Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999D0438

    1999/438/EG: Besluit van de Raad van 20 mei 1999 inzake de gemeenschappelijke controleautoriteit, ingesteld bij artikel 115 van de op 19 juni 1990 ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het Schengen-akkoord van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen

    PB L 176 van 10.7.1999, p. 34–34 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/09/2000; opgeheven door 32000D0641

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1999/438/oj

    31999D0438

    1999/438/EG: Besluit van de Raad van 20 mei 1999 inzake de gemeenschappelijke controleautoriteit, ingesteld bij artikel 115 van de op 19 juni 1990 ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het Schengen-akkoord van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen

    Publicatieblad Nr. L 176 van 10/07/1999 blz. 0034 - 0034


    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 20 mei 1999

    inzake de gemeenschappelijke controleautoriteit, ingesteld bij artikel 115 van de op 19 juni 1990 ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het Schengen-akkoord van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen

    (1999/438/EG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het protocol tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie, inzonderheid op artikel 2,

    (1) Overwegende dat bij artikel 115 van de op 19 juni 1990 ondertekende Overeenkomst ter uitvoering van het Schengen-akkoord van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, een gemeenschappelijke controleautoriteit is ingesteld die belast is met het toezicht op de technisch ondersteunende functie van het Schengen-informatiesysteem ("SIS") en met het onderzoek naar andere vraagstukken in verband met de toepassing van de bepalingen met betrekking tot het SIS en de bescherming van persoonsgegevens;

    (2) Overwegende dat het gaat om een onafhankelijke autoriteit die niet gelijk kan worden gesteld met een comité of een werkgroep van de Raad in de zin van artikel 19 van het reglement van orde van de Raad;

    (3) Overwegende dat de gemeenschappelijke controleautoriteit op 2 februari 1996 een reglement van orde heeft aangenomen, laatstelijk gewijzigd op 27 april 1998, waarin zij aanpassingen moet aanbrengen naar aanleiding van de opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie;

    (4) Overwegende dat voorts het reglement van orde van de gemeenschappelijke controleautoriteit erkend moet worden als element van het Schengen-acquis in ruime zin, waarvan de voortgezette werking in het kader van de Europese Unie in logistiek en financieel opzicht dient te worden gewaarborgd;

    (5) Overwegende dat het onderhavige besluit bedoeld is om de goede werking van de gemeenschappelijke controleautoriteit in het kader van de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam te verzekeren;

    (6) Rekening houdend met het volstrekt specifieke statuut van de gemeenschappelijke controleautoriteit;

    (7) Na de gemeenschappelijke controleautoriteit in de gelegenheid te hebben gesteld haar opvattingen kenbaar te maken,

    BESLUIT:

    1. Het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie neemt vergaderingen van de gemeenschappelijke controleautoriteit op en stelt hiertoe zijn voorzieningen beschikbaar als gold het vergaderingen van werkgroepen van de Raad.

    2. Het secretariaat-generaal van de Raad verzorgt het secretariaat van de gemeenschappelijke controleautoriteit. Het secretariaat stelt zich ter beschikking van de voorzitter van de gemeenschappelijke controleautoriteit.

    3. Na goedkeuring door de voorzitter van de Raad stelt de voorzitter van de gemeenschappelijke controleautoriteit de data vast voor de vergaderingen van de controleautoriteit ten kantore van het secretariaat-generaal van de Raad te Brussel.

    4. De reiskosten voor vergaderingen te Brussel en de controles bij het CESIS komen ten laste van de begroting van de Raad en worden vergoed volgens het besluit van de secretaris-generaal van de Raad van 21 mei 1997.

    5. De begunstigden van de reiskostenvergoedingen zijn:

    - voor elke lidstaat zoals bedoeld in artikel 1 van het protocol tot opneming van het Schengen-acquis in het kader van de Europese Unie en voor elke andere lidstaat die aan de bepalingen van dit acquis met betrekking tot het SIS deelneemt, voor de vergaderingen van de GCA: twee vertegenwoordigers van de nationale autoriteit, zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, van het reglement van orde van de gemeenschappelijke controleautoriteit;

    - de deskundigen zoals bedoeld in artikel 2, lid 5, van het reglement van orde van de gemeenschappelijke controleautoriteit.

    6. De in dit besluit bedoelde kosten komen ten laste van post 2501 van afdeling II (Raad) van de algemene begroting.

    Gedaan te Brussel, 20 mei 1999.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    E. BULMAHN

    Top