This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32000R2092
Council Regulation (EC) No 2092/2000 of 28 September 2000 prohibiting imports of Atlantic blue-fin tuna (Thunnus thynnus) originating in Belize, Honduras and Equatorial Guinea
Verordening (EG) nr. 2092/2000 van de Raad van 28 september 2000 houdende een verbod op de invoer van gewone of blauwvintonijn (Thunnus thynnus) van oorsprong uit Belize, Honduras en Equatoriaal-Guinea
Verordening (EG) nr. 2092/2000 van de Raad van 28 september 2000 houdende een verbod op de invoer van gewone of blauwvintonijn (Thunnus thynnus) van oorsprong uit Belize, Honduras en Equatoriaal-Guinea
PB L 249 van 4.10.2000, p. 1–2
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)
No longer in force, Date of end of validity: 05/05/2004; opgeheven door 32004R0826
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Modifies | 31991R2092 | wijziging | bijlage 6 | 08/07/2000 | |
Repeal | 31998R1435 |
Relation | Act | Comment | Subdivision concerned | From | To |
---|---|---|---|---|---|
Repealed by | 32004R0826 | 06/05/2004 |
Verordening (EG) nr. 2092/2000 van de Raad van 28 september 2000 houdende een verbod op de invoer van gewone of blauwvintonijn (Thunnus thynnus) van oorsprong uit Belize, Honduras en Equatoriaal-Guinea
Publicatieblad Nr. L 249 van 04/10/2000 blz. 0001 - 0002
Verordening (EG) nr. 2092/2000 van de Raad van 28 september 2000 houdende een verbod op de invoer van gewone of blauwvintonijn (Thunnus thynnus) van oorsprong uit Belize, Honduras en Equatoriaal-Guinea DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 133, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) De visbestanden zijn een natuurlijke hulpbron die niet onuitputtelijk is en moeten dus in het belang van het biologisch evenwicht en de voedselzekerheid in de wereld worden beschermd. (2) De Internationale Commissie voor de Instandhouding van Atlantische Tonijn (ICCAT), waarbij de Europese Gemeenschap overeenkomstsluitende partij is, heeft in 1994 een actieplan ter verzekering van de doeltreffendheid van het programma voor de instandhouding van Atlantische blauwvintonijn aangenomen en in 1996 een aanbeveling goedgekeurd betreffende de naleving van haar regels bij de visserij op blauwvintonijn en Noord-Atlantische zwaardvis, teneinde de daadwerkelijke instandhouding van Atlantische blauwvintonijn en de toepassing van het programma te verzekeren. (3) De betrokken visbestanden kunnen door de leden van ICCAT, van wie de vissers worden verplicht hun vangsten van Atlantische blauwvintonijn in te krimpen, slechts doeltreffend worden beheerd indien alle niet-leden met ICCAT samenwerken en haar beschermings- en beheersmaatregelen naleven. (4) ICCAT heeft Belize, Honduras en Equatoriaal-Guinea aangewezen als landen waarvan de vangsten van Atlantische blauwvintonijn de maatregelen van de organisatie voor instandhouding van de soort in het gedrang brengen, en heeft haar vaststellingen gestaafd met gegevens betreffende vangsten, handel en waarnemingen van vaartuigen. (5) De pogingen van ICCAT om de drie landen aan te sporen de maatregelen voor de instandhouding en het beheer van Atlantische blauwvintonijn na te leven, hebben niets opgeleverd. (6) ICCAT heeft de overeenkomstsluitende partijen opdracht gegeven passende maatregelen te nemen om de invoer uit Belize en Honduras van Atlantische blauwvintonijn in welke vorm dan ook verder te verbieden en een verbod op de invoer van die producten uit Equatoriaal-Guinea vast te stellen. Die maatregelen zullen worden opgeheven zodra wordt vastgesteld dat de betrokken landen hun visserijactiviteiten in overeenstemming met de maatregelen van ICCAT hebben gebracht. Deze maatregelen dienen bijgevolg te worden uitgevoerd door de Gemeenschap, die een exclusieve bevoegdheid terzake heeft. (7) ICCAT heeft geconstateerd dat de samenwerking met Panama voor de instandhouding van Atlantische blauwvintonijn is verbeterd. ICCAT heeft op zijn jaarlijkse bijeenkomst in 1999 aanbevolen dat het verbod op de invoer van Atlantische blauwvintonijn in welke vorm dan ook, dat door de overeenkomstsluitende partijen ten aanzien van Panama werd toegepast, dient te worden opgeheven. (8) Verordening (EG) nr. 1435/98(1) houdende een verbod op de invoer van gewone of blauwvintonijn en producten daarvan uit Belize, Honduras en Panama dient te worden ingetrokken. (9) Deze maatregelen zijn in overeenstemming met de verplichtingen van de Gemeenschap op grond van andere internationale overeenkomsten, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 1. Het in het vrije verkeer brengen in de Gemeenschap van gewone of Atlantische blauwvintonijn (Thunnus thynnus) van oorsprong uit Belize, Honduras en Equatoriaal-Guinea, vallende onder de GN-codes ex 0301 99 90, 0302 39 11, 0302 39 91, 0303 49 21, 0303 49 23, 0303 49 29, ex 0303 49 90, ex 0304 10 38, ex 0304 10 98, ex 0304 20 45, ex 0304 90 97, ex 0305 20 00, ex 0305 30 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 90, ex 0305 69 90, ex 1604 14 11, ex 1604 14 16, ex 1604 14 18 en ex 1604 20 70, is verboden. 2. Het lossen van de in lid 1 genoemde producten teneinde deze onder de regeling communautair douanevervoer te plaatsen, is verboden. Artikel 2 Deze verordening is niet van toepassing op de hoeveelheden van de in artikel 1, lid 1, bedoelde producten van oorsprong uit Equatoriaal-Guinea, waarvan ten genoegen van de bevoegde nationale autoriteiten kan worden aangetoond dat zij op de datum van inwerkingtreding van deze verordening naar het grondgebied van de Gemeenschap werden vervoerd voorzover het in het vrije verkeer brengen uiterlijk veertien dagen na die datum plaatsvindt. Artikel 3 Verordening (EG) nr. 1435/98 wordt ingetrokken. Artikel 4 Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 28 september 2000. Voor de Raad De voorzitter D. Vaillant (1) PB L 191 van 7.7.1998, blz. 13.