vermelde hoeveelheden.

    Deze informatie moet los van die betreffende de andere invoercertificaataanvragen voor granen worden meegedeeld, met vermelding van het nummer en de titel van deze verordening, overeenkomstig het model in bijlage II.

    3. Indien de som van de sinds het begin van het verkoopseizoen voor elk betrokken product toegekende hoeveelheden en de op de betrokken dag aangevraagde hoeveelheden het contingent voor het betrokken verkoopseizoen overschrijdt, stelt de Commissie uiterlijk op de derde werkdag na de indiening van de aanvragen, één enkele verminderingscoëfficiënt vast die moet worden toegepast op alle op de betrokken dag aangevraagde hoeveelheden.

    4. Onverminderd het bepaalde in lid 3 worden de certifïcaten afgegeven op de vijfde werkdag na de dag van indiening van de aanvraag. Op dezelfde dag, uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) delen de bevoegde autoriteiten de Commissie per fax (nr. (32-2) 295 25 15) de totale hoeveelheid mee die wordt verkregen door optelling van de hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven.

    5. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 gaat de geldigheidsduur van het certifïcaat in op de dag van de feitelijke afgifte.

    Artikel 5

    In afwijking van liet bepaalde in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1162/95 zijn de invoercertificaten geldig tot het einde van de maand volgende op die van de afgifte van het certificaat.

    Artikel 6

    In afwijking van het bepaalde in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 zijn de uit het invoercertificaat voortvloeiende rechten niet overdraagbaar.

    Artikel 7

    In afwijking van het bepaalde in artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 mag de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat vermelde hoeveelheid. In vak 19 wordt in dit verband het cijfer "0" ingevuld.

    Artikel 8

    Op de invoercertificaataanvraag en het invoercertificaat:

    a) moet in vak 8 de naam van het land van oorsprong worden aangebracht; het certificaat verplicht tot invoer uit dat land;

    b) moet in vak 20 één van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

    - Reglamento (CE) n° 2809/2000

    - Forordning (EF) nr. 2809/2000

    - Verordnung (EG) Nr. 2809/2000

    - Κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 2809/2000

    - Regulation (EC) No 2809/2000

    - Règlement (CE) n° 2809/2000

    - Regolamento (CE) n. 2809/2000

    - Verordening (EG) nr. 2809/2000

    - Regulamento (CE) n.o 2809/2000

    - Asetus (EY) n:o 2809/2000

    - Förordning (EG) nr 2809/2000;

    c) moet in vak 24 het geldende invoerrecht worden vermeld.

    Artikel 9

    In afwijking van artikel 10, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 1162/95 bedraagt de zekerheid met betrekking tot de in deze verordening bedoelde invoercertificaten 30 EUR per ton.

    Artikel 10

    Verordening (EG) nr. 1218/96 wordt als volgt gewijzigd:

    1. De titel wordt vervangen door:

    "Verordening (EG) nr. 1218/96 van de Commissie van 28 juni 1996 inzake de gedeeltelijke vrijstelling van het invoerrecht voor bepaalde producten van de sector granen, in het kader van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Polen.".

    2. De eerste alinea van artikel 1 wordt vervangen door:"Voor de in de bijlage bij deze verordening genoemde producten van oorsprong uit de Republiek Polen geldt een gedeeltelijke vrijstelling van het invoerrecht binnen de grenzen van de in de bijlage vermelde hoeveelheden en verlagingspercentages of bedragen.".

    3. In de bijlage worden de punten II, III, V en VI geschrapt.

    Artikel 11

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 20 december 2000.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 262 van 17.10.2000, blz. 1.

    (2) PB L 280 van 4.11.2000, blz. 1.

    (3) PB L 280 van 4.11.2000, blz. 9.

    (4) PB L 280 van 4.11.2000, blz. 17.

    (5) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

    (6) PB L 188 van 26.7.2000, blz. 1.

    (7) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

    (8) PB L 117 van 24.5.1995, blz. 2.

    (9) PB L 250 van 5.10.2000, blz. 23.

    (10) PB L 161 van 29.6.1996, blz. 51.

    (11) PB L 289 van 16.11.2000, blz. 18.

    (12) PB L 328 van 30.12.1995, blz. 31.

    (13) PB L 303 van 13.11.1998, blz. 1.

    BIJLAGE I

    (MBN: meest begunstigde natie)

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    BIJLAGE II

    >PIC FILE= "L_2000326NL.001903.EPS">

    Top